Breng de fascinerende wereld van de biotechniek naar je school!
k e i n h c e t o
Bi
F E I T A C U D E
PAKKET
r de en 6de leerjaa 5 t e h r o o v ijs
onderw
van het basis
ie is een act iotechniek’ tie, ‘B a t ic e n u kk a m tief p scom Het educa ieplan Wetenschap . verheid t act Vlaamse o binnen he ef van de een initiati
colofon Het educatief pakket ‘Biotechniek’ is een actie binnen het actieplan Wetenschapscommunicatie, een initiatief van de Vlaamse overheid. Het educatief pakket ‘Biotechniek’ werd gerealiseerd door Technopolis®, het Vlaamse doecentrum voor wetenschap en technologie in Mechelen. Met Technopolis® brengt F.T.I vzw in opdracht van de Vlaamse regering wetenschap en technologie dichter bij de mens. Voor meer informatie over het actieplan Wetenschapscommunicatie: www.ewi-vlaanderen.be/ actieplan. Wees altijd voorzichtig! Technopolis® kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke schade of ongevallen tijdens het uitvoeren van de experimenten. Flanders Technology International vzw -2011- alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Erik Jacquemyn Technologielaan 2800 Mechelen
voorwoord Dit educatief pakket is ontwikkeld om kinderen van het 5de en 6de leerjaar van het basisonderwijs op een toffe manier te laten kennismaken met biotechniek en met onderzoek zoals het in een laboratorium kan gebeuren. Het educatief pakket heeft als doel het imago van technische richtingen op te schroeven, de handigheid van leerlingen te bevorderen en de interesse voor biotechniek te stimuleren. Het pakket bevat drie hoofdstukken die handelen over biotechniek. De eerste twee hoofdstukken nemen respectievelijk 2 en 1 lesuur in beslag en kunnen individueel of in kleine groepjes uitgevoerd worden. Het derde hoofdstuk wordt best klassikaal behandeld, gedurende twee contactmomenten van 25 minuten. Elk hoofdstuk bestaat uit een (of meerdere) doe-kaarten voor de leerlingen en een leerkrachtenfiche met didactische tips, achtergrondinformatie en een lijst met de behandelde eindtermen. De leerkrachtenfiches verstrekken u alle nodige informatie, zodat u, als leerkracht, zo optimaal mogelijk kan inspelen op de noden van uw klas. Achteraan het pakket vindt u nog enkele meer algemene eindtermen terug, die dit educatief pakket kan helpen realiseren. Voor meer informatie kunt u steeds terecht op www.technopolis.be. Onder het hoofdstuk ‘leerkrachten’ vindt u nog andere educatieve pakketten die u in de klas kunt gebruiken. Op deze webstek treft u ook andere nuttige informatie aan. U vindt er onder andere een lijst met alle opstellingen in Technopolis®, met telkens een beschrijving, de tekst van het label dat bij de opstelling staat, plus extra wetenschappelijke achtergrond bij het onderwerp van de opstelling. U vindt er nog meer proefjes die de leerlingen kunnen doen, fysiek in de klas of aan het computerscherm, en een heleboel extra educatief materiaal rond andere onderwerpen die in de klas aan bod komen.
We wensen u veel doe-plezier met dit pakket!
we etenschappe-leuk
Inhoud
2 Colofon 3 Voorwoord 4 Inhoud keuken en in de s a b n e 5 1/Zuren oep ffen in sn to rs u le K 12 2/ n kweken Bacterië / 3 9 1 meen en – alge rm te d in 23 E n is! nteren fu e m ri e p x waar e 24 Technopolis , ®
SNEL AFDRUKKEN van s en streepjes in het vakje Typ de getallen met komma’ l rukmenu, om alleen het dee het afdrukbereik van je afd leerkrachten af te drukken. voor de leerlingen of de LINGEN: DOEKAARTEN VOOR DE LEER 5-8, l2-l5, l9-2O LEERKRACHTENFICHES: 9-ll, l6-l8, 2l-22
1 Zuren en basen in de keuken rlingen 1.1 doekaart voor de lee Zuren Zure odig? je n Wat heb ool - Rodek rote kommen g e - Twe - Water - Mixer - Zeef lazen g - Twee oudazijn h - Huis
Ex
ime r e p
Wat Wa at zijn zzuren?
sommige producten weet je zo of ze zuur Van somm niet. Citroensap en azijn bijvoorbeeld, zijn zijn of nie jn vloeistoffen. Zure dingen smaken niet alzure vloe zuur, ze hebben nog andere typische eigenleen zuu enen schappe mmi mige g schappen. Zo kunnen zuren de kleur van sommige planta plantaardige materialen veranderen! En dat is ni s niet eens zo gek, je mama weet er alles van van. Probeer volgende proef maar eens uit t! uit!
nt
f e o d ? o R ool k rse a a p
Wat gebeurt er?
Aan de s lag!
Snij ijd de rod dekool inn Doe oe de stu t kjjeess.. t kjjees in ee fijjne stu n kom en voe toe tot de h o ele rodekoo ooll onder wa g water Mix ix het mengse ter staat. te s l to t t de vollleed herleid id iiss toott klein i g e r odekool ine stukjees. Gie iet het rod dekooolsap doo het op r een zeef o in een koom en vang m. Vul nu twee glazen met r Voe oeg een kleeinnla od od scheutjje huissekoolssap. aan een van houdazijn tooe de glaazen.
Welke kleur heeft het puur .... rodekoolsap? ..................................... Welke kleur heeft het rodekool-lsap met azijn? ................................... Welke kleur heeft de rodekool die je thuis eet? ........................... Wat voegt mama of papa toe aan rodekool, waardoor de kleur verandert? ................................................................................................................................ .. ................................................... . .............................................................................
Ken je nog planten d Ke die ie be beide kleuren kunnen hebben? ............................................................................................................................... ....... .........................................
Basen Ba Wat leerde je in het experiment ‘zuren’? Vul aan! Zuren smaken ............................... . Ze hebben ook nog andere eigenschappen. Wanneer je een zuur (zure appeltjes, azijn, citroen, …) aan rodekoolsap toevoegt, krijgt het sap de kleur ............................... . Zonder toevoegingen heeft rodekoolsap een ............................... kleur. Wat zijn basen? basen
dig? je no b e h Wat ie sap (z e of l o o k d e - Rod riment ‘ro expe e kool?’) paars glazen r - Vie shoudazijn i u - H asmiddel - Afw
Exp
e erim
Een zuur verandert de kleur van rodekool van paars naar rood. veran Er bestaan ook oo stoffen die het omgekeerde doen. Ze kunnen rode rodekool terug een paarse kleur geven. Zulke stoffen noemt men basen. b
nt
1
Aan de sla g!
Vul de vier gglaz a en m o ekkoo aaan tw oolssap ap. Voe twee ee glaazen eeen et rod oegg kl l ei n sc c houud he utjjee hui dazij ijn to u ss t ee.. Zoaals je in h e et pperimentt leerd v or r ig g e e ex de, e kleeurt he h t ro r dek r od ro ekooolo sap nu d. 1
of ? e l Rod koo ne e o gr Voeg eg aan eenn vann de ggl e n beeetje ee je afwassmiddel lazenn met rooood sa sap toee. Voe oegg aan an een vann de ggllaazzen mett paaaa een be ee beettje rs sapp rs je afwas a mid iddel toe oe. Wat Wat gebeurt er? Welke kleur heeft puur We e ur rodekoolsap? .......................................................................... Welke kleur heeft het rodekoolsap met azijn? ....................................................... We Welke kleur krijgt rodekoolsap als je er achtereenvolgens W azijn en afwasmiddel aan toevoegt? ........................................................................ a Welke kleur heeft het rodekoolsap met afwasmiddel? ................................... W
Zuur of base? Wat leerde je in de experimenten ‘zuren’ en ‘basen’? Vul aan! e Zuren smaken ............................... . Ze hebben ook nog andere eigenschappen. Ze kunnen de kleur van sommige plantaarrdige materialen veranderen. Basen doen het ............................... ... . Ze keren de kleurverandering, veroorzaakt door een zuur, weer om. Wat heb je eraan? Alle stoffen kan je rangschikken volgens hun ‘zuurgraad’. Of ze zuur of basisch zijn, kan je testen met een ‘zuur-base-indicator’, een kleurstof die vernodig? Wat heb je telt wat de zuurgraad van een stof is. Zoals p (zie rodekoolsap. Zure stoffen geven een rode - Rodekoolsa ‘rode of kleur aan rodekoolsap, basische stoffen een experiment ) ?’ blauwgroene. paarse kool en z a l g Sommige stoffen veranderen de kleur van e l e - Enk rodekoolsap niet: ze zijn ‘neutraal’. - Soeplepel loei-) (v Niet alle zure stoffen zijn even zuur. Hoe - Allerlei te testen m o sterker de verkleuring (hoe roder het rodestoffen n zie bijkoolsap), hoe sterker het zuur. Een zuur-base-(voorbeelde indicator vertelt dus ook hoe zuur of basisch lage) een stof is.
nt
slag! e d n a A
l je lsap, als dekools o r t d. e a m a l glaazen testen op zuurgr e e v o z l u V n zuur, ffen wilil (vlooei-)stou of je teststoffeDoe daarvoor Bepaal n f neutraal zijn. e teststof basiissch o soepleepel van d oer met de telkens 1laas rodekoolsap. Rf en het iinn een g zodat de teststo Duid aan soepleepel ap goed mengen. tstof hebt rodekools las je welkke tes lk g inn welk d. f, toegevoeg s goed a n e k l lk e t l e oeplep esten. poel de sieeuwe stof gaat t chone s : t l le e g p O je een nke teststof een s l wanneer ikk voor elk Of gebru l pel. soeple
of r u u Z e? bas
Bijla ge afwas m iddel sap, , ci c huish ola, hand troenhouda oudammon zeep, (natr zijn, maa ia, huismelk, iumbicarb gzout suike sinaasap onaat), p tjesw r, water elsap, ( a t fless er, rege kraanleerd enwater, nwater, ged water ,...), estilzout, ...
Wat gebeurt er? Vul volgende tabel aan: NEUTRAAL
BASE
Zuurgraad teststoffen
Kleur
ZUUR
Ga nu op zoek naar de zuurste en de meest basische teststof. -
Welke stof kleurde het rodekoolsap het roodst? Geef die teststof een rood kleurtje in de tabel. Welke stof kleurde het rodekoolsap het meest blauwgroen? Geef die teststof een blauw kleurtje in de tabel. De stoffen die helemaal geen kleurverandering teweegbrachten, geef je een paarse kleur.
DICATOREN HET NUT VAN ZUUR-BASE-IN n erg nuttig. Want vaak kan Zuur-base-indicatoren zij f zuur of basisch is. Denk je niet proeven of een sto erg zure vloeistof, maar de maar aan cola: dat is een erdrukt de zure smaak. Som vele toegevoegde suiker ond daar blijf je maar beter af. mige stoffen zijn giftig, r kan je alle stoffen, gif Met een zuur-base-indicato op smaak of niet, onderzoeken tig of niet, met een zure zuurgraad.
Zuren
che chtenfi
in de keuken’ en en basen ur ‘Z s le de Voor p die manier lesuren uit. O ee tw st be u rekt e de tijd om gen voldoend lin er le de u t geef rwerp. Zuren n in het onde pe ie rd ve te zich evident onderimmers geen jn zi n se ba en ch min of gen kunnen zi lin er le e D p. wer is, maar het n wat een zuur le el st or vo r mee w. Dat kunnen is volledig nieu e’ as ‘b t ep conc ellen, wanneer zich pas voorst n apge lin er le de meer eigensch dat een zuur n ke ek td re zu on ze sche, alleen die typi pen heeft dan smaak.
rkra 1.2 Lee
s ip t e h c is t c a Did
ijn toe te voeje huishoudaz ut he r sc n ee r Doo een rode kleu t rodekoolsap he op je r n ee ka m n, ge lijkt nu r van het sap geven. De kleu bokalen kan in je kool die de ro de n va die verse rodekool bereiding van de ij B n. pe ko of een scheut ure) appeltjes (z de ak ro va n e, ijk de el wor smak oegd, om die je azijn toegev gen. kleur te verkrij ingen Juiste oploss dekoolsap? eft het puur ro Welke kleur he Î paars olsap met eft het rodeko Welke kleur he azijn? Î rood e je thuis de rodekool di t ef he r eu kl Welke eet? rodekool, Î rood papa toe aan of a am m t eg Wat vo eur verander t? waardoor de kl ap azijn, citroens ren kunÎ appeltjes, die beide kleu n te an pl g no Ken je nen hebben? … Î hortensia’s,
ent het experim Inleiding bij over het begrip gen nadenken lin of er le de at La neer is een st een zuur? Wan is of t at al W . pa r’ be uu ‘z k die leen de smaa zuur? Is het al re stoffen nog zu en is, of hebb ur zu of st n ee en kennen de ken? Misschi er nm ke re de an end’ zijn. zuren die ‘bijt k oo n ge lin er le e kool? ode of paars R t: n e m ri e p Ex lingen t leren de leer en rim pe ex t di Tijdens gen kunkleurveranderin e ze gaan dat zuren ook f to De kleurs di n. ke za or ro rodekoolnen ve t rodekool. Het ui t m ko n, ke een verse gebrui se kleur, zoals ar pa n ee t ef kelrekken sap he je ze in de win er ne an w ol rodeko ziet liggen.
o te Ex t ra i n f heid om van kleur relen in de
n,
verandere
lijk De moge voor grappige tafe hor tensias m o blauwe zorgt s n die een , schrikken zich e s n e M natuur. t hebben edje wanneer ngekoch struik aa e seizoen een ho ’s roze zijn. nd sia het volge gekomen hor ten e zuurgraad. it u td e w u m de nie te maken e hor tensia roze s e ll a ft e d Dat he s krijgt ren de e bodem ems kleu In kalkrijk eerder zure bod , in bloemen uw. mooi bla n e bloem
Op gelet! het geAfhankelijk van de zuurgraad van na het lsap koo bruikte water, zal het rode zijn. w blau of rs mixen eerder rood, paa of erd nise esio Gebruik daarom liefst ged rzuu trale neu een gedestilleerd water, met t lich of r zuu t lich graad. Kraantjeswater kan basisch zijn. eerder Is het aangemaakte rodekoolsap baktje bee een rood van kleur, voeg dan sap het Is is. poeder toe tot het paars een beetje eerder blauw van kleur, voeg dan het tot toe ijn citroensap of huishoudaz paars is.
Basen
ent het experim Inleiding bij er wat ze n nadenken ov ge lin er le de Laat ren zijn dus in over zuren. Zu en bb he d er gele e) natuurlijke r van (bepaald eu kl de om t staa veranderen. kleurstoffen te ne kool? Rode of groe Experiment: ijnlijk nog ch rs en waa bb he n ge lin er grip ‘base’ De le basen. Het be n va d or ho ge nooit
rijk bij dit experiment is dat de leerlingen gelijke hoeveelheden geb ruiken. Ze doen telkens evenveel rodeko olsap in de glazen en voegen telkens evenve el van de teststof (een soeplepel) toe.
Juiste oplossingen Zuren smaken zuur. Ze he bben ook nog andere eigenschappen. Wanneer je een zuur (zure appeltjes, azijn, citroen, …) aan rodekoolsap toevoegt, kri jgt het sap de kleur rood. Zonder toevoegingen heeft rodekoolsap een paarse kleur.
Op gelet!
2 en 10 Oplossingen met een pH tussen oogbeder zon en ruik zijn veilig om te geb rzichtig voo ds stee rom daa scherming. Wees lage of e hog rst uite met stoffen die een rkeur zuurgraad hebben. Gebruik bij voo ia i.p.v. mon dam hou huis huishoudazijn en en er toch Indi . onia amm of onverdunde azijn ap, azijn ens citro met ndt oogcontact plaatsvi met edig rvlo ove dan el of ammonia, spo water.
Welke kleur heeft puur rod ekoolsap? Î paars Welke kleur heeft het rod ekoolsap met azijn? Î rood
Welke kleur heeft het rod ekoolsap met afwasmiddel? Î blauw(-groen)
Zuur of base Inleiding bij het experim
ent De leerlingen hebben nu een concreet idee over de begrippen ‘zuur’ en ‘base’. Nu wordt het tijd om die kennis nu ttig te maken. Hoe kan je te weten komen of een stof zuur of basisch is? Het begrip ‘zuur-base-ind icator’ wordt geïntroduceerd. Want hoewel zuren zuur smaken, en basen vaak zeepacht ig, kan je niet van elke stof proeven om te bepalen wat de ‘zuurgraad’ is. Soms is de smaak immers anders dan je verwacht (zo als zure limonade waaraan veel suiker toegev oegd werd). Sommige stoffen zijn ook gift ig. Experiment: Zuur of ba
se? Tijdens dit experiment gaa n de leerlingen aan de slag met de mees t uiteenlopende producten. Ze testen of bepaalde stoffen zuur, basisch dan wel ne utraal zijn. Belang-
De leerlingen zien nu oo k dat sommige stoffen meer kleurverandering teweegbrengen dan andere. Sommige sto ffen zijn zuurder dan andere, of meer basis ch. Juiste oplossingen Zuren smaken zuur. Ze he bben ook nog andere eigenschappen. Ze kunnen de kleur van sommige plantaardige materialen veranderen. Basen doen he t omgekeerde. Ze keren de kleurverandering , veroorzaakt door een zuur, weer om.
Kleur
Welke kleur krijgt rodeko olsap als je er achtereenvolgens azijn en afwasmiddel aan toevoegt? Î paars (of tussentinten )
Zuurgraad test-stoffen
1.2 Leerkrachtenfi che
wordt uitgelegd door de verkleuring van rodekoolsap, veroorzaakt door een zuur, ongedaan te maken of om te keren.
ZUUR Rood Citroensap Cola Huishoudazijn Regenwater Sinaasappelsap --Pompelmoessap Druivensap Bier Urine Speeksel Wijn
NEUTRAAL Paars
BASE Blauw(-groen)
Afwasmiddel Melk ep Gedestilleerd Handze dammonia ou ish Hu water Maagzout Suiker (natriumbicarbonaat) Zout --Bleekwater Zeewater
rkra 1.2 Lee
Achtergrondinformatie
Eindtermen tuk ‘Zuren en
Bij het hoofds
che chtenfi
indicatoren ereld worden sw of ijf dr be de In n bepaalde st bepalen of ee te op om al kt st ui ee br ge dan m e indicator zit aanwezig is. D strookje kun ’n zo pier. Met pa is, je ok ro st n ee hoe zuur iets onderzoeken ld ee er ik rb su oo jv er bi je k of kt de dokter oo maar onderzoe . In laboratoen tt zi e onze urin in en itt w ei of e-indicatoren: ze als zuur-bas n ke ui br ge ria w, fenolftaleïne methyleenblau e, nj ra lo hy et m apier is niet oorier. Lakmoesp ap ol dat verantw sp ko oe de et een ro km in la t of p maar wel m behoor t sa g, Het pigmen ol rin ko de de an ro er de kleurv gekleurd met ossen (een n delijk is voor nen uit korstm re anthocyane on de w An ge f n. to ne rs ya eu kl en een alge of geven tot de anthoc een schimmel of paars zijn) n w k va au e bl , os bi od m ro sy ien, laboratoria oo (die steeds , rozen, aardbe graad wordt in en ur oe zu am H e br ). , D 4 . 1 en r) t et ie to w kleur aan bi dering treedt aarden (van 0 is. De kleurveran edrukt in pH-w … tg , eui en nd nt ra urder de stof sa ve ry e el ch structur aarde, hoe zu -w de pH en ill de ch r rs ge la op omdat ve gment, afhannden in het pi vi ts aa g. pl in n ss ge lo rin op urgraad van de kelijk van de zu absorberen en ur ct ru ulaire st e Andere molec n van licht. D andere kleure Ex tra de m on st ra de n va en reflecteren ijk el tie ren zijn afhank specifieke kleu tor. Neem een rode ro bruikte indica geb os en leg ze, met de blaadjes naar be neden, in een be ke r met op de bodem een st ukje absorberend pa pier, gedrenkt in huisho udammonia. De am monia, een base, zorgt vo or een paarse ve rk le uring van de bloe o m.
ndtermen:
en volgende ei
uken’ pass basen in de ke
tie – Natuur ameling van Wereldoriënta beperkte verz n ee in en nn kenissen en lingen ku aterialen gelij m 1.3 De leer re ba ng ga stens één organismen en basis van min op en n ke ek td verantwoorverschillen on aanbrengen en ng ni de or n ge ei criterium een den; ken aansmen kenmer ni ga or j bi en n lingen kunn ast zijn aan hu 1.5 De leer dat ze aangep en er tr us ill e geven di omgeving.
Neem ook eens een kijkje achteraan dit ppakket voor de eindtermen Techniek die in elk hoofdstuk aan bod komen!
2 Kleurstoffen in snoep rlingen 2.1 doekaart voor de lee E-nummers Wat zijn E-nummers? Op verpakkingen van voedsel vind je altijd een lijst met ingrediënten terug. Fabrikanten zijn verplicht om die ingrediënten te vermelden, omdat consumenten moeten h weten wat ze eten. Want sommige mensen zijn allergisch eaan bepaalde voedingsmiddelen of willen om andere redenen bepaalde ingrediënten niet eten.
dig? je no b e h Wat M’s je M& met k a p - Een computer nding - Een rnetverbi inte
Vaak zie je in d de ingrediëntenlijst ook een aantal E-nummers staan. Elk E-n E-nummer staat voor een additief of hulpstof. Hulpstoffen geven voedingsmiddelen een langere houdbaarheid, een mooiere kleur, een sterkere smaak… Natuurlijk mogen fabrikanten n niet zomaar alles in hun producten verwerken. Een hulpstof krij krijgt pas een officieel E-nummer wanneer ze veilig bevonden w wordt door de Europese Unie.
Aan de s lag!
d Op
kl
ra
cht
lke en? e W ff o t s eur
Bekij ijjkk de in red .. ieente tenlilij ijs jst vaan het M&M's.. Schngre p kje pa rijjff de E-num kom omen in rs die vooorri de ingred .. ummers iente tenlii kolom van de tabel op de jjst inn de eerste volgende pagi na. Ga op het inn te rn r n e .. t op zoek naar met oofffi f ciele le E-num ummers rs.. Noteer inneen liijst tweede kolom om de kle de leuurreen die met de E-num ie ovverreeenkom mmers m rs op het pa pakje M&M' en s s. Kan jjee ook t e r ru ug g v vi n d e n gemaakt zijn r an de kle ? Schrijjf dawaarv leuren koolloom. t inn de derd r e
E-nummer
Kleur
Herkomst
Samengevat Hoeveel kleurstoffen worden gebruikt om M&M’s hun mooie kleuren te geven? .................................................................................................................................................................
Welke kleuren zijn dat?
...............................................................................................................
................................................................................................................................................................. ............................. .................................................................................................................................................................
Doe het pakje M&M’s open. Welke kleuren hebben de snoepjes?
................................................................................ .........................
........................ ............................................................................................................................................................ .................... ........................................................................................................................................................
Vond je elke kleur van de M&M’s terug in de lijst met E-nummers? s?
Welke kleuren stonden niet in de lijst?
.....
................................... ...... ............................................................................ ............................ ...... ..................................................................... ...................... ..... .............................................................. ............... ... ..................................................... ...... ........................................... ............................... ..........................
.....
g? nodi e j er heb filt e t i a f W kof tte i w n jes ar - Ee n scha nstaaf - Ee s watte n elke - Ze M’s, va tje Wat leerde je tijdens de opdracht - M&eur een glas ‘Welke kleurstoffen’? kl hoog n en De E-nummers die je in ingrediëntenlijsten klad - Ee ter n e d ..... van voedingsmiddelen terugvindt, zijn .......... - Wa ee bla - Tw pier ..................................................... . In M&M’s zitten ten pa .............................. E-nummers die de snoepjes jes
Kleurrijke snoepjes
een andere kleur dan wit geven. Maar in een pakje M&M’s zitten .............................. verschilhillende kleuren van snoepjes. Experiment: samengestelde kleuren In dit experiment ga je onderzoeken welke ke kleurstoffen elke M&M zijn typische kleur geven. ven. Je gaat het kleurenpalet van M&M’s ‘ontrafelen’. felen’.
lag! s e d Aan i nip
ken ven stro uiti e z K breed van cmiefilter (zie de koff ). tekening e nt van dr a k n e e ie apie Plooi s fililtterp strookje ngeveer cm om op o uiteinnde. van het laas, in het g van s in e j k o o r d t ran e s l op de ' n van d Hang 'eet gevouwen deeen. door he te laaten rust het glast zoveel Doe ne het glas, water in strookje dat het et in het ier n elt. Je papie eng water b strookje ook t e kan h n sat'estokje over ee igt hangen. rpapier zuig e t lt i il f Het r op. het wate
en
t
E
teld s e g n Same uren kle
e
Neem nu de overi rigggee strooo ook okjjeess fililte terppaa ppiier. Leg dee strroookjjestr v o oo r je j o p ee n bl blaaad d klaad kl adpaapi ppieerr en sc s hrrij ijf jf op o p h e et t o mg m g e ep p lo loo o oid oi i de d e sttukkjje de klleu e rreen van vaan de de M&M M''ss diee je gaat te test steenn. Ze Zett meet ee e n po p tlt ooood eeeen s ippjje op onggeeveer st e cm van a d e on nderk rkan a t vaan de str trooo ookjes.
Maak het uititeei Ma eind ind ndee vaan eeen waatt t enst s aaafjje naat enn wri rij ijff er zaachtj tjjeess mee over ee e n M&M M.. Wanneer de kl kleeu eur lolossk skom mt (wanne n err e eenn kleein bee er eettj tje je kl k eur opp het wat attte tenn staaaaaffjje veersschhijjntt),, wri st r jjf je zaachtj tje j e es s m et de nat a tee kannt vaan het sn s ooeepj pjjee ov o er het filtltlteer fi erp rpaappiier, te ter hooggte te van het e pot o loloood dst s ippjee. OPG GEELET: T: Wan annne neer de vlvlek ek nie iett vo volld doend de ggeklleurd d is, s, waccht h je evenn tot het fillte r rppaappi pieer er dro rooogg is en geb e ru r ik je hetzeelffde d snnoe oeppjje o nie op nieuuw. ni w.
Dooe d D diit vo v orr elkke M& &MM kl kleu eur. Hang Ha ng de st strro roo ookkjjees ee eenn vvooor een in he h t gglas as wat ateerr. Dee str trooo ook okjjes es mogen net in het waateer be benggellen, de d klleursto toffv fvle vleekk k en e nie iett..
Wat gebeurt er? Het water trekt in het filterpapier en ‘klimt’ omhoog. Onderweg neemt hett et de kleurstoffen mee naar boven. Niet een elke kleurstof reist even snel doorheen het filterpapier. Neem de strookjes uit het glas wanan neer het water bijna de bovenrand van ahet glas bereikt. Leg de strookjes paer. pier te drogen op een blad kladpapier.
Vul volgende tabel aan: Kleur M&M
Kleuren op het filterpapier
E-nummers
Welke M&M-kleuren bestaan uit één kleurstof?
..............................................................
Welke M&M-kleuren bestaan uit meer dan één kleurstof? Verwachtte je deze kleuren terug te vinden? Waarom?
........................................
....................................................................
............................................................................................................................................
................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................
Wanneer worden nog kleuren gemengd?
............................................................................
2.2 Leerkrachtenfi che
Didactische tips De les ‘Kleurstoffen in sno ep’ duurt ongeveer één lesuur. De leerlin gen denken na over de E-nummers die op verpakkingen staan, ze ontdekken welke kleurstoffen in een populair snoepje zitten en ze onderzoeken zelf op welke manier die kleurstoffen samengesteld worden tot nieuwe kleuren. Het eerste onderdeel ‘E-n ummers’ kunnen de leerlingen thuis uitvoe ren of op school indien voldoende comput ers met internetverbinding aanwezig zijn.
E-nummers Inleiding bij de opdrach
t Laat de leerlingen nadenk en over de verpakking van voedingsmiddele n. Wat staat er allemaal op (voedingswaard e, ingrediënten, volume/gewicht, gegevens van de producent…)? Waarom staan al die dingen op de verpakking geschreven? Is het nodig dat consumenten de volledige samenstelling van een product kennen? Misschien vermeldt één van de leerlingen de E-nummers. Opdracht: Welke kleurs
toffen? Tijdens deze opdracht gaa n de leerlingen op zoek naar de betekenis van E-nummers. Ze gebruiken het internet om te ontdekken welke kleurstoffen in M&M’s gebruikt worden. Lijsten met E-num mers kan je terugvinden op Wikipedia of op websites over voeding en gezondheid (bij voorbeeld: www. food-info.net). Kleurstoffen waarover je geen extra informatie vindt op Wikipedia, staan wel beschreven op die laa tste website. Juiste oplossingen E-nr. E100
Kleur Geel
E120
Rood (paars)
Herkomst Plantaardig - geelwortel (wortels van de kurkumaplant) Dierlijk - schildluizen (Cochenilleluis)
E133
Blauw
E160e Oranje E171
Wit
Synthetisch (niet natuurlijk, wordt in een labo gemaakt) Plantaardig (bijvoorbeeld sinaasappel, mandarijn) Mineraal (uit titaanerts)
Samengevat Hoeveel kleurstoffen worde n gebruikt om M&M’s hun mooie kleuren te geven? Î5 Welke kleuren zijn dat? Î Geel, rood, blauw, oranje ,
wit Doe het pakje M&M’s ope n. Welke kleuren hebben de snoepjes? Î Blauw, bruin, geel, groen, oranje, rood Vond je elke kleur van de M&M’s terug in de lijst met E-nummers? Î Nee Welke kleuren stonden nie t in de lijst? Î Bruin, groen
Kleurrijke snoepjes
Inleiding bij het experim
ent Laat de leerlingen nadenk en over de resultaten van de vorige opdracht over E-nummers en kleurstoffen in M&M’s . Waarom zijn er meer kleuren M&M’s dan er kleurstoffen (anders dan wit) gebruikt worden bij de productie ervan? Hoe zou je die andere kleuren (groen en bruin) kunnen ver krijgen? Experiment: Samenges telde kleuren De leerlingen gaan nu de kleurstoffen uit de verschillend gekleurde M&M’s halen en splitsen in verschillende me ngkleuren. Zo ontdekken ze dat voedingsk leurstoffen, net als ver ven, gemengd kunnen worden om nieuwe kleuren te vormen.
Tips voor een goede kleurscheiding : hang de strookjes papier niet te diep in de vloeistof. De randen van de strookjes moeten het wateroppervlak net raken. Zorg ook dat de leerlingen genoeg kleurstof op het filterpapier aanbrengen. Hoe geconcentreerder de kleurstof is, hoe makkelijker je ze kan scheiden in componenten.
Achtergrondinformatie n additief dat staat voor ee er m um -n E lk E edgekeurd. ese Unie is go op ur E de or do er nog apar t nden bestaan la e ig m m so In at deze stofE-nummers. D de ze ur ke ge ed go et zeggen dat urd zijn, wil ni ke e ge ig ed m go om n S fe zijn. onschadelijk voor iedereen byvoeding verba in en niet additieven mog e andere niet terwijl sommig geten werkt worden, ieën mogen ge rg le al et m n door mense worden. lgt: indeling als vo Globaal is de
euraan uit één kl
leuren best Welke M&M-k stof? , oranje Î Blauw, geel
t meer dan en bestaan ui ur le -k M & M Welke één kleurstof? n, rood Î Bruin, groe ? rug te vinden ze kleuren te de je te ht ac Verw Waarom? . rden zijn goed Î Alle antwoo gemengd? n nog kleuren de or w er ne Wan in een disco, en, bij lichten rv ve t he ij B et siroop… Î n limonades m va en ak m t he bij
kleurstoffen E 100 - E 200 iddelen en conser veerm E 200 - E 300 de stoffen, ondersteunen n voedingszure n, te an id ox anti E 300 - E 400 n voedingszure verdikkingsn, re to ga ul em 0 0 5 ilisatoren E 400 - E middelen, stab s, zuur teregelaar E 500 - E 620 iddelen, anti-klonterm smeltzouten rijsmiddelen, kers smaakverster delen, E 620 - E 640 id anti-schuimm E 900 - E 930 n, glansmiddele ars meelverbetera
che chtenfi
E-nummers
rkra 2.2 Lee
ingen Juiste oploss ntenlijsten je in ingredië e di s er m um , zijn hulpDe E-n len terugvindt de id m gs in ed zitten 4 Evan vo en). In M&M’s ev ti di ad f (o n dere kleur stoffe oepjes een an sn de e di s er M&M’s zitnumm r in een pakje aa M n. ve ge it n snoepjes. dan w de kleuren va en ill ch rs ve ten 6 E-nummers leuren K M & M ur Kle op het filterpapier E133 Blauw Blauw E133, E120, uw, rood la B Bruin E160e (paars), oranje E100 eel G l Gee E133, E100 uw, geel la B Groen E160e Oranje Oranje E120, E160e ood (paars), R d Roo oranje
Voedingsmiddelen met ee n kleur zijn vaak aantrekkelijker dan voedin gsstoffen zonder kleur. Daarom geven snoe pjesfabrikanten hun producten graag een smakelijk kleurtje. Maar niet alle kleurs toffen hebben de gewenste eigenschappe n. Soms moeten snoepproducenten inven tief zijn om een bepaalde kleur te verkrijge n. Dan maken ze een mengsel van versch illende kleurstoffen. In een mengsel zijn de be standdelen heel grondig met elkaar gemen gd. Maar omdat verschillende kleurstoffen verschillende eigenschappen hebben, kan je ze meestal ook weer vrij gemakkelijk uit elkaar halen. Met filterpapier bijvoorbeeld, zoals in het experiment dat de leerlingen uit voerden. Wanneer het papier het water aanzu igt, lossen de kleurstoffen op in het wa ter en worden ze mee naar boven gezogen. Maar de structuur van het papier houdt de grote kleurstofmoleculen gedeeltelijk tegen. Kleurstofmoleculen hebben het moeilijker om door papier te migreren dan watermolec ulen. Kleurstoffen die minder goed oplossen in water, zullen minder sn el doorheen het filterpapier omhoog reizen . Grotere kleurstofmoleculen of kleurstof fen die zich beter vasthechten aan papier (denk aan inkt!) zullen ook minder snel om hoog gezogen worden. De chemische sa menstelling van een kleurstof bepaalt ho e goed de kleurstof zich aan het papier hecht .
Eindtermen
Bij het hoofdstuk ‘Kleurst offen in snoep’ passen volgende eindterm en: Wereldoriëntatie – Na
tuur
1.3
De leerlingen kunnen in een beperkte verzameling van organism en en gangbare materialen gel ijkenissen en verschillen ontdekken en op basis van minstens één criteri um een eigen ordening aanbrengen en verantwoorden;
1.14 De leerlingen kunne n van courante materialen uit hun omgev ing enkele eigenschappen aantone n; Wereldoriëntatie – Tec
hniek
2.9
De leerlingen kunnen ee n probleem, ontstaan vanuit een beho efte, technisch oplossen door ver schillende stappen van het technisc h proces te doorlopen;
Wereldoriëntatie – Bro
ngebruik
7
De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatieb ronnen raadplegen.
Wikipedia /L
De techniek die we voor deze proef gebruiken om kleurstoffen van elkaar te scheiden, heet chromatografie. In laboratoria gebruikt men deze techniek ook om andere stoffen in een bepaald mengsel te scheiden. Chromatografische scheiding wo rdt niet alleen voor kleurstoffen gebruikt, ma ar ook voor kleurloze stoffen (bijvoorbeeld eiwitmengsels).
ukke
Omdat de reissnelheid do orheen filterpapier in water verschilt, wo rden verschillende kleurstoffen uit elkaar geh aald. Bij de bruine snoepjes bijvoorbeeld, zie je dat de blauwe kleurstof sneller reist da n de rode. De oranje kleurstof wordt het tra agst opgezogen.
®
2.2 Leerkrachtenfi che
Kleurstoffen scheiden
Neem ook e ens een kijkje acht eraan dit pakket voor de eindtermen Techniek die in elk hoofdstuk aan bod ko men!
.. 3 Bacterien kweken rlingen 3.1 doekaart voor de lee Wat heb je nodig? - Kookpot met deks el - Drie zeer schone glazen (25 cl) - Gedestilleerd wa ter - Een blokje kippenbouillon - Een eetlepel su iker - Plasticfolie - Etiketten
e
en
en W a a r h..o u d ën van? b a c t e r ië
Klein maar talrijk Wat zijn bacteriën? W B Bacteriën zijn piepkleine, eencellige levende w wezentjes die letterlijk overal leven. Ze zitten op ttafel, op de deurklink, in je voedsel, op je huid, in n je darmen… Veel mensen hebben het over ziekteekkiemen in plaats van bacteriën, maar de meeste rbacteriën zijn goedaardig. De bacteriën in je darn men bijvoorbeeld, helpen je bij het afbreken van voedsel. Ze produceren ook het levensnooden zakelijke vitamine K. En zonder bacteriën, geen heerlijke kaas of yoghurt! Experiment: Waar houden bacteriën van? In dit experiment ga je zelf bacteriën kweken. Dat is niet zo moeilijk: ze zijn niet veeleisend en hun aantal kan om de 20 minuten verdubbelen. Maar dan moeten de omstandigheden ideaal zijn.
! Aan de slag
e d waater d stili leerrd) (ggede n en e az a gl g e ie r ri d t a et i G et waaterr aan brengg het n en t po p k o ok oo k ko e d in blokkjjee en eeen onbbl uilllllon h t boui s l 5 d koook. Voeg he de enggse e Laat heet men uikkeer toe. eetltleeppell sui n minuuten kokkeen. z t heet h t vuuurr, ze okpppoot vvaan he e eHHaaaall de koook t dee bouilllol n afkoo e el deksseell erop en laa e ve e k hoe ijjke elij n gel n Gieet veervololgggeens leen. inn de drriee l s se g ng e heedeen vaan het m elkk glaas ee etiket een et op leeef op gglaazzenn. Kle p p. r ro e n drinnken' dr meett 'nnieet ettenn of
Zoe oek nu driee v plaats tsen om de erschilll ende neer te zett glazen ten. Bij ijjvvooorbbeeld ld: opp de vensterb r ank v ililnnisbak en, naast de vu in de b in vvaan de goo oottssteeen. uurt Schri rijjf dez ts bij opp het ee plaaats tit ket.
Wat g gebeurt er? e S Schrijf je w waarneminge gen in onde derstaande tab tabel. Als er bacteriën in e een glas groe eien, groeien, dan wordt de vvloeistof oeistof troeb bel. Een troebel. helde ere heldere bouil on bouillon betekent d at dat er niet s niets groeid e. groeide.
Bedek de na een dag glaazen met pla lastiticcfololie iee en zet ze op e en warm rme plaats ts. Bekij ijkk de na een wee glazen k opnieuw w.
Waar stond het glas gedurende een dag?
Hoe ziet de vloeistof er na een week uit?
Groeiden er bacteriën in dit glas? JA
NEE
JA
NEE
JA
NEE
In welk glas groeiden de meeste bacteriën? (Welk glas is het meest troebel?) .................................................................................................................................................................
Op welke testplaats leefden de meeste bacteriën? Waarom is dat volgens jou?
......................................................
......................................................................................................
.................................................................................................................................................................
Waarom moest je de bouillon volgens jou op een warme plaats zetten? ................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................
Waarom groeien bacteriën volgens jou graag in bouillon? ................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................
Didactische tips
nt het experime Inleiding bij over bacteriën. gen nadenken Laat de leerlin cteriën in de ? Zitten er ba Waar leven ze n de leerlinghet lichaam va n we ze klas? Op of in slecht? Kunne n ië er ct ba le Waarom en? Zijn al ttige dingen? nu or vo n ke ook gebrui bacteriën kunnen zijn om zou het nuttig eriën te eten at zou je bact te kweken? W geven?
Op g e let
!
aar veilig, m n f ie t la re e potte riën is . Hou d nder t bacte in e ’s m o n ic e ris er o Werk steeds f drink o h k c t o e t e t en n er oo houd esloten s de leerlinge onschulg f a s d stee n. Wij eriën ding va te bact geen be ewel de mees e (bijvoorbeeld n n ho op dat en goede hygië r het aanrake o e o , v e n f d ij o z ls dig zoek is. Zoa toiletbe langrijk waarnemen, e b r na een e e dsel) z onden ich van voe in de proef k id bacteriën z n n e e ne leerling leine hoeveelh en tot miljoe ig k ld l, kan een el vermenigvu lucht, op tafe n e ktes d ie m z in r k o en nkele n oo e E . ld n e e f r ij die exempla … zijn ongetw rug te vinden, jke e id t u n eerli op je h acterië an de h b v e n d e n ll e u k m verwek g mees at graa w r a a m . bouillon
Experiment: n? bacteriën va Waar houden erlingen op ent gaan de le rim pe ex t di s n bacteriën. Tijden riete plekjes va vo fa de ar na zoek de buur t van r bacteriën in ee m je nd vi Vaak planten en en (resten van st re he sc ni orga over vertegenzijn dan weer e di En ). en dier isbakken en buur t van vuiln de in d ig rd woo afvoerkanalen. ingen oerd, Juiste oploss ev tg ui ssinal ka si en juiste oplo wordt klas ge t n en aa st rim be pe d l ex ei Het eveelh Voor de tabe r de leerlingen aanzienlijke ho t er van af waa ik bij ru ng eb ha omdat er een G et n. H de n. or ge Na een week t moet w aatst hebben. iseerd pl al er ge in bouillon gekook en m az de gl ge de ig troebel of stilleerd of f er helder, mat bacteto is de n oe voorkeur gede vl ie ) troeoe de gr et er zi et een (matig ntjeswat m aa kr en az et er gl ik M . e su er D wat en de troebel uit. bacteriën. el. De bouillon erin, bevatten voor n n n? fe llo riën minder sn of ui st bo gs le in be eeste bacterië oende voed groeiden de m as bevatten vold gl k el w ) In bel? bacteriën. het meest troe een heleboel (Welk glas is n je ook meer Î Variabel drie glazen, ka n va ts ld voor aa ee pl rb In oo jv bi n, de meeste met bouillo n dan plaats leefden ka st g te glazen vullen lin ke er el le w p ke O n glas. El glas plaatst elke leerling éé met bacteriën? en waar hij zijn gen de plaats ez ki lf ze ch zi or llen de leerlin vo vu r ie H Î in. nacht. bele vloeistof gedurende de de meest troe
che chtenfi
jk i r l a t r a a m n i Kle
rkra 3.2 Lee
en en andeht ook uitbreid ac dr op de n id van bacteJe ka op aanwezighe en st te en ng re di en boven het rbeeld te adem oo jv bi r oo D riën. as, ontdekken ak van een gl vl er pp iën fo to is vloe vrij van bacter of hun mond n ge as gl lin n er le de n in ee n vinger dope maal ee ee en tw t id nn ur ku hu du n Ze ’ is. riën kweken bacteriën op hu De les ‘Bacte studeren of er tijd er tussen. k be ee en w en kunnen n ee et re oppervlakk uitgede al an ka 25 minuten, m si ok O as . kl en n (schoon) zitt t wordt best em daar voor ee watten, ne bacten: er de ov Het experimen or w na st en gete propje lingen denk attenstaafje of dat niet w n re kt voerd. De leer le aa m ze ge n, t na klink, toetgenschappe een tafel, deur ken er ek ov td riën en hun ei on ee m ze er f en wrij l het dan een slecht zijn dus ril… en dompe en -b C n W alle bacteriën ve d, oe or rt ve nb se bouillon. Spoor n het liefst en onder in de nd co waar bacterië se al nt tie f te zijn en laat ien. aan om creatie n het best groe ge lin er le de op de proppen ogelijke tests m et m lf ze n he komen!
3.2 Leerkrachtenfi che
Waarom is dat volgens jou ? Î Omdat er afvalresten (va n planten en/of dieren) in de buurt zijn. Waarom moest je de bouillo n volgens jou op een warme plaats zetten? Î Daar groeien bacteriën beter (de meeste bacteriën groeien het best bij temperaturen van 20 tot 37°C) Waarom groeien bacteriën volgens jou graag in bouillon? Î Omdat in de bouillon met sui ker veel voedingsstoffen zitten.
bacteriegroei veroorzaakt, welke vorm/kleur de kolonies hebben en bij welke temperatuur de bacteriën groeien, kunnen specialisten exact bepalen met we lk micro-organisme een persoon, dier of voorwe rp besmet is!
Eindtermen Bij het hoofdstuk ‘Bacteriën kweken’ passen volgende eindtermen: Wereldoriëntatie – Natuu
r
Achtergrondinformatie Ook in bacteriële laborator ia worden bacteriën gekweekt in bouillo ns. Maar in een bouillon weet je nooit hoe veel bacteriën er precies in het staal aanwe zig waren. Daarom voegen wetenschappers me estal nog een verdikkingsmiddel aan de bouillon toe, zoals agar, zodat de bouillon ops tijft. Voor de bouillon afkoelt en in een gel ver andert, wordt hij uitgegoten in lage (petri-)sch aaltjes. Wanneer een staaltje uitg esmeerd wordt over zo’n gelachtige bouillo n, kan je wel tellen hoeveel bacteriën in het staal aanwezig waren. Want elke individuel e bacterie komt op één specifieke plaats op de gel terecht. Daar begint de bacterie te eten en te delen. Na 24u zie je dat er zich al een hele kolonie rondom de oorspronkelijke bacterie gevormd heeft. Zo’n kolonie kan we l 50 000 bacteriën bevatten, op een stip je van slechts 2 mm diameter! Wetenschapp ers tellen dan het aantal stipjes om te we ten hoe hard een oppervlak of staal besme t was. Bacteriologen gebruiken nie t altijd dezelfde bouillon. Soms voegen ze bepaalde nutrienten toe, die de gel aantre kkelijker maken voor een bepaalde soort bac teriën. Of die de groei van andere bacter iën remmen. Door te kijken op welke voedingsb odem een staal
1.5
De leerlingen kunnen bij org anismen kenmerken aangeven die illustreren dat ze aangepast zijn aan hun omgeving;
1.18 De leerlingen weten dat bepaalde ziekteverschijnselen en han dicaps niet altijd kunnen worden vermeden; 1.19 De leerlingen beseff en dat het nemen van voorzorgen de kans op ziekten en ongevallen verminder t. Wereldoriëntatie – Techn iek 2.8
De leerlingen kunnen techni sche systemen, het technisch proces , hulpmiddelen en keuzen herkennen binnen verschillende toepassingsg ebieden van techniek;
2.10 De leerlingen kunnen bepalen aan welke vereisten het techni sch systeem dat ze willen gebruiken of realiseren, moet voldoen.
Neem ook eens een kijkje achteraan dit ppakket voor de eindtermen Techniek die in elk hoofdstuk aan bod komen!
Eindtermen algemeen
In elk hoofdstuk werd reeds aangeduid welke specifieke eindtermen behaald worden bij het behandelen van de betreffende wetenschappelijke thema’s. Hieronder staan nog enkele eindtermen die elk hoofdstuk van het educatief pakket kan helpen realiseren. Wereldoriëntatie - Natuur 1.1
De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren;
1.2
kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
Wereldoriëntatie – Techniek 2.6
De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen;
2.13 De leerlingen kunnen een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uitvoeren; 2.15 De leerlingen kunnen technische systemen in verschillende toepassingsgebieden van techniek gebruiken en/ of realiseren; 2.16* De leerlingen zijn bereid hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam te werken; 2.18 De leerlingen kunnen aan de hand van voorbeelden uit verschillende toepassingsgebieden van techniek illustreren dat technische systemen nuttig, gevaarlijk en/of schadelijk kunnen zijn voor henzelf, voor anderen of voor natuur en milieu.
Technopolis , waar experimenteren fun is!
Al je h aren rec ht!
Spannend, ve rrassend en
leerrijk
FFietsen op een kabel op 5 meter hoogte? Zelf een vvliegtuig aan de grond zetten? In een superzeepbel te staan? Een dutje doen op st een spijkerbed? Een wandeee ling maken op de Maan? lin Je kunt het zo gek niet bedenken of je beleeft het bed in TTechnopolis®, het Vlaamse doe-centrum voor wetendoe schap en technologie. scha
Technopolis® is geen gewoon museum, maar een doe-centrum, m waar je je uitleeft in meer dan 300 w experimenten. Kinderen tussen ex sen 4 en 8 jaar kunnen zich uitleven in het Kinder-doe-centrum, waar waa 90 bijkomende interactieve opstellingen werden acti aangebracht op kindermaat en aan n aangepast aan hun leefwereld.. aan En in de Doe-tuin kun je zelfs E iin openlucht experimenteren.
wetenschap. Zo kun je bijvoorbeeld je haren rechtop laten zetten aan de Van de Graaff-generator. Niet met gel of haarlak maar ... met elektriciteit! Regelmatig staan er nieuwe shows en demo’s op het programma.
k Technopolis® trekt er ook regelmatig op uit! Kinderhappenings, beurzen, eve-nementen voor het grote publiek ... Afhankelijk van het soort evenement, zijn we aanwezig met Slapen opp een spijkerbed ? een stand, een wetenschappelijke sc doe-hoek, opstellingen do met m experimenten, de TechnoVelo® of de wetenschapstruck d ® MysteriX M . ® MysteriX
Zoeken naar evenwicht
Verwonderde blikken
JJe mag hier overal je neus iinsteken: je voelt, probeert en experimenteert zelf. Zo begrijp je de e dingen beter en sneller en leer je op d een e toffe en spannende manier iets bij over wetenschap en technologie. Je o zult z merken dat wetenschap allesbehalve saai is!
Will jje nog meer experiment eren? Neem dan een www.experim kijkje op enteer.be
Je vindt er heel wat le uke proefjjes die je thuis of i in de klas zelf k unt doen.
Spannende shows en toffe demo’s maken je bezoek aan Technopolis® extra leuk. Edutainers, Technopolis® medewerkers, laten je tijdens zo’n show of demo op een leuke manier kennismaken met
Maak een ballenfontein
Op O h p lis b www.technopolis.be gratis vind jje g downloadbaar educatief materiaal en meer informatie over het educatieve aanbod van Technopolis .
Voor scholen heeft Technopolis® een uitgebreid educatief aanbod. Educatieve pakketten en werkboekjes, educatieve parcours, wetenschapstheater, een wetenschapstruck, sessies gegeven door edutainers in de school zelf, ... Leerkrachten uit zowel het basis- als het secundair onderwijs geebruiken het educatief materiaal van Technopolis® om de wetenschappelijke of technologische lessen aantrekkelijker te maken.
Buitengewone Technologielaan • 2800 Mechelen • T 015 34 20 00 • F 015 34 20 01 •
[email protected] • www.technopolis.be Dit project wordt ondersteund binnen het actieplan Wetenschapscommunicatie, een initiatief van de Vlaamse overheid
shows