'
686 N
Peutjoet
BIBLIOTHEEK K TLV 0240 2749
by:
Pcutjoct
ttttttttttttttttttttttttttttttttttttttftttttttttttttttttttttt
Uitgegeven m e t s t e u n van h e t Prins B e r n h a r d F o n d s . P u b l i s h e d w i t h t h e s u p p o r t of t h e Prince B e r n h a r d F u n d .
Omslag: Kranslegging door de heer Aboe Bakar tijdens de herbegrafenis van de KNIL-Fourier J.H. Grotjahn op de Ercbegraafplaats Peutjoet op 9 mei 1980. Deze herbegrafenis vond plaats op verzoek van de naaste familie in Amsterdam. De Fourier JM. Grotjahn sneuvelde op 30 juli 1913. Cover: Mr. Aboe Bakar lays a wreath on the occasion of the re-burial of KNIL-Quartermaster-Sergeant J.H. Grotjahn at the War Cemetery of Peutjoet, 9th of May 1980. The re-burial took place on request of next to kin in Amsterdam. The Quartermaster-Sergeant J.H. Grotjahn was killed in action July 30th 1913.
s - (=sfe>
Peutjoet Rustplaats voor 2200 soldaten van het vroegere K.N.I.L. Resting place for 2200 soldiers of the former KNIL-Forces.
£ \
VOOR )c9-5-S4
U« I ^ i
Uitgegeven door de Vereniging Indische Nederlanders 's-Gravenhage-Amsterdam 1984 Published by the Vereniging Indische Nederlanders The Haque-Amsterdam 1984
- hj
•9 S 4 I I & o © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. (c) No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm, or any other means without written permission of the publisher. ISBN 90-9000636-2
Dit boek wordt opgedragen aan het Volk van Atjeh en de Kolonel KNIL b.d. J.H.J. Brendgen voor het krachtdadig bevorderen van het herstel van het Ere-kerkhof Peutjoet in Banda Atjeh. In gratitude this book is dedicated to the People of Atjeh and to the retired Colonel J.H.J. Brendgen for the energetic promotion of the restoration of the War Cemetery Peutjoet.
"History is actually a bridge connecting the past with the present and pointing the road to the future". Allan Nevens
Voorwoord In het westelijk deel van Indonesia, in het noorden van Sumatra, ligt Atjeh, het laatste gebied van het vroegere Nederlands Oost Indie waar de Nederlanders hun gezag hebben gevestigd. Het Atjehse volk, intelligent en vrijheidslievend, was bereid voor zijn vrijheid te strijden en deed dit met grote moed en zelfopoffering. Ruim 40 jaar heeft het Koninklijk Nederlands Indisch Leger een harde strijd moeten voeren om dit gebied onder Nederlands bewind te brengen. Een strijd, die aan beide zijden vele levens heeft gekost. Ongeveer 2200gesneuvelden of op andere wijze omgekomen leden van het KNIL, in de rang van soldaat tot generaal, liggen begraven op de erebegraafplaats Peutjoet te Banda Atjeh. In 1970 maakte de kolonel b.d. J.H.J. Brendgen een "sentimental journey" naar zijn vroegere standplaats. Hij trof de begraafplaats in een totaal verwaarloosde toestand aan. Na terugkeer in Nederland begon de heer Brendgen direct met het inzamelen van gelden voor het herstel van Peutjoet. Hij wendde zich tot verschillende instanties waaronder de Vereniging van Oud-Officieren van het Korps Marechausssee te Atjeh en onderhorigheden. De voorzitter van deze vereniging, de luitenant-generaal b.d. F. van der Veen, nam direct contact op met de Oorlogsgravenstichting, de organisatie die op zo voortreffelijke wijze over de gehele wereld een groot aantal erevelden - waaronder een zevental in Indonesia - verzorgt. Helaas kon de Oorlogsgravenstichting de Erebegraafplaats Peutjoet niet in beheer nemen. Volgens de statuten van deze stichting worden alleen de graven verzorgd van hen die tijdens de Tweede wereldoorlog, of als gevolg van oorlogshandelingen daarna, zijn gevallen of omgekomen. Daarop werd contact opgenomen met de Stichting Cultuurgeschiedenis Nederlanders Overzee. Gezien het historisch belang van Peutjoet, was de Stichting bereid voor het jaar 1975 deze erebegraafplaats als project in het werkprogramma op te nemen en voor de aanleg van een nieuwe omheining bij het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk een subsidie aan te vragen. De kolonel b.d. Brendgen had inmiddels op eigen kosten enkele reizen naar Banda Atjeh gemaakt. Door zijn grote kennis van land en volk en de beheersing van de Atjehse taal wist hij de enthousiaste medewerking te verkrijgen van de toenmalige Gouverneur van Atjeh, de heer A. Muzakkir Walad, en de toenmalige Burgemeester van Banda Atjeh, de heer Teukoe Oesman Jacoub. De Gouverneur stelde werkkrachten en materialen ter beschikking zodat met de subsidie van het ministerie van CRM en de vele bijdragen vanparticulieren in Nederland, een nieuwe omheining kon worden aangelegd en de monumentale erepoort kon worden hersteld. Hiermede was een eerste begin gemaakt van de algehele restauratie van Peutjoet. Nu de Stichting Cultuurgeschiedenis Nederlanders Overzee niet meer bereid
was het verdere herstel na 1975 in haar programma op te nemen, werd besloten de stichting Peutjoet Fonds op te richten. Deze stichting heeft van het ministerie van CRM (later WVC) gedurende een beperkt aantal jaren een subsidie gekregen voor het herstel van de erebegraafplaats Peutjoet. CRM was wel bereid de herstelwerkzaamheden te subsidieren totdat die voltooid zouden zijn; het dagelijks onderhoud kwam echter niet in aanmerking voor een subsidie. Dit onderhoud moet dan ook bekostigd worden uit de bijdragen van vele donateurs, waarvoor het bestuur erg dankbaar is. Van de Gouverneur van Atjeh en de Burgemeester van Banda Atjeh werd en wordt nog steeds de voile steun verkregen. Zo heeft de toenmalige Gouverneur Muzakkir Walad de toestemming van de Indonesische regering gevraagd en verkregen voor de herbegrafenis van de in 1873 bij de moskeete KotaRadja gesneuvelde generaal-majoor J.H.R. Kohler, RMVV04. De herbegrafenis op Peutjoet vond op 19 mei 1978 met groot ceremonieel plaats. De stichting Peutjoetfonds plaatste in de Tussenkerk van de Nieuwe Kerk teMiddelburgeengedenkplaat ter herinnering aan het overlijden van Abdoel Hamid, Hoofd van het Atjehse gezantschap dat in 1602 een bezoek bracht aan Prins Maurits. De gedenkplaat werd op 24 oktober 1978 door Z.K.H. Prins Bernhard der Nederlanden onthuld. Hieruit moge blijken dat de banden van Indonesia met Nederland ondanks alles nog steeds bestaan. De Erebegraafplaats Peutjoet begint er fraai uit te zien. Meer dan twee duizend Nederlandse militairen en burgers, gevallen tijdens de uitvoering van de hun opgedragen taak, hebben hier een laatste rustplaats gevonden. Atjehers en Nederlanders, vroegere tegenstanders, werken nu samen om deze rustplaats een verzorgd aanzien te geven. F yan der Ve£n Voorzitter Stichting Peutjoet Fonds
Preface In the western part of Indonesia, in the north of Sumatra, is the land of Atjeh, the last territory of the former Dutch East Indies where the Dutch rulers established their authority. The people of Atjeh, intelligent and freedom-loving, were prepared to fight for their liberty and did so with great courage and selfsacrifice. The Royal Dutch Indies Army has had to fight a fierce battle for more than 40 years in order to get the area under Dutch rule. A war that cost many lives on both sides. About 2200 members of the KNIL (Royal Dutch Indies Army) killed in action or otherwise, from soldier to general, lie buried in the Cemetery of Peutjoet at Banda Atjeh. In 1970 the retired Colonel J.H.J. Brendgen made a sentimental journey to his former post. He found the Cemetery in a very much neglected state. On his return in The Netherlands Col. Brendgen started to raise funds for the restoration of Peutjoet. Amongst others he turned to the League of Veteran Officers
of Atjeh, the chairman of which was the retired Lt.-Gen. F. v.d. Veen, who immediately contacted the War Graves Foundation, the organisation that takes care of several War Cemeteries all over the world. Unfortunately the War Graves Foundation was not able to take control of the War Cemetery of Peutjoet. The Foundation's articles permit control over graves of those killed during World War II only, or killed or perished as a consequence of war-actions thereafter. Afterwards the Foundation Cultural History Dutchmen Overseas was approached. In view of the historical importance of Peutjoet this Foundation was prepared to include the War Cemetery as a project in their program. To start with, the Ministry of Culture, Recreation and Social Work was approached for a subsidy in order to build a new fence. Mr. Brendgen in the meantime had made several trips to Banda Atjeh. Because of his great knowledge of the country, the people and the Atjeh language, he succeeded in getting enthusiastic cooperation of the then Governor of Atjeh, Mr. A. Muzakkir Walad, and the then Mayor of Banda Atjeh, Mr. Teukoe Oesman Jacoub. The Governor arranged workers and material so that with the subsidy of the Ministry supplemented by donations of many private persons in The Netherlands, a new fence could be built and the monumental Gate of Honour restored. This was the beginning of the general restoration of Peutjoet. The Foundation Cultural History Dutchmen Overseas however, was not prepared to include in its program further restoration after the year 1975, so, in order to get the necessary means the Foundation Peutjoet Fund was established. This Foundation managed to get a subsidy from the Ministry of CRM (later WVC) during a limited amount of years, solely for the restoration of the Military Cemetery of Peutjoet until this would be completed; the daily maintenance, however, could not be subsidized. This maintenance was paid for by the many private donations, for which the members of the board are very grateful. Full support is still received from both the Governor of Atjeh and the Mayor of Banda Atjeh. For instance the former Governor Muzakkir Walad asked for and was granted permission by the Indonesian Government for the re-burial of the Major-Gen. J.H.R. Kohler, RMW04, who was killed in action in Kota Radja in 1873. The re-burial took place at Peutjoet with great ceremonial on May 19th 1978. The Foundation Peutjoet Fund placed a commemorative plaque in the "Tussenkerk" of Middelburg's New Church, in memory of the death of Abdoel Hamid, Head of the Atjeh Legation who visited Prince Maurits in 1602. The Plaque was unveiled by His R.H. Prince Bernhard of The Netherlands on the 24th of October 1978. Which shows that ties between Indonesia and The Netherlands in spite of everydiing, still exist. The War Cemetery of Peutjoet is beginning to look beautiful. More than 2000 Dutch troops and civilians, killed while doing their duty have found here their last resting place. Men from Atjeh and from The Netherlands, former adversaries, now work together to make this resting place look well cared for. F. v.d. Veen, Chairman of the Foundation Peutjoet Fund.
Peutjoet Korte tijd voor zijn dood in 1636 veroordeelde Sultan Iskandar Moeda zijn enige zoon wegens een misdrijf tot de doodstraf. Volgens overlevering is het Atjehse graf dat op Peutjoet staat het graf van deze prins. De naam van deze prins Phoe-teu-tjoet, zou door de tijden heen de naam Peutjoet hebben doen ontstaan. Phoe-teu betekent meester, heer of vorst, en tjoet betekent jong of klein. Peutjoet ligt in het gebied dat zich uitstrekt aan de rechter oever van de Kroeeng Daroj. Deze rivier stroomt dwars door een park aangelegd door Sultan Iskandar Thani, schoonzoon en opvolger van Sultan Iskandar Moeda. Het Maleise werk Boestanoes-Salatin, geschreven door Sjaich Noeroeddin ar-Raniri tijdens de regering van de vorst, verhaalt uitvoerig de aanleg van een lusthof genaamd Taman Ghairah (Lusthof der Brandende Liefde), duizend vadem breed en gelegen aan beide oevers van de rivier Daroel-'Isjki (tegenwoordig Kroeeng Daroj genoemd). De ingang aan de paleiskant werd gevormd door de Pintoe Biram Indera Bangsa, nu bekend onder de naam Pinto Khob. Het middelpunt van de lusthof vormde de Gegoenoengan Menara Permata, tegenwoordig Goenongan genoemd, gelegen op een plein genaamd Medan Chairani. Naast de Goenongan werd de Kandang Daroed-Doenia, het vorstelijke mausoleum opgericht, waar de sultan zelf begraven zou worden. De Boestanoes-Salatin verhaalt verder dat er talrijke paviljoens werden gebouwd, vijvers en fonteinen werden aangelegd en allerlei soorten planten en bloemen werden geplant. Peutjoet is dus gelegen op de plek waar vroeger de vermaarde lusthof, Taman Ghairah, stond en moet met de Goenongan en Kandang Daroed-Doenia deel uitgemaakt hebben van de Medan Chairani, het Voortreffelijke Plein. Moge dit Plein het symbool vormen van de tegenwoordige voortreffelijke verstandhouding tussen het Atjehse volk en Nederland.
Graf van Prins Phoe-teu-tjoet, zoon van Sultan Iskandar Moeda. Grave of Prince Phoe-teu-tjoet, son of Sultan Iskandar Moeda.
\\ 'u
Peutjoet Shortly before his death in 1636 Sultan Iskandar Moeda sentenced his only son to death because he had committed a major offence. It is said that the one Atjeh grave on Peutjoet is the grave of this Prince. The name of this Prince was Phoe-teu-tjoet. It is said that out of this name, by corruption, the name of Peutjoet originated. Peutjoet is situated on the right bank of the Kroeeng Daroj, a river flowing through a park laid out by Sultan Iskandar Thani, son in law and successor of Sultan Iskandar Moeda. The Malayan opus Boestanoes-Salatin, written by Sjaich Noeroeddin ar-Raniri during the reign of Iskandar Thani, tells extensively about the laying out of a Garden of Eden named Taman Ghairah (Garden of Burning Love), a thousand fathoms wide and situated on both banks of the river Daroel-Iskji (nowadays called Kroeeng Daroj). The entrance on the side of the palace was formed by the Pintu Biram Indera Bangsa, now known by the name of Pinto Khob. The centre of the garden was formed by the Gegoenoengan Menara Permata, now called Goenongan, situated on a square called Medan Chairani. Next to the Goenongan the Kandang Daroed-Doenia was erected, the princely mausoleum, where the monarch eventually was to be buried. The Boestanoes-Salatin moreover speaks of numerous pavillions, ponds and fountains and of the planting of all kinds of shrubs and flowers. Thus Peutjoet is situated on the spot where once the famous pleasure-garden Taman Ghairah was laid out. Together with the Goenongan and the Kadang Daroed-Doenia it was once a part of the Medan Chairani, the Excellent Square. May this Square be the symbol of the nowadays excellent relationship between the Peoples of Atjeh and The Netherlands.
in
-few
De Geschiedenis Na de dood van Prins Willem I in 1584 zette prins Maurits als kapitein-generaal en admiraal de strijd tegen de Spanjaarden voort. De ene stad na de andere werd door hem op de Spanjaarden veroverd. De slag bij Nieuwpoort had zijn bekwaamheid als een van de grootste legeraanvoerders van zijn tijd bevestigd. Jan Huyghen van Linschoten die via Spanje en Lissabon in Goa terecht kwam, ontmoette daar zijn stadgenoot, de Enkhuizenaar Dirk Gerritsz Pomp, die in China en Japan was geweest. Gezamenlijk keerden ze naar Europa terug. Op deze reis kwam Van Linschoten in aanraking met een Antwerpenaar die Malakka had bezocht. In 1592 bereikte Van Linschoten via Lissabon weer Enkhuizen. De resultaten van persoonlijke ervaring en onderzoek en die van informaties van anderen werden vastgelegd in zijn bekende boek "Itinerario naer Oost ofte Portugaels Indien", verschenen in 1595/1596. Vast staat dat de deelnemers aan de "eerste schipvaart" om de Kaap, uitgerust door de Amsterdamse Compagnie van Verre, een deel van het werk van Van Linschoten hebben gekend. De expeditie bestond uit vier schepen onder Cornells de Houtman als oppercommies en Pieter Dirksz Keyser als opperpiloot. Op 10 maart 1595 verlieten de schepen het vaderland, op 23 juni 1596 lieten ze het anker vallen op de rede van Bantam. De expeditie was, niet in het minst door de onbekwame leiding van Cornelis de Houtman, geen groot succes, maar toch een aansporing om op de ingeslagen weg voort te gaan. In 1598 vingen dan ook niet minder dan 5 expedities met tezamen 22 schepen de verre tocht aan. Twee van deze expedities waren uitgerust in Zeeland: een door de Middelburgse Compagnie en een door de Veerse Compagnie. De Veerse Compagnie, die onder leiding stond van Balthasar de Moucheron, rustte twee schepen uit, de Leeuw en de Leeuwin. De leiding was toevertrouwd aan de gebroeders de Houtman; Cornelis voer als admiraal aan boord van de Leeuw, zijn jongere broer Frederik was kapitein op de Leeuwin. In maart 1598 vertrokken de Zeeuwen uit Veere en in juli 1599 lieten beide schepen in de baai van Atjeh het anker vallen. Atjeh was toendertijd een zeer belangrijke handelscentrum met peper als voornaamste uitvoerproduct. Sultan Ali Moeghajat Sjah was de grondlegger van dit rijk. Deze vorst wist het land, aanvankelijk een onbeduidend klein staatje aan de noordpunt van het eiland Sumatra, op te heffen tot een groot rijk. Hij veroverde Pidie, Pasai, Daja en andere vorstendommetjes langs de kusten van Noord-Sumatra. Diverse Atjehse vorsten na hem wisten hun rijk uit te breiden door verovering op verovering, totdat Atjeh de hegemonie had rond de Straat van Malakka. Het is vanzelfsprekend dat de Atjehers bij hun streven stuitten op de Portugezen, die vanuit de stad Malakka, sinds 1511 in hun handen, probeerden in hetzelfde gebied hun macht uit te breiden. Sultan Alaoeddin Ri'ajat Sjah al-Kahar, zoon van Ali Moeghajat Sjah, de grondlegger van een groter Atjeh, uiteindelijk Sultan geworden ondernam zelfs een 10
aanval op de stad Malakka om de Portugezen in het hart te treffen. Hij veroverde daarbij het rijk Djohor op het schiereiland van Malakka. De vijandschap met de Portugezen resulteerde in het sturen van een gezantschap naar Turkije in 1564 om hulp te verwerven tegen de Portugezen. Een Turkse vloot werd vanuit Egypte naar Atjeh gedirigeerd, maar deze bereikte helaas haar doel niet omdat zij voortijdig haar koers moest wijzigen om de opstand die uitgebroken was tegen het Turkse gezag in Jemen te breken. Slechts twee schepen zetten de tocht naar Atjeh voort met aan boord in kanonnengieterij bedreven ambachtslieden en fortenbouwers. Sindsdien begon men in Atjeh kanonnen te gieten en forten te bouwen. Nu had Atjeh in zijn strijd tegen de Portugezen het voordeel, dat na de val van Malakka het centrum van de handel tussen oost en west zich verplaatste naar Atjeh. Dit was te wijten aan de Portugezen zelf, die de handel van de Moslims probeerden te vernietigen. Door zijn rijkdom uit de handel en zijn grote vloot gelukte het Atjeh zijn gezag en daarmee en handelsmonopolie in peper te vestigen in de noordelijke helft van Sumatra en een gedeelte van het Maleise Schiereiland. Het was tijdens de regering van de andere Alaoeddin, namelijk Sultan Alaoeddin Ri'ajat Sjah Sajid al-Moekammil, dat de eerste Nederlandse schepen op de rede van Atjeh verschenen. Deze vorst werd op oudere leeftijd door de rijksgroten tot vorst gekozen. Desondanks regeerde hij niet minder dan negentien jaar totdat hij op meer dan lionderdjarige leeftijd werd opgevolgd door zijn zoon. Zijn stabiele regering heeft bijgedragen tot grotere bloei van het rijk. Met hem begon voor het Atjehse rijk de gouden eeuw die zijn hoogtepunt bereikte onder zijn kleinzoon Sultan Iskandar Moeda. Door een samenloop van omstandigheden kwamen de eerste Nederlanders onder Cornelis de Houtman in Atjeh juist op het tijdstip dat de Portugezen in een uitstekende verhouding met de Sultan leefden. Nadat aanvankelijk het contact van Cornelis de Houtman met de Sultan zich gunstig leek te ontwikkelen er werd zelfs een overeenkomst gesloten waarbij de Nederlanders de Atjehers bij zouden staan in een expeditie tegen Djohor - veranderde dit met de terugkeer uit Goa van een Atjehs gezantschap vergezeld van een Portugese gezant. De Nederlandse schepen werden overvallen; Cornelis de Houtman sneuvelde, Frederik de Houtman en 29 anderen werden gevangen genomen. In augustus 1600 keerden de beide schepen in Nederland terug. In hetzelfde jaar deden twee Nederlandse vloten Atjeh aan. De eerste onder commando van Jacob Wilckens kwam in juli voor Atjeh aan, vernam daar van de gevangenschap van Frederik de Houtman en de zijnen en voer na het lossen van enige schoten door. Van de tweede vloot deden twee schepen onder Paulus van Caerden Atjeh aan. Van de gevangen Nederlanders slaagde een aantal er in te vluchten en aan boord te komen, maar het zou duren tot 1601 eer Frederik de Houtman de vrijheid herkreeg. Dit gebeurde bij aankomst van een expeditie van vier schepen, uitgerust door de Vereenigde Zeeuwse Compagnie, die onder 11
leiding van Gerard de Roy en Laurens Bicker in augustus 1601 de rede van Atjeh bereikte. Met een brief van Prins Maurits, waarin vriendschap werd aangeboden en de vrijlating van Frederik de Houtman werd verzocht, en geschenken, begaven beide opperkooplieden zich naar de Sultan. Het gelukkig toeval wilde dat de betrekkingen met de Portugezen waren bekoeld en de komst van de Zeeuwse schepen de Sultan zeer gelegen kwam. De gevangenen werden vrijgelaten en handelsbetrekkingen aangeknoopt. Men kreeg verlof in Atjeh een handelsfactorij, de eerste op Sumatra, te vestigen. Met twee volgeladen schepen keerde Laurens Bicker naar het vaderland terug. Aan boord bevond zich tevens een Atjehs gezantschap bestaande uit de gezant Abdoel Hamid, de Atjehse admiraal Sri Moehammad, een edelman Mir Hasan en als tolk een Luxemburger Leonard Werner, voorts enige dienaren en een aantal Arabische kooplieden. In juli 1602 kwamen beide schepen in Zeeland aannaterhoogte van St. Helena een Spaans galjoen te hebben buitgemaakt. Helaas kwam het hoofd van het gezantschap Abdoel Hamid kort na zijn aankomst, 71 jaar oud, te overlijden. Op 10 augustus 1602 werd hij in Middelburg in de kerk van Sint Pieter plechtig ter aarde besteld. In September reisde het gezantschap naar het hoofdkwartier van Prins Maurits, die het beleg had gestagen voor Grave. Het gezantschap werd door de Prins met alle eerbewijzen ontvangen, brieven en geschenken van de Sultan werden aangeboden, belegeringswerken bezichtigd. In december 1603 keerde het gezantschap naar Atjeh terug. Een verbond met Atjeh was het resultaat. Met de regering van Sultan Iskandar Moeda (1607 - 1636) bereikte Atjeh het toppunt van zijn macht. Op Sumatra strekte het gebied zich uit tot Djambi in het oosten en tot Benkoelen in het westen. Kedah, Perak en Pahang op het Maleise schiereiland stonden onder zijn heerschappij. Toen Croock, Commissaris van de Compagnie, door Iskandar Moeda's opvolger en schoonzoon Iskandar Thani werd ontvangen, stond hij versteld van de weelde aan het hof. De dood van Sultan Iskandar Thani betekende het begin van de regering van vorstinnen in Atjeh. Reeds met de regering van Iskandar Thani's weduwe, dochter van Iskandar Moeda, begonnen de vazallen van Atjeh een voor een af te vallen. De laatste van de vier achter elkaar regerende vorstinnen werd afgezet en vervangen door een vorst van Arabische afkomst. De tijd van paleisrevoluties brak aan, waarbij drie families naar de troon van Atjeh drongen. Dit kwam het land niet ten goede, Atjeh werd steeds meer verzwakt. Intussen had de VOC Jayakarta veroverd en Batavia gesticht vanwaar ze haar handelsbelangen uitbreidde. Op Sumatra en het Maleise schiereiland kwam ze in conflict met Atjeh. Hoe meer het Atjehse rijk afbrokkelde, hoe steviger de positie van de Compagnie werd. Toen de paleisrevoluties tot hun einde kwamen met de troonsbestijging van Sultan Moehammad Sjah van de familie van Maharadja Lela Melajoe in 1823, begon het Atjehse rijk zich op economisch en politiek gebied weer te herstellen. Maar de oude glorie werd niet meer bereikt. 12
In de negentiende eeuw immers bereikte de westerseexpansiehaarhoogtepunt. In de Indonesische Archipel wedijverden Engelsen en Nederlanders in het uitbreiden van hun invloedsfeer. Het Londense Tractaat van 1824 maakte een eind aan deze rivaliteit; Nederland zag af van zijn aanspraken op het vaste land en Singapore maar kreeg de vrije hand in de archipel. De onafhankelijkheid van Atjeh werd echter gewaarborgd, maar Nederland werd verondersteld een matigende invloed uit te oefenen op dit rijk. Dit is Nederland niet gelukt. Intussen kwam er verandering in de Engelse politiek ten opzichte van Atjeh. Met het verdrag van 1871 kregen de Nederlanders de vrije hand over geheel Sumatra. Het Nederlandse militaire optreden tegen Atjeh in 1873 betekende het begin van de Atjeh-oorlog. Deze oorlog was de bloedigste en langdurigste oorlog die de Nederlanders in de Indonesische Archipel ooit hebben gevoerd en waarbij zovelen zijn omgekomen. Degevallen Nederlandse militairen werden voor een belangrijk deel op de begraafplaats Peutjoet ter aarde besteld. Dr. T. Iskandar
The History After the death of Prince William I (the Taciturn) in 15 84, his son Prince Maurits continued the battle against the Spanish forces. In his ranks of CaptainGeneral and Admiral he conquered one town after the other. In the battle of Nieuwpoort (1600) he confirmed his name as one of the greatest strategists of his days. In the meantime a man named Jan Huyghen van Linschoten together with another Enkhuizen-born man named Dirk Gerritsz Pomp returned to Europe from a journey to Goa, China and Japan. They met a man from Antwerp who had been to Malacca, and when Jan van Linschoten came back to his town of birth Enkhuizen he wrote a book about everything he and his travelling companions had experienced in all these far-away countries. This book, the famous and best-selling "Itinerario naer Oost ofte Portugaels Indien" was published in 1595/1596. It is established that those who partook of the first shipment around The Cape, must have known at least part of Van Linschoten's book. The expedition, equipped by the "Amsterdamse Compagnie van Verre" existed of four ships under the command of Cornelis de Houtman and Pieter Dirksz Keyser as first mate. The vessels left the homeland on the 10th of March 1595, to arrive in the roads of Bantam on June 23rd 1596. Mostly as a consequence of the incompetent management of Cornelis de Houtman the expedition was not very successful, nevertheless it proved to be encouraging enough to go on for another try. No less than 5 more expeditions followed, together encompassing 22 vessels. Two of these expeditions had been equipped in Zeeland: one of them by the Middclburgse Compagnie and the other one by the Veerse Compagnie. 13
The Veerse Compagnie, lead by Balthasar de Moucheron, equipped two ships named The Lion and The Lioness. They stood under the command of the De Houtman brothers, Admiral Cornelis aboard the Lion, his younger brother Frederik as Captain aboard the Lioness. Both ships departed from Veere in March 1598 and dropped anchor in the bay of Atjeh in July 1599. Atjeh, at the time, was a very important trade-center, pepper being the principal export-product. The founder of Atjeh was Sultan Ali Moeghajat Sjah, a man who managed to transform this originally small and insignificant state on the northern point of the island of Sumatra into a great empire. He conquered Pidie, Passai, Daja and other principalities on the coasts of North Sumatra. Several Atjeh-monarchs after him managed to expand their realm by conquest after conquest, until Atjeh achieved full hegemony around the Straits of Malacca. It goes without saying that the Atjeh-people in their endeavour to expand, should collide with the Portuguese, who, since they had in their possession the city of Malacca (1511) tried to establish their power in the same area. In order to strike the Portuguese where it hurt most, Sultan Alaoeddin Riajat Sjah al-Kahar son of Ali Moeghajat Sjah founder of Greater Atjeh, even dared to launch an attack on the city of Malacca itself. Doing so he conquered the Empire of Djohor, on the Malacca peninsula. As a consequence to the hostilities, the Atjeh rulers sent a legation to Turkey in 1564 in order to acquire help against the Portuguese. From Egypt a Turkish fleet was directed towards Atjeh, but unfortunately it had to change course prematurely because of an insurrection that had broken out in Jemen against the Turkish government. Only two vessels proceeded on their journey to Atjeh bringing with them able cannon-founders and fortress-builders. Since started the founding of cannons and the building of fortresses in Atjeh. Atjeh's advantage in the battle against the Portuguese was, that after the fall of Malacca the trade-center between East and West had moved to Atjeh. This was the Portugueses' own fault, who tried to destroy the Moslim-trade. Its commercial success together with its great fleet helped Atjeh to establish its authority and with it a trade-monopoly in pepper all through the northern half of Sumatra and part of the Malayan peninsula. During the reign of Sultan Alaoeddin Ri'aja Sjah Sajid al-Moekammil the first Dutch ships appeared on the roads of Atjeh. This monarch started his reign when he was already an old man, but nevertheless he ruled for no less than nineteen years until his death. He lived to be more than one hundred years old and he was succeeded by his son. His stable reign has contributed much to the flourishing of the state. With him started Atjeh's Golden Age which reached its summit under the reign of his grandson Sultan Iskandar Moeda. The arrival of the first Dutchmen lead by Cornelis de Houtman happened in a time that there existed an excellent relationship between the Sultan and the Portuguese. Though in the beginning the contacts between De Houtman and 14
the Sultan seemed to develop favourably enough - the Dutchmen even agreed to support Atjeh in an expedition against Djohor -things changed for the worse when an Atjeh legation accompanied by a Portuguese envoy returned from Goa. The Dutch ships were overtaken; Cornelis de Houtman was killed, Frederik de Houtman and 29 others were taken prisoner. In August 1600 both ships came back in Holland. In that same year two other fleets called at Atjeh. The first one under the command of Jacob Wilckens, arrived in Atjeh waters in July, but, having learned about the imprisonment of Frederik de Houtman and his men, proceeded on his journey after firing several shots. Two ships of the second fleet called at Atjeh under Paulus van Caerden. Some of the captived Dutchmen managed to escape and got aboard the vessels, but it was not before 1601 that Frederik de Houtman regained his freedom. This happened when a fleet of four vessels equipped by the Verenigde Zeeuwse Compagnie, reached the roads of Atjeh in August 1601 under the command of Gerard de Roy and Laurens Bicker. These upper-merchants set out to the Sultan taking with them gifts and a letter from Prince Maurits in which friendship was offered and the release of Frederik de Houtman was asked for. Fortunately enough at that moment the relationship with the Portuguese had cooled down, and the arrival of the Dutch ships quite suited the Sultan. The captives were released and trade-connections were started. Permission was granted to establish in Atjeh a trade-factory, the first one in Sumatra. Laurens Bicker returned to his homeland with two fully loaded ships. With him travelled an Atjeh legation, existing of the envoy Abdoel Hamid, the Atjeh admiral Sri Moehammad, a nobleman Mir Hasan an interpreter, the Luxemburger Leonard Werner, some servants and a number of Arabian merchants. In July 1602 both ships arrived in Zeeland after having captured a Spanish galleon near St. Helena. Shortly after arrival, however, the head of the legation Abdoel Hamid died in Middelburg. He was solemnly buried in Middelburg's Church of St. Pieter on the 10th of August 1602. In September the legation travelled to the headquarters of Prince Maurits, who was then besieging Grave. The legation was received by the Prince with all possible honours; letters and gifts were exchanged, and when the legation returned in Atjeh in December 1603, a league with Atjeh was the result. During the reign of Sultan Iskandar Moeda (1607 - 1636) Atjeh got to the summit of its power. Its realm stretched unto Djambi in the east and unto Benkoelen in the west. On the Malacca peninsula Kedah, Perak and Pahang stood under its rule. When Croock, Commissioner of the Company was received by Iskandar Moeda's successor and son-in-law Iskandar Thani, he was overwhelmed by the luxury of the Court. The death of Sultan Iskandar Thani marked the beginning of a series of female rulers in Atjeh. Already under its first female monarch (Sultan Iskandar Thani's widow) Atjeh began to lose its vassals one by one. The last of the four female rulers was abdicated and replaced by a monarch of Arabian origin. This was the 15
start of a period of palace-revolutions, in which three families competed for the throne of Atjeh. These circumstances did not contribute to the welfare of Atjeh; the state was weakening. In the meantime the VOC (United East Indies Company) had conquered Jayakarta and founded Batavia, from where the trade-interests were expanded. In Sumatra and the Malacca peninsula their interests collided with those of Atjeh and while the Atjeh power crumbled off the more stable became the VOC's position. In 1823 the palace-revolution came to an end with the accession to the throne of Sultan Moehammad Sjah of the family of Maharadja Lela Melajoe and from then on the State of Atjeh began to restore itself in economical and political sense. But it never got to its former splendour. In the nineteenth century the western expansion reached its summit. In the Indonesian archipelago the English competed with the Dutch to enlarge their influence. The London Treaty of 1824 ended this rivalry; the Dutch renounced their claims on the main-land and Singapore but got all the rights in the archipelago. Atjeh's independence, however, was guaranteed, but The Netherlands were supposed to execute a moderating influence on this State. In this respect the Dutch did not succeed. Meanwhile the English political view towards Atjeh had changed. By the Treaty of 1871 the Dutch got the free hand over the whole of Sumatra. The Dutch military actions against Atjeh in 1873 marked the beginning of the Atjeh-War, the bloodiest and longest war the Dutch have fought in the Indonesian archipelago. On both sides many were killed. A considerable number of those killed on the Dutch side were buried in Peutjoet Cemetery. Dr. T. Iskandar
Jantje de Graaff, victim of an attack.
16
)w
De Vrouwen De begraafplaats Peutjoet is een kerkhof voor mannen. Een vrouwengraf zal men er nauwelijks vinden. Dat vrouwen in het leven van al die mannen een rol speelden is alleen te zien aan de grafschriften. Behalve H.C. Zentgraaff, die in zijn monumentale boek ATJEH een ontroerend hoofdstuk wijdde aan de vrouwen in die langgerekte oorlog, heeft alleen Mevrouw Szekely-Lulofs in haar roman De Hongertocht een treffend beeld geschetst van het leven van soldaten-vrouwen aan het front. Toch verdienen die vaak zwaar beproefde vrouwen een ruimere nagedachtenis. Want hoe ellendig was haar lot! Het ongemak van het bivak in de tropen, de vaak primitieve huisvesting. Onveiligheid buitenshuis, dus heel weinig bewegingsvrijheid; gebrekkig onderwijs voor de kinderen. Voeg daarbij de voortdurende angst om zoon of echtgenoot die op patrouille was. Zou hij er bij zijn als de troep 's avonds huiswaarts keerde, of was hij gebleven in de strijd? In alle voorbije oorlogen heeft altijd de vrouw een passieve rol gespeeld; zij was de wachtende, die thuis het leven normaal moest zien voort te zetten. Maar in de Atjeh-oorlog was het dubbel zo zwaar, omdat daar de vrouw steeds vlak op, of in de strijd zelf zat. De rol van de Europese vrouw was, zoals gezegd, een passieve, in tegenstelling tot die van de Atjehse vrouw, die heel dikwijls zelf actief deelnam aan de strijd. Ongelofelijke moed spreidde zij ten toon; haar energie en doodsverachting in het heetst van de strijd overtrof vaak die der mannen. H.C. Zentgraaff geeft daar verscheidene staaltjes van, in zijn boek. De vrouwen, blank en bruin, hebben een niet te verwaarlozen rol gespeeld in het epos van de Atjeh-oorlog.
OE GRAAFF 8Et;2S-H92p. 0VEBL:S-I2-I833
17
The Women The grave-yard of Peutjoet is a burying place for men. Not a single woman's grave will be found there. Only the epitaphs show that women played a part at all, in the lives of the men lying under those headstones. Only two Dutch authors have devoted some attention to the women in this endless war. Mr. H.C. Zentgraaff with a very moving chapter in his monumental book "Atjeh", and Mrs. Szekely-Lulofs who, in the best-selling novel "De Hongertocht" (The hunger-expedition) gave a striking picture of the life of soldier's-wives at the front. Yet these sorely-tried women deserve more extensive attention. Because theirs was a miserable fate. The discomfort of the bivouac in tropical circumstances, the primitive housing; little or no freedom of movement because of unsafeness outside the house; poor tutoring for the children. All this combined with the constant fear for the life of son or husband on patrol. Would he be there that evening with the homecoming party, or had he been trapped in ambush and killed? In all the wars in history women usually played the passive part; she was the waiting one, trying to lead as normal a life at home as possible. But home for the wives in the Atjeh war was always very near to the battle-field, sometimes in the middle of it, which made her lot even heavier. Opposite the passiveness of the European wife stood the very active role of the Atjeh wife, who not seldom partook of the fighting itself. Mr. Zentgraaff, in his book "Atjeh", gives several examples of the almost unbelievable courage that some Atjeh women displayed; their fearless energy and contempt of death often surpassed their men's. Native women as well as the Dutch wives, have undenieably played an important part in the epic of the Atjeh-war.
» Z.K.H. Prins Bernhard onthulde op 24 oktober 1978 in de Oude Kerk te Middelburg een gedenkplaat ter nagedachtenis aan Aboel Hamid, Hoofd van het Atjehse Gezantschap, die in 1602 een bezoek bracht aan Prins Maurits. Abdoel Hamid stierf tijdens zijn verblijf hier en werd begraven in Middelburg. Links: de waarnemend Ambassadeur van de Republiek Indonesia Garnawan Dharmapoetra en de voorzitter van de Stichting Peutjoet Fonds Lt. Gen. b.d. F. van der Veen. On the 24th of October 1978 in Middelburg's Old Church a memorial plaque was unveiled by H.R.H. Prince Bernhard in commemoration of Abdul Hamid, Head of the Atjeh Legation, who died during his visit to the Netherlands in 1602 and who was buried in Middelburg. On the left the Deputy Ambassador of the Republic of Indonesia and the Chairman of the Foundation Peutjoet Fund the retired Lt. Gen. F. van der Veen.
18
Autoriteiten bij de onthulling van de marmeren gedenkplaat ter nagedachtenis aan Abdoel Hamid, Hoofd van het Atjehse Gezantschap, die in 1602 overleed tijdens het bezoek aan de Nederlanden, door Z.K.H. Prins Bernhard te Middelburg op 24 oktober 1978. Van links naar rechts: De waarnemend Ambassadeur van Indonesie de Heer Dharmapoetra, Z.K.H. Prins Bernhard, Luit.-Gen. b.d. F. v.d. Veen, voorzitter Stichting Peutjoet Fonds, de Afgevaardigde van Atjeh, de Heer Aboe Bakar, de Gouverneur van de Provincie Zeeland Dr. C. Boertien en de Burgemeester van Middelburg, de Heer Drs. Wolters. Authorities present in Middelburg, Oct. 24th 1978 at the unveiling of the marble plaque in commemoration of Abdoel Hamid, Head of the Atjeh Legation who died during his visit to the Netherlands. From 1. to r.: Acting Ambassador of Indonesia, Mr. Dharmapoetra, H.R.H. Prince Bernhard who performed the unveiling, Ret. Lt. Gen. F. van der Veen, Chairman of Foundation Peutjoet, Mr. Aboe Bakar, Delegate of Atjeh, Dr. C. Boertien, Governor of Zeeland and Drs. Wolters, Mayor of Middelburg.
19
Prins Maurits ontvangt de afgezanten van de Sultan van Atjeh in zijn legerplaats bij Grave in Noord-Brabant. De Gezant Abdoel Hamid was 10 augustus 1602 overleden en in de kerk in Middelburg begraven. Prince Maurits receiving the legation of the Sultan of Atjeh in his camp at Grave in North Brabant. The Envoy Abdoel Hamid died on the 10th of August 1602 and was buried in the church at Middelburg. De Missigit te Kota Radja omstreeks 1930. The Mosque at Banda Atjeh, about 1930.
20
Peutjoetl924. Peutjoet 1938.
21
Bezoek aan Peutjoet op 21 februari 1927, van links naar rechts: Kolonel Bennewitz, Gouverneur-Generaal Jhr. Mr. A.C.D. de Graaff en Gouverneur O M . Goedhart. Visit to Peutjoet on Febr. 21st 1927, from left to right: Colonel Bennewitz, Governor-General Jhr. Mr. A.C.D. de Graaff and Governor O M . Goedhart.
Oude Nederlandse waterpomp bij Kota Radja. Ancient Dutch waterpump at Banda Atjeh.
22
Peutjoet 1972
De Erepoort op de begraafplaats bij de aanvang van de herstelwerkzaamheden in 1976. Gate of Honour at the beginning of restoration, (late 1976)
23
Beginstadium restauratie oost van de Erepoort, de bomen moeten verdwijnen. Start restoration east of the Gate of Honour, small trees have to be cut.
24
Eerste werkzaamheden voor het aanbrengen van een nieuwe omheining. Lengte 1150 meter. Starting a new fence. Total length 1150 metres.
m.
W *m
Begin van het herstel van de zuidzijde. Start restoration southside cemetery.
26
»—U|,
Restauratie Erepoort. Restoration Gate of Honour. Aan onze Kameraden gevallen op het veld van eer. Daaronder tekst in Arabisch,Maleis en Javaans karakterschrift. To our Comrades fallen on the Field of Honour, (text in Arabic, Malayan and Javanese characters)
27
Aanleg omheining voorzijde. Building the fence, front Peutjoet.
Herstelwerkzaamheden aan de Erepoort. Restoration-works at the Gate of Honour.
i f
f 28
Herstel binnenzijde Erepoort. (1976) Restoration inside Gate of Honour. (1976)
Plantersmonument en Erepoort. (1972) Plantersmonument and Gate of Honour.
- *
< * * • •
<
. -
29
Het monument van Lt..Kol. W.BJ.A. Scheepens, voor het herstel. Monument Lt.-Col. W . B J A . Scheepens before restoration took place.
Gereedgekomen muur zuidzijde Peutjoet. Finished wall southside Peutjoet.
30
Verharding voorzijde Erepoort. Hardening entrance Peutjoet. Het fraaie ijzeren hek in de Erepoort van Peutjoet. Handsome iron grille in the Gate of Honour of Peutjoet.
u n « i t i mmiB •B*icUaHiHliappt
31
Atjehse notabelen betrokken bij de restauratie van Peutjoet. Atjeh notabilities involved by restoration Peutjoet. Joods gravencomplex op Peutjoet. Jewish graves on Peutjoet.
32
*• e- *
Aanleg afvoersloten en duiker. Construction of drainage-ditches and sewerpipe.
Verharding paden. Hardening of paths.
33
p
Aangeschafte Betja voor transport materialen op de middenlaan van het kerkhof. Betja bought for transport of materials on center-lane. Het opnieuw plaatsen van de zware zuil op het voetstuk van het monument voor Luitenant Vis. Op de zuil staat; Henri Mari Vis, geboren 16-1-1870. Gesneuveld 6 mei 1899 in kampong Koentjet, Pidie. Zijne vrienden en vereerders in en buiten het leger. The replacing of the heavy column of pink marble by young Atjehans on the pedestal of Lt. Vis' tomb. On the column the inscription: Henri Mari Vis, born Jan. 16th 1870, killed May 6th 1899 at Kampong Koentjet, Pidie. - His friends and admirers in and outside the Army.
34
Onder tromgeroffel werd het stoffelijk overschot met vertraagde pas naar het graf gebracht. Slowly the remains are brought to the grave, accompanied by beating of the drums.
Neerlating onder tromgeroffel van het stoffelijk overschot van Gen.-Maj. J.H.R. Kohler in het graf. With drums beating the remains of Maj. Gen. J.H.R. Kohler are lowered in the grave.
35
Een eresaluut door de Atjehse Garde. The Atjeh Guard giving the salute. Bloemenkransen gedragen door jonge Atjehers in Adatcostuum. Young Atjeh-men in ritual costume bearing wreaths of flowers.
36
Tijdens de "Last Post." van 1. naar r. T. Hadji Abdoellah Oedjong Rimba. (Pidie), Voorz. College van Oelama's, gewest Atjeh. Kol. Mohd. Amin, Voorz. volksvertegenwoordiging gewest Atjeh. Dr. Mahjoeddin, vanaf 17 augustus 1945 Hoofd Mil. Hospitaal te Banda Atjeh. A. Moezakkir Walad, Gouv. bijz.Prov. Atjeh. Azhar Kasim Chef Staf Politie gewest Atjeh. Kol. J . Linzel, Mil. Attache. Kol. Mohammad Syah Asyik, Chef Staf Kodam I/Iskandar Moeda. Drs. Jakfar Ahmad, Burgemeester Banda Atjeh. "The Last Post." From 1. to r. T. Hadji Abdoellah Oedjong Rimba, Chairman College of Oelama's. Col. Moh. Amin, Chairman People's representation. Dr. Mahjoeddin, Head Mil. Hospital at Banda Atjeh. A. Moezakkir Walad, Gov. Prov. of Atjeh. Azhar Kasim, Chief of Police, Col. J . Linzel Mil. Envoy. Col. Mohammad Syah Asyik, Chief of Staff Kodam I/Iskandar Moeda and Dr.Jakfar Ahmad,Mayor Banda Atjeh. Tamboers en Trompetters tijdens de herbegrafenis van Gen.Maj. Kohler. Drummers and Trumpeters during the reburial of Maj.-Gen. Kohler.
37
Rede van de Militaire Attache, Kolonel J . Linzel. Speech of the Military Envoy Colonel J . Linzel. Indonesische Burgelijke en Militaire autoriteiten tijdens de herbegrafenis van Generaal-Majoor Kohler. Indonesian Civil and Military Authorities at the reburial of Major-General Kohler.
38
Gedenkteken Gen.-Maj. J.H.R. Kohler, gesneuveld in Kota Radja in 1873. Tomb of Maj.-Gen. J J L R . Kohler, killed in action in Kota Radja.
T_ • j ~\
M
KtSSlCITS"*
VP
&
Li^*
<^p^t-
•
•
•
•
^
• oME'"*1 ^ ^ us*
h-2S"^ ,U_^
^^^A
m
rtkf
**P
Links van het monument Kohler de oud-Sultanstelg T. Abdoel Jalil, rechts Drs. Zakaria Achmad, Hoofd van de Gewestelijke Afdeling van het Ministerie van Educatie en Cultuur. Left of the Kohler Tomb the son of the ex-Sultan, Teukoe Abdoel Jalil;on the right Dr. Zakaria Achmad, Head of the Regional Department of the Ministery of Education and Culture.
39
Herbegrafenis van Luit.-Kol. J.J. Roeps, Ridder MWO 3e Kl. door Kol. b.d. J . H J . Brendgen en de Javaanse oud-Marechaussee Prawirodimedjo. Reburial of Lt.-Col. J.J. Roeps. The picture shows the Seer .-Treasurer of the Foundation Peutjoet Fund with the Javanese ex-Marechaussee Prawirodimedjo.
Het nieuwe graf van Fourier J.H. Grotjahn na de herbegrafenis op Peutjoet op verzoek van de familie. New grave of Quartermaster J.H. Grotjahn after reburial on Peutjoet on request of his relatives.
40
Kolonel b.d. J . H J . Brendgen na de herbegrafenis van Luit.-Kol. J J . Roeps, Ridder MWO 3e Kl. Ret. Col. Brendgen after the reburial of Lt. Col. J.J. Roeps.
Kranslegging door de Burgcmeester van Banda Atjeh, Drs. Jakfar Ahmad bij de herbegrafenis van Luit.Kol. J J . Roeps, Ridder MWO 3e Kl. op 10 maart 1979. Laying of a wreath by the Mayor of Banda Atjeh, Drs. Jakfar Ahmad at the reburial of Lt.-Col. J.J. Roeps on March 10, 1979.
41
Bezoek van H M . Ambassadeur Renardel de Lavalette aan Peutjoet op 12 maart 1979. H M . Ambassador Renardel de Lavalette visits Peutjoet (March 12th 1979).
Kranslegging door H M . Ambassadeur L.H J . P . van Gorkom op 8 november 1982. Laying of a wreath by H M . Ambassador L.H J . P . van Gorkonvon November 8, 1982.
42
Bezoek op 15 juli 1978 van een groep „Alem Oelama's" aan Peutjoet, staande bij het nog niet voltooide graf van Gen.-Maj. J.H.R. Kohler. A group of "Alem Oelama's" visiting Peutjoet. Standing around the not yet finished grave of Maj. Gen. Kohler. Op 30 oktober 1980 legden de Dames Julie van Kempen en Hetty Froger bloemen bij het Centraal Monument op Peutjoet. Mrs. Julie van Kempen and Mrs. Hetty Froger putting flowers on the Central Monument of Peutjoet, Oct. 30, 1980.
mt
43
Nederlands reisgezelschap bij het monument van Gen.-Maj. Kohler. Dutch travelling party near the tomb of Maj. Gen. Kohler. Monument en graf van Gouverneur van Aken. Monument and grave of Gov. Van Aken.
44
Massagraf van de gesneuvelden te Kota Pohama, 26 juli 1889. Mass-grave of those killed at Kota Pohama, July 26th 1889.
Herstel van grafstenen. Restoration of tombstones.
45
Ingang Peutjoet na egalisering en leggen van graszoden in juni 1981. Entrance Peutjoet after egalization of the ground and applying of grass-sods. (June 1981) Gezicht op de Erepoort en het nieuwe graf van Gen.-Maj. Kohler. Opde voorgrond Kol. b.d. J.H.J. Brendgen. Maart 1981. View on the Gate of Honour and the new grave of Maj.-Gen. Kohler. In front Ret. Colonel Brendgen. March 1982.
46
Ter gedachtenis aan A M . Stevens, Serg. der Inf. geboren te Utrecht 15 oktober 1858, gesneuveld 19 augustus 1881 bij de nachtelijke overval van de veekraal nabij Longbatta Missigit. Zijne Kameraden. In memory of A M . Stevens Inf.Sgt. born Utrecht Oct. 15th 1858 killed Aug. 19th 1881 by a nightraid on the corral near Longbatta Misigit. His comrades.
Herstel van grafstenen. Restoration of tombstones.
47
wo* torn
Van Moedertje en Hanneman - Mannie. From Mummy and Hanneman - Daddy.
<***
VAN MOEDERTJE
en HA^NEMAN MANNi! j * APRIL
Herstel van grafstenen. Restoration of tombstones.
48
Herstel van grafstenen. Restoration of tombstones.
A.A. v.d. Klugt, Matroos 3e Klasse. Geboren te 's-Gravenhage 2 oktober 1868. Overleden aanbekomen wonden 2 oktober 1887 a/b Z M . S.S. Bali. A.A. v.d. Klugt, Sailor 3rd CI. Born the Hague Oct. 2nd 1868. Died of his wounds Oct. 2nd 1887, on board H M . S.S. BALI.
49
Herstel van grafstenen. Restoration of tombstones.
Aan N. Hageman, Ridder MWO 4eKl., le Luitenant der Genie. Gesneuveld te Kota Toeankoe 13 Januari 1932. ' To N. Hageman, Knight M.W.O. 1st Lt. Engineers, killed at Kota Toeankoe, 1932.
50
^ . " > $s * LT*V»«
Atjehse Sultansgraven op Peutjoet. Sultan's graves in Peutjoet.
JEAM CHARLES AUROST FISCHER. IN LIVEN M.UN.DlRMAR'r? 6CI:l3MAMTl«ea. Hier rust Jean Charles August Fischer, in leven l e Luitenant der Marechaussee. Geboren 13 maart 1869, gesneuveld in Lhong 1 juni 1900. Here rests Jean Charles August Fischer, 1st Lt. Marechaussee, born March 13th 1869, killed June 1st 1900 at Lhong.
CESN: IN LHONG t Mm 1800.
51
Gezicht vanaf de Erepoort, de acacia boompjes zijn gegroeid. View from the Gate of Honour. The acacia trees have grown. Gezicht op het Ere-kerkhof vanaf de middenlaan. View on Peutjoet from center-lane.
52
Marechaussee of Centraal Monument. Central Monument. Grafmonument van Generaal-Majoor Pel. Grave of Maj .Gen. Pel.
53
Luit.-Kol. Roepslaan. Lt. Col. Roepsroad.
J.H. Cornelissen, l e Luitenant der Inf., gesneuveld te Tjot Iri, 20 oktober 1891. J.H. Cornelissen, 1st Lt. Inf. killed at Tjot Iri, 1891.
54
';, -1 Kapitein Campionilaan. Capt. Campioniroad.
% 4'.1 <
>J>* .*• . , « ' ,
s
\
M.JJB.H CAMPIONI SAPITtJN
M J J . B . H . Campioni, Kapitein der Infantcrie aan bekomen wonden overleden te Kota Radja 6 april 1904. Zijne Kameraden en Vrienden. M J J . B . H . Campioni, Capt. Inf. died of his wounds at Kota Radja Apr. 6th 1904. His comrades and friends.
55
Kapitein Webblaan. Capt. Webbroad.
Ter nagedachtenis aan G J . A . Webb, Kapitein Marechaussee, gesneuveld 21 Jan. 1902 bij LeuboMinjeu Keureutoe. Zijne Kamcraden. In commemoration of G J . A . Webb, Capt. Marechaussee, killed Jan. 2st 1902 at Leubo Minjeu Keureutoe. His comrades.
56
Kapitein Darlanglaan. Capt. Darlangroad.
Kapitein Darlang. Captain Darlang.
57
Lt.-Kol. Scheepenslaan, komt uit op de Gen.-Maj. Kohlerlaan. Lt.Col. Scheepensroad, leads to Maj.Gen. Kohlerroad. 6 Maart 1982. Kranslegging op het graf van wijlen Korp. Weenas te Banda Atjeh. Links Kapitein b.d. Manullang, rechts Kol. b.d. Brendgen. March 6th 1982. After the laying of a wreath on the grave of the late Corp. Weenas at Banda Atjeh. On the left Capt. Manullang, on the right Ret. Col. Brendgen.
P
58
ffi
*
*
•
*
•
•
•
*
-
*
•
•
Beplante en geegaliseerde ingang naar het Ereveld. Planted and egalized entrance to the Cemetery.
Tomb of Lt. Col. W . B J A . Scheepens, born 1868, died 1912.
59
'
De Kolonel b.d. J . H J . Brendgen heeft door zijn vele bezoeken aan Banda Atjeh warme vriendschapsbanden aangeknoopt. Deze foto toont de Commandant van de Brigade Iskandar Moeda, Brigade-Generaal R.A. Saleh, die een foto van de vaandelwacht van het Regiment van Heutsz in ontvangst neemt. Op de andere afbeelding bestudeert de Commandant het embleem van het Regiment van Heutsz. Retired Col. J H J . Brendgen by his many visits to Banda Atjeh established warm ties of friendship. This picture shows the Commander of the Iskandar Moeda Brigade, Gen. R A . Saleh, receiving a photograph of the colour-party of the Van Hcutz Regiment. On the other picture the Commander is seen scrutinizing the emblem of the same Regiment.
60
Eerste bezoek van Kol. J.H J . Brendgen aan Atjeh in 1970. Rechts; Brigade-Generaal TeukoeHamzah. First visit of Ret. Col. J . H J . Brendgen to Atjeh in 1970. On the right Brig. Gen. Teukoe Hamzah.
Overdracht van het embleem van de Brigade Iskandar Moeda door Brigade Generaal TNI R.A. Saleh aan Kolonel b.d. Brendgen. Handing over the emblem of the Brig. Iskandar Moeda to Col. Brendgen by Brig. Gen. TNI R A . Saleh.
61
Huidige Missigit met vijf koepels in Banda Atjeh. The Mosque today (five domes). Na de begrafenis op 2 maart 1982 van Teukoe Radja Ibrahim (94) oud Sultanstelg, werd 's avonds een rouwbezoek gebracht in de woning van de overledene in kampong Lam Pineueng. After the burial of Teukoe Radja Ibrahim (94) on March 2nd 1982, Ret. Col. Brendgen brought a visit of condolence to the house of the deceased who was the son of a Sultan.
62
^S«2bfli 14 Maart 1981, Janthoe, met gestrekte arm T. Bachtiar Panglima Polim, Resident van Groot Atjeh. Links T. Abdoel Jalil. Het veroorzaakte veel verdriet toen Teukoe Bachtiar op 40-jarige leeftijd overleed op 27 aug. 1981. Janthoe, March 14th 1981. With arm stretched out Bachtiar Panglima Polem, Governor of Great Atjeh. Left with note-pad Teukoe Abd. Jalil. We were sorry to learn that T. Bachtiar (40) young and energetic, died Aug. 27th 1981.
Op 24-10-1910 sneuvelde de heldhaftige Tjoet Meutia, leidster van de groep Atjehers, die op die dag stond tegenover een eenheid van de Marechaussee onder leiding van de Sergeant W.J. Mosselman. Afbeelding - een gecorrigeerde reproduktie door H.WM. de Haas - ontleend aan de biografie door Prof. Tk.H. Ismail Yacoeb. On October 24th of 1910, the heroic Tjoet Meutia was killed in action. She was the leader of a group of Atjeh warriors who were met by a unit of the army, led by Sergeant W.J. Mosselman. The picture is a corrected reproduction by H.WM. de Haas, borrowed from Tjoet Meutia's biography by Prof.TkJL Ismail Yacoub.
Cut AeutuT 63
Het Ziekenhuis Malahayati gelegen aan de weg naar Lhok Nga (nabij driesprong Mata Ie) voor de officiele opening op 30 juni 1981. Aan de achterzijde is er ruimte voor uitbreiding. Malahayati Hospital on the road to Lhok Nga before the official opening on June 30th 1981. Behind it there is room to expand. De vriendschapsbanden reiken verder. Het ziekenhuis Malahayati in Banda Atjeh ontving een ambulance auto aangeschaft van gelden bijeen gebracht in Nederland. The ties of friendship reach further. The Malahayati Hospital at Banda Atjeh gets an ambulance-car, paid for by funds collected in the Netherlands.
64
V
!,•
if
111 BiPOSg nion Spouse ch&« FERVANBg COUTS DeesdeeieSOOct.lggg, i'i nionfilfibitn.iimc „ H.J.g.C8BTS. 0eee*f»e2<0eul80l
.SECRETS I
'
Hier rust mijn lieve echtgenote Fernande Gouts, overleden 20 oktober 1901 en mijn geliefde z o o n H J . E . Gouts, overleden 24 oktober 1901. Met eeuwige droefenis. Here rests my beloved wife Fernande Gouts, died Oct. 20th 1901 and my beloved son H J . E . Gouts, died Oct. 24th 1901. With eternal sadness.
„In de stille valleien en in de kampongs, op de rijstvelden en in de bergen, in het oerwoud en in het struikgewas, over heel Atjeh verspreid zijn begraafplaatsen van KNIL soldaten. Soms eenmansgraven, soms massagraven. Men vindt ze langs de rivieren en op de stranden. De stoffelijke resten van deze gevallenen zouden naar Peutjoet moeten worden overgebracht. Een laatste eerbetoon aan hen die vielen." "All over Atjeh they are to be found, the graves of KNIL soldiers (Royal Dutch Indies Army); in the quiet valleys and in the kampongs as well as in the ricefields and in the mountains; in the deep of the forest as well as in the bush. Single graves, but also mass-graves. They are to be found on the riverbanks as well as on the beaches. If only all these remains could be assembled and brought together to the graveyard of Peutjoet. As a last homage to those who fell." 65
Niet weinige Nederlanders gaven als laatste wens te kennen op Peutjoet begraven te willen worden naast hun vrienden en krijgsmakkers. Een voorbeeld hiervan is de Gouverneur van Atjeh A.Ph. van Aken, die op 1 april 1936 in Batavia overleed vlak na zijn benoeming tot lid van de Raad van Indie. Zijn wens werd vervuld. Op zijn grafmonument op het Ere-kerkhof Peutjoet staattelezen: ,,Dit grafmonument werd geschonken door de inwoners van Atjeh". Van Aken was zeer geliefd in Atjeh. Door zijn toedoen werd de Missigit verbouwd en het aantal koepels uitgebreid van een naar drie. It was the last wish of quite a few Dutchmen to be buried in Peutjoet next to their friends and comrades in arms. One example is the Dutch Governor of Atjeh, Mr. A.Ph. van Aken, who died in Batavia in 1936, just after he became a member of the "Raad van Indie". His wish was fulfilled. On his Peutjoet tomb one reads: "This tombstone was erected by the people of Atjeh". Mr. van Aken was much beloved in Atjeh. Through him the Missigit was renovated and the amount of domes extended from one to three.
De begraafplaats Peutjoet is onderverdeeld in een Protestants, een Katholiek en een Joods gedeelte. Tevens bevinden zich er nog enige Sultansgraven. Behalve deze liggen er enige tientallen Marinemensen begraven, die zijn gesneuveld tijdens landingsoperaties. De namen van die personen zijn opgenomen in het namenregister in dit boek. The Peutjoet Cemetery is subdivided in a Protestant, a Catholic and a Jewish part. Also there are some graves of former Sultans. Apart from these several Navy-people are buried there, who were killed during landing-operations. The names of all these persons are included in the register of this book. 66
Pcrsonen, die begraven zijn op Peutjoet Names of Persons buried in Peutjoet Hoesin - I.F. C. Soplanit-A.F. J.H.R. Kohler - Gen. Majoor Sosmito - I.D. F.W. Spendlin - E.F. J.A. Van Kommenie - E.K. S.M. Abrahams - E.K. G.C. Steenberch - E.S. H.B. Konink - E.K. Adam - M.S. 0 . Stelljes-E.F. Kontal-I.F. Amad - I.G. C.H. Kool Van Hereeng - E.A. B. Stenens - E.F. J. Bannink - E.F. T. Stormer - E.A. I.Hort-E.F. P. van Bergen - A.F. 1. Strating - E.S. C.G.F.Kother-E.F. J. Berger - E.F. J. Surber - l e Luit. F. Krause - E.K. H. Berger - E.K. P. Tampinongkol - A.K. W. Kruiming - E.F. S. Bisegger - E.F. L. van Tiel - E.F. C.J. Kumenap - A.F. J.H. B e i k - E . F . H. van Tiffelen - A.Matr. P.F.T.C.A. F o r s - E . K . A. Bon - E.M. Todrono - I.F. E.Z.Z. Boorgois - E.F. R. Lamongie - A.F. Totroeno - I.F. A. B r a n d - E . F . S. Lavenus - A.F. I. Vogelzang - l e Luit. J.J. Van den Broeke - E.F. C.A. Loonstien - E.G. E. V o l t e r - E . F . C. van Bulken - E.A. E. Loosvelt - E.F. G.J. van der Voorde - E.Matr. H.C. Bijsma-E.F. J. van der Maas - E.F. W.H. Voorman - Kapt. Mail - M.S. W.Z. Caspers - E.S. C.C. vander W a l - E . F . Mangkowidjojo - I.S. Darman - I.F. W.C. van Wei - E.F. L. de Mareer - E.A. J.B.deBonte-E.F. S. van der Werf - E.K. G.A.J.Miestel-E.F. M. Dekker - E.F. W.A. Wesselink - E.Fo. H. Neusink - E.F. Dipoijoij - I.F. A.F. Wils-E.T. B. Oderon - E.K. Djojo-Sosmito - l e Luit. A.I. Ondenhoff - E.S. Wongsowidjojo - I.F. Doelasih - I.F. M.I. Olieslagers - E.F. H.B. Zimmer - Adelb. P.J. Driessches - E.F. Pak. Sabbdin - M.S. A.W. Duwael - E.F. Pasalarsie - I.F. 1874 W. E b n e l - E . F . S. Patthialawan - A.F. Ehan - I.F. K. Aarts - E.F. J J . Engelvaart - Luit. ter Zee P. Pattianama - A.F. A.P. Van Alphen - E.S. J. Patilnja - A.F. Ferdinandes - A.F. H. Andersson - E.F. H. Pouwels - E.F. S.P. Fonteine - E.F. J.C. Baumgartner - E.F. I. Pieters - A . F . J.P. Fervers - E.F. K. P o l i e - A . F . A. Beekhuis - 2e Luit. I. van Franken - E.F. L.F.A. Porhijsen - E.F. T.A. Begemann - l e Luit. C. F u c h s - E . F . I. Bensik - E.F. G.H.A.J. Ganderberger - 2eLuit , W. Ramakeer - E.F. Rahim - M.S. S.C. Berks - E.Z.O. Goena Setia - M.K. P. L a s u t - A . F . K.H. de Boer - E.G. I. van den Handel - E.G. S. R a t a l - A . F . A.P.A.A.S. Baron de Bouman A.C. Henders - E.F. Redjostiko - I.F. E.F. C. Hinselaar - E.F. De Rijckhold - l e Luit. P.B.R. Heijne - E.G. C. Rezzonico - E.S. A.B. van Boxel - E.F. J.C. Hofstetter-E.F. Ronosentiko - I.F. L.A.E. van den Boenard - E.G. G.H. Hoescher - E.F. Sadije - I.F. I. Bros - E.K. V.H. Ter H o i s t - E . F . H.M. Rood - E.S. B. de Bruijn - E.F. P. Sahetapij - A.F. A. Hijtrema - E.F. P.L. Buijs - E.S. Salim - M.S. T. Janto - A.F. J.S. van Bijsterveld - l e Luit. A.J. Janssen van Essen - E.Sgt. S. Schersienger - E.F. B.G. Croes-E.S. J.A.L. Schoenmaeckers H.A.Z. Kalse - E.K. Darimien - I.F. C.J. Hamin - E.F. le Luit. B. Delanoij - E.F. P.A.W. Kamp - E.Sgt. C.E. Sepp - Kapt. Djotroeno - I.K. E. d e S i l d - A . F . Kasim - LA. H. Doorgeest - E.A. N. Snijders - E.F. W.H. Verijgers - E.F. I. Dorer - E.F. Soerdja - I.F. J.Knol-E.S. 1873
67
A.L. Drenth - E.K. P. van Dijck - E.K. C. van Dijk - E.A. W.C.H. Eichholtz - Kapt. F. Van der Elst - E.F. L. Eijlander - E.F. S.J. Flapper - E.K. J. Camper - E.F. I.L. Geis - E . F . G.D. Cresel-E.F. M. de Haan - E.F. H. H e i l - E . F . I. van Hekke - E.F. G.C.I. Hemmes - 2e Luit. I. Heslinga - E.F. C D . Henssterman - E.F. S. Hieptje - E.F. Hirodhikromo - I.F. L. Hofmann - E.F. I.I.T. Van Der Houwen - E.F. I. Huwai - A.F. Imbarn - LA. I.F. Israel-E.K. F. I t a - E . F . Jalie-I.F. F. Jamart - E.F. P. de Jongers - E.F. Kartodrono - I.F. H.W.Jonkers-E.F. Kasan - I.F. 0 . Kaijaduw - A.F. Kottosentiko - I.K. Kertowidjojo - I.S. E.I.C. Kiersch - E.S. A. Kindle - E.F. A.C.I. K i n s k i - E . F . Kliwon - I.F. F. Kodoatij - A.F. K. Koeuust - E.F. L. Koepler - E.F. J.J. Krakeel - E.K. P. Kramer - E.F. Kromosmiro - I.F. H. Lagrouw - E.F. P. Landsheer - E.A. C. de Langhe - E.A. J.B. L i b e e r - E . F . C. van Leeuwen - le Luit. A. Logo - A.S. C. Lonto - A.F. 1. Luns - Afr.F. B.J. Luring - E.T. K.Lijm-Afr.F. C.T. Maronier - E.Matr. W.L.G.V. von Massow le Luit. P.E.F.A. von Mauntz - Kapt.
68
C. Mellenberch - E.S. I. Miroir - E.F. Moenesentiko - I.F. A. Morife - Afr.K. I. Muller - l e Luit. L. van Nifterik - E.F. G. Noemans - E.F. Noersalin - M.S. T. Oudman - E.A. G. Ducsteijn - E.F. Pa Noridja - M.S. PaSobati-I.F. N.G.M. ten P a s - E . F . Pasoegi - LA. Pa Taheer - I.F. LP. Peterson - E.F. A.C.Peter-E.S. Pingi-I.F. LB. Plateau - E.F. Poeasa - I.F. P. Ponwol - A.F. C.A. Posschelle - E.F. Potrowongso - I.F. G.A. Raijmaakers - l e Luit. Rachman - I.F. J.H. Reichholt - E.K. I. Reindels - E.K. G.A. Robers - E.K. Ronang - I.F. LP. Rontupalli- A.F. Rumalaiselan - A.F. Sadman - I.F. Saridin - I.F. Saritje - LA. I.Scheffer-E.F. A.T.H. Schladt - E.K. I.F.C. Schmidt - E.F. G. Schoenmaker - E.F. H. Schuyer - E.Matr. T.H. Schuijlenburg - Adelb. Singodikrone - I.Sgt. I. Sitanijapessij - A.F. M. Simons - E.S. Singodimedjo - I.F. D.G. Baron Sloet van Manenburg - l e Luit. P. S m i t - E . F . LP. Smith - l e Luit. D. Smith - E.F. J. Sneep - E.F. Sodrono - I.K. Soetowikrono - I.F. J.W. Stemerdink - E.F. K. Strlucks-A.F. I. Timmers - E.F. Todiwongso - I.F. M. Tonorie - A.F.
N. Totowang - A.F. J . F . Traa - E.F. J.C. Trachslee - E.G. Troenosmito - I.F. I.F. Turdijn - E.F. W.C. Tijl - l e Luit. A. Uitenbosch - E.F . C. U b b i n k - E . F . G.C. Venneman - E.F. C.J. Verhoeff-E.F. J. Volumi - E.F. A.H. Wijnanus - E.F. C. Zwager - 2e Luit. 1875
J.G. Arnolds - Adj.O.O. Bangsa - M.S. Barman - M.S. Basiman - I.F. W.P. d e B i e - E . F . G. Blaakman - E.M. P. B o n d a r - E . F . T. Bosman - E.F. P.PJ.L. Burgerman - E.F. H.Clonis-Afr.F. Dassar - I.F. H.J. Dauzen - 2e Luit. H.I.B. Desreux - E . F . Djamel - I.F. Djosono - I.F. E.G.T. von Ende - l e Luit. C. Erkens - E.F. I.W. Ernste - l e Luit. Adj. J . A J . T . E . Essel - 2e Luit. Casam - I.K. A. de Goede - E.Sgt. Habu-I.F. S.L. van der Haer - E.K. E. Kamringa - E.M. V. Hanekamp - E.F. J. van den Hoek - E.F. J.T. de Hoop - E . F . H.J.Jas-E.F. G. Jonkman - E.F. Kardi-I.F. Kardjan - I.F. Kartodemedjo - I.F. Kartodikromo - I.F. Kromodjemiko - I.F. I.E. Kunz - E.Sgt. I. Langenbach - E.A. O. Malowa - A.F. W.E.Methorst-E.F. Nettie - I.F. Nommir - I.F. J. P r i n s - E . F .
Peoijodrono - I.F. O. Rittler - E.Z.O. Salimin - LA. Sapara - I.F. E. van Scherpenzeel - E.A. A.G. Schroder - 2e Luit. R.W. Schuiter-E.F. Setrodipo - I.F. Setrodikrono - I.F. Sidin-I.F. A. de Smit - E.M. Soerodrono - I.F. Sowidjojo - I.F. L. T o m b e l i - A . F . A. Tumanken - A.F. P.P. de Vuijser - E.M. A.H.M. Wiggers de Vries - E.K. Wirotroeno - I.F. J.C.M. Wijmer - l e Luit. 1876
B.C. Abbenerroek - E.Sgt. A. Anakota - A.F. Arab - M.S. Badiman - I.F. Batjo-I.F. L.F. Bauddin - 2e Luit. G.W. Beckman - 2e Luit. P.A.C.deBie-E.F. W.H. Bierman - E.Fo. Biramoeka - M.S. N. Bloemsma - E.Sgt. W. Bosmers - E.F. F.A. van den Bossche - E.F. F. B o t t i n g a - E . F . C. Brackenie - E.F. P. Bunel - E.F. W.A. Cauwelaars - E.F. A.I.B. C h a r n e t - E . F . G.F.Collasius-E.F. P.C. Derds • E.F. I.C. Deingens - S.M. G. Deschuijtter - E.F. J. Desmet - E.F. I.D Devos - E.F. Dharmosentiko - I.K. LA. Dimmers - E.F. Dinar - M.S. Dipa-I.F. Djamidin - I.Sgt. Djaija - I.F. Djojodikromo - I.F. Djodipo - I.F. Djojorono - I.F. S. Dokkuma - E.K. H.E. Donner - E.K.
P. D u b e r t i - E . F . Dulpaneh - M.S. I.M. Dumont - E.F. I.C. van Dijk - E.G. I. Ehrlig - Adj.O.O. LA. Angels - E.F. C. Eijgendaal - E.K. E.A. Frentrop - E.Sgt. C. Fuchsloch - E.F. CJ.Gadon-E.K. P.F Geldof - E . F . D.H. d e G r a a f - E . F . A.A.C. Crebe - E.F. A.B. Degroff-E.F. W.A. Groeneveld - E.K. N. Nafeli - E.F. J.W. Namaker - E.Sgt. J. H a r t o g - E . F . W.H. Holstege - E.K. J.W.C.C. Hoijnck van Papendrecht - Kapt. Ikoen - I.K. G.M. Janssen - E.F. P. Jongens - E.F. D. Journee - E.Sgt. Kadhijo - I.F. Kamid-I.F. K. R a p e r - E . F . Karnawie - I.F. Kartosemito - I.F. Kartowidjojo - I.F. Kasiman - I.K. LI. Kasteel-E.F. Kasijo - I.F. Katjong - I.F. N. K o u n t u l - A . F . F.T.W. K e m p e r - E . F . Kerto-I.F. Kertodikromo - I.Sgt. Kertodongso - I.F. Kertosemito I.F. Koedo-I.F. Kohles - E.K. Koesman - I.F. J.M. K o s t e n - E . F . Krissan - M.S. Kromodiwirijo - I.F. Kromodrono - LA. Kromowidjojo - I.K. J.A. van der Kruk - Kapt. H. Kruuk - E.F. J.H. Kunst - E.F. Lamada - I.F. H.A. Lassiehr - E.F. Legio - I.F. P. van Leuven - E.F. A. Loos - E.F.
L. Loij - E.K. H. Lutterop - E.Sgt. Mangoen - I.K. M. Mantirie - A.F. A. van Marie - E.F. A.J. Martin - E.F. Maseroon - I.F. Masserip - M.S. L.I. Mathieu - E.F. P.B.B. Matthijs - E.F. I Maubeck - E.F. F.I.W. Mekeren - Majoor Mento Sentiko - I . F . I. Merks - E.K. Mertodongso - I.F. Mertosentiko - I.Sgt. B.R. Meijer-E.F. Modirono - I.F. Moeleanie - I.K. Moelio - I.F. I.C. Morre - E.Sgt. Moselim - I.F. F.Muller-E.F. Ngadijo - I.F. Ngahimin - I.F. Ngaidin - I.F. F.M. Nieberg - E.C. Nodiwirio - I.F. Nolodjoijo - I.F. S.S. N o r t - E . F . I.H. Nijsink - Kapt. E.I. op den Berg - E.Sgt. W.P.A.L. Oster - E.Sgt. J. Pangkeij - A . F . P.A. Somabie-M.S. J. van der Pauwert - Kapt. L. Poons - E.F. Prawirodikoro - I.F. J . L J . H . Pel - Gen. Majoor A.N. Porrost - E.K. J . Ramaekers - E.F. W.D.C. Regensburg - le Luit. Resowidjojo - I.F. A. Ribbink - E.Sgt. H. Ribbis - E.Sgt. P.T. de Ridder - E.K. J. R i c k l i n - E . F . J.H.C. Ripp - E.K. Rodrono - I.F. N. van de Roemer - l e Luit. Ronodikrono - I.K. Ronodiwirjo - I.F. Ronosemito - I.F. Ronowidjojo - I.F. I. Roskam - E.F. F.N. Rijgerberg - E.M. I. Sagre - E.F.
69
A.J.H.R. Wittewaal van StoetSada-M.S. Sadiman - I.F. wegen - Kapt. S. Salamahu - A.F. Woko-I.F. Selasa - I.F. I. Wolters - E.F. R. S a l m o n - A . F . Wongso - I.F. Wongsodikromo - I.F. Saloij - M.F. Wongsodrono - I.F. Samat -M.F. Wongsodidjojo - I.F. Saridin - I.F. Wongsowidjojo - I.F. M.J. Sasburg - E.Sgt. H. Sanders - E.Sgt. P.L. Savij - E . F . W. Zerk - Afr.F. F. Schurmann - E.K. C Ziegler - E.F. C M . Sevin-E.F. Sidin-I.F. 1877 Sieden - I.F. I.R. de Sigerstherbosch - E.F. G . C C Simmermacher - l e Luit. G.L. Bouchart E.F. J.B. Brever - E.A. Singaloetra - M.S. F.W. Brocker - l e Luit. Singdipo - I.F. A. de Bruin - E.F. Singosotro - I.F. I.G. Dacez - E.F. Singowidjojo - I.F. A. d e G e e s t - E . F . Slana - M.F. A.I.Deleu-E.F. Sodo-I.F. M. Deprost - E.F. Sodongso - I.F. G.J. van Ewijk - E.G. Soeroredjo - I.F. A.H. Falhaber - E.K. Soerosemito - I.F. E. Geens - E.K. Sonodongso - I.F. N. Gevers - Afr.F. Sopawiro - I.F. K.Goed-Afr.F. A.G. van Straelen - E. Matr. J.L. Granpre Moliere - l e Luit C. Starink - E.F. T.Ham-Afr.F. J . J . C Steenbeek - E.Sgt. J.B.Hamer-Adj.O.O. F. S t r e b e l - E . F . J.M.E. van Swieten - Kapt. J.Hat-Afr.K. C T a h a l e a - A.F. A. Herber - E.Sgt. Talip-I.F. C M Herbershof - E.Matr. Temon - I.F. A.J. Hoven - 2e Luit. F.W.B. Tipamahu - A.F. Irosemito - I.F. Tirtataroena - I.F. A. Janssens - E.K. Tjarmah - I.F. P. de Jong - E.Sgt. Tjempoot - I.F. H.J. Jonker - Kapt. Todipo - I.F. L.F.A. Kabelaar - E.F. Karto - I.F. Troenodikromo - I.F. H. K a t - Afr.F. Troenodrono - I.F. Kromodiwirjo - I.F. I.H. Trumper - E.Sgt. N. van Umboh ten Rechte - E.F. Kromodjojo - I.F. F. Kuenz - E.F. C.L. Vannimmen - E.F. H.J. Vastenhout - E.F. P. Lambrich - Sgt.Maj. J. Vlassenroodt - E.F. Lasiman - I.F. Waridin - I.F. C I . Lechaux - E.F. J . Lenoir - E.F. H.C.A. Weggeman - E.K. P. Wenoer - A.F. I. Lojenga - Kapt. K. van der Werf - E.F. Madowanie - I.F. Makka-I.F. W. Wesok - A.K. C.J. Wenstink - E.K. Malah-I.F. P. Wewengkan - A.F. M.W. Martens - E.F. G.F. Willemeen - E.F. Mertodongso - I.F. M. Meijer - E.A. Wirodikromo - I.K. A. de Munnik - E.F. Wirodiwongso - I.F.
70
B. Neurling - E. Matr. C. Nienhuis - E.K. L. Hijboer - E.F. T. van Oosthuijse - E.F. H. van Ophuijsen - l e Luit. W. Pandeij - A.F. R.J. Patou - E.F. J.B.E.Pelletier-E.A. J. Persen - E.K. P.J.E. Piekaerts - E.F. H. Pluemer - E.F. E. Pondeke - A.F. P.C van der Pijl - E.Matr. I. van Riemsdijk - E.G. Ronowidjojo - I.F. J. Rosenthal - E.K. Sadeka - I.F. Sadijo - I.F. Sanido - I.F. Salidin-I.F. Sandree - I.F. Sariman - I.F. D.R. Schene - E.Matr. E. Schenker - E.F. C.W.E. Schenegans - E.Sgt. I. Schun - Afr. K. L.C. Seijndeve - E.F. J.V.L. S e u k e n - E . F . SieKin-I.F. Singomerto - I.F. J.J.H. Sweijsters - E.K. Sodirono - I.F. Sodiwongso - I.F. Soerodjojo - I.F. Soerosentiko - I.Sgt. Sotoroeno - I.F. L. van Steenkiste - E.F. Tamsidin - I.K. I.L. Tennase - E.F. L. Teunissen - E.F. L. Yancan - E.F. LB. Vanly - E . F . P. Verhees - E.Sgt. I. Verschoor - E.F. Wartam - I.F. G.J. Wentzel-E.F. G. Werner - E.F. C Witmann - E.Sgt. B.A.K. Wolff - Off. van Gezondheid. 2e Kl. K. Wuul - Afr.F. H. Wijk - Afr.F. B.G. Wijnhamer - E.F. M.H. Zeggers - E.F. G. Zeller - E.K. Zoepoe - I.F. A. Zwaartman - E.F".
Ngowongso - I.F. C.Nusij - A . F . LA. Aarssen - E.F. I. Oemboh - A . F . P.M.F. Abraham - E.F. LA. Oger - E.F. G.J. ter Acter - E.Z.O. P. Olivier-E.F. R. Baumann - E.F. Onan - I.F. L. Benda - E.Sgt. E.C Ontrop - 2e Luit. H. Patinama - A.F. E. van de Berghe - E.K. Pawirotiko - I.F. Bers - E.Sgt. TPelealu-A.F. A. Beversluis - E.Sgt. F.I.L. Peloouin - E.F. LA. de Blecourt - Adj.O.O. I.G. Peters - E. Matr. IJ. Bolman - S.Maj. Poendjoel - LA. J.F.L. Cassa - Kapt. I. Pok - Afr.F. F. Dereijmacker - E.F. Poijo - I . F . Dipodjojo - I.G. Protodjojo - I.F. Djostiko - I.F. A.L. van Raaphorst - E.Tamb F.L. Duoesne - E.F. A. Rekkers - E.Sgt. H.C. Desmaret - E.F. Ressodjoijo - I.Sgt. N.A. Ernotte - E.F. C Roegiers - E.K. J. Esmeijer - E.Matr. A. Rudenberg - E.F. I.W. Eijlders - E.M. P. Romagit - A . F . C I . Jens - E.Matr. Sadhiman - I.F. A. Cless - E.F. Sankau - I.F. P. Gomies - A.F. Sarban - I.F. F.G. Clauls - E.K. Sariman - I.F. LI. Gruner - E.F. Sarpan - I.F. F.A. Hauenschild - E.F. G.N. Scheepens - E.Matr. D. Hauft - 2e Luit. H.E. Schoggers - Kapt. J. Hesseling - E.F. F.A.G.M. Seresia - Sgt.Maj. P. van der Hoek - E.F. I.M. Severin - E.F. H.A.Jaline-E.Sgt. Singosmito - I.F. L.A. Janssens - E.F. Sodhikromo - I.K. Kadoe - I.F. Sodjoijo - I.F. A.H. Kalis - l e Luit. Soepodjoijo - I.Sgt. Kariodrono - I.H. Soeratman - I.F. Kariosemito - I.F. Soerodjoijo Alias Rabio - I.F. Kas no - I.F. A.E. Steegmans - E.F. I. Keupr- E.F. R.P. van Kemmelbeke - E.F. L.J. van der Steen - E.F. C.V. de Steenhuijzen - Kapt. H. Kraan - E.Matr. P.A. Stevens-E.F. Kromotaloeno - I.Sgt. Kromosemitto - I.F. A.N. Stuijvenberg - E.Sgt. M. L a s t - E . F . W.X. S t u m p f - E . F . P.E.A. S u r e t - E . F . S. L a s u t - A . F . H. T a t d e n g - A . F . L.A. Toembo - I.F. A. T h i e b a u l t - E . F . H. Laurent - E.F. A. Tinaritja - A.F. T.A. de Man - l e Luit. S. T o e l a r - A . F . I. de Maree - E.F. P.L.A. Trannoit - E.F. Mariam - I.F. L.D.C van Damme - E.F. N. Melders - E.F. P.M.D Verpoorte - E.Fo. Midja - I.F. I. Vera - E.F. P. Mizze - E.Matr. I.S. V e t t e r - E . F o . J.H. Moreau - E.F. P.H. V o o g t - E . F . H. M u g - E . F . E. Wauquier - E.K. F.G. Negtouk - E.F. H. Werk - E.F. S. H e l e t - A . F . Wiromerto - I.F. L.V. de Nese - E.Fo. 1878
A. Wojih - A . F . Wongsodewerijo - I.F. Wongsokerto - I.F. E. Wuwung - A.F. P.E.J.H. van Dompseler - Maj. 1879 Arietoe - A.F. Batjo - I . F . T.P. Behagel-E.F. LI. van Berg - Kapt. A.J.B. B e r n e t - E . F . C.K. Biegman - E.Sgt. Biering - I.F. M. Birong - E.F. K. Boiteu - E.F. CP. deBont-E.F. Borahima - I.F. A.L Bouillon - E.F. A.G. van Boumij - E.F. C Brackenbammer - E.F. F. Bruijningkx - E.F. H. d e B i j l - E . F . C P . van Caille - E.F. P.A. Chevalier - E.F. H. de Clerk - E . F . Dano - I.F. F. Delberg - E.F. L. Denis - E.F. L.E. Devettere - E.F. V.J. Detilgux - E.F. Dipowidjojo - I.F. Donho - I.F. I. Freij - E.F. P. Gerrebrands - E.F. P. Goedheer - E.F. H. de Greet - E.F. I. de Groote - E.F. I. Gijsels - E.F. G. Habraken - E.F. J . F . H a r t m a n - E.Z.O. F. Huisinga - E.Z.O. F. Imbang - A.F. Jongenelen - E.F. Kadoe - I.F. Kasmad - I.F. H. Kalkhaven - E.Sgt. Kamsa - I.F. Kassiman - LA. B.R. K l o e s - E . F . F.E. K o p s - E . F . H.H. Lamotte - E.F. I.C. Lankou - E.F. H. Lodema - E.F. Modirono - I.F.
71
Moes - I.K. Ngadio - I.F. Paiman - I.F. S. Pinaria - A.F. L.I. Piseiny - E.F. G.Poto-Afr.F. Prawirodikromo - I.F. E.A. Raveneau - E.F. H. Regeling - E.F. Ressodikromo - I.Sgt. Sabidin - I.F. Salimoen - I.F. Sampe - I.F. Saridin - I.F. Sarikromo - I.F. L L C Schuit- l e L u i t . Seklan - I.F. Seligismito - I.F. Setodikromo - I.Sgt. I. Slawik - E.Sgt. D. S l o t - A f r . F . Soepoe - I.F. Sompo - I.F. Sosemito - I.F. I. Sperma - E.F. I.G. Timp - E.F. LB. van Beselaere - E.F. Varaman - A.F. G. Verbrughen - E.F. I.H. Vergodsen - E.F. Verwingk - E.F. P. V i n k - A f r . F . I.V.F.Waeles-E.F. F.H. Weber - E.A. Wongsodjemiko - I.F. Wongsodjoijo - I.F. Alias Djembloeng - I.F. 1880 K. Adam - A.Z.O. Ammat - I.F. N. Blaise - E.F. L. Brodelet - E.F. V.M. Bonnet - E . F . D.J. Gollens-E.F. J. Dechamps - E.F. E.G. P a e s - E . F . H. Gumber - E.F. D. H a a f - E . F . J J . F . L . D . Hodeige - E.F. P.Jobse-Adj.O.O. A. Kanoh - A.F. E. Kastjanja - A.F. M. Kuhnwael-A.F. I. Leatimea - A.F. F.T. Leon - E.F.
72
N. L o t c h e r - E . F . J. Louisoder - Adj.O.Off. A. Luntungan - A.F. H.A.E.Madlung-E.F. Mangdem - I.F. J. Molenaar - E.F. T.A. Muller-E.S. A. Pitoij - A . F . T.R. von Radhen - E.S. I. Rasse - A . F . J. Rowie - E.F. T. de Ruijter - E.K. W. Schilemans - E.K. Sipin - I.F. Sosemito - I.F. F. S p a h r - E . F . P.W. Take - E.F. I.C. Valentijn - A.F. J. V e r h u l s t - E . F . G.J.E. Verkuijl - 2e Luit. D. V l o k - E . F . C Watelet - E.F.
K.W. Nicolai - E.F. C.L. Nijenhuis - 2e Luit. H. van Dord - E.F. S. Parlebas - E.F. E. Poulmann - E.F. Ressosemito - I.F. Ressowitjono - I.F. Saban - I.F. Salim - I.F. Sarpan - I.F. Sarijo - I.F. Setrosentiko - I.F. Simin - I.F. J. Simons - E.F. Soerosemito - I.F. G. Stuivenberg - E.F. Todikromo - I.F. J. van de Ven - E.F. J.B. Vermijlen - E.F. C van Zon - E.F. C.J. van der Zijl - Schout. 1883
1881 J.A. Blom - E . F . M.G.G. von Bursztini - E.F. J . F . Dumoiseaux - E.F. Z.A. van Harlingen - E.F. Kariman - I.F. Soerokerto - I.F. M.J.B. Soeters - S.M. A.M. Stevens - E.Sgt. Strodikromo - I.K. Troenowongso - I.F. 1882 F. B e c k - E . F . W.F. van Bemmel - E.F. Boengkik - I.F. L.F. Botter - Kapt. J.H. Broekhuis-E.F. A. D e b r u i n - E . F . Djaida-I.F. H. Herfst - E.K. I. Hillert - E.K. D.J. Hoogstevenbeld - E.F. Jadio - I.F. D. Kan - E.F. Kromo Drono - I.F. G.M.M. Langeveld - E.A. LB. Lecomte - E.F. I. Leendertsen - E.S. C van Leeuwen - E.S. Liepan - I.F. J. Lockhorst - E.F.
E. Austruif - E.F. F. Barendsma - E.F. J.A. Bollio - E . F . L.W.F.F.Buch-E.F. W.J.F. van Bennekom - 2e Luit. J.H. Deckers - E.F. Doel-I.F. J.L. Elij - E.F. F. Gersch - E.F. J. Nilberer - E.F. J.A.E.Jost-E.F. H. Kapoio - A.F. Karidin - 1 . Tamb. Kariowidjojo - I.F. Kertokarijo - I.F. Kertostiko - I.F. A. Kessler - E.Sgt. A.A. Kiel - E.K. G. Koeman - E.F. P. Kohalij - A.F. Kromodrone - I.F. G.F. Laros - E.F. H. van der Linden - S.M. I.P.T. van der Lith - Controleur "W.F. Nathan - E.F. P.F. Albrecht - E.F. Pendek - I.F. W. Peirik - E.Z.O. E.H.M Prem - E.F. M. de Prost - E.F. J. R a a t - E . F . E.J. Rossele - E.K. L. Roks - E.F.
Sarkam - I.F. Sarto - I.F. K. Schadegg-E.F. J.J. Schmenz - E.F. F.E. S c h m i d t - E . F . J.W. Smith - Posthouder Somedjo - I.F. B. van Spankeren - E.F. J. Stapert - E.F. J.K. S t o i t - E . F . A. van Straten - E.F. C Struik-E.F. A. Sumarauw - A.F. D. Tangka - A.F. J. Terpstra - E.F. L. Thonus - le Luit. Tidijoijo - I.F. Tromedjo - I.F. J. van de Weg - E.F. I. Vlietstra - E.Z.O. A. Vranken - E.F. H.I.F. Walter-E.F. J. Water - E.F. G.H. Westeshaus - E.F. H. Woutters - E.F. Ijodirono - I.F. 1884
C.F. Abrodat - E.F. Arsit -1.Matr. J.K.R. Bonner - E.F. H.H.A. Brinkbok - E.F. J.P. Brugman - E.Sgt. J. Caphaert - E.F. J.H. Charles - E.K. A.A. Coerman - E.F. P.J. Couturier - E.K. Darso - I.F. R. Declerco - E.F. J.B.J. Delplanke - E.F. Djanong - I.Sgt. Dool - I.Matr. F.D.A. Dudart - E.F. P.F.R. Graaf Du Monceau 2e Luit. M. Dijkman - E.F. H. van den Heuvel - E.F. P C.C. Hissink - l e Luit. P.W.A. Hoppenbrouwer E.F LB. van Houten - E.Sgt. G. Huibers - E.F. H. Houben - E.F. Kalidjo - I.Matr. Kasamonatie - I.F. Kassan - I.F. K.L. Klinge - E.F.
Koesen - I.F. J.J. K o s t e r - E . F . Kromosetiko - I.F. J. Kruipers - E.F. J. Lammers - E.F. H. Leeuw - E.Sgt. H.J. van Lieshout - E.F. K. van der Linde - E.F. E.H. Ludwig - E.F. P. L u i k s - E . F . J. W. Marseveen - E.A. L. Maes - E.F. Messner - E.F. M.H. Meijer-E.F. Mokidin - I.Matr. C.W. N a u - E . F . J. Pattiasina - A.K. F.J .A. Paulssen - E.F. Pawirowidjojo - I.K. Pendek - I.Matr. B. Posumah - A.F. Ressosmito - I.F. Salikin-I.F. Salio - I.F. Salio - I.Matr. Sapidjan - I.F. Singodikromo - I.F. H. Snijder - l e Luit. Sodijo - I.F. P.I.H. Stijnen - E.F. Tjokromito - I.F. Todrono - I.F. I. Waasdorp - E.F. J.J. Wetzels - E.F. C.G.E.R. Wiepking - E.K. Wongsotroeno - I.G. H. Zweerman - E.F. 1885
A.F. B a k k e r - E . F . Bangsatjitro - I.F. F.H. Bartelman-E.F. J. Burg - Kapt. J.W.H.B. Chevallier - E.Z.O. J. Daliman - A.S. J.W. van Deutecom - E.F. M.J. Ernst - E.F. C de G r o o t - E . F . J.H.A. d e H a a n - E . M . F.W.A. Hoenelt - E.F. B.C. Holcher - E.K. N.J .A. van Nijvorst - E.Sgt. Kartowidjojo - LA. E.L. Kerrebijn - 2e Luit. Kertoloksono - I.F. W.J. Hruschka - E.K.
A.F. Kuilenburg - E.F. B . J J . Leemkoel- E.Sgt. M. Moutang - A.F. Mertakrama - I.F. C van der Meulen - E.Matr. A.J. Naninggo - E.F. L. Nanlohoij - A.F. Oerip - I.Matr. L. Palm - E.Matr. Pawirodikromo - I.G. Z.F. Paijtuma - A.F. N.F. Mijlius - E.F. M. van der Poll - E.F. Paliomo - A.F. A.F. Renner - E.F. Ronodipo - I.F. C.A. Ruigrok van der Werven E.A. Sadiman - I.F. Sandijo - I.F. H. Sauripit - A.F. H.W. Schonborn - E.Sgt. A.F.A. Sehstedt - E.F. Singokadjomo - I.F. F.J. Smit - E.F. Sodikromo - I.F. Sodrono - I.F. Sowidjojo - I.F. J.F.Stevens-E.Z.O. Trosetiko - I.F. P.J. van Zeebroel - E.F., H. V e t h - E . F . C. Willemse - E.F. Wiroresso - I.F. A.H. Witschakowski - E.F. Wongso - I.F. Wongsodikromo - I.F. Wongsosetiko - I.F. Wongsowidjojo - I.F. A.B. Moermans - E.F. 1886
S.J. Anderson - E.Tamb. A.H. Dupius - E.F. F . C Evers - E.A. W. d e H a a n - E . F . G.T. Jansen - E.F. L. van der Vloor - A.S. J . Loijens - E.F. G. Oem -E.Matr. Sarimin - I.F. D.J. Schafer - l e Luit. Setrosemito - I.F. D.H. Seeberger - E.K. Sipon I.F. G. Stortman E.F.
73
J. Kasdeba - A . F . C Kegelaar - E.F. Kertosentiro - I.F. 1887 Man - I.Sgt. Ketondrijo - I.F. H. van Beethoven - E.F. Kromosmito - I.F. G.J.L. van Broerhoven - E.F. J.J. Lam - E.F. C van de Bon - E.M. Mangoenreso - I.Sgt. H.T. Denksen - E.F. N. de Mani - E.K. D. Dijkstra - E.F. Mahoem - I.F. L. Engelhardt - E.F. G. Pas - E . F . I.H.F. George - E.Sgt. E.O. Pfeiffer - E.Sgt. J.H.F. Hauschen - E. Tamb. Ressosmito - I.F. M. Hukum - A . F . IJ. Ringma - E.F. E. K e d i r i - A . F . S. Rumbaijang - A.F. A.A. van de Vlugt - E.Matr. J.T. van Rijswijk - E.Sgt. J. de Langan - E.K. Sudek-I.F. Modderman - E.F. Salio - I.F. G. Materop - E.F. I.G. Scheiter-E.F. L. Paulus - A.F. F.H.W. Schoedell - E.K. O.H.ThJ. Reschee - E.Sgt. Siman - LA. M.C.F. Riemer - E.F. F.H.H.R. Steimmulel - E.K. Sadijo-I.F. A. van Straten - E.F. Saliman - I.F. F. Futalessy - A.F. Samidie - I.F. G. van 't Wout - E.Art. Samidin - I.F. J . F . Veerman - le Luit. Sariman - I.Tamb. J.B. Verfallie - E.F. J.A. van Schoor - E.F. H.A.H. Verlack - E.A. Sebool - I.F. Wirijotarpeno - I.F. N. Tambaani - A.F. J.H. Woenekam - S.M. W.P. Tjepkema - E.F. J.E.L. Zacher - E.Sgt. W. Toendo - A.F. F.E.O. Barthol - E.K. Troenosetiko - I . F . J. Tuapetel - A.F. 1890 L.J. Yaessen - E.F. H.J. Waakopneitjes - E.F. C.N. ter Beest - E.M. Waridin - I.F. C. B l o m - E . F . T. van der Werf - E.F. J . F . Cammaart - E.F. Diposemito - I.F. 1889 G.A. Ferguson - le Luit. J. van Garderen - E.F. A. Arkiese - Afr.F. M. de G r a a f - E . F . S.A. de B o k - E . F . G. Grondel - E.F. J.I. Emmelot - E.F. P.A. van Hogerlinden - E.K. F.H. Faber - E.G. Kasanmoenadi - I.F". J.C. Franssen - E.F. A. Lablans-E.F. J.J. Agane - le Luit. G.H.A. van der Lelijes - E..Sgt. W.T.H. von Geusau - Kapt. Ch. P a l i t - A . F . Gesetir - A.F. Sario - I.F. J.L. Gloudemans - E.F". Sakip - I.F". Jhr. A.D.D. Goldman - E.Sgt. Jhr. W.F. van Spengler N. Hageman - l e Luit. 2e Luit. T.Z. 2 Kl. Jalde-A.F. J. Talajane - A.F. Kamidin - I.F. Tumenggolo - I.F". C.E. Kalb - E.F. A. Walzalve - E.F. Karman - I.F. T.H.A. von Wassenberg - E.Sgt. Kartosemito - I.F. J.J. Wijnhuizen - E.Matr. P. de Wilde - E.F. Wongsowidjojo - I.F.
74
R.J. Zeelenberg - E.Matr. 1891
A. Mopawiro - I.K. Balthasar - A.S. C P . Boer - E.M. J.H. Cornelissen - le Luit. Djodikromo - I.F. A. Eggermont - E.F. K. Hoeksema - E.F. G.B. Huiskes - E.C. Kamio - I.F. Kertosemito - I.F. Kromosentono - I.F. A. de Mors - E.F. A.A. Meulemans - E,.Sgt. Ngadio - I.F. Pawirodhikromo - I.F. Renotirto - I.Sgt. Sandio - I.F. J.F.H. Schumacher - E.F. Sidin-I.F. J. van der Ataaij - E.F. J.M. van Stralen - E.A. Strosmito - I.F. H. van Wicheren - Kapt. Wiradangsa - I.F. J.J. Wijnhuizen - E.Matr. R.J. Zeelenberg - E.Matr. F. Zimmer - E.F. 1892
P.J. Ackermans - E.F. H. Bremer - E.Sgt. J.I. Bretveld - E.F. P.G.F. van Dorpen - E.F. M. Engelman - E.F. I.F. G a r a m a - E . F . F.A. Himmelzeich - E.K. P.C.M.A. Hoolboon - l e Luit. W.F. de J o n g - E . S . Kammenga - E.F. Kartodjojo - I.Sgt. P. Klerk - E.F. Meeuwissen - E.F. P.Polnaija - A.M. Radjimin - I.F. Raster - E.K. Ronodiwongso - I.F. H. S c h o l t s - E . F . Setrodikromo - I.F. Soerosentiko - I.M. J. S t a d - E . F . Tataope - A.M. Troenokromo - I.F".
Wonosemito - I.M. I. van Zutphen - E.F. Kaihena - A.M. Pawirodikromo - I.F. 1893
A.F. Aarts - E.Sgt. A. Bonkenburg - E.F. J. van Doorne - E.F. C.J. Folmer - E.F. H.M. Gabrel - A.M. M.J. Grebe - E.Sgt. J. Hielkema - E.F. A. van Hille - E.F. G. Koemen - E.Matr. Metil - I.F. Molle - A.F. E. Nanlohij - A.M. J . Nanoewasa - A.M. F. Prins - 2e Stuurman F.T. Reandroe -A.M. A. Rehataconet - A.M. K. Reinink - E.F. J. Schreuder - E.K. B.J. Strijger - E.Sgt. J.D. Timermans - E.Sgt. Tjosemito - I.F. W.F. Verhoeft - E.F. Wagijo - I.F. J.J .P. Weijerman - l e Luit. 1894
F. Pree - E.F. K. Hijkema-E.F. C Kortlever - E.G. P.N. Spaneij - E.K. P. B l o k - E . F . P.C. Mullaart - E.K. V. Dijkgraaf - E.Sgt. B.Jagel- E.F. R. van Aarde - E.K. R. van Meteren - E.F. J.A. van Gent - E.F. C.C.F. de Bont - E.Sgt. M. Braet-E.K. K. Klaasen - E.Sgt. Huringa - E.F. T.J. Anken - Kapt. J . F . Kaunerer - E.F. Sodikromo - I.Inf. Lassampa - I.F. Dipokromo - I.F. J.C. Adriaans - E.F. J. Rompis - A.F. W. Boumans - E.F.
H. Heringa - E.F. G.T. Vielvoije - E.F. I. Kemp - E.F. Pawirodimedjo - I.M. L.C. Rienter - E.K. Sokarjo - I.K. T.C.G.A. Stolle - E.K. Savie - A.M. J.B. Zon - l e Luit. H. Calis -E.A. J. A l f i n k - E . F . E. Paenen - E.F. 1895 J. de Jong - E.F. T. van de Wal - E.F. P. Boone - E.F. T. U i l k e m a - E . F . A. de Boer - E.F. H. Stoelinga - E.F. Ditadiwangsa - I.F. K. Ogi - A.L Djosemito - I.F. M.J. Proos - E.F. J.E.de Heer-E.F. J. van Dijk - E.F. P.J. Kortenraij - E.Z.O. A. Hermans - E.F. Karjodrono - I.F. S.Y.Rhee-E.Sgt. Pazto - I.F. J.H.L. Koewers - E.F. K.H. Westendorp - l e Luit. C. d e G r a a f - E . F . C. Lourens - E.F. Th. Pongoh - A.L E. Voegeli - E.F. G. Roesjen - E.F. J. Rongajang- A.F. K.H. van de Groenekan - E.F. S. van der Kloor - A.S. M.J. Monden - E.F. C.B.A.L. Krohne - l e Luit. H.G. Willms - E.K. D.F. Moller - E.F. J.E. Kerst - E.F. S. Israel - E.Sgt. A.H. v a n W i j k - E . F . A. van Oosten - E.Sgt. Mangoeneario - I.F. R. Doornbos - E.F. Nati - I.Inf. J.H. Arens - E.F. H. Berkelo - E.F. Kassio - I.F. Lamadin - I.K. Magi - I.F. Siman - I.F. B. Stroppelenburg - E.F. A.B. Scheffer - E.K. Nadikromo - I.F. E. Kieviet - E.F. P. Sipaholut - A.M. J.W.C Vuijk - l e Luit. G.C van der Meerei - E.F. J.J.B.J. Ducoffre - E.F. H.D.W.L. Kroner - Kapt. Wirodrono - I.F. C.R. Ammann - E.Sgt. F.P.A. G e l u k - K a p t . R.H. Marchand - E.K. J. Rijken - E.I. P. van den Heuvel - E.F. B. Veldhuizen-E.K. J.H. Weekkers-E.K. Wongsodipo - I.F". J. Bevaart - E.F. Saino - I.F]. J. Bonlel - E.F". Wongsowidjojo - I.F. Taijis - I . F . Wagiman - I.F". W. Habel-A.M. G.H. op 't Broek - E.F. Lamoen - I.F. A. Homan - E.F". Dawoot - I.F. E.J. Benthuis - E.F. Ngodiwirijo - I.F. H. Spruit - E.K. C.H.Th. Nebelung-E.F. 1896 Plotir-I.F. Sarijo - I.K. Ngadio - I.F. Dipowidjoijo - I.F. C.A. Schweitzer - E.A. H.L Maarschalk - l e Luit. P. Hoekstra - E.F. B.H. Spielman - E.F. P h . C Range - E.F. Haekawaroe - I.F. Topo - I.F. Pote-I.F. Wirijosmito - I.F. Wirodongso - I.F. Talam - I.F. Wongsoredjo - I.F. Ketjil-I.F. H. Thomas - E.F. De R i d d e r - E . F .
75
Mad-Alwi - I.F. J. Kawengian - A.F. D.J.P. Bootsma - E.Sgt. Soeraten alias Renowikromo I.F. M. Nauu - A . F . A. Liwe - A.F. C. Neve - E . F . F. van Dongen - E.F. H. Claessens - E.F. Mentiwidjoijo - I.M. P. van P u t - E . F . A.N. Tijbosch-E.F. M. Titaleij - A.S. Singodrono - I.M. W.E.H. Forster-E.A. Noerhali-I.F. Prisan - I.F. J.G. Tielen - E.F. H.J. Klaassens - E.F. T. Verheij - E.F. W.H. Teurlings - E.K. Wongsodikromo - I.M. J. Somoukil - A.M. J. Tahaparij - A.M. Tjo - I.M. Djojosentiko - I.M. Mangoendikromo - I.M. H. Kalengkongan - A.M. L. Krol - E.K. Kassan - I.M. J.M. Bongers - E.F. J.A. van Eijken - E.F. Ngalie - I.F. P. Scheipers - E.F. Djodikromo - I.I. Diman - I.F. Ketowlrijo - I.F. J.E.Maes-E.F. J. Sarapoeng - A.F. J . F . Salmon - E.I. A.F.J. Beijers Bergen - E.F. D.P.S. H o s l e t - E . F . N. van Spanje - E.F. Djamalie - I.F. A. Sundalangi - A.F. Saleh - I.F. J.D. Wilhelmi - E.K. W. Denk - Afr. F. 1897 P. Groenendal - E.F. G.W.A. R a u e - E . F . A. van der Werf - E.F. F.A. Schneider - E.F. G. Zimmermann - E.F.
76
A. de Pauw - E.F. A. van Hannen - E.F. G. Liniger - E.F. Giman - I.F. Salam-LF. J. Waker - E.F. G. Doop - E.F. J. Pandejgirot - A.F. G. Rawoeng - A.F. W.M. Wildemans - E.C L. Wovor - A.S. Soetordjo - LI. Salikien - I.F. E.A. Saijahaija - A.F. J. Makalou- A.F. Kasanadi - I.F. J. van der Weijden - E.F. C.A. van Lawick - E.Sgt. J. Monongga - A.F. W. den Dooden - E.F. C.J. Geisdorf - E.K. D. Thijs - E.F. H.D. Deprez - E.F. F.H.Jager-E.F. J. Kampen - E.F. E.F. Rieke - E.K. Sakijo-I.F. T.H. Molenaar-E.F. H. van Kenekeler - l e Luit. S. van Boekom - E.K. H.J. Janse - E.F. A.A.A. Seelemann - E.F. L. Pengan - A.M. Wirod - I.F. J.H. Naulaers - E.F. A.E. Mornic - E.F. F.C.A. Mejes - E.F. J. Memmer - E.F. Kasaumoernadi - I.Sgt. Wongsotaroena - I.F. Kasidin - I.F. A.A. van Mourik - l e Luit. Samadi - I.F. F.B. Nunnink - 2e Luit. P.H.V. Gradler - E.F. H. Duin - E.I. Martodrono - I.F. D.F.A. Wagenaar - l e Luit. J. Rotinsulu - A.S. Sarimoe - I.M. Salimoen - I.M. J. van Greuningen - le Luit. J.Tuk-E.F. J.H. Dissel-E.F. G. Wingkelman - E.F. Siman - I.F. Jahoeda-Sale - I.Sgt.
Mangoenpawiro - I.M. J. Beets - Majoor 1898 J. Sabander - A.F. C. Martens - E.Z.O. Ronodikromo - I.F. Tanoereso - I.M. A. Scholte - E.Sgt. C. Tahutoe - A.S. A. Abrahams - E.F. J.Laloen - A.F. A. Mandalang - A.F. A.L.J, van Dongelen - A.S. J. Sipasulta - A.K. J.J. Rumalaiselan - A.K. Samad - I.Sgt. Hoedalesono - I.M. CJ.R.A. Lucas - E.K. Noeroedikromo - I.F. J. Goldenberg - l e Luit. B.W. Cawere-A.F. J. Pangmanan - A.F. W. Wios - A.Z.Opp. C.J. van Hees - E.Z.Opp. HJ.Dirksen-E.K. P.Ch.F. Haibach - E.F. Kromosmito - I.F. J. Mandas - A.K. P. Aartsen - E.C. G. Pitoi - A.M. Kariosmito - I.M. A. de Mooij - E.F. Pentoeng - I.F. M. van Oort - E.C. H. Rampisela - A.M. P.H. van de Weerdt - E.F. 1899 Todrono - I.F. E. Lokollo - Amb.F. Lanti - A.M. D.E.F. Muller - E.F. L. van Essen - E.F. B. Pesireron - A.F. Martowidjojo - I.F. H.M. Vis - l e Luit. J. van der Stroet - E.I. B.G.W. Riebe - E.F. F. Streff - E.F. Radenatmodiredjo - I.F. Karman - I.F. Th.J. Hendriks - E.Sgt. Wirtodikromo - I.F. Lasimin - I.Sgt.
Sowo - I.Sgt. B.C.M. Smelt- l e L u i t . H.M. Broek-E.K. Morodiwongso - I.F. F.Mbag-E.F. Dade - A.M. F. Bertagnolli - E.Sgt. Moentroe - I.M. M. Manuhuwa - A.F. Sanda-Sine - I.M. J . Polak - E.K. Batjo - I.K. J.A. van den Berge - E.F. L.J. Manneveld - E.F. Wongsodikromo - I.K. Pawirodikromo - I.F. P.J. van de Moersche - E.F. Selassa - A.F. Sameala - I.F. M. Pussen - E.Sgt. G. Stevens - E.F. W. H e t h a r i a - A . F . J. Halatu - A.M. J . Wonna - A.F. A. Lengkong - A.F. Amodkramadie - I.F. Sariman - I.F. Ressosentono - I.F. J. Pinontoan - A.M. J. van Beek - E.F. Pono-I.F. W. Speckhoudt- E.F. D. Wagner - E.F. P.A. van Wijngaarden - E.F. H. Sawoetoe - A.F. B. Likumahuwa - A.F. H. Hosh - E.F. Selaasa - A.F. E. van Hien - E.F. Sohrodono - I.K. Dipadiwirjo - I.M. 1900
H. Picard - E.K. P.E.H. Michels - l e Luit. Djoikromo -1.1. Kromostiko - I.F". J.H. Roel - Adj.O.O. Kwarta - I.M. C van der Gruijssen - E.F". Hadhie-I.F. Samadie - I.F. M. Supit - A.M. Sariman - I.I. Kertowirjo - I.F. Dhopo - I.F.
Kromopawiro - I.F. Marsidin - I.F. Ch. Hallatu - A.M. Amadkasan - I.F. Sojoedho - I.Tamb. Somodrikomo - I.F. Dipodrono - I.F. Kareng - I.F. P. Engelen - E.F. J. P o l u - A . F . M. Langi - A.F. Tjeloeni - A.M. Singodikromo - I.F. A.E. Verberne - E.F. J.Ch.A. Fischer - le Luit. H. Limba - A.M. J. Langitan - A.M. Meartoleksono - I.F. D.B. Geurs - E.G. Z. U m b o h - A . F . J. Schwartz - E.F. C. van Caneghem - E.F. F. Veltman - E.F. H. C o o l s - E . F . J. Gaspar - A.M. Setradikromo - I.M. Baddoe - I.M. Batjo - I.K. C. Suposepa - A.M. I. Hammega - E.F. Martodikromo - I.F. Ralam - I . F . Donowikromo - I.K. A.I.P.H. Kessler - Kapt. G. K a t - E . F . Mertopawiro - I.F. Mertoredjo - I.Sgt. B. Polwaij - A.M. Kartosentono - I.F. Sariman - I.F. Kromoredjo - I.F. Krijger - E.F. G. Koenders - E.F. 1901
C. van den Boogers - E.F. Kalijo - I.F. D. Hullatu - A.L Tjoebi - A.M. J. Sijauta - A.M. Sarpan - I.M. I. Noija - A.M. A. Saromsong - A.S. W.A. Mentrop - E.F. L. Pardoel - E.F. J. Saraoeng - A.F.
M. Lieij - A . F . N. Cruts - E.F. M. Frans - A.K. F. de Voider - E.F. L.H. J a c o b s - E . F . H.J. Roosen - E.F. F. de Leger - E.F. J. Larul - A.M. M. Sekawael - A.M. A. Lumintang - A.K. N.A. van der Heijen - E.F. Sodrono - I.F. F. Stoer - E.Sgt. Kromoredjo - I.M. Sasoeki - I.M. Kariodikromo - I.F. Wirodrono - I.F. Tjoelis alias Dipawikromo - I.F. Legiman - I.F. E. Mawuntu - A.M. D. Mumu - K.M. D. Talarima - A.M. H. Scholtema-E.F. Djojo - I . F . Mangonkario - I.F. Pariman - I.F. Sandiman - I.Sgt. Mentoleksono - I.F. J. Oostrom - E.F. Restaroene - I.F. Sadijo - I.F. Karsodikromo - I.F. Esmerins - l e Luit. Ketodiwirjo - I.F. Sowikromo - I.F. B.H.M. Simon - E.Sgt. H. Kawulur - A.M. F . C Karuijt - E.Sgt. Hoedobesari - I.Sgt. T . C Mankar - A.M. Dorian - A.M. Z. Tupano - A.M. M. Lawalata - A.M. D. Dias - A.M. J. Kaijadu - A.M. 1902
GJ.A. Webb-Kapt. Sanbessali - I.Sgt. Mertasoera - I.M. Wonotirto - I.M. P. Remie - E.F. Tanoeredjo - I.F. Wongsodikromo - I.M. Ph. Christiaan - A.K. J. Pangemanan - A.F.
77
Jusof - A.F.
Soewsemito - I.M. Ragong - I.F. Resowikromo - I.F. Marman - I.M. H.P. de Bruijn - le Luit. Paiman - I.F. H. Warella - A.K. H.A.L. Warukens - E.K. E. Kaihena - A.M. N. Sinhaija - A.M. Simalo - A.Z.O. J. Toewomoesa - A.F. J. Sigarlaki - A.M. H. Hitiabessy - A.F. A.H. van de Hoeve - Kapt. W. van der Hurst - E.Sgt. C. Latieheru - A.F. Karkan - I.F. M. Paliama - A.F. C.W. Schumacher - E.Sgt. A.D. Kabaij - A.M. Kromowirjo - I.K. Kartosentono - I.M. H.P. de Hek - E.Sgt. H.F. Sanderto - E.Sgt. A. Terpotra - E.F. S. Sopacuwa - A.K. Lasiman - I.I. Urseponnij - A.M. Sahidie - I.F. Satam - I.M. Sotrodikromo - I.F. Kasimin - I.M. Paripin - I.F. J. Munnik - E.F. Pa. Hassan - I.F. Paidjo - I.M. Singowono - I.M. Saroum - I.F. A J . Moget-E.F. Sarban - I.F. Kasanadij - I.F. Djaioesman - I.F. Boegel - I.F. Soemi - I.F. Sapardjo - I.F. Saridin - I.F. A. Kaligis - A.M. E.H.C G o n i - A . S . C. Oppenhuis - E.F. Madasan - I.K. Maspaittela - A.M. Idris-I.F. W. de Droog - E.Sgt. P.F. Kerwekaap - E.Sgt. Kartodikromo - I.F. Serjen alias Wongsojoedo - I.F. 1904 G.H. Jansen - E.Sgt. D.A.W. Drinhuizen - E.F. Wagijo - I.Sgt. Setrostiko - I.F. J. Simatouw - A.M. J.J.H. Janssen - E.Z.O. A. Wowiling - A.M. Sarmani - I.F. Kartosetiko - I.M. Djoema - A.M. Danakakija - I.M. Sariman - I.F. Soetawikrama - I.M. G.A.N. Zijl - E.Sgt. Dekker - E.Sgt. P.V.D. Moele - E.Sgt. Mohodikromo - I.F. J. Kas - Afr.M. J. Lensum - A.M. J. Terog - A.M. Mandij - A.M. Koesen - I.M. Djemijo - Djowirono - I.M. P. Watimurij - A.M. K.P.A. Emans - E.F. Koetowidjojo - I.F. J.G. van Diest - E.Sgt. N. Ngangie - A.M. A.N.P. de Klerk - E . F . Sodikromo - I.M. Halatu - A.K. R. Dijkstra - E.K. Kariowidjojo - I.K. Paidin - I.F. D. Hallatoe - A.M. D. Zaal - E.Sgt. P. Karundeng - A.M. Kromodjoedjo - I.G. Lado Kappe - I.M. E.S. Tepoeking - A.M. Mandikromo - I.K. P.H. Meijer - 2e Luit. Kertowidjojo - I.M. Feder - E.Sgt. 1903 Pawirodikromo - I.M. Mangontu - A.M Kartosetiko - I.F J. Pijnenseel - E.F. Mentodrojo - I.M. H.D. Kook - E.Sgt.
78
J. Sahetappij - A.M. A Kaija - A.M. J. Tapiriman - A.M. I.J. van der Zee - le Luit. R. Wairisal - A.M. Th.Haktendorf-E.F. Setrokarijo - I.F. Saedjani - I.F. L. Winkamp - A.S. Sosol-A.M. P.A. Charbon - l e Luit. S. de Heij - E.Z.O. Hw. A. Stenzel - E.Sgt. H.J. S t o r m - E . F . Kadma - I.K. J.J. Boeger - le Luit. J.E. Stomp - E.Sgt. Ramipin - I.F. G. Loede - E.Z.O. C.G.H. Smit - le Luit. M.J.B.B.H. Campioni - Kapt. 1905
Mannap - I.F. Wongsopawiro - I.F. G.H. Friedeloij - E.F. Wongsopawiro - I.F. G.H. Nogel-E.Sgt. Boegel - E.F. Malloe - I.F. J.A. Noste - E.Sgt. J. Rambi - A.M. Bono - I.F. Manuputij - A.M. B. Holtjer - E.F. Kartosentono - I.F. Djamidjo - I.F. G. Bouman - E.F. A. Beijer - E.Sgt. Salim - I.M. J. de Boer - E.Sgt. P. Alfons - A.K.Z.O. J. Schmidlen - E.Sgt. Kartodiardjo - I.Sgt. Taroeno - I.K. Sandiman - I.F. Kromo - I.F. M. Malapu - A.M. P. Mauna - A.M. H. Dijkhoff - 2e Luit. 1906
Kartosentiko - I.F. J.T.H. Eurees - le Luit. D. Haulusoij - A.M.
D. Lonet -I.Sgt. Kromodjojo - I.F. Kartowikromo - I.F". Ram - I.M. Sotakoera - I.F. G. Wentsel - E.Sgt. Wangipala - A.F. 1907
Klatrun - A.K. van Dalen - E.Sgt. Soewoe - Amb.S. Tupisela - Amb.F. Rohi - I.M. Frans - I.M. F. Lodewijk - A.M. Sitania - A.S. L.W.F.J. Mahn - l e Luit. Wewengkang - A.F. Kromotaroeno - I.F. Sahuwat - A.F. Nasim - I.F Lukas - A.K. Sarman - I.F. Kasgani - I.F. Souhoka - A.M. Turangan - A.M. W. van Ardenne - E.Sgt. Mala - A.F. Wonowirjo - I.F. Mahubessij - A.K. Nanlohij- A.S. Manoreh - A.F. Heterihon - A.F. Makaenas - A.M. Soloe-I.F. Dipowikromo - I.F. Paing - I.F. 1908
EX.A. Bouman - l e Luit. Soeamad alias Amir - I.M. D. Wenas - A.F. Sardja - I.F. Mamangkeij - A.F. Glending - I.M. M.Dante-A.F. M. P l i n a - A . F . Leitehu - A.F. Pantouw - A.F. Mainasse - A.M. Sideh - I.M. Maipan - A.M. J. de Willigen - 2e Luit. Tuisuun - A.M.
G. de Jong - E.Sgt. Mingoen - I.M. Wongsoredjo - I.K. Dikoen - I.K. Karjowongso - I.F. Merchard - E.Sgt. J. Eisema - E.F. Soerotaroeno - I.F. Sowo - I.F". Mertopawiro - I.F. G. Jacobsen - E.Sgt. Djemana - I.F. Amat - I.F. Inaraij - A.K. Saidi - I.M. Kasan - I.F. Amadi - I.F. Sakiman - I.F. Sampan - I.M. Elias - A.F. Sarbini - I.F. Sarijo - I.F. Hasan - I.F. Sadiman - I.F. 1909
Helmich - E.F. Pantijpekuhu - A.M. Kluit - E.Sgt. Tamalen - A.F. Kassanmonawio - I.F. Alii - I.F. Mingan - I.F. Ngadin - I.F. Kasmo - I.F. H. van Leur - E.F. Comentas - A.K. Wongsomito - I.M. Todikromo - I.M. Kala Bali - K.M. van Leuwen - E.Sgt. Mangunkarto - I.F. Latupapua - A.M. Opit - A.K. Moersad - I.F. Kastanja - A.M.
Kasiman - I.F. Lasmin - I.F. Tuijnman - E.K. Kartosetiko - I.F. Noordeloos - E.Sgt. Amad - I.M. Doelkarim - I.F. Bedjo Al Au Mohamad - I.F. Maengko - A.M. 1911
S. van Eendenburg - 2e Luit. 1913
W.B.J.A. Scheepens - Luit-Kol. T. Darlang - Kapt. J.H. Grotjahn - E.Fo. 1925 - 1927
Darud-I.F. Kasandikromo - I.F. Soemitro - I.F. Toisuta - A.S. Gruneveld - E.Sgt. Pongoh - M.K. Marsidin - I.K. Koloaij - M.F. Hasan - I.F. Ijang-I.F. Asmawirdja - I.F. Pawirodimedjo - I.F. Resowidjojo - I.F. Mandolang - M.M. Sleeuwagen - E.Sgt. J. Paris - Kapt. Is herbegraven in Londen Pongoh - M.S. Sapija - A.K. Salakorij - A.M. Anis - M.M. Lucas Reimaladet - T.M. Soelodiprojo - I.F. Repi - M.M. Tirtopawiro - I.M. Bakarbessij - A.S.Z.O.
1910 1933
De Haas - E.Sgt. Toisuta - A.F. Pantiasina - A.F. Andries - A.F. Janie - A.F. Siahaija - A.F. Wongsoreno - I.F.
A.J. Haga - Kapt. Ch. Schmid - Kapt. 1935 J.H. Marks
79
Marinepersoneel begraven op Peutjoet Navy personnel buried in Peutjoet 1873
Luit. ter Zee J.J. Engelvaart Eur. Matr. H. van Tiffelen Eur. Matr. G.J. van der Voorde Adelb. H.B. Zimmer 1874
Eur. Matr. C T . Maronier Eur. Matr. H. Schuyer Adelb. T.H. Schuylenburg
Inl. Matr. Mokidin Inl. Matr. Pendek Inl. Matr. Salie 1885
Eur. Matr. C van der Meulen Inl. Matr. Oerip Eur. Matr. L. Palm 1886
Eur. Matr. G. Oom 1876
Eur. Matr. A.G. van Straelen
1887
Eur. Matr. A.A. van der Vlugt 1877
Eur. Matr. C M . Herbershof Eur. Matr. C P . van der Pijl Eur. Matr. D.R. Schenen
Luit. ter Zee P. D. Holtzapffel
1878
Luit. ter Zee Jhr. W.F. von Spengler
Eur. Eur. Eur. Eur. Eur. Eur.
Eur. Matr. J.J. Wijnhuizen Eur. Matr. R.J. Zeelenberg
1888
1890
Matr. G.N. Scheepens Matr. P. Mizze Matr. J.G. Peters Matr. J . Esmeyer Matr. C.I. Yens Matr. H. Kraan
1891
1893
1884
Eur. Matr. G. Koenen Adelb. J . zur Miihlen
Inl. Matr. Arsit Inl. Matr. Doel Inl. Matr. Kalidjo
Adelb. Sibrand Gratama
1899
Inscripties in de muren van de Erepoort vertellen hun eigen verhaal. Inscriptions on the walls of the Gate of Honeur tell their own stories. Missigit Raya 1873 - 1874 Lemboek 1 8 7 3 - 1874 Longbattah 1874 Aroen 1875
Tjotbang-Pajade 1882 LepongAra 1883 - 1884
Kajoelah 1876
TjotBasetoel 1883, 1884 Lambasi en Tenon 1884
Lampagger 1876
Lambesoi 1884
Lambaroe
Koewala 1887
Olehkarang Pango 1876
Kota Toeankoe 1889
Simpang Olim - Samalanga 1877
E d i 1 8 8 9 - 1890
Samalanga 1877 - 1880 - 1882
80
Gedong en Segli 1878 XXII en XXVI Moekims 1878, 1879
Kandang 1897
Officieren die op Peutjoet begraven liggen Officers buried in Peutjoet 1873
Generaal-Majoor J.H.R. Kohler 2e Luitenant G.H.A. Gandenberger l e Luitenant J.A.L. Schoenmaeckers Kapt. C E . Sepp l e Luitenant I. Vogelzang l e Luitenant J. Surber 1874
2e Luitenant A.J. Hoven Kapt. H.J. Jonker Kapt. I. Lojenga l e Luitenant H. van Ophuysen 1878
l e Luitenant F.A. de Man 2e Luitenant E.G. Ontrop 2e Luitenant D. Hauft le Luitenant A.H Kalis Kapt. H.E. Schoggers Kapt. C.V. de Steenhuyzen Majoor P.E.J.H. van Dompseler 2e Luitenant P.A.C Auffmarth Kapt. J.F.L. Cassa
2e Luitenant A. Beekhuis l e Luitenant T.A. Begemann le Luitenant de Rijckhold Kapt. W.C.H. Eichholtz 2e Luitenant G.C.I. Hemmes le Luitenant C. van Leeuwen Kapt. W.L.G.V. von Massow Kapt. P.E.F.A. van Mauntz 1879 l e Luitenant I. Muller Kapt. I.I. van Berg l e Luitenant G.A. Raaymakers l e Luitenant I.G. Schuit l e Luitenant D.G. Baron Sloet van Manenburg l e Luitenant LP. Smith 1880 l e Luitenant W.CTijl 2e Luitenant G.J.E. Verkuyl 2e Luitenant C. Zwager 1882 1875
2e le le 2e 2e le
Luitenant Luitenant Luitenant Luitenant Luitenant Luitenant
H.J. Dauzen E.G.F. von Ende I.W. Ernste J . A J . T . E . Essel A.G. Schroder J . C M . Wijmer
Kapt. L.F. Botter 2e Luitenant C.L. Nijenhuis 1883
2e Luitenant W.J.F. van Bennekom l e Luitenant L. Thonus 1884
1876
Generaal-Majoor J.L.J.H. Pel Kapt. J . W . C C Hoynck van Papendrecht Kapt. J.A. van den Kruk Majoor F.I.W. Mekeren Kapt. J. van der Pauwert l e Luitenant W.D.C Regensburg l e Luitenant N. v.d. Roemer l e Luitenant G.C.C. Simmelmacher Kapt. J.M.E. van Swieten Kapt. A.J.H.R. Wittewaal van Stoetwegen 2e Luitenant L.F. Bauddin 2e Luitenant G.W. Beckman Kapt. I.H. Nijsink 1877
Off. van Gez. 2e Kl. B.A.K. Wolff le Luitenant F.W. Brocker l e Luitenant J.L. Granpre Moliere
2e Luitenant P.F.R. Graaf du Monceau l e Luitenant P.C.G. Hissink l e Luitenant H. Snijder 1885
Kapt. J. Burg 2e Luitenant E.L. Kerrebijn 1886
l e Luitenant D.J. Schafer 1889
l e Luitenant J.J. Agane le Luitenant J . F . Veerman l e Luitenant N. Hageman Kapt. W.T.H. von Geusau 1890
l e Luitenant G.A. Ferguson
81
1891
1901
l e Luitenant J.H. Cornelissen Kapt. H. van Wicheren
l e Luitenant J. Esmerius
1892
Kapt. G J . A . Webb le Luitenant H.P. de Bruijn 2e Luitenant P. Haal Meyer
l e Luitenant P.CM.A. Hoolboom 1893
l e Luitenant J.J.P. Weyerman 1894
Kapt. T.J. Anken 1895
l e Luitenant K.H. Westendorp l e Luitenant J.W.C Vuyk Kapt. F.P.A. Geluk 1896
l e Luitenant H.L. Maarschalk l e Luitenant J.B. Zon le Luitenant C.B.A.L. Krohne Kapt. H.D.W.L. Kroner
1902
1903
Kapt. A.H. van de Hoeve 1904
le Luitenant I.J. van der Zee le Luitenant P.A. Charbon le Luitenant J.J. Boeger l e Luitenant G.G.H. Smit Kapt. J.J.B. Campioni 1905
2e Luitenant H. Dijkhoff 1906
le Luitenant J.T.H. Eurees 1907
1897
le Luitenant L.W.F J . Mahn
l e Luitenant A.A. van Mourik 2e Luitenant F.B. Nunnink l e Luitenant D.F.A. Wagenaar le Luitenant J. van Greuningen Majoor J. Beets l e Luitenant H. van Kenekeler
le Luitenant E.L.A. Bouman 2e Luitenant J. de Willigen
1898
le Luitenant J. Goldenberg 1899
l e Luitenant H.M. Vis le Luitenant B.C.M. Smelt
1908
1911
2e Luitenant S. van Eendenburg 1913
Luit.-Kol. W.B J . A . Scheepens Kapt. F. Darlang 1 9 2 5 - 1927
Kapt. J. Paris+ le Luitenant W.A.M. Molenaar
1900
le Luitenant P.E.H. Michels le Luitenant J.Ch.A. Fischer Kapt. A.I.P.H. Kessler
1933
Kapt. A.J. Haga Kapt. Ch.E. Schmid
Deze lijst is door wijlen de heer Weenas samengesteld aan de hand van de namen, die zijn aangebracht op de marmeren platen aan de Erepoort. Deze lijst is niet volledig. De namen zijn door de tand des tijds aangetast en daardoor moeilijk leesbaar geworden. Samensteller houdt zich aanbevolen voor eventuele verbeteringen en aanvullingen. This list was composed by the late Mr. Weenas on the basis of the names on the marble plaques at the Gate of Honour. This list is not complete. The names have been ravaged by time and become illegible. Any corrections and/or suppletions are welcomed by the compiler of this book. 82
Personen, die begraven zijn op Peutjoet Names of Persons buried in Peutjoet Verklaringen van afkortingen English Translation European Fusilier - Europees Fuselier European Corporal - Europees Korporaal Native Corps of Engineers - Inlandse Genie Tr. Madurese Sergeant - Madoerees Sergeant Ambonesc Fusilier - Ambonnecs Fuselier - Europees Marechaussee European Marechaussee European Artillery Soldier - Europees Artillerist European Sergeant - Europees Sergeant Native Helper - Inlands Handlanger Native Fusilier - Inlandse Fuselier Madurese Corporal - Madoerees Korporaal European Corps of Engineers - Europese Genie Tr. - Inlands Artillerist Native Artillery Soldier - Madoerees Soldaat Madurese Soldier - Inlands Sergeant Native Sergeant - Europees Matroos European Sailor - Ambonnecs Korporaal Ambonese Corporal European Trumpeter - Europees Trompetter Ensign - Adelborst - Europees Zieken Oppasser European Hospital Orderly Native Corporal - Inlands Korporaal African Fusilier - Afrikaans Fuselier African Corporal - Afrikaans Korporaal Major General - Generaal Majoor Second Lieutenant 2de Luitenant First Lieutenant lste Luitenant Kapt. - Kapitein Captain Warrant Officer Adj.0.0. - Adjudant Onder Officier Sergeant Major S.M. - Sergeant Majoor Major Maj. - Groot Majoor Off. van Gez 2e Kl. - Officier van Gezondheid Tweede Klassc Medical Officer Second Class. - Europees Tamboer European Drummer E.Tamb. Schout - Politie Officier Police Officer Controlcur Civil Servant Postliouder Post Office Employee I.Matr. - Inlands Matroos Native Sailor I.T. - Inlandse Tamboer Native Drummer Native Infantrysoldier I.I. - Inlands Infanterist M.M. - Menadonees Marechaussee Menadonese Marechaussee T.M. - Timorees Marechaussee Timorese Marechaussee - Inlands Kanonnier I.K. Native Gunner E.K. - Europees Kanonnier European Gunner E.C. - Europees Cavalerist European Cavalrysoldicr I.C. - Inlands Cavalerist Native Cavalrysoldier I.M. - Inlands Marechaussee Native Marechaussee - Ambonnecs Infanterist A.I. Ambonese Infantrysoldier Luit. ter Zee Naval Officer First, Second or Third Class E.Fo. - Europees Fourier European Quartermaster-Sergeant 2de Stuurman Second Mate - Ambonnees Zieken Oppasser Ambonese Hospital Orderly A.Z.O. E.F. E.K. I.G. M.Sgt. A.F. E.M. E.A. E.Sgt. I.H. I.F. M.K. E.G. l.A. M.S. I.S. E.Matr. A.K. E.T. Adelb. E.Z.O. I.K. Afr.F. Afr.K. Gen.Majoor
83
SlBBAffl GRATAMA.
WEI BUST
MEISORS! m Kuan EBiOfWMIBAW 89S.
OJ.GEUBS. EUfcGENKtOLIMiKl.: OVm.-Z.ftM.IOM MN7»VlJM0SEIt0lKN
KAMOUOEN
W0M8E*.
ZUNE KJMEBI0E*
Here lies D.B. Geurs, Engineer 1st CI. born May 4th Naval Cadet 1 st CI. Sib rand Gratama, died Aug. 10th 1872. Died of his wounds July 2nd 1900. - His 1899 at Kota Radja aged 23 years. His comrades. comrades.
h-
mmS£i
\
MWMHM
•Bj^
H
.. n»p g d i A ecM genuo*
jja$K£irni5zoif JUUUIUI jjtwrtn , tMtwrtwi * •
.
ft:
in
• •
t*P^««'!,**!'1 * » **S(fcS &**»&** » * • * »
•
Here rests Willem Anne Molenaar, Knight MWO 4th Here rests my beloved husband Jacob Benedictus CI. born Febr. 7th 1894, killed Aug. 11th 1926 at Zon, 1st Lt.Art. born The Hague Febr. 26th 1862, Teureubangan. - 1st Lt. died of his wounds at the relief of Senetop.
84
• . , .
..
•,
. .
HIER RUST F.STEENHUIZEN SERCTJMJOORDERUIf. CEB:31JUUI888. 0VCM.'22MAMITIIM.
ZIJN8RDEDER ] BEREND.
*•**
Here rests F. Steenhuizen, Sgt.Maj.Inf. born July Dr. J.B.KA. Wolff, Medical Officer 2nd. CI. Killed 22nd 1868 died March 22nd 1894. - His brother near SilangJan. 22nd 1877. Berend.
F.F.R. Earl Du Monceau, killed in action Sept. 5th I Here rests Jan Willern Lamster, 1st. Lt.Adj. at the 1884 near Lampermey. L.H. 6th Batjnf. born April 2 1846, killed Dec. I 26th 1875 at the Tendekan Aroe affair.
85
w
Erected by Officers and Troops of the 3rd Bat.Inf. In memory of one Eur.Sgt., 5 Eur. fusiliers and 6 Ambonese fusiliers of the 3rd BatJnf. Killed April In Honour of their fallen comrades. 4th 1887 at Kampong Koeala-South.
fBjf
•
I \
•Spitm
^
Qp
To Theodokus Alexander de Man, Lt.Inf. Killed Naval Cadet 1st CI. J . zur Muhlen, died Febr. 20th in the canyon of Gletaroem - "the man was a man 1893 at Panteh Perak His comrades. in the full, the noble, the true sense of the word" His comrades.
86
Here rests Reinier Krull. Born at Kiel Windeweer G J . Zwager, 2nd L t A r t . died of his wounds July 1874. Died of his wounds at Kotaradja Aug. 5th 1874. (one of the oldest graves) 1902.
Doctor J v. Kiss zu Boldocmaza, killed May 23rd P.D. Holtzapffel Lt. at Sea 2nd CI. eldest Officer H.M. ss. Bali, born Haarlem Nov. 2nd 1860 - killed 1875. March 5th 1888, at Patti.
87
S.»MiEEN(ENBURfi f UHDHM 0E8 M* SEMttlS M. S. W
N.H.G. Doeksen, Sgt. Engineers Jan. 21st 1889.
S. van Eendenburg 2nd Lt.Inf. killed 26-10-1911, aged 27 yrs. His Friends.
Here rests H.P. de Bruyn, 1st Lt., killed in action Here rests Jean Charles Idesbald-le Cocq d'ArmandJuly 11th 1902 at Seunagan. ville Knight M.W.O. 1st Ltjnf. He was known for his courage and spirit.
88
"••
'
MS *•« P.CJ.HJSSIHK
IDLE »c«ts turn
SEN nriNTIME OUMMrMNNNM MMU U sect i t t « ZlJKE K»MtR*B€N
. ; •
W J . F . van Bennekom 2nd Lt.Inf. killed at Oleh In commemoration of P.C.G. Hissink, 1st Ltjnf. Killed at Kampong Rahat Dec. 17th 1884. His Moh. Aug. 30, 1883. comrades. Gedenkteken bij kampong Lam Poelo (Oedj.Peunajong). Ter nagedachtenis aan onze Wapenbroeders 1874-1875. Rechts de Heer Aboe Bakar.
H E . S C H OCCEBS Kapiteindfi Jnfanterie R ;dde rd,r. M AX'. 0.4 kl •*rn E S Ccb leFotl deKock13"*Nov|-SA4 Gewond *> n 16°'A u §.-$78L,jLa mkrah en diendag a de^cvolrjenoverlcden
Lamb droe H.E. Schoggers, Captain Inf., Knight MWO 4th CI. Memorial at Kampong Lam Poelo (Oedj.Peunajong) In commemoration of ourComrades-in-Arms 1874Died Aug 16th 1878 at Lambaroe. 1875. On the right: Mr. Aboe Bakar.
89
ATJCH
U TH6NU •MK>M*
#^%1 0VC&CC0CN *0 HCI1937 TC KOCTA RA03A
W W I O T W U M O M C K i v , UCH j
C€«TCCKT
Voormalige Katholieke Kerk te Kota Radja met het beeld van pastoor N.O. Verbraak (1874-1907) Former catholic church in Banda Atjeh, with the monument of Father N.O. Verbraak (1874 - 1907).
JOt 4 V( 1
Grafmonument van de soldaten dominee van Atjeh Iz. Thenu. „Gij hebt velen onderwezen en Gij hebt slappe handen gesterkt." Tomb of soldier's Parson of Atjeh Is. Thenu. "Thou hast taught many and Thou hast strengthened weak hands".
Maquette van Peutjoet, vervaardigd in Banda Atjeh, nu in het Museum Bronbeek te Arnhem.
90
Kapitein M J J . B . H . Campioni Captain M J J.B.H. Campioni
Kapitein G J A . Webb Captain G J A . Webb
Luitenant H.M. Vis Lieutenant H.M. Vis
Lt.-Kol. W.B J . A . Scheepens Lt.-Col. W.B J A . Scheepens
91
Plattegrond Erebegraafplaats Peutjoet in Banda Atjeh Map of Peutjoet cemetry
92
Monumenten
Monuments
1 Generaal-Majoor Kohler 2 Marechaussee 3 Luit.-Kol. Roeps 4 Kapitein Darlang 5 Luit.-Kol. Scheepens 6 Kapitein Campioni 7 Luit. Vis 8 Kapitein Webb 9 Generaal-Majoor Pel 10 Gouverneur van Aken
Maj.-Gen. Kohler Special Troops Lt.-Col. Roeps Captain Darlang Lt.-Col. Scheepens Captain Campioni Lt. Vis Captain Webb Maj.-Gen. Pel Governor van Aken
STRAAT MALAKKA (MALACCA STRAITS)
INDISCHE OCEAAN (INDIAN OCEAN)
93
"-T7 S T * -
Hier is een vergeten massagraf van 28 gevallenen in Glieeng. Wie liggen hier begraven? Oude grafstenen in Indrapoeri. Old tombstones at Indrapoeri.
. f ' ' • ..jfBJjffif "J<
f'l
94
Kolonel b.d. J.H.J. Brendgen bezocht Atjeh en de begraafplaats Peutjoet in de jaren 1970, 1974, 1975, 1976, 1978, 1979, 1980, 1981 en 1982. In 1976 nam de restauratie van de Ere-begraafplaats eenaanvang. In 1978 vond de herbegrafenis van Gen.-Maj. Kohler plaats. In dat jaar werd in de Kerk te Middelburg de gedenkplaat ter nagedachtenis aan T. Abdoel Hamid onthuld. 1979 was het jaar van de herbegrafenis van Luit.-Kol. Roeps. De verharding van de middenlaan kwam tot stand en de Kol. Brendgen overhandigde het embleem van het Regiment van Heutsz aan de Commandant van de Brigade Iskandar Moeda. H.M. Ambassadeur Renardel de Lavalette bezoekt Peutjoet. In 1980 vond de herbegrafenis van de Fourier J.H. Grotjahn plaats. In 1981 vonden de verbeteringen aan de Kapitein Darlanglaan en de Luit.Kol. Roepslaan plaats. Een groot gezelschap uit Kalimanten bezocht het Ere-kerkhof. Ook Nederlandse reisgezelschappen vonden de weg naar Peutjoet. Bezoek en kranslegging door H.M. Ambassadeur van Gorkom in 1982. Restauratie van de Ere-begraafplaats voltooid. Rest nog het voortdurende onderhoud. The Colonel ret. J.H.J. Brendgen paid the following visits to Peutjoet; 1970, 1974, 1975, 1976, 1978, 1979,1980,1981 en 1982. The restoration of the War-Cemetery began in 1976. In 1978 the re-burial of Maj.-Gen. Kohler took place there. In the same year a memorial-plaque was unveiled in the church at Middelburg in commemoration of T. Abdul Hamid. 1979 was the year of the re-burial of Lt.Col. Roeps. The hardening of the center-lane was effectuated and Col. Brendgen presented the emblem of the Van Heutz Regiment to the Commander of the Iskandar Moeda Brigade. In the same year Peutjoet was visited by Ambassador Renardel de Lavalette. In 1980 the-reburial of Quartermaster-Sergeant J.H. Grotjahn took place. In 1981 improvements were made to the Captain Darlanglane and the Lt.Col. Roepslane. The War-Cemetery was visited by a big party from Kalimanten. Dutch travelling parties also set out to Peutjoet. A visit was paid and a wreath was laid by H.M. Ambassador Van Gorkom in 1982. Restoration of the War-Cemetery Peutjoet has been completed. Yet to be taken care of: continuous maintenance.
95
VERANTWOORDING Dit boekwerk werd uitgegeven met hulp van het Prins Bernhard Fonds te Amsterdam door de Vereniging Indische Nederlanders, Bouvigne 23 III - 1083 BP Amsterdam. Eindredakteur: C.J. Stolk. Engelse vertaling: Lea Morris. De foto's werden gemaakt door de heer J.H.J. Brendgen en wijlen de heer W.D. Weenas, tot 1982 opzichter van Peutjoet. Sommige zwart/wit foto's zijn overgenomen uit het boek ,,Atjeh", geschreven door H.C. Zentgraaff en verschenen in 1938. In dit boekwerk is de Nederlandse schrijfwijze van Indonesische woorden aangehouden. De eventuele baten uit de verkoop van het boek Peutjoet zijn bestemd voor de Stichting Peutjoet Fonds. Het Ere-kerkhof Peutjoet valt niet onder de zorg van de Nederlandse Oorlogsgraven Stichting. ACKNOWLEDGEMENT This book was published by the Vereniging Indische Nederlanders, Bouvigne 23 III, 1083 BP Amsterdam with the support of the Prince Bernhard Fund. Responsible Editor: C.J. Stolk. English translation: Lea Morris. Photographs made by Mr. J.H.J. Brendgen and Mr. W.D. Weenas, overseeer of graveyard Peutjoet until his death in 1982. Some black/white pictures were copied from the book "Atjeh" by H.C. Zentgraaff. Any profits from the sales of the book Peutjoet go to the Foundation Peutjoet Fund. The War Cemetery Peutjoet does not come under the care of the Dutch War Graves Foundation.
***** ! •
• a * ••*»
••'HI
'Mi
1
m te '- ** AS* <
m
/tTS
^
i
1
o <
i
W.D. Weenas f
Gironummer Stichting Peutjoet Fonds 3 564600 t.n.v. de Penningmeester van de Stichting in Rijswijk (Zuid-Holland) 96
Druk: GEVANA - HILLEGOM