Aan de slag
De enige garanties voor HP-producten en –diensten staan vermeld in de garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten en diensten. De informatie in deze publicatie kan niet worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP software op apparatuur die niet door HP is geleverd. Dit document bevat eigendomsrechtelijke informatie die door de wetten op het auteursrecht wordt beschermd. Geen enkel deel van dit document mag gefotokopieerd, verveelvoudigd of in een andere taal vertaald worden zonder de schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company. Hewlett-Packard Company P.O. Box 4010 Cupertino, CA 95015-4010 USA Copyright © 2000-2005 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Dit product maakt gebruik van copyright-beschermingstechnologie die wordt beschermd door methodeclaims onder bepaalde Amerikaanse patenten en andere rechten van intellectueel eigendom van Macrovision Corporation en andere eigenaars. Gebruik van deze copyrightbeschermingstechnologie moet door Macrovision Corporation goedgekeurd worden en is bestemd voor gebruik in de huiselijke omgeving en ander beperkt gebruik tenzij anderzijds goedgekeurd door Macrovision Corporation. Terugwaartse ontsleuteling en demontering zijn verboden. Apparaatclaims voor Amerikaanse patentnrs 4,631,603, 4,577,216, 4,819,098 en 4,907,093 onder licentie verstrekt uitsluitend voor beperkt kijkgebruik. Microsoft en Windows zijn handelsmerken van Microsoft Corporation geregistreerd in de VS. Apple, iTunes, FireWire, en iPod zijn handelsmerken van Apple Computer Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere landen. Het FireWire logo is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht. De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Inhoud
De computer installeren ................................................................. 1 De computer samenstellen ............................................................................. 1 Verbinden met de computer ...................................................................... 2 De computer voor de eerste keer inschakelen................................................... 4 Uw Internetaccount instellen en verbinden ....................................................... 4 Software en hardwareapparaten installeren..................................................... 5 Uw oude computerinformatie en bestanden overzetten op uw nieuwe computer ..................................................................................... 6 Bureaubladpictogrammen gebruiken............................................................... 6 Compaq Organize software gebruiken ...................................................... 7 Het toetsenbord gebruiken............................................................. 9 De toetsenbordtoetsen aanpassen............................................................ 11 Geluid instellen ............................................................................ 13 Luidsprekers gebruiken................................................................................ 13 3-connector geluid installeren....................................................................... 14 Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler ......................................... 15 6-connector geluid installeren....................................................................... 16 De audioconfiguratiesoftware bepalen ..................................................... 18 De Sound Effect Manager gebruiken (6-connector) .................................... 18 De luidsprekers configureren via de Sound Effect Manager (6-connector)........................................................................... 19 Geluid configureren voor opnamen met de Sound Effect Manager (6-connector)........................................................................... 19 De Realtek HD Sound Effect Manager gebruiken (6-connector, Multi-streaming Audio) ........................................................ 21 De Realtek HD Sound Effect Manager configureren (6-connector, Multi-streaming Audio) ........................................................ 21 Geluid configureren voor opnamen met de Realtek HD Sound Effect Manager (6-connector, Multi-streaming Audio)........................ 22
Inhoud
v
Audioconnectors een andere functie toewijzen met de Realtek HD Sound Effect Manager (6-connector, Multi-streaming Audio)....... 23 Multi-streaming Audio configureren (6 connector, Multi-streaming Audio) ..... 23 Instellen van multi-streaming audio........................................................... 25 De geheugenkaartlezer gebruiken ............................................... 27 De geheugenkaartlezer gebruiken ................................................................ 27 Handleiding voor het invoeren van media ..................................................... 28 Werken met het programma Hardware veilig verwijderen............................... 29 Een tv als een monitor gebruiken ................................................. 31 Benodigde kabels identificeren .................................................................... 31 Op een televisie aansluiten.......................................................................... 31 Computerbeelden weergeven op de televisie ................................................. 33 Tabblad nView ..................................................................................... 33 Tabblad Ge Force ................................................................................. 34 Tabblad Beeldschermen ......................................................................... 34 De TV-optie uitschakelen ............................................................................. 35 Tabblad nView (uitschakelen) ................................................................. 35 Tabblad Ge Force (uitschakelen) ............................................................. 36 Tabblad Beeldscherm (uitschakelen)......................................................... 36 De TV loskoppelen ..................................................................................... 36 De HP Personal Media Drive gebruiken ........................................ 37 Het station aansluiten.................................................................................. 37 Het station plaatsen .................................................................................... 38 Het station identificeren en een stationsletter toewijzen ................................... 39 Het station gebruiken.................................................................................. 40 Het station loskoppelen ............................................................................... 41 Met digitale afbeeldingen werken................................................ 43 Met digitale afbeeldingen werken ................................................................ 43 HP Image Zone Express gebruiken ............................................................... 43 Cd’s en dvd’s afspelen .................................................................. 47 Muziek-cd’s met iTunes afspelen................................................................... 47 Cd’s en dvd’s afspelen met de Windows Media Player................................... 48 Dvd-films afspelen met InterVideo WinDVD.................................................... 48 Land-/regiocodes gebruiken ................................................................... 50 Video-cd’s (VCD) afspelen met InterVideo WinDVD ........................................ 50 Video-cd’s (VCD) afspelen met de Windows Media Player .............................. 51
vi
Aan de slag
Audio- en gegevensschijven maken.............................................. 53 Beschrijfbare schijven wissen voor het opnemen............................................. 54 Werken met audio-cd’s ............................................................................... 54 Audioschijf controleren op foutloze opname ............................................. 55 Audio-cd tips......................................................................................... 55 Audio-cd’s maken .................................................................................. 56 Jukebox schijven maken ......................................................................... 56 Werken met gegevens-dvd’s en -cd’s ............................................................ 57 Gegevensschijf controleren op foutloze opname ........................................ 57 Gegevensschijf tips ................................................................................ 58 Gegevensschijven maken ....................................................................... 58 Een dvd of cd kopiëren ............................................................................... 59 Bestanden archiveren op een dvd of cd......................................................... 60 Werken met Imagebestanden ...................................................................... 60 Een imagebestand maken....................................................................... 61 Van een imagebestand branden.............................................................. 61 Schijflabels aanmaken met LightScribe .......................................................... 61 LightScribe-vereisten............................................................................... 62 Een LightScribe-label branden met Sonic Express Labeler............................ 62 Een LightScribe label branden na een schijf te hebben gebrand met iTunes ............................................................................... 63 Klevende schijflabels gebruiken .............................................................. 64 Informatie betreffende compatibiliteit ............................................................ 64 Schijffuncties en compatibiliteitstabel............................................................. 65 Tabel met beknopte overzichten van optische stations ..................................... 66 Tabel met beknopte softwareoverzichten ....................................................... 67 Videoschijven en films maken ...................................................... 69 Voor u video begint op te halen ................................................................... 69 Sonic MyDVD Videoprojecten ...................................................................... 70 Een videoproject maken .............................................................................. 70 Bestanden toevoegen aan een videoproject .............................................. 71 Video kopiëren naar een videoproject ..................................................... 71 Diapresentaties toevoegen aan een videoproject ....................................... 72 Submenu’s toevoegen aan een videoproject ............................................. 72 De stijl van een videoproject bewerken .................................................... 73 Filmbestanden bewerken ........................................................................ 73 Een videoproject op schijf branden .......................................................... 74 Een videoproject maken met de wizards Direct-to-Disc ................................... 75 Videokwaliteit en schijfgrootte...................................................................... 76 DVD-opnametijd ......................................................................................... 77
Inhoud
vii
Ondersteuning ............................................................................. 79 On line handleidingen zoeken ..................................................................... 79 Handleidingen zoeken op het web ............................................................... 79 Help en ondersteuning op het scherm gebruiken ............................................ 80 Compaq-nieuws gebruiken .......................................................................... 80 Berichten krijgen ................................................................................... 80 Berichten uitschakelen ............................................................................ 81 Berichten opnieuw activeren ................................................................... 81 PC Help & Tools gebruiken.......................................................................... 82 Index ........................................................................................... 83
viii
Aan de slag
De computer installeren
WAARSCHUWING: Lees “Veiligheidsinformatie” in de Handleiding voor garantie en ondersteuning voordat u het systeem installeert en aansluit op de stroomvoorziening. WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/ regio waar uw computer aangeschaft is. Controleer in een ander land de voltagevereisten voordat u de computer op een stopcontact aansluit.
De computer samenstellen Volg de stappen op de installatieposter om uw computer te installeren. Kijk in de computerdoos voor eventuele schriftelijke informatie of updates die van toepassing zijn op dit computermodel. Controleer na het uitpakken en gereedmaken maar voor u de computer gaat gebruiken, of het systeem en uw werkplek zo comfortabel mogelijk zijn ingericht. Raadpleeg de Handleiding voor veiligheid en comfort voor belangrijke ergonomische informatie. WAARSCHUWING: Lees de Handleiding voor veiligheid en comfort om het risico van ernstig letsel te voorkomen. Ze beschrijft de juiste installatie van de werkplek, de correcte houding en gezonde gewoonten bij het werken met de computer. Ze bevat ook belangrijke informatie over het veilig werken met elektrische en mechanische onderdelen.
Om de Handleiding voor veiligheid en comfort weer te geven: • Klik op Start, kies Alle programma’s, kies Gebruikershandleiding , en klik vervolgens op Handleiding voor veiligheid & comfort. Of:
De computer installeren
1
• Typ http://www.hp.com/ergo in het adresvakje van uw webbrowser en druk op de toets Enter op het toetsenbord.
Verbinden met de computer De componenten en locatie, beschikbaarheid en het aantal connectors kan schommelen.
Sluit de belangrijkste randapparaten zoals de monitor, het toetsenbord en de muis aan op de achterzijde van de computer. Andere randapparaten zoals een printer, scanner, camera of andere toestellen kunnen ook worden aangesloten op de achterzijde van uw computer. Sommige modellen hebben ook connectors aan de voorzijde van de computer. De tabel toont niet alle connectors. Connector
Connectorsymbool
Beschrijving Muis (PS/2 connector)
Toetsenbord (PS/2 connector)
USB (universele seriële bus) voor muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USB-aansluiting
Printer (parallel)
Monitor
2
Aan de slag
Connector
Connectorsymbool
Beschrijving Seriële poort voor digitale camera’s of andere seriële apparaten
Serieel
Audio-uitgang (luidsprekers met voeding)
OUT
Audio-ingang (Line In)
IN
Koptelefoon
Microfoon
FireWire® (IEEE 1394) voor videocamera’s of andere apparaten met snelle overdrachtssnelheden.
De computer installeren
3
De computer voor de eerste keer inschakelen Nadat u de stappen op de installatieposter hebt uitgevoerd, kunt u de computer inschakelen. 1 Druk op de aan/uit-knop van de monitor. 2 Druk op de aan/uit-knop aan de voorkant van de computer. 3 Schakel de luidsprekers in, indien aanwezig. 4 Klik op een optie om de taal te selecteren (indien van toepassing voor uw model). Klik op OK en bevestig de keuze door op Ja te klikken. Vervolgens worden uw instellingen door de computer verwerkt. Dit kan even duren. (Het instellen van een taal op de computer kan maximaal 30 minuten duren.) 5 Geef instellingen voor Microsoft® Windows® op volgens de instructies op het scherm. 6 Volg de wizard Eenvoudige Internetaanmelding om een Internetverbinding in te stellen (enkel op bepaalde modellen). Indien u op dit ogenblik geen Internetverbinding wenst in te stellen, kan eenvoudige Internetaanmelding op een later tijdstip ook handmatig worden gestart. Zie “Uw Internetaccount instellen en verbinden” op pagina 4. 7 Volg de wizard Eenvoudige installatie om de pc veiligheidstools bij te werken, de pc te registreren en de pc-installatie te beëindigen (enkel op bepaalde modellen). Indien u beslist om de installatie op een later tijdstip te voltooien, kan de wizard worden opgestart door te dubbelklikken op het pictogram Eenvoudige installatie op het bureaublad.
Uw Internetaccount instellen en verbinden Voordat u verbinding kunt maken met het Internet dient u een account te openen bij een zogeheten Internetaanbieder. Indien de Internetservice niet geïnstalleerd werd tijdens de initiële installatie van de pc, kan deze worden geïnstalleerd wanneer het u schikt. 1 Zorg ervoor dat de modem of andere Internettoegangskabel aangekoppeld is. OPMERKING: Als u gebruik wilt maken van een hoge snelheid breedbandverbinding (kabel of DSL), neem dan contact op met de Internetaanbieder voor informatie over de benodigde software en hardware.
2 Open Eenvoudige Internetaanmelding en stel een Internetaccount in: Dubbelklik op het pictogram Eenvoudige Internetaanmelding op het bureaublad. Of:
4
Aan de slag
3 Klik op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s, On line services en klik op Eenvoudige Internetaanmelding. OPMERKING: Eenvoudige Internetaanmelding verschaft een lijst van Internetaanbieders, maar u kunt een andere ISP kiezen of een bestaande account naar deze pc overbrengen.
4 Maak een verbinding met uw Internetaanbieder en met het Internet: •
Dubbelklik op het door de Internetaanbieder geleverde pictogram op het bureaublad.
Of: •
Druk op de toets Verbinden (of Internet) op het toetsenbord (alleen bepaalde modellen).
Of: •
Als uw computer altijd verbonden is met uw Internetaanbieder, opent u uw browserprogramma zoals Internet Explorer. Klik op Start, Alle programma’s, On line services en klik op Internet Explorer.
OPMERKING: Indien u vragen hebt, neem rechtstreeks contact op met de Internetaanbieder.
Software en hardwareapparaten installeren Nadat u de computer voor het eerst hebt ingeschakeld, kunt u de softwareprogramma’s installeren die op cd’s of dvd’s in de computerdoos aanwezig zijn (enkel bepaalde modellen). Mogelijk wilt u bijkomende softwareprogramma’s of hardwareapparaten installeren op uw computer. Voor de installatie, maak een herstelpunt met het Microsoftprogramma Systeemherstel en herstart de pc na de installatie. Door Systeemherstel te gebruiken, bent u zeker dat u een terugkeerpunt hebt voor zich een probleem voordoet. Voor informatie over systeemherstel, raadpleeg de Microsoft website op: http://www.microsoft.com/worldwide/ Kies software die compatibel is met uw computer – controleer het besturingssysteem, geheugen en andere vereisten die vermeld staan voor de nieuwe software voor compatibiliteit met uw computer. OPMERKING: Gebruik enkel software met licentie. Gekopieerde software installeren kan illegaal zijn of uw computer met een virus infecteren.
Installeer de nieuwe software volgens de instructies van de fabrikant van de software. Raadpleeg de documentatie van de fabrikant of de informatie van de klantenservice als u hulp nodig hebt.
De computer installeren
5
Voor antivirussoftware, deïnstalleer het bestaande softwareprogramma voor u het opnieuw installeert of een nieuw antivirusprogramma installeert.
Uw oude computerinformatie en bestanden overzetten op uw nieuwe computer Zie de ingebouwde Microsoft Windows Help en ondersteuning: 1 Klik op Start, Alle programma’s, Help en ondersteuning. 2 Zoek naar wizard overzetten, en selecteer het overzichtsartikel, “Overzicht Bestanden en instellingen overzetten.” Deze informatie beschrijft een Microsoftoplossing om bestanden naar uw nieuwe computer over te zetten.
Bureaubladpictogrammen gebruiken Het bureaublad heeft snelkoppelingspictogrammen die het u gemakkelijker maken te vinden wat u zoekt. Pictogram
6
Aan de slag
Opent
Gebruiken om
Help en ondersteuning (enkel op bepaalde modellen)
Helpinformatie over uw computer op het scherm te bekijken.
Eenvoudige Internetaanmelding
Een nieuwe of een bestaande Internetaccount te installeren.
HP Image Zone Express (enkel op bepaalde modellen)
Uw foto’s, gescande afbeeldingen en videoclips te beheren en te beschermen.
Compaq Organize (Enkel bij bepaalde modellen)
Uw pc-snelkoppelingen en favoriete Internetkoppelingen te organiseren.
Compaq Organize software gebruiken Compaq Organize software (enkel op bepaalde modellen) is een bureaubladtool die u gebruikt om uw computersnelkoppelingen en uw favoriete Internetkoppelingen te organiseren. U gebruikt het om belangrijke dingen die u doet op de computer en het Internet te organiseren en te ordenen op de gewenste manier. Compaq Organize maakt al uw informatie beschikbaar met slechts enkele muisklikken. Compaq Organize ziet eruit als een venster met meerdere categorieframes. Elke categorie heeft koppelingen naar Internetbestemmingen of snelkoppelingen naar softwareprogramma’s of bestanden op uw computer. Gebruik het playergebied voor het weergeven van afbeeldingen, voor het beluisteren van uw MP3-muziekbestanden die op de computer werden opgeslagen of voor het bekijken van videoclips. Er is een zoekbalk aan de bovenkant van Compaq Organize waar u de gewenste zoekengine kunt selecteren. Compaq Organize openen: Dubbelklik op het bureaubladpictogram. Of: 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Klik op Compaq Organize.
De computer installeren
7
8
Aan de slag
Het toetsenbord gebruiken
Uw toetsenbord bevat standaardtoetsen, statuslampjes, en speciale toetsen (enkel op bepaalde modellen).
Speciale toetsenbordtoetsen identificeren De speciale toetsen (alleen op bepaalde modellen) bevinden zich boven aan het toetsenbord. (Bij sommige modellen bevinden deze speciale toetsen zich links van de hoofdtoetsen.) Met deze toetsen bedient u een cd- of dvd-speler, maakt u verbinding met Internet of heeft u snel toegang tot specifieke functies. OPMERKING: Het aantal, de locatie en de benaming van de toetsen verschillen per type toetsenbord.
Pictogram
Compaq of
Functie
Beschrijving
Stand-by
Plaatst de computer in een energiebesparende modus (het scherm is zwart maar de computer is nog steeds ingeschakeld). Om de weergave terug te brengen op het scherm drukt u op een toets op het toetsenbord of nogmaals op Stand-by. Het kan 10 à 30 seconden duren voordat het beeld weer verschijnt.
Gebruiker
Schakelt heen en weer tussen gebruikers van de computer.
Compaq Deze Presario
Activeert de koppeling naar de website van Compaq.
Help
Opent het Help- en ondersteuningscentrum.
Afbeeldingen (foto’s)
Opent een beeldverwerkingsprogramma. Kan opnieuw geconfigureerd worden.
of of
Het toetsenbord gebruiken
9
Pictogram
Functie
Beschrijving
Muziek
Start iTunes of de Windows Media Player. Kan opnieuw worden geconfigureerd.
Video
Opent een videoverwerkingsprogramma. Kan opnieuw worden geconfigureerd.
of
Winkelen of Sport of Financiën of of
Met het Internet verbinden
Brengt u naar populaire websites. Kan opnieuw worden geconfigureerd zodat een andere site of applicatie wordt geopend.
Zoeken of Chatten of E-Mail of Amusement Aanbiedingen
A B
Mediaregeling (CD/DVD/ MP3)
Bestuurt een schijfspeler. A Lade openen en sluiten B Opnemen C Afspelen of pauzeren
D
D Stop
F
Aan de slag
Opent de rekenmachine. Kan opnieuw geconfigureerd worden.
C
E
10
Rekenmachine
E
Naar vorige nummer springen
F
Naar volgende nummer springen
Pictogram of
of
–+ of
Functie
Beschrijving
Volumeregelaars (volumedraaiknop of de knoppen Volume omhoog en omlaag)
Volumedraaiknop: verhoogt het speakervolume als u de knop naar rechts draait, en verlaagt het volume als u de knop naar links draait. Kan oneindig worden gedraaid, zelfs nadat het maximale volume is bereikt.
Mute (Dempen)
Schakelt de luidsprekers aan en uit.
Druktoetsen voor volume omhoog en omlaag: druk op de toets Volume omhoog om het volume te verhogen en op de toets Volume omlaag om het volume te verlagen.
OPMERKING: Het aantal, de locatie en de benaming van de toetsen verschillen per type toetsenbord.
De toetsenbordtoetsen aanpassen U kunt de speciale toetsen van het toetsenbord opnieuw configureren om andere programma’s of bestanden te openen of om contact te leggen met uw favoriete websites. 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Configuratiescherm. 3 Klik op Printers en andere hardware, indien aanwezig. 4 Dubbelklik op Toetsenbord. 5 Dubbelklik op het tabblad Toetsen op de toets die u wilt wijzigen. 6 Voor het configureren van toetsen, klik op de Pijltoets rechts naast de lijst en kies de knopfunctie, zoals Complexe externe pagina met label of Eenvoudig lokaal bestand met label. 7 Voer een weergavelabel en het adres in. Voor een webpagina, voer een URL in. 8 Klik op OK. 9 Klik op Toepassen op het tabblad Toetsen. 10 Herhaal de stappen 5 t/m 9 voor elke toets die u opnieuw wilt configureren. 11 Klik op OK om te voltooien. OPMERKING: Als u op Standaardinstellingen klikt op het tabblad Toetsen zet u
alle Internetknoppen terug op de fabrieksinstellingen.
Het toetsenbord gebruiken
11
12
Aan de slag
Geluid instellen
Luidsprekers gebruiken De luidsprekers worden met de monitor geleverd (alleen op bepaalde modellen) of worden afzonderlijk verkocht. Uw computer ondersteunt alleen een actief luidsprekersysteem (met voeding); het luidsprekersysteem moet zijn eigen netsnoer hebben. OPMERKING: Een stereoluidsprekerset is een tweeweg (links/rechts) luidsprekersysteem. Een meerweg-luidsprekersysteem is een systeem met meer dan twee kanalen, eventueel inclusief een subwoofer. Een systeem bijvoorbeeld met 7.1 kanalen werkt in de stand voor acht luidsprekers en heeft twee luidsprekers voor (links-rechts), twee aan de zijkanten (links/rechts), twee achter (links/rechts), een centrale luidspreker en een subwoofer. OPMERKING: Als uw computer een geluidskaart bevat (enkel op bepaalde modellen), raadpleeg de documentatie die bij de geluidskaart geleverd werd.
De computer ondersteunt een reeks geluidopties en luidsprekerconfiguraties. U kunt uw computer instellen voor twee stereoluidsprekers of voor een meerwegluidsprekersysteem. Hiertoe sluit u het luidsprekersysteem op de computer aan en configureert u de software voor de audio-output. Voor bijzonderheden over het aansluiten van de stereoluidsprekers op de PC kunt u de installatieposter raadplegen. Plaats, beschikbaarheid en aantal connectoren kunnen verschillen. • Indien uw pc drie geluidsconnectors bevat (enkel op bepaalde modellen) aan de achterzijde van de PC, zie “3-connector geluid installeren” op pagina 14.
OUT
IN
• Indien uw pc zes geluidsconnectors bevat (enkel op bepaalde modellen) aan de achterzijde van de PC, zie “6-connector geluid installeren” op pagina 16.
Geluid instellen
13
3-connector geluid installeren Computermodellen met drie geluidsconnectors (enkel op bepaalde modellen) aan de achterkant van de computer, ondersteunen tot zes kanalen geluid (5.1 luidsprekeruitvoer) en gebruiken de Multi-channel Sound Manager om de software-instellingen te configureren.
Het luidsprekersysteem op de computer aansluiten (3-connector) Het 3-connector audioluidsprekersysteem gebruikt de Audio In, Audio Out en Mic connectors aan de achterzijde of voorzijde van de pc. Raadpleeg de installatieposter voor de locatie van de connectors. 1 Sluit, terwijl het luidsprekersysteem uit staat, de luidsprekers en de subwoofer (indien van toepassing) aan. Raadpleeg de documentatie van de luidsprekers. 2 Schakel de computer uit. 3 Sluit de drie kabelstekkers van het luidsprekersysteem aan op de connectors aan de achterzijde van de computer (zie de volgende tabel). Stekkers van luidsprekers aansluiten
2 Luidsprekersmodus
Stand voor vier luidsprekers met 4,1 kanalen
Stand voor zes luidsprekers met 5,1 kanalen
Voorste luidsprekers
Voorste luidsprekers
Voorste luidsprekers
Audiouitgang (lichtgroen)
Niet gebruikt voor luidsprekers
Achterste luidsprekers
Achterste luidsprekers
Audioingang (blauw)
Niet gebruikt voor luidsprekers
Niet gebruikt voor luidsprekers
Middelste luidspreker/ subwoofer
Microfoon (roze)
Naar computera ansluiting
Pictogram van connector
OUT
IN
4 De pc inschakelen. 5 Zet het luidsprekersysteem aan. 6 Configureer de audio-output voor het 3-connector meerweg luidsprekersysteem door de volgende procedure uit te voeren.
14
Aan de slag
De Multi-Channel Sound Manager configureren (3-connector) 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Klik op Multikanaals geluidsbeheer. Het venster Meerwegaudioconfiguratie wordt geopend. OPMERKING: Als de tab Configuratie van luidsprekers ontbreekt, beschikt de computer niet over meerwegvoorzieningen. Hij beschikt echter wel over (stereo) output via twee kanalen.
4 Klik op de tab Configuratie van luidsprekers. 5 Selecteer de optie die betrekking heeft op het aantal luidsprekers in het systeem. Kies bijvoorbeeld de stand voor 6 luidsprekers bij een systeem met 5.1 kanalen. Klik op de tab Luidsprekertest en klik op het pictogram van een luidspreker om deze te testen. 6 Klik op OK. Om een microfoon te gebruiken voor opnames, zie “De microfoon gebruiken met de Multi-Channel Sound Manager (3-connector)” op pagina 15. Als u in een dvd-film met meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt). Raadpleeg “Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler” op pagina 15.
De microfoon gebruiken met de Multi-Channel Sound Manager (3-connector) Het 3-connector meerweg-luidsprekersysteem (alleen op bepaalde modellen) wordt aangesloten op de connectors voor de microfoon, Audio (Line) ingang en Audio (Line) uitgang aan de achterzijde van de computer. Uw computer heeft mogelijk een tweede microfoonconnector aan de voorzijde van de computer. Indien aanwezig is deze microfoonconnector klaar voor gebruik en heeft deze geen invloed op het gebruik van het meerweg-luidsprekersysteem. Om de microfoonaansluiting aan de achterzijde van de computer te gebruiken met een meerweg-luidsprekersysteem, moet u de kabels voor de meerwegluidsprekers loskoppelen en de audioconfiguratie wijzigingen in een audiosysteem met twee kanalen. Raadpleeg “De Multi-Channel Sound Manager configureren (3-connector)” op pagina 15 om de audioconfiguratie in te stellen.
Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler Het programma InterVideo WinDVD (alleen op bepaalde modellen) is ingesteld voor (stereo) uitgang via twee luidsprekers. Als u in een dvd-film met meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt).
Geluid instellen
15
1 Plaats een dvd in het station of start InterVideo WinDVD. Klik op Start, kies Alle Programma’s, kies InterVideo WinDVD, selecteer Inter video WinDVD Player en InterVideo WinDVD. 2 Klik met de rechtermuisknop in het WinDVD-videovenster en kies Instellen. Het venster Instellen wordt geopend. 3 Klik op het tabblad Audio. 4 Klik op de optie voor het aantal luidsprekers waaruit het meerwegsysteem bestaat. 5 Klik op Toepassen. OPMERKING: Om de luidsprekers te testen (enkel voor meerwegluidsprekers), klikt u op de knop Testen. Het nummer van de gebruikte luidspreker verschijnt in het WinDVD-bedieningspaneel. Klik op Stoppen.
6 Klik op OK. OPMERKING: Als u een dvd in stereo wilt afspelen, wijzigt u de audioeigenschappen voor WinDVD zodat deze overeenkomen met de instellingen van de opgenomen dvd-audio-output.
6-connector geluid installeren Pc-modellen met zes connectors aan de achterkant van de pc, ondersteunen tot acht geluidskanelen (7.1 luidsprekeruitvoer).
De audioconnectors (6-connector) identificeren Uw computer ondersteunt maximaal acht luidsprekers in een meerwegluidsprekersysteem en maakt hiervoor gebruik van zes connectors op de achterkant. De computer is ook voorzien van digitale Audio Out- en Audio In-connectors voor digitale geluidsapparatuur zoals een dvd-recorder of een digitale stereo-ontvanger/ versterker.
16
Aan de slag
A Zijluidspreker-poort (Side)
De connectors voor het 6-connector meerweg-luidsprekersysteem bevinden zich aan de achterzijde van de pc. A
B
C
D
E
F
B Achterluidsprekerpoort (Rear) C Middenluidspreker/ subwoofer-poort (C/Sub) D Microfoon (mic) E Audiouitgang (Out) voor voorste luidsprekers F Audio-ingang (in)
Het luidsprekersysteem op de computer aansluiten (6-connector) 1 Sluit, terwijl het luidsprekersysteem uit staat, de luidsprekers en de subwoofer (indien van toepassing) aan. Raadpleeg de documentatie van de luidsprekers. 2 Schakel de computer uit. 3 Sluit de kabelstekkers van de subwoofer op de connectors op de achterkant van de computer aan. (zie de volgende tabel). Kabel (stekker) van luidspreker aansluiten voor:
Op computerpoort (label, naam, kleur):
Voorste luidsprekers (of twee stereoluidsprekers)
Audio uitgang (E, out, lichtgroen)
Zijluidsprekers
Zijluidspreker (A, side, grijs)
Achterste luidsprekers
Achterste luidspreker (B, rear, zwart)
Middenluidspreker/subwoofer
Middenluidspreker/subwoofer [C, C/Sub] (goud)
4 De pc inschakelen. 5 Zet het luidsprekersysteem aan. 6 Configureer de audio-output voor het 6-connector meerweg luidsprekersysteem door de volgende procedure uit te voeren.
Geluid instellen
17
De audioconfiguratiesoftware bepalen Pc-modellen met zes geluidsconnectors gebruiken ofwel de Sound Effect Manager of de Realtek HD Sound Effect Manager voor het configureren van de audiosoftwareinstellingen. Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, en Spraak, geluid en audioapparaten. • Indien Sound Effect Manager aanwezig is, volg de instructies voor “De Sound Effect Manager gebruiken (6-connector)” op pagina 18. • Indien Realtek HD Sound Effect Manager aanwezig is, volg de instructies voor “De Realtek HD Sound Effect Manager gebruiken (6-connector, Multistreaming Audio)” op pagina 21.
De Sound Effect Manager gebruiken (6-connector) De Sound Effect Manager heeft vier knoppen, waarmee u de regelschermen kunt weergeven. Ga als volgt te werk om de Sound Effect Manager te openen: 1 Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, en Spraak, geluid en audioapparaten en Sound Effect Manager. 2 Klik op een van de knoppen nabij de bovenkant van het venster om het betreffende regelscherm te zien. De regelschermen van de Sound Effect Manager: • Geluidseffect — hiermee selecteert u de instellingen Omgeving en Equalizer. Hier kunt u een omgeving selecteren, zoals Onder water of Auditorium. Om de Equalizer te gebruiken klikt u op de aan-/uitknop in het midden van de cirkelvormige regelaar; nu wordt de Equalizer geactiveerd. Nu kunt u op een vooraf ingestelde knop klikken, zoals Pop of Live, of handmatig uw eigen voorkeuren instellen en deze dan voor later gebruik opslaan. • Luidsprekerconfiguratie — hiermee selecteert u het aantal luidsprekers en geeft u de aansluitingshandleiding weer; deze optie bevat tevens de knop Luidsprekertest om de luidsprekers mee te testen. Als in de aansluitingshandleiding bij een connector geen beschrijvende tekst vermeld staat, betekent dit dat die connector voor de gekozen luidsprekerconfiguratie niet wordt gebruikt. • Digitale Audio — hiermee selecteert u de output en de frequentie van de digitale audio voor de digitale audio-connectors van de computer. • Audio Wizard — maakt het mogelijk om de microfoonconnector en de hoofdtelefoonconnector een andere functie te geven om een andere audiofunctie uit te voeren.
18
Aan de slag
De luidsprekers configureren via de Sound Effect Manager (6-connector) 1 Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, en Spraak, geluid en audioapparaten en Sound Effect Manager. 2 Klik op de knop Configuratie van luidsprekers. 3 Selecteer het aantal luidsprekers in het systeem. Kies bijvoorbeeld 7.1 luidsprekers. Als in de aansluitingshandleiding bij een connector geen beschrijvende tekst vermeld staat, betekent dit dat die connector voor de gekozen luidsprekerconfiguratie niet wordt gebruikt. OPMERKING: Klik op de knop Luidsprekertest om de luidsprekers te testen.
4 Klik op OK. Als u in een dvd-film met meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt). Raadpleeg “Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler” op pagina 15. Om een microfoon te gebruiken of de pc in te stellen voor opnamen, zie “Geluid configureren voor opnamen met de Sound Effect Manager (6-connector)” op pagina 19.
Geluid configureren voor opnamen met de Sound Effect Manager (6-connector) De microfoon-connector op de voorkant van de computer is klaar om geluid op te nemen. Als u voor de opname een andere connector wilt gebruiken, zoals de digitale audio-in-aansluiting, dient u voor de selectie hiervan deze stappen te volgen. OPMERKING: De roze en groene connectors aan de voorzijde van een pc kunnen een andere taak krijgen om andere audiofuncties uit te voeren; raadpleeg “Andere functies toewijzen aan de audioconnectors met behulp van de Audio Wizard (6-connector)” op pagina 20.
1 Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, en Spraak, geluid en audioapparaten en Geluid en audioapparaten. 2 Klik op het tabblad Audio. 3 Selecteer onder Sound recording (Geluid opnemen) het standaard apparaat uit het vervolgmenu. Kies uit de volgende opties: •
RealTek HD Front Pink Jack (RealTek HD roze connector voorkant) om de microfoonconnector op de voorkant van de computer te gebruiken.
Geluid instellen
19
•
RealTek HD Digital Input (RealTek HD digitale input) om de digitale audio-inputconnector op de achterkant van de computer te gebruiken. RealTek HD Front Green Jack (RealTek HD groene connector voorkant) om de groene connector op de voorkant van de computer te gebruiken. Back Line In/Mic, Front Line In (Line In/Mic op de achterkant of Line In op de voorkant) om de microfoon (Mic)- of de audio-ingang (Line In)-connector op de achterkant van de computer te gebruiken of om de audio-ingang-connector op de voorkant van de computer te gebruiken. Indien Back Line in/Mic, Front Line in geselecteerd is, klik op Volume. Het venster Opnameregeling wordt geopend. Klik op het vakje Selecteren onder de connector die u wilt gebruiken zodat een vinkje in het vak verschijnt. Sluit het venster Opnameregeling.
•
•
4 Klik op Toepassen en OK om het venster Geluid en audioapparaten te sluiten.
Andere functies toewijzen aan de audioconnectors met behulp van de Audio Wizard (6-connector) Wanneer u op de knop Audio Wizard klikt, wordt er een venster geopend waarin de drie audio-connectors op de voorkant van de computer zichtbaar zijn. OPMERKING: De connectors aan de voorkant van uw pc kunnen variëren, kijk naar het connectorpictogram en de kleur.
/ A
B
C A B
C
Connector
Naam
A
Audio-ingang (Line In)
Pictogram
Color Lichtblauw
IN
B
Microfoon
Roze
C
Koptelefoon
Limoengroen
Of:
of
OUT
Audio-uitgang (Line Out) Om de Audio Wizard te activeren selecteer het vakje Automatisch detecteren bij het aansluiten, en klik op OK.
20
Aan de slag
Via de Audio Wizard kan aan zowel de microfoonconnector (B) als aan de hoofdtelefoonconnector (C) op de voorkant van de computer een andere audiofunctie worden toegewezen. Deze twee connectors zijn universele audiostekkers. Wanneer u hier een kabel op aansluit, vraagt de wizard u om de functie voor deze kabel uit een lijst te selecteren en stelt dan voor de universele audiostekker de gekozen functie in. De volgende functies zijn mogelijk: • Stereoluidspreker (uit) • Microfoon (in) • Hoofdtelefoon (uit) • Audio-ingang (Line In)
De Realtek HD Sound Effect Manager gebruiken (6-connector, Multi-streaming Audio) 1 Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, en Spraak, geluid en audioapparaten en Realtek HD Sound Effect Manager. 2 Klik op een tabblad nabij de bovenkant van het venster om het betreffende regelscherm te zien. • Geluidseffect — hiermee selecteert u de instellingen Omgeving en Equalizer. Hier kunt u een omgeving selecteren, zoals Onder water of Auditorium. Om de Equalizer te gebruiken klikt u op de aan-/uitknop in het midden van de cirkelvormige regelaar; nu wordt de Equalizer geactiveerd. Nu kunt u op een vooraf ingestelde knop klikken, zoals Pop of Live, of handmatig uw eigen voorkeuren instellen en deze dan voor later gebruik opslaan. • Mixer — maakt de regeling mogelijk van volume, afspelen, dempen, opnemen and multi-streaming audio. Klik op de knop Multi-streaming instellen om multi-streaming in te stellen. • Audio I/O — selecteeert het aantal luidsprekers, toont of de plugs analoog of digitaal zijn, en selecteert het Digitale Audiouitvoer- en Digitale invoerapparaat. Enkel de gebruikte luidsprekers worden weergegeven. • Microfoon — maakt een fijne regeling mogelijk van de kwaliteit van microfoon/opname. Omvat knoppen voor geluidsonderdrukking en akoestische echo-onderdrukking.
De Realtek HD Sound Effect Manager configureren (6-connector, Multi-streaming Audio) 1 Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, en Spraak, geluid en audioapparaten en Realtek HD Sound Effect Manager. 2 Klik op het tabblad Audio I/O.
Geluid instellen
21
3 Selecteer de optie die betrekking heeft op het aantal luidsprekers in het systeem. Kies bijvoorbeeld 7.1 luidsprekers. Enkel de gebruikte connectors worden weergegeven, indien de connector niet wordt weergegeven, betekent dit dat deze niet wordt gebruikt voor de geselecteerde luidsprekerconfiguratie. 4 Klik op OK. Als u in een dvd-film met meerdere kanalen alle luidsprekers wilt horen, moet u de audio-eigenschappen van WinDVD aanpassen aan uw luidsprekerconfiguratie (als uw programma InterVideo WinDVD meer dan twee kanalen ondersteunt). Raadpleeg “Meerweg-audio-output instellen voor dvd-speler” op pagina 15. Om een microfoon te gebruiken of de pc in te stellen voor opnamen, zie “Geluid configureren voor opnamen met de Realtek HD Sound Effect Manager (6-connector, Multi-streaming Audio)” op pagina 22. Om Multi-streaming Audio te gebruiken, zie “Multi-streaming Audio configureren (6 connector, Multi-streaming Audio)” op pagina 23.
Geluid configureren voor opnamen met de Realtek HD Sound Effect Manager (6-connector, Multi-streaming Audio) De microfoonconnector op de voorkant van de 6-connector audio computer is klaar om geluid op te nemen. Als u voor de opname een andere connector wilt gebruiken, zoals de digitale audio-in-aansluiting, dient u voor de selectie hiervan deze stappen te volgen. OPMERKING: De roze en groene connectors aan de voorzijde van een pc met 6-connector geluid kunnen een andere taak krijgen om andere audiofuncties uit te voeren; raadpleeg “Andere functies toewijzen aan de audioconnectors met behulp van de Audio Wizard (6-connector)” op pagina 20.
1 Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, en Spraak, geluid en audioapparaten en Realtek HD Sound Effect Manager. 2 Klik op het tabblad Mixer. 3 In Opnemen klik op de keuzelijst. Kies uit de volgende opties: • RealTek HD Digitale Invoer om de digitale audio in connector te gebruiken (enkel op bepaalde modellen). •
Line in/Mic in om de Audio Line In (In) of de Microfoon (Mic) connectors te gebruiken.
4 Klik op OK om het venster te sluiten.
22
Aan de slag
Audioconnectors een andere functie toewijzen met de Realtek HD Sound Effect Manager (6-connector, Multi-streaming Audio) De roze en groene connectors aan de voorkant van de pc connectors kunnen indien nodig een andere functie krijgen. 1 Klik op Start op de taakbalk, Configuratiescherm, Spraak, geluid, apparaten en Realtek HD Sound Effect Manager. 2 Klik op het tabblad Audio I/O. 3 Klik op het gereedschappictogram in het Voorpaneel-deel. Het venster voor connectorinstelling verschijnt. 4 Selecteer Automatisch detecteren bij het aansluiten en klik op OK. De roze en groene connectors aan de voorkant kunnen nu worden gebruikt als invoer- of uitvoerapparaten.
Multi-streaming Audio configureren (6 connector, Multi-streaming Audio) Met de Realtek HD Sound Effect Manager software kunt u naar twee verschillende audiobronnen op twee verschillende luidsprekersets luisteren. U kunt bijvoorbeeld één audiobron horen via een luidsprekeraansluiting op de achterkant en een tweede bron via een hoofdtelefoon- of luidsprekeraansluiting op de voorkant. U moet Multi-streaming audio configureren voor uw systeem als u twee audiobronnen op afzonderlijke luidsprekers wilt horen.
Overzicht audio-uitvoer De audio-uitgang op de voorkant is de (groene) stereo hoofdtelefoonaansluiting. De uitgangen aan de achterkant zijn de luidsprekerconnectors die ingesteld kunnen worden als meerweg out van stereoconfiguraties (2.0) tot 7.1-configuraties (enkel op bepaalde modellen). Raadpleeg uw gebruikersdocumentatie voor de installatie van luidsprekers met voeding of van een AV-ontvanger.
Geluid instellen
23
Overzicht audio-invoer U kunt twee van de volgende audiobronnen selecteren om te gebruiken via de hoofdtelefoonconnector aan de voorkant en de luidsprekerconnectors aan de achterkant. 1 Vanaf een extern aangesloten apparaatbron zoals: • •
Een microfoon met kabel aangesloten op Mic In (roze). Een MP3-spelerkabel aangesloten op Line In (blauw).
2 Vanaf een interne bron binnenin, of direct aangesloten op de pc. Audiobestanden kunnen zich bevinden op vaste schijven, dvd’s, cd’s, USBstations, HP Personal Media Drives, of elk aangesloten apparaat. Speel interne mediabestanden af met behulp van programma’s zoals: •
Windows Media Player
•
WinDVD
•
HP Tunes
•
Andere geïnstalleerde mediaspeler software
OPMERKING: Voor digitale Audio In kan geen multi-stream worden gebruikt.
Wanneer multi-streaming audio te gebruiken U kunt twee audiobronnen multi-streamen zoals beschreven in de volgende typische voorbeelden: 1 Voor on line games, wanneer u 5.1 spelgeluid op uw AV-ontvanger of luidsprekers met voeding hoort, terwijl u ook een spelgesprek op uw headset hoort. Zie Voorbeeld 1. 2 Voor digitale home entertainment, wanneer u: • Dvd-geluid hoort op de tv/het scherm in uw woonkamer of op uw AVontvanger vanaf de luidsprekeraansluitingen aan de achterkant. • Terwijl u ook de pc-hoofdtelefoon of luidsprekers met voeding hoort die zijn aangesloten op de groene hoofdtelefoonconnector aan de voorkant, vanaf één van de volgende externe pc-audiobronnen. a Voorkant Line In b Interne bron op uw vaste schijf, dvd, cd, USB-station of ander extern apparaat. Zie Voorbeeld 2.
24
Aan de slag
Instellen van multi-streaming audio Voorbeeld 1: Voor on line spellen Om multi-streaming audio-uitvoer te configureren voor on line spellen met de Realtek HD Sound Effect Manager, moet u de Voice-Over-IP software inschakelen (software gebruikt om te spreken via het Internet). Uw teamgenoten horen uw stem uit de microfoon via het Internet en u hoort de spelaudio uit de luidsprekers achteraan. 1 Verbind de connectors voor audio-invoer en audio-uitvoer met: • Een hoofdtelefoonset op de (groene) Hoofdtelefoon Out aansluiting. •
Een microfoon op de (roze) Mic In connector aan de voorkant voor on line gesprekken.
•
Een set stereo 5.1 of 7.1 luidsprekers met voeding op de Luidspreker Out connectors aan de achterkant voor spelgeluid-uitvoer.
2 Klik op het pictogram Realtek HD Audio Manager in het systeemvak om het venster Realtek HD Audio Sound Effect Manager te openen. 3 Kies het tabblad Mixer. 4 Klik op de audioknop Multi-streaminginstelling. Het dialoogvenster wordt geopend. 5 Selecteer het vakje Multi-streaming weergave inschakelen. 6 Selecteer één van de volgende opties om te bepalen hoe u uw eigen stem wilt horen. •
Selecteer het vakje Microfoon-/lijningang uitvoeren naar voorpaneel en selecteer OK.
•
Selecteer het vakje Microfoon-/lijningang uitvoeren naar achterpaneel en selecteer OK.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u geluidsuitvoer hebt, ga naar het venster Mixer om te controleren dat de instelling van de roze microfoon aan de voorkant niet op dempen ingesteld staat.
7 Selecteer Realtek HD Audio rear output (Realtek HD Audio-uitvoer achteraan) uit de keuzelijst. 8 Start het spel dat u wilt spelen. U zou het spelgeluid moeten horen uit de stereo 5.1 of 7.1 luidsprekers aan de achterkant. 9 Op het tabblad Mixer, selecteer Realtek HD Audio front output (Realtek HD Audio-uitvoer vooraan) om een gesprek met uw teamgenoten in te schakelen.
Geluid instellen
25
Voorbeeld 2: Voor digitale home entertainment Om multi-streaming audio-uitvoer te configureren voor digitale home entertainment met de Sound Effect Manager: 1 Verbind de connectors voor audio-uitvoer met: •
Een hoofdtelefoonset of luidsprekers met voeding aangesloten op de (groene) Hoofdtelefoon Out connector voor het afspelen van stereomuziek. • Een set stereo 5.1 of 7.1 luidsprekers met voeding aangesloten op de Luidspreker Out connectors aan de achterkant voor geluidsuitvoer voor het afspelen van een dvd. 2 Klik op het pictogram Realtek HD Audio Manager in het systeemvak om het venster Realtek HD Audio Sound Effect Manager te openen. 3 Kies het tabblad Mixer. 4 Klik op de audioknop Multi-streaminginstelling. Het dialoogvenster wordt geopend. 5 Selecteer het vakje Multi-streamingweergave inschakelen en selecteer OK. 6 Selecteer Realtek HD Audio rear output (Realtek HD Audio-uitvoer achteraan) uit de keuzelijst. 7 Open WinDVD om een dvd-film te spelen. U hoort het dvd-geluid uit de luidsprekers aan de achterkant. 8 Selecteer Realtek HD Audio rear output (Realtek HD Audio-uitvoer achteraan) uit de keuzelijst. 9 Open Windows Media Player om muziek te spelen. U zou het geluid moeten horen op de hoofdtelefoonaansluiting vooraan. 10 Om een externe apparaatbron te horen vanaf de Line In of Mic In aansluiting:
26
Aan de slag
a
Klik op de audioknop Multi-streaminginstelling. Het dialoogvenster wordt geopend.
b
Selecteer het vakje Microfoon-/lijningang uitvoeren naar voorpaneel en selecteer OK.
De geheugenkaartlezer gebruiken
Digitale camera’s en andere apparaten voor digitale beeldverwerking gebruiken geheugenkaarten, of media, om digitale fotobestanden op te slaan. De optionele geheugenkaartlezer (enkel op bepaalde modellen) kan lezen van en schrijven naar verschillende soorten geheugenkaarten en de IBM Microdrive. De kaartlezer bevindt zich aan de voorkant van de computer. Hij beschikt over vier horizontale kaartsleuven die geheugenkaarten accepteren en de microdrivekaartsleuf. U kunt kaarten in een of meer sleuven tegelijk plaatsen en elke kaart afzonderlijk inlezen. U kunt maar één kaart tegelijk in elke sleuf invoeren. Elke sleuf heeft een eigen stationsletter en een eigen pictogram. Als u een kaart invoert, is op het label de eventuele titel van het medium te zien.
De geheugenkaartlezer gebruiken 1 Duw de kaart zo ver mogelijk in de sleuf. Het lampje A op de kaartlezer brandt en de computer detecteert de kaart automatisch. OPMERKING: De media moeten correct worden ingevoerd. Let op de richting van de inkeping aan de hoek van de kaart. Zie de “Handleiding voor het invoeren van media” op pagina 28. CompactFlash- en Microdrive-kaarten passen maar op één manier en kunnen dus niet foutief worden ingevoerd. Plaats de kaart met de aansluiting (gaten) in de sleuf.
2 Er wordt een venster geopend waarin u toegang krijgt tot de inhoud van de kaart. U kunt bestanden van de kaart naar de computer kopiëren en vice versa. 3 Als u klaar bent, klikt u met de rechtermuisknop op het stationspictogram, selecteer Uitwerpen, controleer dat het lampje van de kaartlezer brandt maar niet knippert en verwijder de kaart. Als het lampje niet knippert, wordt de kaart niet gelezen of beschreven.
De geheugenkaartlezer gebruiken
27
WAARSCHUWING: Probeer de media niet te verwijderen wanneer het lampje knippert, het wel doen kan gegevensverlies veroorzaken.
Handleiding voor het invoeren van media 4-sleuf geheugenkaartlezer (enkel op bepaalde modellen) A Activiteitslampje
A
B Bovenste sleuf links C Onderste sleuf links D Bovenste sleuf rechts E Onderste sleuf rechts
B
D
C
E
Kaart
Plaatsing
Lezer met 4 sleuven
CompactFlash type I media
Aansluiting (gaten)
C (linksonder)
CompactFlash Type II media
Aansluiting (gaten)
C (linksonder)
IBM Microdrive-kaart
Aansluiting (gaten)
C (linksonder)
Secure Digital -geheugenkaart (SD)
Naar boven gericht
D (rechtsboven)
MultiMediaCard (MMC)
Naar boven gericht
D (rechtsboven)
Memory Stick (MS) -geheugenkaart
Naar boven gericht
E (rechtsonder)
Memory Stick (MS-Pro) -geheugenkaart
Naar boven gericht
E (rechtsonder)
SmartMedia (SM) -geheugenkaart
Naar boven gericht
B (linksboven)
xD media
Naar boven gericht
B (linksboven)
OPMERKING: Gebruik geen SM en xD media tegelijkertijd in de geheugenkaartlezer. Enkel de eerste die werd ingevoerd zal door de geheugenkaartlezer worden herkend.
28
Aan de slag
Werken met het programma Hardware veilig verwijderen VOORZICHTIG: Klik niet op Stoppen in het venster Hardware veilig verwijderen terwijl een USB-apparaat voor massaopslag is geselecteerd. Als u dit wel doet herkent het systeem de geheugenkaartlezer niet meer. De computer herkent de lezer pas weer nadat u de computer opnieuw heeft opgestart.
Klik op Sluiten als u per ongeluk het venster Hardware veilig verwijderen opent.
De geheugenkaartlezer gebruiken
29
30
Aan de slag
Een tv als een monitor gebruiken
De computer wordt mogelijk geleverd met een tv-uitgang (enkel op bepaalde modellen), wat betekent dat u de computer kunt aansluiten op een televisie om de computerbeelden weer te geven. Met de TV-out-voorziening, kunt u via de televisie computerbeelden weergeven, dvd-films bekijken (als u een dvd-speler hebt) of spelletjes spelen.
Benodigde kabels identificeren Voor het aansluiten van een televisie op de computer heeft u waarschijnlijk een videokabel en een audiokabel nodig (niet bijgeleverd, afzonderlijk kopen). Het soort videokabel dat u nodig hebt is afhankelijk van uw TV: • Als de televisie een S-video-aansluiting heeft, gebruikt u een S-videokabel. • Als de televisie een composietvideoaansluiting heeft, hebt u een composietvideokabel nodig en afhankelijk van de aansluitingen aan de achterkant van de pc mogelijk een S-video-adapterkabel.
Op een televisie aansluiten Om uw tv als een computerscherm te gebruiken: 1 Schakel de computer uit. 2 Sluit de televisiekabel aan op een van de volgende manieren. Dit is afhankelijk van de aansluitingen op de televisie:
Een tv als een monitor gebruiken
31
• A S-videokabel
Als de televisie over een S-video-aansluiting beschikt, sluit u de S-videokabel van de S-video-ingang van de televisie aan op de S-video-aansluiting op de achterkant van de computer. B
B S-video-aansluiting C Achterzijde computer
A
•
D Composiet videokabel
C
Als de televisie en de computer over een aansluiting voor samengestelde videosignalen beschikken, sluit u de kabel voor samengestelde videosignalen van de video-ingang van de televisie aan op de aansluiting voor samengestelde videosignalen op de achterkant van de computer.
E Composietaansluiting
E
C Achterzijde computer D
•
D Composiet videokabel
C
Als de televisie een aansluiting voor samengestelde video heeft en de computer alleen een S-video-aansluiting, sluit u een kabel voor samengestelde videosignalen aan op de video-ingang op de televisie en op een S-video-adapterkabel. Sluit de S-video-adapterkabel aan op de S-video-aansluiting op de achterkant van de computer.
F S-video-adapterkabel
B
B S-video-aansluiting C Achterzijde computer D
F
C
OPMERKING: U hebt de S-video-adapterkabel enkel nodig als er geen aansluiting voor een samengesteld videosignaal is op de achterkant van de computer. 3 Als u het geluid wilt horen via de televisie en niet via de computer, sluit u een audiokabel aan op de audio-ingang (Line In) op de televisie en op de Audio Out-aansluiting (groene connector) op de achterkant van de computer.
32
Aan de slag
Computerbeelden weergeven op de televisie OPMERKING: Het type videokaart in de computer bepaalt hoe de computer de TV-out-optie verwerkt. Sommige opties en menu’s in deze procedure wijken mogelijk af voor uw computer.
1 Controleer of de video- en audiokabels zijn aangesloten voordat u de televisie en de computer aanzet. 2 Zet de tv aan. Druk op de knop video/TV op uw afstandsbediening om de video-instelling te selecteren en niet de tv-instelling. 3 Schakel de computer in. 4 Wanneer het bureaublad van Windows verschijnt, klikt u met de rechtermuisknop in een leeg gedeelte van het bureaublad en kiest u Eigenschappen. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt. 5 Klik op de tab Instellingen. 6 Klik op de knop Geavanceerd. 7 Kijk naar de tabbladen en volg de stappen die van toepassing zijn op uw computer: •
Als u het tabblad nView ziet, ga verder het “tabblad nView”.
•
Als u het tabblad Ge Force FX xxxx ziet, ga verder met het tabblad “Ge Force FX”. (FX xxxx is het videokaartnummer.)
•
Als u het tabblad Beeldscherm ziet, ga verder het “tabblad Beeldscherm”.
Tabblad nView 1 Klik op de tab nView. 2 Om het computerbeeld tegelijkertijd op uw computerscherm en op uw TV te zien, in het gebied nView weergavemodus, selecteer Kloon. Of: Om het computerbeeld enkel op de tv te zien, in het gebied nView weergavemodus, selecteer Standaard [Dualview], klik op de knop Apparaatinstellingen, kies Uitvoerapparaat selecteren, en selecteer vervolgens de optie TV. 3 Klik op de knop OK. 4 Als de computerbeelden op de televisie verschijnen, klikt u op Ja om de instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling. 5 Klik op de knop OK om de wijzigingen op te slaan en klik opnieuw op OK om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te sluiten.
Een tv als een monitor gebruiken
33
Tabblad Ge Force 1 Klik op het tabblad Ge Force FX xxxx. 2 Om het computerbeeld tegelijkertijd op uw computerscherm en op uw TV te zien, in het gebied nView-modi, selecteer Kloon in de vervolgkeuzelijst. Of: Om het computerbeeld enkel op uw tv te zien, in het gebied nView-modi, selecteer Enkele weergave uit de vervolgkeuzelijst, en vervolgens, indien nodig, in het gebied Huidige weergave selecteer TV uit de vervolgkeuzelijst. 3 Klik op Toepassen. 4 Als de computerbeelden op de televisie verschijnen, klikt u op Ja om de instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling. 5 Klik op de knop OK om de wijzigingen op te slaan en klik opnieuw op OK om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te sluiten.
Tabblad Beeldschermen 1 Klik op het tabblad Beeldscherm. Dit tabblad geeft een monitor en een TV weer. Sommige pc’s (enkel op bepaalde modellen) tonen een TV voor een standaard televisie en een HDTV voor een high-definition televisie. De linkerbovenhoek van elk weergavepictogram is een knop en een statusindicator. Een rode hoek geeft een inactieve weergave aan, een groene hoek geeft een actieve weergave aan. OPMERKING: Uw tv moet aangekoppeld zijn aan de computer om de weergave te wijzigen.
2 Om het computerbeeld tegelijkertijd op uw computermonitor en uw TV te zien, klik op de linkerbovenhoek van het TV-pictogram zodat het groen is. Klik op Toepassen. Of: Om het computerbeeld enkel op uw TV te zien, klik op de TV-hoek zodat deze groen is en klik vervolgens op de monitorhoek zodat deze rood is. Klik op Toepassen. 3 Als de computerbeelden op de televisie verschijnen, klikt u op Ja om de instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling.
34
Aan de slag
4 Klik op de knop OK om de wijzigingen op te slaan en klik opnieuw op OK om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te sluiten. OPMERKING: Op sommige computermodellen kunnen meerdere schermen (CRT-monitor, flatpanel-monitor, televisie, enzovoorts) worden aangesloten. Druk op Alt+F5 om het bureaublad van de computer meteen op een ander apparaat weer te geven. (Druk tegelijkertijd op de Alt-toets en de F5-toets op het toetsenbord.) Elke keer dat u op de toetscombinatie Alt+F5 drukt, wordt het bureaublad van de computer op het volgende apparaat weergegeven. Als Alt+F5 niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.
De TV-optie uitschakelen Na het loskoppelen van de computer van de televisie kan het zijn dat u de optie tv moet uitschakelen voordat de computermonitor terugkeert naar de oorspronkelijke resolutie. 1 Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het scherm en klik op Eigenschappen. Het venster Eigenschappen voor Beeldscherm verschijnt. 2 Klik op de tab Instellingen. 3 Klik op de knop Geavanceerd. 4 Kijk naar de tabbladen en volg de stappen die van toepassing zijn op uw computer: • Als u het tabblad nView ziet, ga verder met het “tabblad nView (uitschakelen).” •
Als u het tabblad Ge Force FX xxxx ziet, ga verder met het “tabblad Ge Force (uitschakelen).”
•
Als u het tabblad Beeldscherm ziet, ga verder het “tabblad Beeldscherm (uitschakelen).”
Tabblad nView (uitschakelen) 1 Klik op de tab nView. 2 Als u de computerbeelden tegelijkertijd op de computermonitor en de TV weergaf, selecteer nView weergavemodus in de lijst links, en vervolgens de optie Standaard [Dualview]. Of: Indien u het computerbeeld enkel op de tv zag, selecteer in het gebied nView weergavemodus in de lijst links Standaard [Dualview], klik op de knop Apparaatinstellingen, kies Uitvoerapparaat selecteren, en selecteer vervolgens de optie Analoge weergave. 3 Klik op de knop OK.
Een tv als een monitor gebruiken
35
4 Als de computerbeelden op de monitor verschijnen, klikt u op Ja om de instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling. 5 Klik op de knop OK om de wijzigingen op te slaan en klik opnieuw op OK om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te sluiten.
Tabblad Ge Force (uitschakelen) 1 Klik op het tabblad Ge Force FX xxxx. 2 In het gebied nView-modi selecteer Enkele weergave in de keuzelijst. In het gebied Huidige weergave selecteer Analoge weergave of Digitale weergave. 3 Klik op Toepassen. 4 Als de computerbeelden op de monitor verschijnen, klikt u op Ja om de instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling. 5 Klik op de knop OK om de wijzigingen op te slaan en klik opnieuw op OK om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te sluiten.
Tabblad Beeldscherm (uitschakelen) 1 Klik op het tabblad Beeldscherm. Dit tabblad geeft een monitor en een TV weer. (Bepaalde modellen geven een monitor, een standaard TV en een HDTV weer). De linkerbovenhoek van elk weergavepictogram is een knop en een statusindicator. Een rode hoek geeft een inactieve weergave aan, een groene hoek geeft een actieve weergave aan. 2 Klik op de linkerbovenhoek van het TV-pictogram zodat het rood is en klik vervolgens in de linkerbovenhoek van het monitor-pictogram zodat het groen is. Klik op Toepassen. 3 Als de computerbeelden op de monitor verschijnen, klikt u op Ja om de instelling op te slaan. U hebt 15 seconden om de nieuwe instelling te accepteren voor ze terugkeert naar de vorige instelling. 4 Klik op de knop OK om de wijzigingen op te slaan en klik opnieuw op OK om het venster Eigenschappen voor beeldscherm te sluiten.
De TV loskoppelen 1 Schakel de optie tv uit. Zie de vorige procedure. 2 Schakel de televisie en de computer uit. 3 Verwijder de videokabel van de tv en de pc. 4 Verwijder de audiokabel van de tv en de pc. 5 Sluit de luidsprekerkabel van de computer opnieuw aan op de Line Outaansluiting (limoengroene aansluiting) op de achterkant van de computer.
36
Aan de slag
De HP Personal Media Drive gebruiken
De HP Personal Media Drive (afzonderlijk verkocht) kan worden gebruikt als een interne of een externe USB-vaste schijf die ontworpen werd om uw opslagcapaciteit snel en eenvoudig te verhogen en om mediabestanden zoals digitale foto’s, muziek, video’s, en andere belangrijke bestanden over te dragen. U kunt de HP Personal Media Drive ook gebruiken om een reservekopie te nemen van andere stations op uw computer.
OPMERKING: Verwijder de HP Personal Media Drive voor u het Systeemherstelprogramma start. Zie uw Systeemhersteldocumentatie.
Het station aansluiten Als een extern station, wordt de HP Personal Media Drive gemakkelijk aangesloten en losgekoppeld van een USB 2.0 connector aan de voorzijde of achterzijde van de meeste computers. Het station wordt geleverd met software, een externe USBkabel, en een extern netsnoer en stroomadapter. Voor informatie over het aansluiten en het gebruik van de HP Personal Media Drive als een extern station, raadpleeg de documentatie die geleverd werd bij de HP Personal Media Drive.
De HP Personal Media Drive gebruiken
37
Voor sommige computers (enkel op bepaalde modellen), is de HP Personal Media Drive ontworpen om te passen in een horizontaal of verticaal schijfcompartiment.
Dit speciaal schijfcompartiment omvat een interne USB-poort en stroomkabel die verbindt met het station als dit geplaatst wordt. OPMERKING: Het station kan gemakkelijk worden geplaatst en verwijderd zonder de computer uit te schakelen. Naar deze functie wordt soms verwezen als warm swappable.
Het station wordt ingeschakeld als het in een actieve USB-poort geplaatst wordt. Als de computer ingeschakeld wordt als het station verbonden is, schakelt het station zichzelf automatisch aan. Als de USB-kabel voor het station niet ingeplugd is of als de USB-stroom van de computer uitgeschakeld is, schakelt het station zich automatisch uit. Als de computer in de stand-by modus staat (een stroombesparingsstand), blijft het station ingeschakeld. WAARSCHUWING: Verplaats de computer niet terwijl de HP Personal Media Drive in het stationcompartiment zit of op een USB-poort van de computer aangesloten is. Dit kan schade veroorzaken aan het station en gegevensverlies veroorzaken.
Het station plaatsen 1 De pc inschakelen. 2 Breng de randen aan de onderkant van het station in lijn met de twee sleuven aan de zijkant of onderkant van het stationcompartiment van de computer. Forceer het station niet in het compartiment, het zou er gemakkelijk moeten inschuiven. 3 Schuif het station volledig in het stationcompartiment tot het stevig verbonden is met de interne stroom en USB-poort. Als de computer ingeschakeld is, brandt het aan/uit-lampje (B) aan de voorzijde van het station als het station correct is geplaatst.
38
Aan de slag
A Lampje voor de activiteit van het station B Lampje voor ingeschakeld C Leidraadranden van HP Personal Media Drive
B
A C
Het station identificeren en een stationsletter toewijzen Nadat u het station in de computer hebt geplaatst, ziet u het station in Deze computer. Het besturingssysteem wijst automatisch een letter aan het station toe. De toegewezen letter hangt af van de andere opslagapparaten die verbonden zijn aan de computer. Om het station te vinden:
OPMERKING: Om te vermijden dat verschillende vaste schijven dezelfde stationsletter gebruiken bij het aansluiten en loskoppelen, wijs de letter Z toe aan de HP Personal Media Drive.
1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Klik op Deze computer. 3 Selecteer het station onder Vaste schijven. De standaardnaam is HP Personal Media Drive. U kunt permanent een stationsletter toewijzen om te vermijden dat de letter wijzigt telkens u dit station en andere apparaten aansluit en loskoppelt. Het is ook gemakkelijk voor een softwareprogramma om bestanden te vinden op de HP Personal Media Drive als een stationsletter is toegewezen. Sommige programma’s kunnen mogelijk geen bestanden vinden als het station een nieuwe stationsletter heeft. Het is altijd het beste om uw station veilig te verwijderen om fouten te vermijden. Zie “Het station loskoppelen” op pagina 41. Een stationsletter toewijzen: 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Klik met de rechtermuisknop op Deze computer. 3 Selecteer Beheren en klik dan op Schijfbeheer. 4 Klik met de rechtermuisknop op HP Personal Media Drive.
De HP Personal Media Drive gebruiken
39
5 Selecteer Stationsletter en paden wijzigen. 6 Klik op Wijzigen en selecteer een letter en bevestig de wijzigingen door op OK te klikken. Het standaard volumelabel van dit station is HP Personal Media Drive. U kunt het station een andere naam geven in het venster Deze computer door met de rechtermuisknop op het station te klikken, Naam wijzigen te selecteren, en een nieuwe naam te typen. Geef het station een andere naam als u meer dan één HP Personal Media Drive hebt.
Het station gebruiken Bestanden opslaan De beste manier om bestanden over te brengen naar de HP Personal Media Drive is om ze van uw lokale vaste schijf te slepen. Op deze manier kunt u de bestanden in specifieke mappen plaatsen. Raadpleeg de volgende procedures voor meer gedetailleerde instructies over het maken van gekoppelde bestanden.
Mediabestanden afspelen U kunt media afspelen van een HP Personal Media Drive. 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Klik op Deze computer. 3 Dubbelklik op het pictogram HP Personal Media Drive om uw mediabestand te zoeken. 4 Dubbelklik op het bestand. De meeste mediabestanden openen in de Windows Media Player.
Muziekbestanden afspelen U kunt muziekbestanden afspelen die opgeslagen zijn op de HP Personal Media Drive: 1 Klik op Start op de taakbalk, klik op Deze computer, en dubbelklik op het pictogram HP Personal Media Drive. 2 Maak een persoonlijke muziekmap door met de rechtermuisknop te klikken op het stationsvenster en Nieuw en vervolgens Map te kiezen. Typ een naam voor uw persoonlijk muziekmap. 3 Sleep of kopieer de muziekbestanden naar deze map. 4 Open de Windows Media Player door te klikken op Start, Alle programma’s, en vervolgens op Windows Media Player. 5 In het venster Windows Media Player, klik op Extra, selecteer Opties, en vervolgens het tabblad Mediabibliotheek. 6 Klik op de knop Mappen controleren. 7 Klik op Toevoegen om een pad toe te voegen naar uw HP Personal Media Drive.
40
Aan de slag
8 Blader naar de door u gemaakte muziekmap op uw HP Personal Media Drive en klik op OK. 9 Klik op OK en vervolgens opnieuw op OK om het venster Opties te sluiten. Uw muziekbestanden op uw HP Personal Media Drive verschijnen nu in de Windows Media Player-bibliotheek als uw station verbonden is met de computer. Als u het station loskoppelt, verschijnen uw muziekbestanden mogelijk nog altijd in de Windows Media Player-bibliotheek. Om uw computer te verversen, open en sluit de Windows Media Player. Als dat niet werkt, start de computer opnieuw op.
Het station loskoppelen U kunt het station veilig verwijderen als het niet actief is. Als het ambergekleurde activiteitslampje knippert, is het station actief en gegevens aan het overbrengen of aan het opslaan. Het station verwijderen terwijl het lichtje knippert, kan gegevensverlies of beschadiging van bestanden veroorzaken. De HP Personal Media Drive veilig verwijderen: 1 Sluit alle programma die mogelijk toegang kunnen krijgen tot uw HP Personal Media Drive. Zorg ervoor dat het activiteitslampje op het station uit is. 2 Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen in de systeembalk (op de Start-taakbalk). Als dit pictogram verborgen is, klik op de pijlen op de taakbalk om het weer te geven. Het venster Hardware veilig verwijderen opent zich. 3 Dubbelklik op USB-apparaat voor massaopslag om uw HP Personal Media Drive te identificeren. USB-apparaat voor massaopslag kan tweemaal worden vermeld. Eén ervan kan een geheugenkaartlezer of ander apparaat voor massaopslag bevatten. 4 Selecteer de HP Personal Media Drive, en klik op OK. De naam van het station kan anders zijn als u het een andere naam hebt gegeven, of kan verschijnen als Generisch volume gevolgd door de toegewezen stationsletter. Een bericht Hardware kan veilig worden verwijderd verschijnt in het systeemvak om u te laten weten dat het apparaat veilig kan worden verwijderd. 5 Klik op Sluiten. 6 Koppel het station los door het te verwijderen uit het stationscompartiment.
De HP Personal Media Drive gebruiken
41
42
Aan de slag
Met digitale afbeeldingen werken
Met digitale afbeeldingen werken U kunt een bron van digitale afbeeldingen aansluiten, zoals een digitale camera of een digitale videocamera, rechtstreeks op de computer of via een docking station. De digitale fotobestanden die u kopieert of downloadt van het apparaat, verschijnen in de map Mijn afbeeldingen. U kunt digitale fotobestanden kopiëren van de geheugenkaarten die gebruikt worden door digitale camera’s en andere apparaten voor digitale beeldverwerking d.m.v. de geheugenkaartlezer (enkel op bepaalde modellen). Raadpleeg “De geheugenkaartlezer gebruiken” op pagina 27.
HP Image Zone Express gebruiken Gebruik de HP Image Zone Express software om uw foto’s, gescande afbeeldingen en videoclips te beheren. Het programma verschaft u al de gereedschappen die u nodig hebt voor het weergeven, organiseren, bewerken, afdrukken, delen en beschermen van uw digitale afbeeldingen. Om HP Image Zone Express te openen: • Klik op het pictogram HP Image Zone Express op uw bureaublad. Of: • Klik op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s, HP, en HP Image Zone Express.
Met digitale afbeeldingen werken
43
A Functieschermtabbladen en verschillende weergaveknoppen voor beelden in het werkgebied.
Het venster HP Image Zone Express opent zich.
A
B Geeft snelkoppelingen weer naar recent gebruikte afbeeldingen en huidige afbeeldingen in het miniaturenblad. C Werkgebied. Geeft beelden op de pc weer.
B C
D Miniaturenblad.
D
Klik op een tabblad aan de bovenkant van het toepassingsvenster (A) om het gewenste functiescherm te kiezen zoals beschreven in de volgende lijst. Weergeven Klik op dit tabblad om een of meerdere foto’s of videoclips te zoeken, weer te geven en te beheren. Aan de bovenkant van het besturingsgebied (B), klik op Al mijn afbeeldingen om al uw afbeeldingen weer te geven, of kies Afbeeldingen ophalen om naar afbeeldingen te bladeren. Om de afbeeldingen te selecteren die u wilt afdrukken of gebruiken, klik op de afbeelding (of afbeeldingen) in het werkgebied (C) en ze verschijnt in het miniaturenblad (D). Het minaturenblad verschijnt onder elk tabblad. Voor meer informatie, zie uw “Afbeeldingen weergeven en selecteren” in Help. Bewerken Klik op dit tabblad om wijzigingen te maken zoals bijsnijden, grootte aanpassen en rode ogen verwijderen aan afbeeldingen die u in het miniaturenblad hebt geplaatst. Voor meer informatie, zie “Afbeeldingen bewerken” in Help. Afdrukken Klik op dit tabblad voor het afdrukken van foto’s met gebruik van de afbeeldingen in het miniaturenblad. Voor meer informatie, zie “Afbeeldingen afdrukken” in Help. Maken Klik op dit tabblad om een project te maken en albumpagina’s af te drukken met gebruik van de afbeeldingen in het miniaturenblad. Voor meer informatie, zie uw “Albums maken met uw foto’s” in Help.
44
Aan de slag
HP Instant Share Klik op dit tabblad om foto’s te delen met familie en vrienden. Via HP Instant Share kunt u e-mail maken, de toe te voegen foto’s selecteren en dan uw bericht verzenden. HP Instant Share maakt miniaturen van uw afbeeldingen die ontvangers onmiddellijk kunnen weergeven in het bericht i.p.v. een grote emailbijlage te moeten openen. Om de originele foto weer te geven, kunnen ze klikken op een miniatuur in hun bericht wat hen koppelt naar een veilige webpagina. Op de webpagina kunnen ze de foto’s zien, afdrukken bestellen (als de dienst beschikbaar is in uw land/regio), de afbeeldingen opslaan op hun computer, en andere taken. Voor meer informatie, zie “Werken met HP Instant Share” in Help. OPMERKING: U moet met het Internet verbonden zijn om de functie HP Instant Share te kunnen gebruiken.
Voor meer informatie over het gebruik van HP Image Zone Express, klik op de koppeling Help.
Met digitale afbeeldingen werken
45
46
Aan de slag
Cd’s en dvd’s afspelen
Uw computer bevat software waarmee u muziek-cd’s en dvd-films kunt afspelen (enkel op bepaalde modellen). Hierna wordt beschreven hoe: • Muziek-cd’s af te spelen via Windows Media Player of muziek-cd’s of dvd’s af te spelen met iTunes. • Dvd-films af te spelen via Windows Media Player of InterVideo WinDVD (enkel op bepaalde modellen). • Video-cd’s (VCD) af te spelen met InterVideo WinDVD of Windows Media Player.
Muziek-cd’s met iTunes afspelen U moet ofwel een cd- of dvd-station hebben. 1 Plaats de muziek-cd in het cd- of dvd-station. •
Nu verschijnt het venster iTunes. Als het venster Audio cd wizard opent, selecteert u Audio-cd afspelen met iTunes uit de lijst. U moet misschien naar beneden schuiven om iTunes weer te geven.
Of: •
Als het venster iTunes niet automatisch wordt geopend, klik dan op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s, klik op iTunes en kies vervolgens iTunes.
2 De muziek-cd begint automatisch te spelen. Of: Klik op de cd in de bronlijst en klik op de knop Spelen in de linkerbovenhoek van het venster iTunes. Als u een bepaald nummer wilt spelen, dubbelklikt u op de titel van het nummer (of het tracknummer). OPMERKING: Als u geen Internetverbinding hebt, staat uw cd in de bronlijst vermeld als een audio-cd en de liedjestitels als tracknummers.
Cd’s en dvd’s afspelen
47
Voor meer informatie over het gebruik van iTunes, klik op het menu Help in de menubalk van iTunes. Voor hulp on line, ga naar: http://www.hp.com/music/
Cd’s en dvd’s afspelen met de Windows Media Player Uw computer moet een dvd-station hebben om dvd-films te kunnen afspelen. 1 Plaats de muziek-cd of de dvd-film in het station. • Nu verschijnt het venster Windows Media Player. Als het venster wizard opent, selecteert u Windows Media Player uit de lijst. U moet misschien naar beneden schuiven om Windows Media Player weer te geven. Of: •
Als het venster Windows Media Player niet automatisch wordt geopend, klik dan op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s en kies vervolgens Windows Media Player.
2 Voor het afspelen van de cd of dvd in het station klikt u op de knoppen in het venster Windows Media Player. Als u een bepaald nummer wilt spelen, dubbelklikt u op de titel of het tracknummer van het lied in de Playlist (Speellijst). U kunt het afspelen ook regelen via de afspeeltoetsen van de mediaspeler op het toetsenbord (enkel op bepaalde modellen). Voor meer informatie over het gebruik van de Windows Media Player, klik op het menu Help in de menubalk van de Windows Media Player. Indien nodig, geeft u eerst de menubalk weer door te klikken op de pijltoets omhoog in de linkerhoek van het venster Windows Media Player.
Dvd-films afspelen met InterVideo WinDVD Het programma InterVideo WinDVD gebruikt een dvd-station (enkel op bepaalde modellen) om dvd-films af te spelen. OPMERKING: Het afspelen van dvd-films wordt over het algemeen beperkt tot bepaalde regio’s/landen van de wereld. Zie “Land-/regiocodes gebruiken” op pagina 50.
1 Plaats de dvd in het dvd-station. OPMERKING: Lees bij een dubbelzijdige dvd de tekst rond het gat in het midden van de schijf om te bepalen welke kant u kunt afspelen (A in plaats van B of standaard in plaats van breedbeeld). Plaats de schijf in de lade met de kant die u wilt afspelen naar boven.
48
Aan de slag
2 Sluit de lade voorzichtig door deze in de computer te duwen. De film wordt afgespeeld in een venster waarvan u de grootte kunt wijzigen en tevens wordt het WinDVD-bedieningspaneel weergegeven. Als het wizardvenster Dvd-film afspelen opent, selecteert u Dvd-film afspelen via InterVideo WinDVD uit de lijst. U moet misschien naar beneden schuiven om dit te zien. Of: Als het programma niet automatisch opengaat: a
Klik op Start, kies Alle Programma’s, kies InterVideo WinDVD, selecteer Inter video WinDVD Player en klik opnieuw op InterVideo WinDVD.
b
Gebruik de afspeelknoppen op het bedieningspaneel om de film weer te geven.
OPMERKING: Als u wilt weten waartoe een bepaalde knop dient, plaats dan de muiscursor op die knop; er verschijnt dan een beschrijving van de knop op het scherm. OPMERKING: Als u een film of volledig scherm afspeelt en het bedieningspaneel van WinDVD verborgen is, kunt u dit weer weergeven door gelijk waar in het videovenster te klikken.
Het WinDVD-bedieningspaneel gebruiken: • Om het WinDVD-bedieningspaneel te verplaatsen plaatst u de muiscursor op het paneel (maar niet op een knop) en versleept u het naar de gewenste plaats. • Om de grootte van het venster aan te passen (wanneer het niet het volledige scherm in beslag neemt) plaatst u de muiscursor op een van de hoeken van het venster en versleept u de rand. Of: Klik op de knop Volledig scherm in de rechter bovenhoek van het WinDVD-bedieningspaneel. • Raadpleeg voor informatie over de InterVideo WinDVD-software de on line Help van het programma door te klikken op het pictogram ? (vraagteken) in het bedieningspaneel van WinDVD.
Cd’s en dvd’s afspelen
49
Land-/regiocodes gebruiken De meeste dvd-schijven hebben land-/regiocodes ingebed in de schijfgegevens die beperken waar de dvd-film kan worden afgespeeld. Het land-/regionummer wordt meestal geplaatst over een wereldbol die afgedrukt is op de verpakking van de dvd en de schijf. Dvd’s zonder land-/regiocodes kunnen op elke speler of station in elk land/regio afgespeeld worden. WAARSCHUWING: U kunt landen/regio’s slechts vijfmaal wijzigen voor de land-/regiocode wordt vergrendeld en permanent wordt ingesteld. Eens de code zich vergrendeld heeft, kunt u slechts DVD’s uit dat land/regio afspelen. Als de land-/regiocode zich vergrendelt en u help nodig hebt, moet u Support contacteren.
WinDVD is niet vooraf ingesteld voor een bepaald land/regio. De land-/regiocode van de eerste dvd-film die u speelt, wordt gebruikt voor het instellen van uw dvdland/-regio. Als u bijvoorbeeld een dvd afspeelt met een code voor land/regio 1, wordt de huidige land-/regiocode voor uw speler ingesteld op 1. Als u later een dvd speelt die voor een ander land/regio gecodeerd is, zal WinDVD u vragen of u het nieuwe land/regio als het huidige land/regio wilt instellen.
Video-cd’s (VCD) afspelen met InterVideo WinDVD 1 Plaats uw dvd of video-cd (vcd) in een dvd- of cd-station. 2 Selecteer DVD-film afspelen via InterVideo WinDVD en klik op OK. Of: Als het programma niet automatisch start, klikt u op Start, kiest u Alle programma’s, InterVideo WinDVD, InterVideo WinDVD Player en klikt u vervolgens op InterVideo WinDVD. 3 Als u een tweetalige video-cd hebt, komt het geluid uit de linkse luidspreker en de andere taal komt uit de rechtse luidspreker. Dubbelklik op het pictogram Volume op de taakbalk. 4 Verplaats de schuifregelaar onder Volumeregeling balans helemaal naar rechts of naar links, afhankelijk van de taal die u wilt afspelen. 5 Sluit het venster Volumeregeling.
50
Aan de slag
Video-cd’s (VCD) afspelen met de Windows Media Player 1 Plaats uw video-cd (vcd) in een dvd- of cd-station. 2 Selecteer DVD-film afspelen via de Windows Media Player, en klik op OK. Of: Als het programma niet opent, klik op Start, kies Alle programma’s, en Windows Media Player. 3 Klik op Bestand op de menubalk bovenaan en klik op Openen. (Als u de menubalk niet ziet, klikt u op de kleine cirkel met de pijltoetsen omhoog/ omlaag in de linkerbovenhoek van het venster.) 4 Klik op de Zoek in vervolgkeuzelijst en selecteer het station met de video-cd. 5 Dubbelklik op de map MPEGAV. 6 Selecteer Alle bestanden (*.*) in de keuzelijst Bestandstypen. 7 Selecteer het bestand en klik op Openen. 8 Als u een tweetalige video-cd hebt, komt het geluid uit de linkse luidspreker en de andere taal komt uit de rechtse luidspreker. Klik op Beeld op de menubalk, kies Verbeteringen, en selecteer Grafische Equalizer. 9 Verplaats de Balans schuifregelaar helemaal naar rechts of naar links, afhankelijk van de taal die u wilt afspelen. 10 Sluit het venster Grafische Equalizer
Cd’s en dvd’s afspelen
51
52
Aan de slag
Audio- en gegevensschijven maken
Dit hoofdstuk bevat de procedures die u moet uitvoeren om muziek- en gegevensbestanden op te nemen (of te branden) naar beschrijfbare cd- en dvd-schijven. Het bevat ook informatie over het labelen van uw schijven met de LightScribe labeltechnologie die beschikbaar is op bepaalde modellen. Voor informatie over het opnemen van videobestanden naar dvd’s, zie “Videoschijven en films maken” op pagina 69. Uw pc bevat één of meer cd, dvd of combinatie optische stations die kunnen opnemen. Uw pc kan bovendien mogelijk ook de volgende softwareprogramma’s bevatten voor het opnemen naar cd’s of dvd’s: • iTunes (enkel bij bepaalde modellen) • Windows Media Player • Sonic MyDVD Plus (enkel op bepaalde modellen) • Sonic DigitalMedia Plus (enkel op bepaalde modellen) • Windows XP Deze programma’s bevatten functies waarmee u muziek- en gegevensbestanden kunt kopiëren, archiveren en beheren en vervolgens bestanden mee kunt opnemen naar cd’s of dvd’s. U kunt iTunes of de Windows Media Player ook gebruiken om muziekbestanden te downloaden en kopiëren naar een draagbaar apparaat of geheugenkaart. BELANGRIJK: HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht. OPMERKING: Branden is een term die in de industrie gebruikt wordt om het opnemen van informatie op een dvd of cd te beschrijven. Bij optisch opnemen wordt een laserstraal gebruikt om informatie op een schijf te plaatsen, vandaar de term branden.
Audio- en gegevensschijven maken
53
Beschrijfbare schijven wissen voor het opnemen Eerder opgenomen bestanden op cd-rw-schijven moeten worden verwijderd voor het opnemen van nieuwe bestanden. Cd-r, dvd + r en dvd-r-schijven kunnen niet worden gewist. Om een herschijfbare schijf in Sonic DigitalMedia Plus te wissen: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op Extra en vervolgens Schijf wissen. 3 Plaats de herschrijfbare schijf die u wilt wissen. 4 Klik op de optie Snel wissen of Volledig wissen en vervolgens op Schijf wissen.
Werken met audio-cd’s Met Sonic Digital Media Plus kunt u audio-cd’s maken die kunnen worden afgespeeld in uw cd-speler thuis of in de auto en op de pc. U kunt twee soorten muziek-cd’s maken: • Niet-gecomprimeerd Typisch cd-formaat dat u zou kopen op een commerciële cd. Dit type cd bevat 10 tot 20 nummers afhankelijk van hun lengte. Niet-gecomprimeerde bestanden kunnen op cd-r’s worden gebrand (die afgespeeld kunnen worden op de meeste stereosystemen thuis en in de auto, op dvd-spelers en computers) of op cd-rw’s (die enkel kunnen worden afgespeeld op sommige stereo’s, dvd-spelers en computers). De procedure voor het maken van dit type cd is beschreven in “Audio-cd’s maken” op pagina 56. • Gecomprimeerd — De bestanden worden naar een schijf gebrand in een gecomprimeerd bestandsformaat (MP3, WMA, of M4A). Het kleinere bestandsformaat maakt het mogelijk om ongeveer tienmaal zoveel nummers op een schijf te passen (afhankelijk van de lengte en het formaat). Gecomprimeerde bestanden kunnen worden gebrand op cd-r’s, cd-rw’s, dvd’s, dvd+rw’s en dvd-rw’s (enkel op bepaalde modellen). Gecomprimeerde bestanden kunnen enkel worden afgespeeld op computers, cd-spelers of dvdspelers die het bestandsformaat ondersteunen dat u gebruikt hebt om de schijf te maken (MP3 is het meest ondersteund). Voor bestandsformaat-compatibiliteit, raadpleeg de documentatie voor het apparaat waarmee u de schijf wilt afspelen. U kunt een klein geluidskwaliteitsverlies horen bij het gebruik van gecomprimeerde audiobestanden. De procedure voor het maken van dit type cd is beschreven in “Jukebox schijven maken” op pagina 56.
54
Aan de slag
Voor meer compatibiliteitsinformatie, zie “Schijffuncties en compatibiliteitstabel” op pagina 65. Beide Sonic-programma’s maken muziek-cd’s als gesloten sessie-cd’s. Dit betekent dat u alle muziekbestanden in één opnamesessie moet vastleggen. Op rewritable (opnieuw beschrijfbare) cd-rw-schijven kunt u steeds opnieuw muziekbestanden opnemen, maar moet u wel alle eerder opgenomen bestanden eerst wissen. Bestanden op cd-r-schijven kunnen niet worden gewist. BELANGRIJK: HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht.
Audioschijf controleren op foutloze opname Wanneer u audiobestanden naar cd kopieert of brandt, is het aan te bevelen om Sonic DigitalMedia Plus te gebruiken omdat het een functie bevat die bevestigt dat uw schijf gemaakt werd zonder fouten. De functie gegevenscontrole is standaard ingeschakeld. Om de status te controleren van de functie schrijfcontrole in DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op Extra en vervolgens op Opties. 3 Klik in het venster Opties op Kopiëren. 4 Zorg ervoor dat de optie Gekopieerde gegevensschijven controleren aangevinkt is. 5 Klik op OK.
Audio-cd tips Als u muziekbestanden opneemt, is het belangrijk te noteren dat: • Om een muziek-cd in een geluidsinstallatie thuis of in de auto af te spelen, moet deze opgenomen zijn als een muziek-cd in cd audio (CDA) formaat en niet als een gegevens-cd. • Naarmate u muziekbestanden toevoegt aan de brandsessie, berekent en toont DigitalMedia Plus de beschikbare opnametijd om bijkomende muziekbestanden te branden. • U kunt geen nummers opnemen tenzij u een exacte kopie maakt van een muziek-cd in uw collectie. • Als uw opname mislukt, selecteer handmatig een tragere opnamesnelheid, indien beschikbaar, telkens u een opname maakt. Raadpleeg het menu Help in uw softwareprogramma voor meer informatie over het selecteren van een tragere opnamesnelheid.
Audio- en gegevensschijven maken
55
• Als u probeert meer te branden dan wat op een standaard cd past, wordt een bericht weergegeven met de waarschuwing dat alle nummers mogelijk niet op uw schijf passen. BELANGRIJK: HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht.
Audio-cd’s maken Om niet-gecomprimeerde audio-cd’s te maken met Sonic DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op het tabblad Audio en vervolgens op Audio-cd. 3 Probeer een van de volgende mogelijkheden: • • •
Klik op Muziek toevoegen en navigeer naar muziek opgeslagen op uw pc. In het venster Snelzoeken, klik op Zoeken om automatisch uw pc te doorzoeken naar nummers. Plaats een cd en voeg nummers ervan toe.
4 Kies de nummers die u wilt opnemen en klik vervolgens op Toevoegen. 5 Klik op het pictogram Branden wanneer u alle audiobestanden, die u op uw muziek-cd wenst over te nemen, hebt toegevoegd. 6 Plaats wanneer dit gevraagd wordt een lege cd-r of cd-rw-schijf. Als u de muziek-cd wilt afspelen in de geluidsinstallatie thuis of in de auto, gebruik een cd-r-schijf. Cd-rw-schijven kunnen in sommige geluidsinstallaties niet worden afgespeeld. 7 Klik op OK. U kunt gedetailleerde on line help krijgen door te klikken op het Help menu en dan Help te selecteren.
Jukebox schijven maken Om gecomprimeerde (jukebox) muziek-cd’s of dvd’s te maken met Sonic DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op het tabblad Audio en vervolgens op Jukebox CD/DVD. 3 Probeer een van de volgende mogelijkheden: •
56
Aan de slag
Klik op Muziek toevoegen en navigeer naar muziek opgeslagen op uw pc.
•
In het venster Snelzoeken, klik op Zoeken om automatisch uw pc te doorzoeken naar nummers.
• Plaats een cd en voeg nummers ervan toe. 4 Kies de nummers die u wilt opnemen en klik vervolgens op Toevoegen. 5 Klik op het pictogram Branden wanneer u alle audiobestanden, die u op uw muziek-cd wenst over te nemen, hebt toegevoegd. 6 Plaats een lege schijf wanneer dit gevraagd wordt. Dvd-schijven kunnen aanzienlijk meer muziekbestanden opslaan dan een cd. Jukebox schijven kunnen enkel worden afgespeeld op computers, cd-spelers of dvd-spelers die het bestandsformaat ondersteunen dat u gebruikt hebt om de schijf te maken (MP3 is het meest ondersteund). Voor bestandscompatibiliteit, raadpleeg de documentatie voor het apparaat waarop u de schijf wilt afspelen. 7 Klik op OK. U kunt gedetailleerde on line help krijgen door te klikken op het Help menu en dan Help te selecteren. OPMERKING: DigitalMedia Plus zoekt naar alle audiobestanden, zelfs naar de geluiden van uw besturingssysteem. Als u sommige van deze geluiden niet wilt weergeven, kunt u het pictogram Opties (moersleutel) selecteren. Selecteer in het venster Opties Audio, en vervolgens Snelzoeken. Selecteer Audiobestanden verbergen die korter zijn dan (in seconden) en typ het aantal seconden en klik op OK.
Werken met gegevens-dvd’s en -cd’s Gegevens-dvd’s en -cd’s kunnen in tegenstelling tot muziek-cd’s en jukebox dvd’s in meerdere sessies worden opgenomen.
Gegevensschijf controleren op foutloze opname Wanneer u gegevensbestanden naar cd kopieert of brandt, is het aan te bevelen om Sonic DigitalMedia Plus te gebruiken omdat het een functie bevat die bevestigt dat uw schijf gemaakt werd zonder fouten. De functie gegevenscontrole is standaard ingeschakeld. Om de status te controleren van de functie schrijfcontrole in DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op Extra en vervolgens op Opties. 3 Klik in het venster Opties op Gegevens.
Audio- en gegevensschijven maken
57
4 Zorg ervoor dat het vakje Gegevens die naar schijf zijn geschreven na branden controleren is aangevinkt. 5 Klik op OK.
Gegevensschijf tips Als u gegevensbestanden op een schijf opslaat, is het belangrijk het volgende te noteren: • U kunt tijdens een latere opnamesessie nieuwe gegevensbestanden aan een cd-r-, dvd+r, of een dvd-r-schijf toevoegen, tot de schijf vol is. Met dvd+r- of dvd-r-schijven, plaatst u de gedeeltelijk opgenomen dvd, klik op het pictogram Moersleutel om het venster Opties weer te geven, klik op Gegevens, selecteer de eerste optie Compatibiliteit voor Write-Once DVD’s en klik op OK. • Als u bestanden opneemt met dezelfde naam als eerder opgenomen bestanden, werkt Sonic DigitalMedia Plus het bestand bij en wordt de vorige versie overschreven. • Met Sonic DigitalMedia Plus kunt u bestandsnamen en titels van bestanden die u wilt opnemen en van eerder opgenomen bestanden wijzigen. • Naarmate u gegevensbestanden die u wenst op te nemen selecteert, berekent en toont Sonic Digital Media Plus de hoeveelheid ruimte die gebruikt is op uw schijf. • Als uw opname mislukt, selecteer handmatig een tragere opnamesnelheid, indien beschikbaar, telkens u een opname maakt. Raadpleeg het menu Help in uw softwareprogramma voor meer informatie over het selecteren van een tragere opnamesnelheid.
Gegevensschijven maken Om gegevens-cd’s of -dvd’s te maken met Sonic DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op het tabblad Gegevens en klik op Gegevensschijf. 3 Probeer een van de volgende mogelijkheden: •
Klik op Gegevens toevoegen en navigeer naar bestanden opgeslagen op uw pc.
•
In het venster Snelzoeken, selecteer een bestandstype om naar te zoeken en klik op Zoeken om uw pc automatisch naar het geselecteerde bestandstype te laten zoeken.
•
Plaats een cd of dvd die het bestand bevat dat u wilt toevoegen.
4 Selecteer de bestanden die u wilt kopiëren en klik op Toevoegen. 5 Om uw schijf een naam te geven, markeer Volumelabel en typ de naam erover. Als u geen naam typt, zal Sonic DigitalMedia Plus een naam toekennen op basis van de opnamedatum.
58
Aan de slag
6 Klik op het pictogram Branden wanneer u alle bestanden, die u op uw gegevens-cd wenst over te nemen, hebt toegevoegd. 7 Plaats een lege schijf of een schijf waaraan kan worden toegevoegd wanneer dit gevraagd wordt. Dvd-schijven kunnen aanzienlijk meer bestanden opslaan dan een cd. 8 Klik op OK. U kunt gedetailleerde on line help krijgen door te klikken op het Help menu en dan Help te selecteren. OPMERKING: Een schijf waaraan kan worden toegevoegd betekent dat er ruimte beschikbaar is op die schijf zodat bestanden kunnen worden toegevoegd. Opgenomen audio-cd’s zijn gesloten sessie schijven waaraan niets kan worden toegevoegd. OPMERKING: U kunt de naam wijzigen van de bestanden in het bestandselectievenster door de naam te selecteren en de nieuwe naam erover te typen. Dit heeft geen invloed op de originele bestanden op de vaste schijf. OPMERKING: Dvd-schijven kunnen aanzienlijk meer bestanden opslaan dan een cd.
Een dvd of cd kopiëren Met Sonic DigitalMedia Plus kunt u kopieën maken van een bestaande muziekof gegevens-cd. U kunt Sonic DigitalMedia Plus configureren om te controleren dat: • Gegevensbestanden gekopieerd werden zonder fouten door de procedure uit te voeren die beschreven is in “Gegevensschijf controleren op foutloze opname” op pagina 57. • Muziekbestanden gekopieerd werden zonder fouten door de procedure uit te voeren die beschreven is in “Audioschijf controleren op foutloze opname” op pagina 55. BELANGRIJK: HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht. Om een kopie te maken van een bestaande muziek- of gegevensschijf via Sonic DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op het tabblad Kopiëren en vervolgens op Schijf kopiëren. 3 Plaats de cd of dvd die u wilt kopiëren. 4 Plaats een lege cd of dvd in het station.
Audio- en gegevensschijven maken
59
5 Klik op het pictogram Kopiëren. 6 Klik op Klaar als de opname beëindigd is.
Bestanden archiveren op een dvd of cd Om een archiefbestandskopie te maken van bestanden die opgeslagen zijn op de pc via Sonic DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op het tabblad Gegevens en vervolgens op Easy Archive. 3 Selecteer het pad naar de bestanden die u wilt archiveren (of klik op Bladeren om ernaartoe te navigeren). 4 Selecteer het type bestanden dat u aan het archief wilt toevoegen of selecteer Alle bestanden in het geselecteerde pad. 5 Plaats een vinkje in het vak Alleen bestanden die gewijzigd zijn na en selecteer een datum om het zoeken te beperken tot bestanden die gewijzigd zijn na die datum. 6 Klik op Opslaan, voer een naam in voor uw archief, en klik op OK. 7 Klik op het pictogram Branden. 8 Wanneer gevraagd, plaats een recordable schijf en klik op OK. Indien de bestanden niet op één schijf passen, wordt u gevraagd naar bijkomende schijven. 9 Klik op Voltooid als het opnemen klaar is. Voor bijkomende informatie over het opslaan van archieven op uw vaste schijf, of het plannen van automatische archieven, zie de on line help.
Werken met Imagebestanden De Sonic brandprogramma’s kunnen alle bestanden converteren van een cd of dvd en ze converteren naar één enkel .iso bestand, of een reeks .gif bestanden (die 2 GB niet overschrijden) gekend als een imagebestand. U kunt het imagebestand gebruiken om de originele schijf te reproduceren. Dit wordt vaak gebruikt als u meerdere kopieën van dezelfde schijf moet maken. OPMERKING: U kunt op het dvd-writer- of cd-writer-station geen commerciële dvd-films kopiëren. De meeste commerciële films zijn gecodeerd om onbevoegd kopiëren te voorkomen.
60
Aan de slag
Een imagebestand maken Om een imagebestand te maken via Sonic DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op Kopiëren en vervolgens op Image branden. 3 Plaats de cd of dvd waarvan u een imagebestand wilt maken. 4 Klik op Bladeren om de plaats te selecteren waar het imagebestand gemaakt zal worden en kies het imagetype (.gi of .iso) om te worden opgeslagen. Klik op Opslaan. 5 Klik op het pictogram Image opslaan om het imagebestand te maken.
Van een imagebestand branden Om een cd of dvd te branden van een imagebestand via Sonic DigitalMedia Plus: 1 Open het DigitalMedia Plus programma door te klikken op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op Kopiëren en vervolgens Image branden. 3 Klik op Bladeren om een imagebestand te selecteren. 4 Plaats een recordable cd of dvd in het station. 5 Klik op het pictogram Image branden. 6 Klik op Voltooid als het opnemen klaar is.
Schijflabels aanmaken met LightScribe LightScribe is een directe schijflabeltechnologie waarmee u op een zeer eenvoudige manier nauwkeurige labels kunt branden van zeefdrukkwaliteit. De software combineert het cd- of dvd-station van uw pc met de speciaal behandelde cd- of dvdschijven (afzonderlijk verkocht) met de verbeterde schijflabelsoftware. Een LightScribe compatibel cd- of dvd-station maakt gebruik van een optische laser in het station om een label te branden op een dunne gekleurde coating op de labelzijde van de LightScribe-schijf. Er moet geen inkt worden gesmeerd, geen papier worden bevestigd of geen kleeflaag worden losgemaakt.
Audio- en gegevensschijven maken
61
LightScribe-schijven zijn herkenbaar door het LightScribe-logo op de verpakking en op het binnenste gedeelte van de schijf zelf. Uw pc is mogelijk klaar voor gebruik met verschillende versies van LightScribe-schijven (enkel op bepaalde modellen), maar als er nieuwe schijfversies uitkomen, moet u de stuurprogrammasoftware voor uw LightScribe-compatibel cd- of dvd-station updaten. Verkrijg updates van stuurprogramma’s van de ondersteuningswebsite van HP. http://www.hp.com/support OPMERKING: De LightScribe-technologie maakt een beeld in grijstinten, gelijkaardig aan een zwart/witfoto.
LightScribe-vereisten Om een label te kunnen branden met LightScribe hebt u drie zaken nodig: • LightScribe compatibel dvd-station (enkel op geselecteerde modellen). • Labeling software die LightScribe ondersteunt. • LightScribe-schijven (afzonderlijk verkocht).
Een LightScribe-label branden met Sonic Express Labeler 1 Klik op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens Express Labeler. OPMERKING: U kunt Express Labeler openen vanuit DigitalMedia Plus door te klikken op Extra, en vervolgens Label voor schijf maken. 2 In Stap 1: Selecteer Projectzone zorg ervoor dat Schijflabel is geselecteerd. 3 In Stap 2: Bewerken: a
Klik op Schijftitels om het venster Schijftitel bewerken weer te geven. Voer tekst in voor de titel en subtitel.
b
Klik op Tracks om het venster Tracks bewerken weer te geven. Klik op Nieuw om het venster Track weer te geven. Voer tekst in om de eerste track of bestand te identificeren (u kunt optioneel de artiest en datum of duur invoeren) en klik vervolgens op OK.
c d
Herhaal de vorige stappen voor elke track of bestand op de schijf. Klik op de linker- of rechterpijlen naast Layout en Achtergrond om ontwerpelementen voor de schijf te selecteren. De door u gemaakte selecties kunnen vooraf worden bekeken in het schijfvenster. 4 Als u tevreden bent met het resultaat van uw labelontwerp, plaatst u de LightScribe-schijf in het schijfstation (met de labelzijde naar onder), en klikt u vervolgens op Afdrukken. OPMERKING: Momenteel biedt de LightScribe-technologie een beeld in grijstinten (monochroom), gelijkaardig aan een zwart/witfoto.
62
Aan de slag
5 In het menu Schijflabel, selecteert u LightScribe 12 cm schijf. 6 Klik op OK om te beginnen met het branden van het label. De geschatte tijd om het label te branden verschijnt, samen met een voortgangsbalk om de overblijvende tijd aan te geven. U kunt op uw pc verder werken terwijl LightScribe het label brandt.
Een LightScribe label branden na een schijf te hebben gebrand met iTunes iTunes werkt samen met Sonic Express Labeler om u in staat te stellen labels te branden op een LightScribe audio-cd. De afspeellijst die u in iTunes hebt aangemaakt om een schijf te branden wordt automatisch overgenomen in Express Labeler zodat deze informatie beschikbaar is voor gebruik op uw LabelScribe-label. Bij gebruik van Express Labeler van iTunes, moeten de muziekbestanden in de gebruikte afspeellijst op één cd passen. 1 Klik op Start, Alle programma’s, iTunes, en opnieuw iTunes. 2 Een audio-cd branden met iTunes. Als het brandproces klaar is, klikt u op Ja in het venster LightScribe-label aanmaken. 3 In Stap 1: Selecteer Projectzone zorg ervoor dat Schijflabel is geselecteerd. 4 In Stap 2: Bewerken: a Klik op Schijftitels om het venster Schijftitel bewerken weer te geven. Voer tekst in voor de titel en subtitel. b Klik op Tracks om het venster Tracks bewerken weer te geven. Klik op Nieuw om het venster Track weer te geven. Voer tekst in om de eerste track of bestand te identificeren (u kunt optioneel de artiest en datum of duur invoeren) en klik vervolgens op OK. c
Herhaal de vorige stappen voor elke track of bestand op de schijf.
d
Klik op de linker- of rechterpijlen naast Layout en Achtergrond om ontwerpelementen voor de schijf te selecteren. De door u gemaakte selecties kunnen vooraf worden bekeken in het schijfvenster.
5 Als u tevreden bent met het resultaat van uw labelontwerp, plaatst u de LightScribe-schijf in het schijfstation (met de labelzijde naar onder), en klikt u vervolgens op Afdrukken. OPMERKING: De LightScribe-technologie maakt een beeld in grijstinten, gelijkaardig aan een zwart/witfoto. 6 In het menu Schijflabel, selecteert u LightScribe 12 cm schijf. 7 Klik op OK om te beginnen met het branden van het label. De geschatte tijd om het label te branden verschijnt, samen met een voortgangsbalk om de overblijvende tijd aan te geven. U kunt op uw pc verder werken terwijl LightScribe het label brandt.
Audio- en gegevensschijven maken
63
Klevende schijflabels gebruiken WAARSCHUWING: Gebruik geen kleeflabels om uw cd’s en dvd’s te voorzien van een label. Ze kunnen de schijf onregelmatig doen afspelen. Schrijf in de plaats hiervan met een viltstift op de schijf om deze van een label te voorzien. U kunt ook een LightScribe label maken voor uw schijf indien u een LightScribe optische schijf hebt en u LightScribe mediaschijven gebruikt. Raadpleeg “Schijflabels aanmaken met LightScribe” op pagina 61.
Informatie betreffende compatibiliteit Een belangrijke eigenschap van de dvd-brander/cd-brander is zijn grote mate van compatibiliteit met andere optische stations en cd- en dvd-spelers: • De cd’s die u creëert, kunt u afspelen op de meeste geluidsinstallaties voor thuis of in de auto en in de meeste computer dvd-rom- en cd-rom-stations. • De dvd’s die u creëert zijn compatibel met de meeste dvd-videospelers en met de meeste computer dvd-rom-stations. • Cd-r-schijven zijn meer compatibel met geluidsinstallaties voor thuis of in de auto dan cd-rw-schijven. Uw dvd-brander/cd-brander leest van en schrijft naar praktisch elk type optische schijf. De schrijfsnelheden voor de dvd-brander/cd-brander zijn snel, zodat snelle opnamesnelheden gerealiseerd worden. OPMERKING: Cd-r-schijven zijn meer compatibel met geluidsinstallaties voor thuis of in de auto dan cd-rw-schijven.
64
Aan de slag
Schijffuncties en compatibiliteitstabel Hierop kan worden opgenomen
Afspeelbaar in computer
Afspeelbaar in geluidsinstallatie thuis en in de auto
Afspeelbaar in autonome dvd-speler
Schijf
Bestandstype
CD-ROM
Gegevens
Nee
Ja
Nee
Nee
Muziek
Nee
Ja
Ja
Verschilt per model
Gegevens
Ja
Ja
Nee
Nee
Muziek
Ja
Ja
Verschilt per model
Verschilt per model
Gegevens
Ja
Ja
Nee
Nee
Muziek
Ja
Ja
Verschilt per model
Verschilt per model
Gegevens
Nee
Ja
Nee
Nee
DVD-film
Nee
Ja
Nee
Ja
CD-R CD-RW DVD-ROM DVD+R en DVD-R
Gegevens
Ja
Ja
Nee
Nee
DVD-film
Ja
Ja
Nee
Verschilt per model
Dubbellagige DVD+R/ DVD-R
Gegevens
Ja
Verschilt per model
Nee
Verschilt per model
DVD-film
Ja
Verschilt per model
Nee
Verschilt per model
Dvd+rw en dvd-rw
Gegevens
Ja
Ja
Nee
Nee
DVD-film
Ja
Ja
Nee
Verschilt per model
Vcd
DVD-film
Nee
Ja
Nee
Verschilt per model
OPMERKING: Deze computer heeft een dubbellagige dvd-brander. Deze ondersteunt enkellagige en dubbellagige dvd-media. Dubbellagige technologie geeft u een grotere capaciteit en laat u tot 8 GB* gegevens opslaan op dubbellagige dvd+r of dvd-r media. Dubbellagig is een nieuwe technologie. De compatibiliteit van dubbellagige schijven zal erg schommelen met sommige dvd-spelers en dvd-rom-stations. * 1 GB is gedefinieerd als 1 miljoen bytes. 1 GB = 1 miljard bytes wanneer verwezen wordt naar de capaciteit van de vaste schijf. De werkelijk geformatteerde capaciteit is kleiner. Raadpleeg voor de laatste informatie over schijfcompatibiliteit voor uw computer, de ondersteuningswebsite van HP: http://www.hp.com/support OPMERKING: Dubbellaagse dvd-technologie wordt enkel door bepaalde modellen ondersteund. OPMERKING: De Sonic opnameprogramma’s ondersteunen de dubbellagige technologie.
Audio- en gegevensschijven maken
65
Tabel met beknopte overzichten van optische stations Het optische station kan: Cd’s, cd-r’s, en cd-rw’s lezen
CD-ROM CD-RW
DVD-ROM
DVD+RW/+R DVD-RW/–R
Dubbellagige Combo DVD cd-rw/dvd
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Gegevens op een cd lezen
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Muziek afspelen
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Gegevens of muziek opnemen voor opslag of back-up
Nee
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Dvd-films bekijken
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Dvd-films opnemen
Nee
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Dvd’s lezen
Spellen spelen
66
Aan de slag
Tabel met beknopte softwareoverzichten Uw pc bevat een aantal softwareprogramma’s die: • Cd’s opnemen en afspelen • Gegevens-cd’s opnemen • Videobestanden importeren en bewerken • Video-cd’s en -dvd’s opnemen • Digitale mediabestanden organiseren De volgende tabel beschrijft de functionaliteit die eigen is aan elk van deze programma’s. Gebruik de tabel om te bepalen welk programma te gebruiken om een taak uit te voeren. Merk op dat sommige van de vermelde programma’s mogelijk niet bij uw model geleverd zijn en dat dit geen volledige lijst is van alle bijgeleverde software. Om één van deze programma’s te openen, klik op Start op de taakbalk, kies Alle programma’s, selecteer de programmamap (bijvoorbeeld, Sonic), en klik op de programmanaam om de software te openen. Met dit programma:
Kunt u:
InterVideo WinDVD Player (enkel op bepaalde modellen)
• Video-cd’s (vcd) en dvd-films afspelen.
iTunes (enkel bij bepaalde modellen)
• Muziek-cd’s, MP3 en andere audiobestanden afspelen. • Muziekbestanden opnemen. • Een kopie van een bestaande muziek- of gegevens-cd opnemen voor gebruik op de pc. • Digitale bestanden organiseren in een bibliotheek om geschreven of beluisterd te worden.
muvee autoProducer (enkel op bepaalde modellen)
• Uw eigen stijl toevoegen aan uw films met muziek, beelden, titels, scèneovergangen en bijschriften. • Uw homemovies bewerken.
Audio- en gegevensschijven maken
67
Met dit programma:
Kunt u:
RealPlayer (enkel bij bepaalde modellen)
• Muziek-cd’s, MP3 en andere audiobestanden afspelen. • DVD-films afspelen. (RealPlayer kan enkel dvd’s afspelen als een ander dvdafspeelprogramma zoals InterVideo WinDVD geïnstalleerd is.) • Video-cd’s afspelen. • Muziekbestanden opnemen. • Digitale bestanden organiseren in een bibliotheek om geschreven of beluisterd te worden.
Sonic DigitalMedia Plus (enkel op bepaalde modellen)
• Muziek- en gegevensbestanden opnemen. • Een kopie van een bestaande muziek- of gegevens-cd opnemen voor gebruik op de pc. • Aangepaste muziek-cd’s maken van cd’s in uw collectie of van .wav-, .mp3- of .wma-bestanden. Deze cd’s kunnen worden afgespeeld in uw geluidsinstallatie thuis of in de auto. • Gegevensbestanden kopiëren en delen. • Archief-cd’s of -dvd’s maken van bestanden van uw pc. • Videobestanden vastleggen (kopiëren). • Heeft een instelling om te controleren of de schijf zonder fouten gemaakt werd.
Sonic MyDVD Plus (enkel • Film- en gegevensbestanden opnemen. op bepaalde modellen) • Een kopie van een bestaande dvd opnemen voor gebruik op de pc. • Videobestanden kopiëren en delen. • Videobestanden vastleggen (kopiëren). Windows Movie Maker 2.0
• Audio-, video- en andere mediabestanden importeren van een videoband, een audioband, een webcamera of een televisie-uitzending. • Audio- en videobestanden opnemen om een videoproject te creëren dat een Windows Media-bronbestand met de extensie .wmv wordt. • Bestanden bewerken en vooraf bekijken. • Films verzenden via e-mail of uploaden naar een webserver. • Muziekbestanden toevoegen (MP3). • Audiobestanden zoals .mp3, .asf, of .wma; videobestanden zoals .wmv, .asf, .avi, of .mpg; of beeldbestanden zoals .jpg of .gif importeren. • .avi- en .mwv (Windows Media Video)-bestanden creëren.
OPMERKING: U kreeg mogelijk een software update cd meegeleverd met uw computer. U moet mogelijk deze cd installeren voor u de dvd-brander/cd-brander gebruikt. Volg daarvoor de installatie-instructies die bij de cd werden geleverd.
68
Aan de slag
Videoschijven en films maken
Uw pc bevat mogelijk de volgende filmcreatieprogramma’s, afhankelijk van uw model: • Sonic MyDVD (enkel op bepaalde modellen) • Sonic DigitalMedia Plus (enkel op bepaalde modellen) • Windows Movie Maker • muvee autoProducer (enkel op bepaalde modellen) Deze programma’s leggen allemaal uw home videobestanden vast, bewerken en beheren ze en laten u ook uw eigen persoonlijke toets toevoegen aan uw homemovies. Ze zijn geïnstalleerd op uw pc en kunnen worden gestart door te klikken op Start en vervolgens op Alle programma’s op uw bureaublad. BELANGRIJK: HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan door het auteursrecht.
Voor u video begint op te halen U kunt videobestanden kopiëren (ophalen) op uw vaste schijf via het programma Sonic MyDVD. De apparaten die door Sonic MyDVD ondersteund worden zijn analoge videoapparaten, digitale camcorders en webcamera’s. Gebruik uw composiet- of S-video-ingang (ingangconnectors verschillen per model) om video op te halen van een videorecorder of een analoge videocamera. Om videobestanden te kopiëren, moet u: 1 Uw videobronapparaat verbinden volgens de instructies van het apparaat. 2 Uw apparaat inschakelen en in afspeelmodus zetten. 3 Zorg ervoor dat SonicMyDVD uw digitaal of analoog apparaat kan detecteren. 4 Als uw computer meerdere videoapparaten aangesloten heeft, verschijnen ze allemaal op het Ophaalscherm. Selecteer de gewenste videobron. OPMERKING: U moet mogelijk uw apparaat uitschakelen en opnieuw inschakelen opdat het programma het zou detecteren.
Videoschijven en films maken
69
Voor meer informatie, klik op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. Wanneer het programma weergegeven wordt, klik op Help en vervolgens op Sonic MyDVD Help.
Sonic MyDVD Videoprojecten Een Sonic MyDVD videoproject is een manier om verwante video en foto digitale bestanden te groeperen, organiseren, opslaan, afspelen en branden. Bijvoorbeeld, indien u op een familievakantie gegaan bent, hebt u mogelijk digitale foto- en videobestanden en afdrukken van een filmcamera. U kunt al deze beelden overbrengen naar uw pc en ze in een project organiseren. Een scanner is vereist om de afgedrukte foto’s over te brengen en is niet inbegrepen. Projecten kunnen op uw pc blijven om te worden afgespeeld en als een archief en ze kunnen worden gebrand op een DVD- of VCD-schijf. Met Sonic MyDVD maakt u videoprojecten via de volgende interfaces: • Standaardprogrammainterface (beschreven begin in “Een videoproject maken” op pagina 70). • Wizards Direct-to-Disc (beschreven begin in “Een videoproject maken met de wizards Direct-to-Disc” op pagina 75). Merk op dat de wizards Direct-to-Disc niet de bewerkingsfuncties omvatten die beschikbaar zijn vanuit de standaard interface. U kunt een project dat met een wizard gemaakt werd, bewerken voor het op een schijf te branden zoals beschreven in: • “De stijl van een videoproject bewerken” op pagina 73. • “Filmbestanden bewerken” op pagina 73.
Een videoproject maken Om een videoproject te maken: 1 Klik op Start, kies Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 2 Klik op de knop Video om de Videogids weer te geven. 3 Klik op Project maken, en vervolgens DVD of VCD afhankelijk van het type project dat u wilt maken. Een project met de naam Naamloos DVD-Video of Naamloos VCD Video wordt gemaakt en weergegeven in het projectvenster van MyDVD. 4 Klik op Bestand en vervolgens op Opslaan om de naam van uw project te wijzigen van Naamloos in een meer beschrijvende naam. Nadat uw project een andere naam heeft gekregen, klik op Opslaan. Ga verder met uw project door de procedure uit te voeren die beschreven werd in één of meer van de volgende delen: • “Bestanden toevoegen aan een videoproject” op pagina 71. • “Video kopiëren naar een videoproject” op pagina 71.
70
Aan de slag
• “Diapresentaties toevoegen aan een videoproject” op pagina 72. • “Submenu’s toevoegen aan een videoproject” op pagina 72.
Bestanden toevoegen aan een videoproject U kunt bestanden toevoegen aan uw DVD- of VCD-videoproject van: • Een bestaande DVD of VCD. • Videobestanden die al op uw pc opgeslagen zijn. • Video vastleggen van een digitale videocamera (zoals beschreven in het volgende deel). Om bestanden toe te voegen van een DVD, VCD of uw vaste schijf: 1 Klik op Bestand, openen, en selecteer vervolgens een videoproject dat u gemaakt hebt zoals beschreven in “Een videoproject maken” op pagina 70. 2 Klik op Bestanden toevoegen. 3 Navigeer naar de map die de videobestanden bevat die u wilt toevoegen of naar het mediastation dat de DVD of VCD bevat. 4 Selecteer de bestanden die u wilt toevoegen en klik op Openen. De bestanden worden toegevoegd aan het huidige project en weergegeven in het projectvenster.
Video kopiëren naar een videoproject U kunt live video of foto’s kopiëren door een webcamera of een digitale videocamera aan te sluiten op de USB-connector van uw computer. De opgehaalde video wordt toegevoegd aan uw videoproject en opgeslagen in een bestand op uw vaste schijf. Om een opgehaalde video toe te voegen aan een videoproject: 1 Klik op Bestand, openen, en selecteer vervolgens een videoproject dat u gemaakt hebt zoals beschreven in “Een videoproject maken” op pagina 70. 2 Sluit uw digitale camera aan op de USB-poort. 3 Klik op Video vastleggen om het scherm Vastleggen weer te geven. Sonic MyDVD geeft de naam weer van het ophaalapparaat (uw camera), het standaard Capturetype (audio en video) en de standaard Kwaliteitsinstelling (DV-formaat). 4 Klik op Opname-instellingen om één van deze standaardinstellingen te bewerken. 5 Stel optioneel een opnameduur, hoofdstukopties, of scènedetectie in. Klik op het overeenkomstige pictogram Help om de on line help weer te geven voor elk van deze functies. 6 Klik op één van de volgende: •
Frame vastleggen — Het beeld dat momenteel wordt weergegeven in het venster Vastleggen is opgeslagen als een beeldbestand (JPG, BMP, GIF, TIF, of PNG formaat).
Videoschijven en films maken
71
•
Vastleggen starten — Start het vastleggen van een video (.mpg formaat).
•
Vastleggen stoppen — Om het vastleggen handmatig te stoppen indien u geen opnameduur hebt ingesteld (stap 5).
7 In het dialoogvenster Opslaan als, geef het vastgelegde bestand een naam en selecteer het bestandsformaat en de map waarin u het wilt opslaan. Klik op Opslaan. 8 Klik op OK om terug te keren naar het projectvenster. Het bestand is opgeslagen op uw vaste schijf en toegevoegd aan het huidige project.
Diapresentaties toevoegen aan een videoproject U kunt een diapresentatie maken (een reeks foto’s die automatisch worden weergegeven) door bestaande foto’s toe te voegen aan uw project of ze op te halen via een aangesloten digitale videobron. Om een diapresentatie toe te voegen aan een videoproject: 1 Klik op Bestand, openen, en selecteer vervolgens een videoproject dat u gemaakt hebt zoals beschreven in “Een videoproject maken” op pagina 70. 2 Probeer een van de volgende mogelijkheden: •
Bestaande beeldbestanden toevoegen zoals beschreven in “Bestanden toevoegen aan een videoproject” op pagina 71. • Foto’s kopiëren zoals beschreven in “Video kopiëren naar een videoproject” op pagina 71. 3 Klik op Opties om de diaduur in te stellen of een audiotrack voor op de achtergrond toe te voegen. On line help is beschikbaar voor deze functies door te klikken op het pictogram Help. 4 Klik op OK om een diavoorstelling toe te voegen aan het videoproject.
Submenu’s toevoegen aan een videoproject Elk projectelement (videobestand, fotobestand, en diapresentatie) die u aan het videoproject toevoegt, wordt weergegeven in het hoofdprojectvenster. Elk menu geeft zes items weer voor een nieuw menu automatisch wordt gecreëerd en gekoppeld aan een vorig menu via een knop Volgende. U kunt handmatig submenu’s toevoegen aan een project en deze gebruiken om onderwerpen te organiseren die geassocieerd zijn met het thema van uw project. Bijvoorbeeld indien het project de voetbalwedstrijd van uw kind is, zouden de videobestanden van de wedstrijd de hoofdmenu-elementen moeten zijn, en zou u een submenu kunnen invoegen dat interviews bevat van uw zoon en zijn teamgenoten.
72
Aan de slag
Om een submenu toe te voegen aan een videoproject: 1 Klik op Bestand, openen, en selecteer vervolgens een videoproject dat u gemaakt hebt zoals beschreven in “Een videoproject maken” op pagina 70. 2 Klik op Nieuw submenu. Een submenu met de naam Naamloos menu 0 is toegevoegd aan het eerste menu dat minder dan zes projectelementen heeft. 3 Klik op de submenunaam Naamloos Menu 0,een typ een geschikte naam voor het menu (bijvoorbeeld, Interviews om het vorige voorbeeld te gebruiken). 4 Dubbelklik op het nieuwe submenu en doe één of meer van het volgende: •
Bestaande beeldbestanden toevoegen zoals beschreven in “Bestanden toevoegen aan een videoproject” op pagina 71.
•
Foto’s kopiëren zoals beschreven in “Video kopiëren naar een videoproject” op pagina 71.
De stijl van een videoproject bewerken U kunt de stijl van een aantal elementen wijzigen binnen uw videoproject. De elementen omvatten: • Achtergrondkleur en graphics op de menu’s en submenu’s. • Knopstijlen. • Achtergrondmuziek. • Tekstopmaak (lettertype, kleur en grootte). • Aangepaste stijlen importeren. Om de stijl van een videoproject te bewerken: 1 Klik op Bestand, openen, en selecteer vervolgens een videoproject dat u gemaakt hebt zoals beschreven in “Een videoproject maken” op pagina 70. 2 Klik op Stijl bewerken. 3 In het dialoogvenster Stijl bewerken, wijzig één van de eerder vermelde elementen, en klik vervolgens op Toepassen op alle menu’s of Toepassen op dit menu.
Filmbestanden bewerken Nadat u videobestanden opgehaald of geïmporteerd hebt, kunt u deze bewerken via Sonic MyDVD om: • Extra bestanden toe te voegen. • Achtergrondmuziek toe te voegen. • Naar specifieke scènes te zoeken. • Scènes te verwijderen. • Overgangseffecten tussen scènes toe te voegen. • Kleuren, thema’s en effecten over videoscènes te plaatsen. • Teksteffecten over videoscènes te plaatsen.
Videoschijven en films maken
73
Om uw videobestanden te bewerken: 1 Als uw project al open is, klik op Film bewerken en ga naar stap 4. 2 Klik op Start, Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 3 Klik op het tabblad Video en dan op Bestand, Nieuw project of Bestaand project openen. 4 Indien u al opgehaalde videobestanden voor dit project hebt, verschijnen ze langs de onderkant als een storyboard. Als u videobestanden hebt op uw vaste schijf en deze wilt toevoegen aan dit project, klikt u op de knop Bestanden toevoegen. 5 Klik op één van de vier tabbladen (Vervagen en verdwijnen, Filters, Tekst, of Thema’s en achtergronden) naast het voorbeeldscherm.
6 Sleep en zet de effecten neer over de scènes (of tussen deze voor overgangen) in het storyboard. 7 Klik op OK om de bewerkingen op te slaan. Voor meer informatie over één van de bewerkingsfuncties, klik op Help en dan op Sonic MyDVD Help vanuit het venster Bewerken.
Een videoproject op schijf branden Wanneer u tevreden bent over de inhoud en de stijl van uw videoproject, kunt u het branden naar een DVD- of VCD-schijf als volgt: 1 Klik op Bestand, openen, en selecteer vervolgens een videoproject dat u gemaakt hebt zoals beschreven in “Een videoproject maken” op pagina 70. 2 Sla het bestand op indien u wijzigingen hebt gemaakt. 3 In de velden Kwaliteit stelt u de opnamekwaliteit in en het DVD- of VCD-type: •
De kwaliteitsinstellingen gaan van HQ (de hoogste kwaliteit, maar gebruikt de meeste schijfruimte), naar EP (laagste kwaliteit, maar u kunt meer bestanden erop krijgen). Naarmate u verschillende kwaliteitsinstellingen kiest, geeft de ruimteindicator aan hoeveel lege ruimte er beschikbaar is op de schijf voor deze modus.
•
De DVD-formaten zijn ondermeer 2xDVD (8,5 GB) (Double-Layer), DVD (4,7 GB) (de standaardinstelling), DVD-RAM (2,6 GB), en DVD (1,4 BGB).
Sommige van deze formaten zijn mogelijk niet ondersteund door uw model of pc. 4 Plaats het geselecteerde type schijf in de juiste schijflade, sluit deze en klik op Branden.
74
Aan de slag
Voor meer informatie over de opnametijd en -kwaliteit van DVD en VCD, zie: • “Videokwaliteit en schijfgrootte” op pagina 76. • “DVD-opnametijd” op pagina 77.
Een videoproject maken met de wizards Direct-to-Disc Sonic MyDVD omvat de wizards Direct-to-Disc die u door de stappen leiden om een DVD of VCD videoproject te maken. Een videoproject is een manier om verwante video en foto digitale bestanden te groeperen, organiseren, opslaan, afspelen en branden. 1 Verbind uw digitale camcorder of webcamera met uw computer. 2 Klik op Start, kies Alle programma’s, Sonic, en vervolgens DigitalMedia Home. 3 Klik op de knop Video en vervolgens op Direct-to-Disc. 4 Klik op DVD of VCD afhankelijk van het type project dat u wilt maken. De wizard Direct-to-VCD of Direct-to-DVD wordt geopend. 5 Klik op Stijl bewerken, en bewerk één van de volgende elementen: •
Achtergrondkleur en graphics op de menu’s en submenu’s
• •
Knopstijlen Achtergrondmuziek
• •
Tekstopmaak (lettertype, kleur en grootte) Aangepaste stijlen
U kunt ook klikken op Geen menu’s in de wizard Direct-to-Disc indien u niet wilt kunnen selecteren uit meerdere bestanden in dit project. 6 Typ een naam voor uw project in het vak projectnaam. 7 Klik op één van de volgende: •
Opnemen op DVD (of Opnemen op VCD indien u een VCD-project maakt) — Selecteer het apparaat, aantal kopieën en schrijfsnelheid.
•
Opnemen op vaste schijf — De videokopie wordt standaard in de map Mijn DVD’s opgeslagen. Klik op Locatie indien u een andere map wilt selecteren.
8 Klik op Volgende. Het scherm Vastleggen wordt weergegeven. Zorg ervoor dat de uitvoer van uw digitale camcorder verschijnt in het voorbeeldvenster. Indien dit niet het geval is, controleer de verbindingen en zorg ervoor dat uw camera in de modus Afspelen staat. 9 Klik op Opname-instellingen om één van deze standaardinstellingen te bewerken. 10 Stel optioneel een opnameduur, hoofdstukopties, of scènedetectie in. Klik op het overeenkomstige pictogram Help om de on line help weer te geven voor elk van deze functies.
Videoschijven en films maken
75
11 Klik op één van de volgende: •
Frame vastleggen — Het beeld dat momenteel wordt weergegeven in het venster Vastleggen is opgeslagen als een beeldbestand (JPG, BMP, GIF, TIF, of PNG formaat).
•
Vastleggen starten — Start het vastleggen van een video (.mpg formaat). Vastleggen stoppen — Om het vastleggen handmatig te stoppen indien u geen opnameduur hebt ingesteld (stap 10).
•
12 Een bevestigingsbericht wordt weergegeven met de melding dat de schijf of het bestand met succes gemaakt werden. Klik op OK. Merk op dat de wizards Direct-to-Disc niet de bewerkingsfuncties omvatten die beschikbaar zijn vanuit de standaard interface. U kunt een project dat met een wizard gemaakt werd, bewerken voor het op een schijf te branden zoals beschreven in: • “De stijl van een videoproject bewerken” op pagina 73. • “Filmbestanden bewerken” op pagina 73.
Videokwaliteit en schijfgrootte Sonic MyDVD bevat vier DVD-videokwaliteitsinstellingen (bitsnelheid), en een optie Fit-to-DVD die kan worden toegepast op een videoproject of op individuele filmbestanden. De DVD-kwaliteitsinstellingen zijn: • HQ (High Quality) — Beste audio- en videokwaliteit, maar vereist het meeste schijfruimte per seconde video. Goede keuze voor videobestanden die snelle actie bevatten (bijvoorbeeld motorsport). High Quality is de standaardinstelling voor nieuwe projecten. • SP (Standard Play) — Goede audio- en videokwaliteit met de meeste videobronnen. • LP (Long Play) — Doet bijna tweemaal zoveel video op een DVD passen als HQ. Niet aanbevolen wanneer de originele video van lage kwaliteit of luidruchtig is. • EP (Extended Play) — Doet de meeste video op een DVD passen, maar de videokwaliteit is laag. Niet aanbevolen tenzij de originele video van zeer goede kwaliteit is. • Fit-to-DVD — (enkel beschikbaar met upgrade naar MyDVD Deluxe) Naarmate u meer inhoud aan het project toevoegt, reduceert MyDVD automatisch de projectkwaliteit om op de geselecteerde schijfgrootte te passen. OPMERKING: VCD’s hebben een vaste bitsnelheid die één kwaliteitsniveau geeft. U kunt ongeveer één uur video op een VCD plaatsen (de opnametijd is lager als u geanimeerde menuknoppen of achtergronden gebruikt). OPMERKING: U kunt hetzelfde bestand opnemen op een schijf op een verschillend kwaliteitsniveau om de resultaten te vergelijken.
76
Aan de slag
DVD-opnametijd De volgende tabel vermeldt de DVD-Video opnametijd bij benadering voor verschillende schijfgroottes bij verschillende kwaliteitsinstellingen (uw DVD recorder ondersteunt mogelijk niet al deze schijfgroottes). Geschatte tijd per schijfgrootte Videokwaliteit
Audioformaat
8,5 GB
4,7 GB
2,6 GB
1,4 GB
HQ
Dolby Digital
130 min.
70 min.
40 min.
20 min.
PCM
110 min.
60 min.
30 min.
15 min.
Dolby Digital
210 min.
120 min.
65 min.
35 min.
PCM
160 min.
95 min.
50 min.
25 min.
Dolby Digital
310 min.
180 min.
100 min.
50 min.
PCM
215 min.
125 min.
65 min.
35 min.
Dolby Digital
415 min.
240 min.
130 min.
70 min.
PCM
265 min.
150 min.
85 min.
45 min.
SP
LP
EP
• De videokwaliteit hangt af van de snelheid en grafische verwerkingsmogelijkheden van uw computer. Sommige pc’s kunnen mogelijk geen video vastleggen bij de instelling HQ. • Deze zijn geschatte opnametijden. De maximum duur is minder indien u geanimeerde menuknoppen of achtergronden gebruikt. • Om het audioformaat te kiezen, zie de on line Help. • Uw versie van MyDVD ondersteunt mogelijk niet Dolby Digital audio. Zie de on line Help voor meer informatie.
Videoschijven en films maken
77
78
Aan de slag
Ondersteuning
On line handleidingen zoeken De Map met gebruikershandleidingen (enkel op bepaalde modellen) in het menu Alle programma’s bevat alle handleidingen op het scherm die bij uw computer geleverd werden. Om de items in de Documentatiemap te zien: 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Kies Gebruikershandleidingen. 4 Klik op een item om het te bekijken of te gebruiken. OPMERKING: Als de map PC help & Tools geen handleidingen bevat, bestaan deze niet voor uw computer.
Handleidingen zoeken op het web U kunt handleidingen en informatie voor uw pc zoeken via het Internet om toegang te krijgen tot een ondersteuningswebsite. Om on line handleidingen voor uw computer weer te geven, ga naar de website voor ondersteuning die wordt vermeld in de Handleiding voor garantie en ondersteuning en zoek naar uw productnaam en -nummer. Het productnummer vindt u onder aan de voorzijde van het pc-chassis. OPMERKING: Informatie en on line handleidingen horen bij specifieke modelnummers van de pc. Sommige modellen hebben geen handleidingen beschikbaar op de website.
Ondersteuning
79
Help en ondersteuning op het scherm gebruiken Informatie over de computer vindt u via Help en ondersteuning op het scherm (enkel op bepaalde modellen). Hier vindt u koppelingen naar updates van stuurprogramma’s, toegang tot opties voor technische ondersteuning en informatie over veelgestelde vragen. Om Help en ondersteuning te openen: • Druk op de toets Help (enkel op bepaalde modellen) op uw toetsenbord. Of: • Klik op Start en Help en ondersteuning in de taakbalk.
Compaq-nieuws gebruiken Compaq-nieuws (enkel op bepaalde modellen) is een op Internet gebaseerde service van HP om u belangrijke informatie over uw computer te verschaffen. • Kennisgeving van product • Systeemupdates • Tip • Speciale aanbiedingen voor uw computer U ontvangt de berichten terwijl u met het Internet bent verbonden, en er verschijnt een waarschuwing of mededeling op het bureaublad. U kunt de berichten bekijken als ze binnenkomen of ze op een later tijdstip lezen. U kunt de Updates geleverd door Compaq-nieuws ook vinden via de ondersteuningswebsite onder de informatie over uw computermodel.
Berichten krijgen Nadat u een bericht heeft bekeken of gesloten, wordt het niet meer automatisch weergegeven. Om een voordien ontvangen bericht te lezen opent u Compaq-nieuws: 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Kies PC help & Tools.
80
Aan de slag
4 Kies Compaq-nieuws. 5 Kies Compaq-nieuws opnieuw. Compaq-nieuws wordt weergegeven. •
Indien Compaq-nieuws op uw systeem geactiveerd is, klik op Berichten weergeven om een lijst van eerder ontvangen berichten weer te geven. Dubbelklik op de berichttitel in het venster als u het bericht wilt lezen. U kunt dit venster sluiten, terwijl Compaq-nieuws open blijft.
•
Indien Compaq-nieuws niet geactiveerd is op uw systeem, bevat het scherm een knop Activeren om de service te activeren. Klik op Activeren om de service te starten en een lijst weer te geven van eerder ontvangen berichten.
Berichten uitschakelen OPMERKING: Als deze functie is uitgeschakeld, kunt u geen berichten van Compaq-nieuws ontvangen en ook geen ondersteuningsberichten met belangrijke informatie voor de werking van uw computer.
Om de dienst Compaq-nieuws uit te schakelen: 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Kies PC help & Tools. 4 Kies Compaq-nieuws. 5 Kies Compaq-nieuws opnieuw. Compaq-nieuws wordt weergegeven. 6 Klik op Voorkeuren kiezen en vervolgens Deactiveren om de service te deactiveren. De service blijft uitgeschakeld totdat u deze opnieuw activeert.
Berichten opnieuw activeren Als u Compaq-nieuws opnieuw activeert, is de service actief telkens als u met het Internet bent verbonden en ontvangt u automatisch berichten wanneer deze beschikbaar komen. De functie inschakelen: 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Kies PC help & Tools. 4 Kies Compaq-nieuws. 5 Kies Compaq-nieuws opnieuw. Compaq-nieuws wordt weergegeven. 6 Klik op Activeren om de service opnieuw te activeren.
Ondersteuning
81
PC Help & Tools gebruiken De map PC help & Tools (enkel op bepaalde modellen) in het menu Alle programma’s bevat speciale hulpprogramma’s voor computereigenaars zoals ondersteuningsinformatie en programma’s. Ga als volgt te werk om de items in de map HP help & Tools te zien: 1 Klik op Start in de taakbalk. 2 Kies Programma’s. 3 Kies PC help & Tools. 4 Klik op een item om het te bekijken of te gebruiken.
82
Aan de slag
Index
A aanpassen toetsenbordtoetsen 11 aansluiten een tv 31 meerwegluidsprekers 3 connectors 14 meerwegluidsprekers 6 connectors 17 aansluitingen achterzijde van uw computer 2 symbolen op chassis 2 andere functie toewijzen audioconnectors 21 multi-streaming audio 23 antivirus, programma installeren 6 archiveren van bestanden 60 audio connectors, andere functie toewijzen 23 audio wizard 20 audioconnectors andere functie toewijzen, multi-streaming 23
B beknopt overzicht optisch station 66 bestanden archiveren 60 controleren van gegevens 58 controleren van integriteit van back-ups 58 gecomprimeerde audio 54 image 61 M4A 54 MP3 54 ondersteunde videoformaten 71 toevoegen aan gedeeltelijk opgenomen schijven 58
WMA 54 bestandsformaten, video 71 bewerken videobestanden (MyDVD) 73 bijwerken, systeem 80 bitsnelheid Dvd’s 76 Vcd 76 branden audio- en gegevensbestanden 53 Cd’s archiveren van bestanden 60 controleren geen fouten 55, 57 gegevensbestanden 58 gesloten sessie 55 imagebestanden 61 jukebox 56 kopiëren 59 tips over 55 Dvd’s archiveren van bestanden 60 bitsnelheid 76 controleren geen fouten 55, 57 Fit-to-DVD instelling 76 imagebestanden 61 kwaliteitsinstellingen 76 overzicht 74 videokwaliteit 76 gegevensschijven 55, 57 labels, LightScribe 61 meerdere sessies 57 tips, gegevensschijven 58 Vcd’s 74 videoprojecten naar schijf 74 bureaublad 6
Index
83
C carpale tunnelsyndroom 1 Cd’s archiveren van bestanden 60 branden tips audioschijven 55 gegevensschijven 58 controleren van gegevensintegriteit 55, 57 gecomprimeerd 56 gegevens 58 gesloten sessie 55 imagebestanden 61 jukebox 56 kopiëren 59 wissen van herschrijfbaar 54 chassis, symbolen 2 comfortabel werken 1 Compaq toetsenbordtoets 9 componenten 4 computer inschakelen eerste keer 4
D diapresentaties in MyDVD 72 digitale afbeeldingen, beheren 43 digitale foto 27, 43 werkgebied 44 Documentatiemap 79 dubbelzijdige dvd 48 Dvd’s archiveren van bestanden 60 branden naar schijf 74 controleren van gegevensintegriteit 55, 57 films, maken 69 gegevens 58 gegevensschijven, branden tips 58 imagebestanden 61 kopiëren 59 kwaliteitsinstellingen 74 ondersteunde formaten 73 opnametijd 77 wissen van herschrijfbaar 54 dvd-speler, meerwegaudio 15
E e-mail knop op het toetsenbord 10
84
Aan de slag
equalizer Sound Effect Manager (6-connector) 18 Sound Effect Manager (6-connector, Multi-streaming Audio) 21
F filmcreatieprogramma’s 69 Fit-to-DVD instelling (MyDVD) 76 foto’s, beheren 43 fouten controleren van gegevensintegriteit van gegevensschijven 55, 57 verminderen van opnamesnelheid 55
G galerie 44 gebruikersinterfaces 70 gebruikertoets 9 gecomprimeerde cd’s 56 gegevens bestanden archiveren 60 branden tips 58 controleren van integriteit 58 branden in meerdere sessies 57 cd’s en dvd’s 58 geheugenkaartlezer gebruiken 27 kaartypes 27 geluidsconnectors 13 3-connectors PC 14 6-connectors PC 16, 18 gesloten sessie branden 55
H Handleiding voor veiligheid en comfort 1 handleidingen op het scherm 79 handleidingen op het scherm weergeven 79 handleidingen, op het web 79 Help Help en ondersteuning op het scherm 80 Help en ondersteuning 80 Help-toets 9 herschrijfbare schijven, wissen 54 HP Image Zone tabdefinities 44 HP Image Zone Express 43 HP Organize 7
HP Personal Media Drive 37 activiteit en aan/uit-lampje 38 automatische aan- en uit-functie 38 locatie en stationsletter 39 loskoppelen van het station 41 opslaan van bestanden 40 plaatsen van een station 38
I imagebestanden 60, 61 informatie overzetten op uw nieuwe computer 6 installeren van softwareprogramma’s 5 installeren, computer 1 instelling controleren van gekopieerde gegevens 58 Internet aanmelden bij een Internetaanbieder 4 Internetaanbieder zoeken 4 knop op het toetsenbord 10 organiseren van bestemmingen 7 iTunes functies 67 labelen met LightScribe 63 spelen van muziek-cd’s 47
J jukebox cd’s 56
K kaartlezer, geheugen 27 kabels, voor aansluiting van tv 31 klevende schijflabels 64 Knop Afbeeldingen (Foto’s) 9 knoppen Aan 4 aanpassen 11 Compaq 9 E-mail 10 Help 9 Mute (Dempen) 11 Power 4 speciale toetsen 9 Stand-by 9 Zoeken 10 kopiëren van cd’s en dvd’s 59 kwaliteitsinstellingen, opnemen van dvd’s 74
L labelen van schijven branden met iTunes 63 klevende labels 64 met LightScribe 61 land-/regiocodes 50 LightScribe compatibele media 62 labelen van iTunes-schijven 63 schijflabels 61 updates voor stuurprogramma 62 vereisten 62 loskoppelen van tv 36 luidsprekers 13 meerweg 13 luidsprekersysteem 13
M M4A-bestanden 54 maken Cd’s 53, 61 Dvd’s 61, 74 gecomprimeerde cd’s 56 gegevens-cd’s en -dvd’s 58 imagebestanden 61 jukebox cd’s 56 muziek-cd’s 56 Vcd’s 74 meerweg-luidsprekers 13 aansluiten van 3 connectors 14 aansluiten van 6 connectors 17 een microfoon gebruiken 15 selecteren van 3-connector pc 15 selecteren van 6-connector pc 19, 22 selecteren voor 6-connector pc (multistreaming audio) 21 microfoon gebruik met meerweg luidsprekers 15 monitor 4 MP3-bestanden 54 Multi-channel Sound Manager 14 Mute-knop 11 muvee autoProducer, functies 67 muziek afspelen met Windows Media Player 48 spelen met iTunes 47 muziek-cd tips 55 muziektoets 10 MyDVD zie: Sonic MyDVD
Index
85
O on line handleidingen 79 ondersteund dvd-formaten 73 videobestandsformaten 71 ondersteuning berichten 80 Opnemen configureren van Realtek HD Sound Effect Manager, 22 opnemen CD’s, VCD’s, en DVD’s zie: branden tijd Dvd’s 77 Vcd 76 voor elke schijfgrootte 77 opslaan van gegevensbestanden 58 organiatie van Internetkoppelingen en de computer 7
P PC aanzetten 4 installeren 1 organiseren van informatie 7 overzetten van bestanden en instellingen op uw nieuwe computer 6 weergeven van computerbeeld op tv 33 PC Help & Tools 82
R randapparaten 4 RealOne Player, functies 68 repetitive strain injury (RSI) 1
S schijven functies en compatibiliteit 65 labelen klevend 64 met LightScribe 63 na het branden met iTunes 63 stationscompatibiliteit 64 wissen van herschrijfbaar 54 snelkoppelingspictogrammen 6 software installeren 5
86
Aan de slag
softwareprogramma’s filmcreatie 69 iTunes 67 Sonic Digital Media Plus 69 Windows Movie Maker 2.0 68 WinDVD Player 67 Sonic on line help 72 opnemen van programma’s 72 Sonic Digital Media Plus zie: Sonic MyDVD Sonic MyDVD bewerken van videobestanden 73 controleren van gegevensfunctie 57 on line help 72 standaardinstelling controleren van gegevens 55, 57 video instellingen (kwaliteit) 77 kwaliteit 76 projecten 70 wissen van schijven 54 wizards Direct-to-Disc 70, 75 Sound Effect Manager 18 andere functie toewijzen aan connectors 21 audio wizard 20 sound manager, meerweg, 3-connectors 14 sound manager, meerweg, 6-connectors 18 speciale aanbiedingen 80 Stand-by-toets 9 station HP Personal Media Drive 37, 40 stuurprogramma updates, LightScribe 62 submenu’s in videoprojecten 72 symbolen op chassis 2 systeemupdates 80
T televisie, computerbeeld weergeven op een tv 31 toetsenbord gebruiken 9 toetsen aanpassen 11 types knoppen 9 toevoegen aan schijven 58, 59 toevoegen van bestanden, videoprojecten 71
TV aansluiten 31 loskoppelen 36 TV-out 31 aankoppelen van een tv 31 kabels 31 uitschakelen van tv-optie 35 weergeven van computerbeeld op tv 33
U Updates van HP, gebruiken 80 updates, LightScribe stuurprogramma’s 62 USB verbinden van een HP Personal Media Drive met de pc 37
V vaste schijf verbinden van een HP Personal Media Drive met de pc 38 vastleggen van video in videoprojecten 71 vereisten 69 Vcd afspelen met Windows Media Player 51 bitsnelheid 76 branden 76 opnametijd 76 spelen met WinDVD 50 video bewerken bestanden (MyDVD) 73 DVD-opnametijden 77 kwaliteitsinstellingen (MyDVD) 77 ondersteunde dvd-formaten 73 projecten aangepaste stijlen 73 achtergrondmuziek 73 bestanden (toevoegen) 71 bewerken 73 branden naar schijf 74 diapresentaties 72
gebruikersinterfaces 70 hoofdstukopties 71 knopstijlen 73 MyDVD 70 ondersteunde bestandsformaten 71 opnameduur 71 overgangseffecten 73 scènedetectie 71 submenu’s 72 tekstopmaak 73 vastleggen van video 71 wizards Direct-to-Disc 75 zoeken naar scènes 73 vastleggen 69, 71, 75 video-CD’s afspelen met Windows Media Player 51 spelen met WinDVD 50 videoknop 10 volume regelingen 11
W waarschuwing 1 webhandleidingen 79 Windows Media Player spelen van muziek-cd’s 48 spelen van video-cd’s 51 Windows Movie Maker 2.0, functies 68 WinDVD 15 afspelen van DVD-films 48 bedieningspaneel 49 spelen van video-cd’s 50 WinDVD Player, functies 67 wissen van herschrijfbare schijven 54 wizard audio voor Sound Effect Manager 20 wizards Direct-to-Disc (MyDVD) 70, 75 WMA-bestanden 54
Part number: 5991-3098
Index
87