Inventaris van de archieven van de Hervormde Gemeente Mantgum en Skillaerd, 1636-2003
INHOUDSOPGAVE
Archief van de Kerkenraad I. Stukken van algemene aard 1. Resoluties, notulen 2. Ingekomen en uitgaande stukken 3. Verslagen en overzichten 4. Oude archiefinventarissen II. Stukken van bijzondere aard A. Organisatie 1. Reglementen, verordeningen a. Nationaal, provinciaal b. Plaatselijk B. Taken 1. Stukken betreffende personen a. Ambtsdragers b. Geschillencommissie c. Scholen d. Mantgummer en Skillaerder polder 4 2. Registratie van doop, lidmaatschap en huwelijksinzegening a. Algemeen b. Doop c. Lidmaatschap d. Huwelijksinzegening 3. Pastoraal werk 4. Verkiezingen voor het kiescollege 5. Diversen III. Documentatie
Archief van de diakonie A. Organisatie B. Taken 1. Stukken betreffende armenzorg 2. Financiële administratie
1 1 1 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4
5 5 5 5 6 6 6 6 6
8 8 8 8
Archief van de kerkvoogdij I. Stukken van algemene aard 1. Resoluties, notulen 2. Ingekomen en uitgaande stukken 3. Oude archiefinventarissen II. Stukken van bijzondere aard A. Organisatie 1. Reglementen, verordeningen a. Nationaal, provinciaal b. Plaatselijk 2. Kerkvoogden, lidmaten, floreenplichtigen en notabelen 3. Predikantsplaats a. Predikant b. Predikantstraktement
9 9 9 9 10 10 10 10 10 11 12 12 12
B. Taken 1. Personele aangelegenheden 2. Kerkdiensten a. Bijbels en Psalmen en Gezangen b. Diensten c. Tsjerkestim 3. Beheer van de bezittingen a. Liggers en andere overzichten b. Verzekeringen 4. Kapitaal a. Aandelen en obligaties b. Bankkrediet c. Schuldbekentenissen, cessies d. Schenkingen, legaten aan de kerk e. Schenkingen door de kerk 5. Landerijen en opstallen a. Verwerving en vervreemding van landerijen - Koop - Ruil - Verkoop en schenking - Erfdienstbaarheden b. Verwerving, onderhoud en vervreemding van opstallen c. Huur, verhuur en verpachting van landerijen en opstallen 6. Kerkelijke gebouwen a. Kerk en torens b. Zitplaatsen c. Orgel 7. Pastorie 8. Kosterij en consistorie (Foarhof) 9. Begraafplaatsen en het begraven a. Voorschriften b. Begraafplaatsen c. Begravenen en grafrechten 10. Scholen, schoolmeestershuis en onderwijs a. Voorschriften b. Personeel c. Opstallen d. Onderwijs e. Verlotingen 11. Bezittingen met bijzondere bestemming a. Pastoralia b. Kosterijgoederen 12. Mantgummer en Skillaerder polder, alsmede het huis Lucht en Veld a. Personele aangelegenheden b. Aanleg, bemaling en onderhoud polders c. Molen en huis Lucht en Veld 13. Mantgum, Skillaerd e.o. a. Personele aangelegenheden b. Gemeentehuis c. Waterwegen, wegen en paden d. Spoorweg e. Electriciteit f. Kaatsterrein en sportveld g. Brandspuit h. PTT
13 13 13 13 14 14 14 14 15 16 16 16 16 17 17 18 18 18 18 19 20 20 21 22 22 25 25 26 27 29 29 29 29 30 30 31 31 33 33 33 33 34 34 34 34 36 38 38 38 39 40 41 41 41 43
i. Terpafgraving 43 j. Faecaliënveld en riolering 43 k. Diversen 44 13. Samenwerking 45 III. Financiële administratie 46 1. Hoofdadministratie 46 a. Begrotingen, rekeningen 46 b. Boekhouding 50 c. Rente 51 2. Deeladministraties 51 a. Begraafplaatsen 51 b. Pastoralia 51 c. Pastorie, vicarie en patroonsopkomsten 52 d. Onderhoudsfonds pastorie 52 e. Overige 52 3. Hulpbescheiden 52 Belastingen 52 IV. Gedeponeerde archieven 53 a. Restauratiecommissie, 1978-1998 53 Financiële stukken 54 - Stukken betreffende de torenrestauratie 54 - Stukken betreffende de kerkrestauratie 54 - Stukken betreffende de restauratie van het hekwerk 54 b. Archief van de leesbibliotheek kerkvoogdij Mantgum c.a., 1934-1954 54 c. (Secretariaats-)Archief van de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden in 54 Friesland, 1964-1971 d. Archief van het Vrijzinnig Kerkkoor en van de Gemengde Zangvereniging 55 Mantgum, 1931-1962 V. Documentatie 57
1. De kerk te Mantgum in historisch perspectief door R.J.H. Brink De bouw van een kerk in 1203. Tot in de 13e eeuw lag Mantgum aan zee. Een arm van de Waddenzee, de Middelzee, verdeelde het huidige Friesland nagenoeg in tweeën met aan weerszijden Oostergo en Westergo. De bewoners van de dorpen aan de kust hadden veel van deze zee te lijden en voor hen alléén was het moeilijk om de dijken in stand te houden. Vandaar dat de hulp werd ingeroepen van kloosters om het hoofd boven water te houden. Volgens een oude Friese kroniek gaven de mantgummers in het jaar 1203 veel land aan het bij Bolsward gelegen Oldeklooster (Bloemkamp), waarvoor de monniken de dijken zodanig versterkten dat er geen gevaar meer bestond voor overstromingen. Bovendien hielpen zij bij de bouw van een kerk waartoe iedere inwoner zijn bijdrage leverde, door goederen te schenken of wanneer men daartoe niet in staat was door zelf aan de bouw mee te werken. Wat er ook van deze kroniek waar moge zijn, er werd in de periode waarin het verhaal speelt een kerk gebouwd op dezelfde plaats als de huidige met een rond gesloten koor. Zij was ongeveer één meter smaller en strekte zich vijf meter minder ver uit naar het oosten. De kerk werd gewijd aan Maria. Laat gotische kerk. Rond het jaar 1500 werd de kerk tot op het fundament afgebroken. De van deze kerk afkomstige gele kloostermoppen werden samen met een grote partij rode en oranje stenen opnieuw gebruikt voor de bouw van de huidige kerk. Het is een geheel symmetrisch laatgotisch gebouw bestaande uit zes traveeën en een vijfzijdig gesloten koor. In de loop der tijd is de oorspronkelijke vorm van de steunberen en ramen verloren gegaan. Fragmenten glas in lood duiden erop dat in de ramen gebrandschilderde glasmedaillons waren geplaatst met onder anderen de voorstelling van St. Joris en de draak en de drie koningen. Rond de medaillons en langs de vensterkant was ter versiering een rand met gebrandschilderde bladen vruchtenmotieven aangebracht. Rond de hele kerk en rond de ingangspartijen in de noord- en de zuidmuur, waarin zich boven de deur een nis bevond voor een heiligenbeeld, liep een lijst. Deze ingangen zijn dichtgezet. Er wordt nu gebruik gemaakt van een 18e eeuwse toegang. In het portaal vinden wij een altaarsteen van rode zandsteen die, na 400 jaar voor de ingang gelegen te hebben, weer op een voetstuk is geplaatst. Achter de lambrisering in het koor bevindt zich een piscina met een gedeelte van een wasbekken, eveneens van rode zandsteen. Het interieur was kleurrijker dan nu het geval is. De ramen waren omzoomd met een band van rode imitatie baksteen. Het nog aanwezige eiken tongewelf was groen met blauwe binten. Rond de bankwerken, de deuren en langs de vloer van het koor was een zwarte band geschilderd. De wand achter het orgel was eveneens zwart. Hoxwier. Even ten oosten van Mantgum, waar het binnenpad de Mantgummer vaart kruist, ligt het terrein van de state Hoxwier. De state werd in de 19e eeuw afgebroken en vervangen door een eenvoudige stelpboerderij. Het enige wat er nog van rest is de zwanendrift, een oud 'heerlijk recht', dat de rechthebbende toestaat zwanen te houden. Zelfs op het land van anderen, die op hun beurt de zwanen moeten dulden. Een last voor de boeren, omdat de uitwerpselen van de zwanen het gewas doden. Het is wel voorgekomen dat er 's winters 60 zwanen bij elkaar waren. De zwanendrift is de enige die nog in Nederland bestaat. De eigenaren van Hoxwier, resp. Heringa, Hoxwier, Galama, Hoppers, Aylva, Nederhof, Boelens, Lannoy, Doys, Burmania en Houth bezaten het recht om in de kerk te begraven. De wapens van enkele families vinden wij terug op de tekstbordjes.
Zerken In het koor lagen naast elkaar vier zerken die een prachtig overzicht geven van de ontwikkeling van grafbeeldhouwkunst. Drie zijn renaissance zerken waarop afbeeldingen van acanthusranken, guirlandes, putti (kinderfiguren) en pilasters op smakvolle wijze zijn gerangschikt rond één of meer aan een helm opgehangen wapenschilden. Grafschriften in het latijn herinneren aan de vergankelijkheid van het leven. Vita hominis umbra est, qui ad exiguum tempus apparet & deinde evanescit: Het leven van de mens is als een schim, die voor korte tijd verschijnt en vervolgens verdwijnt; Hodie mihi, cras tibi: Heden ik, morgen gij; Evanuimus ut umbri: Wij zijn als schimmen vervaagd. De oudste zerk, gemerkt met „1534‟ werd gemaakt voor Aesge Hoxwier (†1507), Kapitein van Westergo en Vick Dekama (†1533), dochter van de in 1493 tot Potestaat van Friesland gekozen Juw Dekama. De tweede geeft de portretten weer van de uit Koudum afkomstige Gala van Galama (†1559) en Foeck Hoxwier (†1554), dochter van Aesge Hoxwier. De derde, gemaakt voor Seerp van Galama (†1581) en His van Botnia (†1593) is voorzien van een levensgrote afbeelding van Seerp van Galama, zoon van Gala van Galama. Deze steen is gemerkt met ‟15-D-84‟ en werd in 1922 „gerestaureerd‟ en verplaatst naar het portaal. De in de Franse tijd in het kader van de „gelijkheid‟ verwijderde wapens zijn toen opnieuw aangebracht. Om de zerk te kunnen verplaatsen is er in die voor Gala Galama op schandelijke wijze een gat gehakt. Seerp van Galama was in de eerste plaats een staatsman: hij onderhandelde als gecommitteerde van de Staten van Friesland met de Stadhouder en de Gouvernante, was één van de ondertekenaren van het Smeekschrift der Edelen en tenslotte Grietman, d.w.z. burgemeester en rechter, van Baarderadeel. Daarnaast was hij hoofdman van een legervendel. De vierde steen betreft drie kinderen (†1672, 1684) van Suffridius van Boelens en Jel van Beyma. Naast deze grote stennen is er een bijzonder kinderzerkje voor een dochter (†1536) van Hector Hoxwier en Iedwer Herema. Hector Hoxwier, broer van Foeck Hoxwier, was raadsheer van het Hof van Friesland, later president van het Hof van Utrecht en vermoedelijk ridder in de Orde van het Gulden Vlies. In het Schip bevinden zich op de zerken de namen van één pastoor en zes predikanten. Van de 20 predikanten die hier sinds de reformatie hebben gestaan, zijn er 14 te Mantgum overleden of met emeritaat gegaan. Geen wonder dat men onder predikanten wel sprak over de „gouden doodkist‟. Bankwerk Vóórdat het huidige bankwerk werd aangebracht, was er alleen in het schip van de kerk een bankwerk. Tegenover de preekstoel stond het gestoelte van Hoxwier. In de jaren 1779, 1780 en 1781 werd er een nieuw bankwerk gemaakt met lambrizering, puiwand onder het orgel, preekstoel en een doophek in de stijl Louis XVI. Het is compleet en in zijn originele opstelling bewaard gebleven. Het werk werd aangenomen door de Leeuwarder timmerman Teeke Sentjes. Het beeldhouwwerk is van de Leeuwarder antieksnijder Hermannus Berkebijl, overgrootvader van Mata Hari. Een deel van het snijwerk werd vervaardigd door Jacob Swalie. Aan de zuidkant bevinden zich de vrouwenbanken, die geen ruggeschot hebben, opdat de mooi gestreken rokken niet zouden kreuken. Aan de noordkant de mannenbanken. De oostzijde wordt afgesloten door de kerkvoogdenbank. Of de bank tegenover de preekstoel, geplaatst op het fundament van het gestoelte van Hoxwier, een huif heeft gehad, is niet zeker. De banken en de lambrisering zijn versierd met snijwerk in de vorm van guirlandes, linten en kransen, waarin verschillende bloemen en loof van hulst, eik en acanthus zijn te herkennen. De puiwand onder het orgel is versierd met muziekinstrumenten: fluiten, trompetten, een harp, triangel, luit en een hoorn. De ronde kansel is uniek in Friesland. De trapleuning, bestaande uit één eikenhouten wagenschot, is versierd met guirlandes en acanthusloof. Uit het ruggeschot steekt een hand, waaraan de predikant zijn baret kan hangen. Het klankbord is versierd met bloemen. De vijf panelen van de preekstoel beelden elk een ontmoeting met Christus uit. De tussenpanelen munten uit door een groot aantal symbolische voorwerpen.
Verbouwing in de 19e eeuw De dorpskom van Mantgum is typisch 19e eeuws, vanwege een 12-tal oud-friese herenhuizen, gebouwd in neo-classicistische stijl met grote tuinen afgesloten door gietijzeren hekken. Eén tuin, aangelegd in engelse landschapsstijl, compleet met een prieeltje en een vijver, bevindt zich nog in originele staat. De huizen werden vanaf 1840 gebouwd door een burgemeester, een dokter en enkele boeren die gingen rentenieren. Vandaar dat zich achter het wagenhuis vaak een stal bevond waar naast paarden, enkele koeien gehouden konden worden. Naast deze particulieren was het de kerk die over ruime middelen beschikte, welke werden aangewend voor de aanleg van wegen, het bouwen van scholen en huizen, het afgraven van de terp en de aanleg van electriciteit. Men sprak daarom wel over “lyts Kanaän” (klein Kanaän) als men het over Mantgum had. Tegenover de kerk werd in 1869 een nieuwe pastorie gebouwd, een hoekpand met twee gelijke frontgevels. Op de zolder van dit huis vond de radiopionier I.H. Schotanus Steringa á Idserda de lamp uit waardoor het mogelijk werd om draadloos met elkaar te spreken. Het was het begin van de radio. Verderop, aan de weg naar het noorden staan vervolgens de voormalige bakker-boerderij, de armvoogdij-huisjes en een 18e eeuws kaaspakhuis. In het daaraan grenzende weiland is een “dobbe” bewaard gebleven, een drinkwaterplaats voor vee. Het regenwater dat op het weiland valt, wordt naar deze vijver geleid en blijft daarin staan, doordat de bodem bestaat uit ondoordringbare klei. De 19e eeuwse sfeer in het dorp wordt mede bepaald door het uiterlijk van de kerk, de toren en het gietijzeren hekwerk. Door een verbouwing onderging de middeleeuwse kerk een gedaanteverwisseling. Het ontwerp was van de plaatselijke timmerman Boorsma. Het werd aangepast op aanwijzijzing van de Leeuwarder architect J. Douma, die eigenlijk van mening was dat, gezien de hoge kosten van verbouwing, het beter zou zijn een geheel nieuwe kerk te bouwen met behoud van het bankwerk. De afbraak van de kerk ging niet door en de kerk werd tweemaal verbouwd. In de jaren 1866 en 1867 werden de muren verhoogd met een daklijst. De oude muur werd bepleisterd en voorzien van een frijnslag, alsof zij was opgebouwd uit grote blokken gele Bentheimer zandsteen. Het bovenste gedeelte van het middeleeuwse dak werd verwijderd en over het restant werd een nieuw dak aangebracht met een geringere dakhelling. Het aantal ramen werd vergroot en alle ramen werden in dezelfde vorm gehakt. Twaalf jaar later werd het interieur voltooid toen het gotische eiken tongewelf verstopt werd onder een vlak stucwerk. Ook de trekbalken en korbelen verdwenen onder het stucwerk en werden versierd met allerlei ornamenten. Doordat het stucwerk qua stijl past bij het snijwerk van het bankwerk en het orgel, is er een eenheid ontstaan, die dit interieur bijzonder mooi maakt. Orgel In 1879 bouwde L. van Dam uit Leeuwarden een nieuw orgel. Het werd geplaatst in een deftige kast: zwart met vergulde randjes. De beelden voorstellende hoop, geloof en liefde, zijn afkomstig van het vorige orgel uit 1844. Toren De toren met een zadeldak werd in 1868 naar de mode van de tijd vervangen door een toren met een spits. Op het vierkant werd als bekroning een gietijzeren rooster geplaatst. In de toren bevindt zich het uurwerk uit 1878 van A.H. van Bergen uit Heiligerlee, een klok uit 1896 van dezelfde firma en een klok uit 1499 van G. van Wou uit Kampen. Deze laatste klok luidt dagelijks om 8.00 uur, 12.00 uur en 18.00 uur, het zgn. Angelus-luiden. Op zaterdag niet om 18.00 uur maar om 19.00 uur als er ‟s zondags dienst is en op zondag één uur voor de dienst. Eén kwartier voor de dienst wordt met beide klokken geluid.
Gietijzeren hekwerk Rond het kerkhof werd in 1863 een kostbaar ijzeren hek geplaatst, gemaakt door de gouden edelsmid B.E. Mohrman uit Leeuwarden. Nergens vind je een hek met zoveel verschillende ornamenten. Het hek was zelfs zo bijzonder dat bij KB ontheffing verleend werd van de verplichting om het kerkhof met een muur of een haag af te scheiden. De kerkvoogden lieten hun namen op het hek aanbrengen. Eén van die naambordjes is in 1977 gevonden en hangt nu in het portaal. Glas in lood ramen In 1908 werd Mantgum de hoofdplaats van de gemeente Baarderadeel doordat de kerkvoogdij de bouwgrond voor een nieuw gemeentehuis en een deel van de bouwkosten verschafte. De gemeente ging echter in 1984 op in de nieuw gevormde gemeente Littenseradiel, waardoor het gemeentehuis te Mantgum overbodig werd. Daarbij werden de 16 gebrandschilderde glas in lood ramen, die zich in het gemeentehuis bevonden met daarop de voorstelling van de kerken en torens in de gemeente, bestemd voor de kerk te Mantgum. Zij werden in de 30er jaren door de 16 dorpen in de gemeente aangeboden en zijn gemaakt door de in Groningen wonende J.H. Wijkmans. Skillaerd Skillaerd vormt met Mantgum een van de tweelingdorpen in de gemeente Littenseradiel. Deze gemeente dankt zijn naam overigens ook uit twee dorpen, die in de gemeenten lagen waaruit Littenseradiel is ontstaan, namelijk Oosterlittens in Baarderadeel en Westerlittens in Hennaarderadeel. Skillaerd zou volgens een legende zijn ontstaan toen twee zusters die te Mantgum woonden, ruzie kregen over het stichten van een kerk. De ene zuster wilde een kerk te Mantgum, maar de andere was daar tegen, omdat ze vond dat daardoor het uitzicht werd bedorven. Zij hield voet bij stuk en toen het geschil het hoogtepunt bereikte, werd zij door de oudste zuster uit huis gestuurd onder de uitroep: “gaat heen gij zijt een schil-aard” (iemand die de aard heeft geschillen te maken). En zo ging de jongste dochter heen en stichtte een kerk op grote afstand van het huis op een plek die zij Skillaerd noemde, in het fries uitgesproken als “Skillaert”. Een tweede al even onzeker verhaal, vermeldt dat er te Skillaerd ooit een nonnenklooster gestaan zou hebben. De kerk, die evenals die te Mantgum gewijd was aan Maria, zou daarvan een restant zijn. In de kerk mocht niet worden begraven. Waarom, is niet bekend. Afbraak kerk In 1580 werd Skillaerd kerkelijk met Mantgum verbonden, waardoor er een gemeente ontstond die de beschikking had over twee kerken. In verband met de verdeling van de kerkelijke goederen in de Franse tijd werd daarom het gebruik van de kerk gedurende een paar jaar toegewezen aan de katholieken van Oosterwierum. Pas in de 18e eeuw werden de administraties van de kerkelijke goederen van Mantgum en Skillaerd samengevoegd en werd er één kerkvoogdij gevormd. Die beschikte toen over tweemaal zoveel geld als de omringende dorpen, waardoor zij ook tweemaal zoveel kon uitgeven. Helaas werd er, ondanks de oorspronkelijke bestemming van de gelden, weinig aan het onderhoud van de kerk van Skillaerd gedaan, waardoor deze in 1884 zo bouwvallig was geworden dat om veiligheidsredenen besloten werd haar af te breken. Volgens de overlevering zou zij ergens in de Zuidwesthoek van Friesland weer zijn opgebouwd. De rand van het kerkdak is nog aan de oostzijde van de toren te zien. Het geld van Skillaerd werd besteed aan het welzijn en de verfraaiïng van van het dorp en de kerk te Mantgum. Het bankwerk met het vele snijwerk en de villa‟s, zijn daar het resultaat van. In de 19de eeuw werd er om de 8 weken in de kerk dienst gehouden, én wanneer de kerk van Mantgum moest worden gesloten vanwege verbouwingen.
Toren De toren werd gebouwd in 1616. Een boer die daartoe een deel van het kapitaal leende, was Douwe Willems. Zijn Grafsteen ligt, geheel in stukken, ter zijde van de toren. In de loop der eeuwen is de toren nogal ontluisterd. De halsgevel op de westzijde met vazen en een leeuwtje, is geheel stomp gemaakt. Het dak waarop een kruis met een ruiter als windvaan stond, was gedekt met blauw geglazuurde pannen, afkomstig van “it panwurk” bij Lions. De weerhaan die nu op de toren staat, stond oorspronkelijk op een kruis op de kerk. Van de twee klokken is er één uit ± 1300 bewaard gebleven in het Fries Museum. Eigenlijk had men die willen verkopen, toen er in Mantgum een nieuwe moest komen, maar dat werd door Monumentenzorg verhinderd. Na de Tweede Wereldoorlog is er een klokkenfonds gevormd, waardoor er in 1957 te Heiligerlee een nieuwe klok kon worden gegoten. Er is nog meer verdwenen: de begane grond in de toren werd ooit overkoepeld door een stenen gewelf, vandaar dat je nu nog steeds via een in de muur gemetselde wenteltrap op de eerste verdieping komt. Het had weinig gescheeld of de toren had er niet meer gestaan en Skillaerd was een buurtschap geworden zoals wij er zovele kennen, slechts bestaande uit een paar boerderijen. Het herstel van de toren vond men een te kostbare zaak en men was van ening dat de overheid een bijdrage moest leveren. De toren werd naar men zegt voor ƒ 100,- te koop aangeboden. De hoogste bieder, een boer die van het puin een weg wilde aanleggen, bood slechts ƒ 80,- , waardoor de koop niet door ging en de toren gespaard bleef. Uiteindelijk kon de toren in 1957 en 1959 met Rijkssubsidie worden gerestaureerd. De toren valt op door pilasters die worden bekroond door ionische kapitelen. Voor de pilasters en het muurvlak is afwisselend rode en gele baksteen gebruikt. Boven gele pilasters in rood, onder rode pilasters in geel. Het metselwerk is op verschillende plaatsen versierd met blokjes zandsteen, waarin timmerlieden, die ooit herstel aan de toren uitvoerden hun merk hebben gezet. Aan de zuid-, west- en noordzijde van de toren zijn in totaal 6 kraagstenen aangebracht, met voorstellingen van duivels, engelen en satyrs. Zij zouden afkomstig kunnen zijn uit het vijfzijdig gesloten koor. Eén draagt het jaartal 156[1]. In de noordmuur bevinden zich twee wapens. Zij zijn gemaakt in opdracht van Feye van Aylva, eigenaar van de state Hoxwier te Mantgum. British graves Het gedeelte van het kerkhof aan de noordzijde van de voormalige kerk is in erfpacht bij de gemeente. Het dient als algemene begraafplaats. Vroeger werden zwervers die in de gemeente overleden, hier ter aarde besteld. Wij vinden ook enkele oorlogsgraven. In maart 1942 stortte een bommenwerper, een Stirling BF 347 van het 15 Sqn., neer in de Mantgummer vaart. Voor acht bemanningsleden die op het kerkhof te Skillaerd hun laatste rustplaats vonden, werden wit marmeren gedenktekens geplaatst. Deze tekst werd eerder, in uitgebreidere vorm afgedrukt in “De kerk te Mantgum in historisch perspectief”, Mantgum, 1991
2. De archieven, beschrijving Wat het archief toont is de grote betrokkenheid van de Hervormde gemeente bij alles wat er in de (vooral directe) samenleving gebeurt. Naast de “kerkelijke taken” heeft de Hervormde gemeente veel betekend voor Mantgum, Skillaerd en hun inwoners. Niet alleen uit eigen beweging, maar ook in samenspraak met anderen. Zo blijkt de Hervormde gemeente behalve land, boerderijen en huizen een feesttent en een brandspuit te hebben gehad (de feesttent en brandspuit werden beiden uitgeleend aan derden, ook buiten de directe omgeving). De Hervormde gemeente bezat ook het postkantoor, in ieder geval twee scholen (en schoolmeestershuizen), een transformatorhuis (electriciteit), het kaatsterrein en sportveld. Daarnaast was de Hervormde gemeente betrokken bij inpolderingsprojecten, waar zij, naast land en andere inkomsten ook een poldermolen aan overhield. Deze stond waarschijnlijk aan de Mantgummer kant van het spoor, even voorbij Skillaerd. Bij de poldermolen “hoorde” de herberg Lucht en Veld, zodat de molenaar/herbergier genoeg te doen had. In 1916 belegden de kerkvoogden een vergadering naar aanleiding waarvan uiteindelijk in 1918 het waterschap de Oosterwierumer Oudvaart werd opgericht. Hiermee kwam men in een groot gebied tot een betere waterbeheersing. In 1908 werd het nieuwe gemeentehuis van Baarderadeel te Mantgum gebouwd op grond die de Hervormde gemeente beschikbaar stelde. Hoewel het gemeentehuis aanvankelijk te Weidum zou blijven, lijken de vele activiteiten van de Hervormde gemeente de doorslag gevende factor te zijn geweest voor deze verhuizing naar Mantgum. Enkele voorbeelden van deze activiteiten zijn het beheer van de straatverlichting (werd pas rond 1927 door de gemeente overgenomen), het laten reinigen van de dorpsstraten, het ophalen van faecaliën (“tonnetjes”), alsmede het uitspreiden daarvan over aan de Hervormde gemeente behorend land, de sterke betrokkenheid bij het vestigen van een treinstation te Mantgum en de aanleg en onderhoud van wegen. Zeer fraai zijn de o.a. glazen grammafoonplaten met geluidsopnames van de Mantgummer kerkklokken uit 1943, de tijd dat er een grote kans bestond dat de kerkklokken zouden worden weggehaald door de bezetter (inventarisnr. 333). De archieven geven derhalve veel historische en geografische informatie over wat er zich in de omgeving heeft afgespeeld. Met name de brede maatschappelijke functie die de Hervormde gemeente lange tijd gehad heeft, onderscheidt dit archief van veel andere kerkelijk archieven. Een onderdeel van de archieven dat daarbij niet over het hoofd mag worden gezien, wordt gevormd door de vele bijlagen bij de rekening. Hierin vindt men bijv. veel facturen van plaatselijke middenstand. Niet alleen wordt hiermee inzicht gegeven in de aanwezigheid van timmerlieden, schilders e.a., maar ook in het door hen uitgevoerde werk De archieven zijn in grote wanorde m.n. aangetroffen in de kerkkluis en achter het orgel van de kerk te Mantgum. Een interessante vondst tussen de archieven betrof overigens een zakje oude Friese munten dat waarschijnlijk afkomstig is uit het afgebroken kerkje te Skillaerd. De munten komen in dit inventaris niet verder aan de orde. Vooral op grond van een sterke sigarengeur van enkele onderdelen van (met name kerkenraads-) archieven is aan te tonen dat de archieven niet altijd één blok hebben gevormd. Door het samenbrengen van alle archieven zonder een duidelijke toegang daarop is onduidelijk of er ooit een apart archief van Skillaerd was en wat is er aan de archieven zelf verloren gegaan. Hoewel in 1580 de Hervorming in Friesland officieel werd ingevoerd, lijkt 1583 het begin van archivering door de Hervormde gemeente. Niet alleen worden in een afschrift uit 1860 de rekeningen vanaf dat jaar beschreven, maar ook latere overzichten van kerkvoogden maken een begin bij 1583. Waar het archief uit de beginperiode gebleven is, blijft vooralsnog onbekend. Ook wat er met bescheiden van voor 1583 is gebeurd wordt hopelijk ooit duidelijk. De eerste archiefbescheiden die wel zijn aangetroffen, dateren uit het jaar 1636. Daarmee is
dat het beginpunt van dit inventaris. Het laatst beschreven archiefstuk dateert uit 2003. Hier is geen andere reden voor dan dat de bescheiden uit dat jaar niet meer gebruikt werden in de kerkadministratie. Hoewel natuurlijk wel getwijfeld is om de inventarisatie een duidelijk eind te geven bij het begin van de Protestantse Kerk Nederland, is hier mede vanaf gezien omdat deze nieuwe benaming niet heeft geleid tot organisatorische veranderingen van de archiefvormende organen te Mantgum. De Gereformeerde kerkgangers van Mantgum zijn meer gericht op Bozum dan op Mantgum, de Doopsgezinden van Mantgum hebben hun weg gevonden naar Baard. De administratie, verslaglegging etc. van de Protestantse Kerk te Mantgum vindt gewoonweg plaats in de op moment van overgang aanwezige administratie, verslaglegging etc. van de Hervormde Gemeente Mantgum en Skillaerd. Naast het hierboven genoemde ontbreken van beginstukken bevinden zich gaten in het archief dat wel is aangetroffen. Op meerdere plaatsen in het inventaris ontbreekt bijvoorbeeld de neerslag uit willekeurige jaren. Bovendien zijn sommige series, zoals die inzake de rekeningen, redelijk uitgebreid bewaard gebleven, terwijl andere series zich maar over een aantal jaren uiten. Het zou interessant zijn uit de korte series te kunnen concluderen dat een aantal activiteiten, waaronder ook het ordenen van de archieven met wisselend enthousiasme werd uitgevoerd. Ondanks de wisselende series zijn veel taken wel doorgegaan. Zo is bekend dat toen het college van notabelen werd opgeheven, de lidmaten moesten instemmen met alles wat de kerkvoogdij deed. De organisatie van de kerk bestond in Mantgum uit drie gescheiden onderdelen. De kerkenraad, de diakonie en de kerkvoogdij. De kerkenraad bestond kortgezegd uit de ambtdragers van de Hervormde gemeente en gaf leiding aan het leven in de gemeente. Centraal stond hierbij de kerkdienst, waar omheen de andere arbeidsterreinen van de kerkenraad zich hebben afgespeeld. Dit heeft zijn neerslag gevonden in het archief van de kerkenraad. Aangezien de diakonie weinig inkomsten genoot, bestond uit een klein groepje diakenen en bovendien volledige verantwoording had af te leggen aan de kerkenraad, werkten de diakonie en kerkenraad nauw samen. Hierdoor is achteraf niet altijd goed vast te stellen waar precies de scheiding lag tussen kerkenraad en diakonie. De diakonie beheerde bezittingen, uit de opbrengst waarvan het diaconaat werd uitgeoefend. Voornaamste taken van het diaconaat betroffen sociale aspecten als armenzorg, bejaardenzorg en zorg voor ontheemden. De kerkvoogdij was met name gericht op de zorg voor de stoffelijke aangelegenheden van de gemeente die niet onder de diakonie vielen. Naast het beheer van gebouwen, terreinen, beleggingen en andere financiële middelen, beheerde de kerkvoogdij ook zaken als de archieven, de doop-, lidmaten-, trouw-, begraaf- en kerkelijke bevolkingsregisters. Voornaamste doel was het mogelijk maken van alle verplichtingen taken van de gemeente. De kerkvoogdij beheerde ook pastoralia en kosterijgoederen. Pastoralia bestonden al voor de reformatie met als voornaamste doel om de pastoors, later de predikanten te voorzien van inkomsten. Verminderingen van de inkomsten uit de pastoralia worden aangevuld door het predikantstraktement. De koster, veelal ook onderwijzer betrok overigens inkomsten uit een soortgelijke bron als de pastoralia, nl. de kosterijgoederen. Uit de vele losse archiefbescheiden is besloten vier gedeponeerde archieven te reconstrueren. Het archief van de restauratiecommissie; het archief van de leesbibliotheek kerkvoogdij Mantgum c.a.; het (secretariaats-)archief van de Vereniging van Vrijzinnig Hervormden in Friesland en het archief van het Vrijzinnig Kerkkoor en van de Gemengde Zangvereniging Mantgum. Maatstaf voor het afzonderen van deze bestanden waren aparte notulen, danwel aparte boekhouding en het uitvoeren van taken die niet direct tot de taken van de kerk behoorden.
3. De archieven, verantwoording Allereerst wordt er op gewezen dat met Skillaerd ook Schillaard wordt bedoeld. In het onderdeel Historie van de inleiding wordt aangegeven waarom de kerk van Mantgum in één adem wordt genoemd met Skillaerd. Hoewel Skillaerd in het verleden ook bekend stond als Schillaard, is er in dit inventaris voor gekozen om zoveel mogelijk de huidige naam te gebruiken. Wat vervolgens opvalt is dat de ordening van het archief op wezenlijke onderdelen afwijkt van gangbare ideeën over de structuur van archieven. Hoewel de ordening naar functies/onderwerp wel onderscheid maakt tussen stukken van algemene en van bijzondere aard, is bij stukken van algemene aard bijv. het onderdeel oude archiefinventarissen opgenomen. Een onderdeel dat tegenwoordig eerder als taak wordt gezien. De financiële administratie staat als los onderdeel buiten het onderdeel organisatie en personeel. De plaats waar men, wederom naar huidige begrippen, deze gegevens zou aantreffen. De reden voor deze afwijkende ordening is gelegen in de aangetroffen ordening, grotendeels conform de Richtlijnen inzake de zorg voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk, voortvloeiende uit de afdeling II van de Generale regeling voor het toezicht en opgesteld door de Commissie voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk (Den Haag, 1980). Naast het feit dat de oorspronkelijke ordening ook informatie kan geven over de organisatie van de archiefvormende onderdelen, is met name vergelijking mogelijk met andere archieven die op grond van soortgelijke richtlijnen zijn geordend. Een voorbeeld hiervan vormt het Inventaris van de archieven der Hervormde Gemeente Huizum door P.R. Dam (Gemeentearchief Leeuwarden, 1979). Op grond van de richtlijnen is de hoofdindeling Kerkenraad, Diakonie en Kerkvoogdij. De gedeponeerde archieven zijn ondergebracht bij het archief van de Kerkvoogdij omdat deze archieven een sterke samenhang hebben. Om de vele taken van de Hervormde gemeente overzichtelijk te houden, is er in deze rubriek gebruik gemaakt van subtitels. Voor zover mogelijk zijn deze subtitels geordend naar de hierboven genoemde richtlijnen. De volgorde is van zuiver kerkelijke taken tot meer wereldse taken. De kleinere wereldse taken die bovendien veelal in samenspraak met de gemeente Baarderadeel werden verricht (gemeentesecretaris C. Stapel (1921-1945) was bijvoorbeeld ook vooraanstaand kerkvoogd en belangrijk verbindend element tussen de kerkvoogdij en de gemeente Baarderadeel) worden beschreven onder de subtitel Mantgum, Skillaerd e.o. Eén van de taken die tussen de kerkelijke en wereldse taken in liggen is die van het onderwijs. Hoewel ook andere kerkelijke instellingen zich bezig hielden en houden met onderwijstaken, heeft de Hervormde gemeente van Mantgum en Skillaerd in ieder geval twee scholen beheerd, waaronder de openbare lagere school te Mantgum. Als onderdeel van dit beheer en de aanstelling van personeel liet de Hervormde gemeente ook schoolmeesterswoningen bouwen. De daarover gevonden archiefbescheiden zijn opgenomen onder de titel Scholen, schoolmeestershuis en onderwijs. Een andere taak, die voor een deel moet zijn uitgeoefend om in het bezit te komen van landerijen, maar ook voor een deel uit financieel en maatschappelijk belang is de bemoeienis van de Hervormde gemeente met inpolderingsprojecten. Het alleen met winstoogmerk deelnemen in de diverse projecten zou niet verklaren waarom de kerkvoogdij zich ook na aanleg van polders bemoeide met het verder onderhoud daarvan. Gezien de omvang van dit deel van het archief is er voor gekozen de betreffende beschrijvingen op te nemen onder een aparte subtitel, nl. Polders en het huis Lucht en Veld. Zoals hierboven is genoemd, was de herbergier van het huis Lucht en Veld (te Luchtenveld) tevens molenaar op de poldermolen van de Hervormde gemeente. In hoeverre de vele polderbenamingen als Mantgummer polder, Skillaerder leeg, Skillaerder bij- of buitenpolder, de kleine Skillaerder polder, Noorderleegs polder onder Mantgum, Polder van Mantgum één polder betreffen met de uitbreiding daarvan staat ongetwijfeld ter
discussie. Het lijkt aannemelijk dat het gehele poldergebied van de Hervormde gemeente door de ene poldermolen van de Hervormde gemeente te bemalen was. Er is lang getwijfeld of Bijbels en een Kerkboek der Psalmen en Gezangen dienden te worden opgenomen in de beschrijving van de archieven. Twijfel hierbij was namelijk in hoeverre het hier archiefbescheiden betreft. Doorslaggevende factor is geweest dat de leren banden voorzien zijn van de benaming van de kerkvoogdij van Mantgum en Skillaerd. Hiermee zijn boekwerken door de kerkvoogdij ontvangen ter vervulling van haar taken. Ze zijn dan ook opgenomen onder de rubriek Kerkdiensten. In de rubriek Personele aangelegenheden bij het onderdeel Kerkvoogdij zijn met name de bescheiden beschreven die betrekking hebben op de kerkelijke organisatie. Bij verschillende taakonderdelen zijn voor de overzichtelijkheid de daaraan verbonden personele aangelegenheden ondergebracht. Tijdens de inventarisatie is, met dank aan de Tresoar te Leeuwarden en de gemeente Littenseradiel, een aantal “afgedwaalde” rekeningboeken terug gebracht naar hun oorspronkelijke plaats in het archief. Van Tresoar ontving de kerkvoogdij twee (kerkvoogdij-) rekeningboeken van Mantgum (1691-1763 en 1804-1824), alsmede een (kerkvoogdij-) rekeningboek van Skillaerd (1695-1783). Ook van de gemeente Littenseradiel ontving de kerkvoogdij twee (kerkvoogdij-) rekeningboeken van Mantgum ((1823)1824-1839), alsmede een (kerkvoogdij-) rekeningboek van Skillaerd (1636-1693). De inventarisatie van de archieven vond, met enkele tussenpozen plaats tussen 2001 en 2006. In totaal is er ongeveer een jaar besteed aan de inventarisatie. Bij de inventarisatie is het archief verpakt in zuurvrije omslagen en dozen. Met name dubbele exemplaren zijn vernietigd, evenals bescheiden, zoals circulaires en reclamemateriaal, waarvan de samenhang met het archief niet kon worden aangetoond. In verband met het behoud van de bescheiden is er ca. een kilo aan roestige nietjes en andere ijzerwaren uit het archief verwijderd (waar het archief dat toeliet). Hoewel er geen ongedierte is aangetroffen, zijn enkele stukken in de loop der tijd wel aangevroten door beestjes. De omvang van het archief bedraagt na de bewerking 10 strekkende meter. R.W. Steensma
Geraadpleegde literatuur
Archiefdienst Nederlandse Hervormde Kerk, Richtlijnen inzake de zorg voor de archieven der Nederlandse Hervormde Kerk. ‟s-Gravenhage 1980. Bouma, R. Inventaris van de archieven der Hervormde Gemeente Drachten 1667-1951. Leeuwarden 1977. Brill, E.J. De archieven van de Nederlandse Hervormde Kerk in korte overzichten. Leiden 1960. Dam, P.R. en Joh. Schaafsma. Inventarissen van de archieven der Hervormde Gemeenten Goutum / Swichum, Hempens / Teerns, Lekkum / Miedum en Wirdum. Leeuwarden 1980. Dam, P.R. Inventaris van de archieven der Hervormde Gemeente Huizum 1457-1951 (1973). Leeuwarden 1978. Dam, P.R. Inventaris van de archieven van Doopsgezinde Gemeente 1669-1969 (1986), Marcelis Goverts Gasthuis (1638) 1658-1980 (1985), Klaas Tiglerleen (1811) 1832-1983 en Hubertine Stichting (1914) 1943-1970 te Leeuwarden. Leeuwarden 1992. Schaafsma, Joh. Inventaris van de archieven van de Nederlandse Hervormde Gemeente Leeuwarden. Leeuwarden 1975.