Chiro Muizen in Tanzania 2014 Gaat het niet goed met ons? Kritische blikken denken er het hunne over. Gedreven door een dagelijkse dodelijke strijd tegen de klok leven we in een Westerse, meritocratische wegwerp-, genots- en kickcultuur waarin onze jeugd instant happiness verwacht. Diepzinnigheid, bescheidenheid, normen en waarden vervagen… Massaal, in een eindeloos gevoel van eenzaamheid, ontvluchten we deze krankzinnigheid naar een virtuele Facebook-wereld waar rozengeur en maneschijn geprofileerd wordt. Is onze jeugd dan echt zo naar de ***** geholpen? Ik zag daarentegen deze zomer wel wat anders… Op 16 augustus, enkele dagen na het Chirokamp, vertrokken we met 18 leiding en aspiranten naar Tanzania, waar reeds vele jaren een vriendschapsband is ontsproten. Hartjes waren gevuld met nieuwsgierigheid, angst (de eerste keer vliegen of zover reizen) en verdriet (na het Chirokamp nog eens afscheid nemen van het liefje). Na een negental uur vliegen, het twee keer kiezen van ‘chicken or beef’ en het bekijken van een Amerikaanse B-film, landen we vroeg in de ochtend in Nairobi. Na de koffer en het dak van ons kramikkelig busje te hebben volgestouwd, vertrekken we voor een zes uur durende rit richting Tanzania. Druppelsgewijs worden we het Afrikaans landschap gewaar. Velen verbazen zich over de meer lijkend op een geïmproviseerde dan een officiële grenspost, waar opdringerige Maasai ons proberen juwelen te verkopen. Aangekomen in Arusha, een stad met 271.000 inwoners, maken we kennis met de jongedame Happy die onze reis zal coördineren. Bij onze eerste Afrikaanse lunch vermijden we de niet zo appetijtelijk uitziende vis en kiezen we voor kip met ugali (maïsmeel, gekookt met water tot een deegachtige consistentie). Tijdens de stadswandeling halen Pieter-Jan en enkele anderen meteen hun beste ‘afdingkunsten’ boven. De dag sluiten we af met een lekkere straatbarbeque. Na twee dagen vertoeven in het drukke Arusha, reizen we met het busje, na een stop op een Masaimarkt, door naar het kleinere Karatu, een uitvalsbasis voor safaritoeristen. Hier eten we en vervolgens trekken we via een erg hobbelige zandweg verder richting Endallah, een klein traditioneel Tanzaniaans plattelandsdorpje met 5.000 inwoners waar geen elektriciteit is, noch waterleiding en niet bereikbaar met een busje. Via een aardepad langs de heuvelruggen met een prachtig uitzicht op Lake Manyara komen we na 2,5 uur stappen in het donker aan in het guesthouse waar we de komende week zullen verblijven. We ontmoeten onze gids John, onze kok Herman en onze Afrikaanse mama, Mama Bernardo (Mama’s worden hier genoemd met de naam van hun oudste kind). ’s Avonds, onder een prachtige sterrenhemel, zinderen aan een klein Afrikaans vuurtje de eerste dagen nog gezellig na. We verbroederen met onze nachtwakers die maar al te graag onze kennis Kiswahili bijschaven.
Vanaf het begin zijn we overweldigd door de kookkunsten van Mama Bernardo. Piet Huysentruyt zou dagelijks ‘veel geleerd hebben vandaag’, en dan nog dit nog allemaal op een houtvuurtje. De volgende drie dagen is een culturele onderdompeling met een geëmotioneerde mengeling van ontroering, schaterlachen, bezorgdheid, tranen, genieten… Zo maken we de eerste dag een wandeling langs de veel te droge rivierbedding waarin dorpelingen met een bekertje aan het graven zijn op zoek naar water. Ook bezoeken we het dispensarium van Dr. Simpa, de enigste medische verzorgingsplaats met erg beperkte middelen. (Zelfs niet elk bed heeft een matras) We geven gesponsorde medicatie en verzorgingsmateriaal en vervierdubbelen zijn voorraad. In de lagere school, vorige maand nog geschilderd door Baba Roger (papa Steven) en een groep van de KVLV, worden we stil bij het luisteren van honderden kinderen die het Tanzaniaans volkslied zingen. Vervolgens staat er nog een volleybalmatch tegen de leerlingen van de secundaire school op het programma. Het begin van de match is een klein drama: het lukt ons maar niet om te scoren en het talrijk opgekomen publiek lacht zich een breuk met de wazungu (blanken) die er niets van bakken. Toch kunnen we ons herpakken en na een thrillerslot winnen we de wedstrijd met 2 - 1 setstanden. Plots loopt er een groot deel van de leerlingen weg. We vragen wat er gaande is en blijkbaar is het tijd voor ‘religion’. Nieuwsgierig volgen we de groep en nemen plaats achteraan in een bomvol klaslokaal. Wat volgt is een schouwspel dat we niet gauw zullen vergeten: zonder leerkracht of begeleider beginnen de leerlingen het ene na het andere liedje te zingen. Verschillende groepjes studenten komen naar voor om te dansen, terwijl de rest enthousiast meedoet. Dit is niet het bidden dat we gewoon zijn in de kerk van België. Ook wij worden uitgenodigd naar voor te komen en een beetje overdonderd zingen we het avondlied en de vlaggengroet. 's Avonds vragen we aan Happy om voor ons het Tanzaniaans volkslied neer te pennen. Zo kunnen we morgenvroeg bij ons bezoek aan de secundaire school in de ochtendformatie meezingen. Margot is de pechvogel van de dag wanneer ze 's avonds aan het vuur struikelt over de bak frisdrank en de nachtwakers bijna doet wenen van het lachen. De volgende dag, tijdens een nogal militaristisch getinte ochtendformatie, hijst PieterJan trots onze Chirovlag en draagt Vincent een voorbereide speech in het Kiswahili voor. Daarna verdelen we ons over enkele klassen, volgen les en doceren eventjes zelf. Pieter-Jan legt de werking van het Belgische leger uit, Merel en Saartje leren de studenten wat basiswoorden Nederlands, Daisy geeft wat geschiedenis over WOI, Ruud trekt meteen alle registers open en geeft een complexe les bouwkunde en Jeroen en Vincent leggen uit wat Chiro is. Bij het vertrek worden we nog uitgenodigd voor een dansfeest op onze laatste avond, dat belooft! In een brandende namiddagzon wagen we ons aan een twee uur durende wandeling naar het hoogste punt van Endallah, van waaruit je een prachtig zicht hebt op de vallei en Lake Manyara. Het is zweten geblazen want het is een stevige klim met veel hinderissen. Dit is echter gauw vergeten wanneer we bovenop de rots staan en genieten van een adembenemend uitzicht. Beneden aan het meer staan er honderden roze stipjes; flamingo's! Margot heeft opnieuw pech wanneer ze in de afdaling struikelt en haar been opnieuw stevig bezeerd. Ze zal de rest van de reis met blauwe plekken rondlopen.
De laatste dag, alvorens onze eerste safaritrip, staat er een wandeling naar de bananenplantage op het menu. In het regenseizoen lokt deze plaats verdwaalde olifanten van lake Manyara richting Endallah, die door Rangers vakkundig worden teruggebracht. De zon schijnt opnieuw fel, maar John drukte ons toch op het hart om een lange broek en stevige schoenen aan te doen tegen de dichte begroeiing. Ook Happy is van de partij, voor haar geen lange broek en stapschoenen maar een gewone rok en ballerina's waarvan er eentje zelfs een kapotte rechterzool heeft. Ze stapt de ganse wandeling door doornstruiken, over rotsen en steile beklimmingen aan een tempo dat de Belgen maar amper kunnen bijhouden. Onderweg vertelt gids John over de verschillende bomen en planten langs de weg. Veel van die kennis vergaarden ze al op jonge leeftijd, om zich te kunnen redden in de natuur. Weten van welke boom je met de schors schorpioenen- en cobrabeten kan bestrijden of van welke plant de takjes tegen ontstoken tandvlees helpen, kan wel eens van pas komen als er niet direct een dokter of tandarts in de buurt is. In de plantage zien we bananen-, citroen-, appelsien- en mangobomen en een eenzame tabaksplant. Groot jolijt wanneer PJ met enkele blaadjes papier en wat tabak een zelfgerolde sigaret kan aansteken met het vergrootglas van Ruud. We marcheren verder langs en over de rotsen van een droge rivierbedding en komen even verderop aan de "Hyena Cave". Enkel pootafdrukken buiten en een botje in de donkere grot wijzen erop dat deze effectief bewoond is. Van de hyena’s geen spoor. Echter, dat denken we maar. Wanneer we terug uit de grot zijn, vertrouwt John aan Vincent toe dat hij tientallen oogjes heeft zien oplichten in het donker. Vincent vroeg zich al af waarom het maar een blitzbezoek was geweest. Ook vertelt John Vincent hoezeer hij wel niet geniet deze groep jongeren te gidsen. “I am enjoying these spiritual group atmosphere, they have an african smile and heart on the right place.” Een mooie interculturele Chirovisie, zou ik zo zeggen. Na de wandeling is er een voetbalmatch gepland tegen Endallah Shule ya Secondary, die opnieuw veel toeschouwers lokt. Op de oneffen zandvlakte is het moeilijk voetbal en de fittere en technisch begaafdere Tanzanianen nemen vanaf het begin de wedstrijd in handen. We houden lang stand maar verliezen uiteindelijk toch met 2 - 1. De match is alleszins een goede voorbereiding voor die van zondag tegen de Tembo's (olifanten), de dorpsploeg. 's Avonds mogen er zes vrijwilligers mee met gids John op Bushbaby-jacht. Ze hebben geluk want in een uur tijd zien ze een schorpioen, twee slangen en 3 bushbabies. ’s Morgens 4u30, na een overheerlijk ontbijt van Mama Bernardo, in volle spanning uitkijkend naar onze eerste dag safari, stappen we in de jeeps met fototoestellen en verrekijkers bij de hand. We rijden naar de Ngorongoro-krater, met een doorsnee van 20 km de grootste intakte caldera (ingestorte vulkaankegel) ter wereld. De kraterwanden zijn 600 m hoger dan het centrale zoutmeer. Giraffen kunnen met hun lange nek deze steile beklimming niet maken. In de voormiddag treffen we leeuwen, buffels, wildebeesten, zebra’s, struisvogels, kori bustards, kraanvogels, nijlpaarden en soms een jakhals aan. Je wordt er stil van, het besef van de pracht der natuur en de bewustwording dat wij mensen hier zo onrespectvol met omgaan.
Rustend in de schaduw van een boom aan de rand van de hippopool krijgen we plots via onze radio call te horen dat er twee neushoorns gespot zijn, kort bij de weg. In volle vaart rijden we naar de aangegeven plek en inderdaad: op zo’n 50 meter van de weg staan ze rustig te grazen. Zo kortbij is hoogst uitzonderlijk. Zelfs John (niet John de gids, maar de papa van Happy die onze driver is) wordt er stil van. In de namiddag rijden we richting het bos in de hoop wat olifanten en heel misschien een luipaard te spotten. De eersten laten niet lang op zich wachten: tussen de bomen zien we 2 mannetjes en een troep vrouwtjes met hun kleintjes. Helaas is ons geluk op voor vandaag: de luipaarden zitten te goed verstopt. Na bijna 12 uur game drive, met een fototoestel en hart vol mooie herinneringen, beslissen we om terug te keren. ’s Avonds staat er ons nog een ‘soort van Shake that Asspi’ te wachten waar we VIP zijn. De eetzaal, voorzien van één box en een laptop, fungeert als ‘Perron M’. Al van bij onze aankomst worden we omsingeld en maar al te graag uitgenodigd om samen te dansen op de beats van 50 cent, Usher en Ludacris. Ook in Tanzania staat zondag synoniem voor rustdag. Tanzanianen zijn erg gelovig en de Pinksterbeweging, waar Mama Bernardo fervent lid is, nodigt ons uit. In tegenstelling tot in België is geloof belijden hier in kleurrijke kledij zingen, dansen, feesten en trommelen tot je erbij neervalt. De anders zo timide voorzangeres Mama Bernardo laat zich volledig gaan en zweept het publiek op. Na een uur introduceert John (gids) ons bij de geloofsgemeenschap. Vincent preekt over de interculturele verschillen in geloofsbeleving en we zingen samen ‘dag wereld, dag mensen’. Desondanks we de gebruikelijke gebaren maken, steekt dit nummer tegenover de vele ‘swingers’ toch maar bleekjes af. Na iets meer dan twee uur verlaten we de viering die waarschijnlijk tot een stuk in de namiddag zal doorgaan. Mooi is het feit dat velen die avond bij het kampvuurtje vertelden daar in de kerk een krop in de keel te krijgen. Na de middag stappen we naar Endallah shule ya secondary, waar we, met John (gids) als tolk een circusworkshop en pleinspelen organiseren. ‘Dr. knoop’ wordt ‘Dr. Simpa’ en ‘kat en muis’ wordt ‘Masai en simba’. Het wordt een leuke en energieke chironamiddag. Leuk om te zien hoe de dolenthousiaste jongeren in alle hevigheid ‘vleeshoop’ en ‘doodskistje’ soms wat iets te serieus nemen. Om 16u trekken we allen gehuld in een Tanzaniaans voetbalshirt naar het centrum van het dorp om daar op het zanderige voetbalveld zonder lijnen en tussen de kippen een match te spelen tegen de dorpsploeg de 'tembo's' (olifanten). Na de nederlaag tegen de studenten van de secudaire school vrezen we voor een nieuwe pandoering, maar de 1ste helft houden we goed stand. Enigste tegenvaller is het uitvallen van onze keeper Stijn die een bal fout op zijn vinger krijgt en vreest dat hij gebroken is. Met invaller Jonas starten we de tweede helft en ook deze gaat gelijk op, tot de tembo’s in de verdediging een steek laten vallen en Ruud kan binnentrappen: 1 – 0 (Binneeuh)! Maar donkere wolken verzamelen zich plots boven het dorp en na enkele aarzelende druppels valt de regen plots met bakken uit de lucht. Dit in het droogseizoen? Onze Tanzaniaanse vrienden bedanken ons voor de regen die we meegebracht hebben en vragen ons hoe te bidden zodat zij dit ook kunnen.
Tempus fugit! Op onze laatste dag trekken we naar de Endallah shule ya misingi (lagere school) om er chirospelletjes te spelen. Engels hebben deze bengels nog niet onder de knie, wat een spelletje uitleggen bemoeilijkt. Al een geluk is chirotaal een wereldtaal. 600 kindjes op één groot zanderig veld, chaotisch verdeeld in groepen en cirkels, in de stralende Afrikaanse zon, samen met enkele Muizense jongeren die het beste van zichzelf geven nabij een wapperende chirovlag. Claude Monet zou er een prachtschilderij van kunnen maken. Een groot succes is het laatste massaspel: tikkertje aan de boom (blanke mensenboom bij gebrek aan ander). In de namiddag krijgen we nog een rondleiding in Endallah shule ya Secondary. Het raakt ons te zien hoe gelukkig onze leeftijdsgenoten hier kunnen zijn met zo weinig luxe: ver van huis, slapen in slaapzalen op rampzalige matrassen, dagelijks hetzelfde eten in magere porties, ongezuiverd water drinken komende uit een te droge rivierbedding… Verdienen zijn dan niet evenveel kansen als ons? Zouden we dan niet een beetje kansen kunnen delen? Het laatste avondmaal is uitermate memorabel. Na een halfuurtje rijden met de jeeps verrassen onze Tanzaniaanse vrienden ons op een ‘Bushdinner’. In heel letterlijk ‘the middle of nowhere’ staat er plots een feesttafel klaar met zelfs taarten voor de jarigen Nele, Josse & Jeroen. Alvorens er een feestje losbarst op Afrikaanse samba, geven Vincent, Pietro (burgemeester) en John (Baba (papa) Happy) nog emotionele speeches. De volgende ochtend nemen we nog enkele groepsfoto’s en met een krop in de keel nemen we afscheid van iedereen. Vooraleer we naar Kenia een nieuw Afrikaans avontuur tegemoet rijden, stoppen we nog even in Karatu en bezoeken we de maandelijkse grote openluchtmarkt. Geiten, koeien, westerse tweedehands kledij en allerhande Afrikaanse prularia (of pracht?) kan je er kopen. Ondertussen rijdt Vincent met Stijn en zijn pijnlijke vinger naar het districtziekenhuis. Met een nog donkere kamer worden X-ray foto’s gemaakt. ‘Strictly Immobilization for a couple weeks and then further research’ is het advies. Omwille van gebrek aan ander, kopen we in de stad twee frisco’s en gebruiken deze stokjes als immobilisatiemateriaal. Onze laatste Tanzaniaanse daad is het kopen van 30 paar Kosovo’s. (Tip: als je nog eens op de chiro bent, moet je eens naar onze schoenen kijken) We stoppen nog even in het kleurrijke dorpje ‘Mto Wa Mbu’, komen er veel Planckendaelse ooievaars tegen en reizen verder richting Kenia. Aan de grens probeert Vincent met veel geduld, zweet, maar geen bloed noch tranen uit te leggen dat de honderd gekochte shuka’s (masaidoeken) wel degelijk bedoeld zijn ter sponsoring van het project misingi en geen illegaal lucratief zaakje wordt. Vooraleer we naar Masai Mara vertrekken, overnachten we in Naïrobi in een gezellig backpacker hostel en ontmoeten er avonturiers komende van hier tot in Tokio. Verbaasd kijken de meisjes van het hostel wanneer 18 jongeren met kilo’s bagage wel tweederde van heel het hostel inpalmen. De reis naar Masai Mara is opnieuw eentje van enkele uren, maar wordt goedgemaakt met een stop bij een subliem viewpoint op ‘The Great Rift Valley’, de wieg der mensheid.
De komende twee dagen is opnieuw genieten van de wonderen der natuur. Masai Mara is onderdeel van de Serengeti-vlakte (in Masai-taal eindeloze vlakte). Wanneer we midden in de migratie staan, zien we letterlijk tot aan de eindeloze horizon duizenden wildebeesten, zebra’s en verschillende soorten gazellen grazen. Ook treffen we nog een koppeltje leeuwen op ‘honeymoon’, een serval kat, giraffen en ontmoeten we een kudde olifanten die ter bescherming van hun kleintjes erg onrustig worden. Aan de Mara-rivier liggen en vliegen respectievelijk enkele krokodillen en gieren bloeddorstig klaar, wachtend tot de gnoes en zebra’s hun vaak dodelijke oversteek maken. Minder bloeddorstig, maar hopend op wat actie staan we met onze fototoestellen klaar. Helaas! We overnachten op een Masai-campsite nabij de dieren. Het is wel even schrikken, wanneer je ’s nachts het gehuil van hyena’s hoort. Maar de nachtwakers, gewapend met speer, zorgen goed voor ons. Zelfs zo goed dat Nele onderweg naar haar tent zich een bult verschiet, luidkeels roept en haast een wild dier nabootst. De arme jonge krijger die alleen maar wil goed doen, begrijpt er niet veel van. Hij wordt gerustgesteld door de jongensleiding en –aspiranten met de woorden dat wij regelmatig onze blanke meisjes ook niet goed begrijpen, maar we ze wel niet kunnen missen. Stilaan nadert het einde. We houden nog een evaluatie, lezen enkele bezinningsteksten over armoede en waarden en keren terug naar Naïrobi. Het allerlaatste avondmaal houden we in de Carnivore, één van ’s werelds bekendste restaurants en toeristenpleister waar je à volonté vlees kan eten zoals ‘ostrich en ox balls’. Met een groot mes schrapen ze spectaculair van een grote klomp het vlees op je bord. Je dient de tafelvlag neer te leggen als iedereen genoeg heeft. De jongens maken er een sport van en eten om ter meest. Kort bij de eindmeet sneuvelt Ruud en rent naar het toilet. Tot slot nadert het afscheid en keren we met een nachtvlucht terug richting België. Jonas vertrekt de dag erna en Vincent zal nog een weekje langer blijven. Gehuld in een magische chirosfeer was dit een ongelofelijke, intense levenservaring met ontelbaar mooie momenten vol ontroering, geluk, verdriet, pijn, genot… Ver weg van onze ‘beschaafde’ maatschappij vol I-pods, I-pads, I-phones en zelfs I-clouds werd dit chirokamp, onluxueus levend op het ritme van de natuur, een nieuwe ontmoeting met jezelf, de ander en een ongelooflijk warme cultuur dat ons nog veel te leren en te bieden heeft.
(de laatste avond hebben we elkaar totems toegekend met Afrikaanse dieren) Jeroen Stijn Margot Saartje Daisy Simon Anaïs Mieke Lena Arseen Pieter-Jan Nele Leen Ruud Jonas Merel Josse Vincent
toegewijde olifant kritische naakte molrat goedgemutste hyena veelzijdige flamingo verantwoordelijke kangoeroe creatieve kraanvogel dromerige ringstaartmaki dolenthousiaste gnoe impulsieve dikdik ironische neushoorn alert wrattenzwijn olijke giraffe sluwe visarend overmoedig eland aandachtige antilope pienter thompsonelleke (Thompson gazelle) kwieke bushbaby zorgzame leeuw
Grappige uitspraken noteerden we tijdens reis in het gevreesde ‘het boekje van Pieter-Jan’ -
-
-
Lena o o o o
Van dat eten ga ik nu is moeten kakken. Hu? Hebt gij een raam in uw huis? Gaan we onze pas nodig hebben als we de grens over gaan? Die hebben ook wel emmers, he! En in een emmer past er meer dan in een fles. o Altijd als ik iets in mijn mond krijg, bijt ik erop! Anaïs o Hoe heet die vogel die met zijn hoofd omhoog loopt? o Wat is het verschil tussen een kuiken en een kip? o Wat is het verschil tussen een kat en een koe? o We gaan naar de droge waterval (Vincent) - Hoe? Een waterval zonder water? o Twintig na 10? Hier of in België? o He! Dat hout drijft in het water! Saartje o Hé, die pillamp geeft paars licht! (Terwijl er op een paarse bloem geschenen wordt) o Hu? Heeft een leeuw manen?
-
-
-
-
-
Stijn o In Hongarije lagen we elke avond aan de Maas! o Die pillamp is de 32e augustus al kapot! o Zeg Daisy, gij hebt wel een grote D, he! o Het regent in België! (iemand anders) - Maar nee, ge ziet de sterren! Simon o 2 gedeeld door 2 is nog altijd 2 -Das niwaar (Stijn) - Jawel! Mieke o Wie of wat is Real Madrid? o ('s Nachts) In het licht kan je vanaf hier Lake Manyara zien (Vincent) Mieke gaat in het licht van een TL-lamp staan. o Dismissed (Vincent) -Is er mist? o Ik kan niet door mijn vingers zien. o Kwiek betekent opgewekt (PJ) -Hu? Kwiek zit toch in een thermometer? o Amai, nen boom die een auto tegenhoudt, maakt da mee! PJ o Comme il faut? (Vincent) - Ja das ook een goe lieke! o Heeft iemand de piramides gezien? Ik was in slaap gevallen tijdens het opstijgen in Kenia. o Dat zijn geen leeuwen, maar zandzakjes met haar op! o Daar licht een hoopje doorkijkpapier (plasticfolie) o Hoe heten die roze vogels nuweer? Vincent o Als ik een fles water heb staan, heb ik dan een bultrug? o Heeft er iemand een sterke pillamp die kan schijnen? Foto’s => zie kamp DVD Websites o www.misingi.be o www.endallahtours.com o www.lengaisafarilodge.com