Note d’analyse numéro 4
De Verenigde Staten en de Nieuwe wereldorde
TANGUY STRUYE de SWIELANDE
Senior Researcher UCL Chaire Inbev- Baillet Latour Docent Fucam en KMS
Réseau Multidisciplinaire d’Etudes Stratégiques Note d’analyse numéro 4
RMES/NA/2008/04
RMES/NA/2008(04)
De Verenigde Staten en de Nieuwe Wereldorde RÉ S E A U M U L TI DI SC I P LI NA I RE D’E TU DE S S TRA T É GI Q U E S
23 januari 2008
2
RMES/NA/2008/04
« O, it is excellent to have a giant’s strength ; but it is tyrannous to use it like a giant ? ». W. Shakespeare
3
RMES/NA/2008/04
Inhoud
Inleiding…………………………………………………………………………………………………………..5 Neocons vs Realisten……………………………………………………………………………………….6 Het Bismarck systeem……………………….…………………………………………………………….9 Regionale evenwichten……………………………………………………………………………………12 De Pentagon's New Map (T. Barnett)……………………….……………………………………16 Conclusies……………………………………………………………………………………………………….21
4
RMES/NA/2008/04
Inleiding Meer dan vijftien jaar na het vallen van de Berlijnse Muur, blijft de wereld steken in een overgangsperiode. De “ onzekerheid ” blijft het kernwoord van het moment. Na de Koude Oorlog, en meer bepaald na de Golf Oorlog van 1991, had men de neiging om te spreken van een “nieuwe wereld orde”. Francis Fukuyama sprak zelfs van de “End of History”. Men zou een periode tegemoet gaan die zich zou karakteriseren door democratie en vrije handel, en de Rechten van de mensen (wat overeenkomt met de Manifest Destiny). Het westerse model zou zich in de wereld vestigen in de komende jaren en decennia. Maar heel vlug zullen de feiten een andere wereld tonen, dan de wereld dat men had aangekondigd. De jaren 90 zullen gekenmerkt worden door etnische conflicten (Rwanda, Congo), burgeroorlogen (Soedan), terrorisme (Algerije, Colombia, Afghanistan, Al Qaeda), enz. Van een nieuwe wereldorde gebaseerd op democratie, internationale organisaties, internationaal recht zal er weinig sprake zijn. Integendeel, de na koude oorlogse wereld zal zich vooral kenmerken door chaos en instabiliteit. De wereld is zeer vlug overgeschakeld van een periode van optimisme en euforie, naar een periode van pessimisme, zelfs van berusting. Het is in deze context, dat de VS hun plaats zoeken in de wereld. Sinds het einde van de Koude Oorlog trachten de VS een Grand Strategy uit te dokteren die hun plaats in de wereld bepaald. Na de nieuwe wereld orde onder Bush Sr, had je de politiek van engagement and enlargement onder Clinton. Onder Bush Jr (en dan vooral het tweede mandaat) heb je een derde poging om de plaats van de VS te bepalen in de wereld: de politiek van selectif engagement.
5
RMES/NA/2008/04
Neocons vs Realisten Gedurende de jaren 90, maar ook nog vandaag, hoort men dat de wereld unipolair is. Journalist Charles Krauthammer sprak van het “unipolar moment”. Maar de vraag is of dat wel zo is ? Is de macht echt geconcentreerd in één enkel land. Is de wereld situatie niet heel wat ingewikkelder, complexer. In tegenstelling tot wat veel gezegd wordt, is het internationaal systeem noch unipolair, noch unilateraal. Hoe is de situatie op dit ogenblik? Als men de medias mag geloven, dan wordt het internationaal systeem gekenmerkt door de unipolariteit. Het was misschien een feit juist na de Golf Oorlog van 1991, maar sindsdien zijn de kaarten toch heel wat anders gaan liggen. Niet dat de VS zwakker geworden zijn, maar wel dat de andere landen terug een rol van betekenis kunnen en willen spelen op het internationaal toneel. (en dat door het accent te leggen op internationale organisaties, of door bepaalde strategic partnerships (niet allianties) te gaan sluiten en dat allemaal om de macht van de VS te beperken. Vooraleer we daarop terugkomen, is het belangrijk om het te hebben over “macht”, over power en meer bepaald de analyse van Joseph Nye. In zijn boek Paradox of Power, deelt hij de macht in, in drie schaakborden: 1) het militaire, 2) het economische en 3) het politieke en culturele. Wat betreft het eerste schaakbord (namelijk het militaire) is de macht van de VS niet tegen te spreken (+/- 550 miljard dollars budget defensie). Dat is het budget van de volgende 15 landen. Op het economische daarentegen is de situatie heel wat evenwichtiger (vb. het huidige gevaar voor een recessie). Men moet enkel maar denken aan Europa, maar ook aan de economische groot machten in wording (India en China). Op het economische niveau is de overmacht van de VS dus heel wat minder. En dat is ook het geval voor het derde niveau, gekenmerkt door de softpower. En dus als je de kenmerken, karakteristieken neemt van de macht cultureel, economisch, politiek en militair - dan kan je onmogelijk spreken van uniepolariteit want de macht is heel wat diffuser geworden en dus ook 6
RMES/NA/2008/04 evenwichtiger verdeeld. De macht bevindt zich op verschillende niveaus. Daarom is eigenlijk ook het concept van Huntington, die enkele jaren geleden van een “unie-multipolair systeem” praatte gepaster om de huidige verdeling van de macht in de wereld te begrijpen. Waarom? Omdat men eigenlijk vaststelt dat het systeem noch multipolair, noch uniepolair is. We zitten zoals al gezegd in een overgangsperiode. Het is duidelijk dat de Amerikaanse neoconservatieven, alleszins een bepaalde strekking
binnen
de
neoconservatieven,
alles
willen
doen
om
van
de
internationale orde een uniepolair systeem te maken. Zij verdedigen de idee van hegemonic stability. Voor deze strekking zouden de VS als eerste de ultieme droom verwezenlijken van het universeel imperium. Zelfs al lijkt de macht van de VS op dit ogenblik onbetwistbaar, men moet op langere termijn werken, en zich afvragen of de VS hun huidige politiek kunnen voortzetten zonder geen enkele risico’s. De geschiedenis toont aan dat de status dat de VS vandaag hebben, niet eeuwig is. Wat ook de prestaties van de VS zijn in de volgende decennia, het is niet denkbeeldig dat de VS hun status van supermacht kunnen behouden, zonder dat die in vraag gesteld wordt. In tegenstelling tot de overtuiging van die strekking wat opvalt zijn de grenzen, de limieten van de macht, van de invloed van de VS. Zij kunnen onmogelijk alles zelf doen (alléén/unilateraal). Ten tweede hoe meer een land strijdt naar uniepolariteit, hoe groter de tegenstand en het verzet. Men spreekt meestal in dat geval van een “geopolitieke reflex”. De supermacht vormt een dreiging voor de anderen, met als gevolg dat de andere machten , [(en
hier bedoel ik zowel potentiële
Peer competitiors, als Rogue States en Collapsing States (en bij die laatste hoort de transnationale acteurs)] alles zullen doen
om het uniepolair systeem te
vermijden. Daarom is de vraag niet, als de andere machten een nieuwe evenwicht willen herstellen, maar wanneer ze die zullen bereiken. Daarom ook dat het “unipolar moment” maar een overgangsperiode is. Dat hebben de Amerikaanse realisten, die een voorkeur geven aan de klassieke balance of power zeer goed begrepen. Het dilemma voor de VS is daarom de volgende. Als ze te ambitieus zijn dan is het risico van overstretch zeer groot, wat tot gevolg heeft een te grote verspreiding van de macht en nadien automatisch een verval. Al in 1967, 7
RMES/NA/2008/04 verwittigde senator Fullbright van het gevaar alles op zich te nemen : « Despite its dangerous and unproductive consequences, the idea of being responsible for the whole world seems to be flattering to Americans and I am afraid it is turning our heads, just as the sense of universal responsibility turned the heads of ancient Romans and nineteenth-century British. »1 We kunnen ook verwijzen naar W. Shakespeare : « O, it is excellent to have a giant’s strength ; but it is tyrannous to use it like a giant. »? Er is dus een reëel gevaar voor overstretch. Dat gezegd, nemen de VS hun verantwoordelijkheid niet en doen ze minder dan men van hen verwacht of dan hun mogelijkheden, dan geven ze hun status op en zullen ze de feiten hoogwaarschijnlijk ondergaan.
1
J.W. FULLBRIGHT, The Arrogance of Power,Vintage Books, 1967, p. 19.
8
RMES/NA/2008/04
Het Bismarck systeem In dit context, zal de wereld noch uniepolair blijven, noch multipolair worden (in de klassieke zin van de term zoals na het Congres van Wenen of gedurende de Koude oorlog), maar wel
evolueren naar een tussen oplossing: namelijk wat
enkele analisten het “Bismarck systeem” noemen. Otto von Bismarck, kanselier onder Wilhelm I, had een systeem ontwikkeld in de jaren 1870 die de positie van Duitsland moest waarborgen. Hij ontwikkelde een zeer ingewikkelde systeem van allianties en tegen allianties, met maar één bedoeling de positie, de suprematie van Duitsland te garanderen. Hij wou eigenlijk van Duitsland, om het in de woorden van Albright, voormalige minister van Buitenlandse Zaken onder Clinton te zeggen de indispensable power maken.
Het Bismarck Systeem
9
RMES/NA/2008/04
Het systeem moest in zulke mate gevormd of geboetseerd worden dat elke andere grootmacht een groter belang had om overeen te komen met Duitsland dan met de andere grootmachten. Dat is natuurlijk een systeem die een grote diplomatieke inzet, inspanning eist in tegenstelling voorbeeld tot een traditionele balance of power. Hier, moet de relatie tussen de grootste macht en alle andere grootmachten beter zijn dan tussen de andere grootmachten onderling. Het beeld die het best dit systeem illustreert is deze van het wiel, met de naaf en de stralen. De naaf stelt de VS voor, en de stralen de bilaterale relatie tussen de VS en de andere grootmachten (Europa, China, Rusland, India, …), waarbij de bilaterale relatie afhangt van het wantrouwen tussen de andere grootmachten. In zulke systeem hebben de andere grootmachten meer het center nodig, dan elkaar. Die politiek, is het beleid dat de VS, op globaal niveau, (niet op regionaal niveau) aan het uitbouwen zijn reeds het tweede mandaat van Bill Clinton (met uitzondering van de periode tussen 11 september 2001 en eind 2004) . Zulke benadering betekent voor de VS, de wil om de andere acteurs (grootmachten) te integreren in een economisch, politiek, militair orde die aanvaarbaar is voor de andere grootmachten. De redenering is dat het beter is voor de VS, om het in de termen van Joseph Joffe te zeggen, dat de grootmachten bandwagon (volgen) dan balance (tegenwicht vormen). We hebben hier te maken met de pure traditie van het machiavelisme: divide ut reges (verdelen om te heersen). Dit systeem garandeert aan de VS om de grootste macht te blijven en zo te vermijden dat er een peer competitor (concurrent) de VS gaan rivaliseren, maar zonder zich imperialistisch te gaan gedragen. Het systeem is veel subtieler. Op dit ogenblik is men natuurlijk nog maar in de beginfase van deze nieuwe globale structuur. En hoewel de VS hun statuut van grootste macht willen bewaren, stelt men vast, als men de feiten analyseert dat ze al begonnen zijn aan een overgangspolitiek om het Bismarck systeem waar te maken. Zonder in de details te gaan, kan men deze laatste jaren een toenadering, en hier bedoelen we de ontwikkeling van een pragmatische relatie, zien tussen de VS en de andere grootmachten : Rusland, India, China, enz. De VS hebben deze laatste jaren een zeer groot belang 10
RMES/NA/2008/04 gehecht aan een constructieve relatie met de andere grootmachten. De relaties tussen de Amerikaanse regering en de Indische, Europese, Japanse, Russische en Chinese regeringen is fel verbeterd de laatste jaren, alhoewel er natuurlijk soms spanningen zijn (met Rusland of China bijvoorbeeld). Samengevat, de VS zullen proberen in de komende jaren ( en zelfs decennia) het klassieke balance of power te vermijden, en proberen om een systeem te promoten die hen het statuut van first among equals garandeert. Een benadering van de buitenlandse betrekkingen die heel wat gematigder is dan het fameuze benevolent empire. In afwachting dat dit systeem werkelijkheid wordt (op lange termijn), gaan de VS gedurende deze overgangsperiode alles grijpen, wat er te grijpen valt ( op korte en middenlange termijn). Ze proberern hun invloed te vergroten en te waarborgen in de invloedsferen, machtssferen van de andere grootmachten. Dit om in een sterke of alleszins sterkere positie te staan éénmaal de andere grootmachten weer een rol van betekenis zullen of willen spelen op het internationaal toneel. En dat brengt ons tot de kwestie van de verschillende regionale evenwichten.
11
RMES/NA/2008/04
Regionale evenwichten Normaal zou elke regio op zich een uitgebreide analyse verdienen, maar het is niet het doeleinde van deze nota. Het is wel interessant om te begrijpen hoe de VS hun pionnen verplaatsen op de regionale schaakborden om hun positie in die verschillende regio’s te behouden, maar vooral te versterken. Wat betreft de eerste regio, Europa, alhoewel de Amerikaanse invloed in bepaalde Europese landen verminderd is, is er duidelijk gekozen voor de vroegere Oost-Europese landen. Ten tweede spelen de Amerikanen, de Engelse en Poolse kaart uit in de Europese Unie, om de invloed van het Franse-Duitse duo terug te brengen wanneer nodig. Hopend dat die twee blokken elkaar in evenwicht zullen houden, en zo te vermijden dat vooral Frankrijk vrij spel krijgt. Het continent waar de VS waarschijnlijk het meeste invloed verloren hebben, of toch alleszins geen invloed gewonnen hebben in deze laatste jaren is zonder twijfel Zuid-Amerika. Sinds 11 september wordt het continent gedeeltelijk verwaarloosd. Nu, dat de VS hun invloed tot nu toe niet hebben kunnen vergroten in deze regio is van minder belang, want ze blijft ten eerste in de Amerikaanse invloedsfeer, ten tweede deze regio is tamelijk verwijderd van het centrum van de macht, namelijk het Heartland. Dat gezegd, de relaties met landen als Chili, Colombia, El Salvador, Brazilië, Mexico en Argentinië blijven goed, daarentegen zijn de relaties met Bolivia en Venezuela wat gespannener. De VS hopen vooral dat Brazilië een regionale macht wordt in de toekomst die de Amerikaanse belangen kan verdedigen door stabiliteit op het continent te brengen. Stiekem hopen ze dat op langere termijn Argentinië, Chili en Brazilië elkaar in evenwicht zullen houden, zodat Brazilië niet te machtig wordt en een negatieve invloed zou hebben op het continent wat spanningen zou brengen met andere landen in de regio. In Caucasië is de situatie voor de VS heel wat positiever. De VS hebben de laatste jaren hun relaties zowel met Georgië als, met Azerbeidzjan fors versterkt (o.a. met gemeenschappelijke militaire oefeningen, met de Partnership for 12
RMES/NA/2008/04 Peace). In Centraal Azië, hebben ze sinds 11 september, een zeer belangrijke aanwezigheid. Natuurlijk is er Afghanistan, maar ook Tadzjikistan en Kirgizstan en er is een nieuwe relatie met Kazakhstan. Hier spelen natuurlijk zowel het belang van de oliepijplijnen en gaspijplijnen (komende uit de Kaspische Zee), als het nog steeds willen indijken van de Russische en Chinese invloed (het fameuze containment). Met hun aanwezigheid in Centraal Azië en de Caucasus hebben ze ook een grotere controle op Iran. Hier ziet men ook dat de geopolitiek en de strijd tussen de Heartland en de Outer Crescent (Eilanden), met als inzet de Rimland nog altijd zeer actueel is. Mackinder, Mahan, en Spykman, en de andere zijn verre van dood. In Zuidoost-Azië hebben ze niet enkel hun relaties met India verbeterd, maar ook met de Filippijnen, Indonesië, Singapore, Thailand en Taiwan. Dat is natuurlijk geen toeval als je weet voorbeeld hoe belangrijk de Straat van Malacca is. In Oost-Azië, blijft de strategische relatie met Japan en Zuid-Korea sterk, alhoewel er soms spanningen zijn over de politiek ten opzichte van Noord-Korea (de fameuze Sun Shine Policy), en wat de Amerikaanse militaire aanwezigheid betreft in de regio. De doorbraak van de VS op het Afrikaanse continent is hoogwaarschijnlijk het meest indrukwekkend. De omwenteling van de Amerikaanse politiek ten opzichte van het Afrikaanse continent is zeer weinig besproken, alhoewel het toch een zeer belangrijke feit is. Als je kijkt naar de handelsakkoorden van AGOA, het Millenium Challenge Account, het AIDS Initiative, de Pan Sahel Inititiative (versterking van de grenzen, militaire samenwerking, bestrijden van terrorisme), de nieuwe Africom zonder te spreken van de relatie met landen als Angola, Nigeria, Kenia, en de regio van de Golf van Guinee (hier speelt natuurlijk de factor olie, een belangrijke rol). De Amerikanen hebben daarbij ook hun strategie veranderd
wat
betreft
Noord-Afrika
en
de
Middellandse
Zee
(Vrije
handelsakkoord met Marokko; opheffen van de sancties ten opzichte van Libië; militaire samenwerking met Algerije). En dat zijn maar enkele voorbeelden. Hier ook is er een verlangen dat landen als Nigeria, Algerije, Zuid Afrika de stabiliteit brengen op het Afrikaans continent en echte pivotal states gaan vormen in de toekomst. 13
RMES/NA/2008/04
In het Midden-Oosten hebben de VS, na 11 september hun dual containment policy opgeborgen. Voor het eerst, in een lange tijd hadden de VS geen pivotal state meer in dit deel van de wereld ter beschikking na 9/11: noch Irak, noch Iran, en juist na 11 september noch Saoudie Arabië waren gezien als betrouwbaar in het Witte Huis. Er moest dus een omwenteling komen, met de oorlog in Irak. De bedoeling zijnde, vanuit een realistische perspectief 2, om Irak als tegenwicht te plaatsen ten opzichte zowel van Iran als Saoudie Arabië. Met als einddoel wat Amr Sabet samenvat in de volgende termen: “The cascading hegemonic logic may be summarized as follows: contain and command Iraq in order to contain Iran, contain and command Iran to contain Central Asia; contain and command Central Asia to contain Russia, contain and command Russia to contain the World-Island; contain and command the World-Island to command the world”.3 Alles zal natuurlijk afhangen van hoe de situatie in Irak vordert in de komende jaren, wetende natuurlijk dat heel wat landen (vooral in de regio, maar ook erbuiten) niet willen dat de VS in hun onderneming slagen. Deze zeer korte rondleiding van de Amerikaanse buitenlandse politiek, toont aan dat
er
een
belangrijke
herschikking
plaats
vindt
van
de
Amerikaanse
buitenlandse politiek, waar een aantal landen (regionale machten) in elke regio er voor zullen moeten zorgen voor stabiliteit (pivotal states) en zo de belangen democratie, rechten van de mensen en vrije markteconomie - van de VS zullen moeten verdedigen of garanderen, waardoor de VS een terughoudend positie kunnen adopteren in bepaalde regio’s. In plaats van direct betrokken te zijn, zullen ze meer de nadruk leggen op off-shore balancing, en dus enkel tussenbeide komen als het echt moet. Het evenwicht moet dus gegarandeerd worden door de regionale machten in de verschillende regios. Als klantenstaat (pivotal states) kan men denken aan Brazilië, Indonesië, Nigeria (eventueel ZuidAfrika), Turkije, Irak, enz. Deze landen, moeten niet noodzakelijk zeer bevriend
2
Ik analyseer in dit context de oorlog in Irak enkel door een realistische invalshoek. Ik hou hier geen rekening met andere perspectieven. 3
A.G. E. SABET, «Dual Containment and beyond : Reflections on American Strategic Thinking », in Mediterranean Politics, Vol. 4, n° 3, Autumn, 1999, pp. 96-99.
14
RMES/NA/2008/04 zijn met de VS, wat telt is hun capaciteit om stabiliteit te brengen in hun regio. Op regionaal niveau hebben de VS als gevolg een dubbel beleid: 1) versterking van hun invloed in de verschillende regio’s; 2) stabiliteit in de regio’s is eerst en vooral een zaak van de regionale machten.
15
RMES/NA/2008/04
De Pentagon’s New Map (T. Barnett) Tot nu toe hebben we de situatie geanalyseerd vanuit de invalshoek van de geopolitiek. Maar er is ook een andere interessante benadering en die typisch Amerikaans is, namelijk het categoriseren van de wereld. De VS hebben namelijk de drang om de internationale situatie te schematiseren. De visie dat de VS hebben van de wereld plaatst zich op vier verschillende niveaus: 1) een culturele/ideologische; 2) een militaire; 3) een politieke en 4) een economische. Op het economische niveau hebben de VS het beeld dat Wallerstein had ontwikkeld in de jaren 1970 overgenomen. De wereld wordt in de praktijk verdeeld in drie: het “center – periferie – semiperiferie”. Het “center” verwijst naar 1) de economische ontwikkelde landen (vb. Europese Unie, Japan, VS) 2) naar landen in volle economische ontwikkeling (vb. India, Brazilië, China, Taiwan, Zuid-Korea). De “semiperiferie” verwijst naar landen die geïntegreerd zijn aan het center dankzij internationale organisaties ( vb. Nafta, Mercosur, enz/ vb. Mexico, Chili, Thailand). De “periferie” verwijst tenslotte naar de landen die onderontwikkeld zijn en niet geïntegreerd zijn (vb. Midden-Oosten en Afrika). Deze verdeling heeft natuurlijk haar weerkaatsing op het militair niveau, waar je postmoderne,
moderne
en
premoderne conflicten
hebt.
De
postmoderne
conflicten zijn de conflicten waar de legers flexibel, bewegelijk, snel, precis, enz. zijn (Afghanistan). Maar waar ook een zekere aversie is voor verliezen. De moderne conflicten zijn gevormd door traditionele legers, met een zekere hiërarchie, met een scheiding tussen de legeréénheden (vb. Oorlog Iran-Irak). De premoderne conflicten daarentegen worden gekenmerkt door terrorisme, guerrilla, enz. (vb. asymmetrische oorlogsvoering). Wat betreft de cultuur of de ideologie delen de VS de wereld in drie: beschaafd, semi-beschaafd en barbaars. (vb. concept van civilised world). Tenslotte heb je een meer politieke visie, waar de VS bepaalde landen beschouwen als hun core partners, transnational states, rogue states en failing states. Die indeling kan men bijna letterlijk terug vinden 16
RMES/NA/2008/04 in documenten als de verschillende National Security Strategy of het document National Strategy for Combating Terrorism van februari 2003.
Samengevat in de termen van T. Barnett, auteur van de Pentagon’s New Map, heb je eigenlijk drie niveaus: de Functioning Core, de Seam States en de NonIntegrating Gap. In de Core domineert de grote economische machten waar de globalisering al een feit is en al ingeburgerd is. Ze zijn al min of meer geïntegreerd in de markteconomie, beschaafd, vormen belangrijke partners en hebben moderne of postmoderne legers. De Gap daarentegen zijn de regios, die gekenmerkt worden door het barbaars, premoderne legers, waar de globalisering geen feit is, en als er een politieke regime bestaat, dan is die meestal autoritair of dictatoriaal. Tussen de Core en de Gap, bevindt zich de Seam States, het soldeersel tussen de twee andere: een soort bufferzone.
17
RMES/NA/2008/04
Source: Thomas, Barnett, The Pentagon’s New Map, Putnam Adult, 2004. 18
RMES/NA/2008/04
De Core betreft vooral de relatie tussen de grootmachten en dus vanuit het standpunt van de VS is het de bedoeling het Bismarck systeem op te leggen, zodat men de machtscyclussen of hegemonic wars (R. Gilpin) kan vermijden. En dus in tegenstelling tot wat vooral franse analisten schrijven, zoals onder andere Alain Joxe (L’empire du Chaos), is de bedoeling van de VS stabiliteit tussen de grootmachten en geen chaos. Hoe stabieler de wereld, hoe beter voor de economie en voor de handel. Wat betreft de Gap is er
in elke regio een
Amerikaanse charme offensief om bepaalde Seam States (pivotal states) te vinden, die hun verantwoordelijkheid nemen ten opzichte van de Gap en die de Gap proberen te integreren in de moderne wereld. Bepaalde elementen in de Gap en daarmee bedoelt men vooral dictators, terroristen, maffia’s, enz.
proberen
daarentegen die integratie te vermijden. Wanneer die Seam States er in hun inzet niet slagen, dan zullen de VS zelf het heft in eigen handen nemen. Daarom was voor de VS de oorlog in Irak zo belangrijk: er was geen Seam State in het Midden-Oosten die de voorruitgang van de Gap kon stoppen. Dus was het voor de VS broodnodig om die Seam State te vinden en dat was voor een aantal redenen natuurlijk Irak.
Men wou het Midden-Oosten beetje per beetje
integreren aan de Core, een voorbeeldstaat in de regio hebben die de mensen zou motiveren om te kiezen voor de integratie in de Core, in plaats van meer en meer opgeslorpt te worden door de negatieve elementen van de Gap. Wat de bedoeling is voorbeeld van Al Qaeda en de groepen die dezelfde ideologie delen. Het is ook geen toeval als die groepen zich schuil houden in landen als Soudan, Afghanistan, Somalië enz. Volgens het Amerikaanse standpunt als de Core zich wil uitbreiden, dan is de eerste defensie linie tegen de Gap, de Seam States (de tweede zijnde de Core), maar tegelijkertijd
moet de Core ook durven tussen te komen in de Gap om
stabiliteit, democratie, enz te gaan bevorderen. En dus wanneer je de Gap aanpakt veronderstelt dat ook een militaire aanwezigheid : to defend forward. Daarom ook dat men de laatste jaren een complete nieuwe opstelling van de Amerikaanse basissen in de wereld observeer: Forward Support Location en
19
RMES/NA/2008/04 Forward Operating Location4. Men ziet dus dat de VS zich dichter en dichter plaatsen rond en zelf in de Arc of crisis ( cf. de regio’s in de gestippelde vorm op de kaart), wat min of meer overeenkomt met de Rimland van Spykman om zowel de Gap te bestrijden, als de andere grootmachten te weerhouden.
Categorisering van de wereld
,
Center
Beschaafd
Semiperiferie
Sem-beschaafd
Periferie
Barbaars
Core partners
Postmodern
Transnational states
Modern
Rogue en Failing States
Premodern
Core
Seam States
4
Gap
Kleine basissen die het mogelijk maken indien nodig om een grote aantal militairen te ontvangen.
20
RMES/NA/2008/04
Conclusies Als conclusie, een aantal opmerkingen. Ten eerste, de manier waarop de VS hun pionnen verplaatsen toont vooral twee dingen: 1. Op het internationale schaakbord, zal het systeem hoogwaarschijnlijk evolueren tot een systeem, gebaseerd op het systeem destijds ontwikkeld door
von
Bismarck,
wat
een
zeer
actieve
politiek,
diplomatie
verondersteld; 2. Op de regionale schaakborden, zal de Amerikaanse politiek heel wat defensiever en selectiever worden (Defensieve Realisme). De doelstelling (zowel bij de Democraten als bij een deel van de Republikeinen) is overgaan
naar
een
evenwichtiger
internationaal
systeem
waar
de
regionale machten meer hun verantwoordelijkheid gaan nemen, waar men dus meer beroep kan doen op pivotal states, waar de VS selectiever tussen beide kunnen komen, maar tegelijkertijd hun status van grootste macht kunnen bewaren: van primus solus naar primus enter pares. Ten tweede, de Amerikaanse buitenlandse politiek, wordt doorkruist door de korte, midden, en lange doeleinden en objectieven. De Amerikaanse politiek beweegt zich zowel op korte, middenlange en lange termijn, als op regionaal en internationaal niveau. In de praktijk, wordt er voortdurend rekening gehouden met die verschillende tijdspannen en plaatsbepalingen, waardoor op bepaalde momenten korte termijn beslissingen in tegenstrijd zijn met de lange termijn politiek. Ten derde, de ondernomen stappen van de Amerikaanse buitenlandse politiek kunnen onderbracht worden in twee rubrieken, wat François Thual, een franse politicoloog noemt: Weren en controleren (Contrer en contrôler). Controleren verwijst naar het direct bezetten, bezitten of zich indirect meester maken van een grondgebied door te rekenen op een bevriende regering. Weren daarentegen is het vermijden dat een andere zich meester maakt van een gebied of invloedsfeer. 21