stuk ingediend op
1752 (2012-2013) – Nr. 2 15 november 2012 (2012-2013)
Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013 Amendementen
Stukken in het dossier: 1752 (2012-2013) – Nr. 1: Ontwerp van decreet
verzendcode: IED
Stuk 1752 (2012-2013) – Nr. 2
2 LEGENDE: FIN BIN BRU BUI CUL ECO LAN LEE OPE OND WEL WON
Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden en Internationale Samenwerking Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Commissie voor Economie, Economisch Overheidsinstrumentarium, Innovatie, Wetenschapsbeleid, Werk en Sociale Economie Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken Commissie voor Onderwijs en Gelijke Kansen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid Commissie voor Woonbeleid, Stedelijk Beleid en Energie
V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e
Stuk 1752 (2012-2013) – Nr. 2 C-WON
3
AMENDEMENT Nr. 1 voorgesteld door de heren Bart Martens, Robrecht Bothuyne en Marc Hendrickx Artikel 44 In de voorgestelde tekst in b) de woorden “1 maart 2015” vervangen door de woorden “31 maart 2015”. VERANTWOORDING Het betreft de rechtzetting van een materiële vergissing. De boete bedraagt 41 euro per warmtekrachtcertificaat dat te weinig werd ingediend bij de VREG tot en met 31 maart 2015, en 38 euro na 31 maart 2015.
C-WON
AMENDEMENT Nr. 2 voorgesteld door de heren Bart Martens, Robrecht Bothuyne en Marc Hendrickx Artikel 46 Dit artikel vervangen door wat volgt: “Art. 46. In artikel 13.4.7/1 van hetzelfde decreet worden de woorden “artikel 11.1.6, §1, tweede lid” vervangen door de woorden “artikel 11.1.6/1, §1, tweede lid”.”. VERANTWOORDING Dit betreft de rechtzetting van een verwijzingsfout in het artikel 46. De rechtzetting van de bestaande verwijzingsfout in artikel 13.4.7/1 dient te gebeuren naar artikel 11.1.6/1, §1, tweede lid, en niet naar het onbestaande artikel 13.4.6/1, §1, tweede lid.
C-LEE
AMENDEMENT Nr. 3 voorgesteld door mevrouw Tinne Rombouts, de heer Bart Martens, de dames Tine Eerlingen, Valerie Taeldeman en Michèle Hostekint en de heren Wilfried Vandaele en Robrecht Bothuyne Artikel 48 Aan de voorgestelde tekst van 6°, b), een zin toevoegen, die luidt als volgt: “In afwijking hiervan geldt het heffingstarief van 0 euro per ton voor het storten op een daartoe vergunde stortplaats van afvalstoffen afkomstig van door de OVAM goedgekeurde bodemsaneringswerken, al dan niet in het kader van een overeengekomen convenant, waarvoor uiterlijk op 31 december 2012 door de OVAM een verklaring is afgeleverd dat het nultarief van toepassing is;”. VERANTWOORDING Bij het voorstel tot gelijkschakeling van de tarieven voor het storten en verbranden van van bodemsaneringsoperaties afkomstige afvalstoffen en residu’s van de reiniging van grond, zoals opgenomen in het ontwerp van decreet tot begeleiding van de begroting 2013, werd over het hoofd gezien dat in het verleden voor enkele wel-
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1752 (2012-2013) – Nr. 2
4
bepaalde heel grote partijen die in de komende jaren nog moeten worden gestort, toelatingen werden verleend voor het toepassen van het nultarief, waarbij in de extra kosten ingevolge de verhoogde heffing niet werd voorzien. Die extra kosten zijn van die grootteorde dat ze de uitvoering van de betreffende bodemsaneringswerken sterk hypothekeren. In één geval gaat het over het louter verplaatsen van een oude stortplaats (slibbekken) binnen de bestaande stortplaats van hetzelfde bedrijf waarbij in 2011 toelating werd gegeven voor het toepassen van het nultarief voor ongeveer 500.000 ton afvalstoffen, uit te voeren in de komende jaren. Een tweede geval betreft het bedrijfsgebonden inrichten en ter beschikking stellen (in overeenkomst met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)) van stortcapaciteit voor het bergen van zinkassen die in de komende jaren vrijkomen bij voornamelijk wegeniswerken. Het voorstel is om alsnog in een uitzondering te voorzien voor de betreffende partijen, te beperken aan de hand van de hierna vermelde criteria. Budgettair heeft die uitzondering geen gevolgen aangezien de budgettaire berekening gebeurde aan de hand van de hoeveelheden die in de afgelopen jaren werden gestort. De vermelde grotere hoeveelheden waarvan de afvoer in de komende jaren nog moet komen, werden in de gemiddelde hoeveelheid van 124.000 ton duidelijk niet meegerekend. Gelet op het rechtszekerheids- en gelijkheidsprincipe is het aangewezen om voor alle van bodemsaneringswerken afkomstige gronden waarvoor door de OVAM reeds een nulheffing werd toegestaan, deze belofte waar te maken en het nultarief te behouden voor de hoeveelheden en bodemsaneringsprojecten waarin in de door de OVAM verleende toelating werd voorzien.
C-LEE
AMENDEMENT Nr. 4 voorgesteld door mevrouw Tinne Rombouts, de heer Bart Martens, de dames Tine Eerlingen, Valerie Taeldeman en Michèle Hostekint en de heren Wilfried Vandaele en Robrecht Bothuyne Artikel 48/1 (nieuw) Een artikel 48/1 invoegen, dat luidt als volgt: “Art. 48/1. Aan artikel 46, §1, eerste lid, 11°, van hetzelfde decreet wordt de volgende zin toegevoegd: “Voor het aanslagjaar 2013 geldt dit tarief ook voor het storten op een daartoe vergunde stortplaats van in 2013 selectief ingezameld gipsafval, afkomstig van bedrijven die selectief ingezameld gipsafval verwerken tot grondstof voor de productie van nieuwe gipsproducten, dat overeenkomstig het advies van de OVAM niet kan gerecycleerd worden.”.”. VERANTWOORDING Het sluiten van de materialenkringloop bij de productie en het gebruik van gipsplaten is een belangrijk en zichtbaar deel van het duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen. De Vlaamse overheid heeft zich met de bedrijven uit de sector geëngageerd om alle inspanningen te leveren die nodig zijn om de gipskringloop te sluiten. De lokale besturen en de sorteerbedrijven hebben investeringen gedaan en leveren inspanningen om een zuivere stroom gipsafval uit het bouw- en sloopafval aan de bron te scheiden of netjes uit te sorteren. Dit is niet alleen van groot belang voor de mogelijkheden van de gipsrecyclage. Omdat uit gips zwavel uitloogt, is het belangrijk deze afvalstroom gescheiden te houden van andere fracties steenachtig puin, zoals beton. Het eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten vergt van de containerparken en van de sorteerbedrijven daarom een scheiding van het gipsafval om hun puin een laag milieurisicoprofiel toe te kennen. Maatschappelijk en economisch is dit alleen zinvol als het gipsafval gerecycleerd wordt. Het is daarom belangrijk dat een performante recyclage van de gipsplaten in een gesloten kringloop kan voortbestaan. Op dit ogenblik maakt een samenloop van technische problemen en economische omstandigheden de recyclage van een deel van het aangeboden gipsafval onmogelijk. De bedrijven werken aan een aanpas-
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 1752 (2012-2013) – Nr. 2
5
sing van de installatie die de garantie kan bieden op een hernieuwde afname en inzet van gerecycleerd gips in de productie van gipsplaten. Het afbouwen van de capaciteit om gipsplaten te recycleren zou een opmerkelijke stap achteruit zijn in de ontwikkeling van een duurzaam materialenbeheer in Vlaanderen. Indien gipsafval vanuit de sorteerbedrijven en de gemeentelijke containerparken opnieuw zou moeten worden gestort, is dat op termijn een meerkost voor de bedrijven en de lokale besturen. In de voorbije jaren is een hoeveelheid gipsafval ontstaan die niet kan worden verwerkt zonder de economische leefbaarheid van het recyclageproces in gevaar te brengen. Daarom wordt voorgesteld om in een beperkte overgangsperiode de heffing te verlagen voor het storten van een hoeveelheid extern gipsafval, aangeboden in de recycleerbedrijven, dat zij door economische en technische omstandigheden niet kunnen verwerken. Voor het storten tegen een verlaagd tarief in 2013 van een beperkte hoeveelheid niet te recycleren gipsafval is de goedkeuring van de OVAM vereist. Op basis van de beschikbare gegevens wordt deze hoeveelheid geraamd op 10.000 ton gipsafval in 2013. Wanneer deze hoeveelheid wordt afgevoerd naar een vergunde stortplaats, hebben de bedrijven voldoende tijdelijk eigen opslagruimte om het aangeboden gipsafval van de sorteerbedrijven, de aannemers en de containerparken te blijven aanvaarden. Na de aanpassing van de installatie kunnen de opgeslagen hoeveelheden gerecycleerd en aangeboden worden voor gebruik in de opnieuw gesloten keten voor de productie en het gebruik van gipsplaten.
C-LEE
AMENDEMENT Nr. 5 voorgesteld door mevrouw Tinne Rombouts, de heer Bart Martens, de dames Tine Eerlingen, Valerie Taeldeman en Michèle Hostekint en de heren Wilfried Vandaele en Robrecht Bothuyne Artikel 49 De voorgestelde tekst vervangen door wat volgt: “In afwijking van de gevallen vermeld in het eerste lid, 16° en 17°, geldt voor het verbranden of meeverbranden van afvalstoffen van bodemsaneringsoperaties waarbij overeenkomstig het advies van de OVAM andere saneringswijzen dan uitgraven en verbranden of meeverbranden onredelijk hoge kosten met zich meebrengen of onmogelijk zijn, met ingang van het heffingsjaar 2013, een heffingstarief van 2,2 euro/ton. In afwijking hiervan geldt het heffingstarief van 0 euro per ton voor het verbranden of meeverbranden in een daartoe vergunde inrichting van afvalstoffen afkomstig van door de OVAM goedgekeurde bodemsaneringswerken, al dan niet in het kader van een overeengekomen convenant, waarvoor uiterlijk op 31 december 2012 door de OVAM een verklaring is afgeleverd dat het nultarief van toepassing is. In afwijking van de gevallen vermeld in het eerste lid, 16° en 17°, geldt voor het verbranden of meeverbranden van residu’s afkomstig van de reiniging van grond in daartoe vergunde grondreinigingscentra, met ingang van het heffingsjaar 2013, een heffingstarief van 2,2 euro/ ton.”. VERANTWOORDING Zie verantwoording bij amendement nr. 3.
V L A A M S P A R LEMENT
6 C-LEE
Stuk 1752 (2012-2013) – Nr. 2
AMENDEMENT Nr. 6 voorgesteld door mevrouw Tinne Rombouts, de heer Bart Martens, de dames Tine Eerlingen, Valerie Taeldeman en Michèle Hostekint en de heren Wilfried Vandaele en Robrecht Bothuyne Artikel 66 In de bij 5° voorgestelde tekst de woorden “Cv: de omzettingscoëfficiënt, vermeld in kolom 7 van de tabel opgenomen in bijlage bij deze wet.” vervangen door de woorden “Cv: deze term is gelijk aan nul voor de heffingsplichtigen vermeld in artikel 35ter, §2, a) en b), en is in alle andere gevallen gelijk aan de omzettingscoëfficiënt, vermeld in kolom 7 van de tabel opgenomen in bijlage bij deze wet.”.
VERANTWOORDING De financierende heffing geeft invulling aan het ‘de vervuiler betaalt’-principe voor de bedrijven die lozen op de openbare saneringsinfrastructuur. De memorie van toelichting behorende bij artikel 66 onderstreept dit principe, maar in het desbetreffende artikel is dit niet eenduidig opgenomen. Daarom wordt, naar analogie met artikel 65, het toepassingsgebied van de financierende heffing in artikel 66 expliciet gekoppeld aan de rioollozers, waardoor verduidelijkt wordt dat deze enkel van toepassing is voor de bedrijven die lozen op de openbare saneringsinfrastructuur.
V L A A M S P A R LEMENT