ACTUELE TOPICS AARDRIJKSKUNDE
Duurzaamheidsvraagstuk DE PLUKBOERDERIJ
Tina Polleunis 3SA2 21/01/2014 Aardrijkskunde Lector: Mevr. Gaeremynck
INLEIDING Naar aanleiding van het opstellen van het duurzaamheidsvraagstuk heb ik gekozen voor het thema “De plukboerderij”. Een thema dat je uit verschillende ooghoeken kan analyseren, hier bedoel ik zowel nationaal als internationaal. Want het is een systeem dat zich niet alleen lokaal laat voelen. Ik ga uitgebreid in op het nationale aspect, door het beperkt aantal bladzijden van deze opdracht ben ik genoodzaakt om miniemer op elk thema in te gaan dan ik zou willen. Links en rechts zal er toch een knipoog worden gegeven naar enkele internationale kwesties. Maar eerst een vooral geef ik een korte uitleg wat nu juist een plukboerderij is en waarom deze in het leven zijn geroepen. 1.
Maatschappelijke organisatie: De Plukboerderij
Landbouw blijft uiteraard de basis van elke economie: als je geen voedsel hebt, dan heb je niets. De gemiddelde leeftijd van landbouwers in Europa ligt rond de 60 jaar. Er is weinig zicht op opvolging en multinationals liggen op de loer om de voedselproductie volledig over te nemen. Wat gaat er gebeuren met al die landbouwgrond als boeren massaal met pensioen gaan? Hoe zal het landschap eruit zien? Waar zal ons voedsel vandaan komen? Figuur 1: Boeren boven de leeftijd van 65 jaar in Europa
Bron: EUROSTAT: http://www.ceja.eu/en/policy-and-publications/statistics-on-young-farmers/young-farmers-statistics
Deze vragen stel ik mezelf al een tijdje, mijn moeder is een bezige fruitboerin en vroeger was het mijn droom om dit alles verder te zetten, maar het toekomstperspectief wordt er niet rooskleuriger op, “de boerenstiel is hard”. Volgens mij gaan we steeds meer gepatenteerd voedsel eten, geproduceerd door grote bedrijven zoals Monsanto, Pioneer, Unilever,… Als we daar naartoe gaan, weten we nog minder waar ons voedsel vandaan komt. Dan hebben we nog minder controle over de prijzen en wordt de mondiale kloof
tussen rijken en armen alleen nog maar groter. Ook de afstand tussen mensen moet weer verkleind worden. Hoe is het mogelijk dat iedereen wel bekommerd is om het milieu, maar tegelijk het gevoel heeft dat hij er eigenlijk niets mee te maken heeft of er niets aan kan doen? In plaats van ons machteloos te voelen over de problemen, kunnen we samenwerken aan oplossingen. Eén van zulke oplossingen is een plukboerderij of zelfoogstboerderij. Het is een vruchtbare samenwerking tussen een landbouwer, de afnemers en de natuur. De plukboerderij is een project uitgaande van een maatschappelijke organisatie “CSA netwerk VZW” of “Community Supported Argiculture”. CSA is een vorm van duurzame landbouw waarbij landbouwer en consumenten zich verenigen. Landbouw die door de gemeenschap
wordt
ondersteund.
De
landbouwer
verbindt
er
zich
toe
om
(biologische/geïntegreerde) groenten en/of fruit te kweken en in samenspraak met de afnemers wordt er een prijs bepaald. De afnemers kopen een abonnement en komen de groenten zelf oogsten. Er wordt ook afgesproken dat op één of meerder momenten per jaar de afnemers komen helpen op het land. Dit systeem biedt meer voordelen dan de huidige landbouwindustrie. 2.
Economie
Zowel de boer als de klant krijgen een eerlijke prijs
Figuur 2: Vergelijking voedselprijzen
die ze zelf onderhandeld hebben. Vergeleken met de prijs van groenten en fruit in de winkel of de groothandel betaal je bij een plukboerderij ongeveer 20%
minder
(zie
tabel).
Dat
komt
omdat
je
rechtstreeks bij de boer zelf koopt en er dus geen duur distributienetwerk nodig is en bovendien zijn deze groenten dagvers. De boer zijn winst wordt ook verhoogt, doordat de veiling uit het systeem wordt gehaald kunnen boeren zelf een prijs opstellen die tenminste de kosten dekt van het hele systeem. De veiling zet vaak prijzen vast die voor de boer nog niet eens het minimum van de kosten dekken en er zo verlies wordt gemaakt. De boer is verzekerd van zijn afzet en hoeft zijn oogst niet meer te verplaatsen naar een veiling, de klanten komen immers naar zijn eigen veld. Bij de start van het seizoen er dus reeds een werkingsbudget is voor de boer. Zo kan de boer op voorhand reeds de nodige machines en plantgoed
Bron: X, “Komt een boer in de supermarkt”, MO Magazine jg.2013, December., nr. 110, p. 14-17.
kopen. Bovendien draag je als boer de risico’s van een tegenvallende oogst of een daling van voedselprijzen niet alleen. Dit in tegenstelling op de internationale markt, waar heel veel boeren nog niet eens een minimumprijs voor hun producten krijgen aangeboden. We kennen allemaal de problemen bij de kleinschalige landbouw. 70% van het voedsel wereldwijd wordt geproduceerd
door
kleinschalige
landbouw.
In
ontwikkelingslanden
wordt
het
landbouwpotentieel nog sterk onderbenut. Afrika beschikt over 11% van het mondiale landbouwpotentieel, maar slecht 15%
wordt productief gebruikt. Zowel de VN-
Voedselorganisatie als de Wereldbank schuiven investeringen in kleinschalige landbouw naar voren als de efficiënte manier om armoede en hoger te bestrijden. Investeringen in landbouw zijn 2,5 tot 3 maal efficiënter in het verhoog van de inkomens van de armen dan investeringen in andere sectoren. Voedselproductie kost ook nog eens erg veel energie. Als de olieprijs stijgt gaat de prijs van de tomaat op je boord mee omhoog. 30 procent van het wereldenergiegebruik gaat nar de voedselindustrie. 3.
TECHNIEK EN WETENSCHAP
De wetenschap heeft er de laatste jaren voor gezorgd dat door verschillende vernieuwingen en technieken, de opbrengst van een land aanzienlijk kan verhoogd worden. Mechanisering, machines die het zaaien, oogsten, sorteren,… van groenten en fruit vergemakkelijken en versnellen. Nu de wetenschap heeft er ook voor gezorgd dat er chemische meststoffen en pesticiden in ontwikkeling kwamen om de oogst en opbrengst te verhogen. Dit alles heeft uiteindelijk een negatieve invloed op het milieu, waarover meer als de verschillende sferen besproken worden. Er zijn natuurlijke ook positieve evoluties in de wetenschap. De mogelijkheid om biologisch of geïntegreerd te produceren is ook aan de wetenschap de danken. We noemen dit gecombineerde landbouw. Er zijn nog steeds sproeistoffen in omloop, maar niet onder de noemer “pesticiden”. De sproeistoffen zijn meestal biologisch afbreekbaar en worden streng gecontroleerd. Er wordt ook voor gezorgd dat de natuur terug meer zijn “ding” kan doen op een plantage. Neem nu in de fruitteelt. Voor het bestrijden van de fruitmot werden er vroeger chemische sproeistoffen gebruikt. Nu bestaat er een techniek “feromoonvallen”, waarbij kleine blokjes of draadjes tussen de takken worden gehangen en de mannelijke motten aantrekken, door een uitscheiding van feromoon. Een feromoon is een signaalmolecuul dat boodschappen overbrengt tussen individuen van eenzelfde
soort.
Door
het
feromoon
in
de
vallen
worden
mannelijke
motten
aangetrokken, zij worden gevangen en vinden geen vrouwtjes om nadien mee te paren. Zo wordt de voorplanting van de schadelijke fruitmot tegengegaan zonder sproeistoffen.
Ook in zaadbedrijven is er een enorme wetenschap en techniek betrokken. Zij verkopen hybride zaden die maar één keer een goede oogst opleveren. Op die manier moet je elk jaar opnieuw zaad kopen. Vroeger kozen boeren hun sterkste planten uit en bewaarden de zaden voor het jaar erop. Door elk jaar verder te kweken met de zaden van je sterkste planten, raakt het zaad steeds beter aangepast aan je grond. Met hybride zaden is dit niet mogelijk, dus heb je meststoffen en bestrijdingsmiddelen nodig om ervoor te zorgen dat de planten goed gedijen in je grond. En die extra middelen zijn vaak in handen van dezelfde zaadfirma’s, wat natuurlijk dubbele winst betekent. Er worden ook steeds nieuwe soorten op de markt gebracht. Vaak zijn dit buitenlandse soorten die de binnenlandse soorten van de troon stoten. Hierin is de Zuid-Afrikaanse Granny Smith en de Nieuw-Zeelandse Pink Lady meer dan 100% in geslaagd als we naar de appelteelt kijken. Door alle marketing die hierbij aan te pas kwam, heeft de Belgische appel bijna geen schijn van kans meer in de supermarkt. 4.
Bevolking
En natuurlijk wint niet alleen je portefeuille erbij. Ook je lichaam zal je dankbaar zijn voor zoveel gezonde groenten en fruit. Het positieve van deze boerderijen is dat je weet en ziet wat je eet. Producten uit de supermarkt komen vaak uit landen waar het gebruik van pesticiden nog steeds niet verboden zijn. Neem nu bananen uit Afrika die met allerlei sproeistoffen worden bespoten om hun rijpingsproces tegen te gaan. Alhoewel hier nu ook beterschap in zicht is, zoals in de groeilanden China en Peru zijn al verschillende projecten opgestart om meer geïntegreerd en biologisch te produceren.
1
Fruit en groenten zijn ook een goed bron van antioxidanten voor het lichaam. Neem nu appels, deze bevatten een bepaalde antioxidant “quercetine”2 die zich in de schil bevindt, deze zorgt voor een beter werking van de longen en zal er bijvoorbeeld voor zorgen dat de kans op allergieën zoals hooikoorts, met een kleine hoeveelheid verminderd worden. Voor de dagelijkse portie vitamine C kijken we ook meteen naar appels, aardbijen en tomaten. 3 Het
komt
ook
steeds
bestrijdingsmiddelen
die
meer we
voor
dat
terugvinden
mensen in
allergisch
bepaalde
zijn
groenten
aan
bepaalde
en
fruit.
Of
1
Artikel: Bron: X, “Gif maakt plaats voor groen in Chinese landbouw”, MO Magazine jg.2013, Mei., nr. 105, p. 10-13. Artikel: Bron: X, “In de ban van de banaan”, MO Magazine jg.2013, Januari., nr. 101, p. 78-79. 2 Artikel:Bron: “WatX,je“In niet eten je last MO hebtMagazine van hooikoorts”, Het laatste Artikel: de moet ban van deals banaan”, jg.2013, Januari., nr. nieuw, 101, p. Internet, 78-79. 2
Artikel: “Wat je niet moet eten als je last hebt van hooikoorts”, Het laatste nieuw, Internet, 2013-04-16, (http://www.hln.be/hln/nl/33/Fit-Gezond/article/detail/1615568/2013/04/16/Wat-je-niet-moeteten-als-je-last-hebt-van-hooikoorts.dhtml) 3 Reportage Koppen XL: “Wat eten we vandaag”, Koppen XL, YouTube, 2013-11-19, (http://www.youtube.com/watch?v=hdImvtbCp9g)
bewaarmiddelen, stoffen die voeding niet verkleuren of extra smaak geven. Ook voor hen is de plukboerderij een goede oplossing.
4
Ook in verschillende producten die we kopen in de winkel en waarvan we vanuit gaan dat ze gezond zijn (sapjes, groentelasagnes,..) kunnen in tegenstelling toch minder gezonde voedingsstoffen bevatten dan verwacht. Zo vind je zout terug in water en het meeste voedsel. Een volwassen mens heeft ruim genoeg met 6 g - ongeveer één theelepel - zout per dag, maar in onze westerse wereld gebruiken we onbewust een veelvoud. Door verse groenten en fruit te eten, is dit probleem ook weer van de baan. Daarbij komt nog eens dat zo’n 1,4 miljard volwassen overgewicht hebben. Jaarlijks steven er 2,8 miljoen volwassenen aan honger in steeds meer lage-inkomenslanden. Ruim een kwart van de landbouwgrond wordt ingezet voor verspild voedsel. 1 op de 8 mensen is ondervoed, daarvan behoort 2/3de tot een boerenfamilie. En toch verspillen we ons eten, jaarlijks gaat 1,3 miljard ton voedsel of een derde van de totale voedselproductie verloren. Dat is niet alleen een gevolg van onze wegwerpcultuur. Het is ook toe te schrijven aan slechte oogsten5 of fouten bij de verwerking van ons voedsel.6 Bij de plukboerderij zijn er nauwelijks overschotten omdat de oogst op voorhand wordt verkocht. Overheidscontroles zijn tevens ook niet nodig, want de abonnees zijn niet alleen afnemers maar ook medewerkers en controleurs. Dus de kwaliteit van het voedsel wordt altijd gegarandeerd. 5.
HYDROSFEER & PEDOSFEER
Het staat bekend dat het produceren van groenten en fruit een enorme hoeveelheid water vragen. Water en landbouw zijn vanouds onverbrekelijk met elkaar verbonden. Dit alles heeft meteen ook een effect op de pedosfeer, een onafscheidelijk duo. Een goed waterpeil en een goede waterhuishouding horen bij de basisvoorwaarden voor een gezonde landbouw. De landbouw heeft dan ook grote invloed gehad op de waterschapsgeschiedenis. Het is tegenwoordig een druk besproken probleem, waar ik toch even wat aandacht aan wijdt. Voedselproductie kost water en ongeveer 70% gaat naar landbouw. De grootste wateropslorper is de vleesproductie7. Figuur 3: Virtueel water in voedselproducten
4
Bron: WDM
Voedselallergie zie bijlage 1 Artikel: Bron: X, “Supermarkten willen enkel perfect voedsel”, MO Magazine (internet), 2013-0226, (http://www.mo.be/artikel/europese-supermarkten-willen-enkel-perfect-voedsel) 6 Reportage Koppen XL: “Plongee dans nos poubelles”, Koppen XL, YouTube, 2013-06-29 (http://www.youtube.com/watch?v=fSDjKGpq1mc) 7 Artikel: Bron: X, “Hoe een stuk biefstuk de aarde om zeep helpt”, De Standaard Vrijdag 10 januari 2014, p. 10-11. 5
Een kilo rundsvlees produceren vergt minstens 13000 liter water, een liter rijst minsten 1000 liter. Sinds
de
2e
wereldoorlog
is
veel
aandacht
besteed
aan
verbetering
van
de
waterbeheersing in landbouwgebieden, onder andere via ruilverkavelingen. Via drainage moest het water snel en efficiënt door nieuwe sloten en weteringen worden afgevoerd.. Voor de landbouw blijft het van het grootste belang dat waterafvoer en -aanvoer goed geregeld blijven (geen wateroverlast of droogte). Daarnaast vraagt verbeteren van de ecologische kwaliteit ruimte in landbouwgebieden en legt het soms beperkingen op aan de agrarische bedrijfsvoering (bijvoorbeeld mestvrije zones). Peilbeheer Landbouw vraagt een op de functie afgestemd waterpeil. Voor de meeste gewassen is een relatief laag peil gewenst. Voor elke combinatie van gewas en grondsoort zijn er zo normen bepaald. Een voldoende laag peil is ook van belang omdat het land daardoor beter toegankelijk is met landbouwmachines. Dat lage waterpeil is vaak schadelijk voor de natuur en soms ook voor andere functies. Wateroverlast Hoge waterstanden of hevige regenval kan aanzienlijke schade aan landbouwgewassen veroorzaken, vooral als dat in het groei- of oogstseizoen voorkomt. In het verleden was het standaard-antwoord op wateroverlast het zo snel mogelijk afvoeren van water, bijvoorbeeld door de aanleg van nieuwe sloten. Dit heeft echter ook nadelen, zoals gevoeligheid voor verdroging, aantasting van natuur- en landschapswaarden en soms ook verplaatsing van de wateroverlast naar andere plaatsen. Gewasbeschermingsmiddelen De
middelen
kunnen
echter
op
een
groot
aantal
manieren
in
het
grond-
en
oppervlaktewater komen en daar schade veroorzaken voor dieren en planten. Op veel plaatsen is de concentratie schadelijke stoffen in het water te hoog. Figuur 4: Totaal waterverbruik van de gewassen in Vlaanderen (2000- 2005).
Bron: Milieurapport Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek
Verdroging Verdroging is een toenemend probleem, zowel voor de landbouw zelf als voor natuur en andere functies. In droge perioden maken vooral akkerbouw en tuinbouw gebruik van beregening, waarvoor de (beperkte) voorraad grondwater wordt aangesproken. In zeer droge perioden heeft de overheid in sommige gebieden beperkingen opgelegd aan beregening. Verdroging wordt veroorzaakt door ontwatering en versnelde afwatering voor de landbouw, grondwateronttrekkingen voor drink- en industriewater en beregening en in beperkte mate door de toename van verhard oppervlak en zandwinning. De klimaatverandering zal leiden tot een sterke toename van de verdrogingsproblemen. Andere stoffen In sommige agrarische sectoren is de uitspoeling van zware metalen een aandachtspunt, bijvoorbeeld van zink uit regenwatergoten in de glastuinbouw. Maar vele Belgische boeren kunnen nu een bassin aanleggen om regenwater op te pompen, om zo het waterverbruik laag te houden. Maar ook regenputten worden aangelegd om regenwater op te vangen om nadien de plantages mee te besproeien. Rivieren en waterlopen worden ook zoveel mogelijk beschermd door het gebruik van bufferzones en het aanplanten van hagen rond boomgaarden. Een bufferzone is de minimale afstand die moet in acht worden genomen tussen de laatste bespoten rij en de oever van het wateroppervlak. Ook aangepaste spuitapparatuur zorgt ervoor dat de verspreiding van het sproeiwater minimaal blijft, deze worden ook regelmatig gecontroleerd of ze nog aan bepaalde voorwaarden voldoen. Figuur 5: Waterverbruik in de Vlaamse landbouw
Bron: Schattingen van MIRA-S 2000 (Helming et al., 2001) en D'hooghe et al., 2007.
6.
ATMOSFEER
Alleen al de landbouw pompt onnodig 3,3 miljard ton broeikasgas in de atmosfeer. Figuur 6: CO2 uitstoot in de wereld
Bron: worldmapper.com
Ook stikstof zorgt voor een opwarming van de aarde. Deze cyclussen zijn we ondertussen vertrouwd en we beseffen maar al te goed dat transport, industrie en landbouw hier een grote hap verantwoordelijkheid uit dragen, deze staan in bijlage nog eens vermeld.8 Daarom breid ik hier nu niet over uit. Maar ik heb een tegenstellende studie gevonden. Die misschien wel verbazingwekkender is dan wat we tot nu toe allemaal dachten.
8
Zie bijlage 2 en 3
Vaak genoeg zeg ik: “Het is onzin om appels uit Nieuw-Zeeland te laten overvliegen als je ze ook bij me thuis kan kopen.” 'Voedselkilometers' moeten tot een minimum beperkt worden. Maar uit Amerikaans onderzoek bleek het tegengestelde. De calorieën die het kost om voedsel te kweken, transporteren, bewaren, kopen en koken zijn in deze studie berekend. Het produceren van voedsel kost de meeste energie en de vervoerskilometers zijn bijna te verwaarlozen. Een sla van 500g (70 calorieën) kweken vergt bijvoorbeeld een kleine 5000 calorieën, en deze per vrachtwagen 2500 kilometer (België - ZuidSpanje) vervoeren kost 175 calorieën. Omdat de kroppen sla met duizenden tegelijk in een vrachtwagen gaan, is de benodigde energie per krop gering. Veruit de meeste energie wordt verbruikt door consumenten bij het halen, bereiden en bewaren van het voedsel. Een koelkast verbruikt in een week bijvoorbeeld 9000 calorieën. Een autoritje van 15 kilometer naar de boerenmarkt kost al snel 10.000 calorieën - twee keer meer dan het kost om de sla te kweken. De meeste voedselkilometers per product worden dan ook door de consument zelf gemaakt, namelijk als hij boodschappen doet. Brits onderzoek berekende dat sperziebonen die per vliegtuig worden ingevlogen uit Kenia minder milieubelastend kunnen zijn dan die van een Britse akker. Ook al is het aantal voedselkilometers naar een Britse consument veel groter, de productiemethoden in Kenia kunnen minder belastend zijn omdat boeren in Kenia natuurlijke mest gebruiken in plaats van kunstmest en omdat het werk met de hand wordt gedaan in plaats van met diesel slurpende tractors.: 'Met de auto 10 kilometer naar een winkel rijden kost meer CO2 dan een pak sperziebonen uit Kenia laten vliegen.' Dit kan ook voor Belgische appels gelden. Ze worden in de nazomer geoogst en de rest van het jaar in koelcellen bewaard. Als ze tien maanden in een koelcel hebben gelegen, hebben ze meer energie verbruikt dan het kost om appels in te vliegen uit NieuwZeeland. Ook biologische kiwi's uit Nieuw-Zeeland kunnen dankzij hun productiemethode het milieu minder belasten dan niet-biologische kiwi's die minder (vlieg)kilometers hebben afgelegd. Dichtbij is dus lang niet altijd beter. Zelfs groenten die nul voedselkilometers afleggen, die uit eigen moestuin, kunnen het milieu zwaarder belasten dan groenten van verafgelegen akkers. Als je met de auto een zak (kunst)mest gaat halen, overstijgt de CO2-uitstoot per kilo wortelen (of andere groenten) die van wortelen die in de supermarkt liggen. Grote boerenbedrijven gaan over het algemeen efficiënter om met mest, water en andere grondstoffen dan dat je dat thuis kan doen, ook al moeten hun groenten nog een paar honderd kilometer vervoerd worden. Het is een confronterende studie, wel maar eentje die ik vond tussen alle negatieve informatie rond CO2, maar ik vind het wel de moeite om hier ook even bij stil te staan.
7.
BIOSFEER
De waterproblematiek veroorzaakt door landbouw heeft grote gevolgen voor de natuur in en langs het water. De laatste decennia proberen waterbeheerders en natuurorganisaties waterlopen weer op veel plaatsen in een meer natuurlijke staat te brengen, bijvoorbeeld door de aanleg van meanderende beken en natuurvriendelijke oevers Het gebruik van meststoffen, zowel dierlijke mest als kunstmest, heeft geleid tot grote overschotten aan stikstof en fosfor in bodem en water. Deze vermesting veroorzaakt algenbloei en beperkt de biodiversiteit, doordat snelgroeiende soorten gaan domineren. In de helft tot driekwart van de regionale wateren ligt de hoeveelheid stikstof en/of fosfor boven de normen. Voor het zoete water is fosfor het bepalende nutriënt voor algenbloei terwijl voor de zoute wateren stikstof bepalend is. De mestgift uit de landbouw is de afgelopen decennia flink afgenomen: In 2006 was het stikstofoverschot bijna 45 procent lager dan in 1986, en het fosforoverschot zo'n 55 procent lager. De daling van de overschotten is onder andere veroorzaakt door de afname van het aantal runderen het invoeren van het mestactieplan. Ook zijn de nutriëntengehalten in krachtvoer lager en is het gebruik van stikstofmeststoffen aanzienlijk verminderd na 1986. Ondanks geleverde inspanningen blijven de het gehalte nitraat en fosfor in water en bodem op veel plaatsten nog steeds te hoog. Fruitboeren krijgen ook verschillende milieubeschermende maatregels opgelegd. Zo moeten er aan bepaalde plantages hagen gepland worden waar bepaalde dieren zich kunnen
huisvesten
en
zo
nuttig
kunnen
zijn
voor
de
plantage.
Zoals
het
lieveheersbeestje dat de bladluis opeet of de mus die slakken zoekt. Er zijn ook speciale roofvogel-uitkijkposten geplaatst voor de muizenpopulatie in bedwang te houden. Ook verschillende nestkastjes voor kleinere vogels worden in de plantages verspreid. Ook internationaal leidt de biodiversiteit onder de enorme plantagedruk. Bossen worden gekapt om plantages op te bouwen, vele soorten verdwijnen of kunnen zich niet meer voortplanten en sterven uit. Dit zien we cruciaal bij de bijenpopulatie, er is in Europa een tekort van wel 7 miljard bijen die gewassen kunnen bestuiven. Dit zelf doen is onbegonnen werk voor een boer.9 8.
PSYCHOSOCIALE SFEER
Het gaat uiteindelijk over een gedragenheid in twee richtingen, de boer voelt zich verantwoordelijk om goed voedsel te produceren omdat hij de mensen kent waarvoor hij 9 Artikel: Bron: X, “7-miljard bijen in Europa, voedselcatastrofe dreigt”, De Morgen (internet), 2014-01-14, (http://www.demorgen.be/dm/nl/5381/Dieren/article/detail/1770951/2014/01/09/Tekort-van-7miljard-bijen-in-Europa-voedselcatastrofe-dreigt.dhtml)
teelt. En omgekeerd zien de mensen welke inspanningen je als boer levert en helpen ze je hierin door bijvoorbeeld een dag mee op het veld te komen werken. Hopelijk komt door dit project ook weer het besef bij de bevolking wat seizoensgroenten en –fruit zijn en weten kinderen weer dat erwten wel degelijk in de natuur groeien en niet zomaar in diepvrieszaken in de winkel te koop zijn. Door de kleinschaligheid, het lokale karakter, de seizoensgebonden teelt en biologische werkwijze is een plukboerderij een plek waar mensen elkaar ontmoeten, zich terug verbinden met de natuur op een gezonde manier. De landbouwindustrie hangt nou samen met ons voedselsysteem en we moeten dit onder controle kunnen houden voor de opkomende generaties.
BRONNEN 1. Reportages/films Reportage Koppen XL: “Wat eten we vandaag”, Koppen XL, YouTube, 2013-11-19, (http://www.youtube.com/watch?v=hdImvtbCp9g) Reportage Koppen XL: “Plongee dans nos poubelles”, Koppen XL, YouTube, 2013-06-29 (http://www.youtube.com/watch?v=fSDjKGpq1mc) More than Honey – Markus Imhoof, 11 augustus 2012 Natural World: a Farm from the future 2. Lezing met documentaire Lovemeatender –Manu Coeman Op 28 november 2012 ben ik naar de film: “Lovemeatender” in het Wagenhuys gaan kijken, georganiseerd door EVA. Eerst was er een uitgebreide receptie met vegetarische hapjes en drankjes. Na de documentaire kwam de regisseur normaal zelf een kleine filmbespreking geven maar hij zat vast door de file. Daardoor was er iemand van EVA zelf, die mogelijke vragen probeerde te beantwoorden. Jammer genoeg kon zijn niet concreet genoeg antwoorden, waardoor de waarde van de discussie uiteindelijk vrij nutteloos en erg langdradig was. Nadien werd het nieuwe “Veggieplan Leuven” voorgeteld door de BV. Lisa Smolders en werden de komende acties van EVA nog is in het licht gezet. 3. Interview Interview met mijn mama (Marie-Josée Busselen) – zie bijlage met extra informatie. 4. Artikels X, “Gif maakt plaats voor groen in Chinese landbouw”, MO Magazine jg.2013, Mei., nr. 105, p. 10-13. DE CLEENE. D., “We produceren te veel voedsel”, EOS, jg. ,nr. 5, p.35-37. X, “De prijs van vlees”, Knack extra, jg. 4 (2009), november, nr. 16, p.19. DRAULANS. D., “landbouw vervuilt al lang”, Knack, jg. 43(1968), januari, nr. 4, p.74. X, “In de ban van de banaan”, MO Magazine jg.2013, Januari., nr. 101, p. 78-79.
“Wat je niet moet eten als je last hebt van hooikoorts”, Het laatste nieuws, Internet, 2013-04-16, (http://www.hln.be/hln/nl/33/Fit-Gezond/article/detail/1615568/2013/04/16/Wat-jeniet-moet-eten-als-je-last-hebt-van-hooikoorts.dhtml) X, “Supermarkten willen enkel perfect voedsel”, MO Magazine (internet), 2013-02-26, (http://www.mo.be/artikel/europese-supermarkten-willen-enkel-perfect-voedsel) X, “Hoe een stuk biefstuk de aarde om zeep helpt”, De Standaard Vrijdag 10 januari 2014, p. 10-11. X, “7-miljard bijen in Europa, voedselcatastrofe dreigt”, De Morgen (internet), 2014-0114, (http://www.demorgen.be/dm/nl/5381/Dieren/article/detail/1770951/2014/01/09/Tekort -van-7-miljard-bijen-in-Europa-voedselcatastrofe-dreigt.dhtml) X, “Milieurapport”, Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA (internet), augustus 2007, (http://www.milieurapport.be/Upload/Main/MiraData/MIRA-T/02_THEMAS/02_14/200704-WATERGEBRUIK%20LANDBOUW.PDF) X, “Milieurapport”, Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA (internet), augustus 2007, (http://www.milieurapport.be/Upload/Main/MiraData/MIRA-T/02_THEMAS/02_14/200704-WATERGEBRUIK%20LANDBOUW.PDF) 5. Extra artikels, ook terug te vinden in bijlage achteraan in mijn map http://www.mo.be/opinie/duurzaam-voedsel-begin-bij-de-boerin http://www.mo.be/artikel/eco-landbouw-kan-voedselproductie-verdubbelen http://cassandraclub.wordpress.com/2013/07/23/voor-1-calorie-voedsel-zijn-14calorieen-energie-nodig/ http://www.ceja.eu/en/policy-and-publications/statistics-on-young-farmers/youngfarmers-statistics http://www.vilt.be/Landbouwers_die_stoppen_doen_dit_vaak_voor_ze_55_zijn http://www.veldverkenners.be/slim-gezien-zelfplukserre http://www.vilt.be/Landbouwrapport_2012_Landbouwrapport_2012
Bijlagen Bijlage 1: Voedselallergie neemt toe
Bijlage 2: Stikstofcyclus
Bijlage 3: CO2-Cylus