Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
Ons kenmerk
Inlichtingen bij
Doorkiesnummer
Den Haag
Onderwerp
Bijlage(n)
Uw brief
Kamervragen
1
20 juni 2008
DLZ/K-U-2859308
15 augustus 2008
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over personeelstekort in de thuiszorg (19 juni 2008) (2070823350).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Telefoon (070) 340 79 11 Fax (070) 340 78 34
Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief
Internetadres: www.minvws.nl
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over personeelstekort in de thuiszorg. (19 juni 2008) (2070823350)
1 Wat is uw reactie op de uitkomsten van het onderzoek dat het afgelopen half jaar is verricht bij 7 zorgaanbieders in de Randstad? 1) 1 Het onderzoek, dat bestaat uit interviews met zeven HRM-medewerkers van zeven thuiszorginstellingen concludeert dat er personeelstekorten groeien vanwege ontgroening en vergrijzing. De personeelsmensen wijzen verder op de zwaarte van het beroep waarbij zelfstandigheid en flexibiliteit belangrijk zijn. Hoogopgeleiden mijden de thuiszorg vanwege de slechte arbeidsvoorwaarden, onvoldoende carrièreperspectieven en een slecht imago. Het gaat hierbij om gediplomeerd personeel. Opmerkelijk is dat de respondenten juist wel tevreden zijn over arbeidsomstandigheden. De respondenten zijn ontevreden over de eigen aanpak van ziekteverzuim en leeftijdsbewust personeelsbeleid. Tenslotte constateren de personeelsfunctionarissen dat sommige grote thuiszorgorganisaties bij de contractering van huishoudelijke verzorging in de Wmo geen contracten hebben verworven en daardoor voor een deel van het personeel geen continuïteit kunnen bieden. Ik herken deze ontwikkelingen, die de minister en ik deels beschreven hebben in onze arbeidsmarktbrief 2007 ‘Werken aan de Zorg’
2 Erkent u de problemen die bestaan bij de thuiszorgaanbieders? Welke gevolgen hebben de tekorten aan personeel voor de zorg aan de cliënten? Erkent u dat door deze problemen mensen eerder zullen moeten worden opgenomen in een verzorgings- of verpleeghuis, mantelzorgers nog meer belast zullen worden en mensen in gevaarlijke situaties kunnen terecht komen? Zo ja welke maatregelen gaat u treffen dat mensen de zorg krijgen die ze nodig hebben en die geïndiceerd is? Zo neen, waarom niet? 3 Bent u bereid onderzoek te doen naar de situatie bij andere thuiszorgaanbieders in Nederland, zodat er een duidelijk beeld komt van het totale aanbod van zorg op dit moment? Zo ja, wanneer kan de Kamer de uitkomsten van dit onderzoek tegemoet zien? Zo neen, waarom niet? 2 en 3 Bij een aantal thuiszorgorganisaties bestaan problemen bij het werven en behouden van personeel. Over de aanpak van arbeidsmarktproblemen in de zorg hebben de minster en ik u op 5 november een brief geschreven (Werken aan de Zorg, TK 2007-2008, 29282 nr. 46). De huidige situatie leidt, zo rapporteren zorgkantoren en NZa, niet tot het niet leveren van geïndiceerde zorg. Zoals in Noord-Nederland blijkt kan zorg die de ene instelling niet levert door een andere organisatie wel geleverd worden. Zorgkantoren en NZa controleren of geïndiceerde zorg van voldoende kwaliteit geleverd wordt. Mij hebben geen signalen bereikt dat de thuiszorg als geheel ernstig tekort schiet. Ik acht het daarom niet nodig op dit moment onderzoek te laten doen. Ik verwijs u verder naar de antwoorden op uw vragen van 7 juli 2008 en de brief die ik 8 juli 2008 aan de Tweede Kamer heb gestuurd over contracteerruimte AWBZ 2008 en stand van zaken thuiszorg, kenmerk DLZ/SFI 2859714. Jaarlijks ontvangt de Kamer van mij het rapport Arbeid in Zorg en Welzijn, met daarin de stand van zaken en een vooruitblik.
4 Wat heeft het structurele personeelstekort in de thuiszorg voor gevolgen voor de cliënten deze zomer tijdens de vakantieperiode? Kunt u garanderen dat mensen de noodzakelijke zorg blijven krijgen? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet? 4 Het zijn de zorgverzekeraars met hun zorgkantoren die een zorgplicht hebben en daartoe zorg bij thuiszorginstellingen contracteren. Zorgkantoren kopen de benodigde zorg in. De NZa houdt de vinger aan de pols. De zorginstellingen zijn vervolgens verplicht de gecontracteerde zorg te leveren, ook in vakantietijd. Mijn verantwoordelijkheid is het om voldoende middelen ter beschikking te stellen om dit mogelijk te maken. Indien zich knelpunten voordoen staat de mogelijkheid open om gebruik te maken van de knelpuntenprocedure. Tot op heden heb ik geen signalen van zorgkantoren of NZa ontvangen dat er onvoldoende zorg gecontracteerd is.
5 Bent u op de hoogte dat cliënten van thuiszorgorganisatie brieven krijgen waarin zij op de hoogte worden gebracht van het feit dat zij deze zomer minder, of enkele weken, geen zorg kunnen krijgen omdat er geen vervanging is om de vakanties van het vaste personeel op te vangen. Zo ja, wat is hierop uw reactie? Zo neen, waarom niet? 5 Neen. Van dergelijke brieven heb ik geen afschrift ontvangen. Als cliënten dergelijke brieven ontvangen zouden zij bij hun verzekeraar of het zorgkantoor moeten vragen om geïndiceerde zorg te (laten) leveren.
6 Welke maatregelen gaat u treffen om alvast op de korte termijn, het liefst deze zomer, er voor te zorgen dat het imago van het werken in de thuiszorg verbetert? 6 Het verbeteren van imago is geen zaak van korte termijn en is bovendien allereerst de verantwoordelijkheid van werkgevers. Belangrijk voor een beter imago is dat ook verzorgenden zelf laten zien dat ze trots zijn op hun vak en het werk dat zij juist voor kwetsbare mensen verzetten. Daarom hebben in 2006 en 2007 V&VN, Sting en het Florence Nightingale Instituut samen met Actiz en de LOC de ‘Trots op de zorg campagne’ gehouden waarvoor ruim € 800.000 subsidie is verstrekt. ‘Zusters on Tour’ en het ambassadeursproject van V&VN gaan ook in 2008 en 2009 door met subsidie. Deze actieve ondersteuning laat zien dat ik waarde hecht aan erkenning van de beroepsgroep in de thuiszorg.
7 Erkent u dat thuiszorginstellingen moeten beschikken over voldoende financiële middelen om goede arbeidsvoorwaarden en vaste dienstverbanden aan te kunnen bieden? Worden zorginstellingen op dit moment voldoende in staat gesteld hun mensen fatsoenlijk te betalen, en hebben zij voldoende toekomstperspectief om vaste dienstverbanden te geven? Zo ja, kunt u dit toelichten? Zo neen, welke maatregelen gaat u treffen om er voor zorg te dragen dat alvast het huidige personeel in de thuiszorg behouden kan worden, en het aantrekkelijker wordt in de zorg te werken?
7 Waar thuiszorginstellingen klagen over te lage tarieven gaat het vaak om tarieven die thuiszorginstellingen zelf hebben geboden bij aanbestedingen in het kader van de Wmo. Over de aanpak van de daarmee samenhangende knelpunten heb ik de afgelopen maanden uitvoerig met de kamer gecommuniceerd. In de AWBZ-gefinancierde thuiszorg wordt gewerkt met tarieven die een normale exploitatie mogelijk maken. Over de aanpak van arbeidsmarktproblemen in de zorg heb ik u op 5 november 2007 een brief geschreven (Werken aan de Zorg, TK 2007-2008, 29282, nr. 46). Die brief is op 13 maart 2008 in een Algemeen Overleg van de Kamer met minister Klink en mij besproken.
8 Bent u op de hoogte van het grote verschil in beloningen van werkers in de zorg, en erkent u dat deze verschillen een negatief effect hebben op de carrièrekansen en perspectief van mensen in de zorg? Erkent u de meerwaarde van het behouden van mensen met veel kennis en ervaring, door ze de mogelijkheid te bieden deze in te zetten op een afdeling als leidinggevende en/of eerste verantwoordelijke, en bent u het eens dat dit ook zal moeten worden gewaardeerd in het salaris? Welke maatregelen gaat u treffen om het maken van een carrière in de zorg aantrekkelijk te houden? 2) 8 De regels omtrent inschaling en beloning hebben sociale partners vastgelegd in een CAO. Het is dan vervolgens de bedoeling dat werkgevers en werknemers zich ook gedragen naar de in die CAO vastgelegde regels. Indien dat onverhoopt niet het geval is, is het aan de getroffenen om daar werk van te maken. En ook daarvoor gelden weer gepaste procedures die zowel in de CAO als in het arbeidsrecht zijn neergelegd. Ik heb het artikel waar u aan refereert gelezen, ook de reactie van de vakbond AbvakaboFNV en de tips voor als je twijfelt over je salaris. Het lijken me aanbevelenswaardige tips. Het artikel heeft dezelfde teneur als mijn, in de vorige passage verwoord, standpunt.
9 Bent u bereid, nu blijkt dat ondanks dat de CAO VenV is afgesloten er grote problemen zijn met het aantrekken en behouden van personeel in de zorg, met bonden en werkgeversorganisaties aan tafel te gaan en alle huidige problemen die invloed hebben op de arbeidsmarkt, zowel in de thuiszorg als in de verpleeg- en verzorgingssector te bundelen, te analyseren en maatregelen te treffen die de sector in staat stelt om volgend jaar een goede CAO af te spreken, die kan bijdragen de huidige problemen op te lossen? Zo ja, wanneer gaat u daar mee starten en wanneer kunt u de Kamer hierover informeren? Zo neen, waarom niet? 9 Voor de vergoeding in budgetten en tarieven van zorgaanbieders voor de ontwikkeling van de arbeidskosten, waaronder de kosten van CAO-aanpassingen, bestaat een systeem dat zich in de afgelopen jaren heeft bewezen: het in een convenant met werkgeversorganisaties in het VWS-veld neergelegde ova-systeem, zie TK 1999-2000, 25999, nr. 8. Dat systeem bewerkstelligt dat er sprake is van marktconforme arbeidsvoorwaarden. Ik zie geen aanleiding om van dat systeem af te wijken.
10 Bent u van mening dat het een goede ontwikkeling is dat de mensen op de werkvloer misschien wel de door u gewenste «meer contacturen» maken waardoor straks de instelling meer geld krijgt omdat er meer contacturen gedraaid worden, maar dat voor het kunnen maken van meer contacturen met hun cliënten de uitvoerenden salaris moeten inleveren? Welke maatregelen gaat u treffen om te voorkomen dat de ambitie ten koste gaat van het salaris van het personeel in de zorg? 10 Ik ben ervoor dat instellingen hun werk op zodanige wijze organiseren dat zij zorg kunnen verlenen in een zo optimaal mogelijke prijs-kwaliteitverhouding met een zo hoog mogelijke inzet van middelen voor de directe zorg. Voor de ontwikkeling in de arbeidskosten bestaat het ova-systeem en voor de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden bestaan in het arbeidsrecht diverse instrumenten voor sociale partners (met als voornaamste de CAO, maar ook het medezegensschapsrecht). Daarmee is mijns inziens een zodanig systeem ontworpen dat ieders belang, ook dat van werknemers, tot zijn of haar recht kan komen.
11 Erkent u dat bij fusies, overnames en eventuele faillissementen die door het ingezette beleid inmiddels realiteit zijn geworden, het van groot belang is dat het personeel voor de zorg behouden moet worden? Zo ja, bent u bereid wettelijk te regelen dat in deze situaties het personeel het werk altijd volgt zonder veranderingen in salaris en/of arbeidsvoorwaarden? 11 Mijn beleid is niet gericht op fusies en overnames maar op kwalitatief goede zorg tegen een redelijke prijs. In het wetsvoorstel voor wijziging van de Wmo, waarover de Raad van State nog moet adviseren, heb ik expliciet een overlegbepaling opgenomen om personeel over te nemen. Voor het overige is bescherming afdoende in arbeidsrecht geborgd.
1 http://www.tvvonline.nl/nieuws/id864-Personeelstekort_thuiszorg_groot_probleem.html 2 http://www.tvvonline.nl/nieuws/id869-Enorme_salarisverschillen_in_zorg.html