INJEHOLLAND
DomJur 2005-225
RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE Zaak-/rolnummer: KG 05/447 Datum: 21 juni 2005 VONNIS IN KORT GEDING gewezen in de zaak rolnummer KG 05/447 van: de stichting STICHTING HOGER ONDERWIJS NEDERLAND, gevestigd te Alkmaar, eiseres, procureur: mr. W.E. Pors, advocaten: mrs. W.E. Pors en C.J. Mulder te ‘s-Gravenhage, tegen: [persoonsnaam 1], wonende te Gameren, gedaagde, in persoon verschenen, gemachtigde: mr. E.J. de Groot te Baarn.
Overwegingen ten aanzien van het verloop van het geding: Eiseres heeft gedaagde doen dagvaarden om te verschijnen ter terechtzitting in kort geding van 7 juni 2005. Ter zitting hebben de raadslieden van eiseres de vordering toegelicht aan de hand van pleitnotities en producties. Gedaagde heeft verweer gevoerd bij monde van zijn raadsman, die daarbij eveneens een pleitnota met producties heeft gehanteerd. Vervolgens hebben partijen vonnis gevraagd onder overlegging van de stukken, de pleitnota’s daaronder begrepen.
Overwegingen ten aanzien van het recht: De feiten 1. In dit kort geding kan van de volgende feiten worden uitgegaan: a. Eiseres houdt een bekostigde instelling voor hoger beroepsonderwijs in stand onder de naam “Hogeschool INHOLLAND”. Na verschillende fusies is Hogeschool INHOLLAND met 40.000 studenten en 17 vestigingen de grootste Hogeschool in Nederland. Voorzitter van het College van Bestuur van Hogeschool INHOLLAND is de heer J.M.M. Elbers. b. Eiseres is op basis van een depot d.d. 25 februari 2003 houdster van het Beneluxwoordmerk INHOLLAND, onder nummer 748522 geregistreerd voor waren en diensten in (onder meer) klasse 41 (onder meer: het verzorgen van onderwijs). Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
c. Daarnaast is eiseres houdster van het Benelux-beeldmerk nr. 733289, gedeponeerd voor dezelfde waren en diensten als voormeld woordmerk. Dat beeldmerk ziet er als volgt uit:
d. Gedaagde was in 2003 student aan één van de vestigingen van Hogeschool INHOLLAND, waar hij de opleiding scheepsbouwkunde volgde, een opleiding waarvan bij Hogeschool INHOLLAND het voornemen bestond deze te beëindigen. e. Gedaagde is rechthebbende op de domeinnaam www.injeholland.nl. Sedert 2003 heeft deze domeinnaam, al dan niet met tussenpozen, op naam van gedaagde gestaan. f. Gedaagde is in 2003 gestart met een site onder bedoelde domeinnaam. Die site is, behalve met die domeinnaam, aangeduid met de term INJEHOLLAND, op verschillende manier geschreven (grote letters, kleine letters en een combinatie daarvan, zoals INjeHOLLAND). Daarnaast is in het verleden op de site een teken gebruikt dat er als volgt uitziet:
g. De site van gedaagde was, naar uit de inhoud daarvan blijkt, steeds bedoeld -en is dat ook thans nog- als een plaats waar studenten, ex-studenten en personeel van Hogeschool INHOLLAND hun mening kwijt kunnen over die Hogeschool, en meer in het bijzonder over de diverse reorganisaties die hadden plaatsgevonden en nog steeds plaatsvinden. h. Bezoekers van de site www.injeholland.nl konden hun mening achterlaten door het schrijven van een boodschap, aanvankelijk op een forum en later in een gastenboek. Daartoe werd op de site een formulier ter beschikking gesteld, dat was voorzien van een aantal zogenaamde “smilies” die aan de boodschap konden worden toegevoegd teneinde daaraan een uiting van emotie mee te geven. Die smilies zagen er als volgt uit:
i. Naar aanleiding van het (voor het eerst) activeren van de site www.injeholland.nl heeft Hogeschool INHOLLAND er bij gedaagde op aangedrongen de site te verwijderen, op de grond (samengevat) dat op die site misbruik werd gemaakt van de naam en het beeldmerk van Hogeschool INHOLLAND en er op de site opmerkingen werden gemaakt die zich niet verhielden tot algemene gedragsregels en fatsoensnormen. Naar aanleiding hiervan heeft gedaagde het gebruik van de site gestaakt. j. In maart 2005 is de website www.injeholland.nl nieuw leven ingeblazen, onder verantwoordelijkheid van gedaagde, die inmiddels aan Hogeschool INHOLLAND was afgestudeerd. Sedertdien functioneert de site (weer) als platform voor het ventileren van meningen over Hogeschool INHOLLAND, en zijn op die site onder meer de volgende berichten door (vooralsnog anoniem gebleven) derden geplaatst:
Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
k. Naar aanleiding van een brief van de raadsvrouwe van eiseres aan de provider van gedaagde heeft die provider geweigerd de site www.injeholland.nl nog langer te faciliteren. Gedaagde heeft daarop de site bij een andere provider ondergebracht. De site is daardoor thans (tevens) op te roepen onder de naam www.injehollandbravehost.com . l. De raadsvrouwe van eiseres heeft gedaagde bij brief van 5 april 2005 te kennen gegeven (samengevat) dat naar het oordeel van eiseres gedaagde door het gebruik van het teken INJEHOLLAND inbreuk maakte op de rechten van intellectueel eigendom van eiseres, terwijl gedaagde tevens jegens eiseres onrechtmatig handelde door op de site www.injeholland.nl bedreigende en beledigende teksten toe te laten. Bij die brief werd gedaagde onder meer verzocht om aan eiseres de naam en het e-mailadres bekend te maken van diegenen die bepaalde uitlatingen, meer in het bijzonder die weergegeven onder j, hadden gedaan. Gedaagde heeft aan dat verzoek geen gevolg gegeven. De vordering, de grondslag daarvoor en het verweer 2. Eiseres vordert (samengevat) dat de voorzieningenrechter behage: (1) Gedaagde onmiddellijk na betekening van het ten deze te wijzen vonnis te gebieden elke inbreuk op de ten processe bedoelde merkrechten en handelsnaamrechten van eiseres en ieder onrechtmatig handelen jegens eiseres als ten processe bedoeld te staken en gestaakt te houden; (2) Gedaagde meer in het bijzonder onmiddellijk na betekening van het ten deze te wijzen vonnis te gebieden ieder gebruik van het teken "injeholland", "www.injeholland.nl". "www.injehollandbravehost.com" en/of het teken "INjeHOLLAND" en/of een gelijkluidend of overeenstemmend teken te staken en gestaakt te houden;
Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
(3) Gedaagde meer in liet bijzonder onmiddellijk na betekening van het ten deze te wijzen vonnis te gebieden ieder gebruik van de domeinnamen injeholland.nl en injehollandbravehost.com, alsmede elke andere domeinnaam met het bestanddeel "inholland", "injeholland" of daarmee overeenstemmende bestanddelen te staken en gestaakt te houden; (4) Gedaagde te gebieden binnen 7 (zeven) werkdagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis de domeinnaam "injeholland.nl" op kosten van gedaagde over te dragen aan de eiseres, althans binnen deze termijn op kosten van gedaagde er voor te zorgen dat de registrerende instantie (SIDN) deze domeinnaam niet meer op naam van gedaagde (of op naam van derden ten behoeve van gedaagde) heeft geregistreerd en deze domeinnaam eveneens op kosten van gedaagde zal registeren op naam van eiseres; (5) Gedaagde binnen 5 (vijf) werkdagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis te gebieden aan de advocaten van eiseres schriftelijk opgave te doen van alle gegevens (zoals naam, adres, e-mail adres, telefoonnummer) van derden die, in de periode vanaf 13 maart 2005 tot de datum van beëindiging van de relevante websites, onder de volgende namen bedreigende en beledigende teksten hebben geplaatst op de websites met de domeinnaam injeholland. nl, voor zover gedaagde over deze gegevens beschikt: a. Jeroen; b. Virplaciaan; c. LVT-er; d. Dikkie; e. Klamer; f. Egbert; g. Schippertje; h. Cheesehunter. (6) Te bepalen dat gedaagde een onmiddellijk opeisbare dwangsom verbeurt en verschuldigd is aan eiseres van 2500 (vijfentwintighonderd) Euro voor iedere keer dan wel -en zulks ter uitsluitende keuze van eiseres - van 5.000 (vijfduizend) Euro voor iedere dag dat gedaagde met de tijdige of volledige nakoming van de hiervoor genoemde ge- of verboden in gebreke is, ter keuze van eiseres; (7) Te bepalen dat de eis in de hoofdzaak op de voet van artikel 260 Rv. binnen 6 maanden na de datum van het ten deze te wijzen vonnis moet worden ingesteld en dat anders de getroffen voorzieningen hun rechtskracht verliezen mits gedaagde een ter zake doende griffie verklaring heeft ingediend; (8) Zodanige verdere maatregelen te treffen die de Voorzieningenrechter passend acht; (9) Gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen de kosten van rechtsbijstand. 3. Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten legt eiseres aan die vordering (samengevat) de volgende stellingen ten grondslag:
Door gebruikmaking van het teken INJEHOLLAND in verschillende schrijfwijzen en in domeinnamen maakt gedaagde inbreuk op de merkrechten van eiseres, nu ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit en afbreuk wordt gedaan aan het onderscheiden vermogen en/of de reputatie van het merk INHOLLAND. Tevens handelt gedaagde door voormeld gebruik van het teken INJEHOLLAND onrechtmatig jegens eiseres, nu daardoor de exclusiviteit van de door eiseres gebruikte handelsnaam Hogeschool INHOLLAND wordt aangetast. Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
Gedaagde handelt tenslotte onrechtmatig jegens eiseres, doordat eiseres door de bedreigende en beledigende teksten op de website van gedaagde, welke teksten bovendien zijn voorzien van “beledigende smilies”, in haar eer en goede naam wordt aangetast, althans in de eer en de goede naam van Hogeschool INHOLLAND. Ook het niet willen verschaffen van de gegevens van de derden die dergelijke teksten op de website van gedaagde hebben geplaatst, levert een onrechtmatige daad van gedaagde jegens eiseres op.
4. Gedaagde heeft tegen de vordering van eiseres gemotiveerd verweer gevoerd. Daarop zal, voor zover van belang, in het onderstaande nader worden ingegaan.
Beoordeling van het geschil Merkenrecht 5. Ingevolge het bepaalde in artikel 37A van de Benelux-merkenwet (BMW) is de voorzieningenrechter bevoegd kennis te nemen van de onderhavige vordering omdat de beweerde inbreukmakende handelingen mede in dit arrondissement plaatsvinden. 6. Eiseres beroept zich ter onderbouwing van haar vordering, voor zover op het merkenrecht gegrond, op artikel 13 A lid 1 aanhef en onder d BMW. Ingevolge dat artikel (zoals het sedert 1 januari 2004 luidt) kan de merkhouder op grond van zijn uitsluitend recht iedere derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft verkregen, het gebruik van een teken verbieden wanneer dat teken gebruikt wordt anders dan ter onderscheiding van waren, indien door dat gebruik, zonder geldige reden, van dat teken ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk. 7. Voorzover eiseres heeft betoogd dat gedaagde door het gebruik van het teken INJEHOLLAND enig voordeel (al dan niet gerechtvaardigd) trekt uit de reputatie van het merk van eiseres, wordt daaraan voorbij gegaan, nu eiseres haar stelling dat gedaagde met het instandhouden van de website www.injeholland.nl materieel voordeel genereert, tegenover de betwisting door gedaagde, niet aannemelijk heeft gemaakt. 8. De stelling van eiseres dat door het gebruik door gedaagde van het teken INJEHOLLAND afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk INHOLLAND is, voorshands oordelend, wel gegrond. Het enkele feit dat onder dat -duidelijk aan het merk gerelateerde- teken een klachtensite in stand wordt gehouden, is voor die conclusie reeds voldoende. Gedaagde heeft deze stelling van eiseres ook niet anders bestreden dan met het betoog dat Hogeschool INHOLLAND in het geheel geen reputatie heeft, althans geen goede, doch dat betoog wordt als onvoldoende concreet onderbouwd verworpen. 9. Het belangrijkste verweer van gedaagde op dit punt luidt, dat hij een geldige reden heeft als bedoeld in voormelde wetsbepaling. Hogeschool INHOLLAND geeft immers noch binnen haar eigen geledingen noch daarbuiten enige mogelijkheid voor studenten om kritiek te uiten op de wijze waarop het onderwijs wordt gegeven en de diverse reorganisaties vorm krijgen. Er was en is daarom alle reden voor het opzetten van een forum als het onderhavige, aldus gedaagde. 10. Gedaagde heeft het gelijk aan zijn zijde waar hij betoogt dat hij op grond van het recht op vrije meningsuiting kritiek kan uitoefenen op het beleid van Hogeschool INHOLLAND, en evenzeer anderen in de gelegenheid mag stellen dat -al dan niet via een website- te doen. In zoverre heeft gedaagde een geldige reden om een website te onderhouden als waar het thans om gaat. Maar dat brengt nog niet met zich dat gedaagde een geldige reden heeft om dat te doen met gebruikmaking van een teken dat afbreuk doet aan de reputatie van het merk van eiseres. Van een dergelijke reden Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
is niet gebleken, nu het gedaagde vrijstaat op haar website de naam INHOLLAND refererend te gebruiken maar geen enkele noodzaak bestaat om dat te doen onder een teken als het thans gewraakte INJEHOLLAND. 11. Een en ander voert tot de slotsom dat gedaagde door het gebruik van het teken INJEHOLLAND inderdaad inbreuk maakt op het merkrecht van eiseres, zodat de vordering die er toe strekt om daaraan een halt toe te roepen toewijsbaar is.
Handelsnaamrecht 12. Nu de verbodsvordering van eiseres reeds op basis van het merkenrecht zal worden toegewezen, heeft zij geen belang bij onderzoek van de op het handelsnaamrecht aan die vordering meegegeven grondslag, nog daargelaten dat eiseres geen wetsartikel uit het handelsnaamrecht heeft genoemd dat die grondslag zou kunnen ondersteunen. Onrechtmatige daad 13. Gedaagde heeft ter zitting toegegeven dat de op de site geplaatste uitlatingen aan het adres van [persoonsnaam 2] niet als “netjes” vallen aan te merken en hij heeft toegezegd er voor te zullen zorgdragen enerzijds dat de reeds geplaatste opmerkingen niet meer toegankelijk zullen zijn en anderzijds dat vergelijkbare uitingen niet zullen worden geplaatst. 14. Voorzover in de reeds geplaatste berichten uitlatingen voorkomen die als beledigend voor [persoonsnaam 2] -die in deze procedure geen partij is- kunnen gelden, dan betekent dat nog niet dat die berichten onrechtmatig en schadetoebrengend voor eiseres zijn. Nu daarvan -gelet op een gebrek aan gestelde concrete feiten- ook anderszins niet op voorhand is gebleken is er, zeker gelet op voormelde toezegging van gedaagde, geen aanleiding om op grond van die berichten een voorziening te treffen als thans gevorderd. 15. De in de dagvaarding geponeerde stelling dat de op de website van gedaagde voorkomende uitingen jegens Hogeschool INHOLLAND bedreigend zouden zijn heeft eiseres ter zitting uitgebreid met het betoog dat de site van gedaagde valt aan te merken als een hate-site waarop hate-mail wordt geplaatst. 16. Een dergelijke kwalificatie gaat, voorshands oordelend, (aanzienlijk) te ver. Zij is in feite slechts gegrond op één bericht, te weten dat van “Jeroen” van 13 maart 2005 inhoudende “inholland aan geven bij alquaida (of hoe je dat ook schriijft) als anti islamitische school?? hop bom dr op” alsmede op een door “Virplaciaan” op 31 maart 2005 geplaatste hyperlink waarmee de site van Hogeschool INHOLLAND kan worden opgeroepen terwijl die virtueel wordt gebombardeerd. Hoewel deze bijdragen aan de site niet opvallen door goede smaak, konden zij door eiseres niet in redelijkheid worden opgevat als een concrete bedreiging. Naar gedaagde terecht heeft betoogd, valt niet aan te nemen dat studenten die dergelijke uitingen op het internet plaatsen “beschikken over het telefoonnummer van Al Qaida”, laat staan dat zij feitelijk van plan zouden zijn vestigingen van Hogeschool INHOLLAND te (laten) bombarderen. Eiseres gaat er in haar stellingname dan ook aan voorbij dat op een site als de onderhavige, die grotendeels gevoed wordt door en bestemd is voor een studentenpopulatie, rekening gehouden moet worden met de in die populatie nu eenmaal gebruikelijke mate van satire, sarcasme en overdrijving in gedrag en uitingen. 17. Bij kennisneming van de overige berichten die in de loop der tijd op de site van gedaagde zijn geplaatst wordt verder duidelijk dat het overgrote gedeelte daarvan wel degelijk inhoudelijke weliswaar veelal kritische- informatie bevat over het onderwijs dat wordt gegeven door Hogeschool Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
INHOLLAND. De in de vorige rechtsoverweging bedoelde, door eiseres gewraakte uitingen zijn dan ook geenszins representatief te achten voor het gehalte van de door gedaagde onderhouden site. 18. Eiseres heeft nog een argument ontleend aan de volgens haar “beledigende” smilies die op de site van gedaagde aan de bezoekers daarvan ter beschikking staan. Ook dat argument gaat niet op. Smilies hebben naar hun aard een ludiek karakter. Dat neemt niet weg dat het denkbaar zou zijn een smily een vorm te geven die zodanig beledigend is dat het gebruik daarvan naar algemene fatsoensnormen onacceptabel moet worden beschouwd. Daarvan is evenwel bij de op de website van gedaagde gehanteerde smilies geen sprake. 19. Een en ander betekent dat voorshands onvoldoende is gebleken van enig onrechtmatig handelen van gedaagde jegens eiseres op de door laatstgenoemde daarvoor aangevoerde gronden, zodat de daarop gestoelde vordering zal worden afgewezen.
Slotsom 20. De verbodsvordering zal op basis van het merkenrecht worden toegewezen. Er is aanleiding de mede gevorderde dwangsom te matigen en te bepalen dat die dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Voor het overige zullen de gevraagde voorzieningen worden geweigerd. Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, zullen de kosten van deze procedure tussen hen worden gecompenseerd. 21. De termijn waarbinnen de vordering in de bodemzaak aanhangig dient te worden gemaakt zal worden bepaald op zes maanden na de uitspraak van dit vonnis.
BESLISSING: De voorzieningenrechter: GEBIEDT gedaagde binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis ieder gebruik van het teken injeholland, www.injeholland.nl, www.injehollland-bravehost.com en/of het teken INjeHOLLAND te staken en gestaakt te houden; GEBIEDT gedaagde om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis op kosten van gedaagde er voor te zorgen dat de registrerende instantie (SIDN) de domeinnaam injeholland.nl niet meer op naam van gedaagde heeft geregistreerd; BEPAALT dat gedaagde een dwangsom van € 500,-- verbeurt voor iedere dag dat gedaagde met de tijdige of volledige nakoming van voormelde geboden in gebreke is; BEPAALT dat die dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn; COMPENSEERT de op deze procedure vallende kosten aldus, dat iedere partij de eigen kosten zal dragen; BEPAALT dat deze voorzieningen zonder rechtelijke tussenkomst haar kracht verliezen, indien eiseres niet binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag van deze uitspraak, haar
Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.
eis in de hoofdzaak heeft ingesteld en voorts gedaagde een daartoe strekkende verklaring bij de griffie van deze rechtbank heeft ingediend; WIJST AF het meer of anders gevorderde; VERKLAART dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Aldus gewezen door mr. J.W. du Pon en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juni 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.
Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.