Inspectierapport Peuterspeelzaal Waterlelie
Toezichthouder: Opdrachtgever: Datum: Reden toezicht:
R. van Lith, GGD Zaanstreek-Waterland Gemeente Purmerend 13 december 2010 jaarlijkse inspectie
Inhoudsopgave Inleiding…………………………………………………………………………….. Algemene gegevens peuterspeelzaal…………………………………………. 1. Ouders……………………………………………………………………… 1.1 Inhoud van de informatie voor ouders……………………………….. 1.2 Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk…………… 2. Personeel…………………………………………………………………… 2.1 Regels voor de verklaring omtrent gedrag………………………….. 2.2 Passende beroepskwalificatie………………………………………… 2.3 Gebruik van de voorgeschreven voertaal…………………………… 2.4 Specifieke regels per begeleidingsniveau…………………………… 3. Veiligheid en gezondheid………………………………………………… 3.1 Regel omtrent veiligheid………………………………………………... 3.2 Regel omtrent hygiëne/gezondheid…………………………………… 4. Accommodatie en inrichting…………………………………………….. 4.1 Binnenspeelruimte………………………………………………………. 4.2 Buitenspeelruimte……………………………………………………….. 5. Groepsgrootte en leidster-kind-ratio…………………………………… Opvang in groepen………………………………………………………….. Leidster-kind-ratio…………………………………………………………… 6. Pedagogisch beleid en praktijk…………………………………………. Pedagogisch beleidsplan…………………………………………………… Relatie pedagogisch beleidsplan met de praktijk………………………… 7. Klachten……………………………………………………………………… 7.1 Klachtenregeling…………………………………………………………
3 4 5 5 6 6 6 7 7 8 9 9 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14
Conclusie…………………………………………………………………….. Overtredingen………………………………………………………………… Beschouwing toezichthouder……………………………………………….. Advies aan gemeente……………………………………………………….. Afspraken tussen peuterspeelzaal en GGD-inspecteur…………………. Zienswijze houder…………………………………………………………….
15 15 15 16 16 16
Algemene gegevens……………………………………………………….. Gegevens toezichthouder (GGD)…………………………………………... Gegevens opdrachtgever (Gemeente)…………………………………….. Overzicht gebruikte bronnen………………………………………………… Opstellen inspectierapport……………………………………………………
17 17 17 18 18
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
2
Inleiding Waarom toezicht? Aan peuterspeelzaalwerk worden door de gemeente kwaliteitseisen gesteld op het gebied van informatievoorziening aan ouders, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en leidster-kind-ratio en pedagogische beleid. Jonge kinderen zijn kwetsbaar en het aanbieden van verantwoorde kinderopvang die bijdraagt aan een gezonde en veilige omgeving wordt door de gemeente dan ook belangrijk geacht. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Een peuterspeelzaal is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede opvang. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op die kwaliteit en schakelt voor het uitvoeren van de inspectie de toezichthouder (GGD) in. In opdracht van de gemeente beoordeelt de toezichthouder (GGD) dus de kwaliteit van uw peuterspeelzaal. Gezamenlijk zorgen we voor het waarborgen van de kwaliteit van de peuterspeelzaalwerk. De goede en gezonde ontwikkeling van de kinderen in een veilige omgeving staat hierin centraal. Waar is het toezicht op gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de gemeente een Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk opgesteld. Om de naleving van de verordening te beoordelen is er een toetsingskader opgesteld. Hierin staan alle zaken genoemd waarover de toezichthouder informatie verzamelt én een oordeel geeft. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectiebezoek zijn vastgelegd in dit inspectierapport. Het doel van het toezicht en van dit rapport is: 1. Een oordeel geven over (het wel of niet voldoen aan) de gestelde kwaliteitseisen. 2. Aan gemeente rapporteren in hoeverre de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen voor vervolgstappen. 3. De (toekomstige) ouders informeren over de mate waarin de peuterspeelzaal aan de eisen uit de Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzaalwerk voldoet. Leeswijzer Het rapport geeft een overzicht van alle eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat het oordeel is. Ook bevat het rapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, van de gemeente en van de toezichthouder. In het overzicht vindt u een verkorte weergave van de constateringen en in de conclusie een verkorte weergave van de overtredingen en de hersteltermijnen. De houder van de peuterspeelzaal is bovendien in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze aan dit rapport toe te voegen.
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
3
Algemene gegevens peuterspeelzaal Inspectie uitgevoerd bij peuterspeelzaal NAW-gegevens
Naam peuterspeelzaal Postcode en plaats
Reigersbek 2, 1448 PN Purmerend
Telefoon
0299 450032
Contactpersoon
Mw. E. Clerx
E-mail/website
[email protected]
Openingstijden
Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur.
Kwaliteitssysteem
NAW-gegevens houder
Registratiegegevens
Waterlelie
Aantal groepen
1
Aantal leidsters
2
Naam houder
Kinderopvang Purmerend
Evt. contact-persoon koepel Postcode en plaats koepel Telefoon
Mw. E. Clerx
E-mail/website
www.kinderopvangpurmerend.nl
Datum registratie
Augustus 2008
Postbus 243 1440 AE Purmerend 0299 313002
Gegevens register conform de praktijk
Type inspectie
Ja X
Nee
Aangekondigd X Regulier inspectie bezoek
X
Onderzoek na melding onderzoek na start exploitatie Nader onderzoek Incidenteel onderzoek Vorig inspectiebezoek
12 november 2009
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
4
1.
Ouders
1.1. Inhoud van de informatie voor ouders 1 De houder informeert de ouders over de plaatsingsprocedure Voorwaarden 2 De houder informeert de ouders over de wijze van aanbieden van verantwoord peuterspeelzaalwerk, waaronder het pedagogisch beleid. 3 De houder informeert de ouders over het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per groep. 4 De houder informeert de ouders over de groepsgrootte. 5 De houder informeert de ouders over de opleidingseisen van de beroepskrachten. 6 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid. 7 De houder informeert de ouders over het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands. 8 De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders (en personeel) toegankelijke plaats. Oordeel: De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. Voldoende (Er wordt aan alle acht voorwaarden voldaan.) De houder informeert de ouders onvoldoende over het te voeren beleid. (Aan vier Onvoldoende tot en met zeven voorwaarden wordt voldaan.) De houder informeert de ouders niet over het te voeren beleid. Slecht (Aan drie of minder voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing oordeel Bronnen Infomateriaal, interview clustermanager en coördinator
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
5
X X X X X X X X X
1.2. Relatie tussen de informatie voor ouders en de praktijk 1 Op grond van de gegeven informatie krijgen de ouders een goed beeld van Voorwaarden de praktijk. 2 De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie. Oordeel: De praktijk is conform de informatie die ouders ontvangen. Voldoende (Er wordt aan alle twee voorwaarden voldaan.) De praktijk is onvoldoende conform de informatie die ouders ontvangen. Onvoldoende (Aan één voorwaarde wordt voldaan.) De praktijk is niet conform de informatie die ouders ontvangen. Slecht (Aan geen van de voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing oordeel Bronnen Observatie, interview, infomateriaal
X X X
2. Personeel en organisatie 2.1. Regels voor de verklaring omtrent het gedrag 1 Personen werkzaam bij de peuterspeelzaal (de houder, bestuurder of Voorwaarden werknemer met een arbeidsovereenkomst1) zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. 2 De verklaring omtrent het gedrag is overgelegd voor aanvang van de in dienst treding. 3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. Oordeel: De regels voor de verklaring omtrent het gedrag worden uitgevoerd. Voldoende (Er wordt aan alle drie voorwaarden voldaan.) De regels voor de verklaring omtrent het gedrag worden onvoldoende uitgevoerd. Onvoldoende (Aan twee voorwaarden wordt voldaan.) De regels voor de verklaring omtrent het gedrag worden niet uitgevoerd. Slecht (Aan één of geen van de voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing oordeel Bronnen Verklaringen omtrent gedrag
1
De verplichting tot overleggen van een verklaring omtrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaam op een peuterspeelzaal. Conform art. 9 dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen een verklaring omtrent het gedrag te overleggen.
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
6
X X X X
2.2. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende Voldoende beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang of de CAO-Welzijn is opgenomen. Niet alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende Slecht beroepskwalificatie zoals in de CAO-kinderopvang is opgenomen. Onderbouwing oordeel Bronnen Diploma’s leidsters
2.3. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal* wordt gebruikt. Voldoende (Gedurende de hele opvang en door alle beroepskrachten wordt de voertaal gebruikt.) De voertaal* wordt onvoldoende gebruikt. Onvoldoende (Gedurende minimaal de helft van de tijd maar niet altijd of door minimaal de helft van de groepsleiding maar niet door alle beroepskrachten wordt de voertaal gebruikt.) De voertaal* wordt niet gebruikt. Slecht (Van minder dan de helft van de tijd of door minder dan de helft van de groepsleiding wordt de voertaal gebruikt.) In afwijking van bovenstaande hoofdregel kan mede een andere taal als In afwijking voertaal worden gebezigd, indien de herkomst van de kinderen in Correct specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. De Nederlandse taal is de voertaal. * Definitie voertaal Onderbouwing oordeel Bronnen Observatie
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
X
X
7
2.4. Specifieke regels voor de organisatie per begeleidingsniveau Voorwaarden Niveau Niveau Niveau Basis Extra VVE Hanteren van overdrachtsformulier voor basisschool X Ο Ο Minimaal één observatie van het kind per jaar X Ο Ο Minimaal één kindbespreking met de ouders per jaar Ο Ο Periodiek overleg netwerk 0-6 jarigen Ο Ο Inbedding in lokaal beleid Ο Ο Oordeel: Niveau Basis: De regels voor de organisatie worden nageleefd Voldoende (Er wordt aan twee voorwaarden voldaan.) Niveau Extra: De regels voor de organisatie worden nageleefd (Er wordt aan vijf voorwaarden voldaan.) Niveau VVE: De regels voor de organisatie worden nageleefd (Er wordt aan vijf voorwaarden voldaan.) Niveau Basis: De regels voor de organisatie worden onvoldoende nageleefd Onvoldoende ( Aan één voorwaarden wordt voldaan) Niveau Extra: De regels voor de organisatie worden onvoldoende nageleefd ( Aan drie tot vier voorwaarden wordt voldaan) Niveau VVE: De regels voor de organisatie worden onvoldoende nageleefd ( Aan drie tot vier voorwaarden wordt voldaan) Niveau Basis: De regels voor de organisatie worden onvoldoende nageleefd Slecht (Aan de voorwaarde wordt niet voldaan.) Niveau Extra: De regels voor de organisatie worden onvoldoende nageleefd ( Aan twee of minder voorwaarden wordt voldaan) Niveau VVE: De regels voor de organisatie worden onvoldoende nageleefd ( Aan twee of minder voorwaarden wordt voldaan) Onderbouwing oordeel Bronnen Interview
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
8
X
3
Veiligheid en gezondheid
3.1. Regels omtrent veiligheid 1 Op de peuterspeelzaal is minstens één volwassene aanwezig met een BHVVoorwaarden diploma 2 Op de peuterspeelzaal is een volledig, actueel uitgeruste EHBO-trommel aanwezig en een giflijst. 3 Op de peuterspeelzaal wordt een overzicht bijgehouden van alle ingeschreven kinderen. Deze lijst vermeldt per kind naam, geboortedatum, woonadres, naam van de huisarts en indien van toepassing relevante medische gegevens. 4 Buitendeuren en -vensters zijn zodanig beveiligd dat kinderen niet ongemerkt het kindercentrum kunnen verlaten en onbevoegden niet ongemerkt kunnen binnentreden. 5 De buitenspeelruimte is zodanig afsluitbaar dat kinderen niet zelfstandig de ruimte kunnen verlaten en bezoekers niet zelfstandig de ruimte kunnen betreden 6 De verwarmingsapparaten zijn zodanig opgesteld en uitgevoerd, dat de kinderen zich daaraan niet kunnen verwonden en de bedieningsorganen niet kunnen bereiken 7 Wandcontactdozen dienen geaard, afgeschermd en bij voorkeur onbereikbaar te zijn voor kinderen 8 Ruiten beneden 60 centimeter dienen te zijn vervaardigd van veiligheidsglas 9 Eventueel vaste trappen dienen veilig te zijn voor kinderen 10 Voorwerpen en vloeistoffen die gevaar voor kinderen kunnen opleveren dienen buiten gebruik van kinderen worden opgeborgen Oordeel: De houder voert een beleid dat de veiligheid van de kinderen zoveel mogelijk Voldoende waarborgt. De houder voert onvoldoende beleid om de veiligheid van de kinderen zoveel Onvoldoende mogelijk te waarborgen. De houder voert geen beleid dat de veiligheid van de kinderen zoveel mogelijk Slecht waarborgt. Onderbouwing - Tijdens de inspectie was er geen beroepskracht werkzaam, welke over een BHVoordeel diploma beschikt. Wel zijn er verzachtende omstandigheden, namelijk: Enkele weken voordat de inspectie plaatsvond, heeft de laatste werkdag plaatsgevonden van een medewerkster welke wél over een BHV-certificaat beschikt. In de planning staat dat een volgende beroepskracht in januari 2011 zal beginnen met het halen van haar BHV. Het betreft dus een korte, tijdelijke periode waarin er geen BHV-er werkzaam is op de peuterspeelzaal. Daarnaast zijn er BHV-ers in het pand aanwezig, aangezien de basisschool die ook in het pand is gevestigd ook over BHV-ers beschikt. - De buitenruimte is zodanig afgesloten dat kinderen niet zelfstandig de buitenruimte kunnen verlaten, maar bezoekers kunnen wel binnenkomen. Ook de school waar de peuterspeelzaal is gehuisvest is niet afgesloten. Er is wel een hoge klink op de deur van de psz waardoor kinderen de ruimte niet zelfstandig kunnen verlaten. Bronnen Interview, observatie, risico- inventarisatie veiligheid en gezondheid
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
9
X X
X X X X X
X
3.2. Regels omtrent hygiëne / gezondheid 1 De houder legt handelingswijze omtrent omgang met hygiëne aangaande de Voorwaarden zandbak(ken) / zandtafels vast. 2 De houder heeft een protocol omschreven voor het omgaan met besmettelijke ziekten of infecties. 3 De houder heeft in een schema de schoonmaakwerkzaamheden vastgelegd conform het Handboek Jeugd en Gezondheid van de GGD ZaanstreekWaterland. 4 Voor elk tiental kinderen of deel daarvan is tenminste één closetpot met de op de kinderen aangepaste grootte aanwezig 5 De handwasgelegenheid voor kinderen is aangebracht op een voor hen bereikbare hoogte 6 Op de peuterspeelzaal wordt gebruik gemaakt van papieren handdoekjes 7 Voor het personeel zijn één of meerdere toiletruimten aanwezig 8 Aan de kapstok is voldoende plaats voor het gescheiden ophangen van alle jassen. Oordeel: De houder voert een beleid dat de gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk Voldoende waarborgt. (Er wordt aan alle acht voorwaarden voldaan.) De houder voert onvoldoende beleid om de gezondheid van de kinderen zoveel Onvoldoende mogelijk te waarborgen. (Aan zes tot zeven voorwaarden wordt voldaan.) De houder voert geen beleid dat de gezondheid van de kinderen zoveel mogelijk Slecht waarborgt. (Aan vijf of minder voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing Er is geen zand/watertafel, punt 1 is daarom niet van toepassing. oordeel Er is nog geen schoonmaakschema opgesteld. Er is een kapstok besteld maar deze is nog niet bevestigd, de jassen liggen over een kist. Bronnen Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid, interview, observatie
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
10
nvt X X X X X X X X
4
Accommodatie en inrichting
4.1. Binnenspeelruimte 1 Elke groep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Voorwaarden 2 Er is minimaal 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. 3 De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen. 4 De binnenspeelruimte is op de leeftijd van de kinderen passend ingericht. Oordeel: De binnenspeelruimte voldoet aan de voorwaarden. Voldoende (Er wordt aan alle vier voorwaarden voldaan.) De binnenspeelruimte voldoet niet voldoende aan de voorwaarden. Onvoldoende (Aan twee tot drie voorwaarden wordt voldaan.) De binnenspeelruimte voldoet niet aan de voorwaarden. Slecht (Aan één of geen voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing oordeel Bronnen Observatie , interview
4.2. Buitenspeelruimte 1 Er is minimaal 4 m2 bruto buitenspeelruimte beschikbaar per (in het Voorwaarden kindercentrum aanwezig) kind. 2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. 3 Op speeltoestellen wordt conform het attractiebesluit onderhoud uitgevoerd en er wordt een logboek bijgehouden. 4 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. 5 De buitenspeelruimte is op de leeftijd van de kinderen passend ingericht. Oordeel: Er is een buitenspeelruimte die voldoet aan de voorwaarden. Voldoende (Er wordt aan alle vijf voorwaarden voldaan.) Er is een buitenspeelruimte maar er wordt niet aan alle voorwaarden voldaan. Onvoldoende (Aan drie tot vier voorwaarden wordt voldaan.) Er is geen buitenspeelruimte of er wordt aan bijna geen voorwaarde voldaan. Slecht (Aan twee of minder voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing De buitenspeelruimte wordt nog opnieuw ingericht. oordeel Bronnen Observatie, logboek speelattributen, interview
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
11
X X X X X
X X X X X X
5
Groepsgrootte en leidster-kind-ratio
5.1. Opvang in groepen De groep bestaat uit maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar Voorwaarde Oordeel: De opvang in groepen vindt plaats volgens de voorwaarde. Voldoende De opvang in groepen vindt niet plaats volgens de voorwaarden. Slecht Onderbouwing oordeel Bronnen
X X
Interview, observatie
5.2. Leidster-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig Voorwaarden aanwezige kinderen (maximaal 15) in de stamgroep is als volgt: Begeleidingsniveau basis: 50% aanwezigheid beroepskracht en 1 begeleider Begeleidingsniveau extra: 1 beroepskracht en 1 begeleider Begeleidingsniveau VVE (reguliere deel): 1 beroepskracht en 1 begeleider Oordeel: De norm voor de leidster-kind-ratio wordt nageleefd. Voldoende De norm voor leidster-kind-ratio wordt niet nageleefd. Slecht Onderbouwing oordeel Bronnen Observatie, interview
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
12
X
X
6
Pedagogisch beleid en praktijk
6.1. Pedagogisch beleidsplan Voorwaarden 1 Er is een pedagogisch beleidsplan aanwezig. 2 In het pedagogisch beleidsplan zijn onder andere de volgende vier competenties uitgewerkt: emotionele veiligheid, sociale competentie, persoonlijke competentie en overdracht van normen en waarden. 3 Het pedagogisch beleidsplan vermeldt de werkwijze en de maximale omvang van de groep. 4 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. Oordeel: Er is een pedagogisch beleidsplan. Voldoende (Er wordt aan alle vier voorwaarden voldaan.) Er is een pedagogisch beleidsplan, maar niet compleet. Onvoldoende (Aan twee tot drie voorwaarden wordt voldaan.) Er is geen pedagogisch beleidsplan of het plan is zeer incompleet. Slecht (Aan minder dan twee voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing oordeel Bronnen Pedagogisch beleidsplan
6.2. Relatie pedagogisch beleidsplan met de praktijk De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan Voorwaarden 1 2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan Oordeel: Er wordt in de praktijk gehandeld naar het pedagogisch beleidsplan. Voldoende (Er wordt aan alle twee voorwaarden voldaan.) Er wordt in de praktijk onvoldoende gehandeld naar het pedagogisch beleidsplan. Onvoldoende (Aan één voorwaarde wordt voldaan.) Er wordt in de praktijk niet gehandeld naar het pedagogisch beleidsplan. Slecht (Aan geen van de voorwaarden wordt voldaan.) Onderbouwing oordeel Bronnen Observatie, pedagogisch beleidsplan, interview
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
13
X X X X X
X X X
7
Klachten
7.1 Klachtenregeling Houder treft een regeling voor de behandeling van klachten. Voorwaarden 1 2 Houder brengt de regeling onder de aandacht van de ouders. Oordeel: Er is een klachtenregeling, en deze is onder de aandacht van de ouders gebracht. Voldoende (Er wordt aan alle twee voorwaarden voldaan.) Er is een klachtenregeling, maar deze is niet onder de aandacht van de ouders Onvoldoende gebracht. (Aan één van de twee voorwaarden wordt voldaan.) Er is geen klachtenregeling Slecht (Aan beiden voorwaarden wordt niet voldaan.) Onderbouwing oordeel Bronnen Klachtenregeling, informatiemateriaal
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
14
X X X
Conclusie
Overtredingen Veiligheid Veiligheid
Onbevoegden kunnen de buitenruimte en de school betreden. Er is geen volwassene aanwezig met een BHVdiploma.
Beschouwing toezichthouder Peuterspeelzaal de Waterlelie is gevestigd in de Vrije school. De organisatie is in handen van Kinderopvang Purmerend, maar inhoudelijk wordt waar mogelijk aangesloten bij de pedagogische visie van de Vrije school. Zowel de kinderen als de pedagogisch medewerkers kunnen gebruik maken van hun eigen creatieve mogelijkheden. Er wordt vooral gebruik gemaakt van natuurlijke materialen. De ruimte is licht en overzichtelijk. De buitenspeelruimte is afgescheiden van de speelplaats van de school De pedagogisch medewerkster wordt ondersteund door een groepshulp. Zoals we bij de meeste kinderopvangcentra zien is de buitenruimte en de binnenruimte niet volledig afgesloten. Kinderen kunnen niet zelfstandig naar buiten maar bezoekers kunnen wel binnen komen. De peuterspeelzaal voldoet grotendeels aan de gemeentelijke verordening.
Advies aan gemeente X Handhaven volgens gemeentelijke handhavingsbeleid Licht handhaven in verband met verlichtende omstandigheden Zwaar handhaven in verband met verzwarende omstandigheden Met spoed handhaven in verband met urgentie Onderbouwing Er zijn verzachtende omstandigheden m.b.t. het ontbreken van een BHVdiploma bij het personeel, namelijk: advies Enkele weken voordat de inspectie plaatsvond, heeft de laatste werkdag plaatsgevonden van een medewerkster welke wél over een BHV-certificaat beschikt. In de planning staat dat een volgende beroepskracht in januari 2011 zal beginnen met het behalen van haar BHV-diploma. Het betreft dus een korte, tijdelijke periode waarin er geen BHV-er werkzaam is op de peuterspeelzaal. Daarnaast zijn er BHV-ers in het pand aanwezig, aangezien de basisschool, die ook in het pand is gevestigd, ook over BHV-ers beschikt. Om bovengenoemde redenen hoeft er niet op gehandhaafd te worden.
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
15
Afspraken tussen kindercentrum en GGD inspecteur Er zijn geen afspraken gemaakt.
Zienswijze houder
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
16
Zienswijze houder Datum zienswijze Wijze waarop zienswijze is verwerkt in het rapport
Feitelijke zienswijze houder
Zienswijze houder heeft geleid tot wijzigingen in het rapport nl. X Zienswijze houder heeft niet geleid tot wijzigingen in het rapport omdat zienswijze betrekking heeft op zaken die niet direct in relatie staan tot het rapport X de zienswijze niet geleid heeft tot een andere oordeelsvorming bij de inspecteur Zienswijze peuterspeelzaal Waterlelie. Graag willen wij u over het volgende informeren n.a.v. de inspectie d.d.13 december, jl.: •
Toegang gebouw door onbevoegden: Aangezien een extra (elektronische) beveiliging van de diverse peuterspeelzalen behoorlijke kosten met zich meebrengt heeft de Gemeente Purmerend aangegeven op dit moment op dit onderdeel niet te handhaven. Indien in de Wet Oke, die in augustus 2010 van start gaat een vergelijkbare voorwaarde is opgenomen (de toegang dermate beveiligen dat onbevoegden het pand niet onopgemerkt kunnen betreden) zullen er mogelijk alsnog voorzieningen getroffen moeten worden. Dit uiteraard in goed overleg met de Gemeente Purmerend.
•
Medio januari wordt een medewerker opgeleid tot BHV-er. Tot die tijd maken wij (indien noodzakelijk) gebruik van de BHV-ers die binnen school aanwezig zijn. Op deze manier is er altijd een BHV-er beschikbaar, omdat de openingstijden van de peuterspeelzaal binnen de schooltijden vallen.
Wij gaan er vanuit dat bovenstaande voldoet om een nog veiligere leefruimte voor de kinderen te creëren. Met vriendelijke groet, Ellen Clerx, medewerker kwaliteit Kinderopvang Purmerend tel. 0299-31 30 02 (di/do)
http://www.kinderopvangpurmerend.nl
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
17
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
18
Algemene gegevens
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD NAWZaanstreek Waterland gegevens GGD Adres
Vurehout 2
Postcode en plaats Telefoon
1507 EC Zaandam
Website
www.ggdzw.nl
Naam inspecteur
R. van Lith
E-mail inspecteur
[email protected]
075 6519292
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Gemeente Purmerend NAWgegevens gemeente Adres Postbus 15 Postcode en plaats Telefoon
1440 AA PURMEREND
Website
www.purmerend.nl
Evt. contactpersoon
Mw. R. Quist-Kuip
0299 452 911
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
19
Overzicht gebruikte bronnen 1. Informatieset voor de ouders Documenten 2. Verklaringen omtrent het gedrag 3. Diploma’s personeelsleden 4. Planlijst 5. Pedagogisch beleidsplan en profielenboek 6. Klachtenregeling Vragenlijst Gesprekken
Locatieverantwoordelijke en mw. E. Clerx.
Observaties
Binnen- en buitenruimte, pedagogische praktijk, veiligheid en gezondheidsbeleid in de praktijk
Opstellen inspectierapport Datum toelichting Concept
28-12-2010
Hoor en wederhoor Definitief
28-12-2010
Openbaar
21-01-2011
Exemplaar gestuurd aan
12-01-2011
Per mail verstuurd.
31-12-2010 2 expl. aan de houder en 1 expl. aan de gemeente
Inspectierapport PSZ De Waterlelie, 13 december 2010
20