HP Officejet Pro K550-serie
Gebruikershandleiding
HP Officejet Pro K550-serie
Gebruikershandleiding
Auteursrechtelijke informatie
Handelsmerken
© 2005 Copyright Hewlett-Packard Development Company, LP
Microsoft®, Windows® en Windows NT® zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Uitgave 1, 10-2005 Het reproduceren, aanpassen of vertalen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is verboden, behalve voorzover toegestaan door de copyrightwetgeving. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor producten en diensten van HP worden beschreven in de expliciete garantieverklaring die bij dergelijke producten en diensten wordt geleverd. Niets in deze publicatie mag worden beschouwd als aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of redactionele fouten of weglatingen in dit document.
Veiligheidsinformatie
Neem bij het gebruik van dit product altijd de elementaire voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel ten gevolge van brand of elektrische schokken te beperken. Windows Connect NowTM is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation. Novell® en NetWare® zijn gedeponeerde handelsmerken van Novell Corporation.
1. Zorg dat u alle instructies in de printerdocumentatie heeft gelezen en begrepen.
Pentium® is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
2. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een erkende elektricien.
Adobe® en Acrobat® zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporate.
3. Neem alle op dit product vermelde waarschuwingen en instructies in acht. 4. Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt.
SecureEasySetupTM is een gedeponeerd handelsmerk van HP, BroadCom en LinkSys.
5. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat bent. 6. Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat. 7. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd. 8. Als het product niet naar behoren werkt, raadpleeg dan Onderhoud en probleemoplossing. 9. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs.
Inhoudsopgave
1 Aan de slag Andere bronnen met productinformatie zoeken .....................................................................................2 Toegankelijkheid......................................................................................................................................4 De onderdelen van de printer..................................................................................................................5 Vooraanzicht...........................................................................................................................5 Bedieningspaneel...................................................................................................................6 Achteraanzicht........................................................................................................................7 2 Accessoires installeren De duplex-eenheid installeren...............................................................................................................10 Lade 2 installeren..................................................................................................................................11 3 De printer gebruiken Afdrukmateriaal selecteren....................................................................................................................14 Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal.......................................................................14 Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal......................................15 Informatie over ondersteunde formaten...............................................................15 Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten................................17 De minimummarges instellen...............................................................................................17 Papier plaatsen......................................................................................................................................19 Laden configureren................................................................................................................................21 De afdrukinstellingen wijzigen...............................................................................................................23 De instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows)..............23 De standaardinstellingen aanpassen voor alle toekomstige taken (Windows)....................23 Instellingen wijzigen (Mac OS).............................................................................................23 Een afdruktaak annuleren.....................................................................................................................24 Dubbelzijdig afdrukken..........................................................................................................................25 Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken................................................................................25 Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows)...................................................................25 Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Mac OS).....................................................................26 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal.................................................................................................27 Afdrukken op speciaal papierformaat (Windows).................................................................27 Afdrukken op speciaal papierformaat (Mac OS)..................................................................27 4 Onderhoud en probleemoplossing De inktpatronen vervangen...................................................................................................................30 Onderhoud van de printkoppen.............................................................................................................31 De status van de printkoppen controleren............................................................................31 De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken..........................................................31
NLWW
iii
De printkoppen uitlijnen........................................................................................................33 De regelinvoer kalibreren......................................................................................................33 De printkoppen reinigen........................................................................................................34 De contacten van de printkoppen handmatig reinigen.........................................................34 De printkoppen vervangen....................................................................................................36 De kleur kalibreren................................................................................................................................38 Tips en bronnen voor het oplossen van problemen..............................................................................39 Algemene tips voor het oplossen van problemen.................................................................................40 Afdrukproblemen oplossen....................................................................................................................41 De printer wordt onverwacht uitgeschakeld..........................................................................41 Alle printerlampjes branden of knipperen.............................................................................41 De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt)...............................................................41 De printer accepteert de printkop niet..................................................................................42 Het afdrukken duurt lang......................................................................................................43 Er wordt een blanco pagina afgedrukt..................................................................................43 De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten.............................................................43 Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst......................................................................44 Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten.....................................................................45 Slechte afdrukresultaten.......................................................................................................45 Er worden vreemde tekens afgedrukt...................................................................................45 De inkt wordt uitgesmeerd....................................................................................................46 De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig................................................................46 De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof...............................................................................46 Kleuren worden als zwart-wit afgedrukt................................................................................47 De verkeerde kleuren worden afgedrukt..............................................................................47 De kleuren op de afdruk lopen door elkaar heen.................................................................47 De kleuren zijn niet goed uitgelijnd.......................................................................................48 Punten of lijnen ontbreken in de tekst of afbeeldingen.........................................................48 Papierinvoerproblemen oplossen..........................................................................................................49 Lade kan niet worden geplaatst............................................................................................49 Er heeft zich een ander papierinvoerprobleem voorgedaan ...............................................49 Printerbeheerproblemen oplossen........................................................................................................51 De ingebouwde webserver kan niet worden geopend.........................................................51 Installatieproblemen oplossen...............................................................................................................52 Problemen bij het afdrukken van een uitlijnpagina...............................................................52 Problemen bij het installeren van de software......................................................................52 Problemen met aansluiten op een netwerk..........................................................................52 Problemen met aansluiten op een bekabeld netwerk..........................................................53 Problemen met het installeren of gebruiken van draadloze communicatie..........................53 Papierstoringen verhelpen.....................................................................................................................56 Vastgelopen papier verwijderen...........................................................................................56 Papierstoringen voorkomen..................................................................................................58 5 Informatie over de printerlampjes Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel...........................................................................60 Betekenis van de lampjes voor de netwerkaansluiting.........................................................................65 6 De printer configureren en beheren De printer beheren.................................................................................................................................68 Overzicht van taken voor printerbeheer ..............................................................................68
iv
NLWW
De printer controleren..........................................................................................69 De printer beheren...............................................................................................69 Netwerkinstellingen configureren.........................................................................70 Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers...................................................71 Ingebouwde webserver........................................................................................71 De ingebouwde webserver openen.....................................................71 Pagina’s van de ingebouwde webserver.............................................72 Werkset (Windows)..............................................................................................73 De Werkset openen.............................................................................73 Tabbladen in de Werkset ...................................................................73 HP Printerhulpprogramma (Mac OS)...................................................................74 HP Printerhulpprogramma openen.....................................................74 Deelvensters van HP Printerhulpprogramma.....................................74 Installatieprogramma voor netwerkprinter (Mac OS)...........................................75 HP Web Jetadmin-software.................................................................................75 HP Instant Support...............................................................................................75 Veiligheid en privacy...........................................................................76 Toegang krijgen tot HP Instant Support..............................................77 myPrintMileage....................................................................................................77 De configuratiepagina ...........................................................................................................................78 De printer configureren (Windows)........................................................................................................82 Directe verbinding.................................................................................................................82 De software installeren voordat u de printer aansluit (aanbevolen werkwijze).............................................................................................................82 De printer aansluiten voordat u de software installeert.......................................83 De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk...................................................83 Netwerkverbinding................................................................................................................84 Een netwerkprinter installeren.............................................................................85 Printersoftware installeren op clientcomputers....................................................85 Het printerstuurprogramma installeren met de optie Printer toevoegen..............86 De printer configureren (Mac OS).........................................................................................................87 Software voor netwerkverbinding of directe verbinding installeren (Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4))............................................................................................................................87 De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4))...................87 De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn).....................................89 Instellingen van 802.11-draadloos netwerk..........................................................................89 De printer instellen in een netwerk in adhocmodus (Mac OS).............................................91 De printer instellen op draadloze communicatie (Windows)................................................91 Draadloze communicatie instellen met SecureEasySetup (SES)........................................92 Draadloze communicatie instellen voor meer printers (alleen voor Windows)....................93 Draadloze communicatie uitschakelen.................................................................................94 Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk............................94 Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk........................94 De printersoftware verwijderen..............................................................................................................96 De installatie van de printersoftware verwijderen (Windows) ..............................................96 De installatie van de printersoftware verwijderen (Mac OS)................................................96 Bijlage A Benodigdheden en accessoires van HP Afdrukbenodigdheden online bestellen...............................................................................................100 Accessoires.........................................................................................................................................101
NLWW
v
Benodigdheden....................................................................................................................................102 Bijlage B Ondersteuning en garantie Elektronische ondersteuning...............................................................................................................104 Telefonische ondersteuning van HP...................................................................................................105 Voordat u belt......................................................................................................................105 Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning..........................................................105 Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard..............................................................................109 Geldigheidsduur van beperkte garantie..............................................................................109 Garantiebeperkingen..........................................................................................................110 Beperking van aansprakelijkheid........................................................................................110 Plaatselijke wetgeving........................................................................................................110 HP-inkjetbenodigdheden: beknopte garantie-informatie.....................................................................112 Valt uw product onder de garantie?....................................................................................112 Uiterste houdbaarheidsdatum van HP-inkjetbenodigdheden.............................................112 Hoe retourneert u een product?..........................................................................................112 Bijlage C Printerspecificaties Bijlage D Wettelijk verplichte informatie FCC statement.....................................................................................................................................120 Shielded cables...................................................................................................................120 Exposure to radio frequency radiation................................................................................120 Overige wettelijk verplichte informatie.................................................................................................121 Wettelijke kennisgevingen inzake draadloze producten.....................................................................123 Notice to users in Canada/Note à l'attention des utilisateurs Canadien............................123 Notice to users in Brail/Notificação de Normas de Uso de Dispositivos Sem Fio do Brasil...................................................................................................................................123 Notice to users in Italy........................................................................................................123 Notice to users in France....................................................................................................123 Notice to users in the European Union...............................................................................124 Declaration of conformity.....................................................................................................................125 Milieubeschermingsprogramma..........................................................................................................127 Minder is beter....................................................................................................................127 Stroomverbruik....................................................................................................................127 Material safety data sheets.................................................................................................127 Recycling............................................................................................................................128 Productverpakking.............................................................................................128 Plastic.................................................................................................................128 Wat burgers in de Europese Unie met een afgedankt apparaat moeten doen ..................................................................................................................128 Producten en benodigdheden van HP...............................................................128 Index....................................................................................................................................................................129
vi
NLWW
1
Aan de slag
Hartelijk dank voor het aanschaffen van deze printer. In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van de printer en het oplossen van printer- en afdrukproblemen. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
NLWW
●
Andere bronnen met productinformatie zoeken
●
Toegankelijkheid
●
De onderdelen van de printer
1
Andere bronnen met productinformatie zoeken Voor productinformatie en hulpmiddelen voor het oplossen van problemen die niet in deze handleiding zijn opgenomen, zijn de volgende informatiebronnen beschikbaar: Bron
Beschrijving
Locatie
Installatieposter
Bevat geïllustreerde installatieaanwijzingen.
Een gedrukte versie van het document is bij de printer meegeleverd. De elektronische versie van deze handleiding vindt u in Adobe®Acrobat® Portable Document Format (PDF)indeling op de Starter-cd.
Naslaggids
Biedt instructies voor het instellen van de printer en informatie over garantie en veiligheid.
Meegeleverd als gedrukte handleiding in de doos van de printer.
Leesmij-bestand en release-info
Deze bieden de laatste informatie en tips voor het oplossen van problemen.
Staat op de Starter-cd.
Ingebouwde webserver (netwerkverbinding)
Hiermee kunt u statusinformatie bekijken, instellingen wijzigen en de printer beheren vanaf elke computer in het netwerk.
Beschikbaar via elke standaardwebbrowser.
Zie Ingebouwde webserver. Werkset (Microsoft® Windows®)
Biedt informatie over de status van printkoppen en geeft toegang tot services voor printeronderhoud.
De Werkset wordt normaal gesproken samen met de printersoftware geïnstalleerd als u een installatie-optie kiest waarin de Werkset is opgenomen.
Zie Werkset (Windows). Help op het scherm bij het printerstuurprogramma (Windows)
Geeft uitleg over de functies van het printerstuurprogramma.
Beschikbaar via het printerstuurprogramma.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
Het HP Printerhulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het kalibreren van de printer, het reinigen van de printkoppen, het afdrukken van de configuratiepagina van de printer, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van helpinformatie op internet. U kunt ook instellingen voor draadloos afdrukken configureren.
Het HP Printerhulpprogramma wordt normaal gesproken samen met de printersoftware geïnstalleerd.
Zie HP Printerhulpprogramma (Mac OS). HP Instant Support
Helpt u afdrukproblemen snel te identificeren, analyseren en op te lossen.
Beschikbaar via elke standaardwebbrowser of via de Werkset (Windows).
Zie HP Instant Support.
2
Hoofdstuk 1
Aan de slag
NLWW
Bron
Beschrijving
Locatie
Bedieningspaneel
Geeft status-, fout- en waarschuwingsinformatie over de werking van de printer.
Zie Informatie over de printerlampjes.
Logs en rapporten
Biedt informatie over gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.
Zie De printer controleren.
Configuratiepagina
Toont printerinformatie (zoals productnaam, modelnummer, serienummer en versie van de firmware), welke accessoires zijn geïnstalleerd (zoals de duplexeenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de laden en accessoires wordt afgedrukt, en informatie over het inktniveau en de status van de printkoppen. Als de printer is aangesloten op een netwerk, is een extra netwerkconfiguratiepagina beschikbaar.
Zie De configuratiepagina.
Pagina diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken
Hiermee kunt u nagaan of er problemen zijn die invloed hebben op de afdrukkwaliteit van de printer en kunt u beter beslissen of het nodig is om een onderhoudsprogramma uit te voeren om de kwaliteit van uw afdrukken te verbeteren.
Zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken.
HP-websites
Biedt de meest recente printersoftware en product- en ondersteuningsinformatie.
www.hp.com/support/officejetprok550
Bevat contactinformatie van HP. Gedurende de garantieperiode is deze ondersteuning vaak kosteloos.
Zie Telefonische ondersteuning van HP.
Telefonische ondersteuning van HP
NLWW
www.hp.com
Andere bronnen met productinformatie zoeken
3
Toegankelijkheid Uw HP-printer beschikt over een aantal functies die de printer toegankelijk maken voor gebruikers met bepaalde handicaps. Visuele handicap De printersoftware is geschikt voor gebruikers met een visuele handicap of verminderd zicht dankzij de toegankelijkheidsopties en -functie van het besturingssysteem. Bovendien zijn er ondersteunende technieken beschikbaar voor gebruikers met een visuele beperking, zoals schermlezers, braillelezers en spraakherkenningstechnologie. Speciaal voor gebruikers die kleurenblind zijn, zijn de gekleurde knoppen en tabbladen in de software en op de HP-printer voorzien van korte tekst of pictogramlabels die de functie ervan aangegeven. Mobiliteit Om gebruikers met een beperkte mobiliteit te helpen, kunnen de softwarefuncties van de printer worden uitgevoerd met behulp van het toetsenbord. De software ondersteunt ook Windowstoegankelijkheidsopties, zoals plaktoetsen, schakeltoetsen, filtertoetsen en muistoetsen. De deuren, knoppen, papierlades en papiergeleiders van de printer kunnen door gebruikers met beperkte kracht en beperkt bereik worden bediend. Ondersteuning Meer informatie over de toegankelijkheid van dit product en HP's streven naar optimale producttoegankelijkheid vindt u op de website van HP op www.hp.com/accessibility. Voor informatie over de toegankelijkheid van Macintosh-besturingssystemen gaat u naar de website van Apple op www.apple.com/disability.
4
Hoofdstuk 1
Aan de slag
NLWW
De onderdelen van de printer Vooraanzicht
NLWW
1
Bedieningspaneel
2
Uitvoerbak
3
Papiergeleiders
4
Lade 1
5
Lade 2 (HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn)
6
Inktpatroonklep
7
Inktpatronen
8
Printkoppen
9
Printkopgrendel
10
Bovenste klep
De onderdelen van de printer
5
Bedieningspaneel Zie Informatie over de printerlampjes voor meer informatie over het aflezen van de lampjes op het bedieningspaneel.
1
Knop en lampje Aan/Uit
2
Knop Configuratiepagina HP Officejet Pro K550dtn HP Officejet Pro K550dtwn
6
3
Knop Annuleren
4
Knop en lampje Doorgaan
5
Printkoplampjes
6
Inktpatroonlampjes
Hoofdstuk 1
Aan de slag
NLWW
Achteraanzicht
NLWW
1
USB-hostaansluiting (voor het aansluiten van USB-apparaten, zoals flash-stations) (HP Officejet Pro K550dtwn)
2
Netwerkaansluiting (HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn)
3
USB-aansluiting
4
Stroomaansluiting
5
Toegangspaneel aan de achterzijde (HP Officejet Pro K550)
6
Optionele accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplex-eenheid) (HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn)
De onderdelen van de printer
7
8
Hoofdstuk 1
Aan de slag
NLWW
2
Accessoires installeren
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
NLWW
●
De duplex-eenheid installeren
●
Lade 2 installeren
9
De duplex-eenheid installeren Als het optionele accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex-eenheid) in de printer is geïnstalleerd, kunt u automatisch op beide zijden van een vel papier afdrukken. De duplexeenheid wordt geleverd bij de printers HP Officejet Pro K550dtn en HP Officejet Pro K550dtwn. Zie Dubbelzijdig afdrukken voor informatie over het gebruik van de duplex-eenheid. Zie ook Accessoires voor bestelinformatie. Een duplex-eenheid installeren
10
1.
Druk op de knoppen op het toegangspaneel aan de achterzijde en verwijder het paneel van de printer.
2.
Schuif de duplex-eenheid in de printer totdat deze vastklikt. Druk bij de installatie niet op de knoppen aan weerszijden van de duplex-eenheid, maar gebruik de knoppen alleen om de eenheid uit de printer te verwijderen.
Hoofdstuk 2
Accessoires installeren
NLWW
Lade 2 installeren Lade 2 kan maximaal 350 vel normaal papier bevatten. Deze wordt bij de HP Officejet Pro K550dtnen HP Officejet Pro K550dtwn-printers meegeleverd. Voor de HP Officejet Pro K550-printer is de lade als optioneel accessoire verkrijgbaar. Zie Accessoires voor bestelinformatie. Lade 2 installeren 1.
Pak de lade uit, verwijder verpakkingstape en -materiaal en breng de lade naar de voorbereide locatie. Het oppervlak moet stevig en vlak zijn en de ruimte moet goed geventileerd zijn. Laat ongeveer 5 centimeter ruimte rond de printer vrij voor ventilatie.
2.
Schakel de printer uit en koppel het netsnoer los.
3.
Plaats de printer boven op de lade. VOORZICHTIG Plaats uw vingers en handen niet aan de onderzijde van de printer.
4.
NLWW
Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan.
Lade 2 installeren
11
12
Hoofdstuk 2
Accessoires installeren
NLWW
3
De printer gebruiken
Dit hoofdstuk bevat informatie over het gebruik van afdrukmateriaal voor de printer, het wijzigen van afdrukinstellingen en het uitvoeren van gebruikelijke afdruktaken.
NLWW
●
Afdrukmateriaal selecteren
●
Papier plaatsen
●
Laden configureren
●
De afdrukinstellingen wijzigen
●
Een afdruktaak annuleren
●
Dubbelzijdig afdrukken
●
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
13
Afdrukmateriaal selecteren De printer is geschikt voor gebruik met de meeste soorten kantoorpapier. Wij raden u aan om eerst een aantal soorten afdrukmateriaal uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik HP papier voor het beste afdrukresultaat. Ga naar de website van HP op www.hp.com voor details over afdrukmateriaal van HP.
Tips voor het selecteren van afdrukmateriaal Voor de beste resultaten moet u zich aan de volgende richtlijnen houden. ●
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de printerspecificaties. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
●
Plaats slechts één papiersoort tegelijkertijd in een lade.
●
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2 met de afdrukzijde naar beneden en tegen de rechter- en achterkant van de lade. Zie Papier plaatsen.
●
Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
●
Plaats niet te veel papier in de lades. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
●
Om vastgelopen papier, een slechte afdrukkwaliteit en andere printerproblemen te voorkomen, kunt u het volgende afdrukmateriaal het beste vermijden: ●
Formulieren die uit meerdere delen bestaan
●
Afdrukmateriaal dat is beschadigd, gekruld of verkreukeld
●
Afdrukmateriaal met inkepingen of perforaties
●
Afdrukmateriaal met een zware textuur of reliëf of afdrukmateriaal dat inkt niet goed absorbeert
●
Afdrukmateriaal dat te dun is of gemakkelijk kan worden uitgerekt
Kaarten en enveloppen ●
Gebruik geen enveloppen met een hele gladde afwerking, zelfklevende randen, sluitingen of vensters. Gebruik ook geen kaarten en enveloppen met dikke, onregelmatige of gekrulde randen of enveloppen die gekreukt, gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
●
Gebruik platte, strak gevouwen enveloppen.
●
Plaats enveloppen in de printer met de flappen naar boven.
Fotopapier
14
●
Gebruik de modus Best voor het afdrukken van foto’s. In deze modus neemt het afdrukken meer tijd in beslag omdat meer computergeheugen vereist is.
●
Verwijder elk vel dat uit de printer komt en leg het weg om te drogen. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
Transparanten ●
Plaats transparanten met de ruwe kant naar beneden en de plakstrip wijzend naar de achterzijde van de printer.
●
Gebruik de modus Best om af te drukken op transparanten. De droogtijd in deze modus is langer. Daarom wordt de volgende pagina pas in de uitvoerbak uitgevoerd wanneer de inkt helemaal droog is. Wanneer nat afdrukmateriaal zich opstapelt kunnen vlekken ontstaan.
Speciaal papierformaat ●
Gebruik alleen speciaal papierformaat dat wordt ondersteund door de printer.
●
Wanneer de toepassing speciaal papierformaat ondersteunt, stelt u het papierformaat eerst in de toepassing in voordat u het document gaat afdrukken. Anders stelt u het formaat in met behulp van het printerstuurprogramma. Mogelijk moet u de opmaak van bestaande documenten aanpassen om deze correct te kunnen afdrukken op speciaal papierformaat.
Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal Opmerking Lade 2 wordt geleverd bij de printers HP Officejet Pro K550dtn en HP Officejet Pro K550dtwn.
Informatie over ondersteunde formaten Papierformaat
Lade 1
Lade 2
Duplexeenheid
Standaardpapierformaten U.S. Letter* (216 x 279 mm) 8,5 x 13 inch (216 x 330 mm) U.S. Legal* (216 x 356 mm) A4* (210 x 297 mm) U.S. Executive* (184 x 267 mm) U.S. Statement* (140 x 216 mm) B5* (182 x 257 mm) A5* (148 x 210 mm) Enveloppen U.S. #10 Envelop (105 x 241 mm) Monarch Envelop (98 x 191 mm)
NLWW
Afdrukmateriaal selecteren
15
Papierformaat
Lade 1
Lade 2
Duplexeenheid
HP wenskaartenenvelop (111 x 152 mm) A2-envelop (111 x 146 mm) DL-envelop (110 x 220 mm) C5-envelop (162 x 229 mm) C6-envelop (114 x 162 mm) Japanse envelop Chou #3 (120 x 235 mm) Japanse envelop Chou #4 (90 x 205 mm) Cards Indexkaart* (76,2 x 127 mm) Indexkaart* (102 x 152 mm) Indexkaart* (127 x 203 mm) A6-kaart* (105 x 148,5 mm) Hagaki* (100 x 148 mm) Ofuku Hagaki* (148 x 200 mm) Afdrukmateriaal voor foto's Afdrukmateriaal voor foto's* (76,2 x 127 mm) Afdrukmateriaal voor foto's* (102 x 152 mm) Afdrukmateriaal voor foto's met verwijderlipje* (102 x 152 mm) Afdrukmateriaal voor foto's met verwijderlipje* (102 x 203 mm) Ander afdrukmateriaal Speciaal papierformaat* van 76,2 tot 216 mm breed en 127 tot 356 mm lang*
16
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
* Dit afdrukmateriaal ondersteunt handmatig dubbelzijdig afdrukken. Zie Dubbelzijdig afdrukken.
Informatie over ondersteunde papiersoorten en gewichten Lade
Soort
Gewicht
Capaciteit
Lade 1
Papier
60 tot 105 g/m2
Maximaal 250 vel gewoon papier (25 mm gestapeld)
Transparanten
Maximaal 70 vellen (17 mm gestapeld)
Fotopapier
280 g/m2
Maximaal 100 vellen (17 mm gestapeld)
Etiketten
Maximaal 100 vellen (17 mm gestapeld)
Enveloppen
75 tot 90 g/m2
Maximaal 30 vellen (17 mm gestapeld)
Lade 2
Kaarten
Maximaal 200 g/m2
Maximaal 80 kaarten
Alleen gewoon papier
60 tot 105 g/m2
Maximaal 350 vel gewoon papier (35 mm gestapeld)
Duplex-eenheid
Papier
Uitvoerbak
Alle ondersteunde afdrukmaterialen
60 tot 105 g/m2
N.v.t.
Maximaal 150 vellen gewoon papier (tekst afdrukken)
De minimummarges instellen De documentmarges moeten overeenkomen met (of groter zijn dan) deze ingestelde marges in de oriëntatie Staand.
NLWW
Afdrukmateriaal selecteren
17
Afdrukmateriaal
(1) Linkermarge
(2) Rechtermarge
(3) Bovenmarge
(4) Ondermarge*
U.S. Letter, U.S. Legal, A4, U.S. Executive, U.S. Statement, 8,5 x 13 inch, B5, A5, kaarten, speciaal formaat, afdrukmateriaal voor foto's
3,3 mm
3,3 mm
3,3 mm
3,3 mm
Enveloppen
16,5 mm
16,5 mm
3,3 mm
3,3 mm
* Om deze marge-instelling op een computer met Windows te behalen, klikt u op het tabblad Effecten in het printerstuurprogramma en selecteert u Minimaliseren van marges. Opmerking Als u de automatische duplex-eenheid gebruikt, mogen de minimummarges boven en onder niet groter zijn dan 12 mm.
18
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
Papier plaatsen Dit hoofdstuk bevat aanwijzingen voor het plaatsen van afdrukmateriaal in de printer. Papier plaatsen in lade 1 of lade 2 1.
Pak de lade onder aan de voorkant vast en trek de lade uit de printer.
2.
Voor papier dat langer is dan 279 mm tilt u de voorklep van de lade op (zie gearceerd gedeelte van de lade) en laat u de voorkant van de lade zakken.
3.
Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden tegen de rechterkant van de lade. Controleer of de stapel papier goed tegen de rechter- en achterkant van de lade ligt en niet buiten de lijnmarkering in de lade uitsteekt. Opmerking In lade 2 kan uitsluitend normaal papier worden geladen.
4.
NLWW
Stel de papiergeleiders in de lade af op het papierformaat dat u in de lade hebt geplaatst.
Papier plaatsen
19
5.
Plaats de lade voorzichtig terug in de printer. VOORZICHTIG Als u papier van Legal-formaat of langer hebt geplaatst, houdt u de voorkant van de lade naar beneden. Wanneer u de voorkant van de lade omhoog brengt terwijl langer papier is geplaatst, kunnen het papier en de printer beschadigd raken.
6.
20
Trek het verlengstuk op de uitvoerbak uit.
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
Laden configureren Het afdrukmateriaal wordt standaard uit lade 1 ingevoerd. Als lade 1 leeg is, wordt het afdrukmateriaal uit lade 2 gehaald (indien geïnstalleerd en voorzien van afdrukmateriaal). Met de volgende functies kunt u deze standaardwerking wijzigen. ●
Lade vergrendeld: Uet de ladevergrendeling kunt u voorkomen dat speciaal papier, zoals papier met een briefhoofd en voorbedrukt papier, per ongeluk wordt gebruikt. Als het papier tijdens het afdrukken opraakt, wordt geen papier uit een vergrendelde lade gebruikt om de afdruktaak te voltooien.
●
Standaardlade: Met deze functie kunt u bepalen welke lade als eerste wordt gebruikt. Opmerking Als u de ladevergrendeling en standaard lade-instellingen wilt gebruiken, moet u de optie voor automatische ladeselectie selecteren in de printersoftware. Als de printer is aangesloten op een netwerk en u een standaardlade instelt, geldt deze instelling voor alle gebruikers van de printer. Lade 2 is uitsluitend geschikt voor normaal papier.
De lades configureren 1.
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
2.
Voer één van de volgende handelingen uit:
3.
a.
Ingebouwde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik op Papierverwerking in het linkerdeelvenster.
b.
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op Papierverwerking.
c.
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice en klik op Papierverwerking.
d.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Ladeconfiguratie in het deelvenster Printerinstellingen.
Breng de gewenste wijzigingen aan en klik op OK of Toepassen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de verschillende manieren waarop u de papierlades kunt gebruiken. Ik wil…
Voer de volgende stappen uit
In beide lades hetzelfde afdrukmateriaal plaatsen en de printer laten overschakelen naar de tweede lade als de eerste leeg is.
1.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2. Zie Papier plaatsen.
2.
Controleer of de ladevergrendeling is uitgeschakeld.
1.
Plaats speciaal afdrukmateriaal in lade 1 en gewoon papier in lade 2.
2.
Controleer of ladevergrendeling is ingesteld voor lade 1.
Zowel speciaal afdrukmateriaal (zoals transparanten of briefpapier) als gewoon papier in de lades plaatsen.
NLWW
Laden configureren
21
22
Ik wil…
Voer de volgende stappen uit
Afdrukmateriaal in beide lades plaatsen maar de printer eerst afdrukmateriaal laten halen uit een specifieke lade.
1.
Plaats afdrukmateriaal in lade 1 en lade 2.
2.
Controleer of de gewenste lade de standaardlade is.
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
De afdrukinstellingen wijzigen U kunt de afdrukinstellingen (zoals papierformaat of -soort) wijzigen vanuit een toepassing of het printerstuurprogramma. Wijzigingen in een toepassing hebben voorrang boven wijzigingen in het printerstuurprogramma. Als u toepassing hebt afgesloten, worden de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma echter hersteld. Opmerking Afdrukinstellingen die van toepassing zijn op alle afdruktaken moeten worden geselecteerd in het printerstuurprogramma. Raadpleeg de online Help bij het Windows-printerstuurprogramma voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het afdrukken vanuit een specifieke toepassing kunt u de documentatie van de betreffende toepassing raadplegen.
De instellingen voor huidige taken aanpassen vanuit een toepassing (Windows) 1.
Open het document dat u wilt afdrukken.
2.
Klik in het menu Bestand op Afdrukken en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren. (Specifieke opties kunnen afwijken, afhankelijk van de software die u gebruikt.)
3.
Wijzig eventueel andere instellingen en klik op OK, Afdrukken of een vergelijkbare optie.
De standaardinstellingen aanpassen voor alle toekomstige taken (Windows) 1.
Klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3.
Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
Instellingen wijzigen (Mac OS)
NLWW
1.
Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand .
2.
Wijzig de gewenste instellingen (zoals het papierformaat) en klik op OK.
3.
Klik in het menu Bestand op Afdrukken om het printerstuurprogramma te openen.
4.
Wijzig de gewenste instellingen (zoals het type afdrukmateriaal) en klik op OK of Afdrukken.
De afdrukinstellingen wijzigen
23
Een afdruktaak annuleren U kunt een afdruktaak op een van de volgende manieren annuleren.
24
●
(Annuleren). Hiermee verwijdert u de taak die op dat Bedieningspaneel: Druk op de knop moment wordt uitgevoerd. Dit is niet van invloed op afdruktaken in de wachtrij.
●
Windows: dubbelklik op het printerpictogram dat rechtsonder op het beeldscherm wordt weergegeven. Selecteer de afdruktaak en druk op de knop Delete op het toetsenbord.
●
Mac OS: Dubbelklik op de printer in het printerinstallatieprogramma (Mac OS X, 10.3, 10.4) of Afdrukcentrum (Mac OS X, 10.2). Selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
Dubbelzijdig afdrukken U kunt een vel dubbelzijdig afdrukken. Dit kan automatisch met de optionele accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken (duplex-eenheid) of handmatig door het afdrukmateriaal om te draaien en opnieuw in de printer in te voeren.
Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken ●
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de printerspecificaties. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
●
Geef opties voor dubbelzijdig afdrukken op in uw toepassing of het printerstuurprogramma.
●
Bedruk nooit beide zijden van transparanten, enveloppen, fotopapier, glanzend afdrukmateriaal of papier dat lichter is dan 60 g/m2 of zwaarder dan 105 g/m2. Deze soorten afdrukmateriaal kunnen vastlopen.
●
Bij sommige papiersoorten moet voor dubbelzijdig afdrukken een specifieke oriëntatie worden opgegeven, zoals papier met een briefhoofd, voorbedrukt papier en papier met een watermerk of perforaties. Wanneer u afdrukt vanuit Windows, wordt de voorkant van het afdrukmateriaal eerst afgedrukt. Wanneer u afdrukt vanuit Mac OS, wordt eerst de achterkant afgedrukt. Plaats het afdrukmateriaal met de voorkant naar beneden.
●
Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken, wanneer één kant van het afdrukmateriaal is afgedrukt, wordt het materiaal in de printer vastgehouden om de inkt te laten drogen. Wanneer de inkt droog is, wordt het afdrukmateriaal opnieuw ingevoerd in de printer en wordt de andere kant afgedrukt. Wanneer beide zijden van het afdrukmateriaal zijn afgedrukt, wordt het papier uitgevoerd in de uitvoerbak. Pak het afgedrukte materiaal pas nadat het afdrukken is voltooid.
●
U kunt op beide zijden van ondersteunde speciale papierformaten afdrukken met behulp van de voorzieningen voor handmatig dubbelzijdig afdrukken. Zie voor een lijst van ondersteunde speciale papierformaten Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Windows) 1.
Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en Papier plaatsen.
2.
Let er bij automatisch dubbelzijdig afdrukken op dat de duplex-eenheid correct is geïnstalleerd. Zie De duplex-eenheid installeren.
3.
Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu Bestand en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren.
4.
Klik op het tabblad Afwerking.
5.
Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Controleer bij automatisch dubbelzijdig afdrukken of Automatische duplexeenheid gebruiken is ingeschakeld. Opmerking Als Automatische duplexeenheid gebruiken niet beschikbaar is, klikt u op het tabblad Effecten en controleert u datMinimaliseren van marges is uitgeschakeld.
NLWW
Dubbelzijdig afdrukken
25
6.
Om het formaat van elke pagina automatisch te laten aanpassen aan de lay-out van het document op het scherm, moet u het selectievakje Lay-out behouden inschakelen. Als u deze optie uitschakelt, kunnen pagina's op ongewenste plaatsen worden afgebroken.
7.
Schakel het selectievakje Voorkant boven in of uit, afhankelijk van de bindrichting. Zie de afbeeldingen in het printerstuurprogramma voor voorbeelden.
8.
Kies desgewenst een boeklay-out in de keuzelijst Boeklay-out.
9.
Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
10. Druk het document af. 11. Bij handmatig dubbelzijdig afdrukken volgt u, nadat de ene zijde van de stapel papier is bedrukt, de aanwijzingen op het scherm en plaatst u het bedrukte papier terug in de lade om de afdrukprocedure te voltooien.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken (Mac OS)
26
1.
Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken en Papier plaatsen.
2.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand.
3.
Open het deelvenster Dubbelzijdig afdrukken.
4.
Selecteer de optie voor dubbelzijdig afdrukken.
5.
Selecteer de gewenste inbindrichting door te klikken op het bijbehorende pictogram.
6.
Wijzig eventueel andere instellingen en klik op OK of Afdrukken.
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal Afdrukken op speciaal papierformaat (Windows) 1.
Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Papier plaatsen.
2.
Kies wanneer een document is geopend de opdracht Afdrukken in het menu Bestand en klik vervolgens op Instellingen, Eigenschappen of Voorkeuren.
3.
Klik op het tabblad Papier/Kwaliteit.
4.
Selecteer het formaat afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Formaat. Voer de volgende stappen uit om een speciaal papierformaat te selecteren.
5.
a.
Klik op de knop Aangepast.
b.
Typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat.
c.
Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en vervolgens klikt u op Opslaan.
d.
Klik tweemaal op OK om het dialoogvenster met eigenschappen of voorkeuren van de printer te sluiten. Open het dialoogvenster daarna opnieuw.
e.
Selecteer het nieuwe aangepaste formaat.
Selecteer het type afdrukmateriaal als volgt: a.
Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Soort.
b.
Klik op het gewenste type afdrukmateriaal en klik op OK.
6.
Selecteer de papierbron in de vervolgkeuzelijst Bron.
7.
Pas eventueel andere instellingen aan en klik op OK.
8.
Druk het document af.
Afdrukken op speciaal papierformaat (Mac OS)
NLWW
1.
Plaats het juiste afdrukmateriaal. Zie Papier plaatsen.
2.
Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand .
3.
Selecteer het papierformaat.
4.
Voer de volgende stappen uit om een speciaal papierformaat te selecteren. a.
Klik op Aangepast papierformaat in het vervolgkeuzemenu Instellingen.
b.
Klik op Nieuw en typ een naam voor het formaat in het vak Naam papierformaat.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
27
c.
Bij Breedte en Hoogte voert u de afmetingen in en stelt u indien nodig de marges in.
d.
Klik op Klaar of OK en klik vervolgens op Opslaan.
5.
Klik in het menu Bestand op Pagina-instelling en selecteer het nieuwe aangepaste formaat.
6.
Klik op OK.
7.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand .
8.
Open het paneel Papiersoort/Kwaliteit.
9.
Klik op het tabblad Papier en selecteer het type afdrukmateriaal.
10. Wijzig eventueel andere instellingen en klik op OK of Afdrukken.
28
Hoofdstuk 3
De printer gebruiken
NLWW
4
Onderhoud en probleemoplossing
Dit hoofdstuk bevat de volgende informatie over het onderhouden van de printer en het oplossen van problemen met de printer of de afdrukken.
NLWW
●
De inktpatronen vervangen
●
Onderhoud van de printkoppen
●
De kleur kalibreren
●
Tips en bronnen voor het oplossen van problemen
●
Algemene tips voor het oplossen van problemen
●
Afdrukproblemen oplossen
●
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
●
Papierinvoerproblemen oplossen
●
Printerbeheerproblemen oplossen
●
Installatieproblemen oplossen
●
Papierstoringen verhelpen
29
De inktpatronen vervangen U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit de Werkset (Windows), het HP Printerhulpprogramma (Mac OS) of de ingebouwde webserver. Zie Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers voor informatie over deze hulpmiddelen. U kunt ook een configuratiepagina afdrukken om deze informatie te bekijken (zie De configuratiepagina). Opmerking Installeer de inktpatroon direct nadat u deze uit de verpakking hebt verwijderd. Verwijder een inktpatroon niet voor langere tijd uit de printer. Als u wilt weten welke inktpatronen bestemd zijn voor gebruik met uw printer, raadpleegt u Benodigdheden. De inktpatronen vervangen
30
1.
Trek de klep van de inktpatroon voorzichtig naar voren.
2.
Pak de lege inktpatroon tussen uw duim en wijsvinger en trek de patroon stevig naar u toe.
3.
Haal de nieuwe inktpatroon uit de verpakking.
4.
Plaats de inktpatroon ter hoogte van de sleuf met de bijbehorende kleurcode en bevestig de patroon in de sleuf. Druk de inktpatroon goed op zijn plaats.
5.
Sluit de klep van de inktpatroon.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Onderhoud van de printkoppen Als tekens onvolledig worden afgedrukt of punten of lijnen op de afdruk ontbreken, kan dit het gevolg zijn van verstopte inktsproeiers. In dat geval moet u de printkoppen reinigen. Voer de relevante stappen in de hieronder aangegeven volgorde uit wanneer de kwaliteit van de afdrukken achteruitgaat: 1.
Controleer de status van de printkoppen (zie De status van de printkoppen controleren).
2.
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit (zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken).
3.
Kalibreer de kleur als de kleuren van uw afdrukken duidelijk meer geel, magenta of blauw zijn geworden (zie De kleur kalibreren).
4.
Reinig de contacten van de printkoppen handmatig. Zie De contacten van de printkoppen handmatig reinigen.
5.
Vervang de printkoppen indien het probleem na het reinigen blijft bestaan. Zie De printkoppen vervangen. VOORZICHTIG HP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de printer die het gevolg is van het wijzigen van de printkoppen.
De status van de printkoppen controleren Gebruik een van de volgende methoden om de status van de printkoppen te controleren. Als de status van een printknop redelijk of niet goed is, voert u een van de volgende onderhoudsfuncties uit of reinigt of vervangt u de printkop. ●
Configuratiepagina: Druk de configuratiepagina op een schoon wit vel papier af en controleer het gedeelte over de status van de printkoppen. Zie De configuratiepagina.
●
Ingebouwde webserver: Open de ingebouwde webserver (zie De ingebouwde webserver openen). Open het tabblad Informatie en klik op Inktvoorraad in het linkerdeelvenster.
●
Werkset (Windows): Open de Werkset (zie De Werkset openen). Open het tabblad Informatie en klik vervolgens op Printkopconditie.
De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken Gebruik de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit om problemen vast te stellen die de afdrukkwaliteit van de printer beïnvloeden.. Aan de hand van deze pagina kunt u bepalen of u
NLWW
Onderhoud van de printkoppen
31
bepaalde onderhoudsprogramma's moet uitvoeren om de afdrukkwaliteit te verbeteren. U kunt op deze pagina ook de informatie over het inktniveau en de status van de printkoppen bekijken.
32
●
(Aan/Uit) in en houd deze ingedrukt, druk eenmaal op de Bedieningspaneel: Druk de knop knop (Annuleren), druk viermaal op de knop (Doorgaan) en laat de knop (Aan/Uit) los.
●
Ingebouwde webserver: Klik op het tabblad Instellingen, klik op Printerservice in het linkerdeelvenster. Kies Pagina diagnostiek voor afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken uit de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit en klik op Toepassen.
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op Pagina diagnostiek voor afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken en volg de aanwijzingen op het scherm.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice, klik op Pagina diagnostiek van afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken en volg de instructies op het scherm.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Diagnostiek van afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken in het deelvenster Informatie en ondersteuning.
1
Printerinformatie: Informatie over de printer (zoals het modelnummer, het serienummer en de versie van de firmware), het aantal afgedrukte pagina's vanuit de lades en de duplex-eenheid, informatie over het inktniveau en de status van de printkoppen.
2
Testpatroon 1: Als de lijnen onderbroken en niet recht zijn, moet u de printkoppen uitlijnen. Zie De printkoppen uitlijnen.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
3
Testpatroon 2: Als er dunne witte lijnen door de kleurblokken lopen, reinigt u de printkoppen. Zie De printkoppen reinigen.
4
Testpatroon 3: Als er zich bij de pijlen donkere lijnen of witte ruimten bevinden, kalibreert u de regelinvoer. Zie De regelinvoer kalibreren.
De printkoppen uitlijnen Nadat u een printkop hebt vervangen, worden de printkoppen automatisch uitgelijnd om de afdrukkwaliteit te optimaliseren. Als uit de afgedrukte pagina's echter blijkt dat de printkoppen niet goed zijn uitgelijnd, kunt u het uitlijningsproces handmatig starten. ●
(Aan/Uit) in en houd deze ingedrukt, druk tweemaal op de Bedieningspaneel: Druk de knop knop (Doorgaan) en laat de knop (Aan/Uit) los.
●
Ingebouwde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik vervolgens op Printerservice in het linkerdeelvenster. Kies in de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit de optie Printkoppen uitlijnen en klik op Toepassen.
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op Printkoppen uitlijnen en volg de aanwijzingen op het scherm.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice, klik op Printkoppen uitlijnen en volg de instructies op het scherm.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Uitlijnen in het deelvenster Informatie en ondersteuning.
De regelinvoer kalibreren
NLWW
●
(Aan/Uit) in en houd deze ingedrukt, druk driemaal op de Bedieningspaneel: Druk de knop knop (Doorgaan) en laat de knop (Aan/Uit) los.
●
Ingebouwde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik vervolgens op Printerservice in het linkerdeelvenster. Kies in de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit de optie Regelinvoer kalibreren en klik op Toepassen.
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op Regelinvoer kalibreren en volg de aanwijzingen op het scherm.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice, klik op Regelinvoer kalibreren en volg de instructies op het scherm.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Regelinvoer kalibreren in het deelvenster Informatie en ondersteuning.
Onderhoud van de printkoppen
33
De printkoppen reinigen Opmerking Het reinigen kost inkt. Reinig de printkoppen daarom uitsluitend wanneer dit noodzakelijk is. Het reinigingsproces neemt ongeveer 3,5 minuut in beslag. Dit proces kan wat geluid produceren. ●
(Aan/Uit) in en houd deze ingedrukt, druk zesmaal op de Bedieningspaneel: Druk de knop knop (Doorgaan) en laat de knop (Aan/Uit) los.
●
Ingebouwde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik vervolgens op Printerservice in het linkerdeelvenster. Kies in de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit de optie Printkoppen reinigen en klik op Toepassen.
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op Printkoppen reinigen en volg de aanwijzingen op het scherm.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice, klik op Printkoppen reinigen en volg de instructies op het scherm.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Reinigen in het deelvenster Informatie en ondersteuning.
De contacten van de printkoppen handmatig reinigen Als na installatie van printkoppen één of beide lampjes op het bedieningspaneel beginnen te knipperen en de printer niet afdrukt, dan moet u de elektrische contacten op de printkoppen en in de printer reinigen. VOORZICHTIG Reinig de elektrische contacten alleen nadat u hebt geprobeerd de printkoppen te reinigen. Zie De printkoppen reinigen. De elektrische contacten bevatten gevoelige elektronische onderdelen die gemakkelijk kunnen worden beschadigd.
34
1.
Open de bovenklep.
2.
Als de wagen niet automatisch naar links beweegt, druk dan gedurende 3 seconden op de knop (Doorgaan). Wacht tot de wagen tot stilstand is gekomen en verwijder daarna de voedingskabel uit de printer.
3.
Til de printkopgrendel omhoog.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
4.
Til de hendel van een printkop (die correspondeert met het knipperende lampje) omhoog en gebruik deze om de printkop uit de sleuf te trekken.
5.
Gebruik hiervoor schoon, droog en zacht reinigingsmateriaal zonder rafels. Geschikte materialen zijn o.a. papieren koffiefilters en reinigingsdoekjes voor ooglenzen. VOORZICHTIG Gebruik geen water.
6.
Veeg de elektrische contacten op de printkop schoon, maar raak de sproeier hierbij niet aan. Opmerking De elektrische contacten zien eruit als koperkleurige vierkantjes, die op één vlak van de printkop zijn gegroepeerd. De sproeiers bevinden zich op een ander vlak van de printkop. Op de sproeiers is inkt te zien. VOORZICHTIG Het aanraken van de sproeiers kan permanente beschadiging van de sproeiers veroorzaken. Daarnaast kan inkt permanente vlekken op kleding achterlaten.
NLWW
7.
Na het reinigen plaatst u de printkop op een vel papier of een papieren servetje. Zorg dat de sproeiers naar boven wijzen en niet in contact komen met het papier.
8.
Reinig de elektrische contacten van de printkopsleuf met een droge, zachte doek zonder rafels.
Onderhoud van de printkoppen
35
9.
Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan. Het bedieningspaneel moet aangeven dat de printkop ontbreekt.
10. Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop (het label op de printkop moet overeenkomen met het label op de printkopgrendel). Druk de printkop goed op zijn plaats. 11. Trek de printkopgrendel helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat de grendel goed wordt vastgezet. Mogelijk moet u druk uitoefenen om de grendel vast te zetten. 12. Herhaal de bovenstaande stappen, indien nodig, voor de andere printkop. 13. Sluit de bovenste klep. 14. Als één of beide printkoppen nog knipperen, herhaal dan bovenstaande reinigingsprocedure voor de printkop die correspondeert met het knipperende printkoplampje. 15. Als één of beide printkoplampjes nog knipperen, vervang dan de printkop die correspondeert met het knipperende printkoplampje. 16. Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina's zijn afgedrukt. Als de pagina's niet worden afgedrukt, start u het uitlijningsproces handmatig (zie De printkoppen uitlijnen).
De printkoppen vervangen Opmerking Als u wilt weten welke inktpatronen bestemd zijn voor gebruik met uw printer, raadpleegt u Benodigdheden.
36
1.
Open de bovenklep.
2.
Als de wagen niet automatisch naar links beweegt, druk dan gedurende 3 seconden op de knop (Doorgaan). Wacht tot de wagen stilstaat.
3.
Til de printkopgrendel omhoog.
4.
Til de hendel van een printkop omhoog en gebruik deze om de printkop uit de sleuf te trekken.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
NLWW
5.
Haal de nieuwe printkop uit de verpakking en verwijder de oranje beschermkapjes.
6.
Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop (het label op de printkop moet overeenkomen met het label op de printkopgrendel). Druk de printkop goed op zijn plaats.
7.
Trek de printkopgrendel helemaal naar voren en druk deze omlaag, zodat de grendel goed wordt vastgezet. Mogelijk moet u druk uitoefenen om de grendel vast te zetten.
8.
Sluit de bovenste klep.
9.
Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina's zijn afgedrukt. Als de pagina's niet worden afgedrukt, start u het uitlijningsproces handmatig (zie De printkoppen uitlijnen).
Onderhoud van de printkoppen
37
De kleur kalibreren Nadat u een printkop hebt vervangen, worden de kleuren automatisch gekalibreerd om de afdrukkwaliteit te optimaliseren. Als u niet tevreden bent met het kleurresultaat, kunt u het kalibratieproces ook handmatig starten.
38
●
(Aan/Uit) in en houd deze ingedrukt, druk tweemaal op de Bedieningspaneel: Druk de knop knop (Annuleren) en laat de knop (Aan/Uit) los.
●
Ingebouwde webserver: Klik op het tabblad Instellingen en vervolgens op Printerservice in het linkerdeelvenster. Kies in de keuzelijst in het gedeelte Afdrukkwaliteit de optie voor het kalibreren van de kleur en klik op Toepassen.
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op Kleur kalibreren en volg de aanwijzingen op het scherm.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice, klik op Kleur kalibreren en volg de instructies op het scherm.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Kleur kalibreren in het deelvenster Informatie en ondersteuning.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Tips en bronnen voor het oplossen van problemen Gebruik de volgende tips en hulpmiddelen om afdrukproblemen op te lossen. ●
Zie Papierstoringen verhelpen voor informatie over papierstoringen.
●
Zie Papierinvoerproblemen oplossen voor informatie over papierinvoerproblemen, zoals een scheve of foutieve papierinvoer.
Sommige printerproblemen kunnen worden opgelost door de printer opnieuw in te stellen. De netwerkinstellingen van de printer opnieuw instellen (HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn)
NLWW
1.
/ (Configuratiepagina) in en houd deze ingedrukt, druk driemaal op de knop Druk de knop (Doorgaan) en laat de knop / (Configuratiepagina) los. Het Aan/Uit-lampje knippert enkele seconden. Wacht tot het Aan/Uit-lampje brandt.
2.
/ (Configuratiepagina) om de configuratiepagina af te drukken en te Druk op de knop controleren of de netwerkinstellingen opnieuw zijn ingesteld. Standaard is de naam van het netwerk (SSID) hpsetup en de communicatiemethode adhoc.
Tips en bronnen voor het oplossen van problemen
39
Algemene tips voor het oplossen van problemen Voer de volgende controles uit:
40
●
Het Aan/uit-lampje brandt (knippert niet). Wanneer de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld, duurt het ongeveer 8 minuten om de printer te initialiseren nadat de printkoppen zijn geïnstalleerd.
●
Controleer of de printer gereed is voor gebruik. Wanneer er lampjes branden of knipperen, raadpleegt u Informatie over de printerlampjes.
●
Zorg dat er geen foutberichten op het scherm worden weergegeven.
●
Zorg dat de voedingskabel en andere kabels functioneren en goed op de printer zijn aangesloten. Zorg dat de printer goed is aangesloten op een werkend stopcontact en is ingeschakeld. Zie Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
●
Afdrukmateriaal moet goed in de lade zijn geplaatst en niet in de printer zijn vastgelopen.
●
Printkoppen en inktpatronen moeten goed geplaatst zijn in de juiste met kleuren gecodeerde sleuven. Druk de printkoppen en inktpatronen goed op hun plaats. Controleer of de oranje beschermkapjes van alle printkoppen zijn verwijderd.
●
De printkopgrendel en alle kleppen moeten gesloten zijn.
●
Het toegangspaneel aan de achterzijde (HP Officejet Pro K550) of de duplexeenheid (HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn) moeten stevig op hun plaats zitten.
●
Alle verpakkingstape en -materialen moeten van de printer zijn verwijderd.
●
De printer kan een configuratiepagina afdrukken. Zie De configuratiepagina.
●
De printer is ingesteld als huidige printer of standaardprinter. Windows-gebruikers kunnen de printer als standaardprinter instellen in de map Printers. Mac-gebruikers kunnen de printer in de Kiezer of in het Afdrukcentrum instellen als standaardprinter. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor meer informatie.
●
Zorg dat Afdrukken onderbreken niet is geselecteerd als u een computer met Windows gebruikt.
●
Zorg dat er niet te veel programma's actief zijn wanneer u een taak uitvoert. Sluit de programma's die u niet gebruikt of start de computer opnieuw op voordat u de taak opnieuw afdrukt.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Afdrukproblemen oplossen De printer wordt onverwacht uitgeschakeld Controleer de netvoeding en aansluiting van het netsnoer ●
Controleer of de printer goed is aangesloten op een werkend stopcontact. Zie Elektrische specificaties voor spanningsvereisten.
Controleer de ventilatieopeningen van de printer ●
De ventilatieopeningen bevinden zich aan weerszijden van de printer. Als de ventilatieopeningen worden geblokkeerd en de printer oververhit raakt, wordt de printer automatisch uitgezet. Zorg dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden en de printer in een koele, droge ruimte staat. Zie Omgevingsspecificaties voor de omgevingscondities die vereist zijn voor de printer.
Alle printerlampjes branden of knipperen Er is een fout opgetreden die niet kan worden hersteld ●
Koppel alle kabels los (zoals het netsnoer, de netwerkkabel en de USB-kabel), wacht ongeveer 20 seconden en sluit de kabels weer aan. Bezoek de website van HP (www.hp.com/support/ officejetprok550) als het probleem aanhoudt. Daar vindt u de laatste informatie over het oplossen van problemen en de laatste productfixes en -updates.
De printer reageert niet (er wordt niets afgedrukt) Als de printer draadloze verbindingen ondersteunt, raadpleegt u ook Problemen met het installeren of gebruiken van draadloze communicatie. Controleer de printerinstellingen ●
Zie Algemene tips voor het oplossen van problemen.
Controleer de initialisatie van de printkoppen ●
Na vervanging of installatie van printkoppen worden er automatisch enkele testpagina's afgedrukt om de printkoppen uit te lijnen. Deze procedure duurt ongeveer 8 minuten. Gedurende deze procedure kunnen alleen de automatische testpagina's worden afgedrukt.
Controleer de installatie van de printersoftware ●
NLWW
Als de printer tijdens het afdrukken wordt uitgeschakeld, moet er een waarschuwingsbericht op het scherm verschijnen. Gebeurt dit niet, dan is de printersoftware wellicht niet goed geïnstalleerd. Om dit op te lossen verwijdert u de software van uw computer en installeert u deze vervolgens opnieuw. Zie De printersoftware verwijderen.
Afdrukproblemen oplossen
41
Controleer de kabelaansluitingen ●
Controleer of beide uiteinden van de netwerkkabel goed zijn aangesloten.
●
Als de printer is aangesloten op een netwerk, doet u het volgende: ●
Controleer of het verbindingslampje aan de achterzijde van de printer brandt. Zie Betekenis van de lampjes voor de netwerkaansluiting.
●
Controleer of u niet een telefoonsnoer hebt gebruikt om de printer aan te sluiten.
●
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en functioneert.
Controleer de printerinstelling voor de netwerkomgeving ●
Controleer of het juiste printerstuurprogramma en de juiste printerpoort worden gebruikt. Voor meer informatie over netwerkverbindingen raadpleegt u De printer configureren (Windows), De printer configureren (Mac OS) of de documentatie bij uw netwerk.
Controleer de eigen firewallsoftware die op de computer is geïnstalleerd ●
De persoonlijke firewall is een beveiligingsprogramma dat de computer beschermt tegen indringers. De firewall kan echter ook de communicatie tussen computer en printer blokkeren. Als u een communicatieprobleem met de printer hebt, kunt u proberen de firewall tijdelijk uit te schakelen. Als het probleem zich blijft voordoen, is de firewall niet de oorzaak van het communicatieprobleem. Schakel de firewall dan weer in. Als de communicatie met de printer wordt hersteld wanneer u de firewall uitschakelt, kunt u proberen een statisch IP-adres aan de printer toe te wijzen en de firewall weer in te schakelen. Zie Netwerkinstellingen configureren.
De printer accepteert de printkop niet Controleer de printkopgrendel ●
Controleer of de printkopgrendel goed is gesloten.
Controleer de printkop ●
Controleer of de printkop in de sleuf met de juiste kleurcode is geplaatst. Zie De printkoppen vervangen.
●
Verwijder de printkop en controleer of de oranje beschermingskapjes zijn verwijderd van de printkop.
Reinig de printkop ●
Voer de printkopreinigingsprocedure uit. Zie Onderhoud van de printkoppen.
Schakel de printer uit nadat u de printkop hebt verwijderd ●
42
Schakel de printer uit nadat u de printkop hebt verwijderd, wacht ongeveer 20 seconden en schakel de printer weer in zonder dat de printkop is geïnstalleerd. Start de printer opnieuw en plaats de printkop terug.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Het afdrukken duurt lang Controleer de systeemconfiguratie ●
Controleer of de computer voldoet aan de minimale systeemvereisten voor de printer. Zie Systeemvereisten.
Controleer de instellingen van de printersoftware ●
De printer drukt langzamer af wanneer Best of Maximale dpi-waarde is geselecteerd als afdrukkwaliteit. Verhoog de afdruksnelheid door andere afdrukinstellingen te selecteren in het printerstuurprogramma. Zie De afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer of er sprake is van radiostoring ●
Als de printer via draadloze communicatie werkt en langzaam afdrukt, is het radiosignaal mogelijk te zwak. Zie Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk.
Er wordt een blanco pagina afgedrukt Controleer of de inktpatronen leeg zijn ●
Controleer de lampjes van de printer om te zien welke inktpatroon bijna leeg is (zie Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel). De Werkset (Windows), HP Printerhulpprogramma (Mac OS) en de configuratiepagina (zie De configuratiepagina) geven informatie over het inktniveau. Wanneer er een blanco pagina wordt afgedrukt terwijl u zwarte tekst wilde afdrukken, is de zwarte inktpatroon mogelijk leeg. Zie De inktpatronen vervangen.
Controleer de materiaalinstellingen ●
Controleer of u in het printerstuurprogramma de juiste instellingen voor afdrukkwaliteit hebt geselecteerd voor het afdrukmateriaal in de lades.
●
Controleer of de paginabreedte in het printerstuurprogramma overeenkomt met de breedte van het afdrukmateriaal in de lade.
De afdruk is niet correct of er ontbreken gedeelten Controleer de printkoppen ●
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit (zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken).
Controleer de marge-instellingen ●
Zorg dat de marge-instellingen van het document niet buiten het afdrukgebied van uw printer liggen. Zie De minimummarges instellen.
Controleer de kleurinstellingen ●
NLWW
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Afdrukproblemen oplossen
43
Controleer de printerlocatie en lengte van de USB-kabel ●
Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats de printer op grotere afstand van de bron van de elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst Controleer de manier waarop het papier is geplaatst ●
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de randen van het afdrukmateriaal zijn geplaatst en of de lades niet te vol zijn. Zie Papier plaatsen.
Controleer het papierformaat ●
De inhoud van een pagina kan worden afgebroken als het formaat van het document groter is dan het gebruikte papier.
●
Controleer of het geselecteerde materiaalformaat in het printerstuurprogramma overeenkomt met het formaat van het afdrukmateriaal in de lade.
●
Als u een computer met Windows gebruikt, kunt u met de optie LaserJet emuleren in het printerstuurprogramma het formaat van het document aanpassen aan het geselecteerde materiaalformaat. Zie De afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer de marge-instellingen ●
Als delen van tekst of afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn weggevallen, controleer dan of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van de printer vallen. Zie De minimummarges instellen.
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie. ●
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma. Zie De afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer de printerlocatie en lengte van de USB-kabel ●
Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats de printer op grotere afstand van de bron van de elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren.
Als de bovenstaande oplossingen niet werken, worden de afdrukinstellingen mogelijk niet goed geïnterpreteerd door de toepassing. Lees de printerinformatie voor bekende softwareproblemen, raadpleeg de documentatie bij de toepassing of neem contact op met de softwarefabrikant.
44
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten Slechte afdrukresultaten Controleer de printkoppen en inktpatronen ●
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit (zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken).
●
Vervang inktpatronen die bijna leeg zijn en probeer vervolgens opnieuw af te drukken. Zie De inktpatronen vervangen.
Controleer de papierkwaliteit ●
Het papier is mogelijk te vochtig of te ruw. Controleer of het papier voldoet aan de HPspecificaties en probeer opnieuw af te drukken. Zie Afdrukmateriaal selecteren.
Controleer de papiersoort in de printer ●
Controleer of de lade geschikt is voor de geladen papiersoort. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
●
Controleer of u in het printerstuurprogramma de lade hebt geselecteerd die de gewenste materiaalsoort bevat.
Controleer de printerlocatie en lengte van de USB-kabel ●
Sterke elektromagnetische velden (bijvoorbeeld gegenereerd door USB-kabels) kunnen afdrukken soms licht vertekenen. Plaats de printer op grotere afstand van de bron van de elektromagnetische velden. Het is bovendien raadzaam een USB-kabel met een lengte van minder dan drie meter te gebruiken om de effecten van deze elektromagnetische velden te minimaliseren.
Er worden vreemde tekens afgedrukt Wanneer het afdrukken van een taak wordt onderbroken, herkent de printer mogelijk de rest van de taak niet. Annuleer de huidige afdruktaak en wacht totdat de printer opnieuw gereed is om af te drukken. Wanneer de printer niet aangeeft dat deze gereed is om af te drukken, annuleert u alle afdrukopdrachten en wacht u opnieuw. Wanneer de printer gereed is, verzendt u de afdruktaak opnieuw. Als op het beeldscherm een dialoogvenster verschijnt met de vraag of u nogmaals wilt afdrukken, klikt u op Annuleren. Controleer de kabelaansluitingen ●
Als de printer en computer zijn aangesloten met een USB-kabel, kan het probleem worden veroorzaakt door een slechte kabelverbinding. Controleer of beide uiteinden van de kabel goed zijn aangesloten. Als het probleem zich herhaalt, schakelt u de printer uit, verwijdert u de kabel van de printer, schakelt u de printer weer in zonder kabel en verwijdert u eventuele resterende taken. Wanneer het Aan/Uit-lampje brandt en niet knippert, sluit u de kabel opnieuw aan op de printer.
NLWW
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
45
Controleer het documentbestand ●
Het bestand is mogelijk beschadigd. Als u wel andere documenten vanuit dezelfde toepassing kunt afdrukken, probeer dan een eventuele reservekopie van het document af te drukken.
De inkt wordt uitgesmeerd Controleer de afdrukinstellingen ●
Laat documenten waarvoor veel inkt is gebruikt wat langer drogen dan normaal. Dit is met name van belang voor transparanten. Selecteer in het printerstuurprogramma de afdrukkwaliteit Best. Verleng ook de droogtijd voor de inkt en verlaag de inktverzadiging met het inktvolume. U vindt deze instellingen bij de geavanceerde functies (Windows) of inktfuncties (Mac OS). Een lagere inktverzadiging kan echter leiden tot vagere afdrukken.
●
Bij de instelling Best kunnen kleurendocumenten met veel verschillende kleuren gaan kreuken en de kleuren kunnen worden uitgesmeerd. Probeer de andere instellingen voor afdrukkwaliteit, zoals Normaal om de hoeveelheid inkt te verminderen of gebruik HP Premium-papier voor afdrukken met levendige kleuren. Zie De afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer het type afdrukmateriaal ●
Sommige typen afdrukmateriaal absorberen de inkt niet goed. Hierdoor droogt de inkt langzamer en kunnen er vegen ontstaan. Zie Afdrukmateriaal selecteren.
Controleer de marge-instellingen ●
Vergroot de marges in uw document. Raadpleeg de documentatie die is bijgesloten bij de software.
●
Als u een computer met Windows gebruikt, controleert u of Minimaliseren van marges niet is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
De inkt vult de tekst of afbeeldingen niet volledig Controleer de inktpatronen ●
Inktpatronen kunnen leeg raken. Vervang eventuele lege patronen. U kunt ook proberen de patronen te verwijderen en opnieuw te installeren. Let daarbij op dat ze goed vastklikken. Zie De inktpatronen vervangen.
Controleer het type afdrukmateriaal ●
Sommige afdrukmaterialen zijn niet geschikt voor gebruik met uw printer. Zie Afdrukmateriaal selecteren.
De afdruk is vaag of de kleuren zijn dof Controleer de afdrukmodus ●
46
Met de instellingen Concept of Snel in het printerstuurprogramma kunt u sneller afdrukken. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u concepten wilt afdrukken. Voor betere resultaten selecteert u Normaal of Best. Zie De afdrukinstellingen wijzigen.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Controleer de ingestelde papiersoort ●
Als u op transparanten of ander speciaal afdrukmateriaal afdrukt, moet het bijbehorende materiaal zijn geselecteerd in het printerstuurprogramma. Zie Afdrukken op speciaal papierformaat (Windows).
Controleer de inktpatronen ●
Als lijnen in tekst of afbeeldingen onvolledig of onjuist worden afgedrukt, zijn een of meer inktpatronen mogelijk leeg of defect. Vervang de lege of defecte inktpatronen. Zie De inktpatronen vervangen.
Kleuren worden als zwart-wit afgedrukt Controleer de afdrukinstellingen ●
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
De verkeerde kleuren worden afgedrukt Controleer de afdrukinstellingen ●
Controleer of Afdrukken in grijsschaal is geselecteerd in het printerstuurprogramma.
Controleer de printkoppen ●
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit (zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken).
De kleuren op de afdruk lopen door elkaar heen Controleer de afdrukinstellingen ●
Voor sommige afdrukmaterialen (zoals transparanten en fotopapier) en afdrukkwaliteiten (zoals Best) is meer inkt nodig dan voor andere instellingen. Kies andere afdrukinstellingen in het printerstuurprogramma en controleer of u de juiste papiersoort hebt geselecteerd. Zie De afdrukinstellingen wijzigen.
Controleer de inktpatronen ●
Controleer of er met de inktpatronen is geknoeid. Het navullen van inktpatronen en het gebruik van incompatibele inkten kan het ingewikkelde afdruksysteem ontregelen, hetgeen kan leiden tot verminderde afdrukkwaliteit en zelfs tot beschadiging van de printer of printkop. Nagevulde inktpatronen worden niet door de garantie van HP gedekt en worden niet door HP ondersteund. Zie voor bestelinformatie Benodigdheden en accessoires van HP.
Controleer de printkoppen ●
NLWW
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit (zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken).
Slechte afdrukkwaliteit en onverwachte afdrukresultaten
47
De kleuren zijn niet goed uitgelijnd Controleer de printkoppen ●
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit (zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken).
Controleer de positie van de afbeeldingen ●
Controleer met de zoomfunctie of met de functie afdrukvoorbeeld van uw toepassing of zich ruimtes tussen de afbeeldingen bevinden.
Punten of lijnen ontbreken in de tekst of afbeeldingen Controleer de printkoppen ●
48
Druk de pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit op een schoon wit vel papier af. Maak een inschatting van de aard van het probleem en voer de aanbevolen acties uit (zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken).
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Papierinvoerproblemen oplossen Zie Papierstoringen verhelpen voor informatie over het verwijderen van vastgelopen papier.
Lade kan niet worden geplaatst ●
Plaats de lade opnieuw in de printer. Zorg dat de lade zich in één lijn met de opening van de printer bevindt.
●
Controleer op papierstoringen. Zie Papierstoringen verhelpen.
Er heeft zich een ander papierinvoerprobleem voorgedaan Het papier is niet geschikt voor de printer of voor de lade ●
Gebruik alleen afdrukmateriaal dat geschikt is voor de printer en de gebruikte lade. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
Het afdrukmateriaal uit een lade wordt niet ingevoerd ●
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade is geplaatst. Zie Papier plaatsen. Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
●
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
●
Controleer of het afdrukmateriaal in de lade niet is omgekruld. Maak het papier weer glad door het in tegengestelde richting van de omkrulling te buigen.
●
Controleer of de lade goed is geplaatst.
Het afdrukmateriaal wordt niet goed uitgevoerd
NLWW
●
Controleer of het verlengstuk van de uitvoerbak is uitgetrokken. Als dit niet het geval is, kunnen afdrukken uit de printer vallen.
●
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. De lade kan slechts een beperkt aantal vellen bevatten.
●
Als het toegangspaneel aan de achterkant of de duplex-eenheid onjuist is geplaatst tijdens een afdruktaak, wordt er mogelijk afdrukmateriaal aan de achterzijde van de printer uitgevoerd. Plaats het toegangspaneel aan de achterkant of de duplex-eenheid opnieuw of sluit de klep van de duplex-eenheid.
Papierinvoerproblemen oplossen
49
Pagina's worden scheef ingevoerd ●
Zorg dat het afdrukmateriaal in de lades goed tegen de papiergeleiders ligt. Indien nodig trekt u de lades uit de printer, plaats u het afdrukmateriaal correct terug in de lades en controleert u of de papiergeleiders goed zijn uitgelijnd.
●
Ga voorzichtig te werk bij het terugplaatsen van een lade in de printer. Wanneer u volle laden met te veel kracht in de printer plaatst, kunnen vellen papier in de printer terechtkomen. Hierdoor kan het papier vastlopen en kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd.
●
Zorg dat de het toegangspaneel aan de achterkant of de duplex-eenheid goed is aangebracht.
Er worden meerdere pagina's tegelijk ingevoerd
50
●
Wapper met het afdrukmateriaal voordat u het in de lade plaatst.
●
Controleer of de papiergeleiders bij de juiste markeringen in de lade zijn geplaatst voor het materiaalformaat dat u gebruikt. Controleer ook of de geleiders goed (maar niet te strak) tegen de stapel papier zijn geplaatst.
●
Controleer of er niet te veel papier in de lade is geplaatst.
●
Ga voorzichtig te werk bij het terugplaatsen van een lade in de printer. Wanneer u volle laden met te veel kracht in de printer plaatst, kunnen vellen papier in de printer terechtkomen. Hierdoor kan het papier vastlopen en kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd.
●
Gebruik papier dat voldoet aan de HP-specificaties voor optimale prestaties en efficiency.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
Printerbeheerproblemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u oplossingen voor veelvoorkomende problemen tijdens het beheer van de printer.
De ingebouwde webserver kan niet worden geopend Controleer de instellingen van het netwerk ●
Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-kabel hebt gebruikt om de printer aan te sluiten op het netwerk. Zie De printer configureren (Windows) of De printer configureren (Mac OS).
●
Controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten op de printer.
●
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en functioneert.
Controleer de computer ●
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
Controleer de webbrowser ●
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Zie Systeemvereisten.
Controleer het IP-adres van de printer ●
Druk de configuratiepagina's van de printer af en zoek het IP-adres van de printer op de tweede pagina. Zie De configuratiepagina.
●
Ping de printer met het IP-adres vanaf een MS-DOS-prompt. Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt: C:\Ping 123.123.123.123 Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord verschijnt, is het IP-adres onjuist.
NLWW
Printerbeheerproblemen oplossen
51
Installatieproblemen oplossen Problemen bij het afdrukken van een uitlijnpagina Na vervanging of installatie van printkoppen worden er automatisch enkele uitlijnpagina's afgedrukt om de printkoppen uit te lijnen. Deze procedure duurt ongeveer acht minuten. U kunt de uitlijnpagina's na afloop weggooien. Probeer het uitlijningsproces handmatig te starten als de printer de pagina's niet afdrukt (zie De printkoppen uitlijnen).
Problemen bij het installeren van de software Opmerking Bezoek de website van HP (www.hp.com/support/officejetprok550) voor de de nieuwste informatie over probleemoplossing of productverbeteringen en -updates. Controleer de computervereisten ●
Controleer of de computer voldoet aan de systeemvereisten. Zie Systeemvereisten.
Controleer of aan de installatievereisten wordt voldaan ●
Voordat u software op een computer met Windows installeert, moeten alle andere programma’s zijn afgesloten.
●
Als het pad naar het cd-rom-station niet wordt herkend, controleert u of u de juiste stationsaanduiding hebt opgegeven.
●
Als uw computer de cd in het cd-station niet herkent, controleert u of de cd is beschadigd. U kunt het printerstuurprogramma downloaden op www.hp.com/support/officejetprok550.
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw ●
Als u Windows gebruikt en de computer kan de printer niet vinden, voert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software uit (Util\Scrubber\Uninstall.exe op de Starter-cd). Hiermee verwijdert u de printersoftware volledig. Start de computer opnieuw op en installeer de software opnieuw. Zie De printersoftware verwijderen.
Problemen met aansluiten op een netwerk Opmerking Als u een van de volgende maatregelen hebt getroffen, moet u het installatieprogramma opnieuw uitvoeren. Algemene netwerkproblemen oplossen Als u de printersoftware niet op de computer kunt installeren, moet u het volgende controleren:
52
●
Alle kabelverbindingen tussen de computer en printer moeten in orde zijn.
●
Het netwerk functioneert en de netwerk-hub is ingeschakeld.
●
Alle toepassingen moeten tijdelijk afgesloten of uitgeschakeld zijn, inclusief eventuele antivirusprogramma's en persoonlijke firewalls.
●
De printer moet op hetzelfde subnet zijn geïnstalleerd als de computers die van de printer gebruikmaken.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
●
Als het installatieprogramma de printer niet kan vinden, drukt u de configuratiepagina van de printer af en voert u het IP-adres dat op de configuratiepagina staat in tijdens de installatie van de software. Zie De configuratiepagina.
●
Ping de printer met het IP-adres vanaf een MS-DOS-prompt. Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt: C:\Ping 123.123.123.123 Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord verschijnt, is het IP-adres onjuist.
●
Als u een computer met Windows gebruikt, moet u controleren of de netwerkpoorten die in het printerstuurprogramma zijn gemaakt, overeenkomen met het IP-adres van de printer:
1.
Druk de configuratiepagina af. Zie De configuratiepagina.
2.
Klik op het bureaublad van Windows op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
3.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies Eigenschappen en open het tabblad Poorten.
4.
Selecteer de TCP/IP-poort voor de printer op het tabblad Poorten en klik op Poort configureren. Vergelijk het IP-adres in het dialoogvenster met het IP-adres op de configuratiepagina deze twee moeten aan elkaar gelijk zijn. Als de IP-adressen niet overeenkomen, wijzigt u het IP-adres in het dialoogvenster in het adres op de configuratiepagina. U kunt ook als volgt een nieuwe HP standaard TCP-IP-poort maken (gebruik daarvoor het IPadres op de configuratiepagina):
5.
a.
Klik op Poort toevoegen op het tabblad Poorten.
b.
Selecteer Standaard TCP/IP-poort en klik op Nieuwe poort.
c.
Volg de instructies op het scherm om een nieuwe TCP/IP-poort te maken met het IP-adres van de printer.
Klik tweemaal op OK om de instellingen op te slaan en de dialoogvensters te sluiten.
Problemen met aansluiten op een bekabeld netwerk ●
Als het verbindingslampje op de netwerkconnector niet brandt, controleert u of aan alle voorwaarden bij Algemene tips voor het oplossen van problemen is voldaan.
●
Het is niet aan te raden de printer een vast IP-adres te geven, maar desondanks kunnen sommige installatieproblemen (bijvoorbeeld als gevolg van een firewallconflict) mogelijk worden opgelost door een vast IP-adres aan de printer toe te wijzen. Zie Netwerkinstellingen configureren voor meer informatie.
Problemen met het installeren of gebruiken van draadloze communicatie Voer één of meer van de volgende taken uit, als de printer niet met het netwerk kan communiceren nadat installatie van de draadloze communicatie en software is voltooid:
NLWW
Installatieproblemen oplossen
53
Controleer de instellingen van het draadloze netwerk ●
Controleer of de draadloze kaart van de computer is ingesteld op het juiste draadloze profiel. Een draadloos profiel is een verzameling netwerkinstellingen die uniek zijn voor een bepaald netwerk. Een enkele draadloze kaart kan meerdere draadloze profielen hebben (bijvoorbeeld een voor een privénetwerk en een voor een zakelijk netwerk). Open het configuratieprogramma voor de netwerkkaart die op uw computer is geïnstalleerd en controleer of het geselecteerde profiel het profiel van het netwerk van de printer is.
●
Controleer of de instellingen van het printernetwerk overeenkomen met die van uw netwerk. Voer een van de volgende handelingen uit om de instellingen voor uw netwerk te vinden:
●
●
●
Infrastructuurmethode: Open het configuratieprogramma voor het draadloze toegangspunt van het netwerk (Wireless Access Point, WAP).
●
Ad hoc-methode: Open het configuratieprogramma voor de netwerkkaart die op uw computer is geïnstalleerd.
Vergelijk de netwerkinstellingen met die op de configuratiepagina van het netwerk van de printer (zie De configuratiepagina) en noteer eventuele verschillen. Onder andere de volgende problemen zijn mogelijk: ●
Er worden hardware-adressen (MAC-adressen) door het draadloze toegangspunt gefilterd. Zie Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen.
●
Mogelijk is een van de volgende printerinstellingen onjuist: communicatiemethode (infrastructuur of adhoc), netwerknaam (SSID), kanaal (alleen netwerken in adhocmodus), verificatietype, codering. Zie Instellingen van 802.11-draadloos netwerk.
Druk een document af. Als het document nog steeds niet wordt afgedrukt, herstelt u de netwerkinstellingen van de printer (zie de instructies onder Tips en bronnen voor het oplossen van problemen) en installeert u de printersoftware opnieuw (zie De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn)).
Als de instellingen voor het draadloze netwerk correct zijn, is de computer mogelijk verbonden met een ander draadloos netwerk. Controleer of de computer met hetzelfde draadloze netwerk is verbonden als de printer. Gebruikers kunnen dit controleren door de instellingen voor draadloze communicatie op hun respectievelijke computers te controleren. Zorg er daarnaast voor dat de computers toegang hebben tot het draadloze netwerk. Als de instellingen voor draadloze communicatie niet correct zijn, volgt u deze stappen om de netwerkinstellingen van de printer goed in te stellen:
54
1.
Sluit de printer met een netwerkkabel aan op het netwerk of gebruik de meegeleverde crosskabel om de printer op de computer aan te sluiten.
2.
Open de ingebouwde webserver van de printer. Zie Ingebouwde webserver.
3.
Klik op het tabblad Netwerkmogelijkheden en vervolgens op Wireless (802.11) in het linkerdeelvenster.
4.
Gebruik de wizard Wireless Setup op het tabblad Wireless Setup om de printerinstellingen aan te passen aan de netwerkinstellingen.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
5.
Sluit de ingebouwde webserver af en koppel de kabel los van de printer.
6.
Verwijder de printersoftware volledig en installeer deze daarna opnieuw. Zie De printersoftware verwijderen.
Controleer de sterkte van het signaal ●
Controleer de sterkte van het signaal, die staat aangegeven op de netwerkconfiguratiepagina van de printer (zie De configuratiepagina). Als de waarde 0 is, bevinden de draadloze apparaten (zoals de computer, de hub of de draadloze router) zich mogelijk te ver weg of wordt het signaal geblokkeerd. Zet, indien mogelijk, de apparaten dichter bij elkaar of verplaats ze zodat obstakels vermeden kunnen worden. Zie ook Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk.
Controleer de printerlampjes ●
Als het lampje van de configuratiepagina blijft knipperen, is het apparaat mogelijk defect.
●
Controleer de status van het netwerk en de informatie op het netwerk over het type netwerkverbinding als het lampje van de configuratiepagina niet oplicht. Als de aanduidingen Offline en Bekabeld worden weergegeven, is de printer verbonden met het bekabelde netwerk. Koppel de netwerkkabel los en stel de printer in op draadloze communicatie. Opmerking De printer functioneert te allen tijde in bedrade óf draadloze modus. Het is niet mogelijk om beide modi tegelijkertijd te gebruiken.
NLWW
Installatieproblemen oplossen
55
Papierstoringen verhelpen Vastgelopen papier verwijderen 1.
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak.
2.
Controleer het toegangspaneel aan de achterkant of de duplex-eenheid.
3.
a.
Druk op de knoppen aan weerszijden van het toegangspaneel aan de achterkant of de duplex-eenheid en verwijder het paneel of de eenheid.
b.
Wanneer u het vastgelopen papier hebt gevonden, pakt u het papier met beide handen vast en trekt u het naar u toe.
c.
Wanneer u het vastgelopen papier niet ziet, drukt u op de grendel boven op de duplexeenheid en laat u de klep van de eenheid zakken. Wanneer u het vastgelopen papier hebt gevonden, verwijdert u het voorzichtig uit de printer. Sluit de klep.
d.
Breng het toegangspaneel aan de achterkant of de duplex-eenheid weer op zijn plaats.
Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, tilt u de uitvoerbak omhoog en controleert u lade 1. Als het papier is vastgelopen in de lade, doet u het volgende: a.
56
Hoofdstuk 4
Trek lade 1 naar buiten.
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
4.
5.
b.
Trek het papier naar u toe.
c.
Plaats de lade terug en laat de uitvoerlade zakken.
Als u het vastgelopen papier niet hebt gevonden en lade 2 hebt geïnstalleerd, trekt u de lade uit de printer en verwijdert u, indien mogelijk, het vastgelopen papier. Zo niet, doe u dan het volgende: a.
Controleer of de printer is uitgeschakeld en verwijder de stekker uit het stopcontact.
b.
Til de printer van lade 2 af.
c.
Verwijder het vastgelopen papier onder uit de printer of uit lade 2.
d.
Plaats de printer terug op lade 2.
Open de bovenklep. Als er papier is achtergebleven in de printer, controleert u of de afdrukkop geheel rechts in de printer staat, verwijdert u papiersnippers of verkreukeld afdrukmateriaal en trekt u het afdrukmateriaal boven uit de printer. WAARSCHUWING Kom niet met uw handen in de printer als de printer aanstaat en de wagen vastzit. Als u de bovenste klep opent, moet de wagen terugkeren naar de rechterkant van de printer. Als dit niet gebeurt, schakelt u de printer uit voordat u het vastgelopen papier verwijdert.
6.
Nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd, sluit u alle kleppen. Vervolgens zet u de printer aan (als u de printer had uitgezet) en verzendt u de afdruktaak opnieuw.
Als u regelmatig last hebt van papierstoringen, voert u de papierinvoertest uit om er zeker van te zijn dat de papierbaan van de lades of de duplex-eenheid vrij is. Bij deze test worden 20 blanco pagina's afgedrukt. De papierinvoertest uitvoeren
NLWW
●
Ingebouwde webserver: Open het tabblad Instellingen en klik op Printerservice in het linkerdeelvenster. Selecteer de optie voor het testen van de papierinvoer in het gedeelte Afdrukkwaliteit en klik op Toepassen.
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op Papierinvoer testen en volg de aanwijzingen op het scherm.
Papierstoringen verhelpen
57
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice, klik op Paperinvoer testen en volg de instructies op het scherm.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Papierinvoer testen in het deelvenster Informatie en ondersteuning.
Papierstoringen voorkomen
58
●
Controleer of niets de papierbaan blokkeert.
●
Plaats niet te veel papier in de laden. Zie Informatie over de specificaties van ondersteund afdrukmateriaal.
●
Plaats het papier op de juiste wijze. Zie Papier plaatsen.
●
Ga voorzichtig te werk bij het terugplaatsen van een lade in de printer. Wanneer u volle laden met te veel kracht in de printer plaatst, kunnen vellen papier in de printer terechtkomen. Hierdoor kan het papier vastlopen en kunnen meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd.
●
Gebruik geen gekreukt papier.
●
Gebruik altijd afdrukmateriaal dat voldoet aan de specificaties. Zie Afdrukmateriaal selecteren.
●
Zorg dat de uitvoerbak niet te vol is wanneer u gaat afdrukken.
●
Controleer of het afdrukmateriaal goed tegen de rechterzijde van de lade ligt.
●
Controleer of de lengte- en breedtegeleiders goed tegen de stapel afdrukmateriaal zijn geplaatst, maar niet te strak zodat het kreukt of opbolt.
Hoofdstuk 4
Onderhoud en probleemoplossing
NLWW
5
Informatie over de printerlampjes
De printerlampjes geven de printerstatus weer en zijn nuttig voor het vaststellen van afdrukproblemen. In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over de printerlampjes, wat met deze lampjes wordt aangegeven en wat u eventueel moet doen.
NLWW
●
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
●
Betekenis van de lampjes voor de netwerkaansluiting
59
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
1
Knop en lampje Aan/Uit
2
Knop Configuratiepagina HP Officejet Pro K550dtn HP Officejet Pro K550dtwn
3
Knop Annuleren
4
Knop en lampje Doorgaan
5
Printkoplampjes
6
Inktpatroonlampjes
Bezoek de website van HP (www.hp.com/support/officejetprok550) voor de laatste informatie over het oplossen van problemen en de laatste productfixes en -updates. Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te voeren handeling
Alle lampjes zijn uit.
De printer is uitgeschakeld.
Het Aan/Uit-lampje brandt.
●
Sluit het netsnoer aan.
●
Druk op de knop
De printer is gereed. ●
60
Hoofdstuk 5
Informatie over de printerlampjes
(Aan/Uit).
U hoeft niets te doen.
NLWW
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te voeren handeling
Het Aan/Uit-lampje knippert.
De printer is bezig met opwarmen, wordt uitgeschakeld of is bezig met het verwerken van een afdruktaak. ●
U hoeft niets te doen.
De printer wacht op het drogen van de inkt. ●
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan knipperen.
Wacht totdat de inkt droog is.
Er is papier vastgelopen in de printer. ●
Verwijder al het papier uit de uitvoerbak. Zoek het vastgelopen afdrukmateriaal en verwijder het. Zie Papierstoringen verhelpen.
De wagen van de printer staat stil. ● ●
●
Het Aan/Uit-lampje brandt en het lampje Doorgaan knippert.
Open de bovenste klep en verwijder eventuele obstakels (zoals vastgelopen afdrukmateriaal). Druk op de knop hervatten.
(Doorgaan) om het afdrukken te
Als het probleem niet verholpen is, zet u de printer uit en weer aan.
Het printerpapier is op. ●
Plaats papier en druk op de knop
(Doorgaan).
De modus handmatig dubbelzijdig afdrukken is ingeschakeld. De printer wacht op het drogen van de inkt zodat de pagina’s kunnen worden omgekeerd en opnieuw in de printer kunnen worden geplaatst. ●
Plaats de stapel terug in de printer en druk op de knop
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan branden.
(Doorgaan).
Een van de kleppen is niet goed gesloten. ●
Controleer of alle kleppen zijn gesloten.
Het toegangspaneel aan de achterkant of de duplexeenheid ontbreekt of is niet goed geplaatst. ●
NLWW
Zorg ervoor dat het toegangspaneel aan de achterkant (HP Officejet Pro K550) of de duplexeenheid (HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn) goed zijn geplaatst aan de achterkant van de printer.
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
61
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te voeren handeling
Het Aan/Uit-lampje en het lampje Doorgaan knipperen en een of meer inktpatroonlampjes branden.
De houdbaarheidsdatum van een of meer inktpatronen is verstreken. VOORZICHTIG Printerservice of -reparaties als resultaat van het gebruik van verlopen inktpatronen worden niet gedekt door de garantie. ●
Vervang de aangegeven inktpatroon.
●
Als u de verlopen inktpatroon installeert, houdt u de knop
(Aan/Uit) ingedrukt en drukt u driemaal op
(Doorgaan). Alle lampjes, behalve het de knop Aan/Uit-lampje, gaan vervolgens uit. Schade aan de printer die het gevolg is van het gebruik van deze inktpatroon wordt niet gedekt door de garantie.
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer printkoplampjes knipperen.
Het Aan/Uit-lampje en een of meer printkoplampjes knipperen.
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer inktpatroonlampjes knipperen.
Een of meer printkoppen ontbreken. ●
Plaats de aangegeven printkop en probeer dan af te drukken.
●
Als het probleem aanhoudt, moet de aangegeven printkop worden vervangen.
Een of meer printkoppen zijn defect of moeten worden gecontroleerd. ●
Zorg ervoor dat de aangegeven printkop goed is geplaatst en probeer dan af te drukken. Verwijder printkop en plaats deze opnieuw, indien nodig.
●
Als het probleem aanhoudt, moet de aangegeven printkop worden vervangen.
Een of meer inktpatronen ontbreken. ●
Plaats de aangegeven printpatroon en probeer dan af te drukken.
●
Als het probleem aanhoudt, moet de aangegeven printpatroon worden vervangen.
Een of meer inktpatronen zijn leeg en moeten worden vervangen voordat u verder kunt gaan met afdrukken. ●
62
Hoofdstuk 5
Informatie over de printerlampjes
Vervang de aangegeven inktpatroon.
NLWW
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te voeren handeling
Het Aan/Uit-lampje en een of meer inktpatroonlampjes knipperen.
Een of meer inktpatronen zijn defect of moeten worden gecontroleerd.
Het Aan/Uit-lampje brandt en een of meer inktpatroonlampjes branden.
●
Zorg ervoor dat de aangegeven printpatroon goed is geplaatst en probeer dan af te drukken.
●
Als het probleem aanhoudt, moet de aangegeven printpatroon worden vervangen.
Een of meer inktpatronen zijn bijna leeg en moeten binnenkort worden vervangen. ●
Houd nieuwe inktpatronen bij de hand en vervang de huidige inktpatronen wanneer deze leegraken.
Het Aan/Uit-lampje knippert en een of meer inktpatroonlampjes branden.
Het lampje Configuratiepagina knippert.
Eén van de volgende processen vindt plaats:
(HP Officejet Pro K550dtwn)
●
De printer wordt geïnitialiseerd voor draadloze communicatie.
●
Als u SecureEasySetup (SES) gebruikt voor het installeren van de printer, is het mogelijk dat geprobeerd wordt verbinding te maken met het draadloze netwerk.
●
Als u Windows Connect NowTM gebruikt om de printer te installeren, dan ontvangt de printer draadloze informatie van het USB-flash-station.
Elk van bovenstaande processen neemt minder dan 2 minuten in beslag. ●
NLWW
U hoeft niets te doen.
Betekenis van de lampjes van het bedieningspaneel
63
64
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te voeren handeling
Het lampje Configuratiepagina brandt.
De modus voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
(HP Officejet Pro K550dtwn)
●
Alle lampjes branden.
Er is een fout opgetreden die niet kan worden hersteld. Zie Alle printerlampjes branden of knipperen.
Hoofdstuk 5
Informatie over de printerlampjes
U hoeft niets te doen.
NLWW
Betekenis van de lampjes voor de netwerkaansluiting
1
Activiteitenlampje
2
Netwerkaansluiting
3
Verbindingslampje
Opmerking De draadloze communicatie van de printer is uitgeschakeld als de printer via een netwerkkabel is aangesloten.
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te voeren handeling
Het verbindingslampje brandt. Het activiteitenlampje is uit.
De printer is aangesloten op het netwerk maar ontvangt of verzendt geen gegevens over het netwerk. De printer is ingeschakeld en buiten gebruik. ●
Het verbindingslampje brandt. Het activiteitenlampje knippert.
NLWW
U hoeft niets te doen.
De printer ontvangt of verzendt gegevens over het netwerk. ●
U hoeft niets te doen.
Betekenis van de lampjes voor de netwerkaansluiting
65
Statusbeschrijving/lampjespatroon
Uitleg en uit te voeren handeling
Het verbindingslampje brandt niet. Het activiteitenlampje is uit.
De printer is uitgeschakeld of niet op het netwerk aangesloten. ●
66
Hoofdstuk 5
Informatie over de printerlampjes
Als de printer is uitgeschakeld, zet u deze aan. Zie Problemen met aansluiten op een netwerk als de printer is ingeschakeld en een netwerkkabel is aangesloten.
NLWW
6
De printer configureren en beheren
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
NLWW
●
De printer beheren
●
De configuratiepagina
●
De printer configureren (Windows)
●
De printer configureren (Mac OS)
●
De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn)
●
De printersoftware verwijderen
67
De printer beheren Overzicht van taken voor printerbeheer In de volgende tabel worden de algemene printerhulpmiddelen vermeld waarmee u de printer kunt beheren. Het is mogelijk dat in specifieke procedures andere methoden worden toegepast. Zie Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers voor informatie over het activeren en gebruiken van deze hulpmiddelen. Opmerking Mac OS-gebruikers kunnen het bedieningspaneel, de ingebouwde webserver en het HP Printerhulpprogramma gebruiken. Windows-gebruikers kunnen het bedieningspaneel, de ingebouwde webserver, het printerstuurprogramma, de Werkset, HP Web Jetadmin en myPrintMileage gebruiken. Voor meer informatie over de HP Web Jetadmin-software opent u de HP Web Jetadminsoftware en bekijkt u de bijbehorende documentatie. Voor meer informatie over myPrintMileage gaat u naar de website van myPrintMileage. Voor de volgende actie…
…gebruikt u dit/deze hulpmiddel(en).*
Onderdelen van het bedieningspaneel
Ingebouwde webserver
Werkset (Windows)
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
HP Web Jetadminsoftware
myPrint Mileage
De printer controleren ●
Status van benodigdheden
●
Gebruik van benodigdheden en afdrukmateriaal
●
Werking en status
De printer beheren
68
●
Printeronderhoud
●
Printer security
●
Periode van inactiviteit voor energiespaarstand
●
Lade-instellingen
●
Waarschuwingen en kennisgevingen
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
Voor de volgende actie…
…gebruikt u dit/deze hulpmiddel(en).*
Netwerkinstellingen configureren ●
Netwerkinstellingen configureren
De printer controleren Dit onderdeel bevat aanwijzingen voor het controleren van de printer. Gebruik dit hulpmiddel…
…om de volgende informatie te verkrijgen.
Bedieningspaneel
Informatie over de status van huidige taken, de bedrijfsstatus van de printer en de status van inktpatronen en printkoppen. Zie Informatie over de printerlampjes voor meer informatie.
Ingebouwde webserver
Werkset (Windows)
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
●
Informatie over de printerstatus: Open het tabblad Informatie en klik op een optie in het linkerdeelvenster.
●
Status inktpatroon en printkop: Open het tabblad Informatie en klik op Inktvoorraad in het linkerdeelvenster.
●
Totale hoeveelheid gebruikte inkt en afdrukmateriaal: Open het tabblad Informatie en klik op Verbruik in het linkerdeelvenster.
●
Inktpatrooninformatie: Open het tabblad Printerstatus om informatie over het inktniveau weer te geven en klik vervolgens op de knop Inktpatrooninformatie om informatie over het vervangen van inktpatronen en vervaldatums weer te geven.
●
Printerfouten: Open het tabblad Printerstatus, klik op Voorkeuren en schakel een of meer selectievakjes in om de weergave van printerfouten of -waarschuwingen te activeren.
●
Inktpatrooninformatie: Open het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik op Status benodigdheden.
De printer beheren Dit onderdeel bevat informatie over het beheren van de printer en het wijzigen van instellingen.
NLWW
De printer beheren
69
Gebruik dit hulpmiddel…
…als u het volgende wilt doen.
Bedieningspaneel
●
Het wachtwoord van de beheerder en de netwerkinstellingen opnieuw instellen: Houd de knop
/
(Configuratiepagina) ingedrukt, druk driemaal op de knop (Doorgaan) en laat de knop / (Configuratiepagina) los. Zie de aanwijzingen onder Tips en bronnen voor het oplossen van problemen. Ingebouwde webserver
Werkset (Windows)
Printerstuurprogramma (Windows)
HP Printerhulpprogramma (Mac OS)
●
Het wachtwoord van de beheerder wijzigen: Open het tabblad Instellingen en klik op Beveiliging in het linkerdeelvenster.
●
Lade-instellingen wijzigen: Open het tabblad Instellingen en klik op Papierverwerking in het linkerdeelvenster.
●
Onderhoudtaken voor de printer uitvoeren: Open het tabblad Instellingen en klik op Printerservice in het linkerdeelvenster.
●
Lade-instellingen wijzigen: Open het tabblad Printerservice en klik op Papierverwerking.
●
Onderhoudtaken voor de printer uitvoeren: Open het tabblad Printerservice en klik op de knop voor de taak die u wilt uitvoeren.
●
Waarschuwingen en meldingen tijdens installatie: Klik op het tabblad Printerstatus en klik op Voorkeuren.
Onderhoudtaken voor de printer uitvoeren: 1.
Klik in het bureaublad van Windows op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik op Eigenschappen, Standaardinstellingen voor document of Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
3.
Klik op het tabblad Services. Voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 klikt u op de knop Printer onderhouden (deze optie is alleen beschikbaar als de Werkset is geïnstalleerd) en klikt u vervolgens op de tab Printerservice. Klik op de knop voor de taak die u wilt uitvoeren.
●
Lade-instellingen wijzigen: Klik op Ladeconfiguratie in het deelvenster Printerinstellingen.
●
Onderhoudtaken voor de printer uitvoeren: Open het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik op de knop voor de taak die u wilt uitvoeren.
Netwerkinstellingen configureren Dit hoofdstuk bevat informatie over het configureren van de netwerkinstellingen van de printer.
70
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
Druk een configuratiepagina af voor een overzicht van de huidige instellingen. Zie De configuratiepagina. Gebruik dit hulpmiddel…
…als u het volgende wilt doen.
Ingebouwde webserver
●
Netwerkinstellingen configureren: Klik op het tabblad Netwerken.
●
Een statisch IP-adres instellen: Open het tabblad Netwerken, selecteer Handmatige IP in de vervolgkeuzelijst IP-adresconfiguratie, typ het statische IP-adres in het vak Handmatig IP-adres, voer indien nodig het Handmatig subnetmasker en de Handmatige standaardgateway in en klik op Toepassen. Opmerking Het is niet aan te bevelen een statisch IP-adres toe te wijzen aan de printer. Een statisch IPadres kan echter wel bepaalde installatie- en afdrukproblemen oplossen, zoals een conflict met een persoonlijke firewall.
Overzicht van hulpmiddelen voor het beheer van printers Ingebouwde webserver Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de ingebouwde webserver van de printer gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en de printer vanaf de computer te beheren. Opmerking Zie Printerspecificaties voor een overzicht van systeemvereisten voor de ingebouwde webserver. Sommige instellingen zijn alleen toegankelijk nadat een wachtwoord voor de ingebouwde webserver is opgegeven. U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met internet. Sommige functies zijn dan echter niet beschikbaar. De ingebouwde webserver openen U kunt de ingebouwde webserver op de volgende manieren openen:
NLWW
De printer beheren
71
Opmerking Als u de ingebouwde webserver wilt openen vanuit het printerstuurprogramma (Windows), de Werkset (Windows) of het HP Printerhulpprogramma (Mac OS), moet de printer zijn aangesloten op een netwerk en een IP-adres hebben. ●
Webbrowser: Typ in een ondersteunde webbrowser op uw computer het IP-adres dat aan de printer is toegewezen. Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u het volgende adres in de webbrowser: http://123.123.123.123 Het IP-adres voor de printer wordt op de configuratiepagina vermeld. Zie De configuratiepagina. Als de ingebouwde webserver wordt weergegeven, kunt u deze toevoegen aan de favorieten zodat u er in het vervolg eenvoudig naartoe kunt gaan.
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services en klik op de knop om de ingebouwde webserver te openen.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Informatie en klik op de knop om de ingebouwde webserver te openen.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op EWS in het deelvenster Informatie en ondersteuning.
Pagina’s van de ingebouwde webserver De ingebouwde webserver bevat pagina's die u kunt gebruiken om productinformatie te bekijken en printerinstellingen te wijzigen. De pagina's bevatten ook koppelingen naar andere e-services. Pagina's
Inhoud
Informatie
Deze pagina bevat statusinformatie over de printer, de inktbenodigdheden en het inktgebruik en een gebeurtenissenlogboek (bijvoorbeeld met fouten).
Instellingen
Deze pagina bevat de instellingen die zijn geconfigureerd voor de printer. U kunt deze instellingen hier ook wijzigen.
Netwerken
Deze pagina bevat informatie over de netwerkstatus en de netwerkinstellingen die voor de printer zijn geconfigureerd. Deze pagina's worden alleen weergegeven als de printer is aangesloten op een netwerk. Zie Netwerkinstellingen configureren voor meer informatie.
Overige koppelingen
Hiermee krijgt u toegang tot andere hulpbronnen, zoals e-services, HP Instant Support, myPrintMileage en het online bestellen van benodigdheden. Zie HP Instant Support en myPrintMileage. U kunt ook een koppeling naar een andere website toevoegen of aanpassen. De koppeling wordt weergegeven in het linkerdeelvenster van alle pagina's van de ingebouwde webserver.
72
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
Werkset (Windows) De Werkset geeft informatie over de status en het onderhoud van de printer. De Werkset bevat ook koppelingen naar deze handleiding voor hulp bij het uitvoeren van eenvoudige afdruktaken en het oplossen van problemen. Opmerking Als de computer aan de systeemvereisten voldoet, kunt u de Werkset vanaf de Starter-cd installeren door voor de volledige installatie te kiezen. Als u een printer op een gedeelde poort (bijvoorbeeld \\poortnaam\printernaam) wilt controleren vanaf een clientcomputer, moet de Werkset actief zijn op de server en op de client. De Werkset openen ●
Wijs in het menu Start van de computer Programma's aan, wijs de printernaam aan en klik op het pictogram van de Werkset.
Tabbladen in de Werkset De Werkset bevat de volgende tabbladen. Tabblad
Inhoud
Printerstatus
●
Geselecteerde printer: Bevat een lijst met geïnstalleerde printers die worden ondersteund door de Werkset.
●
Informatie over het inktniveau: Toont het geschatte inktniveau voor elke patroon.
●
Benodigdheden bestellen: Geeft toegang tot een website waar u printerbenodigdheden online kunt bestellen.
●
Inktpatrooninformatie: Hier ziet u bestelnummers en verloopdatums van de geïnstalleerde inktpatronen.
●
Voorkeuren: Hier kunt u uw voorkeuren instellen. U kunt bijvoorbeeld opgeven of foutberichten moeten worden weergegeven en of u een geluidssignaal wilt horen wanneer er een printer- of afdrukfout optreedt.
●
Printerinformatie: Dit tabblad bevat een koppeling naar myPrintMileage en statusinformatie over de hardware en printkoppen.
●
Helpinformatie: Dit tabblad bevat koppelingen naar HP Instant Support, de klantenondersteuning van HP en online printerregistratie. Via dit tabblad hebt u ook toegang tot deze handleiding voor hulp bij het uitvoeren van taken en het oplossen van problemen. Zie HP Instant Support.
●
Pagina diagnostiek voor afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken: Hiermee kunt u nagaan of er problemen zijn die invloed hebben op de afdrukkwaliteit van de printer. Zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken.
●
Papierinvoer testen: Hiermee kunt u het papieraanvoermechanisme van een papierbron controleren. Zie de aanwijzingen onder Papierstoringen verhelpen.
Informatie
Printerservice
NLWW
De printer beheren
73
Tabblad
Inhoud ●
Configuratiepagina afdrukken: Hiermee kunt u de configuratiepagina van de printer afdrukken. Deze pagina bevat informatie over de printer en de benodigdheden. Zie De configuratiepagina.
●
Printkoppen uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen van de printkoppen. Zie De printkoppen uitlijnen.
●
Printkoppen reinigen: Hulp bij het reinigen van de printkoppen. Zie De printkoppen reinigen.
●
Regelinvoer kalibreren: Hiermee kunt u de regelinvoer kalibreren. Zie De regelinvoer kalibreren.
●
Kleur kalibreren: Hiermee kunt u kleuren kalibreren om problemen met kleuren te corrigeren. Zie De kleur kalibreren.
●
Papierverwerking: Hiermee kunt u ladevergrendeling instellen en een standaardlade selecteren (als lade 2 is geïnstalleerd). Zie Laden configureren.
HP Printerhulpprogramma (Mac OS) Het HP Printerhulpprogramma bevat hulpmiddelen voor het configureren van afdrukinstellingen, het kalibreren van de printer, het reinigen van de printkoppen, het afdrukken van de configuratiepagina van de printer, het online bestellen van benodigdheden en het zoeken van helpinformatie op internet. HP Printerhulpprogramma openen 1.
Selecteer vanuit de Zoeker de optie Computer in het menu Gaan.
2.
Selecteer Bibliotheek en daarna Printers.
3.
Selecteer hp, Hulpprogramma's en vervolgens HP Printer Selector.
4.
Selecteer de printer en klik op Hulpprogramma starten.
Deelvensters van HP Printerhulpprogramma Deelvenster Informatie en ondersteuning
74
●
Status benodigdheden: Dit venster bevat informatie over de geïnstalleerde printkoppen en inktpatronen.
●
Apparaatgegevens: Bevat informatie over het model en serienummer van de printer. Hiermee kunt u ook de configuratiepagina van de printer afdrukken. Deze pagina bevat informatie over de printer en de benodigdheden. Zie De configuratiepagina.
●
Pagina diagnostiek voor afdrukkwaliteit (PQ) afdrukken: Hiermee kunt u nagaan of er problemen zijn die invloed hebben op de afdrukkwaliteit van de printer. Zie De pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken.
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
●
Papierinvoer testen: Hiermee kunt u het papieraanvoermechanisme van een papierbron controleren. Zie de aanwijzingen onder Papierstoringen verhelpen.
●
Reinigen: Hulp bij het reinigen van de printkoppen. Zie De printkoppen reinigen.
●
Uitlijnen: Hulp bij het uitlijnen van de printkoppen. Zie De printkoppen uitlijnen.
●
Kleur kalibreren: Hiermee kunt u kleuren kalibreren om problemen met kleuren te corrigeren. Zie De kleur kalibreren.
●
Regelinvoer kalibreren: Hiermee kunt u de regelinvoer kalibreren. Zie De regelinvoer kalibreren.
●
HP-ondersteuning: Deze pagina geeft toegang tot de website van HP waar u ondersteuning vindt voor de printer, de printer kunt registreren en informatie vindt over het retourneren en recyclen van gebruikte printerbenodigdheden.
Deelvenster Printerinstellingen ●
Ladeconfiguratie: Hier stelt u het standaardpapiertype en -formaat in voor een lade en geeft u de prioriteit van de lade op. Zie Laden configureren.
●
Netwerkinstellingen: Hier configureert u de IP-instellingen voor netwerkaansluiting.
Installatieprogramma voor netwerkprinter (Mac OS) Met dit hulpprogramma kunt u netwerkinstellingen voor de printer configureren. U kunt instellingen voor draadloze netwerken configureren, zoals de netwerklocatienaam en de draadloze modus, en instellingen voor bekabelde netwerken, zoals het TCP/IP-adres, router en subnetmasker. Installatieprogramma voor netwerkprinter openen 1.
Selecteer vanuit de Zoeker de optie Computer in het menu Gaan.
2.
Selecteer Bibliotheek en daarna Printers.
3.
Selecteer hp, Hulpprogramma's en vervolgens Installatieprogramma voor netwerkprinter.
4.
Volg de aanwijzingen op het scherm voor het configureren van netwerkinstellingen voor de printer.
HP Web Jetadmin-software De HP Web Jetadmin-software omvat programma's waarmee u via een webbrowser verschillende netwerkapparaten van zowel HP als andere leveranciers op afstand kunt installeren, configureren (afzonderlijk of in batchmodus) en controleren (zoals de niveaus van benodigdheden). De software bevat ook functies voor het uitvoeren van diagnose op afstand en het oplossen van problemen. Nadat de software is geïnstalleerd, kunt u vanaf elke computer binnen uw intranet toegang krijgen tot de software door een standaardwebbrowser te gebruiken. Ga naar www.hp.com/go/webjetadmin voor meer informatie of als u de software wilt downloaden.
HP Instant Support HP Instant Support is een verzameling hulpprogramma's die u via een browser kunt openen en gebruiken. Met deze programma's kunt u afdrukproblemen snel identificeren, analyseren en oplossen.
NLWW
De printer beheren
75
HP Instant Support biedt onderstaande informatie over uw apparaat: ●
Eenvoudige toegang tot tips voor probleemoplossing: Geeft tips bij uw specifieke apparaat.
●
Oplossing voor specifieke fouten van het apparaat: Verschaft rechtstreeks toegang tot informatie die u kan helpen specifieke foutberichten voor uw apparaat op te lossen. Als u een beschrijving van het probleem wilt zien, alsmede tips voor het oplossen of voorkomen van het probleem, klikt u op de koppeling in het bericht. Als u een lijst wilt bekijken van eerder opgetreden fouten, klikt u op Waarschuwingen aan de linkerkant van de pagina HP Instant Support.
●
Kennisgeving van updates van stuurprogramma's: U wordt gewaarschuwd wanneer een update voor het printerstuurprogramma beschikbaar is. Er verschijnt een bericht op de homepage van HP Instant Support. Klik op de koppeling in het bericht om rechtstreeks naar het downloadgedeelte van de HP-website te gaan.
●
Ondersteuning krijgen: Toont een lijst met de diverse vormen van ondersteuning voor uw apparaat.
●
Inkt en materiaalgebruik beheren (my PrintMileage): Helpt u het gebruik van printerbenodigdheden te beheren en in te schatten.
●
Zelfdiagnose voor uw apparaat: Voert een diagnostische test uit van het apparaat. Selecteer Printer in het menu Self Help op de pagina Instant Support om een diagnose van de apparaten te starten. De computer wordt gecontroleerd en er verschijnt een lijst van geconfigureerde apparaten. Als u het apparaat selecteert waarop u een diagnose wilt uitvoeren, kunt u via HP Instant Support bijvoorbeeld controleren of u het meest recente stuurprogramma hebt, of toegang krijgen tot rapporten over de status van het apparaat en gedetailleerde diagnostiek. Als er gedurende deze procedure fouten worden ontdekt, kunt u kiezen of u de stuurprogramma's wilt updaten of een gedetailleerde diagnose wilt uitvoeren.
●
Online ondersteuning van HP expert (Active Chat): Biedt via internet op elk moment hulp op maat van een HP-expert. U hoeft alleen maar een vraag of beschrijving van het probleem in te dienen. Historiegegevens, de systeemconfiguratie en acties die u hebt uitgevoerd, worden (na uw toestemming) automatisch doorgestuurd naar HP zodat u het probleem niet opnieuw hoeft te omschrijven. Een HP-ondersteuningsexpert reageert online en lost het probleem via een chatsessie op.
●
Knowledge database Gebruik de knowledge database van HP om snel antwoorden te vinden op uw vragen.
Veiligheid en privacy Als u gebruik wilt maken van HP Instant Support, moeten er gedetailleerde gegevens van het apparaat, zoals het serienummer, foutcondities en statusmeldingen, naar HP worden verzonden. HP respecteert uw privacy en beheert deze informatie op de manier die is beschreven in de online privacyverklaring van HP (www.hp.com/country/us/eng/privacy.htm). Opmerking Als u alle gegevens wilt bekijken die naar HP worden verzonden, kiest u Bron (Internet Explorer) of Paginabron (Netscape en Mozilla Firefox) in het menu Beeld van uw webbrowser.
76
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
Toegang krijgen tot HP Instant Support ●
Werkset (Windows): Open het tabblad Informatie en klik op HP Instant Support.
●
Ingebouwde webserver: Typ in een webbrowser het IP-adres dat aan het apparaat is toegewezen. Het adres staat op de configuratiepagina. Zie De configuratiepagina.) Klik in de sectie Overige koppelingen van het tabblad Informatie of Instellingen op HP Instant Support. Opmerking Voeg de webpagina's voor het openen van HP Instant Support niet toe aan uw favorieten. Als u dat wel doet en vervolgens via het menu Favorieten verbinding maakt met een pagina, bevat deze niet de laatste informatie.
myPrintMileage myPrintMileage is een service van HP waarmee u verbruiksgegevens kunt bijhouden, zodat u een prognose van het toekomstige printerverbruik kunt maken en op basis hiervan benodigdheden kunt bestellen. Om myPrintMileage te kunnen gebruiken, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: ●
Werkset (Windows) moet zijn geïnstalleerd
●
Internetverbinding
●
Apparaat aangesloten
Op de myPrintMileage-website kunt u het volgende item zien: ●
Afdrukanalyse, bijvoorbeeld de hoeveelheid gebruikte inkt, het type inkt (zwart of kleur) en een schatting van het aantal pagina's dat u kunt afdrukken met de resterende inkt.
Toegang krijgen tot myPrintMileage ●
Ingebouwde webserver: Klik in het gedeelte Overige koppelingen op myPrintMileage.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Informatie, klik op myPrintMileage en volg de aanwijzingen op het scherm.
●
Windows-taakbalk: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Werkset op de Windowstaakbalk, klik op myPrintMileage en selecteer Mijn printergebruik weergeven. Opmerking Voeg de webpagina's voor het openen van myPrintMileage niet toe aan uw favorieten. Als u dat wel doet en vervolgens via het menu Favorieten verbinding maakt met een pagina, bevat deze niet de laatste informatie.
NLWW
De printer beheren
77
De configuratiepagina Gebruik de configuratiepagina om de huidige printerinformatie, de status van de inktpatronen en de status van de printkoppen te bekijken, om hulp te zoeken bij het oplossen van problemen met de printer en om de plaatsing van optionele accessoires als de duplex-eenheid te controleren. De configuratiepagina bevat ook een log met recente gebeurtenissen. Als de printer op een netwerk is aangesloten, wordt een extra configuratiepagina voor het netwerk afgedrukt. Hierop staan de netwerkinstellingen voor de printer. Als u HP wilt bellen, is het vaak handig om eerst de configuratiepagina af te drukken.
78
1.
Printerinformatie: Printerinformatie (zoals productnaam, modelnummer, serienummer en versie van de firmware), de accessoires die zijn geïnstalleerd (zoals de duplex-eenheid) en het aantal pagina's dat vanuit de lades en accessoires wordt afgedrukt.
2.
Status inktpatroon: Hier ziet u de geschatte inktniveaus (grafisch voorgesteld met behulp van meters), de onderdeelnummers en vervaldatums van de inktpatronen.
3.
Status printkop: Hier ziet u de status van de printkop, de onderdeelnummers, datum van installatie, de datum waarop de garantie van de printkoppen verloopt en het totale inktverbruik. De statusopties voor de printkop zijn: goed, redelijk en vervangen. Als de status redelijk is, moet u de afdrukkwaliteit in de gaten houden, maar hoeft u de printkop nog niet te vervangen. Als de status vervangen is, moet u de printkop vervangen en functioneert de printer pas wanneer dit is gebeurd.
4.
Gebeurtenissenlog: Een log van recente gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
Netwerkconfiguratiepagina
1.
Algemene informatie: Informatie over de huidige status en het type verbinding van het netwerk en andere informatie, zoals de URL van de ingebouwde webserver en het hardware-adres van de printer. ●
Netwerkstatus: Deze instelling kan Gereed of Offline zijn. Wanneer de instelling Offline is, betekent dit dat het IP-adres wordt toegewezen of via onderhandeling wordt vastgesteld door de DNS-server, of dat de AutoIP of het netwerk niet beschikbaar zijn.
●
Actief verbindingstype: Toont de huidige status van het verbindingstype van de printer en het netwerk. Hier wordt Bekabeld weergegeven als de printer is aangesloten op een bekabeld netwerk, en Draadloos als de printer is aangesloten op een draadloos netwerk.
2.
TCP/IP: Informatie over de configuratie van de printer, zoals de hostnaam, IP-adres, subnetmasker, standaard-gateway, server en servicenaam. Bevat eveneens een veld Geconfigureerd door met de inhoud AutoIP als de printer is aangesloten op een peer-to-peer netwerk, en de inhoud DHCP als de printer een IP-adres heeft gekregen van of is geconfigureerd door een DHCP-server.
3.
802.3 bekabeld/802.11 draadloos: Voor een bekabeld netwerk heet de sectie '802.3 bekabeld' en voor een draadloos netwerk heet de sectie '802.11 draadloos'. ●
802.3 bekabeld: ●
NLWW
iLink-configuratie: De mogelijke waarden zijn '10T/100T HalfDplx/FullDplx', '10T HalfDplx', '100T FullDplx' en '100T HalfDplx'.
De configuratiepagina
79
●
802.11 draadloos: ●
Status: Als de waarde 'Gekoppeld' is, kan de printer communiceren met het draadloze apparaat (pc of draadloos toegangspunt (WAP)). Als de waarde 'Niet gekoppeld' is, controleert u of de correcte instellingen voor draadloze netwerken, zoals de netwerknaam (SSID), coderingstype/-sleutels in beide apparaten overeenkomen. Controleer eveneens of de onderdelen voor draadloze toegang zijn gestart.
●
Radio-HW-status: Als de waarde 'Geïnitialiseerd' is, is de printer gereed voor gebruik. Als de draadloze voorzieningen echter zijn uitgeschakeld vanuit het bedieningspaneel of de ingebouwde webserver, schakelt u deze opnieuw in door de (Configuratiepagina) 5 seconden ingedrukt te houden tot het lampje van de knop configuratiepagina aangaat. U kunt deze voorzieningen ook inschakelen via de ingebouwde webserver.
●
Communicatiemethode: De mogelijke waarden zijn 'adhoc' en 'infrastructuur'. Zie Instellingen van 802.11-draadloos netwerk voor details.
●
Naam netwerk (SSID): Standaard zoekt de printer naar de naam van het draadloze netwerk of de SSID (Service Set Identifier) met de naam 'hpsetup'. Uw netwerk heeft misschien een andere SSID.
●
Signaalsterkte (1-5): Als de waarde 0 is, bevinden de draadloze apparaten (zoals de computer, de hub of de draadloze router) zich mogelijk te ver weg of wordt het signaal geblokkeerd. Zet, indien mogelijk, de apparaten dichter bij elkaar of verplaats ze zodat obstakels vermeden kunnen worden. Zie ook Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk.
●
Verificatietype: De mogelijke waarden zijn Openen, 'Openen en vervolgens gedeeld', 'Gedeeld' en 'WPA-PSK' (Wi-Fi® Protected Access Pre-Shared Key). Zie Instellingen van 802.11-draadloos netwerk voor details.
●
Coderingstype: De mogelijke waarden zijn 'Geen', 'WEP' (Wired Equivalent Privacy), 'TKIP' (Temporal Key Integrity Protocol), 'AES' (Advanced Encryption Standard) en 'Automatisch' (AES of TKIP). Zie Instellingen van 802.11-draadloos netwerk voor details. De waarde moet overeenkomen met de instellingen van het draadloze apparaat. Als de draadloze instellingen bijvoorbeeld voor een WEP-coderingstype zijn gemaakt, dan moet de waarde op de pagina WEP zijn.
●
Kanaalbereik: Het bereik kan een waarde hebben als 'Locale: 3:0:0:1'. Voor een adhocnetwerk moet de waarde overeenkomen met de instellingen van het draadloze apparaat. Het eerste cijfer geeft het landnummer aan Landnummer 0: Kanalen 1-11:
80
Hoofdstuk 6
●
high-power 802.11b
●
low-power 802.11g
De printer configureren en beheren
NLWW
Landnummer 1: Kanalen 1-13: ●
low-power 802.11b
●
low-power 802.11g
Landnummer 2: Kanalen 1-14: ●
low-power 802.11b
●
low-power 802.11g Opmerking
802.11g is niet toegestaan op kanaal 14.
Het tweede cijfer geeft de compatibiliteit van de adhocmodus aan
0: Nominale status adhocaansluiting 1: Adhoc verschijnt altijd aangesloten
Het derde cijfer geeft de snelheidsbeperking van de infrastructuurmodus aan
0: 802.11b of 802.11g 1: alleen 802.11b
Het vierde cijfer geeft de snelheidsbeperking van de adhocmodus aan
0: 802.11b of 802.11g 1: alleen 802.11b
4.
Diversen: Diverse gegevens, zoals het totaal aantal, aantal unicast en aantal broadcast pakketten dat is verstuurd en ontvangen en de details voor de beheerder. ●
Wachtwoord van beheerder: Sier wordt 'Niet ingesteld' weergegeven als er geen wachtwoord is ingesteld in het tabblad Instellingen/Netwerken van de ingebouwde webserver; anders wordt 'Ingesteld' weergegeven.
De configuratiepagina afdrukken ●
(Aan/Uit) in en houd deze Bedieningspaneel: HP Officejet Pro K550: Druk de knop ingedrukt, druk eenmaal op de knop (Annuleren) en laat de knop (Aan/Uit) los. HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn: Druk op de knop
NLWW
/
(Configuratiepagina).
●
Printerstuurprogramma (Windows): Open het tabblad Services en klik op Configuratiepagina afdrukken.
●
Werkset (Windows): Open het tabblad Printerservice en klik op Configuratiepagina afdrukken.
●
HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Apparaatgegevens in het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik vervolgens op Configuratiepagina afdrukken.
De configuratiepagina
81
De printer configureren (Windows) U kunt de printer direct aansluiten op een computer of delen met andere gebruikers binnen een netwerk. Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 moet op het computersysteem zijn geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren. U moet eveneens beheerdersbevoegdheden hebben om een printerstuurprogramma te kunnen installeren onder Windows 2000, Windows XP of Windows Server 2003.
Directe verbinding Met een USB-kabel kunt u de printer rechtstreeks op uw computer aansluiten. Opmerking Als u de printersoftware installeert en een printer aansluit op een computer met Windows, kunt u met USB-kabels extra printers op dezelfde computer aansluiten zonder dat u de printersoftware opnieuw moet installeren. Het wordt aanbevolen om bij het installeren van de printer eerst de software te installeren en daarna de printer aan te sluiten, omdat het installatieprogramma voorziet in de meest eenvoudige installatieprocedure. Als u de kabel eerst hebt aangesloten, raadpleegt u De printer aansluiten voordat u de software installeert.
De software installeren voordat u de printer aansluit (aanbevolen werkwijze) Opmerking Als uw computer voldoet aan de systeemvereisten, wordt u geadviseerd de Werkset te installeren door de optie Volledige installatie te kiezen. De Werkset geeft informatie over de status en het onderhoud van de printer. De Werkset geeft bovendien toegang tot documentatie en online Help voor het oplossen van problemen met de printer. Zonder de Werkset verschijnen er geen foutberichten op uw scherm en hebt u geen toegang tot de myPrintMileage-website. Zie Werkset (Windows) voor meer informatie. 1.
Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
2.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt automatisch gestart. Als het cdmenu niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd-romstation van de computer en dubbelklikt u op Setup.exe.
3.
Klik in het cd-menu op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
4.
Wanneer dit wordt gevraagd, zet u de printer aan en sluit u deze met een USB-kabel aan op de computer. De wizard Nieuwe Hardware gevonden verschijnt op het beeldscherm van de computer en het printerpictogram wordt in de printermap aangemaakt. Opmerking U mag de USB-kabel ook op een later tijdstip aansluiten wanneer u de printer nodig hebt. U kunt de printer ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Zie De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk.
82
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
De printer aansluiten voordat u de software installeert Als u de printer aansluit voordat u de printersoftware installeert, verschijnt de wizard Nieuwe Hardware gevonden op het beeldscherm. Opmerking Als u de printer hebt ingeschakeld, mag u deze niet uitschakelen of loskoppelen terwijl het installatieprogramma actief is. Als u dat wel doet, kan de installatie niet worden voltooid. 1.
Selecteer in het dialoogvenster Nieuwe hardware gevonden, waarin u een methode kunt kiezen om naar het stuurprogramma te zoeken, de geavanceerde optie en klik op Volgende. Opmerking Laat de wizard Nieuwe hardware gevonden dus niet automatisch zoeken naar het printerstuurprogramma.
2.
Schakel het selectievakje in van de optie waarmee u kunt aangeven dat u de locatie van het stuurprogramma zelf wilt opgeven en zorg ervoor dat de andere selectievakjes zijn uitgeschakeld.
3.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Als het cd-menu verschijnt, sluit u het.
4.
Blader naar de hoofdmap van de Starter-cd (bijvoorbeeld D) en klik vervolgens op OK.
5.
Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm.
6.
Klik op Voltooien om de wizard Nieuwe hardware gevonden te sluiten. Het installatieprogramma wordt automatisch gestart door de wizard (dit kan even duren). Bij Windows 98 en Windows ME moet u het installatieprogramma voltooien als u een niet-Engels stuurprogramma wilt installeren.
7.
Voltooi de installatie. Opmerking U kunt de printer ook delen met andere computers door middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Zie De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk.
De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk In een lokaal gedeeld netwerk is de printer rechtstreeks aangesloten op de USB-poort van een geselecteerde computer (de server) en wordt de printer gedeeld door andere computers (clients).
NLWW
De printer configureren (Windows)
83
Opmerking Wanneer u een rechtstreeks aangesloten printer deelt, moet u de computer met de hoogste versie van het besturingssysteem als server gebruiken. Als u bijvoorbeeld een computer met Windows 2000 hebt en een andere computer met een lagere versie van Windows, kunt u de computer met Windows 2000 het beste als server gebruiken. Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik van de printer. De snelheid van de computer die is aangesloten op de printer neemt af wanneer veel gebruikers afdrukken op de printer. 1.
Klik in het Windows-bureaublad van de servercomputer op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
2.
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer, kies Eigenschappen en Open het tabblad Delen.
3.
Klik op de optie voor het delen van de printer en geef een sharenaam op voor de printer.
4.
Als u de printer wilt delen met clientcomputers met andere Windows-versies, klikt u op Extra stuurprogramma's om voor deze clients het stuurprogramma van hun Windows-versie te installeren. De Starter-cd moet in uw cd-romstation zijn geplaatst.
Netwerkverbinding Als de printer netwerkmogelijkheden heeft, kan de printer worden gedeeld in een netwerkomgeving door deze rechtstreeks aan te sluiten op het netwerk. Dit type aansluiting heeft als voordeel dat de printer via de ingesloten webserver kan worden beheerd vanaf elke computer binnen het netwerk. Opmerking Microsoft Internet Explorer 6.0 moet op het computersysteem zijn geïnstalleerd om het installatieprogramma te kunnen uitvoeren. Kies de installatieoptie voor het type netwerk waarover u beschikt: ●
Client/server-netwerk: Als een computer in uw netwerk uitsluitend fungeert als afdrukserver, installeert u de printersoftware op deze server (Een netwerkprinter installeren) en vervolgens op de clientcomputers (zie Printersoftware installeren op clientcomputers).
●
Peer-to-peer-netwerk: Als u een peer-to-peer-netwerk hebt (een netwerk zonder een computer die uitsluitend fungeert als afdrukserver), installeert u de software op de computers waarvoor de printer wordt gebruikt. Zie Een netwerkprinter installeren.
Op beide typen netwerken kunt u met behulp van de wizard Printer toevoegen in Windows verbinding maken met een netwerkprinter. Zie Het printerstuurprogramma installeren met de optie Printer toevoegen.
84
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
Een netwerkprinter installeren Voer de onderstaande stappen uit om de printersoftware te installeren in de volgende netwerkomgevingen: ●
Een netwerk met een computer die uitsluitend fungeert als printserver.
●
Een peer-to-peer-netwerk (een netwerk zonder een computer die uitsluitend fungeert als printserver).
1.
Verwijder de beschermklep van de netwerkpoort van de printer en sluit de printer aan op het netwerk.
2.
Sluit alle toepassingen die zijn gestart op het computersysteem dat als afdrukserver fungeert.
3.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt automatisch gestart. Als het cdmenu niet automatisch wordt gestart, gaat u naar het cd-romstation van de computer en dubbelklikt u op Setup.exe.
4.
Klik in het cd-menu op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
5.
Selecteer op het scherm Verbindingstype de optie om verbinding te maken via het netwerk en klik op Volgende.
6.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Opmerking Zie Printersoftware installeren op clientcomputers en De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk als u de printer wilt delen met Windows-clientcomputers.
Printersoftware installeren op clientcomputers Nadat printerstuurprogramma's zijn geïnstalleerd op de computer die fungeert als afdrukserver, kunnen de afdrukfuncties worden gedeeld. Afzonderlijke Windows-gebruikers die de printer via het netwerk willen benaderen, moeten de software op hun computers (clients) installeren. Een clientcomputer kan op de volgende manieren verbinding maken met de printer: ●
In de map Printers dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen en volgt u de aanwijzingen voor een netwerkinstallatie. Zie Het printerstuurprogramma installeren met de optie Printer toevoegen.
●
Blader naar de printer op het netwerk en sleep de printer naar de map Printers.
●
Voeg de printer toe en installeer de software vanaf het INF-bestand op het netwerk. Op de Starter-cd zijn de INF-bestanden opgeslagen in een map met de volgende padnaam:
:\Drivers\\ Als D bijvoorbeeld de letter van het cd-romstation is, bevat de map D:\Drivers\Win2k_XP \English het Engelstalige INF-bestand voor Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003.
NLWW
De printer configureren (Windows)
85
Het printerstuurprogramma installeren met de optie Printer toevoegen 1.
Klik in het bureaublad van Windows op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers of Printers en faxapparaten. Of klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik op Printers of Printers en faxapparaten.
2.
Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende.
3.
Selecteer Netwerkprinter of Netwerkprintserver.
4.
Klik op Volgende.
5.
Voer een van de volgende handelingen uit:
6.
86
●
Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van de gedeelde printer en klik op Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het printermodel te selecteren.
●
Klik op Volgende en zoek de printer in de lijst met gedeelde printers.
Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
De printer configureren (Mac OS) U kunt de printer aansluiten op een enkele Macintosh met behulp van een USB-kabel, maar u kunt de printer ook delen met andere gebruikers op een netwerk.
Software voor netwerkverbinding of directe verbinding installeren (Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4)) 1.
Sluit de printer via een USB-kabel aan op de computer.
2.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram van de cd op het bureaublad en dubbelklik op het installatiepictogram. U kunt ook de map Installer op de Startercd zoeken.
3.
Klik op Stuurprogramma installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
4.
Deel de printer, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers. ●
Directe verbinding: Deel de printer met andere Macintosh-gebruikers. Zie De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4)).
●
Netwerkverbinding: Afzonderlijke Macintosh-gebruikers die de printer via het netwerk willen benaderen, moeten de printersoftware op hun computers installeren.
De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4)) Wanneer de printer direct is aangesloten, kunt u deze met andere computers delen door middel van een eenvoudig type netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk wordt genoemd. Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik van de printer. De snelheid van de computer die is aangesloten op de printer neemt af wanneer veel gebruikers afdrukken op de printer. Voor het delen van de printer in een Macintosh-omgeving is ten minste het volgende vereist: ●
De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en moeten een IPadres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
●
De gedeelde printer moet zijn aangesloten op een ingebouwde USB-poort op de Macintoshhostcomputer.
●
De clientcomputers moeten PowerMac- of PowerPC -computers zijn.
●
Op de hostcomputer en de clientcomputers die de gedeelde printer gebruiken, moet software voor het delen van een printer en het printerstuurprogramma of PPD voor de printer geïnstalleerd zijn. (U kunt de software voor het delen van de printer en de bijbehorende Helpbestanden installeren via het installatieprogramma.)
Voor meer informatie over het delen van een USB-printer raadpleegt u de ondersteuningsinformatie op de Apple-website (www.apple.com) of de Mac Help op de computer.
NLWW
De printer configureren (Mac OS)
87
De printer delen met computers waarop Mac OS wordt uitgevoerd
88
1.
Schakel het delen van de printer in op de Macintosh-computer (de host) die is aangesloten op de printer: Open Systeemvoorkeuren, klik op Delen, klik op Services en schakel het selectievakje Printer delen in.
2.
Als u wilt afdrukken vanaf de andere Macintosh-computers (de clients) op het netwerk selecteert u eerst de printer bij Delen. Vervolgens selecteert u de netwerkomgeving waarin de printer wordt gedeeld en kiest u de printer.
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn) U kunt de printer op een van de volgende manieren instellen op draadloze communicatie: ●
Met een cross-kabel of netwerkkabel Zie De printer instellen in een netwerk in adhocmodus (Mac OS) of De printer instellen op draadloze communicatie (Windows).
●
Met SecureEasySetup (SES) Zie Draadloze communicatie instellen met SecureEasySetup (SES).
●
Met Windows Connect Now Zie Draadloze communicatie instellen voor meer printers (alleen voor Windows). Opmerking Zie Problemen met het installeren of gebruiken van draadloze communicatie als er problemen optreden. Als u de printer wilt gebruiken voor draadloze communicatie, moet u het installatieprogramma minstens eenmaal uitvoeren vanaf de Starter-cd en een draadloze verbinding maken. De printer mag niet via een netwerkkabel op het netwerk aangesloten zijn. Het apparaat voor verzending moet ingebouwde 802.11-voorzieningen of een ingebouwde 802.11 draadloze kaart hebben. Het wordt aanbevolen dat de printer en de computers die de printer gebruiken, zich in hetzelfde subnet bevinden.
Voordat u de printersoftware installeert, wilt u wellicht de instellingen van uw netwerk weten. Deze informatie is te verkrijgen via de systeembeheerders of door de volgende taken uit te voeren: ●
De naam van het netwerk (SSID) en de communicatiemodus (infrastructuur of ad hoc) van het configuratieprogramma voor het draadloze toegangspunt van het netwerk (WAP) of de netwerkkaart van uw computer.
●
Het type codering dat het netwerk gebruikt, zoals Wired Equivalent Privacy (WEP).
●
Het beveiligingswachtwoord of de coderingssleutel van het draadloze apparaat.
Instellingen van 802.11-draadloos netwerk Naam netwerk (SSID) Standaard zoekt de printer naar de naam van het draadloze netwerk of de SSID (Service Set Identifier) met de naam 'hpsetup'. Uw netwerk heeft misschien een andere SSID.
Communicatiemethode Er zijn twee mogelijke communicatiemodi: ●
NLWW
Ad hoc: In een netwerk in adhocmodus is de printer ingesteld op de adhoccommunicatiemethode en communiceert de printer rechtstreeks en zonder WAP (draadloos toegangspunt) met andere draadloze apparaten.
De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn)
89
Alle apparaten in het netwerk in adhocmodus moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:
●
●
802.11-compatibel zijn
●
Ad hoc moet de communicatiemethode zijn
●
Dezelfde netwerknaam (SSID) hebben
●
Op hetzelfde subnet en kanaal zitten
●
Dezelfde 802.11-beveiligingsinstellingen hebben
Infrastructuur (aanbevolen): In een netwerk in infrastructuurmodus is de printer ingesteld op de infrastructuurcommunicatiemethode en communiceert de printer met andere apparaten op het netwerk, draadloos én bedraad, via een WAP. WAP's werken normaal gesproken als routers of gateways in kleine netwerken.
Beveiligingsinstellingen Opmerking Zie de netwerkconfiguratiepagina onder De configuratiepagina voor beschikbare instellingen voor de printer. Ga naar www.weca.net/opensection/pdf/whitepaper_wi-fi_security4-29-03.pdf voor meer informatie over beveiliging van draadloze communicatie. ●
●
90
Netwerkverificatie: De standaardfabrieksinstelling van de printer staat op Open, waardoor voor verificatie en codering geen beveiliging nodig is. De andere mogelijke waarden zijn 'Openen en vervolgens gedeeld', 'Gedeeld' en 'WPA-PSK' (Wi-Fi® Protected Access Pre-Shared Key). ●
WPA maakt het verzenden van gegevens en de toegang tot bestaande en toekomstige WiFi netwerken veiliger. Alle bekende zwakke punten van WEP, het originele landelijke beveiligingsmechanisme in de 802.11-standaard, worden hiermee verholpen.
●
WPA2 is de tweede generatie van WPA-beveiliging en biedt bedrijven en klanten die Wi-Fi gebruiken een hoge mate van zekerheid dat alleen geautoriseerde gebruikers toegang kunnen krijgen tot hun draadloze netwerken.
Gegevenscodering: ●
Wired Equivalent Privacy (WEP) biedt beveiliging door gegevens die via radiogolven van het ene draadloze apparaat naar het andere worden verzonden te coderen. Apparaten op een WEP-netwerk maken gebruik van zogenoemde WEP-sleutels om gegevens te coderen. Als uw netwerk van WEP gebruikmaakt, moet u weten welke WEP-sleutels worden gebruikt.
●
WPA maakt voor codering gebruik van Temporal Key Integrity Protocol (TKIP) en maakt gebruik van 802.1X-verificatie met een van de standaardtypen Extensible Authentication Protocol (EAP) die momenteel beschikbaar zijn.
●
WPA2 levert een nieuw coderingsschema, de Advanced Encryption Standard (AES). AES wordt gedefinieerd in CCM (counter cipher-block chaining)-modus en ondersteunt de Independent Basic Service Set (IBSS) voor meer veiligheid tussen klantnetwerken in adhocmodus.
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
De printer instellen in een netwerk in adhocmodus (Mac OS) 1.
Installeer de printerhardware (zie de installatieposter en de beknopte installatiehandleiding).
2.
Controleer of een AirPort-kaart op de computer is geïnstalleerd.
3.
Sluit alle toepassingen die op het computersysteem worden uitgevoerd.
4.
Open de AirPort Setup Assistant vanuit de map Hulpprogramma's. Raadpleeg de AirPortdocumentatie voor details over de installatie op draadloze netwerken.
5.
Klik op het pictogram Airport op de menubalk en selecteer 'hpsetup' onder Computer to Computer Networks.
6.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de Startercd.
7.
Klik in het cd-menu op Stuurprogramma installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
8.
Op het scherm Verbindingstype selecteert u de optie voor een draadloos netwerk en klikt u op Gereed.
9.
Volg de aanwijzingen op het scherm in het Installatieprogramma voor netwerkprinter, dat automatisch wordt gestart, om het printerstuurprogramma te installeren.
De printer instellen op draadloze communicatie (Windows)
NLWW
1.
Installeer de printerhardware (zie de installatieposter en de beknopte installatiehandleiding).
2.
Verwijder de beschermklep van de netwerkpoort van de printer.
3.
Voer een van de volgende handelingen uit: ●
Sluit de printer tijdelijk op de computer aan met de cross-kabel die bij de printer is meegeleverd.
●
Sluit de printer tijdelijk met een netwerkkabel op het netwerk aan.
De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn)
91
4.
Sluit alle toepassingen die op het computersysteem worden uitgevoerd.
5.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de Startercd.
6.
Klik in het cd-menu op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm.
7.
Selecteer op het scherm Verbindingstype de optie om verbinding te maken via het netwerk en klik op Volgende.
8.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien en maak de kabels los wanneer dit wordt gevraagd.
Draadloze communicatie instellen met SecureEasySetup (SES) Opmerking Als uw draadloze router geschikt is voor SES, volg dan de volgende instructies om draadloze communicatie met behulp van SES in te stellen.
92
1.
Installeer de printerhardware (zie de installatieposter en de beknopte installatiehandleiding).
2.
Druk op de knop SES op de draadloze router.
3.
(Configuratiepagina) op de printer ingedrukt en druk Houd binnen 2 minuten de knop eenmaal op de knop (Doorgaan). Laat daarna de knop (Configuratiepagina) los. Het lampje Configuratiepagina knippert.
4.
(Configuratiepagina) om de Wacht ongeveer 2 minuten en druk daarna op de knop configuratiepagina af te drukken en te controleren of de SES-instellingen overeenkomen met de routerinstellingen voor draadloze communicatie.
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
Opmerking Als er geen verbinding tot stand komt, moet u de netwerkinstellingen van de printer misschien resetten (zie de aanwijzingen onder Tips en bronnen voor het oplossen van problemen) en de stappen herhalen. Zie ook Problemen met het installeren of gebruiken van draadloze communicatie. 5.
Sluit alle toepassingen die op het computersysteem worden uitgevoerd.
6.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de Startercd.
7.
Klik in het cd-menu op Installeren en volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te installeren.
Draadloze communicatie instellen voor meer printers (alleen voor Windows) De printer ondersteunt de Windows Connect NowTM-technologie, waarmee u op eenvoudige wijze meer printers kunt instellen voor een draadloze verbinding. Met de Wireless Configuration Utility exporteert u de instellingen voor draadloze communicatie van de computer naar een USB- flashstation en configureert u de printer vervolgens met deze instellingen door het flash-station in de USBpoort van de printer te plaatsen.
NLWW
1.
Verwijder de beschermklep van de USB-hostaansluiting van de printer.
2.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de Startercd.
3.
Klik in het cd-menu op Hulpprogramma's en klik vervolgens op Wireless Configuration Utility.
4.
Volg de aanwijzingen op het scherm en sluit het USB-flash-station op de USB-poort aan wanneer dit wordt gevraagd. De configuratie-instellingen voor het draadloze netwerk worden opgeslagen op het flash-station.
5.
Volg de aanwijzingen op het scherm en sluit het USB-flash-station aan op elke printer die u aan het netwerk wilt toevoegen.
De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn)
93
Draadloze communicatie uitschakelen ●
(Configuratiepagina) op de printer ongeveer 5 seconden ingedrukt. Het lampje Houd de knop van Configuratiepagina gaat uit.
Richtlijnen voor het verminderen van storing op een draadloos netwerk De volgende tips helpen de kans op storing in een draadloos netwerk te verminderen: ●
Houd de draadloze apparatuur verwijderd van grote metalen voorwerpen zoals archiefkasten en van elektromagnetische apparaten zoals magnetrons en draadloze telefoons, omdat deze radiosignalen kunnen verstoren.
●
Gebruik de draadloze apparatuur niet in de buurt van grote gebouwen en objecten, omdat deze radiogolven kunnen absorberen en de signalen kunnen verzwakken.
●
Plaats de WAP bij een netwerk in infrastructuurmodus op een centrale locatie die zichtbaar is vanaf de draadloze apparatuur op het netwerk.
●
Houd alle draadloze apparaten op het netwerk onderling binnen bereik.
Richtlijnen voor het verzekeren van beveiliging op een draadloos netwerk Hardware-adressen aan een WAP (Wireless Access Point) toevoegen MAC-filter is een beveiligingsfunctie waarbij een draadloos toegangspunt (Wireless Access Point, WAP) wordt geconfigureerd met een lijst met MAC-adressen (ook wel 'hardware-adressen' genoemd) van apparaten die via de WAP toegang mogen krijgen tot het netwerk. Als de WAP niet over het hardwareadres beschikt van een apparaat dat toegang tot het netwerk probeert te krijgen, wordt de toegang tot het netwerk door de WAP geweigerd. Als de WAP MAC-adressen filtert, moet het MAC-adres van de printer aan de WAP-lijst met geaccepteerde MAC-adressen worden toegevoegd. 1.
Druk de netwerkconfiguratiepagina af. Zie De configuratiepagina.
2.
Open het configuratieprogramma van de WAP en voeg het hardware-adres van de printer aan de lijst met geaccepteerde MAC-adressen toe.
Overige richtlijnen Volg de volgende richtlijnen om de veiligheid van een draadloos netwerk te waarborgen:
94
●
Gebruik een wachtwoord van ten minste 20 willekeurige tekens. In een WPA-wachtwoord kunt u maximaal 63 tekens gebruiken.
●
Vermijd in een wachtwoord veelvoorkomende woorden of woordgroepen, eenvoudige opeenvolgingen van tekens (zoals alleen enen) en persoonsgebonden gegevens. Gebruik altijd willekeurige reeksen die zijn samengesteld uit hoofdletters en kleine letters, cijfers en, indien toegestaan, speciale tekens zoals leestekens.
●
Verander het wachtwoord regelmatig.
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
NLWW
●
Verander het standaardwachtwoord dat de fabrikant heeft ingesteld en waarmee de beheerder toegang heeft tot het toegangspunt of de draadloze router. Met sommige routers kunt u ook de beheerdersnaam wijzigen.
●
Plaats het toegangspunt of de router in het midden van een ruimte en niet bij een venster.
●
Schakel indien mogelijk draadloze toegang voor het beheer uit. Als u dat doet, moet u de router met een bekabelde Ethernet-verbinding aansluiten wanneer u configuratiewijzigingen wilt doorvoeren.
●
Schakel indien mogelijk de toegang voor beheer via internet op de router uit. Met Extern bureaublad kunt u een gecodeerde verbinding maken met een computer die achter de router werkt en configuratiewijzigingen aanbrengen vanaf de lokale computer waartoe u via internet toegang hebt.
●
Om te vermijden dat u per ongeluk toegang krijgt tot het draadloos netwerk van anderen, schakelt u de instelling uit waarmee automatisch verbinding wordt gemaakt met niet-gekozen netwerken. Deze optie is in Windows XP standaard uitgeschakeld.
De printer instellen op draadloze communicatie (HP Officejet Pro K550dtwn)
95
De printersoftware verwijderen De installatie van de printersoftware verwijderen (Windows) Als u Windows 2000, Windows XP of Windows Server 2003 gebruikt, hebt u beheerdersbevoegdheden nodig om de printersoftware te verwijderen. 1.
Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een USB-kabel, koppelt u de kabel los van de printer.
2.
Sluit alle toepassingen af die nog open zijn.
3.
Ga vanuit het menu Start naar het Configuratiescherm.
4.
Dubbelklik op Programma's toevoegen/verwijderen.
5.
Selecteer de printersoftware die u wilt verwijderen.
6.
Klik op de knop voor het toevoegen of verwijderen van software.
7.
Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de software te voltooien. Opmerking Als het verwijderen mislukt, start u de computer opnieuw op en voert u de bovenstaande stappen uit om de software te verwijderen. Als de software-installatie niet is geslaagd, voert u de volgende stappen uit om het programma voor het verwijderen van de installatie uit te voeren.
8.
Start Windows opnieuw op.
9.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation. Het cd-menu wordt nu automatisch geopend. Als het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het installatiepictogram op de Startercd.
10. Klik in het cd-menu op Hulpprogramma's en klik vervolgens op Uninstaller. Of zoek het programma Util\Scrubber\Uninstall.exe op de Starter-cd en voer het programma uit. 11. Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de software te voltooien.
De installatie van de printersoftware verwijderen (Mac OS) 1.
Als de printer rechtstreeks op de computer is aangesloten met een USB-kabel, koppelt u de kabel los van de printer.
2.
Start de computer opnieuw op. Opmerking Wanneer u de computer niet opnieuw opstart vóór het verwijderen van de software, worden sommige bestanden mogelijk niet van de computer verwijderd wanneer u de functie Verwijderen gebruikt.
96
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
NLWW
3.
Plaats de Starter-cd in het cd-romstation.
4.
Dubbelklik op het pictogram van de cd op het bureaublad.
5.
Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma en volg de aanwijzingen op het scherm.
6.
Wanneer het Installatiedialoogvenster verschijnt, selecteert u Verwijderen in de keuzelijst links boven in het dialoogvenster.
7.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de printersoftware te verwijderen.
De printersoftware verwijderen
97
98
Hoofdstuk 6
De printer configureren en beheren
NLWW
A
Benodigdheden en accessoires van HP
Dit hoofdstuk bevat informatie over HP benodigdheden en accessoires voor de printer. De informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Bezoek de website van HP (www.hpshopping.com) voor de laatste updates. U kunt ook producten aanschaffen via de website.
NLWW
●
Afdrukbenodigdheden online bestellen
●
Accessoires
●
Benodigdheden
99
Afdrukbenodigdheden online bestellen Behalve op de website van HP kunt u afdrukbenodigdheden ook bestellen via de ingebouwde webserver of de Werkset (Windows). Systeemvereisten voor het bestellen van afdrukbenodigdheden Om de Werkset te kunnen gebruiken moet aan de volgende systeemvereisten zijn voldaan: ●
Internetaansluiting.
●
Een printer die met een USB-kabel op de computer is aangesloten, of op het netwerk is aangesloten.
●
Een geïnstalleerde Werkset (alleen voor Windows).
U kunt de ingebouwde webserver gebruiken als u beschikt over: ●
TCP/IP-netwerk (IPX/SPX-netwerken worden niet ondersteund)
●
Een printer die op het netwerk is aangesloten.
●
Een webbrowser die op uw computer is geïnstalleerd (Microsoft Internet Explorer 5.5, Netscape 7.0, Opera 7.54, Mozilla Firefox 1.0 of Safari 1.2 of hoger).
Afdrukbenodigdheden bestellen 1.
Ingebouwde webserver: Klik op het tabblad Informatie op Benodigdheden bestellen. Werkset (Windows): Klik op het tabblad Printerstatus op Benodigdheden bestellen. HP Printerhulpprogramma (Mac OS): Klik op Status benodigdheden in het deelvenster Informatie en ondersteuning en klik op Benodigdheden van HP bestellen. Uw standaardwebbrowser wordt gestart en geeft een website weer.
2.
100
Volg de aanwijzingen op de website om afdrukbenodigdheden te selecteren en te bestellen.
Bijlage A
Benodigdheden en accessoires van HP
NLWW
Accessoires
NLWW
HP-accessoire voor automatisch dubbelzijdig afdrukken
C8255A
Invoerlade voor 350 vel
C8256A
HP USB A-B (2 meter)
C6518A
Accessoires
101
Benodigdheden Inktpatronen Als u in Europa woont, kunt u op www.hp.com/eu/hard-to-find-supplies informatie vinden over HP 88inktpatronen. HP 88 Zwart
C9385A
HP 88 Cyaan
C9386A
HP 88 Magenta
C9387A
HP 88 Geel
C9388A
HP 88L Zwart
C9396A
HP 88L Cyaan
C9391A
HP 88L Magenta
C9392A
HP 88L Geel
C9393A
Printkoppen HP 88 Zwart en geel
C9381A
HP 88 Magenta en cyaan
C9382A
HP afdrukmaterialen Als u afdrukmaterialen wilt bestellen, zoals HP Premium-papier, HP Premium-inkjettransparanten, HP Iron-On-papier of HP Wenskaarten gaat u naar www.hp.com. Kies uw land/regio en selecteer Buy of Shopping.
102
Bijlage A
Benodigdheden en accessoires van HP
NLWW
B
Ondersteuning en garantie
Dit hoofdstuk, Onderhoud en probleemoplossing, bevat suggesties voor het oplossen van veelvoorkomende problemen. Als uw printer niet naar behoren werkt en de oplossingen in deze handleiding het probleem niet verhelpen, dan kunt u gebruik maken van één van de onderstaande ondersteuningsdiensten. In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
NLWW
●
Elektronische ondersteuning
●
Telefonische ondersteuning van HP
●
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
●
HP-inkjetbenodigdheden: beknopte garantie-informatie
103
Elektronische ondersteuning U kunt ondersteuning van HP krijgen via de volgende elektronische hulpbronnen:
104
●
Internet: Bezoek de website van HP (www.hp.com/support/officejetprok550) voor de nieuwste software en de meeste recente informatie over producten, besturingssystemen en ondersteuning.
●
Werkset (Windows): De Werkset biedt eenvoudige, stapsgewijze oplossingen voor veelvoorkomende afdrukproblemen. Zie Werkset (Windows).
●
Ingebouwde webserver: Als de printer op een netwerk is aangesloten, kunt u de ingebouwde webserver van de printer gebruiken om informatie over de status te bekijken, instellingen te wijzigen en de printer vanaf de computer te beheren. Zie Ingebouwde webserver.
Bijlage B
Ondersteuning en garantie
NLWW
Telefonische ondersteuning van HP Gedurende de garantieperiode kunt u een beroep doen op het HP Klantenondersteuningscentrum.
Voordat u belt Bezoek de website van HP (www.hp.com/support/officejetprok550) voor de de nieuwste informatie over probleemoplossing of productverbeteringen en -updates. Houd de volgende informatie bij de hand zodat de medewerkers van ons Klantenondersteuningscentrum u zo goed mogelijk van dienst kunnen zijn. 1.
Druk de configuratiepagina van de printer af. Zie De configuratiepagina. Als de printer niet afdrukt, houdt dan de volgende informatie bij de hand. ●
het printermodel.
●
modelnummer en serienummer (aan de achterzijde van de printer)
2.
Ga na welk besturingssysteem u gebruikt, bijvoorbeeld Windows 98 Tweede editie.
3.
Als de printer is aangesloten op een netwerk, controleer dan het besturingssysteem van het netwerk.
4.
Noteer hoe de printer op uw systeem is aangesloten, bijvoorbeeld via een USB- of netwerkaansluiting.
5.
Noteer het versienummer van de printersoftware, bijvoorbeeld HP Officejet Pro K550-serie versie: 60.52.213.0. (U vindt het versienummer van het printerstuurprogramma door het dialoogvenster met printerinstellingen of -eigenschappen te openen en op het tabblad Info te klikken.)
6.
Wanneer u problemen heeft met het afdrukken vanuit een bepaalde toepassing noteer dan de naam en het versienummer van de toepassing.
Telefoonnummers voor telefonische ondersteuning In veel landen biedt HP gratis telefonische ondersteuning gedurende de garantieperiode. Maar sommige van de onderstaande telefoonnummers zijn mogelijk niet kosteloos. Zie www.hp.com/support voor de meest actuele lijst met telefoonnummers voor ondersteuning. Land/regio
Telefoonnummer
Algerije
61 56 45 43
Argentinië
0-800-555-5000 Buenos Aires: 54-11-4708-1600
Australië
1300 721 147 1902 910 910 (geen garantie)
Oostenrijk
NLWW
www.hp.com/support
Telefonische ondersteuning van HP
105
Land/regio
Telefoonnummer
Bahrein
17212049
België
www.hp.com/support
Brazilië
0-800-709-7751 São Paolo: 55-11-4004-7751
Canada
1-800-474-6836 Mississauga e.o.: (905) 206-4663
Midden-Amerika & Caraïbisch gebied
www.hp.com/support
Chili
800-360-999
China
021-3881 4518 800-810-3888
Colombia
01-8000-51-4746-8368 Bogota: 571-606-9191
Costa Rica
0-800-011-1046
Cyprus
800 9 2649
Tsjechische Republiek
810 222 222
Denemarken
www.hp.com/support
Ecuador
Andinatel: 1-999-119 800-711-2884 Pacifictel: 1-800-225-528 800-711-2884
Egypte
(02) 6910602
El Salvador
800-6160
Finland
www.hp.com/support
Frankrijk
www.hp.com/support
Duitsland
www.hp.com/support
HP bietet während der Gewährleistungsfrist vielerorts gebührenfreien telefonischen Support an. Die nachfolgend aufgelisteten Rufnummern sind jedoch unter Umständen nicht gebührenfrei. Zur weiteren Klärung oder um zusätzliche Information zu erhalten, können Sie Kontakt mit der Online-Kundenbetreuung von HP (www.hp.com/cpso-support/guide/psd/cscemea.html) aufnehmen. Griekenland
Internationaal: +30 210 6073603 Binnenlands: 801 11 22 55 47
106
Guatemala
1-800-711-2884
Hongkong SAR.
2802 4098
Hongarije
1 382 1111
Bijlage B
Ondersteuning en garantie
NLWW
Land/regio
Telefoonnummer
India
1 600 44 7737 Ondersteuning in Hindi en Engels
Indonesië
+62 (21) 350 3408
Ierland
www.hp.com/support
Israël
(0) 9 830 4848
Italië
www.hp.com/support
Jamaica
1-800-711-2884
Japan
0570-000511 Navi Dial, alleen inwoners van Japan: 03-3335-9800
Zuid-Korea
1588-3003
Luxemburg
www.hp.com/support
Maleisië
1800 88 8588
Mexico
Mexico Stad: 55-5258-9922 Buiten Mexico Stad: 01-800-472-68368
Marokko
22 404747
Nederland
www.hp.com/support
Nieuw-Zeeland
0800 441 147
Nigeria
1 3204 999
Noorwegen
www.hp.com/support
Panama
1-800-711-2884
Paraguay
009 800 54 1 0006
Peru
0-800-10111
Filippijnen
2 867 3551
Polen
22 5666 000
Portugal
www.hp.com/support
Puerto Rico
1-877-232-0589
Dominicaanse Republiek
1-800-711-2884
Roemenië
(21) 315 4442
Rusland
Moskou: 095 777 3284 St. Petersburg: 812 332 4240
NLWW
Saudi-Arabië
800 897 1415
Singapore
6 272 5300
Slowakije
0850 111 256
Telefonische ondersteuning van HP
107
Land/regio
Telefoonnummer
Zuid-Afrika
Internationaal: +27 11 2589301 RSA: 086 0001030
Overige West-Afrikaanse landen
+351 213 17 63 80
Spanje
www.hp.com/support
Zweden
www.hp.com/support
Zwitserland
www.hp.com/support
Taiwan
02-8722-8000
Thailand
+66 (2) 353 9000
Trinidad en Tobago
1-800-711-2884
Tunesië
71 89 12 22
Turkije
90 216 444 71 71
Verenigd Koninkrijk
www.hp.com/support
Oekraïne
(044) 230-51-06
Verenigde Arabische Emiraten (VAE)
600 54 47 47
Verenigde Staten
1-(800)-474-6836
Uruguay
0004-054-177
Venezuela
0-800-474-68368 Caracas: 58-212-278-8666
Vietnam
108
Bijlage B
+84 88234530
Ondersteuning en garantie
NLWW
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard HP product
Duur van beperkte garantie
Software
1 jaar
Accessoires
1 jaar
Inktpatronen
6 maanden*
Printkoppen
1 jaar*
Randapparatuur voor printer (zie details hieronder)
1 jaar
* Zie www.hp.com/support/inkjet_warranty voor gedetailleerde informatie over de garantie.
Geldigheidsduur van beperkte garantie
NLWW
1.
Hewlett-Packard verstrekt aan de eindgebruiker de garantie dat de bovenvermelde producten van HP vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten gedurende de bovenvermelde tijdsduur, die begint op de dag van aanschaf door de klant.
2.
Wat betreft softwareproducten geldt de beperkte garantie van HP uitsluitend voor het niet kunnen uitvoeren van programmeringsinstructies. HP garandeert niet dat de werking van een product ononderbroken of vrij van fouten is.
3.
De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die zich voordoen als resultaat van normaal gebruik van het product en is niet van toepassing bij andere problemen, met inbegrip van defecten die het resultaat zijn van: a.
Verkeerd(e) of ondeskundig(e) onderhoud of aanpassingen
b.
Software, informatiedragers, onderdelen of benodigdheden die niet door HP worden geleverd of ondersteund
c.
Gebruik dat niet in overeenstemming is met de specificaties van het product;
d.
Niet-geautoriseerde aanpassing of misbruik;
4.
Wat printerproducten van HP betreft worden de garantie aan de klant en eventuele ondersteuningscontracten met HP niet beïnvloed door het gebruik van niet door HP vervaardigde inktpatronen of nagevulde inktpatronen. Als defecten of beschadigingen van de printer echter aan het gebruik van een niet door HP vervaardigde of nagevulde inktpatroon kunnen worden toegeschreven, zal HP de gebruikelijke arbeidsuren en materiaalkosten voor het repareren van het betreffende defect of de betreffende beschadiging van de printer in rekening brengen.
5.
Als HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt gebracht van een defect van een product dat onder de garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP gerepareerd of vervangen.
6.
Als een defect product dat onder de garantie van HP valt, niet door HP gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het defecte product terugbetalen binnen een redelijke termijn nadat HP op de hoogte is gebracht van het defect.
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
109
7.
HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling zolang de klant het defecte product niet aan HP heeft geretourneerd.
8.
Een vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn, op voorwaarde dat het ten minste dezelfde functionaliteit bezit als het product dat wordt vervangen.
9.
Producten van HP kunnen gereviseerde onderdelen, componenten of materialen bevatten waarvan de prestaties gelijkwaardig zijn aan die van nieuwe producten.
10. De beperkte garantie van HP is geldig in ieder(e) land/regio waar het product met garantie van HP door HP wordt gedistribueerd. Contracten voor extra garantieservice, zoals service op locatie bij de klant, zijn verkrijgbaar bij ieder erkend HP servicekantoor in landen/regio’s waar het product door HP of een erkende importeur wordt gedistribueerd.
Garantiebeperkingen IN ZOVERRE DOOR DE PLAATSELIJKE WET IS TOEGESTAAN, VERSTREKKEN NOCH HP, NOCH DERDE LEVERANCIERS ENIGE ANDERE GARANTIE OF VOORWAARDE, HETZIJ UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN VAN VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Beperking van aansprakelijkheid 1.
In zoverre door de plaatselijke wet is toegestaan, zijn de rechtsmiddelen in deze beperkte garantie het enige en exclusieve verhaal van de klant.
2.
IN ZOVERRE DOOR DE PLAATSELIJKE WET IS TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN DERDE LEVERANCIERS ONDER GEEN BEDING AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, ZIJ HET OP BASIS VAN CONTRACT, BENADELING OF ENIGE ANDERE JURIDISCHE THEORIE EN ONGEACHT OF HP AL DAN NIET VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS.
Plaatselijke wetgeving
110
1.
Deze garantieverklaring biedt de klant specifieke juridische rechten. De klant kan over andere rechten beschikken die in de VS van staat tot staat, in Canada van provincie tot provincie en elders van land/regio tot land/regio kunnen verschillen.
2.
In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de plaatselijke wet, zal deze garantieverklaring als aangepast en in overeenstemming met dergelijke plaatselijke wet worden beschouwd. Krachtens dergelijke plaatselijke wet is het mogelijk dat bepaalde afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring niet op de klant van toepassing zijn. Sommige staten in
Bijlage B
Ondersteuning en garantie
NLWW
de VS en bepaalde overheden buiten de Verenigde Staten (inclusief provincies in Canada) kunnen bijvoorbeeld:
3.
NLWW
a.
De afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring als tenietgedaan beschouwen ter bescherming van de wettelijk voorgeschreven rechten van de klant (bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk);
b.
De mogelijkheid van een fabrikant voor het doen gelden van dergelijke afwijzingen of voorwaarden anderzijds beperken; of
c.
De klant aanvullende rechten onder de garantie bieden, de tijdsduur van stilzwijgende garanties bepalen die niet door de fabrikant kan worden afgewezen, en beperkingen op de tijdsduur van stilzwijgende garanties niet toestaan.
MET BETREKKING TOT CONSUMENTENTRANSACTIES IN AUSTRALIË EN NIEUWZEELAND WORDEN DE WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE AANSCHAF VAN PRODUCTEN VAN HP AAN DERGELIJKE KLANTEN, DOOR DE VOORWAARDEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING NIET TENIETGEDAAN, BEPERKT OF VERANDERD, BEHALVE IN ZOVERRE DOOR DE WET IS TOEGESTAAN, EN VORMEN DE VOORWAARDEN VAN DEZE GARANTIEVERKLARING EEN AANVULLING OP DEZE RECHTEN.
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
111
HP-inkjetbenodigdheden: beknopte garantie-informatie Deze informatie is bedoeld als een eenvoudige samenvatting van de volledige garantieverklaring van HP. Als u de volledige garantieverklaring wilt lezen, gaat u naar www.hp.com/support/inkjet_warranty en selecteert u het betreffende onderdeel.
Valt uw product onder de garantie? Als u denkt dat uw inktpatroon of printkop defect is, kunt u deze retourneren en uw geld terugkrijgen of een vervangend product krijgen, mits aan ALLE volgende voorwaarden is voldaan: ●
Inktpatroon: de patroon is niet leeg
●
Inktpatroon: deze is niet opnieuw gevuld of gereviseerd en er is niet anderszins mee geknoeid
●
Inktpatroon: de garantiedatum op het productlabel is niet verstreken
●
Printkop: de printkop is nog geen jaar geleden geïnstalleerd en de garantiedatum op de printkop is evenmin verstreken
Als u wilt weten wanneer de printkop is geïnstalleerd, raadpleegt u het gedeelte 'Status printkop' op de configuratiepagina. Locaties voor de datum waarop de garantie afloopt: Datumnotatie: JJJJ/MM/DD
Uiterste houdbaarheidsdatum van HP-inkjetbenodigdheden Naarmate inkt ouder wordt, verliest deze water. Inkt die te oud is geworden, kan de printkoppen of andere onderdelen van het afdruksysteem beschadigen. Bij normaal gebruik zullen de meeste inktpatronen leeg zijn voordat de inkt zo oud is dat deze schade kan veroorzaken. U wordt geadviseerd de inktpatroon te vervangen voordat de uiterste houdbaarheidsdatum is bereikt. Als verlopen inkt wordt gedetecteerd, wordt het afdrukken onderbroken. U moet eerst het gebruik van verlopen inkt accepteren vooraleer het afdrukken wordt hervat. Zie 'Houdbaarheidsdatum (J-M-D)' in het gedeelte 'Status inktpatroon' op de configuratiepagina.
Hoe retourneert u een product? U kunt een product dat onder de garantie valt op twee manieren retourneren:
112
●
Ga naar de dealer die u het product heeft verkocht (afhankelijk van het retourbeleid van de dealer).
●
Als u het product niet kunt terugbrengen naar de dealer, gaat u naar de website van HP (www.hp.com/support/officejetprok550) of belt u de ondersteuning via het telefoonnummer op het inlegvel dat u bij het product heeft gekregen.
Bijlage B
Ondersteuning en garantie
NLWW
C
Printerspecificaties
Zie Afdrukmateriaal selecteren voor informatie over de specificaties en de behandeling van afdrukmaterialen. Fysieke specificaties
Beschikbare modellen en fysieke afmetingen
Formaat (breedte x diepte x hoogte)
HP Officejet Pro K550: 496 x 403,2 x 212,5 mm HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn: 496 x 503,9 x 301,2 mm
Gewicht (exclusief printkoppen of inktcartridges)
HP Officejet Pro K550: 9,7 kg HP Officejet Pro K550dtn/K550dtwn: 12,9 kg
Productkenmerken en -mogelijkheden Aansluitmogelijkheden
NLWW
●
USB 2.0-compatibele aansluiting met hoge snelheid
●
De USB-hostaansluiting wordt ondersteund tot full speed.
●
Fast Ethernet 10/100Base-TX voor bekabelde netwerkverbinding (HP Officejet Pro K550dtn/ K550dtwn)
●
802.11b/g draadloos netwerk (HP Officejet Pro K550dtwn)
Afdrukmethode
Drop-on-demand thermische inkjettechnologie
Inktpatronen
Vier inktpatronen (een voor zwart, cyaan, magenta en geel)
Printkoppen
Twee printkoppen (een voor zwart en geel en een voor magenta en cyaan)
Levensduur
Bezoek www.hp.com/pageyield/ voor meer informatie over de geschatte levensduur van inktpatronen.
113
Fysieke specificaties Besturingstalen
HP PCL 3 enhanced
Ondersteunde lettertypen
Amerikaanse lettertypen: CG Times, CG Times Italic, Universe, Universe Italic, Courier, Courier Italic, Letter Gothic, Letter Gothic Italic.
Capaciteit
Maximaal 7500 pagina's per maand
Specificaties processor en geheugen Hoofdprocessor
●
MIPS 5KF 64-bits (300 MHz)
Hoofdgeheugen
●
32 MB ingebouwd RAM-geheugen
●
16 MB ingebouwd ROM-flashgeheugen
Specificaties besturingssystemen en netwerkprotocollen Compatibiliteit besturingssysteem
Systeemvereisten
●
Windows 98, Windows Me, Windows 2000, Windows XP 64-bits (Professional en Home) en Windows Server 2003
●
Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4)
●
Linux
Minimaal
Opmerking Voor bestanden met veel afbeeldingen en voor complexe en uitzonderlijk grote bestanden is mogelijk extra schijfruimte nodig.
Aanbevolen
114
Bijlage C
Printerspecificaties
●
Windows 98: Pentium® 90 MHz, 16 MB RAM, 145 MB vrije schijfruimte
●
Windows Me: Pentium 150 MHz, 32 MB RAM, 145 MB vrije schijfruimte
●
Windows 2000: Pentium 300 MHz, 64 MB RAM, 145 MB vrije schijfruimte
●
Windows XP, 64-bits: Pentium 300 MHz, 64 MB RAM, 180 MB vrije schijfruimte
●
Windows Server 2003: Pentium 300 MHz, 128 MB RAM, 180 MB vrije schijfruimte
●
Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4): 333 MHz, 128 MB RAM, 100 MB vrije schijfruimte
●
Microsoft Internet Explorer 6.0
●
Windows 98 en Windows Me: Pentium 266 MHz, 32 MB RAM, 175 MB vrije schijfruimte
●
Windows 2000: Pentium 300 MHz, 64 MB RAM, 190 MB vrije schijfruimte
●
Windows XP, 64-bits: Pentium 300 MHz, 128 MB RAM, 210 MB vrije schijfruimte
NLWW
Fysieke specificaties ●
Windows Server 2003: Pentium 550 MHz, 256 MB RAM, 210 MB vrije schijfruimte
●
Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4): 333 MHz, 256 MB, 200 MB vrije schijfruimte
●
Microsoft Internet Explorer 6.0 of hoger
●
Windows 98, Windows Me, Windows 2000 en Windows XP 64-bits (Professional en Home)
●
Mac OS X (10.2, 10.3, 10.4)
●
Microsoft Windows Terminal Server Edition 4.0
●
Microsoft Windows Server 2003 (voorheen Microsoft Windows XP Server Terminal Services)
●
Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services met Citrix MetaFrame 1.8
●
Microsoft Windows Server 2003 Terminal Services met Citrix MetaFrame 1.8
●
Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services met Citrix V1.8
●
Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services met Citrix XP
●
Microsoft Windows 2000 Server Terminal Services
Compatibele netwerkprotocollen
●
TCP/IP
Netwerkbeheer
Invoegtoepassingen voor HP Web Jetadmin
Ondersteunde netwerkbesturingssystemen
Ingebouwde webserver
Functies ●
Mogelijkheid netwerkapparaten op afstand te configureren en te beheren
●
myPrintMileage
Systeemvereisten
NLWW
●
TCP/IP-netwerk (IPX/SPX-netwerken worden niet ondersteund)
●
Een webbrowser (Microsoft Internet Explorer 5.5, Netscape 7.0, Opera 7.54, Mozilla Firefox 1.0 of Safari 1.2 of hoger)
●
Netwerkverbinding. U kunt de ingebouwde webserver niet gebruiken wanneer de printer rechtstreeks op een computer is aangesloten.
●
Internetverbinding (voor sommige functies). U kunt de ingebouwde webserver openen en gebruiken zonder dat er verbinding is met
115
Fysieke specificaties internet. Sommige functies zijn dan echter niet beschikbaar. ●
Moet zich aan dezelfde kant van de firewall bevinden als de printer.
Functionele specificaties Snelheid (U.S. Letter)
Modus Klad: ●
Zwarte tekst: 37 pagina’s per minuut (ppm)
●
Gemengde tekst met kleurenillustraties: 33 ppm
Modus Normaal: ●
Zwarte tekst: 16 ppm
●
Gemengde tekst met kleurenillustraties: 16 ppm
Modus Best: ●
Zwarte tekst: 5 ppm
●
Gemengde tekst met kleurenillustraties: 5 ppm
Snelheid vergeleken met laserkwaliteit*: ●
Zwarte tekst: 12 ppm
●
Gemengde tekst met kleurenillustraties: 10 ppm
* In vergelijking met kleurenlaserprinter onder de $500, is de Snelheid vergeleken met laserkwaliteit een meetmethode van HP die de afdruksnelheid van typische kantoordocumenten in standaardmodus weergeeft; vergeleken bij snelheden die door laserfabrikanten vanaf maand 2005 zijn gepubliceerd. Zwart
Resolutie
●
Maximaal 1200 dpi met zwarte inkt op pigmentbasis
Kleur ●
Verbeterde HP-fotokwaliteit met Vivera-inkt (max. 4800 x 1200 geoptimaliseerde dpi op HP Premium Plus-fotopapier met 1200 x 1200 invoer-dpi)
Omgevingsspecificaties Werkomgeving
116
Bijlage C
Printerspecificaties
Temperatuur werkomgeving
5° tot 40°C
Aanbevolen omstandigheden
15° tot 35°C
Aanbevolen luchtvochtigheid
15 tot 80% niet-condenserend
NLWW
Fysieke specificaties Opslagomgeving
Temperatuur bij opslag
-40° tot 70°C
Luchtvochtigheid bij opslag
Maximaal 90 procent niet-condenserend bij een temperatuur van 65°C
Elektrische specificaties Stroomvoorziening
Geïntegreerde universele stroomvoorziening (UPS)
Stroomvereisten
●
Ingangsspanning: 100 tot 240 VAC (± 10 %), 50/60 Hz
Geluidsspecificaties (afdrukken in conceptmodus, geluidsniveaus volgens ISO 7779) Geluidsdruk (bij apparaat)
LpAd 55 (dBA)
Geluidsvermogen
LwAd 6.9 (BA)
Ondersteunde apparaten USB-flash-stations
NLWW
●
SanDisk Cruzer Micro: High-speed, 0120-256, 256 MB
●
Iomega Micro Mini: Full-speed, 064-0417450-YCAE032171 , 64 MB
●
Kingston DataTraveler II: High-speed, KF112504 f5274-006, 128 MB
●
Sony Microvault: High-speed, D04825AB, 256 MB
●
Transcend Jet Flash: Full-speed, 10714605250451, 128 MB
117
118
Bijlage C
Printerspecificaties
NLWW
D
Wettelijk verplichte informatie
In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:
NLWW
●
FCC statement
●
Overige wettelijk verplichte informatie
●
Wettelijke kennisgevingen inzake draadloze producten
●
Declaration of conformity
●
Milieubeschermingsprogramma
119
FCC statement The United States Federal Communications Commission (in 47 cfr 15.105) has specified that the following notices be brought to the attention of users of this product. This device complies with part 15 of the FCC rules. Operation is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Shielded cables Use of a shielded data cable is required to comply with the Class B limits of Part 15 of the FCC Rules. Pursuant to Part 15.21 of the FCC Rules, any changes or modifications to this equipment not expressly approved by the Hewlett-Packard Company, may cause harmful interference and void the FCC authorization to operate this equipment. This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: ●
Reorient or relocate the receiving antenna.
●
Increase the separation between the equipment and receiver.
●
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
●
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Exposure to radio frequency radiation VOORZICHTIG The radiated output power of this device is far below the FCC radio frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner that the potential for human contact during normal operation is minimized. This product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such a manner to minimize the potential for human contact during normal operation. In order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure limits, human proximity to the antenna shall not be less than 20cm (8 inches) during normal operation.
120
Bijlage D
Wettelijk verplichte informatie
NLWW
Overige wettelijk verplichte informatie EMI-verklaring (Korea)
VCCI-verklaring (Japan)
Wettelijk verplicht modelnummer Voor identificatiedoeleinden is uw product voorzien van een wettelijk verplicht modelnummer. Het wettelijk verplichte modelnummer voor uw product is SNPRC-0501-01 (HP Officejet Pro K550/ K550dtn) of SNPRC-0501-02 (HP Officejet Pro K550dtwn). Dit wettelijk verplichte nummer moet niet worden verward met de productnaam (HP Officejet Pro K550) of het productnummer (C8157A, C8158A, C8159A).
Verklaring ten aanzien van de voedingskabel De voedingskabel kan niet worden gerepareerd. Gooi beschadigde kabels weg of breng de kabels terug naar de dealer.
NLWW
Overige wettelijk verplichte informatie
121
LED-classificatie
122
Bijlage D
Wettelijk verplichte informatie
NLWW
Wettelijke kennisgevingen inzake draadloze producten Notice to users in Canada/Note à l'attention des utilisateurs Canadien For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise emissions from the digital apparatus set out in the Radio Interference Regulations of the Canadian Department of Communications. The internal wireless radio complies with RSS 210 of Industry Canada. For Indoor Use. Le présent appareil numérique n'émet pas de bruit radioélectrique dépassant les limites applicables aux appareils numériques de la classe B prescrites dans le Règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par le ministère des Communications du Canada. Le composant RF interne est conforme a la norme CDN-210 d'Industrie Canada.
Notice to users in Brail/Notificação de Normas de Uso de Dispositivos Sem Fio do Brasil Modelo Regulatório : RSVLD-0403 Atenção :Guarde este encarte para futuras referências. Ele é parte integrante do Manual do Usuário.
Notice to users in Italy License required for use. Verify with your dealer or directly with General Direction for Frequency Planning and Management (Direzione Generale Pianificazione e Gestione Frequenze). E'necessaria una concessione ministeriale anche per l'uso del prodotto. Verifici per favore con il proprio distributore o direttamente presso la Direzione Generale Pianificazione e Gestione Frequenze.
Notice to users in France For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This equipment may be used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels 1-13). For outdoor use, only 2454-2483.5 MHz frequency band (channels 10-13) may be used. For the latest requirements, see www.art-telecom.fr. Pour une utilisation en rseau sans fil 2,4 GHz de ce produit, certaines restrictions s'appliquent : cet appareil peut tre utilis l'intrieur des btiments sur toute la bande de frquences 2400-2483,5 MHz (canaux 1 13). Pour une utilisation l'extrieur des btiments, seule la partie 2454-2483,5 MHz (canaux 10 13) peut tre utilise. Pour connatre les dernires rglementations en vigueur, consultez le site Web www.art-telecom.fr.
NLWW
Wettelijke kennisgevingen inzake draadloze producten
123
Notice to users in the European Union Radio products with the CE 0984 or CE alert marking comply with the R&TTE Directive (1999/5/EC) issued by the Commission of the European Community. Opmerking Low-power radio LAN product operating in 2.4-GHz band, for Home and Office environments. In some countries/regions, using the product may be subject to specific restrictions as listed for specific countries/regions below. This product may be used in the following EU and EFTA countries/regions: Austria, Cyprus, Czech Republic, Belgium, Denmark, Estonia, Finland, France, Germany, Greece, Hungary, Ireland, Italy, Latvia, Lithuania, Luxembourg, Malta, Netherlands, Poland, Portugal, Slovak Republic, Slovenia, Spain, Sweden, United Kingdom, Iceland, Liechtenstein, Norway, Switzerland. For normal wireless LAN operation of this product, only a limited band is available in France (Channels 10, 11, 12 and 13). L'Autorité de régulation des télécommunications (ART) has special regulations for hotspots allowing additional channels. For more information, including local rulings and authorization, please see the ART website: www.art-telecom.fr.
124
Bijlage D
Wettelijk verplichte informatie
NLWW
Declaration of conformity HP OfficeJet Pro K550/K550dtn DECLARATION OF CONFORMITY according to ISO/IEC Guide 22 and EN 45014 Manufacturer's Name:
Hewlett-Packard Singapore (Pte) Ltd
Manufacturer's Address:
Imaging and Printing Manufacturing Operations Singapore 60 Alexandra Terrace, #07-01, The Comtech, Singapore 118502
declares, that the product Product Name:
HP OfficeJet Pro K550, HP OfficeJet Pro K550dtn
Product Number:
C8157A, C8158A
Regulatory Model Number(1):
SNPRC-0501-01
Product Accessory Number:
C8256A / 350-sheet tray 2 C8255A / HP auto-duplexer unit
Product Options:
All
conforms to the following Product Specifications: Safety:
IEC 60950-1:2001 / EN 60950-1:2001 IEC 60825-1:1994 + A1 + A2 / EN 60825-1:1994 + A1 + A2 Class 1 for LEDs
EMC:
CISPR 22:1993 + A1 + A2 / EN 55022:1994 + A1 + A2 Class B (2) CISPR 24:1997 + A1 + A2 / EN 55024: 1998 + A1 + A2 IEC 61000-3-2:2000 / EN 61000-3-2:2000 IEC 61000-3-3:1994 + A1:2001 / EN 61000-3-3:1995 + A1:2001 FCC Title 47 CFR, Part 15 Class B / VCCI-2 (2) ICES-003 Issue 4
Supplementary Information: The product herewith complies with the requirements of the Low Voltage Directive 73/23/EEC and the EMC Directive 89/336/ EEC, and carries the CE marking accordingly. (1) This product is assigned a Regulatory model number that stays with the regulatory aspects of the design. The Regulatory Model Number is the main product identifier in the regulatory documentation and test reports, this number should not be confused with the marketing name or the product numbers. (2) The product was tested in a typical configuration with Hewlett Packard personal computer systems. Singapore, 31 May 2005
Chan Kum Yew Director, Quality
Local Contact for regulatory topics only: European Contact: Hewlett-Packard GmbH, HQ-TRE, Herrenberger Strasse 140, 71034 Boeblingen, Germany USA Contact: Hewlett-Packard Company, HPCC, 20555 S.H. 249 Houston, Texas, 77070 Australia Contact: Hewlett Packard Australia Ltd, Product Regulations Manager, 31-41 Joseph Street, Blackburn, Victoria 3130, Australia.
NLWW
Declaration of conformity
125
HP OfficeJet Pro K550dtwn DECLARATION OF CONFORMITY according to ISO/IEC Guide 22 and EN 45014 Manufacturer's Name:
Hewlett-Packard Singapore (Pte) Ltd
Manufacturer's Address:
Imaging and Printing Manufacturing Operations Singapore 60 Alexandra Terrace, #07-01, The Comtech, Singapore 118502
declares, that the product Product Name:
HP OfficeJet Pro K550dtwn
Product Number:
C8159A
Regulatory Model Number(1):
SNPRC-0501-02
Product Accessory Number:
C8256A / 350-sheet tray 2 C8255A / HP auto-duplexer unit
Radio Module Number:
RSVLD-0403
Product Options:
All
conforms to the following Product Specifications: Safety:
IEC 60950-1:2001 / EN 60950-1:2001 IEC 60825-1:1994 + A1 + A2 / EN 60825-1:1994 + A1 + A2 Class 1 for LEDs
EMC:
CISPR 22:1993 + A1 + A2 / EN 55022:1994 + A1 + A2 Class B (2) CISPR 24:1997 + A1 + A2 / EN 55024: 1998 + A1 + A2 IEC 61000-3-2:2000 / EN 61000-3-2:2000 IEC 61000-3-3:1994 + A1:2001 / EN 61000-3-3:1995 + A1:2001 FCC Title 47 CFR, Part 15 Class B(2) ICES-003 Issue 4
Radio:
EN 300 328-2:2001 EN 301 489-1:2002 EN 301 489-17:2002
Supplementary Information: The product herewith complies with the requirements of the Low Voltage Directive 73/23/EEC, EMC Directive 89/336/EEC and the R&TTE Directive 99/5/EC, and carries the CE marking accordingly. (1) This product is assigned a Regulatory model number that stays with the regulatory aspects of the design. The Regulatory Model Number is the main product identifier in the regulatory documentation and test reports, this number should not be confused with the marketing name or the product numbers. (2) The product was tested in a typical configuration with Hewlett Packard personal computer systems. Singapore, 31 May 2005
Chan Kum Yew Director, Quality
Local Contact for regulatory topics only: European Contact: Hewlett-Packard GmbH, HQ-TRE, Herrenberger Strasse 140, 71034 Boeblingen, Germany USA Contact: Hewlett-Packard Company, HPCC, 20555 S.H. 249 Houston, Texas, 77070 Australia Contact: Hewlett Packard Australia Ltd, Product Regulations Manager, 31-41 Joseph Street, Blackburn, Victoria 3130, Australia.
126
Bijlage D
Wettelijk verplichte informatie
NLWW
Milieubeschermingsprogramma Hewlett-Packard stelt alles in het werk kwaliteitsproducten te leveren zonder dat dit ten koste gaat van het milieu. De ontwerpprocessen van HP printers worden doorlopend verbeterd om de negatieve invloed op de werkomgeving en de omgevingen waar printers worden gefabriceerd, verzonden en gebruikt, zo veel mogelijk te beperken. HP heeft ook processen ontwikkeld om de negatieve invloed van het afvoeren van de printer aan het einde van de levenscyclus zo veel mogelijk te beperken. Zie www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html voor meer informatie over het milieubeschermingsprogramma van HP.
Minder is beter Papiergebruik Met de functies voor 2-zijdig (dubbelzijdig) en N-op-1 afdrukken van dit product (waarmee u meerdere pagina's van een document op 1 vel papier kunt afdrukken) brengt u het papiergebruik omlaag, waardoor er minder natuurlijke bronnen nodig zijn om aan uw afdrukwensen te voldoen. Zie deze handleiding voor meer informatie over het werken met deze functies. Inktverbruik In de conceptmodus van dit product wordt er minder inkt gebruikt, waardoor de levensduur van de patronen kan worden verlengd. Raadpleeg de online Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie. Chemicaliën die schadelijk zijn voor de ozonlaag Chemicaliën die schadelijk zijn voor de ozonlaag, zoals chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's), worden niet meer gebruikt in productieprocessen van HP.
Stroomverbruik Het stroomverbruik daalt aanzienlijk in de energiespaarstand/slaapstand, hetgeen natuurlijke bronnen en geld bespaart zonder de hoge prestaties van dit product te beïnvloeden. Dit product komt in aanmerking voor ENERGY STAR® (versie 3.0), een vrijwillig programma dat de ontwikkeling van energiezuinige kantoorproducten bevordert.
ENERGY STAR® en het merk ENERGY STAR zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken. Als partner van ENERGY STAR heeft Hewlett-Packard Company vastgesteld dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY STAR voor energiebesparing. Zie www.energystar.gov voor meer informatie.
Material safety data sheets Material safety data sheets (MSDS) kunt u aanvragen via de volgende HP-website: www.hp.com/go/ msds.
NLWW
Milieubeschermingsprogramma
127
Recycling In het ontwerp van deze printer is rekening gehouden met recycling van de verschillende onderdelen: ●
het aantal materialen is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van een goede werking en stabiliteit.
●
ongelijksoortige materialen zijn zo ontworpen dat ze eenvoudig kunnen worden gescheiden.
●
Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, gemakkelijk bereikbaar en kunnen met standaardgereedschap worden verwijderd.
●
Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat u er snel bij kunt voor efficiënte demontage en reparatie.
Productverpakking Bij het kiezen van de verpakkingsmaterialen voor deze printer is een optimale bescherming gekoppeld aan zo laag mogelijke kosten. Tegelijkertijd is rekening gehouden met de gevolgen voor het milieu en de mogelijkheden van recycling. Het degelijke ontwerp van de printer betekent dat er weinig verpakkingsmateriaal nodig is en dat de kans op beschadiging minimaal is.
Plastic Plastic onderdelen die zwaarder zijn dan 25 gram zijn aangegeven volgens internationale standaards die het herkennen van plastic onderdelen vergemakkelijken ten behoeve van de recycling aan het einde van de levenscyclus van het product.
Wat burgers in de Europese Unie met een afgedankt apparaat moeten doen Dit symbool op het product of op de verpakking van het product geeft aan dat dit product niet als gewoon huisvuil of grofvuil mag worden behandeld. Het is uw verantwoordelijkheid om afgedankte apparatuur naar een aangewezen inzamelpunt voor het recyclen van elektrische en elektronische apparatuur te brengen. Als afgedankte apparaten gescheiden worden ingezameld en gerecycled, hoeven natuurlijke hulpbronnen minder te worden aangesproken. Bovendien wordt de apparatuur op een verantwoorde manier gerecycled waarbij de gezondheid van mensen en het milieu worden beschermd. Als u wilt weten wat u met uw afgedankte apparatuur kunt doen, neemt u contact op met de gemeente, een reparatiedienst of met de winkel waar u het product hebt aangeschaft.
Producten en benodigdheden van HP De recyclingservice van HP's Planet Partners™ biedt een eenvoudige manier om alle typen computerapparatuur of afdrukbenodigdheden van HP te recyclen. Dankzij de nieuwste processen van HP kunt u ongewenste hardware of afdrukbenodigdheden van HP op een milieubewuste manier recyclen. Zie www.hp.com/recycle voor meer informatie.
128
Bijlage D
Wettelijk verplichte informatie
NLWW
Index
A aansluitingen netwerk 7 stroomaansluiting 7 USB 7 aansluitmogelijkheden specificaties 113 accessoires bestellen, onderdeelnummers 99 garantie 109 installeren 9 accessoire voor dubbelzijdig afdrukken. Zie duplex-eenheid afbeeldingen afdruksnelheden 116 probleemoplossing 46, 48 afdrukken instellingen wijzigen 23 afdrukken aan beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) 25 afdrukkwaliteit diagnose 31 probleemoplossing 45 afdrukmateriaal afdrukken op speciaal, speciaal formaat 27 beschermen 21 controleren 69 ondersteunde formaten 15 papierstoringen verhelpen 56 plaatsen 19 specificaties 15 tips voor het selecteren, gebruiken 14 typen, ondersteunde gewichten 17 afdrukmateriaal voor foto's ondersteunde formaten, ladeondersteuning 16
NLWW
richtlijnen 14 afdrukmaterialen aanschaffen 102 afdrukproblemen probleemoplossing 41 afdruksnelheden 116 afdruktechnologie 113 afgesneden pagina's, afbeeldingen probleemoplossing 44 annuleren afdruktaak 24 B bedieningspaneel afbeelding 60 lampjes, informatie over 60 printer beheren 68 beheerder netwerkinstellingen opnieuw instellen 69 wachtwoord opnieuw instellen 69 beheren printer 68 besturingssystemen ondersteunde 114 systeemvereisten 114 beveiliging instellingen voor draadloze communicatie 90 blanco afgedrukte pagina probleemoplossing 43 bronnen voor probleemoplossing configuratiepagina 78 HP Instant Support 75 C cables regulatory compliance 120
capaciteit. Zie pagina's per maand (capaciteit) cards sizes supported 16 chemicaliën in product die schadelijk zijn voor de ozonlaag 127 chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) in product 127 configuratiepagina afdrukken 81 afdrukken, inzicht 78 configureren netwerkinstellingen 69 controleren gebruik van benodigdheden 69 inktniveaus 69 papiergebruik 69 printer 68 printerbewerkingen en -status 69 status van printkop 69 D Declaration of conformity (DOC) 125 DOC. Zie Declaration of conformity (DOC) documentatie 2 dots per inch (dpi). Zie resolutie dpi. Zie resolutie draadloze communicatie instellen op Mac OS 91 instellen op Windows 91 printer instellen 89 storing verminderen 94 dubbelzijdig afdrukken richtlijnen 15, 25 duplex-eenheid gebruiken 25
Index
129
installeren 10 minimummarges 18 ondersteunde formaten 15 papierstoringen verhelpen 56 typen afdrukmateriaal, ondersteunde gewichten 17 E elektrische specificaties 117 Energiespaarstand 127 Energy Star 127 enveloppen lade-ondersteuning 17 ondersteunde formaten 15 richtlijnen 14 EWS. Zie ingebouwde webserver F FCC statement 120 G garantie accessoires, printerstuurprogramma, benodigdheden 109 verklaring 109 geheugen specificaties 114 geluidsdruk 117 geluidsinformatie 117 geluidsproductie 117 H help HP Instant Support 75 printerstuurprogramma 2 HP Instant Support beschrijving 75 myPrintMileage 76 toegang krijgen 77 veiligheid en privacy 76 HP Printerhulpprogramma (Mac OS) printer beheren 68 HP Printerhulprogramma (Mac OS) 74 HP Web Jetadmin beschrijving 75 printer beheren 68
130
Index
I Informatie, tabblad Werkset (Windows) 73 informatie is onjuist of ontbreekt probleemoplossing 43 ingebouwde webserver beschrijving 71 openen 71 printer beheren 68 probleemoplossing, kan niet worden geopend 51 systeemvereisten 115 inkt controleren 69, 72 inktpatronen garantie 109, 112 geschatte inktniveaus 31, 78 installeren, vervangen 30 lampjes 60 onderdeelnummers 78, 102 ondersteund 113 online bestellen 100 verloopdatums 78 inkt wordt uitgesmeerd probleemoplossing 46 installatie systeemvereisten 114 installatieposter 2 installatie verwijderen 96 installeren probleemoplossing 52 software voor Mac OS 87 software voor Windows 82 IP-adres printer opsporen 51 statisch, instellen 70 J Japanse VCCI-verklaring 121 K kaarten lade-ondersteuning 17 richtlijnen 14 kalibreren kleur 38 regelinvoer 33 klantenondersteuning elektronisch 104 HP Instant Support 75
telefonische ondersteuning 105 klep afbeelding van bovenste klep 5 afbeelding van klep van inktpatroon 5 kleuren kalibreren 38 lopen door elkaar heen 47 probleemoplossing 48 specificaties 116 vaag of dof 46 verkeerd 47 zwart-wit 47 Koreaanse EMI-verklaring 121 kwaliteit. Zie afdrukkwaliteit L laden lade 2 installeren 11 lades afbeelding van lade 1 5 afbeelding van lade 2 5 afbeelding van papiergeleiders 5 afbeelding van uitvoerlade 5 mogelijkheden 17 papierstoringen verhelpen 56 probleemoplossing, afdrukmateriaal wordt niet ingevoerd 49 probleemoplossing, kan niet worden geplaatst 49 vergrendelen, standaard instellen 21 lage afdruksnelheid 43 lampjes op het bedieningspaneel afbeelding 60 informatie over 60 leesmij 2 lettertypen, ondersteunde 114 lijnen of punten ontbreken probleemoplossing 48 luchtvochtigheidspecificaties 116 M Mac OS afdrukinstellingen wijzigen afdrukken op speciaal papierformaat 27
23
NLWW
draadloze communicatie instellen 91 dubbelzijdig afdrukken 26 HP Printerhulpprogramma 74 Installatieprogramma voor netwerkprinter 75 installatie verwijderen 96 printer beheren 68 printer delen 87, 88 software installeren, instellen op netwerk 87 marges instellen, specificaties 17 Material safety data sheets (MSDS) 127 milieubeschermingsprogramma 127 MSDS's. Zie Material safety data sheets (MSDS) myPrintMileage beschrijving 77 printer beheren 68 toegang krijgen 77 N naslaggids 2 netwerk afbeelding van aansluiting 7 beheer 115 draadloze communicatie instellen 89 HP Web Jetadmin 75 installeren op Mac OS 87 installeren op Windows 84 instellingen configureren 69, 70 instellingen voor draadloze communicatie 89 ondersteunde besturingssystemen 115 ondersteunde protocollen 115 printerinformatie 78 probleemoplossing 52 probleemoplossing bekabeld netwerk 53 probleemoplossing draadloze communicatie 53 netwerkaansluiting lampjes, informatie over 65 onderdelen, afbeelding 65
NLWW
O omgevingsspecificaties 116 ondersteuning. Zie klantenondersteuning online aanschaffen systeemvereisten 100 onverwachte afdrukresultaten probleemoplossing 45 oververhitting van de printer 41 P pagina's per maand (capaciteit) 114 pagina's per minuut (ppm) 116 Pagina Diagnostiek van afdrukkwaliteit afdrukken, informatie 31 paneel aan de achterzijde afbeelding 7 papier probleemoplossing, afdrukmateriaal wordt niet goed uitgevoerd 49 probleemoplossing, invoer van meerdere vellen tegelijk 50 probleemoplossing, scheve invoer 50 papierinvoerproblemen probleemoplossing 49 papierstoringen papierinvoertest 57 te vermijden afdrukmateriaal 14 verhelpen 56 voorkomen 58 patronen. Zie inktpatronen PCL 3 ondersteuning 114 ppm. Zie pagina's per maand (capaciteit) printer afgedrukte pagina's 32 afmetingen, gewicht 113 afvoeren 128 beheren 68, 69 controleren 68, 69 gebeurtenissenlog 78 geïnstalleerde accessoires, afgedrukte pagina's 78 geschatte inktniveaus 32 informatie lampjes 59 naam en nummer 78
netwerkinstellingen configureren 70 netwerkinstellingen herstellen 39 nummer 32 opslagomgeving 117 retourneren 112 specificaties 113 status printkoppen 32 stroomverbruik 127 verpakking 128 werkomgeving 116 printerbeheerproblemen probleemoplossing 51 printer registreren Mac OS 75 Windows 73 Printerservice, tabblad Werkset (Windows) 73 Printerstatus, tabblad Werkset (Windows) 73 printerstuurprogramma garantie 109 installatie verwijderen 96 instellingen wijzigen 23 online Help (Windows) 2 versie 105 printkopgrendel afbeelding 5 printkoppen contacten reinigen 34 datums van installatie en einde garantie 78 garantie 109, 112 inktverbruik 78 installeren, vervangen 36 lampjes 60 onderdeelnummers 78, 102 onderhoud 31 ondersteund 113 online bestellen 100 reinigen 34 status 78 status controleren 31 toestand, status 31 uitlijnen 33 privacy tijdens gebruik van HP Instant Support 76 probleemoplossing
Index
131
afdrukmateriaal uit een lade wordt niet ingevoerd 49 afdrukmateriaal wordt niet goed uitgevoerd 49 afgesneden pagina's, verkeerde plaatsing van tekst of afbeeldingen 44 algemene tips 40 alle lampjes branden of knipperen 41 bekabeld netwerk 53 blanco afgedrukte pagina 43 draadloze communicatie 53 informatie is onjuist of ontbreekt 43 ingebouwde webserver 51 inkt vult tekst of afbeeldingen niet volledig 46 inkt wordt uitgesmeerd 46 installatieproblemen 52 invoer van meerdere vellen tegelijk 50 kleuren 48 kleuren lopen door elkaar heen 47 kleuren worden als zwart-wit afgedrukt 47 Lade kan niet worden geplaatst 49 langzaam afdrukken 43 lijnen of punten ontbreken 48 netwerkverbinding 52 papierinvoerproblemen 49 printerbeheerproblemen 51 printerlampjes 60 printer reageert niet, er wordt niets afgedrukt 41 printkoppen 42 scheve invoer 50 slechte afdrukkwaliteit, onverwachte afdrukresultaten 45 tips 39 vaag of dof 46 verkeerde kleuren 47 vreemde tekens worden afgedrukt 45 processor, specificaties 114
132
Index
R radiostoring verminderen 94 wettelijke informatie 123 recycling 128 release-info 2 resolutie dots per inch (dpi) 116 S SecureEasySetup (SES) gebruiken 92 security managing 68 SES. Zie SecureEasySetup (SES) Slaapstand 127 snelheden. Zie afdruksnelheden Snelheid vergeleken met laserkwaliteit 116 software garantie 109 installeren op Mac OS 87 installeren op Windows 82 spanningsspecificaties 117 speciaal papierformaat afdrukken 27 ondersteunde formaten 16 richtlijnen 15 specificaties afdrukmateriaal 15 printer 113 systeemvereisten 114 specificaties opslagomgeving 117 specificaties werkomgeving 116 stroom specificaties 117 T taal printertaal 114 tekst afdruksnelheden 116 probleemoplossing 44, 46, 48 temperatuurinformatie 116 toegangspaneel aan de achterkant papierstoringen verhelpen 56 toegankelijkheid 4 U uitlijnpagina's afdrukproblemen 52
USB aansluiten (Mac OS) 87 afbeelding van aansluiting 7 kabel 101 specificaties 113 verbinden (Windows) 82 USB-flash-stations gebruiken 93 ondersteund 117 V veiligheid veiligheid tijdens gebruik van HP Instant Support 76 Verklaring ten aanzien van de LED-classificatie 122 verklaring ten aanzien van de voedingskabel 121 voeding probleemoplossing 41 W websites Apple 87 printerinformatie, productondersteuning 104 Werkset (Windows) beschrijving 73 Informatie, tabblad 73 myPrintMileage 73 openen 73 printer beheren 68 Printerservice, tabblad 73 Printerstatus, tabblad 73 wettelijke informatie producten voor draadloze communicatie 123 wettelijk verplichte informatie 119 wettelijk verplicht modelnummer 121 Windows afdrukinstellingen wijzigen 23 afdrukken op speciaal papierformaat 27 draadloze communicatie instellen 91 dubbelzijdig afdrukken 25 installatie verwijderen 96 installeren op netwerk 84 printer beheren 68
NLWW
printer delen 83 software installeren 82 standaardafdrukinstellingen wijzigen 23 Windows Connect Now 93 Wireless Configuration Utility 93 Z zwart-wit pagina's probleemoplossing 47
NLWW
Index
133
134
Index
NLWW