Dorpsbelevingsonderzoek Het keerpunt voor Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor
Door Jeroen Bekema, Roy Hafkamp, Myrthe van Hecke, Peter Lanting & Anne Waterlander
Dorpsbelevingsonderzoek Het keerpunt voor Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen & Spijkerboor
Bron foto voorkant:
Gerrie Koopman, 11-2015
Auteurs:
Jeroen Bekema, Roy Hafkamp, Myrthe van Hecke, Peter Lanting & Anne Waterlander
Begeleider:
Gerrie Koopman
In samenwerking met:
de BOKD, Dorpsbelangen Annerveen Spijkerboor, Impuls & gemeente Aa en Hunze
Module LML102 Dorpsbelevingsonderzoek Hogeschool van Hall Larenstein Leeuwarden, 13 januari 2016
Samenvatting De dorpen Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor vormen samen een dorpscluster gelegen in de provincie Drenthe. Een aantal actuele ontwikkelingen in de dorpen zorgt voor problemen die de leefbaarheid kunnen aantasten. Van november 2015 tot en met januari 2016 is er een dorpsbelevingsonderzoek uitgevoerd in de dorpen door studenten van het Van Hall Larenstein in samenwerking met de BOKD, Dorpsbelangen Annerveen Spijkerboor, Impuls en de gemeente Aa en Hunze. Het doel van dit onderzoek was om de leefbaarheid van de ‘ONS-dorpen’ in kaart te brengen. Het onderzoek is gedaan door middel van het opstellen van een enquête die vervolgens persoonlijk rondgebracht en weer opgehaald is. Voorafgaand aan het opstellen van de enquête zijn er in de dorpen interviews afgenomen om een beter beeld te krijgen wat er momenteel speelt. De enquêtes zijn vervolgens verwerkt in het statistiekprogramma SPSS. In totaal zijn er 155 enquêtes uitgezet en hiervan zijn er 110 weer teruggekomen. De respons is dus ongeveer 71%. Dit lijkt een representatieve uitkomst, alleen is er een onbekend aantal bewoners onder de 25 jaar die de enquête niet hebben ingevuld. Uit het onderzoek is gebleken dat de respondenten behoorlijk tevreden zijn met hun woonomgeving. Zij beoordelen hun woonomgeving met gemiddeld een 7,9. Positieve punten die naar voren zijn gekomen zijn onder andere de rust en ruimte, de sterke gemeenschap en het verenigingsleven. Een aantal mindere punten zijn het verdwijnen van de basisschool en de verkeersveiligheid. Met de uitkomsten van dit onderzoek is het voor de dorpen mogelijk om een dorpsplan op te stellen zodat er vanuit het dorp zelf aan een mooie toekomst gewerkt kan worden.
Voorwoord Als studenten van Management van de Leefomgeving aan Hogeschool Van Hall Larenstein te Leeuwarden kunnen wij met trots zeggen dat we meegewerkt hebben aan het dorpsbelevingsonderzoek van Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor. Wij hebben intensief samengewerkt met verschillende partijen die het onderzoek mede mogelijk hebben gemaakt. Wij willen de volgende mensen bedanken voor de hulp die is geboden om dit onderzoek tot een goed einde te laten verlopen: BOKD (Voor Drentse dorpen en dorpshuizen) in de persoon van Luit Hummel, Impuls in de persoon van Eveline Rauwé, Vereniging Dorpsbelangen Annerveen Spijkerboor met Paulien Ritsma als contactpersoon, de Werkgroep Dorpsbelevingsonderzoek voor de mooie samenwerking om de respons zo hoog mogelijk te krijgen en Willem voor het beschikbaar stellen van zijn café en voor de nodige cafeïne om ons scherp te houden. Verder willen wij de medewerkers van Hogeschool Van Hall Larenstein Gerrie Koopman (Module coördinator en 1e begeleider) bedanken die het onderzoek in goede banen heeft geleid en het dorpsboek van de ONS-dorpen beschikbaar heeft gesteld. Ook willen wij Letty Blokzijl (Communicatie docente) bedanken voor de hulp bij de interviews en Jan van Delden die ons hulp heeft geboden bij het invoeren en verwerken van de resultaten in SPSS. Ten slotte willen wij zowel de dorpsbewoners die tijd vrij hebben gemaakt om een interview af te geven als alle dorpsbewoners die de tijd en aandacht hebben genomen om de enquête in te vullen bedanken. De reacties uit het dorp waren over het algemeen erg enthousiast, dit heeft ons gemotiveerd en heeft geleid tot een soepel verloop van het onderzoek. Jeroen Bekema, Roy Hafkamp, Myrthe van Hecke, Peter Lanting en Anne Waterlander Leeuwarden, 13 januari 2016
Inhoudsopgave INLEIDING ........................................................................................................................................... 6 1. DE DORPEN ..................................................................................................................................... 7 2. MATERIAAL EN METHODE............................................................................................................... 8 3. RESULTATEN ................................................................................................................................. 10 3.1 RESPONS ......................................................................................................................................... 10 3.2 ALGEMEEN ....................................................................................................................................... 10 3.3 HET DORP EN DE OMGEVING ................................................................................................................ 17 3.4 SOCIALE OMGEVING EN IDENTITEIT ........................................................................................................ 23 3.5 VERENIGINGSLEVEN, ONTMOETING EN VOORZIENINGEN ............................................................................ 27 3.6 WONEN EN DE BUURT ........................................................................................................................ 42 3. 7 VERANDERENDE SAMENLEVING............................................................................................................ 44 3.8 OVERIGE VRAGEN .............................................................................................................................. 47 CONCLUSIE........................................................................................................................................ 52 DISCUSSIE ......................................................................................................................................... 54 LITERATUURLIJST .............................................................................................................................. 55 BIJLAGE I: DORPSBESCHRIJVING ....................................................................................................... 56 INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................... 5 LITERATUURLIJST ................................................................................................................................ 5 INLEIDING ........................................................................................................................................... 6 DE 3 DORPEN ...................................................................................................................................... 7 SPIJKERBOOR ............................................................................................................................................ 7 OUD-ANNERVEEN ..................................................................................................................................... 7 NIEUW-ANNERVEEN .................................................................................................................................. 8 ONTSTAAN .......................................................................................................................................... 9 GEOLOGIE, BODEM .................................................................................................................................... 9 GEOLOGIE ................................................................................................................................................ 9 BODEM ................................................................................................................................................. 11 BODEMGEBRUIK TEGENWOORDIG ............................................................................................................... 11 HISTORIE ........................................................................................................................................... 12 DE SLUISWACHTERSWONING ..................................................................................................................... 12 DE VEENONTGINNING............................................................................................................................... 13 PLAATSVERVANGENDE LANDBOUW ............................................................................................................. 13 VOORZIENINGEN: ............................................................................................................................. 13 Onderwijs ....................................................................................................................................... 14 Zorg................................................................................................................................................ 14 Openbaar vervoer .......................................................................................................................... 15 Winkels en horeca ......................................................................................................................... 15 Verenigingen, sport en recreatie ................................................................................................... 15 BEDRIJVIGHEID: ................................................................................................................................ 16 LITERATUURLIJST .............................................................................................................................. 17
BIJLAGE II AANBIEDINGSBRIEF .......................................................................................................... 18 BIJLAGE III LEGE ENQUÊTE ................................................................................................................ 19 ALGEMEEN ......................................................................................................................................... 20 THEMA HET DORP EN DE OMGEVING ........................................................................................ 22 THEMA SOCIALE OMGEVING EN IDENTITEIT ............................................................................. 23 BIJLAGE IV ENQUÊTE MET RESULTATEN .............................................................................................. 5 ALGEMEEN ........................................................................................................................................... 6 THEMA HET DORP EN DE OMGEVING .......................................................................................... 8 THEMA SOCIALE OMGEVING EN IDENTITEIT ............................................................................... 9 BIJLAGE V OPEN VRAGEN.................................................................................................................. 18 KWALITEITEN ......................................................................................................................................... 18 TEKORTKOMINGEN.................................................................................................................................. 18 MOOI ................................................................................................................................................... 19 LELIJK ................................................................................................................................................... 19 NIEUWE BESTEMMING SCHOOL ................................................................................................................. 20 WERK BUITEN DE ONS- DORPEN ............................................................................................................... 20 BIJLAGE VI OPMERKINGEN ACHTERAF .............................................................................................. 21 BIJLAGE VII NIET THUIS BRIEF ........................................................................................................... 24 BIJLAGE VIII DRAAIBOEK ................................................................................................................... 25 BIJLAGE IX FLYER VOOR AANKONDIGING DORPSPRESENTATIE ......................................................... 33 BIJLAGE X AANKONDIGING IN DE ‘SLUISDEUR’ ................................................................................. 34
Inleiding Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor zijn drie dorpen gelegen in de gemeente Aa en Hunze in de provincie Drenthe. De drie kleine dorpen vormen samen een cluster. Een aantal actuele ontwikkelingen zorgt voor problemen in de dorpen. Zoals veel andere dorpen in de omgeving hebben de dorpen last van krimp, vergrijzing en het verdwijnen van voorzieningen. In 2015 is de basisschool in Nieuw-Annerveen gesloten. Daarbij speelde er ook een discussie over windmolens. De BOKD (brede overleggroep kleine dorpen) stimuleert verenigingen voor Dorpsbelangen oplossingen te zoeken voor deze actuele problemen in samenspraak met de bewoners. Vanuit het dorp is een werkgroep aangesteld die representatief moet zijn voor alle inwoners van Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor. De werkgroep wordt in dit traject ondersteund door de BOKD. Onderdeel van het traject is het dorpsbelevingsonderzoek. Dit onderzoek werd uitgevoerd door studenten Management van de leefomgeving van het Van Hall Larenstein in Leeuwarden in samenwerking met de BOKD en welzijnsorganisatie Impuls. Zij werden hierbij ondersteund door de werkgroep. Het doel van het dorpsbelevingsonderzoek is het in kaart brengen van de leefbaarheid van de dorpen Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor. Er zijn enquêtes met dorpsspecifieke vragen rondgebracht en weer opgehaald bij de bewoners. Aan de hand van verschillende thema’s wordt de mening over bepaalde kwesties en de beleving van de bewoners gepeild. Dit onderzoek kan vervolgens de basis vormen voor het opstellen van het dorpsplan. Omdat meerdere dorpen in de omgeving te maken hebben met soortgelijke problemen, zijn daar ook dorpsbelevingsonderzoeken uitgevoerd. Dit maakt het mogelijk om de resultaten van verschillende dorpen met elkaar te vergelijken en het kan een opstap zijn naar samenwerking tussen de dorpen. In het eerste hoofdstuk is een beknopte beschrijving van de dorpen te vinden. In het tweede hoofdstuk wordt uitgelegd hoe er bij dit onderzoek te werk is gegaan. Vervolgens volgt er een hoofdstuk waarin de meest opvallende resultaten van het onderzoek per thema verwerkt zijn. De thema’s zijn: -
Algemeen Het dorp en de omgeving Sociale omgeving en identiteit Verenigingsleven, ontmoeting en voorzieningen Wonen en de buurt Veranderende samenleving Overige vragen
Een uitgebreide dorpsbeschrijving en een overzicht van de resultaten op alle enquêtevragen zijn te vinden in de bijlage I en IV.
6
1. De dorpen De gemeente Aa en Hunze Gemeente Aa en Hunze heeft de naam te danken aan de rivieren de Drentsche Aa en de Hunze, deze rivieren stromen beide door de gemeente. De gemeente is in 1998 ontstaan door samenvoeging van gemeenten Rolde, Gasselte, Gieten en Anloo. In maart 2015 telde de gemeente 25.206 inwoners. Het bestuur van de gemeente is gehuisvest in Gieten, dit is tevens het grootste dorp van de gemeente. Bronnen: (CBS, 2012) Spijkerboor: Spijkerboor is het grootste dorp van Oud-Annerveen, Spijkerboor en Nieuw-Annerveen (vanaf hier ook wel door ons de ‘ONS- dorpen’ genoemd). Het is ook het centrumdorp van de ONS- dorpen. Het centrum van het dorp bestaat uit café ‘’t Keerpunt.’ Dit is tevens de ontmoetingsplek van bijna alle inwoners. De naam van het dorp is ontstaan doordat Spijkerboor langs de Hunze is ontstaan. De loop van de Hunze lijkt op een spijkerboor, dit is een mogelijke verklaring voor de huidige naam Spijkerboor. Spijkerboor heeft 165 inwoners waarvan een redelijke groep 45- 65 jaar oud zijn, namelijk 32%. 20% van de inwoners bestaat uit kinderen tot 15 jaar. 12% van de inwoners is jongvolwassen met een leeftijd tot 25 jaar en 21% van de inwoners heeft een leeftijd van 25- 45 jaar oud, de rest is 65 jaar of ouder. (Stadindex, 2015) Nieuw- Annerveen: Nieuw- Annerveen is een dorp met weinig voorzieningen, wel is er een dorpshuis en een sportveld aanwezig. Nieuw- Annerveen ligt aan de Annerveense Mond. Hiervandaan werd turf vervoerd naar Groningen, dit is tegenwoordig nog te zien in het landschap. NieuwAnnerveen heeft 110 inwoners, hiermee is dit het kleinste dorp in ons onderzoeksgebied. De grootste groep in woners is 45- 65 jaar oud, namelijk 35 %. Kinderen tot 15 jaar is 19% van alle inwoners, 12% is jongvolwassen tot 25 jaar. 24% van de bevolking is 25- 45 jaar oud en 11% is 65 jaar of ouder. (Stadindex, 2015) Oud- Annerveen: Oud- Annerveen is een dorp met 130 inwoners. Het dorp heeft geen voorzieningen, wel is er een dichtbijgelegen school in Eexterveen en Zuidlaarderveen. De meeste inwoners vallen in de leeftijdscategorie 45- 65 jaar oud, namelijk 47%. De groep kinderen tot 15 jaar vormt 18%, jongvolwassenen tot 25 jaar vormen 9% van de inwoners. Verder is 16% van de inwoners 25- 45 jaar oud en 10% is 65 jaar of ouder. Oud- Annerveen telt 50 huishoudens waarvan de meeste huishoudens zijn zonder kinderen, namelijk 45%. 41% zijn huishoudens met kinderen en 14% zijn huishoudens met 1 persoon. (Stadindex, 2015)
7
2. Materiaal en methode Hier wordt de gebruikte onderzoeksmethode bij het dorpsbelevingsonderzoek toegelicht in verschillende stappen. De methoden om informatie te vergaren en digitaal met SPSS als in een rapport te verwerken. Na de kennismaking met de leden van Vereniging Dorpsbelangen kregen we OudAnnerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor van dichtbij te zien d.m.v. rondleidingen door de dorpskenners Jaap Kuiper en Klaas Wigchering. Zo werd er een beeld gevormd van het uiterlijk van de ONS-dorpen en de thema’s die in de dorpen spelen werden langzamerhand bekend. Om zoveel mogelijk relevante informatie te vergaren d.m.v. het maken en uitzetten van enquêtes zijn er interviews gehouden met van tevoren aangewezen dorpsbewoners om een zo divers mogelijk beeld te krijgen op actuele thema’s binnen de dorpen. Ter voorbereiding van deze interviews was er een workshop ‘professioneel handelen’ bijgewoond. Aan de hand van deze gewonnen informatie werden er verschillende (bestaande) thema’s onderscheiden. Op deze manier konden de enquêtevragen overzichtelijk onderverdeeld worden. Als dorpsonderzoeker is het belangrijk een zo uitgebreid beeld te vormen van de dorpen die onderzocht worden. Hierom is er een dorpsbeschrijving gemaakt die zowel ingaat op de geologische ligging, de ontstaansgeschiedenis, de ontwikkeling van de dorpen en de huidige situatie. Op deze manier weten de dorpsonderzoekers meer over de context van de lokale thema’s die spelen in de dorpen. Eén van de bruikbare bronnen was het dorpsboek ‘Het Drents Daip Blif Altied Stromen. (Fred E.A. Wolthuis, 1993) Dit boek is beschikbaar gesteld door Gerrie Koopman en is erg bruikbaar gebleken om een goed beeld van de cultuur en het dorp te krijgen. De volgende stap was om concept vragen te bedenken die onder werden gebracht in de thema’s binnen de enquête. Verschillende workshops m.b.t. het opstellen van kwalitatief goede enquêtevragen werden bijgewoond. Vervolgens werd de lijst met opgestelde vragen gerouleerd tussen de eerste begeleider, BOKD, Impuls en Vereniging Dorpsbelangen en de werkgroep. De feedback werd gebundeld en er werden een aantal ontbrekende onderwerpen toegevoegd en gebrekkige vragen geschrapt of verbeterd. Uiteindelijk kwam hier een eindproduct uit met een merendeel vooraf opgestelde vragen die niet dorps specifiek zijn en een aantal dorps specifieke vragen . Verder werden als bijlage een aanbiedingsbrief en een instructie bijgevoegd. In de aanbiedingsbrief was een algemene inleiding van het onderzoek te vinden en werd het ophaalmoment verkondigd. Ook stond hierin wanneer men niet thuis was dat op dat moment men een ‘niet-thuis’ briefje zou ontvangen en dat men de enquête alsnog op drie adressen in het dorp kon inleveren. Net als de aanbiedingsbrief was er een instructie aan het begin van de enquête geformuleerd, om te laten zien wat respondenten moesten doen wanneer ze een fout antwoord wilden verbeteren. De organisatie rondom het uitzetten en het ophalen was bijna identiek. Na overleg zouden er fietsen klaar worden gezet. De groep onderzoekers had zich in drie groepen opgesplitst en iedere groep zou begeleid worden door minstens één lid van de werkgroep om zo de 8
herkenbaarheid en respons te verhogen. Iedere groep ging op pad in een ander dorp en daarna was er een bijeenkomst in café ’t Keerpunt om te evalueren hoe de reacties waren. Bij het ophalen van de enquêtes was de opzet niet anders. De zelfde groepen golden voor dezelfde dorpen. Maar in dit geval werd er een ‘niet-thuis’ briefje in de brievenbus gestopt wanneer bewoners niet thuis waren. Bij de bewoners die wel thuis waren werd alvast een uitnodigend praatje gehouden m.b.t. de eindpresentatie. Na de enquêtes te hebben opgehaald was het tijd om de resultaten digitaal op Van Hall Larenstein te verwerken met het programma SPSS. Alle multiple choise vragen werden hier ingevoerd en er werd een inventarisatie gemaakt van de antwoorden van de open vragen. Met deze gegevens konden overzichtelijke grafieken in verschillende vormen geproduceerd worden. Deze zijn bruikbaar gebleken voor het eindverslag. Uiteindelijk valt er een graadmeter van de ingevulde enquêtes t.o.v. de uitgezette enquêtes te bepalen: de respons. Het is belangrijk voor de resultaten van het onderzoek dat de respons zo hoog mogelijk is. Op die manier zeggen de gemeten resultaten ook daadwerkelijk iets en heeft het onderzoek meer geloofwaardigheid. Er heeft tijdens het onderzoeksproces meerdere keren een artikel gestaan in ‘Het Sluisdeurtje’, dit is het dorpskrantje en een middel gebleken om inwoners te informeren en te stimuleren om mee te doen aan het onderzoek. Ook is er ongeveer een week voor de presentatie een flyer door de onderzoekers gemaakt waarna de werkgroep deze uitdeelden met een uitnodiging voor de presentatie aan de bewoners van de ONS-dorpen.
9
3. Resultaten 3.1 Respons In totaal zijn er 155 enquêtes uitgezet. Hiervan zijn er 110 teruggekomen. 110/155x100%≈70,9% Er is dus een respons gehaald van ongeveer 70,9%. Dit is een ruime meerderheid wat betekent dat de resultaten gezien kunnen worden als representatief voor het dorp.
3.2 Algemeen Dit thema gaat over de persoonlijke situatie van de respondenten. Op deze manier is er een algemeen beeld geschetst van de bewoners van de dorpen. Uit de resultaten is gebleken dat 53,2% van de respondenten vrouw is en 46,8% man. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 56 jaar. Op figuur 1 is de leeftijd van de respondenten ingedeeld in leeftijdsklassen. Opvallend is dat het overgrote deel van de respondenten ouder is dan 45 jaar.
Figuur 1: Leeftijd van de respondenten ingedeeld in leeftijdsklassen
Figuur 1: Leeftijd respondenten
10
Figuur 2: Bevolkingspiramide van de ONS-dorpen
Met de bovenstaande gegevens is het mogelijk om een bevolkingspiramide van de ONSdorpen te maken. Deze is te vinden op figuur 2. Op de bevolkingspiramide is het wederom duidelijk zichtbaar dat de meeste respondenten ouder zijn dan 45 jaar.
11
Figuur 3: Woonplaats respondenten
De meeste respondenten zijn woonachtig in Spijkerboor (41,3%). Er wonen ongeveer evenveel respondenten in Oud-Annerveen (31,2%) als in Nieuw-Annerveen (27,5%). Op figuur 4 is de oorsprong van de respondenten te zien. Wat erg opvalt is dat de overgrote meerderheid niet in een van de ONS-dorpen geboren is.
12
Figuur 4: Oorsprong respondenten
Figuur 5: Samenstelling huishoudens
13
Een ander opvallend resultaat is dat slechts 17,6% van de respondenten alleenstaand is en de overige 82,4% samenwonend of gehuwd is (zie figuur 5). Er is ook gekeken naar de hoogst genoten opleiding in het huishouden van respondenten. Uit de gegevens in tabel 1 kan geconcludeerd worden dat het opleidingsniveau in de ONS-dorpen redelijk hoog ligt aangezien er in 51% van de huishouden iemand een HBO/WO-opleidingsniveau heeft.
Tabel 1: Hoogst genoten opleiding in huishouden
De meeste respondenten hebben betaald werk (73,7%). De belangrijkste activiteiten van de overige 26,7% van de respondenten staan weergegeven in figuur 6.
Figuur 6: Belangrijkste activiteit indien geen betaald werk
14
De meeste respondenten zonder betaald werk blijven thuis om het huishouden te doen. De meeste respondenten zonder betaald werk zijn ouder dan 55 jaar. De respondenten die wel betaald werk hebben, werken meestal buiten het dorp. Op figuur 7 is te zien dat 75% van de respondenten niet werkt in de dorpen zelf. De respondenten die elders werkzaam zijn dan in de ONS-dorpen moeten gemiddeld 36 kilometer per dag afleggen. Op figuur 8 is de woonwerkafstand in kilometers weergegeven.
Figuur 7: Plaats betaald werk
15
Figuur 8: Woon-werkafstand in kilometers
16
3.3 Het dorp en de omgeving Uit figuur 9 blijkt dat de respondenten grotendeels positief gestemd zijn over het dorp. Uit figuur 9 en 10 is op te maken dat ongeveer 50 % van de respondenten de verkeersveiligheid in de woonomgeving onvoldoende vindt. Dit kan worden gewijd aan het feit dat er te hard wordt gereden op de doorgaande wegen, waardoor de fietsers zich onveiliger voelen en waardoor er dus meer behoefte lijkt te zijn aan fietsstroken langs de doorgaande wegen in de ONS-dorpen. Rependiagram vragen 11 t/m 14 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Dorp is aantrekkelijk
59
Voldoende groen
Helemaal mee eens
60
72
Hecht waarde aan cultuurhistorie woonomgeving
Tevreden met verkeersveiligheid woonomgeving
34
22
66
15
Enigszins mee eens
51
30
33
31
36
Enigszins mee oneens
16
Helemaal mee oneens
Figuur 9: Verdeling resultaten vragen 11/tm 14
Rependiagram vragen DS02 t/m DS05
0%
20%
40%
Er wordt te hard gereden op de doorgaande wegen in de ONS-dorpen.
61
Ik heb behoefte aan fietsstroken langs de Hunzeweg en de Tolweg.
60
Ik vind dat de bomen langs de Hunzeweg en de Tolweg vervangen moeten worden.
33
Ik vind de genomen maatregelen met betrekking tot de verkeersveiligheid rondom het kruispunt bij het café voldoende.
34
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
60%
80%
100%
31
20
25
Enigszins mee oneens
31
7 2
11
22
9
20
22
13
Helemaal mee oneens
Figuur 10: Verdeling resultaten DS02 t/m DS05
17
Wel is uit figuur 10 af te lezen dat het merendeel van de respondenten (ongeveer 65%) vindt dat de maatregelen met betrekking tot de verkeersveiligheid rondom het kruispunt bij het café voldoende zijn.
Figuur 11: Mening snelheid naar woonlocatie
In figuur 11 is de mening van de respondenten over de verkeerssnelheid op de doorgaande wegen in de ONS-dorpen gecombineerd met de woonlocatie. Hier is een uitschieter te zien in Spijkerboor. Ondanks dat er meer mensen wonen in Spijkerboor dan in Nieuw-Annerveen of in Oud-Annerveen kan er toch waargenomen worden dat de respondenten in Spijkerboor meer last hebben van het te snelle rijden op de doorgaande wegen.
18
Figuur 12: Behoefte fietsstroken Hunze- en Tolweg naar locatie
In figuur 12 is de behoefte aan fietsstroken gecombineerd met de woonlocatie van de respondenten. Hieruit valt op te maken dat in alle drie de dorpen er behoefte is aan fietsstroken.
19
Rependiagram DS06 t/m DS09 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% De hermeandering van de Hunze is een meerwaarde voor de omgeving. De werkzaamheden bij het hermeanderen van de Hunze zorgen voor overlast.
4 14
Ik ben blij met de komst van de bevers.
23
25
57
50
Ik heb last van de groeiende beverpopulatie. 3 8
Helemaal mee eens
60
Enigszins mee eens
29
22
9
8
14
7
67
Enigszins mee oneens
Helemaal mee oneens
Figuur 13: Verdeling resultaten enquêtevragen DS06 t/m DS09
De eerste twee stellingen in figuur 13 lijken een logisch verband te hebben, namelijk het merendeel van de respondenten vinden de hermeandering van de Hunze een meerwaarde en het merendeel van de respondenten ondervindt dan ook geen overlast van de werkzaamheden die ervoor nodig zijn. Ook een klein deel van de dorpsbewoners heeft last van een groeiende beverpopulatie terwijl zo’n 80 % blij is met de komst van de bevers.
Rependiagram DS10 t/m DS14 0%
20%
De gemeente verricht genoeg groenonderhoud in de ONS-dorpen.
23
Het baggergat wordt voldoende onderhouden.
12
Ik ondervind overlast van de bio-industrie in de omgeving.
12
Ik heb last van schade door aardbevingen.
40% 27
30
80%
34 26
10
19
60%
23 28
Ik vind dat de ijsbaan een belangrijke functie heeft voor het dorp.
100% 16
32 55
22
72
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Enigszins mee oneens
Helemaal mee oneens
31 23
50
Figuur 14: Verdeling resultaten enquêtevragen DS10 t/m DS14
Uit bovenstaand figuur kan geconcludeerd worden dat veel respondenten vinden dat de verkeersveiligheid niet optimaal is. Vooral het aantal respondenten dat behoefte heeft aan fietsstroken langs de Hunzeweg en de Tolweg is tekenend. De meerderheid van de respondenten is het ermee eens dat de ijsbaan een belangrijke functie heeft voor het dorp.
20
Rependiagram vraag 15 en 16 0%
20%
Kwaliteit woonomgeving is gezamenlijke verantwoordelijkheid
Leegstaande gebouwen in dorp storen
40%
60%
50
23
80%
43
30
19
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Enigszins mee oneens
Helemaal mee oneens
100%
70
29
Figuur 15: Rependiagram 15 en 16
De meeste respondenten vinden dat de kwaliteit van de woonomgeving de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewoners is (figuur 15).
Figuur 16: Gebruik dorpsommetjes
Ongeveer de helft van de respondenten maakt regelmatig gebruik van de dorpsommetjes (figuur 16). Over het onderhoud zijn de meningen verdeeld.
21
Figuur 17: Onderhoud dorpsommetjes
Een kleine meerderheid vindt dat de dorpsommetjes niet goed worden onderhouden (figuur 17). Deze uitkomst zegt niet alles, want maar 60 van de 110 respondenten hebben deze vraag beantwoord.
22
3.4 Sociale omgeving en identiteit
Figuur 18: Verhouding van 2 stellingen: ‘ Ik heb een sterke band met het dorp als gemeenschap’ en ‘ Ik bemoei mij er niet mee’
In figuur 18 is te zien dat ongeveer 75% van de respondenten een sterke band met het dorp als gemeenschap heeft.
23
Figuur 19: Leefstijlen ONS-dorpen
Zoals te zien in figuur 19 is het grootste gedeelte van de respondenten een gemeenschapsmens. Gemeenschapsmensen hebben een sterke band met het dorp en maken zoveel mogelijk gebruik van de lokale voorzieningen. Woonpassanten hebben geen sterke binding met het dorp en maken gebruik van voorzieningen die elders aanwezig zijn. Tot de categorie thuisbasis behoren de mensen die wel een sterke band hebben met het dorp maar voornamelijk de voorzieningen buiten het dorp gebruiken. Tot slot zijn leefbaarheidsklanten mensen die geen binding hebben met het dorp maar wel gebruik maken van de lokale voorzieningen.
24
Figuur 20: Band respondenten met dorp
In figuur 20 is in een staaf diagram het verband gelegd tussen de betrokkenheid van de respondenten in de gemeenschap van hun dorp en tussen de bereidheid van de dorpsbewoners om mee te helpen bij eventuele veranderingen/ ontwikkelingen naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek. Hierboven valt op dat het merendeel van de respondenten dat bereid is om te helpen bij eventuele veranderingen in het dorp ook een sterke band heeft met de dorpsgemeenschap. Opmerkelijk is dat er 13 respondenten zijn die wel bereid zijn om mee te helpen bij eventuele veranderingen/ ontwikkelingen voor het dorp maar die geen behoefte hebben om zich te bemoeien met het dorp.
25
Figuur 21: Verlening mantelzorg
In figuur 21 is te zien dat een kleine 20 % van de respondenten mantelzorg verleent.
Ik zou graag ondersteuning krijgen bij:
Aantal
Huishoudelijke taken
4
Zorgtaken
4
Respijtzorg
8
Lotgenotencontact
2
Anders Tabel 2: Verdeling type mantelzorg
7
Tabel 2 laat de verdeling zien van de vraag naar ondersteuning bij de mantelzorgers op verschillende vlakken. Er is hier niets opvallends te zien aangezien de categorieën zo klein bezet zijn.
26
3.5 Verenigingsleven, ontmoeting en voorzieningen Rependiagram van vier stellingen 0%
10%
Ik ben tevreden over de Vereniging Dorpsbelangen
20%
Enigszins mee eens
50%
60%
70%
80%
41
61
Er worden voldoende activiteiten georganiseerd
Helemaal mee eens
40%
46
Er zijn voldoende sportverenigingen
Er zijn voldoende ontmoetingsplekken
30%
Enigszins mee oneens
10
3
34
64
50
90% 100%
6
33
36
4
13
1
Helemaal mee oneens
Figuur 22: Vragen 29 t/m 32
Uit figuur 22 kan worden opgemaakt dat de meerderheid van de respondenten tevreden is over de vereniging Dorpsbelangen en er zijn voldoende sportverenigingen. Er worden voldoende activiteiten georganiseerd in en rondom het dorp en er zijn ook voldoende ontmoetingsplekken aanwezig.
27
Rependiagram van 4 stellingen 0%
10%
20%
30%
40%
Een publieke ontmoetingsruimte is essentieel voor leefbaarheid
75
Winkelvoorzieningen zijn bereikbaar
76
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
60%
70%
80%
90% 100%
85
Medische voorzieningen zijn bereikbaar
Er zijn voldoende recreatie voorzieningen
50%
47
Enigszins mee oneens
13
18
18
26
21
Helemaal mee oneens
Figuur 23: Verdeling resultaten enquêtevragen 33 t/m 36
De grote meerderheid vindt een centrale ontmoetingsplek essentieel voor de leefbaarheid van het dorp. Voorzieningen zoals ziekenhuizen, winkels en hulpdiensten zijn goed bereikbaar en er zijn voldoende recreatiemogelijkheden. (figuur 23)
28
20
5 2
42
7
Rependiagram van 4 stellingen
Ik heb behoefte aan een bakker
11
Ik heb behoefte aan een buurtsuper in de ONS-dorpen.
18
14
Het is vervelend dat kinderen vanuit de ONS-dorpen door de sluiting van de basisschool verspreid worden over verschillende scholen.
29
19
43
26
41
60
Er zijn voldoende speelmogelijkheden voor kinderen
21
33
32
31
7 1
16
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Enigszins mee oneens
Helemaal mee oneens
Figuur 24: Verdeling resultaten enquêtevragen 37 t/m DS20
De meeste respondenten hebben geen behoefte aan een bakker of een buurtsuper. De grote meerderheid van de respondenten geeft aan dat ze het vervelend vinden dat de kinderen worden verspreid over de omgeving door het sluiten van de school. Kinderen (en ouders van kinderen) zijn hierom gedwongen om zich in te schrijven bij andere scholen in de omgeving. Er zijn verschillende schoolkeuzes in de buurt waardoord de kans bestaat dat kinderen verspreid worden over de basisscholen. Verder blijkt dat er voldoende speelmogelijkheden zijn voor kinderen. (Zie figuur 24)
29
Figuur 25: Speelmogelijkheden naar huishoudens met en zonder kinderen
Naar aanleiding van de resultaten van de vraag of er voldoende speelmogelijkheden en– activiteiten voor kinderen zijn, is de diagram in figuur 25 opgesplitst naar respondenten die kinderen in huis hebben en die geen kinderen in huis hebben wonen. In de staafdiagram is een verband te zien. Het aantal respondenten dat geen inwonende kinderen heeft vindt dat er voldoende speelmogelijkheden zijn, terwijl het aantal respondenten dat wel inwonende kinderen heeft vaker een tekortkoming ziet in de speelmogelijkheden/ -activiteiten in de ONS-dorpen.
30
Rependiagram 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Helemaal mee eens Enigszins mee eens Het kost mij moeite om de kinderen naar school te brengen nu deze verder weg is.
11
28
6
56
Enigszins mee oneens Helemaal mee oneens
Figuur 26: Verdeling resultaten vraag DS26
Uit figuur 26 blijkt dat de meeste respondenten geen moeite hebben om hun kind naar school te brengen. Maar er zijn zeker 39 respondenten die het wel moeite kosten.
31
Figuur 27: Percentage respondenten die lid zijn van de vereniging dorpsbelangen
Uit de grafiek in figuur 27 blijkt dat de grote meerderheid van de inwoners lid is van de vereniging dorpsbelangen. Deze stichting is dus erg belangrijk voor het dorp.
32
Figuur 2810: Percentage leden onder respondenten per vereniging
Uit de grafiek in figuur 28 blijkt dat het grootste deel van de respondenten lid is van de ijsvereniging, gevolgd door vereniging Sport- en Spel.
33
Figuur 29: Reden niet lid van vereniging
Uit bovenstaande diagram in figuur 29 is af te lezen dat de meest gegeven reden om geen lid te zijn van een vereniging ‘geen interesse’ is. Een andere grote groep respondenten geeft aan geen tijd te hebben voor een vereniging.
34
Figuur 3011: Een taartdiagram met daarin uitgewerkt het antwoord of men activiteiten mist in het dorp
Figuur 31: Eventuele nieuwe activiteiten
35
In de grafieken in figuren 30 en 31 wordt weergeven of de inwoners het zien zitten om nieuwe activiteiten te organiseren in het dorp. Zo is te zien dat jongerenactiviteiten de grootste aanhang hebben. Er zijn maar 12 inwoners die een idee hebben gegeven, waarvan er 3 naar de jongerenactiviteiten gaan. Verder komen workshops en kaarten ook relatief hoog voor.
Figuur 32: Invulling aantal uren vrijwilligerswerk per week in de dorpen
In figuur 32 is te zien dat er momenteel in 23 huishoudens aan vrijwilligerswerk wordt gedaan. Van de 105 personen die de vraag beantwoord hebben, geeft 29,5 procent van de inwoners aan vrijwilligerswerk te doen. Van de personen die dat nu nog niet doen, is 65,5 procent bereid om dat in de toekomst wel te doen.
36
Figuur 33: Kwaliteiten binnen huishoudens van de ONS-dorpen
In figuur 33 is te zien dat de respondenten de dorpen het beste kunnen verbeteren door elkaar te ondersteunen met bepaalde zaken. Verder geven veel inwoners aan dat zij wel een bestuurstaak voor het dorp op zich willen nemen.
37
Figuur 34: Een staafdiagram dat laat zien waar de respondenten zoveel mogelijk hun voorzieningen vandaan proberen te halen
Uit figuur 34 valt op te maken dat de meeste respondent zoveel mogelijk gebruik maken van voorzieningen in de eigen dorpen.
38
Figuur 35: Taartdiagram dat laat zien dat het speelveld en het gemeenschapshuis behouden moeten worden.
Uit de gegevens in figuur 35 blijkt dat de overgrote meerderheid van de respondenten wil dat het speelveld en het gemeenschapshuis bij het oude schoolgebouw in Nieuw-Annerveen behouden blijft. Rependiagram 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Helemaal mee eens Enigszins mee eens
Het kost mij moeite om de kinderen naar school te brengen nu deze verder weg is.
11
28
6
56
Enigszins mee oneens Helemaal mee oneens
Figuur 36: reepdiagram dat laat zien of het ouders moeite kost om hun kinderen naar de basisschool te brengen
In het bovenstaande rependiagram (figuur 36) wordt weergeven dat het voor het merendeel van de ouders geen moeite kost om hun zoon of dochter naar school in een ander dorp in de buurt te brengen. Dit geldt voor ouders die hun kinderen momenteel ingeschreven hebben staan op de basisschool.
39
Figuur 37: Gebruik en behoeft Openbaar Vervoer
In figuur 37 is te zien dat men niet erg veel behoefte heeft aan het openbaar vervoer, en mocht deze er eenmaal komen, dan zou hier niet veel gebruik van worden gemaakt. 16 respondenten hebben ingevuld dat zij graag openbaar vervoer zien komen in het dorp. Maar van deze 16 respondenten geven ook 12 hiervan aan dat ze openbaar vervoer niet frequent zullen gebruiken. Dus de vraag naar openbaar vervoer is niet hoog.
40
Figuur 38: Dagen aanwezig bij ontmoetingsplekken in dagen per maand
In figuur 38 is te zien dat de inwoners van de ONS-dorpen gemiddeld 3,1 keer per maand naar een ontmoetingsplek zoals café ’t Keerpunt of het dorpshuis gaan. 25% van de respondenten gaat er 1 keer per maand heen. Bijna 20% komt nooit op de ‘ontmoetingsplekken’.
41
3.6 Wonen en de buurt Totaal aantal in ONSdorpen Type woning
Huur
9
Koop
78
Total
87
Tabel 3: Koop en huurwoningen in de ONS-dorpen
In tabel 3 is af te lezen dat van de 87 respondenten die de vraag hebben ingevuld er 78 in een koophuis wonen. In verhouding zijn er dus heel weinig respondenten die in een huurhuis wonen. Daarbij is op te maken uit figuur 39 dat een ruime 80 % van de respondenten vindt dat er onvoldoende starterswoningen aanwezig zijn. Dit in combinatie met een gering aantal huurwoningen zou het moeilijk kunnen maken voor starters om zich in een van de dorpen te kunnen vestigen. Rependiagram van 4 stellingen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
De buurt is netjes
53
39
Tevreden met woning Er zijn voldoende starterswoningen
85 11
7
33
Eventuele nieuwe dorpsuitbreiding moet passen bij de huidige bebouwing van de ONS-dorpen. Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
6 3
73 Enigszins mee oneens
11 22 48 20
43
Helemaal mee oneens
Figuur 39: Rependiagram waarin de mening van de respondent uitgelicht wordt
42
Rependiagram van 3 stellingen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ik heb behoefte aan meer starterswoningen in de ONSdorpen.
28
Er moeten meer woningen worden bijgebouwd .
22
Ouderen trekken weg uit dorp
21
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
25
29
20
26
24
25
50
Enigszins mee oneens
20
9
Helemaal mee oneens
Figuur 40: Rependiagram waarin de mening van de respondent uitgelicht wordt
Rependiagram van 2 stellingen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% De vergrijzing gaat ten koste van de levendigheid in het dorp.
Ik kan tot op hoge leeftijd in mijn woning blijven
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
27
40
47
Enigszins mee oneens
21
34
12
15
5
Helemaal mee oneens
Figuur 41: Rependiagram waarin de mening van de respondent uitgelicht wordt
In de figuren 39 t/m 41 is af te lezen hoezeer de inwoners van de ONS-dorpen tevreden zijn over “het wonen in de buurt”. De meningen zijn verdeeld over de kwestie of er meer woningen bijgebouwd moeten worden. Verder is men ervan overtuigd dat men tot op een hoge leeftijd in het dorp kan blijven wonen.
43
3. 7 Veranderende samenleving Rependiagram van 2 stellingen 0%
10%
Prima ontwikkeling
Goede informatie/ bereikbaarheid gemeente
Helemaal mee eens
20%
30%
24
40%
50%
60%
80%
49
11
90% 100%
22
35
Enigszins mee eens
70%
6
42
Enigszins mee oneens
13
Helemaal mee oneens
Figuur 42: Rependiagram waarin de mening van de dorpsbewoners uitgelicht wordt
Rependiagram van 4 stellingen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Minder financiële steun voor dorpsactiviteiten
38
Gemeente moet zelfredzaamheid beter ondersteunen
35
Zichtbaarheid talenten in dorp nodig
28
Vrijwilligers te veel op bordje
26
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
51
8 4
45
16
3
59
8
5
45
Enigszins mee oneens
22
7
Helemaal mee oneens
Figuur 43:Rependiagram waarin de mening van de dorpsbewoners uitgelicht wordt
Rependiagram van 2 stellingen 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Genoeg daadkracht vrijwilligers tot verantwoordelijkheid
12
47
Zelf verantwoordelijkheid nemen wordt lastig gevonden
12
44
Helemaal mee eens Enigszins mee eens Enigszins mee oneens Figuur 44:Rependiagram waarin de mening van de dorpsbewoners uitgelicht wordt
37 29
5 14
Helemaal mee oneens
Figuur 44: Rependiagram waarin de mening van de dorpsbewoners uitgelicht wordt
In de figuren 42 t/m 44 wordt de mening van de dorpsbewoners gevraagd met betrekking tot de verschuiving van de taken van de gemeente naar de bewoners zelf. Een merendeel van de inwoners vindt dat de gemeente te weinig doet en dat de gemeente veel taken te makkelijk afschuift. Wel vindt men dat dat het mogelijk is om met vrijwilligers de verantwoordelijkheid op zich te nemen, maar veel inwoners vinden het lastig om deze verantwoordelijkheid zelf te nemen.
44
Figuur 45: De enquêtevraag: “Ik vind het moeilijk om mee te kunnen komen en zelf de verantwoordelijkheid te nemen omdat;” uitgewerkt in een taartdiagram.
Figuur 46: Reden van moeilijk mee komen en zelf verantwoordelijkheid nemen in vergelijking met de gemiddelde leeftijd
Opvallend in figuur 45 is dat men het blijkbaar lastig vind om met digitale middelen om te gaan, dit zou te maken kunnen hebben met de hogere gemiddelde leeftijd (gemiddelde leeftijd van bewoners die de enquête invulden: 56 jaar). In figuur 46 is te zien dat de vraag 45
alleen is ingevuld door respondent met gemiddeld een hogere leeftijd. Opvallend is ook dat respondenten die het moeilijker vinden wanneer het digitaal moet soms zelfs boven de 60 jaar oud zijn.
Figuur 47: De enquêtevraag: “ik zou beter met veranderingen om kunnen gaan als:” uitgewerkt in een taartdiagram
Uit figuur 47 kunnen we concluderen dat men beter met veranderingen om kan gaan als men weet bij wie ze terecht kunnen voor vragen en bewust worden gemaakt van de eventuele gevolgen van de verandering. Deze vraag is overigens niet door iedereen ingevuld.
46
3.8 Overige vragen Meest gekozen mooiste plekken
Figuur 48: Een staafdiagram met daarin de antwoorden van de meest gekozen mooiste plekken
Zoals in figuur 48 te zien heeft men het gebied rondom de Hunze gekozen als de mooiste plek in en rondom het dorp. Het Baggergat is ook vaak gekozen, mits het goed onderhouden is. Alle andere antwoorden die zijn gegeven door de dorpsbewoners zijn te vinden in bijlage V.
47
Meest gekozen lelijkste plekken
Figuur 49: Een staafdiagram met daarin de antwoorden van de meest gekozen lelijkste plekken
In figuur 49 is te zien dat de boorlocatie van de NAM door de bewoners het meest gekozen is als ‘lelijkste plek’. Ook is te zien dat men het Baggergat zowel mooi als lelijk vindt en dat het onderhoud hiervan het verschil maakt. De Kolk is als lelijk verkozen omdat men vindt dat deze wijk niet in de stijl van de andere huizen in Spijkerboor gebouwd is, zodat het lijkt alsof de wijk niet in het dorp thuishoort. Alle andere antwoorden die zijn gegeven door de dorpsbewoners zijn te vinden in bijlage V.
48
Kwaliteiten ONS-Dorpen
Figuur 50:Het staafdiagram hierboven laat zien wat volgens de inwoners de kwaliteiten van de ONS-dorpen zijn
Zoals in figuur 50 te zien is, vindt men dat er een sterke gemeenschap is in de dorpen, de samenhang wordt hierdoor dus beter. Verder vindt men dat rust en ruimte een grote positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van de dorpen en ook over het verenigingsleven mag niet geklaagd worden. Alle overige antwoorden zijn te vinden in bijlage V
49
Belangrijkste tekortkomingen ONS-dorpen
Figuur 51: Het staafdiagram hierboven laat zien wat de belangrijkste tekortkomingen zijn in de ONS-dorpen
Zoals in figuur 51 te zien is, vindt men het vervelend dat de school uit het dorp verdwenen is en ziet men deze graag weer terugkeren. Ook vindt men dat er wat aan de verkeersveiligheid moet worden gedaan. Tot slot ziet een klein deel van de respondenten toch wel graag bussen door het dorp rijden, alhoewel er in een vorig hoofdstuk werd gezegd dat dit niet perse nodig was. Alle overige antwoorden zijn te vinden in bijlage V.
50
Figuur 52: De gegeven rapportcijfers voor het dorp met het gemiddelde
Zoals in figuur 52 te zien is, is het gemiddelde een 7,9. Dat betekent dat de inwoners over het algemeen erg positief zijn over de woonkwaliteit in de ONS-dorpen, 51% van de inwoners heeft dan ook voor het cijfer 8 gekozen.
51
Conclusie In de dorpen is de man/vrouw verhouding ongeveer gelijk, de meeste bewoners zijn ouder dan 45 jaar en Spijkerboor is het dorp waar de meeste inwoners wonen. Opvallend is dat ruim 88% van de inwoners niet in de dorpen is geboren en dus later in één van de dorpen is komen wonen. Ook is te zien dat bijna niemand in hun eigen dorp werkt, 75% werkt namelijk in een ander dorp, verspreid over heel het land, met een gemiddelde reisafstand van 36 kilometer. Uit het onderzoek is gebleken dat de inwoners van de dorpen over het algemeen niet tevreden zijn met de verkeersveiligheid in de dorpen. Men is het met elkaar eens dat er fietsstroken langs de grote doorgaande wegen zoals de Hunzeweg en de Tolweg moeten komen om hierdoor de verkeersveiligheid voor fietsers te verbeteren. Veel van de inwoners hebben een sterke band met de dorpen en zijn ook bereid om mee te helpen om eventuele veranderingen in de dorpen te verwezenlijken. Men geeft aan dat een centrale ontmoetingsplek in het dorp essentieel is voor een goede leefbaarheid in het dorp. De inwoners van de dorpen zijn blij met de verenigingen die aanwezig en actief zijn in de directe omgeving van hun dorp en maken hier dan ook goed gebruik van. Ook de voorzieningen buiten het dorp zoals ziekenhuizen, winkels en hulpdiensten zijn snel en goed bereikbaar. De grote meerderheid vindt een bakker of een buurtsupermarkt niet nodig, aangezien de grote supermarkt op een kleine afstand van het dorp ligt. Wel vindt men het vervelend dat door de sluiting van de school veel kinderen naar verschillende scholen in de omgeving gaan, waardoor de jeugd in het dorp van elkaar gescheiden wordt. Het naar school brengen van de kinderen in een ander dorp blijkt voor de meeste ouders geen probleem te zijn. 93% van de inwoners geeft aan lid te zijn van vereniging Dorpsbelangen, andere grote verenigingen in het dorp zijn de ijsvereniging en de toneelvereniging en men doet graag mee aan de sport en spelweek. De belangrijkste reden om niet lid te zijn van een vereniging is voor de meeste bewoners dat ze geen interesse hebben. Een klein aantal bewoners geeft aan activiteiten in het dorp te missen en hieruit zijn jongerenactiviteiten het vaakst als voorbeeld genoemd. Ook wordt er aangegeven dat het speelveld en het gemeenschapshuis aan de school behouden moeten worden. Er is geen behoefte aan openbaar vervoer en als dit aanwezig zal zijn, zal men hier niet vaak gebruik van gaan maken. Tot slot is men gemiddeld ruim 2 keer per maand aanwezig bij een ontmoetingsplek in het dorp. Men is over het algemeen tevreden over de woonkwaliteit in de omgeving. Ze denken er tot op een hoge leeftijd moeiteloos te kunnen blijven wonen. Wel vindt men dat er te weinig starterswoningen in het dorp aanwezig zijn. Het valt op dat men vindt dat de gemeente te weinig doet in de omgeving, waardoor deze taak mogelijk verschoven wordt naar de bewoners zelf. Veel van de inwoners willen deze verantwoordelijk wel op zich nemen, maar vinden het moeilijk om dit aan te geven en het daadwerkelijk te verwezenlijken. Het grootste deel van de inwoners geeft aan dat ‘goed mee kunnen komen in het dorp’ lastig wordt doordat het veelal digitaal moet, dit kan te maken hebben met een hogere gemiddelde leeftijd. Dit kan mogelijk opgelost worden door meer persoonlijk bij de bewoners aan te geven en een duidelijke contactpersoon binnen het dorp aan te geven. 52
Tot slot vindt het grootste deel van de inwoners de Hunze de mooiste plek in het dorp en de boorlocatie van de NAM de lelijkste. Daarnaast worden de sterke gemeenschap en de rust en ruimte als sterke kwaliteiten van de dorpen ervaren. De belangrijkste tekortkomingen zijn volgens de meeste inwoners de leegstaande school en de slechte verkeersveiligheid. Uiteindelijk is te zien dat men erg tevreden is met het dorp en het gemiddelde rapportcijfer is dan ook een 7,9, met kleine aanpassingen in bijvoorbeeld het verkeer zal dit nog hoger kunnen worden.
53
Discussie Het onderzoeksproces is goed verlopen met dit verslag als eindresultaat. De samenwerking was prettig en het contact met de dorpen verliep soepel. De dorpsbewoners van de ONSdorpen waren over het algemeen welwillend en enthousiast over het onderzoek. Van beide kanten is er veel energie in dit onderzoek gestoken waardoor het behalen van een goed resultaat mogelijk werd gemaakt. Uiteindelijk is er een relatief hoge respons van 70,9% behaald. De resultaten geven daarom een redelijk goed beeld van hoe de bewoners van de ONS-dorpen hun leefomgeving beleven. Helaas hebben maar weinig jongere bewoners (onder de 25 jaar) de enquête ingevuld waardoor hun mening misschien niet genoeg naar voren komt. Voor een volgende keer zal het misschien goed zijn om jongere inwoners meer bij het onderzoek te betrekken. Daarbij was de planning soms aan de krappe kant. Het komt naar onze mening ten goede van het resultatenrapport als daar wat meer tijd voor wordt vrijgemaakt. Al met al zijn wij tevreden met dit eindresultaat. Het meewerken aan dit onderzoek was voor ons een leerzame ervaring. Wij hopen de dorpen genoeg geholpen te hebben met het uitwerken van deze resultaten zodat zij hiermee aan de slag kunnen om te werken aan een mooie toekomst.
54
Literatuurlijst Café 't Keerpunt. (2015, november 23). Café 't Keerpunt Spijkerboor. Opgehaald van tkeerpunt: http://www.tkeerpunt.nl/Welkom.html Café 't Keerpunt. (2015, november 23). Wandelen rondom het café. Opgehaald van tkeerpunt: http://www.tkeerpunt.nl/Wandelen.html CBS. (2012). Dorpsbelangenvereniging Spijkerboor en Annerveen. (2015, november 23). Sportvereniging S.V.S. Opgehaald van Spijkerboor: http://www.spijkerboor.nu/?page_id=93 Dorpsbelangenvereniging Spijkerboor en Annerveen. (2015, november 23). Verenigingen. Opgehaald van Spijkerboor: http://www.spijkerboor.nu/?page_id=19 Fred Wolthuis. (1993). Drents Daip blif altied stromen. Stichting Gemeenschapshuis Annerveen-Spijkerboor. Hunze, G. A. (2015). Dorpen in Aa en Hunze. Knapzakroutes. (2015, november 23). Annerveenschekanaal-Spijkerboor (K35). Opgehaald van knapzakroutes: http://knapzakroutes.nl/bokd/overzicht-knapzakroutes/k35annerveenschekanaal-spijkerboor/ OBS Triangel Nieuw-Annerveen. (2015, november 22). Nieuws over de fusieschool. Opgehaald van Triangelnieuwannerveen: http://www.triangelnieuwannerveen.nl/nieuws/detail/nieuws-over-de-fusieschool Oozo. (2015, november 23). Bedrijven. Opgehaald van Oozo: http://www.oozo.nl/ OpenStreetMap-auteurs”, “. (Opgevraag in 2015). Geologische overzichtskaart van Nederland. Opgehaald van EduGIS: http://kaart.edugis.nl/ Stadindex. (2015, november 20). Nieuw Annerveen. Opgehaald van Stadindex: http://www.stadindex.nl/nieuw-annerveen Stadindex. (2015, November 20). Oud Annerveen. Opgehaald van Stadindex: http://www.stadindex.nl/oud-annerveen Stadindex. (2015, november 20). Spijkerboor Drenthe. Opgehaald van stadindex: http://www.stadindex.nl/spijkerboor-drenthe Wolthuis, F. E. (1993). Het Drents Daip Blif Altied Stromen. Spijkerboor. Wugly. (2015, november 23). Antiquariaat De Miniatuur, Spijkerboor. Opgehaald van Wugly: https://www.wugly.nl/winkels/101871/antiquariaat-de-miniatuur-spijkerboor/
55
Bijlage I: Dorpsbeschrijving
Een kijkje in het “Drents Daip” Dorpsbeschrijving Spijkerboor, Oud -Annerveen en Nieuw-Annerveen.
Jeroen Bekema Roy Hafkamp Myrthe van Hecke Peter Lanting Anne Waterlander
56
Inhoudsopgave Inleiding ...................................................................................................................................... 5 De 3 dorpen ................................................................................................................................ 7 Spijkerboor ............................................................................................................................. 7 Oud-Annerveen ...................................................................................................................... 7 Nieuw-Annerveen................................................................................................................... 8 Ontstaan ..................................................................................................................................... 9 Geologie, bodem .................................................................................................................... 9 Geologie.................................................................................................................................. 9 Bodem .................................................................................................................................. 11 Bodemgebruik tegenwoordig ............................................................................................... 11 Historie ..................................................................................................................................... 12 De sluiswachterswoning ....................................................................................................... 12 De veenontginning ............................................................................................................... 13 Plaatsvervangende landbouw .............................................................................................. 13 Voorzieningen:.......................................................................................................................... 13 Onderwijs ......................................................................................................................... 14 Zorg ................................................................................................................................... 14 Openbaar vervoer ............................................................................................................ 15 Winkels en horeca ............................................................................................................ 15 Verenigingen, sport en recreatie...................................................................................... 15 Bedrijvigheid: ............................................................................................................................ 16 Literatuurlijst
5
Inleiding Tijdens de studie Management van de leefomgeving (TAK) aan de hogeschool Van Hall Larenstein te Leeuwarden, is het de bedoeling dat de eerstejaars studenten in de periode van november 2015 tot en met januari 2016 een dorpsbelevingsonderzoek gaan uitvoeren in een bepaald dorp of clusterdorp. In dit rapport wordt beschreven op welke manier een van deze clusters, namelijk de dorpen OudAnnerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor (de “ONS-dorpen”), zijn ontstaan, maar ook hoe de dorpen nu zijn. Eerst wordt er wat algemene informatie over de drie dorpen genoemd. Daarna wordt uitgelegd hoe het gebied rondom de dorpen is ontstaan, en op welke manier de dorpen daadwerkelijk tot stand zijn gekomen. Uiteindelijk wordt genoemd wat men nu in het dorp kan vinden en wat er allemaal te doen is. Door deze dorpsbeschrijving willen we een goed beeld krijgen van het onderzoeksgebied.
6
De 3 dorpen
Figuur 1: Kaart van administratieve grenzen ONS-dorpen
Spijkerboor Spijkerboor is het grootste dorp van ons onderzoeksgebied. Het is tevens het centrumdorp van de drie dorpen en hier is ook het café gevestigd. Spijkerboor ligt op de weg van Annen naar Veendam en de weg van Gieterveen naar Zuidlaarderveen. Pal naast het dorp stroomt de Hunze, aan deze rivier heeft de gemeente Aa en Hunze mede zijn naam te danken. De enige voorziening in het dorp is het café, waar veel activiteiten worden georganiseerd. Veel van deze activiteiten zijn muziekavonden en vergaderingen. Spijkerboor heeft 165 inwoners. De meeste inwoners vallen in de leeftijdscategorie 45- 65 jaar oud, namelijk 32%. Kinderen tot 15 jaar is 20%, jongvolwassenen tot 25 jaar is 12%. Mensen tot 45 jaar is 21% en mensen van 65 jaar of ouder is 16%. In Spijkerboor zijn 65 huishoudens, waarvan de meeste huishoudens, namelijk 44%, met kinderen. Huishoudens zonder kinderen is 43% en eenpersoonshuishoudens is 13%. (Stadindex, 2015)
Oud-Annerveen Oud-Annerveen is een dorp met 130 inwoners. Het dorp heeft op zich geen voorzieningen, wel is er een dichtbij gelegen school in Eexterveen en in Zuidlaarderveen. Een grote groep inwoners valt onder de leeftijdscategorie 45- 65 jaar oud, namelijk 47%. Kinderen tot 15 jaar is 18%, jongvolwassenen tot 25 jaar is 9% van de inwoners. Verder is 16% van de inwoners 25- 45 jaar oud en 10% is 65 jaar of ouder. Oud-Annerveen telt 50 huishoudens waarvan de meeste huishoudens zonder kinderen zijn, namelijk 45%. 41% zijn huishoudens met kinderen en 14% zijn huishoudens met 1 persoon. (Stadindex, 2015)
7
Nieuw-Annerveen Nieuw-Annerveen is een dorp met weinig voorzieningen, wel is er een dorpshuis en een sportveld aanwezig. Nieuw-Annerveen ligt aan de Annerveense Mond. Hiervandaan werd turf vervoerd naar Groningen, dit is tegenwoordig nog te zien in het landschap. Nieuw-Annerveen heeft 110 inwoners, hiermee is het het kleinste dorp in ons onderzoeksgebied. De meeste mensen in het dorp zijn 45- 65 jaar oud, namelijk 35 %. Kinderen tot 15 jaar is 19% van alle inwoners, 12% is jongvolwassen tot 25 jaar. 24% van de bevolking is 25- 45 jaar oud en 11% is 65 jaar of ouder. (Stadindex, 2015)
8
Ontstaan Geologie, bodem
Figuur 2, Geologische overzichtskaart van Nederland (OpenStreetMap-auteurs”, Opgevraag in 2015)
Geologie Veen en zand zijn de voornaamste componenten in de bodem van het gebied rondom OudAnnerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor (de ONS dorpen). Het hedendaagse oppervlak geeft weinig weer van hoe het er vroeger heeft uitgezien. De ONS dorpen liggen in een gebied dat twee belangrijke energiebronnen heeft gekend: turf en aardgas. Het veen is in de loop van de jaren afgegraven. Het gas, dat nu nog steeds uit de bodem komt, werd veel eerder gevormd, miljoenen jaren terug. Geologen veronderstellen dat in die tijden er afwisselend zee en land de aardkorst hier bedekten. Zo ontstonden gesteentelagen, bijvoorbeeld steenkool uit moerassige oerwouden. Deze lagen bevinden zich nu kilometers onder het oppervlak. Het aardgas dat zich onder dit gebied bevindt, is vrijgekomen uit steenkoolformaties. Onder hoge druk en temperatuur kon het daarna doordringen in hoger gelegen poreuze zandgesteenten, waar het gevangen bleef onder dikke zoutlagen. Om te weten te komen hoe de oppervlakte zijn tegenwoordige aanzien heeft gekregen gaan we terug naar het einde van de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Dit was de periode waarin de Hunze ontstond. De enorme korst landijs was tot in Oost-Groningen doorgedrongen. Het smeltwater dat vrijkwam, werd naar zee afgevoerd en zo stroomde er een kilometersbrede kolkende rivier tussen Hondsrug en ijskap in noordwestelijke richting. Deze machtige stroom wordt de Oerhunze genoemd. Wat zich aan reliëf op de bodem bevond, spoelden het geweld van het stromende water en de daarin meegevoerde stenen weg. Met het warmer worden van het klimaat trok de ijskap zich meer en meer terug en vulde het smeltwaterdal van de Oerhunze zich geleidelijk met zand en klei. In de vochtige warmte gedurende de periode tussen de laatste twee ijstijden raakte deze oppervlakte volledig begroeid met allerlei planten. De laatste ijstijd, het Weichselien, bracht het landijs niet meer tot in dit gebied, maar veroorzaakte wel lagere temperaturen die de bodem deden bevriezen, de plantengroei aantastten en de
9
zeespiegel lieten dalen. Door het zakken van het zeewaterniveau werden de beekdalen verbreed en uitgebreid. Het aanwezige keileem spoelde mee met het water dat de dalen uitschuurde. Toen de laatste ijstijd ten einde liep en het zeeniveau weer steeg, konden de restanten van het keileem zich geleidelijk afzetten op de rivierbodems. Zo werd ook het grote smeltwaterdal van de Oerhunze opgevuld met zand en leem. Wat overbleef was een kale vlakte met hier en daar een stroompje, waar de wind alle gelegenheid had het zand tot duinen en ruggen op te waaien. Op de bodemkaart( zie figuur 2, oranje en gele stroken zijn gebieden waar Dekzand aanwezig is in de grond) zijn deze stroken zand duidelijk terug te vinden. De zeer lichte golvingen die zich hier in het landschap voordoen zijn voornamelijk aan deze zandverstuivingen toe te schrijven.
Figuur 3, Historische kaart Bleau (ca. 1650) van Drenthe. (OpenStreetMap-auteurs”, Opgevraag in 2015)
10
Bodem In de periode na de laatste ijstijd werd het veen gevormd dat in de middeleeuwen dit gebied aantrekkelijk maakte voor de eerste bewoners. Annerveen en Spijkerboor liggen aan de rand van een enorm veengebied dat zich tot ver in het oosten uitstrekt en bekend is als het Bourtanger moeras. (Zoals te zien is in figuur 3, hierboven). Veen bestaat uit de niet geheel vergane resten van vegetatie van een dichte begroeiing. Op de laagste plekken, bijvoorbeeld langs beken en in meertjes, vormt zich het eerst veen uit de resten van algen en waterplanten. Vanaf de randen van die laagten ontwikkelt zich geleidelijk riet, waardoor rietveen ontstaat. Op het rietveen groeit weer zegge, een grassoort, die zeggeveen vormt en vervolgens ontwikkelen zich in het moeras boomsoorten als els en berk die het bosveen doen ontstaan. Door deze processen vulden de nog aanwezige beekdalen zich verder met dit, wat wel genoemd wordt, laagveen en kreeg de Hunze het karakter van meanderende veenrivier dat hij behield tot de eerste kanalisatie, in het begin van deze eeuw.
Bodemgebruik tegenwoordig De bodem wordt tegenwoordig voor verschillende doeleinden gebruikt. Hieronder de kleuren met de
Figuur 4: Bodemgebruik ONS-dorpen
betekenis Paars staat voor: Delfstofwinning( in dit geval aardgas winning)
Lichtblauw staat voor: Nat natuurlijk terrein( rondom de Hunze waar de veenrivier is gaan meanderen.)
Donkergroen staat voor: Bos
Lichtgroen staat voor: Verblijfsrecreatie
Roze staat voor: Woongebied
Grijs staat voor: Begraafplaats
11
Verder zijn er natuurlijk de hoofdwegen aangegeven en natuurlijk het landelijk gebied waar niks is gebouwd.
Historie In een nat en moerassig gebied, dat Drenthe in de tijd voor de vervening nog was, was het niet mogelijk om hier te gaan wonen. Wel zagen één van de eerste bewoners van Drenthe kans om op een hoger gelegen heuvelrug te gaan wonen (Wolthuis, 1993). Zo is er een patroon te zien tussen de verschillende dorpen die op de Hondsrug zijn gelegen en tussen de dorpen die in het oostelijke Hunzedal gelegen zijn. De nederzettingen rondom afgegraven veenkoloniën werden genoemd naar het Esdorp waar het dichtbij lag. Zo werd Annerveen naar Annen vernoemd en Gieterveen werd naar Gieten vernoemd. Ook Spijkerboor is een dorp gelegen op een zandrug. Dit dorp vormt een uitzondering en heeft geen veenkolonie vernoemd naar Spijkerboor (Wolthuis, 1993).
De sluiswachterswoning Spijkerboor is ontstaan op één plek aan de rivier de Hunze, namelijk daar waar er tol werd gevraagd van voorbijgaande schippers. Als gevolg van de veenafgraving kwamen er meer en meer schippers langs Spijkerboor. Deze schippers lustten wel een hapje en een drankje en de sluiswachter speelde hier op in door een apart pand te bouwen. Dit zal later Café ’t Keerpunt worden. Veel Café houders volgden elkaar op en het kreeg pas de naam ’t Keerpunt toen de familie Nevels op het Café zat. (Fred Wolthuis, 1993) Zo werd ook al bekend tijdens de rondleiding door Oud-Annerveen, NieuwAnnerveen en Spijkerboor, dat de naam te maken heeft met het dempen ofwel dichtgooien van de Kolk. Men kon niet meer verder varen dan Spijkerboor. En het laatste schip maakte zijn ‘Keerpunt’ in Spijkerboor. Zoals in de figuur hieronder te zien is, vormde de turfvaart een belangrijke functie in Spijkerboor (Wolthuis, 1993). Later rond 1800 werd de brug over de Hunze gelegd en vormde zo een verkeersknooppunt voor de andere dorpen. Het was aantrekkelijk voor bewoners en ondernemers om zich hier te vestigen, aangezien hier roering was (Wolthuis, 1993).
Figuur 5: Uithangbord van Café ’t Keerpunt Bron: http://www.tkeerpunt.nl/Het_cafe_files/shapeimage_1.png
12
De veenontginning Aan het eind van de middeleeuwen begon men mondjesmaat met de veenontginning van de randveengebieden. Dit zal het begin zijn van een grote systematische afgraving van veen in Drenthe. Op deze manier zijn Oud-Annerveen en Nieuw-Annerveen ontstaan. Er werden kanalen gegraven naar de Hunze en men ging aan deze kanalen wonen. Zo is te lezen in ‘Het Drents Daip blif altied stromen’ dat er in 1630 nog maar 8 woningen in Oud-Annerveen stonden. Het water dat in het veen zat, moest af worden gevoerd en zo werden er tal van kanalen gegraven. Na het afgraven van het veen werden in sommige gevallen de akkers gebruikt om op te grazen (Wolthuis, 1993).
Plaatsvervangende landbouw Na de veenafgraving werd het land door boeren rondom Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor gebruikt voor de akkerbouw. Zo zegt ‘Het Drents Daip blif altied stromen’ ook dat de wijken die aangesloten zijn op de Hunze die inmiddels deels gekanaliseerd is, fungeerden als afvoerkanalen voor de bieten-en aardappeloogst. De grootste menselijke ingreep in het landschap is de systematische afgraving en kanalisering van het veengebied rondom en in het Hunzedal. Verder is de rivier de Hunze destijds gekanaliseerd om de waterhuishouding op peil te houden en om het beter bevaarbaar te houden (Wolthuis, 1993).
Voorzieningen: In Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor zijn weinig voorzieningen aanwezig. De inwoners van de dorpen zijn vaak afhankelijk van de voorzieningen van grotere plaatsen in de omgeving. Op de kaart in figuur 6 staan de ONS-dorpen en enkele belangrijke plaatsten uit de omgeving.
13
Figuur 6: Gemeente Aa en Hunze, bron: Bron:https://commons.wikimedia.org/wiki/File:BAG_woonplaatsen__Gemeente_Aa_en_Hunze.png
Onderwijs Per 1 augustus 2015 is de basisschool in Nieuw-Annerveen gefuseerd met scholen uit Annerveenschekanaal en Eexterveen. De fusieschool staat in Eexterveen en heet de Kameleon (OBS Triangel Nieuw-Annerveen, 2015). Kinderen uit Nieuw-Annerveen, Oud-Annerveen en Spijkerboor kunnen nu daar naar school. Er zit ook een basisschool in Annen. Er is nu geen basisschool meer aanwezig in de ONS-dorpen. Voor middelbaar en hoger onderwijs moet verder worden gereisd. De dichtstbijzijnde middelbare scholen zijn in Veendam. MBO-, HBO-, en universitaire opleidingen kunnen gevolgd worden in Groningen.
Zorg In de ONS-dorpen zijn geen zorgvoorzieningen aanwezig. De dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk is in Annen. Ziekenhuizen in de buurt zijn in Assen, Emmen, Stadskanaal en Groningen. Er zijn verzorgingstehuizen in Gieten en Veendam. Verder is het mogelijk om thuiszorg te krijgen.
14
Openbaar vervoer Spijkerboor, Oud-Annerveen en Nieuw-Annerveen zijn niet te bereiken met het openbaar vervoer. Het is mogelijk om in Annen, Annerveenschekanaal, Gieten en Veendam op de bus te stappen. Het dichtstbijzijnde treinstation is Hoogezand-Sappermeer.
Winkels en horeca In de ONS-dorpen is geen supermarkt, bakker of slager aanwezig. De dagelijkse boodschappen kunnen in Annen worden gehaald. In Spijkerboor is Antiquariaat de Miniatuur gevestigd op Veenweg 3 (Wugly, 2015). Verder zijn er geen winkels in de ONS-dorpen. De enige, maar zeer belangrijke horecagelegenheid is café ’t Keerpunt in Spijkerboor (zie figuur 7). Dit is de ontmoetingsplek van de ONS-dorpen. Naast dat mensen er gezellig een drankje kunnen drinken en hapje kunnen eten, worden er vaak activiteiten georganiseerd in het café. Er komen regelmatig bluesbandjes spelen en elke maand is er een klassiek concert. Enkele verenigingen, zoals de biljartclub en de theatervereniging komen samen in het café (Café 't Keerpunt, 2015).
Verenigingen, sport en recreatie
Figuur 7: Café 't Keerpunt, bron: Bron:http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/57385/Weinig-animo-info-avondGreenpeace-in-Spijkerboor
Er zijn meerdere verenigingen in de ONSdorpen. De verenigingen komen over het algemeen samen in café ’t Keerpunt of in dorpshuis de Spiker. Sinds 1982 bestaat er een dorpsbelangenvereniging voor Spijkerboor en Annerveen. De vereniging komt maandelijks bij elkaar om te vergaderen over wat er speelt in de dorpen, wat er beter kan en vooral wat zij er zelf aan kunnen doen om het beter te maken. Er bestaat binnen de dorpsbelangenvereniging ook een commissie voor de jaarlijks gehouden Sport- en Spelweek, een populaire activiteit voor alle inwoners van de dorpen. Andere verenigingen in de ONS-dorpen zijn bijvoorbeeld Kaartclub Spijkerboor, het Hunzekoor, IJsvereniging ‘De Hunze’ en de Fotoclub Spijkerboor (Dorpsbelangenvereniging Spijkerboor en Annerveen, 2015). Sportvereniging Spijkerboor (S.V.S.) is de enige sportvereniging in de ONS-dorpen. Er is keuze uit gymnastiek/turnlessen voor de jeugd, Fitness Steps, (recreatie) volleybal en 35+ gymnastiek. Alle lessen vinden plaats in dorpshuis de Spiker in Nieuw-Annerveen (Dorpsbelangenvereniging Spijkerboor en Annerveen, 2015). De omgeving van de ONS-dorpen is zeer geschikt om te wandelen. Café ’t Keerpunt is het beginpunt van verschillende wandelroutes. Ook zijn er verschillende ‘groene’ dorpsommetjes aanwezig in en rondom Spijkerboor. Wandelroutes en meer informatie zijn te verkrijgen in het café (Café 't Keerpunt, 2015). Daarnaast zijn er meerdere knapzakroutes in de buurt. Knapzakroutes zijn 63 bijzondere wandelroutes door heel Drenthe. Route K35 Annerveenschekanaal – Spijkerboor loopt door Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor en heeft als stoppunt café ’t Keerpunt (Knapzakroutes, 2015).
15
Bedrijvigheid: De bedrijvigheid in Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor is divers. Over het algemeen bestaat de bedrijvigheid uit akkerbouw- en veeteeltbedrijven en kleinere ondernemingen die meestal aan huis zijn gevestigd. In Spijkerboor is een Bed & Breakfast en het bekende café ’t Keerpunt. Andere bedrijven spelen in op de landbouw in het gebied, zoals een bedrijf in Spijkerboor dat gespecialiseerd is in de verkoop, onderhoud en reparaties van landbouwmachines. Er zijn ook meerdere eenmansbedrijven zoals een installatiebedrijf en hondenoppas (Oozo, 2015).
16
Literatuurlijst Café 't Keerpunt. (2015, november 23). Café 't Keerpunt Spijkerboor. Opgehaald van tkeerpunt: http://www.tkeerpunt.nl/Welkom.html Café 't Keerpunt. (2015, november 23). Wandelen rondom het café. Opgehaald van tkeerpunt: http://www.tkeerpunt.nl/Wandelen.html CBS. (2012). Dorpsbelangenvereniging Spijkerboor en Annerveen. (2015, november 23). Sportvereniging S.V.S. Opgehaald van Spijkerboor: http://www.spijkerboor.nu/?page_id=93 Dorpsbelangenvereniging Spijkerboor en Annerveen. (2015, november 23). Verenigingen. Opgehaald van Spijkerboor: http://www.spijkerboor.nu/?page_id=19 Fred Wolthuis. (1993). Drents Daip blif altied stromen. Stichting Gemeenschapshuis Annerveen-Spijkerboor. Hunze, G. A. (2015). Dorpen in Aa en Hunze. Knapzakroutes. (2015, november 23). Annerveenschekanaal-Spijkerboor (K35). Opgehaald van knapzakroutes: http://knapzakroutes.nl/bokd/overzicht-knapzakroutes/k35annerveenschekanaal-spijkerboor/ OBS Triangel Nieuw-Annerveen. (2015, november 22). Nieuws over de fusieschool. Opgehaald van Triangelnieuwannerveen: http://www.triangelnieuwannerveen.nl/nieuws/detail/nieuws-over-de-fusieschool Oozo. (2015, november 23). Bedrijven. Opgehaald van Oozo: http://www.oozo.nl/ OpenStreetMap-auteurs”, “. (Opgevraag in 2015). Geologische overzichtskaart van Nederland. Opgehaald van EduGIS: http://kaart.edugis.nl/ Stadindex. (2015, november 20). Nieuw Annerveen. Opgehaald van Stadindex: http://www.stadindex.nl/nieuw-annerveen Stadindex. (2015, November 20). Oud Annerveen. Opgehaald van Stadindex: http://www.stadindex.nl/oud-annerveen Stadindex. (2015, november 20). Spijkerboor Drenthe. Opgehaald van stadindex: http://www.stadindex.nl/spijkerboor-drenthe Wolthuis, F. E. (1993). Het Drents Daip Blif Altied Stromen. Spijkerboor. Wugly. (2015, november 23). Antiquariaat De Miniatuur, Spijkerboor. Opgehaald van Wugly: https://www.wugly.nl/winkels/101871/antiquariaat-de-miniatuur-spijkerboor/
17
Bijlage II Aanbiedingsbrief
Dorpsbelevingsonderzoek Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor Leeuwarden, 4 december 2015 Beste bewoner van Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen of Spijkerboor, In samenwerking met Stichting dorpsbelangen Annerveen-Spijkerboor, gemeente Aa en Hunze, en de BOKD, houden wij, eerstejaars studenten van de opleiding Management van de Leefomgeving aan de Hogeschool van Hall Larenstein te Leeuwarden, een dorpsbelevingsonderzoek. In samenwerking met stichting dorpsbelangen Annerveen-Spijkerboor is een enquête samengesteld, gedeeltelijk gebaseerd op de eerder gehouden gesprekken op 17 november. Uit deze gesprekken zijn een aantal thema’s naar voren gekomen, zoals naoberschap, ruimtelijke omgeving, woningen en voorzieningen. Met deze enquête willen wij onderzoeken hoe de inwoners van Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor de drie dorpen beleven. Wij streven ernaar een zo goed mogelijk beeld te krijgen van wat er leeft in de dorpen. Daarom hopen wij op een respons van 100%. Alle ingevulde enquêtes worden geheel anoniem verwerkt. Nadere instructies zijn te vinden op de enquête zelf. Wij komen de ingevulde enquêtes persoonlijk bij u ophalen op 9 december. Wij willen u vriendelijk verzoeken om de enquête in een plastic zakje aan de deur te hangen als u deze dag niet thuis bent, zodat we een zo hoog mogelijke respons kunnen halen. Bij deze nodigen wij u alvast uit voor de presentatie van de resultaten van het dorpsbelevingsonderzoek op vrijdagavond 29 januari 2016. De precieze tijd en de plaats moeten nog worden vastgesteld, u wordt hiervan tijdig op de hoogte gebracht. Wij stellen uw deelname erg op prijs en danken u bij voorbaat voor de moeite! Met vriendelijke groet, Studenten Management van de Leefomgeving Hogeschool van Hall Larenstein Dorpsbelangen Annerveen-Spijkerboor Gemeente Aa en Hunze BOKD
18
Bijlage III Lege enquête
Instructie Deze enquête bestaat uit 98 vragen. De vragen zijn onderverdeeld in basisvragen en dorpsspecifieke vragen (aangegeven met DS). De basisvragen en de dorps-specifieke vragen zijn apart genummerd zodat de vragen ook apart van elkaar verwerkt kunnen worden en er ook een vergelijking gemaakt kan worden met andere dorpen waar een dorpsbelevingsonderzoek wordt gehouden. In de enquête wordt gebruik gemaakt van het begrip ONS-dorpen, hiermee wordt geduid op de dorpen Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor. Dit is gedaan omdat bij het dorpsbelevingsonderzoek de drie dorpen als een cluster worden beschouwd en omdat de dorpsnamen veel ruimte in beslag nemen bij het voluit uitschrijven. Het is de bedoeling dat de enquête wordt ingevuld door één persoon in uw huishouden. Wij verzoeken u vriendelijk de enquête in te laten vullen door de eerst-jarige ouder dan 18 jaar. Voor het invullen van de enquête heeft u circa 20 minuten nodig. Vul bij iedere vraag slechts één antwoord in, tenzij anders staat aangegeven. Bij meerkeuze vragen dient u te antwoorden door het hokje voor het antwoord dat bij u past in te kleuren. Bij stellingen dient u binnen de tabel een kruisje te zetten in het door u gekozen vakje. Bij open vragen dient u het antwoord op de stippellijn in te vullen. Als er voor u geen passend antwoord tussen de mogelijkheden staat of u heeft geen mening, dan kunt u de vraag overslaan. Indien u een vraag verkeerd heeft ingevuld, kunt u het antwoord verbeteren door een kruis te zetten door het eerst gegeven antwoord en vervolgens het voor u juiste hokje in te kleuren zoals gedaan is in het voorbeeld hieronder.
1.
Wat is uw geslacht?
Man Vrouw 1.
Wat is uw geslacht?
Man Vrouw Wij willen u vriendelijk verzoeken om foutief ingevulde vragen zo duidelijk mogelijk te verbeteren, bijvoorbeeld door een groot kruis door het foute antwoord te zetten en het goede antwoord met een pijltje aan te wijzen. In deze enquête komen de volgende thema’s aan bod: -
Algemeen Dorp en de omgeving Sociale omgeving en identiteit Verenigingsleven, ontmoeting en voorzieningen Wonen en de buurt Veranderende samenleving Overige vragen
19
Succes met het invullen van de enquête en tot woensdag 9 december, wanneer wij de enquête weer bij u komen ophalen.
ALGEMEEN Het thema ‘Algemeen’ bestaat uit vragen die betrekking hebben op uw persoonlijke situatie.
1. U bent een: 0 Vrouw 0 Man 2. Wat is uw leeftijd? ....... jaar 3. Hoe is uw huishouden samengesteld? 0 Alleenstaand 0 Samenwonend/gehuwd 4. Heeft uw huishouden inwonende kinderen? 0 Ja 0 Nee (ga door naar vraag 5) Aantal van 0 tot 4 jaar Aantal van 4 tot 12 jaar Aantal van 12 tot 16 jaar Aantal van 16 jaar en ouder 5. Wat is de hoogst genoten opleiding in uw huishouden? 0 Basisonderwijs 0 Lager- of beroepsonderwijs 0 VMBO/MAVO/LBO 0 MBO 0 HAVO/VWO 0 HBO/WO 0 Anders, namelijk: ..... DS01. In welke van de volgende dorpen woont u? 0. Oud-Annerveen 0. Nieuw-Annerveen 0. Spijkerboor
20
6. Welke van de volgende beschrijvingen is op u van toepassing? 0 Ik ben in de ONS- dorpen geboren, getogen en er blijven wonen 0 Ik ben in de ONS- dorpen geboren, getogen, naar elders verhuisd maar weer teruggekeerd 0 Ik ben niet in ONS- dorpen geboren 7. Hoe zou u uw belangrijkste hoofdactiviteit omschrijven? 0 Ik heb betaald werk als zelfstandige of in loondienst 0 Ik doe andere onbetaalde activiteiten (ga verder naar vraag 10)
8. Waar bent u de meeste tijd van de dag actief met deze activiteiten? 0 Thuis 0 In de ONS- dorpen 0 Elders, namelijk (plaats noemen) ……….. 9. Indien u buiten het dorp werkzaam bent, hoeveel kilometer is uw woon-werkafstand? ..... km 10. Indien u geen betaald werk heeft, hoe zou u uw belangrijkste activiteiten omschrijven? 0 Ik doe het huishouden 0 Ik doe vrijwilligerswerk 0 Ik ben schoolgaand 0 Anders, namelijk .......
21
THEMA
HET DORP EN DE OMGEVING
Stelling 11.
Ik vind mijn dorp mooi en aantrekkelijk
12.
DS08
Ik vind dat er voldoende groen is in mijn omgeving Ik hecht waarde aan de cultuurhistorie van mijn woonomgeving Ik ben tevreden over de verkeersveiligheid in mijn woonomgeving Er wordt te hard gereden op de doorgaande wegen in de ONS- dorpen. Ik heb behoefte aan fietsstroken langs de Hunzeweg en de Tolweg Ik vind dat de bomen langs de Hunzeweg en de tolweg vervangen moeten worden Ik vind de genomen maatregelen met betrekking tot de verkeersveiligheid rondom het kruispunt bij het café voldoende De kwaliteit van de woonomgeving is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid Ik stoor mij aan leegstaande gebouwen in de ONS- dorpen De hermeandering van de Hunze is een meerwaarde voor de omgeving De werkzaamheden bij het hermeanderen van de Hunze zorgen voor overlast Ik ben blij met de komst van de bevers
DS09
Ik heb last van de groeiende beverpopulatie
DS10
De gemeente verricht genoeg groenonderhoud in de ONS- dorpen Het Baggergat wordt voldoende onderhouden Ik ondervind overlast van de bio-industrie (enorme vee/pluimveestallen) in de omgeving Ik heb last van schade als gevolg van aardbevingen door de gaswinning in de buurt Ik vind dat de ijsbaan (in gebruik), een belangrijke functie heeft voor het dorp
13. 14. DS02 DS03 DS04 DS05
15. 16. DS06 DS07
DS11 DS12
DS13 DS14
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Enigszins Helemaal mee oneens mee oneens
22
THEMA
SOCIALE OMGEVING EN IDENTITEIT Helemaal mee eens
Stelling 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Enigszins mee eens
Enigszins Helemaal mee oneens mee oneens
Ik voel mij een echte inwoner van de ONSdorpen Als ik hulp nodig heb, kan ik altijd rekenen op mijn buren en dorpsgenoten Ik geef regelmatig ondersteuning of hulp aan een van mijn dorpsgenoten Ik vind het belangrijk om mee te doen aan dorpsactiviteiten Ik voel mij veilig in mijn dorp In mijn dorp komen zaken makkelijk van de grond Ik heb voldoende sociale contacten binnen mijn dorp Ik voel me wel eens eenzaam
DS15 De windmolendiscussie heeft voor verdeeldheid binnen het dorp gezorgd DS16 Ik beschouw de windmolendiscussie als afgerond
25. Welk van de volgende twee beschrijvingen is het meest op u van toepassing? 0 Ik heb een sterke band met het dorp als gemeenschap en vind dat prettig 0 Ik bemoei mij niet met het dorp en heb daar ook geen behoefte aan 26. Kunt u in het volgende overzicht aangeven of u voor één of meer van de volgende zaken hulp ontvangt en van wie u deze hulp krijgt:
nee A B C D E F
ja
Familie
Buren/kennis Vanuit een organisatie
Huishoudelijke hulp Boodschappen doen Maaltijdbereiding Klusjes in en rond de woning Persoonlijke verzorging Vervoer Mantelzorgers zijn mensen die langdurig en onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis.
23
27. Verleent u mantelzorg? 0 Ja, ..... uren per week 0 Nee 28. Indien u mantelzorger bent, bij welke zaken zou u het prettig vinden om (meer) ondersteuning te krijgen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 Huishoudelijke taken 0 Zorgtaken 0 Respijtzorg (iemand die uw taak zo nu en dan overneemt) 0 Lotgenotencontact 0 Anders, namelijk.... DS17. Bent u bereid te helpen bij eventuele veranderingen in het dorp naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek? 0 Ja 0 Nee
24
THEMA
VERENIGINGSLEVEN, ONTMOETING EN VOORZIENINGEN Stelling
29.
30. 31. 32. 33.
34. 35.
36.
37. DS18
DS19 DS20 DS21 DS22
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Enigszins Helemaal mee oneens mee oneens
Ik ben tevreden over de rol en de zichtbaarheid van Stichting Dorpsbelangen Annerveen-Spijkerboor Ik vind dat er voldoende sportverenigingen in mijn dorp en in de nabije omgeving zijn Er worden voldoende activiteiten in mijn dorp georganiseerd Er zijn voldoende ontmoetingsplekken in mijn dorp Ik vind een publieke ontmoetingsruimte zoals een dorpshuis, dorpscafé of iets dergelijks essentieel voor de leefbaarheid van mijn dorp Medische voorzieningen zijn voor mij voldoende bereikbaar Winkelvoorzieningen voor dagelijkse boodschappen zijn voor mij voldoende bereikbaar Ik vind dat er voldoende recreatie voorzieningen zijn in de ONS- dorpen (denk aan fietspaden, bankjes en dergelijke) Ik vind dat er voldoende speelmogelijkheden en activiteiten voor kinderen zijn in mijn dorp Het is vervelend dat kinderen vanuit de ONSdorpen door de sluiting van de basisschool verspreid worden over verschillende scholen Ik heb behoefte aan een buurtsuper in de ONS- dorpen. Ik heb behoefte aan een bakker in de ONSdorpen Ik heb behoefte aan sneller (glasvezel)internet Het mobiele netwerk in de ONS- dorpen is goed
38. Bent u lid van de Stichting Dorpsbelangen Annerveen-Spijkerboor? 0 Ja 0 Nee
25
39. Van welke van de volgende verenigingen in het dorp bent u lid/betrokken? 0 Sportvereniging S.V.S. 0 De Spiker 0 Fotoclub Spijkerboor 0 IJsvereniging ‘De Hunze’ 0 Sport en Spel 0 Kaartclub Spijkerboor 0 Klootschieten 0 Hunzekoor 0 De toneelvereniging 0 Anders, namelijk ...... 40. Indien u hebt aangegeven geen lid te zijn van een vereniging, wat is daarvan de hoofdreden? 0 Ik heb geen tijd 0 Ik heb geen interesse 0 Ik kan het met bepaalde mensen binnen de vereniging niet goed vinden 0 ik ben niet op de hoogte van het bestaan van verschillende verenigingen 0 Anders, namelijk... 41. Mist u activiteiten in uw dorp die volgens u wel voldoende draagkracht zouden hebben om te worden georganiseerd? 0 Nee 0 Ja, namelijk.... 42. Doet u vrijwilligerswerk voor één van de verenigingen in uw dorp? 0 Ja, gemiddeld ... uur in de week 0 Nee 43. Ik ben bereid als vrijwilliger iets voor mijn dorp te doen. 0 Ja 0 Nee
26
44. Ik/wij heb(ben) de volgende kwaliteiten in te zetten vanuit mijn/ons huishouden voor de ONSdorpen. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. 0 Bestuurstaak 0 Mensen enthousiast maken 0 Creatief 0 Administratief 0 Voorlichting geven 0 Algemeen ondersteunend 0 Organiseren van activiteiten 0 Technische klussen 0 Begeleiden van mensen 0 Tuin- en/of buitenwerken 0 Bezoeken van mensen, luisterend oor 0 Hond uitlaten 0 Klusjes bij mensen thuis 0 Anders, namelijk ..... 45. Welk van de volgende twee beschrijvingen is het meest op u van toepassing? 0 Ik kies zo veel mogelijk voor de voorzieningen die nog in mijn dorp zijn en ik maak me sterk voor het behoud van deze voorzieningen 0 Het maakt mij niet uit of er voorzieningen in mijn dorp zijn, ik richt mij vrijwel alleen op de voorzieningen buiten het dorp DS23. Wat zal volgens u een goede bestemming zijn voor het leegstaande schoolgebouw? noem 1 initiatief. …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… DS24. Moeten het speelveld en het gemeenschapshuis bij het oude schoolgebouw behouden blijven? 0 Ja 0 Nee DS25. Heeft u in uw gezin schoolgaande kinderen? 0 Ja 0 Nee DS26. Alleen invullen als u heeft aangegeven schoolgaande kinderen te hebben in uw gezin! Helemaal mee Enigszins mee Enigszins mee Helemaal mee Stelling eens eens oneens oneens Het kost mij moeite om de kinderen naar school te brengen nu deze verder weg is DS27. Heeft u behoefte aan openbaar vervoer per bus in de ONS- dorpen? 0 Ja 0 Nee
27
DS28. Zou u frequent gebruik maken van het openbaar vervoer per bus als het in de ONS-dorpen aanwezig zou zijn? 0 Ja 0 Nee DS29. Hoeveel dagen per maand bent u aanwezig bij ontmoetingsplekken in het dorp (zoals café ’t Keerpunt en het dorpshuis)? ………. dagen per maand.
28
THEMA
WONEN EN DE BUURT
46. Wat voor woning heeft uw huishouden? 0 Huurwoning 0 Koopwoning Stelling 47. 48. 49. DS30.
DS31. DS32. 50. DS33. 51.
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Enigszins Helemaal mee oneens mee oneens
Ik vind dat mijn buurt er netjes uitziet Ik ben tevreden over mijn woning Er zijn voldoende starterswoningen in mijn dorp Eventuele nieuwe dorpsuitbreiding moet passen bij de huidige bebouwing van de ONSdorpen Ik heb behoefte aan meer starterswoningen in de ONS- dorpen Er moeten meer woningen worden bijgebouwd in de ONS-dorpen In de ONS- dorpen trekken ouderen weg naar grotere dorpen met voorzieningen De vergrijzing in de ONS-dorpen gaat ten koste van de levendigheid in de dorpen Ik kan zonder problemen tot op hoge leeftijd in mijn woning blijven
29
THEMA
VERANDERENDE SAMENLEVING
De rollen van overheid en burgers veranderen: de overheid trekt zich terug en de burgers zijn steeds meer zelf verantwoordelijk. Hoe kijkt u aan tegen de veranderende samenleving? Stelling
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Enigszins mee oneens
Helemaal mee oneens
52. Ik vind het een prima ontwikkeling, mensen zijn verantwoordelijk voor zichzelf 53. Ik vind dat de gemeente de burgers hierover goed informeert en gemakkelijk bereikbaar is 54. Er is steeds minder financiële steun voor dorpsactiviteiten 55. De gemeente moet de burgers beter ondersteunen om zelfredzaam te worden 56. De talenten in het dorp zouden zichtbaar moeten zijn om zo elkaar beter te kunnen vinden 57. Vrijwilligers in het dorp krijgen te veel op hun bordje 58. Er is genoeg daadkracht van vrijwilligers in mijn dorp om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen 59. Ik zie om mij heen dat andere mensen het lastig vinden zelf verantwoordelijkheid te nemen 60. Ik vind het moeilijk om mee te kunnen komen en zelf de verantwoordelijkheid te nemen, omdat: (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 Ik het lastig vind dat je tegenwoordig alles digitaal per computer moet regelen 0 Ik voor veel dingen niet weet bij welke instanties ik moet aankloppen 0 Ik het vervelend vind om mijn dorpsgenoten om hulp te vragen 0 Ik niet weet of ik bij mijn dorpsgenoten terecht kan 0 Anders, namelijk …. 61. Ik zou beter met de veranderingen om kunnen gaan als: (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 Ik begeleiding krijg met de vraagstukken die ik persoonlijk heb 0 Er een spreekuur van het Sociaal Team van de gemeente zou zijn in mijn eigen dorp 0 Ik meer informatie zou ontvangen over de gevolgen van de veranderende samenleving 0 Ik weet wie ik in mijn dorp kan benaderen met vragen 0 Anders, namelijk…..
30
OVERIGE VRAGEN 62. Wat vindt u de drie mooiste en de drie lelijkste plekken in uw woonomgeving?
De drie mooiste plekken: 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 0 …………………………………………………………………………………….. De drie lelijkste plekken: 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 63. Wat zijn voor u de twee belangrijkste kwaliteiten van de ONS- dorpen 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 64. Wat zijn voor u de twee belangrijkste tekortkomingen van de ONS- dorpen? 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 65. Met welk rapportcijfer waardeert u uw woonomgeving als geheel? (omcirkel uw waardering)? Een 10 = zeer tevreden en 1 = zeer ontevreden. 1 – 2 – 3 – 4 – 5 – 6 - 7 – 8 – 9 - 10
Heeft u nog opmerkingen of aanvullingen? Dan kunt u die hier aangeven
31
Bijlage IV Enquête met resultaten
Instructie Deze enquête bestaat uit 98 vragen. De vragen zijn onderverdeeld in basisvragen en dorps-specifieke vragen (aangegeven met DS). De basisvragen en de dorps-specifieke vragen zijn apart genummerd zodat de vragen ook apart van elkaar verwerkt kunnen worden en er ook een vergelijking gemaakt kan worden met andere dorpen waar een dorpsbelevingsonderzoek wordt gehouden. In de enquête wordt gebruik gemaakt van het begrip ONS-dorpen, hiermee wordt geduid op de dorpen OudAnnerveen, Nieuw-Annerveen en Spijkerboor. Dit is gedaan omdat bij het dorpsbelevingsonderzoek de drie dorpen als een cluster worden beschouwd en omdat de dorpsnamen veel ruimte in beslag nemen bij het voluit uitschrijven. Het is de bedoeling dat de enquête wordt ingevuld door één persoon in uw huishouden. Wij verzoeken u vriendelijk de enquête in te laten vullen door de eerst-jarige ouder dan 18 jaar. Voor het invullen van de enquête heeft u circa 20 minuten nodig. Vul bij iedere vraag slechts één antwoord in, tenzij anders staat aangegeven. Bij meerkeuze vragen dient u te antwoorden door het hokje voor het antwoord dat bij u past in te kleuren. Bij stellingen dient u binnen de tabel een kruisje te zetten in het door u gekozen vakje. Bij open vragen dient u het antwoord op de stippellijn in te vullen. Als er voor u geen passend antwoord tussen de mogelijkheden staat of u heeft geen mening, dan kunt u de vraag overslaan. Indien u een vraag verkeerd heeft ingevuld, kunt u het antwoord verbeteren door een kruis te zetten door het eerst gegeven antwoord en vervolgens het voor u juiste hokje in te kleuren zoals gedaan is in het voorbeeld hieronder. 2.
Wat is uw geslacht?
Man Vrouw 2.
Wat is uw geslacht?
Man Vrouw Wij willen u vriendelijk verzoeken om foutief ingevulde vragen zo duidelijk mogelijk te verbeteren, bijvoorbeeld door een groot kruis door het foute antwoord te zetten en het goede antwoord met een pijltje aan te wijzen. In deze enquête komen de volgende thema’s aan bod: -
Algemeen Dorp en de omgeving Sociale omgeving en identiteit Verenigingsleven, ontmoeting en voorzieningen Wonen en de buurt Veranderende samenleving Overige vragen
Succes met het invullen van de enquête en tot woensdag 9 december, wanneer wij de enquête weer bij u komen ophalen.
5
ALGEMEEN Het thema ‘Algemeen’ bestaat uit vragen die betrekking hebben op uw persoonlijke situatie.
1. U bent een: 0 Vrouw
(58; 52,7 %)
0 Man
(51; 46,4%) (Totaal: 109)
2. Wat is uw leeftijd? ....... jaar 3. Hoe is uw huishouden samengesteld? 0 Alleenstaand 0 Samenwonend/gehuwd
(19; 17,3%) (89; 80,9%) (Totaal: 108)
4. Heeft uw huishouden inwonende kinderen? 0 Ja 0 Nee (ga door naar vraag 5) Aantal van 0 tot 4 jaar Aantal van 4 tot 12 jaar Aantal van 12 tot 16 jaar Aantal van 16 jaar en ouder
(39; 35,5%) (66; 60%) (Totaal: 105) 8 13 12 36
5. Wat is de hoogst genoten opleiding in uw huishouden? 0 Basisonderwijs
(3; 2,7%)
0 Lager- of beroepsonderwijs 0 VMBO/MAVO/LBO 0 MBO 0 HAVO/VWO 0 HBO/WO 0 Anders, namelijk: .....
(7;6,4%) (4; 3,6%) (20; 18,2%) (18; 16,4%) (56; 50,9%) (1; 0,9%) (Totaal: 109)
DS01. In welke van de volgende dorpen woont u? 1. Oud-Annerveen
(34; 30,9%)
1. Nieuw-Annerveen
(30; 27,3%)
1. Spijkerboor
(45; 40,9%) (Totaal: 109)
6
6. Welke van de volgende beschrijvingen is op u van toepassing? 0 Ik ben in de ONS- dorpen geboren, getogen en er blijven wonen 0 Ik ben in de ONS- dorpen geboren, getogen, naar elders verhuisd maar weer teruggekeerd 0 Ik ben niet in ONS- dorpen geboren
(8; 7,3%) (5; 4,5%) (96; 87,3%) (Totaal: 109
7. Hoe zou u uw belangrijkste hoofdactiviteit omschrijven? 0 Ik heb betaald werk als zelfstandige of in loondienst
(70; 63,6%)
0 Ik doe andere onbetaalde activiteiten (ga verder naar vraag 10)
(25; 22,7%) (Totaal: 95)
8. Waar bent u de meeste tijd van de dag actief met deze activiteiten? 0 Thuis 0 In de ONS- dorpen 0 Elders, namelijk (plaats noemen) ………..
(18; 16,4%) (2; 1,8%) (60; 54,5%) (Totaal: 80)
9. Indien u buiten het dorp werkzaam bent, hoeveel kilometer is uw woon-werkafstand? ..... km
10. Indien u geen betaald werk heeft, hoe zou u uw belangrijkste activiteiten omschrijven? 0 Ik doe het huishouden 0 Ik doe vrijwilligerswerk 0 Ik ben schoolgaand 0 Anders, namelijk .......
(20; 18,2%) (8; 7,3%) (10; 9,1%)
7
THEMA
HET DORP EN DE OMGEVING
11.
Ik vind mijn dorp mooi en aantrekkelijk
64; 58,2% 37; 33,6%
Enigszins mee oneens 7; 6,4%
12.
78; 70,9% 24; 21,8%
5; 4,5%
1; 0,9%
108
71; 64,5% 32; 29,1%
3; 2,7%
1; 0,9%
107
16; 14,5% 35; 31,8%
38; 34,5% 7; 6,4%
17; 15,5%
106
2; 1,8%
107
12; 10,9% 23; 20,9% 24; 21,8%
10; 9,1%
107
21; 19,1%
106
14; 12,7%
107
53; 48,2% 46; 41,8%
7; 6,4%
-
106
22; 20%
18; 28; 25,5% 16,4% 10; 9,1% 8; 7,3%
97
107
7; 6,4%
105
DS09
Ik heb last van de groeiende beverpopulatie
3; 2,7%
70; 63,6%
104
DS10
De gemeente verricht genoeg groenonderhoud in de ONS- dorpen Het Baggergat wordt voldoende onderhouden Ik ondervind overlast van de bio-industrie (enorme vee/pluimveestallen) in de omgeving Ik heb last van schade als gevolg van aardbevingen door de gaswinning in de buurt Ik vind dat de ijsbaan (in gebruik), een belangrijke functie heeft voor het dorp
25; 22,7% 29; 26,4%
27; 24,5% 15; 13,6% 23; 20,9% 36,; 32,7% 26; 23,6% 25; 22,7%
61; 55,5%
DS08
Ik vind dat er voldoende groen is in mijn omgeving Ik hecht waarde aan de cultuurhistorie van mijn woonomgeving Ik ben tevreden over de verkeersveiligheid in mijn woonomgeving Er wordt te hard gereden op de doorgaande wegen in de ONS- dorpen. Ik heb behoefte aan fietsstroken langs de Hunzeweg en de Tolweg Ik vind dat de bomen langs de Hunzeweg en de tolweg vervangen moeten worden Ik vind de genomen maatregelen met betrekking tot de verkeersveiligheid rondom het kruispunt bij het café voldoende De kwaliteit van de woonomgeving is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid Ik stoor mij aan leegstaande gebouwen in de ONS- dorpen De hermeandering van de Hunze is een meerwaarde voor de omgeving De werkzaamheden bij het hermeanderen van de Hunze zorgen voor overlast Ik ben blij met de komst van de bevers
17; 15,5%
107
32; 29,1%
100
59; 53,6%
108
13; 20,9% 5; 4,5%
32; 29,1%
104
-
107
Stelling
13. 14. DS02 DS03 DS04 DS05
15. 16. DS06 DS07
DS11 DS12
DS13 DS14
Helemaal Enigszins mee eens mee eens
65; 59,1% 33; 30% 64; 58,2% 21; 19,1% 35; 31,8% 27;24,5% 36; 32,7% 33; 30%
29; 26,4%
64; 58,2% 24; 21,8% 4; 3,6%
15; 13,6%
53; 48,2% 30; 27,3% 8; 7,3%
12; 10,9% 30; 27,3% 13; 11,8% 11; 10%
20; 18,2% 29; 26,4% 77; 70%
25; 22,7%
Helemaal mee oneens -
Totaal
108
106
8
THEMA
SOCIALE OMGEVING EN IDENTITEIT
Ik voel mij een echte inwoner van de ONSdorpen Als ik hulp nodig heb, kan ik altijd rekenen op mijn buren en dorpsgenoten Ik geef regelmatig ondersteuning of hulp aan een van mijn dorpsgenoten Ik vind het belangrijk om mee te doen aan dorpsactiviteiten Ik voel mij veilig in mijn dorp
66; 60 %
Enigszins Enigszins Helemaal mee eens mee oneens mee oneens 39; 35,5% 4; 3,6% -
72; 65,5%
30; 27,3% 5; 4,5%
1; 0,9 %
108
29; 26,4 %
47; 42,7% 20; 18,2 %
11; 10%
107
51; 46,4 %
15; 13,6 %
7; 6,4 %
108
1; 0,9 %
1; 0,9 %
109
In mijn dorp komen zaken makkelijk van de grond Ik heb voldoende sociale contacten binnen mijn dorp Ik voel me wel eens eenzaam
17; 15,5 %
35; 31,8 % 21; 19,1 % 52; 47,3 % 32; 29,1 % 5; 4,5 %
25; 22,7 %
4; 3,6 %
98
11; 10 %
1; 0,9 %
108
17; 15,5 %
83; 75,5 % 105
39; 35,5 % 19; 17,3 %
20; 18,2 %
14; 12,7 % 103
19; 17,3 %
38; 34,5 % 105
Stelling 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
DS15 De windmolendiscussie heeft voor verdeeldheid binnen het dorp gezorgd DS16 Ik beschouw de windmolendiscussie als afgerond
Helemaal mee eens
86; 78,2 %
64; 58,2 % 30; 27,3 % 29; 26,4 %
25. Welk van de volgende twee beschrijvingen is het meest op u van toepassing? 0 Ik heb een sterke band met het dorp als gemeenschap en vind dat prettig 0 Ik bemoei mij niet met het dorp en heb daar ook geen behoefte aan
(72; 65,5%) (26; 23,6%) (Totaal: 98)
9
Totaal
109
26. Kunt u in het volgende overzicht aangeven of u voor één of meer van de volgende zaken hulp ontvangt en van wie u deze hulp krijgt:
A
Huishoudelijke hulp
B
Boodschappen doen
C
Maaltijdbereiding
D
Klusjes in en rond de woning
E
Persoonlijke verzorging
F
Vervoer
nee
ja
Familie
90; 81,8% 104; 94,5% 106; 96,4% 81; 73,6% 105; 95,5% 102; 92,7%
18; 16,4% 3; 2,7% 2; 1,8% 27; 24,5% 1; 0,9% 5; 4,5%
3
Buren/kennis Vanuit een organisatie 10 4
2
2
-
1
-
-
10
18
5
-
1
-
1
3
-
Mantelzorgers zijn mensen die langdurig en onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis. 27. Verleent u mantelzorg? 0 Ja, ..... uren per week 0 Nee
(20; 18,2%) (88; 80%) (Totaal: 108)
28. Indien u mantelzorger bent, bij welke zaken zou u het prettig vinden om (meer) ondersteuning te krijgen? (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 Huishoudelijke taken 0 Zorgtaken 0 Respijtzorg (iemand die uw taak zo nu en dan overneemt) 0 Lotgenotencontact 0 Anders, namelijk....
(4; 3,6%) (4; 3,6%) (8; 7,3%) (2; 1,8%) (7; 6,4%) (Totaal: 25) DS17. Bent u bereid te helpen bij eventuele veranderingen in het dorp naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek? 0 Ja (79; 71,8%) 0 Nee (21; 19,1%) (Totaal: 100)
10
THEMA
VERENIGINGSLEVEN, ONTMOETING EN VOORZIENINGEN
Stelling 29.
30. 31. 32. 33.
34. 35.
36.
37. DS18
DS19 DS20 DS21 DS22
Ik ben tevreden over de rol en de zichtbaarheid van Stichting Dorpsbelangen Annerveen-Spijkerboor Ik vind dat er voldoende sportverenigingen in mijn dorp en in de nabije omgeving zijn Er worden voldoende activiteiten in mijn dorp georganiseerd Er zijn voldoende ontmoetingsplekken in mijn dorp Ik vind een publieke ontmoetingsruimte zoals een dorpshuis, dorpscafé of iets dergelijks essentieel voor de leefbaarheid van mijn dorp Medische voorzieningen zijn voor mij voldoende bereikbaar Winkelvoorzieningen voor dagelijkse boodschappen zijn voor mij voldoende bereikbaar Ik vind dat er voldoende recreatie voorzieningen zijn in de ONS- dorpen (denk aan fietspaden, bankjes en dergelijke) Ik vind dat er voldoende speelmogelijkheden en activiteiten voor kinderen zijn in mijn dorp Het is vervelend dat kinderen vanuit de ONSdorpen door de sluiting van de basisschool verspreid worden over verschillende scholen Ik heb behoefte aan een buurtsuper in de ONS- dorpen. Ik heb behoefte aan een bakker in de ONSdorpen Ik heb behoefte aan sneller (glasvezel)internet Het mobiele netwerk in de ONS- dorpen is goed
Helemaal Enigszins mee eens mee eens
Helemaal mee oneens 3; 2,7%
Totaal
49; 44,5% 43; 39,1%
Enigszins mee oneens 11; 10%
65; 59,1% 36; 32,7%
6; 5,5%
-
107
68; 61,8% 35; 31,8%
4; 3,6%
-
107
52; 47,3% 38; 34,5%
14; 12,7%
1; 0,9%
105
92; 83,6% 14; 12,7%
2; 1,8%
-
108
82; 74,5% 20; 18,2%
6; 5,5%
2; 1,8%
110
84; 76,4% 20; 18,2%
4; 3,6%
2; 1,8%
110
50; 45,5% 28; 25,5%
22; 20%
7;6,4%
107
21; 19,1% 33;30%
32;29,1%
16; 14,5%
102
62; 56,4% 34; 30,9
7, 6,4%
1; 0,9%
104
15; 13,6% 21; 19,1%
28; 25,5%
44; 40%
108
12; 10,9% 19; 17,3%
31; 28,2%
46; 41,8%
108
51; 46,4% 30; 27,3% 24; 21,8% 24; 21,8%
15; 13,6% 23; 20,9%
10; 9,1% 34; 30,9%
106 105
106
38. Bent u lid van de Stichting Dorpsbelangen Annerveen-Spijkerboor? 0 Ja
(93; 84,5%)
0 Nee
(7; 6,4%) (Totaal: 100)
11
39. Van welke van de volgende verenigingen in het dorp bent u lid/betrokken? 0 Sportvereniging S.V.S. 0 De Spiker
(35; 31,8%) (24; 21,8%)
0 Fotoclub Spijkerboor 0 IJsvereniging ‘De Hunze’ 0 Sport en Spel 0 Kaartclub Spijkerboor 0 Klootschieten 0 Hunzekoor
(3; 2,7%) (87; 79,1%) (63; 57,3%) (2; 1,8%) (9; 8,2%) (5; 4,5%)
0 De toneelvereniging 0 Anders, namelijk ......
(43; 39,1%) (21; 19,1%)
(Totaal: 292) 40. Indien u hebt aangegeven geen lid te zijn van een vereniging, wat is daarvan de hoofdreden?
0 Ik heb geen tijd 0 Ik heb geen interesse 0 Ik kan het met bepaalde mensen binnen de vereniging niet goed vinden 0 ik ben niet op de hoogte van het bestaan van verschillende verenigingen 0 Anders, namelijk...
(6; 5,5%) (15; 13,6%) (1; 0,9%) (1; 0,9%) (6; 5,5%) (Totaal: 29)
41. Mist u activiteiten in uw dorp die volgens u wel voldoende draagkracht zouden hebben om te worden georganiseerd? 0 Nee 0 Ja, namelijk....
(91; 82,7%) (13: 11,1%) (Totaal: 104)
42. Doet u vrijwilligerswerk voor één van de verenigingen in uw dorp? 0 Ja, gemiddeld ... uur in de week 0 Nee
(31; 28,2%) (74; 67,3%) (Totaal: 105)
43. Ik ben bereid als vrijwilliger iets voor mijn dorp te doen. 0 Ja 0 Nee
(72; 65,5%) (33; 30%) (Totaal: 105)
12
44. Ik/wij heb(ben) de volgende kwaliteiten in te zetten vanuit mijn/ons huishouden voor de ONSdorpen. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. 0 Bestuurstaak 0 Mensen enthousiast maken
(32; 29,1%) (20; 18,2%)
0 Creatief 0 Administratief 0 Voorlichting geven
(29; 26,4%) (16; 14,5%) (11; 10%)
0 Algemeen ondersteunend 0 Organiseren van activiteiten
(42; 38,2%) (26; 23,6%)
0 Technische klussen
(12; 10,9%)
0 Begeleiden van mensen 0 Tuin- en/of buitenwerken
(21; 19,1%) (23; 20,9%)
0 Bezoeken van mensen, luisterend oor 0 Hond uitlaten
(29; 26,4%) (21; 19,1%)
0 Klusjes bij mensen thuis
(10; 9,1%)
0 Anders, namelijk .....
(6; 5,5%) (Totaal: 298)
45. Welk van de volgende twee beschrijvingen is het meest op u van toepassing? 0 Ik kies zo veel mogelijk voor de voorzieningen die nog in mijn dorp zijn en ik maak me sterk voor het behoud van deze voorzieningen 0 Het maakt mij niet uit of er voorzieningen in mijn dorp zijn, ik richt mij vrijwel alleen op de voorzieningen buiten het dorp
(67; 60,9%) (32; 29,1%) (Totaal: 99)
DS23. Wat zal volgens u een goede bestemming zijn voor het leegstaande schoolgebouw? noem 1 initiatief. 0 Woningen (55; 50%) 0 Sportlocatie (5; 4,5%) 0 Plek voor gemeenschappelijke activiteiten 0 Overig
(12; 10,9%) (21; 19,1%) (Totaal: 93)
DS24. Moeten het speelveld en het gemeenschapshuis bij het oude schoolgebouw behouden blijven? 0 Ja (98; 89,1%) 0 Nee (7; 6,4%) (Totaal: 105)
13
DS25. Heeft u in uw gezin schoolgaande kinderen? 0 Ja 0 Nee
(21; 19,1%) (88; 80%) (Totaal: 109)
DS26. Alleen invullen als u heeft aangegeven schoolgaande kinderen te hebben in uw gezin! Helemaal Enigszins Enigszins mee Helemaal Totaal Stelling mee eens mee eens oneens mee oneens Het kost mij 2; 1,8% 5; 4,5% 1; 0,9% 10; 9,1% 18 moeite om de kinderen naar school te brengen nu deze verder weg is DS27. Heeft u behoefte aan openbaar vervoer per bus in de ONS- dorpen? 0 Ja 0 Nee
(28; 25,4%) (80; 72,7%) (Totaal: 108)
DS28. Zou u frequent gebruik maken van het openbaar vervoer per bus als het in de ONS-dorpen aanwezig zou zijn? 0 Ja (16; 14,5%) 0 Nee (91; 82,7%) (Totaal: 107) DS29. Hoeveel dagen per maand bent u aanwezig bij ontmoetingsplekken in het dorp (zoals café ’t Keerpunt en het dorpshuis)? ………. dagen per maand.
14
THEMA
WONEN EN DE BUURT
46. Wat voor woning heeft uw huishouden? 0 Huurwoning 0 Koopwoning
(9; 8,2%) (78; 7,9%) (Totaal: 87)
Stelling 47. 48. 49. DS30.
DS31. DS32. 50. DS33. 51.
Ik vind dat mijn buurt er netjes uitziet Ik ben tevreden over mijn woning Er zijn voldoende starterswoningen in mijn dorp Eventuele nieuwe dorpsuitbreiding moet passen bij de huidige bebouwing van de ONSdorpen Ik heb behoefte aan meer starterswoningen in de ONS- dorpen Er moeten meer woningen worden bijgebouwd in de ONS-dorpen In de ONS- dorpen trekken ouderen weg naar grotere dorpen met voorzieningen De vergrijzing in de ONS-dorpen gaat ten koste van de levendigheid in de dorpen Ik kan zonder problemen tot op hoge leeftijd in mijn woning blijven
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens 42; 38,2% 12; 10,9% 7; 6,4%
Enigszins mee oneens 6; 5,5%
Helema Totaal al mee oneens 3; 2,7% 108
2; 1,8%
2; 1,8% 107
32; 29,1%
76; 69,1%
21; 19,1%
4; 3,6%
47; 97 42,7% 3; 2,7% 104
29; 26,4%
26; 23,6% 30; 27,3% 50; 45,5% 41; 37,3 % 36; 32,7%
21; 19,1%
57; 51,8% 91; 82,7% 11; 10%
22; 20% 21; 19,1% 28; 25,5% 50; 45,5%
24; 21,8% 20; 18,2% 21; 19,1% 16; 14,5%
27; 103 24,5% 26; 102 23,6% 9; 8,2% 100 12; 102 10,1% 5; 4,5% 107
15
THEMA
VERANDERENDE SAMENLEVING
De rollen van overheid en burgers veranderen: de overheid trekt zich terug en de burgers zijn steeds meer zelf verantwoordelijk. Hoe kijkt u aan tegen de veranderende samenleving? Stelling
52. Ik vind het een prima ontwikkeling, mensen zijn verantwoordelijk voor zichzelf 53. 1
Helemaal mee eens
Enigszins mee eens
Helemaal mee oneens 6; 5,5%
Totaal
25; 22,7%
Enigszins mee oneens 51; 46,4% 23; 20,9%
11; 10%
35; 31,8%
42; 38,2%
13; 11,8%
101
35; 31,8%
47; 42,7%
7; 6,4%
4; 3,6%
93
35; 31,8%
45; 40,9%
16; 14,5%
3; 2,7%
100
26; 23,6%
55; 50%
7; 6,4%
5; 4,5%
93
22; 20%
39; 35,5%
19; 17,3%
6; 5,5%
86
10; 9,1%
40; 36,4%
32; 29,1%
4; 3,6%
86
11; 10%
40; 36,4%
26; 23,6%
13; 11,8%
90
105
0Ik vind dat de gemeente de burgers hierover 5goed informeert en gemakkelijk bereikbaar is 54. Er is steeds minder financiële steun voor dorpsactiviteiten 55. De gemeente moet de burgers beter ondersteunen om zelfredzaam te worden 56. De talenten in het dorp zouden zichtbaar moeten zijn om zo elkaar beter te kunnen vinden 57. Vrijwilligers in het dorp krijgen te veel op hun bordje 58. Er is genoeg daadkracht van vrijwilligers in mijn dorp om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen 59. Ik zie om mij heen dat andere mensen het lastig vinden zelf verantwoordelijkheid te nemen
60. Ik vind het moeilijk om mee te kunnen komen en zelf de verantwoordelijkheid te nemen, omdat: (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 Ik het lastig vind dat je tegenwoordig alles digitaal per computer moet regelen 0 Ik voor veel dingen niet weet bij welke instanties ik moet aankloppen 0 Ik het vervelend vind om mijn dorpsgenoten om hulp te vragen 0 Ik niet weet of ik bij mijn dorpsgenoten terecht kan 0 Anders, namelijk …. 61. Ik zou beter met de veranderingen om kunnen gaan als: (meerdere antwoorden zijn mogelijk) 0 Ik begeleiding krijg met de vraagstukken die ik persoonlijk heb 0 Er een spreekuur van het Sociaal Team van de gemeente zou zijn in mijn eigen dorp 0 Ik meer informatie zou ontvangen over de gevolgen van de veranderende samenleving 0 Ik weet wie ik in mijn dorp kan benaderen met vragen 0 Anders, namelijk…..
16
OVERIGE VRAGEN 62. Wat vindt u de drie mooiste en de drie lelijkste plekken in uw woonomgeving?
De drie mooiste plekken: 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 0 …………………………………………………………………………………….. De drie lelijkste plekken: 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 63. Wat zijn voor u de twee belangrijkste kwaliteiten van de ONS- dorpen 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 64. Wat zijn voor u de twee belangrijkste tekortkomingen van de ONS- dorpen? 0 ……………………………………………………………………………………… 0 ……………………………………………………………………………………… 65. Met welk rapportcijfer waardeert u uw woonomgeving als geheel? (omcirkel uw waardering)? Een 10 = zeer tevreden en 1 = zeer ontevreden. 1 -
2 -
3 -
4 1; 0,9%
5 -
6 2; 1,8%
7 26; 23,6%
8 53; 48,2%
9 18; 16,4%
10 4; 3,6%
Totaal Gemiddeld 104 7,9
Heeft u nog opmerkingen of aanvullingen? Dan kunt u die hier aangeven.
17
Bijlage V Open vragen
Kwaliteiten Kwaliteit Ruimte en rust Sport en spel Natuurlijke omgeving Goede omgang met buren Café Keuze om sociaal mee te doen Inwoners Sociale controle Ons kent ons Kinderopvang Leven en laten leven Open gemeenschap Tolerantie
Aantal 8 4 4 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1
Tekortkomingen Tekortkoming Geen school Verkeersveiligheid Geen OV Weinig wandelpaden Fietspad Eexterveen voor schoolkinderen Onvoldoende speelplekken Voorzieningen Tekort vrijwilligers in het bestuur Discussie windenergie Leeg gebouw school Geen plek voor overtollig afval Gebrek aan voorzieningen Onderhoud Baggergat Lawaai van landbouwmachines Tekort aan bankjes
Aantal 4 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
18
Mooi Mooi Hunze/ Drents Diep Baggergat Wandelpad Meander Hunze Uitzicht Bruggetje Annermoeras Gaslocatie Natuurgebied Fietspad Kanaal Waterwingebied Café Hunzeweg Omgeving
Aantal 14 3 3 3 3 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1
Lelijk Lelijk Gaslocatie Volgroeien Baggergat Lege school Kapotte bermen/ straten Oude graven Nieuwbouw Aanzicht vanaf Eexterveen Baggergat Hunzeweg De Kolk Slecht onderhouden huizen Gras achter Veenweg Brug over de Hunze Rommel rond bedrijven
Aantal 6 3 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
19
Nieuwe bestemming school Bestemming Woningen Starterswoningen Dorpshuis Woningen voor ouderen Sporthal Sportschool Buurtsuper/bakker Vluchtelingen Speciaal onderwijs Ontmoetingsplek Werkatelier Camping
Aantal 12 4 4 3 2 2 2 2 1 1 1 1
Werk buiten de ONS- dorpen Plaats Borger Hoogezand Assen Veendam Coevorden Groningen Hattem Gemeente Tynaarlo Ter Apel Zeegse Annen
Aantal 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1
20
Bijlage VI Opmerkingen achteraf -
-
-
-
-
-
-
-
In jullie aanhef staat:’ Als vervolg op ons onderzoek gaat Dorpsbelangen met de dorpen werken aan gefundeerd plan voor de toekomst’. Dit klinkt erg ambitieus en mis hierin de rol van de gemeente. Ben erg benieuwd hoe hier invulling aan gegeven wordt. Zoveel mensen, zoveel wensen. Sinds 27 oktober hier woonachtig, deze vragenlijst dus na alle eerlijkheid ingevuld. Voordat de school dicht ging gingen er al veel kinderen naar school in een ander drop, de verspreiding komt dus niet alleen door de sluiting van de basisschool. De reusachtige landbouwmachines zijn storend, zware tractoren die in bepaalde periodes door het dorp rijden en bijna de volle breedte van de weg in beslag nemen zijn gevaarlijk en maken veel lawaai. De mensen moeten iets meer rekening met elkaar moeten houden met betrekking tot lawaai overlast, ze moeten er altijd bewust van zijn dat anderen er last van kunnen hebben. Hondenbelasting weer invoeren Nu de werkzaamheden bij de Hunze gebruiken om een fietsommetje aan te leggen van af de Broekdijk, langs de gaslocatie met fietsgleuf op de loopbrug en het schelpenpaadje door natuurgebied. Dit in het verlengde van het fietspad vanaf Eexterveen naar de fietsbrug. Bedoeld als recreatie en als directe fietsverbinding met Annen voor bewoners Oud-Annerveen. Geen nieuwbouw in de dorpen, om het authentieke, open karakter te behouden. Wij wonen hier prima, maar hebben verder niet de behoefte om aan alle dorpsactiviteiten mee te doen en dat moet ook in zijn waarde gelaten worden. Het dorpsgevoel zal niet minder worden als je niet meedoet. Dat moet een ieder voor zichzelf weten, jammer dat sommige mensen dat kwalijk nemen. Fietspad/wandelpad langs Hunze meer groen plaatsen(struiken en bomen) langs wegen/paden in omgeving. Er moeten meer wandelpaden in het dorp komen. Op sommige vragen kan ik echt geen antwoord bedenken. (49, DS33, 56 t/m 61) Vrachtverkeer zou in de Veenweg vermeden moeten worden. Baggergat ziet er niet goed uit, is jammer. Dorpsommetje weet ik niet waar die verkrijgbaar zijn. De paden van de dorpsommetjes bij o.a. de Hunze worden slecht onderhouden. In de zomer gras tot aan je knieën. Verder een fijn dorp om in te wonen. Mijn leeftijd Vooral trottoirs worden erg gemist om ook in het donker te kunnen wandelen/hardlopen op een veilige manier. Super dat er een leuk café is waar veel wordt georganiseerd. Tot slot zou er misschien iets gedaan moeten worden aan het te hard rijden, bijvoorbeeld door drempels/flitsers/belijning o.i.d. Vooral op stukken bij de huizen. We wonen hier nog maar ruim een half jaar, dus nog wel een aantal vraagtekens. We hebben er heel bewust voor gekozen om hier te gaan wonen. Enkele nadelen zijn dat er geen winkels zijn en dat er geen openbaar vervoer zijn. Dit is inherent aan de voordelen, dus dit is geen probleem. Het dorp zou aantrekkelijker moeten worden gemaakt voor de jeugd en dan met name voor starters. Zo ga je de vergrijzing tegen en behoudt je de leefbaarheid in het dorp.
21
-
-
-
-
-
-
-
-
S.V.P. niet elk jaar een enquête en doe ook wat met de resultaten. Woonomgeving is er de laatste jaren alleen maar op achteruit gegaan, door het verdwijnen van de school en het industriegebied. En helaas geen koeien meer in de wei. Gemeenschap is te klein om diversiteit in activiteiten/ideeën te hebben. Betrek Annerveenschekanaal, Eexterveen, Eexterzandvoort, Gieterveen en Eexterveenschekanaal er ook bij. Investeer in het samenbrengen van bloedgroepen van Eexterveen- ONS- Annerveenschekanaal. Meer culturele activiteiten. Onderzoek of daar wel behoefte aan is en of men wil veranderen/samenwerken. Wat dit betreft ligt er een geschiedenis. Wil men over schaduw heen stappen. Nu school in Eexterveen staat kan dat een begin zijn om mensen bij elkaar te brengen. Het is van groot belang dat de samenvoeging van scholen goed begeleid wordt/blijft. Hierin kan de gemeente mogelijk een rol spelen. Ik woon aan de weg in Nieuw-Annerveen vlak bij die scherpe bocht waar het tolhuisje staat. Deze bocht is erg gevaarlijk en ik zou heel graag daar iets aan willen veranderen, want er wonen op dit stukje veel kleine kinderen. De bladerenbak is vaak vol en mag vaker leeg worden gehaald. (meldingen worden steeds genegeerd) Bij veel wind ligt er veel dood hout langs de weg. Graag meer verlichting langs de wegen plus fietsroutes. Beter onderhoud van de routes (dorpsommetjes) is nodig. Plus betere groenvoorziening en natuur. Dit onderhoud moet in een sociaal plan verwerkt worden om meer saamhorigheid en betrokkenheid te ontwikkelen. Wat betreft de leefomgeving is in 2002 door de BOKD en de inwoners een Dorpsomgevingsplan opgesteld. De analyse van de dorpen in dit rapport is nog steeds actueel, hoewel in de afgelopen jaren een aantal doelen uit het rapport zijn gehaald. De oploopbrug bij de NAM is aan beide kanten te laag. Veel vragen heb ik niet beantwoord aangezien wij 12 december pas officieel naar OudAnnerveen verhuizen. De eensgezindheid maakt het voor de dorpen moeilijk om iets van de grond te krijgen. De samenwerking tussen de dorpen wordt bemoeilijkt doordat de dorpen OudAnnerveen en Nieuw-Annerveen ver van elkaar liggen. De bossen langs de Hunze mogen ook wel eens opgeruimd worden. Dit is namelijk een rommeltje. Zolang je maar een auto hebt en kunt rijden zijn alle voorzieningen goed te bereiken. Anders wordt het moeilijker. Suggestie: Grote kerstboom op het terrein van de ijsbaan planten en deze in de wintermaanden versieren met verlichting Ik zou graag willen dat Vereniging Dorpsbelangen zichtbaarder wordt. Bijvoorbeeld informatie verstrekken aan de inwoners via e-mail. Er is te veel straatverlichting bij de parkeerplaats. Toen ik in 1986 hier kwam wonen stonden en vanuit de richting van Annen aan de Tol aan de brug 2 of 3 lantaarnpalen. Nu staan er meer dan 10! Onder de ronde bankjes op de parkeerplaats moet worden bestraat. Hier groeit nu lang gras en dit leidt tot vervuiling. Wij wonen nog niet zo lang in ons mooie dorp, om alle vragen te beantwoorden. Het warme welkom en interesse, het praatje met elkaar, het hulp geven, het aanbieden, dit is
22
-
-
-
-
allemaal zo vanzelfsprekend. We hebben fijne mensen om ons heen en contacten zijn snel gemaakt. Nieuw-Annerveen is prima om in te wonen. Aantasting van de omgeving en gezondheidsrisico’s door mogelijke plaatsing van windturbines is voor ons een heikel punt. Alsmede de verzwaring van landbouwverkeer en de toenemende snelheid. Het glasvezelnet zou per direct moeten worden aangelegd voor de bewoners nu de school er niet meer is. Dorpsbelangen zou dit moeten/kunnen initiëren. Dit geld ook voor zonnepanelen. Er zouden meerdere enquêteformulieren per huishouden moeten worden uitgedeeld. De enquête is ingevuld door man en vrouw. Als iedereen de berm en overige gemeente grond gebruikt om auto’s te parkeren word het een mooie bende. Grond van Rijkswaterstaat word gebruikt als opslag van troep, moet verboden worden (achter Hunzeweg 21). Er wordt in de enquête uitgegaan van schoolgaande kinderen in het dorp (vraag ds27), maar er kunnen ook schoolgaande kleinkinderen in de dorpen zijn. Bepaalde vragen heb ik onbeantwoord gelaten omdat ik daar geen inzicht in heb en dus geen mening kan vormen. Het zou onze voorkeur hebben om het dorp meer aantrekkelijk te maken voor jonge gezinnen. Er zijn onvoldoende speelplekken en de enige plek die er was (bij school) is voor de kinderen onvoldoende bereikbaar i.v.m. afstand en verkeersveiligheid. In onze buurt (buiten Nieuw-Annerveen) wonnen alleen al acht kinderen plus kleinkinderen, die meerdere keren per week aanwezig zijn. Er is hier echter geen ontmoetingsplek voor ouders en kinderen in de vorm van een kleine speeltuin. Verder vind ik het jeugdwerk van Annerveenschekanaal een mooi voorbeeld van wat er allemaal georganiseerd kan worden voor kinderen en jeugd. Het lijkt mij mooi als zoiets ook in ons dorp van de grond komt en wij zouden door wel een bijdrage aan willen leveren. Wandelroute langs de Hunze beter onderhouden. Op dit moment zijn wij nog gezond van lijf en leden en beschikken wij over een auto. Indien wij afhankelijk zouden zijn van ‘Openbaar’ vervoer dan ontstaat er een heel andere situatie want er is hier ‘niets’. Wij zijn dus als bewoners heel bewust dat hier geen voorzieningen zijn. Toch accepteren we dat omdat we van rust en ruimte houden. De rust en ruimte wordt bedreigt door ons als zoekgebied aan te wijzen voor de komst van windturbines is schandalig!
Opmerkingen die het meest worden genoemd: -
-
Bepaalde tijd van het jaar worden er door landbouwvoertuigen gevaarlijke situaties op de weg veroorzaakt. Ook zorgt dit voor geluidsoverlast. Er moet meer met dorpsommetjes worden gedaan. Over waar de dorpsommetjes zijn, het onderhoud van de dorpsommetjes moet beter worden en dorpsommetjes moeten vergroot worden. Overig groenonderhoud in de dorpen moet beter bijgehouden worden. Er moeten voorzieningen of dingen georganiseerd worden voor kinderen.
23
Bijlage VII Niet thuis brief Beste bewoner van Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen of Spijkerboor, Helaas was u niet thuis tijdens het ophalen van de enquête. Het is voor ons en voor de dorpen erg belangrijk om een zo hoog mogelijke respons te behalen. U kunt daarom alsnog de ingevulde enquête inleveren uiterlijk zondag 13 december bij één van de onderstaande adressen: - Richard Phillips, Tolweg 22 te Oud-Annerveen. - Willem Dijkema, Café ’t Keerpunt te Spijkerboor. - Tom Oud, Hunzeweg 45 te Nieuw-Annerveen. Alvast bedankt voor uw medewerking, De studenten opleiding Management van de Leefomgeving, Hogeschool Van Hall Larenstein, te Leeuwarden Anne, Jeroen, Myrthe, Peter en Roy
Beste bewoner van Oud-Annerveen, Nieuw-Annerveen of Spijkerboor, Helaas was u niet thuis tijdens het ophalen van de enquête. Het is voor ons en voor de dorpen erg belangrijk om een zo hoog mogelijke respons te behalen. U kunt daarom alsnog de ingevulde enquête inleveren uiterlijk zondag 13 december bij één van de onderstaande adressen: - Richard Phillips, Tolweg 22 te Oud-Annerveen. - Willem Dijkema, Café ’t Keerpunt te Spijkerboor. - Tom Oud, Hunzeweg 45 te Nieuw-Annerveen. Alvast bedankt voor uw medewerking, De studenten opleiding Management van de Leefomgeving, Hogeschool Van Hall Larenstein, te Leeuwarden Anne, Jeroen, Myrthe, Peter en Roy 24
Bijlage VIII Draaiboek Draaiboek Enquêtes Inleveren en Ophalen
Dinsdag 01-12-2015 11:45-14:00
Feedback van verschillende personen verwerken in de enquête
14:00
Draaiboek op Blackboard en beschikbaar.
Woensdag 02-12-2015 21:00 uur
Voor woensdagavond hebben we goedkeuring van Gerrie Koopman gekregen om de enquête beschikbaar te stellen voor de Reprografische Dienst.
Donderdag 03-12-2015 15:00 uur
Na 15:00 uur haalt Myrthe de uitgeprinte enquêtes op bij de Reprografische Dienst
Vrijdag 04-12-2015
Enquêtes aanbieden
16:15 uur
Aankomst van studenten op station Assen waarna de chauffeur de studenten ophaalt en naar Café ’t Keerpunt te Spijkerboor brengt.
17:00 uur
Aankomst bij ’t Keerpunt.
17:05-20:00
Samen met iemand van de werkgroep, in groepen gesplitst, enquêtes uitzetten. We gaan ons verdelen in 3 groepen studenten, mogelijk aangevuld met mensen uit de werkgroep Iedere groep behandelt één dorp. We vertrekken gezamenlijk tegen even over 17:00 uur. Om 20:00 uur hopen wij alle huishoudens te hebben bereikt en keren gezamenlijk terug naar Café ’t Keerpunt. Hierna gaan we naar huis.
Groep Spijkerboor:
Anne, Peter (Benenwagen)
Groep Oud-Annerveen:
Roy (eventueel met iemand van de werkgroep)(Fiets nodig)
Groep Nieuw-Annerveen:
Myrthe, Jeroen(Fiets nodig)
Woensdag 09-12-2015
Enquêtes ophalen
17:00 uur
Aankomst Café ’t Keerpunt te Spijkerboor
17:05-20:00 uur
25
26
Adressenlijst Gebied 1001 Hunzeweg
1
9657 PC Nieuw Annerveen
2
9657 PD Nieuw Annerveen
3
9657 PC Nieuw Annerveen
4
9657 PD Nieuw Annerveen
5
9657 PC Nieuw Annerveen
6
9657 PD Nieuw Annerveen
7
9657 PC Nieuw Annerveen
8
9657 PD Nieuw Annerveen
9
9657 PC Nieuw Annerveen
10
9657 PD Nieuw Annerveen
11
9657 PC Nieuw Annerveen
12
9657 PD Nieuw Annerveen
13
9657 PC Nieuw Annerveen
14
9657 PD Nieuw Annerveen
15
9657 PC Nieuw Annerveen
16
9657 PD Nieuw Annerveen
17
9657 PC Nieuw Annerveen
18
9657 PD Nieuw Annerveen
20
9657 PD Nieuw Annerveen
21
9657 PC Nieuw Annerveen
22
9657 PD Nieuw Annerveen
23
9657 PC Nieuw Annerveen
24
9657 PD Nieuw Annerveen
25
9657 PC Nieuw Annerveen
26
9657 PD Nieuw Annerveen
27
9657 PC Nieuw Annerveen
28
9657 PD Nieuw Annerveen
29
9657 PC Nieuw Annerveen
27
30
9657 PD Nieuw Annerveen
31
9657 PC Nieuw Annerveen
32
9657 PD Nieuw Annerveen
34
9657 PD Nieuw Annerveen
35
9657 PC Nieuw Annerveen
36
9657 PD Nieuw Annerveen
37
9657 PC Nieuw Annerveen
38
9657 PD Nieuw Annerveen
40
9657 PD Nieuw Annerveen
41
9657 PC Nieuw Annerveen
42
9657 PD Nieuw Annerveen
44
9657 PD Nieuw Annerveen
45
9657 PC Nieuw Annerveen
47
9657 PC Nieuw Annerveen
49
9657 PC Nieuw Annerveen
19a
9657 PC Nieuw Annerveen
31E
9657 PC Nieuw Annerveen
40a
9657 PD Nieuw Annerveen
Spijkerboor
28
1101 Broekdijk
1
9655 PE Oud Annerveen
1102 Tolweg
1
9655 PD Oud Annerveen
2
9655 PE Oud Annerveen
3
9655 PD Oud Annerveen
4
9655 PE Oud Annerveen
5
9655 PD Oud Annerveen
6
9655 PE Oud Annerveen
7
9655 PD Oud Annerveen
8
9655 PE Oud Annerveen
9
9655 PD Oud Annerveen
10
9655 PE Oud Annerveen
12
9655 PE Oud Annerveen
13
9655 PD Oud Annerveen
14
9655 PE Oud Annerveen
15
9655 PD Oud Annerveen
16
9655 PE Oud Annerveen
17
9655 PD Oud Annerveen
18
9655 PE Oud Annerveen
19
9655 PD Oud Annerveen
20
9655 PE Oud Annerveen
21
9655 PD Oud Annerveen
22
9655 PE Oud Annerveen
23
9655 PD Oud Annerveen
24
9655 PE Oud Annerveen
25
9655 PD Oud Annerveen
26
9655 PE Oud Annerveen
27
9655 PD Oud Annerveen
28
9655 PG Oud Annerveen
29
9655 PD Oud Annerveen
1301 Molenwijk
1
9656 PG Spijkerboor
2
9656 PG Spijkerboor
29
30
9655 PG Oud Annerveen
31
9655 PD Oud Annerveen
32
9655 PG Oud Annerveen
33
9655 PD Oud Annerveen
34
9655 PG Oud Annerveen
35
9655 PD Oud Annerveen
36
9655 PG Oud Annerveen
37
9655 PD Oud Annerveen
38
9655 PG Oud Annerveen
40
9655 PG Oud Annerveen
42
9655 PG Oud Annerveen
44
9655 PG Oud Annerveen
46
9655 PG Oud Annerveen
48
9655 PG Oud Annerveen
50
9655 PG Oud Annerveen
52
9655 PG Oud Annerveen
54
9655 PG Oud Annerveen
5a
9655 PD Oud Annerveen
5b
9655 PD Oud Annerveen
5c
9655 PD Oud Annerveen 4
9656 PG Spijkerboor
5
9656 PG Spijkerboor
6
9656 PG Spijkerboor
7
9656 PG Spijkerboor
11
9656 PG Spijkerboor
15
9656 PG Spijkerboor
17
9656 PG Spijkerboor
19
9656 PG Spijkerboor
21
9656 PG Spijkerboor
30
1302 Oostermoer
1303 Oude Tol
1304 Veenweg
23
9656 PG Spijkerboor
25
9656 PG Spijkerboor
27
9656 PG Spijkerboor
31
9656 PG Spijkerboor
15E
9656 PG Spijkerboor
1
9656 PE Spijkerboor
2
9656 PE Spijkerboor
3
9656 PE Spijkerboor
4
9656 PE Spijkerboor
5
9656 PE Spijkerboor
6
9656 PE Spijkerboor
7
9656 PE Spijkerboor
8
9656 PE Spijkerboor
9
9656 PE Spijkerboor
11
9656 PE Spijkerboor
5a
9656 PE Spijkerboor
5b
9656 PE Spijkerboor
6a
9656 PE Spijkerboor
1
9656 PH Spijkerboor
2
9656 PH Spijkerboor
3
9656 PH Spijkerboor
4
9656 PH Spijkerboor
5
9656 PH Spijkerboor
5a
9656 PH Spijkerboor
1
9656 PD Spijkerboor
2
9656 PD Spijkerboor
3
9656 PD Spijkerboor
4
9656 PD Spijkerboor
5
9656 PD Spijkerboor
6
9656 PD Spijkerboor
31
1305 De Kolk
7
9656 PD Spijkerboor
8
9656 PD Spijkerboor
9
9656 PD Spijkerboor
10
9656 PD Spijkerboor
11
9656 PD Spijkerboor
12
9656 PD Spijkerboor
13
9656 PD Spijkerboor
14
9656 PD Spijkerboor
15
9656 PD Spijkerboor
16
9656 PD Spijkerboor
17
9656 PD Spijkerboor
19
9656 PD Spijkerboor
1
9656 PJ Spijkerboor
2
9656 PJ Spijkerboor
3
9656 PJ Spijkerboor
4
9656 PJ Spijkerboor
5
9656 PJ Spijkerboor
6
9656 PJ Spijkerboor
7
9656 PJ Spijkerboor
8
9656 PJ Spijkerboor
10
9656 PJ Spijkerboor
12
9656 PJ Spijkerboor
14
9656 PJ Spijkerboor
16
9656 PJ Spijkerboor
18
9656 PJ Spijkerboor
32
Bijlage IX Flyer voor aankondiging dorpspresentatie
33
Bijlage X Aankondiging in de ‘Sluisdeur’ 34
De ‘Sluisdeur’ van september 2015
De ‘Sluisdeur’ van oktober 2015
35
De ‘Sluisdeur’ van november 2015
36
De ‘Sluisdeur’ van december 2015
37
38