Examen VMBO-KB
2005 tijdvak 1 maandag 23 mei 9.00 - 11.00 uur
LANDBOUW-BREED CSE KB
Naam kandidaat
__________________________________
Kandidaatnummer _______________
Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.
Dit examen bestaat uit 64 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 71 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden.
500012-1-741o
Meerkeuzevragen
-
Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens de voorbeelden 2 of 3.
(1)
A B C D
(2)
A B C D
X
(3)
B
A B C D
X X
PAPRIKATEELT Omdat paprika's in Nederland in kassen worden gekweekt, zijn ze het hele jaar door verkrijgbaar. Omdat de teelt in kassen veel energie kost, houdt men toch zo veel mogelijk rekening met de seizoenen. De meeste paprikateelten worden opgezet in november. Hierdoor hoeven de paprikaplanten niet zo veel worden belicht.
1p
1
Voor de opbrengst is het belangrijk dat de bloemen van de paprika’s goed bestoven worden. Wat verbetert door een goede bestuiving? A De paprika's worden groter. B De paprika's worden beter van kleur. C Er komen meer paprika's aan de planten.
1p
2
In kassen worden paprika's vaak geteeld op steenwolmatten. Hoe heet deze teelt? A biologische teelt B kunstmatige teelt C substraatteelt
1p
3
Een computer regelt dat de paprikaplanten voldoende voedingszouten krijgen. Planten hebben van bepaalde voedingszouten veel nodig van andere weer weinig. Van welke voedingszouten hebben planten veel nodig? voedingszouten met: A fosfor, kalium en ijzer B fosfor, kalium en stikstof C fosfor, stikstof en ijzer D kalium, stikstof en ijzer
500012-1-741o
2
ga naar de volgende pagina
1p
4
Steenwolmatten worden gebruikt, omdat ze voordelen hebben ten opzichte van gewone grond. Wat is zo’n voordeel? A Steenwol bevat meer bodemorganismen. B Steenwol bevat meer voedingsstoffen. C Steenwol is gemakkelijker te ontsmetten.
PRIJZEN VAN BIOLOGISCHE PRODUCTEN In Nederland is de teelt van biologische groente en fruit in 2002 toegenomen met 12%. De vraag naar biologische producten is met 9% gestegen. In het buitenland is de teelt van biologische producten ook toegenomen. Dit bemoeilijkt de export van biologische groente en fruit. In onderstaande tabel worden de prijzen van biologische en gangbare producten met elkaar vergeleken. prijzen van biologische en gangbare producten (€) product biologisch gangbaar aardappelen (1 kg) 0,85 0,53 champignons (250 g) 1,38 0,91 hamlappen (1 kg) 14,99 8,64 jonge kaas (1 kg) 8,80 6,20 kipfilet (1 kg) 20,97 9,29 halfvolle melk ( 1 l) 0,90 0,63 ribcarbonade (1 kg) 12,99 8,59 roomboter (250 g) 1,61 1,13 rundergehakt (1 kg) 9,49 6,62 trostomaat (1 kg) 4,69 3,58 1p
5
meerprijs in % 60 52 73 42 126 43 51 42 43 31
Veel mensen vinden biologische producten in verhouding tot gangbare producten te duur. Voor welk product uit de tabel geldt dit het minst? ..........................................................................................................................................
1p
6
De uitbreiding van de teelt van biologische producten in het buitenland bemoeilijkt de export van Nederlandse biologische producten. Leg dit uit. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
3
ga naar de volgende pagina
INSECTENBESTRIJDING Bio kill is een bestrijdingsmiddel tegen insecten.
1p
7
Is het middel geschikt om vlooien bij katten te bestrijden? En om kakkerlakken in de gevulde voorraadkast te bestrijden? A alleen voor de bestrijding van vlooien bij katten B alleen voor de bestrijding van kakkerlakken in de gevulde voorraadkast C zowel voor de bestrijding van vlooien bij katten als voor de bestrijding van kakkerlakken in de gevulde voorraadkast
1p
8
Mariska bestrijdt met het middel teken bij haar leguanen. Noem een maatregel die Mariska moet nemen om de leguanen tegen het middel te beschermen. ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
4
ga naar de volgende pagina
1p
9
Een plant van Johan is aangetast door insecten. Welk deel van de plant moet Johan volgens het etiket vooral bespuiten? A de bovenkant van de bladeren B de grond C de onderkant van de bladeren
OPPERVLAKTENORMEN De oppervlaktenormen geven aan, hoeveel vloeroppervlakte er minimaal per varken in een stal moet zijn. Oppervlaktenormen tot 2013 en na 2013 in m
2
oppervlakte na 2013
oppervlakte tot 2013 varken tot 15 kg 15 - 20 kg 30 - 50 kg 50 - 85 kg 85 - 110 kg boven 110 kg
nieuwe of verbouwde stallen 0,20 0,30 0,50 0,65 0,80 1,00
bestaande stallen 0,20 0,30 0,50 0,60 0,70 1,00
alle stallen 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00 1,30
1p
10
Een hok in een bestaande stal meet drie bij drie meter. Hoeveel vleesvarkens van 105 kg mogen daarin nu gehuisvest worden? A 9 B 10 C 11 D 12 E 13 F 14
1p
11
Vergelijk de oppervlaktenormen van voor 2013 met die van na 2013. Wat geldt dan over het algemeen? A Na 2013 kunnen minder dieren in een stal gehouden worden dan er voor. B Na 2013 kunnen evenveel dieren in een stal gehouden worden als er voor. C Na 2013 kunnen meer dieren in een stal gehouden worden dan er voor.
500012-1-741o
5
ga naar de volgende pagina
GRASSOORTEN
berm en dijk
opkomstsnelheid
bespelingtolerantie
droogtetolerantie
wintervastheid
schaduwtolerantie
9 8
7 8
8 8
6 7
4 5
7 2
9 8
8 9
4 7
6 6
7 8
6 10
4 6
6
9
8
8
9
4
6
9
6
8
8
8
8
6
9
8
9
9
4
6
9
6
8
8
8
8
5
7
7
9
7
5
5
8
6
7
7
9
8
4 4 3 4 4 4
7 7 5 8 8 7
7 6 5 6 7 6
9 9 9 9 8 7
6 6 5 6 10 10
3 2 2 4 2 2
5 6 5 5 5 4
8 8 6 8 10 10
8 8 8 9 8 8
7 7 7 7 9 10
8 9 9 9 8 8
8 7 8 8 8 9
6 7 6 8 8 5
tolerantie kort maaien
recreatie
Engels raaigras veldbeemgras gewoon rood zwenkgras rood zwenkgras fijne uitlopers rood zwenkgras forse uitlopers hard zwenkgras gewoon schapegras fijnbladig schapegras gewoon fakkelgras gewoon struisgras wit struisgras
traagheid van groei
gazon
eigenschappen
zodedichtheid
toepassingsgebieden
golfgreen
soort gras
sport
Grasvelden worden voor verschillende doeleinden aangelegd, op verschillende plaatsen en onder verschillende omstandigheden. Daarom is het bij het aanleggen van een nieuwe grasmat belangrijk de juiste grassoort(en) te kiezen. Om tot een juiste keuze te kunnen komen kan onderstaande tabel gebruikt worden.
Verklaring van de cijfers: toepassingsgebieden: hoe hoger het cijfer hoe geschikter voor de toepassing eigenschappen: hoe hoger het cijfer hoe beter de eigenschap 1p
12
Het is meestal niet verstandig om een grasveld in te zaaien met één grassoort. Noem hiervoor één reden. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
1p
13
500012-1-741o
Gras op een golfgreen moet speciale eigenschappen hebben. Gewoon en wit struisgras zijn zeer geschikt voor een golfgreen. Welke twee eigenschappen maken deze grassen geschikt voor een golfgreen? A droogtetolerantie en wintervastheid B droogtetolerantie en zodedichtheid C tolerantie kort maaien en zodedichtheid D wintervastheid en tolerantie kort maaien
6
ga naar de volgende pagina
2p
14
Marco wil in zijn tuin een siergazon aanleggen. Welke twee soorten gras zijn daar het meest geschikt voor? .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
1p
15
Voor welke toepassing is schapegras het meest geschikt? A sport B gazon C recreatie D berm en dijk E golfgreen
AARDBEIENJAM AARDBEIENJAM (rabarber-, kersen-, frambozen- of abrikozenjam) 1 kg aardbeien of andere vruchten, ¾ kg suiker Laat de gewassen en gekneusde vruchten of de in stukjes gesneden rabarber met een bodempje kokend water vlug tot moes koken, en daarna onder roeren, zonder deksel op de pan, tot de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid inkoken. Voeg vervolgens de suiker toe en laat de jam nu steeds roerend nog 8 à 10 minuten inkoken, tot een druppel op een koud schoteltje niet meer uitvloeit. Doe de jam zo heet mogelijk in potten en sluit ze met cellofaanpapier af. 1p
16
Hoe heet de conserveermethode die gebruikt wordt bij jam maken? A blancheren B pasteuriseren C steriliseren
1p
17
Amanda wil aardbeienjam maken volgens dit recept. Ze gebruikt 10 kg aardbeien. Hoeveel suiker heeft ze nodig? ..........................................................................................................................................
1p
18
500012-1-741o
Een functie van suiker in jam is smaakstof. Wat is een andere functie van suiker in jam? A beter smeerbaar maken van de jam B conserveren van de jam C kleur verbeteren van de jam
7
ga naar de volgende pagina
DE EUROPESE UNIE WORDT GROTER Vanaf 2004 is de Europese Unie uitgebreid met een aantal landen. De meeste van deze landen liggen in het oosten van Europa, maar ook Malta en Cyprus zijn vanaf 2004 lid. Het groter worden van de EU heeft invloed op de handel van agrarische producten en op de agrarische subsidies voor EU-landen. Op onderstaand kaartje staat aangegeven welke landen lid zijn geworden. Per land is informatie aangegeven over de agrarische sector.
EU-toetreders in cijfers Estland
Legenda: aantal mensen werkzaam in land- en tuinbouw (x 1.000) agrarische werknemers als % van de beroepsbevolking aantal ha's landbouwgrond (x 1.000)
32 7,4 986
Letland 118 13,5 2.540
EU-landen
Litouwen
lid vanaf 2004
262 19,6 3.489
geen lid
Polen 2698 18,8 18.397
Tsjechië 193 5,2 4.280
Slowakije Slovenië 81 9,9 486
Hongarije 227 4,8 5.853
119 6,7 2.444
Cyprus 14 9,2 134
Malta 2,7 1,9 12
1p
19
Hoeveel ha landbouwgrond heeft Malta? A 12 B 1.900 C 2.700 D 12.000
1p
20
In een aantal landen die pas zijn toegetreden, vormen de werkenden in de agrarische sector een groot deel van de beroepsbevolking. In welk nieuw toegetreden land is dit aandeel het grootst? A Letland B Litouwen C Polen D Slowakije
2p
21
In deze nieuwe EU-landen kunnen bepaalde agrarische producten goedkoper worden geteeld dan in Nederland. Noem hiervoor twee redenen. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
8
ga naar de volgende pagina
1p
22
De uitbreiding van de EU heeft voor- en nadelen. Noem één mogelijk voordeel voor de Nederlandse consument. ..........................................................................................................................................
DESTRUCTIEKOSTEN Wanneer dieren op een bedrijf doodgaan, worden deze door een destructiebedrijf opgehaald. tarieven 2002 in € ophaaltarief standaard verwerkingstarief slachtvarken big zeug rund kalf nuchter kalf schaap geit lam pluimvee
per stop
10,55
per per per per per per per per per per
0,85 2,67 3,20 10,67 1,49 0,85 0,85 0,45 2,69 2,67
dier vat dier dier dier dier dier dier vat vat
1p
23
Welke kosten brengt het destructiebedrijf totaal in rekening voor een dode melkkoe? A € 10,55 B € 10,67 C € 11,40 D € 21,22
1p
24
Vroeger werden dode dieren op een bedrijf begraven of op de mesthoop gegooid. Tegenwoordig is dit niet meer toegestaan. Noem hiervoor een reden. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
9
ga naar de volgende pagina
AARDBEIENPLANTEN VERMEERDEREN Sommige bedrijven vermeerderen aardbeienplanten. Deze planten worden verkocht aan aardbeientelers. 1p
25
Op de bedrijven worden in april de bloemknoppen uit de planten geknipt. De aardbeienplanten vormen vervolgens uitlopers waaraan jonge planten groeien. De jonge planten worden in augustus van de oude planten losgesneden en uitgeplant. Wat voor soort vermeerdering is de vermeerdering met uitlopers? A generatief B geslachtelijk C vegetatief
1p
26
Sommige aardbeienrassen vormen geen uitlopers. De manier waarop deze rassen worden vermeerderd is hieronder afgebeeld.
Hoe heet deze manier van vermeerderen? A breken B enten C scheuren D stekken 1p
27
Aardbeienplanten kunnen worden vermeerderd door middel van uitlopers. Ontstaan er bij deze manier van voortplanten nieuwe rassen? A Ja, want er vindt geen uitwisseling van erfelijk materiaal plaats. B Ja, want er vindt uitwisseling van erfelijk materiaal plaats. C Nee, want er vindt geen uitwisseling van erfelijk materiaal plaats. D Nee, want er vindt uitwisseling van erfelijk materiaal plaats.
1p
28
Voordat aardbeienplanten worden uitgeplant, wordt de grond geploegd. Op deze manier wordt onkruid verwijderd. Noem nog een gunstig effect van ploegen. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
10
ga naar de volgende pagina
1p
29
Bij aardbeienplanten komen verschillende ziektes voor. Als er meeldauw in de planten zit, zijn de bladeren bedekt met een wit schimmelpluis. Met welk soort bestrijdingsmiddel kan meeldauw worden bestreden? A fungicide B herbicide C insecticide
MAXH HIPPO Paarden hebben naast stoffen uit gras ook andere stoffen nodig om gezond te blijven. Fabrikanten leveren deze stoffen in de vorm van een zoutblok of als poeder om door het voer te mengen. Maxh Hippo is zo'n soort poeder. Op de verpakking van dit poeder staat onder andere het volgende: Maxh Hippo heeft een positief effect op de stofwisseling en de spijsvertering van uw paard. Uw paard herstelt sneller, krijgt een verhoogde weerstand, betere prestaties, een betere concentratie, een glanzende vacht die sneller verhaart en betere hoeven. Maxh Hippo bevat verschillende sporenelementen. Een lage dosering van 25 gram per dag is voldoende. 1p
30
Maxh Hippo bevat sporenelementen. Wat zijn sporenelementen? A Voedingsstoffen die alleen jonge paarden nodig hebben. B Voedingsstoffen die alleen rijpaarden nodig hebben. C Voedingsstoffen waar een paard dagelijks veel van nodig heeft. D Voedingsstoffen waar een paard dagelijks weinig van nodig heeft.
2p
31
Maxh Hippo zorgt ervoor dat een paard gezond blijft. Noem twee uiterlijke gezondheidskenmerken van een paard. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
1p
32
Twee mineralen zijn ijzer en calcium. Welke van deze mineralen heeft een paard nodig? A alleen calcium B alleen ijzer C zowel calcium als ijzer
1p
33
Het paard van Ankie krijgt dagelijks 25 gram Maxh Hippo. Hoeveel dagen kan Ankie doen met 1 kg Maxh Hippo? ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
11
ga naar de volgende pagina
SCHAPENVLEES Het hele jaar door worden er schapen naar het slachthuis gebracht. De prijs die schapenhouders krijgen, verschilt sterk tijdens het jaar. In de diagrammen zijn de prijzen van 2002 weergegeven.
ooien tot 20 kg per stuk, 100 incl. btw (€) 90
34
per stuk (€)
slachterijnotering per kg 6,00 gesl. gewicht, incl. btw 5,50 (€)
80
80
70
5,00
70
60
4,50
60
50
4,00
50
2p
oude schapen 90
j f mam j j a s o n d
40
j f mam j j a s o n d
3,50
j f mam j j a s o n d
Een schapenhouder bracht op 1 februari 2002 veertig oude schapen naar het slachthuis. Hoeveel kreeg hij voor de schapen? Schrijf de berekening op. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
1p
35
Voordat schapen naar het slachthuis gaan, wordt gekeken of ze gezond zijn. Sterke vermagering en een slechte vacht duiden op ziekte. Noem nog een kenmerk waaraan te zien is dat een dier ziek is. ..........................................................................................................................................
1p
36
500012-1-741o
De prijs wordt beïnvloed door de vraag naar schapenvlees en het aanbod van schapen. Wat veroorzaakt een prijsverlaging? A een grotere vraag en een groter aanbod B een grotere vraag en een kleiner aanbod C een kleinere vraag en een groter aanbod D een kleinere vraag en een kleiner aanbod
12
ga naar de volgende pagina
1p
37
In onderstaande tabel is de samenstelling van verschillende soorten lamsvlees per 100 gram weergegeven. soort lamsvlees lamsbout lamsgehakt lamskarbonade lamsschouder lamszadel
energie (kJ) 1.068 969 1.453 1.181 1.278
eiwit (g) 26 25 26 28 25
vet (g) 17 14 29 19 23
koolhydraat (g) 0 1 0 0 0
Welk van deze soorten lamsvlees past het beste bij een vermageringsdieet? A lamsbout B lamsgehakt C lamskarbonade D lamsschouder E lamszadel 1p
38
Karim eet 200 gram lamskarbonade. Hoeveel gram eiwit krijgt hij hiermee naar binnen? ..........................................................................................................................................
KWALITEIT VAN VOEDING In de warenwet zijn veel zaken over voeding geregeld. Zo is precies omschreven wat er op het etiket moet staan of aan welke eisen een verpakking moet voldoen. Omdat de consument niet mag worden bedrogen, is in de wet omschreven, wanneer iets 'vetarm' of 'rijk aan vitamine' is. In het algemeen is het verboden eet- en drinkwaren te verhandelen, die door ondeugdelijkheid de gezondheid of de veiligheid van de mens in gevaar brengen. 1p
39
De kwaliteit van voedingswaren wordt in Nederland door een organisatie van de overheid gecontroleerd. Wat is de naam van deze organisatie? ..........................................................................................................................................
3p
40
De Warenwet schrijft onder andere voor wat er allemaal op het etiket van een voedingsmiddel moet staan. Noem drie gegevens die op een etiket moeten staan. .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
13
ga naar de volgende pagina
ZIEKTEKOSTENVERZEKERING VOOR HONDEN Voor honden zijn de volgende drie verzekeringen mogelijk. De premies zijn op basis van een 5-jarig contract, per maand berekend. Ongevallenpakket: deze verzekering dekt alle ziektekosten die ontstaan door ongevallen. gewicht van de leeftijd van de hond hond 0 t/m 3 jaar 4 t/m 7 jaar 8 t/m 11 jaar tot 10 kg € 6,30 € 6,45 € 6,75 10 t/m 25 kg € 6,85 € 7,30 € 7,90 26 t/m 39 kg € 7,30 € 8,00 € 9,05 40 kg of meer € 7,90 € 9,20 € 11,00 Ziektekostenpakket standaard: deze verzekering dekt alle kosten ten gevolge van ziekte en ongevallen. leeftijd van de hond gewicht van de hond 0 t/m 3 jaar 4 t/m 7 jaar 8 t/m 11 jaar tot 10 kg € 9,45 € 9,75 € 10,00 10 t/m 25 kg € 10,70 € 11,45 € 12,30 26 t/m 39 kg € 12,05 € 13,45 € 15,15 40 kg of meer € 13,80 € 16,35 € 19,45 Ziektekostenpakket extra: deze verzekering dekt dezelfde kosten als het standaardpakket, bovendien wordt voor de helft de kosten van sterilisatie en castratie vergoed. leeftijd van de hond gewicht van de hond 0 t/m 3 jaar 4 t/m 7 jaar 8 t/m 11 jaar tot 10 kg € 10,90 € 11,15 € 11,45 10 t/m 25 kg € 12,30 € 13,05 € 13,95 26 t/m 39 kg € 13,95 € 15,30 € 16,75 40 kg of meer € 15,90 € 18,25 € 21,35 1p
41
De premies voor oude honden zijn hoger dan voor jonge honden. Geef hiervoor een reden. ..........................................................................................................................................
1p
42
Frits wil zijn hond verzekeren. Welke verzekering is het goedkoopste? A ongevallenpakket B ziektekostenpakket standaard C ziektekostenpakket extra
1p
43
Marieke wil de meest uitgebreide ziektekostenverzekering voor haar hond afsluiten. Haar hond is 4 jaar oud en weegt 8 kg. Wat moet Marieke per maand betalen? A € 9,75 B € 10,90 C € 11,15 D € 11,45
500012-1-741o
14
ga naar de volgende pagina
1p
44
Frantina heeft voor haar hond de ziekteverzekering extra afgesloten. De castratie van haar hond kost € 80,-. Hoeveel moet Frantina zelf betalen? A € 0,B € 40,C € 80,-
1p
45
Frantina heeft haar hond, een reu, laten castreren. Welke behandeling heeft bij haar hond plaatsgevonden. A Bij de hond zijn de zaadballen verwijderd. B Bij de hond zijn de zaadleiders onderbroken. C Bij de hond zijn hormonen toegediend.
SPRUITEN Spruitenteelt in Nederland in ha
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1p
46
2002 2.426 249 83 4 2.715 261 0,7 997 27.519 2.715 1.154 773
2001 2.541 402 4 4 3.652 352 0,6 866 30.672 3.175 1.452 820
2000 2.395 361 44 3 1.833 549 0,6 1.168 35.489 3.245 1.866 871
1999 2.515 392 27 12 1.509 565 0,5 2.080 37.874 3.864 2.293 937
1998 2.336 361 28 15 1.676 582 0,5 1.519 34.150 2.583 1.912 1.056
In welke provincie werden in 2002 de meeste ha spruiten geteeld? ..........................................................................................................................................
1p
47
In welke provincies is de spruitenteelt in 2002 ten opzichte van 2001 toegenomen? ..........................................................................................................................................
500012-1-741o
15
ga naar de volgende pagina
VOEDING VOOR UW PUP De groeiperiode van pups varieert. Het varieert van 8 maanden voor kleine honden tot 24 maanden voor zeer grote honden. Bij honden die te snel groeien, kunnen later bot- en gewrichtsproblemen ontstaan. Een fabrikant produceert daarom verschillende soorten puppyvoer. naam voer Mini junior Medium junior Maxi junior Giant junior
groeiperiode tot 10 maanden 10 -12 maanden 13 -15 maanden 16 - 24 maanden
gewicht op volwassen leeftijd 1 - 10 kg 10 - 25 kg 25 - 45 kg boven 45 kg
1p
48
De groeiperiode is niet voor alle honden gelijk. Welke uitspraak over de groeiperiode is juist? A Een hond van een klein ras is eerder uitgegroeid dan één van een groot ras. B Wanneer een hond weinig voer krijgt, is de groeiperiode langer. C Wanneer een hond veel voer krijgt, is de groeiperiode korter.
1p
49
Marjolein heeft een teckelpup. Welk voer moet zij haar pup geven? A Mini junior B Medium junior C Maxi junior D Giant junior
1p
50
Hieronder is een Duitse herder afgebeeld.
Hoe lang duurt de groeiperiode van een Duitse herder? A 10 maanden B 12 maanden C 15 maanden D 24 maanden 1p
51
500012-1-741o
Welke van de volgende stoffen heeft een hond vooral nodig voor de botopbouw? A eiwit B kalk C vet D zetmeel
16
ga naar de volgende pagina
30 30 19 12 10 10 11 63 10 20 50 20 30 40
? ? ? 10 2 ? ?
? ? ? ?
30 60 5 25 10 10 10 12 40 3 25 10 30 30
1p
52
Jacco eet 175 g aardbeien. Hoeveel gram koolhydraten krijgt hij hiermee naar binnen? A 6,0 g B 9,5 g C 10,5 g D 12,0 g
1p
53
Welk van de volgende vruchten bevat het meeste vitamine C? A aardbeien B bosbessen C frambozen D kersen
500012-1-741o
17
water (g)
1 1 0,8 0,4 0,2 0,5 0,4 1 0,1 0,2 1 0,5 1 0,3
rauw (mg)
gekookt (mg)
6 6 10 12 10 22 10 6 3 16 6 10 6 8
Fe ijzer (mg)
-
Vitamine C Ca kalk (mg)
1 1 1 0,5 1 0,5 1 0,5 0,5 1 0,5 1 0,5
koolhydraten (g)
vet (g)
28 28 40 50 41 92 42 29 13 66 28 42 28 34
eiwit (g)
voedingsmiddelen 100 gram FRUIT en VRUCHTENSAPPEN Aalbessen Aardbeien Abrikozen Ananas Appelen Bananen Bosbessen Bramen Citroenen Druiven Frambozen Kersen Kruisbessen Mandarijnen
calorieën
VRUCHTEN
88 91 83 84 87 75 86 87 91 82 86 86 88 86
ga naar de volgende pagina
SNIJMAÏSRASSEN Snijmaïs wordt geteeld voor veevoer. De gehele plant wordt geoogst en ingekuild.
Builenbrandresistentie
Beginontwikkeling
Plantlengte
Vroegheid bloei
Drogestofopbrengst
VEM-opbrengst
naam zeer vroege rassen Crescendo 7,5 Biarritz 7,5 DK237 6,5 Goldoli 8 Monitor 7,5 PR39W67 6 Rosalie 8 Ambo 8 vroege rassen Cameron 8 Justina 7,5 Goldella 7,5 Goldissa 7,5 middenvroege rassen Accent 8 Attribut 8 Geronimo 8 Tripoli 8,5
7,5 7 7 6,5 8,5 7 8 8
7,5 8,5 8 7,5 8,5 7 8 8
8,5 7 7 7,5 7 9 7,5 8
99 98 105 98 102 105 95 97
9 7,5 7 8 8,5 7,5 9 8
96 98 103 97 100 104 99 99
97 98 101 98 99 105 102 99
6 8,5 6,5 6
8,5 6,5 8,5 8,5
8 8 7,5 7,5
100 102 107 107
8 8 7,5 7,5
102 101 103 104
101 100 104 106
8 8 7,5 7,5
7,5 8 7,5 8
6 7,5 5,5 7,5
99 107 97 106
6,5 6 7 6,5
103 105 98 105
103 103 99 105
Stengelrotresitentie
Stevigheid
De nieuwe snijmaïsrassenlijst
Toelichting bij de tabel: Cijfers 1 – 10; hoe hoger het cijfer hoe gunstiger de eigenschap is. Cijfers 'drogestof-opbrengst' en 'VEM-opbrengst'; de gemiddelde waarde is 100. Stengelrot en builenbrand zijn ziekten. VEM is voedingswaarde in hoeveelheid energie. Drogestof is gewicht zonder water. 1p
54
Een teler heeft vier rassen uitgekozen: Crescendo, Goldoli, Monitor en Tripoli. Welk ras levert de meeste 'drogestof' op? A Crescendo B Goldoli C Monitor D Tripoli
1p
55
Welke groep rassen heeft gemiddeld de grootste plantlengte? A zeer vroege rassen B vroege rassen C middenvroege rassen
500012-1-741o
18
ga naar de volgende pagina
1p
56
Soms vallen maïsplanten om. De opbrengst wordt dan veel minder. Het omvallen heeft te maken met stevigheid, stengelrot en plantlengte. Een teler heeft de volgende rassen gekozen: Ambo, Crescendo, DK237 en PR39W67. Bij welk van deze rassen is de kans op omvallen het kleinst? A Ambo B Crescendo C DK237 D PR39W67
2p
57
Een maïsteler heeft het ras Goldella uitgekozen. Bij welke twee eigenschappen scoort dit ras hoog ten opzichte van de andere rassen? .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
KLAUWPROBLEMEN Het is slecht gesteld met de klauwgezondheid van runderen in Nederland. Meer dan 80% heeft tenminste problemen aan één klauw. Vooral infecties komen veel voor. In de onderstaande tabel staan de resultaten van een onderzoek naar klauwproblemen bij verschillende stalvloeren. 7000 runderen werden onderzocht. klauwproblemen bij 7000 runderen(%) vloertype betonnen betonnen vloer met vloer met klauwaandoening rooster en rooster schuif stinkpoot 51 36 mortellaro 31 20 bevangenheid 48 56 kneuzing 7 7 zoolzweer 3 3 defect in witte lijn 7 9 witte lijnontsteking 1 1 tyloom 4 3
dichte betonnen vloer zonder schuif 52 31 45 10 6 7 1 6
potstalvloer
1p
58
Welk type vloer geeft de minste klauwproblemen? A betonnen vloer met rooster B betonnen vloer met rooster en schuif C dichte betonnen vloer zonder schuif D potstalvloer
1p
59
Drie klauwaandoeningen zijn: kneuzing, witte lijnontsteking en zoolzweer. Welke aandoening is geen gevolg van een infectie? A kneuzing B witte lijnontsteking C zoolzweer
500012-1-741o
19
ga naar de volgende pagina
13 4 24 5 2 26 1 1
INSCHATTING VOEDSELRISICO’S Aan voedsel zitten voedselrisico's. Aan wetenschappers en aan consumenten is gevraagd wat zij van vijf voedselrisico's vinden. In het diagram zijn de resultaten van het onderzoek weergegeven. 1 wil zeggen een groot risico, 5 wil zeggen een klein risico.
inschatting voedselrisico's additieven
1 5 2
gewasbeschermingsmiddelen
4 3
verkeerd samengesteld dieet
1 4
natuurlijke gifstoffen besmetting met micro-organismen
3 5 2 Legenda: consument
wetenschap
1p
60
Aan een voedingsmiddel zijn kleur- en smaakstoffen toegevoegd. Tot welk voedselrisico behoren deze kleur- en smaakstoffen? A additieven B gewasbeschermingsmiddelen C verkeerd samengesteld dieet D natuurlijke gifstoffen E besmetting met micro-organismen
1p
61
In voedingsmiddelen kan salmonella worden aangetroffen. Tot welk voedselrisico behoort salmonella? A additieven B gewasbeschermingsmiddelen C verkeerd samengesteld dieet D natuurlijke gifstoffen E besmetting met micro-organismen
1p
62
Welk voedselrisico is volgens de consument het grootst? A additieven B gewasbeschermingsmiddelen C verkeerd samengesteld dieet D natuurlijke gifstoffen E besmetting met micro-organismen
500012-1-741o
20
ga naar de volgende pagina
COMPOSTHOOP Veel mensen hebben een composthoop. Op een composthoop kan organisch afval gestort worden, bovendien ontstaat na verloop van tijd een goed bruikbare meststof. Niet al het afval kan op de composthoop gestort worden. Verkeerd afval kan voor problemen zorgen. 1p
63
Welk afval is niet geschikt voor een composthoop? A aardappelschillen B dikke takken C eierschalen D koffiedik
1p
64
Zijn organische stoffen alleen afkomstig van dieren, alleen afkomstig van planten of afkomstig van dieren en planten? A alleen van dieren B alleen van planten C van dieren en planten
500012-1-741o*
21
einde