Gebruikershandleiding GUI 1.2
Auteur:
Annemiek Apeldoorn
Versie: 1.2 / 24-03-2009
Disclaimer Dit document bevat vertrouwelijke informatie bedoeld voor een specifiek persoon en doel en wordt beschermd door de wet. Indien u niet de beoogde ontvanger bent, dient u dit document te vernietigen en wordt u hierbij op de hoogte gebracht dat elke kennisneming of verspreiding van dit document strikt verboden is. Elke mening is alleen die van de auteur en vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs die van SafeLinQ.
Wijzigingen en versie beheer: Versie 1.0 1.1 1.2
Auteur Annemiek Apeldoorn Annemiek Apeldoorn Annemiek Apeldoorn
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
Datum 1 Dec 2008 15 Jan 2009 24 Maart 2009
24 Maart 2009
Wijzigingen Eerste versie Herziene versie Herziene versie
versie 1.2 page 2/18
Inhoudsopgave Introductie .................................................................................................... 4 1.1 1.2
Document scope................................................................................4 Achtergrond .....................................................................................4 Login Pagina ................................................................................... 4
2 2.1 2.2 2.3
Log in op de SafelinQ service ................................................................4 Activatie Wizard................................................................................5 Nieuw wachtwoord aanmaken ...............................................................5 Home............................................................................................ 6
3 3.1
Home Pagina ....................................................................................6 Locatie.......................................................................................... 7
4 4.1 4.2 4.3
Huidige locatie .................................................................................8 Route historie...................................................................................8 Rapportage ......................................................................................9 Veilige Zone ................................................................................. 10
5 5.1 5.2
Veilige zone instellen .......................................................................10 Veilige Zone Wijzigen, Verwijderen of Creëren ........................................11 Toetsen....................................................................................... 12
6 6.1
Snelkeuze toetsen instellen ................................................................12 Instellingen .................................................................................. 13
7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.2 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.3.4 7.3.5 7.3.6 7.3.7 7.3.8 7.3.9 7.4
Functie instellingen..........................................................................13 Interval .....................................................................................14 Route historie .............................................................................14 Meldings instellingen ........................................................................14 Speciale functies .............................................................................14 Aan/uit status .............................................................................15 Veilige zone ................................................................................15 Snelheidsalarm ............................................................................15 Positie via toets ...........................................................................15 Automatisch beantwoorden .............................................................15 Bewegingssensor ..........................................................................16 Fake Power Off ..........................................................................16 Stille modus ................................................................................16 Luidspreker op Afstand ..................................................................16 Toestel instellingen..........................................................................16 Beheerders .................................................................................. 17
8 8.1 8.2
Beheerder toevoegen........................................................................17 Wijzig/Verwijder beheerder ...............................................................18
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 3/18
Introductie 1.1
Document scope
Dit document dient als gebruikershandleiding van de website (User GUI). Het geeft stap voor stap uitleg over de toegang tot de site en het gebruik van de verschillende functionaliteiten.
1.2
Achtergrond
SafeLinQ Producten kunnen alleen worden gebruikt in combinatie met de SafeLinQ Service die wordt verstrekt door SafeLinQ of de vertegenwoordigers van SafeLinQ. SafeLinQ biedt een platform met gebruikers interface (GUI), door middel waarvan de functie instellingen, de meldingsinstellingen, de speciale functies en specifieke toestelinstellingen kunnen worden ingesteld of aangepast. Alle (aangepaste) instellingen worden per SMS via een SMS Gateway naar het toestel gestuurd en worden automatisch door het toestel herkend en opgepakt.
2 Login Pagina 2.1
Log in op de SafelinQ service
Ga naar www.safelinq.com/safelinq Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op “login” om naar de start pagina te gaan. Indien voor de eerste keer de site bezoekt, klikt u eerst op “activatie”. Volg de instructies in de “activatie wizard” om een nieuwe gebruiker te activeren en gebruikersnaam en wachtwoord te registeren.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 4/18
2.2
Activatie Wizard
Type het telefoonnummer van de nieuwe gebruiker. Stuur vervolgens een SMS met daarin de tekst “SafelinQ ON” naar het telefoonnummer dat wordt vermeld op de site.
2.3
Nieuw wachtwoord aanmaken
Nadat u de toegangscode per SMS heeft ontvangen en ingegeven, kunt u de gebruikersnaam en het wachtwoord aanmaken.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 5/18
3 Home Bovenaan het scherm vindt u 6 menu keuzes die elk apart beschreven worden 1. home 2. locatie 3. veilige zone 4. toetsen 5. instellingen 6. beheerders (een aantal hiervan is ook direct toegankelijk via de 4 sub-schermen aan de linkerzijde van de home pagina)
3.1
Home Pagina
“wachtwoord wijzigen” aan de rechterzijde van het scherm zorgt ervoor dat u uw wachtwoord kunt veranderen. “Alarmoverzicht” geeft u een overzicht van de laatste vijf meldingen. Indien van toepassing zal er rechtsonder een lijst van “niet geinitialiseerde toestellen” weergegeven worden. Deze toestellen moeten nog geactiveerd worden door middel van de activatie wizard.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 6/18
4 Locatie Via de locatie sectie kunt u zien waar al uw toestellen zich bevinden. Ook kunt u de huidige positie van een specifiek toestel achterhalen. Op de kaart ziet u de laatst bekende positie van het toestel en aan de linkerzijde ziet u de status en locatie detailgegevens.
Selecteer een specifiek toestel voor meer detail gegevens.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 7/18
4.1
Huidige locatie
Om de huidige locatie van een specifiek toestel te vinden: * Selecteert u het toestel en klikt op huidige locatie om het toestel te zoeken. Dit duurt ongeveer 60-80 seconden. Terwijl er naar het toestel wordt gezocht zal er een gele balk boven in beeld zichtbaar zijn. Indien het toestel niet gevonden kan worden, zal de laatst bekende locatie doorgegeven worden. Er kunnen meerdere redenen zijn waardoor een toestel niet gevonden kan worden, zoals weersomstandigheden, zwaar bebouwde omgeving of wanneer het toestel binnenshuis is waarbij sprake is van slechte ontvangst.
4.2
Route historie
De route historie geeft een overzicht van de afgelegde route(s) van de gebruiker. De locatie informatie is op basis van de servicetijd en de intervallen zoals aangegeven in de “instellingen” en worden voor een periode van 30 dagen bewaard. Selecteer de dag die u wilt zien op de kalender. (Let op: Alleen de vetgedrukte data bevatten route informatie) U kunt nu de tijd, de datum en het adres zien als ook informatie over welk type melding. Als u meer informatie wilt m.b.t. een bepaalde locatie, klikt u op het corresponderende nummer in de lijst. Om de route historie uit te schakelen: * Klik op “instellingen” * Selecteer toestel * Selecteer functie instellingen * Klik op “route historie”. Als het indicatie veld rood is geeft het aan dat de route historie is uitgeschakeld.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 8/18
4.3
Rapportage
Met behulp van de rapportage functie kan een rapport worden gemaakt waarin voor alle toestellen de volgende informatie kan worden opgenomen: Datum, tijd, toestelnaam, telefoonnummer, adres, lengtegraad, breedtegraad, meldingstype, kwaliteit. Voor de producten BloQ en MytraQ WM zijn er nog twee extra categorieën aan toegevoegd : privé/zakelijk gebruik en kilometerstand. Kies de gewenste begin- en einddatum voor het rapport in de kalender aan de rechterzijde, en klik op “rapport generen”. De informatie wordt naar Excel geëxporteerd zodat u de data indien gewenst verder kunt bewerken.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 9/18
5 Veilige Zone Het is mogelijk om veilige zones in te stellen, met een maximum van vier zones voor de SmartLinQ en tot maximaal negen zones voor de QLinQ en MyTraQ. De gebruiker kan vrij bewegen binnen de veilige zones, maar zodra de zone wordt verlaten tijdens de service tijd, wordt er een SMS bericht gestuurd naar de beheerder, of de aangewezen meldkamer.
5.1
Veilige zone instellen
Selecteer “veilige zone” in het menu Kies een toestel aan de linkerzijde van het scherm, Voer eerst de “zone naam” in om een veilige zone aan te maken. Geef de start en eindtijd aan waartussen de veilige zones worden gecheckt, en kies de “Interval”. Dit is de tijd waarbinnen de beheerder wordt geïnformeerd als de gebruiker de zone verlaten heeft. De standaard setting is ingesteld op 10 minuten. Na het selecteren van het type en de frequentie van de zonemelding: Klik op “volgende” Na op de "maak zone" toets te hebben geklikt kunt u de veilige zone aangeven door op de kaart te klikken. De eerste klik geeft het centrum van de zone aan. Door de muis te bewegen wordt er een cirkel zichtbaar. U kunt de veilige zone vastleggen door nogmaals te klikken. U kunt de zoek functie gebruiken om een specifiek adres te vinden en te centreren op de kaart.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 10/18
Let op: Wanneer u Map24 gebruikt, houd de CTRL toets ingedrukt terwijl u de veilige zone selecteert op de kaart.
5.2
Veilige Zone Wijzigen, Verwijderen of Creëren
Kies een veilige zone uit het dropdown menu, Met “Wijzigen” kunt u de bestaande veilige zones opnieuw instellen. “Creëren” brengt u terug naar het start scherm waar u een nieuwe veilige zone kunt toevoegen. Selecteer “verwijderen” wanneer u een veilige zone wilt verwijderen.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 11/18
6 Toetsen U kunt uw toestel voorprogrammeren met door u gekozen telefoonnummers. Hoeveel nummers u kunt voorprogrammeren (vier of negen) hangt van het toestel af.
6.1 Om de -
Snelkeuze toetsen instellen snelkeuze toetsen in te stellen : Klik op “toesten” op de menu boven in het scherm Selecteer een toestel Enter de details voor de gewenste snelkeuze toets en klik op “configureren”
De nummers achter de snelkeuze toetsen 1 en 2 hebben toegang tot de stille modus en automatisch beantwoorden. Om een voorgeprogrammerd nummer te verwijderen: - klik op “toetsen” in het menu boven aan het scherm - selecteer uw toestel - klik “verwijderen” op de snelkeuze toets waarbij u het nummer wilt verwijderen.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 12/18
7 Instellingen Bij het hoofdstuk Instellingen kunt u de SafeLinQ service instellingen naar uw behoeften aanpassen:. - Klik op “instellingen” - Selecteer een toestel - Kies een van de vier categorieen: “functie instellingen”, “meldings instellingen”, “speciale functies”, “toestel instellingen”, hieronder verder uitgelegd:
7.1
Functie instellingen
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 13/18
7.1.1
Interval
Hier kan u zowel de service tijd (de tijd dat het toestel actief is) als de traceer en transmissie intervallen instellen. (min. een minuut, max. een uur)
7.1.2
Route historie
Gebruik deze functie als u de route historie aan of uit wilt zetten.
7.2
Meldings instellingen
Klik op “meldings instellingen” en selecteer voor alle meldingen hoe de informatie naar de beheerder moet worden gestuurd. Dit kan per SMS, per e-mail of beide.
7.3
Speciale functies
Om de verschillende functies als aan/uit status, veilige zone melding, snelheidsalarm, stille modus, automatisch beantwoorden, bewegingssensor en positie via toets in te stellen, klik op de relevante functie om het aan te zetten. Een groene indicator geeft aan dat de functie is ingesteld.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 14/18
7.3.1
Aan/uit status
Indien geactiveerd zorgt deze functie ervoor dat u kunt zien of het toestel aan of uit staat. Dit is te zien onder “status” in de secties “Locatie” en “Route historie”
7.3.2
Veilige zone
Deze functie zorgt ervoor dat veilige zone meldingen op de SafeLinQ gebruikers website getoond worden.
7.3.3
Snelheidsalarm
U kunt een maximum snelheidsniveau instellen. Wanneer deze optie is geactiveerd zal er een melding worden verstuurd zodra de snelheidslimiet is overschreden.
7.3.4
Positie via toets
Selecteer een van de voorgeprogrammeerde toetsen die u wilt gebruiken voor deze functie. Wanneer deze toets door de gebruiker ingedrukt wordt, zal het toestel de locatie, de tijd en/of datum doorgeven aan de SafeLinQ server.
7.3.5
Automatisch beantwoorden
Selecteer voorgeprogrammeerde toetsen 1 of 2 om de functie automatisch beantwoorden in te stellen. Indien ingeschakeld zal het toestel, als het nog niet is opgenomen door de gebruiker, na 10 seconden de oproep van een van deze nummers automatisch beantwoorden.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 15/18
7.3.6
Bewegingssensor
Door het aanzetten van deze functie ontvangt u een melding zodra de bewegingsmelder wordt geactiveerd. Dit gebeurt als het toestel valt. U heeft de keuze uit verschillende gevoeligheidsniveaus (gerangschikt van minst naar meest gevoelig): 1. Man down – Laag 2. Man down – Medium 3. Man down – Hoog 4. Impact
7.3.7
Fake Power Off
Wanneer de functie “fake power off” is geactiveerd op het platform, zal de telefoon nog steeds reageren op “real time finds”, zal het toestel nog steeds de mobiele route rapporteren, en meldingen versturen, ook al is het toestel door de gebruiker uitgeschakeld. Wanneer er gebeld wordt door een van de nummers voorgeprogrammeerd onder toetsen 1 of 2 zal het toestel reageren zonder beltoon en automatisch opnemen, zodat de beller mee kan luisteren zonder ongewenste aandacht te trekken en actie kan ondernemen indien gewenst.
7.3.8
Stille modus
Door de “stille modus”te activeren, zal het direct lijken alsof de telefoon is uitgeschakeld. Het stelt de gebruiker van de voorgeprogrammeerde nummers van toets 1 en 2 in staat de beltoon van de telefoon uit te schakelen. Als er aanleiding is te denken dat de gebruiker in gevaar is kan het toestel vanuit de voorgeprogrammeerde nummers worden gebeld. Het toestel zal zonder beltoon opnemen, zodat de beller mee kan luisteren zonder ongewenste aandacht te trekken en actie kan ondernemen indien gewenst.
7.3.9
Luidspreker op Afstand
Om de functie luidspreker op afstand te activeren, voert u het telefoonnummer in dat gebruikt zal worden om het toestel te bereiken. U kan kiezen uit: 1. (interne) Luidspreker of 2. Handsfree (externe luidspreker). De microfoon staat standaard uit, dus als u het toestel van de gebruiker wilt horen, vink dan het keuzevakje achter de microfoon aan.
7.4
Toestel instellingen
Dit gedeelte kunnen de volgende instellingen worden aangepast. Toestelnaam: is de specifieke naam van het toestel Mobiel nummer toestel: is het telefoonnummer van het toestel Netwerk provider toestel: geeft de mogelijkheid de juiste network provider te kiezen Alarm nummer toestel: is het telefoonnummer dat wordt gebeld indien de SOS knop wordt ingedrukt. EMC modus: hier kunt u de communicatie methode in geval van alarm aangeven Tijdzone toestel selecteer het land/tijdzone dat correspondeert met van de locatie van de gebruiker Voorkeursverbinding U kunt kiezen tussen: alleen GPRS, alleen SMS of automatisch (= GPRS met terugval op SMS)
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 16/18
8 Beheerders Op deze pagina kunt u beheerders toevoegen, wijzigen of verwijderen. Een beheerder kan de door u ingestelde alarmeringen ontvangen, maar kan de website niet gebruiken.
8.1
Beheerder toevoegen
Vul naam, telefoonnummer en email adres van de beheerder in.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 17/18
8.2
Wijzig/Verwijder beheerder
Selecteer hier welke meldingen naar de extra beheerder gestuurd moeten worden. De communicatie methode van de meldingen zijn bepaald in sectie 7.2 “meldings instellingen”.
Gebruikershandleiding GUI Auteur: Annemiek Apeldoorn
24 Maart 2009
versie 1.2 page 18/18