06_KUNST_CEMENT_8_2004
26-11-2004
12:11
Pagina 34
Constructie & uitvoering Bekistingstechniek
Sculpturen van schoon beton langs Amsterdam-Rijnkanaal in Utrecht
“De huid van beton” Betonnen sculpturen van 9 m hoog lijken met hun abstracte uiterlijk te spotten met de wetten van de constructeur en de betontechnoloog. Een badkuip of een Danoontje als mal, of een roeiboot, wat maakt het uit! Maar de kunstenaar raakt de randen van wat mogelijk is met schoon beton en die grenzen zijn juist een uitdaging voor de technici. Kunstwerken maken met een team is in de bouwwereld heel gewoon. Zodra het echter kunstzinnige sculpturen betreft, gaat de kunstenaar letterlijk ‘het beeld’ bepalen.
1 | Waterwerk II is in slechts twee keer gestort, al lijken het losse elementen die later aan elkaar zijn bevestigd
34 cement 2004
8
De Utrechtse kunstenaar Ruud Kuijer werkt sinds een jaar of vijf voornamelijk met beton in zijn sculpturen. Vrijwel grenzeloos begon hij, naar eigen zeggen “niet gebonden door enige kennis van beton en constructies”. Dit materiaal vormde in die beginfase meer een bindmiddel om staal en gegalvaniseerd ijzer bijeen te houden binnen een abstract geheel. In de kleine tot manshoge sculpturen nam beton een steeds prominentere plaats in - en daarmee liep de kunstenaar tegen de grenzen aan van wat je ermee kunt doen. Voor constructeur Johan Grimmelikhuijzen en betontechnoloog Gerard Drost startte in 2001 een avontuur dat nog steeds het uiterste van hun kennis en creativiteit vraagt. Een ongewoon bouwteam, met de kunstenaar als ‘architect’ en ‘aannemer’ die wel heel veel vraagt van zijn mensen. Lachend vertellen de drie hun ervaringen in het schitterende atelier van Kuijer, gelegen op een schiereiland van het Utrechtse industrieterrein Lage Weide langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Een ruim 10 m hoge hal waar de metershoge sculpturen ontstaan. Buiten staan de laatste twee creaties uit de serie “Sculpture at Land’s End” genaamd Waterwerk I en II. Aan de overzijde van het kanaal, in een voormalige hal van Werkspoor, is de schepping van Waterwerk III in volle gang, nog groter en gecompliceerder dan haar twee voorgangers. “We lachen heel wat af”, vertelt Grimmelikhuijzen, “want wat Ruud verzint daar kan geen architect tegenop. In de speelse vormen
die hij bedenkt, ligt voor ons de uitdaging. Bekistingen van 7 tot 9 m hoog van materiaal als hout, rubber, ijzer en plastic en mallen als een roeiboot of een badkuip. De
aanhechting van verschillende materialen is problematisch. En daar moet dan nog heel veel betonspecie in, in één keer gegoten. Je ziet het materiaal dan rekken en bewegen.” Ook Drost, de betontechnoloog van Befu, ziet er de lol van in. “In ons werk voor de bouw heb je met rechthoekige vormen te maken en dan weet je wat het beton gaat doen. De creaties van Ruud zijn door de veelvormigheid echte uit-
06_KUNST_CEMENT_8_2004
26-11-2004
12:11
Pagina 35
Constructie & uitvoering Bekistingstechniek
dagingen, die steeds moeilijker worden omdat de grootte per sculptuur blijft toenemen. Het is modern handwerk, op maat. De mengsels die dat vraagt, dwingen je om de grenzen van je kennis op te zoeken. Ik volg de wet van de communicerende vaten. Het blijft elke keer spannend als we gaan gieten: houdt de bekisting het, zit er nergens een gaatje, loopt het spul er niet uit?” Cultuurprijs
Voor zijn werk kreeg Kuijer in september de Fentener van Vlissingen Cultuurprijs van de SHV uit handen van de Utrechtse burgemeester mevrouw mr. A.H. Brouwer. Voor zijn oeuvre en voor de unieke en actieve wijze waarop hij zich als beeldend kunstenaar manifesteert. De prijs is tevens een waardering voor zijn bijdrage aan het culturele leven in de stad Utrecht. Kuijer wordt een voorbeeld van een cultureel ondernemer genoemd, die zijn grootschalige project met de betonnen sculpturen realiseert door langdurige onderhandelingen met overheid en bedrijfsleven en hun steun in raad en natura. “Als de financiën zoals altijd een probleem zijn, is steun in natura een uitkomst”, benadrukt Kuijer. “Voor Waterwerk III heb ik van Ballast-Nedam een enorme bekisting gekregen die gebruikt is voor de pijlers van een brug in de Betuweroute. Die heb ik doorgezaagd en de delen zijn verwerkt in de sculptuur. Toen Gerard en Johan dat zagen verschoten ze spontaan van kleur. ‘Wat moeten we daar weer voor verzinnen?’ was hun eerste reactie. Vervolgens gaan ze aan de slag en komen ze met een oplossing. Dat is voor mij ook elke weer een verrassing, of het ze lukt en wat ze voorstellen.” Grimmelikhuijzen: “Want voorop staat dat wij niet bepalen wat de kunstenaar mag doen. Zijn vormen zijn ons uitgangspunt. Alleen als het materiaal de vorm niet meer aankan, de bekisting onmogelijk wordt, dan is de grens
bereikt. Een doosje maken is leuk, maar dat houdt in dit geval het beton niet. Het is verbazingwekkend hoe ver we elke keer weer kunnen gaan. Ons streven was om geen verbindingen door het beton te maken. Na het maken van de definitieve vorm door Ruud
hebben wij in overleg met hem de benodigde verstijvingen aangegeven. Veelal zijn randbalken en kransen rondom de betonvormen geplaatst die zijn uitgevuld met schenkels tegen de betonbekisting, zodat die niet uitklapt. Uitgangspunt voor de bekisting is een
2 | Het Utrechtse ‘bouwteam’ v.l.n.r.: Johan Grimmelikhuijzen, Ruud Kuijer, Gerard Drost
cement 2004
8
35
06_KUNST_CEMENT_8_2004
26-11-2004
12:11
Pagina 36
Constructie & uitvoering Bekistingstechniek
Johan Grimmelikhuijzen Bij bouwtechnisch advies- en constructiebureau Boerkoel voelt ing. J.C. Grimmelikhuijzen (Utrecht, 1956) zich al 26 jaar helemaal thuis. Na zijn opleiding HTS Weg- en waterbouw en constructeur HTI beton en staal trad hij hier in 1979 in dienst. Het bedrijf is al 30 jaar in het centrum van Utrecht gevestigd. Boerkoel houdt zich bezig met alle voorkomende constructies in beton, hout, staal, aluminium et cetera in de utiliteitsbouw, woningbouw en particuliere markt. Als bureau streven ze ernaar een zo breed mogelijk gebied van het bouwen te bedienen, zodat het werk zeer gedifferentieerd blijft. 3 | Detail sculptuur Waterwerk II
Ruud bij Strukton gehaald. Daarna was het voor Mammoet een fluitje van een cent.” Voor de kunstenaar zijn dit soort zaken geen probleem. “Zonder beperkingen ontstaat er geen kunst. Of zoals het juryrapport omschreef: ‘door respect voor de kritische randvoorwaarden ontstaan schitterende creaties’. Terwijl ik vijf jaar geleden al blij was dat ik op het terrein van de Befu mocht werken en hun betontechnoloog mij wilde adviseren. Ik had toen al meegemaakt dat het vloeibare beton door een zelfgemaakte slechte bekisting zo op de vloer uitstroomde. Dan ben je wel even radeloos. Gerard Drost heeft daarna keer op keer de mooiste mengsels in zelfverdichtend beton gemaakt.” Steeds groter
volumegewicht van 20 kN/m3 met een horizontale druk van 20 kN/m2 per m storthoogte. Naden worden veelal afgedicht met siliconenkit en de bekisting wordt daar extra verstevigd. Constructies van deze hoogte en vorm met een gewicht van 40 tot 50 ton zijn geen dagelijkse kost
36 cement 2004
8
voor een constructeur. Bovendien moeten ze ook nog worden vervoerd per vrachtwagen en schip en gehesen kunnen worden. Bij Mammoet zijn ze heel wat hijsklussen gewend, maar in een beeld kun je geen hijsoog gieten. Voor het hijsen hebben we kogelkopankers toegepast en die heeft
Constructeur Grimmelikhuijzen: “Beton stroomt alle kanten op als je niet oplet. Een klein gaatje in de bekisting, zoals Ruud vertelde, en je ziet maanden werk teniet gaan. En hij gaat maar door, steeds groter. Een architect heeft een budget en wensen van de opdrachtgever om rekening mee te houden. Ruud is in feite een hele lastige architect. Een kunstenaar is absoluut niet geremd. Ik mag hem ook niet afremmen en dat vraagt veel ‘fingerspitzengefühl’ want we werken niet met een bouwtekening. Ruud maakt wat schetsen, zegt wat hij wil en daar ga ik mee aan de slag. Tijdens dat proces verandert hij nog van mening, maakt andere vormen en dan kan ik doodleuk opnieuw beginnen.” Betontechnoloog Drost: “Ik mag bedenken hoe we het beton in één keer in al die vormen kunnen gieten. Natrillen kan niet, hooguit kloppen op de bekisting en gelukkig werkt dat goed. Dit doe ik niet elke week, dus blijft het leuk. En per beeld neemt je ervaring toe en weet je waar de problemen kunnen zitten. Omdat het één geheel is, mag je geen stortnaden zien. Duurzaamheid vereist een grote dichtheid, wat ik met fijne deeltjes
06_KUNST_CEMENT_8_2004
26-11-2004
12:11
Pagina 37
Constructie & uitvoering Bekistingstechniek
in het beton bereik en een lage watercementfactor. Het voorkomen van ontmengingverschijnselen blijft leerzaam. Het beeld moet jaren mee en mooi blijven en met schoon beton kan dat. We gebruiken wel een fundering met een speciebed, zodat het geheel stabiel staat.” Met het toenemen van de grootte werden stortnaden toch onvermijdelijk. “In Waterwerk II zit wel een stortnaad, maar die zie je niet”, vervolgt Kuijer. “Opdelen en stapelen was de oplossing om tot 7 m hoog te komen. De menselijke maat beheers ik nu wel, maar voor dit soort formaten geven de technici de doorslag. Ik blijf in de grootte mijn spontaniteit testen, want het is geen creatie die op een tekentafel ontstaat. De maker is in mijn beeld aanwezig.” Drost: “Waterwerk III wordt in een zeer laag tempo in één keer gestort. Door dit lage tempo kan de betonspecie die als eerste wordt gestort, opstijven en gaan binden terwijl we nog aan het storten zijn. Door deze methode blijft de speciedruk op de bekisting op een acceptabel niveau.” Ruud weer: “Samen met Gerard en Johan proberen we problemen te tackelen en zij leren mij realistisch te blijven. Ik was gek op hogesterktebeton vanwege de duurzaamheid, maar door de korrelgrootte van het toeslagmateriaal kun je daar met mijn complexe sculpturen niet meer mee werken. Zij leerden mij ontluchtingsgaten op te nemen, want anders kan de lucht voor het vloeibare beton geen kant op en wordt de druk op de bekisting te hoog. Beton als materiaal voor kunst wordt nauwelijks toegepast. Ik moet alles zelf uitvinden en ervaren. Een kunstenaar als Eduardo Chillida is een voorbeeld, maar hij vertaalt zijn stalen sculpturen in beton. Picasso deed dit ook: hij liet kleine figuren die hij in plaatijzer maakte, uitvoeren in beton. Ik ga puur uit van beton als materiaal, dat bepaalt mijn identiteit. En dat wordt als een nieuwe
opvatting van sculptuur gezien. Niet bedachte spontaniteit, daar gaat het voor mij om. Ik wil nu mijn expressiviteit verder verhogen door de grenzen van beton op te zoeken. Daarbij hebben we als team een gescheiden verantwoordelijkheid. Johan en Gerard
zijn mijn enige beperking. We laten bijvoorbeeld de korven maken bij Spanstaal en die moeten mijn vormen dan wel aankunnen. Een beeld is eenmalig. Er mag geen ‘litteken’ op zitten door het vervoer of het hijsen. We maken het zo goed mogelijk in schoon 4 | In de voormalige hal van Werkspoor ontstaat Waterwerk III dat 9 m hoog wordt, met nogal bijzondere bekisting
Gerard Drost De betontechnoloog werkt ruim 27 jaar bij de Befu, waarvan de laatste 16 jaar als hoofd kwaliteitsdienst. Na de MTS meet- en regeltechniek en de militaire dienstplicht is hij de ‘betonwereld’ ingegaan bij Befu. Drost verricht commissiewerk voor NNI en CUR; de laatste CUR-Aanbeveling waaraan hij meewerkte was nr.100 Schoon Beton. Andere werkzaamheden zijn: docent voor de Betonvereniging en ontwikkelingshulp (betonopleidingen) in Suriname vanuit VNO-NCW, Befu en Betonvereniging. Belangrijke werken: twee Lekbruggen te Vianen (B 65 in vrije uitbouw), Stichtse brug te Huizen (B 85 in vrije uitbouw), studentenhuisvesting Uithof te Utrecht (zelfverdichtend beton).
cement 2004
8
37
06_KUNST_CEMENT_8_2004
26-11-2004
12:11
Pagina 38
Constructie & uitvoering Bekistingstechniek
5 | Ruud Kuijer: “spontaniteit, geen creatie die op een tekentafel ontstaat” foto’s Ingmar Timmer
beton. Een kleine imperfectie vind ik geen punt. Nuances zie je alleen van dichtbij. Als de huid van het beton maar mooi is én blijft.” Toepassing in praktijk
Naast alle plezier en de creatieve uitdagingen hebben de ervaringen van de constructeur en de betontechnoloog ook nog een praktische toepassing gevonden. Een vreemd gevormde wapening of bekisting is voor hen geen punt meer, beton storten in die vormen ook niet. Bij een project is op een moeilijk bereikbare plek onder een snelweg door een blok geboord en zelfverdichtend beton gebruikt waarbij Befu de ervaringen van Drost gebruikte die hij met de sculpturen had opgedaan. “Nooit gedacht dat ik die kennis zo snel kon toepassen”, geeft Drost toe. “Wat in staal gaat, kan ook in beton. Bij de nieuwbouw van de Rabobank hebben we forse kolommen van 15 m hoog in een keer gestort, zonder problemen.”
Ruud Kuijer Na de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in ’s-Hertogenbosch vervolgde Kuijer (Schalkwijk, 1959) zijn opleiding aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht. Sinds 1986 exposeert hij in binnen- en buitenland, zoals het Centraal Museum in Utrecht, Gemeentemuseum Den Haag (solo 1996) en het Wilhelm Lehmbruck Museum in Duisburg (solo 1996-1997). Zijn werk is opgenomen in de collecties van deze musea, in het Stedelijk Museum Amsterdam en in particuliere verzamelingen in Nederland, België, Duitsland en de Verenigde Staten. Het project Sculpture at Land’s End wordt onder meer gesponsord door Bouwfonds Cultuurfonds, stad Utrecht, Mammoet/Van Seumeren Groep en ENCI.
De constructeur weet zijn ervaringen in prefab elementen toe te passen. “Eerst dacht ik dat de vormen het storten beperken, nu niet meer. Vormen zijn onbeperkt mogelijk, de enige grens is prijstechnisch bepaald,” stelt Grimmelikhuijzen. De synergie en samenspraak tussen kunstenaar en technici en
38 cement 2004
8
het begrip voor elkaars wensen werkte zo goed, dat inmiddels diverse sculpturen langs het Amsterdam-Rijnkanaal zijn te bewonderen. Gemaakt met aandacht voor de huid van schoon beton en de expressiviteit van de beelden. ■ Ton Brehm