Een verkenning van hooggevoeligheid vanuit de cranio-sacraal therapie
Eindwerk voor de Peirsman Cranio Sacraal Academie Marije van Duijne Strobosch
Het zware ligt ten grondslag aan het lichte. Het roerloze is de bron van alle beweging. Zo reist de Meester de hele dag Zonder zijn huis te verlaten. Hoe schitterend het uitzicht ook is, Hij blijft sereen vertoeven in zichzelf. Waarom zou de heerser van het land Als een dwaas heen en weer moeten rennen? Als je jezelf heen en weer laat blazen, Raak je los van je wortels. Als je je laat drijven door rusteloosheid, Verlies je het contact met wie je bent. Lao-tse, Tao-te tjing Incarneren = in – carne. In het vlees gaan.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
2
Inhoud Voorwoord 1. Vraagstelling voor dit eindwerk 2. Hooggevoeligheid: wat het is volgens de boeken Psychologische achtergrond Vier hoofdkenmerken van hooggevoeligheid Testen of je hooggevoelig bent Een evolutionaire verklaring? 3. Hooggevoeligheid als probleem Lusten en lasten Hooggevoeligen passen zich aan Kinderen leren hooggevoeligheid te onderdrukken Het contact met het buikgevoel ontbreekt Het ontstaan van ernstige stress, burn-out en fysieke klachten 4. Over hooggevoeligheid en stress: het RAS Arousal Stressverschijnselen en stresshormonen Het RAS Een chronisch geactiveerde Locus ceruleus? Behandelen met cranio 5. Een slecht functionerend autonoom zenuwstelsel Het autonome zenuwstelsel Hooggevoeligheid en een overactieve sympathicus Sympathicus en parasympaticus Behandelen met cranio 6. Een overspannen filter: thalamus en amygdalae De thalamus, filter of bewaker van het bewustzijn De emotionele herinneringsloop van de amygdalae Behandelen met cranio 7. Uit je midden zijn: disbalans tussen links en rechts Leven vanuit je rechterhersenhelft Problemen met de piramidale banen Het verhaal van Ingeborg Teeken Hooggevoeligheid als nieuwe-tijds-aandoening Behandelen met cranio 8. Het immuunsysteem: bewaker van zelf en niet-zelf De noodzakelijke balans tussen alarmsysteem en immuunsysteem Het immuunsysteem als bewaker van zelf en niet-zelf Een te strak alarmsysteem houdt je weg bij jezelf Behandelen met cranio 9. Een volgende laag Werken met familiepatronen Ruimte voor je zielen-energie Een zijstap: beperkende overtuigingen Bestaat hooggevoeligheid? Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
5 7 8 9 11 13 13 15 15 16 16 17 19 20 20 21 22 23 24 26 26 28 29 30 32 32 33 34 36 36 36 38 39 40 41 41 42 43 44 45 45 46 47 49 3
10. De toevoeging van cranio a. h. behandelen van hooggevoeligheid 50 Behandeling van hooggevoeligheid volgens de boeken 50 De waardevolle aanvulling van cranio-sacraal therapie 51 Nawoord Gebruikte bronnen
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
53 54
4
Voorwoord ’t Is de aard van het beestje. Toen ik in juni 2009 de diagnose ‘ziekte van Crohn’ kreeg, ben ik een onderzoek voor mezelf begonnen. Na jaren van kleinere darmklachten en niet lekker in mijn vel zitten, was de maat vol. Wat heeft deze ziekte mij te zeggen? Wat betekent de dunne darm, waarom krijg ik het nu en wat kan ik er aan doen? Toen ik stiefmoeder werd, heb ik me suf gelezen over stiefmoederschap. Altijd ben ik met een onderwerp op reis, net zo lang tot ik mijn eigen draai gevonden heb. Toen naderde dit eindwerk. ‘Je doet het vast over de darmen,’ lachten mijn medestudenten. ‘Of over je operaties!’ zei Ingeborg. Over praten met organen. Over de parasympaticus. Allemaal zo mooi, maar het raakte geen snaar die voldoende bleef trillen om er een eindwerk van te maken. Tot verschillende mensen uit verschillende hoeken mij wezen op “hooggevoeligheid”. Ik las een boek van Rolf Sellin en daarin stond: “Niet de hooggevoeligheid op zich doet zich als storingsbron gelden. Het is de strijd tegen de storende zelfwaarneming en de aanpassing aan de anderen, die heel verschillende gevolgen meebrengen. Om te beginnen verlies je het eigen lichaam uit het oog, waarmee de eigen behoeften uit het zicht raken. Je neemt het lichaam alleen nog waar wanneer het je stoort. Behoeften kunnen zich dan slechts vertraagd als lichamelijke symptomen en pijn kenbaar maken. Zo kunnen aandoeningen ontstaan die vaak chronisch worden.”1 Deze auteur, Rolf Sellin, psychotherapeut en directeur van een instituut gericht op hooggevoeligheid in Stuttgart is er voorstander van om mensen te leren omgaan met hooggevoeligheid door ze bewust te maken van hun lichaam. Het was alsof ik mijn eigen verhaal las in zijn boek. Hij gaf woorden aan het proces dat ik de afgelopen jaren heb doorgemaakt. En cranio was daarbij zo wezenlijk. Door cranio heb ik een beter contact met mijn lichaam, ben ik gecentreerd, ga ik bewust om met prikkels van binnen en buiten en kan ik een leven bouwen dat past bij mij. Dit eindwerk gebruik ik dan ook graag om dit volgende thema op mijn pad te onderzoeken. Mijn verkenningen en gedachten schrijf ik hier neer. Ik wil niet een sluitend antwoord geven, de kans is groot dat ik meer vragen opwerp dan dat ik antwoorden vind. Zo is het dan. Mijn eigen ervaringen met cranio en ook de sessies die ik tot nu toe heb mogen geven, gebruik ik om wat ik tegenkom te illustreren. Ik heb de ervaringen van mijn cliënten geanonimiseerd. 1
Sellin, Leefboek hooggevoeligheid, p. 32
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
5
Als ik een stuk op de piano instudeer, ben ik me altijd bewust van het proces. Het gaat niet om de ene en de mooiste uitvoering. Elke uitvoering reflecteert wie ik ben op dat moment en hoe ik het stuk ken op dat moment. Bij een volgende uitvoering zullen thema’s verdiept zijn en andere wellicht in de hoek gesmeten. Dat is wat er dan resoneert tussen mij en het stuk, tussen mij en de noten, tussen mij en de componist. Zo is het voor mij ook met dit eindwerk. Als ik het inlever, is dat wat er is op dat moment. Als een uitsnede van een al begonnen en verder doorlopend proces. Marije Juni 2014 P.S. De plaatjes zijn van internet en ik heb de copyrights niet gecheckt. Als je iets overneemt uit deze scriptie, laat dan graag de plaatjes eruit.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
6
1. Vraagstelling voor dit eindwerk Mijn zoektocht naar het hoe en wat van hooggevoeligheid ben ik begonnen met het lezen van literatuur. Er is vrij veel recente literatuur over hooggevoeligheid, vooral van de hand van de Amerikaanse psychologe Elaine Aron en van verschillende therapeuten die hooggevoeligen behandelen. In de hoofstukken twee en drie vat ik de belangrijkste conclusies uit deze literatuur samen. Bij het lezen over hooggevoeligheid merkte ik op dat dit onderwerp in de literatuur vooral benaderd wordt vanuit het gedrag van hooggevoeligen en hoe dat verschilt van dat van niet-hooggevoeligen. De auteurs – psychologen en therapeuten – baseren hun conclusies en aanbevelingen op waarnemingen van gedrag en empirisch onderzoek. Er is wel enig onderzoek met MRI-scans gedaan naar de specifieke hersenactiviteit van hooggevoeligen, maar dit lijkt nog in de kinderschoenen te staan. In de boeken en artikelen miste ik antwoorden op vragen als: wat gebeurt er in het lichaam van een hooggevoelige? Wat is er (mogelijk) anders in het lichaam van een hooggevoelige? Hoe beïnvloedt hooggevoeligheid het zenuwstelsel en het immuunsysteem? In de volgende fase van mijn reis door het hooggevoelige landschap ben ik daarom op zoek gegaan naar verbanden tussen wat ik vond in de literatuur over hooggevoeligheid en hoe we vanuit cranio-sacraal therapie naar het lichaam kijken. In de hoofdstukken 4 tot en met 8 verbind ik verschillende symptomen van hooggevoeligheid met de biologie van het zenuwstelsel en het immuunsysteem. Dan miste ik in de boeken een toelichting op de oorzaak van hooggevoeligheid. Ik wil altijd graag weten waar symptomen, klachten en gedragingen vandaan komen. Hoofdstuk 9 gaat hierover. Er wordt van alles aangeboden om te leren omgaan met hooggevoeligheid: cursussen, zelfhulpboeken, gespreksgroepen en coachingstrajecten. Ook hier is het gedrag telkens de ingang voor de behandeling. Uiteraard miste ik in deze boeken het lichaamswerk en het maken van direct contact met de organen, weefsels en structuren van het lichaam zoals we dit in craniosacraal therapie doen. In elk hoofdstuk zal ik aangeven welke cranio-sacrale technieken er zijn die een helpende hand kunnen bieden bij het leren omgaan met de specifieke symptomen. Waar mogelijk heb ik eigen ervaringen en sessies ingebracht ter illustratie. In hoofdstuk 10 breng ik alles bij elkaar en volgt mijn eerste antwoord op de vraag hoe je hooggevoeligheid vanuit de cranio-sacrale therapie kan benaderen.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
7
2. Hooggevoeligheid: wat het is volgens de boeken Toen ik jaren geleden voor het eerst een test maakte om te ontdekken of ik hooggevoelig2 ben, was dit een feest van herkenning. Ik scoorde hoog en er viel van alles op zijn plek. Ah, er zijn meer mensen die zoals ik schrikken van harde geluiden en kriebelig worden van prikkelende truien. Die beïnvloed worden door de stemmingen van anderen en die diep geraakt worden door muziek, boeken en schilderijen. En die zich ook af en toe terug trekken als het te veel wordt. Maar ook graag de verantwoordelijkheid nemen en de zaken snel overzien. Ik sprak mijn moeder erover en ze beaamde dat ik dat altijd had gehad. “Je was een rustig kind, als baby al, met grote ogen zat je naar de wereld te kijken alsof je alles als een spons in zich opzoog.” Na mij volgden twee zusjes. “Je was een makkelijke dochter, ik had geen kind aan je, je kon jezelf goed vermaken. Buitenspelen met kinderen uit de buurt vond je maar niks. Je zat het liefst met een boek in je eigen kamer of speelde uren met één vriendinnetje. Ik vond het wel eens lastig, je was zo gesloten en gevoelig, heel lichtgeraakt.” De boeken die ik las over hooggevoeligheid beginnen allemaal met een beschrijving van hoe iemand die hooggevoelig is de wereld ervaart. Ik herken mezelf hierin eigenlijk altijd. Het bovenstaande wordt beschreven en nog meer. Ze vertellen hoe hooggevoelige mensen eerder overprikkeld zijn, moe worden van drukke omgevingen zoals stations en kantines en humeurig worden als ze hongerig zijn of slecht geslapen hebben. Dat hooggevoelige mensen intens dromen, associatief denken en veel over de zaken die gebeuren en gezegd zijn nadenken. Dat hooggevoelige mensen anderen goed kunnen aanvoelen en rake opmerkingen maken. En dat hooggevoeligen de voorkeur geven aan één op één contacten en graag alleen zijn. Ook beschrijven deze boeken dat hooggevoeligen snel last krijgen van stress-gerelateerde klachten of een burn-out als ze niet goed kunnen omgaan met hun snelle overprikkeldheid of als ze ineens teveel op hun bord krijgen. Hooggevoelige mensen krijgen vaak te horen ‘doe niet zo gevoelig’ of ‘trek het je toch allemaal niet zo aan’. De Amerikaanse psychologe Elaine Aron was zelf in therapie toen haar therapeute tegen haar zei dat sommige mensen nu eenmaal een hogere gevoeligheid lijken te hebben dan anderen. Het was de aanleiding voor Elaine Aron om een diepgaand onderzoek te beginnen naar wat zij ‘hooggevoeligheid’ noemt. Het was 1996 en dit speelde zich af in de Verenigde Staten van Amerika.
In dit eindwerk gebruik ik de termen hoogsensitief, hooggevoelig en hooggevoelig persoon door elkaar. In haar boek gebruikt Elaine Aron de term HSP, dit heb ik in de citaten laten staan.
2
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
8
Psychologische achtergrond Elaine Aron is een psychologe en dat zie je terug in de manier waarop ze haar onderzoek aanpakt. Haar werk valt in de psychologische traditie en in het onderzoek naar persoonlijkheidstypen.3 Al eeuwen wordt er nagedacht over hoe het komt dat mensen verschillend reageren op dezelfde situatie. Waarom trekt de een zich terug en treedt de ander juist graag op de voorgrond, reageert de een driftig en de ander gelaten? Is dat aangeboren of aangeleerd? Is er een fysiologische oorzaak? Of een genetische? Is het te beïnvloeden? Het heeft van oudsher geleid tot de behoefte om indelingen en typeringen te maken. De oude Grieken spraken bijvoorbeeld over de vier temperamenten: flegmatisch, cholerisch, sanguinisch en melancholisch. Hippocrates dacht dat de gezondheid van de mens afhing van de balans tussen vier lichaamssappen: bloed, slijm, gele gal en zwarte gal. Een dominantie van een van deze sappen, leidde volgens hem tot een bepaald temperament. Zo overheerste bij het sanguinische temperament het bloed: opgewekt en vrolijk, maar oppervlakkig. Bij de flegmaticus het slijm: rustig, kalm, onbewogen en niet makkelijk benaderbaar. Bij de cholericus de gele gal: druk en opvliegend, leiders. En bij de melancholicus de zwarte gal: zwaarmoedig, somber en zorgelijk. In de twintigste eeuw is het werk van psychiaters als Freud en Jung toonaangevend. Zij hebben de basis gelegd voor de hedendaagse indelingen van persoonlijkheidstypen. De Zwitserse psycholoog en psychiater Carl Gustav Jung identificeerde vier functies: denken, voelen, gewaarworden en intuïtie. De eerste twee zijn volgens hem rationele functies, de laatste twee irrationele. Daarnaast onderscheidde hij twee wezenlijke houdingen: introversie (meer naar binnen gericht zijn) en extraversie (meer naar buiten gericht zijn). Door introversie en extraversie te combineren met een dominante functie kwam hij tot acht types (extraverte denktype, introverte denktype, extraverte gevoelstype, etc.). Een moderne typologie is de Big Five. Volgens deze theorie – die empirisch is onderzocht – kun je persoonlijkheden ‘scoren’ op vijf schalen: • introversie – extraversie • neuroticisme – interne stabiliteit • openheid (dit is geen duale schaal, je zou kunnen zeggen weinig open – erg open) • consciëntieusheid – laksheid • altruïsme – egoïsme. Deze indeling wordt vandaag de dag nog gebruikt, hoewel er tegenwoordig wel wordt gemeend dat het gedrag dat iemand vertoont situatie-afhankelijk is. In de ene situatie kan iemand laks zijn en in de andere consciëntieus. 3
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Persoonlijkheidsleer
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
9
Elaine Aron begon haar onderzoek naar hoe hooggevoeligheid hierin past met het lezen van het werk van Jung. Hij is een van de psychiaters die heeft geschreven over gevoeligheid. Jung ging er van uit dat er een verband zou zijn tussen aangeboren gevoeligheid, in de kindertijd opgelopen trauma en zich later openbarende neuroses. Hij gaf daarbij aan dat er mensen zijn die aangeboren gevoeliger zijn dan anderen. Bovendien zag hij aangeboren gevoeligheid enerzijds als wortel voor neurotisch gedrag maar tegelijk ook als aanzet tot een rijk innerlijk gevoelsleven. Vaak is deze gevoeligheid gelijk gesteld aan het begrip ‘introvertie’ dat Jung uitgebreid heeft beschreven. Maar Aron kwam er achter dat ook Jung met ‘introvertie’ niet gevoeligheid bedoelde. Aron interviewde vervolgens veertig mensen diepgaand over hun gevoeligheid. Deze mensen gaven allemaal van zichzelf aan dat ze zichzelf als meer gevoelig ervaarden dan hun omgeving. Zeventig procent van deze geïnterviewden voldeden aan de criteria van introvertie4, zoals deze door Jung en later door anderen zijn opgesteld. Een introvert mens ervaart de wereld door het filter van zijn innerlijke beleving en stemt hier vervolgens zijn handelen op af. Bij een introverte instelling is de energie naar binnen gericht, op de eigen gedachten en gevoelens. Introverte mensen halen energie uit zichzelf door zich te richten op de innerlijke beleving en overweging. Introverte mensen verwerken precies en gefocust informatie, wat zich uit in meer beschrijvende, concrete taal en een wat tragere verbale reactie op gebeurtenissen. Een introvert spreekt over het algemeen wat langzamer, laat vaker pauzes vallen en formuleert preciezer. Dit zijn trekken die lijken op die van een hooggevoelig iemand, maar niet per sé. Dertig procent van de geïnterviewden voldeed juist aan de criteria van extravertie. Bij een extraverte instelling is de energie naar buiten gericht, op mensen, activiteiten en dingen. Extraverte mensen krijgen, door hun oriëntatie op de buitenwereld, energie uit interactie met anderen. Extraverte mensen praten over wat ze bezig houdt en door dat praten ordenen ze hun gedachten. De lossere manier van naar de wereld kijken hangt samen met een grotere mate van interpretatie. Extraverte mensen zijn sneller en reageren gevat in een gesprek en schrijven meeslepend, maar ze nemen het minder nauw met de feiten. Deze eigenschappen bijten niet per sé met de beschrijving van de hooggevoelige eigenschap. Het lijkt er op dat extraverte hooggevoeligen zijn opgegroeid in drukke sociale omgevingen, waardoor zij zich op dergelijke plekken op hun gemak voelen. Voor Elaine Aron was dit een belangrijke aanwijzing dat hooggevoeligheid niet hetzelfde is als introvertie en dat het tijd is om hiernaar te kijken als een eigen karaktertrek.
4
Bron: http://www.wikipedia.org/wiki/introvert_en_extravert
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
10
Sinds de dag in 1996 dat Elaine Aron haar onderzoek naar hooggevoeligheid begon, zijn we bijna twee decennia verder. Er is veel over hooggevoeligheid geschreven en enig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Door de academische wereld wordt hooggevoeligheid echter nog steeds niet als ‘bewezen’ beschouwd. Ook Elaine Aron heeft niet stilgezeten. Zij heeft haar empirische onderzoek voortgezet en een vernieuwde versie van haar standaardwerk uit 1996 over hooggevoeligheid geschreven die begint met dertig pagina’s over recent onderzoek. Een paar gegevens op een rijtje. Sec gezegd is een hoogsensitief persoon iemand die meer en intensiever prikkels opneemt dan anderen. Dit zegt, volgens Elaine Aron, niets over intelligentie of over de fysieke eigenschappen van zo iemand. Het zegt alleen iets over hoe iemand prikkels opneemt en daarmee over de sensitiviteit van het centrale zenuwstelsel van die persoon. De wetenschappelijke naam die Elaine Aron aan het verschijnsel heeft gegeven, is ‘sensory processing sensitivity’: gevoeligheid bij het verwerken van zintuiglijke informatie. In het Nederlands wordt hoogsensitiviteit ook wel hooggevoeligheid genoemd. Vier hoofdkenmerken van hooggevoeligheid Aron beschrijft de eigenschap sensory processing sensitivity aan de hand van vier kenmerken5: Diepte van verwerking: een hooggevoelig persoon observeert, denkt na en gaat daarna pas tot actie over. Dit betekent niet dat een hooggevoelig persoon een langzame beslisser is. In een situatie die lijkt op een eerdere, neemt ook een hooggevoelig persoon een snelle beslissing. Er is eerder sprake van een meer zorgvuldige informatieverwerking, een onderscheid van fijnere gradaties. Waar anderen twee of drie gradaties zien, ziet een hooggevoelig persoon er misschien tien. “Het resultaat is dat je iets vaak ‘gewoon weet’ zonder te beseffen hoe.”6 Als kind schijn ik bijvoorbeeld regelmatig rake opmerkingen gemaakt te hebben. Dat mijn moeder dacht: hoe kan ze dat nou weten? Ik zie haar nog staan, terwijl ze met mijn tante Engels sprak over onze hoofden heen. Ik was twaalf en ik dacht bij mezelf: “laat toch! Ik weet allang waar het over gaat.” Overprikkeling: een hooggevoelig persoon raakt gemakkelijker overprikkeld. Het gaat hier om aspecten als de complexiteit van de prikkels (natuur geeft minder prikkels dan een drukke stad); de duur van de prikkels (vijf minuten door een stad lopen versus twee uur) en de heftigheid (lawaaiig popconcert in een overvol stadion versus klassiek concert in een zaal waarin iedereen een eigen plek heeft en stil zit). Aron bakent het hier sterk af: “kijk uit dat je HSP-zijn niet verwart met een stoornis. Zintuiglijk ongemak kan op zich een aanwijzing zijn dat er sprake is 5 6
Aron, p. 22 Aron, p. 50
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
11
van een bepaalde stoornis met zintuiglijke informatieverwerking, in plaats van dat de hersenen er juist buitengewoon goed in zijn.”7 Emoties en empathie: voor een hooggevoelig persoon ligt de nadruk op emotionele reacties en empathie. Op het gebied van empathie is in onderzoek aangetoond dat hooggevoelige personen meer activiteit in de insula en bij hun spiegelneuronen vertonen dan niet-hooggevoelige personen als ze naar foto’s van gezichten met emoties kijken. Dit geldt zowel voor positieve als voor negatieve emoties. Opvallend is dat hooggevoelige personen nog meer activiteit in de spiegelneuronen vertonen dan niethooggevoelige personen als ze naar blije gezichten van dierbaren kijken.8 De reactie op positieve beelden blijkt bovendien niet alleen plaats te vinden in die gebieden die worden geassocieerd met de eerste ervaring van sterke emoties, maar ook in de ‘hogere’ gebieden, waar ons denken en waarnemen plaatsvinden9. Deze sterkere reactie wordt nog eens versterkt als de hooggevoelige persoon een positieve jeugd had. De onderzoekers Michael Pluess en Jay Belsky noemen dit ‘vantage sensitivity’10: individuen variëren in de manier waarop ze reageren op positieve en negatieve ervaringen en dit is voor een groot deel afhankelijk van innerlijke factoren en karakteristieken van de mens. Dit gegeven is ‘vantage sensitivity’ genoemd, waarbij ‘vantage’ is afgeleid van ‘advantage’ (voordeel). Aron zet een volgende stap en doet de aanname dat “HSP’s zodanig zijn geëvolueerd dat we vooral genieten van een positieve uitkomst en beter dan anderen hebben uitgevogeld hoe we dat kunnen waarmaken.” Zij komt tot deze aanname door het onderzoek naar de hersenactiviteit bij gezichten te koppelen aan het onderzoek van de psycholoog Baumeister waarin is aangetoond dat emoties een belangrijke motivatie zijn voor bijvoorbeeld het leren van iets. Mensen leren makkelijker als ze een emotionele reden hebben om iets te leren. Misschien dat hooggevoelige personen de dingen zo diep verwerken, omdat daaronder een sterke emotionele motivatie ligt. En dan zijn hooggevoelige personen nog extra gemotiveerd als het om positieve emoties gaat.11 Sensitiviteit voor subtiliteiten: een hooggevoelig persoon is sensitief voor subtiliteiten, maar heeft niet per se beter functionerende zintuigen. De nadruk ligt op de subtielere en diepere verwerking van de prikkels. Dit betekent dat een hooggevoelig persoon stimulatieniveaus onderscheidt die anderen ontgaan; geluiden bijvoorbeeld of geuren, maar ook fysieke sensaties als pijn. Aron, p. 34 Onderzoek van Bianca Acevedo, aangehaald in Aron, p. 35 9 Onderzoek van l Jagiellowicz, aangehaald in Aron, p. 35 10 http://hooggevoelig persoonerson.com/pdf/PluessBelsky_2012_Vantage_Sensitivity.pdf p. 11 -12 11 Aron, p. 36 - 37 7 8
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
12
Voor de buitenwereld is hooggevoeligheid vaak lastig te herkennen. Een hooggevoelig persoon is voor anderen het eerst herkenbaar aan het overprikkeld zijn (‘dit kan ik niet meer aan’) en de sterkere emotionele reactie. Het dieper verwerken van prikkels en het oppakken van subtiliteiten blijven voor de buitenwereld eerder onzichtbaar. Testen of je hooggevoelig bent Om uit te vinden of iemand hooggevoelig is, heeft Elaine Aron een test12 ontwikkeld. Dit is een lijst met 27 vragen die vooral onderzoeken hoe iemand reageert op verschillende situaties, zoals gevoeligheid voor pijn, gevoeligheid voor cafeïne, reactie op kunst en muziek, regelmatig terugkerende gevoelens van irritatie of opgejaagdheid. Als er veertien of meer vragen met ja worden beantwoord, is de persoon volgens Elaine Aron hoogstwaarschijnlijk hooggevoelig. Een evolutionaire verklaring? In het onderzoek naar gedrag en genetica bij dieren is er bij een groot aantal diersoorten gevonden dat er twee strategieën zijn om te overleven. Veel diersoorten kennen een groep die meer afwachtend is en daarnaast een groep die snel handelt. In de ene situatie is de ene strategie succesvol, in een andere juist de andere. Biologen spreken over twee verschillende persoonlijkheden binnen eenzelfde diersoort. Het gevoelige type observeert en verkent lange tijd voordat ze tot actie over gaan. Ze lijken daarbij meer hun brein te gebruiken dan hun lichaam. Dit wordt ook wel een reactieve of responsieve strategie genoemd. Het andere type is meer van de snelle actie. In situaties van gevaar of wanneer een slimme aanpak nodig is, is de werkwijze van het sensitieve type wenselijk. Als er echter overvloed bestaat, heeft een diersoort meer aan snelle, agressieve actie zoals het niet-gevoelige type dit uitvoert.13 Opvallend is dat het telkens om een verdeling van 20 – 80% lijkt te gaan. Twintig procent is afwachtend, tachtig procent gaat er voor. Deze onderverdeling is gevonden bij vissen, knaagdieren, hoefdieren, honden, katten, apen en fruitvliegen. Van deze laatste is bekend dat zij vanuit hun genen of een ‘zitter’ of een ‘rover’ zijn. Zitters foerageren dichtbij en hebben een gevoeliger zenuwstelsel; rovers foerageren over een veel grotere afstand. Er is een vermoeden dat deze verdeling evolutionair is bepaald. De gevoelige minderheid heeft mogelijk als taak: eerst even stoppen, waarnemen, nadenken en verwerken en dan pas in actie komen. Gevoeligen zouden een soort verkenners of wachters kunnen zijn voor een diersoort: ze zijn altijd alert op gevaar, zijn zich eerder bewust van de behoeften van jongen en zieken en nemen meer waar van de gewoonten van andere dieren. http://www.hsperson.com/pages/test.htm Bron: http://www.newswise.com/articles/researchers-find-differences-in-how-the-brains-ofsome-individuals-process-the-world-around-them
12 13
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
13
Aron ziet dit zelf als een bewijs voor haar aanname, gebaseerd op empirisch onderzoek, dat 20% van de mensen hooggevoelig is. Zij schrijft: “Sensitiviteit is zelfs alleen voordelig voor het individu als hij of zij in de minderheid is. Als iedereen sensitief zou zijn, zou het geen voordeel opleveren, net zoals wanneer iedereen bijvoorbeeld een bepaalde sluiproute kent en die neemt. (…) Sensitiviteit heeft te maken met meer ogen hebben voor details dan anderen en die kennis vervolgens gebruiken om betere toekomstvoorspellingen te kunnen doen. Soms ben je beter af als je dat doet, soms is het echter zonde van je energie.”14 De Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Jerome Kagan deed in het midden en einde van de twintigste eeuw onderzoek naar temperament en persoonlijke karaktertrekken. Hij onderzocht of je persoonlijke karaktertrekken bij een klein kind kunt herkennen en of deze vastliggen of door de omgeving worden beïnvloed. Hiervoor volgde hij een groep kinderen langere tijd. Het toeval wil dat hij inzoomde op de gevoeligheid voor en reactie op prikkels. Hij maakte hierbij onderscheid tussen geremde kinderen (high reactors, zij reageren extreem op prikkels en vertonen geremd gedrag om teveel prikkels te voorkomen) en ongeremde kinderen (low reactors, zij reageren laag op prikkels en vertonen ongeremd gedrag om prikkels te krijgen). Hij ontdekte dat zo’n twintig procent van de proefpersonen die hij langere tijd volgde gevoeliger reageert en een ‘high reactor’ is. Hoewel Kagan het zelf niet hooggevoeligheid heeft genoemd, zijn er grote overeenkomsten tussen wat hij ‘high reactors’ noemt en wat Aron hooggevoeligheid noemt. Uit zijn onderzoek blijkt bovendien dat het zijn van een ‘high reactor’ bij je blijft, ongeacht je opvoeding of omgeving. Het lijkt een aangeboren trek te zijn en ook hier komt dus het percentage van 20% terug.15
14 15
Aron, p. 29 Jerome Kagan, Galen’s Prophecy (New York, 1994) zoals geciteerd in Aron, p. 74
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
14
3. Hooggevoeligheid als probleem Hooggevoeligheid is “hot”. In de esoterische boekwinkels staat gemiddeld een tot anderhalve plank vol met boeken over het onderwerp. Uit het Engels vertaalde boeken en ook veel boeken die door Nederlanders zijn geschreven. Blijkbaar ervaren velen hooggevoeligheid als last of als probleem en is er behoefte aan onderzoek, toelichtingen en behandeling. Lusten en lasten In de literatuur wordt geschreven over de lusten en lasten van hooggevoeligheid. De voordelen van hooggevoeligheid zijn het best voelbaar als een hooggevoelig persoon rustig, ontspannen en uitgerust is. Dan kan hooggevoeligheid een zegen zijn. Door de versterkte verwerking van prikkels, ervaart een hooggevoelig iemand veel meer nuances. Hooggevoeligen zijn beter in het signaleren en vermijden van fouten, ze zijn consciëntieus, kunnen zich goed concentreren, zijn oplettend en accuraat. Ze leren makkelijk en vaak zonder dat ze zich bewust zijn dat ze aan het leren zijn. Aan de andere kant zijn de lasten van hooggevoeligen voelbaar als zij onrustig, gespannen of moe zijn. De hooggevoelige persoon raakt dan overprikkeld, wordt gevoelloos en kan egoïstisch reageren. Hooggevoelige personen herstellen moeizamer na ervaringen met veel prikkels, hebben last van veranderingen en reageren dan ook met weerstand op veranderingen. Ook kunnen hooggevoelige personen gebukt gaan onder ellende in de wereld, onder pijn, lijden en geweld. Zij voelen zich snel overweldigd en machteloos. In mijn werk als leidinggevende had ik veel baat bij de hooggevoeligheid, weet ik nu. Ik had het snel in de gaten als iemand niet lekker in zijn vel zat of als er iets speelde op de afdeling. Ik vond het ook leuk om mensen te begeleiden en coachen. Wat ik wel lastig vond, is dat ik vaak oplossingen zag voor organisatieproblemen terwijl de anderen in het managementteam gefocust waren op het uitvechten van een belangenstrijd. Dat idealisme en die bredere blik hebben me regelmatig in de weg gezeten in werk en gemaakt dat ik vaak van baan ben gewisseld. Een echte burn-out heb ik nooit gehad, maar ik ben er niet ver vanaf geweest. Antoine van Staveren (1968), een Nederlandse jonge therapeut die veel met hooggevoeligen werkt, waarschuwt voor hoogsentimentaliteit als gevolg van hooggevoeligheid. Sentimentaliteit is een overdreven gevoeligheid en dat is hoe veel mensen hooggevoeligen ervaren; als overdreven gevoelig. “Indien een hsp lasten ervaart van deze externe prikkels, kunnen we stellen dat men op het moment van de hulpvraag niet hoog sensitief, maar hoog sentimenteel is. De last is het sentiment, de mogelijkheid is sensitiviteit. Hoogsentimentaliteit is dát wanneer je er nog onder lijdt, hooggevoeligheid
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
15
ontstaat indien je van de lasten bent bevrijdt.”16 Als een hooggevoelig persoon leert omgaan met de lasten van hooggevoeligheid en de verhoogde sensitiviteit ten positieve weet in te zetten, komt de grote opmerkingsbegaafdheid de persoon ten goede en wordt hooggevoeligheid een lust of misschien zelfs een talent. Hooggevoeligen passen zich aan Dit lukt veel hooggevoeligen echter niet. Een belangrijke reden hiervoor is dat onze samenleving overduidelijk is ingericht op en aangepast aan de 80% niethooggevoeligen. De hoeveelheid prikkels die dagelijks op ons afkomt, is enorm en veel groter dan een paar eeuwen terug. Eén dagelijkse editie van de hedendaagse New York Times bevat even veel informatie als een burger in de 17e eeuw in zijn hele leven te verwerken kreeg. Internet groeit met 10 miljoen pagina’s per dag. In Nederland zien we gemiddeld 380 tvcommercials per week. 75% van de werknemers in grote bedrijven zegt last te hebben van teveel informatie en kenniswerkers in bedrijven besteden twintig uur per week aan de afhandeling van informatie. Het is een hogedrukpan waarin we leven. Het is daarom niet verwonderlijk dat hooggevoeligen hun grote sensitiviteit als lastig ervaren en dat hooggevoeligheid leidt tot problemen als stress, burnout, veronachtzaming van het lichaam of chronische klachten. Dit wordt beeldend beschreven door Rolf Sellin, de therapeut en auteur die ik in het voorwoord aanhaalde. Hij beschrijft hoe hooggevoeligen zich aanpassen aan de rest, omdat ze anders zo veel labels opgeplakt krijgen en als anders worden gezien. De maatschappij en cultuur van een samenleving zijn zeer bepalend in hoe er tegen een bepaalde eigenschap wordt aangekeken. Onderzoek in Canada en China laat zien dat wat in China een wenselijke eigenschap is, namelijk verlegenheid, in Canada een onwenselijke eigenschap is. In China kiezen kinderen het liefst een verlegen kind tot speelkameraad, het karakter ‘verlegen’ betekent ook ‘welgemanierd’ en ‘sensitief’. In Canada echter werden de verlegen kinderen het minst uitgekozen als speelkameraad.17 Kinderen leren hooggevoeligheid te onderdrukken Het leren onderdrukken van hooggevoeligheid begint al jong, beschrijft Sellin18. Omdat onze samenleving niet is ingericht op hooggevoelige personen, komt het vaak voor dat goedbedoelende ouders en leraren hooggevoelige mensen “helpen” om de hooggevoeligheid te onderdrukken of te overwinnen. Dit gebeurt vaak onbewust. Hooggevoelige kinderen krijgen te horen “wat ben je weer gevoelig, doe eens niet zo gevoelig, lichtgeraakt, etc”. Deze negatieve input komt zeker bij een hooggevoelig Van Staveren, p. 60 - 61 Geciteerd in Aron, p. 59: Social Reputation and Peer Relationships in Chinese and Canadese children: A Cross-Cultural Study, Child Development 63. 18 Deze hele paragraaf is gebaseerd op Sellin, p. 27 - 29 16 17
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
16
kind stevig binnen. En dat terwijl hooggevoelige kinderen veel tijd nodig hebben om aan nieuwe omstandigheden te wennen en om prikkels te verwerken. Bovendien is een hooggevoelig kind zijn eigen ergste rechter; hij onthoudt zijn fouten, is gevoelig voor standjes en wil het graag goed doen. De eerste stap naar zich willen conformeren wordt nu gezet. “Blijkbaar is het gedrag dat ik vertoon niet gewenst, laat ik dan maar extra goed opletten wat wel wenselijk is,” is de achterliggende, vaak onbewuste gedachte. Het kind richt zich meer op de externe prikkels en waarneming en keert zich af van wat hij zelf voelt. Om zichzelf te beschermen en te overleven, offert het hooggevoelige kind zijn lichamelijke gewaarwording op in ruil voor de liefde, aandacht en geborgenheid van zijn ouders. En bij elke stap die hij hierin zet, gaat het hooggevoelige kind het lichaam als meer waardeloos en lastig beschouwen. In het ergste geval zal het hooggevoelige kind het eigen lichaam en de interne prikkels gaan negeren. Omdat het hooggevoelige kind meer prikkels waarneemt en deze dieper verwerkt – lees ook zeker: meer overdenkt – is het kind meer bezig met goedkeurende en afkeurende bewegingen van de ouders en andere toonaangevende volwassenen zoals leraren. Het kind heeft het sneller door als iets niet in de smaak valt bij de volwassenen en is dan meer geneigd zich aan te passen. Het gevolg is dat het hooggevoelige kind zich zo richt naar anderen, dat hij zichzelf kwijt raakt. Hij raakt lichamelijk en geestelijk ontworteld. De focus komt te liggen op de externe prikkels en het hooggevoelige kind maakt zich afhankelijk van externe oordelen. Op mijn twaalfde had ik veel last van koude handen en voeten, buikpijn, hoofdpijn en een enorme moeheid. Als ik terugkijk, ervaar ik weer dat gevoel dat ik in een waas leefde. Ik bleef mijn ouders vragen “waarom zijn we hier?” Mijn ouders namen me mee naar een antroposofisch kinderarts. Hij gaf mij poeders en pillen, maar de belangrijkste twee dingen die hij deed waren andere. Hij zorgde dat ik een aantal weken lang twee keer per week voordat ik naar school ging werd gemasseerd. Hierdoor kreeg ik weer enig lichaamsgevoel terug en ik vond het heerlijk. En hij praatte met mij en vertelde dat er een andere manier is om tegen dit leven aan te kijken. Het voelde alsof het gordijn waarachter ik altijd had geleefd een tikje werd opgetrokken en ik een wereld zag die levendiger, kleurrijker en zachter was dan ik ooit had verwacht. Hoe ik bij die wereld moest komen en hoe ik het gordijn helemaal kon wegtrekken, dat kon deze arts mij niet leren. Maar de bewustwording van een mogelijke andere manier van leven heeft gemaakt dat ik daar naar op zoek kon gaan. Het contact met het buikgevoel ontbreekt Omdat de externe prikkels het hoogst gewaardeerd worden, krijgt het kind het moeilijk. Door de genuanceerde waarneming, neemt het kind makkelijk dubbele boodschappen en verborgen agenda’s waar. Dit is verwarrend. Het hooggevoelige kind zal proberen wat hij voelt en waarneemt extra te Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
17
checken bij volwassenen die vaak de uitspraken van tafel zullen vegen. Uiteindelijk leert het kind dat zijn eigen beoordeling van de waarneming niet deugt en komt hij in een toestand waar hij zich continu in bochten wringt om zich aan te passen, ook als er steeds iets anders van hem verwacht wordt. Aanpassing aan anderen wordt immers beloond. Volwassen hooggevoeligen blijven dit doen, dit is immers het bekende patroon. Zij winnen vaak uitgebreid informatie in bij anderen, bijvoorbeeld als ze een besluit moeten nemen. Omdat deze informatie elkaar vrijwel altijd tegenspreekt, raakt de hooggevoelige persoon in de war: aan welke verwachting moet hij nu gaan voldoen? Het contact met het lichaam is zoek en daarmee ook met het buikgevoel of de intuïtie. De hooggevoelige persoon gaat zichzelf zien door de ogen van anderen en zich continu afmeten aan anderen. Dit heeft ook een voordeel. Hooggevoeligen zijn goed in staat om objectief naar zichzelf te kijken. Waar – vooral in bedrijven – veel aandacht wordt besteed aan zelfreflectie en feedback geven, heeft de hooggevoelige volwassene dit kunstje al lang onder de knie. De nadelen zijn echter groter. Rolf Sellin beschrijft een proces dat veel hooggevoelige mensen doormaken: eerst handelt de hooggevoelige als ideale vriend of collega, hij gaat mee in de opvattingen van de ander en lijkt in perfecte harmonie samen te leven of werken. Tot de hooggevoelige persoon ontdekt dat hij zijn eigen perspectief en belangen uit het oog is verloren. Wat de hooggevoelige dan doet, is abrupt op de rem trappen en opeens een eigen standpunt innemen en dit kan hij vrij bot doen. Dit komt omdat het standpunt vanuit het hoofd komt en niet vanuit een buikgevoel. Het is een rationeel gekozen standpunt dat vrij abrupt en halsstarrig over het voetlicht wordt gebracht. De hooggevoelige wordt dan als stoorzender gezien en niet meer als degene die zich zo probleemloos aan de situatie aanpaste. “Niet de hooggevoeligheid op zich doet zich als storingsbron gelden. Het is de strijd tegen de storende zelfwaarneming en de aanpassing aan anderen, die heel verschillende gevolgen meebrengen.”19 Op mijn dertigste ontmoette ik een man. Ik werd smoorverliefd en hij werd verliefd op mij. “Dat zo’n man verliefd kan worden op mij,” zei ik tegen mijn zus. Ik vond het ongelooflijk. En ik ging er helemaal in op. Dat we vaker bij hem thuis waren dan bij mij, viel me niet op. Dat ik me stoerder ging kleden en meer ging sporten – hij was heel sportief – ook niet. Dat ik altijd mee ging naar zijn sportwedstrijden en avondjes met vrienden, terwijl hij nooit een concert van mij bezocht, wuifde ik weg. Hij was zo geweldig, ik prees hem de hemel in. Na twee jaar kochten we een huis. Ik had liever een gezellige familiewoning aan de rand van de stad gehad, maar hij wilde per sé een groots monumentaal appartement in het centrum bezitten. Een half jaar later besloten we tegelijk een sabbatical te nemen. Een week na dat besluit vond hij zijn roeping. “Ik ben zo blij met jou, Marije,” zei hij, “je hebt me terug gebracht bij mijn diepste verlangen en nu kan ik dat gaan leven.” Ik 19
Sellin, p. 32
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
18
ploeterde wat rond en probeerde verschillende dingen maar vond nergens mijn eigen roeping en besloot maar weer te gaan werken. Mijn biologische klok begon te tikken en af en toe begon ik over kinderen. Hij moest er niets van weten. Voor zijn studie ging hij zes weken op reis en hij zou er onderweg over nadenken. Twee weken voor hij terugkwam, verging ik van de maagpijn. Niets hielp en de artsen konden niets vinden. Na elke hap eten kroop ik over de grond van de stekende pijn. Toen hij terugkwam, vertelde hij dat hij op zijn reis een ander had ontmoet. Ik beëindigde acuut de relatie. Het was niet de eerste keer dat ik mij zo had aangepast en ook zeker niet de laatste. Mijn lichaam zou steeds meer in opstand raken bij alle volgende keren dat ik niet naar mezelf luisterde en van mezelf wegraakte. Het ontstaan van ernstige stress, burn-out en fysieke klachten Het gevolg van dit alles, benadrukt Rolf Sellin, is dat het eigen lichaam niet meer adequaat wordt waargenomen. De eigen behoeften raken uit beeld en de hooggevoelige plaatst zich buiten zichzelf. Een volgende stap is dat de hooggevoelige helemaal buiten zichzelf treedt, de gronding en zelfcentrering volledig kwijt raakt. De meeste hooggevoeligen beginnen nu te schuiven. Ze zijn op zoek naar een balans, maar vinden die niet. Het ene moment vragen ze teveel van zichzelf, het andere te weinig. Dit uit zich bijvoorbeeld in steeds wisselen van werk, van relaties, van vriendschappen. Dreigende of volledige burn-out-periodes, wisselende hobby’s en aandachtsgebieden. De hooggevoelige leeft steeds meer uit het hoofd, het contact met hart en buik raken volledig zoek. Daardoor komt de hooggevoelige in deze fase niet meer authentiek of eigen over. De hooggevoelige persoon voelt zich overbelast en zwak. Zijn grenzen zijn weg. Hij is alleen nog aan het overleven. En het lichaam reageert. Dat gaat steeds harder roepen om gehoord te worden. Als een burn-out niet voldoende is, is een chronische aandoening de manier van het lichaam om de geest weer terug proberen te krijgen. Uiteindelijk, zo stelt Sellin, dringt de zelfwaarneming zich versterkt op. De pogingen om ‘nu eens niet zo gevoelig’ te zijn, hebben geleid tot het weg raken van zichzelf en het gevolg is dat hooggevoeligen vaak slecht voor zichzelf zorgen. Dit is heel herkenbaar voor mij. Van baan naar baan ben ik gegaan, van relatie naar relatie en in spirituele zoektochten probeerde ik me ergens thuis te voelen. Mijn darmen zijn mijn zwakke plek. Eerst in de vorm van een spastische dikke darm en uiteindelijk in een heftige darmontsteking die door de internist werd bestempeld tot ‘ziekte van Crohn’. Het leek een voedselvergiftiging maar na kilo’s afvallen in een paar weken tijd, veel overgeven en een sterk verminderde eetlust was een bezoek aan het ziekenhuis onvermijdelijk. De CT-scan en de coloscopie wezen direct op een sterk vernauwde overgang tussen de dunne en de dikke darm. Het was echt tijd om mijn eigen plek in het leven en in mijn lichaam in te nemen.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
19
4. Over hooggevoeligheid en stress: het RAS Een van de gevolgen van de gevoeligheid voor prikkels, is dat hooggevoeligen zich focussen op de buitenwereld. Ze leven als het ware van buiten naar binnen. Antoine van Staveren beschrijft dit beeldend in zijn boek Bewust-er-zijn met hooggevoeligheid. Hooggevoeligen hebben meer moeite met aandachtig in het hier en nu zijn. Zintuiglijke prikkels, gedachten en mentale beelden (zowel die gedachten die bij jezelf opkomen als diegenen die door een ander in jouw hoofd worden geplant) en emoties zijn impulsen die je aandacht kunnen wegnemen uit het hier en nu. Voor een hooggevoelige is het moeilijker om ‘thuis’ te blijven in de eigen belevingswereld. De afleiding is groter en de aandacht wordt sneller en makkelijker verplaatst naar andere gebieden.20 Eind februari fietste ik naar school voor de SER-toets. Ik was zenuwachtig en praatte mezelf moed in. Het zou vast lukken. De ruimte was vol en de zenuwen vlogen door de lucht. De docent begon met een meditatie, maar het lukte me niet goed om uit mijn hoofd te raken. Ik zette mijn voeten op de grond en probeerde contact te krijgen met mijn middenlijn. Het was druk in mijn hoofd en ik zakte niet in mijn lijf. We werden ingedeeld en ik ging bij mijn tafel staan. ‘Mag ik als eerste?’ Dan ben ik er maar vanaf, dacht ik. Een lieve medestudente raakte mijn arm. ‘Je kunt het!’ Aan het voeteneind van de tafel probeerde ik uit mijn hoofd en mijn stress te raken, mijn voeten te voelen op de grond, mijn adem laag te krijgen, het lukte niet. Degene die mij moest beoordelen, zat te bladeren in haar papieren en elk omgeslagen blad klonk tien keer vergroot in mijn hoofd. Ik voelde haar aanwezigheid, alsof ik onder de schijnwerpers van een voetbalveld zat. Mijn adem zat in mijn keel en mijn hart ging tekeer. Ik keek op de klok. Die tikte. We moesten binnen een uur klaar zijn. Ik gaf een sessie, maar vanuit mijn hoofd. Het hele uur lukte het me niet om te zakken. Het werd een technische sessie en ik slaagde niet voor de toets. Elke externe of interne prikkel levert bij een hooggevoelige sterke reacties op in het zenuwstelsel. Het oppikken van signalen en voortdurend alert zijn wordt in het lichaam geregeld door het autonome zenuwstelsel en de alarmsystemen die daarin huizen. Arousal Het lichaam reageert op externe en interne prikkels door het zenuwstelsel te activeren. Dit heet arousal. De mate waarin het centrale zenuwstelsel is geactiveerd, zegt iets over het bewustzijn of de mentale alertheid van iemand. Een laag arousal past bij slaperigheid, gemiddeld arousal bij ontspannen wakker zijn en overmatig arousal bij een toestand van stress. Bij lage arousal zijn er lagere frequenties aanwezig (alfa-ritme, 7-13 Hz) en bij hoge arousal hogere (beta-ritme, 13-35 Hz). Arousal wordt gemeten aan de 20
Van Staveren, p. 185
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
20
hand van de doorbloeding en van glucose- en zuurstofgebruik in de hersenen. Het is ook meetbaar in huidgeleiding. De overgang van lage naar hoge of van hoge naar lage arousal kan snel of langzaam verlopen, denk aan rustig wakker worden of aan schrikken van een hard geluid. Iedereen zoekt naar een optimaal niveau van arousal, ergens in het midden tussen te weinig prikkeling – want dat maakt duf en inefficiënt – en te veel prikkeling – want dat maakt gestrest en overbelast. In het eerste geval drinken we koffie of komen we in beweging om ons alarmsysteem op een laag, aangenaam pitje te zetten, zodat we ons alert en energiek voelen. In het tweede geval nemen we rust en sluiten we ons geestelijk af, zodat we ons alarmsysteem wat lager zetten. Het optimale prikkelingsniveau zit net voor de top van de curve (zie plaatje21).
Wat ons prikkelt, is volgens Elaine Aron “alles wat het zenuwstelsel op gang brengt, alert maakt en de zenuwen een nieuwe lading elektrische vonken doet rondsturen.”22 Dit zijn niet alleen prikkels van buiten, maar ook prikkels van binnen, vanuit het lichaam zelf. Denk aan honger, dorst, pijn, vermoeidheid, spierspanning, gedachten, herinneringen, fantasieën en erotische opwinding. Dezelfde prikkel heeft voor verschillende mensen verschillende impact en betekenis. Hier spelen bijvoorbeeld associaties een rol. Ik vind de deodorant van mijn puberende stiefzoon verschrikkelijk ruiken omdat hij me doet denken aan een Fransman die wat opdringerig werd, mijn stiefzoon vindt het prettig en besproeit zichzelf er rijkelijk mee. En ook controle heeft invloed. Zelf de muziek hard zetten, is geen enkel probleem – terwijl het lastig kan worden als de buren opeens de stereo op tien zetten. Vaak ook zijn we ons niet bewust van wat ons prikkelt. Kortom, mensen verschillen in de mate waarin ze stimuli prettig vinden en de mate waarin de stimulatie het zenuwstelsel beïnvloedt. Er is veel onderzoek naar gedaan en gebleken is dat baby’s al een optimaal niveau van prikkeling kennen. Stressverschijnselen en stresshormonen Als er een alert gegeven wordt door het systeem, gaat de arousal omhoog. Een verhoogde arousal merk je aan een verhoogde hartslag en ademhaling, 21 22
Bron plaatje: http://www.beautysquare.nl/lifestyle/stress-management-1/ Aron, p. 51
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
21
het verwijden van de pupillen, klamme en koude handen en toegenomen spierspanning. Therapeuten die veel met hooggevoeligen werken, zien deze fysieke gedragingen bij hun cliënten. Antoine Van Staveren beschrijft bijvoorbeeld hoe hooggevoelige mensen makkelijk van streek kunnen raken: “Ze zijn door alle prikkels onbewust en automatisch met van alles om hen heen bezig, behalve met zichzelf. De symptomen als gevolg hiervan zijn bijvoorbeeld vermoeidheid, blozen, trillen, een snelle hartslag, duizelingen, zweten, angsten (…) Er zijn snel stressverschijnselen zoals maagpijn, onrustige darmen, hoofdpijn, kriebelende zenuwen, veel pieken en malen of een algeheel onbehaaglijk gevoel. Soms leidt het last ondervinden van externe prikkels zelfs tot paniekgevoelens.”23 De hormonen die in het lichaam vrij komen in stresssituaties zijn adrenaline, norepinefrine en cortisol. Uit onderzoek blijkt dat bij hooggevoeligen vaak verhoogde niveaus van deze stresshormonen zijn aangetroffen: “de lichaamssappen (bloed, urine en speeksel) van sensitieve kinderen laten aanwijzingen zien voor een hoog gehalte aan norepinefrine in hun hersenen, vooral nadat de kinderen in het laboratorium aan diverse vormen van stress zijn blootgesteld. Norepinefrine wordt geassocieerd met opwinding; het is in feite de hersenvariant van adrenaline. De lichaamssappen van sensitieve kinderen bevatten ook meer cortisol, zowel onder stress als gewoon thuis. Cortisol is het hormoon dat aanwezig is wanneer men in een min of meer continue toestand van opwinding of alertheid verkeert.”24 Het RAS Ons zenuwstelsel bevat een groot aantal systemen die de arousal kunnen verhogen. Zij slaan op dat moment – terecht of onterecht – alarm. De achterliggende reden hiervoor is uiteraard dat zij ons willen beschermen en in leven houden. Zodat we opzij springen voor die voorbij sjezende auto. Een van de systemen die zo’n alert kan geven, is het RAS. Het Reticulair Alarm Systeem bevindt zich in de hersenstam in de nek en strekt zich uit over een aantal centimeters. Het bestaat uit een netwerk van onderling nauw verbonden zenuwcellen. Het RAS werkt al in de eerste maand na de conceptie. De afferente (aanvoerende) zenuwbanen sturen prikkels naar het RAS. Vandaar zijn er twee systemen, een gaat buiten de thalamus om, de ander niet. Het reticulo-thalamo-corticale systeem loopt via de thalamus – een centrale zenuwkern midden in het hoofd. De prikkels gaan van het RAS naar de thalamus en vandaar naar de hersenschors. Deze stuurt de systemen in het lichaam aan. Bij het tweede systeem gaan er banen rechtstreeks naar de hersenschors, dus om de thalamus heen. Dit tweede systeem werkt vooral met neurotransmitters als noradrenaline, serotonine en dopamine om het lichaam de gewenste reactie te laten uitvoeren. Het RAS kan er op deze manier voor zorgen dat de hartslag omhoog gaat, dat de spieren worden aangespannen, etc.25 Van Staveren, p. 42-43. Aron, p. 75 25 Bron van deze paragraaf: reader Alarmclock en http://nl.wikipedia.org/wiki/Arousal 23 24
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
22
Als er een alarmsituatie is, schiet het RAS omhoog. We komen in een toestand van hoge arousal. Het RAS geeft zijn elektrische signalen af, waardoor andere systemen kunnen zorgen dat het lichaam in een alerte toestand raakt en de juiste stresshormonen worden aangemaakt. Het RAS staat altijd aan, ook ’s nachts. Maar als het goed is, gaat ’s nachts het arousalniveau naar beneden. Het RAS staat dan op de waakvlam. Ook in de pauzestand overdag staat het RAS als het goed is op een laag pitje. Dan is er veel ruimte om snel te schakelen. Het kan zijn dat het RAS standaard te hoog staat afgesteld. Dan is de neutrale stand van RAS bijvoorbeeld 8 op een schaal van 1 tot 10. Er is dan maar een schakelruimte van twee en dat is niet veel. De van oorsprong Duitse, maar voor het Nazi-regime naar Engeland gevluchte psycholoog Hans Eysenck (1916 – 1997) legde als een van de eersten een link tussen arousal en introversie. Eysenck gebruikte de schaal extraversie-introversie om de mate waarin een persoon naar buiten treedt en met andere mensen contacten heeft, te benoemen. Individuele verschillen in introversie - extraversie waren volgens Eysenck een gevolg van biologische factoren. Volgens Eysenck is er bij extraverten sprake van een relatief laag arousalniveau van de hersenen. Hij zag dit als een oorzaak voor zijn observatie dat extraverte mensen continu op zoek zijn naar prikkels van buitenaf. Daarentegen zag hij bij introverten een relatief hoog arousalniveau. Eysenck interpreteerde dit als oorzaak voor het prikkel-vermijdende gedrag van introverten. In de ogen van Hans Eysenck is het arousal-niveau dus rechtstreeks verbonden met het gedrag en de mate waarin dit gedrag prikkel-zoekend of prikkel-vermijdend is. Als we het RAS zien als graadmeter voor het arousal-niveau, zouden de observaties van Eysenck geïnterpreteerd kunnen worden als aanwijzing voor een verhoogde RAS bij hooggevoeligen in elk geval bij de introverte hooggevoeligen.26 In het tweede hoofdstuk heb ik het onderzoek van Jerome Kagan aangehaald. De groep geremde kinderen (high reactors) die hij een tijdlang heeft gevolgd, lijkt vergelijkbaar te zijn met de hooggevoelige personen zoals Aron die omschrijft. Geremde baby’s zijn sterk reactief: zij buigen of strekken hun ledematen, trekken hun rug hol alsof ze proberen weg te komen en huilen vaak. Kagan beschrijft wat er gebeurt met een geremd kind als het geprikkeld wordt: de hartslag gaat omhoog, de pupillen verwijden sneller en de stemmen worden hoger door grotere spanning op de stembanden. Uit bloed, speeksel en urine blijkt een hoog gehalte aan norepinefrine in de hersenen en meer cortisol. Kortom, hun arousalniveau of RAS is hoog. Een chronisch geactiveerde Locus ceruleus? In een gesprek over dit eindwerk wees Ingeborg Teeken mij naast het RAS op het belang van de locus ceruleus. De locus ceruleus (‘blauwe plek’ genoemd naar het blauw kleuren van contrastvloeistof bij onderzoek) is een onderdeel 26
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hans_Eysenck
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
23
van het RAS. Het is een hoofdkern van gebundelde zenuwkernen in / op de pons, dichtbij de zijwand van het vierde ventrikel. De locus ceruleus bestaat uit twee nuclei en heeft veel uitlopers naar de schors van grote en kleine hersenen. Als er zonlicht op je ogen valt, gaat er een signaal van de hypothalamus naar de locus ceruleus. Deze maakt een basislaagje noradrenaline aan, dit is een zachte vorm van adrenaline. Hiermee worden we wakker en (basis-)alert. Ook zorgt de locus ceruleus in samenwerking met de raphe nuclei voor het slaap-waak-ritme. De raphe nuclei verspreiden serotonine, dat voor ontspanning en rust zorgt en een tegenhanger is van noradrenaline. De locus ceruleus en de raphe nuclei werken dus om beurten.27
De locus ceruleus kan chronisch geactiveerd zijn en dat uit zich in gespannenheid bij de persoon. Er wordt dan continu noradrenaline geloosd in het lichaam. De locus ceruleus reageert bovendien niet alleen op signalen van de hypothalamus, maar is ook gevoelig voor spierspanning in de nek. De noradrenaline die de locus ceruleus aanmaakt, wordt geloosd in het CSvocht en meegenomen het hele lichaam in. Franklyn Sills schrijft: “In maladaptive states, the locus ceruleus may be chronically turned on, creating hypersensitivity to sensory input.”28 Zou een chronisch geactiveerde locus ceruleus nauw verbonden kunnen zijn met hooggevoeligheid? Voor mij is er een duidelijk verband tussen de symptomen van hooggevoeligheid - stress, meer arousal en meer cortisol en norepinefrine in het lichaam – en een verhoogde RAS en geactiveerde locus ceruleus. Bron plaatje: http://it.wikipedia.org/wiki/Locus_ceruleus Bron informatie: syllabus Alarmclock 28 Sills, p. 341 27
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
24
Behandelen met cranio Toen ik voor het eerst zelf cranio-sessies kreeg, hebben we veel gewerkt met het RAS. Mijn RAS stond standaard te hoog afgesteld, minimaal op 8 of 9 en het was lastig om dit naar beneden te krijgen. Vaak legde ik mijn handen in mijn nek en sprak ik in mezelf mijn RAS aan: “ik zie je, ik voel je, ik weet dat je me wilt beschermen en nu mag je weer naar beneden gaan want het is veilig.” Inmiddels ben ik zover dat ik het opmerk als mijn RAS stijgt. Ik ben me bewust van mijn ademhaling, hartslag en spierspanning en ik voel het in de zenuwvezels in mijn nek als er stress ontstaat. Ook in de sessies die ik zelf geef, komt vaak het RAS aan de beurt. Het is makkelijk uit te leggen en te begrijpen voor mensen. Vrijwel iedereen voelt direct hoe hoog het RAS staat en ook hoe laag ze hem bij voorkeur zouden hebben staan. Wat er voor nodig is om het RAS naar beneden te krijgen verschilt van persoon tot persoon. Soms is er opschoning nodig in een deel van het lichaam, soms een uitleg, vaak ook een teruggaan naar het moment waarop het RAS zo hoog is gaan staan. Voor mij is duidelijk dat het RAS een alarmsysteem is. Het is er ter bescherming. Soms is die bescherming niet meer nodig, maar is het RAS niet hersteld. Terug uitleggen aan het lichaam dat de cliënt nu volwassen is, is vaak een opluchting voor het systeem en soms voldoende voor het RAS om zichzelf bij te stellen.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
25
5. Een slecht functionerend autonoom zenuwstelsel In een interview in de Volkskrant zei de klinisch psycholoog en regressietherapeut Pieter Langedijk (Hilversum, 1931 – 2011): “Het gevolg van constant met je hoofd bezig zijn is dat de geest zich steeds meer uit het lichaam terugtrekt, met als gevolg dat er steeds minder contact met het lichaam is. Je moe voelen is een van de gevolgen van een minder goed contact met je lichaam en een minder goed tot slecht werkend autonoom zenuwstelsel.”29 Pieter Langedijk schreef een boekje over gevoeligheid. Hij gebruikt niet de term hooggevoeligheid en verwijst niet naar de theorie van Aron. Zijn eerste versie van het boekje is van voor de introductie van de term hooggevoelig persoon en wellicht had hij ook niet veel op met deze terminologie. Hij onderzocht honderden volwassenen en kinderen met concentratie- en leerproblemen, waarvan velen – volgens zijn interpretatie erg gevoelig waren. Bij deze groep kwam het vaak voor dat zij vanuit hun hoofd leefden en een slecht functionerend autonoom zenuwstelsel hadden. Het autonome zenuwstelsel Het autonome zenuwstelsel werkt automatisch, zonder besturing door de wil of het bewustzijn. De aansturing van het hart, de bloedsomloop, de spijsvertering en de spieren gaat grotendeels via dit autonome stelsel. Dit zenuwstelsel bestaat uit twee delen die samenwerken: de sympathicus en de parasympaticus. Als de ene actief is, doet de andere een stapje terug. De sympathicus en de parasympaticus worden gevormd door zenuwbanen die vanuit het verlengde merg en de pons naar de organen en spieren lopen. Het plaatje hieronder30 is een vereenvoudigde weergave.
Citaat van Pieter Langedijk zoals aangehaald in de Volkskrant: Pieter Langedijk 1931 – 2011, Peter de Waard, 29 oktober 2011. 30 Bron: http://www.beautylab.nl/stress/ Bron informatie: syllabus Alarmclock 29
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
26
Het parasympatische zenuwstelsel zorgt voor herstel, rust, opslag en energiehuishouding – vergelijk met de functies van ademhalen, eten, ontlasten en kruipen. Dit zenuwstelsel is verbonden met het wormenbrein; het verlengde merg of de medulla oblongata. Dit oudste brein is gericht op overleven: ademhalen, eten, ontlasten en kruipen. Als het wormenbrein wordt aangevallen, kan het zich voor dood houden (‘freeze’), meer mogelijkheden heeft het niet. In een waterige omgeving waar je vooral passief voedsel tot je neemt, was dat voldoende. Voor de zich ontwikkelende mens die wilde lopen, jagen en verzamelen was het echter niet toereikend en daarom is het reptielenbrein evolutionair ontwikkeld bovenop het wormenbrein. Het reptielenbrein of de pons is het brein in de nek, vlak boven het verlengde merg ter hoogte van de kleine hersenen. Met dit brein kwamen er de zintuigen om de buitenwereld in de gaten te houden. En er kwam de mogelijkheid om te vechten of vluchten (fight or flight reactie). De zintuiglijke waarnemingen komen binnen in het lichaam, de prikkels worden verwerkt in het zenuwstelsel en dat komt waar nodig in actie door onder meer spieren aan te spannen, de hartslag te versnellen of de blik te vernauwen.31
Het reptielenbrein is verbonden met het sympathische zenuwstelsel. Dit zenuwstelsel zorgt voor aanpassing van het lichaam aan inspanning en stresssituaties. Ontspanning hoort bij het parasympatische zenuwstelsel, net zoals hormonen als serotonine en oxytocine. Stress hoort bij het sympathische zenuwstelsel, net zoals hormonen als adrenaline en cortisol. Franklyn Sills (psychotherapeut, cranio-sacraal therapeut en auteur, 1947, Groot-Brittannië) benadrukt het belang van het autonome zenuwstelsel. Bron plaatje: http://users.telenet.be/zeldzame.ziekten/List.z/Z-BG.htm Bron informatie: syllabus Alarmclock
31
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
27
Volgens hem zijn er maar weinig ziektebeelden die niet kunnen worden gekoppeld aan de werking van het autonome zenuwstelsel. Posttraumatische stressstoornis, burn-out en hevige stress, auto-immuun ziekten, maar ook veel andere ziektes. Het is daarom – volgens hem – des te merkwaardiger “that many people are largely uninformed of this most critical part of their own anatomy, and are surprised to learn that their symptoms have a clear basis in physiology.”32 Er zijn dus twee onderdelen van het zenuwstelsel die volautomatisch reageren. In stresssituaties zal eerst het sympathisch zenuwstelsel reageren en als dat niets oplevert, komt er een actie vanuit het parasympatische zenuwstelsel. Dit zie je in de reactiemogelijkheden. Bij stress verval je in vechten (denk aan hoe mensen aanvallend kunnen reageren als ze moe zijn) of vluchten (overwerken en de baas vermijden, is wat veel mensen dan doen). Als dat niets op levert, vertrek je, je trekt je terug of dissocieert (iemand kan verstarren, verstijven, bevriezen, even helemaal ergens anders lijken te zijn met zijn gedachten.) Let op het verschil tussen vluchten en vertrekken. In het eerste geval blijf je in de actie, in het tweede geval verval je in passiviteit. Als alles goed is, verwerken we elke stresssituatie op zichzelf, zodat we na de situatie schoon en vrij van stresshormonen verder kunnen. In de praktijk lukt dit echter onvoldoende. We gaan door naar het volgende zonder de tijd te nemen om de stress kwijt te raken of we maken zoveel situaties mee dat de stress zich in korte tijd hoog opstapelt. Op zo’n moment blijft de sympathicus actief en kan hij zelfs overactief raken. Hooggevoeligheid en een overactieve sympathicus Pieter Langedijk merkte het volgende op bij zijn onderzoek naar gevoeligen: “Vrijwel altijd zijn de kinderen of heel stil of hyperactief. Ook heb ik honderden volwassenen op bezoek gehad die gevoelig waren en als kind vrijwel altijd stille dromers waren of dat nog steeds waren. Op grond van al deze ontmoetingen bleek dat vrijwel alle gevoelige mensen een groot aantal kenmerken gemeen hebben, zoals: (…)ze kunnen vaak erg moeilijk tegen kritiek, reageren daar meestal op met niets zeggen, angst en in elkaar krimpen, verdriet en zich zielig voelen, of boosheid en die onderdrukken. Vaak doen ze erg veel moeite om aardig gevonden te worden; dit is een van de oorzaken dat ze gauw klaar staan om anderen te helpen. Vaak hebben ze een slecht contact met het lichaam, wat meestal samengaat met borstademhaling in plaats van buikademhaling, spanning in het achterhoofd, lage rugklachten, koude handen en voeten en zich snel moe voelen. Dit alles is een aanwijzing dat het autonome zenuwstelsel, vooral de parasympaticus, minder goed functioneert.”33
32 33
Sills, p. 357 Langedijk, Omgaan met gevoeligheid, p. 19
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
28
Ook als mensen rustig, beheerst of teruggetrokken zijn, kan er sprake zijn van een probleem met het autonome zenuwstelsel. “Bij het observeren van kinderen en volwassenen komt men of heel stille of heel drukke mensen tegen. Men krijgt de indruk dat bij de laatste groep de sympathicus te actief is, terwijl bij de stille kinderen en volwassenen de parasympaticus overheerst. Niets is minder waar. Als men beide groepen mensen met een accupunctuurmeter doormeet, blijkt dat bij beide groepen de sympathicus te actief is, wat zich uit in lage huidweerstand. Door ontspanningsoefeningen (…) worden de te actieven rustiger en de te stille kinderen en volwassenen actiever en gaat bij beiden de huidweerstand omhoog.”34 Stress is dus niet per se zichtbaar aanwezig. Het komt er op neer dat hooggevoeligen meer vanuit hun reptielenbrein functioneren. Ze zijn gericht op de buitenwereld en op prikkels uit de buitenwereld. Als krokodillen scannen zij voortdurend hun territorium op gevaar. Het risico is dat zij te weinig tot rust komen, omdat zij dit brein maar met moeite uit kunnen zetten. Sympathicus en parasympaticus De sympathicus en de parasympaticus werken subtiel samen. Als de sympathicus overactief is, komt de parasympaticus in de problemen. In het vorige hoofdstuk hadden we het over arousal. Bij gestreste hooggevoeligen of hooggevoeligen met een burn-out zou er sprake kunnen zijn van een situatie van hyper-arousal. Mensen in een hyper-arousal situatie zitten continu in een vecht- of vluchtreactie vanuit het reptielenbrein. De parasympaticus krijgt onvoldoende tijd voor herstel. Mensen slapen slecht en blijven denken, malen en piekeren. Typerend gedrag voor mensen met een hyper-arousal zijn gevoelens en gedragingen van angst, spanning, depressiviteit en oververmoeid zijn. Een andere mogelijkheid is dat mensen in freeze zijn geraakt. Ze zijn continu in een shock-toestand en voelen zich overweldigd door de wereld. Eerder schreef ik al hoe ik tijdens mijn puberteit de wereld lange tijd als in een waas heb ervaren, alsof ik achter een gordijn leefde en dat niet weggetrokken kreeg. De parasympatische toestand is dan sterker dan de sympathische, maar daaronder blijven de sympathische impulsen actief. Bij het behandelen betekent dit, dat als de parasympatische laag ruimte heeft gekregen, er een kans is dat daarna de sympathische laag zich meldt. 35 Dit herken ik uit eigen ervaring. Terugkijkend kan ik zeggen dat ik zelf op enig moment in mijn leven in een freeze-toestand en in mijn parasympatische systeem ben geschoten. De koude handen en voeten, buikpijn, moeheid en het slechte contact met mijn lichaam wijzen daarop. Ook weet ik dat ik makkelijk vertrok. Dan deed ik 34 35
Langedijk, Parasympaticus, p. 92 Sills, p. 367
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
29
even niet meer mee. Op school staarde ik uit het raam, op het schoolplein speelde ik met fictieve vriendjes en later op mijn werk zette ik een masker op als het me niet zinde. Even afstand nemen, fysiek aanwezig zijn maar mijn levensenergie was vertrokken. Tijdens de opleiding kwam ik langzaam uit deze parasympatische toestand, ik warmde letterlijk op en de koude rillingen en het diepe wegzakken verminderden. Nu maakte ik kennis met mijn sympathische zenuwstelsel en daar bleek een boel stress te zitten. Ik kreeg last van paniekaanvallen, vooral als ik in een trein of bus moest stappen. Mijn hart ging tekeer, veel spieren in mijn lijf spanden zich aan, ik kreeg last van mijn maag en darmen en ervaarde een bewustzijnsvernauwing. En dat terwijl er geen enkele aanleiding was voor stress. Ik heb mezelf hier uit kunnen krijgen door veel cranio te doen, gesprekken met een psychotherapeut, meditaties en ademhalingsoefeningen. Wat me heeft opgeleverd, is dat ik eerder mijn emoties uit, assertiever ben en vitaler. Ik voel me veel levendiger en heb veel minder het gevoel dat ik naast de wereld sta. Samenvattend is de kans groot dat hooggevoeligheid gepaard gaat met problemen in het autonome zenuwstelsel en dat het van belang is hier goed naar te kijken. Hoe de sympathicus en de parasympaticus samenwerken, is bepalend voor het lichaamscontact dat iemand heeft en de verwerking van stresssituaties. Behandelen met cranio Een typerend voorbeeld van een sessie van iemand die hoogstwaarschijnlijk hooggevoelig is, is deze. Een jonge vrouw komt met stressklachten en ze verwacht dat ze niet zal kunnen ontspannen op tafel, hoe graag ze dat ook zou willen. Inderdaad merk ik dat ze het lastig vindt om naar de diepte te zakken, omdat haar hoofd zo vol zit en maar blijft malen. Bij haar benen voel ik dat haar hele lichaam trilt, alsof ze kleine beweginkjes maakt. Ik voel een zwak ritme. Dit zijn tekenen van een sympathische activatie.36 Mijn eigen lichaam roept: grensstrengen ontladen! De grensstrengen zijn belangrijke zenuwbanen van de sympathicus. Ze liggen langs de ruggenwervels. Op elke wervel van de ruggengraat zit een stel ganglia, zenuwknopen. Ze plakken aan de voorzijde tegen de wervels en zijn als een ouderwetse touwladder met elkaar verbonden. Bij een stressimpuls produceert een ganglion noradrenaline. Het parasympatische systeem wordt Sills beschrijft dit heel mooi: “Various signs of sympathetic arousal can be sensed via palpation as perturbation within the fluids, especially cerebrospinal fluid. This is an expression of the discharge of autonomic energies into the fluids. It is commonly a sign of the processing of these forces by the potency within the fluids. You might also sense an electrical steaming through the body. It is not uncommon to sense this kind of discharge from the center of the body to the periphery. (…) Also included in this kind of sympathetic activation are states of emotional flooding and processes which suddenly and dramatically speed up. The person may be flooded with alternating memories, images and related emotional couplings.”, p. 361 - 363
36
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
30
op die plek uitgezet. Elke wervel is een verdieping. Alle energie komt dan op die verdieping in het lichaam vrij voor actie (opzij springen voor die auto die komt aan sjezen!) Maar als de stresshormonen niet worden verbruikt, omdat er geen aanleiding is voor een echte actie, of als er voortdurend stresshormonen worden aangemaakt, blijven de ganglia vol stresshormonen. Het lichaam blijft op de alerte stand en gericht op overleven. Er is geen ruimte voor ontspanning. De stress kan uit deze grensstrengen afgevoerd worden door de benen en armen eerst aan te spannen en daarna bewust de spanning af te voeren. Dat doen we en er komt rust voor in de plaats. Er komt een duidelijke doorstroming langs haar ruggengraat op gang en ze zakt naar een dieper ritme waar we ander werk kunnen doen. Vaak ook schreeuwt een cliënt het uit of trapt iemand woest met de benen. Mijn handen worden in dit soort sessies na het ontladen vaak getrokken naar de atlas-occiput, naar de sterno-cleido-mastoideus en naar kaak en kaakspieren. Dit helpt cliënten om weg te zakken en zich meer ontspannen te voelen. Bij de kaakspieren werken we gericht aan het ontspannen van het reptielenbrein. Ook het werken met de ogen heeft dit effect. Het geeft een diepe ontspanning van de sympathicus. Om de parasympaticus ruimte te geven, helpt het om de cliënt mee te nemen naar de diepste ontspanning en het diepste ritme en te werken met de nervus vagus. De nervus vagus is de belangrijkste zenuw van het parasympatische zenuwstelsel. Hij ontspringt in het verlengde merg en komt de schedel uit door de jugular foramen aan weerszijden. Het verlengde merg stuurt signalen als een telefoon met een draad. Er lopen twee draden, een links van de ruggengraat en een rechts die verbindingen maken met de luchtwegen, longen, het hart, de bloedvaten, de maag, de lever en de darmen. In gesprek met de cliënt kunnen de verbindingen en de zenuw zelf opgeschoond worden.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
31
6. Een overspannen filter: thalamus en amygdalae Naast de grote focus op de buitenwereld, is volgens Elaine Aron een belangrijk kenmerk van hooggevoeligen dat zij de opgepakte informatie intensiever verwerken. Uit onderzoek met behulp van een MRI-scan naar de hersenactiviteit van hooggevoelige versus niet-hooggevoelige personen van de Canadese psychologe Jadzia Jagiellowicz blijkt dat een hooggevoelig persoon die gebieden van de hersenen die geassocieerd worden met ‘diepere’ informatieverwerking meer gebruikt, vooral bij opdrachten waarbij ze subtiliteiten moesten opmerken.37 Zestien deelnemers kregen foto’s te zien die ze moesten vergelijken met eerdere foto’s. Met een knop moesten ze aangeven of er wel of niet iets was veranderd in de situatie op de foto. Sommige situaties waren duidelijk veranderd, andere heel subtiel. Hooggevoeligen keken langer naar de foto’s met subtiele veranderingen dan de niet-hooggevoelige proefpersonen en bij de hooggevoeligen was er meer hersenactiviteit in de hersendelen die te maken hebben met het verbinden van visuele input met andere delen van het brein. Dit zijn de hersendelen die niet alleen met kijken te maken hebben, maar met een diepere verwerking van de visuele input. Zelfs na een statistische correctie voor verschillen in introversie en neuroticisme, was het verschil in hersenactiviteit tussen hooggevoeligen en niet-hooggevoeligen opmerkelijk. De conclusie van de onderzoekers is dat hooggevoeligheid wordt gekenmerkt door een verschil in diepte van verwerking in het brein.38 Ook ander onderzoek toont aan dat hooggevoelige personen meer hersenactiviteit in de insula vertonen39. De insula vormen de overgang tussen de neocortex en de paleocortex in de hersenen. Zij liggen achter de temporale kwab. Ze zijn betrokken bij het sturen van de aandacht, bij het opmerken van opvallende gebeurtenissen in de omgeving en bij pijnervaringen en basale emoties. Vanuit de breinklassen – die ik nog niet heb gevolgd – is er waarschijnlijk veel meer over te zeggen. Voor dit moment ga ik vooral in op de rol van de thalamus en de amygdalae omdat zij via vezelverbindingen verbonden zijn met de insula.40 De thalamus, filter of bewaker van het bewustzijn Alle prikkels die binnenkomen in de hersenen, gaan eerst naar de thalamus. De thalamus is een belangrijke hersenkern in de tussenhersenen, in het midden van het hoofd. De thalamus fungeert als een filter. Circa 90% van de ontvangen prikkels worden door de thalamus automatisch, onderbewust geregeld. De thalamus zorgt ervoor dat je alleen bewust opmerkt wat Onderzoek van Jadzia Jagiellowicz, aangehaald in Aron, p. 33 Bron: http://www.newswise.com/articles/researchers-find-differences-in-how-the-brains-ofsome-individuals-process-the-world-around-them 39 Onderzoek van Bianca Acevedo, aangehaald in Aron, p. 33 40 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Insula_(hersenen) 37 38
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
32
belangrijk is. Ook op emotioneel en psychologisch gebied zorgt de thalamus ervoor dat een heleboel dingen niet doordringen in je bewustzijn. Hij bepaalt wat jij van je verleden aan kunt om te verwerken en wat weggestopt moet blijven. We zouden kunnen zeggen dat het bewustzijn in de thalamus ontstaat, of ook wel dat de thalamus de bewaker is van het bewustzijn.41
Als de thalamus op basis van de binnenkomende prikkels gevaar vermoedt, stuurt hij het signaal door naar de amygdalae en naar de prefrontale cortex. De amygdalae zijn twee zenuwkernen die ongeveer achter je ogen liggen. Ze worden ook wel de emotionele ogen genoemd of het emotionele geheugen. Zij besluiten snel of het nodig is om in actie te komen en zetten dan de benodigde stresscascade aan (de HHA-as: hypothalamus – hypofyse - bijnieren). De amygdalae geven een signaal aan de hypothalamus, die waarschuwt de hypofyse en deze zorgt dat de bijnieren de benodigde stresshormonen gaan afgeven: adrenaline en cortisol. Adrenaline brengt je lijf in een staat van hyperbewustzijn: alles is scherp en lijkt vertraagd te gaan waardoor je een plan kunt maken. De sensitieve systemen worden scherp. Cortisol maakt de suikers in het lichaam vrij, zodat de spieren brandstof hebben en cortisol zet het immuunsysteem uit. De analyse van het signaal door de prefrontale cortex verloopt aanzienlijk langzamer. Als de prefrontale cortex anders oordeelt dan de amygdalae wordt de actie bijgesteld. In de hersenen zijn twee plekken gevoelig voor cortisol: de amygdalae en de hypocampus. Op allebei zitten cortisolreceptoren die meten hoeveel cortisol er is. Als er een signaal komt van de thalamus, “er is toch geen gevaar”, geven de amygdalae en de hypocampus het signaal aan de hypothalamus dat hij mag stoppen met aanjagen. De emotionele herinneringsloop van de amygdalae Franklyn Sills legt uit hoe herinneringen de amygdalae beïnvloeden. Hij onderscheidt verschillende herinneringsprocessen die een rol spelen bij stress. Ik beschrijf hier de twee processen die zijn gerelateerd aan de thalamus en Plaatje – bron: http://webspace.ship.edu/cgboer/limbicsystem.html Bron voor deze paragraaf: syllabus Alarmclock
41
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
33
de amygdalae. Allereerst zijn er expliciete herinneringen aan stressvolle gebeurtenissen. De zintuiglijke input van deze gebeurtenis komt binnen in de thalamus, wordt verstuurd naar de gedeelten in de grote hersenen die hiervoor geschikt zijn (visuele cortex, auditieve cortex etc) en de hippocampus verbindt de verzamelde en verwerkte input zodat we de gebeurtenis ervaren als een eenduidig iets. Impliciete emotionele herinneringen zijn een andere categorie. De amygdalae bewaren emotionele herinneringen en initiëren een emotionele reactie op stress. Ook een verre herinnering aan een stresssituatie kan maken dat de amygdalae een emotionele reactie in gang zetten, zelfs zonder dat we doorhebben dat er een oude herinnering aan de reactie ten grondslag ligt. De amygdalae nemen dus hun beslissingen op basis van emotioneel verleden. Zoals Etienne Peirsman zo mooi kan zeggen “je ziet nog steeds dat pestende broertje voor je”. We denken dat het een nieuw gevaar is waar we op reageren, maar feitelijk is het oud zeer dat opnieuw opspeelt. Omdat we door de reactie een nieuwe herinnering opbouwen, komen we in een “loop” terecht. We verwerken de herinnering niet en de amygdalae blijven werken. De uitweg is om de oorspronkelijke ervaring volledig te verwerken en de emotionele betekenis die we aan die gebeurtenis hebben gegeven los te laten. Dit kan door vanuit het hier & nu naar de gebeurtenis te kijken en bewustzijn over het heden aan de herinnering toe te voegen. De prefrontale cortex zijn de hersenen die zijn verbonden met het hier & nu.42 Het lijkt alsof de thalamus en de amygdalae van hooggevoelige personen overuren maken. Elaine Aron benoemt als een van de hoofdkenmerken dat hooggevoeligen emotioneel reageren. Dit wijst op reacties vanuit de amygdalae. Zou er sprake kunnen zijn van oud trauma waardoor de amygdalae in een “loop” terecht zijn gekomen? Het schoonmaken, ontladen en eventueel resetten van thalamus en amygdalae is van groot belang. Op een internetforum over hooggevoeligheid schreef een hooggevoelige vrouw: “Ik ben een jaar geleden bij een Cranio Sacraal therapeut geweest en die heeft me uitgebreid uitgelegd hoe het de taak is van de Thalamus en oa. de Amygdalae's (klieren in de hersenen) om niet-relevante zintuiglijke prikkels (wo geluid) naar het onderbewustzijn te filteren. Maar soms werken ze niet meer goed (overbelast etc.), waardoor die prikkels te opdringerig in je bewustzijn terecht komen. Mbv een aantal sessies Cranio heeft hij (Nicolaas Cuperus, praktijk in 't Gooi en Amsterdam, wat een topper!) die plekken ontspannen en gereset. Sindsdien zie ik mijn hooggevoeligheid alleen nog maar als een geschenk.” Behandelen met cranio Mijn eigen ervaring is dat mijn amygdalae overvol zaten. Tijdens de module haakte ik af bij de sessie met de amygdalae. Ik zakte weg, kon mijn amygdalae niet voelen en er geen contact mee krijgen. Pas in latere sessies 42
Sills, p. 344 - 346
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
34
begon ik mijn amygdalae te ontladen en nog steeds is dit een aandachtspunt voor mij. Alsof ze bij het minste of geringste alweer vol lopen. In sessies met cliënten zie ik de herinnering-loop terug komen. Gelukkig worden de amygdalae graag en makkelijk aangesproken en kunnen dan ook ontladen worden. En ze worden ook graag in contact gebracht met de prefrontale cortex. Dit gedeelte van de grote hersenen, het nieuwste brein, gaat over het hier & nu. Hier zit bewustzijn over dat we in 2014 leven en volwassen zijn. Door de verbinding tussen de amygdalae en de prefrontale cortex te versterken, wordt het makkelijker voor het lichamelijk systeem om de informatie tijdig te plaatsen en realistische te beoordelen en niet van het minste of geringste in de stress te schieten. Het werken met de thalamus en de amygdalae is vrij gemakkelijk. Het is goed uit te leggen en de cliënten met wie ik dit heb gedaan, voelen de plekken in hun hoofd meteen. Iemand beschreef de thalamus als een zeefje waarvan het schuifje te ver naar één kant stond waardoor er te veel informatie in het bewuste komt. Ze ging spelen met het schuifje. In de sessies is mij duidelijk geworden hoezeer de amygdalae ook een alarmsysteem zijn. Misschien baseren ze zich op oude informatie, maar zij doen hun best om te voorkomen dat je geraakt wordt – fysiek of geestelijk. Daarin verschillen zij niet van het RAS. Hier wil ik ook de hartbeschermer noemen. In een recente sessie met een medestudente was er een direct verband tussen de amygdalae en de hartbeschermer. De hartbeschermer had last van de koppigheid van de amygdalae. Het opschonen van de amygdalae en hen terug hun taak vertellen en hen verbinden met de prefrontale cortex deed ook de hartbeschermer veel goed. Nu kon hij meer ontspannen.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
35
7. Uit je midden zijn: disbalans tussen links en rechts In zijn boek over gevoelige mensen beschrijft Pieter Langedijk dat hem opvalt dat mensen die meer gevoelig zijn een dominante rechterhersenhelft hebben. Dit komt ook uit ander onderzoek. De eerder genoemde ontwikkelingspsycholoog Jerome Kagan ontdekte dat het voorhoofd van geremde kinderen aan de rechterkant koeler is wat een grotere activiteit van de rechterhersenhelft impliceert (het bloed wordt aan de oppervlakte onttrokken ten behoeve van deze verhoogde activiteit).43 Leven vanuit je rechterhersenhelft De gevolgen van het niet goed verbinden van linker- en rechterhersenhelft worden onder andere beschreven door Jill Bolte Taylor (USA, 1959), een neuro-anatomist die hersenonderzoek doet naar schizofrenie in een psychiatrisch laboratorium. Zij kreeg zelf een beroerte waardoor ze van binnenuit kon onderzoeken hoe de hersenen werken. Hier wil ik kort schetsen hoe zij het verschil tussen de hersenhelften beschrijft. In haar TED-talk44 benadrukt zij allereerst dat de twee hemisferen (grote hersenhelften) volstrekt los zijn van elkaar. Ze communiceren met elkaar via het corpus callosum. De hersenhelften verwerken de informatie op verschillende manieren. De rechterhersenhelft werkt als een parallelle processor. Het denken gaat in beelden en het leren gaat kinesthetisch, dat wil zeggen via het lichaamsgevoel. Heel zintuiglijk dus. Zij noemt het “la-laland”. Vanuit de rechterhersenhelft ben je in het hier & nu als een “energybean” die is verbonden met andere energy-beans en met alle energie om zich heen. “In this moment we are perfect, we are whole and we are beautiful.” De linkerhersenhelft denkt lineair en methodisch. Deze hersenhelft is gericht op terugkijken en vooruitdenken. Het analyseert de binnenkomende informatie, associeert met gebeurtenissen uit het verleden en ziet mogelijkheden voor de toekomst. In deze hersenhelft gaat het denken in taal. Hier zit ook de dualiteit, in deze hersenhelft maken we onderscheid tussen ik en de ander. Hooggevoeligen hebben een dominante rechterhersenhelft en dat geeft een verklaring voor de dominantie van de zintuiglijke prikkels in het systeem en ook voor de empathische reacties. Bovendien sluit het aan op de beschrijving uit het derde hoofdstuk dat hooggevoeligen makkelijk zichzelf uit het oog verliezen. Zij zijn zo bezig met hun omgeving, dat ze ik en de ander minder onderscheiden. Problemen met de piramidale banen Het lijkt er vervolgens op dat bij hooggevoeligen de linker- en de rechterhersenhelft niet optimaal samenwerken. Pieter Langedijk beschrijft dat Aron, p. 74 - 75 Bron: http://www.ted.com/talks/jill_bolte_taylor_s_powerful_stroke_of_insight#t-375314 citaten zijn uit de Ted Talk.
43 44
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
36
hem opvalt dat gevoelige mensen vaak telgangers zijn. Dit betekent dat bij het optillen van het linkerbeen de linkerarm wordt bewogen en bij het optillen van het rechterbeen de rechterarm. De meeste mensen lopen zodanig dat hun armen kruislings aan hun lichaam bewegen: bij een linkerstap gaat de rechterarm wat naar voren en bij een rechterstap de linkerarm. Lopen in telgang is een belangrijke aanwijzing voor het minder goed samenwerken van de linker- en de rechterhersenhelft.45
Het piramidale systeem46 bestaat uit zenuwbanen die beginnen op de primaire motorische schors en die deze schors verbinden met het ruggenmerg. Deze zenuwbanen geven informatie over bewegingen door van de hersenen naar het ruggenmerg vanwaar de skeletspieren aangestuurd worden. Dit bepaalt onze fijne en grove motoriek. In het verlengde merg wisselen de zenuwbanen van kant. Dit gebeurt voor ongeveer 80% van de zenuwbanen. Hierdoor komt het dat we onze linkerkant van skeletspieren grotendeels met de rechterhersenen aansturen en onze rechterkant grotendeels met de linkerhersenen. Een belangrijke aanwijzing voor problemen met de piramidale banen is slecht kruipen. Kruipen is een typische gekruiste arm-been beweging. Als je die beweging kan maken, kun je goed de linker- en rechterhersenhelft van je hersenen verbinden. Als een babietje niet kruipt, ontwikkelen die verbindingen zich niet goed. 45 46
Langedijk, Gevoeligheid hoe ga je ermee om, p. 19 en 75 Bron plaatje: http://nl.wikipedia.org/wiki/Piramidaal_systeem
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
37
Mij viel op dat cliënten die mogelijk hooggevoelig zijn, vaak niet in hun midden zitten. Soms voelt het zelfs alsof het lichaam helemaal scheef ligt en regelmatig voelen linker en rechterhelft van het lichaam anders aan. Het terugbrengen en bewust maken van het midden en van aan- en inwezig zijn in jezelf, maakt dat ze zachter, rustiger en kernachtiger worden. Het verhaal van Ingeborg Teeken Toen ik een eerste versie van deze scriptie aan Ingeborg Teeken, craniosacraal therapeut en docent aan de Peirsman Cranio Sacraal Academie liet lezen, reageerde zij direct op dit verhaal over telgang en hooggevoeligheid. Zij vertelde het volgende. Tijdens de bevalling draait een baby het hoofd om door het bekken te komen. Het bekken is ovaal en het hoofd is ook ovaal. Als het hoofd het bekken passeert, komt de grootste druk te staan op de temporale botten. Dit zijn de botten aan weerszijden van het hoofd waar de oren aan vast zitten. Tijdens de bevalling raken deze botten als het ware gevangen tussen het sacrum en het schaambeen van de moeder. Dit is het smalste stuk van het bekken en dit geeft grote druk op het hoofd van de baby. Als het goed is, komen deze botten na de bevalling weer vrij. Ze veren weer terug. Als echter de druk tijdens de bevalling te groot is geweest, kan het zijn dat de temporale botten te strak blijven staan. Ze raken uit orde of zijn gedispositioneerd. De temporale botten drukken precies op die plek waar de piramidale banen kruisen, maar ook waar de RAS en de locus ceruleus zich bevinden. Ingeborg Teeken vermoedt dat geboortetrauma – zoals bijvoorbeeld problemen met de temporale botten – een oorzaak kan zijn voor een groot aantal van de beschreven symptomen van hooggevoeligheid: • piramidale banen die onvoldoende ruimte krijgen, zorgen voor bewegen in telgang en een mindere verbinding tussen de linker- en rechterhersenhelft; • een RAS in de knel zorgt voor een continu hoog arousal- en stressniveau en de bijbehorende hogere niveaus van norepinefrine en cortisol; • een locus ceruleus onder spanning kan chronisch geactiveerd raken. Dit heeft effect op de parasympaticus en de sympathicus. De locus ceruleus maakt noradrenaline aan die door het hele lichaam verspreid wordt. Overal waar de noradenaline komt, wordt de parasympaticus uitgezet. De noradrenaline activeert ook de bijnieren om een beetje cortisol aan te maken. Dit zou een goede verklaring kunnen zijn voor de verhoogde stress- en hormoonlevels bij hooggevoeligen. Ingeborg Teeken legt een verband tussen dit soort geboortetrauma en interventies bij de geboorte, zoals het gebruik van weeën-opwekkende middelen. De laatste decennia worden deze middelen steeds meer Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
38
toegepast en ze worden als vrij onschuldig beschouwd. Weeën-opwekkers verstoren echter het hormonale systeem en daarmee het natuurlijke tempo van de bevalling. Het lichaam heeft tijd nodig om de benodigde stappen te zetten en om te zorgen dat het baringskanaal voldoende open staat. Dit natuurlijke proces komt onder druk te staan. Het opengaan gaat te snel, de weefsels kunnen niet voldoende mee, de ruimte voor het kindje is meer gespannen, de weeën gaan sneller dan goed is voor het kindje en dus is de druk veel groter. Het hoofd van een baby is als een stormram en dit komt meer klem te zitten dan bij een bevalling zonder weeën-opwekkende middelen. Ingeborg Teeken zou graag een onderzoek doen naar de relatie tussen interventies bij de geboorte (geboortetrauma) en nieuwe-tijds-aandoeningen zoals ADHD, autisme, PDD-NOS. Hooggevoeligheid als nieuwe-tijds-aandoening Opmerkelijk is dat een rondgang langs vijf mensen in mijn omgeving die zichzelf herkennen in het hier geschetste beeld van hooggevoeligheid, allemaal geboren zijn terwijl hun moeders weeën-opwekkende medicatie toegediend kregen. Ook mijn moeder kreeg weeën-opwekkende medicatie toen ze beviel van mij. Mijn nichtje van bijna vier vertoont veel gedrag dat ik vroeger ook vertoonde; ze kan zich goed zelf vermaken, het is haar snel te veel in drukke omgevingen en ze raakt in paniek in onbekende situaties. Ook zij is met weeën-opwekkende medicijnen ter wereld gekomen. Haar zusje is zonder hormonale inmenging geboren en vertoont dit gedrag niet. Uiteraard is dit een bijzonder kleine steekproef, maar als er een onderzoek komt naar de relatie tussen weeën-opwekkende medicatie en nieuwe-tijdsaandoeningen, lijkt het mij interessant hooggevoeligheid hieraan toe te voegen. Ook hooggevoeligheid is een typische nieuwe-tijds-aandoening. Zoals eerder beschreven wordt hooggevoeligheid pas sinds midden jaren negentig als zodanig benoemd en onderzocht. Hooggevoeligheid wordt ook vaak verward met ADHD en autisme, eveneens vrij recent opgedoken ziektebeelden. Bij de autismespectrumstoornis is er ook sprake van een overbelasting door zintuiglijke prikkels en daardoor is het vooral bij kinderen niet altijd meteen duidelijk of er sprake is van autistische trekken of hooggevoeligheid. Autistische kinderen hebben oog voor detail, zijn eerlijk en analytisch. In die zin zijn ze vergelijkbaar met hooggevoelige kinderen. Het verschil zit er in dat autistische kinderen moeite hebben met sociale contacten en dat ze een opvallend beperkt aantal interesses hebben.47 Over de verschillen en overeenkomsten tussen hooggevoeligheid en ADHD vond ik dat hooggevoelige kinderen onder druk of stress ADHD-symptomen kunnen gaan vertonen. Ze worden dan lichamelijk druk en gedragen zich 47
Bron: http://www.autisme.nl/over-autisme/wat-is-autisme-(spectrum-stoornis).aspx
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
39
overprikkeld. Hooggevoelige kinderen kunnen ook onhandelbaar, schreeuwerig of hysterisch worden. Dit maakt het soms moeilijk om ADHD en hooggevoeligheid van elkaar te scheiden. Een belangrijk verschil is dat hooggevoelige kinderen zich goed kunnen concentreren als er geen afleiding is. Dit kunnen ADHD-kinderen niet.48 Bij alle drie de beelden is er sprake van “problemen” in het zenuwstelsel die symptomen opleveren die op elkaar lijken en subtiel verschillen. Het zou dan ook niet verwonderlijk zijn als de oorzaken voor de verschillende beelden bij elkaar in de buurt liggen. Behandelen met cranio De cranio-techniek die past bij het terug verbinden van de hersenhelften en de piramidale banen, is de atlas-occiput. Zelfs cliënten die moeite hebben te ontspannen, komen bij deze techniek tot een diepere rust. Alles komt hier samen, spieren; zenuwbanen; RAS; locus ceruleus; piramidale banen; wervels; ruggenmerg; de pons en het verlengde merg; sympathicus en parasympaticus. Het is heel precair en het wil heel graag aangeraakt worden. Als hier ruimte komt en bewustzijn, komen linker- en rechterhersenhelft met elkaar in verbinding; herstelt zich de balans tussen alarm- en immuunsysteem; tussen sympathicus en parasympaticus. Je komt terug in je midden. Etienne Peirsman beschrijft de kracht van werken met de atlas-occiput in zijn boek Cranio-sacraal therapie voor iedereen: “In je hoofd denk je; in de rest van je lijf ben je. Mensen die in hun hoofd zitten, kunnen er niet meer uit omdat de deur meestal op slot zit. Dan zit het bij de atlas-occiput vast. Waar – zoals in de mythe – Atlas de wereld draagt, daar is de plek waar het drama gebeurt: je komt niet meer af van je last! (…) Elk beetje extra spanning dat in die spieren wordt gecreëerd drukt op de wervels, waardoor de nek ineen wordt geduwd. Hoe meer spanning, des te meer de deur daar dichtgaat tot er uiteindelijk geen contact meer is tussen lichaam en geest.”49 Eerst het zacht maken van de spierlaag en het fascia-weefsel. Dan contact maken met de wervels en het achterhoofdsbeen, ruimte geven en beweging terug geven. Vaak een zucht van verlichting. En dan dansen met de dura mater. En dan, dan komt ook het bekken vrij. Het eerste chakra – aarde, goed geaard zijn in wie je bent, verbonden zijn met de aarde en vertrouwen. Uiteraard voegt Ingeborg Teeken hieraan toe hoe wezenlijk het is om met het geboortetrauma te werken. Haar ervaring is dat na het losmaken van de atlas-occiput en het bekken (L5-S1) en het werken met geboortetrauma van hooggevoeligheid bijna altijd geen sprake meer is. Marletta Hart, samengevat in artikel http://www.nieuwetijdskind.com/onderscheidhooggevoeligheid-adhd/ 49 Peirsman, p. 79 48
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
40
8. Het immuunsysteem: bewaker van zelf en niet-zelf Het lijkt er op dat hooggevoeligen een overactief alarmsysteem hebben. Een gevolg hiervan is dat het immuunsysteem in het lichaam te weinig tijd en aandacht krijgt. Pieter Langedijk legt in zijn al eerder genoemde boek over gevoeligen een verband tussen een grote gevoeligheid en het immuunsysteem. Hij ziet dat gevoeligen een slecht contact hebben met hun lichaam, vooral met hun onderlichaam en hij herkent terugkerende lage rugklachten en een slecht functionerende thymus, een van de hoofdpersonen van het immuunsysteem. Ook geeft Pieter Langedijk aan dat als de parasympaticus onvoldoende functioneert, het lichaam niet toe komt aan rust en herstel.50 Dit heeft gevolgen voor het immuunsysteem. Ook Rolf Sellin geeft in zijn uitgebreide analyse van hooggevoeligheid aan dat het immuunsysteem uiteindelijk te leiden heeft onder de permanente hoogspanning die wordt veroorzaakt door een zenuwstelsel dat continu alarm slaat. De noodzakelijke balans tussen alarmsysteem en immuunsysteem In de vorige hoofdstukken ging het over de alarmsystemen in het lichaam. De alarmsystemen beschermen ons voor gevaar van buitenaf op de korte termijn. Ook het immuunsysteem is gericht op overleven. Het beschermt ons op de lange termijn. Het herstelt ons lichaam en het is de afweer tegen alles wat lichaamsvreemd is. Het immuunsysteem werkt optimaal als het voldoende aandacht en tijd krijgt. Bij de relatie tussen het alarmsysteem en het immuunsysteem denk ik altijd aan het yin-yang symbool. Het alarmsysteem staat uit als het immuunsysteem aan staat en vice versa. Maar er is altijd een tikkeltje alarm aan als het immuunsysteem de baas is en er is een tikkeltje immuun aan als het alarmsysteem de baas is. Als je slaapt, is het immuunsysteem actief maar je wordt wel wakker als er een keiharde knal klinkt (althans de meeste mensen worden dan wakker!) en als je wakker bent, repareert je lijf wel dat sneetje dat je maakte toen de je de boontjes aan het doppen was. Het alarmsysteem en het immuunsysteem op hoofdlijnen naast elkaar gezet, levert het volgende op: Alarmsysteem Reageert als veiligheid in het geding is, gericht op overleven Gericht op gevaar in de buitenwereld Sympatisch zenuwstelsel Stress Thalamus als opperhoofd
Immuunsysteem Reageert als veiligheid in het geding is, gericht op overleven Gericht op gevaar dat het lichaam binnendringt Parasympatisch zenuwstelsel Ontspanning Thymus als opperhoofd
50
Langedijk, Gevoeligheid hoe ga je ermee om, p. 19 en 77
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
41
Net als bij de sympathicus en de parasympaticus is de samenwerking tussen het alarmsysteem en het immuunsysteem precair. Een te sterk werkend alarmsysteem – met als symptomen: een te hoog staande RAS, een overactieve sympathicus, een chronisch geactiveerde locus ceruleus – verzwakt het immuunsysteem. Als hooggevoeligen een dominant alarmsysteem hebben en daar geen verbetering in weten aan te brengen, is het geen wonder dat zij uiteindelijk chronische klachten ontwikkelen. Het immuunsysteem is niet in staat om de nodige herstel- en afweerwerkzaamheden uit te voeren met als gevolg dat het lichaam langzaam verzwakt òf het immuunsysteem gaat overuren draaien en creëert een auto-immuunziekte.51 Het immuunsysteem als bewaker van zelf en niet-zelf Het immuunsysteem gaat over zelf en niet-zelf. Het beoordeelt van alle stoffen die binnenkomen via de huid, de mond en ook andere openingen zoals de neus, oren en vagina of het binnen mag komen of dat het mogelijk gevaarlijk is. Als het lichaamsvreemd is, wordt de stof aangevallen en weggewerkt. Het is een bescherming op een diepere laag: zorgen dat je blijft leven. De thymusklier is een belangrijke klier in het bewaken van zelf en niet-zelf.52
De thymus ligt boven op je hart, achter je borstbeen. Hij bestaat uit twee lobben met bindweefsel ertussen. De thymus maakt hormonen die zorgen voor een verhoging of verlaging van antilichamen tegen ongewenste indringers. Daarnaast is hij een laboratorium en bibliotheek. Van elk antigeen (lichaamsvreemd element) dat ooit in het lichaam is gekomen, wordt een stukje bewaard in thymus. Thymus is de leerschool van de immuuncellen en een soort binnenlandse veiligheidsdienst. Hij kent je hele ziektegeschiedenis. Tlymfocyten worden bloot gesteld aan de bibliotheek en weten hoe ze de verschillende indringers moeten aanvallen. Bron: syllabus Immuunklas en aantekeningen Immuunklas Bron plaatje: http://brighterbrains.org/articles/entry/greg-fahy-regrew-his-thymus-healthextensin-salon-14
51 52
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
42
In de baarmoeder worden alle nieuwe cellen van de baby gepresenteerd aan thymus zodat die weet wat lichaamseigen is en wat niet (ook al gaat dit later soms fout bij auto-immuunziektes waarbij het immuunsysteem lichaamseigen cellen aanvalt.) De thymus is het grootste in je kindertijd. Daarna groeit hij niet door. Hij blijft even groot en hij vervet. Vet is de ideale plek voor stamcellen die dan ook een plek vinden in thymus. Thymus is het opperhoofd van het immuunsysteem en een verzwakte thymus is een teken van een algeheel verzwakt of uitgeput immuunsysteem. Dit is in een craniosessie goed voelbaar bij de thymus zelf. Een te strak alarmsysteem houdt je weg bij jezelf Het lichaam en vooral het immuunsysteem reflecteren subtiel wat er in je leven gebeurt. Dus als je je aanpast aan je omgeving, is dat voor het immuunsysteem een signaal om aan te passen. Als iemand zich gaat gedragen zoals dat verwacht wordt door ouders, school of de maatschappij en daarbij weg raakt van zichzelf, is het niet verwonderlijk dat het lichaam reageert door klachten te ontwikkelen. Dit sluit precies aan bij de uitgebreide beschrijving in het derde hoofdstuk van de ervaringen van Rolf Sellin. Hij ziet hoe hooggevoeligen weg raken van zichzelf, hun lichamelijke prikkels gaan negeren, het contact met hart en buik verliezen en ernstige fysieke klachten ontwikkelen. Al eerder beschreef ik hoe ik de diagnose “ziekte van Crohn” kreeg. Het antwoord van mijn lichaam op ver weg geraakt zijn van mezelf. De ziekte zit in de dunne darm – het orgaan dat gaat over kiezen: wat mag naar binnen, wat niet. Het is een auto-immuunziekte wat zoveel wil zeggen als dat mijn immuunsysteem niet meer goed onderscheidt wat lichaamseigen is en wat niet, waardoor de immuuncellen mijn eigen lichaam aanvallen. Het gaat overduidelijk over zelf en niet-zelf. Ik heb veel gepraat met mijn darmen, mijn lever, mijn thymus. Met hen overlegd over hun onderlinge samenwerking, opgeruimd en opgeschoond waar nodig en organen terug verteld wat hun functies zijn. Er kwam veel los – gebeurtenissen en trauma uit de tijd dat ik in de baarmoeder zat, familiepatronen en eerdere levens. Cranio heeft me zoveel gebracht. Ik woon nu in mijn eigen lichaam, ik koester mijn organen, mijn cellen. Te weten dat en hoe ik met ze kan praten, brengt me rust en veiligheid en zelfvertrouwen. Dit is mijn lichaam, kijk eens hoe wijs. Ik heb volledig contact met haar. Het stellen van grenzen blijft een thema, daar ben ik alert op en mijn lichaam reageert direct als ik mezelf onvoldoende bewaak. Maar: sinds drie jaar heb ik geen darmklachten meer en ik slik geen onderhoudsmedicatie. Volgens de internist komt het zelden voor en heb ik mazzel. Het is lastig hem te laten zien hoeveel werk ik heb verzet om op dit punt te komen aan iemand die niet op deze manier naar het lichaam wil kijken. Voor mij is de thymus de bewaker van het immuunsysteem. Een boerenventje op een fiets; dat beeld kwam bij mij binnen in de eerste sessie waar ik met Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
43
hem kennis maakte. Met een petje op fietst hij langs de velden om overal polshoogte te nemen. Druk bezet, intelligent en altijd bereid om mee te denken hoe de dingen beter kunnen. Pieter Langedijk merkte dat bij zijn gevoelige patiënten de thymus regelmatig verzwakt was. Als de thymus niet goed functioneert, is voor het lichaam onduidelijk wat zelf is en wat niet. De verzwakte thymus is dan ook de lichamelijke illustratie van wat Rolf Sellin beschrijft over hoe hooggevoeligen zich aanpassen aan hun omgeving en daardoor steeds meer weg raken bij zichzelf. Er is een link tussen thymus en thalamus, twee kernstations in het lichaam. Waar de thalamus de zintuiglijke prikkels verwerkt, bewaakt de thymus de prikkels die binnenkomen in het lichaam via de spijsvertering, de huid, de lichaamsopeningen. Zij werken samen. Kortom – bij een hooggevoelige is het van belang ook naar het immuunsysteem te kijken en de signalen vanuit dit systeem op waarde te schatten. Hier ligt de diepere laag van het leren omgaan of misschien zelfs helen van hooggevoeligheid. Als het immuunsysteem goed functioneert en in balans is met het alarmsysteem is de kans het grootst dat de hooggevoelige contact kan maken met het eigen Zelf en uiteindelijk van daaruit kan gaan leven. Behandelen met cranio Werken met het immuunsysteem is voor mij praten met de organen – met de thymus, de lever, de milt, de darmen. Om op te schonen, te herstellen, te verbinden en bewust te maken. In sessies met een mogelijk hooggevoelige cliënte viel mij op dat we vaak eerst aan de darmen werkten en daarna aan het hoofd – atlas/occiput. Na een aantal sessies ging zij steeds meer voelen in haar darmen en meer signalen van haar lichaam opvangen. Vaak merk ik ook dat ik bij het werken met het immuunsysteem de diepte inga en thema’s rondom de familie en zielenenergie aanraak.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
44
9. Een volgende laag Elaine Aron benadrukt dat hooggevoeligheid een neutrale eigenschap is die pas in een bepaalde situatie tot voordeel of tot nadeel leidt. In de vorige hoofdstukken heb ik de mogelijke fysieke lasten beschreven – meer stress, een verhoogd arousalniveau, een disbalans tussen sympathicus en parasympaticus, overbeladen thalamus en amygdalae, uit je midden zijn en problemen met het immuunsysteem. De volgende vraag is wat hiervan de achterliggende oorzaak zou kunnen zijn. In haar boeken gaat Elaine Aron er vanuit dat hooggevoeligheid een genetische basis heeft en dat het erfelijk is. Zij wordt hierin gesteund door recent Chinees onderzoek naar de genetische oorzaken voor de hoeveelheid dopamine in de hersenen. Een hooggevoelig persoon heeft verschillende genetische variaties die van invloed zijn op de hoeveelheid dopamine. De hoeveelheid dopamine lijkt daarbij voor hooggevoeligen duidelijk anders te zijn dan bij niet-hooggevoelige personen. Dit lijkt een aanwijzing te zijn dat hooggevoeligheid een genetische oorzaak heeft, maar meer onderzoek is nodig.53 Zoals ik in hoofdstuk zeven heb beschreven, ziet Ingeborg Teeken een relatie tussen geboortetrauma en nieuwetijds-aandoeningen waar hoogggevoeligheid ook onder zou kunnen vallen. Ik ben maar één auteur tegen gekomen die over trauma spreekt in het kader van hooggevoeligheid. Rolf Sellin maakt onderscheid tussen hoogsensitiviteit als aanleg en verworven hooggevoeligheid naar aanleiding van een trauma, lichamelijke aandoening of levensgebeurtenis. “Een mens die een permanente storingsbron meedraagt, staat in zeker zin voortdurend onder hoogspanning. Zijn immuunsysteem moet voortdurend alle zeilen bijzetten, het zenuwstelsel slaat voortdurend alarm. (…) Het verschil tussen hooggevoeligheid en lichtgeraaktheid is vooral dat het laatste pas in de loop van het leven optreedt. Het gaat daarbij niet om een aanleg of aard, maar om een verworven reactiewijze.”54 Werken met familiepatronen Cranio-sacraal therapie kan dieper kijken dan de fysieke laag. Dat is wat mij ook bijzonder aanspreekt. Juist het lichaam geeft vaak aan dat er meer aan de hand is dan een fysiek probleem. Het RAS bijvoorbeeld staat hoog om een reden. “Wanneer was de eerste keer dat je zo hoog ging staan? In de baarmoeder. Mijn moeder was erg gestresst toen ze zwanger was van mij.“ Vaak komt de familie om de hoek kijken. Een dominante ouder, een stressvolle situatie, een grote schrik, een verlies, onverdraaglijke eenzaamheid. Het lichaam zal er alles aan doen om de mens te beschermen. Als dat betekent dat het RAS omhoog moet, dan moet dat 53 Aron, p. 30-‐31 54 Sellin, p. 22
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
45
omhoog. Als dat betekent dat de schouders aangespannen moeten worden en dat de locus ceruleus daar overactief van wordt, dan moet dat maar. Soms blijkt een fysiek probleem in de kern een probleem in het familiesysteem te zijn. Je familie is je eerste en zeer bepalende omgeving. Van je ouders leer je “hoe het hoort”. Dit begint in de baarmoeder en waarschijnlijk al bij de conceptie. Je zit in een familieconstellatie. De verbinding met je familie gaat heel diep, ook al lijkt dit misschien niet zo. Van je vader en moeder heb je het leven gekregen, zij geven een stukje van henzelf en dat vormt jou. In de familie heb je je eigen plaats. Je ouders komen vóór jou, je broers en zussen staan op gelijke lijn met jou en jouw kinderen komen ná jou. In familiesystemen gaat het hier vaak mis. Als iemand niet op zijn plek staat in het systeem of voor een ander last draagt, raakt het systeem uit balans. Dit is energetisch voelbaar. De aanleiding voor een disbalans in het familiesysteem kan divers zijn; denk aan een echtscheiding, een buitenechtelijk kind, een zelfmoord, forse ruzies, iemand die is uitgestoten, gevoelens van schuld (een oom die NSB-er was bijvoorbeeld), een gepleegde moord, fysiek of geestelijk misbruik. Waar dit aan de hand is en leden van de familie hun eigen last niet dragen, nemen vaak kinderen uit liefde voor hun ouders een deel van de last op zich. “Mama, ik zie dat het zwaar is voor jou, ik draag het wel voor je.” De loyaliteit van kinderen is ongekend hoog. Dit gebeurt onbewust. Door dit te doen, gaat het kind van de eigen plek in het systeem en ontstaat disbalans. Zo kunnen lasten van generatie op generatie doorgegeven worden. Ook binnen het energetische familiesysteem zijn zelf en niet-zelf niet meer invoelbaar.55 Is het mogelijk dat dit van de plek geraakt-zijn in het familiesysteem een dieper liggende oorzaak is van hooggevoeligheid? Ruimte voor je zielen-energie Een volgende laag is de laag van de zielenenergie. Je lichaam is de afspiegeling van je ziel. Sommigen van ons dragen energieën van eeuwenoud en hebben blijkbaar de opdracht op zich genomen om het hier op te schonen. Dat zijn niet alleen familie-energieën, maar kunnen ook andere energieën zijn. De sjamaan Alberto Villoldo zegt: “Waar je een patroon van herhaling in je leven ervaart, is er sprake van een afdruk in je energieveld. Het is een methode van je ziel om zichzelf te helen door de omstandigheden van de originele verwonding terug te brengen.“56 “Soms hebben de doden de levenden nodig om iets in orde te maken, soms hebben de levenden de zegen van de overledenen nodig.”57 Dit wordt transgenerationele psychotherapie genoemd: onbewuste kennisoverdracht Bron voor deze paragraaf: Familieopstellingen van Nick Blaser Alberto Villoldo, geciteerd in het artikel Alberto Villoldo, sjamaan in een moderne wereld. Ode nr 69, Jurriaan Kamp 57 Blaser, p. 76 55 56
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
46
binnen een familie. Het is de overdracht van onzichtbare, onbewuste en soms ook geheime informatie. De familie-loyaliteit maakt dat nakomelingen een uit balans geraakt familie-evenwicht moeten herstellen. Dit alles uit liefde voor de familie, uit liefde voor de bron van herkomst. Mijn eigen ervaringen met familieopstellingen en sessies waarin ik contact maakte met de ziel hebben een helende beweging veroorzaakt, waardoor ik nu minder last heb van mijn hooggevoeligheid. Ik ben rustiger in mezelf, sta meer op mijn eigen plek en ben – zo merkte een vriendin laatst op – samengevallen met mezelf. Zou dit voor meer hooggevoeligen zo zijn? Dat ze minder last hebben van hun hooggevoeligheid als ze op zielenniveau helen en transformeren? Twee keer is er (tot nu toe) iemand met mogelijke hooggevoeligheid naar mij toe gekomen met de vraag of ik ze in contact kon brengen met hun zielenenergie. In beide sessies kwamen de cliënten in het reine met een oud stuk. Ze beschreven na afloop hoe ze een diepe verandering in hun zelf, in hun basis ervaarden. Dat ze zich nu veiliger voelen in zichzelf en een basisvertrouwen ervaren dat er daarvoor niet was. “Nu ben ik bij mezelf.” Een zijstap: beperkende overtuigingen Van een afstand bekeken, is hooggevoeligheid een label. “Uitgevonden” of “bedacht” in 1996 door Elaine Aron en daarna opgepakt door veel wetenschappers en therapeuten. Aan de ene kant geeft het veel mensen rust. “Nu weet ik wat ik heb, ik ben hooggevoelig.” Soms zeggen mensen zelfs: “het voelt alsof ik uit de kast kom, ik ben gewoon hooggevoelig.” Je hoort bij een bijzondere 20% van de samenleving. Aan de andere kant is het misschien een hype. Het is hip om hooggevoelig te zijn. We hebben in onze samenleving op dit moment veel hokjes. Allemaal pogingen om iets te verklaren, te doorgronden of normaal te maken. Het voordeel van een hokje of een label is dat iets aan het licht wordt gebracht, het wordt zichtbaar en bewust en daarmee makkelijker te onderzoeken. Het nadeel van een hokje laat zich voelen als je er in blijft hangen. De natuur en het lichaam hebben niks met hokjes. De homeopaat Ab Straatman (1946) schrijft in zijn boek Het pad van zelfgenezing over geloofssystemen en overtuigingen: “Een overtuiging is hetzelfde als een geloofssysteem. Het is vaak een zo vanzelfsprekende ‘innerlijke waarheid’ dat je je er volledig mee identificeert. Je gaat zo op in je geloofssystemen dat je niet meer weet dat je ze hebt. (…) Ons lichaam maakt namelijk nauwelijks onderscheid tussen een gebeurtenis in de buitenwereld en een geloofskracht in onze binnenwereld. (….) Artsen hebben nogal eens door hun studie bepaalde overtuigingen opgelopen. Termen als ‘ongeneeslijk ziek’ of ‘versleten lichaamsdelen’ maken regelmatig deel uit van hun diagnose. Als jij in zo’n diagnose gelooft, is dat een grote bedreiging voor je leven.”58 58
Straatman, p. 14
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
47
Toen ik geconfronteerd werd met de diagnose “ziekte van Crohn” kreeg ik een folder overhandigd van de patiëntenvereniging. Goedbedoelende familieleden en vrienden lazen zich in en stuurden mij artikeltjes. Ik heb alles naast me neer gelegd. Voor de patiëntenvereniging heb ik me niet aangemeld. Simpelweg omdat ik niet in het hokje wilde. Als iemand er naar vraagt, zeg ik “ik heb de diagnose van de ziekte van Crohn”, want het voelt niet alsof ik die ziekte heb. Als ik in een cranio-sessie aan mijn lichaam vraag “hoe gaat het met de Crohn”, reageert mijn lijf niet. Het is een term die niet resoneert, alsof ik een toets op de piano aansla en het hamertje ontbreekt. De snaar wordt nooit bespeeld. Als ik mijn systeem vraag om mij iets te vertellen over hooggevoeligheid blijft het stil. Wat Ab Straatman schrijft over beperkende overtuigingen sluit voor mij aan bij het begrip ‘life statements’ van Franklyn Sills. Life statements zijn diepe onderliggende overtuigingen en intenties die ontstaan tijdens de groei in de baarmoeder en de geboorte.59 De tijd vanaf de conceptie, de groei in de baarmoeder en het geboorteproces zijn extreme omstandigheden voor een baby. Al tijdens de zwangerschap en de geboorte is het autonome zenuwstelsel van de baby volledig actief. Dat betekent dat de kleine baby al in de baarmoeder stressreacties kan ervaren. De manier waarop een mens zijn geboorte ervaart, noemt Franklyn Sills het “birth scheme”. “Each person’s birth scheme is unique and personal and relates directly to responses and reactions during the birth process.”60 Onderdelen van het geboorteschema zijn fysiek: denk bijvoorbeeld aan de positie van de baby ten opzichte van het geboortekanaal, drukpunten tijdens de bevalling die worden bepaald door de bouw van het bekken van de moeder, het gebruik van verdoving en medicijnen. En ook emotioneel of psychisch: hoe de baby de geboorte ervaart, het gevoel van veiligheid, eigen tempo mogen bepalen, eventuele shock, binding met de moeder vlak na de geboorte en dergelijke. Hoe je geboren wordt en hoe je dit ervaart, speelt door in je leven. Onderliggende overtuigingen kunnen bijvoorbeeld zijn: “ik mag het niet op mijn manier doen” of “er wordt altijd aan mij getrokken”. Dit kan het hele leven op verschillende manieren doorspelen. Met cranio-sacraal therapeut Nicolaas Cuperus had ik een gesprek. Op zijn website staat dat hij hooggevoeligen behandelt. Hij beschrijft aan mij dat hij een aantal pagina’s heeft besteed aan info over HSP’s, om herkenning en attractie te creëren bij die doelgroep. Vaak bespreekt hij in de eerste sessie met mensen hun (mogelijke) hooggevoeligheid, maar komt het in de sessies daarna nog maar zelden aan bod. Dan is het cranio geworden en volgt hij het lichaam en het systeem. 59 60
Sills, p. 263 Sills, p. 262
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
48
Daar kan ik mij goed in vinden. Als het helpt om te geloven dat je hooggevoelig bent en als deze overtuiging je helpt om dichter bij jezelf te komen, geloof het dan. Als dit geloof je ook maar in enige mate hindert of als het label hooggevoeligheid je klein houdt of zorgt dat je je terugtrekt uit de wereld: kijk dan nog eens kritisch naar je eigen overtuigingen. Zijn ze beperkend of brengen ze je verder? In plaats van te benadrukken dat iemand last heeft van hooggevoeligheid, is het helender om op tafel te onderzoeken wat er is gebeurd in iemands leven vanaf de eerste celdeling en wat dat heeft gedaan op fysiek, emotioneel en gedragsniveau. Een gezond mens is in balans. Sympathicus en parasympaticus zijn op elkaar afgestemd, alarmsystemen en immuunsysteem werken in goede harmonie, je bent in je midden, bewoont je lichaam en het is duidelijk wie je bent en wat zelf is en wat niet-zelf. Als je dat bereikt, volgt congruent gedrag daar als vanzelf uit en vallen wie je bent en wat je doet samen. Het wordt logischer om je grenzen te vinden en makkelijker om je waarneming en je reacties te sturen. Als je in balans bent, hoeven hooggevoelige symptomen geen last meer te vormen. Bestaat hooggevoeligheid? Al pratende met Ingeborg Teeken drong de vraag zich op of hooggevoeligheid wel echt bestaat. Zij legt een nauw verband tussen hooggevoeligheid en geboortetrauma en merkt dat na een behandeling gericht op dit geboortetrauma de hooggevoeligheid in bijna alle gevallen verdwenen lijkt te zijn. Als mensen de symptomen van hooggevoeligheid vertonen, hoeft dit nog niet te betekenen dat zij daadwerkelijk hooggevoelig zijn. Misschien is de hooggevoeligheid ontstaan als reactie op wat er tijdens de tijd in de baarmoeder, bij de geboorte, in het familiesysteem of al bij de voorouders is gebeurd. Een ander iets om rekening mee te houden, is dat alleen mensen die last hebben van hooggevoeligheid een therapeut zullen bezoeken. Elaine Aron heeft haar eerste empirische onderzoeken gebaseerd op interviews met mensen die aangaven ergens hinder van te ondervinden. Mogelijk is er een groep mensen die intrinsiek hooggevoelig is en hier geen last van ondervindt en zich ook niet herkent in de verhalen over hooggevoeligheid. Die leeft met de eigenschap en deze heeft omarmd. Deze mensen zullen zich niet aanmelden voor een interview over problemen met stress en overprikkeldheid en melden zich ook niet bij een therapeut. De vraag is dan meer: wie zijn de echte hooggevoeligen? Er is immers het biologische vermoeden dat twintig procent van de mensheid gevoeliger is.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
49
10. De toevoeging van cranio aan het behandelen van hooggevoeligheid Of hooggevoeligheid als zodanig nu bestaat of niet, het gegeven is dat mensen zich herkennen in de omschrijving van hoogsensitiviteit en dat zij last ervaren. Zij zoeken begeleiding en of behandeling. Cranio-sacraal therapie is door de gerichtheid op het lichaam een mooie manier om mensen te begeleiden naar een meer ontspannen leven vanuit hun eigen midden. Behandeling van hooggevoeligheid volgens de boeken In de boeken die ik las over hooggevoeligheid worden veel tips gegeven over het omgaan met hooggevoeligheid. De insteek is telkens gericht op onderzoek van het eigen gedrag en hoe je dit kunt aanpassen. Elaine Aron stelt bijvoorbeeld een viervoudige aanpak61 voor in haar boek. Je kunt hiermee zelf aan de slag of met hulp van een psycholoog. Haar vier stappen zijn: 1. Bouw zelfkennis op: wat is hooggevoeligheid, wat betekent het voor jou persoonlijk en hoe past het binnen je andere karaktereigenschappen. Aron legt de nadruk op ontdekken en accepteren. 2. Plaats je verleden in een nieuw kader, namelijk het kader van de hooggevoeligheid, om je gevoel van eigenwaarde te vergroten. De gedachte is dat je in retrospectief je ervaringen kan plaatsen en je eigen en andermans reacties kan duiden. Dit onderzoeken en doorgronden van je verleden maakt het gemakkelijker de hooggevoeligheid te accepteren. 3. Heel trauma dat je onderweg (in dit leven) hebt opgelopen door naar binnen te kijken. Als je dit niet alleen kunt, raadt Aron aan om naar een psycholoog te gaan. 4. Zorg dat je je goed voelt in de buitenwereld, dat je betrokken bent bij de wereld om je heen en dat je aanvoelt wanneer je beter op jezelf kunt zijn. In verschillende hoofdstukken licht Aron toe hoe je jezelf beter kunt gaan aanvoelen, hoe je kunt leren zorgen voor jezelf – voor het kind in jezelf en als verzorgende ouder naar jezelf toe, hoe je bewust kunt worden van je eigen behoeften en hoe je grenzen kunt stellen. Ook hier is telkens gedrag de basis voor verandering. Zo schrijft zij bijvoorbeeld: “De geest imiteert vaak het lichaam. Het is je misschien opgevallen dat je iets voorovergeleund loopt, alsof je je haast naar de toekomst. Breng jezelf weer in evenwicht. (…) Voel de stevige ondergrond door je voeten heen. Buig je knieën iets en adem diep vanuit je buik. Voel het sterke middelpunt van je lichaam.”62 Antoine van Staveren heeft een iets andere aanpak, die geënt lijkt te zijn op de mindfulness-trainingen die in Nederland zo in trek zijn. Hij zoomt in op de ‘mind’ en hoe je meer in het hier & nu kunt leven door bewust om te gaan met je gedachten en je denken. Ook Rolf Sellin besteedt veel aandacht aan het sturen van het denken en de eigen waarneming. Hij beschrijft dat waarneming aandacht is en daarmee energie. “Allemaal hebben we het 61 62
Aron, p. 14-15, citaat idem Aron, p. 111
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
50
waarnemen geleerd. Dat weten we alleen niet meer. Waarnemen is een automatisch proces geworden, dat voor de meesten van ons zonder bewuste sturing verloopt.”63 Door het waarnemen in het bewuste terug te brengen, kunnen we het ook weer gaan bijsturen en prikkels bewuster tot ons nemen, aldus Rolf Sellin. Naast de waarneming besteedt deze auteur veel aandacht aan zelfcentrering, stressvermindering en methoden om grenzen te stellen en dingen van je af te laten glijden. De waardevolle aanvulling van cranio-sacraal therapie Op de vraag hoe je hooggevoeligheid kunt ‘behandelen’, krijg ik langzaam een eigen antwoord. Ik zie verschillende stappen. Het lezen en leren over hooggevoeligheid kan je inzicht vergroten in hoe je je gedraagt, wat je denkt en wat je van binnen voelt. Zoals gezegd: als het je verder helpt, onderzoek het thema een tijdje. Herkenning en erkenning zijn belangrijke eerste stappen. Kristin Neff heeft hier mooi over geschreven in haar boek over zelfcompassie. Heb begrip voor jezelf, kom jezelf onder ogen zoals je bent inclusief je moeilijke stukken, oordeel niet over jezelf en wees mild naar jezelf. Ook cognitieve therapieën kunnen het bewustzijn versterken: hoe stel je je grenzen, hoe is je denken, hoe kun je je waarneming sturen, wanneer zit je in je gevoel en wanneer zit je in je mind? Cranio-sacraal therapie is vervolgens een waardevolle aanvulling. Gedrag en gevoel zijn slechts een deel van het verhaal. Veel therapeuten die hooggevoeligen behandelen, zoomen in op de stress. Zij geven adviezen die gaan over grenzen stellen en over hoe je in je gedrag bij jezelf kunt blijven. Maar de basis zit wat mij betreft in je lichaam en in je energieveld. Als je daar thuis bent, je bent inwezig en aanwezig en gecentreerd, dan volgen de grenzen vanzelf. Als cliënten voor het eerst binnen komen, willen ze graag praten. Ze hebben een klacht en veel verhalen daarom heen. “Ik ben zo moe, kan me slecht concentreren, zit vaak in conflictsituaties en mijn collega zegt altijd …. en dan doe ik… en mijn moeder wil….” Op tafel is er rust en aandacht voor het lichaam. Het lichaam vertelt een eigen verhaal: de grensstrengen willen ontladen worden, het RAS staat hoog, de hartbeschermer heeft last van de koppigheid van de amygdalae’s, etc etc. Als je contact maakt met je lichaam en met je zenuwstelsel, word je je bewust van je eigen beschermingsmechanismen, van geboortetrauma, van familiepatronen en van onderliggende overtuigingen. Je organen, weefsels en cellen willen je graag uitleggen hoe het bij hen zit. Dan komt het verhaal dat ze al tijdenlang niet optimaal kunnen functioneren omdat er iets niet 63
Sellin, p. 53
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
51
goed werkt. Een samenwerking met anderen, er is iets ouds, iets nietopgeruimds, iets verplaatst of scheef gezakt. En meestal kan het gerepareerd, vervangen, opgeruimd, schoongespoeld, rechtgezet, terug in verbinding gebracht. Als je het aankijkt en onderzoekt, kom je terug bij je zelf, in je eigen energetische midden. Je bewoont weer jezelf, je leeft, voelt en ademt. Leven is incarneren, in het vlees gaan, hier zijn op aarde en dat doen wat je je had voorgenomen. Dat wens ik iedereen toe! En dan doet het er misschien wel minder toe of iemand hooggevoelig is of niet.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
52
Nawoord Dit eindwerk is een proces geweest van het vinden van verbindingen tussen wat ik vond in literatuur over hooggevoeligheid en wat ik de afgelopen jaren heb geleerd. Er blijven veel vragen over waar ik – tot nu toe – in de literatuur over hooggevoeligheid nauwelijks aandacht voor heb gevonden. Het zou geweldig zijn als er meer onderzoek naar hooggevoeligheid wordt gedaan waarin een bredere blik wordt gebruikt. Onderzoek waarin er ook aandacht is voor fysieke aspecten, voor het autonome zenuwstelsel en het immuunsysteem en waarin ook gekeken wordt naar de relatie met geboortetrauma, stress in de baarmoeder, familiesystemen en zielenenergie. En belangrijker nog: het zou mooi zijn als cranio-sacraal therapie meer gebruikt wordt bij het begeleiden van mensen die zichzelf hooggevoelig noemen. Gisteren kreeg ik bericht van iemand die zichzelf hooggevoelig noemt en die graag op tafel wil. Het proces van dit eindwerk gaat in mijn praktijk verder. Er zijn natuurlijk heel veel lieve mensen om me heen die ik hier zou kunnen en willen bedanken. Ik houd het simpel. Lieve papa en mama: dank jullie wel dat ik hier ben. Anna: dank je wel voor het wijzen van het cranio-pad. En lieve Stan: ja, de weekends zijn weer vrij voor leuke uitjes!
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
53
Gebruikte bronnen • •
• • •
• • • • • •
• • • •
Elaine N. Aron, Hoog sensitieve personen (USA, 1996, 2013) Elaine N. Aron, The clinical implications of Jung’s Concept of Sensitiveness in: Journal of Jungian Theory and Practice, Vol. 8, no 2, 2006, p. 11 – 43 Nick Blaser, Familieopstellingen (Nederland, 2004) Carolina Bont, Hoogsensitiviteit als kracht (Nederland, 2005) Jadzia Jagiellowicz et al., The trait of sensory processing sensitivity and neural responses to changes in visual scenes. In: Scandinavian Journal of Psychology, 6, 38- 47. (USA, 2010) Jurriaan Kamp, Alberto Villoldo, sjamaan in een moderne wereld. Ode nr 69 (Nederland, 2005) Pieter Langedijk, Gevoeligheid, hoe ga je er mee om (Nederland, 1996) Pieter Langedijk, De parasympaticus (Nederland, 1989) Kristin Neff, Zelfcompassie (USA, 2011) Etienne Peirsman en Marijke Baken, Cranio-sacraal therapie, voor en door iedereen (Nederland, 2004) Michael Pluess en Jay Belsky, Vantage Sensitivity: Individual Differences in Response to Positive Experiences. Psychological Bulletin. Advance online publication. (Groot-Brittanië, 2012) Rolf Sellin, Leefboek Hooggevoeligheid (Duitsland, 2011) Franklyn Sills, Craniosacral biodynamics Part II (USA, 2004) Antoine van Staveren, Bewust-er-zijn met hooggevoeligheid (Nederland, 2011) Ab Straatman, Het pad van zelfgenezing (Nederland, 2009)
Readers van de opleiding, met name de reader voor de Alarmklas, de Immuunklas en Familieopstellingen. Veel dank aan Ingeborg Teeken voor de inspirerende privé lessen waarin zij haar ervaringen met hooggevoeligen en inzichten over de relatie met geboortetrauma wilde delen en zij mij hielp om mijn gedachten op te tillen naar een breder kader waarin ook de voorouders en de ziel hun plek kregen. En dank aan Nicolaas Cuperus voor een zonnige pauzewandeling waar hij de ervaringen met hooggevoeligen in zijn praktijk wilde delen. Meest geraadpleegde websites: • http://nl.wikipedia.org/wiki/Hoogsensitief_persoon • http://nl.wikipedia.org/wiki/Persoonlijkheidsleer • http://www.wikipedia.org/wiki/introvert_en_extravert • http://www.newswise.com/articles/researchers-find-differences-in-howthe-brains-of-some-individuals-process-the-world-around-them • http://www.wikipedia.org/wiki/arousal • http://nl.wikipedia.org/wiki/Insula_(hersenen)
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
54
•
• •
Duitstalig filmpje over het onderzoek van Jadzia Jagiellowicz: http://www.3sat.de/mediathek/?mode=play&obj=40883&goback=%2E gde_2763799_member_5845215237740982276 http://nl.wikipedia.org/wiki/Piramidaal_systeem Ted Talk van Jill Bolte Taylor: My stroke of insight (USA, 2008) http://www.ted.com/talks/jill_bolte_taylor_s_powerful_stroke_of_insight #t-375314
In de voetnoten staan de andere gebruikte bronnen. Hier heb ik die websites opgenomen die ik meermaals heb geraadpleegd.
Eindwerk Marije v Duijne Strobosch juni 2014 – Hooggevoeligheid en CS-therapie
55