CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
page 1 of 8
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Beriplast P Combi-Set 0,5 ml, poeders en oplosmiddelen voor weefsellijm Beriplast P Combi-Set 1 ml, poeders en oplosmiddelen voor weefsellijm Beriplast P Combi-Set 3 ml, poeders en oplosmiddelen voor weefsellijm Combi-set I: menselijk fibrinogeen, stollingsfactor XIII (menselijk), aprotinine (rund) Combi-set II: menselijk trombine en calciumchloride Lees goed de hele bijsluiter door voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met uw arts of apotheker. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen, want het is alleen aan u voorgeschreven. Het kan schadelijk zijn voor anderen, ook al hebben zij dezelfde klachten als u. Krijgt u last van een van de bijwerkingen die in rubriek 4 staan? Of krijgt u een bijwerking die niet in deze bijsluiter staat? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
Inhoud van deze bijsluiter 1. Wat is Beriplast en waarvoor wordt dit middel gebruikt? 2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? 3. Hoe gebruikt u dit middel? 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u dit middel? 6. Inhoud van de verpakking en overige informatie
1. Wat is Beriplast en waarvoor wordt dit middel gebruikt? Wat is Beriplast? Beriplast wordt geleverd als poeder en oplosmiddel. De bereide oplossing wordt epilesionaal toegediend. Beriplast bevat fibrinogeen en trombine en initieert de laatste fase van fysiologische bloedstolling. Waarvoor wordt Beriplast gebruikt? Ondersteunende behandeling wanneer standaard chirurgische technieken ontoereikend zijn – voor verbetering van de bloedstelping (ook bij een behandeling met kijkinstrument, voor de stelping van bloedende zweren in de maag of in de twaalfvingerige darm) – als wondlijm voor weefseladhesie/wondsluiting of als ondersteuning van een hechting
2. Wanneer mag u dit middel niet gebruiken of moet u er extra voorzichtig mee zijn? De volgende rubrieken bevatten informatie die uw arts in overweging moet nemen voordat hij u Beriplast geeft. Gebruik Beriplast NIET: In de aders (intravasculair) Bij bloedingen van de slagaders en ernstige bloedingen van de aders. Wanneer u allergisch bent voor één van de stoffen in dit geneesmiddel. Deze stoffen kunt u vinden in rubriek 6.
CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
page 2 of 8
Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met dit middel? Neem contact op met uw arts of apotheker voordat u dit middel gebruikt. Uitsluitend voor epilesionale toediening. Niet intravasculair injecteren. Levensbedreigende trombo-embolische complicaties kunnen zich voordoen indien het preparaat abusievelijk intravasculair wordt toegediend. Voor gebruik van Beriplast moet er voor gezorgd worden dat lichaamsdelen die niet behandeld moeten worden voldoende beschermd (bedekt) zijn om weefseladhesie op ongewenste plaatsen te voorkomen. Net als bij elk eiwitproduct kunnen allergische overgevoeligheidsreacties optreden. Tekenen hiervan zijn: netelroos, huiduitslag over het hele lichaam, beklemmend gevoel op de borstkas, piepende ademhaling, bloeddrukdaling en overgevoeligheid. Indien deze symptomen optreden dient gebruikt onmiddellijk te worden gestaakt. Beriplast bevat rundereiwit (aprotinine). Zelfs bij uitsluitend lokale behandeling is er een risico op overgevoeligheidsreacties door de aanwezigheid van aprotinine van runderoorsprong. Dit risico lijkt groter in geval van een vorige toediening, zelfs indien die toen goed werd verdragen. Daarom dient het gebruik van aprotinine of aprotinine-bevattende producten te worden gedocumenteerd in de patiëntengegevens. In geval van shock dienen de standaardmaatregelen voor shockbehandeling worden toegepast. Virusveiligheid Als geneesmiddelen worden gemaakt van menselijk bloed of plasma, worden maatregelen getroffen om te voorkomen dat infecties worden overgebracht op patiënten. Dit houdt onder meer in: een zorgvuldige selectie van bloed- en plasmadonoren om de mogelijke dragers van een infectie uit te sluiten, het testen van elke donatie en plasmapool op signalen van virussen/infecties, het inlassen van stappen in het productieproces van bloed of plasma bepaalde voor het inactiveren of verwijderen van virussen. Ondanks deze maatregelen kan de mogelijkheid van overdracht van een infectie niet volledig worden uitgesloten bij toediening van geneesmiddelen bereid uit menselijk bloed of plasma. Dit geldt ook voor onbekende of nieuwe virussen of andere ziekteverwekkers. Aangenomen wordt dat de genomen maatregelen doeltreffend zijn voor omhulde virussen, zoals het humane immunodeficiëntievirus (HIV), het hepatitis B-virus en het hepatitis C-virus. De genomen maatregelen zouden van beperkte waarde kunnen zijn tegen niet omhulde virussen zoals het hepatitis A-virus en het parvovirus B19. Een parvovirus B19-infectie kan ernstig zijn: bij zwangere vrouwen (foetale infectie) en bij mensen wiens immuunsysteem onderdrukt is of die bepaalde types bloedarmoede hebben (bv. sikkelcelanemie of hemolytische anemie). Het wordt sterk aanbevolen om telkens wanneer u Beriplast krijgt toegediend, u de naam en het partijnummer van het product te noteert zodat een lijst van gebruikte partijen kan worden bijgehouden. Gebruikt u nog andere geneesmiddelen? - Gebruikt u naast Beriplast nog andere geneesmiddelen, of heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker. - Er werden geen gerichte studies uitgevoerd om wisselwerkingen op te sporen met andere geneesmiddelen. - Net als bij vergelijkbare trombine-oplossingen kan dit middel echter afgebroken worden door oplossingen die alcohol, jodium of zware metalen bevatten (bijvoorbeeld ontsmettende oplossingen). Dergelijke substanties moeten voor toediening van dit middel zoveel mogelijk verwijderd worden.
CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
-
page 3 of 8
Beriplast mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen dan deze vermeld in rubriek 6.
Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid Bent u zwanger, denkt u zwanger te zijn, wilt u zwanger worden of geeft u borstvoeding? Neem dan contact op met uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt De veiligheid van fibrinelijm/hemostatica bij gebruik tijdens de zwangerschap of tijdens het geven van borstvoeding is niet in gecontroleerd klinisch onderzoek met mensen vastgesteld. De dierproeven die zijn uitgevoerd zijn ontoereikend voor het beoordelen van de veiligheid van het product met betrekking tot voortplanting, ontwikkeling van het embryo of de foetus, het verloop van de zwangerschap en de peri- en postnatale ontwikkeling. Er is slechts beperkte gebruikservaring van Beriplast bij zwangere vrouwen beschikbaar. Bij zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, mag Beriplast daarom alleen worden toegediend indien er een duidelijke indicatie is. Er zijn geen vruchtbaarheidsgegevens beschikbaar. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Niet van toepassing.
3. Hoe gebruikt u dit middel? Het gebruik van Beriplast is voorbehouden aan ervaren artsen en/of chirurgen. Dosering De aan te brengen hoeveelheid Beriplast en de toedieningsfrequentie dienen telkens te worden afgestemd op de klinische behoefte bij de individuele patiënt. Voor het aanbrengen van Beriplast moet het wondoppervlak met standaardtechnieken worden gedroogd (bijv. intermitterend aanbrengen van kompressen, proppen, gebruik van hulpmiddelen met een zuigende werking). Het product mag alleen worden gereconstitueerd en toegediend volgens de instructies en met de hulpmiddelen die met het product worden meegeleverd.
Overdosering Er werden geen gevallen van overdosering gemeld. Heeft u nog andere vragen over het gebruik van dit geneesmiddel? Neem dan contact op met uw arts of apotheker.
4. Mogelijke bijwerkingen Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.
De volgende bijwerkingen werden zelden waargenomen (komen voor bij minder dan 1 op de 1.000 patiënten): Een plotselinge allergische reactie (zoals zwelling van het gezicht, de mond, de geslachtsdelen, zelden van de bovenste luchtwegen, brandend en stekend gevoel op de plaats waar de oplossing werd aangebracht, bronchospasme, rillingen, blozen, huiduitslag over het hele lichaam, hoofdpijn, netelroos, bloeddrukdaling, vermoeidheid, misselijkheid, rusteloosheid, snellere hartslag, beklemmend gevoel op de borstkas, tintelingen, braken, piepende ademhaling). In geïsoleerde gevallen kunnen die bijwerkingen verergeren tot een ernstige allergische aandoening (anafylaxie). Dergelijke reacties worden vooral gezien als het preparaat herhaaldelijk wordt aangebracht of als het wordt toegediend aan patiënten die overgevoelig zijn voor aprotinine (zie rubriek 2) of andere bestanddelen van het product. Antilichamen tegen componenten van de fibrinelijm/hemostatische producten.
CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
page 4 of 8
Toediening tijdens de endoscopische behandeling van een maagdarmbloeding kan weefselschade veroorzaken die kan leiden tot de vorming van een intramuraal hematoom (zie rubriek “De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg”). Abusievelijke intravasculaire injectie kan leiden tot stollingsstoornissen, bijv. stolling in bloedvaten of overmatige stolling met daardoor ernstige bloedingen, en er is ook een risico op een anafylactische reactie (zie rubriek 2). Het melden van bijwerkingen Krijgt u last van bijwerkingen, neem dan contact op met uw arts of apotheker. Dit geldt ook voor mogelijke bijwerkingen die niet in deze bijsluiter staan. U kunt bijwerkingen ook rechtstreeks melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb (website: www.lareb.nl). Door bijwerkingen te melden, kunt u ons helpen meer informatie te verkrijgen over de veiligheid van dit geneesmiddel.
5. Hoe bewaart u dit middel?
Buiten het zicht en bereik van kinderen houden. Gebruik dit geneesmiddel niet meer na de uiterste houdbaarheidsdatum zoals vermeld op de verpakking en de flacon. Bewaren in de koelkast (2 °C – 8 °C). Niet in de vriezer bewaren. Bewaren in de oorspronkelijke buitenverpakking ter bescherming tegen licht. De chemische-fysische stabiliteit tijdens gebruik gedurende 24 uur bij kamertemperatuur (tot maximaal + 25 °C) is aangetoond. Vanuit microbiologisch oogpunt moet het product echter onmiddellijk worden gebruikt, tenzij de bereidingsmethode elk risico op microbiële contaminatie uitsluit.
6. Inhoud van de verpakking en overige informatie Welke stoffen zitten er in dit middel? De werkzame stoffen in dit middel zijn: Combi-set I Flacon 1 fibrinogeenconcentraat: totaal droge stof fibrinogeen (eiwitfractie in menselijk plasma) coagulatiefactor XIII (eiwitfractie in menselijk plasma) Flacon 2 aprotinine-oplossing: volume aprotinine uit runderlong overeenkomend met * **
per 0,5 ml
per 1 ml
per 3 ml
87 mg 45 mg 30 IE
174 mg 90 mg 60 IE
522 mg 270 mg 180 IE
0,5 ml 500 KIU* 0,28 PEU**
1 ml 1000 KIU* 0,56 PEU**
3 ml 3000 KIU* 1,67 PEU**
per 0,5 ml
per 1 ml
per 3 ml
3,8 mg 250 IE
7,6 mg 500 IE
22,8 mg 1500 IE
0,5 ml 2,95 mg
1 ml 5,9 mg
3 ml 17.7 mg
KIU = Kallikrein Inactivator Unit PEU = Ph. Eur. Unit (1 PEU ^ 1800 KIU)
Combi-set II Flacon 3 trombine: totaal droge stof met een trombine-activiteit van de eiwitfractie in menselijk plasma Flacon 4 calciumchloride-oplossing: volume calciumchloride dihydraat
De andere stoffen in dit middel zijn:
CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
page 5 of 8
Menselijke albumine, L-arginine hydrochloride, L-isoleucine, natriumchloride, natriumcitraat dihydraat, natrium L-glutamaat monohydraat en water voor injectie.
Hoe ziet Beriplast eruit en hoeveel zit er in een verpakking? Beriplast wordt geleverd als poeder en oplosmiddel. De bereide oplossing moet helder of licht opaalachtig zijn. Gebruik geen oplossingen die troebel zijn of die bezinksel bevatten. De bereide oplossing moet vóór gebruik visueel gecontroleerd worden op partikels en verkleuring. Presentaties Verpakking voor Beriplast P 0,5 ml Combi-set I voor het bereiden van de fibrinogeenoplossing, bestaande uit flacons 1 en 2 die aan elkaar gekoppeld zijn via een overhevelsysteem: Injectieflacon 1 bevat fibrinogeen in poedervorm en coagulatiefactor XIII Injectieflacon 2 bevat aprotinine-oplossing Combi-set II voor het bereiden van de trombine-oplossing, bestaande uit flacons 3 en 4 die aan elkaar gekoppeld zijn via een overhevelsysteem: Injectieflacon 3 bevat trombine in poedervorm Injectieflacon 4 bevat calciumchloride-oplossing Toedieningsset, bestaande uit: 2 steriele wegwerp-tuberculinespuiten Pantaject toedieningsset 2 steriele wegwerp-spraytips 4 steriele wegwerp-canules Verpakking voor Beriplast P 1 ml Combi-set I voor het bereiden van de fibrinogeenoplossing, bestaande uit flacons 1 en 2 die aan elkaar gekoppeld zijn via een overhevelsysteem: Injectieflacon 1 bevat fibrinogeen in poedervorm en coagulatiefactor XIII Injectieflacon 2 bevat aprotinine-oplossing Combi-set II voor het bereiden van de trombine-oplossing, bestaande uit flacons 3 en 4 die aan elkaar gekoppeld zijn via een overhevelsysteem: Injectieflacon 3 bevat trombine in poedervorm Injectieflacon 4 bevat calciumchloride-oplossing Toedieningsset, bestaande uit: 2 steriele wegwerp-tuberculine-spuiten Pantaject toedieningsset 2 steriele wegwerp-spraytips 4 steriele wegwerp-canules Verpakking voor Beriplast P 3 ml Combi-set I voor het bereiden van de fibrinogeenoplossing, bestaande uit flacons 1 en 2 die aan elkaar gekoppeld zijn via een overhevelsysteem: Injectieflacon 1 bevat fibrinogeen in poedervorm en coagulatiefactor XIII Injectieflacon 2 bevat aprotinine-oplossing Combi-set II voor het bereiden van de trombine-oplossing, bestaande uit flacons 3 en 4 die aan elkaar gekoppeld zijn via een overhevelsysteem: Injectieflacon 3 bevat trombine in poedervorm Injectieflacon 4 bevat calciumchloride-oplossing Toedieningsset, bestaande uit: 2 steriele wegwerp-spuiten van 3 ml Pantaject toedieningsset 3 steriele wegwerp-spraytips 4 steriele wegwerp-canules
CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
page 6 of 8
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant CSL Behring GmbH Emil-von-Behring-Strasse 76 35041 Marburg Duitsland Voor inlichtingen en correspondentie Takeda Nederland bv Jupiterstraat 250 2132 HK Hoofddorp Nederland
Dit geneesmiddel is geregistreerd in de lidstaten van de EEA onder de volgende namen: Beriplast 0.5 ml / 1 ml / 3 ml Frankrijk Beriplast P Griekenland, Italië en Nederland Beriplast P Combi-Set Spanje Beriplast P Combi-Set Fibrinkleber-Set Oostenrijk Beriplast P Combi-Set 0.5 ml / 1 ml / 3 ml Duitsland Beriplast 0,5 ml / 1 ml / 3 ml is in het register ingeschreven onder RVG 26655, 26656 en 26657 Deze bijsluiter is voor het laatst goedgekeurd in mei 2013.
De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Speciale opmerking m.b.t. lokale injectie: Injectie van Beriplast bij endoscopische behandeling van gastro-intestinale bloedingen kan weefselbeschadiging veroorzaken, wat kan resulteren in de vorming van intramurale hematomen. Buikpijn, misselijkheid of braken binnen 1 tot 3 dagen na een dergelijke behandeling kunnen wijzen op intramurale hematomen. Bij patiënten met intramurale hematomen van de duodenale wand is in enkele gevallen in de literatuur melding gemaakt van pancreatitis. Desondanks moet een differentiële diagnose van pancreatitis zorgvuldig beoordeeld worden. Dosering en wijze van toediening Dosering De toe te dienen dosis wordt bepaald door een aantal variabelen waaronder, maar niet beperkt tot, de aard van de chirurgische ingreep, het toedieningsoppervlak en de toedieningsfrequentie. Toediening van het middel moet individueel aangepast worden door de behandelend arts. In klinische onderzoeken lagen de individuele doseringen gewoonlijk tussen 0,5 en 4 ml. Voor sommige procedures (bv. levertrauma's of het afdekken van grote verbrande oppervlakken) kunnen grotere hoeveelheden (10 ml of meer) vereist zijn. De hoeveelheid van het middel die bij een eerste toediening op het gewenste lichaamsdeel of beoogde oppervlak wordt aangebracht moet voldoende zijn om het betreffende gebied helemaal te bedekken. De toediening kan eventueel herhaald worden indien nodig. Pediatrische patiënten
CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
page 7 of 8
De veiligheid en werkzaamheid van Beriplast bij kinderen en adolescenten zijn niet vastgesteld in gecontroleerde klinische studies. Wijze van toediening Voor epilesionale toediening.
A. Bereiding en optrekken van de oplossingen: (zie afbeeldingen 1 tot 4 in het deksel van de buitendoos): - Breng voor bereiding alle Beriplast componenten op kamertemperatuur (niet boven +25 °C). - Neem de kartonnen houder (met combisets I en II) uit de buitenverpakking en zet deze rechtop neer. - Open de steriele blisterverpakking niet en laat de combisets I en II in de kartonnen houder staan. - Reconstitueer elke set apart. - Oefen sterke druk uit op de bovenkant van de rechtop staande combisets om de oplosmiddelen uit de injectieflacon met oplosmiddel (2 resp. 4) over te brengen naar de injectieflacon met het poeder (1 resp. 3). - Het oplosmiddel wordt vacuümgetrokken via het overhevelsysteem (zie afb. 1). - Laat daarna op kamertemperatuur staan. Het reconstitutieproces is voltooid na maximaal vijf tot tien minuten. Een heldere tot licht opaalachtige oplossing wordt verkregen. Door luchtbellen kan de viskeuze oplossing er troebel uitzien, deze troebelheid belemmert de doeltreffendheid en de werkzaamheid van het product echter niet. - Noteer datum en tijd van reconstitutie in de hiervoor bestemde ruimte op de kartonnen houder (ruimte aan de rechterkant). - Zorg ervoor dat de combisets I en II rechtop bewaard worden na reconstitutie. - Scheur vóór gebruik de steriele blisterverpakking open (zie afb. 2) en neem er de Combi-Set I en II onder steriele omstandigheden uit. Ontkoppel de lege flacons (2 resp. 4) plus overhevelsystemen (zie afb. 3). - Zet injectieflacon 1 (fibrinogeenoplossing/blauwe markering) schuin en trek de inhoud op in de spuit met blauwe markering. Trek de inhoud van injectieflacon 3 (trombine-oplossing/rode markering) helemaal op in de spuit met rode markering (zie afb. 4). Gebruik de bereide oplossingen onmiddellijk na opzuigen in de spuiten. Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale voorschriften. B. Toediening De gereconstitueerde oplossingen (van flacons 1 en 3) moeten lokaal toegediend worden op het weefsel (na elkaar of in combinatie). In tegenstelling tot andere hemostatische middelen die verwijderd moeten worden zodra hemostase bereikt wordt, blijft Beriplast ter plaatse en wordt het afgebroken door het normale fysiologische proces van stolsellysis. Voor het aanbrengen van Beriplast moet het wondoppervlak met standaardtechnieken worden gedroogd (bijv. intermitterend aanbrengen van kompressen, proppen, gebruik van hulpmiddelen met een zuigende werking). Beriplast mag alleen worden gereconstitueerd en toegediend volgens de instructies en met de hulpmiddelen die met het product worden meegeleverd. Aparte toediening van de fibrinogeenoplossing en de trombine-oplossing: a) Breng de fibrinogeenoplossing aan op het te hechten weefseloppervlak, en breng hierover onmiddellijk de oplossing met trombine aan. b) De te hechten weefsels moeten gedurende enkele minuten op hun plaats gehouden worden, totdat een tijdelijke hechting bereikt is. ®
Gecombineerde toediening met Pantaject toedieningsset: Voor gelijktijdige toediening van de fibrinogeenoplossing en de trombine-oplossing kan de toedieningsset gebruikt worden. Gebruik van de toedieningsset voor Beriplast (zie afbeelding op de toedieningsset):
CSL Behring NV
Beriplast®P Combi-set / RVG 26655-26656-26657
The Netherlands
DE/H/135/01-03
PIL/Nederlands
page 8 of 8
Verwijder de naalden van de spuiten die gevuld zijn met de fibrinogeenoplossing (blauwe markering) en trombine-oplossing (rode markering). (A) Steek het Y-stuk (3) in de conische uitsparing van de spuithouder (4). (B) Bevestig de spuiten die gevuld zijn met de fibrinogeenoplossing (1/blauwe markering) en trombine-oplossing (2/rode markering) stevig aan het Y-stuk (3). (C) Klik beide spuiten in de spuithouder (4). (D) Bevestig de greepplaat (5) aan de zuigers van de spuiten, om blokkeren van de zuigers te voorkomen en een soepele voorwaartse beweging te waarborgen. (E) Schroef er ten slotte de spraytip (6) of de applicatiecanule (7) (beide uitgerust met een LuerLock-connector) stevig op. Voor het bedekken van grote wondoppervlakken kan de fibrinelijm erop gespoten worden met behulp van de bijgesloten spraytips, of gebruikt worden in combinatie met een vlies dat bestaat uit bijvoorbeeld polyglycolzuur of collageen. Voordat het gebruikt wordt op de wond moet het systeem gecontroleerd worden op verstopping. Druk de zuigers van de spuiten nooit door als u weerstand voelt! Een onderbreking in de toediening, zelfs al is deze van korte duur, leidt tot verstopping van ofwel de spraytip ofwel de toedieningscanule. In dergelijke gevallen is de spraytip of toedieningscanule ongeschikt voor verder gebruik en moet deze vervangen worden. Daarom bevatten de 0,5 ml en 1 ml Beriplast P verpakkingen twee spraytips en de 3 ml verpakkingen bevatten drie spraytips; elke verpakking bevat vier stompe toedieningscanules. Door een gelijkmatige druk op de greepplaat uit te oefenen – net als voor een injectie – wordt de fibrinelijm uit de spraytip gespoten als een fijne, gelijkmatige aerosolspray. De optimale afstand is circa 10 cm. Een fijn laagje fibrinelijm wordt gevormd op het weefsel dat bedekt moet worden.