Cover Page
The handle http://hdl.handle.net/1887/20151 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Enckevort, Harry van Title: Gebundelde sporen : enkele kanttekeningen bij aardewerk en nederzettingen uit Romeins Nederland Date: 2012-11-21
Illustratieverantwoording Huub Beckers Kees Brok Majanka Brons Marius van Dam Marcel Degen Harry van Enckevort Paul Franzen Jean-Francois Gentenaar John Harmanus/Alex Schut Kiki van Heijst Elly Heirbaut Joep Hendriks Fons Horbach Camilla Huss Judith Janssen Linda Koers Bas Kokke Afra Koopman Henk de Kort Willem Kuppens Walter Laan Rob Loeffen Ronny Meijers Rob Mols Jeroen Oosterbaan René Reijnen Restaura Restauratie-atelier Haelen Rijksmuseum voor Oudheden Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek André Simons Glenn Tak Benjamin Tunker Sandor Veldman Manon Verhoeven Jeroen Wildenberg Tim van der Weyden
hb kb mb mvd mld he pf jg gb kh eh jh ah ch jj lk bk ak hk wk wl rl rme rm jo rr res rmo rob as gt bt sv mv jw tw
325
Curriculum vitae Harry van Enckevort is in 1956 in Kronenberg (L.) geboren. In de jaren 1968–1975 doorliep hij de HAVO en het Atheneum aan het Peellandcollege in Deurne. Van 1979 tot en met 1986 volgde hij de studie Sociale Geografie aan de Interfaculteit voor Aardrijkskunde en Prehistorie van de toenmalige Katholieke Universiteit Nijmegen, en sloot deze cum laude af met het doctoraaldiploma Historische Geografie. Van 1983 tot en met 1988 studeerde hij aan het Albert Egges van Giffen Instituut voor Prae- en Protohistorie (IPP) van de Universiteit van Amsterdam, en sloot deze studie af met het doctoraaldiploma Provinciaal Romeinse Archeologie. Zijn professionele werkzaamheden omvatten achtereenvolgens: – lid van het auteurscollectief dat in opdracht van de Open Universiteit in Heerlen het handboek over de ‘Pre- en protohistorie van Noordwest-Europa’ vervaardigde (1987–1989) – opgravingsleider tijdens het onderzoek van het IPP naar de laat-Romeinse nederzetting op de Stamelberg in Gennep (1989) – dagelijkse leiding tijdens een opgraving in de stadskern van Düsseldorf (1989) – wetenschappelijk assistent bij de opgravingen van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in de Romeinse legerplaats op het Kops Plateau in Nijmegen (1990–1991) – assistent-projectleider van de opgravingen op het Kops Plateau (1992–1995) – projectleider Romeinse tijd bij de ROB (1996–1997) – achtereenvolgens archeoloog, senior-archeoloog en projectleider bij de gemeente Nijmegen (1995–heden)
326
In dit proefschrift worden twee onderzoeksobjecten, gedraaid aardewerk en nederzettingsterreinen op de Zuid-Nederlandse zand- en kleigronden, uit de eerste drie eeuwen van onze jaartelling door middel van enkele geselecteerde case studies onderzocht. Allereerst wordt ingegaan op grijs Bataafs aardewerk en Low Lands ware 1. Daarna worden met behulp van een horizontaal-stratigrafische analyse de relaties tussen gebouwen in landelijke nederzettingen in Druten, Ewijk, Nistelrode, Venray en Wijchen onderzocht. Dezelfde methode van analyse is toegepast op een cultusplaats in Elst (Gld.), en resten van de Bataafse hoofdplaats Oppidum Batavorum in het centrum van Nijmegen. Verder wordt ingegaan op de pas ontdekte legerplaats van het Tweede Legioen in Nijmegen. De in verschillende hoofdstukken gepresenteerde data over Romeins aardewerk worden aan het eind van het proefschrift samengevat en vergeleken met keramiek van andere vindplaatsen. Ook wordt duidelijk gemaakt dat aan het begin van de 2e eeuw rond Nijmegen, de civitas Batavorum, monumentale villa’s worden gebouwd. De bouw van deze valt samen met veel andere veranderingen in zowel Nijmegen als op het omringende platteland. Daaruit mag opgemaakt worden dat het Bataafse gebied meer dan 100 jaar na de komst van de Romeinen daadwerkelijk geïntegreerd werd in het Romeinse imperium.