Examenstof Luchtvaartvoorschriften + Zeilvliegreglementen: Weten wat de volgende zaken betekenen: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
ASR (Altimeter Setting Region) Bijzondere VFR-‐vlucht Daglichtperiode EASA Een luchtverkeerscircuit Gecontroleerde luchthaven Gezagsvoerder Grondkoers Grondzicht Hoogte Inhalen Kunstvlucht Langsvlucht Luchthaven Luchthaveninformatie Luchthaveninformatieverstrekker Luchtvaartuig en Nederlands luchtvaartuig Luchtverkeer Motorzweefvliegtuig Overgangshoogte Overgangsniveau Overlandvlucht QFE QNH Schermvliegtuig Soaren Terrein voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) TMG VFR-‐vlucht Vlieghoogte Vliegniveau Vliegtuig Vliegzicht Vluchtinformatiegebied Amsterdam Voet Voorval Vrije ballon Wolkenbasis Zeilvliegtuig Zichtweeromstandigheden 1
-‐ -‐
Zweeftoestel Zweefvliegtuig
Weten: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Dat het verboden is luchtvaartvertoningen of luchtvaartwedstrijden te houden zonder vergunning Dat het is verboden is om aan een luchtvaartvertoningen of luchtvaartwedstrijden mee te doen waarvoor geen vergunning is verleend. Dat het verboden is fotografische of cinematografische opnamen te maken vanuit een zeilvliegtuig zonder vergunning Dat het verboden is een foto of videocamera mee te voeren zonder vergunning Dat het verboden is een toestel dat geen luchtvaartuig is te gebruiken in het luchtruim Dat het zeilvliegtoestel een luchtvaartuig is en waarom. Dat het voor het besturen van een zeilvliegtuig geen bewijs van bevoegdheid nodig is en waarom. Wanneer het verboden is onder invloed van drank of drugs te vliegen Dat een zeilvliegtuig niet aan de eisen voor nationaliteitskenmerken, de registratie van luchtvaartuigen en de luchtwaardigheids-‐ en geluidseisen hoeft te voldoen en waarom. Dat het verboden is vluchten tegen vergoeding uit te voeren met een zeilvliegtuig en waarom Welke documenten zeilvliegers mee moeten voeren Aan welke regels men moet voldoen buiten vluchtinformatiegebied Amsterdam Dat het verboden is aan het luchtverkeer deel te nemen als daardoor gevaar ontstaat. Dat het verboden is boven aaneengesloten bebouwing of mensenmenigten te vliegen op zodanige hoogte dat er geen noodlanding gemaakt kan worden zonder gevaar. Weten welke uitzonderingen hiervoor gelden Dat en waarom zeilvliegers geen vliegplan hoeven in te dienen voor een vlucht Dat en waarom Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan verbieden boven Nederland of bepaalde gedeelten daarvan te vliegen Dat het verboden is gevaarlijke stoffen mee te voeren Dat en waarom een zeilvlieger niet verplicht is een voorval te melden Welke soorten luchthavens er zijn Dat overige burgerluchthavens van nationale of regionale betekenis zijn en waneer. Dat en waarom een zeilvliegtoestel slechts mag opstijgen vanaf een luchthaven of een terrein voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik Dat een zeilvliegtoestel ook buiten een luchthaven mag landen. Dat een burgerluchthaven een luchthavenbesluit dan wel een luchthavenregeling nodig heeft Welke regels Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan stellen aan luchthavens. Wat de regels zijn indien schade aan een ander is toegebracht na een ongeval of landing Onder welke omstandigheden de ontheffing voor het hebben van een bewijs van bevoegdheid van toepassing is Wanneer een luchthavenregeling volstaat voor een luchthaven
2
-‐
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Dat de regels voor veilig gebruik overige burgerluchthavens en TUGs (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik) niet gelden voor burgerluchthavens en TUGs die uitsluitend worden gebruikt om te soaren. Welke eisen er aan de ligging en het gebruik van een luchthaven of TUG door zeilvliegtuigen worden gesteld Wat de verschillende luchtverkeersleidingsklasses zijn en in welke zeilvliegers mogen vliegen Volgens welke voorschriften zeilvliegtuigen dienen te vliegen en wat deze voorschriften inhouden (d.w.z. de luchtverkeersregels kennen) Wat de zichtweersomstandigheden zijn en bij welke omstandigheden zeilvliegers mogen vliegen Wat de minimale vlieghoogtes zijn Wat de regels zijn omtrent het gebruik van hoogtemeters Waar een deelnemer aan moet voldoen bij een luchtvaartvertoning of wedstrijd Wat in het journaal vermeld moet worden Dat een transponder in een TMZ verplicht is en dat zonder vliegen verboden is. Dat onder en bovengrenzen in de verschillende TMZ’s variëren binnen en buiten kantooruren. Men moet op kunnen zoeken wat de onder/bovengrens van een TMZ is voor het gebruik van een zeilvliegtoestel in een bepaald gebied. Waar men informatie kan vinden over verboden vlieg gebieden Wat een standaard luchtverkeerscircuit is Dat en waarom de EASA wetten niet van toepassing zijn op zeilvliegers. Het opleidingsreglement (hoofdstuk 7) welke bevoegdheden brevet 1,2 en 3 geven (Hoofdstuk 8, Brevetteringsreglement, 8.2, 8.3 en 8.4 onderdeel “Bevoegdheid” welke bevoegdheden de verschillende aantekeningen geven (8.5) Hoofdstuk 1, 2, 6 en 8 (hiervan alleen melding voorvallen) van het Basisveiligheidsreglement Zeilvliegen (9.1, 9.2, 9.6 en 9.8 melding voorvallen) “Gebruik van lierterreinen” en “Gebruik van sleepterreinen” van het Reglement vliegbedrijf uit 10.2 respectievelijk 10.3
Examenstof Navigatie Kunnen
-‐ -‐
bepalen wat zich daar op de kaart bevind aan de hand van coördinaten bepalen welke koers gevlogen moet worden rekening houdend met windrichting (winddriehoek) bepalen welke niet toegankelijke gebieden op een koers liggen bepalen welke hoogte restricties gelden voor een bepaald gebied
-‐ -‐
Wat dat er verschillende coordinaat formaten zijn .
-‐ -‐
Weten
3
Examenstof Meteo Weten: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Hoe de opbouw is van de atmosfeer (Atmosfeer, Troposfeer, Topopauze, Stratosfeer, Stratopauze) Wat de standaard atmosfeer is Hoe de verticale verloop van de luchtdruk is Hoe de horizontale verloop van luchtdruk is. Wat hoge en lagedrukgebieden, isobaren, ruggen, troggen, voren, wiggen en zadelgebieden. Wat luchtdrukgradiënt, corioliskracht en divergentie/convergentie is. Wat verticale temperatuur gradiënt, isothermie, inversie en toestandskromme is. Wat luchtvochtigheid, condenseren / sublimeren, verzadigde lucht, mengverhouding, dampdruk en dauwpunt is. Hoe wolken worden getypeerd naar opbouw en hoogte Wat de gevaren zijn van Cumulonimbus Welke soorten lage-‐ en hogedrukgebieden er zijn. Welk type weer in lage en hoge drukgebieden voorkomt. Wat warme en koude massa is. Welke fronten en zijn en de eigenschappen kunnen benoemen. Wat een occlusie is Wat convertieve luchtstromingen zijn Wat windshear is bij onstabiele lucht, langs frontvlakken en inversies Wat het verschil is tussen land en zee wind Wat het verschil is tussen berg en dalwind. Wat plaatselijke situaties zoals Föhn, Bora en Mistral inhouden. Hoe het weerbericht voor de kleine luchtvaar gelezen moet worden. Waar en wanneer je turbulentie, sink en/of stijg kunt verwachten
Examenstof Aerodynamica Weten -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Hoe de vorm en onderdelen bijdragen aan de vliegeigenschappen Wat de dimensionering (neushoek, v-‐stelling, zeiloppervlak, spanwijdte, aspect-‐ratio) betekend. Wat de begrippen profiel, reflex, tipverdraaiing (washout), wingtips, tipsticks, variabele geometrie, winglets, lufflines, floating crossbar, keelpocket en sprogs betekenen. Hoe een vleugelprofiel werkt en wat de wet van Bernoulli inhoudt. Wat het verschil is tussen enkel en dubbel doek. Wat het effect van een overtrek, tipwervels en grondeffect is. 4
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Welke krachten (draagkracht, weerstand, zwaartekracht) er op een zeilvliegtuig uitgeoefend worden. Wat een krachtenevenwicht en resulterende kracht is. Welke factoren de draagkracht afhankelijk is. Welke typen weerstand er zijn (profielweerstand, schadelijke weerstand, geïnduceerde weerstand) inclusies verschillen in grootteorde daarvan. Wat de afhankelijkheid is van diverse weerstanden m.b.t. vliegsnelheid. Wat breukbelasting is. Wat de bewegingsassen van een zeilvliegtoestel zijn en de begrippen stampen, gieren en rollen op deze assen kunnen projecteren. Welke factoren de stabiliteit van een zeilvlieger veroorzaken bij stampen (o.a. tipverdriaaiing, lufflines, tipsticks), gieren (oa tipverdraaiing, keelpocket) en rollen (o.a. V-‐stelling) Wat het drukpint en zwaartepunt is. Wat de 2-‐assigheid van een zeilvlieger inhoudt. Wat de effecten zijn van zwaartepuntsverplaatsing Wat de centrifugaalkracht en krachtenevenwicht is in een gecontroleerde bocht. Welke soorten bochten er zijn (o.a. slippende en schuivende bocht) en welk krachtenspel daarbij speelt. Wat een (tip)stall is en hoe deze op te heffen
Examenstof Vliegtechiek Weten: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Hoe een vluchtvoorbereiding eruit ziet. Wat er gecontroleerd wordt bij een preflight-‐check Hoe gecontroleerd wordt of de piloot ingehaakt is Welke startmethoden er zijn (duinstart, vlonderstart, bergstart, klifstart, lierstart en sleepstart) en welke procedures daarbij horen Wat een vleugelpolaire en glijhoek is Wat de bijzondere snelheden Vtrim, Vmin sink en Vmax L/D inhouden Welke verschillende bochten er zijn en hoe deze gevlogen moeten worden. Hoe een landingscircuit er uit ziet (incl. begrippen downwind, base en final) Wat af-‐S-‐en is Hoe de laatste fase van het landen verloopt (ophanghoogte, zwaartepunt, flare, landen op wielen) Hoe bijzondere landingen verlopen, zoals toplanding, crosswindlanding, meewindlanding en helling-‐op-‐landing. Hoe de vliegomstandigheden zijn bij vliegen in hellingsstijgwind (effect hellingvorm, liftband, vliegsnelheid, loef-‐/lijzijde, venturi effect, windgradiënt) Wat de regels zijn van passeren en inhalen tijdens vliegen in hellingsstijgwind
5
-‐
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Hoe de vliegomstandigheden zijn bij vliegen in thermiek en welke factoren invloed hebben op thermiek (cumulus, blauw-‐termiek, huisbel, aanvliegen en centreren in thermiekbellen) Wat de regels zijn voor draairichting en voorrang tijdens vliegen in thermiek Wat de invloed is van obstakels en turbulentie bij obstakels. Hoe groot het turbulente gebied kan zijn Wat het effect van (dal-‐) rotorwind en tipwervels is Hoe je bepaalt of je op plaats, tijd en situatie een veilige vlucht kunt uitvoeren Wat het verschil is tussen een enkeldoek, wedstrijdtoestel en alles ertussen + Hoe ga je om met de overstap naar een nieuw toestel. Hoe je veilig met mede piloten in dezelfde thermiekbel vliegt Hoe je op zicht bepaalt of je ergens nog wel of niet overheen komt. Hoe en welke indicaties je kunt gebruiken om de heersende meteo te bepalen
6