INFORMATIEBLAD
BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
2
3
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE
3
INLEIDING
5
1. ALGEMENE INFORMATIE OVER CERTIFICERING
6
2. INFORMATIE OVER CERTIFICERING VAN UW BEDRIJF
8
3. INFORMATIE OVER TEELT VAN GEWASSEN
10
4. SCHEIDING TUSSEN GANGBAAR EN BIOLOGISCH
14
5. ADMINISTRATIE, OPSLAG EN VERVOER
15
6. INFORMATIE OVER HET VERWERKEN VAN PRODUCTEN TOT LEVENSMIDDELEN
16
6.1 BEREIDING VAN LEVENSMIDDELEN
16
6.2 BEDRIJFSPROCESSEN
18
7. INFORMATIE OVER ETIKETTERING/ AANDUIDINGEN
19
7.1 EIGEN VERKLARING
19
7.2 ONVERPAKTE PRODUCTEN
19
7.3 VOORVERPAKTE PRODUCTEN
20
7.4 AAN WELKE OPMAAK MOET HET EU-LOGO VOLDOEN?
20
8. INFORMATIE OVER MESTGEBRUIK
22
BIJLAGEN BIJLAGE A: Lijst met A en B meststoffen
25
BIJLAGE B: Pesticiden – gewasbeschermingsmiddelen
31
BIJLAGE C: Reinigings- en ontsmettingsproducten van gebouwen en installaties voor plantaardige productie
35
BIJLAGE D: Etikettering
36
BIJLAGE E: Voorbeeld Eigen verklaring
37
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
4
5
INLEIDING U wilt biologisch gaan werken, maar wat moet u nu doen? Deze vraag krijgen wij regelmatig. Daarom hebben wij de voorwaarden voor biologisch produceren in dit informatieblad voor u uitgewerkt.
In hoofdstuk 1 leest u belangrijke achtergrondinformatie over wat biologisch is en aan welke wetgeving biologische productie moet voldoen. Hoofdstuk 2 geeft informatie over de certificering van uw bedrijf. In hoofdstuk 3 bespreken wij de regelgeving die geldt voor de plantaardige productie. De eisen voor de scheiding tussen gangbare en biologische productie vindt u in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat over de administratie, de opslag en het vervoer. In hoofdstuk 6 vindt u informatie over het verwerken van producten tot levensmiddelen. Het is van belang dat uw klant een biologisch product kan herkennen. Voor deze herkenbaarheid moet u gebruik maken van aanduidingen, zoals logo’s en benaming. De regels rondom deze aanduidingen staan in hoofdstuk 7. Tenslotte vindt u uitgebreide informatie over het gebruik van mest in hoofdstuk 8.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
6
1. ALGEMENE INFORMATIE OVER CERTIFICERING WAT IS BIOLOGISCH?
regelgeving. Certificeren kan alleen als het
OP WELKE WETGEVING IS DE BIOLOGISCHE WETGEVING GEBASEERD?
product (en de hele keten ervoor), perceel of
Certificering is gebaseerd op Europese
dier onder controle staat. Skal certificeert alle
wetgeving. In het bijzonder verordening
biologische productie in Nederland. Alle overige
834/2007 en de bijbehorende bepalingen in
niet gecertificeerde producten, percelen of
verordening 889/2008 en verordening
dieren noemen wij in het informatieblad
1235/2008 voor de import. In dit
gangbaar.
informatieblad duiden wij ze samen aan als de
Een product, perceel of dier is biologisch als het is gecertificeerd volgens de geldende
“biologische verordening”. Daarnaast werken
WIE IS SKAL?
wij volgens de landbouwkwaliteitswet, het
Stichting Skal is dé certificatieorganisatie voor
landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de
biologische producten in Nederland. Skal zet
landbouwkwaliteitsregeling 2007.
zich in voor de aantoonbare betrouwbaarheid
Naast de Europese en Nederlandse wetgeving,
van biologische producten. Bent u door Skal
zijn er de Skal-reglementen. Deze reglementen
gecertificeerd, dan kunt u aan uw klanten en
gaan over zaken die niet beschreven staan in
afnemers aantonen dat u biologisch produceert.
de wetgeving (bijvoorbeeld het proces tot
Wij zijn gevestigd in Zwolle. Een aantal
certificering, de tarieven voor certificering,
medewerkers werkt op kantoor en een aantal
bepaalde door Skal gehanteerde interpretaties,
werkt in het veld. Zij voeren allen certificerende
bezwaarprocedures, etc.). De Europese
en toezichthoudende taken uit.
wetgeving, Nederlandse wetgeving en onze
Skal is een stichting. Het bestuur bestaat uit
reglementen kunt u nalezen op www.skal.nl.
een aantal onafhankelijke leden en een aantal
certificeren. Wij zijn door het ministerie van
IS CERTIFICERING IN DE HELE EU GELIJK?
Economische Zaken (EZ) aangewezen als enige
Alle certificatieorganisaties in de EU inspecteren
controleorganisatie in Nederland. Wij zijn
en certificeren aan de hand van dezelfde
onafhankelijk en certificeren biologische
Europese verordening. Ieder EU land heeft
bedrijven door te inspecteren, monsters te
minstens één certificatieorganisatie. Er zijn
nemen en toezicht te houden. Wij zijn geen
landen waar meerdere certificatieorganisaties
adviesinstantie, promotieorganisatie of
actief zijn.
belangenbehartiger voor de biologische sector.
Dit is een keuze van de afzonderlijke lidstaten.
leden afkomstig uit de sectoren die wij
De verschillende certificatieorganisaties Om te garanderen dat wij ons werk
wisselen als het nodig is informatie met elkaar
onafhankelijk uitvoeren, zijn wij geaccrediteerd
uit, bijvoorbeeld over gevonden residuen in een
door de Raad voor Accreditatie op basis van de
biologisch product.
EN45011 norm.
7
Daarnaast zijn de meeste Europese
•
Handel onder eigen handelsnaam: het
certificatieorganisaties lid van de EOCC
bedrijf verhandelt zelf geproduceerde
(European Organic Certifiers Council). De EOCC
producten of producten die voor het bedrijf
bespreekt de uniformiteit van inspectie en
zijn geproduceerd. In de etikettering
certificatie.
gebruikt het bedrijf zijn eigen naam. •
Handel niet onder eigen handelsnaam: het
WELKE BEDRIJVEN VALLEN ONDER DE CERTIFICERINGSPLICHT?
bedrijf verhandelt producten die het bedrijf
Ieder bedrijf dat biologische producten
eigen naam.
niet zelf heeft geproduceerd. In de etikettering gebruikt het bedrijf niet zijn
produceert, verwerkt, verpakt, importeert,
•
verhandelt of opslaat moet hiervoor
Opslag: het bedrijf slaat producten op van een andere marktdeelnemer.
gecertificeerd zijn. Uitzondering hierop zijn winkels die verpakte producten rechtstreeks
Naast de bedrijfsindeling, kennen wij een
aan de eindconsument verkopen. Een winkel
aantal productcertificeringen:
mag in dat geval haar eigen merk/ naam niet
•
Biologisch product: een product dat is samengesteld uit één of meerdere
op het producten (laten) drukken.
ingrediënten, toegestane additieven en
WELKE TYPES CERTIFICERING KENNEN WIJ?
technische hulpstoffen. •
Gangbaar product “bereid met” biologische
Wij hebben onze bedrijven ingedeeld in een
ingrediënten: een product waarvan
aantal categorieën:
minimaal één ingrediënt biologisch is.
•
•
Landbouw: het bedrijf verbouwt
•
landbouwgewassen en/of houdt dieren.
naast de toegestane hulpstoffen alleen
Bereiding: het bedrijf produceert en/of
bestaat uit biologische ingrediënten.
verwerkt levensmiddelen en diervoeders
•
•
Biologische diervoerders: diervoeder dat
•
Diervoeders die u in de biologische
(inclusief verpakken en etiketteren).
landbouw mag gebruiken: diervoeder dat
Import: het bedrijf importeert producten
naast de toegestane hulpstoffen bestaat uit
van buiten de EU.
biologische-, in omschakelings- of
Eerst geadresseerde: het bedrijf neemt als
gangbare ingrediënten.
eerste geïmporteerde producten (in opdracht van de importeur) in ontvangst.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
8
2. INFORMATIE OVER CERTIFICERING VAN UW BEDRIJF WAT IS DE PROCEDURE TOT CERTIFICERING? Ieder Nederlands bedrijf dat biologische
WAT IS DE PROCEDURE NA CERTIFICERING?
producten wil produceren, verhandelen of
Uw bedrijf blijft onder controle staan. Wij
opslaan moet zich bij ons registreren. Het
bezoeken uw bedrijf minimaal 1 keer per jaar
proces tot certificering bestaat uit een aantal
aangekondigd. Tijdens de inspectie stellen wij
stappen:
vast of uw bedrijf nog steeds aan de
1.
Informatie aanvragen: u kunt bij ons een
voorwaarden voldoet. Behalve de jaarlijkse
informatiepakket aanvragen. Dit pakket
inspectie voeren wij extra inspecties uit,
bevat algemene informatie,
bijvoorbeeld:
branchespecifieke informatie en een
•
2.
registratieformulier.
inspectie waarbij de inspecteur één of
Aanmelding: u vult het registratieformulier
enkele aspecten controleert.
volledig in en stuurt dit terug. 3.
Herinspectie: als tijdens een inspectie blijkt dat uw bedrijf op één of meerdere
ontvangen hebben, bevestigen wij uw
onderdelen niet voldoet, kunnen wij
registratie (bekrachtiging van de
besluiten om op uw kosten een extra
certificatieovereenkomst). U krijgt dan ook
inspectie uit te voeren. •
Monstername: steekproefsgewijs
Toelatingsonderzoek: wij voeren op uw
controleren wij of uw producten vrij zijn
bedrijf een toelatingsonderzoek uit. De
van residuen.
inspecteur gaat samen met u na of uw
•
Gerichte inspectie: de inspecteur
bedrijf aan de voorwaarden voldoet. Hij
controleert de balans tussen biologische
noteert deze bevindingen in een rapport.
verkoop en inkoop.
Op kantoor beoordelen wij dit rapport. 5.
•
Registratie: zodra wij uw gegevens volledig
uw unieke Skalnummer. 4.
Flitsinspectie: een onaangekondigde
•
Keten inspectie: de inspecteur controleert
Omschakelingsperiode: afhankelijk van het
verschillende bedrijven van een bepaalde
type bedrijf gaat er een
keten op een bepaald aspect .
omschakelingsperiode van start. In deze
•
Hercertificering: een uitgebreide inspectie.
periode moet u aan alle voorwaarden voldoen, maar bent u nog niet gecertificeerd. 6.
Certificatie: na het doorlopen van de omschakelingsperiode en bij een positieve beoordeling door de inspecteur ontvangt u een certificaat. Vanaf dat moment kunt u
WAT ZIJN UW PLICHTEN?
producten als biologisch verkopen.
•
U bent altijd verplicht de inspecteur
Certificaten zijn zowel digitaal als op papier
toegang tot uw bedrijf en uw gegevens te
beschikbaar.
geven.
9
•
•
•
•
U begeleidt de inspecteur tijdens zijn
verzwaren wij de afwijking (licht wordt ernstig
bezoek.
en ernstig wordt fataal).
U heeft de plicht om informatie over en
In sommige gevallen besluiten wij dat wij uw
wijzigingen in uw bedrijfsvoering op tijd
certificatie tijdelijk opschorten of intrekken. Dit
door te geven aan Skal.
heeft tot gevolg dat u gedurende een bepaalde
U moet bij twijfel over de biologische status
periode geen biologische producten kunt
van een (aangekocht) product Skal
leveren. Bij ernstige zaken kunnen wij besluiten
informeren.
u via het tuchtgerecht een strafmaatregel op te
U moet uw administratie over uw
laten leggen. U moet hierbij denken aan een
biologische producten minimaal twee jaar
berisping, geldboete of een verscherpt toezicht
bewaren.
(op uw kosten). Als er sprake is van fraude (strafrecht), dragen
AFWIJKINGEN
wij de zaak over aan de Nederlandse Voedsel
Wij gaan er vanuit dat u zich houdt aan de
en Waren Autoriteit (NVWA).
voorwaarden waarop u gecertificeerd bent. De
Zij onderzoeken de zaak en leggen deze voor
inspecteur controleert dit. Als de inspecteur
aan de Officier van Justitie.
constateert dat u zich niet of onvoldoende aan bepaalde voorwaarden houdt, noteert hij dit.
BEZWAAR
Op kantoor besluiten wij of u een afwijking
Wij werken volgens de Algemene Wet
en/of een sanctie krijgt voor de overtreding.
Bestuursrecht (AWB). Dit betekent dat u bezwaar kunt maken tegen onze besluiten.
Wij kennen drie types afwijkingen: •
•
U moet uw schriftelijke bezwaar binnen 6
Licht: een afwijking die niet direct invloed
weken na ons besluit kenbaar maken bij de
heeft op het product.
commissie bezwaarschriften van Skal.
Ernstig: een afwijking die direct van invloed is of kan zijn op het product.
•
Fataal: een afwijking met langdurige gevolgen die de basisprincipes van biologisch schendt. Of een systematische afwijking die invloed heeft op meerdere producten.
U moet iedere afwijking corrigeren. Wij besluiten hoeveel tijd u hier voor krijgt. Als u de afwijking niet of onvoldoende corrigeert,
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
10
3. INFORMATIE OVER TEELT VAN GEWASSEN Voor de teelt van biologische gewassen zijn
Zijn uw percelen biologisch, dan mag u uw
verschillende voorwaarden opgenomen in de
oogst aanduiden als:
verordening. In dit informatieblad leggen wij u
•
na startdatum oogst.
de belangrijkste eisen uit. De voorwaarden voor het houden van vee kunt u teruglezen in het
“biologisch” - gras dat u vanaf 24 maanden
•
“biologisch” - de oogst van gewassen die u vanaf 24 maanden na de startdatum heeft
informatieblad “Biologische veehouderij”.
gezaaid, geplant of gepoot.
OMSCHAKELEN, HOE DOET U DIT? Voordat u een biologisch perceel, gewas of
•
“biologisch” - de oogst van overblijvende gewassen die u vanaf 36 maanden na de startdatum heeft geoogst.
product heeft, moet u eerst “omschakelen”. Dit
nog niet zijn. Pas na de vastgestelde periode is
KAN DE OMSCHAKELINGSPERIODE KORTER?
uw perceel biologisch.
Ja, maar alleen als u een officiële verklaring
betekent dat u zich al houdt aan alle biologische regels, maar dat uw percelen dit
heeft van Natuurmonumenten,
HOE LANG IS DE OMSCHAKELINGSPERIODE?
Staatsbosbeheer, de Provinciale Landschappen
De omschakelingsperiode is afhankelijk van het
staan hoelang de percelen niet zijn bewerkt
gewas of het gebruik van het perceel:
met niet toegestane meststoffen en
of de Waterschappen. In deze verklaring moet
•
Één of tweejarige gewassen: twee jaar
gewasbeschermingsmiddelen.
•
Overblijvende gewassen (fruitbomen,
Is dit meer dan 3 jaar, dan zijn uw percelen
asperges etc.): drie jaar
direct biologisch. Is dit minder dan 3 jaar, dan
Grasland: twee jaar
komt u voor verkorting van de
•
omschakelingsperiode in aanmerking. In de periode dat uw percelen nog niet biologisch zijn, oogst u wel van deze percelen. U kunt deze oogst op de volgende manier aanduiden: •
zonder verwijzing naar biologisch - de oogst van grasland en gewassen die u tot 12 maanden na de startdatum heeft geoogst.
•
“in omschakeling op de biologische landbouw” - de oogst van gewassen, grasland en overblijvende gewassen die u vanaf 12 maanden na de startdatum heeft geoogst.
11
WAT ZIJN DE VOORWAARDEN VOOR DE TEELT?
•
vruchtwisselingseis van minimaal één op twee.
Voor de teelt gelden de volgende voorwaarden: 1.
Voor éénjarige gewassen geldt een
U gebruikt biologisch uitgangsmateriaal. U
•
Na een tweejarig gewas teelt u het volgende jaar een ander gewas.
kunt hiervoor de databank van Naktuinbouw bekijken, www.biodatabase.nl.
•
Voor blijvend grasland geldt de vruchtwisselingseis niet.
Op de databank vindt u de indeling van gewassen in 3 categorieën, de Nationale
De vruchtwisselingseisen voor kasteelt
annex:
vindt u in de paragraaf over kasteelt.
•
Gewassen van categorie 1 zijn biologisch beschikbaar en moet u altijd
4.
biologisch gebruiken. •
•
U kiest voor soorten en rassen die
Voor gewassen van categorie 2 kunt u
geschikt zijn voor de biologische
ontheffing aanvragen als het ras dat u
landbouw.
wilt telen niet biologisch te koop is. •
U past teeltmaatregelen toe:
•
Voor gewassen die op categorie 3
U voert mechanische teeltmaatregelen uit (schoffelen, wieden, etc.).
staan geldt een algemene ontheffing.
•
U maakt gebruik van natuurlijke
Van deze gewassen is geen biologisch
vijanden van parasieten en beschermt
uitgangsmateriaal beschikbaar.
ze.
U moet altijd een door ons goedgekeurde
•
U mag onkruid bestrijden door vuur.
ontheffing hebben voor gewassen van
•
U mag gebruik maken van
categorie 2 voordat u gaat zaaien of poten.
bodembedekkers. Bodembedekkers
Het gangbare uitgangsmateriaal mag nooit
mogen niet-afbreekbaar zijn (plastic).
ontsmet (behandeld met
Afbreekbaar biofolie mag u gebruiken
gewasbeschermingsmiddelen) zijn.
als u hiervan een certificaat (EN13432-
Plantgoed (jonge planten opgekweekt uit
200-12) en een GMO-vrij verklaring
zaaizaad) moet altijd biologisch zijn.
heeft. Plantaardige bodembedekkers moeten voldoen aan de biologische
2.
U gebruikt alleen toegestane meststoffen.
regelgeving.
Ieder biologisch bedrijf dat mest gebruikt moet minimaal 60% A-meststoffen
5.
Aanvullend op deze maatregelen mag u
gebruiken. (zie hoofdstuk 8). Bovendien
alleen toegestane
mag u maximaal 170 kg stikstof per
gewasbeschermingsmiddelen gebruiken
hectare per jaar uit dierlijke mest
(zie bijlage B van Verordening 889/2008).
gebruiken. 6. 3.
Plantversterkers mag u alleen gebruiken
U past vruchtwisseling toe om de
als het middel voorkomt op bijlage A of B.
vruchtbaarheid en de biologische activiteit
Actuele versies vindt u op www.skal.nl.
van de bodem in stand te houden of te verhogen. Door middel van vruchtwisseling bestrijdt u ook parasieten, ziekten en
7.
U teelt uw gewassen in de bodem. Er zijn uitzonderingen:
onkruiden.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
12
•
Gewassen die u niet in de bodem kunt telen,
•
zoals bijvoorbeeld paddenstoelen. •
Plantmateriaal mag u op substraat telen als
De afdekking is in tact op het moment van het toelatingsonderzoek/de inspectie.
•
U kunt aantonen dat de bodem minimaal
u het inclusief groeimedium verkoopt.
twee jaar vloeistofdicht afgedekt is
Voorbeelden hiervan zijn potplanten, bomen
geweest.
en vaste planten en uit zaad opgekweekte groenteplantjes in perspotjes. Het substraat
Als u verkorting van de omschakelingsperiode
voor potplanten mag alleen bestaan uit
krijgt, dan mag u de eerste biologische teelt
producten die voorkomen op bijlage A.
pas zes maanden na de startdatum beginnen. Dit omdat het microbiologische bodemleven
Wat zijn de voorwaarden voor het gebruik van
door langdurige afdekking van de bodem op
overige middelen?
een zeer laag niveau staat. De startdatum voor
Voor de reiniging en ontsmetting van
de omschakeling is het moment waarop u aan
gebouwen en installaties gebruikt u de
Skal doorgeeft dat u de vloeistofdichte
toegestane middelen op bijlage C.
afdekking weg haalt (dit is dus altijd nadat de
Er gelden geen aparte voorschriften voor:
inspecteur de afgedekte bodem heeft gezien).
•
•
•
•
Gebruik van smeermiddelen en brandstoffen.
Tijdens deze zes maanden houdt u zich direct
Hulpmaterialen zoals stokken of
aan alle biologische regels, maar pas na de
bindmaterialen.
vastgestelde periode is uw kas biologisch. Alles
Water- of beregeningssystemen zoals
wat u teelt in deze zes maanden moet u zonder
kunststof slangen en druppelaars.
verwijzing naar biologisch verkopen.
Wat zijn de voorwaarden voor vermeerdering
Vruchtwisselingseisen voor kasteelt:
voor de biologische teelt?
•
Vruchtwisseling binnen een jaar: als u
Zaaizaad of vegetatief teeltmateriaal
binnen een jaar twee verschillende
(bijvoorbeeld pootgoed, stekken en enten) voor
gewassen teelt, mag u dit het volgende
de biologische teelt produceert u altijd in
jaar weer doen. Dit geldt alleen als de
biologische grond.
hoofdteelt maximaal zeven maanden en de
Het zaad of het pootgoed waaruit de
tussenteelt minimaal vijf maanden duurt.
moederplant of uitgangsplant groeit mag
•
Vruchtwisseling tussen jaren: als u binnen
gangbaar, niet ontsmet zijn. U hoeft hiervoor
een jaar dezelfde gewassen teelt of als de
geen ontheffing aan te vragen.
hoofdteelt langer duurt dan zeven maanden en de tussenteelt korter dan vijf maanden.
WELKE EXTRA REGELS EN MOGELIJKHEDEN ZIJN ER VOOR KASTEELT?
•
Meer dan twee teelten in één jaar: u mag twee korte teelten van dezelfde gewassen telen, maar als u in hetzelfde jaar nog
Verkorting van omschakelingsperiode:
meer teelt, dan moeten dit andere
Bij kasteelt kunt u in aanmerking komen voor
gewassen zijn. Bijvoorbeeld twee teelten
verkorting van de omschakelingsperiode als de
van gewas A en twee teelten van gewas B.
bodem vloeistofdicht is afgedekt. Hiervoor
De volgorde kan variëren: AABB, ABBA,
gelden de volgende voorwaarden:
ABAB.
13
•
Afhankelijk van de totale teeltduur van
•
Dekaarde die u gebruikt in de
hoofdteelt A (maximaal 7 maanden) en
champignonteelt mag alleen bestaan uit
tussenteelt B (minimaal 5 maanden) past u
producten die voorkomen op bijlage A.
vruchtwisseling binnen het jaar of tussen
•
Biologische champost waarin dierlijke mest is verwerkt moet u op biologische grond
de jaren toe.
afzetten.
VALT HET VERGAREN/ VERZAMELEN VAN EETBARE PLANTEN OOK ONDER DE BIOREGELGEVING?
Welk substraat mag u gebruiken voor de biologische paddenstoelenteelt? •
Substraat dat gecertificeerd is. Bij elke
Ja, u mag (delen van) eetbare planten
substraatlevering moet u een verklaring
verzamelen onder de volgende voorwaarden:
hebben waaruit blijkt dat het voldoet aan
•
U heeft een officiële verklaring van
de voorwaarden.
Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de
•
Substraat dat u zelf samenstelt.
Provinciale Landschappen of de
•
Waterschappen. In deze verklaring staat
Waaruit mag u substraat voor de biologische
hoelang de percelen waar u vergaart niet
teelt samenstellen?
zijn bewerkt met niet toegestane
•
meststoffen en
Als dit niet mogelijk is, mag u maximaal
gewasbeschermingsmiddelen. Dit moet een
25% (van de totale hoeveelheid substraat)
periode van minimaal drie jaar zijn.
toegestane gangbare dierlijke mest
U beïnvloedt met het vergaren niet de
gebruiken.
stabiliteit en de instandhouding van de
•
soorten. •
Dierlijke mest van biologische oorsprong.
Biologische plantaardige producten, bijvoorbeeld stro.
U houdt zich aan de algemene
•
Niet chemisch behandelde turf.
voorschriften voor administratie en
•
Niet chemisch behandeld hout.
inspectie.
•
Minerale producten die voorkomen op bijlage A, water en grond.
WAT ZIJN DE VOORWAARDEN VOOR PADDENSTOELENTEELT?
De producten waaruit het substraat is samengesteld mogen niet genetisch
•
Paddenstoelen mag u telen op substraat.
gemodificeerd zijn. U moet dit aantonen door
•
Substraat moet vanaf het moment van
middel van een gentechnologie-vrij verklaring.
enten onder toezicht staan van Skal. •
U mag geen formaline in de teelt gebruiken. Alleen voor het ontsmetten van cellen mag u dit middel gebruiken.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
14
4. SCHEIDING TUSSEN GANGBAAR EN BIOLOGISCH 2.
U moet biologische en gangbare productie goed
Blijvende teelten, mits u binnen vijf
van elkaar scheiden om contaminatie en
jaar na startdatum het laatste deel van
vermenging te voorkomen. Wij leggen u uit wat
uw bedrijf omschakelt 3.
wel en wat niet is toegestaan: •
U moet zorgen voor een goede scheiding
teeltmateriaal (bijvoorbeeld pootgoed)
tussen biologische en gangbare percelen.
en plantgoed 4.
De scheiding tussen een intensief beheerd gangbaar perceel en een biologisch perceel
•
een biologisch perceel en een natuurgebied
Op uw biologische bedrijf mag u alleen
•
U moet zorgen voor een goede scheiding
of percelen van natuurorganisaties.
bij de teelt, de oogst, de opslag en het
Goede scheidingen van gangbare en
transport. U moet voorkomen dat u
biologische percelen kunnen bijvoorbeeld
biologische producten verontreinigt of
sloten, houtwallen, hagen, bloemenborders
verwisselt met gangbare producten.
en andere bufferzones zijn.
•
U gebruikt alleen toegestane reinigingsmiddelen.
Parallelteelt is niet toegestaan. Er is parallelteelt als u tegelijkertijd biologische
•
Landbouwkundig onderzoek
toegestane productiemiddelen opslaan.
moet groter zijn dan de scheiding tussen
•
Productie van zaaizaad, vegetatief
•
U mag gangbare dieren inscharen op uw
(afzet biologisch of in omschakeling) en
biologische percelen. Inscharen mag voor
niet biologische (afzet gangbaar) gewassen
maximaal 7 maanden per jaar. De
teelt van dezelfde soort.
veebezetting mag niet meer dan 170 kg
Uitzonderingen op het verbod op
stikstof per hectare per jaar opleveren (op
parallelteelt gelden voor:
bedrijfsniveau).
1.
Grasland dat u alleen voor beweiding gebruikt
15
5. ADMINISTRATIE, OPSLAG EN VERVOER Wij beoordelen uw bedrijf op een aantal
Voor plantaardige productie:
manieren. Wij bekijken uw percelen, producten
•
etc. Ook beoordelen wij hoe u uw producten
Bouwplan, inclusief toegepaste groenbemesting
opslaat en vervoert.
•
Schema voor het uitrijden van mest
Een deel van de inspectie vindt binnen plaats in
•
Eventueel contracten met andere
uw administratie.
biologische bedrijven voor het uitrijden van mest
WAT MOET U REGISTEREN?
•
In uw administratie moet u een aantal
De door u toegepaste gewasbeschermingsmaatregelen
gegevens vastleggen. U mag hiervoor ook gebruik maken van uw managementsysteem,
•
Oogstgegevens: •
Biocount etc.
omschakeling/gangbaar)
Algemene gegevens: •
de aard (biologisch/in
Van de aangekochte producten (zoals uitgangsmateriaal, meststoffen,
•
datum van oogsten
•
hoeveelheid (afgeleverd) product
•
bestemming van de verkochte landbouwproducten
reinigingsmiddelen):
omschakeling/gangbaar)
WAT ZIJN DE VOORWAARDEN VOOR OPSLAG?
•
de hoeveelheid
Opslag van alleen biologische producten op uw
•
het gebruik (bijvoorbeeld op welke
eigen bedrijf of een ander biologisch
percelen)
gecertificeerd bedrijf is toegestaan. Huurt u
de datum van aankoop of aanvoer
opslagruimte, dan hoort deze opslagruimte bij
•
•
de aard (biologisch/in
•
Verleende ontheffingen
uw biologische bedrijf. U meldt deze ruimte zelf
•
Gentechnologievrij-verklaringen voor
aan bij Skal. Een inspecteur neemt de
aangevoerde niet biologische ingrediënten
opslagruimte op tijdens een inspectie.
en hulpstoffen, afkomstig van levende
Voor opslag van biologische en gangbare
organismen (zie checklist GGO-vrij
producten verwijzen wij u naar het
produceren landbouw op www.skal.nl onder
informatieblad “Vervaardigen en verhandelen
het kopje formulieren).
van biologische producten”.
•
Ingangscontrole
•
Klachtenregistratie: ondanks zorgvuldig handelen kan het gebeuren dat er een
WAT ZIJN DE VOORWAARDEN VOOR VERVOER?
klacht ontstaat over één van uw producten.
U mag bulk producten alleen vervoeren in een
Deze klachten moet u registreren en
gereinigde vrachtwagen. Deze reiniging moet u
afhandelen.
controleren en registreren. Verpakte producten
(zie ook hfd 6, bedrijfsprocessen)
mag u gezamenlijk met gangbare producten vervoeren.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
16
6. INFORMATIE OVER HET VERWERKEN VAN PRODUCTEN TOT LEVENSMIDDELEN U mag uw producten verwerken tot
leverancier moet u een geldige kopie van hun
levensmiddelen. Als u biologische producten
certificaat hebben. Ook moet u minimaal
bereidt, moet u kunnen aantonen hoe u dit
jaarlijks controleren of uw leveranciers nog
doet: wat zijn uw zogenaamde
gecertificeerd zijn.
bedrijfsproces(sen). Wij leggen u hieronder uit aan welke eisen de bereiding van
Zijn additieven toegestaan?
levensmiddelen en uw bedrijfsprocessen
Additieven zijn toevoegingen aan het product
moeten voldoen.
die u moet vermelden op het etiket. Voor biologische producten zijn enkele additieven
6.1 BEREIDING VAN LEVENSMIDDELEN
toegestaan. Deze zijn opgenomen in artikel 27
Hoe weet u of u een bepaald product mag
889/2008. In deze bijlage is een onderscheid
produceren?
gemaakt tussen:
Voor ieder biologisch product dat uw wilt
•
en bijlage VIII, deel A van verordening
Levensmiddelen van plantaardige
produceren, moet u de productreceptuur
oorsprong (als minimaal 50% van de
indienen bij Skal. Uw receptuur kunt u alleen
agrarische ingrediënten plantaardig is)
indienen op ons standaardformulier
•
Levensmiddelen van dierlijke oorsprong
(productspecificatie).
(als minimaal 50% van de agrarische
Wij beoordelen de receptuur. Als de receptuur
ingrediënten dierlijk is)
voldoet aan de voorwaarden, certificeren wij
Voor sommige additieven zijn bijzondere
het product en mag u het produceren en met
voorwaarden opgenomen. U mag de producten
verwijzing naar biologisch verkopen.
alleen gebruiken onder deze voorwaarden.
Waar moet u aan voldoen?
Zijn technische hulpstoffen toegestaan?
Om biologische producten te produceren moet
Technische hulpstoffen zijn toevoegingen aan
u biologische ingrediënten gebruiken. Naast
het product die gedurende het productieproces
deze agrarische ingrediënten kunt u gebruik
verdwijnen. U hoeft de technische hulpstoffen
maken van enkele toegestane additieven of
niet te vermelden als ingrediënt op het etiket.
hulpstoffen.
Voor biologische producten zijn enkele technische hulpstoffen toegestaan. Deze zijn
Wat zijn biologische ingrediënten?
opgenomen in artikel 27 en bijlage VIII, deel B
U mag uw eigen gecertificeerde producten
van verordening 889/2008.
gebruiken en u kunt ingrediënten aankopen. Als
Voor sommige hulpstoffen zijn bijzondere
u ingrediënten bestelt is het van belang om na
voorwaarden opgenomen. U mag de producten
te gaan of het bedrijf waar u de ingrediënten
alleen gebruiken onder deze voorwaarden.
van koopt, hiervoor is gecertificeerd. Van elke
17
Zijn gangbare ingrediënten in een biologisch
toegestaan?
product toegestaan?
Nee. Als u gangbare ingrediënten, additieven of
Ja, een biologische product moet minimaal voor
technische hulpstoffen afkomstig van levende
95% (van de agrarische ingrediënten) uit
organismen gebruikt, moet u bewijzen dat deze
biologische ingrediënten bestaan. Voor een
zijn geproduceerd zonder het gebruik van
aantal ingrediënten is vastgesteld dat ze
genetische gemodificeerde organismen (zie
onvoldoende biologisch beschikbaar zijn. Deze
checklist GGO-vrij produceren bereiding op
ingrediënten zijn opgenomen in bijlage IX van
www.skal.nl onder het kopje formulieren). U
verordening 889/2008. Alleen deze
moet een GGO-vrij verklaring bij uw leverancier
ingrediënten mag u gangbaar gebruiken tot
aanvragen en deze in uw administratie
maximaal 5%.
bewaren. Een GGO-vrij verklaring mag
Als u een ander ingrediënt wilt gebruiken dat
maximaal één jaar oud zijn.
volgens u onvoldoende biologisch beschikbaar is, kunt u hiervoor rechtstreeks ontheffing aanvragen bij Dienst Regelingen (ministerie EZ, e-mail adres
[email protected])
Zijn genetisch gemodificeerde producten
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
18
6.2 BEDRIJFSPROCESSEN
•
Verkoopbenaming van het product: bevat deze een verwijzing naar biologisch
Bedrijfsprocessen, wat zijn dit precies?
•
Naam van de leverancier
U moet aantonen hoe u produceert: wat
•
Vestigingsplaats van de leverancier
gebeurt er tijdens het productieproces op uw
•
Code van de controle organisatie
bedrijf. Uw bedrijfsprocessen bestaan uit de
•
Traceerbare code (bijvoorbeeld t.h.t.)
volgende onderdelen:
•
Of de verpakking gesloten is (als dit van toepassing is)
1.
Bedrijfsbeschrijving
U geeft een volledige beschrijving van uw
Deze controle moet u registreren. Dit kunt u op
bedrijf. Waar produceert u uw product, waar
twee manieren doen:
slaat u het op, etc. Een processchema
•
(schematisch weergave van uw proces) en een plattegrond zijn onderdelen van de
U registreert uw ingangscontrole op een apart formulier ingangscontrole
•
bedrijfsbeschrijving.
U tekent de pakbon af. Als u de pakbon aftekent, moet u een procedure hebben waarin u minimaal deze controlepunten
2.
Kwaliteitsplan
heeft beschreven
In het kwaliteitsplan vermeldt u alle
Als tijdens de ingangscontrole blijkt dat er iets
maatregelen die garanderen dat u aan de
niet klopt en u twijfelt aan de biologische status
voorschriften van de verordening voldoet.
van het product, moet u Skal op de hoogte
Onderdeel van het kwaliteitsplan is ook een
brengen.
inventarisatie van de risico’s of (biologische) beheerspunten (BBP’s).
4.
Traceerbaarheid
Uw producten moeten altijd traceerbaar zijn. In 3.
Ingangscontrole
Als u biologische producten/ ingrediënten ontvangt, moet u een aantal punten controleren:
een procedure moet u vastleggen hoe u de ingrediënten in het eindproduct kunt traceren.
19
7. INFORMATIE OVER ETIKETTERING/ AANDUIDINGEN biologisch. Voor deze herkenbaarheid moet u
WAAROP VERMELDT U DE AANDUIDINGEN?
gebruik maken van aanduidingen. Wij leggen u
Aanduidingen kunt u vermelden op
hieronder uit wat u moet doen.
bijvoorbeeld:
U wilt dat iedereen uw producten herkent als
1.
WAT ZIJN AANDUIDINGEN?
dieren
Aanduidingen zijn alle verwijzingen naar de
2.
biologische productiemethode. Dit zijn: •
•
Kassabon of kistkaartje voor onverpakte producten
de termen biologisch, bio, ekologisch en
3.
eko •
Eigen verklaring voor bulk producten en
Etiket/verpakking van voorverpakte producten
overige termen vermeld in de bijlage van de verordening 834/2007
7.1
EIGEN VERKLARING
het EU-logo
Deze verklaring stuurt u met het transport van het product (of het dier) mee. U mag de
HOE MAG U UW INOMSCHAKELINGSPRODUCT AANDUIDEN?
verklaring zelf opstellen, u kunt ook gebruik
U mag onder een aantal voorwaarden
gebruiken:
plantaardige producten in omschakeling
•
Uw bedrijfsnaam
verkopen:
•
Uw vestigingsplaats
•
De productnaam inclusief een verwijzing
•
maken van onze “eigen verklaring”. In de verklaringen moet u de volgende aanduidingen
het is een enkelvoudig product
naar biologisch
(bijvoorbeeld: gras, kool, peen) •
•
het product is geoogst minimaal 12
•
Een merkteken voor de traceerbaarheid
maanden na de startdatum
•
Het codenummer van Skal. Dit is NL-BIO-01
u moet een verwijzing naar de in omschakelingsstatus maken, bijvoorbeeld
•
door de volgende zin te gebruiken: „in de
7.2
periode van omschakeling naar de
Op producten die u pas op de plaats van
biologische landbouw verkregen product”
verkoop verpakt (bijvoorbeeld vlees, brood),
het woord biologisch (in bovenstaande zin)
moet u de volgende aanduidingen gebruiken:
mag u niet in een andere kleur,
•
Uw bedrijfsnaam
lettergrootte of lettertype dan de rest van
•
Uw vestigingsplaats
de aanduiding gebruiken
•
De productnaam inclusief een verwijzing naar biologisch
•
u mag u geen EU-logo gebruiken
•
u vermeldt het codenummer van Skal, dit is NL-BIO-01
ONVERPAKTE PRODUCTEN
•
Het codenummer van Skal. Dit is NL-BIO-01
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
20
De gegevens mogen op een be begeleidend
U mag zelf kiezen of u het EU-logo EU op de voor-
document staan, bijvoorbeeld een kassabon of
of achterkant van een product plaatst. Bij het
kistkaartje.
logo moet u het codenummer van Skal
logo te gebruiken. Het is toegestaan om het EU-logo
vermelden en direct onder het codenummer code de
Als u dit wilt gebruiken, vindt u onder
herkomst van de agrarische grondstoffen. Als u
“voorverpakte producten”, meer informatie
het EU-logo logo meerdere malen op een verpakking
over het gebruik van dit logo.
gebruikt, hoeft u bij één logo maar het codenummer en de herkomst grondstoffen te
7.3 VOORVERPAKTE PRODUCTEN (consumentenverpakking)
vermelden.
Als u uw product door iemand anders laat
Op een verpakking of etiket moet u de
verkopen, maar op het et etiket staan wel uw
volgende aanduidingen gebruiken:
gegevens vermeld, dan blijft u verantwoordelijk
•
Uw bedrijfsnaam
•
Uw vestigingsplaats
•
De productnaam inclusief een verwijzing
Hoe ziet het EU-logo eruit?
naar biologisch
Het EU-logo ziet er zo uit:
•
Een merkteken voor de traceerbaarheid
•
Het codenummer van Skal. Dit is
voor het etiket.
NL-BIO-01 •
Het EU-logo
•
De herkomst van de agrarische grondstoffen •
„naam van het land van herkomst”
•
„EU Landbouw” als de grondstoffen in
•
•
de Europese Unie zijn geteeld
7.4 AAN WELKE OPMAAK MOET HET EU-LOGO LOGO VOLDOEN?
„niet-EU EU Landbouw” als de
•
grondstoffen in derde landen zijn
[376] and Green [50% Cyan + 100 %
geteeld
Yellow]).
„EU/niet-EU EU Landbouw” a als een deel
•
van de grondstoffen in de Europese Unie en een ander deel in een derde
U mag een zwart-wit wit logo gebruiken als u geen kleuren kunt drukken.
•
land is geteeld •
De kleur van het logo is Green Pantone (n°
Het logo moet minimaal 9 mm hoog en 13.5 mm breed zijn. Er is een uitzondering
In de ingrediëntendeclaratie moet u
voor zeer kleine verpakkingen: de hoogte
vermelden welke ingrediënten biologisch
moet dan minimaal 6 mm zijn.
zijn. U kunt dit per ingrediënt aangeven. U
•
mag ook werken met een asterisk (*), waarbij u verwijst naar de biologische
De verhouding rhouding van het logo is 1 : 1.5 (hoogte : breedte).
•
Als u het logo gebruikt op een gekleurde
status (bijvoorbeeld *= van biologische
verpakking waarbij het verschil in kleur
oorsprong).
klein is mag u een lijn om het logo trekken. •
Boven en onder het logo mag u een term gebruiken die verwijst naar biologisch. biologisc
21
MAG U ANDERE LOGO’S GEBRUIKEN? Het is toegestaan om het EKO-keurmerk te gebruiken, als u hiervoor een licentie aanvraagt bij Stichting EKO-keurmerk en voldoet aan de voorwaarden (
[email protected], www.eko-keurmerk.nl).
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
22
8. INFORMATIE OVER MESTGEBRUIK In de biologische landbouw moet u voldoen aan
•
stikstofgehalte is 6,9 kg per ton (3,4 uit
de volgende regels voor mestgebruik: •
•
Champost van een biologisch bedrijf. Het
U mag maximaal 170 kg stikstof uit
mest en 3,5 uit overige ingrediënten).
dierlijke mest per hectare per jaar
Champignonbedrijven moeten biologische
gebruiken.
champost waarin dierlijke mest is verwerkt
U moet minimaal 60% A-meststoffen
op biologische grond afzetten.
gebruiken. Hieronder leggen wij u uit wat
•
A-, B- en C-meststoffen zijn:
Digestaat bestaat meestal voor 50% uit dierlijke mest en voor 50% uit coproducten. Als de dierlijke mest alleen van
WAT ZIJN A-MESTSTOFFEN?
biologisch gecertificeerde dieren afkomstig
De volgende meststoffen zijn A-meststoffen:
is en de co-producten zijn toegestaan
•
Mest van biologisch gecertificeerde dieren
volgens bijlage A, dan mag u de digestaat
(ook van eigen bedrijf).
voor 50% meetellen als A-meststof. Zijn de
Let op: zolang uw dieren nog in omschakeling
co-producten ook (deels) aantoonbaar
zijn, mag u de mest alleen voor eigen gebruik
biologisch? Dan mag u het biologische deel
meetellen als A-meststof.
van de co-producten ook meerekenen als
•
A-meststof.
Aangevoerde biologische compost gemaakt van biologisch plantaardig materiaal.
•
•
Aangevoerde niet-biologische
WAT ZIJN B-MESTSTOFFEN?
groencompost, gemaakt van berm maaisel
Onder B-meststoffen vallen:
en snoeiafval.
•
Aangevoerde luzernekorrels afkomstig van een biologisch bedrijf.
•
Producten van Bijlage A van Verordening 889/2008.
•
De volgende gangbare mestsoorten:
Pluimveemestkorrels rechtstreeks
rundvee-, geiten-, schapen- en
afkomstig van een biologisch bedrijf. Het
paardenmest. Voorwaarde is wel dat deze
pluimveebedrijf moet aan de volgende
dieren de beschikking hebben over
voorwaarden voldoen:
weidegang/uitloop of een deels dichte
•
•
de biologische mest moet gescheiden
vloer. Mest van vleeskalveren en vaste
worden verwerkt tot korrel (geen
mest van scharrelvarkens is ook alleen
vermenging mogelijk)
toegestaan als B-meststof onder
er moet een overeenkomst zijn met de
bovenstaande voorwaarde.
verwerker •
•
•
Digestaat waarvan de dierlijke mest
in de administratie moet de geleverde
(gedeeltelijk) uit niet biologische mest,
hoeveelheid mest en de ontvangen
maar wel uit toegestane mest bestaat, telt
korrels bekend zijn
in zijn geheel mee als B-meststof.
in de administratie moet de hoeveelheid geleverde korrels aan de afnemers bekend zijn
23
Een uitgebreide lijst met A- en B-meststoffen kunt u bekijken op onze website, onder het kopje biologische mestregels.
WAT MOET U AAN DE INSPECTEUR LATEN ZIEN? De volgende gegevens moet u klaar leggen
WAT ZIJN C-MESTSTOFFEN?
voor de inspecteur:
Overige meststoffen vallen onder de categorie
•
dierlijke mest uit Mijn Dossier (LNV-Loket).
C-meststoffen. Deze meststoffen mag u niet gebruiken. Voorbeelden hiervan: •
•
•
•
Overzichten van ontvangen en afgevoerde
•
Een overzicht waarop u aangeeft wat
Meststoffen die niet voorkomen op bijlage
biologische en wat gangbare mest is. Dit
A
kunt u bijvoorbeeld aangeven op het
Meststoffen waarvoor voldoende
overzicht van ontvangen en afgevoerde
biologische mest is, zoals pluimveemest
dierlijke mest uit Mijn Dossier.
Kippenmestkorrels die niet voldoen aan de
•
Alle bijbehorende VDM’s (Vervoersbewijzen
voorwaarden
Dierlijk Mest), op volgorde van het
Gangbare champost
gebruikte overzicht. •
Ingevulde eigen verklaring (bijvoorbeeld
MAG U MEST OP EEN ANDER BEDRIJF OPSLAAN?
verklaring van herkomst van dierlijke
U moet zelf zorgen voor voldoende
VDM. De inspecteur moet een duidelijke
opslagcapaciteit voor uw mest. Tussenopslag
koppeling kunnen maken tussen de eigen
bij een intermediair is niet toegestaan. Als een
verklaring en de VDM.
mest), gekoppeld aan de bijbehorende
intermediair uw mest vervoert, moet dit 1 op 1
•
gerangschikt.
transport zijn. Het is uw verantwoording om aan te tonen waar u uw mest heeft afgezet.
•
Overzicht aanvoer overige meststoffen van leveranciers.
Als u een complete silo voor mestopslag bij een intermediair of een ander bedrijf huurt, keurt
Analyserapporten mest, logisch
•
Een eigen berekening van het percentage
Skal dit alleen goed als:
A-meststoffen en het percentage
1.
U een officiële, schriftelijke
afgevoerde biologische mest op biologische
huurovereenkomst kan laten zien van de
grond. Hiervoor kunt u gebruik maken van
gehuurde opslaglocatie.
het exceldocument “rekenhulp A-
2.
U de opslaglocatie registreert bij Skal.
meststoffen” van onze website,
3.
U de opslaglocatie bij Dienst Regelingen
www.skal.nl onder het kopje biologische
registreert op uw mestnummer.
mestregels.
IS ONTHEFFING MOGELIJK? Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen kunt u ontheffing aanvragen voor het percentage Ameststoffen. Neemt u hierover contact op met Skal.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
24
Disclaimer: De regelgeving verandert regelmatig. Voor actuele informatie kunt u op onze website altijd de juiste versie van de verordening, reglementen en informatiebladen vinden.
Dit informatieblad is geschreven door:
Dr. Klinkertweg 28a T 038-4268110
Postbus 384
F 038-4268182
8000 AJ Zwolle E
[email protected]
I www.skal.nl
25
B
A
A
Categorie (tekst uit Vo. 889/2008)
Samengestelde producten die
Stalmest (=vaste mest)
Niet-biologische, vaste varkensmest is toegestaan als de varkens op stro worden gehouden. Deze mest mag u beschouwen als B-meststof.
plantaardig materiaal (strooisel). Het product mag niet afkomstig zijn van niet-grondgebonden veehouderijen.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
vrije uitloopsystemen.
meststoffen. Dit geldt ook voor mest van scharrel- of
biologische sector gebruiken. Deze mest valt onder de C-
Niet-biologische pluimveemest mag u niet in de
Er is voldoende biologische pluimveemest beschikbaar.
Pluimvee:
Varkens:
Product, bestaande uit een mengsel van dierlijke mest en
Niet in officiële Bijlage 1 van Vo. 889/2008
gecomposteerd, van biologische
productie
Zie art. 12 lid 1 onderdeel b van Vo. 834/2007
valt onder de A-meststoffen.
gecertificeerde dieren
organisch materiaal, bij voorkeur
Ook pluimveemest van biologisch gecertificeerde dieren
vastgesteld door de expertgroep mest
Toelichting op categorie,
dierlijke mest van biologische
stoffen bevatten
uitsluitend de hieronder opgesomde
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Naam
Deze lijst is gebaseerd op Bijlage I van Verordening 889/2008 en de Nederlandse herziene invulling van het biologische mestbeleid
BIJLAGE A: Lijst met A en B meststoffen
(tekst uit Vo. 889/2008)
Samengestelde producten die
Turf
dat is gecomposteerd of anaëroob is vergist voor de productie van
afval
B
Product op basis van aan de bron gescheiden huishoudelijk afval
Gecomposteerd of vergist huishoudelijk
B
boomteelt, boomkwekerij).
Mag u alleen gebruiken voor tuinbouw (groenteteelt, sierteelt,
70; chroom (VI): 0 (*)
70; nikkel: 25; lood: 45; zink: 200; kwik: 0,4; chroom (totaal):
Maximumconcentratie in mg/kg droge stof: cadmium: 0,7; koper:
gesloten en gecontroleerd verzamelsysteem.
Alleen als het is geproduceerd in een door de lidstaat aanvaard
Alleen huishoudelijk afval van plantaardige en dierlijke oorsprong.
biogas.
grondgebonden veehouderijen.
verdunning Het product mag niet afkomstig zijn van niet-
Mag u gebruiken na gecontroleerde vergisting en/of adequate
veehouderijen.
inbegrip van gecomposteerde stalmest
Rundveedrijfmest van melkvee
Het product mag niet afkomstig zijn van niet-grondgebonden
Gecomposteerde dierlijke mest, met
stoffen bevatten
uitsluitend de hieronder opgesomde
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Naam
B
B
Categorie
vrije uitloopsystemen.
meststoffen. Dit geldt ook voor mest van scharrel- of
biologische sector gebruiken. Deze mest valt onder de C-
Niet-biologische pluimveemest mag u niet in de
Er is voldoende biologische pluimveemest beschikbaar.
Pluimvee:
vastgesteld door de expertgroep mest
Toelichting op categorie,
26
27
Wormencompost en uitwerpselen van
B
anaëroob is vergist voor de productie van biogas
materiaal
toegestaan.
huishoudelijk afval of andere reststoffen zijn niet
Toevoegingen van gecomposteerd of vergist
Keurcompost.
snoeiafval. Bij voorkeur met het branchekeurmerk
groencompost alleen bestaat uit bermmaaisel en
Groencompost mag u beschouwen als A meststof, mits de
vastgesteld door de expertgroep mest
Toelichting op categorie,
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
Product op basis van mengsels van plantaardig materiaal dat
(groencompost)
Vergist mengsel van plantaardig
gecomposteerd.
Gecomposteerd plantaardig materiaal
A
B
Product op basis van mengsels van plantaardig materiaal dat is
Guano
deze bijlage voorkomen.
B
insecten
Paddenstoelensubstraatafval
stoffen bevatten
Het oorspronkelijke substraat mag alleen producten bevatten die in
(tekst uit Vo. 889/2008)
Samengestelde producten die
uitsluitend de hieronder opgesomde
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Naam
B
Categorie
(tekst uit Vo. 889/2008)
Samengestelde producten die
Zaagsel en schaafsel
Gecomposteerde boomschors
Houtas
Vinasse en vinasse-extracten
B
A
B
B
Met uitsluiting van ammoniakhoudende vinasse.
Van hout dat na de kap niet chemisch is behandeld.
Van hout dat na de kap niet chemisch is behandeld.
Van hout dat na de kap niet chemisch is behandeld.
Uitsluitend verkregen door: i. fysische behandeling met inbegrip van dehydratatie, bevriezing en vermaling ii. extractie met water of met zure en/of basische waterige oplossingen iii. gisting
cacaodoppen, moutkiemen
aardige oorsprong voor bemesting
Zeewier en zeewierproducten
Voorbeelden: meel van koeken van oliehoudende zaden,
0
bijproducten van dierlijke oorsprong: - bloedmeel - hoefmeel - hoornmeel - beendermeel of ontlijmd beendermeel - vismeel - vleesmeel - verenmeel, haarmeel en chiquetmeel - wol - pels - haren - zuivelproducten
Producten en bijproducten van plant
Voor pels: maximumconcentratie chroom (VI) in mg;kg droge stof:
De onderstaande producten of
stoffen bevatten
uitsluitend de hieronder opgesomde
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Naam
B
B
B
Categorie
Valt onder de definitie van groencompost.
vastgesteld door de expertgroep mest
Toelichting op categorie,
28
29
1
Door een fysisch extractieproces uit ruw kalizout verkregen product, dat mogelijk ook magnesiumzouten bevat. Uitsluitend van natuurlijke oorsprong
Kaliumsulfaat dat mogelijk
magnesiumzout bevat
Calciumcarbonaat
Bladbehandeling bij appelbomen, nadat calciumgebrek is aangetoond.
Calciumchloride-oplossing
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
expertgroep mest
als vastgesteld door de
Toelichting op categorie
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
Uitsluitend van natuurlijke oorsprong.
(bijvoorbeeld: magnesiumhoudend krijt, gemalen magnesiumhoudende kalksteenrots)
Magnesiumsulfaat (kieseriet)
Calcium- en magnesiumcarbonaat
kalkwier, fosfaathoudend krijt) Uitsluitend van natuurlijke oorsprong
Product omschreven in punt 1 van bijlage IA.3 bij Verordening (EG) nr. 2003/2003.
Ruw kalizout of kaïniet
(krijt, mergel, gemalen kalksteenrots,
Product omschreven in punt 1 van bijlage IA.2 bij Verordening (EG) nr. 2003/2003.
Mag alleen worden gebruikt op basische gronden (pH>7,5).
Product omschreven in punt 6 van bijlage IA.2 bij Verordening (EG) nr. 2003/2003.
Cadmiumgehalte ten hoogste 90 mg/kg P205.
het Europese Parlement en de Raad inzake meststoffen.
1
Fosfaatslakken
Aluminiumcalciumfosfaat
Zacht natuurlijk fosfaat
stoffen bevatten
Product omschreven in punt 7 van bijlage IA.2 bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 van
(tekst uit Vo. 889/2008)
Samengestelde producten die
uitsluitend de hieronder opgesomde
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Naam
PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1.
Categorie
Deze lijst bevat de meststoffen die geen stikstofbron zijn en die u dus niet hoeft mee te nemen in de berekening van het percentage A-meststoffen.
Lijst met overige toegestane meststoffen
Categorie
Steenmeel en klei
Natriumchloride
Anorganische micronutriënten als opgenomen in deel E van bijlage I bij Verordening
Spoorelementen
Uitsluitend steenzout.
(EG) nr. 2003/2003.
Product omschreven in bijlage ID.3 bij Verordening (EG) nr. 2003/2003.
Bijproduct van vacuümproductie van zout, verkregen uit kalksteen uit de bergen.
Bijproduct van de suikerproductie op basis van suikerbieten
2003/2003.Uitsluitend van natuurlijke oorsprong.
Vrij zwavel
vacuümproductie van zout
Industriekalk afkomstig van
suikerproductie
Industriekalk afkomstig van de
Calciumsulfaat (gips)
stoffen bevatten
Product omschreven in punt 1 van bijlage I.D bij Verordening (EG) nr.
(tekst uit Vo. 889/2008)
Samengestelde producten die
uitsluitend de hieronder opgesomde
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Naam
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
Geen stikstofbron.
expertgroep mest
als vastgesteld door de
Toelichting op categorie
30
31
BIJLAGE B: Pesticiden — gewasbeschermingsmiddelen Deze lijst is gebaseerd op bijlage II van Verordening 889/2008. Voor de officiële EU-bijlage verwijzen wij u naar onze website.
Let op: stoffen voorzien van een sterretje* zijn voorzover bekend in Nederland niet toegelaten als gewasbeschermingsmiddel (aparte wetgeving).
1
Stoffen van plantaardige of van dierlijke oorsprong
Omschrijving
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Azadirachtine, geëxtraheerd uit Azadirachta
Insecticide
indica (neemboom) Bijenwas
Afdekkingsmiddel voor snoeiwonden
Gelatine*
Insecticide
Gehydrolyseerde eiwitten*
Lokmiddel, uitsluitend in het kader van toegestane toepassingen gecombineerd met andere geschikte producten van deze lijst
Lecithine*
Fungicide
Plantaardige oliën (bv. muntolie, pijnolie,
Insecticide, acaricide, fungicide en
karwij-olie)
kiemvertragend middel.
Pyrethrine, geëxtraheerd uit Chrysanthemum
Insecticide
cinerariaefolium Kwassia*, geëxtraheerd uit Quassia amara
Insecticide, afweermiddel
Rotenon*, geëxtraheerd uit Derris spp.,
Insecticide
Lonchocarpus spp. en Terphrosia spp.
2
Micro-organismen voor biologische bestrijding van ziekten en plagen
Omschrijving
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Micro-organismen (bacteriën, virussen en schimmels).
3
Door micro-organismen geproduceerde stoffen
Omschrijving
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Spinosad
Insecticide; alleen wanneer maatregelen worden genomen om het risico van parasitoïden en het risico van resistentieontwikkeling zo gering mogelijk te houden.
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
32
4
Alleen in vallen en/of verstuivers te gebruiken stoffen
Omschrijving
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Diammonfosfaat*
Lokmiddel, alleen in vallen
Feromonen
Lokmiddel; ontregelaars van sexueel gedrag, alleen in vallen en verstuivers.
Pyrethrumderivaten (alleen deltamethrine en
Insecticide, alleen in vallen met specifieke
lambdacyhalothrine)
lokmiddelen; uitsluitend ter bestrijding van Batrocera oleae en Ceratritus capitata Wied
33
5
Aan de oppervlakte tussen de planten te dispergeren bereidingen
Omschrijving
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
IJzerfosfaat (ijzertrifosfaat)
6
Molluscicide
Andere stoffen die traditioneel in de biologische landbouw worden gebruikt
Omschrijving
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Koper* in de vorm van koperhydroxide,
Fungicide
koperoxychloride, (tribasisch) kopersulfaat,
Tot 6 kg per hectare per jaar
koperoxyide, koperoctanoaat
Voor blijvende teelten mogen de lidstaten, in afwijking van de vorige alinea, dit maximum van 6 kg in een bepaald jaar overschrijden mits de gemiddelde gedurende vijf jaar (dat jaar en de vier vorige) gebruikte hoeveelheid niet groter is dan 6 kg
Ethyleen
Het tegengaan van scheutvorming bij aardappelen en uien
Kaliumzout van vetzuur (zachte zeep)
Insecticide
Kalialuin* (aluminiumsulfaat) (kalinite)
Vertraging rijping bananen
Californische pap (calciumpolysulfide)
Nederlandse toelating beperkt tot teelt van vruchtbomen en onderstammen van appelbomen vanaf 1 april tot 1 juni en in de appelteelt van 15 maart tot I juli
Paraffineolie*
Insecticide, acaricide
Minerale oliën
Insecticide, fungicide; alleen voor fruitbomen, wijnstokken, olijfbomen en tropische gewassen (b.v. bananen)
Kaliumpermanganaat*
Fungicide, bactericide; alleen op fruitbomen, olijfbomen en wijnstokken
Kwartszand
Afweermiddel
Zwavel
Fungicide, acaricide, afweermiddel
7
Andere stoffen
Omschrijving
Beschrijving, samenstellingseisen, gebruiksvoorwaarden
Calciumhydroxide
Fungicide; enkel bij fruitbomen, ook in kwekerijen, voor de bestrijding van Nectria galligena INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
34
Kaliumbicarbonaat*
Fungicide
35
BIJLAGE C: Producten voor de reiniging en de ontsmetting van gebouwen en installaties voor de plantaardige productie
Deze lijst is gebaseerd op bijlage III van de Landbouwkwaliteitsregeling (LKR) 2007 Voor de officiële LKR-bijlage verwijzen wij u naar onze website.
Producten Kalium- en natriumzeep Water en stoom Kalkmelk Kalk Ongebluste kalk Natriumhypochloriet Bijtende soda Bijtende potas Waterstofperoxide Natuurlijke plantenextracten Citroenzuur, perazijnzuur, mierenzuur, melkzuur, oxaalzuur en azijnzuur Alcohol Salpeterzuur Formaldehyde
Beperkingen
Alleen voor de reiniging van druppelaars in kassen Alleen bij het ontsmetten van entruimten voor paddestoelen
Natriumcarbonaat Chloramine-T Sulfiet Fluorverbindingen Middelen die door de Plantenziektekundige Dienst zijn verplicht voor de reiniging van productielocaties in geval van besmetting met quarantaineorganismen
Alleen voor het reinigen van plukgereedschap en opslagruimte voor druiven Alleen voor de reiniging van glas in lege kassen
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
36
BIJLAGE D: Etikettering Voorbeeld etiket
Biologische vruchtenyoghurt Ten minste houdbaar tot: 01-12-2014
NL-BIO-01 EU Landbouw
Ingrediënten: melk*, zuursel en vruchtenmengsel* *=van biologische oorsprong
Zuivelboerderij X Apeldoorn
Voorbeeld kistkaartje
Fruitteeltbedrijf X Amersfoort
Biologische appels NL-BIO-01
37
BIJLAGE E: Voorbeeld Eigen verklaring Eigen verklaring
Document voor biologische en in-omschakelingsproducten (artikel 31 van verordening 889/2008) Alleen voor gebruik in Nederland
Leverancier (=Skal geregistreerde) Naam Adres Skalnummer Codenummer Skal
NL-BIO-01
Verzender (indien verschillend van leverancier) Naam Adres Skalnummer
Afnemer Naam Adres Skalnummer (eventueel)
Ontvanger (indien verschillend van afnemer) Naam Adres Skalnummer (eventueel)
Product Categorie (slechts één categorie kan aangekruist zijn) biologisch product in de periode van omschakeling naar de biologische landbouw verkregen product Naam Merktekens (nummers die de partij identificeren) (3)
Aantal/ hoeveelheid Gewicht/ volume Nummer vrachtbrief of CMR
Verklaring Hierbij verklaart de leverancier dat hij verantwoordelijk is voor de vermelde partij en dat deze partij voldoet aan voorwaarden zoals vastgelegd in Verordening 834/2007 en Verordening 889/2008 of in de Skal-Normen. Plaats
Datum
Handtekening leverancier
INFORMATIEBLAD BIOLOGISCHE TEELT VAN GEWASSEN > MAART 2013
38