137
8 ENERGIE De laatste jaren kennen we een trend naar meer duurzame energiebronnen. Tot op heden is het opwekken van hoogwaardige energie uit fossiele brandstoffen nog altijd toonaangevend. Die zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen die een rol spelen in de opwarming van de aarde en de hieruit volgende klimaatswijzigingen. Deze laatste hebben een negatieve effect op de natuur, de mens en de maatschappij als geheel. Daarom zijn maatregelen nodig ter beperking van de uitstoot van broeikasgassen zoals bepaald in het protocol van Kyoto. Verspilling van energie in al zijn gebruiksvormen (verwarming, verlichting, transport, productie) is vanuit het oogpunt ‘duurzaamheid’ onaanvaardbaar: enerzijds leidt het tot uitputting van kostbare grondstoffen (fossiele brandstoffen die essentieel zijn als basischemicaliën), anderzijds ligt de CO²-uitstoot (naast andere verbrandingsgassen) als grondslag voor het broeikaseffect. In het kader van het Klimaatsverdrag dat tot stand kwam in 1992 tijden de VN-conferentie (1997) heeft België zich geëngageerd om in het jaar 2010 minder broeikasgassen uit te stoten (8% minder dan in het referentiejaar 1990). Aangezien bovendien de norm van 6 % hernieuwbare energie tegen 2010 moet gehaald worden en de uitstap uit de kernenergie gepland is, zullen alle overheidsniveau’s de komende jaren hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Als gemeente kan Hooglede enkel participeren aan REG (Rationeel Energiegebruik). De gemeente kan zijn voorbeeldrol opnemen door het intern energiegebruik zo laag mogelijk te houden door het opzetten van een intern energiezorgsysteem. Het tweede aspect waarin de gemeente zijn verantwoordelijkheid kan opnemen is sensibilisatie naar zijn inwoners rond REG. De inspanningen die de gemeente levert ten opzicht van rationeel energiegebruik beginnen reeds met de opmaak van bouwplannen voor gebouwen. De architect – stedenbouwkundig ambtenaar van de gemeente houdt rekening met het toekomstige energiegebruik bij het opstellen van de lastenboeken. Het document ‘energiezuinige gebouwen in de Diensten Sector een handleiding voor het opstellen van lastenboeken’ uitgegeven door CENERGIE wordt als referentie gebuikt.
8.1 BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND 8.1.1 PREMIES EN SUBSIDIES VOOR ENERGIEBESPARING Een overzicht van de actuele te bekomen subsidies voor particulieren i.v.m. energiesparen en REG is te vinden op www.energiesparen.be, ook op de website van de gemeente Hooglede is hierover info te vinden. De gemeente heeft een subsidiereglement voor de aanwending van alternatieve energie. Concreet gaat het om volgende maatregelen: Premie voor de aankoop en plaatsing van een installatie voor de opwekking en aanwending van alternatieve energiebronnen:
Milieubeleidsplan Hooglede 2005-2009
138
Zonne-energie (thermische omzetting van warm water of warme lucht of rechtstreekse productie van elektriciteit) Windenergie (productie van mechanische kracht of elektriciteit Aanwending van biomassa en/of van afval afgeleide stoffen Het subsidiebedrag is vastgesteld op 247,89 euro.
8.1.2 ENERGIEBOEKHOUDING7 De gemeente Hooglede werkt met het energieboekhoudsysteem van CENERGIE genoemd Erbisweb. Dit is mede een initiatief van de WVEM. Dit energieboekhoudsysteem bestaat uit het maandelijks, manueel invoeren van de tellers van de grootste gemeentelijke gebouwen op het internet. De gegevens worden verwerkt door CENERGIE en kunnen vervolgens in tabel of grafiekvorm opgevraagd worden. Uit de resultaten kunnen onregelmatigheden in het energieverbruik worden opgespoord en aangepakt. Het invoeren van de gegevens gebeurt door de technische dienst. De verantwoordelijke van de groendienst heeft de functie van energiecoördinator.
8.1.2.1OVERZICHT VAN DE VERBRUIKEN VAN DE GEBOUWEN VAN DE GEMEENTE HOOGLEDE. Een overzicht van de verbruiken van de gebouwen van de gemeente Hooglede die worden opgevolgd in de energieboekhouding, vindt u in onderstaande tabel (gegevens 2003). Hiernaast staat telkens het percentageverschil8 t.o.v. het verbruik van vorig jaar vermeld. Een positief verschil duidt op een toename van het gebruik. Elektriciteit
Gebouw Gemeenteschool Polyvalente Zaal Sportcentrum Atlanta Rusthuis Gits Sporthal Gits
Verbruik 2003 (kWh)
3 545 85 321 24 002 339 100 111 655
Verschil (%)
-5 + 49 +2 + 14 -7
Brandstof
Verbruik 2003 (m³)
44 299 5 073 14 035 / /
Verschil (%)
-21 -26 -33 / /
Water
Verbruik 2003 (%)
450 218 206 3 821 399
Verschil (%)
+ 38 -27 0 -15 -7
Tabel 22: overzicht van de verbruiken van de gebouwen van de gemeente.
Gemeenteschool: het elektriciteitsverbruik kent een lichte daling, terwijl het waterverbruik een enorme stijging vertoont. Het gecorrigeerd aardgasgebruik kent een sterke daling. Polyvalente zaal: het elektriciteitsverbruik kent een gigantische stijging, vermoedelijk te wijten aan een hogere bezettingsgraad. Het watergebruik en het gecorrigeerd aardgasverbruik kent dan weer een enorme daling. Sportcentrum Atlanta: het brandstofverbruik is sterk gedaald in 2003. 7
bron: WVEM, jaarrapport gemeente Hooglede 2003 Het verschil tussen de brandstofverbruiken van beide jaren werd berekend aan de hand van de gecorrigeerde brandprijzen. 8
Milieubeleidsplan Hooglede 2005-2009
139
Rusthuis Gits: het elektriciteitsverbruik is sterk gestegen wegens een verdubbeling van de bezettingsgraad sinds mei 2002. Het waterverbruik kende een sterke daling. Het brandstofverbruik wordt in dit gebouw niet opgevolgd. Sporthal Gits: zowel het elektriciteits- als het waterverbruik zijn gedaald. Het brandstofverbruik wordt in dit gebouw niet opgevolgd. Veel kengetallen kunnen niet berekend worden door ontbrekende gegevens.
8.1.2.2BEREKENING EN VERGELIJKING VAN DE KENGETALLEN In de volgende drie tabbellen wordt per energiestroom (elektriciteit, verwarming, water) de berekende kengetallen van de opgevolgde gemeentegebouwen weergegeven. Met behulp van kengetallen kunnen energieverbruiken van hetzelfde type met elkaar vergeleken worden. Hiertoe delen we het totaal verbruik door een andere parameter, bijvoorbeeld de verwarmde vloeroppervlakte, het verwarmde volume of het aantal gebouwgebruikers. Door bijvoorbeeld het totale jaarlijkse elektriciteitsverbruik van een bepaald gebouw te delen door de verwarmde vloeroppervlakte van dit gebouw, bekomen we het specifiek energieverbruik. Dit specifiek elektriciteitsverbruik is een kengetal dat kan aangewend worden om gebouwen van hetzelfde type onderling te vergelijken. Kengetallen geven uiteraard slechts een ruwe indicatie van de energiezuinigheid van een gebouw. De situatie die in de praktijk bij gebouwen met een zelfde functie voorkomen, kunnen nogal van elkaar verschillen. Hierbij valt te denken aan verschillen in bouwjaar, gebruikstijden (bijvoorbeeld wel/niet avondgebruik van een school), toegepaste energiebesparende maatregelen, gedrag, nevenfuncties. Kengetallen kunnen wel helpen bij het vastleggen van prioriteiten. Zo kan men beslissen om te starten met energiebeheer en/of energiebesparingacties in de gebouwen met het hoogste kengetal. Opp. Gebouw
Kengetal Kengetal gelijkaardig gebouw berekend
(m²)
(kWh/m²)
Gemeenteschool Polyvalente Zaal
ntb 690
ntb 124
Sportcentrum Atlanta Rusthuis Gits Sporthal Gits
ntb ntb 1500
ntb ntb 74
Laag
Midden
Hoog
(kWh/m²)
(kWh/m²)
(kWh/m²)
22 17 22
45 77 45
68 137 68
8 18
23 35
Beoord.
38 52
(-)
/ Zeer hoog / / Hoog
Tabel 23: vergelijking specifieke ‘elektriciteitsverbruiken’ van de gemeentegebouwen in 2003.
Ntb: niet te berekenen door ontbrekende gegevens. Onderstaande tabel geeft een vergelijking van de specifieke brandstofverbruiken van de gemeentegebouwen in 2003. Het brandstofverbruik werd volgens de graaddagenmethode gecorrigeerd naar een gemiddeld meteorologisch jaar.
Milieubeleidsplan Hooglede 2005-2009
140
Graaddagen en graaduren: het brandstofverbruik voor ruimteverwarming is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Vandaar is het niet zinvol om brandstofverbruiken van verschillende periodes zonder meer met elkaar te vergelijken. Om een vergelijking te kunnen maken tussen brandstofverbruiken over verschillende periodes, moet de klimaatinvloed worden uitgeschakeld. Hiervoor gebruikt men de graaddagenmethode. Graaddagen: in tegenstelling tot de graaddagen die te vinden zijn in diverse publicaties, berekend Erbis zijn graaddagen met de actuele binnen- en buitentemperaturen. De definitie van graaddagen zoals die bij Erbis gehanteerd worden is volgende: het aantal graaddagen in een periode is het aantal dagen in die periode maal het verschil van de buitentemperatuur en de gewenste binnentemperatuur minus interne warmteproductie, mits het buiten kouder is dan binnen, vermenigvuldigd met een weegfactor. Graaduren: ieder uur berekent Erbis per gebouw of zich graaduren hebben voorgedaan. Als buitentemperatuur wordt de (buiten)temperatuur van een officieel meteostation genomen. Als binnentemperatuur wordt gerekend met de in het gebruikspatroon gedefinieerde temperatuur minus de geldende opgegeven interne warmteproductie. De op deze manier berekende graaduren worden omgerekend naar graaddagen. Opp. Gebouw
Kengetal Kengetal gelijkaardig gebouw berekend
(m²)
(kWh/m²)
Gemeenteschool Polyvalente Zaal
ntb 690
ntb 86
Sportcentrum Atlanta Rusthuis Gits Sporthal Gits
ntb ntb ntb
ntb ntb ntb
Laag
Midden
Hoog
(kWh/m²)
(kWh/m²)
(kWh/m²)
109 48 109
188 238 188
267 428 267
94 119
188 190
283 261
Beoord.
(-)
/ Zeer Laag / / /
Tabel 24: vergelijking specifieke brandstofverbruiken van de gemeentegebouwen in 2003
Gebouw
Gebr.dagen Kengetal berekend
Gemeenteschool Polyvalente Zaal Sportcentrum Atlanta Rusthuis Gits Sporthal Gits
(gbdag)
(l/gbdag)
ntb ntb ntb ntb 18000
ntb ntb ntb ntb 22
Kengetal gelijkaardig gebouw Laag
Midden
Hoog
(l/gbdag)
(l/gbdag)
(l/gbdag)
3 5 7 40 7
12 29 20 82 20
21 52 32 124 32
Tabel 25: vergelijking specifieke waterverbruiken van de gemeentegebouwen in 2003
8.2 KNELPUNTEN
Milieubeleidsplan Hooglede 2005-2009
Beoord.
(-)
/ / / / midden
141
K8–1 K8–2 K8–3
Er worden geen specifieke maatregelen getroffen om het energieverbruik te reduceren. Het grote deel van de kengetallen van de energieboekhouding kunnen niet berekend worden door ontbrekende gegevens. Een evaluatie met actiepunten verbonden aan de energieboekhouding is niet bestaande.
8.3 DOELSTELLINGEN De gemeente wil het energiegebruik in zijn gebouwen zo rationeel mogelijk houden. In de ontwerpfase van de gebouwen wordt hiermee rekening gehouden. De gemeente zal duidelijke acties ondernemen om zijn gebouwen energiebewuster in te richten. Over deze acties en de resultaten zal de gemeente zijn inwoners inlichten als onderdeel van de sensibilisatie rond rationeel energiegebruik.
8.4 ACTIEPUNTEN BIJ DE CLUSTER ENERGIE A 8 – 1 Verder opvolgen van het energieboekhoudingsysteem en waar nodig passende maatregelen treffen om het energieverbruik te reduceren. Er wordt samen met de WVEM overlegt waar verdergaande inventarisatie van de gebouwenschil is aangewezen in functie van de energieboekhouding. Wanneer structurele aanpassingen zich opdringen voor bepaalde gebouwen in functie van het energetisch efficiënter maken van de gebouwen wordt dit overwogen binnen de voorziene budgetten en technische haalbaarheid. In overleg met de WVEM zal de gemeente de nodige gegevens voor de energieboekhouding ter beschikking stellen. Initiatiefnemer: gemeente Hooglede Betrokkenen: Intern: milieudienst, energiecoördinator Extern: Periode: 2005-2009 A 8 – 2 De gemeente onderneemt jaarlijks minstens één sensibilisatieactie (actief of passief) naar de burgers of andere doelgroepen toe over duurzaam energiegebruik. Initiatiefnemer: gemeente Hooglede Betrokkenen: Intern: milieudienst, energiecoördinator Extern: Periode: planperiode A 8 – 3 Opstellen van een aanstiplijst met elementaire REG-maatregelen die kunnen genomen worden in dienstgebouwen en alle gebouwen nakijken en een aantal REGelementaire maatregelen nemen. Deze lijst wordt uitgedeeld aan de gebouwenverantwoordelijken en op aanvraag van de burgers. Alle gebouwen worden nagekeken en een aantal zeer elementaire REGmaatregelen worden genomen (elektrische toestellen uitschakelen wanneer niet in gebruik, tochtgaten dichten, nutteloze verlichting verwijderen, preventief nazicht van de verwarmingsinstallaties, nauwkeurig nazicht van de afstelling van de regelsystemen…) Milieubeleidsplan Hooglede 2005-2009
142
Initiatiefnemer: gemeente Hooglede Betrokkenen: Intern: milieudienst, energiecoördinator, gebouwverantwoordelijke Extern: Periode: 2005-2007 A 8 – 4 Een project wordt opgestart ter vervanging van oude apparaten door nieuwe, energiezuiniger apparaten. Armaturen, elektrische apparaten, stookolieketels e.d. worden vervangen door nieuwe, energiezuiniger apparaten. Initiatiefnemer: gemeente Hooglede Betrokkenen: Intern: milieudienst, energiecoördinator, gebouwverantwoordelijke Extern: Periode: 2005-2007 A 8 – 5 De gemeente zal de eigen diensten sensibiliseren i.v.m. de rationele omgang met energie. Het eigen personeel zal verzocht worden rationeel met energie om te gaan (ongebruikte verlichting en toestellen in de lokalen uitschakelen wanneer ze niet in gebruik zijn,…). Dit wordt ondersteund door een sensibilisatie –actie naar het eigen personeel. Initiatiefnemer: gemeente Hooglede Betrokkenen: Intern: milieudienst, energiecoördinator, gebouwverantwoordelijke Extern: Periode: 2005-2007 A 8 – 6 sensibilisatie met betrekking tot controles op verwarmingsinstallaties. De bevolking wordt attent gemaakt op de wettelijke verplichte, jaarlijkse onderhoudsbeurt van de met stookolie of met vaste brandstoffen gestookte verwarmingsketels (waarbij bijzondere aandacht aan rendementsbepaling kan besteed worden). Ook voor andere installaties wordt aangeraden een periodieke controle uit te voeren waarbij naast de milieuaspecten eveneens de veiligheid benadrukt wordt (CO-intoxicatie). Initiatiefnemer: gemeente Hooglede Betrokkenen: Intern: milieudienst Extern: Periode: 2005-2007
8.5 WETGEVING EN BELEID INZAKE ENERGIE De Samenwerkingsovereenkomst ‘Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling’ tussen het Vlaamse Gewest en gemeenten Het duurzaam lokaal energiebeleid moet leiden tot een vermindering van primair energieverbruik door een verbeterde energiehuishouding bij producenten en eindgebruikers. Het streeft naar een verlaging van fossiele of nucleaire brandstoftoepassingen in het voordeel van hernieuwbare energiebronnen.
Milieubeleidsplan Hooglede 2005-2009
143
Aangezien overheden zelf eigenaar of beheerder zijn van diverse gebouwen, domeinen en infrastructuren, vervullen zij een belangrijke voorbeeldfunctie. Ter uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst zullen zij voor een bepaald aandeel van hun eigen gebouwen en domeinen een energiezorgsysteem opstarten die zal leiden tot een daling van het energieverbruik. De overheden zullen hun beleid inzake duurzame energie op lokaal niveau moeten vastleggen in het luik duurzame energie in de gemeente.
Milieubeleidsplan Hooglede 2005-2009