HANDIG OM TE WETEN NA HET KRAAMBED – algemeen Tips van Verloskundigenpraktijk Montferland Wehl DE LIGGING VAN DE BABY Geadviseerd wordt de baby op de rug te leggen . Buikligging alleen in de box als je er zelf bij bent. Dit is om wiegendood te voorkomen. Het aantal wiegendoodkindjes is enorm gedaald nadat geadviseerd is baby’s op de rug te leggen en met name dekbedjes niet te gebruiken (het risico is oververhitting). Probeer de baby ook niet bij je in bed te nemen. Er bestaat dan het gevaar dat het kindje bij één van de ouders onder het dekbed komt te liggen en als gevolg daarvan overlijd! Doordat jonge ouders baby’s steeds vaker bij hun in bed namen is het aantal “wiegendoodkindjes” juist weer toegenomen! En ook héél belangrijk, niet in huis roken waar de baby verblijft!! Als in een huis gerookt wordt waar een baby is dan bestaat er ook een hogere kans op wiegendood. Informatie over wiegendood kun je vinden via internet op www.wiegendood.nl Voorkeurshouding bij de baby Rugligging wordt geadviseerd om de kans op wiegendood zo klein mogelijk te maken. Maar er zijn baby’s die daardoor een voorkeurshouding ontwikkelen. De baby kijkt dan iedere keer naar de zelfde kant en vindt het niet leuk om naar de andere kant te kijken. Het is handig om sowieso het hoofdje van de baby na iedere voeding een andere kant op te leggen. Als je merkt dat de baby veel naar één en de zelfde kant kijkt hebben we de volgende tips: -‐ Normaal gesproken draaien baby’s met hun hoofdje vaak richting het licht. Als het bedje zo opgemaakt is dat het kindje al naar het licht kijkt, kun je het bedje andersom opmaken. Je kunt ook het kindje andersom in de box leggen zodat het met de “moeilijke”kant naar het licht moet kijken. -‐ Bij borstvoeding drinkt de baby de ene keer links en de andere keer rechts. Doe dit ook met flesvoeding. De ene keer geef je de baby met je rechterhand de fles, de andere keer met de linkerhand. -‐ Je kunt ook een rolletje maken van een hydrofiele luier (als je kindje al wat groter is, gebruik je een handdoek) en leg dit rolletje onder het schoudertje en heupje van de baby. Aan de kant waar je kindje steeds heen kijkt. Dan draai je het hoofdje voorzichtig op zij naar de niet-‐favoriete kant. Het kindje ligt nu half op de rug en half op de zij. Het kindje zal zelf met het hoofdje weer de favoriete kant op willen kijken. Duw voorzichtig het hoofdje de andere kant op, steeds als je kindje weer de andere kant op kijkt. Als een voorkeurshouding niet op tijd wordt aangepakt, bestaat er een kans dat je kindje een afgeplat hoofdje of een verkorte spier in het nekje krijgt, waardoor er fysiotherapie nodig is. Als je na een week stimuleren naar de andere kant nog steeds het idee hebt dat je kindje een voorkeurshouding heeft, laat je huisarts er dan naar kijken. Lees meer op: http://www.verloskundigen-‐mw.nl/pdf/folder_preventie_voorkeurshouding.pdf http://www.verloskundigen-‐mw.nl/pdf/folder_behandeling_voorkeurshouding.pdf openen de links niet vanzelf dan kun je deze vinden op onze website bij “complicaties” en dan links onderaan “voorkeurshoudingen”
-‐HUILBABY: Als je het gevoel hebt dat de baby veel huilt is het handig om eens bij te houden hoe vaak de baby huilt, wanneer het huilt en of het kindje zich helemaal verkrampt . Als je baby zich vaak “overstrekt”en nauwelijks ontspannen in zijn/haar bedje ligt dan raakt het kindje ook oververmoeid en kan zich steeds moeilijker ontspannen. Je hebt ook regelmatig baby’s die niet in slaap kunnen vallen omdat ze onrustig met hun armpjes zwaaien, dan kan het handig zijn om het kindje in te bakeren. Vraag het consultatiebureau voor meer informatie. Wacht niet te lang om naar de huisarts te gaan als je het vermoeden hebt dat de baby erg veel huilt. Soms is er niets aan de hand maar er kan ook wel iets aan de hand zijn en dan is het handig niet te lang af te wachten. De klachten kunnen bij de baby steeds maar erger worden. Maar wat ook niet onbelangrijk is, ouders kunnen het soms nog maar moeilijk aan als hun baby zoveel huilt en zijn soms echt wanhopig. Als je dat punt bereikt is het ontzettend belangrijk om naar de huisarts te gaan zodat de hulp ingeschakeld kan worden. Soms is de wanhoop zo groot dat de baby door elkaar geschud wordt (SHAKEN BABY SYNDROME). De meeste mensen kunnen zich dit niet voorstellen maar vaak is dit uit wanhoop. Het nekje van de baby is heel kwetsbaar en kan heel snel beschadigen. Daarnaast kunnen de hersentjes van de baby ook heel snel beschadigd raken. Als je het punt bereikt dat je je kindje “wel iets aan kunt doen”, loop dan letterlijk weg en ga hulp halen. Vaak schrik je er ook van dat je zoiets kunt denken, maar het kan iedereen overkomen. Het belangrijkste is dat je direct iets met die gevoelens gaat doen en hulp zoekt. Mogelijk is er echt iets aan de hand met de baby. Meer over huilbaby’s kun je lezen via de link op de website van de praktijk: www.verloskundigen-‐mw.nl via het kopje “extra’s” en dan naar “links”. POSTPARTUM DEPRESSIE Vrouwen (en 4% van de mannen) kunnen na de bevalling te maken krijgen met een depressie. 1 op de 10 vrouwen krijgt hier in meer of mindere mate mee te maken. Een aantal klachten die voor kunnen komen is : je neerslachtig voelen(kort door de bocht niet meer “happy”zijn) slecht slapen, veel huilen, het liefst in bed willen blijven liggen en niks meer uit je handen kunnen krijgen. Op het moment dat je twijfelt kun je een op de website http://www.kraamtranen.nl/ kijken of je dingen herkent. Eileen Engels is behalve een verpleegkundige gespecialiseerd in o.a. de postpartum depressie ook ervaringsdeskundige. Ook op http://www.djoke.nl/ kun je meer over dit onderwerp lezen. Heel soms ontstaat er bij de moeder na de geboorte van de baby een “post partum psychose”. Dit is een zeldzame psychische aandoening waarbij de patiënt het contact met de werkelijkheid geheel of gedeeltelijk verliest. Het is naar als het jou ( of je partner) overkomt. Opname op een psychiatrische afdeling is ook noodzakelijk. Er is, in tegenstelling tot een flinke depressie, over het algemeen sneller herstel. Kijk voor meer info op: http://www.helpikhebeenpsychose.nl/psychose Ga op tijd naar de huisarts. Hoe langer je wacht des te erger worden de klachten en des te langer dat het duurt voordat het weer beter met je gaat.
DE BEKKENBODEM Bekkenbodemspieroefeningen Goed functionerende bekkenbodemspieren zijn nodig om urine-‐, ontlastingsverlies en verzakkingsklachten te voorkomen. Daarnaast is de bekkenbodem heel belangrijk bij het vrijen. Na een zwangerschap en met name als je vaginaal bevallen bent is je bekkenbodem slap en moet weer getraind worden. Allereerst is het belangrijk om rustig naar de buik te kunnen en te durven ademen. Probeer dit maar eens als je in bed ligt en als je rustig zit. De buik beweegt dan vanzelf mee met de inademing en uitademing. Inademen: de buik wordt bol en zet wat uit. Uitademen: de buik veert weer terug en de buik wordt platter. Door een rustige buikademhaling lukt het ook beter om de bekkenbodemspieren aan te spannen en te ontspannen. Een simpele manier om je bekkenbodem te oefenen is tijdens het zitten te doen alsof je héél erg je plas ophoud. Je houd 4 seconden op en dan laat je weer helemaal los. Het is handig om dit een keer of 3 tijdens het voeden van je kindje te doen. Let op: in het begin kan dit de toeschiet van de borstvoeding wat remmen, doe dit dan als je al een paar minuutjes aan het voeden bent. Als je een aantal keer per dag deze oefening doet, train je al je bekkenbodem. Met name als je gaat tillen is het belangrijk je bekkenbodem aan te spannen en rustig door te ademen. De eerste paar weken na de bevalling moet je sowieso niet zwaar tillen!! Blijf je een week of 8 na de geboorte van je baby toch nog last van (dreigend) urineverlies of kan je windjes niet tegenhouden, neem dan contact op met een bekkenfysiotherapeut. Ook hier geld weer, op tijd behandelen voorkomt erger! Kijk voor meer informatie op de volgende website: http://www.bekkenbodemonline.nl Vrijen na de bevalling / anticonceptie: De eerste keer vrijen na de bevalling is voor beide best spannend. Meestal ben je bang voor pijn. Doordat je het spannend vindt span je vaak je bekkenbodem en vagina aan zodat het ook wat gevoeliger kan zijn. Het is praktisch om in het begin met condooms+extra glijmiddel te vrijen. Je vrijt dan veilig en omdat een condoom wat gladder is (+extra glijmiddel) kan dat juist prettiger zijn. Bij borstvoeding is extra glijmiddel sowieso belangrijk omdat door de hormonen de vagina bij de vrouw droog is en ook niet vochtig wordt bij seksuele opwinding. Wanneer die eerste keer is hangt natuurlijk van meerdere factoren af. De belangrijkste is natuurlijk of de vrouw hechting heeft gehad en hoe de wond genezen is. Daarnaast hangt de zin naar vrijen ook af van de rust die de jonge ouders krijgen van hun baby. Als het kindje veel wakker is ’s nachts en de jonge ouders zijn erg vermoeid, dan is er natuurlijk ook minder zin in vrijen. Misschien is het handig als je angstig bent dat je partner de eerst paar keer niet met de penis naar binnen gaat. En pas wanneer jullie er aan toe zijn wel volledig naar binnen gaan. Respect naar elkaar maakt het weer een prettige ervaring. Soms proberen mensen al na 4 of 5 weken te vrijen. Soms na een week of 8 tot 10. Het is héél belangrijk om direct veilig te vrijen. Ook al gaat de penis niet naar binnen maar alleen tegen de vagina aan, dan nog kun je zwanger worden!! Over anticonceptie kun je
meer lezen in de folder die we je geven of kijken op de website: http://www.anticonceptie-‐ online.nl/ . GEWICHT /AFVALLEN/SPORTEN Gemiddeld komt een vrouw 12 kg aan in de zwangerschap. Soms is dit maar 5 kg maar soms ook 25 kg. En we willen het er allemaal vanaf hebben. Het allerbelangrijkste is bewegen!! Als je een beetje bent opgeknapt begin je met wandelen. Deze wandelingetjes kun je uitbreiden met iedere dag een uur te wandelen. Maar een ½ uur intensief bewegen per dag (dat kan ook fietsen zijn of stevig poetsen in huis) is al genoeg. Intensief bewegen niet eerder dan na 6 tot 8 weken na de bevalling. Bij te weinig rust kan je borstvoeding terug lopen. Daarnaast kun je allerlei andere klachten krijgen (rug en bekkenklachten en incontinentieklachten). Dus ga niet te vroeg aan de slag. Na een week of 8 kun je weer voorzichtig gaan sporten. Meldt op de sportschool dat je net bevallen bent zodat ze je advies kunnen geven. Let op als je zelf buikspieroefeningen gaat doen: -‐ Je buikspieren zijn door de zwangerschap uit elkaar gegaan. Deze spieren moeten al weer enigszins naar elkaar toegekomen zijn voordat je mag beginnen aan buikspieroefeningen. Als je er nog maar 1 vinger tussen kunt brengen is dit goed. Je kunt hier ook om vragen bij de sportschool of op de nacontrole bij Judith. -‐ Daarnaast is ook nu je bekkenbodem heel belangrijk om te trainen. Als je dit niet doet en je gaat wel sporten (m.n. je buikspieren) dan heb je een grotere kans op verzakkingen en incontinentieklachten. -‐ Een hele goede manier om je lichaam op conditie te brengen (en uiteindelijk houden) is “nordick walking”. Je hele lijf doet mee. Spieren worden weer sterk, je lijf wordt weer strakker, je lichaam verbrand veel vet ( het is een “low impact” sport: verbrand meer vet dan suiker) en je kunt het doen wanneer je wilt. Het is zeker verstandig om eerst lessen te nemen. Lees meer op: www.nordicwalking.elfringsport.nl 06-‐12380327. Beide zwangerschapscursussen “zwanger en fit” bij www.vannieuwamerongen.eu en www.keifit-‐gendringen.nl geven ook gerichte na-‐gym. Bij borstvoeding mag je niet “echt”gaan lijnen. Omdat er dan afvalstoffen van de moeder in de borstvoeding zouden komen. Je kunt natuurlijk wel rekening gaan houden met het eten. 3 maaltijden per dag en daarnaast 3 tussendoortjes is prima. Maar maak van die tussendoortjes geen snoeperij. Zorg dat je bijvoorbeeld yoghurt of fruit als tussendoortje neemt. Schep bij de warme maaltijd ook geen twee keer op. En tot slot, een gezonde, zelf gemaakte maaltijd is niet alleen veel gezonder maar ook nog eens veel goedkoper!
HANDIG OM TE WETEN NA HET KRAAMBED – bij borstvoeding
www.lactatiekundigenpraktijkmama.nl : voor alle informatie die je nodig hebt! DE BORSTVOEDING Regeldagen Er zijn dagen in de borstvoedingsperiode dat je baby onverzadigbaar lijkt. De baby komt erg vaak voor een voeding en nog is hij/zij niet tevreden. Dit noemen we regeldagen. De baby wil meer drinken dan wat de moeder aan borstvoeding aanmaakt. Om te zorgen dat de voeding weer toe neemt moet er actie ondernomen worden. Als je te maken hebt met een regeldag moet je het volgende doen: -‐ Ze baby elke keer aanleggen als hij/zij aangeeft te willen drinken, dus kan dus soms 1,5 uur na een voeding weer zijn en wel 12 of 14 keer op een dag. Het is sowieso handig om de baby bij regeldagen iedere 2 uur aan te leggen om de aanmaak van borstvoeding te stimuleren. -‐ Zelf moet je heel veel rusten en in dit geval betekent dit: veel liggen! -‐ “Drink je suf”. Als je gehoor geeft aan een regeldag zul je merken dat na één dag de voeding al weer is toegenomen en dat je kindje weer tevreden is. Een candida-‐infectie Als je borstvoeding geeft, kun je te maken krijgen met een candida infectie. Zo’n infectie kan bij jouw borsten voorkomen en in het mondje van het kindje. Candida is een schimmel die mensen van nature bij zich dragen en op bepaalde momenten, bijvoorbeeld bij minder weerstand, tot een infectie kunnen leiden. Symptomen bij de moeder: Gevoelige tepels en/of borsten. De tepels kunnen jeuken en branderig/vurig aanvoelen. Ook kan de tepelhof er rood uitzien. Als je baby aan de borst drinkt doet dit pijn. Symptomen bij de baby: Op het tongetje en soms ook op de kaakjes (en gehemelte) zit een witte aanslag , deze is niet weg te vegen met een vinger. Dit is soms te verwarren met witte melkaanslag die na de voeding op het tongetje blijft zitten; deze is wel weg te vegen. De baby heeft pijn bij het drinken en zal de borst vaak loslaten. De baby is dan vaak ook onrustig, met name bij het drinken. Wat te doen? Als je denkt dat jij en/of je kindje een candida infectie hebben, kan een verloskundige of de huisarts deze infectie bevestigen. Het is belangrijk dat zowel jij als je kindje nu behandeld worden. Jullie krijgen allebei een ander zalfje, jij voor op je tepels, je kindje voor in het mondje, wat je na de voeding aan moet brengen. Het beste is om nog een week (twee weken) na het verdwijnen van de klachten met een lagere dosering zalf verder te gaan, om een nieuwe infectie te voorkomen. Verder moet je ten tijde van de infectie zorgen dat je elkaar steeds opnieuw ‘besmet’ door alle onderkleding (bh’s, hemdjes) en spuugdoekjes op 60˚C te wassen en alle eventuele speentjes, kolven en flessen regelmatig uit te koken.