PROGRAMMABEGROTING�PURMEREND
2016-2019
I N H O U D S O P G A V E AANBIEDINGSBRIEF
3
LEESWIJZER
7
DE PROGRAMMA'S
9
1
Publieksdiensten
10
2
Samenleving
12
3
Wonen
20
4
Milieu
23
5
Bereikbaarheid
26
6
Beheer openbare ruimte
29
7
Ruimtelijke ordening
33
8
Veiligheid
36
9
Economie
38
10
Bestuur en concern
41
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
43
HET FINANCIEEL RESULTAAT 2016-2019
47
DE PARAGRAFEN
50
1
Lokale heffingen
50
2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
53
3
Onderhoud kapitaalgoederen
64
4
Grondbeleid
66
5
Financiering
68
6
Bedrijfsvoering
71
7
Verbonden partijen
74
BIJLAGEN Bijlage I Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2016-2019
81
Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld
84
Bijlage III Investeringsoverzicht
86
Bijlage IV Overzicht reserves
95
Bijlage V Portefeuilleverdeling
100
Bijlage VI Gemeentelijke organisatie
101
Bijlage VII Uitgangspunten begroting 2016-2019
105
2
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Inhoudsopgave
A A N B I E D I N G S B R I E F Geachte leden van de gemeenteraad, Hierbij biedt het college u de meerjarenbegroting 2016-2019 aan. We zijn tevreden dat de uitvoering van het beleid goed verloopt. Met name onze inspanningen op het gebied van de gedecentraliseerde taken in het sociaal domein willen wij daarbij noemen. En ook dat de stad op veel plekken in beweging is: er wordt veel gebouwd of er zijn er initiatiefnemers en/of plannen om te bouwen in Purmerend. Bijvoorbeeld Kop West, Klein Where, voormalig gebouw Betronics, de nieuwe school in het Karekietpark en de nieuwe sporthal. Om zichtbaar te maken waar de ontwikkellocaties zijn, plaatsen we daar ook grote ‘punaises’. Tot slot hebben we door samen met burgers, politie en andere partners op te trekken de stijgende lijn van ‘high impact crimes’ (bijvoorbeeld woninginbraken) in Purmerend doorbroken. Daarnaast hebben we nog de nodige ambities en wensen, maar we hebben ons wel te verhouden tot een realiteit waarin simpelweg sprake is van onvoldoende financiële ruimte om én de algemene reserve op een voldoende niveau te brengen én een aantal gewenste nieuwe uitgaven door te zetten. Prudent financieel beleid vereist meer financiële kracht om risico’s aan te kunnen. Purmerend kan tegen een stootje en dat moet zo blijven. De financiële huishouding dient ook in de toekomst structureel op orde te zijn. Binnen deze randvoorwaarde blijven wij zoeken naar ruimte voor verbeteringen en nieuw beleid voor Purmerenders en mensen die in Purmerend hun boterham verdienen. Wij vinden het belangrijk om te benadrukken dat binnen alle financiële onzekerheden in Purmerend ook heel veel tot stand is en wordt gebracht, zowel door de gemeente als door ondernemers en het maatschappelijk middenveld. De realisatie van het woonzorgcomplex Heel Europa, de herinrichting van het Tramplein, het gevarieerde winkelbestand in het centrum van Purmerend en de investeringen van Wereldhave in het Willem Eggertcentrum, de investeringen in sportvelden en het faciliteren van duurzaamheidsinitiatieven zijn aansprekende voorbeelden. De vitaliteit en uitstraling van Purmerend zijn in orde en de Purmerenders hebben daar baat bij. In dit licht stelt het college voor om maximaal een half miljoen bij te dragen aan het aanpassen van de busbaan in de N235. Als dit project doorgang vindt, betekent het een verbetering van de bereikbaarheid van Purmerend per openbaar vervoer en per auto. Deze ontwikkeling was bij de kadernota nog niet bekend en het college vindt het een kans waarop moet worden voorgesorteerd. risico's en omvang algemene reserve In lijn met de kadernota verbetert de financiële positie niet door herverdeeleffecten in het gemeentefonds, zeer beperkte groei van het gemeentefonds en stijgende kosten. In het sociaal domein is nog geen sprake van tegenvallers, maar evenmin is er zekerheid dat de overgedragen middelen structureel toereikend zijn. Naast dit beeld doen zich nieuwe risico’s voor. Bijvoorbeeld de invoering van de vennootschapsbelasting voor gemeenten. Deze zorgt voor een nieuw risico van € 0,8 miljoen. Daarnaast is tijdens de zomer nieuwe regelgeving aangekondigd voor de wijze waarop grondexploitaties moeten worden berekend. De nieuwe regels kunnen voor Purmerend een vermindering van de algemene reserve met € 7 miljoen tot gevolg hebben. Deze risico’s zijn van een dermate grote omvang dat het college het nodig acht om meer prioriteit te geven aan groei van de algemene reserve. De ruimte voor nieuwe uitgaven is hierdoor heel beperkt en dit vergt nieuwe prioriteringen. meevallende ontwikkelingen Toch zijn er ook meevallende ontwikkelingen. De taakstelling op de organisatie slaagt op een wijze waardoor ruimte ontstaat om te investeren in noodzakelijke capaciteit ten behoeve van regionale ontwikkelingen, economie en informatievoorziening. En waar bij de kadernota nog sprake was van een tekort in 2018 en 2019, is er nu een structureel sluitende begroting doordat het beroep op de bijstand en de rijksmiddelen hiervoor met € 0,5 miljoen structureel verbeteren.
3
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Aanbiedingsbrief
nieuwe keuzemogelijkheden en midterm review De resultaten van de zoektocht naar financiële ruimte kunnen daarom volledig worden aangewend voor groei van de algemene reserve en financiering van de wensen voor de midterm review. Daarbij stelt het college voor om vrijkomende middelen de komende periode voor de helft te gebruiken voor versterking van de algemene reserve, gezien de urgentie hiervan, en voor de helft voor nieuw beleid. Omdat er een structureel sluitende begroting voorligt, zijn zowel de mogelijk te nemen maatregelen (wat kan minder, wat kan goedkoper) als de wensen voor de midterm review in een afzonderlijke bijlage bij de begroting ondergebracht (registratienr. 1224300). Discussie hierover kan bij de behandeling van de begroting worden gevoerd, maar de uitwerkingen en definitieve besluitvorming zullen plaatsvinden bij de midterm review/kadernota 2017 en bij de behandeling van de begroting 2017-2020. Het college acht het raadzaam en zorgvuldig om dit proces stapsgewijs te doorlopen door nu al richtingen aan te geven ten behoeve van de financiële middelen voor de algemene reserve en voor nieuw beleid. De voorgestelde maatregelen zijn onderverdeeld in een lijst met A-keuzes en een lijst met B-keuzes. De maatregelen zijn in lijn met het raadsbesluit over de kadernota en behelzen geen lastenverzwaring. De A-lijst – met daarop onderwerpen als de doorontwikkeling van het maatschappelijk beleidskader, het stoppen met natuur- en milieueducatie, regionale doorbelasting van bureau Werk, vermindering van het budget voor aanpassingen verkeersveiligheid rondom scholen, het invoeren van toeristenbelasting, het verminderen/niet meer vervangen van speelplaatsen en een korting op de sponsorbijdrage voor Reuring – geeft de voorkeur van het college aan; de B-lijst met keuzes vindt het college niet wenselijk, omdat hiermee de basis infrastructuur van de stad wordt geraakt, maar geeft de raad ruimte om een eigen afweging te maken. Door voor deze A-maatregelen te kiezen, komt € 430.000 vrij, waarvan de helft (€ 215.000) kan worden besteed aan nieuw beleid. Dit is onvoldoende om alle wensen voor de midterm review te honoreren. Gezien de urgente groei van de algemene reserve naar minimaal € 20 miljoen is het realiseren van de volledige wensenlijst op basis van de huidige financiële ruimte ook niet reëel. Daarom stellen wij voor om de wensen voor de midterm review in een prioriteitsvolgorde te plaatsen waarbij de eerste onderwerpen passen binnen het budget van € 215.000. De volgorde kan door de raad worden aangepast. In de periode tot en met 2019 verwachten wij dat de algemene reserve kan groeien tot € 15 miljoen, mits de risico’s rond de vennootschapsbelasting en de regels voor grondexploitaties niet bewaarheid worden. Verwerking kadernota en tarieven In de begroting zijn conform het raadsbesluit over de kadernota de verhoging van de toegangsprijzen van het zwembad, de bijdrage aan het Luilak Dance Event en de bijdrage aan Bureau Toerisme Laag-Holland verwerkt. Het tarief voor de afvalstoffenheffing komt op € 335,64 en de tarieven voor de rioolheffing komen op € 117,12 (eigenaren) en € 68,40 (gebruikers). De tarieven stijgen daarmee licht ten opzichte van 2015, vooral door een stapsgewijs afnemende bijdrage uit de bijbehorende egalisatiereserve. Voor de OZB wordt geen opbrengstverhoging voorgesteld. Het OZB-tarief wordt alleen aangepast op basis van de waardeontwikkeling van het onroerend goed zelf, conform bestaand beleid. Tot slot Tot slot vindt het college de volgende voor 2016 begrote werkzaamheden en activiteiten een aparte vermelding waard: de doorontwikkeling van het van buiten naar binnen werken, de uitvoering van de decentralisatiedossiers (bijvoorbeeld de vervanging van oude producten door maatwerkarrangementen waarbij de hulpvraag van de cliënt centraal staat; verbetering van de zorg aan jeugdigen in kwetsbare situaties door samenwerking en ontschotting van verschillende budgetten; meer inzet op samenwerking met scholen en zorgpartijen om expertise ten aanzien van kwetsbare doelgroepen beter te benutten), de uitwerking van de resultaten van het woondebat, de werkzaamheden ten behoeve van Kop West, de versterking van Purmerend in de regio en de start van de bouw van de multifunctionele sporthal. Het college bouwt met deze en andere onderwerpen met vereende kracht door aan Purmerend.
4
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Aanbiedingsbrief
Het zal u opvallen dat de begroting dit jaar iets beknopter is geworden. Dit is gedaan in het kader van de ontwikkeling van tellen naar vertellen. Achtergrondinformatie valt te lezen in de vermelde relevante beleidsnota’s. Als de raad dieper op bepaalde onderwerpen wil ingaan, dan organiseren wij samen met u bijvoorbeeld een presentatie of werkbezoek. Het college verneemt dan ook graag hoe en wanneer het u van dienst kan zijn bij uw verdere besluitvorming over de meerjarenbegroting. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Purmerend, de secretaris,
5
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Aanbiedingsbrief
de burgemeester,
RAADSBESLUIT 1222898 De raad van de gemeente Purmerend, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2015, gelet op de artikelen 189, 190 en 191 van de Gemeentewet, BESLUIT 1. De programmabegroting 2016-2019 vast te stellen, inclusief de keuzes voor: a. Een verhoging van de opbrengsten van het zwembad met € 100.000 per jaar vanaf 2017; b. Een structureel bedrag voor het Luilak Dance Event, € 17.000 in 2016 en aflopend naar € 14.000 in 2019; c. Een bedrag voor Bureau Toerisme Laag-Holland van structureel € 45.000; d. Een bijdrage van € 500.000 voor de verbetering van de bereikbaarheid van de stad door aanpassingen aan de busbaan N235; 2. De vervangingsinvesteringen vast te stellen zoals die zijn opgevoerd in bijlage III; 3. Tot het aantrekken in 2016 van maximaal € 50 miljoen voor de herfinanciering van leningen en de financiering van investeringen; 4. De fractievergoedingen 2016 vast te stellen op € 1.000 per fractie en € 400 per raadslid; 5. Het college op te dragen de A-keuzes en de prioriteitsvolgorde van wensen voor de midterm review, zoals opgenomen in de bijlage bij de begroting (“Keuzes t.b.v. algemene reserve en midterm review”, registratienummer 1224300), te verwerken in de kadernota 2017. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 5 november 2015, de griffier
6
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Aanbiedingsbrief
de voorzitter
L
E
E
S
W
I
J
Z
E
R
DE PROGRAMMA'S De programma’s zijn als volgt opgebouwd: Inleiding In de inleiding wordt in het kort het thema van het programma uitgewerkt. Ambities coalitieakkoord In deze paragraaf worden de ambities uit het coalitieakkoord 2014 opgesomd. De ambities worden verder uitgewerkt gedurende de bestuursperiode. Relevante beleidsnota's Deze paragraaf geeft een opsomming van het recent vastgestelde beleid voor het betreffende programma. Trends en risico's Dit onderdeel presenteert toekomstige ontwikkelingen waar de gemeente (mogelijk) een passend antwoord op moet geven. In het geval van trends staat het antwoord onder het kopje 'Wat gaan we daarvoor doen'. Trends zijn financieel verwerkt in de begroting. Bij risico's is geen antwoord geformuleerd, omdat de betreffende ontwikkeling nog onzeker is. Deze risico's duiden vooral zaken aan die een rol spelen in de beleidsuitvoering. Specifieke financiële risico's zijn opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Wat willen we bereiken In deze paragraaf wordt het gewenste maatschappelijke effect aangegeven dat de gemeente wil bereiken. De gemeente heeft daar niet als enige invloed op. De gewenste maatschappelijke effecten geven sturing aan het gemeentelijk handelen. Wat gaan we daarvoor doen Deze paragraaf geeft aan wat de belangrijkste of opvallendste zaken zijn die de gemeente gaat doen om het doel te bereiken. Bestuurlijke producten 2016 Hier treft u een overzicht van de producten die in 2016 aan de raad aangeboden worden. Wat mag het kosten Per programma wordt kort toegelicht welke financiële ontwikkeling er is ten opzichte van de actuele begroting 2015. Alleen ontwikkelingen groter dan € 100.000 worden toegelicht. Naast de ontwikkeling van de exploitatie wordt het gebruik van bij het programma horende reserves toegelicht en een overzicht gegeven van de incidentele baten en lasten. In de bijlagen vindt u een totaaloverzicht van de baten en lasten, reserves en investeringen. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN In de algemene dekkingsmiddelen staan de algemene baten en lasten van de gemeentebegroting. Dat zijn de belastingen, opbrengst uit het gemeentefonds, rentebaten en -lasten, deelnemingen, stelposten die nog niet zijn verwerkt in de programma's en ruimte voor nieuw beleid. RESULTAAT PROGRAMMABEGROTING 2016-2019 In het resultaat staat een totaaloverzicht van de baten en lasten van de programma's en de algemene dekkingsmiddelen: het zogenaamde resultaat voor en na bestemming.
7
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Leeswijzer
PARAGRAFEN De paragrafen presenteren een aantal verplichte overzichten van het beleid, die aan de begroting ten grondslag liggen. BIJLAGEN In de bijlage zijn een aantal overzichten opgenomen die aan de onderbouwing en uitvoering van de begroting ten grondslag liggen. Deze bijlagen zijn: I. Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2016-2019 In de bijlage Ia zijn de financiële ontwikkelingen sinds de kadernota 2016 opgesomd en kort toegelicht. Deze is verdeeld naar onvermijdelijke ontwikkelingen en keuzes. De keuzes zijn niet verwerkt in de financiële overzichten van de programma's. Dit vindt plaats na vaststelling van de begroting door de raad. II. Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld Dit overzicht geeft per programma een opsomming van de beleidsvelden en de raming van de baten en de lasten voor de jaarschijf 2016-2019. Het zorgt voor een compleet beeld en is bedoeld als achterliggende toelichting. III. Investeringsoverzichten In het investeringsoverzicht staan alle lopende, de vervangings-, en toekomstige investeringen. Voor voorgenomen investeringen wordt te zijner tijd een krediet aan de raad gevraagd. IV. Overzicht en toelichting reserves en voorzieningen Deze bijlage bevat het totaaloverzicht van de reserves, voorzieningen en het gebruik hiervan in 2016 en volgende jaren. Het overzicht wordt gevolgd door een korte toelichting per reserve. V. Portefeuilleverdeling Deze bijlage beschrijft de portefeuilleverdeling van de collegeleden. VI. Gemeentelijke organisatie In deze bijlage wordt het overzicht gegeven van de opbouw en doorbelasting van de ambtelijke loonkosten aan de verschillende programma's. VII. Technische uitgangspunten voor de meerjarenbegroting In deze bijlage wordt beschreven welke uitgangspunten zijn gehanteerd voor loon- en prijsstijgingen en volgens welke weging is bepaald of een ontwikkeling onvermijdelijk is en in de begroting moet worden opgenomen of dat er sprake is van een keuzemogelijkheid voor de gemeenteraad.
8
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Leeswijzer
D E �
P R O G R A M M A ' S
1. PUBLIEKSDIENSTEN
10
2. SAMENLEVING
12
3. WONEN
20
4. MILIEU
23
5. BEREIKBAARHEID
26
6. BEHEER OPENBARE RUIMTE
29
7. RUIMTELIJKE ORDENING
33
8. VEILIGHEID
36
9. ECONOMIE
38
10. BESTUUR EN CONCERN
41
9
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
1
P U B L I E K S D I E N S T E N Portefeuillehouders: M. Hegger, H. Krieger
Inleiding Bij dienstverlening staat het belang van inwoners en bedrijven op de eerste plaats. Binnen de geldende wet- en regelgeving wordt maatwerk geleverd. Dit gebeurt steeds meer digitaal.
Ambities coalitieakkoord In deze tijd is de behoefte aan individuele ruimte, ruimte voor maatschappelijke initiatieven en maatwerkoplossingen groot. Wij willen dat inwoners een luisterende en begripvolle gemeente ervaren. Bij sommige gemeentelijke taken, zoals de uitgifte van paspoorten of het ophalen van huisvuil, weten we dat de tevredenheid over hoe we dat doen over het algemeen groot is. Dat neemt niet weg dat we blijven kijken waar efficiëntiewinst mogelijk is. Bij andere taken die vallen onder programma 1, denk aan vraagstukken in de openbare ruimte, hebben inwoners vaak meer behoefte aan het leveren van inbreng. Zij mogen verwachten dat wij rekening met hen houden en het gesprek aangaan voordat beslissingen worden genomen.
Relevante beleidsnota's • Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016 • Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016-2019 • Nota uitvoeringsregels handhaving horeca en alcoholverstrekkers Purmerend 2015-2018
Trends en risico's • De nieuwe Referendumwet (1 juli 2015) biedt burgers de mogelijkheid een referendum aan te vragen. Dit kan leiden tot onverwachte inzet van Bureau Verkiezingen en financiën. • Er is sprake een licht herstel van de huizenmarkt, inclusief nieuwbouw.
Wat willen we bereiken • Tevreden burgers door aandacht te hebben voor de vraag achter de vraag en maatwerk. • Laagdrempelige en digitale dienstverlening.
10
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
Wat gaan we daarvoor doen • Continueren tevredenheid publieksdienstverlening (aandacht voor de vraag achter de vraag, maatwerk) na verbouwing van het Gemeenteplein en integratie van de klantstromen van Werkplein. • Behoud huidige kwaliteitsniveau dienstverlening via elk kanaal en veiligheid Gemeenteplein. • Organiseren referendum als daartoe besloten is. • Verhogen digitaal zaken doen; meer websiteformulieren/automatiseren werkprocessen. • Invoering zaaksysteem; helpt bij informatie over status van aanvraag, verzoek, of melding leefomgeving. • Digitaal afgeven omgevingsvergunningen. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Evaluatieverslag vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend
Jaarlijks
1e kwartaal
Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016-2019
Per 4 jaar
1e kwartaal
Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend Jaarlijks
4e kwartaal
Legesverordening
4e kwartaal
Jaarlijks
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV011 Publieksdienstverlening Lasten Baten
-8.735
-8.411
-8.487
-8.347
-8.330
-8.359
-8.424
2.863
3.113
3.084
3.028
3.013
3.066
3.080
-5.872
-5.298
-5.404
-5.320
-5.317
-5.293
-5.344
Het saldo stijgt met € 84.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015 . Deze stijging wordt veroorzaakt door € 140.000 lagere lasten en € 56.000 lagere baten. EXPLOITATIE Dit ontwikkeling wordt met name veroorzaakt door het uittreden van de gemeenten Landsmeer en Zeevang uit het samenwerkingsverband voor de uitvoering van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Bij het opstellen van de raming van de opbrengst bouwvergunningen is uitgegaan van een licht herstel van de markt en een voorzichtig realistisch scenario voor nieuwbouw. Dit leidt niet tot een afwijking ten opzichte van de laatst vastgestelde begroting 2015. RESERVES Er zijn geen afzonderlijke reserves voor dit programma. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Er zijn geen incidentele baten en lasten voor dit programma. INVESTERING Er zijn geen afzonderlijke investeringen voor dit programma.
11
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
2 S
A
M
E
N
L
E
V
I
N
G
Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, R. Helm, M. Hegger, E. Voorbij
Inleiding Dit programma omvat gemeentelijke taken binnen het sociaal domein: sociale samenhang, onderwijs en ontwikkeling, (jeugd)zorg en inkomensondersteuning.
Ambities coalitieakkoord • Wij willen ruimte geven aan de mensen die Purmerend tot een levendige stad maken, aan al die vrijwilligers en inwoners die zich inzetten voor Purmerend. • Wij hebben de ambitie de stad nog levendiger te maken door evenementen, kunst, cultuur en sport. Subsidies op het gebied van welzijn en vrijwilligerswerk worden vooral ingezet waar mensen ze het meest nodig hebben. We gaan onder meer na hoe het rendement van Clup en Spurd kan worden geoptimaliseerd mede op het gebied van het jongerenwerk. • We onderzoeken de mogelijkheid Sportgemeente van het jaar te worden. • Met de sportaccommodatienota maken we keuzes in het aanbod en de kwaliteit van accommodaties. • De lijn van 'van buiten naar binnen' werken versterkt de positie van het werken in wijken. • De kwaliteit in de zorg (jeugdzorg, ouderenzorg en dagbesteding) willen we vooral afmeten aan de tevredenheid van de gebruiker. Het is ons doel om zorg laagdrempelig (in de wijken) aan te bieden. • We hebben speciale aandacht voor eenzaamheid onder ouderen en ouderenmishandeling. • We willen de huidige kwaliteit van het onderwijs vasthouden en indien mogelijk verbeteren door onderwijs en zorg in samenhang te bekijken. • We helpen uitkeringsgerechtigden aan een baan en motiveren hen om een werkritme aan te houden of om bij te leren. • We maken ons sterk voor kwetsbare mensen om hen zoveel mogelijk te laten meedoen in onze samenleving. • We brengen armoede in beeld en bepalen welke ondersteuning wij kunnen bieden aan mensen die moeilijk rondkomen. • We willen dakloosheid voorkomen en streven ernaar dat daklozen hun leven zo snel mogelijk weer in eigen hand nemen.
Relevante beleidsnota's • Maatschappelijk beleidskader: Purmerend is van ons allemaal (2011) • Kaders decentralisatie (2013) • Nota gezondheidsbevordering (2013-2016) • Notitie schuldhulpverlening (2012)
12
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
• Visie van de gemeente Purmerend: wonen in Purmerend (2011) • Nota naar welzijnswerk nieuwe stijl (2012) • Woonvisie Purmerend: samen leven en wonen (2012) • Beleidsplan Wmo (2014) • Beleidsplan jeugdzorg (2014) • Beleidsplan participatie (2014) • Beleidsnotitie social return bij inkoop Zaanstreek-Waterland (2015) • Visie beschut werk (nieuw) Purmerend (2015)
Trends en risico's Ondanks onze inspanningen op het gebied van de gedecentraliseerde taken in het sociaal domein bestaat onzekerheid over de mate waarin de beschikbare middelen toereikend zijn. Er is een trend naar een meer integrale benadering vanuit onderwijs en zorg, en vroegtijdiger signalering van wat nodig is om de ontwikkeling van een kind zo goed mogelijk te laten verlopen. Zo kunnen kinderen tijdig worden geholpen en wordt inzet van zwaardere (tweedelijns) zorg zoveel mogelijk vermeden. De transformatie van het jeugdzorgstelsel gaat door, het budget daalt verder. Het is nodig de bestedingen aan dure vormen van zorg, met name in verblijfsvormen, te beperken. Er is echter een groep ouders en jeugdigen die blijvend ondersteuning nodig heeft. Andere vormen van jeugdhulp kunnen samen met de jeugdhulpaanbieders slimmer worden georganiseerd. Preventie en vroegtijdige signalering met inzet van lichte vormen van ondersteuning aan gezinnen is daarbij een belangrijke en noodzakelijke trend. Het exploitatietekort van BaanStede neemt nog steeds meerjarig toe, vooral door het subsidietekort. Dit is nauwelijks beïnvloedbaar, aangezien de subsidiebijdrage wordt vastgesteld door het Rijk en de loonkosten voortkomen uit landelijke cao-besprekingen. Leerlingenaantallen dalen. Tot 2029 wordt een krimp van 12% verwacht. Hierdoor komt vanuit het gemeentefonds minder geld naar Purmerend voor onderwijshuisvesting.
Wat willen we bereiken Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld kunst en cultuur Kunst en cultuur dragen in belangrijke mate bij aan een goed leefklimaat in de stad en zetten Purmerend regionaal meer op de kaart. Er is een gevarieerd en goed toegankelijk kunst- en cultuuraanbod. Iedere Purmerender komt met kunst en cultuur in aanraking. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld sport en recreatie Een sterk ontwikkeld verenigingsleven, een gevarieerd aanbod van sportstimuleringsactiviteiten en goede sport- en recreatievoorzieningen maken het de Purmerenders gemakkelijk om gezond te leven en elkaar te ontmoeten. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld wijkmanagement Buurten en wijken zijn ‘schoon, heel en veilig’. Purmerenders doen meer zelf aan het onderhoud van hun wijk en zijn actief in hun buurt. Zij hebben invloed op de ontwikkeling van de buurt en vinden daar voldoende mogelijkheden om elkaar te ontmoeten. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld jeugd Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Wanneer ouders het even niet helemaal zelf kunnen, speelt hun directe omgeving een belangrijke rol. In eerste instantie familie, buren, vrienden en vrijwilligers.
13
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
De gemeente helpt waar nodig, door te investeren in preventie (zodat de ouders weten waar ze terecht kunnen voor informatie), door advies en door lichte vormen van ondersteuning. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld onderwijs Kinderen groeien in Purmerend op tot verantwoordelijke, zelfstandige en zelfredzame volwassenen. Hun ontwikkeling door de jaren heen (van 0 tot 23) verloopt volgens een doorlopende lijn: van geboorte tot en met studie en arbeidsmarkt. Het onderwijs is de belangrijkste basisvoorziening. School is een veilige plek waar kwalitatief goed onderwijs wordt geboden. Onderwijs, zorgprofessionals en gemeente signaleren vroegtijdig dat kinderen extra hulp nodig hebben. Deze kinderen kunnen rekenen op extra ondersteuning, zoals taalonderwijs, spraaktechniek, psychologische hulpverlening en jeugdhulp. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld maatschappelijke ondersteuning Purmerenders die dat vanwege hun handicap of maatschappelijke positie nodig hebben, krijgen op grond van de nieuwe Wmo toereikende en op de vraag afgestemde ondersteuning. Mensen blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen en steunen elkaar zoveel mogelijk. Een beroep op de overheid wordt pas gedaan wanneer andere mogelijkheden niet aanwezig zijn. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld werk en inkomen Zoveel mogelijk Purmerenders werken naar vermogen, en verwerven daaruit een inkomen om in hun levensonderhoud te voorzien. Zij staan midden in het leven en bewegen zich in de maatschappij, tussen de mensen. Er is een vangnet voor Purmerenders die uitvallen of dreigen uit te vallen, of die onvoldoende middelen hebben om mee te doen. 'Meedoen' staat centraal. Purmerenders krijgen daartoe passende ondersteuning, en doen daar desgevraagd iets voor terug.
Wat gaan we daarvoor doen Beleidsveld kunst en cultuur • Samen met de instellingen en amateurkunstinstellingen wordt gewerkt aan een divers en kwalitatief hoogwaardig cultuureel aanbod. Ook wordt ingezet op versterkte samenwerking tussen culturele instellingen. • Door onder meer de culturele UITdagen komen inwoners op een laagdrempelige manier met kunst en cultuur in aanraking. • De komende periode wordt ingezet op het verder op de kaart zetten van cultureel Purmerend door de verbinding met andere beleidsterreinen te zoeken, zoals economie en toerisme. Beleidsveld sport en recreatie • Begin 2016 wordt gestart met de aanleg van een calisthenics park in park De Uitvlugt in Purmer-Noord. • De oplevering en ingebruikname van de nieuwe sportaccommodatie aan de Van IJsendijkstraat staat gepland voor medio 2017. In 2016 is de bouw hiervan goed zichtbaar. Beleidsveld wijkmanagement • De samenwerking tussen de gemeente en externe partners wordt doorontwikkeld en gesprekken over beschikbare budgetten worden voortgezet. Beleidsveld jeugd • Er wordt extra geïnvesteerd in het herkennen van opgroeiproblemen bij de allerkleinsten (0-4 jaar). Dit gaat over bijvoorbeeld gezondheid en opvoeding, maar ook over verwaarlozing, mishandeling en dergelijke. Hierbij wordt nauw samengewerkt met professionals in de voorschoolse educatie, op scholen, bij organisaties als het Centrum voor Jeugd en Gezin, (school)maatschappelijk werk en bij voorzieningen voor vrije tijd. • De budgetkorting wordt vorm gegeven bij de inkoop van alle vormen van jeugdhulp en in de transformatie: het verbeteren van de zorg voor jeugd door onder andere betere samenwerking en slimmer organiseren. • Het straathoekwerk wordt in 2016 op een andere manier vormgegeven n.a.v. keuzes rond streetcornerwork.
14
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
Beleidsveld onderwijs • Intensivering van de inzet op het onderwijsachterstandenbeleid: in samenwerking met partners in het veld wordt een aantal pilots gehouden, gericht op preventie, aanpak van ontwikkelingsachterstanden en aansluiting op het basisonderwijs. Verder worden de drie schakelklassen, een éénjarige voorziening voor kinderen van asielzoekers en andere nieuwkomers, in het basisonderwijs ondersteund. • School is een belangrijke vindplaats voor jeugdhulp. We gaan kijken naar de verbinding tussen onderwijs en zorg, en zetten in op preventieve aanpak van problemen en laagdrempelige zorg. In het primair en voortgezet onderwijs wordt uitvoering gegeven aan het schoolmaatschappelijk werk+. • Het in 2015 afgesloten nieuwe contract leerlingenvervoer wordt gemonitord. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheid om een extra doelgroep (AWBZ-jeugd/JGGZ) te combineren met leerlingenvervoer. • Samen met schoolbesturen wordt de voorspelde daling van het aantal leerlingen bekeken op de mogelijke effecten voor de onderwijshuisvesting. Voor schoolbesturen en gemeente kan het aantrekkelijk zijn om met schoolgebouwen te schuiven. Keuzes hierin spelen op langere termijn. Beleidsveld maatschappelijke ondersteuning • In 2016 wordt het proces herindicering AWBZ afgerond. • Eenzaamheid wordt op wijk- en/of buurtniveau in beeld gebracht met behulp van diverse cijfers en informatie uit preventieve huisbezoeken bij zelfstandig wonende 75-plussers. Dit beeld wordt besproken met betrokken partijen (welzijns- en zorginstellingen, ouderenbonden, kerken). Met partijen zullen te ontplooien initiatieven ter voorkoming en zonodig doorbreking van eenzame situaties worden besproken. • Ouderenmishandeling is voor de regio Zaanstreek-Waterland een beleidsterrein waarvoor de uitvoering en de financiële middelen belegd zijn bij de gemeente Zaanstad als centrumgemeente. Ouderenmishandeling is een onderwerp dat nog erg in de taboesfeer zit. Om een eerste beeld te krijgen van deze problematiek, wordt het meegenomen in de gesprekken die gehouden gaan worden rondom het thema eenzaamheid. • Het proces voor de doorontwikkeling van beschermd wonen is opgestart en leidt volgens de planning in maart 2016 tot besluitvorming. Daarna worden de gemaakte keuzes omgezet in uitvoeringsafspraken. • In 2016 start de voorbereiding van de nieuwe nota gezondheidsbevordering. Beleidsveld werk en inkomen • De herijking van het armoedebeleid loopt door in 2016. • Mensen met een arbeidsbeperking die nog wel arbeidsvermogen hebben en die voorheen een beroep konden doen op de sociale werkvoorziening of de Wajong krijgen specifieke ondersteuning. • In het kader van de transformatie binnen het sociaal domein waar de Participatiewet onderdeel van is, wordt voortgebouwd op de ‘nieuwe’ manier van werken die is ingezet: dichtbij de klant en maatwerk. Dat betekent onder andere dat we steeds minder standaard inkopen, maar individueel kijken wat echt nodig is en zelf activiteiten organiseren die zijn afgestemd op de vraag van de klant. Jongeren worden vroegtijdig ondersteund richting werk door op casusniveau samen te werken met scholen en diverse partijen. Het aanbod van werkervaringsplaatsen wordt uitgebreid. We maken meer gebruik van bestaande voorzieningen en van voorzieningen die vanuit het maatschappelijk domein gesubsidieerd worden. We bezoeken werkgevers en onderzoeken samen met hen de mogelijkheden voor plaatsing van mensen uit de kwetsbare doelgroepen. We onderzoeken welke vormen van begeleiding en jobcoaching passend zijn bij plaatsing van mensen uit de kwetsbare doelgroep. De visie op 'beschut werk nieuw' wordt verder uitgewerkt samen met betrokken partijen, in een ontwikkelopgave die gericht is op concreet aanbod. Voor mensen die onder de doelgroep ‘beschut werk nieuw’ vallen wordt, samen met betrokken partijen, naar passende plekken gezocht. • In 2016 plaatst de gemeente 6,5 fte in het kader van sociaal rendement en wordt een bedrijfsanalyse uitgevoerd inzake het creëren van nieuw werk. • In 2016 staat een aantal onderwerpen op de regionale participatieagenda: uitwerking detacheren, uitwerking 'beschut werk nieuw', uitwerking Werkgeversservicepunt, actieprogramma samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf, evaluatie geharmoniseerde werkgeversinstrumenten, evaluatie beleid op 'beschut werk
15
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
nieuw'. Ook de transitie van BaanStede is een speerpunt. De gemeenten, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor BaanStede, toetsen of de ingezette koers de gewenste resultaten oplevert. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Concretisering beleidsplan participatie
2016
1e kwartaal
Stand van zaken beschut werk nieuw
2016
2e kwartaal
Herijking armoedebeleid
2016
4e kwartaal
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Lasten
-95.612
-129.254
-130.990
-133.131
-133.138
-133.574
-134.032
Baten
40.222
29.197
31.586
33.105
33.146
33.216
33.264
Saldo
-55.391
-100.057
-99.404
-100.026
-99.992
-100.357
-100.768
Het saldo daalt met € 622.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de lasten met ruim € 2,1 miljoen en een stijging van de baten met ruim € 1,5 miljoen.
16
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
(bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV021 Kunst en cultuur Lasten
-8.301
Baten
-8.189
-8.042
-8.017
-8.065
-8.099
-8.168
1.730
1.611
1.611
1.605
1.602
1.613
1.625
-6.572
-6.578
-6.431
-6.412
-6.463
-6.486
-6.543
Lasten
-6.705
-7.077
-6.901
-7.637
-8.527
-8.981
-9.046
Baten
1.163
1.172
1.171
1.174
1.174
1.186
1.187
-5.541
-5.906
-5.730
-6.462
-7.353
-7.794
-7.859
-1.256
-1.360
-1.285
-1.273
-1.258
-1.270
-1.282
BV022 Sport en recreatie
BV023 Wijkmanagement Lasten Baten
5
0
0
0
0
0
0
-1.251
-1.360
-1.285
-1.273
-1.258
-1.270
-1.282
Lasten
-2.479
-20.418
-20.524
-19.687
-19.436
-19.626
-19.686
Baten
1.121
0
15
0
0
0
0
-1.358
-20.418
-20.509
-19.687
-19.436
-19.626
-19.686
-13.076
-12.358
-12.544
-11.730
-11.759
-11.788
-11.692
1.778
1.827
1.894
1.635
1.646
1.658
1.659
-11.298
-10.531
-10.650
-10.095
-10.113
-10.131
-10.033
-21.982
-34.881
-35.905
-37.280
-37.027
-37.139
-37.573
1.917
1.772
2.393
2.244
2.278
2.312
2.346
-20.065
-33.109
-33.512
-35.036
-34.750
-34.827
-35.227
Lasten
-41.814
-44.971
-45.788
-47.508
-47.065
-46.670
-46.585
Baten
32.507
22.816
24.501
26.447
26.447
26.447
26.447
-9.307
-22.155
-21.287
-21.061
-20.618
-20.223
-20.138
BV024 Jeugd
BV025 Onderwijs Lasten Baten
BV026 Maatschappelijke ondersteuning Lasten Baten BV027 Werk en inkomen
EXPLOITATIE De belangrijkste elementen in de ontwikkeling op beleidsveldniveau ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015 zijn: Beleidsveld Sport en recreatie De lasten nemen toe met € 740.000. Hiervan is € 640.000 veroorzaakt door hogere kapitaallasten als gevolg van eerder afgesproken investeringen, € 55.000 hogere lasten aan subsidies vanwege indexering en voor de sloop van het gebouw van de rugbyclub is incidenteel € 25.000 opgenomen. Beleidsveld Jeugd De lasten nemen af met € 840.000. Dit is voor € 680.000 veroorzaakt door het wegvallen van de incidentele budgetten 2015 voor de invoering van de decentralisaties en voor € 150.000 door de structureel lagere rijksbijdrage. De rijksbijdrage zelf maakt onderdeel uit van de inkomsten uit het gemeentefonds. Beleidsveld Onderwijs De lasten nemen af met € 810.000 en de baten nemen af met € 260.000. Voor € 673.000 betreft dit het vervallen van incidentele budgetten voor de Mercuriusweg en de sloop en verhuiskosten van 't Prisma. Daarnaast vervalt de rijksbijdrage voor het onderwijsachterstandenbeleid voor € 269.000 en dalen de uitgaven hiervoor met € 244.000.
17
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
De verwachting is dat later alsnog de inkomsten en uitgaven voor het onderwijsachterstanden beleid weer worden opgevoerd. Beleidsveld Maatschappelijke ondersteuning De lasten stijgen met bijna € 1,4 miljoen en de baten dalen met € 150.000. Deze ontwikkeling wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: - hogere uitgaven, € 1,5 miljoen, voor de nieuwe Wmo taken, hiervoor zijn middelen ontvangen in het gemeentefonds; - minder uren hulp bij huishouden, € 350.000, conform het eerder vastgestelde beleid; - een lagere eigen bijdrage als gevolg van de daling van het gebruik hulp bij huishouden: lagere baten € 128.000. Beleidsveld Werk en inkomen De lasten stijgen met ruim € 1,6 miljoen en de baten met ruim € 1,9 miljoen. De volgende vier ontwikkelingen verklaren de ontwikkeling: Door het oplopende uitkeringenbestand stijgen de uitgaven van de uitkeringen en de apparaatskosten voor de behandeling van de uitkeringen met € 1,9 miljoen. De verwachting is dat de rijksbijdrage met € 1,9 miljoen zal stijgen, dit wordt mede veroorzaakt door wijzigingen in het landelijk verdeelmodel. De totale bijdrage aan de Wsw, inclusief de middelen die ontvangen worden in de integratie uitkering sociaal domein, daalt met € 340.000. Conform de notitie sociaal rendement stijgen de uitgaven met € 164.000. De bedoeling is dat er 6,5 fte SW en/of uitkeringsgerechtigden extra worden geplaatst in 2016. De uitgaven in het participatiebudget stijgen met € 160.000 mede door de komst van de nieuwe doelgroep uit de Wajong, de afgenemende middelen in het participatiebudget worden tot 2018 nog opgevangen door de inzet van de reserve participatie. In het budget voor de compensatie aan chronisch zieken voor het vervallen van regeling Wtcg/Cer is de incidentele toevoeging voor 2015 van € 224.000 vervallen verlaagd len met € 224.000 om het incidenteel budget 2015 is vervallen. RESERVES Reserve gemeentelijke middelen participatie De reserve is in 2009 en 2010 gevormd met als doel de lagere rijksbijdrage voor participatie gefaseerd in te passen in het beleid en daarmee te voorkomen dat inspanningen om cliënten te laten participeren, direct moeten worden verminderd. In 2016 wordt € 353.227 aan de reserve onttrokken. In 2017 wordt het restant van de reserve onttrokken daarna is de reserve leeg. Bestemmingsreserve herstructureringskosten Wsw De komende jaren vindt een ingrijpende herstructurering in de uitvoering van de Wsw plaats. Het is de ambitie de SW-medewerkers bij reguliere werkgevers te plaatsen, of via vervreemding en publiek-private samenwerkingen groepen SW-medewerkers te detacheren. Ten aanzien van de transitie is budget nodig voor (des)investeringen en frictiekosten. Hiervoor is een totaal bedrag van € 5,6 miljoen opgenomen, ten dele reeds uitgegeven. Gemeenten dragen naar rato bij aan deze transitiekosten via de gemeentelijke bijdragen. In 2016 wordt de onttrekking voor de herstructureringskosten op basis van de begroting van BaanStede begroot op € 237.126. Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Het doel van deze reserve is om de boekwaarden af te kunnen boeken, gedurende de periode 2012 tot en met 2015, van de onderwijspanden die worden herbestemd of worden gesloopt. Onttrekkingen aan reserve vinden plaats na concrete voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken.
18
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
INVESTERINGEN In de begroting zijn voor de verschillende beleidsvelden een reeks van kredieten opgenomen. Deze kredieten zijn afzonderlijk benoemd in bijlage III van de begroting: Op deze plek wordt volstaan met het vermelden van de geraamde investeringen in 2016 per beleidsveld. Kunst en Cultuur: € 497.000 Sport en recreatie: € 10,5 miljoen Onderwijshuisvesting: € 1,4 miljoen Maatschappelijke ondersteuning: € 350.000 INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Programma 2 Samenleving Tijdelijke inhuur capaciteit onder andere Wmo
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019 -274.000
-165.000
-166.000
-166.000
Middelen LHBT's
-54.000
-54.000
-
-
Sloop sporthal Beukenkamp/Rugbyclub
-25.000
-75.000
-
-
Bijdrage participatiebeleid
-353.000
-370.000
-
-
Bijdrage herstructurering Wsw
-273.000
-132.000
-187.000
-302.000
Totaal
-979.000
-796.000
-353.000
-468.000
19
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
3 W
O
N
E
N
Portefeuillehouder: H. Krieger
Inleiding In dit programma ligt de focus op het bereiken van voldoende woningen voor diverse doelgroepen, voldoende kwaliteit van woningen en een prettige woonomgeving. Samenwerking met woningcorporaties en andere partners is daarbij van eminent belang.
Ambities coalitieakkoord Wij streven naar een goede mix van sociale huurwoningen, jongeren- en seniorenwoningen, koop- en huurwoningen en goedkope en dure woningen. Speerpunten daarbij zijn de veranderingen bij de huisvesting van ouderen en het verkorten van wachtlijsten voor jongeren en starters. We willen daarnaast dakloosheid zo veel mogelijk voorkomen. In 2015 is tot slot een woondebat gaande, één van de ambities uit het coalitieakkoord. De uitkomsten van het woondebat vormen de basis voor wat we gaan doen in 2016 en verder.
Relevante beleidsnota's • Woonvisie Purmerend 2012-2016 • Samenwerkingsafspraken Purmerend 2013-2017
Trends en risico's Er is sprake van een veranderende markt voor koopwoningen en de markt voor sociale huurwoningen stagneert. Er komen minder huurwoningen vrij. Bovendien doet een toenemend aantal huishoudens om uiteenlopende redenen een beroep op de urgentieregeling. In 2015 is zowel de Huisvestingswet als de Woningwet herzien. Het uitgangspunt van de Huisvestingswet is vrije vestiging. De mogelijkheden voor lokaal maatwerk zijn beperkt. En er is een nieuwe groep urgenten: mantelzorgverleners en -ontvangers. De nieuwe Woningwet beperkt de taken van de woningcorporaties en maakt de relatie met de gemeenten minder vrijblijvend. Verder is een nieuw woningwaarderingsstelsel ingevoerd, hetgeen invloed heeft op de hoogte van de huren. Het nieuwe besluit toegestane instellingen volkshuisvesting 2015 stelt dat een gemeente slechts van één woningmarktregio deel kan uitmaken. Een woningcorporatie mag alleen investeren in die regio waar zij het meeste bezit heeft. Voor Purmerend betekent deze regeling dat geen enkele corporatie nog mag bouwen in Purmerend zonder toestemming van de minister. De Purmerendse corporaties lobbyen bij de NoordHollandse gemeenten voor een grote Noord-Hollandse woningmarktregio.
20
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
De wettelijke basis voor samenwerking binnen de Stadsregio Amsterdam eindigt op 31 december 2015. Op welke schaal en op welke onderwerpen in 2016 wordt samengewerkt is nog niet volledig duidelijk. Woningcorporaties hebben minder mogelijkheden om te investeren, terwijl er meer initiatieven van zorgleveranciers en particuliere beleggers komen.
Wat willen we bereiken Alle Purmerenders wonen in een kwalitatief goede woning en woonomgeving die aansluit bij de behoeften en leefomstandigheden van het huishouden. De gemeente is slechts één van de partijen die hier invloed op hebben. Met name de inwoners zelf zijn hier, samen met andere partijen, aan zet. Waar nodig en mogelijk biedt de gemeente hier alle ruimte voor. Zolang er sprake is van woningschaarste, zal de gemeente beschikbare woningen zo eerlijk mogelijk verdelen. Aandacht voor duurzaam wonen en leven is belangrijk. Hetzelfde geldt voor huisvestingsmogelijkheden voor bijzondere doelgroepen.
Wat gaan we daarvoor doen • Uitwerken resultaten woondebat 2015. • Het mogelijk maken van zelfbouw voor lage middeninkomens (Kop West). • Het actief ondersteunen van het omzetten van (maatschappelijk) vastgoed naar huisvesting. • Ondersteuning van particuliere initiatieven voor zorgwoningen. • Handhaving huisvestingsvergunning (onrechtmatige bewoning). • Huisvesting statushouders. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Uitkomsten woondebat en voorstel voor eventuele nieuwe activiteiten of beleid
2016
1e kwartaal
Vaststelling woningmarktregio waartoe Purmerend gaat behoren
2016
1e kwartaal
Monitor woningtoewijziging
jaarlijks
2e kwartaal
Actualisering afspraken woningcorporaties
jaarlijks
3e kwartaal
Regionale woonvisie
2016
4e kwartaal
Monitor ontwikkeling woningvoorraad
jaarlijks
4e kwartaal
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV031 Wonen Lasten Baten
-1.203
-1.664
-1.519
-816
-788
-793
-797
605
527
500
320
312
306
304
-598
-1.137
-1.019
-496
-476
-487
-493
Het saldo stijgt met € 523.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015 . Deze stijging wordt veroorzaakt door € 703.000 lagere lasten en € 180.000 lagere baten. EXPLOITATIE Voor € 600.000 lasten en € 40.000 baten betreft dit het vervallen van de incidentele budgetten voor de uitvoering van de woonvisie. In afwachting van de uitkomsten van het woondebat zijn hiervoor geen nieuwe uitgaven opgenomen. Hiervoor is nog wel een vrij bedrag beschikbaar in de reserve Woonvisie. Daarnaast is sprake van € 130.000 lagere lasten en baten vanwege het aflopen van een lening aan een woningcorporatie.
21
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
RESERVES Reserve Woonvisie De bijdrage in de woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan de woonvisie. In afwachting van de uitkomsten van het woondebat wordt voorgesteld om de gelden van de reserve wonen te bevriezen. In de loop van 2016 kan een beslissing worden genomen. Het vrij beschikbare bedrag in de reserve bedraagt € 649.000. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Er zijn geen incidentele baten en lasten voor dit programma. INVESTERINGEN Er zijn geen afzonderlijke investeringen voor dit programma.
22
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
4 M
I
L
I
E
U
Portefeuillehouder: M. Hegger
Inleiding In dit programma ligt de focus op het terugdringen van milieuhinder door bedrijven, efficiënte afvalverwijdering en energiezuinig gedrag.
Ambities coalitieakkoord Onze ambities richten zich op het versterken van de lokale duurzaamheid, een efficiënte en klantvriendelijke afvalinzameling en een gezond milieu. Zo staat in het coalitieakkoord 60% afvalscheiding per 2018 als ambitie. En op termijn (na 2017) wordt een deel van de verwachte dividenden van Stadsverwarming ingezet om een duurzaamheidsfonds te voeden.
Relevante beleidsnota's • Milieubeleidsplan 2012-2016 • Bodembeleidsplan • Milieu- en duurzaamheidsuitvoeringsprogramma 2016 • Geluidsbeleid Baanstee-Noord (2010) • Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016 • Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016-2019 • Verbetering afvalscheidingsresultaten laagbouw gemeente Purmerend (2015)
Trends en risico's • Afvalscheiding: landelijk worden nieuwe doelen gesteld voor de periode na 2018. Purmerend is druk bezig met het realiseren van een afvalscheidingspercentage van 60%. • Collectieve (regionale) warmtenetten (biomassa, restwarmte of bodemwarmte) worden belangrijk om de energieafspraken uit het energieakkoord te halen. In de komende periode zal meer in energiebesparende voorzieningen en maatregelen worden geïnvesteerd, mede als gevolg van de taak die gemeenten in het kader van het landelijk energieakkoord op zich hebben genomen. • Aansluiting op het (bestaande) collectieve warmtenet is economisch niet in alle gevallen rendabel. • Bewoners en ondernemers zijn meer en directer betrokken bij de doelstellingen met betrekking tot duurzaamheid. Zij nemen ook concrete initiatieven, bijvoorbeeld bewonerscoöperatie 'Opgewekt in Purmerend' (zonnepanelen op het stadhuis, energiecursussen voor huurders). • Duurzaamheidsprojecten die voorzien in klimaatneutrale energievoorziening komen niet in alle gevallen van de grond als gevolg van beleid en regelgeving (bijvoorbeeld hoge legeskosten, lange procedures).
23
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
Wat willen we bereiken Een goede kwaliteit van het milieu en verwaarloosbare risico's voor de volksgezondheid in Purmerend. Beperkte belasting van het milieu door de activiteiten van inwoners, bedrijven en instellingen. Een energiezuinige gemeentelijke organisatie, en energiezuinige bewoners en bedrijven. Zoveel mogelijk lokale energieopwekking.
Wat gaan we daarvoor doen • De raad krijgt een overzicht van de plannen van woningcorporaties voor het verbeteren van de energieprestaties van hun bezit en een terugkoppeling van de mogelijke facilitering van energiebesparing door huishoudens met een laag inkomen. • In 2016 wordt verkend of het wenselijk is om doelstellingen uit het milieubeleidsprogramma en uit het actieplan duurzaamheid vast te leggen in een nieuw vast te stellen plan of programma. Hierbij wordt rekening gehouden met de nieuwe Omgevingswet (verwachte inwerkingtreding 2018). • De gemeente ondersteunt en faciliteert initiatieven van bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties met betrekking tot duurzaamheid. • Maatregelen worden uitgevoerd ter verbetering van de afvalscheiding bij de laagbouw, in combinatie met het verminderen van de totale hoeveelheid restafval. • Soortgelijke, op hoogbouw en ondergrondse inzameling gerichte maatregelen zijn in voorbereiding. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Evaluatieverslag vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend
Jaarlijks
1e kwartaal
Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016-2019
Per 4 jaar
1e kwartaal
Strategisch afvalbeleidsplan
2016
2e kwartaal
Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend Jaarlijks
4e kwartaal
Milieu- en duurzaamheidsuitvoeringsprogramma
4e kwartaal
Jaarlijks
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV041 Milieu Lasten
-12.846
-13.280
-13.319
-13.232
-13.249
-13.360
-13.504
Baten
12.796
12.954
12.939
13.132
13.324
13.421
13.570
-50
-326
-380
-100
75
61
66
Het saldo stijgt met € 280.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015 . Deze stijging wordt veroorzaakt door € 193.000 hogere baten en € 87.000 lagere lasten. EXPLOITATIE Een aantal factoren speelt een rol bij het ontstaan van deze verschillen: - door de verbeterde afvalscheiding verwachten wij lagere kosten van verwerking van het huisvuil - door de scherpere begroting 2015 is er minder aan de egalisatiereserve toegevoegd. Hierdoor daalt ook de bijdrage uit de egalisatiereserve RESERVES Egalisatiereserve afvalverwijdering Het verwachte saldo per 31-12-2015 van de egalisatiereserve (€ 150.000) is volledig ingezet bij de bepaling van de hoogte van de afvalstoffenheffing 2016.
24
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Programma 4 Milieu
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019
Bijdrage afvalstoffenheffing
-150.000
-
-
-
Totaal
-150.000
-
-
-
In 2016 zijn de baten incidenteel € 150.000 lager in verband met de bijdrage vanuit de egalisatiereserve afvalverwijdering ter dekking van het tarief afvalstoffenheffing. INVESTERINGEN In 2016 is voor de investering in ondergrondse containers Kop West € 208.000 begroot.
25
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
5
B E R E I K B A A R H E I D Portfeuillehouder: H. Krieger
Inleiding Het is ons streven dat iedere Purmerender zich eenvoudig kan verplaatsen, uiteraard binnen redelijke grenzen van reistijd en kosten. De benodigde infrastructuur moet veilig en duurzaam zijn en houdt rekening met de leefbaarheid.
Ambities coalitieakkoord Oversteekplaatsen en onoverzichtelijke verkeerssituaties gaan we veiliger maken door te zorgen voor laagblijvend groen op plaatsen waar nu nog hoge beplanting staat. Het asfalteren en opknappen van doorgaande fietspaden willen we versnellen. In overleg met Purmerenders bepalen we welke fietspaden daarvoor in aanmerking komen. Ook willen we met een aantal minimale investeringen de verkeersveiligheid in de binnenstad verbeteren. Verder laten we de mogelijkheid onderzoeken om het openbaar vervoer voor (oudere) minima in de daluren gratis of tegen een lager tarief aan te bieden. Om het bezoek aan de binnenstad te bevorderen betalen automobilisten op zondag geen parkeergeld meer. Op straat parkeren zien wij vooral als een voorziening om kort te parkeren. We willen het inpandig parkeren stimuleren.
Relevante beleidsnota's • Verkeersveiligheidsplan (2007) • Fietsbeleidsplan (2010) • Parkeervisie binnenstad 2012-2015 (2012) • Parkeerverordening en bijbehorende uitvoeringsbesluiten (2013-2014)
Trends en risico's Al heel lang worden plannen voor infrastructuur gemaakt op het niveau van de Stadsregio. Het Rijk dringt aan op verdere schaalvergroting om daarmee economische ontwikkelingen in de Randstad makkelijker te maken. De busverbinding met Amsterdam vinden de meeste Purmerenders zeer goed. Door de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn (vermoedelijk in december 2017) zal een deel van de reizigers uit Purmerend en uit Waterland waarschijnlijk moeten overstappen op het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord.
26
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
De wegverbinding tussen Purmerend en Amsterdam wordt steeds beter, onder andere door de spitsstrook langs de A7 in de richting van Amsterdam (eind 2015) en de aanpassingen aan de busbaan langs de Jaagweg van Ilpendam naar Purmerend (2017). In 2014 is gestart met de eerste fase van de verdubbeling van de N244. De bedrijventerreinen in Purmerend zullen dan beter bereikbaar worden.
Wat willen we bereiken Een goed functionerende, veilige en duurzame infrastructuur voor alle manieren van vervoer, binnen bepaalde randvoorwaarden rond leefbaarheid, milieu en fysieke en sociale aspecten. Een aantal locaties verdient extra aandacht, zoals het centrum en andere publiektrekkende voorzieningen.
Wat gaan we daarvoor doen • In 2015 is vanuit het Rijk de corridorstudie Amsterdam-Hoorn (A7/A8) opgestart. In deze studie worden mogelijke oplossingsrichtingen voor de bereikbaarheidsproblemen na 2020 verkend. De hoofddoelstelling van de studie luidt: het verbeteren van de bereikbaarheid in de corridor Amsterdam-Hoorn om daarmee een bijdrage te leveren aan onder andere het versterken van de economische concurrentiepositie en het zorgen voor een aantrekkelijke leefomgeving. Wij zoeken mee naar oplossingen voor deze bereikbaarheidsopgave. • De Stadsregio Amsterdam heeft in 2015 de lijnennetvisie 2018 vastgesteld. Hierin wordt onder andere ingegaan op de aansluiting van de bussen uit Waterland op de Noord/Zuidlijn in Amsterdam-Noord. De vervoerders krijgen de ruimte om de lijnennetvisie verder in te vullen. Wij zijn goed aangehaakt ten behoeve van het behartigen van de belangen van de reiziger uit Purmerend/Waterland. • We dragen maximaal € 500.000 bij aan het creëren van een 'tidal flow' in busbaan N235. • In 2016 staan drie herinrichtingen van de weg in of nabij de binnenstad op de planning. Doel is de bereikbaarheid en verkeersveiligheid op deze trajecten verbeteren. De planning (uitvoering in 2016) is onder voorbehoud van de mogelijkheden om de werkzaamheden goed in te passen met andere werkzaamheden en evenementen. • In 2016 staat (na consultatie van de raadscommissie) een mogelijke aanpassing van de parkeertarieven en een verbeterslag van de parkeerbewegwijzering op de planning. De maatregelen uit de parkeervisie zijn dan grotendeels uitgevoerd.
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV051 Bereikbaarheid Lasten Baten
-3.737
-3.827
-3.746
-3.497
-3.119
-3.159
-3.175
2.646
2.211
2.609
2.325
2.354
2.360
2.366
-1.091
-1.616
-1.136
-1.171
-765
-799
-808
Het saldo daalt met € 35.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 249.000 en een daling van de baten met € 284.000. EXPLOITATIE De resterende aanpassingsmaatregelen voor twee bushaltes aan de Gedempte Where zullen naar verwachting ná 2016, gelijktijdig met de herinrichting van het daargelegen kruispunt, worden uitgevoerd. De dekking hiervoor zal ook dan bestaan uit subsidie van de Stadsregio Amsterdam. De gewijzigde planning van deze incidentele maatregel zorgt in 2016 voor een daling in de lasten met € 100.000. Efficiëntieverbetering met betrekking tot handhaving op de parkeergelden leidt tot een structurele lastenverlaging van € 130.000. Naar verwachting staat hier geen verlaagde
27
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
opbrengst uit opgelegde boetes tegenover. Tot slot dalen de kosten van groot onderhoud aan parkeergarage 't Lammetje met € 50.000 in verband met incidenteel groot onderhoud in 2015. Naar aanleiding van verschillende verkeersveiligheidsprojecten ontvangt de gemeente Purmerend in 2015 een incidentele hulpimpuls ter hoogte van € 318.000 vanuit de Stadsregio Amsterdam. In 2016 zijn geen bijdragen vanuit de Stadsregio begroot. RESERVES Bestemmingsreserve Neckerstraat Deze bestemmingsreserve is bij de derde bestuursrapportage 2014 gevormd en wordt gevoed met door de Stadsregio Amsterdam verstrekte hulpimpulsen verkeer binnenstad. Doel van de reserve zijn projecten in het kader van bereikbaarheid en verkeersveiligheid binnenstad (conform de begroting 2015-2018 gaat het specifiek om aanpassingen aan Neckerdijk en Neckerstraat voor zover niet voorzien binnen de grondexploitatie). Naar verwachting wordt het volledige saldo van € 404.865 in 2016 uitgegeven. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Programma 5 Bereikbaarheid
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019
Bijdrage herstructering Neckerstraat
-405.000
-
-
-
Totaal
-405.000
-
-
-
INVESTERINGEN In overeenstemming met het coalitieakkoord vinden alleen minimale investeringen in de verkeerssituatie van de ring om de binnenstad plaats om de veiligheid te garanderen. Het restant van het krediet Verkeerscirculatie Binnenstad zal samen met de bestemmingsreserve Neckerstraat worden ingezet voor aanpassingen aan de Neckerdijk en Neckerstraat. Doel van de aanpassing is een veiliger traject en een aantrekkelijker entree naar de binnenstad. Begroot is dat in 2016 voor € 1,5 miljoen investeringen plaatsvinden. De verschillende kredieten zijn opgenomen in Bijlage III.
28
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
6
BEHEER�OPENBARE�RUIMTE Portefeuillehouder: M. Hegger
Inleiding Purmerend is een groene, vitale stad met een aangenaam stadsleven. Behoud van een prettige en veilige leefomgeving vraagt om een zorgvuldig en efficiënt beheer van groenvoorzieningen, wegen, bruggen, openbare verlichting, riolering en gemeentelijke gebouwen op een door de gemeenteraad afgesproken beeldkwaliteit. Deze onderwerpen staan in het onderhavige programma. De gemeente heeft de wettelijke taak om het afval- en hemelwater veilig af te voeren en de kwaliteit te waarborgen. Ook de zorg voor deze watertaken is ondergebracht in dit programma. Daarnaast maakt dierenwelzijn onderdeel uit van dit programma.
Ambities coalitieakkoord We willen meer aandacht voor het werken ‘van buiten naar binnen’. Nieuwe vormen van het wijkgericht werken en een wijkgerichte- of individuele aanpak zal meer en meer belangrijk worden. Per situatie bekijken we welke werkwijze het best aansluit. Het gaat erom dat wij de ruimte en tijd nemen om ons te verplaatsen in de situatie, wensen en ideeën van inwoners en ondernemers. Om meer contact en draagvlak te krijgen zijn vaak extra inspanningen nodig. We willen zowel de hoofdgroenstructuur als de nevengroenstructuur versterken. Omdat de technische kwaliteit achterblijft bij de beeldkwaliteit zijn middelen opgenomen om bestaande beplanting te vervangen door geschiktere soorten. Ook zullen we bij onoverzichtelijke verkeerssituaties hoge beplanting vervangen door lagere soorten of door gazons. Deze aanpassingen vinden gefaseerd in vier jaar plaats. Om de veiligheid en kwaliteit van fietspaden te versnellen investeren wij € 1 miljoen. Dit geld zetten wij in om fietspaden te asfalteren en om de verkeersveiligheid te verbeteren bij oversteekplaatsen. De prioritering van deze werkzaamheden krijgt vorm in overleg met de inwoners. De financiering van deze projecten bestaat uit de investeringsimpuls, bestaande beheergelden en een mogelijke subsidiebijdrage van de Stadsregio Amsterdam.
Relevante beleidsnota's • Beleidsnotitie openbare verlichting (2015) • Stedelijk waterplan Purmerend (herziening in 2016) • Verbreed gemeentelijk rioleringsplan (GRP+) (2013 t/m 2017) • Kwaliteitskeuzes onderhoud openbare ruimte (herzien in 2015, basis voor de beheerplannen)
29
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
• Groenkoers (2014) • Handboek inrichting openbare ruimte (2008, wordt regelmatig geactualiseerd) • Nota dierenwelzijn (2013) • Reinigingsplan Purmerend (2011, herziening in 2016) • Beheerplan groen (2011, herziening in 2016) • Beheerplan bomen (2011, herziening in 2016) • Beheerplan wegen (2011, herziening in 2016) • Beheerplan straatmeubilair (2011, herziening in 2016) • Beheerplan kunst- en waterwerken (2011, herziening in 2016) • Beheerplan spelen (2015)
Trends en risico's De zorg voor mens en milieu neemt bij het beheer en onderhoud van de openbare ruimte steeds meer een centrale plaats in. Concrete voorbeelden hiervan zijn het hergebruik van bestratingsmateriaal, het verminderen van afvalwater en het gebruik van gerecycled kunststof of composiet voor bruggen en beschoeiingen, in plaats van hout. Als onderdeel van het aanbestedingsbeleid, wordt bij aanbestedingen van beheerprojecten gestuurd op de inzet van uitkeringsgerechtigden (sociaal rendement). Dit komt tot stand in nauwe samenwerking met BaanStede. Een risico is een toename van ziektes in het bomenbestand van Purmerend. Verspreid door de hele stad staan nog ruim 600 kastanjes, de meeste monumentaal. Kastanjeziekte is in het hele land een probleem. Behandeling van deze ziekte is niet goed mogelijk en (dure) vervanging lijkt het enige alternatief. Ook is essentaksterfte in opkomst. In Purmerend staan ongeveer 7.500 essen. Op dit moment is er geen geschikt middel. Monitoren en besmetting voorkomen door een snelle kap van aangetaste bomen zijn de enige mogelijkheden.
Wat willen we bereiken De leef- en belevingswereld van de Purmerenders staan voorop. Purmerenders zijn betrokken en nemen zelf initiatieven op het gebied van groen, straatmeubilair en verhardingen. Beheer en onderhoud worden samen met hen en op gedegen wijze uitgevoerd. Er is veel waardering voor de openbare ruimte en nauwelijks sprake van vervuiling en vandalisme. De onderhoudskwaliteit ligt op een verantwoord niveau, waarbij grote herstelinvesteringen in de toekomst worden voorkomen.
Wat gaan we daarvoor doen • De openbare ruimte wordt onderhouden op beeldkwaliteitsniveau C, met zoveel mogelijk ruimte voor externe initiatieven ten aanzien van het beheer en onderhoud. • Alle beheerplannen zullen in 2016 worden geactualiseerd op basis van de afgesproken beeldkwaliteit. • Integrale wijkonderhoudsplannen worden opgesteld op basis van het afgesproken beeldkwaliteitsniveau, de jaarlijks uit te voeren wijkschouwen en de input van wijkmanagers/wijkkerngroepen. • Samen met HHNK wordt gewerkt aan een nieuw stedelijk waterplan ten behoeve van een gezond watersysteem (tegen minimale kosten) en met speciale aandacht voor duurzaamheid. • Ook in 2016 wordt geïnvesteerd in ontkoppeling van regenwaterriool en vuilwaterriool. • De pilot hondenbeleid in Purmer-Zuid wordt in 2016 afgerond en de resultaten worden geëvalueerd. • In 2016 wordt geëvalueerd of aanpassingen in het maaibeleid ter bescherming van wilde bijensoorten voldoende effect sorteren.
30
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Gladheidsbestrijdingsplan
Jaarlijks
3e kwartaal
Onderhoudsplan stadsbeheer
Jaarlijks
4e kwartaal
Integrale meerjarenplanning onderhoud
Jaarlijks
4e kwartaal
AVOI (Algemene Verordening Ondergrondse Infra) in samenwerking met regio
2016
4e kwartaal
Nieuw stedelijk waterplan in samenwerking met hoogheemraadschap HHNK
2016
4e kwartaal
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV061 Beheer openbare ruimte Lasten
-25.658
-24.351
-24.501
-25.116
-25.073
-25.008
9.487
10.070
10.046
9.938
10.237
10.378
10.757
-16.171
-14.281
-14.455
-15.178
-14.836
-14.630
-14.999
Baten
-25.756
Het saldo daalt met € 723.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van de lasten met € 615.000 en een daling van de baten met € 108.000. EXPLOITATIE De stijging van de lasten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een geactualiseerde doorbelasting van het ambtelijk apparaat voor de beheertaak wegen, en een stijging in de kapitaallasten over vervangingsinvesteringen die in 2015 zullen worden afgerond op het gebied van wegen en kunst-en waterwerken. Daarnaast heeft een correctie plaatsgevonden in de interne doorbelasting van kosten van de straatveegdienst op taken die hier positief door worden beïnvloed en waarop een heffing van toepassing is, zijnde beheer riolering en afvalverwijdering. Een eerder doorgevoerde verlaging van de kosten voor straatreiniging, leidt daardoor in 2016 tot een correctie op de baten met € 118.000. Tarief gemeentelijke watertaken Opbouw tarief Eigenaren Tarief 2015 Actualisatie kosten
€ 116,16 € 0,98
Legestarief gemeentelijke watertaken 2016
€ 117,14
Afgerond tarief in verband met 12maandelijkse betaling
€ 117,12
Aantal aansluitingen 2016
37.001
Gebruikers Tarief 2015 Actualisatie kosten
€ 67,80 € 0,57
Legestarief gemeentelijke watertaken 2016
€ 68,37
Afgerond tarief in verband met 12maandelijkse betaling
€ 68,40
Aantal aansluitingen 2016
37.471
Opbrengst legesheffing gemeentelijke watertaken
€ 6.896.101,00
31
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
RESERVES Egalisatiereserve begraafrechten Doel van deze reserve is het egaliseren van inkomsten uit meerjarig afgekochte grafrechten, om jaarlijks een evenredig deel van de afkooptermijn te laten vrijvallen voor het beheer van en onderhoud aan de begraafplaatsen. Het saldo van de reserve komt overeen met alle op dit moment geregistreerde afkooptermijnen, tegen actueel prijspeil. Voor 2016 wordt aan de reserve € 177.800 onttrokken en wordt uit meerjarig verlengde en/of nieuwe afkoop een dotatie van circa € 80.000 verwacht. Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken Doel van deze reserve is om incidentele voor- en nadelen ten opzichte van de heffing gemeentelijke watertaken te egaliseren. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de lasten - bijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo aan de egalisatiereserve gedoteerd en later gebruikt ter dekking van tijdelijk lagere tarieven. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Programma 6 Beheer openbare ruimte
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019
Bijdrage begraafplaats
-98.000
-90.000
-78.000
-78.000
Totaal
-98.000
-90.000
-78.000
-78.000
INVESTERINGEN Voor 2016 staan de volgende vervangingsinvesteringen gepland: • uitvoeringsprogramma's asfalt en elementen voor € 1.333.503 • vervanging houten en vaste bruggen voor € 338.196 • riolering (inclusief verbreed gemeentelijk rioleringsplan, stedelijk waterplan en oeverplan) voor € 4.011.911
32
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
7
RUIMTELIJKE�ORDENING Portefeuillehouders: H. Krieger, E. Voorbij
Inleiding De gemeente streeft naar een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving voor alle Purmerenders, met een goede balans tussen wonen, werken, recreëren en verblijven. Daartoe jaagt de gemeente zelfstandig en samen met initiatiefnemers ontwikkelingen in de stad aan. Afweging van belangen vindt plaats als het gaat om aanpassing in het gebruik van gronden en opstallen. De gemeente betrekt bij die belangenafweging haar inwoners, bedrijven, investerende en ontwikkelende (markt)partijen en overige deelnemers, en werkt met hen aan actuele ruimtelijke plannen.
Ambities coalitieakkoord Ruimtelijke projecten leveren soms direct, soms indirect een bijdrage aan de gemeentelijke duurzaamheidsambities. We willen kansen benutten om de stad nog aantrekkelijker te maken om er te verblijven. De integrale ontwikkeling van kom A7 levert een bijdrage aan hoogwaardige werkgelegenheid en aan economische ontwikkeling van Purmerend. Om zoveel mogelijk ondernemers naar Baanstee-Noord te trekken, worden de uitgiftevoorwaarden nog eens tegen het licht gehouden. De economische ontwikkelingsmogelijkheden bekijken we in relatie tot kom A7. Ruimtelijke initiatieven en/of projecten, zowel particulier als gemeentelijk, bieden de gelegenheid om met de stad in verbinding te zijn en te blijven. Planologische regelingen worden flexibeler. Binnen wettelijke kaders wordt voortdurend naar evenwicht gezocht tussen 'ruimtelijke initiatieven mogelijk maken' en 'rechtswaarborgen bieden aan betrokkenen'.
Relevante beleidsnota's • Structuurvisie Purmerend 2005-2020 (2006) • Nota historische woonschepen (2009) • Beleidsnota archeologie in Purmerend (2009) • Welstandsnota (2011) • Nota planoverschrijdende ruimtelijke openbare faciliteiten Purmerend (2012) • Nota grondbeleid gemeente Purmerend (2012) • Geactualiseerde strategische plankaart structuurvisie Purmerend 2005-2020 met toelichting (2013)
33
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
Trends en risico's Contextgedreven werken heeft gevolgen voor grondexploitaties en NIEGG's. Flexibiliteit is nodig en dit vergt situationeel meer inzet of andere kwaliteiten. De commissie BBV heeft voorgesteld dat verkoopprijzen binnen grondexploitaties na tien jaar niet meer mogen worden geïndexeerd. Voor Baanstee-Noord kan dit een verslechtering van het resultaat met € 7 miljoen betekenen. Daarnaast wordt het toeschrijven van rente op NIEGG's niet meer toegestaan. De voorgestelde invoeringsdatum is 2016. De VNG en het IPO zijn uitgenodigd te reageren op deze voorstellen. Purmerend kan zich niet vinden in de voorgestelde invoeringstermijn en de beperking op de berekening van grondexploitaties. De Vpb-plicht voor overheidsondernemingen heeft gevolgen voor resultaatnemingen uit grondexploitaties en vastgoedverkopen. Dit risico is opgenomen in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. De regio is in beweging. Positiebepaling en afstemming over een scala aan onderwerpen is noodzakelijk. Dit vraagt personele inzet en richtinggevende keuzes.
Wat willen we bereiken Purmerend is een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad met een sterke samenhang tussen de historische binnenstad en de wijken, de wijken onderling en de omliggende regio. Daardoor zijn de inwoners optimaal gefaciliteerd om te wonen, werken, recreëren en verblijven. Purmerenders initiëren of worden betrokken bij planvorming. Verder kunnen bewoners rekenen op handhaving van de beoogde, ruimtelijke kwaliteit op basis van actuele regelgeving op ruimtelijk gebied.
Wat gaan we daarvoor doen • We realiseren onder andere Kop West en Baanstee-Noord. • We werken toe naar afronding van grondexploitatie Weidevenne. • We brengen de locaties Klein-Where en Wheermolen-West verder tot ontwikkeling. • De invoering van de nieuwe Omgevingswet per 2018 wordt voorbereid. Dit gebeurt projectmatig en organisatiebreed. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Nota erfgoed
2016
4e kwartaal
Herziening welstandsnota
2016
4e kwartaal
Ontwerpbestemmingsplan De Purmer (cyclisch)
2016
4e kwartaal
(Voor)ontwerpbestemmingsplan Klein Where
2016
4e kwartaal
Geactualiseerde meerjarenprognose grondexploitaties (MPG)
Jaarlijks
4e kwartaal
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV071 Ruimtelijke ordening Lasten
-29.743
-18.878
-24.927
-13.504
-10.096
-9.345
-8.750
Baten
20.555
17.971
24.771
10.849
8.490
6.923
5.566
-9.188
-907
-156
-2.655
-1.606
-2.423
-3.183
Het saldo daalt met € 2.499.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten met € 11.423.000 en een daling van de baten met € 13.922.000.
34
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
De stijging wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de incidentele elementen in beheer van vastgoed en de grondexploitaties. EXPLOITATIE Verkopen vastgoed De lasten dalen met € 300.000 en de baten met € 1,3 miljoen als gevolg van verkopen in 2015. Grondexploitaties De lasten en de baten voor de grondexploitaties dalen met respectievelijk € 11,6 miljoen en € 12,7 miljoen. Dit is conform het vastgestelde Meerjarenprogramma Gronden. RESERVES Bestemmingsreserve Gronden De bestemmingsreserve gronden is ingesteld voor de risico's van de grondexploitaties en wordt daarnaast ingezet voor potentiële nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De reserve dekt in dit kader onder andere de plankosten en onderzoeken van de NIEGG's als deze niet bij verkoop kunnen worden terugverdiend. Per 01-01-2016 is in deze reserve circa € 1 miljoen beschikbaar voor deze doeleinden. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Programma 7 Ruimtelijke ordening
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019
Verkoop vastgoed
-
750.000
750.000
-
Winstneming grondexploitie Weidevenne
730.000
760.000
45.000
373.000
Totaal
730.000
1.510.000
795.000
373.000
INVESTERINGEN Voor 2016 is er in totaal voor € 177.000 aan vervangingsinvesteringen gepland ten behoeve van welszijnhuisvesting en gemeentelijke eigendommen niet voor openbare dienst bestemd.
35
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
8 V
E
I
L
I
G
H
E
I
D
Portefeuillehouder: D. Bijl
Inleiding De inwoners van Purmerend moeten veilig kunnen wonen, werken en recreëren. Speciale aandachtsgebieden binnen dit programma: brandweerzorg, verkeersveiligheid, openbare orde, sociale veiligheid en rampenbestrijding.
Ambities coalitieakkoord We hebben de wens het buurttoezicht uit te breiden met een tweede team.
Relevante beleidsnota's • Lokaal integraal veiligheidsplan 2014-2017 • Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016 • Nota vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend 2016-2019 • Nota uitvoeringsregels handhaving horeca en alcoholverstrekkers 2015-2018 • Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2016 • Beleidsplan brandveiligheid en werkwijze en kwaliteit brandweerzorg 2016
Trends en risico's De langdurig stijgende lijn in het aantal woninginbraken is (nog steeds) een halt toegeroepen. De aandacht in de samenleving voor de opvang, zorg en ondersteuning voor verwarde personen neemt de laatste tijd snel toe naar aanleiding van toenemende overlast. Eind 2015 heeft de Veiligheidsregio het scenario voor het regionaal dekkingsplan voor brandweerkazernes gereed. Dit wordt in 2016 en 2017 geïmplementeerd. Voor Purmerend is het daarbij van belang dat de huidige repressieve 24-uurs organisatie niet wordt versoberd en dat de kwaliteit van de brandweer op hetzelfde niveau blijft.
Wat willen we bereiken Purmerend is een stad die (fysiek en sociaal) veilig is en voelt op het gebied van wonen, werken en leven.
Wat gaan we daarvoor doen • Toezicht en handhaving: meer wijkgericht toezicht organiseren, met meer betrokkenheid van inwoners en ondernemers. De grootste ergernissen zoals hondenoverlast, verkeersveiligheid en afval worden projectmatig aangepakt.
36
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
• Drank & Horecawet: intensivering van toezicht en handhaving alcoholbezit jeugd. Daarnaast wordt vaker het leeftijdsgrenzenteam ingezet. • Jeugd: vroegtijdiger signaleren van jeugdproblematiek door sociale media. • Crisisbeheersing en brandweer: andere invulling van de regionale gemeentelijke piketorganisatie, verdere professionalisering van de gemeentelijke kolom(meer gericht op zelfredzaamheid van de inwoner). • OGGZ: samenwerking en een sluitende ketenaanpak moeten leiden tot een vermindering van het aantal OGGZmeldingen. • Inbraakpreventie: het project "ogen en oren" wordt uitgebreid; verder vindt gerichte communicatie via een doelgroepenbenadering plaats en wordt samenwerking gezocht met woningcorporaties. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Evaluatieverslag vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend
Jaarlijks
1e kwartaal
Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving Purmerend Jaarlijks
4e kwartaal
Jaaruitvoeringsprogramma integrale veiligheid
4e kwartaal
Jaarlijks
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV081 Veiligheid Lasten Baten
-7.417
-7.440
-6.939
-7.596
-7.770
-7.898
276
202
148
150
151
151
-8.008 151
-7.141
-7.239
-6.791
-7.447
-7.619
-7.748
-7.857
Het saldo daalt met € 656.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015 . Deze daling wordt veroorzaakt door € 657.000 hogere lasten en € 2.000 hogere baten. EXPLOITATIE Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het vervallen van de eenmalige teruggave van de veiligheidsregio voor € 476.000. Daarnaast stijgt de reguliere bijdrage aan de veiligheidsregio met € 224.000 in verband met indexering en de eerder overeengekomen wijziging van de toerekening aan de verschillende gemeenten. RESERVES Er zijn geen afzonderlijke reserves voor dit programma. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Er zijn geen incidentele baten en lasten voor dit programma. INVESTERINGEN In 2016 is een vervangingsinvestering van € 60.000 begroot voor de elektrische installaties in de brandweerkazerne. Deze investering loopt door in 2017.
37
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
9 E
C
O
N
O
M
I
E
Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, E. Voorbij
Inleiding In dit programma ligt de focus op het stimuleren en faciliteren van de stedelijke economie. Daarbij gaat het voornamelijk om werkgelegenheid voor Purmerenders en groeimogelijkheden voor bedrijven.
Ambities coalitieakkoord In het coalitieakkoord zijn diverse ambities op het gebied van de stedelijke economie uitgesproken: een breed actieprogramma met het bedrijfsleven, versterking van de binnenstad en aandacht voor kleine ondernemingen (zzp'ers), bijvoorbeeld bij aanbestedingen en administratieve lastenbeperking. Daarnaast bestaat de ambitie om de regionale samenwerking op het terrein van economische zaken te versterken, extra energie te steken in de acquisitie ten behoeve van Baanstee-Noord en om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren (door intensievere samenwerking tussen ondernemers, overheid en onderwijsinstellingen). Tot slot heeft de coalitie de ambitie om Serious Request te organiseren in Purmerend.
Relevante beleidsnota's • Structuurvisie Purmerend 2005-2020 • Detailhandelsvisie binnenstad Purmerend (2012) • Perifere detailhandelsbeleid Purmerend (2012) • Nota accountmanagement bedrijfsleven (2011) • Kantorenvisie (2008) • Uitgiftebeleid Baanstee-Noord (2011) • Nota toerisme (2011) • Kermisbeleidsplan (2009) • Horecavisie (2010) • Evenementenvisie (2013) en beleidsplan evenementen (2013) • Notitie dagelijkse verzorgingsstructuur (2015)
38
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
Trends en risico's Het consumentenvertrouwen is in 2015 – mede als gevolg van het economisch herstel – toegenomen. Verwacht wordt dat deze toename zich in 2016 en volgende jaren zal voortzetten. Veel ondernemers hebben echter nog te maken met de gevolgen van de economische crisis in de periode 2012-2015. De regio gaat meer betrokken worden bij de spreiding van toeristen die naar Amsterdam komen, onder meer door 'I Amsterdam' en het programma 'Amsterdam bezoeken, Holland zien'. Insteek van de Metropoolregio Amsterdam is dat samenwerking in de regio Zaanstreek-Waterland meer kansen schept om hiervan te kunnen profiteren. De leegstand van kantoren in Purmerend blijft beperkt. De regio is in beweging. Positiebepaling en afstemming over een scala aan onderwerpen is noodzakelijk. Dit vraagt personele inzet en richtinggevende keuzes.
Wat willen we bereiken Purmerend heeft een goed vestigingsklimaat voor winkels, kantoren, bedrijven en instellingen. De bedrijventerreinen en kantoorlocaties in de stad zijn van een kwalitatief hoogwaardig niveau. De contacten van de gemeente met de ondernemers zijn goed en dragen bij aan het realiseren van nieuwe initiatieven en plannen in Purmerend. Ook startende ondernemers en zzp'ers vinden voldoende ondersteuning om hun bedrijf op te zetten of uit te bouwen. De regionale economische samenwerking zorgt voor de gewenste afstemming en coördinatie van economische ontwikkelingen en heeft een positieve invloed op de lokale Purmerendse economie.
Wat gaan we daarvoor doen • In 2016 wordt een bidbook voor Serious Request opgesteld en wordt de komst van dit evenement in 2017 voorbereid. • We promoten Purmerend. • De bijdrage aan Bureau Toerisme Laag-Holland wordt voortgezet. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Actieprogramma economie (samen met ondernemers)
2016
2e kwartaal
Evaluatie evenementenvisie
2016
2e kwartaal
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV091 Economie Lasten
-807
-901
-1.735
-926
-895
-760
Baten
515
529
1.362
695
586
586
-765 586
-293
-373
-373
-231
-308
-173
-179
Het saldo stijgt met € 142.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de lasten van € 809.000 en een daling van de baten van € 667.000, voornamelijk vanwege het in 2015 afronden van het actieplan watertoerisme. RESERVES Er zijn geen afzonderlijke reserves voor dit programma.
39
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Programma 9 Economie
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019
Stimulering duurzaamheidsinitiatieven Extra evenement Serious Request Totaal
INVESTERINGEN Er zijn geen afzonderlijke investeringen voor dit programma.
40
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
-30.000
-
-
-
-
-150.000
-
-
-30.000
-150.000
-
-
P�r�o�g�r�a�m�m�a
10
B E S T U U R � E N � C O N C E R N Portefeuillehouders: D. Bijl, H. Krieger
Inleiding In het onderhavige programma staan de doelen en middelen van de raad, het college en het management van de organisatie centraal. Dit programma hangt samen met de paragraaf bedrijfsvoering.
Ambities coalitieakkoord De rode draad van het coalitieakkoord bestaat uit de wens om een andere relatie met de stad te ontwikkelen. Een relatie die meer ruimte schept voor onze inwoners en hun initiatieven.
Relevante beleidsnota's • Het coalitieakkoord 2014-2018: met vereende kracht
Wat willen we bereiken Het Purmerendse gemeentebestuur is betrokken, voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om het te voeren beleid en de daarbij horende prestaties. Bovendien wil de gemeente de toets van verantwoording achteraf, door accountant en publiek, goed doorstaan.
Wat gaan we daarvoor doen • Mede vormgeven aan overheidsparticipatie en zorgvuldige communicatie met inwoners, bedrijven en instellingen. • Het volgen en beïnvloeden van regionale ontwikkelingen, ontwikkelingen binnen en rond de Metropoolregio Amsterdam (MRA) en ontwikkelingen op het gebied van bestuurlijke samenwerking. • Opstelling van diverse planning- en controlproducten. • Opstelling van de midterm review. Bestuurlijke producten 2016 Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Programmarekening met accountantsverslag
Jaarlijks
1e/2e kwartaal
Kadernota
Jaarlijks
2e kwartaal
Programmabegroting
Jaarlijks
3e/4e kwartaal
Begrotingsbijstelling/bestuursrapportage
Jaarlijks
2e, 3e en 4e kwartaal
41
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
Wat mag het kosten (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
BV101 Bestuur & concern Lasten Baten
-12.353
-12.318
-12.376
-12.652
-12.171
-11.955
-12.007
3.498
3.457
3.591
3.629
3.745
3.801
3.858
-8.855
-8.861
-8.785
-9.023
-8.426
-8.154
-8.149
Het saldo daalt met € 238.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting 2015. Dit wordt veroorzaakt door € 276.000 hogere lasten en € 38.000 hogere baten. EXPLOITATIE De hogere lasten worden voor € 218.000 veroorzaakt door het vervallen van de incidentele vrijval van de wachtgeldvoorziening college. De overige ontwikkelingen blijven onder de toelichtingsgrens. RESERVES Er zijn geen afzonderlijke reserves voor dit programma. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Programma 10 Bestuur en concern Frictiekosten
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019 -1.120.000
-500.000
-20.000
Diverse onderdelen Vrijval wachtgeld Totaal
90.000
53.000
-
-
-
-1.067.000
-500.000
-20.000
90.000
INVESTERINGEN Voor de digitale informatievoorziening is een investering begroot van € 225.000 in 2016 en € 125.000 in de jaren daarna.
42
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De programma's
ALGEMENE�DEKKINGSMIDDELEN ALGEMEEN In de algemene dekkingsmiddelen zijn de baten en lasten opgenomen die niet specifiek tot een programma behoren. De algemene dekkingsmiddelen betreffen vooral de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in principe geen vooraf bepaald bestedingsdoel en zijn daarmee vrij aanwendbaar. De niet vrij aanwendbare heffingen, zoals het rioolrecht, de afvalstoffenheffing en de ontvangsten van specifieke uitkeringen zijn als baten opgenomen in de betreffende programma’s. In dit onderdeel wordt het volgende onderscheid gehanteerd: • lokale belastingen • stelposten en onvoorziene uitgaven • de uitkering uit het gemeentefonds • renteopbrengsten • de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen • stelpost voor incidentele baten en lasten ONTWIKKELING GEMEENTEFONDS De uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2015. De vooruitzichten op de ontwikkeling van het gemeentefonds zijn volledig verwerkt waarbij uitgegaan is van het voorzichtigheidsprincipe. De voorgenomen herverdeling van de uitkering tussen de gemeenten voor de taakvelden Ruimtelijke Ordening, Stadsvernieuwing en Volkshuisvesting is verwerkt. Voor Purmerend leidt de herverdeling tot een daling van de uitkering met structureel € 1 miljoen per jaar. Deze daling is nog niet definitief. In het overleg tussen de VNG en de Rijksoverheid is afgesproken dat enkele belangrijke aannames uit de systematiek opnieuw onderzocht worden. Dit betreft de vraag of het peiljaar 2012 wel een geschikt peiljaar is, gelet op de effecten van de economische crisis, het structurele karakter van de hogere uitgaven voor bestemmingsplannen in het niet stedelijk gebied bij kleine gemeenten en de tegemoetkoming vanuit het gemeentefonds voor het wegvallen van de doeluitkering Stedelijke Vernieuwing aan een aantal grotere gemeenten. De uitkomsten van de nieuwe studie zullen niet beschikbaar zijn voor de vaststelling van de begroting 2016 en mogelijk zelfs verschijnen na de kadernota 2017. Binnen de uitkering van het gemeentefonds vindt er ook een verschuiving plaats die niet direct zichtbaar is. De middelen voor jongeren (onder andere onderwijsgebouwen) nemen af als gevolg van het dalend aantal jongeren, en de middelen voor ouderen en uitgaven voor de bijstand nemen toe. Tot slot is en blijft de koppeling aan de rijksuitgaven de belangrijkste factor voor de ontwikkeling van uitkering en de voorspelbaarheid van de omvang van de uitkering. De structurele ontwikkeling van de hoogte van de rijksuitgaven is niet toereikend om de gemeenten te compenseren voor zowel de groei van het areaal (meer woningen, inwoners en uitkeringen) als de stijging van de lonen en prijzen. Dit wordt mede veroorzaakt door de jaarlijks terugkerende structurele kortingen voor de zogenaamde opschaling van gemeenten. Het Rijk kort het gemeentefonds tot en met 2023 elk jaar met 60 miljoen om gemeenten te stimuleren te fuseren. In de begroting is dit tot en met 2019 verwerkt. Alles bij elkaar is er sprake van een reële krimp. Buiten de raming staat de bijstelling van de uitkering als gevolg van onderuitputting op de rijksbegroting. De laatste paar jaar zijn de middelen in het gemeentefonds in de loop van het jaar en na afloop van het jaar verlaagd omdat op de rijksbegroting sprake was van lagere uitgaven. Dit zogenaamde trap-op, trap-af effect komt bovenop de structurele kortingen die in het gemeentefonds zijn verwerkt.
43
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Algemene dekkingsmiddelen
FINANCIËLE TOELICHTING (bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Lasten
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
-2.638
-1.394
-1.442
-961
391
-628
-503
Baten
100.526
143.140
141.003
140.655
140.861
141.066
142.604
Saldo
97.889
141.746
139.561
139.693
141.251
140.438
142.100
(bedragen x € 1.000)
Rekening 2014
Primitieve begroting 2015
Begroting 2015 (bijgesteld)
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
1 Lokale heffingen Lasten Baten
-36
-37
-37
-37
-38
-38
-39
12.636
12.856
12.856
12.972
13.180
13.383
13.589
12.600
12.819
12.819
12.935
13.143
13.345
13.550
-451
886
765
2.416
2.431
1.412
1.535
0
75
0
0
0
0
0
-451
961
765
2.416
2.431
1.412
1.535
7
-12
-12
-12
-12
-11
-11
82.179
119.144
117.179
120.729
120.045
119.902
120.270
82.186
119.133
117.167
120.718
120.033
119.891
120.259
2 Nog te bestemmen middelen Lasten Baten 3 Gemeentefonds Lasten Baten 4 Eigen financieringsmiddelen Lasten
-247
-257
-184
-173
-172
-171
-169
Baten
4.166
4.801
4.570
5.390
6.147
6.345
7.320
3.918
4.544
4.385
5.217
5.975
6.175
7.151
Lasten
-1.905
-1.924
-1.924
-1.831
-1.769
-1.769
-1.769
Baten
1.546
6.263
6.398
1.564
1.488
1.435
1.425
-359
4.339
4.474
-267
-281
-335
-345
5 Deelnemingen
6 Incidentele baten en lasten Lasten
-5
-50
-50
-1.325
-50
-50
-50
-5
-50
-50
-1.325
-50
-50
-50
Lokale heffingen Onder dit product vallen de onroerende zaak en roerende ruimte-belastingen, de hondenbelasting en de precario. De ontwikkeling in de baten wordt volledig veroorzaakt door de jaarlijkse aanpassing van de tarieven en de toename van areaal dat in de heffing wordt betrokken. Dit resulteert in een stijging van de baten ten opzichte van 2015 van € 116.000. Voor 2016 geldt dat de indexering 0% (CPI januari 2015) is. In de meerjarenraming wordt voor de jaren na 2016 uitgegaan van 1,5%. De stijging van de opbrengst uit lokale heffingen komt geheel uit de ontwikkeling van het areaal. Nog te bestemmen middelen De stelposten in de begroting 2016 hebben betrekking op specifieke uitgaven en taakstellingen die nog moeten worden overgeheveld naar de afzonderlijke programma's en anderzijds onderdeel uitmaken van de algemene dekkingsmiddelen in de vorm van collectieve stelposten. Per saldo is er in 2016 sprake van een taakstelling op de uitgaven van bijna € 3,7 miljoen. Dit is bijna € 3 miljoen meer dan in de actuele begroting 2015. De grootste elementen zijn de structurele taakstelling op de organisatie (€ 2 miljoen) en de incidentele taakstelling voor het rekeningresultaat 2016 (€ 1,5 miljoen).
44
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Algemene dekkingsmiddelen
De taakstelling op de organisatie is volledig uitgewerkt en wordt na afronding van het adviestraject met de ondernemingsraad functioneel verwerkt. Het taakstellend rekeningresultaat is opgenomen voor 2016 en 2017. Ook de keuzes voor de kadernota 2016 en nieuwe keuzes zijn hierin verwerkt. Dit betreft: • prijsverhoging toegang zwembad • luilak Dance event • voortzetten bijdrage aan Bureau Toerisme Laag Holland • bijdrage aan busbaan N235 Gemeentefonds De opbrengst uit het gemeentefonds stijgt in begroting 2016 met ruim € 3,5 miljoen naar € 120,7 miljoen. De stijging houdt voor een belangrijk deel verband met de incidentele kortingen die zijn doorgevoerd voor jaar 2015 als gevolg van de koppeling aan de rijksuitgaven. De uitkering uit het gemeentefonds valt uiteen in drie delen: a. De traditionele algemene uitkering, deze stijgt met € 3,4 miljoen door de koppeling aan de rijksuitgaven en de toename van het aantal bijstandsgerechtigden. Voor 2016 geldt feitelijk dat de bijdrage zich na een forse incidentele korting in 2015 van ruim € 2 miljoen, zich herstelt naar de nieuwe structurele omvang. In de jaren na 2016 daalt de algemene uitkering naar € 70,4 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door enerzijds een herverdeling van het gemeentefonds waardoor de uitkering aan Purmerend daalt met € 1 miljoen, en anderzijds een beperkte groei voor het areaal en ontwikkeling van de rijksuitgaven. Deze ontwikkeling was reeds verwerkt in de vastgestelde kadernota 2016. b. De middelen voor het sociaal domein, deze stijgen met € 0,5 miljoen naar € 43,6 miljoen. Binnen de middelen voor het sociaal domein neemt het bedrag voor participatie af met € 0,6 miljoen (de oude Wsw-gelden) en stijgt het bedrag voor de Wmo met € 1,4 miljoen. In de jaren na 2016 dalen de middelen voor het sociaal domein geleidelijk naar € 42,5 miljoen. Deze daling vindt praktisch geheel plaats op het onderdeel participatie. c. De middelen voor de oude Wmo, deze dalen in 2016 met € 0,5 miljoen naar € 6,1 miljoen. In de jaren daarna wordt elk jaar een stijging voorzien met € 0,2 miljoen als gevolg van de groei van de doelgroep en de stijging van het prijzen. Eigen financieringsmiddelen De opbrengst van de eigen financieringsmiddelen stijgt met € 832.000. Deze stijging wordt veroorzaakt door enerzijds een stijging van de financieringsbehoefte voor materiele activa en grondexploitaties (€ 8,7 miljoen) en anderzijds daling van het gemiddelde rentepercentage dat door de gemeente wordt betaald. In de meerjarenraming neemt de opbrengst verder toe. Deze ontwikkeling is eerder geschetst in de begroting 2015 en de kadernota 2016. Deelnemingen Opbrengst van de deelnemingen daalt per saldo met € 4.766.000. Dit wordt veroorzaakt door het vervallen van de incidentele baat 2015 uit de laatste tranche van de verkoop van de aandelen NUON (€ 4.630.000) en het vervallen van jaarlijkse dividend NUON (€ 144.000). Tot slot neemt het nadeel op de BV Stadsverwarming af door een licht hogere risicoprovisie over de door de gemeente gegarandeerde langlopende leningen. In de loop van 2016 vervalt een van de twee leningen die door gemeente aan Stadsverwarming zijn verstrekt. De ontwikkeling in de deelnemingen is conform eerdere meerjarenbegrotingen. Incidentele baten en lasten Jaarlijks wordt een bedrag van € 50.000 voor onvoorziene lasten opgenomen voor de programmabegroting in zijn geheel. Dit maakt het mogelijk om lopende het begrotingsjaar onvoorziene (niet begrote) uitgaven, die daarnaast onvermijdbaar en onuitstelbaar zijn, op te vangen. De post onvoorzien is uitsluitend bedoeld voor dekking van onvoorziene lasten en mag alleen met toestemming van de raad worden aangesproken. Dit onderdeel maakt deel uit van de paragraaf weerstandscapaciteit. Hiermee is voldaan aan de regelgeving om voor onvoorziene uitgaven een bedrag in de begroting op te nemen.
45
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Algemene dekkingsmiddelen
Deze middelen worden indien nodig ingezet als wordt voldaan aan alle drie de volgende voorwaarden: • op het moment van totstandkoming van de begroting waren de kosten nog niet te voorzien • het is niet mogelijk om deze kosten te vermijden • de kosten zijn niet uit te stellen naar de toekomst voor afweging bij de volgende kadernota Verder is voor 2016 als incidentele last opgenomen de instelling van de voorziening vakantiegeld voor € 1,275 miljoen. Het vakantiegeld werd aangemerkt als jaarlijks terugkerende lasten van gelijke omvang. Door het vrijlaten in de toekomst van het moment van opnemen door het personeel is er sprake van een uitkeerbaar recht in het lopende jaar. Om hieraan in 2017 te kunnen voldoen moet in 2016 dit bedrag in de voorziening worden gestort. In feite is er sprake van een andere boekhoudkundige presentatie waardoor de algemene reserve wordt verlaagd. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Specificatie incidentele baten en lasten in euro's (+ is baten en - is lasten)
Algemene dekkingsmiddelen Persoonlijk keuzebudget (dotatie vakantiegeld)
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019 -1.275.000
-
1.500.000
1.500.000
54.000
54.000
Incidenteel nieuw beleid
-500.000
-
-
-
Totaal
-221.000
1.554.000
-
-
Taakstellend rekeningresultaat Middelen LHBT (Gemeentefonds)
46
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Algemene dekkingsmiddelen
-
-
HET�FINANCIEEL�RESULTAAT�2016-2019 ALGEMEEN Op grond van het Besluit begroting en verantwoording geldt als indelingsvoorschrift voor de begroting dat alle mutaties op reserves onderdeel uitmaken van het resultaat van de begroting. Voor de mutaties op deze reserves gelden de volgende richtlijnen: Algemene reserve: Aan de algemene reserve wordt het voordelige resultaat toegevoegd of het nadelige resultaat onttrokken. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming. Een deel van de algemene reserve wordt aangemerkt als weerstandsvermogen en dient in stand te blijven om risico's te kunnen opvangen. Egalisatiereserves: Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en uitvoering van de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. In principe zijn de egalisatiereserves niet aan een termijn gekoppeld. Bestemmingsreserves: Voor bestemmingsreserves geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgestelde termijn. In het vervolg van dit onderdeel van de begroting wordt ingegaan op: • de samenstelling van het resultaat 2016 • het meerjarig overzicht 2016-2019 van de saldi per programma • de reeds in de programmabegroting verwerkte inzet van reserves, conform eerdere besluitvorming • overzicht van incidentele baten en lasten HET TOTAAL VAN DE AFZONDERLIJKE PROGRAMMA'S EN HET RESULTAAT 2016 Programma (bedragen x € 1.000) 01. Publieksdiensten 02. Samenleving 03. Wonen 04. Milieu 05. Bereikbaarheid
Lasten
Baten
Saldo
-8.347
3.028
-5.320
-133.131
33.105
-100.026
-816
320
-496
-13.232
13.132
-100
-3.497
2.325
-1.171
06. Beheer openbare ruimte
-25.116
9.938
-15.178
07. Ruimtelijke ordening
-13.504
10.849
-2.655
08. Veiligheid
-7.596
150
-7.447
09. Economie
-926
695
-231
10. Bestuur en concern
-12.652
3.629
-9.023
-218.817
77.170
-141.647
Algemene dekkingsmiddelen
-961
140.655
139.693
Resultaat voor bestemming
-219.779
217.825
-1.954
-80
1.813
1.733
221
221
-219.859
219.859
-
Resultaat programma's
Resultaatbepaling via egalisatie- en bestemmingsreserves Resultaatbestemming: financieel/rekeningresultaat 2016 (nadelig) Resultaat begroting
Ontwikkeling van het resultaat meerjarig
47
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Het financieel resultaat 2016-2019
Programma (bedragen x € 1.000)
Begroting 2016
01. Publieksdiensten 02. Samenleving
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
-5.320
-5.317
-5.293
-5.344
-100.026
-99.992
-100.357
-100.768
-496
-476
-487
-493
03. Wonen 04. Milieu
-100
75
61
66
-1.171
-765
-799
-808
-15.178
-14.836
-14.630
-14.999
07. Ruimtelijke ordening
-2.655
-1.606
-2.423
-3.183
08. Veiligheid
-7.447
-7.619
-7.748
-7.857
05. Bereikbaarheid 06. Beheer openbare ruimte
09. Economie
-231
-308
-173
-179
-9.023
-8.426
-8.154
-8.149
-141.647
-139.268
-140.002
-141.717
Algemene dekkingsmiddelen
139.693
141.251
140.438
142.100
Resultaat voor bestemming
-1.954
1.983
435
384
1.733
785
384
389
-221
2.768
819
773
10. Bestuur en concern Resultaat programma's
Resultaatbepaling via egalisatie- en bestemmingsreserves Resultaatbestemming: financieel/rekeningresultaat
Samenstelling van het resultaat naar afzonderlijke reserves In onderstaand overzicht worden de mutaties op de reserves weergegeven. Het doel, de voeding en de mutaties op de afzonderlijke reserves zijn toegelicht in de toelichting per programma en in bijlage IV 'Overzicht reserves en voorzieningen'.
(bedragen x € 1.000) Resultaat programma's (saldo baten/lasten)
Programma 1 t/m 10
Algemene dekkingsmiddelen (saldo baten/lasten) Resultaat voor bestemming 2016
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
-141.647
-139.268
-140.002
-141.717
139.693
141.251
140.438
142.100
-1.954
1.983
435
384
-
-
-
Resultaatbepaling 2016 via egalisatiereserves: Saldo onttrekking aan de reserve Afvalverwijdering
4
150
Saldo onttrekking aan de reserve Woonvisie
3
16
-
-
-
Saldo onttrekking aan de reserve Begraafrechten
6
98
90
78
78
AD
412
269
109
-
676
358
187
78
Saldo onttrekking aan de reserve Rente Resultaatbepaling 2016 na mutaties egalisatiereserves Resultaatbepaling 2016 via bestemmingsreserves: Saldo onttrekking aan de reserve Gemeentelijke middelen participatie
2
353
286
-
-
Saldo onttrekking aan de reserve Herstructureringskosten Wsw
2
273
132
187
302
Saldo onttrekking aan de reserve Beheer openbare ruimte
6 405
-
-
Saldo onttrekking aan de reserve Gronden
7
Resultaatbepaling 2016 na mutaties bestemmingsreserves Resultaatbestemming: Financieel/rekening resultaat 2016
25
9
9
9
1.057
427
197
311
-221
2.768
819
773
ONTWIKKELING ALGEMENE RESERVE De mutaties op de algemene reserve zijn als volgt opgebouwd: (+ is voordeel en - is een nadeel)
48
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Het financieel resultaat 2016-2019
(bedragen x € 1000) (+/+ = toevoeging en -/- onttrekking)
2015
Saldo 1 januari toevoeging (+)/onttrekking(-) resultaat Saldo 31 december
2016
7.189
2017
10.627
2018
10.406
2019
13.174
13.993
3.438
-221
2.768
819
773
10.627
10.406
13.174
13.993
14.766
Het saldo van de algemene reserve ontwikkelt zich eind 2019 in een saldo van € 14,7 miljoen, waarbij rekening is gehouden met: • het toevoegen van rentevoordelen ter versterking van de algemene reserve • het verschuiven van de winstneming Weidevenne • een nadelig resultaat uit de tweede bestuursrapportage 2015 • het begrotingssaldo 2016-2019, dat wordt toegevoegd danwel onttrokken aan de algemene reserve Teneinde een goed inzicht te hebben in het begrotingssaldo 2016 is in bijlage I de ontwikkeling van de vrije ruimte opgenomen (2016: € 0,4 miljoen nadelig). Dit is exclusief de toevoeging van rentevoordelen ter versterking van de algemene reserve. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Het overzicht incidentele baten en lasten geeft inzicht in de mate waarin er sprake is van structureel evenwicht. De term structureel evenwicht houdt in dat de begroting voldoet aan bepaalde eisen. De belangrijkste daarvan is dat structurele lasten zijn gedekt door structurele baten. Incidentele lasten mogen worden gedekt door incidentele baten, waaronder onttrekkingen aan de reserves. Voor het begrip 'incidenteel' moet gedacht worden aan lasten en baten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Tabel incidentele lasten en baten per programma in euro's (+ is baten en - is lasten) Programma's
Begroot 2016 Begroot 2017 Begroot 2018 Begroot 2019
2 Samenleving
-979.000
-796.000
-353.000
-468.000
4 Milieu
-150.000
-
-
-
5 Bereikbaarheid
-405.000
-
-
-
6 Beheer openbare ruimte
-98.000
-90.000
-78.000
-78.000
7 Ruimtelijke ordening
730.000
1.510.000
795.000
373.000
9 Economie
-30.000
-150.000
-
-
-1.067.000
-500.000
-20.000
90.000
-221.000
1.554.000
-
-
-2.220.000
1.528.000
344.000
-83.000
1.279.000
508.000
265.000
380.000
-941.000
2.036.000
609.000
297.000
10 Bestuur en concern Algemene dekkingsmiddelen Totaal programma's (resultaat voor bestemming) Bijdrage uit reserves Totaal programma's (resultaat na bestemming)
49
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Het financieel resultaat 2016-2019
D E �
P A R A G R A F E N
Lokale heffingen
1
ALGEMEEN Op basis van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten bevat de paragraaf lokale heffingen ten minste: 1.
de geraamde inkomsten
2.
het beleid ten aanzien van de lokale heffinge.
3.
een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
4.
een aanduiding van de lokale lastendruk
5.
een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid
De baten met betrekking tot de lokale heffingen bedragen in euro's: Soort
2016
Onroerende-zaakbelasting gebruikers
1.942.410
Onroerende-zaakbelasting eigenaren
10.408.056
Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen Afvalstoffenheffing Reinigingsrecht
11.486 11.453.935 250.000
Rioolheffing
6.896.101
Parkeerbelastingen
2.315.373
Reclamebelasting
150.000
Precariobelasting
230.831
Hondenbelasting Leges
379.098 2.476.148
Lijkbezorgingsrechten
265.266
Marktgelden
189.149
HET BELEID TEN AANZIEN VAN DE LOKALE HEFFINGEN Het beleid voor de uitvoering van de heffing en inning van de lokale heffingen is gericht op het waarborgen van een zo'n hoog mogelijke kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten (efficiency). Daarbij wordt er op de lastendrukverdeling gelet en wordt zo veel als mogelijk het profijtbeginsel toegepast. Dit ter verbetering van het draagvlak en het imago van de lokale heffingen. Als uitgangspunt geldt dat de lokale belastingen jaarlijks worden verhoogd voor inflatie. Hierbij wordt het consumentenprijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van januari van het voorafgaande jaar als basis gebruikt. Het CBS heeft het inflatiepercentage van januari 2015 vastgesteld op 0%. Verhoging van tarieven is mogelijk als er (nog) geen sprake is van volledige kostendekkendheid. KOSTENTOEREKENING EN KOSTENDEKKENDHEID Voor de lokale heffingen geldt als wettelijke norm, dat deze niet boven het niveau van kostendekkendheid uit mogen komen.
50
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Tabel kostendekkendheid 2016 1
Programma
Omschrijving
Publiekdiensten
omgevingsvergunningen
Publiekdiensten
rijbewijzen en reisdocumenten
Milieu
huishoudelijk afval
Beheer openbare ruimte
begraafplaatsen
Beheer openbare ruimte
riolering
Lasten
Baten
1.295.910
% 2015
1.295.910
100%
1.289.965
1.228.549
95%
11.453.935
11.453.935
100%
767.426
517.609
67%
6.896.101
6.896.101
100%
1. NB Onttrekkingen aan reserves zijn meegeteld als baten.
Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen: Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting voor woningen en een eigenaren en een gebruikersbelasting voor nietwoningen. De tarieven voor de eigenarenbelastingen woningen en niet-woningen zijn aan elkaar gelijk. Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen (RZB) Deze belasting wordt ook wel de roerende zaakbelasting genoemd, vanwege de aanvulling op en de gelijkenis met de OZB. Deze belasting wordt geheven op alle roerende zaken zoals woonschepen, woonwagens en kiosken. De heffingspercentages zijn gelijk aan die van de OZB. Afvalstoffenheffing De gemeente is verplicht tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Voor de dekking van de kosten wordt afvalstoffenheffing geheven. Het tarief van de afvalstoffenheffing wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead, gedeeld door het aantal huishoudens. De ontwikkeling van de hoogte van de afvalstoffenheffing is voor de komende jaren onzeker geworden. Aan de hand van het peiljaar 2014, worden eind 2015 maatregelen doorgevoerd ter bevordering van de afvalscheiding. Doorgerekend wordt wat de invloed is van de stijging van het gebruik van gft-containers en de verwachte daling van de hoeveelheid restafval. Een eerste verkennende berekening laat een mogelijke besparing van € 11,- per woonhuisaansluiting zien in 2018 (ten opzichte van het tarief 2015). Aangezien de maatregelen eind 2015 doorgevoerd worden, zijn de eerste resultaten hiervan pas in de tweede helft van 2016 zichtbaar. Vanaf dat moment wordt het mogelijk om meer inzicht te bieden in de ontwikkeling van de hoogte van de afvalstoffenheffing in de periode hierna. Reinigingsrecht Reinigingsrecht wordt geheven van bedrijven voor het beschikbaar stellen en ledigen van containers en andere soorten van verwijdering van bedrijfsafval. Het tarief van het reinigingsrecht wordt gebaseerd op de kosten van onder andere inzet van personeel en materieel, verwerkingstarieven van afvalstromen en toerekening van overhead. Rioolheffing Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beheer van het afval- en regenwater en het verwerken van overtollig grondwater. De heffing mag maximaal kostendekkend zijn en alleen worden gebruikt voor de dekking van de kosten die in de wet genoemd zijn. Voor de beoordeling van de kostendekkendheid stellen wij periodiek het Gemeentelijk RioleringsPlan op. In Purmerend is de heffingsgrondslag voor eigenaren een vast bedrag per aangesloten eigendom. De 3
heffingsgrondslag voor gebruikers is gekoppeld aan het waterverbruik in kubieke meters (m ). Hierbij is gekozen 3
voor een tarief per hele eenheid tot 300 m . De raad heeft besloten dit niet verder te differentiëren, gezien de flink stijgende perceptiekosten versus het relatief kleine voordeel voor de burger.
51
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor parkeervergunningen. Beiden dienen ter regulering van het parkeren, zoals vastgesteld in het parkeerbeleid. De handhaving door middel van de naheffingsaanslag is de zogenaamde fiscalisering van parkeerboetes. Dit geldt alleen voor het parkeren bij automaten waarbij geen- of onvoldoende parkeergeld betaald is. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld door het Rijk. Precariobelasting Precariobelasting wordt geheven van degene die een voorwerp of voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, danwel degene voor wie dat voorwerp/die voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig is. De gemeente voert jaarlijks een inventarisatie uit aan de hand waarvan de precariobelasting wordt opgelegd. Hondenbelasting Hondenbelasting is in zijn oorsprong een regulerende belasting ter beperking van het aantal honden. Omdat er sprake is van een belasting geldt hier niet dat er wettelijk sprake is van een maximumtarief en de spelregels van kostendekkendheid. De Hoge Raad heeft op 23 oktober 2013 aangegeven dat het onderscheid in artikel 226 Gemeentewet tussen houders van honden en andere personen niet leidt tot discriminatie. Bovendien is de Hoge Raad van mening dat de heffing van hondenbelasting niet vereist dat een relatie wordt gelegd met bepaalde kosten die de gemeente moet maken in verband met het houden van honden binnen haar grenzen. Reclamebelasting Op 24 juni heeft de raad belsoten om reclamebelasting te heffen. De opbrengsten worden, na aftrek van de perceptiekosten, onder voorwaarden beschikbaar gesteld aan de Stichting Binnenstad Ondernemersfonds Purmerend. Reclamebelasting wordt geheven in een vastgesteld gebied voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Het tarief van de reclamebelasting is een vast bedrag per pand, vermeerderd met een tarief per € 1.000 WOZ-waarde, zodra de WOZ-waarde het bedrag van € 180.000 overstijgt. Het maximale tarief van de reclamebelasting bedraagt € 600 in 2015. Leges Voor reisdocumenten, rijbewijs en akten burgerlijke stand bepaalt het Rijk het maximaal te heffen bedrag. De overige leges worden verhoogd met het consumentenprijsindexcijfers van het CBS. Afwijken van dit percentage is mogelijk, wanneer de kostenontwikkeling voor de afzonderlijke activiteiten dit noodzakelijk maken. Lijkbezorgingsrechten Lijkbezorgingsrechten worden onder meer geheven voor het gebruik van de aula, het begraven van stoffelijke overschotten en het bijzetten van asbussen in de urnenmuur. Purmerend streeft hierbij naar kostendekkende tarieven, waarin rekening is gehouden met de kosten van het onderhoud van de gemeentelijke begraafplaats. Marktgelden Marktgelden worden geheven op zowel reguliere weekmarkten als incidentele marktdagen en bestaan uit tarieven voor het plaatsen van marktkramen en het parkeren bij markten. EEN AANDUIDING VAN DE LOKALE BELASTINGDRUK Om een indicatie te geven van de lokale belastingdruk houden we rekening met de volgende belastingsoorten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor OZB kan bij woonschepen worden gelezen: belastingen op roerende woonen bedrijfsruimten. De OZB en de afvalstoffenheffing zijn op alle huishoudens van toepassing, de rioolheffing alleen voor percelen die op de riolering zijn aangesloten. We geven de lokale belastingdruk aan voor:
52
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
• eenpersoonshuishoudens in een eigen woning • eenpersoonshuishoudens in een huurwoning • meerpersoonshuishoudens in een eigen woning • meerpersoonshuishoudens in een huurwoning Voor de berekening van de OZB is uitgegaan van de gemiddelde woningwaarde in Purmerend volgens de Atlas van de lokale lasten. Deze bedraagt in 2015 € 182.000.
Bedragen in euro's
Eenpersoonshuishoudens
Meerpersoonshuishoudens
Jaar
Eigen woning
Huurwoning
Eigen woning
Huurwoning
2016
745
404
745
404
2015
733
396
733
396
Wijziging
12
8
12
8
Rangordeoverzicht woonlastenmonitor 2015 Gemeente
Rangorde
Bedrag 2015
Rangorde 2014
Nederland gemiddeld
€ 716
Alkmaar
3
€ 564
6
116
€ 686
98
Heerhugowaard
50
€ 626
35
Den Helder
139
€ 697
136
Edam-Volendam
74
€ 646
60
Wormerland
248
€ 757
211
Purmerend
207
€ 733
215
Beemster
247
€ 756
225
Waterland
279
€ 773
314
Zaanstad
337
€ 820
350
Landsmeer
333
€ 816
355
Zeevang
366
€ 856
389
Hoorn
Bron: Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Op nummer 1 staat de gemeente met de laagste lasten. Uit bovenstaande tabel blijkt de plaats van Purmerend in het landelijk overzicht en ten opzichte van de ISW-gemeenten en de gemeenten in Noord Holland Noord van vergelijkbare omvang. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid Voor belastingplichtigen met lage inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de belasting. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing gebruik. Kwijtschelding is mogelijk wanneer aan de voorwaarden van de Invorderingswet 1990 is voldaan, met dien verstande dat wij uitgaan van 100% van de relevante bijstandsnorm. Richtlijnen voor het verlenen van kwijtschelding staan in het Besluit gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid van 12 februari 2013.
2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
DOELSTELLING De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote lasten te dekken. Door het weerstandsvermogen hoeft bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct tot een bezuiniging te worden overgegaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen incidenteel en
53
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
structureel weerstandsvermogen. Het eerste is bedoeld voor eenmalige tegenvallers en het tweede voor structurele tegenvallers. Het begrip weerstandsvermogen is als volgt gedefinieerd: Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: A. De weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. OMVANG WEERSTANDSCAPACITEIT Tot de weerstandscapaciteit worden de algemene reserve, stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit gerekend. Dit zijn immers middelen en mogelijkheden waarover een gemeente beschikt, om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken. Hoewel bestemmingsreserves in principe ook tot de weerstandscapaciteit behoren worden ze niet meegerekend. Dit vanwege het feit dat bestemmingsreserves niet vrij inzetbaar zijn zonder heroverweging van (politieke) keuzes, en de uitvoering van projecten ten laste van bestemmingsreserves al in gang gezet is. De algemene reserve en stille reserves behoren tot de incidentele weerstandscapaciteit. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. In de literatuur wordt hiertoe soms ook de bezuinigingsmogelijkheden die een gemeente heeft gerekend. Bezuinigingsmogelijkheden zijn echter niet met één raadsbesluit gerealiseerd, daarvoor is meer nodig aan voorbereiding en uitvoering. Wel kan onbenutte belastingcapaciteit tot structurele weerstandscapaciteit worden gerekend. STILLE RESERVES Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die lager dan de werkelijke waarde of tegen nul zijn gewaardeerd en die direct verkoopbaar zijn - indien we dat zouden willen - zonder dat de normale bedrijfsgang daaronder te lijden heeft. Dit betreft dan met name de nu door de gemeente verhuurde, niet voor de openbare dienst bestemde gebouwen. Evenmin mogen deze gebouwen in gebruik zijn bij maatschappelijke voorzieningen. In feite moet er sprake zijn van bijna direct verkoopbare gebouwen. Ook als het onderdeel uitmaakt van de voorgenomen te ontwikkelen gebieden maakt het geen onderdeel uit van de stille reserves. Op basis van de lijst met af te stoten gebouwen is in de begroting rekening gehouden met het realiseren van netto verkoopopbrengsten. Aanvullend hierop kunnen nieuwe panden worden aangewezen om te worden afgestoten. NIEUWE KANSEN Naast het benodigde weerstandsvermogen voor risico's zijn er ook kansen. Deze kansen laten zich niet altijd vertalen in de financiële positie. Deels zijn de kansen wel opgenomen in de begroting in de vorm van winsten uit grondexploitaties en panden. Één kans verdient nog aandacht: het preferent dividend van de BV Stadsverwarming. Dividend kan eerst worden uitgekeerd nadat het bedrijf werkelijk winst heeft gemaakt en een redelijk eigen vermogen heeft. Met de Stadsverwarming is afgesproken dat de gemeente vanaf 2013 een cumulatief preferent dividend heeft van € 0,7 miljoen om daarmee recht te doen aan een minimale vergoeding voor het beschikbaar gestelde vermogen. Op basis van de actuele meerjarenprognose van de stadsverwarming kan over het boekjaar 2019, dus in 2020, dit preferent dividend uitgekeerd worden. Het cumulatief preferent dividend over de periode 2013 - 2018 komt dan later alsnog tot uitkering. In totaal gaat het om een bedrag van € 4,2 miljoen dat aan het eind van 2018 nog openstaat als uit te keren vergoeding. Omdat de uitkeringen eerst gaan plaatsvinden in het boekjaar 2020 valt deze kans buiten de huidige meerjarenraming.
54
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is het verschil tussen het werkelijke tarief (on-)roerende zaakbelastingen dat de gemeente heeft vastgesteld en het tarief dat de gemeente minimaal zou moeten hanteren om in aanmerking te komen voor extra steun van het Rijk (de zogenaamde artikel 12 status). Daarnaast telt mee het verschil tussen kostendekkende tarieven en de werkelijk gehanteerde tarieven. Omdat in Purmerend gewerkt wordt met kostendekkende tarieven, resteert als onbenutte belastingcapaciteit alleen de OZB. Als onbenutte belastingcapaciteit geldt voor Purmerend dat de OZB-opbrengst met circa € 3,1 miljoen moet worden verhoogd alvorens de gemeente in aanmerking zou komen voor de zogenaamde artikel 12 status. RISICO’S Voor een goed begrip van wat er onder risico's valt en wat er niet onder valt zijn de onderstaande vuistregels behulpzaam: Kortingen op algemene en specifieke uitkeringen Voor kortingen op algemene (het gemeentefonds) en specifieke uitkeringen geldt dat deze worden ingeschat en verwerkt in de begroting. Kosten Voor gebeurtenissen waarvan het zeker is dat ze zich voor gaan doen en waarvan de omvang ook bekend is, worden voorzieningen ingesteld. Bij het weerstandsvermogen kunnen deze kosten derhalve buiten beschouwing worden gelaten. Hetzelfde geldt voor kosten waarvan de omvang minder goed is in te schatten, maar waarvoor wel een bestemmingsreserve is ingesteld. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de resterende boekwaarde van buiten gebruik te stellen onderwijspanden en de sanering van asbest. Kleine risico's Voor kleine risico's geldt dat de financiële betekenis hiervan niet zodanig materieel is dat hiermee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. In de begroting is een post onvoorzien opgenomen van € 50.000 om gedurende het jaar niet begrote uitgaven op te vangen. We hebben het dan niet over reguliere afwijkingen bij de uitvoering van de begroting. Hiervoor geldt dat meerdere malen per jaar er bijstelling van de begroting plaatsvindt. Rampen en crisis Voor rampen en crisissituaties geldt dat er een scala aan beheersmaatregelen is getroffen. Dit betreft enerzijds het rampenplan waarmee aangegeven wordt hoe een (dreigende) ramp of crisis te lijf wordt gegaan en anderzijds is er sprake van een verzekerd risico en voor zover dit niet het geval is zal worden teruggevallen op de Rijksoverheid. Uiteraard kan er sprake zijn van een financieel nadeel voor de gemeente. De omvang hiervan is niet vooraf in te schatten. Voor zover het in de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente wordt via de weg van vergunningen en periodieke toetsing gezorgd voor het minimaliseren van de risico's. Voor de bepaling van de wenselijke omvang van het weerstandsvermogen zijn de financiële risico's in kaart gebracht. De risico’s die bij deze paragraaf worden meegenomen zijn de niet-reguliere, strategische, nietkwantificeerbare risico’s. De reguliere horen immers in de begroting tot uitdrukking te komen. Veelal kunnen deze via een verzekering worden afgedekt. Bij deze reguliere risico's wordt een ondergrens gehanteerd van € 100.000. Risico's onder deze grens worden hier verder niet toegelicht. Bij de risico’s geldt dat een inschatting gemaakt kan worden van de kans dat het risico zich daadwerkelijk zal manifesteren en de omvang van het risico. Om de risico’s op te vangen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk: • Bijstelling van de geldende beleidskaders; hierdoor kunnen de uitvoeringskosten worden beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door de grenzen waarboven een bijdrage door de gemeente wordt verleend te verhogen.
55
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
• Inkomstenverhogende maatregelen indien de risico’s zich manifesteren op onderdelen waar sprake is van kostendekkende dienstverlening. • Frequente(re) toetsing of het risico zich al voordoet en zo goed mogelijk maatregelen treffen ter beheersing van de onzekerheden. Deze maatregel kan worden ingezet op die onderdelen waarvan de uitkomst niet door de gemeente kan worden gestuurd, maar waarvan de uitkomsten wel kunnen worden gevolgd. Het doel van de maatregel is dan het voorkomen dat 'ongemerkt' de begroting en de werkelijkheid uiteen groeien en er nadelen optreden. Bij het hierna wegen en waarderen van de risico’s is meegewogen dat de gemeente de komende periode nog volop bezig is om afgesproken bezuinigingen uit de vorige raadsperiode door te voeren. Zolang deze bezuinigingen niet volledig zijn gerealiseerd, zal het niet eenvoudig zijn om omvangrijke bezuinigingen te realiseren die nodig kunnen zijn om structurele tegenvallers op te vangen. Daarom wordt in de weging van het benodigde weerstandsvermogen uitgegaan dat het steeds drie jaar zal duren voordat een structureel effect van de risico’s kan worden gecompenseerd met lagere uitgaven elders. In de opstelling is niet afgewogen of alle risico's zich gelijktijdig kunnen en zullen voordoen. De risico's zijn daarom opgeteld. Zodra risico's zich daadwerkelijk manifesteren, wordt afgewogen of structurele maatregelen genomen moeten worden. BENODIGD WEERSTANDSVERMOGEN Het totaal aan benodigd weerstandsvermogen is € 25,41 miljoen. Dit is kleine afname ten opzichte van vorig jaar. Als nieuwe risico’s zijn opgevoerd het lokaal te houden referendum en de mogelijk te betalen vennootschapsbelasting. Niet is opgenomen de aangekondigde nieuwe regelgeving voor de waardering van gronden en NIEGG’s. 1.
Leges omgevingsvergunningen
€ 0,78 miljoen
2.
Nieuwe taken Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet
€ 0,75 miljoen
3.
Wet werk en bijstand
4.
Sociale werkvoorziening BaanStede
5.
Grondexploitaties en voorraad gronden
€ 20,8 miljoen
6.
Wachtgeld zittende collegeleden
€ 0,48 miljoen
7.
Deelneming NV Huisvuilcentrale Alkmaar
€ 0 miljoen
8.
Deelneming BV Stadsverwarming Purmerend
€ 0 miljoen
9.
Garanties op leningen
€ 0 miljoen
10.
Vertraagd realiseren van taakstellingen en bezuinigingen
11.
Lokaal referendum
€ 0,24 miljoen
12.
Vennootschapsbelasting over begrote winsten
€ 0,76 mijoen
13.
Ontwikkelingen loon en prijzen Totaal benodigd weerstandsvermogen
€ 1,0 miljoen € 0 miljoen
€ 0 miljoen
€ 0,6 miljoen € 25,41 miljoen
1. Inkomsten leges omgevingsvergunningen De inkomsten zijn sterk afhankelijk van externe ontwikkelingen. Voor de begrotingsuitvoering is dit een risico. Voor de omgevingsvergunningen wordt gewerkt met een kostendekkend tarief. Vooraf wordt een inschatting gemaakt van de verwachte werkzaamheden en hierop wordt de ambtelijke formatie afgestemd. Hierna wordt het tarief bepaald voor het volgende jaar. Gedurende het jaar kan het tarief niet worden aangepast. Als in het jaar van uitvoering de daadwerkelijke aanvragen sterk achterblijven is het niet mogelijk om in gelijke mate de uitgaven te laten dalen. Mede voor dit risico bestaat sinds de rekening 2011 de egalisatiereserve omgevingsvergunningen. De voeding van de reserve is afhankelijk van overschotten in de uitvoering in enig jaar. De stand van de egalisatiereserve is sinds 2012 nihil. De omvang van de afwijking kan, gelet op de schommelingen in de afgelopen jaren, variëren van € 100.000 tot € 1.0 miljoen. De kans dat de inkomsten afwijken van de begroting is groot. De laatste anderhalf jaar neemt de vraag wel weer toe.
56
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Voor de komende jaren zijn de prognoses kritisch doorgenomen en bedraagt de tariefstelling 3,9%. Voor de komende jaren wordt een opbrengst geraamd van ruim € 1,3 miljoen per jaar. Vanwege de onvoorspelbaarheid van dit risico wordt voor de bepaling van het mogelijke beslag op weerstandsvermogen uitgegaan van lagere opbrengsten over een periode van drie jaar van gemiddeld 20%, oftewel € 260.000 per jaar. In totaal € 0,78 miljoen. 2. Nieuwe taken Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet Sinds 2015 voert de gemeente nieuwe taken uit voor de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. Na een halfjaar uitvoeringspraktijk zijn er nog onzekerheden in de taakuitvoering. De omvang van de beschikbare middelen is duidelijker geworden. Met het financieel gebruik van de voorzieningen en omvang van de eigen bijdrage is nog onvoldoende ervaring opgedaan. Tegelijkertijd is het aantal klachten en meldingen over manco’s in de Purmerendse uitvoering heel beperkt. Hoewel het risico zich moeilijk laat kwantificeren wordt in het benodigd weerstandsvermogen wel een bedrag meegewogen. Vorige jaar werd uitgegaan van het volgende verloop van het financiële risico: 2015: € 1 miljoen, 2016: € 0,5 miljoen en 2017: € 0,25 miljoen. Op basis van de actuele inzichten is er in 2015 nog geen aanwijsbare overschrijding op het geheel van de middelen. Op dit moment lijken de beschikbare gestelde middelen toereikend te zijn voor de dekking van de werkelijk uitgaven. Hierbij geldt als belangrijke kanttekeningen dat de facturering en de afwikkeling van de eigen bijdrage nog onzeker is. Belangrijk is ook om te vermelden dat het Rijk in de onderhandelingen met VNG heeft aangegeven dat de discussies over de omvang van de overgedragen middelen stopt. De gemeenten zullen het moeten doen met de beschikbare middelen. Voor het verloop van het benodigd weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met € 0,75 miljoen. Dit bedrag kan niet van een exacte onderbouwing worden voorzien. Het bedrag drukt uit dat de onzekerheden afnemen. Vorig jaar is aangegeven dat indien er middelen overblijven in 2015 deze worden opgenomen in een reserve voor de uitvoering van deze taken. Als dat eind 2015 het geval is, vervalt voor hetzelfde bedrag het hierboven genoemde risico. De middelen zijn dan aanwezig en hoeven niet te worden afgedekt met apart weerstandsvermogen. 3. Wet werk en bijstand Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het meerjarenperspectief. Het betreft de cliëntenaantallen en de hoogte van de rijksbijdrage. Allereerst de aantallen cliënten met een bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal cliënten werken direct door in de uitgaven. De ontwikkeling van het aantal cliënten laat zich moeilijk schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering als afwijking redelijk geacht. Voordat deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende voorzieningen, zoals de werkloosheidsuitkeringen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. In de begroting wordt rekening gehouden met stijgende aantallen uitkeringen. Deze stijging houdt ook verband met het afsluiten van de instroom in de Wajong-regeling bij het UWV. Ten tweede de hoogte van de rijksbijdrage: de rijksbijdrage wordt driemaal per jaar bijgesteld. De laatste maal dat dit plaatsvindt is in september van het lopende jaar. In de bijstelling wordt op landelijk niveau gecorrigeerd voor het volume en de hoogte van de uitkeringen. In de verdeling hoeft deze correctie niet voor alle gemeenten hetzelfde effect te hebben. De ene gemeente kan er op vooruitgaan terwijl een andere gemeente een nadeel ondervindt. De
57
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
oorzaak hiervan is de lokale ontwikkeling van het bestand. Op dit moment wordt een nieuw landelijk verdeelmodel ingevoerd waarbij Purmerend een voordeel zal ervaren. Hoe groot dit zal zijn en hoe lang dit voordeel in de begroting aanwezig blijft is medio 2015 nog onvoldoende duidelijk. Vanuit de praktijk is wel duidelijk dat Purmerend nu al enkele jaren op rij geen nadeel ondervindt in de rekening als gevolg van hoger aantal cliënten en/of een lagere rijksbijdrage. Om deze reden wordt het bedrag aan benodigd weerstandsvermogen geraamd op € 1 miljoen. Dit is een halvering ten opzichte van de vorige jaren en komt overeen met verschil van circa 60 uitkeringen. Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage zo goed mogelijk te volgen, zal in de jaarlijkse tussenrapportage specifiek aandacht worden besteed aan de bijstellingen. 4. BaanStede De gemeenschappelijke werkvoorziening Zaanstreek/Waterland BaanStede staat voor een zware opgave. Het aantal medewerkers moet krimpen, beschut werken moet worden gegarandeerd en de huidige SW-ers moeten een nieuw perspectief krijgen. Financieel groeit het tekort van de werkvoorziening. Dit tekort is structureel verwerkt in de meerjarenraming met een ambitieuze taakstelling. Het jaarlijkse verschil tussen de begroting en de rekening wordt tot op heden verwerkt in het rekening resultaat. Het lopende jaar valt na de bijstelling van de begroting halverwege het jaar meestal iets gunstiger uit. Het verschil is circa € 100.000. Voor de herstructureringskosten is een reserve gevormd. Op grond van deze elementen is er geen rekening gehouden met een bedrag aan benodigd weerstandsvermogen. Eventuele aanpassingen zijn bovendien ook direct van een structureel karakter. 5. Grondexploitaties en voorraad gronden Over de risico's die zijn verbonden aan de lopende grondexploitaties en de voorraad gronden wordt jaarlijks uitgebreid geïnformeerd via de meerjarenprognose gronden (MPG). Dit stuk wordt gelijktijdig met de gemeenterekening aangeboden en is dan al in de gemeenterekening verwerkt. Vanuit het MPG 2015 is rekening gehouden met € 18,8 miljoen aan benodigd weerstandsvermogen. Specifiek betreft dit de grondexploitatie Baanstee-Noord en Kop West. Voor de NIEGG Klein Where is eerder al een verliesvoorziening getroffen voor de bestaande boekwaarde. Inherent aan grondexploitaties en het ontwikkelen van nieuwe gebieden is dat er onzekerheden zijn en er financiële risico’s worden gelopen. Purmerend heeft hiervoor geen aparte afdekking binnen een grondbedrijf. Alle risico’s komen ten laste van de algemene reserve, tenzij er in de betreffende gebiedsontwikkeling een winstverwachting is. In dat geval komen risico’s eerst tot uiting in een verminderde winst. In verband met de ontwikkeling van nieuwe gebieden zoals Klein Where wordt een extra bedrag van € 2,0 meegewogen in het benodigde weerstandsvermogen. Voor de nieuw te ontwikkelen gebieden worden aparte voorstellen aan de raad voorgelegd. Met het hierboven genoemde bedrag wordt uitdrukking gegeven aan het feit dat het (her)ontwikkelen van nieuwe locaties risico’s met zich meebrengt Een nieuwe dreiging zijn de voorgenomen richtlijnen van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Deze commissie schrijft praktische regels voor op het vlak van de verslaglegging door gemeenten en provincies en de wijze waarop waarderingen moeten worden gemaakt.
58
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
In de nieuwe voorstellen wordt aangegeven dat het verstandig is om nieuwe risico’s te voorkomen door de spelregels voor nog niet in exploitatie genomen gronden aan te passen. Rente en voorbereidingskosten mogen dan niet worden geactiveerd en getoetst aan de marktwaarde. De gemeente wordt gedwongen meer lasten in de exploitatie te nemen en deze later uit een hogere winst goed te maken. Dit leidt echter wel tot een aantasting van de vermogenspositie op korte termijn én tot het mogelijk extra moeten betalen van vennootschapsbelasting. Ook voor bestaande grondexploitaties komt de commissie BBV met twee belangrijke nieuwe regels. Ten eerste: stel de rente gelijk aan de feitelijke rente die de gemeente betaalt. Voor Purmerend levert dat geen verslechtering op, aangezien we dit nagenoeg al doen. Ten tweede: schakel het indexeren van grondopbrengsten na een periode van 10 jaar uit. Deze laatste regel raakt de grondexploitatie Baanstee-Noord. Als daarin de indexeringen worden uitgeschakeld levert dit een boekhoudkundig verlies op van € 7 miljoen. Later kan blijken dat dit verlies niet optreedt omdat er in de praktijk wel degelijk hogere prijzen worden gerealiseerd na een periode van 10 jaar. Op korte termijn wordt echter wel direct de omvang van de algemene reserve geraakt. Gelet op de uitermate zorgvuldige toetsingen die de laatste jaren al plaatsvinden op NIEGG's en grondexploitaties ziet het college de noodzaak voor deze nieuwe regels niet. Zorgvuldige toetsingen door de accountants en aanpassing van processen hebben inmiddels al plaatsgevonden. Mochten de regels worden doorgezet dan zal zich dit een directe daling van de algemene reserve tot gevolg hebben. Het gaat dan om waarderingen van de posities en niet om risico’s die in de toekomst kunnen optreden. 6. Wachtgeld zittende collegeleden Voor de mogelijke aanspraak op wachtgeld door de huidige collegeleden geldt dat het niet is toegestaan hiervoor een voorziening te treffen. De maximale aanspraak op wachtgeld kan weliswaar worden ingeschat, maar de mate waarin er daadwerkelijk gebruik van gemaakt gaat worden niet. Aan het eind van de bestuursperiode 2014-2018 bedraagt de maximale aanspraak € 1,2 miljoen. In dit bedrag wordt geen rekening gehouden met mogelijke aanspraken op verlengd wachtgeld tot het moment van pensionering. Op het moment dat ex-bestuurders daadwerkelijk aanspraak doen op wachtgeld, zal de omvang daarvan worden bepaald en ten laste van de exploitatie worden gebracht. De omvang van de voorziening wordt vervolgens jaarlijks opnieuw getoetst aan de hand van de werkelijke situatie van de betreffende ex-wethouders. Bij de inschatting wordt meegewogen dat het daadwerkelijk beroep op individueel niveau tot nu toe laag is en er ook terugkeerrechten zijn naar de vorige werkgever. Als benodigd weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met een mogelijke aanspraak van 40%: € 0,48 miljoen. Het percentage is verlaagd van 50% naar 40% op grond van ervaringscijfers en de bovengenoemde factoren. Een exacte onderbouwing is er niet, het is een inschatting. 7. Deelneming in de NV Huisvuilcentrale Alkmaar (HVC) De gemeente bezit 3% van de aandelen in HVC. De aandeelhouders hebben formeel de plicht om tekorten aan te vullen als er onvoldoende eigen vermogen is. Daarnaast hebben de aandeelhouders de aangetrokken geldleningen gegarandeerd. Het Purmerendse aandeel hierin is ongeveer € 22 miljoen. HVC wordt gezien als een gezonde onderneming die een stevige positie heeft in de afvalmarkt. Het aanbod van te verwerken afval is meerjarig in contracten ondergebracht (10 tot 15 jaar vooruit) en het bedrijf kan stapsgewijs de komende jaren de omvang van de gemeentegaranties gaan afbouwen. In de meerjarenraming van HVC neemt het eigen vermogen toe en dalen de gegarandeerde leningen met circa 30%. Dit zijn ramingen over een periode van 10 jaar vooruit waarover uitvoerig met de aandeelhouders is gesproken. Over het gegarandeerde leningen ontvangt de gemeente jaarlijks 1% risico-provisie.
59
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
8. Deelneming in de BV Stadsverwarming Purmerend De gemeente bezit als aandeelhouder 100% van de aandelen in de Stadsverwarming. In het verleden heeft de gemeente zeer grote verliezen genomen. Op basis van de actuele meerjarenprognose is het bedrijf rendabel en zal vanaf 2019 winst worden gemaakt. Een belangrijk risico in de ramingen is de ontwikkeling van de gasprijs. Als de gasprijs veel minder of zelf niet meer stijgt zal het rendement van de Stadsverwarming ook moeten worden bijgesteld. Dit risico is niet nieuw. Als aandeelhouder heeft de gemeente ook leningen verstrekt aan Stadsverwarming en leningen gegarandeerd. Hiervoor wordt een risicoprovisie ontvangen. Op basis van de actuele inzichten en de door de accountants geverifieerde waarde van het bedrijf loopt de gemeente geen actueel risico. 9. Garanties op leningen De gemeente heeft een omvangrijke portefeuille van gegarandeerde leningen. De grootste sector zijn de woningbouwcorporaties. Als zich grote problemen voordoen in deze sector is in eerste instantie het waarborgfonds en het Rijk aan zet, uiteindelijk kan de gemeente aangesproken worden. Er is op dit moment geen sprake van acute dreiging. Voor de volledigheid is dit onderwerp wel opgenomen. 10. Vertraagd realiseren taakstellingen en bezuinigingen In de begroting 2015 is een taakstelling op de ambtelijke organisatie en gesubsidieerde organisaties opgenomen. De krimp van de ambtelijke organisatie is volledig ingevuld en kan na het adviestraject met ondernemingsraad worden verwerkt. De hieraan gekoppelde frictie is in de begroting verwerkt. Het opnemen van een apart bedrag in het weerstandsvermogen achten wij niet meer nodig. Er kunnen nog wel afwijkingen optreden maar voor een veel geringere omvang. 11. Lokaal referendum De gemeenteraad heeft in 2015 een referendum verordening vastgesteld. Voor de uitvoering van een eventueel te houden referendum is daarbij geen dekking aangewezen. Hiermee is een nieuwe financieel risico ontstaan. Het wegen van dit risico is lastig omdat er geen ervaring mee is. Vooralsnog wordt een bedrag van € 240.000 opgenomen als risico. Globaal kan dit gelijk worden gesteld aan de kosten voor de organisatie van één referendum. 12. Vennootschapsbelasting Met ingang van 2016 worden gemeenten verplicht om over marktactiviteiten vennootschapsbelasting af te dragen. Om te kunnen bepalen of er sprake is van fiscale winst worden er aanpassingen gedaan in de administratie. In het voorbereidingstraject is inmiddels gebleken dat de VNG en de fiscus met elkaar van mening verschillen over wat er meetelt en hoe er moet worden geteld. De gemeenten staan op het standpunt dat winsten en verliezen van afzonderlijke activiteiten samen geteld moeten worden. De gemeente is immers één rechtspersoon. De fiscus houdt vooralsnog vast aan het per activiteit bepalen en vaststellen van de winst. Deze laatste opstelling kan ervoor zorgen dat op afzonderlijke vastgoedtransacties en grondexploitaties winstbelasting moet worden betaald. Over de in de begroting opgenomen winsten is dat in de komende 4 jaar maximaal € 760.000. 13. Ontwikkelingen loon en prijzen In de begroting is gerekend met een gemiddelde loonstijging van 1,5% per jaar. De uitkomst van de loonstijging is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de werkgevers en de werknemers. Een complicerende factor in de berekeningen voor de loonstijging is het effect van met name de pensioenpremies. Voor de begroting is relevant dat indien de stijging van de loonkosten voor de werkgever 0,5% hoger ligt dan aangenomen, dit doorwerkt op de gemeentebegroting voor circa € 0,3 miljoen. In deze € 0,3 miljoen is verwerkt dat de tarieven gedurende het begrotingsjaar niet kunnen worden aangepast en dat de afspraak geldt dat de nominale stijging van subsidies is gekoppeld aan het looneffect van de ambtenaren.
60
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Voor de algemene prijzen wordt gerekend met een jaarlijkse stijging van 1%. Dit is iets lager dan de verwachte inflatie. Met een grotere stijging wordt in bepaling van het benodigde weerstandsvermogen geen rekening gehouden. Een eventuele afwijking komt terug in de bestuursrapportage gedurende het jaar en bij de opstelling van de volgende begroting. Het jaar daaropvolgend zal de hogere stijging wel in de tarieven zijn verwerkt en resteert er een gat van € 0,24 miljoen. Voor de eerste twee jaar samen bedraagt het risico bij 0,5% verschil € 0,54 miljoen. De onzekerheden rondom de pensioenen (zowel de premies als de eventuele kortingspercentages op de toekomstige uitkeringen) blijft voortduren. Het is voor de gemeente niet reëel om een voorspelling te doen van de uitkomst. In bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt de mogelijke afwijking van de stijging van lonen en prijzen meegewogen voor € 0,6 miljoen. RISICO'S OP EIGENDOMMEN Dit betreft schade aan eigendommen door ontvreemding, brand, storm en dergelijke - waar de gemeente overigens voor verzekerd is. De eigendommen worden periodiek opnieuw getaxeerd en eventuele aanpassing van de premies wordt verwerkt in de begroting. In de verzekeringsafspraken is er een eigen risico voor de gemeente. Dit eigen risico is niet apart begroot en wordt gerekend tot de reguliere begrotingsafwijkingen als een situatie zich voordoet waarin een deel van de schade niet wordt uitgekeerd. In het weerstandsvermogen is voor schades aan eigendommen geen aparte component opgenomen. RISICO'S OP BEDRIJFSVOERING Bedrijfsvoering Hiermee wordt vooral bedoeld de wijze waarop de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle gestalte hebben gekregen. Concrete risico’s zijn overigens op dit punt niet te kwantificeren. Indirect kunnen zich financiële tegenvallers of claims van derden voordoen, indien de ambtelijke en bestuurlijke contacten naar buiten daar aanleiding toe geven. Urentoerekening aan gesloten budgetten en investeringen In de programmabegroting is voor een bepaald bedrag aan organisatie-uren toegerekend aan investeringen en gesloten budgetten (grondexploitaties, afval en riolering). Indien deze werkzaamheden niet of deels tot uitvoering komen, komen de bij de desbetreffende investeringen geraamde uren ten laste van de exploitatie. Hierop wordt via tussentijdse informatie zo goed mogelijk gestuurd. Het risico in enig jaar wordt gerekend tot de reguliere uitvoeringsrisico's. OORDEEL OVER DE BESCHIKBARE WEERSTANDSCAPACITEIT Het verschil tussen de optelling van alle risico's en direct beschikbare middelen in de algemene reserve behoeft andere toelichting. De toelichting gaat in op de volgende aspecten: a. de afdekking van de risico's voor de korte termijn b. de afdekking van de risico's op de middellange termijn (2019) c. de afdekking van de risico's op lange termijn (na 2020) d. het gewenste groeipad van de algemene reserve A. Afdekking van de risico's op de korte termijn De risico's die zijn betrokken in bepaling van het benodigde weerstandsvermogen laten zich onderverdelen in risico's die zich direct kunnen voordoen en zich enkele jaren kunnen herhalen en risico's die eenmalig zijn en een grote impact hebben. De risico's die verband houden met de grondexploitaties Kop West en Baanstee-Noord, samen € 18,8 miljoen, zijn beide risico's die zich niet direct kunnen voordoen. Uit de realisatie van de gronduitgifte in de komende vier tot vijf jaar zal eerst kunnen blijken of de uitgiftes voor de lange termijn moeten worden bijgesteld. Zonder deze risico's resteert een behoefte aan beschikbaar weerstandsvermogen van € 6,6 miljoen. Dit bedrag is lager dan de omvang
61
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
van de algemene reserve ultimo 2015 en 2016. Hiermee beschikt de gemeente over voldoende direct inzetbare weerstandscapaciteit voor de risico's die zich op korte termijn kunnen materialiseren. B. Afdekking van de risico's op de middellange termijn (2019) Op deze termijn wordt een verdere groei van de algemene reserve verwacht tot zo'n € 15 miljoen. De groei vindt deels plaats door structurele stortingen in de algemene reserve van afgerond € 1 miljoen per jaar. De bereikte omvang is ongeveer € 10 miljoen minder dan de optelling van de risico's. Nog niet meegeteld is het cumulatief preferent dividend uit de aandelen Stadsverwarming, dit komt pas in de jaren daarna beschikbaar. Evenmin is de onbenutte belastingcapaciteit ingezet. C. Afdekking risico's op lange termijn Op de lange termijn mag wel het cumulatief preferent dividend uit de aandelen Stadsverwarming en de jaarlijkse stortingen in algemene reserve worden meegeteld. De beschikbare weerstandscapaciteit kan daarmee oplopen naar ruim € 24 miljoen. D. Het gewenste groeipad van de algemene reserve De algemene reserve bedraagt ultimo 2016 € 10,4 miljoen. Dit is aanzienlijk lager dan de met de raad afgesproken gewenste omvang: € 15 miljoen of zoveel meer als er weerstandsvermogen nodig is. Hierboven is aangegeven dat met het voorgestelde beleid de algemene reserve wel kan groeien naar de benodigde omvang maar dat enige tijd vergt. In een verhoudingsgetal uitgedrukt geeft het volgende meerjarige beeld: Bedragen x € 1 miljoen
2016
2017
2018
2019
2024
Beschikbare weerstandscapaciteit
10,4
13,1
13,9
14,7
24,6
Benodigd weerstandsvermogen
25,4
25,4
25,4
25,4
25,4
0,41
0,52
0,55
0,58
0,97
KENGETALLEN Met ingang van de opstelling van de begroting 2016 zijn gemeenten verplicht een vijftal kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing op te nemen. De invoering van de betreffende kengetallen heeft louter tot doel een beter inzicht te verschaffen in de financiële positie van de gemeente voor de vergelijking met andere gemeenten. Deze getallen dienen niet om te komen tot een normering (wat is goed, wat is slecht). Het gaat om de volgende kengetallen:
Rekening Begroting Begroting 2014 2015 2016 1A. Netto schuldquote
156,6%
145,9%
153,0%
1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
120,5%
116,6%
125,6%
4,8%
5,3%
4,8%
23,4%
25,7%
26,8%
2,2%
1,6%
1,7%
102,7%
105,8%
105,3%
2. De solvabiliteitsratio 3. Grondexploitatie 4. Structurele exploitatieruimte 5. Belastingcapaciteit
Toelichting 1A. Netto schuldquote De netto schuld weerspiegelt het niveau van de totale schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.
62
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen (zie artikel 36 lid b en c, van het BBV). Voor beide kengetallen geldt dat aandelenkapitaal gewoon wordt meegewogen. Dit aandelenkapitaal is in de situatie van de gemeente Purmerend van een bijzondere betekenis. Onderdeel van de schuld is de deelname in de BV Stadsverwarming voor € 38,3 miljoen, oftewel zo’n 17%. Tegenover deze deelname staat normaal gesproken ook een vergoeding. 2. De solvabiliteitsratio Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen op de lange termijn te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. 3. Grondexploitatie Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken (ingevolge artikel 17, onderdeel c, van het BBV) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant dient ieder jaar te beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. 4. Structurele exploitatieruimte Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten en uitgedrukt in een percentage. 5. Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de provincie of gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het COELO publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in betreffende gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t, te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage. Voor het kengetal belastingcapaciteit geldt in de Purmerendse situatie dat zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing volledig kostendekkend zijn en dat hieraan volledige kostentoerekening plaatsvindt. Purmerend heeft relatief hogere tarieven dan de andere gemeenten, maar dit verschil is wel aan het afnemen.
63
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Tegelijkertijd geldt voor de OZB dat Purmerend op of onder het gemiddelde van het land zit. Door de heffingen en de OZB samen te nemen is dit verschil helaas niet zichtbaar.
3
Onderhoud kapitaalgoederen
ALGEMEEN Onder onderhoud kapitaalgoederen wordt verstaan het geheel aan klein (correctief) onderhoud, planmatig (niet levensduur verlengend) onderhoud en levensduur verlengend onderhoud/(vervangings)investeringen aan gemeentelijke eigendommen. De volgende kapitaalgoederen worden hierin onderscheiden: wegen, riolering, kunsten waterwerken, groen, begraafplaatsen, sportfaciliteiten, gebouwen en het (bedrijfs)wagenpark. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het daarbij behorende beheerplan zijn bepalend voor het onderhoud en het eventuele voorzieningenniveau. Om dit beheer en onderhoud adequaat te kunnen uitvoeren, worden jaarlijks in de begroting budgetten en investeringskredieten ter beschikking gesteld. Per kapitaalgoed (of categorie kapitaalgoederen) wordt hieronder ingegaan op het gewenste kwaliteitsniveau, de actualiteit van het onderhoudsplan, aanwezigheid van achterstallig onderhoud en de beschikbare middelen, alsmede eventuele reserves en voorzieningen. 1. Wegen, riolering en kunst- en waterwerken Voor deze kapitaalgoederen geldt dat de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald op basis van periodieke visuele inspecties en het in 2014 vernieuwde beheerpakket. De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd tussen weg-, riolerings-, kabel- en leidingwerkzaamheden, alsmede verkeerskundig en maatschappelijk gewenste aanpassingen. De beheerplannen zijn een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsambities. In 2015 zijn deze plannen vernieuwd en op onderdelen aangepast aan de effecten van de doorgevoerde bezuinigingen. Uitgangspunt is dat het onderhoud in technische zin op een minimaal aanvaardbaar niveau blijft, ter voorkoming van onveilige situaties en kapitaalvernietiging. Voor wegen, riolering en kunst- & waterwerken geldt het kwaliteitsniveau C (matig) volgens CROW-normering. Ondanks het streven om het wegenareaal op C-niveau te houden, is het onontkoombaar dat bij een cyclische onderhoudsplanning een deel van de wegen tijdelijk onder de norm zakt richting kwaliteitsniveau D (slecht tot zeer slecht). Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud. Uit oogpunt van een verhoogd risico voor verkeersonveiligheid wordt het achterstallig onderhoud binnen een redelijke termijn weer opgelost middels (groot) onderhoud of een reconstructie. In de tweede helft van 2013 is ook het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 (GRP+) vastgesteld, met daaraan gekoppeld een operationeel plan voor vervanging en aanpassing van het rioolstelsel. Naast het GRP+, waarin de technische onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen, is in 2005 een overeenkomst met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) afgesloten, waarin gezamenlijk werkzaamheden op milieugebied (verbeteren kwaliteit oppervlaktewater) in de periode 2006-2016 worden uitgevoerd. Het afkoppelen van de riolering, ook op vrijwillige basis bij particulieren, maakt hier onderdeel van uit. Voorbereidingen worden getroffen om, samen met het hoogheemraadschap, een nieuw Stedelijk Waterplan 2016-2026 op te stellen. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt gebruik gemaakt van een brede onderhoudsvoorziening voor de geselecteerde kapitaalgoederen en geen voorziening per individueel product. Hierdoor kunnen verschillen elkaar per jaar compenseren. Ook compensatie vanuit het product riolering wordt hierin toegestaan, met als voorwaarde dat in het tarief nooit meer
64
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
dan een gemiddeld meerjarig kostenniveau voor onderhoud mag worden verwerkt. Aan deze voorziening wordt voor 2016 en verder jaarlijks ruim € 4,5 miljoen gedoteerd. Onderhoudsmaatregelen met een levensduurverlengend karakter worden geactiveerd conform de financiële verordening. 2. Groen Leidend voor het beheerplan voor het groen is de Groenkoers die in 2014 is opgesteld. Hierin wordt richting gegeven aan het ambitieniveau voor het groenonderhoud en de gewenste beeldkwaliteit, zoals afgesproken met de gemeenteraad. Tot dusver is het met de huidige budgetten gelukt de beeldkwaliteit op een niveau C (matig) te handhaven. De technische kwaliteit loopt echter niet meer in pas met de beeldkwaliteit. Tussen 2015 en 2017 wordt een financiële impuls van € 900.000 gegeven om de technische kwaliteit op een duurzame manier te verbeteren (onder andere door aanplant van meer onderhoudsvriendelijke groensoorten.) 3. Begraafplaatsen De uitbreiding van de Nieuwe Algemene Begraafplaats Purmerend is in 2014 afgerond. Tevens zijn nieuwe urnenmuren geplaatst. De beschikbaarheid is hierdoor voor langere termijn gewaarborgd en er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Het beheer en onderhoud wordt bekostigd uit meerjarig afgekochte grafrechten, welke jaarlijks aan de egalisatiereserve begraafrechten worden gedoteerd. 4. Sportfaciliteiten en speelvoorzieningen De sportcomplexen en bijbehorende gebouwen zijn eigendom van de gemeente Purmerend, maar worden volledig geëxploiteerd en beheerd door stichting Spurd. De gemeente stelt hiervoor onderhouds- en investeringsplannen op met behulp van de beheerapplicatie Kraan en verstrekt jaarlijks een subsidie van € 570.000 voor het dagelijks en planmatig onderhoud. De speelvoorzieningen heeft de gemeente zelf in beheer. Voor het in stand houden en veilig gebruik wordt het beheerplan geactualiseerd in navolging van het warenwetbesluit attracties en speeltoestellen. Hier is jaarlijks gemiddeld € 450.000 aan vervangingsinvesteringen mee gemoeid. 5. Gebouwen De gemeente heeft diverse panden in eigendom, hetzij in eigen gebruik (zoals stadhuis, kantoor de Koog en theater De Purmaryn), hetzij in gebruik bij schoolbesturen, welzijnsinstellingen en de veiligheidsregio. En een deel wordt verhuurd aan derden. Aan de gebouwen wordt zodanig onderhoud verricht dat deze minimaal in een toestand blijven, die voor dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. De gemeente stelt hiervoor onderhouds- en investeringsplannen op met behulp van de beheerapplicatie Kraan. Waar mogelijk wordt het groot planmatig onderhoud geactiveerd conform de richtlijnen in de financiële verordening. Het overige planmatig en dagelijks onderhoud wordt in de exploitatie geactualiseerd. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommeling in de lasten te egaliseren wordt gebruik gemaakt van onderhoudsvoorzieningen. 6. Wagenpark De vervanging van het wagenpark wordt jaarlijks volgens een meerjarig investeringsplan geraamd, waarbij wordt afgeschreven op basis van de economische levensduur. Het moment van vervangen gebeurt waar mogelijk op basis van een langere technische levensduur. Voor 2016 is circa € 1,9 miljoen aan vervangingsinvesteringen gepland.
65
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
4
Grondbeleid
ALGEMEEN Grondbeleid richt zich op het gebruik van de grond als bepalende factor voor de kwaliteit van de leefomgeving. Doelstellingen van het grondbeleid zijn: • het bevorderen van een maatschappelijk gewenst ruimtegebruik • het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik • het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, grondeigenaren, ontwikkelaars en de overheid Deze doelstellingen legitimeren de overheid om in te grijpen in de grondmarkt en een regierol voor zichzelf op te eisen. Voorwaarde voor ingrijpen in de grondmarkt, om daarmee publieke doelen te realiseren, is transparantie. De overheid moet aan de markt duidelijk kunnen maken waarom in het ene geval publiekrechtelijke middelen worden ingezet en waarom in het andere geval als marktpartij wordt geopereerd. Met het oog op de nieuwe rolneming van de gemeente, waarbij sprake is van een terugtredende overheid, wil de gemeente steeds minder als risicodragende ondernemer in projecten gaan. Grondexploitatieopzetten worden éénmaal per jaar geactualiseerd en samen met de NIEGG's aangeboden in het MPG (Meerjarenprognose grondexploitaties). Voor een meer cijfermatige prognose van de resultaten van de grondexploitatie, een onderbouwing van de winstneming en de beleidsuitgangspunten van de reserves in relatie tot de risico’s in grondzaken, wordt hiernaar verwezen. Nieuwe ontwikkelingen, zoals de geplande invoering van vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen en de voorgenomen wijziging in de verslaggevingsregels van het BBV met ingang van 1 januari 2016, zullen op een aantal gebieden het beleid en de resultaatbestemming van de gemeente Purmerend beïnvloeden. Voor een nadere duiding van de effecten wordt verwezen naar de trends en risico's in programma 7. ACTIEF GRONDBELEID EN FACILITEREND GRONDBELEID Waar in het verleden actief grondbeleid het uitgangspunt was, met de daarbij behorende grondverwervingen en het bouw- en woonrijp maken van het projectgebied, zal de gemeente bij huidige ruimtelijke ontwikkelingen dit, waar mogelijk, bij de markt laten. Vanuit de regierol zullen kaders over kwaliteit en programma aan de ontwikkelende partijen worden meegegeven. In deze gevallen wordt dan gesproken van faciliterend grondbeleid. Bij faciliterend grondbeleid is er altijd sprake van een samenwerkingsvorm met private partijen. In de hierbij afgesloten (anterieure) overeenkomsten zijn afspraken gemaakt over kwaliteit, programma, bouwrijp maken en woonrijp maken. Hierdoor kan in voldoende mate regie gevoerd worden, waarbij de risico’s voor de gemeente beperkt zijn gebleven tot de inrichting van het openbare gebied. Ook hier worden afspraken gemaakt over de vergoeding van de kosten die door de gemeente worden gemaakt voor het uitvoeren van de regierol. Het huidige grondbeleid is veel meer gericht op maatwerk, het is een mengvorm van actief en faciliterend grondbeleid. Zo zal de gemeente ook in de toekomst strategische grondaankopen blijven doen om de geformuleerde doelen van het grondbeleid mogelijk te blijven maken. Dit vormt tevens een financieel risico, op het moment dat er geen vraag is naar de bij de gemeente in eigendom zijnde gronden. Daarnaast zal het beleid er niet meer op gericht zijn om eerst alle gronden in eigendom te krijgen alvorens tot de ontwikkeling over te gaan. Bij actief grondbeleid, waarbij de gemeente alle gronden in haar bezit heeft, draagt de gemeente ook alle risico’s van de grondexploitatie. Bij een gunstig resultaat kan de gemeente via winstbestemming doelstellingen realiseren buiten
66
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
de directe grondexploitatie. Als winstbestemming noodzakelijk is, streeft de gemeente naar actief grondbeleid. Strategische grondverwerving kan daarvoor noodzakelijk zijn. WET RUIMTELIJKE ORDENING EN GRONDBELEID Na invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in 2008, is in 2012 de nota grondbeleid door de raad vastgesteld. De Wro maakt het mogelijk regietaken krachtiger ter hand te nemen zonder zelf per definitie ontwikkelaar te zijn bij de productie van bouwgrond. De gemeente heeft de mogelijkheid om aan de initiatiefnemer/eigenaar van een locatie eisen te stellen voor ontwikkeling van de gehele locatie. De Grondexploitatiewet biedt een basis om met initiatiefnemer(s) privaatrechtelijke overeenkomsten aan te gaan waarbij de gemeente naast het stellen van kwaliteitseisen, afspraken kan maken over verhaal van door haar gemaakte kosten (anterieure overeenkomst). Mochten initiatiefnemer(s) een dergelijke overeenkomst niet aan willen gaan, dan kent de wet een publiekrechtelijk spoor bestaande uit de vaststelling van een exploitatieplan op basis waarvan kostenverhaal en locatie-eisen afgedwongen kunnen worden. De wet stelt het kostenverhaal verplicht. Bij het nemen van een ruimtelijk besluit waarmee een locatieontwikkeling mogelijk wordt gemaakt (bijvoorbeeld een bestemmingsplan), is de gemeente verplicht vast te stellen of het kostenverhaal is verzekerd en het stellen van locatie-eisen nodig is. Als dat niet het geval is, dient de gemeente gelijktijdig met het ruimtelijk besluit een exploitatieplan vast te stellen. De gemeente blijft daarmee in staat de regie op de ruimtelijke ontwikkeling te behouden en de kosten die daarmee samenhangen te verhalen. Voor het aangaan van een gelimiteerd aantal verkennende gesprekken met initiatiefnemers voor locaties die tot ontwikkeling kunnen worden gebracht, is een jaarlijkse raming van € 250.000 opgenomen. Aangezien het hier om een verkennende fase gaat, is de mogelijkheid aanwezig dat de desbetreffende initiatiefnemer van een vervolg afziet. Voor de initiatieven die wel doorgang vinden, wordt een overeenkomst met de desbetreffende private partij afgesloten waar deze zich verplicht om de ambtelijke kosten die in het vervolgtraject worden gemaakt, te vergoeden. Deze gelden vloeien dan weer terug in het budget bestemd voor de initiatieven. RESULTAATBESTEMMING Bij het verwerken van gerealiseerde, dan wel nog te realiseren, winsten en verliezen ten aanzien van grondcomplexen, wordt binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek gehanteerd: Verliesneming Zodra onomstotelijk duidelijk wordt dat een complex verliesgevend zal worden afgesloten, zal dit verlies moeten worden genomen (als correctie van de boekwaarde) . Winstneming Winstneming vindt plaats: • bij het afsluiten van een complex, of • indien tussentijds met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan worden gesteld dat een complex winstgevend zal worden afgesloten. Hierbij wordt rekening gehouden met de resterende risico’s die de gemeente loopt, zowel qua opbrengsten als qua kosten van het complex. Indien de waardering van de risico’s kleiner is dan de contante waarde van het complex, kan winst worden genomen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het realisatiebeginsel, waardoor slechts feitelijk gerealiseerde opbrengsten in de winstneming kunnen worden meegenomen. Een indicatie voor de mate van realisatie is het reeds verkochte deel, in relatie tot de totale verkopen in het complex. De winstneming wordt verwerkt in de jaarrekening van de gemeente.
67
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Projecten in ontwikkeling
Boekwaarde 01-01-2015
Einddatum
Indicatie mogelijk projectresultaat
V/N
Baanstee-Noord
€ 42.805.000 (N)
2029
€ 8.150.000
N
Kop West
€ 9.018.558 (N)
2023
€ 442.000
V
Weidevenne
€ 2.338.00 (V)
2018
€ 4.717.000
V
Actief grondbeleid
Voor het verlies Baanstee-Noord is een voorziening getroffen in de programmarekening 2014.
Financiering
5
DOELSTELLING In deze paragraaf wordt helder gemaakt hoe de financieringsfunctie is ingericht en hoe daarmee wordt gewerkt. In het coalitieakkoord is aangegeven dat in de lopende bestuursperiode een begin wordt gemaakt met het terugdringen van de schuldenlast. Om dit voornemen te kunnen volgen is een nieuw overzicht opgenomen waarin de ontwikkeling van de schuldenlast over een periode van 10 jaar kan worden gevolgd. Prognose meerjareninvesteringen 2016 - 2025 (in miljoenen euro's)
stand 31-12-2015
stand 31-12-2016
stand 31-12-2017
stand 31-12-2018
stand 31-12-2019
stand 31-12-2024
Meerjareninvesteringen Materiele activa
224,4
235,0
233,6
232,9
231,4
231,4
Financiele activa
65,3
59,6
59,0
58,5
58,0
47,1
GREX
54,6
55,6
53,1
50,6
47,3
27,9
NIEGG's
2,6
2,4
2,2
2,0
1,8
0,5
Onderuitputting investeringen
-15,0
-12,0
-9,0
-6,0
-3,0
-2,0
totaal meerjareninvesteringen
331,9
340,6
338,9
338,0
335,5
304,9
Bovenstaande investeringen worden als volgt gefinancierd : Eigen vermogen: algemene reserve
10,6
10,4
13,1
14,0
14,8
24,6
Vreemd vermogen: langlopende geldleningen
321,3
330,4
326,2
323,8
319,8
279,7
totaal
331,9
340,8
339,3
337,8
334,6
304,3
Op basis van bovenstaande bedraagt de schuld (in euro's) per inwoner (o.b.v. 80.000 inwoners):
4.016
4.130
4.078
4.047
3.998
3.498
De leningsportefeuille per 31-12-2015 bedraagt, volgens onderstaande tabel (naar schatting) € 297,2 miljoen. Dit is € 24,1 miljoen lager dan de behoefte aan langlopend vreemd vermogen. Voor dit bedrag worden de investeringen tijdelijk gefinancierd met de egalisatie- en bestemmingsreserves, de voorzieningen en doeluitkeringen en tot slot met kasgeld. In de loop der jaren neemt de beschikbaarheid van deze middelen af. De ontwikkeling van de schuldenlast kan daarom het best worden gemeten aan de regel 'vreemd vermogen' zoals hierboven in de tabel opgenomen. Uit de tabel blijkt dat behoefte aan vreemd vermogen de komende 10 jaar zal afnemen met bijna € 37 miljoen. De belangrijkste onzekerheid in de afname, is de verkoop van gronden.
68
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Tabel leningportefeuille (opgenomen geldleningen in miljoenen euro's):
A. Algemeen B. Woningbouw C. Stadsverwarming Purmerend Totaal
Stand 31-12-2015
Gemiddelde rente %
Aflossing 2016
281,7
2,54%
34,6
2,5
3,70%
0,1
13,0
2.82%
5,0
297,2
2,56%
39,7
Toelichting: ad A. De leningportefeuille Algemeen bestaat voornamelijk uit leningen met een jaarlijkse nominale aflossing of met een aflossing ineens aan het einde van de looptijd (zogenaamde fixe leningen). De leningportefeuille Algemeen bedraagt per 31 december 2015 € 281,7 miljoen. Deze leningen zijn aangetrokken met een gemiddeld rentepercentage van 2,54%. De aflossingsverplichting in 2016 bedraagt € 34,6 miljoen. ad B. De leningportefeuille Woningbouw bedraagt per 31 december 2015 € 2,5 miljoen. Deze (laatste) geldlening is aangetrokken ter financiering van woningbouwprojecten en is doorverstrekt aan de woningbouwcorporatie. Gemiddeld rentepercentage bedraagt 3,70%. De aflossingsverplichting in 2016 bedraagt € 0,1 miljoen. De laatste aflossing van deze lening vindt plaats in 2040. ad C. De leningportefeuille Stadsverwarming Purmerend bedraagt per 31 december 2015 € 13,0 miljoen. Deze geldleningen zijn aangetrokken ter financiering van de kapitaalbehoefte van de Stadsverwarming en zijn doorverstrekt aan de Stadsverwarming Purmerend. Gemiddeld rentepercentage bedraagt 2,82%. De aflossingsverplichting in 2016 bedraagt € 5,0 miljoen. Na de aflossing in 2016 resteert er nog een fixe lening van € 8 miljoen. Deze wordt afgelost in 2023. In het kader van de voorgenomen afbouw van de schuldenlast worden in de toekomst geen leningen meer aangetrokken en doorverstrekt aan Stadsverwarming. In plaats daarvan kan ook worden volstaan met het garanderen van nieuwe geldleningen. RENTERISICO Het in één kwartaal door de gemeente opgenomen kasgeld wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de uitstaande korte financiering (rentetypische looptijd korter dan 1 jaar) per aanvang van de drie kalendermaanden. De kasgeldlimiet (KGL) waartegen dit gemiddelde wordt afgezet, bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal bedraagt in 2016 € 217,4 miljoen. De kasgeldlimiet bedraagt dan voor 2016 € 18,5 miljoen. Voor leningen met een looptijd vanaf 1 jaar geldt de renterisiconorm. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Deze norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen van de langlopende leningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Dit om te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rente, grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. In 2016 bedraagt de renterisiconorm ongeveer € 43,5 miljoen. In 2016 zal de renterisiconorm niet worden overschreden daar de voorgenomen aflossingen voor 2016 € 39,7 miljoen bedragen. BEOORDELING TE BETALEN RENTE EN RENTEONTWIKKELING Als vaste rekenrente (omslagrente) voor activa wordt een percentage van 4% gehanteerd. Tegenover deze rekenrente staat de rente die de gemeente betaalt over de opgenomen geldleningen en over de eigen middelen (reserves en voorzieningen). Voor de begroting 2016 geldt dat de gemiddelde actuele betaalde rente 2,56% bedraagt. Als trend geldt dat in de afgelopen periode een licht dalende tendens van de langlopende rentetarieven zichtbaar is. Voor de komende jaren wordt uitgegaan van een rente voor nieuw aan te trekken geldleningen die oploopt van 1,3% naar 2,0%. Op grond hiervan is de verwachting dat de gemiddeld te betalen rente voor alle vaste geldleningen de komende periode licht zal dalen. Dit is verwerkt in de meerjarenbegroting.
69
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
KREDIETRISICO Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering, als gevolg van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij vanwege insolventie of deficit. In de verordening 212 en 213A 2010 (vastgesteld door de raad d.d. 25 november 2010) is het treasurystatuut komen te vervallen. In de plaats hiervan is artikel 11 gekomen zijnde de financieringsfunctie. Uitzettingen van gelden uit hoofde van de financieringsfunctie mogen met ingang van 2014, door een wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alleen nog worden gedaan bij publiekrechtelijke instellingen (zoals andere gemeenten) of bij het Rijk door middel van schatkistbankieren. Indien zich een overschot lijkt te gaan voordoen wordt namelijk de volgende volgorde in handelen gehanteerd: • het aangetrokken kasgeld terugbrengen naar nul • afzien van het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen voor een periode van 1 tot 2 jaar • het uitzetten van overtollige liquide middelen voor een korte termijn Door de beperkte omvang van de plotselinge meevallers is de kans dat Purmerend beschikt over overtollige middelen verwaarloosbaar. KOERSRISICO Het koersrisico is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Door gebruik te maken van díe instrumenten voor de kortlopende uitzettingen die zijn toegestaan (zoals daggeld en rekening courant), zal het te lopen koersrisico minimaal zijn. Langlopende uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie, zullen naar verwachting niet plaatsvinden. Voor het verstrekken van geldleningen en garantstellingen uit hoofde van de publieke functie, zullen zich naar verwachting geen bijzondere risico’s voordoen. EMU-SALDO Op grond van het bestuurlijk akkoord tussen de Vereniging van Nederlanse Gemeenten (VNG) en het kabinet van 27 september 2004, moeten gemeenten sinds het jaar 2006 hun EMU-saldo in de begroting opnemen. Het EMU-saldo van een overheidslichaam kan omschreven worden als het saldo op kasbasis, op basis van chartale geldstromen in een jaar. Het boekhoudstelsel van de Europese Unie is gebaseerd op het kasstelsel (evenals dat van het Rijk), terwijl gemeenten het ‘stelsel van baten en lasten’ hanteren. Zo kan het voorkomen dat een gemeente een sluitende exploitatie heeft (wettelijke verplichting), maar op kasbasis een tekort. Investeringen worden bijvoorbeeld in de gemeentelijke exploitatie in een aantal jaren afgeschreven, maar in het kasstelsel worden deze bedragen ineens ten laste van het resultaat gebracht. Ook de grondexploitatie kan een substantiële invloed hebben op het EMU-saldo van de gemeente. Het EMU-saldo van de gemeente werkt door in het EMU-saldo van de nationale overheid. Het EMU-tekort van de staat mag, in het kader van het Stabiliteitspact, maximaal 3% van het Bruto Nationaal Product (BNP) bedragen. Dit percentage is als gevolg van de kredietcrisis in heel Europa onder druk komen te staan: praktisch alle Europese landen overschreden het ruimschoots. De afgelopen jaren is steeds gebleken dat de begrote EMU-saldi veel hoger zijn dan de werkelijke saldi in de programmarekening. Dit wordt veroorzaakt door een continue te optimistische inschatting van het jaar van uitgave, van ter beschikking gestelde kredieten. Tevens geldt dat voor een individuele gemeente, de noodzaak tot het doen van een investeringsuitgave, zich verhoudt tot een theoretische berekening van wat de gemeenten gemiddeld als EMU-saldi zouden mogen realiseren. Niet alle gemeenten plegen tegelijk omvangrijke investeringen. Hieronder worden de EMU-saldi gepresenteerd, zoals nu zijn verwerkt voor 2014, 2015 en 2016. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat hieruit geen knelpunten voortvloeien.
70
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Jaar
Bedrag
2014 (werkelijk)
-€ 8, 4 miljoen
2015 (begroting bijgesteld)
-€ 20,5 miljoen
2016 (begroting)
-€ 12,9 miljoen
AFLOSSINGSSCHEMA OPGENOMEN GELDLENINGEN Hieronder worden de aflossingen van opgenomen geldleningen gepresenteerd voor de komende periode: 2016 € 39,7 miljoen 2017 € 44,7 miljoen 2018 € 46,9 miljoen 2019 € 31,8 miljoen De aflossingen zullen volledig geherfinancierd worden. NIEUW AAN TE TREKKEN GELDLENINGEN Voor 2016 wordt rekening gehouden met het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen voor een bedrag van € 50 miljoen. Dit bedrag is samengesteld uit investeringen 2016 minus afschrijvingen 2016 plus herfinanciering van in het verleden afgesloten geldleningen. RISICOANALYSE Ten aanzien van de rentekosten en baten wordt er in de meerjarenbegroting geen bijzonder risico gelopen. De aflopende renteopbrengsten door aflossingen van de aan woningcorporaties en Stadsverwarming verstrekte leningen, zijn structureel ingepast.
6
Bedrijfsvoering
ALGEMEEN Uitvoering van de gemeentelijke taken is mogelijk bij een adequate bedrijfsvoering. De Gemeentewet schrijft voor dat de werkzaamheden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd. De borging en toetsing hiervan liggen besloten in de wijze van bedrijfsvoering. Deze is in belangrijke mate de verantwoordelijkheid van de ambtelijke organisatie, maar dient wel aan te sluiten bij de ambities van het bestuur. Dat een gemeente als vanzelfsprekend uit kon gaan van regels om te coördineren is niet meer. Daarmee is niet gezegd dat er taken afgaan, maar de uitvoering ervan wordt op een andere leest geschoeid. Doelen stellen, plannen maken en die uitvoeren moeten worden getoetst aan de vraag of dit de inwoner/Purmerendse samenleving helpt. De gemeente legt meer verantwoordelijkheid bij de burgers en het maatschappelijk middenveld. Dit betekent dat de gemeente meer een faciliterende rol heeft om dat mogelijk te maken. Dit wordt ook wel aangeduid met de term 'van buiten naar binnen'. We moeten ons continue afvragen of de wijze van bedrijfsvoering aansluit en bijdraagt aan het realiseren van de ambities en doelstellingen. Zijn bestaande systemen en ingesleten patronen nog daadwerkelijk nodig of verplicht, of kunnen we de bedrijfsvoeringen op een andere wijze organiseren, die beter aansluit bij en en bijdraagt aan de ambities en de doelstellingen. HET BETER WERKEN De gemeente Purmerend staat nog steeds voor de uitdaging om veel werk te verzetten met aanzienlijk minder mensen en middelen. De rijksoverheid hevelt taken over naar gemeenten, die daarvoor financieel beperkte middelen ontvangen. Ondertussen worden de verwachtingen van inwoners eerder hoger dan lager. Deze uitdagingen vragen om een moderne organisatie die hierop kan inspelen. Door een combinatie van een andere werkwijze, gedrag én innovatie willen we die uitdaging omzetten in een beter werkende gemeente. Via het programma Het Beter Werken worden hiervoor belangrijke randvoorwaarden gerealiseerd. Na een intensieve voorbereiding wordt in 2016 de verbouwing van de binnenkant van het stadhuis afgerond. We nemen een moderne kantooromgeving in gebruik met moderne werkplekken die - veel meer dan nu - gericht zijn op flexibiliteit, informatie uitwisselen
71
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
en samenwerken. Via onze smartphones en innovatie telefonieoplossing (Mitel) zijn onze medewerkers mobieler en beter bereikbaar. Deze beweging staat volledig ten dienste van het effectiever werken voor de stad. Meer ontmoeting, meer perspectieven, meer verplaatsen in de wereld van buiten. Tegelijkertijd gaan we door met het digitaliseren van onze informatie en werkprocessen. INFORMATIEVOORZIENING De ingezette route voor de informatievoorziening wordt vervolgd. In 2016 kunnen we hierbij gebruik maken van de nieuwe technische infrastructuur waardoor we voor het werk flexibeler zijn in de keuze van plaats en tijd. In 2016 ligt een accent op zaakgericht werken. Dit helpt ons meer grip te hebben op het werk en de tijdige afhandeling van aanvragen. Richting inwoners en bedrijven biedt dit kansen om de dienstverlening meer samenhangend en op maat te leveren. De interne organisatie zal zich de nieuwe manier van werken eerst eigen moeten maken voordat er doelmatiger gewerkt kan worden. Een ander zwaartepunt is het koppelen van systemen en gebruik van basisregistraties voor gegevens. Dit helpt om administratief handwerk in de organisatie te beperken. Het leggen van koppelingen is nog arbeidsintensief maar gaat toch steeds gemakkelijker. Dit komt mede door de inspanningen van KING om standaarden vast te stellen en deze in de praktisch opzicht ook op te leggen aan ICT-leveranciers. Zoals bij een continu proces worden de bestaande ICT-systemen voor burgerzaken, belastingen, (omgevings)vergunningen en niet in de laatste plaats die voor het sociaal domein gemoderniseerd. Dit doen we om ze te laten aansluiten bij veranderende wet- en regelgeving en ook om toekomstbestendig te blijven. Dit zijn niet alleen ICT-technische innovaties maar ook aanpassingen die nodig zijn voor de brede samenwerking tussen ketenpartners. Voor dit doel heeft de Rijksoverheid de Digicommissaris ingesteld. Deze functie gaat een prominente en sturende rol vervullen waarmee gemeenten rekening moeten houden bij de keuze van de lokale ICT-inrichting. We implementeren de landelijke Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten. In 2015 werd duidelijk wat hiervoor de prioriteiten zijn. Dit is een mix van ICT-technische maatregelen en van procedures en gedrag. Ontwikkelingen op het gebied van informatievoorziening gaan zeer snel. Hoewel we als gemeente Purmerend niet voorop hoeven te lopen willen we wel mee kunnen met de verwachtingen en ook eisen die de omgeving heeft. Dit vergt jaarlijkse investeringen in innovatie en aanpassingen. STELSEL VAN BASISREGISTRATIES Alle overheden hebben voordeel bij slim gebruik van veelgebruikte overheidsgegevens zoals adressen, persoonsgegevens en bedrijfsnamen. Basisregistraties bevatten deze meest gevraagde en gebruikte gegevens. Door alle basisregistraties samen te voegen tot 1 stelsel van basisregistraties wordt de dienstverlening goedkoper en efficiënter. Burgers en bedrijven profiteren omdat de overheid minder vaak gegevens hoeft te vragen. Die zijn immers al bekend. De opbouw van het stelsel van basisregistraties is een wettelijke verplichting. Deze opbouw is nodig om de landelijke gegevensuitwisseling volgens het principe ‘éénmalige inwinning, meervoudig gebruik’ mogelijk te maken. De opbouw van het stelsel loopt uit naar 2017/2018. Dit heeft onder andere te maken met de fasering van de aansluitingen op de landelijke voorzieningen en de vertraagde start bij het Rijk van sommige basisregistraties. Vele gemeenten staan in de wachtrij om door het Rijk te worden aangesloten. Zo ook Purmerend. Deze aansluitingen zijn bedoeld om de gegevensuitwisseling tussen gemeenten en Rijk mogelijk te maken. De basisregistratie WOZ en de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) worden volgens de nieuwe planning in 2016 aangesloten. De nieuwe Basisregistratie Personen is door het Rijk uitgesteld naar 2017/2018. Van de Basisregistratie Ondergrond (BRO) is nog niets bekend De voorbereidende werkzaamheden voor Purmerend worden (voor zover binnen onze invloedsfeer) conform de planning uitgevoerd. ARCHIEF Purmerend heeft de ambitie om in 2017 geheel digitaal te werken. Daarom wordt een inhaalslag gemaakt met het digitaliseren van documenten en het wegwerken van achterstanden in het archief. Deze achterstanden moeten half 2016 zijn weggewerkt. Het geheel van processen om volledig digitaal te werken is in volle gang. De vervanging
72
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
van papier naar digitale documenten wordt conform de wettelijke vereisten van de Archiefwet uitgevoerd. Zie ook programma 1. KRIMP In de kadernota 2013, die in 2012 in de raad is vastgesteld, zijn meerdere taakstellingen vastgesteld die moeten zorgen voor een meerjarige sluitende begroting. Onderdeel hiervan is een taakstelling op formatie van 91,9 fte. Met de laatste krimpvoorstellen, die in juli 2015 aan de OR ter advisering zijn voorgelegd, komt de totaal gerealiseerde krimp uit op 88 fte. Tevens wordt ten behoeve van de financiële taakstelling een structureel bedrag van € 100.000 in mindering gebracht op het opleidingsbudget, aangezien dit budget de afgelopen jaren werd onderbesteed. Deze maatregel is ook ter advisering voorgelegd aan de Ondernemingsraad. Met dit resultaat is de financiële taakstelling behaald en de krimpopgave afgerond. Voor de opvang van personele consequenties van de krimp wordt het frictiekostenbudget ingezet, ten behoeve van Van Werk naar Werktrajecten van boventallig medewerkers, of ontwikkeling die nodig is om taken efficiënter of anders te beleggen. 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
10,56
29,18
45,40
47,23
50,01
50,01
50,01
Adviesaanvraag juli 2015
15,49
33,80
34,69
37,92
Totale gerealiseerde taakstelling
62,72
83,81
84,70
87,93
Gerealiseerd
INTEGRITEIT Wat is het verschil tussen een melding en een klacht? Welke processen horen hierbij, hoe verloopt een eventueel onderzoek en wat zijn de taken en rollen van de vertrouwenspersonen? De Ondernemingsraad is om instemming gevraagd op de geactualiseerde regelingen. Managers en adviseurs worden na de zomer door de verschillende processen geleid, om meer gevoel te krijgen bij de stappen en de rollen en verantwoordelijkheden. De tekst van de huidige Gedragscode voor Ambtenaren wordt ook geactualiseerd. Ten behoeve van de bewustwording en het draagvlak zal het concept in de organisatie worden besproken voordat deze definitief wordt vastgesteld. In de tweede helft 2015 starten we met het uitvoeren van gerichte risicoanalyses op basis van gesprekken en observaties. We gaan periodiek onderzoek doen naar kwetsbare handelingen, functies en processen. Door deze in kaart te brengen kunnen we maatregelen treffen ter voorkoming van integriteitsschendingen. Hierdoor beschermen we niet alleen de individuele ambtenaar, maar maken we ook de organisatie weerbaarder tegen mogelijke integriteitsinbreuken. Dergelijke analyses worden door experts uitgevoerd en beoordeeld en er zijn concrete aanbevelingen te verwachten ten aanzien van de inrichting van werkprocessen die daadwerkelijk leiden tot een afname van integriteitrisico’s. We starten met een analyse op Vastgoed, waarbij wij ons laten ondersteunen door bureau G&I. Uitgaande van meerdere analyses in de komende tijd is ook hiervoor een inkoopproces aan de orde, die na de zomer wordt opgestart. Er wordt specifieke aandacht gegeven aan de uitvoering van het bestaande beleid rondom nevenwerkzaamheden. Hieronder valt de registratie van nevenwerkzaamheden die het risico in zich hebben dat deze de functievervulling kunnen raken. WET WERK EN ZEKERHEID Op 1 januari is de Wet werk en zekerheid (Wwz) in werking getreden. De wet richt zich op drie pijlers: flexibele arbeid, ontslag en werkloosheid. De wet heeft als doel de positie van tijdelijke medewerkers te versterken. Tijdelijke medewerkers hebben sneller recht op een vaste aanstelling. Dit geldt in zekere zin ook voor externe inhuurkrachten, zij het met andere spelregels.
73
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
De arbeidsvoorwaarden zijn in lijn gebracht met de Wwz en de consequentie is dat per 1 juli 2015 eerder sprake is van een vaste aanstelling na meerdere opvolgende tijdelijke dienstverbanden. Dit betekent dat we de consequenties van tijdelijke dienstverbanden maar ook afspraken over de flexibele schil moeten herzien. In het najaar van 2015 start het management het gesprek over de dilemma’s van de Wwz voor de bedrijfsvoering binnen Purmerend. We koppelen dit aan gewenste uitgangspunten met betrekking tot de juiste invulling van ons personeelsbestand. De veranderde vraag aan de organisatie vraagt om herijking van flexibele inzet (waar willen we het en waar moet het). We leggen hierbij ook de koppeling naar afspraken die we willen maken over doelgroepen. In algemene zin zijn de gevolgen voor de organisatie: • dat de flexibele schil bezien moet worden • dat het uurtarief voor externe inhuur hoger zal uitvallen in verband met de doorbelasting van de transitiekosten • aan de Wwz en de gewijzigde ketenbepaling zijn bij juiste toepassing in onze bedrijfsvoering op zichzelf geen financiële consequenties verbonden. VENNOOTSCHAPSBELASTING Per 1 januari 2016 zijn de gemeenten vennootschapsbelastingplichtig. De wetswijziging per 01-01-2016 behelst dat overheidsondernemingen die economische activiteiten ontplooien op een markt waarop ook niet-overheidsondernemingen (private ondernemingen) actief zijn, op dezelfde wijze aan de heffing van vennootschapsbelasting worden onderworpen als die private ondernemingen. In 2015 is gestart met de inventarisatie van VPB-plichtige activiteiten. Voor de VPB-plichtige activiteiten gelden de nodige administratieve uitvoeringsmaatregelen, zoals de opstelling van een fiscale openingsbalans, afbakening van belaste en niet belaste activiteiten en de fiscale winstbepaling. De inventarisatie wordt in het najaar 2015 afgerond, zodat de administratie per 01-01-2016 adequaat is ingericht. REGIONALE SAMENWERKING Flexbank De gemeente Purmerend neemt deel in een regionale flexbank. Het aantal deelnemende organisaties is momenteel 15. Het doel van de regionale flexbank is: • mogelijkheden tot matching en uitwisseling op intern en regionaal niveau • efficiënter en breder inzetten van huidige professionals • stimuleren van de ontwikkeling van medewerkers en het daarmee vergroten van de inzetbaarheid en mobiliteit • uitwisselen van professionals in de regio • functieruil; professionals de mogelijkheid bieden om onderling van functie te ruilen • transparante arbeidsmarkt (één overheid) • reductie van externe inhuur (kostenbesparing en kennisdeling binnen het regionale netwerk) Traineepool In mei 2015 is de tweede traineepool gestart en deze heeft een looptijd tot mei 2017. De tweede pool bestaat uit 8 deelnemende organisaties (de eerste pool 5 organisaties). De gemeente Purmerend neemt met 3 structurele traineeplekken deel waarmee aangegeven wordt dat onze organisatie wil investeren in trainees. Het doel van de traineepool is het investeren in jongeren, het ontwikkelen van jong talent en hen kennis te laten nemen van de publieke sector waarbij de Metropoolregio Amsterdam als aantrekkelijk werkgever wordt neergezet.
7
Verbonden partijen
DOELSTELLING De gemeente Purmerend is verbonden met een aantal partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in de partijen waarmee de gemeente is verbonden. In onderstaand overzicht beschrijven wij de verbonden partij, de wijze waarop de bestuurlijke zeggenschap is vormgegeven en de hoogte van de jaarlijkse bijdragen.
74
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
WAT IS EEN VERBONDEN PARTIJ Een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). HOE KIJKEN WIJ AAN TEGEN INHOUDELIJKE AANSTURING VERBONDEN PARTIJEN? De gemeente Purmerend heeft om diverse redenen een belang in verbonden partijen. Dit kan diverse oorzaken hebben: • Vanuit het verleden ontstaan, gemeentelijk belang beperkt, maar financieel interessant vanwege dividendinkomsten. • Strategisch belang: de gemeente heeft er belang bij of is wettelijk verplicht om via gemeenschappelijke regelingen of besturen invloed te hebben in bepaalde, meer inhoudelijke, zaken. Door deze verbonden partijen wordt het mogelijk bepaalde voorzieningen voor de (inwoners van) de gemeente beschikbaar te hebben en daarbij ook bestuurlijke invloed uit te oefenen. • verzelfstandigde gemeentelijke onderdelen: qua bestuur en organisatie zijn er voormalige gemeentelijke onderdelen op afstand gezet. Door financiële relaties of bestuurlijke vertegenwoordiging heeft de gemeente nog invloed op de koers van deze verzelfstandigde onderdelen. Al deze samenwerkingsverbanden hebben als overeenkomst dat het bestuur van de gemeente Purmerend via deze samenwerkingsverbanden een bijdrage kan leveren aan het behalen van de verschillende programmadoelstellingen. Als dit wijzigt moet de gemeente de wijze van betrokkenheid in de betreffende partij heroverwegen. BEGROTINGSCRITERIUM IN RELATIE TOT VERBONDEN PARTIJEN Het begrotingscriterium houdt in, dat binnen de spelregels van de raad, geen overschrijdingen op programmaniveau mogen plaatsvinden. Een belangrijk dilemma in het kader van de verbonden partijen, is dat door de wijze waarop de bestuurlijke zeggenschap is georganiseerd (op afstand), de uitkomsten van de begroting en jaarrekening van de verbonden partijen en de gemeentelijke bijdrage niet altijd direct beïnvloedbaar zijn. Over voorstellen voor de ontwikkeling van de gemeentelijke bijdrage hanteert onze gemeente de volgende beleidslijn: • Financieel effect gebaseerd op nieuw beleid van verbonden partij kan alleen opgenomen worden in de begroting en de budgetten na instemming van de raad, passende binnen de (financiële) spelregels voor nieuw beleid van de gemeente. • Financieel effect gebaseerd op bestaand beleid van verbonden partij beschouwen als onvermijdelijke wijziging en deze als zodanig behandelen in de begroting en begrotingsaanpassingen.
75
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
De belangrijkste verbonden partijen van Purmerend zijn: Programma 2 Samenleving Verbonden partij
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek/Waterland
Vestigingsplaats
Zaandam
Bestuurlijke vertegenwoordiger
Dhr. G. Nijenhuis
Openbaar belang
In stand houden Gezondheidsdienst
Aard
Gemeenschappelijk regeling met 8 andere gemeenten
Ontwikkeling
Dit betreft een gemeenschappelijke regeling (GR) van de gemeenten in Waterland, Zaanstad en Oostzaan. Gemeenten zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een Gezondheidsdienst in stand te houden. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur.
Risico's
Eigen risicodrager WW-verplichting, omvang projectenportefeuille, doorbetalingsverplichting bij arbeidsongeschiktheid (WWGA/WIA); Calamiteiten binnen taakveld (uitbraak infectieziektes of rampenbestrijding).
Eigen vermogen ultimo 2014
€ 1.513.653
Vreemd vermogen ultimo 2014
€ 5.568.336
Resultaat 2014
€ 151.793
Realisatie dividend 2014
n.v.t.
Begroot dividend 2016
n.v.t.
Geraamde bijdrage 2015
€ 2.404.513 (GR) en € 72.542 (2e contact Voorlopig Ontwerp)
Geraamde bijdrage 2016
€ 2.440.908 (GR) en € 72.542 (2e contact Voorlopig Ontwerp)
Verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek/Waterland (BaanStede)
Vestigingsplaats
Zaanstad
Bestuurlijke vertegenwoordiger
Dhr. E.C.C. Voorbij
Openbaar belang
Uitvoering Wsw
Aard
Gemeenschappelijk regeling met 8 andere gemeenten
Ontwikkeling
Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Beemster, EdamVolendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. Sinds 1 januari 2015 is de participatiewet in werking getreden. Hierdoor kunnen er geen nieuwe mensen meer instromen in de Wsw. De rechten en plichten van mensen, die onder de huidige Wet sociale werkvoorziening werken, veranderen niet. Mede hierdoor maakt de GR BaanStede een transitieproces door.
Risico's
BaanStede heeft geen eigen vermogen. Risico's zijn voor de deelnemende gemeenten. Risicofactoren zijn: veranderend overheidsbeleid, orderverlies, lagere detacheringstarieven.
Eigen vermogen ultimo 2014
€ 300.000 bestemmingsreserve
Vreemd vermogen ultimo 2014
€ 6.864.951
Resultaat 2014
€ 300.000 (voor bestemming) nihil (na bestemming)
Realisatie dividend 2014
n.v.t.
Begroot dividend 2016
n.v.t.
Geraamde bijdrage 2015
€ 682.332
Geraamde bijdrage 2016
€ 978.562
76
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Programma 4 Milieu Verbonden partij
Regionale Uitvoeringsdienst IJmond
Vestigingsplaats
Beverwijk
Bestuurlijke vertegenwoordiger
dhr. M.T.A. Hegger
Openbaar belang
Ja, verplicht in deze vorm georganiseerd
Aard
Gemeenschappelijke regeling met 6 andere gemeenten en de provincie
Ontwikkeling Risico's
De door de GR geïdentificeerde risico's betreffen met name de bedrijfsvoering. Daarnaast zullen kosten gemaakt worden in geval van calamiteiten die de normale uitoefening van taken te boven gaan. Risico's zijn uiteindelijk voor rekening van de deelnemende gemeenten.
Eigen vermogen ultimo 2013
€ 579.995
Vreemd vermogen ultimo 2013
€ 10.239.757
Eigen vermogen ultimo 2014
€ 729.970
Vreemd vermogen ultimo 2014
€ 11.795.627
Resultaat 2014
€ 180.338
Realisatie dividend 2014
n.v.t.
Begroot dividend 2015
n.v.t.
Geraamde bijdrage 2015
€ 126.542
Geraamde bijdrage 2016
€ 130.727
Programma 8 Veiligheid Verbonden partij
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Vestigingsplaats
Zaanstad
Besturlijk vertegenwoordiger
dhr. D. Bijl
Openbaar belang
Ja, verplicht in deze vorm georganiseerd
Aard
Gemeenschappelijke regeling met 8 andere gemeenten
Ontwikkeling
Bij de vorming van de GR is overeengekomen dat de lasten via een groeimodel worden verdeeld van historische gegevens naar objectieve verdeelmaatstaven, waarbij de Veiligheidsregio in dezelfde periode een taakstelling op de totale begroting moet realiseren.
Risico's
De door de GR geïdentificeerde risico's betreffen met name de bedrijfsvoering. Daarnaast zullen kosten gemaakt worden in geval van calamiteiten die de normale uitoefening van taken te boven gaan. Risico's zijn uiteindelijk voor rekening van de deelnemende gemeenten.
Eigen vermogen ultimo 2014
€ 4.304.174
Vreemd vermogen ultimo 2014
€ 33.593.021
Resultaat 2014
€ 2.901.568 (voor bestemming)
Realisatie dividend 2014
n.v.t
Begroot dividend 2016
n.v.t.
Geraamde bijdrage 2015
€ 5.935.146
Geraamde bijdrage 2016
€ 6.049.244
77
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Programma 10 Bestuur en concern Verbonden partij
Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland
Vestigingsplaats
Purmerend
Bestuurlijke vertegenwoordiger
dhr. J. Krieger
Openbaar belang
Optimale ruimtelijke en economische ontwikkeling van de ISW regio d.m.v. bestuurlijke en ambtelijke samenwerking van de deelnemende gemeenten.
Aard
Gemeenschappelijke regeling met 6 andere gemeenten.
Ontwikkeling Risico's
De door de GR geïndentificeerde risico's betreffen met name de bedrijfsvoering. Daarnaast zullen kosten gemaakt worden in geval van calamiteiten die de normale uitoefening van taken te boven gaan. Risico's zijn uiteindelijk voor rekening van de deelnemende gemeenten.
Eigen vermogen ultimo 2014
€ 387.949
Vreemd vermogen ultimo 2014
€ 1.115.021
Resultaat 2014
€ 23.695
Realisatie dividend 2014
n.v.t
Begroot dividend 2016
n.v.t.
Geraamde bijdrage 2015
I.S.W. € 307.807; Waterlands archief € 475.666
Geraamde bijdrage 2016
I.S.W. € 293.262; Waterlands archief € 478.298
De gemeente Purmerend heeft besloten om de financiële bijdrage ISW af te bouwen. In de begroting is voor het jaar 2016 een taakstelling begroot van € 53.000 en vanaf 2017 € 106.000. In de begroting van het ISW is nog geen rekening gehouden met de afbouw van de financiële bijdrage van Purmerend. Verbonden partij
BV Stadsverwarming
Vestigingsplaats
Purmerend
Bestuurlijke vertegenwoordiger
Aandeelhouderschap
Openbaar belang
Stadsverwarming Purmerend (SVP) heeft op basis van artikel 2 van de Warmtewet (2013) de plicht warmtelevering in het verzorgingsgebied zeker te stellen, tegen redelijke voorwaarden en met inachtneming van een goede kwaliteit van dienstverlening.
Aard
De BV Stadsverwarming is een 100% deelneming van de gemeente Purmerend. De BV koopt en verkoopt warmte en heeft hiervoor een eigen distributienet. De deelneming van de gemeente in de BV bedraagt ruim € 38,0 miljoen en staat ongeveer gelijk aan 50% van de omvang van de activa van de BV.
Ontwikkeling
Vanaf medio 2014 is 80% van de jaarlijkse warmtebehoefte van de klanten van SVP afkomstig van biomassa en is daarmee klimaatneutraal.
Risico's
Wet- en regelgeving, gasprijsontwikkeling, graaddagenontwikkeling (en de daaraan gerelateerde afzet) en de hoogte van de inflatie.
Eigen vermogen ultimo 2014
€ 26.551.000
Vreemd vermogen ultimo 2014
€ 101.167.000
Resultaat 2014
-/- € 7.255.000
Realisatie dividend 2014
Geen
Begroot dividend 2016
Geen
Geraamde bijdrage 2015
Geen
Geraamde bijdrage 2016
Geen
78
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
Verbonden partij
Huisvuilcentrale Alkmaar (Huisvuilcentrale AlkmaarHVC)
Vestigingsplaats
Alkmaar
Bestuurlijke vertegenwoordiger
Aandeelhouderschap
Openbaar belang
Ja
Aard
HVC is verantwoordelijk voor het duurzaam afvalbeheer van haar aandeelhouders. Daarnaast produceert en levert HVC duurzame energie aan gemeenten, waterschappen, bedrijven en particulieren. De kerntaken van HVC zijn grondstoffenmanagement en opwekking en levering van duurzame energie. Bovendien ondersteunt HVC haar aandeelhouders bij het in kaart brengen van maatregelen voor lokale verduurzaming. HVC is actief in Nederland en binnen Nederland de grootste niet-commerciële afvalinzamelaar. HVC heeft 46 aandeelhoudende gemeenten en 6 waterschappen uit Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Friesland.
Ontwikkeling
HVC heeft ambities voor een duurzame toekomst.
Risico's
De bedrijfsvoering staat op grote afstand van de aandeelhouders.
Eigen vermogen ultimo 2014
€ 68.309.000
Vreemd vermogen ultimo 2014
€ 936.905.000
Resultaat 2014
€ 5.137.000
Realisatie dividend 2014
Geen
Begroot dividend 2016
Geen
Geraamde bijdrage 2015
Geen
Geraamde bijdrage 2016
Geen
79
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | De paragrafen
B
I
J
L
A
G
E
N
I. ONTWIKKELING EN TOELICHTING VERLOOP VRIJE RUIMTE 2016-2019
81
II. OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER PROGRAMMA EN BELEIDSVELD
84
III. INVESTERINGSOVERZICHT
86
IV. OVERZICHT RESERVES
95
V. PORTEFEUILLEVERDELING
100
VI. GEMEENTELIJKE ORGANISATIE
101
VII. UITGANGSPUNTEN BEGROTING 2016-2019
105
80
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
Bijlage I Ontwikkeling en toelichting verloop vrije ruimte 2016-2019 I/ 2020 S PRG
(+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
Stand kadernota 2016
1.963
2.582
153
-498
A.
Onvermijdelijke ontwikkelingen:
1
Dotatie vakantiegeld
-1.275
-
-
-
- I 11
2
Vrijval Wmo-oud door lagere compensatie Rijk
-157
-14
-
-
- I
2
3
Verschuiving herindicatie AWBZ en Wmo
-160
-
-
-
- I
2
4
Uitkeringen structureel hogere bijdrage
500
500
500
500
500 S
2
5
Vertraging sloop Beukenkamp
75
-75
-
-
- I
2
6
Ontwikkeling onderwijsgebouwen
0
41
41
41
82 S
2
7
Frictie reorganisatie
-300
-50
-200
-
8
Taakintensivering en regionalisering
-347
-347
-
-
- S 11
9
Overige ontwikkelingen
-172
-177
-64
-60
-45 I 10
-1.836
-122
277
481
537
-
100
100
100
100 S
2
Subtotaal A:
303
- I 10
B
Keuzes kadernota 2016:
1
Prijsverhoging toegang zwembad
2
Luilak Dance event
-17
-16
-15
-14
-13 S
2
3
voortzetten bijdrage aan Bureau Toerisme Laag Holland
-20
-45
-45
-45
-45 S
9
Subtotaal:
-37
39
40
41
-500
-
-
-
42
Nieuwe keuzes 2016: 4
Bijdrage aan busbaan N235 Subtotaal B: Ontwikkeling sinds Kadernota 2016 Resultaat programmabegroting 2016-2020 (exclusief toevoeging van rentevoordelen aan Algemene Reserve (AR), conform kadernota) Resultaat inclusief stortingen rentevoordelen in AR
C
Voorstel ruimtemakers midterm review (zie aparte bijlage)
- I
-500
-
-
-
-
-2.373
-83
317
522
579
-410
2.499
470
24
189
269
349
749
714
-221
2.768
819
773
1.596
0
180
430
434
882
A. ONVERMIJDELIJKE ONTWIKKELINGEN A1. Dotatie vakantiegeld, incidenteel € 1.275.000 Voor het vakantiegeld geldt dat gemeenten dit niet als schuld mochten verantwoorden aan personeel mochten verantwoorden aan het eind van elk boekjaar. Normaal gesproken heeft het personeel dan 7 maanden (juli tot en met december) opgebouwd. In de financiële voorschriften voor de verslaglegging wordt de keuze vrijheid van het personeel om zelf het moment van uitbetaling te bepalen aangegrepen om voor te schrijven dat ook gemeenten dit bedrag als schuld op de balans moeten verantwoorden. Deze boekhoudkundige verschuiving moet via de begroting worden opgenomen en alsgevolg hiervan daalt de algemene reserve. A2. Vrijval Wmo-oud door lagere compensatie rijk, incidenteel € 157.000 in 2016 en € 14.000 in 2017 In de meicirculaire van het gemeentefonds is aangegeven dat de rijksoverheid een veel lagere prijscompensatie geeft voor de Wmo-oud dan eerder meegewogen. Dit leidt tot een correctie op de budgetten die in kadernota zijn
81
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
434 S 11
Toelichting
aangemerkt als vrijval.
5
A3. Verschuiving herindicatie AWBZ en WMO, incidenteel € 160.000 Een deel van de herindicaties AWBZ en WMO verschuift van 2015 naar 2016 (tussenrapportage 2015). A4. Uitkeringen, Structureel € 500.000 Het saldo van de uitkeringenlasten en de bijdrage van de rijksoverheid verbetert structureel met € 0,5 miljoen. Enerzijds zijn de gemiddelde uitkeringslasten in Purmerend lager dan begroot en anderzijds stijgt de rijksbijdrage meer dan het aantal uitkeringen. Dit is mede te danken aan het nieuwe verdeelmodel voor de bijstand waarin een sterkere prikkel is opgenomen voor lokale afwijkingen. A5. Vertraging sloop Beukenkamp Samenhangend met de realisatie van de nieuwe sporthal wordt Beukenkamp langer gebruikt. Het budget voor de sloop verschuift daarmee van 2016 naar 2017. A6. Ontwikkeling onderwijsgebouwen In de begroting is opgenomen de vrijval per 2017 van de kapitaallasten van het gebouw Nijlstraat 156. In 2020 wordt vervolgens rekening gehouden met het afstoten van Nijlstraat 160. A7. Frictiekosten reorganisatie In de realisatie van de krimp wordt later dan aanvankelijk gepland de formatie ingekrompen. Als gevolg hiervan verschuiven de frictiekosten in verband met boventalligheid van 2016 naar 2017 en 2018. Daarnaast is de opbrengst in 2016 lager dan oorspronkelijk begroot. Hiermee werd rekening gehouden in het benodigd weerstandsvermogen. Nu de krimp wordt afgerond vervalt tegelijkertijd de raming aan benodigd weerstandsvermogen.In de presentatie aan de raad worden beide regels samengevoegd. A8. Taakintensivering Voor een aantal taken is structurele uitbreiding nodig. Dit betreft het taakveld economie, informatievoorziening, regionale ontwikkeling en sociaal rendement. Structureel worden de middelen hiervoor gevonden binnen de opbrengst van de krimp. Incidenteel zijn er kosten om het noodzakelijk is de activiteiten als in 2016 op te pakken. A9. Overige ontwikkelingen In de regel overige ontwikkelingen zijn een diverse kleinere afwijkingen opgenomen. Het structurele effect 2018 en 2019 wordt veroorzaakt door de dalende risicoprovisie van HVC (de gemeente staat dan ook minder garant), het verwacht herverdeeleffect van de Brede Doeluitkering Veiligheidsregio en huisvestingslasten van de Brandweer. Incidenteel geldt dat rekening is gehouden met een vertraging van de besparing op het ISW conform de zienswijze die door de gemeenteraad is uitgebracht. B. KEUZES KADERNOTA 2016 Bij de vaststelling van de kadernota zijn deze drie voorstellen door de raad aan het college opgedragen. Inhoudelijk is er geen nieuwe ontwikkeling. B4. Bijdrage aan busbaan N235 In het kader van de verbetering van de bereikbaarheid van Purmerend en Waterland is er een plan in ontwikkeling om busbaan aan te passen. Als het plan doorgang vindt betekent dat een verbetering van de bereikbaarheid van Purmerend per openbaar vervoer en per auto. Aan individuele gemeenten wordt gevraagd een deel van de kosten te dragen. Voorgesteld in de begroting een bijdrage van maximaal € 500.000 op te nemen. C. Voorstel ruimtemakers Midterm review In een aparte bijlage (registratienummer 1224300) ligt voor een aantal keuzemogelijkheden om middelen vrij te maken voor de wensen in de midterm review en de versterking van de algemene reserve. In het kader van de
82
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
programmabegroting 2016 - 2019 is het belangrijk om te melden deze mogelijke ruimtemaker niet is meegeteld in het resultaat van de begroting en de ontwikkeling van de algemene reserve.
83
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld Programma (Bedragen x € 1.000) BV011 Publieksdienstverlening
Lasten - Baten
BV022 Sport en recreatie
-8.330
-8.359
-8.424
3.028
3.013
3.066
3.080
-5.320
-5.317
-5.293
-5.344
Lasten
-8.017
-8.065
-8.099
-8.168
Baten
1.605
1.602
1.613
1.625
-6.412
-6.463
-6.486
-6.543
-7.637
-8.527
-8.981
-9.046
Lasten
Lasten
Lasten Baten
BV025 Onderwijs
Lasten Baten
BV026 Maatschappelijke ondersteuning
Lasten Baten
BV027 Werk en inkomen
-1.282
-
-
-
-
-1.273
-1.258
-1.270
-1.282
-19.687
-19.436
-19.626
-19.686
-
-
-
-
-19.687
-19.436
-19.626
-19.686
-11.730
-11.759
-11.788
-11.692
1.635
1.646
1.658
1.659
-10.095
-10.113
-10.131
-10.033
-37.280
-37.027
-37.139
-37.573
2.244
2.278
2.312
2.346 -35.227 -46.585
Baten
26.447
26.447
26.447
26.447
-21.061
-20.618
-20.223
-20.138
-100.026
-99.992
-100.357
-100.768
Lasten
-816
-788
-793
-797
Baten
320
312
306
304
-496
-476
-487
-493
Lasten
-13.232
-13.249
-13.360
-13.504
Baten
13.132
13.324
13.421
13.570
-100
75
61
66
Lasten
-3.497
-3.119
-3.159
-3.175
Baten
2.325
2.354
2.360
2.366
Lasten
-1.171
-765
-799
-808
-25.116
-25.073
-25.008
-25.756
9.938
10.237
10.378
10.757
-15.178
-14.836
-14.630
-14.999
Lasten
-13.504
-10.096
-9.345
-8.750
Baten
10.849
8.490
6.923
5.566
-2.655
-1.606
-2.423
-3.183
-7.596
-7.770
-7.898
-8.008
Lasten Baten
PGR08 VEILIGHEID Lasten Baten PGR09 ECONOMIE
84
-1.270
-46.670
PGR07 RUIMTELIJKE ORDENING
BV091 Economie
-1.258
-34.827
PGR06 BEHEER OPENBARE RUIMTE
BV081 Veiligheid
-1.273
-47.065
Baten
BV071 Ruimtelijke ordening
1.187 -7.859
-34.750
PGR05 BEREIKBAARHEID BV061 Beheer openbare ruimte
1.186 -7.794
-47.508
PGR04 MILIEU BV051 Bereikbaarheid
1.174 -7.353
-35.036
PGR03 WONEN BV041 Milieu
1.174 -6.462
Lasten
PGR02 SAMENLEVING BV031 Wonen
Begroting 2019
-8.347
Baten
BV024 Jeugd
Begroting 2018
Baten
Baten
BV023 Wijkmanagement
Begroting 2017
Lasten
PGR01 PUBLIEKSDIENSTEN BV021 Kunst en cultuur
Begroting 2016
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
150
151
151
151
-7.447
-7.619
-7.748
-7.857
-926
-895
-760
-765
695
586
586
586
-231
-308
-173
-179
Programma (Bedragen x € 1.000) BV101 Bestuur & concern
Lasten - Baten Lasten Baten
PGR10 BESTUUR & CONCERN Algemene dekkingsmiddelen
Lasten Baten
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Reserves
Lasten Baten
RESULTAATBESTEMMING TOTAAL
85
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
-12.652
-12.171
-11.955
-12.007
3.629
3.745
3.801
3.858
-9.023
-8.426
-8.154
-8.149
-961
391
-628
-503
140.655
140.861
141.066
142.604
139.693
141.251
140.438
142.100
-80
-2.850
-902
-856
2.034
866
466
472
1.954
-1.983
-435
-384
-
-
-
-
Bijlage III Investeringsoverzicht De geactualiseerde investeringen en uitgaven zijn opgenomen in drie overzichten: A. lopende investeringen. Dit betreft die investeringen waarvoor reeds een besluit is genomen om tot uitgaven over te gaan. B. vervangingsinvesteringen. De investeringen die de omvang van de (versleten) kapitaalgoederenvoorraad op peil houden. De aangekochte kapitaalgoederen vervangen de economisch verouderde kapitaalgoederen. Hieronder vallen ook de levensduurverlengende investeringen boven de € 25.000. Dit betreft uitgaven voor planmatig onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, elektrische installaties, vloeren etcetera. C. voorgenomen investeringen. Dit betreft investeringen waarvoor nog een aparte raadsvoordracht wordt voorgelegd, alvorens er uitgaven gedaan mogen worden.
86
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
10 10 20 20 10
Vervanging installaties horeca Purmaryn
Armaturen verkeersruimten publiek
Dakbedekking grote zaal
Verbouwing Purmaryn 2015
Renoveren stoelen
20 20 10 20 20 10 20 20 10 20 40 50 20 10 20 10 10 50
Vervanging gevelbeplating wanden zwembad
Sportvloer gymlokaal Doplaan
Renovatie voetbalveld Savannestraat veld 1 toplaag
Vervanging vloertegels De Karekiet
Vervangen en renovatie gymzaal de Gors
Hockeyveld toplaag de Munnik
Sportzaal De Karekiet, boeiboorden
Sportzaal De Karekiet, vervanging buitenkozijnen
Renovatie voetbalveld Savannestraat, veld 3 toplaag
Rugbyclub velden en terreininrichting
Rugbyclub nieuw clubgebouw
Multifunctionele sportaccomodatie bouw
Multifunctionele sportaccomodatie installaties
Multifunctionele sportaccomodatie inrichting
Sportzaal De Karekiet, facelift sportvloer
Renovatie voetbalveld 3 FC Purmerend
Renovatie veld 4 toplaag sportcomplex Savannestraat
Kleedaccommodaties FC Purmerend
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
30
Beschoeiing volkstuinen Isis
87
40
Parkeervoorziening volkstuinen Isis
BV021 Kunst en cultuur
20
6
Vervanging dakbedekking platte daken Purmaryn
BV011 Publieksdienstverlening
Basisregistraties GEO 2015
Afschr. Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld duur
A. Lopende investeringen
2015
2015
2015
2015
2017
2017
2017
2016
2016
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2016
2016
2015
2016
2015
2015
2015
Gereed
2016
2016
2016
2016
2018
2018
2018
2017
2017
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2017
2017
2016
2017
2016
2016
2016
Afschr. m.i.v.
245.400
49.111
65.513
75.348
1.000.000
3.750.000
9.135.759
698.153
1.606.700
65.313
84.151
38.782
158.428
176.619
40.145
65.513
47.826
39.661
133.458
25.000
761.211
47.635
473.000
42.657
53.141
80.000
64.779
200.000
200.000
Krediet / aanschaf.w.
-
-
245.000
49.111
65.513
75.348
38.567
144.694
283.649
1.406
116.549
65.313
84.151
38.782
158.428
40.145
65.513
47.826
39.661
110.950
16.496
68.999
-
-
-
21.165
33.074
14.760
Totaal besteed t/m 2014
400
-
-
-
-
-
1.000.000
598.594
1.366.620
-
-
-
-
176.619
-
-
-
-
22.508
8.504
256.577
-
100.000
42.657
16.976
46.926
50.019
200.000
200.000
-
-
-
-
500.000
2.000.000
7.500.267
98.153
123.531
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
435.635
47.635
373.000
-
15.000
-
-
-
-
-
-
-
-
461.433
1.605.306
351.843
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Investering Investering Investering Investering Investering 2015 2016 2017 2018 2019
88
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
10
2016
2015
2015
2017
2016
2016
4.952.000
122.440
600.000
59.500
166.500
197.500
190.000
360.000
93.747
Voorbereiding PSG gebouw fase 1
189.000
10
2016
2016
2016
2016
2016
2017
2017
2016
81.418
82.520
20
2015
2015
2015
2015
2015
2016
2016
2015
2016
2016
1e inrichting en onderwijsleerpakket De Roos
10
Vervanging zwakstroominstallaties zwembad
2015
2015
105.207
143.427
Verbouwing Het Baken Grevelingenmeer 62
10
Vervanging voegwerk vloerafwerking recreatie- en wedstrijdbad
2016
2016
20
10
Vervanging vloer hal horeca zwembad
2015
2015
76.374
Verbouwing De Boemerang Jachtwagenstr.64
10
Vervanging verlichtingsarmaturen zwembad
2016
60.675
43.030
20
10
Vervanging regelinstallatie luchtbehandeling zwembad
2015
2016
2016
20
10
Vervanging regelinstallatie CV- en sanitaire installatie zwembad
2015
2015
31.129
136.987
Verbouwing De Akker Zichthof 11
10
Vervanging gootroosters diverse baden zwembad
2016
2016
Verbouwing De Dijk Zichthof 9
10
Vervanging automatische dosering zwemwaterzuivering
2015
2015
225.000
20
20
Vervanging voegwerk gevel sportzaal De Karekiet
2016
202.500
225.000
20
10
Toplaag kunstgras vv Wherevogels
2015
2016
2016
Binnenklimaat Amazonelaan 17
20
Onderlaag kunstgras vv Wherevogels
2015
2015
25.486
Binnenklimaat Yellowstone 11
10
Toplaag kunstgras vv Purmersteijn
2016
65.887
26.151
10
25
Onderl.kunstgras vv Purmersteijn
2015
2016
2016
Elektrische installatie Spinnekop 1
20
Bestrating sportcomplex Trimpad 10
2015
2015
129.170
561.524
143.229
10
Renovatie trainingsveld sportcomplex Westerweg 48
2016
2016
20.003.947
20
Buitenkozijnen/deurbetimmering gymlokaal Sweelinckstraat
2015
2015
92.582
Krediet / aanschaf.w.
20
20
Vervanging luchtbehandeling De Vaart
2016
Afschr. m.i.v.
Dakbedekking Spinnekop 1
15
Vervangingsbeleid speelvoorzieningen
2015
Gereed
BV022 Sport en recreatie
20
Outdoor sport en recreatie voor jeugd
Afschr. Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld duur
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4.952.000
80.370
517.388
56.542
109.418
172.667
112.920
184.015
3.608
5.075
1.687.102
Totaal besteed t/m 2014
-
42.070
82.612
2.958
57.082
24.833
77.080
175.985
-3.608
138.154
5.676.312
189.000
81.418
82.520
105.207
143.427
76.374
60.675
43.030
31.129
136.987
225.000
202.500
225.000
25.486
65.887
26.151
129.170
561.524
92.582
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10.221.951
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
93.747
-
2.418.582
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Investering Investering Investering Investering Investering 2015 2016 2017 2018 2019
40 20
't Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr (geb)
't Prisma,verv.Mercuriusw/Gasinjetstr (inst)
20 40 40 40 40
Luchtbehandeling/ventilator Claxonate
Schoolroute-oversteek Van IJsendijkstraat
Verkeerscirculatie Binnenstad
Rotonde Wolgalaan
Parkeerplaatsen (20st) incl verbreden rijbaan Gasinjetstraat
45 25 30 45 45 45 2015-2016 45 50
Riolering 2015
Uitvoeringsprogramma asfalt
Uitvoeringsprogramma elementen
Lozingsputten t.b.v. poepzuiger
Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (GRP+) 2015
Stedelijk Waterplan
Stedelijk Waterplan (uitvoering oeverplan)
Groot onderhoud bruggen (incl. restant 2013)
89
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
Noodaggregaat (planmatig onderhoud)
10
20
Binnenklimaat Kaasmarkt 20
BV071 Ruimtelijke ordening
20
Verbouwing binnenklimaat Purmerends Museum
BV061 Beheer openbare ruimte
30
Inrichten Gemeentelijk Gronddepot Baanstee-Nrd
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
40
2015
2015
2015
2016
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2016
2016
Gereed
Kiss&ride en parkeerplaats den Uyllaan 3
BV051 Bereikbaarheid
10
Vloeren Claxonate
PGR02 Samenleving
BV026 Maatschappelijke ondersteuning
Wmo Hulpmiddelen 2015
6
10
Voorbereiding PSG terr. inr. fase 1
BV025 Onderwijs
10
Voorbereiding PSG installaties fase 1
Afschr. Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld duur
2016
2016
2016
2016
2016
2016-2017
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2017
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2017
2017
Afschr. m.i.v.
80.002
374.500
74.500
300.000
10.537.909
1.997.452
54.256
3.209.040
2.188.707
150.000
346.696
1.057.358
120.000
1.208.000
206.400
1.033.546
62.000
60.000
759.000
35.000
70.125
47.421
31.515.355
300.000
300.000
10.450.196
479.320
1.437.960
410.000
1.238.000
Krediet / aanschaf.w.
7.220
278.168
-
278.168
189.349
-
-
-
-
-
-
-
4.247
117.452
67.650
28.236
-
-
-
-
-
28.236
10.646.157
-
-
8.890.056
-
1.048.054
410.000
1.238.000
Totaal besteed t/m 2014
72.782
96.331
74.500
21.831
9.447.728
1.997.452
54.256
2.308.208
2.188.707
150.000
346.696
1.057.358
115.753
1.090.548
138.750
1.005.310
62.000
60.000
759.000
35.000
70.125
19.185
7.699.282
300.000
300.000
1.466.393
479.320
389.906
-
-
-
-
-
-
900.832
-
-
900.832
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10.657.586
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2.512.329
-
-
93.747
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Investering Investering Investering Investering Investering 2015 2016 2017 2018 2019
4 4 6 6 4
HBW informatie voorziening aanleg technische structuur HW
HBW digitalisering documenten en werkprocessen HW
HBW digitalisering documenten en werkprocessen SW
Website Purmaryn
Randvoorwaarden ICT (gen. Basis)
90
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
Bedrijfsvoering & Tractie
Tractie
Tractie (vervoermiddelen en machines)
8-10
6
Bedrijfsvoering/ICT
6
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2016
2016
2016
2016
2016
2016
2015-2019 2016-2020
2016-2019 2017-2020
193.933
11.343.064
55.715.930
-
-
52.187
-
-
9.357
-
42.830
-
-
-
-
141.745
-
141.745
-
-
-
7.220
Totaal besteed t/m 2014
11.974.619
956.811
956.811
4.801.574
100.000
46.500
470.000
100.000
639.129
995.945
950.000
1.300.000
Digitaliseren software
2015-2019 2016-2020
Basis- en kernregistratie (iNUP) software
1.239.000
6
2016
2016
2.313.000
1.632.000
Overige onderzoek en projecten software
2015
2015
2016
2016
200.000
10
HBW facilitair
2015
2015
911.000
121.234
6.216.234
20
HBW Huisvesting Bouwkundig (overig)
2016
2017
80.002
Krediet / aanschaf.w.
6
20
HBW Huisvesting Bouwkundig (installaties)
2015
2016
Afschr. m.i.v.
Basis- en kernregistraties 2015
20
HBW Huisvesting Bouwkundig (verbouw)
Gereed
Bedrijfsvoering/Huisvesting
20
Dakbedekking, onderkomens groen (2012)
BV081 Veiligheid
Afschr. Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld duur
27.580.886
9.059.453
956.811
956.811
2.149.387
100.000
46.500
460.643
100.000
596.299
395.945
-
250.000
200.000
5.953.255
1.239.000
2.171.255
1.632.000
911.000
-
72.782
12.554.652
996.234
-
875.000
-
-
-
-
-
225.000
350.000
300.000
-
121.234
-
-
-
-
121.234
-
3.087.329
575.000
-
575.000
-
-
-
-
-
125.000
200.000
250.000
-
-
-
-
-
-
-
-
575.000
575.000
-
575.000
-
-
-
-
-
125.000
200.000
250.000
-
-
-
-
-
-
-
-
575.000
575.000
-
575.000
-
-
-
-
-
125.000
200.000
250.000
-
-
-
-
-
-
-
-
Investering Investering Investering Investering Investering 2015 2016 2017 2018 2019
10 20 10
Toneelstoffering grote zaal
Vervangen balkon inblaas unit
Vervangen zonwering kleine zaal
15 20
Vervangingsbeleid speelvoorzieningen
Outdoor sport en recreatie voor jeugd
25 25 20 15 10 25 15
Verkeersregelinstallatie Purmerweg/Westerweg
Verkeersregelinstallatie V.IJsendijkstraat/Wormerplein
Jan Blankenbrug, vervanging slagboominstallatie
Bussluis Zambezilaan
Vloeren, Claxonate
Verkeersregelinstallatie P'Steenweg/B.Kooimanweg
Bussluis Beatrixplein
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
25
Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Waterlandlaan
91
25
2019
2019
2019
2018
2017
2017
2016
2017
2016
2020
2020
2020
2019
2018
2018
2017
2018
2017
2017
50.500
134.560
160.898
50.000
88.344
71.500
64.395
143.000
134.245
97.587
56.620
Verkeersregelinstallatie Gorslaan/Linnaeusstraat
2016
2018
25
Verkeersregelinstallatie Azielaan/Gangeslaan
2017
20
Vervanging elektrische installaties/verlichting Claxonate
2017
211.460
2016
10
Stadsafsluiting (Koestraat, Plantsoenstraat, Kolkstraat, Kalversteeg, Zuidersteeg)
208.000 208.000
2017
BV041 Milieu
2016
3.927.260
Ondergrondse containers Kop West
6-15-20
1.675.000
76.049
45.820
30.229
2.040.140
382.052
1.592.575
65.513
136.071
30.000
38.805
31.916
35.350
Krediet / aanschaf.w.
PGR02 Samenleving
2017-2020
2019
2019
2017-2020
2017-2020
2018
2017
2018
2017
2016
Afschr. m.i.v.
1.675.000
2016-2019
2018
2018
2016-2019
2016-2019
2017
2016
2017
2016
2015
Gereed
BV026 Maatschappelijke ondersteuning
Wmo Hulpmiddelen 2016 - 2019
6
20
Leeghwaterpark 4, kozijnen en deuren
BV025 Onderwijs
20
Leeghwaterpark 4, dakbedekking
BV022 Sport en recreatie
10
Renovatie voetbalveld Westerweg C-veld
BV021 Kunst en cultuur
15
Afschr. duur
Klimaatregeling OS2
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld
B. Vervangingsinvesteringen
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
35.350
-
-
-
-
-
-
-
-
-
35.350
-
-
-
35.350
Investering 2015 -
-
-
-
-
-
-
64.395
-
134.245
97.587
-
211.460
208.000
208.000
713.424
350.000
350.000
-
-
-
301.508
93.508
208.000
-
61.916
30.000
-
31.916
Investering 2016
-
-
-
-
-
-
88.344
71.500
-
143.000
-
-
56.620
-
-
-
1.033.648
400.000
400.000
-
-
-
594.843
94.911
434.419
65.513
38.805
-
38.805
Investering 2017
-
-
-
-
-
-
-
-
76.739
50.000
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
972.984
450.000
450.000
76.049
45.820
30.229
446.935
96.335
350.600
Investering 2018
-
-
-
-
-
-
50.500
134.560
84.159
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.171.854
475.000
475.000
-
-
-
696.854
97.298
599.556
Investering 2019
20 40 45 45 25 30 15
Beschoeiingen
Verbreed Gemeentelijk rioleringsplan 2016-2019
Vervanging Riolering
Uitvoeringsprogramma asfalt
Uitvoeringsprogramma elementen
Lichtkoepel/beglazing, aula begraafplaats
20 20 20 20 20 20
Kozijnen/deur/betimmering, Karekietpark 26
Koudeopwekking Wielingenstraat Streekarchief
Dakbedekking/dakpannen Torenmolen 9
Dakbedekking Overweersepolderdijk 4
Lift Zichthof 10
Koudeopwekking Purmerweg 13d
20
Luchtbehandeling Gorslaan 50-52
10 10 20
Binnenzonwering
Linoleum/tapijt/pakket
Elektrische Installaties/verlichtingen
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
20
Van IJsendijkstraat 417, koudeopwekking/distributie
92
20
Van IJsendijkstraat 186, dakbedekking tractieloods
BV081 Veiligheid
10
Elektrische installalties Gorslaan 50-52
Vervanging handcomputers VTH
6
20
Lift, Kaasmarkt 20
BV071 Ruimtelijke ordening
20
Diverse vervangingen, Kaasmarkt 20
BV061 Beheer openbare ruimte
50
Jan Blankenbrug Ren.Elektrotechn.installatie
2016-2019
2016-2019
2016-2019
2016
2017
2019
2016-2017
2017
2016
2019
2018
2017
2017
2017
2016
2017
2016
2016-2019
2016-2019
2017-2019
2016
2018
2017
2018
2017-2020
2017-2020
2017-2020
2017
2018
2020
2017-2018
2018
2017
2020
2019
2018
2018
2018
2017
2018
2017
2017-2020
2017-2020
2018-2020
2017
2019
2018
2019
698.624
278.415
143.746
73.898
37.318
196.704
26.944
124.760
45.000
470.877
25.374
58.727
40.894
79.979
68.682
114.247
55.287
27.687
23.980.875
32.606
3.288.405
4.304.032
8.032.179
3.111.159
300.000
68.994
3.008.032
118.835
Groot onderhoud bruggen
2019
2017-2020
1.716.633
2018
15
2016-2019
40
Krediet / aanschaf.w.
Kooimanbrug, verv. Brugbesturing
Afschr. m.i.v.
Vervanging houten of vaste bruggen
Gereed 1.263.109
Afschr. duur
BV051 Bereikbaarheid
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
334.848
-
-
-
-
-
-
-
-
-
334.848
Investering 2015
130.057
172.291
28.255
73.898
-
59.454
-
59.454
-
80.661
25.374
-
-
-
-
-
55.287
-
4.804.890
32.606
265.571
1.057.358
-
3.111.159
-
-
-
-
338.196
507.687
Investering 2016
346.093
39.644
-
-
37.318
110.306
-
65.306
45.000
290.595
-
-
-
79.979
68.682
114.247
-
27.687
4.916.894
-
994.304
1.067.932
2.442.395
-
-
68.994
-
-
343.269
359.464
Investering 2017
-
-
-
-
-
-
-
-
-
40.894
-
-
40.894
-
-
-
-
-
8.649.442
-
1.009.219
1.083.951
2.780.987
-
300.000
-
3.008.032
118.835
348.418
126.739
Investering 2018
222.474
66.480
115.491
-
-
26.944
26.944
-
-
58.727
-
58.727
-
-
-
-
-
-
5.274.801
-
1.019.311
1.094.791
2.808.797
-
-
-
-
-
351.902
269.219
Investering 2019
20 20 20
HWA/trimgoot
Koepel/beglazing
Warmteopwekking/distributie
93
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
Tractie
2016-2019
2019
2019
2019
2019
2017
2017-2020
2020
2020
2020
2020
2018
2017
2020
27.443
93.000
34.675
240.078
295.620
26.832
187.400
370.198
37.641.234
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Investering 2015
5.224.977
5.224.977
20
Dakbedekking/dakpannen
8-10-15
20
Koudeopwekking/distributie
2016
2019
232.382
Krediet / aanschaf.w.
Tractie (vervoermiddelen en machines)
10
Vergadermeubilair vergadercentrum
2020
Afschr. m.i.v.
2.369.431
20
Diversen (terreinmeubilair)
2019
Gereed
Bedrijfsvoering/Huisvesting
20
Afschr. duur
Brand/inbraak/bliksem
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld
-
-
8.838.627
1.872.609
1.872.609
591.901
-
-
-
-
-
187.400
Investering 2016
-
-
-
7.409.384
248.590
248.590
449.887
-
-
-
-
26.832
Investering 2017
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10.840.614
1.050.555
1.050.555
Investering 2018
10.182.411
2.053.223
2.053.223
1.327.643
93.000
34.675
240.078
295.620
-
-
27.443
232.382
Investering 2019
10
Aanpassingen zwembad hygiëne en veiligheid
94
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
BV022 Sport en recreatie
20
Aanpassing dak zwembad
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Afschr.duur
C. Voorgenomen investeringen
2016
2016
Gereed
2017
2017
Afschr. m.i.v.
863.000
113.000
750.000
Krediet / aanschaf.w.
863.000
113.000
750.000
Investering 2016
Investering 2017
-
-
-
Investering 2018
-
-
-
Investering 2019
-
-
-
Bijlage IV Overzicht reserves Naam reserve en/of voorziening (x Programma € 1.000)
Ontwikkeling
2016
2017
2018
2019
Boekwaarde per 01-01
10.627 10.406 13.174
A. ALGEMENE RESERVE: Algemene reserve
Algemene dekkingsmiddelen
13.993
Onttrekkingen
-221
-
-
-
Toevoegingen
-
2.768
819
773
10.406 13.174 13.993
14.766
10.406 13.174 13.993
14.766
Boekwaarde per 31-12 Totaal algemene reserve B. EGALISATIERESERVES: Egalisatiereserve afvalverwijdering
04. Milieu
Boekwaarde per 01-01
150
-
-
-150
-
-
-
-
-
-
-
1.496
1.398
1.308
1.230
Onttrekkingen
-178
-171
-161
-161
Toevoegingen
80
81
82
82
1.398
1.308
1.230
1.152
789
377
109
-
-412
-269
-109
-
377
109
-
-
1.775
1.417
1.230
1.152
338
338
338
338
-
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
338
338
338
338
Boekwaarde per 01-01
288
288
288
288
Onttrekkingen Boekwaarde per 31-12 Egalisatiereserve begraafrechten
06. Beheer openbare ruimte
Totaal begraafrechten Reserve afkoop geldleningen
Boekwaarde per 01-01
Boekwaarde per 31-12 Algemene dekkingsmiddelen
Boekwaarde per 01-01 Onttrekkingen
Totaal afkoop leningen Wherestad
Boekwaarde per 31-12
Totaal egalisatiereserve
-
C. BESTEMMINGSRESERVES: Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting
02. Samenleving
Boekwaarde per 01-01 Toevoegingen
Totaal af te stoten panden onderwijshuisvesting Reserve sanering asbest
02. Samenleving
Toevoegingen Totaal sanering asbest
Boekwaarde per 31-12
Reserve gem. middelen participatie 02. Samenleving
Boekwaarde per 01-01
Totaal gem. middelen participatie Reserve herstructurering Wsw
03. Wonen
Totaal Woonvisie Reserve beheer openbare ruimte
06. Beheer openbare ruimte
286
-
-
-286
-
-
Toevoegingen
-
-
-
-
Boekwaarde per 01-01
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
-
-
835
647
-273
-132
-187
-302
-
-
-
-
835
647
345
Boekwaarde per 01-01
665
649
649
649
Onttrekkingen
-16
-
-
-
Boekwaarde per 31-12
649
649
649
649
Boekwaarde per 01-01
405
-
-
-
Boekwaarde per 01-01 Onttrekkingen
95
967
967
Boekwaarde per 31-12 07. Ruimtelijke ordening
286 1.240
Boekwaarde per 31-12
Onttrekkingen
Reserve gronden
288
639
Toevoegingen
Reserve woonvisie
288
-353
Onttrekkingen
Totaal herstructurering Wsw
288
Onttrekkingen
Boekwaarde per 31-12 02. Samenleving
288
-405
-
-
-
-
-
-
-
1.100
1.074
1.065
1.056
-25
-9
-9
-9
Naam reserve en/of voorziening (x Programma € 1.000)
Ontwikkeling
Totaal gronden
Boekwaarde per 31-12
Totaal bestemmingsreserves Totaal reserves
96
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
2016
2017
2018
2019
1.074
1.065
1.056
1.046
3.601
3.174
2.978
2.666
15.782 17.765 18.200
18.584
Toelichting reserves ALGEMEEN Ter toelichting op het totaaloverzicht wordt per reserve aangegeven: het doel waarvoor deze is ingesteld, de wijze van voeding en waaraan de reserve of voorziening wordt besteed. De specifieke mutaties in 2016 zijn toegelicht in het onderdeel financiële toelichting per programma. ALGEMENE RESERVE Doel en voeding: doel van de algemene reserve is het opvangen van risico's in algemene zin en risico's waarvoor geen bestemmingreserve of voorziening is gevormd. Het voor- en/ of nadelig resultaat van de programmarekening wordt verrekend met de algemene reserve. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming, anders dan dat een deel van de algemene reserve is aangemerkt als weerstandsvermogen. De gewenste omvang van de algemene reserve is door de raad bepaald op minimaal € 15 miljoen of zoveel hoger als er weerstandsvermogen nodig is. In de paragraaf Weerstandsvermogen is aangegeven dat de actuele inschatting van het benodigde weerstandsvermogen € 25,4 miljoen is. In het coalitieakkoord 'Met vereende kracht' is aangegeven dat in de periode 2014 - 2018 een begin wordt gemaakt met het verminderen van de schuldenlast. Dit komt in deze begroting tot uitdrukking door een groei van de algemene reserve en een daling van de leningen. De algemene reserve groeit naar € 14,7 miljoen ultimo 2019, dit exclusief de effecten uit de bijlage keuzes en wensen. EGALISATIERESERVES Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. De egalisatiereserves zijn ingesteld om een overschot op een bepaalde heffing te voorkomen als uitgaven en investeringen vertraging oplopen. De egalisatiereserves zijn niet aan een termijn gekoppeld. Programma 4 Milieu Egalisatiereserve afvalverwijdering Doel en voeding: doel van deze reserve is om de fluctuaties tussen de baten en lasten voor het inzamelen en verwijderen van afval op te vangen. Indien in enig jaar de baten voor de afvalinzameling hoger zijn dan de lasten wordt het verschil toegevoegd aan de egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt vervolgens ingezet De egalisatiereserve kan geen nadelig saldo hebben. Beschikbaar bedrag per 1 januari 2016 bedraagt € 150.000. Dit bedrag wordt in 2016 onttrokken en in mindering gebracht op het tarief van de afvalstoffenheffing. Programma 6 Beheer openbare ruimte Egalisatiereserve begraafrechten Doel van deze reserve is het egaliseren van inkomsten uit meerjarig afgekochte grafrechten, om jaarlijks een evenredig deel van de afkooptermijn te laten vrijvallen voor het beheer van en onderhoud aan de begraafplaatsen. Het saldo van de reserve komt overeen met alle op dit moment geregistreerde afkooptermijnen, tegen actueel prijspeil. Voor 2016 wordt aan de reserve € 177.800 onttrokken en wordt uit meerjarig verlengde en/of nieuwe afkoop een dotatie van circa € 80.000 verwacht. Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken Doel van deze reserve is om incidentele voor- en nadelen ten opzichte van de heffing gemeentelijke watertaken te egaliseren. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de lasten - bijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo aan de egalisatiereserve gedoteerd en later gebruikt ter dekking van tijdelijk lagere tarieven.
97
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
Algemene dekingsmiddelen Egalisatiereserve afkoop geldleningen Doel en voeding: doel van deze reserve is het opvangen van het ontstane jaarlijkse nadeel op de renteverschillen. Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad. De voeding is de ontvangen boeterente van Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage in 2010 (besluitnummer 10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door jaarlijks een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in de eigen financieringsmiddelen vallende onder de algemene dekkingsmiddelen. De reserve zal eind 2018 volledig zijn besteed en wordt dan opgeheven. BESTEMMINGSRESERVES Voor bestemmingsreserves geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgesteld termijn. Programma 2 Samenleving Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Het doel van deze reserve is om de boekwaarden af te kunnen boeken, gedurende de periode 2012 tot en met 2015, van de onderwijspanden die worden herbestemd of worden gesloopt. Onttrekkingen aan reserve vinden plaats na concrete voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken. In de reserve is ultimo 2015 een bedrag beschikbaar van € 338.000. Dit bedrag is bedoeld voor het geval dat de boekwaarde op te herontwikkelen locaties niet kan worden terugverdiend. Reserve sanering Asbest Doel van deze reserve is het (gedeeltelijk) afdekken van de kosten die gepaard gaan bij het verwijderen van asbest uit de gemeentelijke onderwijsgebouwen. Bij het vaststellen van de programmarekening 2012 (besluitnummer 1083805) is voor dit doel een bedrag van € 400.000 in de reserve gestort. De verwachte stand in de reserve is per 1 januari 2016 € 288.000. Reserve gemeentelijke middelen participatie De reserve is in 2009 en 2010 gevormd met als doel de lagere rijksbijdrage voor participatie gefaseerd in te passen in het beleid en daarmee te voorkomen dat inspanningen om cliënten te laten participeren, direct moeten worden verminderd. In 2016 wordt € 353.227 aan de reserve onttrokken. In 2017 wordt het restant € 286.000 aan de reserve onttrokken daarna is de reserve leeg en kan worden opgeheven. Bestemmingsreserve herstructureringskosten Wsw De komende jaren vind een ingrijpende herstructurering in de uitvoering van de Wsw plaats. Het is de ambitie de SW-medewerkers bij reguliere werkgevers te plaatsen, of via vervreemding en publiek-private samenwerkingen groepen SW-medewerkers te detacheren. Ten aanzien van de transitie is budget nodig voor (des)investeringen en frictiekosten. Hiervoor is een totaal bedrag van € 5,6 miljoen opgenomen, ten dele reeds uitgegeven. Gemeenten dragen naar rato bij aan deze transitiekosten via de gemeentelijke bijdragen. In 2016 wordt de onttrekking voor de herstructureringskosten op basis van de begroting van BaanStede begroot op € 237.126. De resterende middelen van € 967.000 komen in de jaren daarna tot besteding. De reserve heeft in afwijking van het beleid voor reserves een looptijd die langer is dan 4 jaar. Programma 3 Wonen Reserve Woonvisie De bijdrage in de woonvisie is bedoeld voor uitgaven in de sfeer van de volkshuisvesting en is gekoppeld aan de woonvisie. In afwachting op de uitkomsten van het woondebat zijn geen onttrekkingen aan de reserve begroot. De reserve omvat per 2016 in elk geval € 649.000 vrij inzetbare middelen. Vanuit 2015 kan hier een bedrag bijkomen als er sprake is van onderuitputting. In de loop van 2016 wordt een besluit voorgelegd voor de bestemming van de middelen.
98
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
Programma 5 Bereikbaarheid Bestemmingsreserve Neckerstraat Deze bestemmingsreserve is bij de derde bestuursrapportage 2014 gevormd en wordt gevoed met door de Stadsregio Amsterdam verstrekte hulpimpulsen verkeer binnenstad. Doel van de reserve zijn projecten in het kader van bereikbaarheid en verkeersveiligheid binnenstad (conform de begroting 2015-2018 gaat het specifiek om aanpassingen aan Neckerdijk en Neckerstraat voor zover niet voorzien binnen de grondexploitatie). Begroot is dat de reserve (€ 404.865) volledig in 2016 wordt uitgegeven. Programma 7 Ruimtelijke ordening Bestemmingsreserve Gronden De bestemmingsreserve gronden is ingesteld voor de risico's van de grondexploitaties en wordt daarnaast ingezet voor potentiële nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De reserve dekt met name de plankosten en onderzoeken van de NIEGG's af indien deze uitgaven niet kunnen worden terugverdiend bij verkoop van de betreffende locaties. Per 2016 is in deze reserve circa € 1 miljoen beschikbaar voor deze doeleinden.
99
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |
Bijlage V Portefeuilleverdeling Bijl, D. (Don)
Helm, R. (Roald)
Burgemeester
1e locoburgemeester
Personeel
Financiën
Integriteit
Stadsverwarming/HVC
Openbare orde
Wmo/AWBZ
Veiligheidsbeleid
Ouderenbeleid
Coördinatie evenementenbeleid
Sport
Regionale samenwerking Voorbij, E. (Edwin)
Krieger, H. (Hans)
2e locoburgemeester
3e locoburgemeester
Onderwijs
Ruimtelijke ordening, inclusief grondexploitaties
Werk en inkomen
Wonen
Armoedebestrijding
Kop West
Participatiewet (BaanStede)
Verkeer en vervoer
Economische zaken
Organisatie (intern)
Vermindering regeldruk
ICT
Baanstee-Noord
Beter werken (intern)
Ontwikkeling kommetje A7 Nijenhuis, G. (Geoffrey)
Hegger, M. (Mario)
4e locoburgemeester
5e locoburgemeester
Jeugdzorg
Bewonersparticipatie
Jongerenwerk
Wijkgericht werken
Kunst en cultuur
Fysieke leefomgeving
Welzijn
Handhaving
Recreatie en toerisme
Duurzaamheid en dierenwelzijn
Sociale wijkteams
Publieksdienstverlening
Volksgezondheid (w.o. GGD)
Communicatie
100
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
Bijlage VI Gemeentelijke organisatie INLEIDING In de gemeente Purmerend wordt het principe van integrale kostentoerekening toegepast. Dit betekent dat zowel directe als indirecte kosten zoveel mogelijk aan een product worden toegerekend ten behoeve van de berekening van een kostprijs. Alle kosten die een direct verband hebben met een product worden toegerekend. Hieronder vallen onder andere loonkosten, kapitaallasten en materiële kosten. Onder indirecte kosten wordt verstaan de kosten die niet rechtstreeks samenhangen met een product. Indirecte kosten die een verband hebben met de dienstverlening kunnen worden aangeduid als overheadkosten. Voorbeelden van overheadkosten zijn managementkosten, huisvestingskosten, automatiseringskosten, personeelsgebonden kosten (onder andere opleidingskosten, overwerk, toelagen, reiskosten). De overheadkosten worden via een verdeelsleutel toegerekend aan afdelingen of producten waaraan zij een bijdrage leveren. Hiermee wordt een juiste toerekening aan programma's en producten beoogd waardoor te bepalen is of gemeentelijke tarieven kostendekkend zijn. In het vervolg van deze bijlage wordt ingegaan op: • de methode van kostentoerekening • de tarieven die worden gehanteerd voor de doorbelasting van overhead • de totale kosten die worden doorbelast • doorbelastingen zoals nu opgenomen in de programmabegroting per programma DE METHODE VAN KOSTENTOEREKENING De methode van kostentoerekening is conform de in de begroting 2014 aangepaste methode. Afspraak is dat eens in de twee jaar de methode en de verdeelsleutels geactualiseerd worden. Voor de begroting 2016 is de methode niet aangepast. De aantallen van de verdeelsleutel zijn wel bijgewerkt naar de laatst bekende gegevens. Gelet op de krimp van de organisatie wordt als verdeelsleutel van de overheadkosten de formatieomvang van een team gehanteerd. De gehanteerde verdeelsleutels zijn: 2
• huisvestingskosten: verdeelsleutel aantal m en/of aantal formatieplaatsen • ICT kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen • facilitaire kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen • overige kosten: verdeelsleutel aantal formatieplaatsen Uitzondering op deze regel voor huisvestings-, facilitaire en ICT-kosten is de formatie van de buitendienstmedewerkers; zij maken immers geen gebruik van de genoemde faciliteiten. Stap 1: loonkosten De loonkosten zijn geactualiseerd op basis van de begrote/vastgestelde formatie en doorgerekend in het meerjarenperspectief 2016-2019. De loonsom 2016 is aangepast op basis van de laatst vastgestelde cao (looptijd tot 1-1-2016). Vanaf 2016 is een gemiddelde stijging van 1,5% per jaar begroot voor het opvangen van ontwikkelingen met betrekking tot inflatie en stijgingen van werkgeverslasten. Voor zover sprake is van afwijkende inschalingen, zijn deze apart doorbelast naar programma 10 Bestuur en concern. In feite krijgen de afdelingen hiermee een vorm van tijdelijke compensatie, waardoor de afwijkingen niet doorwerken in de tarieven. Tevens heeft dit als voordeel dat de omvang van de afwijkingen en het verloop direct kan worden gevolgd in de begroting. Stap 2: overhead Voor actualisering van de toerekening zijn per onderdeel de volgende stappen gezet:
101
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
a. Huisvesting. Er wordt één tarief gehanteerd voor het stadhuis en het Werkplein. Er wordt uitgegaan van sluiting van het Werkplein in 2017 en dat medewerkers van de locatie Werkplein worden ingehuisd in het stadhuis. Voor de doorlopende huurkosten van het Werkplein (tot medio 2017) is een bijdrage van de algemene reserve begroot. Voor het stadhuis is apart bepaald welk deel wordt gebruikt door het college, de gemeenteraad en de centrale hal 2
voor de dienstverlening. Op basis van het aantal m zijn deze onderdelen doorbelast. De rest van het stadhuis is doorbelast via een gemiddeld bedrag per formatieplaats. De huisvestingskosten van de locatie De Koog zijn direct aan de afdeling Uitvoering toegerekend. b. ICT. De automatiseringskosten zijn gesplitst in kosten ten behoeve van generieke of specifieke voorzieningen. De generieke kosten blijven onderdeel van het overheadtarief en worden doorbelast op basis van een bedrag per formatieplaats met een ICT-voorziening. De specifieke investeringen worden waar mogelijk rechtstreeks aan producten en/of afdelingsteams toegerekend. Op basis van de inzet van het functioneel beheer worden de kosten voor onderhoud, licenties, functioneel beheerders en projectleiders (gedeeltelijk) aan producten en/of afdelingsteams die gebruik maken van de specifieke pakketten toegerekend. De kosten verband houdende met nog uit te werken ICT-projecten, zijn als stelpost opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Deze toekomstige investeringen zijn dus niet langer onderdeel van het overheadtarief met de intentie dat deze investeringen na uitwerking direct aan een product en/of afdeling worden toegerekend. c. Facilitair. De facilitaire kosten bestaan onder andere uit kosten concerndata, telefonie, reproductie, kantoorartikelen en archief. De kosten met betrekking tot GEO-informatie (basisregistraties ten bate van GBA, BAG, WOZ, BGT etcetera) worden direct toegerekend aan programma 1 Publieksdiensten. De kosten verband houdende met het archief en registratuur worden verantwoord onder programma 10 Bestuur en concern. d. Overig. De kosten van de overige onderdelen van de afdeling Bedrijfsvoering (teams P&O, P&C, Juridischeen veiligheidszaken, Communicatie en de staf gemeentesecretaris) zijn samengebracht in de sleutel overig. Per team is getoetst voor welk deel gewerkt wordt voor specifieke programmaproducten. Specifieke/rechtstreekse doorbelasting doet zich onder andere voor bij de producten concerncontrol, bestuurscommunicatie, juridische ondersteuning en beleidsonderzoek/informatiemanagement. Uit de bovenstaande methode zijn vier tarieven voortgekomen voor de toerekening/doorbelasting. Tarieven voor de doorbelasting (bedragen x € 1) zijn als volgt opgebouwd: Sleutel
Verdeling per
Huisvesting stadhuis
Formatie (fte's)
Huisvesting stadhuis
Vierkante meters (m )
ICT
Formatie (fte's)
Facilitair
Formatie (fte's)
3.551
3.531
3.584
3.638
Overig
Formatie (fte's)
14.220
13.220
13.300
13.421
2
2016
2017
2018
2019
3.418
3.312
3.362
3.412
348
354
359
364
3.690
2.542
2.580
2.619
De overhead voor een volledige werkplek in het stadhuis in 2016 bedraagt € 24.879 (2015: € 24.908). In 2017 daalt het tarief verder naar € 22.605. Deze daling is het gevolg van de krimp van de ambtelijke organisatie in het onderdeel bedrijfsvoering. Stap 3: toerekening van afdelingen naar producten • De lasten van het afdelingsmanagement (en de staf van de afdeling indien daar sprake van is) zijn verhoudingsgewijs doorbelast aan de teams van de desbetreffende afdeling. • Per afdelingsteam is vastgesteld op welke producten de inzet van de organisatie plaatsvindt. Dit is vastgelegd in een procentuele verdeling van de lasten per team naar de afzonderlijke programmaproducten. Voor 2016 is de procentuele verdeling ten laste van de producten geactualiseerd.
102
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
TOTAAL DOORBELASTE KOSTEN PER PROGRAMMA EN PROGRAMMAPRODUCT In het onderstaande overzicht is zichtbaar voor welk bedrag in 2016 en volgend in totaal is doorbelast aan de programma's. Op onderdelen kan als gevolg van afwijkingen in de werkelijke inzet van de afdelingen, tussen de producten worden geschoven. Waar dit gebeurt tussen programma's, maakt dit onderdeel uit van de afwijkingen die worden gemeld in bestuursrapportages. Programma
1 PUBLIEKSDIENSTEN
Lasten
Lasten
Lasten
Lasten
Lasten
2015
2016
2017
2018
2019
-6.798.310
-6.959.330
-6.871.477
-6.939.931
-7.011.141
-17.451.773
-17.329.357
-17.066.915
-17.378.366
-17.580.762
-509.104
-534.807
-509.390
-516.852
-524.153
4 MILIEU
-5.302.970
-5.435.627
-5.390.703
-5.451.675
-5.513.576
5 BEREIKBAARHEID
-1.725.461
-1.612.440
-1.597.172
-1.615.423
-1.631.398
6 BEHEER OPENBARE RUIMTE
-9.351.459
-9.523.139
-9.376.067
-9.396.823
-9.517.457
7 RUIMTELIJKE ORDENING
-2.463.524
-2.502.943
-2.580.587
-2.624.951
-2.654.489
8 VEILIGHEID
-1.023.528
-985.457
-975.695
-988.547
-1.002.139
2 SAMENLEVING 3 WONEN
9 ECONOMIE 10 BESTUUR & CONCERN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
-354.223
-355.961
-336.879
-350.031
-356.068
-9.160.941
-9.233.641
-9.258.657
-8.844.116
-8.960.724
-466.815
-471.978
-478.889
-479.156
-479.156
CAPACITEIT OP INVESTERINGEN
-1.372.028
-1.375.211
-1.383.812
-1.392.941
-1.391.537
CAPACITEIT OP PROJECTEN (GREX/NIEGG)
-3.123.414
-3.163.253
-3.027.741
-3.064.170
-3.109.158
RESULTAAT KOSTENPLAATSEN
989.463
891.264
270.000
STELPOST TAAKSTELLING ORGANISATIE
366.890
1.998.825
2.510.604
2.466.489
2.462.829
-57.747.197
-56.593.055
-56.343.380
-56.576.493
-56.998.929
Totaal programma's
Toelichting bij de tabel. De verklaring op hoofdlijnen voor de daling/stijging van de doorbelasting (lonen, tractie, overhead): • De loon- en salariskosten zijn geïndexeerd voor de meerjaren (doorbelasting + 1,5% vanaf 2016). • Voor het deel waarvoor de organisatie reeds gekrompen is, is dat verwerkt in de doorbelasting naar de programma's. • Algemene dekkingsmiddelen. Betreft een stelpost ICT-kosten waarvan de verdeling over de programma's gedurende het boekjaar plaatsvindt. • Capaciteit op investeringen en projecten. In verband met de sterk fluctuerende orderportefeuille voor projecten en investeringen, wordt de doorbelasting van ambtelijke capaciteit voor deze onderdelen niet vooraf begroot op de programma's, maar gedurende het boekjaar op basis van gerealiseerde uren toegerekend. • Resultaat kostenplaatsen. Betreft het verschil dat ontstaan is tussen de begrote kosten en de doorbelaste kosten aan de programma's via het vastgestelde tarief. • Stelpost taakstelling organisatie. In de tabel is rekening gehouden met de afgesproken taakstelling op de organisatie en de krimp als gevolg van 'Het Beter Werken' die na uitwerking wordt verwerkt in de verschillende programma's.
103
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
104
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
Bijlage VII Uitgangspunten begroting 2016-2019 Dit zijn de technische uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het opstellen van de ramingen in deze begroting: • De ontwikkeling van de loonkosten van de gemeenteambtenaren volgt de cao. Voor de jaren 2016 en verder wordt rekening gehouden met 1,5% hogere lasten per jaar. Dit is inclusief de ontwikkeling van de werkgeverspremies. • De personeelsformatie is gebaseerd op het organogram per 1 maart 2015, inclusief alle wijzigingen en genomen besluiten tot en met februari 2015. Nieuwe ambtelijke functies worden begroot tegen de functionele schaal met een anciënniteit van trede 10. • Voor de subsidies wordt rekening gehouden met een ontwikkeling gelijk aan de ambtelijke salarissen. Deze systematiek houdt in dat de stijging uit het lopende jaar wordt vergeleken met de werkelijke stijging van de ambtenaren-cao. Indien instellingen zelf een hogere cao-ontwikkeling hebben, volgt geen aanvullende compensatie. De instelling zal dan in overleg met de gemeente maatregelen moeten nemen die ervoor zorgen dat met de beschikbare middelen hetzelfde doel wordt bereikt, of dat met de beschikbare middelen concrete verlaging van de voorziening wordt afgesproken. • De kosten van derden betreffen de diensten en goederen die aan de gemeente worden geleverd. Het gaat hier bijvoorbeeld om de kosten van energie, kantoorartikelen, accountantsdiensten, onderhoud aan gebouwen en infrastructuur, schoonmaak en softwarelicenties. In afwijking van de CBS-indexering wordt uitgegaan van een jaarlijkse groei van 1,0%. Hiermee wordt de blijvende inzet onderstreept om goedkoper en met een hogere kwaliteit in te kopen. In de budgetten wordt de groei niet functioneel verwerkt. In het geval van excessieve stijgingen kan, met onderbouwing, aanspraak worden gemaakt op de collectieve stelpost. Reguliere stijgingen dienen binnen het betreffende programma/product te worden opgevangen. • Er wordt uitgegaan van kostendekkende tarieven voor heffingen en leges; • De belastingen stijgen jaarlijks nominaal met de consumentenprijsindex (CPI) zoals gepubliceerd door het CBS in januari in het jaar voorafgaand aan de begroting, tenzij een tarief door de Rijksoverheid wordt voorgeschreven. De indexering voor 2015 bedroeg 1,4% (CPI januari 2014). Voor 2016 bedraagt de indexering 0% (CPI januari 2015). In de meerjarenraming wordt voor de jaren na 2016 nu nog uitgegaan van 1,5%. Dit zal worden aangepast bij de volgende kadernota op basis van de CPI van januari 2016. • In het kader van de financiële verordening is ervoor gekozen een omslagrente te hanteren. Voor de meerjarenbegroting 2016-2019 wordt de huidige omslagrente van 4,0% gecontinueerd. Dit percentage wordt ook gebruikt als uitgangspunt voor de berekening van de lasten van (toekomstige) investeringen. • Voor de doorberekening van rente aan grondexploitaties en niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG’s) wordt sinds 2013 een rente van 2,5% gehanteerd. Dit percentage kan ongewijzigd blijven omdat de hiervoor benodigde leningen voor meerdere jaren zijn afgesloten. • De afschrijving van de vaste activa vindt lineair plaats. Voor het afschrijven van de vaste activa worden de afschrijvingstermijnen gehanteerd uit de financiële verordening. De afschrijvingen starten in het jaar na ingebruikname. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Investeringen met een ondergrens beneden € 25.000 worden rechtstreeks in de exploitatie opgenomen, uitgezonderd de jaarlijkse vervanging van kleinere auto’s die samen worden geactiveerd, en gronden en terreinen die altijd worden geactiveerd. • Voor verbonden partijen wordt uitgegaan van dezelfde financiële uitgangspunten als voor de eigen begroting. De budgetten worden dus ook geïndexeerd. Het betreft het ISW, de Veiligheidsregio, de Stadsregio Amsterdam, de GGD, BaanStede, de Omgevingsdienst IJmond en het recreatieschap Twiske-Waterland. De meerjarenbegrotingen van de verbonden partijen zijn verwerkt zoals aangegeven in de zienswijze die door de gemeenteraad is vastgesteld. Autonome ontwikkelingen en niet-autonome ontwikkelingen De volgende ontwikkelingen worden gezien als autonome ontwikkelingen en zijn direct verwerkt in het financieel kader:
105
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
• Dalende of stijgende cliëntenaantallen (bijvoorbeeld Wwb, Wmo-voorzieningen) leiden tot navenante aanpassing van de ambtelijke formatie. • Uitbreiding of krimp van het areaal (in beheer zijnde wegen, straten, groen, meubilair en kunstwerken) worden verwerkt in de begroting zodat het bestaande beheer niet in kwaliteitsniveau hoeft te worden aangepast. • Leerlingenprognoses met een effect op de benodigde hoeveelheid. Dit geldt onder andere voor het leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. • Ontwikkelingen (af- en/of toename) uitkering uit het gemeentefonds (areaal/accres). • Vervanging van voertuigen en installaties via vervangingsinvesteringen. • Voor de leges en tarieven wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief op basis van de systematiek van toerekenen van organisatiekosten in de begroting 2015. Niet-autonome ontwikkelingen zijn: • Wijziging in de kostentoerekening voor wat betreft het effect op de tariefsverhogingen. Tariefswijzigingen zijn, afgezien van aanpassing aan de inflatie, altijd een keuze. Voorstellen waarin het beleid wordt gewijzigd of nieuwe initiatieven ten opzichte van de meerjarenbegroting 2015-2018 worden gedaan. • Dalende rijksinkomsten voor specifieke taken. Het uitgangspunt bij rijksinkomsten is dat het gemeentelijk aandeel in de kosten niet stijgt. Bij een dreigende stijging wordt een bezuiniging als keuze aan de raad voorgelegd. Tabel samenvatting uitgangspunten 2016-2019: Loonontwikkeling 1,5% Prijs-/inflatieontwikkeling 1,5% Omslagrente 4,0% Rente voor grondexploitaties 2,5% Subsidies gesubsidieerde instellingen 1,5% Gemeentelijke belastingen 2016 0,0% Gemeentelijke heffingen en leges 2016 1,5% Gemeentelijke heffingen, leges en belastingen 2017-2019 1,5%.
106
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 | Bijlagen
AFKORTINGENLIJST Afkorting
Betekenis
gft
groente-, fruit- en tuinafval
GREX
grondexploitatie
107
Programmabegroting Purmerend 2016-2019 |