CENTRUM VOOR NEUROFYSIOLOGISCHE MONITORING Epilepsiemonitoring, slaapcentrum, wiegendoodscreening 10K12 IB
Inleiding. Waarschijnlijk neemt u deze brochure ter hand omdat u binnenkort stage komt lopen op onze afdeling. Het is dan ook onze bedoeling dat u via deze brochure al een ietwat betere kijk krijgt op onze afdeling; dat u via de gegevens uw eventuele doelstellingen beter kunt formuleren en er al enkele mogelijke vragen van u beantwoord worden. Wij hopen hiermee tegemoet te komen aan de nood van dienstinformatie naar studenten toe. Verder zullen wij ons inzetten om u met woord en daad bij te staan tijdens uw stageperiode. 4. Voorstelling van de dienst. 4.1. Algemeen. Het „Centrum voor neurofysiologische monitoring‟ bevindt zich op kliniekgebouw 12 – 10de verdieping IB. De officiële beddenverdeling van deze 4 disciplines bestaat uit: 4 bedden wiegendoodscreening en EEG-monitoring kinderen, 4 bedden epilepsiemonitoring, 4 bedden slaapstudies pneumologie en 4 bedden slaapstudies algemene interne volwassenen. De verpleegeenheid omvat dus 16 kamers. Al deze kamers zijn eenpersoonskamers. De kamers zijn genummerd van 1021 tot en met 1037. Zoals U kunt zien op bijgevoegd grondplan bevinden de patiëntenkamers zich aan de buitenzijden van de verdieping, gescheiden door de dienstlokalen die zich tussen de twee gangen bevinden. De dienstlokalen in de middenruimten zijn: bergplaats vuil linnen, bergplaats vuilniszakken, de keuken, de linnenkamer; hier bevindt zich ook een doucheruimte voor de kinderen, de spoelruimte, het labo voor verpleegkundigen, het lokaal voor de artsen verantwoordelijk voor de epilepsiepatiënten, de berging en dan enerzijds een opslag- en werkplaats voor het onderhoudspersoneel en anderzijds de badkamer. Buiten deze dienstlokalen in de middenruimte hebben we nog de afdelingsreceptie, het bureau van de hoofdverpleegkundige en het staflokaal en de monitoringeenheid die centraal tussen de patiëntenkamers gelegen zijn. Verder op het einde van de gang, bevindt zich het bureau van de DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
1
slaaptechnologen. De toiletten voor bezoekers en personeel (afzonderlijke toiletten) bevinden zich op het einde van de afdeling. De patiëntenkamers hebben allemaal een lavabo, allerlei kasten, een toilet op de kamer, radio- en televisiedistributie, telefoonaansluitingsmogelijkheid. Op de epilepsiemonitoringkamers is er ook mogelijkheid om DVD‟s te bekijken. 4.2. Grondplan. Zij bijlage.
4.3. Organisatorische voorstelling van de dienst. 4.3.1.
Medisch team.
Medisch Diensthoofd CNM:
Prof. Dr. P. Boon
Verantwoordelijke slaaplabo pneumologie:
Dr. K. Hertegonne
Verantwoordelijke slaaplabo algemene interne:
Dr. A. Mariman
Verantwoordelijke wiegendoodscreening:
Dr. K. Dhondt
Verantwoordelijke epilepsiemonitoringeendheid:
Prof. Dr. A. Meurs
Voor de epilepsiepatiënten behoort de continue begeleiding van de patiënten tot de taak van een supervisor bijgestaan door meerdere 2 geneesheer-assistenten (neurologie). Taak van de assistenten: Neurologie: epilepsiemonitoring Dagelijks contact met de patiënten 2 keer per week zaalronde met de supervisor Het instellen van behandelingen Het begeleiden van patiënten Het te woord staan, informeren en begeleiden van familie
Verder voor alle disciplines: Wekelijks contact met de verpleegkundigen om de geplande opnames voor de volgende week door te nemen. 4.3.2.
Verpleegkundig team.
Het verpleegkundig team is te herkennen aan de witte kledij en bestaat uit: Hoofdverpleegkundige: Dhr. Eddy De Burck. Master verpleegkundigen.
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
2
Bachelor verpleegkundigen. Secretaresse 1
Taak van de hoofdverpleegkundige. De algemene leiding van het verpleegkundig team. De coördinatie van de verschillende taken. Het dagelijks opmaken van een werkverdeling. Ontvangst van nieuw opgenomen patiënten. Het toezicht op de uitvoering van de taken. Bijhouden administratie van het personeel. Bijwonen van vergaderingen Bijdragen tot een goede onderlinge samenwerking met het medisch team, de verpleegkundigen, stagebegeleiders, studenten. Contact houden met de patiënten en hun familie en opvangen van allerlei problemen. Patiëntenoverdracht bijwonen en coördineren. Toezicht houden op het nauwkeurig uitvoeren van de door de dokter voorgeschreven richtlijnen. Bijwonen van de zaalrondes en medische stafs. Gesprekken voeren met de patiënten.
2
Taak van de verpleegkundigen. Er wordt gewerkt met patiëntentoewijzing. Zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van alle voorschriften qua medicatie en zorgen van de aan hen toegewezen patiënten. Opmaken van het verpleegdossier – elektronisch verpleegkundig patiëntendossier Het in acht nemen van het uitvoeren van allerlei bijkomende taken: orde der lokalen, helpen op- en afdienen en eten geven aan de patiënten, e.d. Aankleven en afschakelen van patiënten in functie van hun onderzoek Reinigen van elektrodes
4.3.3.
Administratief personeel.
De secretaresse staat in voor: Het in- en uitschrijven van de patiënten via OCS-systeem (computerprogramma). Het opmaken van medische dossiers van nieuw opgenomen patiënten. Het aanvragen van onderzoeken.
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
3
De regeling van het vervoer van de patiënten naar de afgesproken onderzoeken. Het beantwoorden van de telefoonoproepen.
4.3.4.
Logistiek medewerker.
Staat in voor: De voorbereiding van de maaltijden. Op- en afdienen. Hulp aan de patiënten bij het eten. Bestelling van voedingswaren. Ontsmetten van patiëntenkamers bij ontslag. Reinigen van elektroden. Aanvullen van de linnenkamer. Spoelruimte in orde houden. In orde houden van de keuken (ijskast, kasten). 4.3.5.
Onderhoudspersoneel.
Staan in voor het algemeen onderhoud van de kamers en dienstruimten. 4.3.6.
Sociale dienst.
Mevr. A. Colle staat in voor de neurologische patiënten op onze afdeling. Zij is verantwoordelijk voor: Het oplossen van sociale problemen van de patiënten. Het onderzoeken van de financiële tegemoetkomingen waar de patiënt recht op heeft (invaliditeitsvergoeding, terugbetaling vervoerkosten, vermindering T.V. taks, enz.) Het regelen van eventuele thuiszorg, vervoer van patiënten naar huis enz. Om dit alles zo vlot mogelijk te laten verlopen heeft ze regelmatig contact met de hoofdverpleegkundige en artsen. 4.3.7.
Kinesitherapie.
Dhr. B. Hélin staat in voor alle patiënten op onze afdeling. Zij begeleidt eveneens de studenten kinesitherapie. 4.3.8.
Logopedie en ergotherapie.
Dr. M. De Letter – logopedie - volgt de patiënten op de afdeling. Mevr. A. Leyman – ergotherapie – is hiervoor verantwoordelijk op de afdeling. Waar nodig wordt het team van de logopedie en/of DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
4
ergotherapie ingeschakeld, die dan ook dagelijks de doorgegeven patiënten opvolgen. Logopedie: bij afatische en dysfatische patiënten en bij patiënten met slikstoornissen. Ergotherapie: bij het aanleren van technieken bij patiënten om zichzelf opnieuw te kunnen behelpen, bezigheidstherapie en/of vaardigheidstherapie. 4.3.9.
Onderwijzend personeel.
Indien de opgenomen patiënt nog schoolplichtig is wordt een onderwijzend personeelslid ingeschakeld die dan dagelijks de patiënt opvolgt en begeleidt en de achterstand qua lessen, tijdens zijn/haar opname tracht op te vangen en bij te werken. 5. Informatie over de dienst. 5.1. Specifieke aandachtspunten. Bij aanvang stageperiode. Zich
steeds
ter
kennismaking
aanmelden
bij
de
hoofdverpleegkundige.
De
hoofdverpleegkundige of adjunct-hoofdverpleegkundige zal de studenten eerst de nodige uitleg verstrekken over de afdeling, tevens een grondige rondleiding geven. Na de rondleiding ontvangen de studenten een werkuurrooster, gekoppeld aan het werkroulement van de toegewezen mentor(en). Invullen van de begeleidingsfiche. Let er op: u bent als student verantwoordelijk opdat uw begeleidingsfiche de dagen dat u op stage bent ingevuld wordt. Indien problemen met de verpleegkundigen hieromtrent gelieve de hoofdverpleegkundige hiervan in kennis te stellen. Met niet correct ingevulde begeleidingsfiche wordt op het eindevaluatieverslag rekening gehouden. Dagelijks. Werkverdeling raadplegen. Men dient zich steeds te gaan aanmelden bij de verpleegkundige waarmee men moet samenwerken, nooit op eigen houtje beginnen – afspraken maken. Indien u dient samen te werken met uw stagebegeleider steeds de verpleegkundige waarmee u werkt hiervan verwittigen. Kijk altijd het verpleegplan in alvorens aan de verzorging te beginnen. Enkele algemene richtlijnen. Aandacht voor persoonlijk hygiëne: propere schort (steeds naamplaatje dragen), verzorgde
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
5
haren, verzorgde nagels. Op een beloproep moet zo vlug mogelijk worden gereageerd, dus nooit voorbijlopen. Beloproepen bij epilepsiepatiënten kunnen wijzen op een epilepsieaanval. Koffiepauzes worden toegestaan in geval van 4 uren stage lopen. Dit geldt dus enkel in de voormiddag en wel van 10:15 tot 10:30. Per student wordt door de afdeling 1 yoghurt voorzien (geen koffie, tenzij men die zelf meebrengt). Water is steeds verkrijgbaar. Bepaalde observaties of bemerkingen worden aan de verpleegkundige gemeld: dit wordt door u of de verpleegkundige genoteerd in het EVPD (elektronisch verpleegkundig patiëntendossier). Zorg ervoor dat u de kamers steeds in orde achterlaat: vuil linnen, bedpan, urinaal, nachtstoel reinigen. Voor iedere verzorging: was uw handen! Dit voor wat uw eigen hygiëne betreft, evenals om kruisinfecties te vermijden. Er mogen geen juwelen gedragen worden aan handen of armen. Naargelang de werklast helpt de student bij het in orde brengen van de spoelruimte, aanvulling van linnen enz. Om 12 u. wordt het middagmaal opgediend. Wie stage loopt tot 13:00 of later helpt dan ook bij het opdienen van het middagmaal, het installeren van de patiënten en zonodig helpen bij het eten geven. 5.2. Medisch patiëntenprofiel. De meest voorkomende neurologische aandoeningen. Epilepsie. Een frequent voorkomende aandoening van het zenuwstelsel waarbij de patiënt “aanvallen” doet, gaande van korte enkelvoudig partiële aanvallen, complex partiële aanvallen tot gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen. Deze epileptische aanvallen kunnen het gevolg zijn van heel wat onderliggende (neurologische) aandoeningen. Denken we hierbij aan hersentumoren, traumata, circulatiestoornissen, psychiatrische aandoeningen,…
De meest voorkomende aandoeningen voor het slaaplabo (volwassenen). Slaapapnoe. De gewoonte hebben van luid te snurken is de eerste indicatie van een mogelijk levensbedreigende handicap, obstructieve slaapapnoe. Verder heeft men nog de centrale slaapapnoe. Bij deze vorm DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
6
blijft de luchtweg open, doch het diafragma en de borstspieren stoppen met werken. Het dalen van het zuurstofniveau alarmeert de hersenen zodat de slapende persoon wakker wordt en opnieuw begint te ademen. Snurken. Leidt dikwijls tot sociale problematieken. Sommige snurkers produceren soms meer dan 80 decibels. Dat het delen van het echtelijk bed met een dergelijk snurkende partner niet zo evident is kan echter leiden tot echtelijke problemen. Narcolepsie. Narcolepsie is een chronische neurologische aandoening die wordt geklasseerd onder de hypersomnieën. Het meest op de voorgrond tredende symptoom is dan ook de onbedwingbare neiging om overdag in slaap te vallen. Patiënten voor het slaaplabo worden meestal slechts opgenomen voor één overnachting. Zij worden aangeschakeld met allerlei elektroden waardoor men dan ook de slaapgewoontes kan volgen via de computergegevens. De slaapstudies gebeuren 7 dagen op 7. De meest voorkomende aandoeningen voor het slaaplabo (kinderen). Wiegendoodscreening. Slaaponderzoek. Dit slaaponderzoek is vergelijkbaar met het slaaponderzoek bij volwassenen. Kinderen kunnen last hebben van slaapstoornissen waardoor ze overdag niet uitgeslapen zijn. Op lange termijn heeft dit vaak invloed op de schoolprestaties omdat ze zich niet genoeg kunnen concentreren. Met het slaaponderzoek wordt getracht de oorzaak van de slaapstoornissen op te sporen. 24u-EEG-registratie. 5.3 Verpleging. 5.2.1.
Verpleegdossier.
Er wordt gewerkt met een elektronisch verpleegkundig patiëntendossier. Medisch dossier. Bevindt zich in elektronisch patiëntendossier en mits toelating van de hoofdverpleegkundige mag dit ingekeken worden.
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
7
Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan het feit dat de studenten op de hoogte moeten zijn van het bestaan van het beroepsgeheim en de toepassing ervan. Zij mogen dus nooit met de aan hen toevertrouwde patiënten hun ziektebeeld en/of evolutie bepraten; zij moeten ervoor zorgen nooit nota’s achter te laten op de kamers. Er mag zeker geen informatie door de studenten worden doorgegeven aan de familie en/of aan andere patiënten. Bij vragen of problemen moet steeds worden doorverwezen naar de arts of de verantwoordelijke verpleegkundige. 5.2.2.
Basiszorgen en observaties.
De meeste patiënten die worden opgenomen op de afdeling zijn zelfstandig. Toch hebben patiënten soms hulp nodig voor de basiszorgen. Vooral bij de epilepsiepatiënten moet hier dagelijks aandacht aan besteed worden, want owv de elektrodes is het niet evident de kledij te verversen, aangezicht te verfrissen,… Bedbad. Dient goed en zorgvuldig te gebeuren. Maak gebruik van voldoende zeep, spoel zeer goed na en droog grondig (let vooral op de huidplooien: oksels, liezen, borst- en buikplooien). Hulp bij toilet. Zelfde observatiepunten in acht nemen als bij het bedbad doch steeds nagaan of de patiënt zich wel gewassen heeft. Mondtoilet. Heel belangrijk, zowel op preventief als op curatief vlak. Voldoende aandacht besteden aan monden tandverzorging (ook kunstgebitten dienen dagelijks gereinigd te worden). Scheren. Dient dagelijks te gebeuren. Indien dit elektrisch gebeurt let er dan op om na de scheerbeurt het scheerapparaat te reinigen (wordt anders een echte kweekhaard van kiemen en bacteriën). Nagelverzorging. Moet routinegewijs kunnen gebeuren tijdens uw observatie bij de verzorging. Haarverzorging. Hieraan moet heel veel aandacht besteed worden. De elektrodes worden namelijk met lijm op de hoofdhuid bevestigd. Het zorgvuldig verwijderen van alle lijmresten is dus een zeer belangrijke taak.
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
8
Decubituspreventie. Bij risico voor doorligwonden wordt bij de patiënt om de drie uur wisselhouding toegepast. Indien nodig wordt een speciale matras (vb. NimbusII-matras) aangebracht. Houding van de patiënt. Het is van belang dat de patiënt een zo comfortabel mogelijke houding krijgt, aangepast aan zijn algemene toestand. Wondverzorging. Uit te voeren volgens de voorschriften op de zorgenplanning. Indien wijzigingen geconstateerd worden dit melden. Urine-incontinentie. Gebruikte methodes op de afdeling zijn: Luiers: verdient alle voorkeur indien mogelijk. Dient regelmatig vernieuwd te worden. Goede huidhygiëne is nodig zoniet is irritatie mogelijk. Condoomkatheters: indien geen faecesincontinentie kan dit bij de man een goede oplossing zijn. Intermittent sonderen: wordt toegepast bij patiënten met urine-retentieproblemen. Verblijfblaassonde: wordt enkel geplaatst wanneer andere methodes niet voldoende zijn en wanneer men door incontinentie het gevaar loopt van eventuele decubitustoename bij bepaalde patiënten. Enkel op voorschrift van de arts. Cystofix: nieuwe toenemende vorm van incontinentiebehandeling. Er wordt een sonde via de buikwand (boven de pubisstreek) in de blaas gebracht. Kan mits goede controle en verzorging vrij langdurig (enkele weken) ter plaatse blijven zitten. Controle infusen. Dagelijks moet men tijdens de verzorging oog hebben voor de insteekplaatsen van infusen, dit om ontstekingen zoveel mogelijk te voorkomen. De troussen worden bij gewoon infuus 2 maal per week vernieuwd en indien nodig. Bij centraal infuus 3 maal per week en dagelijks nazicht van insteekplaats van de katheter. Nooit infusen laten leeg hangen, steeds nieuw infuus aanschakelen. Bij alle handelingen met infusen steeds steriel te werk gaan. Hulp bij de maaltijden. Normaal zorgen de logistieke medewerkers voor de voorbereiding van de maaltijden. Indien patiënten iets specifiek nodig hebben staat dit genoteerd op de lijst in de keuken (wordt bijgehouden
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
9
door de ziekenhuishelpster). Indien patiënten een vochtlijst hebben hangt dit op de kamer (meestal aan de toiletdeur). Dit dient bij het afruimen steeds correct ingevuld te worden. Bepaalde patiënten dienen ook volledig gevoed te worden: heb voldoende geduld met deze patiënten. 5.2.3. 1
Specifieke zorgen.
Standaard- en barrière isolatie. Multi-resistente ziekenhuiskiemen vallen onder standaardisolatie De theoretische uitleg hieromtrent kunt u op de afdeling inkijken.
2
Psychische begeleiding.
Tijdens en na de verzorging dient u er als student ook op te letten dat u steeds contact blijft houden met de patiënt. Het zijn soms voor hem/haar ogenblikken waarop iets kan gevraagd of verteld worden wat hem/haar dwars zit. Patiënten met epilepsie hebben vaak al een hele weg afgelegd vooraleer ze aankloppen bij het UZ Gent of ze hebben een zeer ernstige vorm van epilepsie waardoor hun hele privéleven onder druk komt te staan. Vaak zijn er relationele, financiële of psychische problemen. Het is dan ook belangrijk deze problemen te inventariseren en te rapporteren aan de verantwoordelijke verpleegkundige. 5.2.4.
Verpleegtechnische handelingen.
Perfusies. Bij het aanwenden van perfusies dient de student op de hoogte te zijn van: Het klaarzetten van perfusies, waaronder het oplossen van de medicatie, het vervangen van trousses, het overschakelen van infusen en het berekenen van de inloopsnelheid. Assisteren bij het plaatsen van infusen: insteekplaats zeer goed ontsmetten; katheter goed fixeren en steriel afdekken. Het toedienen van I.V. medicatie: moet steeds op een steriele manier gebeuren. Observatie van de aanprikplaats (zwelling, roodheid) en van het verband (vb. nat, vuil) en eventueel het vernieuwen ervan. Centraal infuus. Bij patiënten die langdurig moeten worden behandeld met allerhande I.V. medicatie (vnl. antibiotica) wordt een centraal infuus geplaatst. Het centraal infuus wordt steeds op het gelijkvloers van K12- IC (bedhold) geplaatst. Na het plaatsen van het centraal infuus dient
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
10
altijd een RX-thorax genomen te worden (controle pneumothorax, bloeding). Nooit alleen de trousse vernieuwen bij een centraal infuus. Steeds steriel werken, fixeren en afdekken bij vernieuwen van het verband. Staat op het zorgenplan genoteerd. Bij het verwijderen van een centraal infuus wordt, enkel op aanvraag van de arts, de kathetertip in een steriel recipiënt gedaan om te kweken. Verdere observaties zoals voor perfusies. 5.2.5.
Onderzoeken.
De meest voorkomende onderzoeken op onze afdeling zijn: Neurologie. Gewone RX-foto‟s: thorax, schedel. Tomografie van de hersenen. N.M.R. Isotopenscanning E.E.G. (electroencephalogram). Uitgelokte potentialen: VEP - SSEP BERA-testen: evenwichtstesten op O.R.L. Neuropsychologisch onderzoek. Bloedafname. Ictale SPECT (single photon emission computed tomography): tweemaal per maand gaat er een SPECT-onderzoek door, waarbij er een tracer (radio-actief product) wordt ingespoten van zodra de patiënt een epilepsie-aanval doet. SPECT laat toe om de cerebrale doorbloeding te meten (epileptische ontlading gaat gepaard met een verhoogde bloedtoevoer naar dit gebied van de hersenen). De patiënt ligt in een hiervoor voorziene loodkamer op de afdeling. Na de inspuiting wordt de patiënt onder verpleegkundige begeleiding vervoerd naar de dienst radiotherapie voor een SPECT-scan. Uiteraard dient men hiervoor de maatregelen voor stralingsbescherming in acht te nemen. 5.2.6.
Geneesmiddelen.
Neurologie: Neuroleptica Anti-epilepitica Anti-depressiva
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
11
5.2.7.
Apparaten. Sondevoedingpomp Perfusiepomp (IVAC-pomp) Aspiratietoestel Zuurstofontspanner en zuurstofbevochtiger + aquapacksysteem Medicijnvernevelaar Speciale antidecubitusmatrassen
Slotwoord.
Deze studentenbrochure heeft zeker niet de bedoeling volledig te zijn doch hopelijk geeft het u toch reeds een beeld wat de dienst “Centrum voor neurofysiologische monitoring” – 10K12IB inhoudt. Het kan een werkinstrument vormen voor en tijdens uw stageperiode op onze afdeling. Op onze afdeling bevindt zich eveneens een zelf samengestelde „dienstbibliotheek‟ met allerlei eindwerken, evenals videomateriaal, vooral op neurologisch gebied; tevens een paar boeken en videobanden over slaapproblematiek. Deze literatuur of videobanden kan steeds ingelezen of uitgeleend worden. U dient dan wel een document in te vullen zodat ik steeds weet wie welk boek of video geleend heeft en wanneer het is terug gebracht. Voor verdere uitleg over deze brochure en begeleiding tijdens uw stage mag u zeker op onze steun rekenen.
Wij wensen u een leerrijke en aangename stage toe op onze afdeling.
Beste groeten vanwege al het personeel van 10K12 IB Eddy De Burck - Hoofdverpleegkundige
DV/DEF/DEF/200201870/lec - 12/12/2013
12