Green Deal Concreet 1.0 Een groep vooraanstaande bedrijven en brancheorganisaties in de betonketen hebben in 2011 samen met MVO Nederland het MVO Netwerk Beton opgericht. Op 4 oktober 2011 heeft het MVO Netwerk Beton een “Green Deal” gesloten met de Rijksoverheid. Het uiteindelijke doel van het MVO Netwerk Beton is om een volledig duurzame betonketen te creëren. Het Green Deal programma loopt af eind 2014. Het einddoel is dan nog niet bereikt, maar wel zal duidelijk zijn welke maatregelen de deelnemers gaan nemen om dat doel te bereiken. Met de verklaring “Green Deal Concreet 1.0” zetten deelnemende bedrijven een eerste gezamenlijke stap in duurzame richting. 1 Deze lijst met concrete maatregelen is gericht op samenwerking en het beter benutten van de mogelijkheden die bestaande technologie te bieden heeft. In de bijbehorende bijlage wordt per onderdeel van de verklaring een toelichting gegeven. De verzamelde ondertekende verklaringen worden op 15 november 2012 gepubliceerd. Het MVO Netwerk Beton gaat in 2013 verder. Vanuit een analyse van duurzaamheidprestaties van de hele keten - van grondstoffenwinning tot sloop- wordt een strategie ontwikkeld voor de toekomst. Vernieuwing van de bouwsector staat daarin centraal, het ontwikkelen van nieuwe technologie en het oplossen van belemmeringen (o.a. in bestaande regelgeving) de uitdaging.
Deelnemende brancheorganisaties bevorderen en ondersteunen deze doelstelling maar hebben geen mandaat van hun leden om deze verklaring ook te tekenen. Omdat deelnemende bedrijven verschillende schakels in de betonketen vertegenwoordigen is het mogelijk dat onderdelen van de verklaring niet van toepassing zijn op elk deelnemend bedrijf. 1
Verklaring Green Deal Concreet 1.0 Als vertegenwoordiger van deelnemer aan het MVO Nederland Netwerk Beton verklaar ik: 1. waar mogelijk en verantwoord gebruik te maken van secundaire grondstoffen om beton te maken; 2. waar mogelijk en verantwoord gebruik te maken van klinkerarme bindmiddelen en/of klinkerarm beton; 3. als leverancier zorg te dragen voor de benodigde kwaliteit van grondstoffen (zoals bedoeld bij punt 1 en 2); 4. mijn ketenpartners (inclusief de opdrachtgever) in de ontwerpfase te vragen wat zij kunnen bijdragen aan de realisatie van duurzame bouwwerken met beton; 5. kennis over de mogelijkheden van beton als duurzaam materiaal voor duurzame toepassingen actief uit te dragen; 6. (indien nodig) gegevens aan te dragen voor de Nationale Milieudatabase van SBK, deze gegevens zijn publiek toegankelijk; 7. de impact van mijn handelen op de biodiversiteit en ecosysteemdiensten inzichtelijk te maken; 8. gebruik te maken van een milieumanagementsysteem (ISO 14001 of gelijkwaardig); 9. zorg te dragen voor veilige arbeidsomstandigheden, waaronder de eisen van de NEPSI richtlijnen (Europees convenant) ten aanzien van respirabel kwartsstof; 10. waar mogelijk groene energie in te zetten voor mijn bedrijfsprocessen; 11. jaarlijks een duurzaamheidsjaarverslag te maken waar in ieder geval gerapporteerd wordt over bovenstaande afspraken; 12. de gegevens uit het duurzaamheidsjaarverslag beschikbaar te stellen aan MVO Nederland voor een gezamenlijke rapportage van het MVO Netwerk beton. Datum Naam
Ondertekening
Toelichting behorende bij de Verklaring Green Deal Concreet 1.0 Algemeen: Deelnemers ondertekenen de hele verklaring, ook als onderdelen niet op hun bedrijfsvoering van toepassing zijn. Door toch hiervoor te tekenen geven zij aan de intenties van andere deelnemers van het MVO Netwerk Beton te onderschrijven. Dit is essentieel omdat de sterkte van de keten bepaald wordt door de zwakste schakel. 1. waar mogelijk en verantwoord gebruik te maken van secundaire grondstoffen om beton te maken; Gebruik van secundaire materialen vormt een belangrijk uitgangspunt voor de productie van beton. In Nederland is het merendeel van de gebruikte cementsoorten gemaakt met secundaire grondstoffen als vliegas en hoogovenslakken en geproduceerd met behulp van secundaire brandstoffen. Ook neemt het gebruik van secundaire toeslagmaterialen (betongranulaat) toe. Het MVO Netwerk Beton vindt dat de tijd rijp is om het uitgangspunt om te draaien: als je voor een bepaald doel beton wilt gebruiken, kijk eerst of het met secundaire grondstoffen kan worden gemaakt. Randvoorwaarde daarbij is dat het gebruikte beton functioneel is, voldoet aan geldende technische- en milieueisen en dat het gebruik van secundaire grondstoffen niet leidt tot een lagere duurzaamheidsprestatie. Pas als niet aan die randvoorwaarden voldaan kan worden gaat de voorkeur uit naar (duurzaam gewonnen) primair materiaal. Voor deelnemers van belang is om er bewust van te zijn dat gebruik van secundair materiaal niet vanzelfsprekend de meest duurzame optie is: het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat het gebruik van secundaire grondstoffen leidt tot het gebruik van meer bindmiddel of onnodig transport. Het MVO Netwerk Beton zet zich in voor de verduurzaming van de betonketen en is zich ervan bewust dat dit een genuanceerde boodschap met zich meebrengt als het gaat om het vergroten van de inzet van secundair materiaal. Daarnaast is een verdere ontwikkeling van de recyclingtechnologie noodzakelijk om op termijn een groot deel van het oude beton in nieuw te kunnen toepassen. Deze innovaties staan prominent op de agenda van het MVO Netwerk Beton voor de komende jaren. 2. waar mogelijk en verantwoord gebruik te maken van klinkerarme bindmiddelen en/of klinkerarm beton; Traditioneel wordt beton gemaakt met cement met “klinker” (thermisch behandelde kalksteen en andere grondstoffen) als belangrijkste onderdeel. Wereldwijd is de productie van klinker verantwoordelijk voor circa 5% van de door de mens veroorzaakte uitstoot van CO2. In Nederland wordt al op grote
schaal gebruik gemaakt van cementsoorten met andere grondstoffen zoals hoogovenslakken en vliegas uit elektriciteitscentrales, en een beperkte hoeveelheid klinker. Technisch is het mogelijk om het klinkergehalte nog verder te verminderen mits wordt voldaan aan de prestatie-eisen zoals de aanvangsdruksterkte van beton. Deze klinkerarme cementsoorten zijn bovendien nog vaker toepasbaar dan nu gebeurd. Daarbij past wel een kanttekening. De vraag naar klinkerarme bindmiddelen groeit wereldwijd sneller dan het aanbod. Om die reden zal innovatie in de komende jaren een belangrijke rol moeten spelen om de vraag bij te kunnen houden. Nederland heeft bij deze innovaties al een leidende rol kunnen spelen, en het MVO Netwerk Beton wil graag dat Nederland die rol blijft houden. Daarom is innovatie van bindmiddelen voor het MVO Netwerk Beton een belangrijk thema voor de komende jaren. In deze afspraak wordt behalve klinkerarme bindmiddelen ook klinkerarm beton genoemd. Klinkerarm beton kan – behalve met klinkerarme bindmiddelen namelijk ook gemaakt worden door het gehalte aan bindmiddelen per m3 beton nauwkeuriger af te stemmen op de technische eisen. Er wordt vaker dan noodzakelijk een overmaat aan cement gebruikt, bijvoorbeeld om voldoende aanvangsdruksterkte te bereiken. 3. als leverancier zorg te dragen voor de benodigde kwaliteit van grondstoffen (zoals bedoeld bij punt 1 en 2); Kwaliteit was en is een belangrijk aspect voor de betonketen. Juist bij het gebruik van nieuwe(re) en innovatieve grondstoffen is het essentieel dat producenten kunnen vertrouwen op de aantoonbare kwaliteit van geleverde grondstoffen. Dit geldt voor zowel primaire als secundaire grondstoffen, en geldt zeker ook voor de eisen die vanuit duurzaamheid gesteld worden (zoals het gehalte aan klinker). 4. mijn ketenpartners (inclusief de opdrachtgever) in de ontwerpfase te vragen wat zij kunnen bijdragen aan de realisatie van duurzame bouwwerken met beton; Deze afspraak is een procesafspraak gericht op meer structurele vormen van samenwerking in de keten. De achterliggende vraag bij deze afspraak was hoe we energiebesparing c.q. CO2 reductie in de betonketen kunnen realiseren. Er blijken – ook met bestaande technologieën - veel mogelijkheden te zijn. De voorwaarde is dan wel dat betrokken bedrijven in de keten, maar ook de opdrachtgever, architect, ingenieursbureau, constructeur, betontechnoloog, etc. gaan samenwerken, vooral op het moment dat er een ontwerp voor een constructie of bouwwerk moet worden gemaakt. De kansen die samenwerking bij het ontwerp biedt zijn groot en heel divers: van eenvoudige optimalisaties van het productieproces (een mortelmixer hoeft bijvoorbeeld niet een half uur op de bouwlocatie te blijven draaien voordat het beton gestort kan worden) tot het ontwerpen van nul emissie gebouwen (of zelfs hele steden!). 5. kennis over de mogelijkheden van beton als duurzaam materiaal voor duurzame toepassingen actief uit te dragen; In de bouwwereld, en zeker daarbuiten is er weinig bekend over de mogelijkheden van beton als duurzaam materiaal. Partijen in de keten spannen
zich in om ontwerpers/architecten en eindgebruikers (opdrachtgevers en investeerders) kennis aan te reiken van duurzame/CO2 arme bouwsystemen zoals met (ultra)hogesterktebeton (materiaalarm bouwen) en met betonkernactivering voor energiearme gebouwen – en daarbij duurzame samenwerkingsvormen in de bouw na te streven. Deze afspraak hangt samen met punt 4. 6. (indien nodig) gegevens aan te dragen voor de Nationale Milieudatabase van SBK, deze gegevens zijn publiek toegankelijk Het meten van milieuprestaties is nodig om in de praktijk te bepalen of beton ook echt duurzamer is geproduceerd. Het Netwerk Beton maakt daarbij graag gebruik van de Nationale Database met milieugegevens van SBK, niet in de laatste plaats omdat dit vanaf 2013 ook voor bouwwerken verplicht wordt (als gevolg van de aanpassing van het Bouwbesluit). De Nationale database bevat al veel gevalideerde gegevens uit de betonketen, maar er zijn nog onderdelen waar betere (gevalideerde) cijfers wenselijk zijn. Het gebruik van gevalideerde cijfers is een gezamenlijk belang van de betonketen, als de cijfers niet gevalideerd zijn wordt een “veiligheidsmarge” gebruikt waardoor dergelijke materialen een minder goede milieuscore krijgen dan noodzakelijk. 7. de impact van mijn handelen op de Biodiversiteit en ecosystseemdiensten inzichtelijk te maken; Het MVO Netwerk Beton werkt in 2012 – samen met Witteveen en Bos – aan onderzoek naar de effecten van de betonketen op biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Op basis van dit onderzoek is een “biodiversiteitverkenner’ ontwikkeld. Dit instrument maakt het voor een bedrijf in de betonketen eenvoudiger om de impact van het handelen en mogelijke handelingsperspectieven inzichtelijk te maken. Door per deelnemend bedrijf dit inzicht in 2013 in kaart te brengen kan men maatregelen nemen met als doel om lokaal, regionaal en mondiaal biodiversiteit te stimuleren, te behouden en eventuele negatieve impact te voorkomen, te mitigeren, te herstellen of te compenseren. Het uiteindelijke doel van het Netwerk beton is om een zogenaamde “no net loss industry” te worden: een industrie die geen handelingen verricht die leiden tot verlies aan biodiversiteit of ecosysteemdiensten. 8. gebruik te maken van een milieumanagementsysteem (ISO 14001 of gelijkwaardig) Een milieumanagementsysteem geeft een bedrijf inzicht in alle milieugerelateerde risico’s van de bedrijfsvoering, en vormt ook de basis van milieuverslaglegging (zie ook punt 10). 9. zorg te dragen voor veilige arbeidsomstandigheden, waaronder de eisen van de NEPSI richtlijnen (Europees convenant) ten aanzien van respirabel kwartsstof; Wat betreft de “people” kant van een duurzame betonketen is het verzorgen van arbeidsveilige werkomstandigheden het meest in het oog springende onderwerp. Vooral het minimaliseren van respirabel kwartsstof dat vrij kan komen bij de productie en bewerking van beton in alle schakels van de betonketen is een aandachtspunt. Het Europese convenant, de NEPSI richtlijn,
vormt hierbij het uitgangspunt. Volgens deze richtlijn is het gehalte aan respirabel kwarts in de lucht (waar werknemers aan worden bloot gesteld) nooit hoger dan 10% van MAC grenswaarde. Deelnemers dragen zorg voor permanente voorlichting aan werknemers, waarbij afspraken worden gemaakt over de verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemers. 10. waar mogelijk groene energie in te zetten voor mijn bedrijfsprocessen; Voor veel deelnemers is het gebruik van groene energie in onderdelen van de bedrijfsvoering al een gegeven. Voor energie-intensieve productieprocessen en transport is het gebruik van groene energie nog minder vanzelfsprekend. De prestaties van de betonketen als geheel zijn daar wel mede van afhankelijk. Om de bedrijven die moeten investeren te stimuleren dit te doen is het van belang dat de kosten (en de baten!) van vergroening verdeeld worden over de betonketen. In 2013 gaat het MVO Netwerk Beton kijken of samenwerking mogelijk op basis van nieuwe businessmodellen- oplossingen kan bieden voor dergelijke belemmeringen. 11. jaarlijks een duurzaamheidsjaarverslag te maken waar in ieder geval gerapporteerd wordt over bovenstaande afspraken; In het duurzaamheidsverslag is in ieder geval opgenomen: • de gemiddelde CO2 emissies per m3 beton (alleen als de deelnemer beton produceert of gebruikt) • het gehalte aan primaire en secundaire grondstoffen geproduceerd en/of toegepast (voor sloop en recycling sector het aandeel bouw- en sloopafval, dat bestemd is voor de betonsector) • gebruikte (relevante) kwaliteitskeurmerken • de resultaten van samenwerking met ketenpartners • de bijdrage aan het verspreiden van kennis over duurzaam beton • eventuele bijdragen aan de SBK Nationale milieudatabase. • de resultaten van de verkenning op de impact op biodiversiteit en ecosysteemdiensten • De resultaten van maatregelen gericht op veilige arbeidsomstandigheden • het gebruik van groene energie voor bedrijfsprocessen. 12. de gegevens uit het duurzaamheidsjaarverslag beschikbaar te stellen aan MVO Nederland voor een gezamenlijke rapportage van het MVO Netwerk beton; MVO Nederland maakt jaarlijks een verslag van de resultaten van het Netwerk beton, op basis van gegevens aangereikt door de deelnemers. Het Netwerk kan hiermee de vorderingen ten aanzien van de green Deal Beton in beeld brengen. Voor deelnemers (en niet deelnemers!) kan dit fungeren als een benchmark. Voor de Overheid is de rapportage een instrument om de voortgang van de Green Deal te monitoren. Aan het eind van de Programmaperiode van de green deal wordt bezien of, en zo ja hoe, en hoe lang de monitoring doorgaat.