BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DOC 53 DOC novembre november 2010 EXPOSÉ DES MOTIFS

DOC 53

0555/001

DOC 53

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

0555/001

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

24 novembre 2010

24 november 2010

PROJET DE LOI DE FINANCES

ONTWERP VAN FINANCIEWET

pour l’année budgétaire 2011

voor het begrotingsjaar 2011

EXPOSÉ DES MOTIFS

MEMORIE VAN TOELICHTING

MESDAMES, MESSIEURS,

DAMES EN HEREN,

En raison de la situation politique, le budget des Voies et Moyens et le budget général des Dépenses pour l’année 2011 ne seront probablement pas votés avant le 31 décembre prochain.

Wegens de politieke toestand zullen de Middelenbegroting en de Algemene Uitgavenbegroting voor het jaar 2011 vermoedelijk niet vóór 31 december a.s. goedgekeurd worden.

Dans ces conditions, le gouvernement est amené à soumettre le présent projet de loi de finances à l’approbation de la Chambre des représentants afin d’assurer la marche des services publics pendant les premiers mois de l’année prochaine.

Ten einde de werking van de openbare diensten gedurende de eerste maanden van het volgende jaar te kunnen verzekeren is de regering bijgevolg genoodzaakt het onderhavig ontwerp van financiewet ter goedkeuring van de Kamer van volksvertegenwoordigers voor te leggen.

Ce projet de loi règle une matière visée à l’article 74, 3° de la Constitution et comprend deux parties distinctes, à savoir:

Dit wetsontwerp regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet en bevat twee onderscheiden delen, te weten:

— l’ouverture de crédits provisoires à valoir sur le budget général des Dépenses (BGD) de l’année budgétaire 2011 (chapitre II);

— de opening van voorlopige kredieten welke in mindering komen van de Algemene Uitgaven-begroting (AUB) voor het begrotingsjaar 2011 (hoofdstuk II);

— le renouvellement d’un nombre de dispositions légales à caractère financier qui figurent traditionnellement au budget des Voies et Moyens (BVM) (chapitre III).

— de hernieuwing van een aantal wettelijke bepalingen met financiële inslag die traditioneel worden opgenomen in de Middelenbegroting (MB) (hoofdstuk III).

0620 CHAMBRE

2e SESSION DE LA 53e LÉGISLATURE

2010

2011

KAMER

2e

ZITTING VAN DE 53e ZITTINGSPERIODE

2

DOC 53

0555/001

Le gouvernement a déposé ce projet de loi le 24 novembre 2010.

De regering heeft dit wetsontwerp op 24 november 2010 ingediend.

Le “bon à tirer” a été reçu à la Chambre le 25 novembre 2010.

De “goedkeuring tot drukken” werd op 25 novembre 2010 door de Kamer ontvangen.

N-VA PS MR CD&V sp.a Ecolo-Groen! Open Vld VB cdH LDD PP

: : : : : : : : : : :

Nieuw-Vlaamse Alliantie Parti Socialiste Mouvement Réformateur Christen-Democratisch en Vlaams socialistische partij anders Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen Open Vlaamse liberalen en democraten Vlaams Belang centre démocrate Humaniste Lijst Dedecker Parti Populaire

Abréviations dans la numérotation des publications: DOC 53 0000/000: QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:

PLEN: COM: MOT:

Afkortingen bij de nummering van de publicaties:

Document parlementaire de la 53ème législature, suivi du n° de base et du n° consécutif Questions et Réponses écrites Version Provisoire du Compte Rendu intégral (couverture verte) Compte Rendu Analytique (couverture bleue) Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (avec les annexes) (PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon) Séance plénière Réunion de commission Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants

DOC 53 0000/000: QRVA: CRIV: CRABV: CRIV:

PLEN: COM: MOT:

Parlementair document van de 53e zittingsperiode + basisnummer en volgnummer Schriftelijke Vragen en Antwoorden Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft) Beknopt Verslag (blauwe kaft) Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (met de bijlagen) (PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft) Plenum Commissievergadering Moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers

Commandes: Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél.: 02/ 549 81 60 Fax: 02/549 82 74 www.laChambre.be e-mail: [email protected]

CHAMBRE


Bestellingen: Natieplein 2 1008 Brussel Tel.: 02/ 549 81 60 Fax: 02/549 82 74 www.deKamer.be e-mail: [email protected]

2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

3

CHAPITRE 2

HOOFDSTUK 2

CRÉDITS PROVISOIRES

VOORLOPIGE KREDIETEN

1.1. Base juridique

1.1. Rechtsgrondslag

Les articles 55 à 58 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral fixent les règles régissant les crédits provisoires.

Ces articles prévoient notamment ce qui suit:

De artikels 55 tot en met 58 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat leggen de regels vast die de voorlopige kredieten beheersen. De meest opvallende elementen daarvan zijn:

— les crédits provisoires sont limités à maximum quatre douzièmes (mois), par période, sauf si des obligations légales ou contractuelles requièrent qu’ils soient alloués pour une période d’une autre durée;

— de beperking van de voorlopige kredieten tot maximaal vier twaalfden (maanden) per termijn, behalve wanneer wettelijke of contractuele verplichtingen een andere termijn opleggen;

— les douzièmes provisoires sont calculés sur la base du dernier budget approuvé, en l’occurrence le budget ajusté de 2010;

— de berekening van de voorlopige twaalfden op basis van de laatst goedgekeurde begroting, met name de aangepaste begroting 2010 in onderhavig geval;

— les crédits provisoires sont alloués par programme;

— de voorlopige kredieten worden per programma toegekend;

— les dépenses d’une nature nouvelle non autorisées antérieurement par le parlement sont, en principe, exclues des crédits provisoires.

— uitgaven van een nieuwe aard die niet eerder werden gemachtigd door het parlement zijn, in principe, uitgesloten uit de voorlopige kredieten.

1.2. Dispositions légales

1.2. Wettelijke bepalingen

Art. 2

Art. 2

L’article 2 fixe, par programme, les montants des crédits provisoires (crédits d’engagement et crédits de liquidation) dont les ordonnateurs pourront disposer pendant les trois premiers mois de l’année 2011.

Het artikel 2 stelt, per programma, de bedragen vast van de voorlopige kredieten (vastleggingskredieten en vereffeningskredieten) waarover de ordonnateurs gedurende de drie eerste maanden van het jaar 2011 zullen kunnen beschikken.

L’estimation des dépenses, à charge des crédits variables des fonds budgétaires, est également reprise dans le tableau annexé à la présente loi.

In de tabel gevoegd bij deze wet wordt ook de raming van de uitgaven ten laste van de variabele kredieten van de begrotingsfondsen opgenomen.

Cet article permet également aux SPF qui intègrent le système FEDCOM d’effectuer leurs imputations conformément à leur nouvelle structure.

Dit artikel stelt de FOD’s die het FEDCOM systeem integreren, eveneens in staat hun aanrekeningen te maken overeenkomstig hun nieuwe structuur

Art. 3

Art. 3

Conformément à l’article 62, § 2, de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, l’article 3 du présent projet de loi fixe les montants des autorisations d’engagement pour les fonds organiques concernés.

Overeenkomstig artikel 62, § 2, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat stelt artikel 3 van dit wetsontwerp de bedragen vast van de vastleggingsmachtigingen voor de betrokken organieke fondsen.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


4

DOC 53

0555/001

Art. 4

Art. 4

Conformément à l’article 48, 3e alinéa, de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, l’article 4 du présent projet de loi reconduit les dispositions spéciales du budget général des Dépenses de 2010 qui permettent l’octroi de subsides facultatifs.

Overeenkomstig artikel 48, 3de lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat verlengt artikel 4 van dit wetsontwerp de speciale bepalingen van de Algemene Uitgavenbegroting van 2010 die de toekenning van facultatieve toelagen machtigen.

Art. 5 (= art. 1-01-4 BGD 2010)

Art. 5 (= art. 1-01-4 AUB 2010)

Seuls les SPF déjà entrés dans le système FEDCOM fonctionneront, pendant l’année budgétaire 2011, avec des crédits de liquidation. Cette disposition légale est nécessaire pour permettre aux autres SPF/départements d’assimiler leurs crédits d’ordonnancement à des crédits de liquidation.

Enkel de FOD’s die in het FEDCOM project zijn gestapt zullen gedurende het begrotingsjaar 2011 werken met vereffeningskredieten. Deze wetsbepaling is nodig om de andere FOD’s / departementen in staat te stellen hun ordonnanceringskredieten gelijk te stellen met vereffeningskredieten.

Art. 6 (= art. 1-01-6 BGD 2010)

Art. 6 (= art. 1-01-6 AUB 2010)

Cette disposition autorise le paiement des allocations de naissance et des indemnités pour frais funéraires sous forme de dépenses fixes, c’est-à-dire avec exemption du visa préalable de la Cour des comptes.

Deze bepaling machtigt de betaling van de geboortetoelagen en van de vergoedingen voor begrafeniskosten in de vorm van vaste uitgaven, zegge met vrijstelling van het voorafgaand visum van het Rekenhof.

Art. 7 (= art. 1-01-7 BGD 2010)

Art. 7 (= art. 1-01-7 AUB 2010)

L’autorisation sollicitée par cet article repose sur les mêmes contraintes exposées à l’article précédent, ainsi que sur la coutume de traiter avec les avocats, les experts et les huissiers de justice moyennant des provisions.

De bij dit artikel gevraagde machtiging stoelt op dezelfde belemmeringen als deze aangehaald in het vorig artikel, evenals op de gewoonte met advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders te handelen op basis van provisies.

Art. 8 (= art. 1-01-5, § 2 à 4 BGD 2010)

Art. 8 (= art. 1-01-5, § 2 tot 4 AUB 2010)

La dérogation sollicitée à cet article doit permettre de concilier deux impératifs, à savoir:

De gevraagde afwijking in dit artikel moet toelaten twee vereisten te verzoenen, te weten:

— maintenir une structure budgétaire convenable au niveau des divisions organiques et des programmes;

— een behoorlijke begrotingsstructuur op het niveau van de organisatieafdelingen en van de programma’s behouden;

— procurer aux présidents des Comités de Direction des services publics fédéraux la souplesse voulue pour pouvoir réaménager, en fonction des besoins, les moyens budgétaire dont ils disposent, au sein de leur budget de gestion.

— aan de voorzitters van de directiecomités van de federale overheidsdiensten de gewenste soepe-lheid verschaffen om de begrotingsmidde¬len waarover ze beschikken, naargelang van de behoeften, binnen hun beheersbegroting te kunnen herschikken.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

5

Art. 9 (= art. 1-01-8 BGD 2010)

Art. 9 (= art. 1-01-8 AUB 2010)

Cette dérogation à la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral est nécessaire pour pouvoir répondre aux besoins des pouvoirs locaux concernés par suite de l’organisation des Sommets européens à Bruxelles.

Deze afwijking op de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat is nodig om te kunnen inspelen op de noden van de betrokken lokale overheden ingevolge de organisatie van de Europese tops in Brussel.

Art. 10

Art. 10

Le présent projet de loi, qui se limite aux textes indispensables, implique, comme par le passé, la reconduction d’un certain nombre de dispositions nécessaires au bon fonctionnement des services.

Dit wetsontwerp dat zich beperkt tot de noodzakelijke teksten, veronderstelt zoals in het verleden de verlenging van een aantal beschikkingen die noodzakelijk zijn voor de goede werking van de diensten.

Ainsi, l’article 10 du présent projet réfère aux dispositions budgétaires particulières des départements, et notamment aux dérogations annuelles aux règles en matière de comptabilité de l’État (avances de fonds et ouvertures de crédit au lieu du visa préalable de la Cour des comptes pour certaines dépenses, octroi d’avances, etc.), qui étaient d’application en 2010 et sont prorogées.

Artikel 10 van dit ontwerp verwijst aldus naar de bijzondere begrotingsbepalingen van de departementen, en namelijk naar de jaarlijkse afwijkingen op de regels inzake de Rijkscomptabiliteit (fondsenvoorschotten en kredietopeningen in plaats van het voorafgaand visum van het Rekenhof voor bepaalde uitgaven, de toekenning van voorschotten, enz.), die in 2010 van kracht waren en verlengd worden.

Section 12

Sectie 12

SPF Justice

FOD Justitie

Art. 11

Art. 11

Cette disposition permet au ministre de la Justice de recevoir des fonds de l’UE dans le cadre du cofinancement de projets dans le domaine de la justice (entre autres le projet e-Justice).

Deze bepaling laat de minister van Justitie toe om gelden van de EU te ontvangen in het kader van de cofinanciering van projecten in het domein van de justitie ( onder andere het project e-Justice).

Section 14

Sectie 14

SPF Affaires Etrangères, Commerce Extérieur et Coopération au Développement

FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Art. 12

Art. 12

Depuis 2003, l’engagement des projets et des programmes bilatéraux, en régie ou en cogestion, exécutés par la CTB, se fait à charge de l’allocation de base 54.10.54.52.02 — Couverture des frais opérationnels de la CTB et alimentation des comptes cogérés ou gérés par le partenaire —, sur la base d’un engagement annuel de l’État vis-à-vis de la CTB, et non plus, comme dans le passé, sur la base des engagements de l’État vis-à-vis des pays partenaires.

Sinds 2003 gebeurt de vastlegging van bilaterale projecten en programma’s in regie en in medebeheer, die uitgevoerd worden door BTC, ten laste van basisallocatie 54.10.54.52.02 — Dekking operationele kosten van de BTC en bevoorrading van de medebeheerde of door de partner beheerde rekeningen —, op basis van een jaarlijkse verbintenis van de Staat ten opzichte van de BTC en niet meer, zoals in het verleden, op basis van de verbintenissen die de Staat aangaat tegenover de partnerlanden.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


6

DOC 53

0555/001

C’est pourquoi le montant maximum à concurrence duquel l’État pourra conclure de nouveaux arrangements pluriannuels avec les pays partenaires ainsi que les modalités du contrôle portant sur le respect de ce plafond sont inscrits à l’article 12.

Daarom wordt in artikel 12 het maximumbedrag ingeschreven ten belope waarvan de Staat nieuwe meerjarige overeenkomsten met de partnerlanden kan afsluiten en de wijze waarop het niet overschrijden van dit plafond opgevolgd zal worden.

Art. 13

Art. 13

Cet article contient le règlement du traitement comptable des prêts à des États étrangers.

Dit artikel bevat een regeling van de rijkscomptabele behandeling van de leningen aan vreemde Staten.

Art. 14

Art. 14

Cette disposition a pour but d’apporter une base légale aux opérations pour ordre découlant des évaluations conjointes de la coopération au développement, conduites sous la responsabilité de la Belgique.

Deze bepaling heeft als doel te voorzien in een rechtsgrond voor de verrichtingen voor orde die voortvloeien uit de gemeenschappelijke evaluaties van de ontwikkelingssamenwerking, uitgevoerd onder de leiding van België.

Art. 15

Art. 15

Dans le souci de rendre la coopération au développement plus efficace, les bailleurs de fonds recherchent de nouvelles formes d’aide, dont la coopération déléguée. Dans le cadre de la coopération déléguée, un bailleur de fonds bilatéral délèguera l’exécution d’un programme ou d’un projet dans un pays en voie de développement à la Belgique. L’article 15 a pour but d’apporter une base légale aux opérations pour ordre découlant des accords relatifs à cette coopération déléguée.

Teneinde de doeltreffendheid van de ontwikkelingssamenwerking te vergroten zoeken de donoren naar nieuwe hulpvormen. De gedelegeerde samenwerking is er één van. In het raam van de gedelegeerde samenwerking zal een bilaterale donor de uitvoering van een programma of een project in een ontwikkelingsland, aan België delegeren. Artikel 15 heeft tot doel een wettelijke basis te verlenen aan de verrichtingen voor orde die voortvloeien uit de akkoorden met betrekking tot deze gedelegeerde samenwerking.

Section 16

Sectie 16

Ministère de la Défense

Ministerie van Landsverdediging

Art. 16 (= Art. 2.16.12 BGD 2010)

Art. 16 (= Art. 2.16.12 AUB 2010)

Cette disposition vise à adapter le montant des intérêts générés et à utiliser ceux-ci de la manière la plus rentable.

Deze bijbepaling heeft als doel het bedrag van de opgebrachte intresttegoeden aan te passen en er het meest rendabel gebruik van te maken.

Section 18

Sectie 18

SPF Finances

FOD Financiën

Art. 17

Art. 17

§ 1er. À partir du 1er janvier 1993 — date d’entrée en vigueur du marché unique européen — les dépenses salariales relatives aux membres du personnel de

CHAMBRE


2010

§ 1. Vanaf 1 januari 1993 — datum van inwerkingtreding van de Europese interne markt — werden de weddenuitgaven van het personeel van de Administratie

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

7

l’Administration des douanes et accises mis à la disposition d’autres administrations du SPF Finances et d’autres SPF et services publics, ne sont plus imputées sur l’allocation de base 80.61.11.00.03, mais sur l’allocation de base 80.61.11.00.09. Vu que cette dernière allocation de base contient des dépenses salariales semblables à celles de l’allocation de base 80.61.11.00.03 et concerne des fonctionnaires d’une même administration fiscale, cet article prévoit la possibilité d’une redistribution entre ces allocations de base.

der douane en accijnzen gebezigd door andere administraties van de FOD Financiën en andere ministeries en openbare diensten, niet langer aangerekend op de basisallocatie 80.61.11.00.03, maar op de basisallocatie 80.61.11.00.09. Vermits deze laatste basisallocatie gelijkaardige weddenuitgaven bevat als de basisallocatie 80.61.11.00.03, en het ambtenaren betreft van eenzelfde fiscale administratie, voorziet dit artikel de mogelijkheid tot herverdeling binnen deze basisallocaties.

§ 2. Cette disposition légale permet de redistribuer les crédits de fonctionnement dans le cas où des indemnités seraient à payer d’urgence à des tiers et dans le cas où, en application de l’article 8, § 1er, de la présente loi, il n’est momentanément plus possible de faire des redistributions au sein d’un même programme.

§ 2. Deze wetsbepaling laat toe om de werkingskredieten te herverdelen in geval zich dringende te betalen schadevergoedingen aan derden zouden voordoen, en waarbij het bij toepassing van artikel 8, § 1, van deze wet momenteel niet meer mogelijk is om herverdelingen uit te voeren binnen eenzelfde programma.

Section 19

Sectie 19

Régie des Bâtiments

Regie der Gebouwen

Art. 18 (= Art. 2.19.2 BGD 2010)

Art. 18 (= Art. 2.19.2 AUB 2010)

Le ministre des Finances est seul compétent pour assurer aux pouvoirs publics fédéraux les moyens financiers dont ceux-ci ont besoin. La présente disposition déroge à ce principe en autorisant légalement la Régie des bâtiments à avoir recours, pour des projets d’investissement bien définis, à des moyens alternatifs de financement, tels que des emprunts auprès d’institutions financières publiques ou privées, des locationsventes, des marchés de promotion, etc.

Alleen de minister van Financiën is bevoegd om aan de federale overheid de nodige financiële middelen te verstrekken. Deze bepaling wijkt af van dat principe door de Regie der Gebouwen wettelijk te machtigen om voor welbepaalde investeringsprojecten een beroep te doen op alternatieve financieringsmogelijkheden, zoals leningen bij openbare en private financiële instellingen, huurkoop, promotieopdrachten enz.

Le tableau ajouté reprend tous les projets d’investissement pareils en cours d’exécution dans l’année budgétaire 2011 ou dont l’exécution commencera en 2011. Les chiffres mentionnés successivement pour chaque projet signifient: le montant total de l’autorisation de financement durant toute la période d’exécution et la partie de ce montant à engager dans l’année budgétaire 2011 sur le budget de la Régie des Bâtiments, art. 533.05 (investissements généraux), art. 533.07 (investissements pour les besoins de l’Union européenne), art. 533.15 (investissements dans le cadre du Plan pluriannuel de la Justice) ou art. 537.15 (travaux dans des immeubles loués).

In de bijgevoegde tabel worden alle dergelijke projecten opgenomen die in het begrotingsjaar 2011 in uitvoering zullen zijn of waarvan de uitvoering in dat jaar zal starten. Bij ieder project wordt achtereenvolgens vermeld: het totaal bedrag van de financieringsmachtiging gedurende de hele periode van uitvoering en het gedeelte daarvan dat in het begrotingsjaar 2011 zal vastgelegd worden op de begroting van de Regie der Gebouwen, art. 533.05 (algemene investeringen), art. 533.07 (investeringen ten behoeve van de Europese Unie), art. 533.15 (investeringen in het raam van het Meerjarenplan Justitie) of art. 537.15 (werken in gehuurde gebouwen).

Art. 19

Art. 19

Dans le cadre du regroupement fonctionnel des services publics fédéraux à Bruxelles, certains services déménageront vers l’immeuble WTC3, sis Boulevard

In het raam van de functionele hergroepering van de federale overheidsdiensten te Brussel zullen een aantal diensten verhuizen naar het gebouw WTC3, gelegen

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


8

DOC 53

0555/001

Simon Bolivar 30. À cette fin, il y a lieu d’effectuer d’abord des travaux d’installation.

Simon Bolivarlaan 30. Daarvoor moeten uiteraard eerst installatiewerken gebeuren.

Toutefois, l’immeuble WTC3 a été vendu, fin 2006, à la s.a. Fedimmo et, par la suite, reloué par la Régie des Bâtiments pour une période de 21 ans. Aux termes de l’article 12.2 des conditions générales du contrat de bail, les travaux d’installation doivent être exécutés par le bailleur. La s.a. Fedimmo s’y est engagé à condition que la Régie des Bâtiments lui rembourse sous forme d’une augmentation du loyer.

Eind 2006 werd het WTC3-gebouw echter verkocht aan de n.v. Fedimmo en door de Regie der Gebouwen opnieuw ingehuurd, voor een periode van 21 jaar. Krachtens de bepalingen van art. 12.2 van de algemene voorwaarden van het huurcontract, moeten de installatiewerken uitgevoerd worden door de verhuurder. De n.v. Fedimmo is daartoe bereid indien de Regie der Gebouwen deze werken terugbetaalt onder de vorm van een huurtoeslag.

Compte tenu des conditions exorbitantes pratiquées par la Fedimmo, le Conseil des ministres du 12/10/2007 a donné l’autorisation à la Régie des Bâtiments de payer directement le montant des travaux d’installation au propriétaire à la fin de ceux-ci et de financer ce montant par un emprunt sur le marché financier. En outre, le 21/12/2007 le Conseil des ministres a décidé que la partie des travaux à charge des occupants sera également financée par cet emprunt.

Gelet op de buitenproportionele voorwaarden opgelegd door Fedimmo, heeft de Ministerraad van 12/10/2007 de Regie der Gebouwen gemachtigd om de kosten van de inrichtingswerken na hun oplevering rechtstreeks te betalen aan de eigenaar en om dit bedrag te financieren via een lening op de financiële markt. Op 21/12/2007 heeft de Ministerraad beslist dat ook het gedeelte van de werken dat ten laste is van de bezetters, gefinancierd moet worden met deze lening.

Le Conseil des ministres du 20/07/2010 a augmenté le montant total du financement à 70 500 000 EUR.

De Ministerraad van 20/07/2010 heeft het totaal bedrag van de financiering verhoogd tot 70 500 000 EUR.

Cette disposition légale autorise la Régie des Bâtiments à contracter ce financement. En outre elle défini la manière dont les occupants prendront en charge leur quote-part.

Deze wetsbepaling machtigt de Regie der Gebouwen om de financiering aan te gaan; bovendien regelt zij de wijze waarop de bezetters hun aandeel ten laste zullen nemen.

Section 21

Sectie 21

Pensions

Pensioenen

Art. 20 (= Art. 2.21.2 BGD 2010)

Art. 20 (= Art. 2.21.2 AUB 2010)

Le Service Central des Dépenses Fixes paie à partir du 1er janvier 2006 les pensions dont les droits sont déterminés par le Service des Pensions du Secteur Public (SPdSP), qui versera à cette fin les montants nécessaires sur un compte d’ordre de la trésorerie destiné à ce but. Pendant le mois de janvier, plusieurs types de pensions sont payées: les pensions à terme échu du mois de décembre, les pensions anticipées et à terme échu du mois de janvier. En outre, les pensions de réparation du premier trimestre sont également payées en janvier. Pendant le mois de janvier, les moyens pour couvrir ces dépenses ne peuvent être versés à ce compte que pendant le courant de ce mois (aussi bien les recettes propres du SPdSP que ses dotations prévues dans les allocations de base 55.11.41.01-55.11.41.02 et 55.11.41.03). Il est donc indispensable que ce compte d’ordre puisse puisse présenter

De Centrale Dienst der Vaste Uitgaven betaalt vanaf 1 januari 2006 de pensioenen waarvan de rechten worden vastgesteld door de Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS), die hiervoor de nodige bedragen stort op een daartoe bestemd orderekening van de thesaurie. Tijdens de maand januari dienen evenwel meerdere soorten pensioenen te worden uitbetaald: de pensioenen einde maand december, deze die in het begin van de maand januari worden uitbetaald en deze die op het einde van januari worden uitbetaald. Tevens worden tijdens de maand januari de vergoedingspensioenen voor het eerste trimester van het jaar betaald. Tijdens de maand januari zullen de middelen om deze uitgaven te dekken slechts in de loop van de maand op deze rekening kunnen gestort worden (zowel de eigen ontvangsten van de PDOS als de aan deze dienst toegekende dotaties bedoeld in basisallocaties

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

9

temporairement un solde débiteur. Compte tenu du caractère exceptionnel du nombre de paiements en janvier, le solde débiteur peut représenter au maximum 20 % des dépenses relatives aux missions légales de ce Service.

55.11.41.01-55.11.41.02 en 55.11.41.03). Het is aldus noodzakelijk dat deze orderekening tijdelijk een debetsaldo kan vertonen. Gelet op het uitzonderlijk karakter van het aantal betalingen in januari, kan dit debetsaldo maximum 20 % bedragen van de uitgaven inzake de wettelijke opdrachten van deze Dienst.

Art. 21 (= Art. 2.21.3 BGD 2010)

Art. 21 (= Art. 2.21.3 AUB 2010)

Le Service Central des Dépenses Fixes paie à partir du 1er janvier 2006 les traitements du personnel du SPdSP, qui versera à cette fin les montants nécessaires sur un compte d’ordre de la trésorerie destiné à ce but. Pendant le mois de janvier, les moyens (la dotation du SPdSP prévue sur l’allocation de base 55.12.41.04) pour couvrir ces dépenses ne peuvent être versés à ce compte que pendant le courant de ce mois. Il est donc indispensable que ce compte d’ordre puisse présenter temporairement un solde débiteur. Le solde débiteur peut représenter au maximum 20 % des dépenses de gestion de ce Service.

De Centrale Dienst der Vaste Uitgaven betaalt vanaf 1 januari 2006 de wedden van het personeel van de PDOS, die hiervoor de nodige bedragen stort op een daartoe bestemde orderekening van de thesaurie. Tijdens de maand januari zullen de middelen (de aan de PDOS toegekende dotatie in basisallocatie 55.12.41.04) om deze uitgaven te dekken slechts in de loop van de maand op deze rekening kunnen gestort worden. Het is aldus noodzakelijk dat deze orderekening tijdelijk een debetsaldo kan vertonen. Dit debetsaldo mag maximum 20 % bedragen van de totale beheersuitgaven van deze Dienst.

Section 33

Sectie 33

Mobilité et Transports

Mobiliteit en Vervoer

Art. 22

Art. 22

Suite à l’introduction de Fedcom à partir du 1er janvier 2011, le montant de 2.021.000 EUR qui revient au Trésor sera ajouté aux recettes affectées. Le montant sera désaffecté au moyen d’une désaffectation et ajouté aux ressources du Trésor.

Ingevolge de invoering van Fedcom per 1 januari 2011 zal het bedrag van 2.021.000 EUR dat aan de Schatkist toekomt op de geaffecteerde ontvangsten worden ingeschreven. Het bedrag zal via desaffectatie van bestemming worden veranderden bij de middelen van de Schatkist worden gevoegd.

Art. 23

Art. 23

Les dérogations demandées au BGD 2010 ont été adaptées à la nouvelle structure budgétaire et élargies au programme 51/5 - Service des Plaintes ferroviaires.

De gevraagde afwijkingen AUB 2010 werden aangepast aan de nieuwe begrotingsstructuur en uitgebreid tot het programma 51/5 – Klachtendienst spoorvervoer.

Art. 24

Art. 24

Cet article satisfait à la condition prévue à l’article 48 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral dans lequel il est stipulé que chaque subside, en absence de loi organique, doit faire l’objet d’une disposition spéciale dans le budget des dépenses précisant la nature des subsides.

Dit artikel beantwoordt aan de eis gesteld in artikel 48 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat waarbij gesteld wordt dat elke toelage, bij ontstentenis van een organieke wet, in de uitgavenbegroting het voorwerp moet uitmaken van een speciale bepaling die de aard van de toelagen preciseert.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


10

DOC 53

1.3. Calcul des crédits provisoires

0555/001

1.3. Berekening van de voorlopige kredieten

Conformément à l’article 56 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, les crédits provisoires sont accordés pour 4 mois au maximum, abstraction faite de dérogations qui s’avéreraient nécessaires suite à des obligations légales, réglementaires ou contractuelles.

Overeenkomstig het artikel 56 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, worden de voorlopige kredieten toegekend voor ten hoogste 4 maanden, abstractie gemaakt van afwijkingen die nodig mochten blijken als een gevolg van wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen.

Dans le présent projet, les crédits provisoires sont calculés sur la base des crédits ajustés de 2010.

In dit ontwerp werden de voorlopige kredieten berekend op basis van de aangepaste kredieten van 2010.

Il est sollicité trois douzièmes couvrant la période janvier-mars 2011, à l’exception, toutefois, des allocations de base relatives aux rémunérations des SPF/Départements qui n’ont pas encore intégré le système FEDCOM, pour lesquelles quatre douzièmes sont prévus (le mois de décembre 2010 est imputé sur les crédits de 2011 en application de l’article 8 de l’arrêté royal du 1er juillet 1964 fixant les règles d’imputation des recettes et des dépenses budgétaires des services d’administration générale de l’État).

Voor de periode januari-maart 2011 worden drie twaalfden gevraagd, met uitzondering evenwel van de basisallocaties betreffende de bezoldigingen van de FOD’s/Departementen die het FEDCOM-systeem nog niet toepassen, waarvoor vier twaalfden werden voorzien (de maand december 2010 wordt aangerekend op de kredieten van 2011 in toepassing van het artikel 8 van het koninklijk besluit van 1 juli 1964 tot vaststelling van de regels van aanrekening van de budgettaire ontvangsten en uitgaven van de diensten van algemeen bestuur van de Staat).

L’indexation de 2 % des crédits de personnel a été appliquée tout comme il a été tenu compte de la diminution de 0,7 % des crédits de personnel prévue au contrôle budgétaire 2010.

De aanpassing aan de index met 2 % voor de personeelskredieten is gebeurd. Er is ook rekening gehouden met de vermindering met 0,7 % van de personeelskredieten die werd voorzien bij de begrotingscontrole 2010.

1.4. Justifications des autres dérogations à la règle des douzièmes

1.4. Verantwoordingen van de andere afwijkingen op de regel van de twaalfden

Cellules stratégiques

Strategische cellen

Les crédits relatifs aux cellules stratégiques tiennent compte de leur part dans l’économie de 5 millions d’euros décidée par le Conseil des ministres du 16 octobre 2009.

De kredieten met betrekking tot de strategische cellen houden rekening met hun aandeel in de besparing van 5 miljoen euro beslist door de Ministerraad van 16 oktober 2009.

Section 01

Sectie 01

Dotations

Dotaties

DIVISION 31 — LISTE CIVILE ET DOTATIONS À LA FAMILLE ROYALE

AFDELING 31 — CIVIELE LIJST EN DOTATIES AAN DE KONINKLIJKE FAMILIE

PROGRAMME 31.1 — Liste civile

PROGRAMMA 31.1 — Civiele Lijst

En application de l’article 1er de la loi du 16 novembre 1993 fixant la Liste civile pour la durée du règne du Roi Albert II, l’attribution d’une dotation annuelle et viagère à Sa Majesté la Reine Fabiola et l’attribution d’une dota-

CHAMBRE


2010

In toepassing van artikel 1 van de wet van 16 november 1993 houdende vaststelling van de Civiele Lijst voor de duur van de regering van Koning Albert II, tot toekenning van een jaarlijkse en levenslange dotatie aan Hare

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

11

tion annuelle à Son Altesse Royale le Prince Philippe, la dotation est payée par trimestre et par anticipation.

Majesteit Koningin Fabiola en van een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip wordt de dotatie per trimester en vóór vervallen termijn betaald.

Six douzièmes doivent donc être prévus au budget.

Zes twaalfden dienen dan ook in de begroting te worden uitgetrokken.

PROGRAMME 31.2 — Dotation à S.A.R. le Prince Philippe

PROGRAMMA 31.2 — Dotatie aan Z.K.H. Prins Filip

PROGRAMME 31.3 — Dotation à S.M. la Reine Fabiola

PROGRAMMA 31.3 — Dotatie aan H.M. Koningin Fabiola

PROGRAMME 31.4 — Dotation à S.A.R. la Princesse Astrid

PROGRAMMA 31.4 — Dotatie aan H.K.H. Prinses Astrid

PROGRAMME 31.5 — Dotation à S.A.R. le Prince Laurent

PROGRAMMA 31.5 — Dotatie aan Z.K.H. Prins Laurent

En application de l’article 2 de la loi précitée et des articles 2, 3 et 3bis de la loi du 7 mai 2000 attribuant une dotation annuelle à Son Altesse Royale le Prince Philippe, une dotation annuelle à Son Altesse Royale la Princesse Astrid et une dotation annuelle à son Altesse Royale le Prince Laurent, les dotations sont payées par trimestre et par anticipation.

In toepassing van artikel 2 van voornoemde wet en van artikels 2, 3 en 3bis van de wet van 7 mei 2000 houdende de toekenning van een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip, een jaarlijkse dotatie aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid en een jaarlijkse dotatie aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Laurent worden de dotaties per trimester en vóór vervallen termijn betaald.

Six douzièmes doivent donc être prévus au budget.

Zes twaalfden dienen dan ook in de begroting te worden uitgetrokken.

Le calcul des douzièmes a été effectué sur la base des montants des dotations 2011 fixés par les articles 174 et 175 de la loi- programme du 23 décembre 2009.

De berekening van de twaalfden werd gemaakt op basis van de bedragen van de dotaties 2011 bepaald door artikels 174 en 175 van de programmawet van 23 december 2009.

DIVISION 33 — DOTATIONS À LA COUR CONSTITUTIONNELLE, À LA COUR DES COMPTES ET AUX INSTITUTIONS ÉMANANT DES ASSEMBLÉES LÉGISLATIVES FÉDÉRALES

AFDELING 33 — DOTATIES AAN HET GRONDWETTELIJK HOF, AAN HET REKENHOF EN AAN DE INSTELLINGEN DIE UIT DE FEDERALE WETGEVENDE VERGADERINGEN VOORTKOMEN

PROGRAMME 33.7 – Commissions de nomination réunies pour le notariat

PROGRAMMA 33.7 — Verenigde benoemingscommissies voor het notariaat

Une dérogation de 155 000 EUR est demandée.

Er wordt een afwijking gevraagd ten bedrage van 155 000 EUR.

Les Commissions souhaitent disposer de 40 % du projet de dotation 2011 (792 000 EUR) en vue de couvrir les coûts d’organisation des examens de notariat et de réalisation d’un projet informatique concernant la médiation des plaintes

De Commissies willen over 40 % van hun ontwerpdotatie 2011 (792 000 EUR) beschikken om de kosten te dekken voor het uitschrijven van notarisexamens en om een informaticaproject te verwezenlijken in verband met de behandeling van klachten.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


12

DOC 53

DIVISION 34 — DOTATIONS AUX COMMUNAUTÉS

0555/001

AFDELING 34 – DOTATIES AAN DE GEMEENSCHAPPEN

PROGRAMME 34.1 Communauté germanophone

PROGRAMMA 34.1 Duitstalige Gemeenschap

La dotation annuelle à la Communauté germanophone est calculée sur la base des montants et paramètres fixés par les articles 58 et suivants de la loi du 31 décembre 1983 de réforme institutionnelle pour la Communauté germanophone.

De jaarlijkse dotatie aan de Duitstalige Gemeenschap wordt berekend op basis van de bedragen en parameters bepaald door artikels 58 en volgende van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap.

Les crédits provisoires doivent dès lors être calculés sur ceux de 2011.

De voorlopige kredieten dienen dan ook op deze van 2011 berekend te worden.

PROGRAMME 34.2 Commission communautaire commune

PROGRAMMA 34.2 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

La dotation annuelle à la Commission communautaire commune est calculée sur la base des montants et paramètres fixés par l’article 65 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communauté et Régions.

De jaarlijkse dotatie aan de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wordt berekend op basis van de bedragen en parameters bepaald door artikel 65 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.

Les crédits provisoires doivent dès lors être calculés sur ceux de 2011.

De voorlopige kredieten dienen dan ook op deze van 2011 berekend te worden.

Section 02

Sectie 02

Chancellerie du Premier Ministre

Kanselarij van de Eerste Minister

PROGRAMME 21 Réseau ICT

PROGRAMMA 21/1 ICT Netwerk

21/1: Crédits d’engagements: + 3.283

21/1: Vastleggingskredieten: + 3.283

La maintenance des service ICT shared est assurée par un contrat auprès d’un sous-traitant spécifique. Ce seul contrat représente plus de 85 % du crédit annuel de l’a.b. 02.21.1.0.12.11.23 . Pour garantir la continuité dans la qualité du service, ce contrat doit pouvoir être engagé dans sa totalité dès le début de l’exercice.

CHAMBRE


2010

Het onderhoud van de diensten ICT shared wordt verzekerd door een overeenkomst met een bepaalde onderaannemer. Deze overeenkomst staat op zichzelf voor meer dan 85 % van het jaarlijkse krediet van de b.a. 02.21.1.0.12.11.23. Om de kwaliteit van de dienstverlening op elk moment te kunnen waarborgen, moet deze overeenkomst integraal kunnen worden vastgelegd vanaf het begin van het boekjaar.

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

13

PROGRAMME 31/1 Communication externe

PROGRAMMA 31/1 Externe Communicatie

31/1: Crédits d’engagements: + 1 257 milliers EUR Le contrat avec l’agence de presse Belga, courant jusqu’au 30 sepembre 2011 devrait pouvoir être engagé complètement dès le premier trimestre 2010. Il y a dès lors lieu de prévoir de rendre la totalité du crédit disponible en engagements dès le premier trimestre 2011.

31/1: Vastleggingskredieten:

+ 1 257 duizend EUR

De overeenkomst met het persagentschap Belga, die loopt tot 30 september 2011, zou integraal moeten worden vastgelegd vanaf het eerste kwartaal van 2010. Het volledige krediet dient derhalve beschikbaar te zijn ter vastlegging vanaf het eerste kwartaal van 2011.

PROGRAMME 31/20 Institutions Bi-Culturelles

PROGRAMMA 31/20 Biculturele Instellingen

31/2: Crédits d’engagements: + 27 074 milliers EUR

31/2: Vastleggingskredieten: + 27 074 duizend EUR

31/2: Crédits de Liquidation: + 27 074 milliers EUR

31/2: Vereffeningskredieten: + 27 074 duizend EUR

Le tableau des douzièmes a été établi sur base de 25 % des dotations prévues pour les institutions biculturelles pour l’année 2010.

De tabel van de twaalfden werd opgesteld op basis van 25 % van de dotaties voorzien voor de biculturele instellingen voor het jaar 2010.

Cependant, les arrêtés royaux réglementant les subventions vers les trois institutions biculturelles reprises dans le budget du SPF Chancellerie du Premier Ministre établissent que 75 % des dotations doivent être versées avant le 31 mars de l’année en cours.

De koninklijk besluiten houdende regeling van de subsidies aan de drie biculturele instellingen die opgenomen zijn op de begroting van de FOD Kanselarij van de Eerste minister stellen dat 75 % van de dotaties gestort moeten zijn vóór 31 maart van het lopend jaar.

Par ailleurs, les contrats de gestion liant ces institutions précisent le mode de calcul de la dotation annuelle et prévoient que la part de la dotation correspondant à des frais de personnel sera indexée conformément aux taux prévus pour les dépenses de personnel pour l’ensemble du budget de l’État fédéral. Ces deux éléments induisent les dérogations suivantes:

Voorts preciseren de beheersovereenkomsten die deze instellingen binden de berekeningswijze van de jaarlijkse dotatie en voorzien zij dat het deel van de dotatie dat overeenstemt met de personeelskosten geïndexeerd zal worden, overeenkomstig de voeten voorzien voor de personeelsuitgaven voor de volledige begroting van de federale Staat. Deze twee elementen leiden tot de volgende afwijkingen:

AB 02.31.20.41.21: AB 02.31.20.41.22: AB 02.31.20.41.25:

+ 17 084 milliers EUR + 3 798 milliers EUR + 6 192 milliers EUR

Ba 02.31.20.41.21: Ba 02.31.20.41.22: Ba 02.31.20.41.25:

+ 17 084 duizend EUR + 3 098 duizend EUR + 6 192 duizend EUR

PROGRAMME 32/31 Interventions Sociales

PROGRAMMA 32/31 Sociale Tegemoetkomingen

32/3: Crédits d’engagements: + 13 437 milliers EUR

32/3: Vastleggingskredieten: + 13 437 duizend EUR

32/3: Crédits de Liquidation: + 13 437 milliers EUR

32/3: Vereffeningskredieten: + 13 437 duizend EUR

En vertu de l’article 16, § 1er de l’Arrêté Royal du 26 septembre 1980 portant exécution des articles 1, b et 4 de la Loi du 1 septembre 1980 sur l’attribution et le paiement d’une primes syndicale à certains membres du personnel du secteur public, il y a lieu de prévoir le paiement de 50 % du montant rentré sur les décomptes

Krachtens artikel 16, § 1 van het koninklijk besluit van 26 september 1980 houdende uitvoering van de artikelen 1, b en 4 van de wet van 1 september 1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, moet de betaling voorzien worden van

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


14

DOC 53

0555/001

des organisations syndicales au 30 septembre 2010, comme avance pour les liquidations 2011, avant le 28 février 2011.

50 % van het bedrag aangegeven op de afrekeningen van de vakorganisaties op 30 september 2010, als voorschot op de vereffeningen 2011, vóór 28 februari 2011.

Cette première avance est à charge du SPF Chancellerie du Premier Ministre.

Dit eerste voorschot is ten laste van de FOD Kanselarij van de Eerste minister.

Les décomptes transmis au 30 septembre s’élèvent à un total de 37 502 687 EUR. Le montant à inscrire pour le premier trimestre 2011 est donc de 18 751 344 EUR sur l’ Ab 02.32.31.11.12.01.

De afrekeningen overgemaakt op 30 september bedragen in totaal 37 502 687 EUR. Het in te schrijven bedrag voor het eerste kwartaal van 2011 is dus 18 751 344 EUR op de Ba 02.32.31.11.12.01.

Section 03

Sectie 03

SPF Budget et Contrôle de la Gestion

FOD Budget en Beheerscontrole

Une dérogation aux crédits d’engagement de l’AB 03.21.0.1.1211.01 est demandée pour faire face aux charges du bâtiment. Il s’agit de 58 milliers EUR de crédits d’engagement.

Een afwijking op de vastleggingkredieten b.a. 03.21.0.1.1211.01 wordt gevraagd voor de huurlasten van het gebouw. Het betreft 58 duizend EUR vastleggingskredieten

Une dérogation aux crédits d’engagement de l’AB 03.31.1.0.1211.12 est demandée pour les raisons suivantes:

Een afwijking op de vastleggingkredieten b.a. 03.31.1.0.1211.12 wordt gevraagd om volgende redenen:

1. Le SPF B&CG a besoin d’appui en matière de connaissance du logiciel SAP. Actuellement, un contrat avec Siemens est en cours. Un nouveau contrat (sous forme de marché public) est actuellement en préparation d’une valeur de 4 millions EUR pour une durée de 4 ans.

1. De FOD B&B heeft nood aan ondersteuning inzake SAP-kennis (ABAP), op dit moment loopt er een contract met de firma Siemens. Een nieuw contract (overheidsopdracht) wordt momenteel voorbereid ter waarde van 4 miljoen EUR (voor 4 jaar).

a. Le nouveau cahier des charges, à cet effet, est en cours de préparation et doit encore passer par l’ensemble de la procédure. La procédure sera probablement finalisée au 2e trimestre 2011.

a. Het nieuwe contract / bestek is nog in voorbereidende fase en moet nog de volledige procedure doorlopen. Een realistische inschatting is een toewijzing in de loop van 2de trimester van 2011.

b. Afin de surmonter la période entre le contrat actuel avec la firme Siemens et le nouveau contrat, le SPF B&CG propose de prolonger le contrat existant, compte tenu des règles en matière de marché public, notamment l’article 17, § 2, 2°, maximum 50 %).

b. Om de periode te overbruggen tussen huidig contract met de firma Siemens en nieuw contract stelt de FOD B&B voor het bestaande contract te verlengen (rekening houdend met de regels overheidsopdracht artikel 17, § 2, 2°, maximum 50 %)

c. Si le dossier peut être soumis à temps à l’IF et au Conseil des ministres, le SPF B&CG tentera d’imputer la prolongation du contrat aux crédits 2010.

c. Indien het dossier tijdig voorgelegd kan worden aan IF en Ministerraad wordt er naar gestreefd het aanvullend contract nog vast te leggen op kredieten 2010.

d. Afin d’assurer la transparence, la prolongation du contrat existant avec Siemens et le nouveau cahier des charges seront soumis ensemble à l’avis de l’IF. Le nouveau dossier étant complexe, il ne sera finalisé qu’au début 2011.

d. Om tegemoet te komen aan de nodige transparantie, zal de verlenging van het bestaande contract Siemens en de nieuwe overheidsopdracht samen aan het advies van IF worden voorgelegd. Gezien de complexiteit van het nieuwe dossier bestaat de kans dat pas begin 2011 zal afgerond worden.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

15

e. C’est pourquoi le SPF B&CG demande de prévoir les crédits nécessaires à la prolongation du contrat existant, à condition que le nécessaire soit fait pour les engager en 2010.

e. Vandaar de vraag de nodige kredieten te voorzien om de verlenging van het contract mogelijk te maken, met dien verstande dat er alles aangedaan wordt om in 2010 vast te leggen

f. Il s’agit de 500 milliers EUR de crédits d’engagement.

f. Betreft 500 duizend EUR vastleggingskredieten

Section 05

Sectie 05

SPF Technologie de l’information et de la communication

FOD Informatie- en Communicatietechnologie

DIVISION ORGANIQUE 31 — SERVICES OPÉRATIONNELS

ORGANIEK AFDELING 31 — OPERATIONELE DIENSTEN

PROGRAMME 31/1 Technologie de l’information et de la communication (Crédit de liquidation)

ACTIVITEITENPROGRAMMA 31/1 Informatie- en Communicatietechnologie

La diminution de 725 000 EUR de 7 397 000 à 6 672 000 EUR pour le programme 05.31.1 est due au fait que, pour le budget 2010, dans les liquidations à l’ A.B. 31 10 121154, un crédit unique de 2 900 00 EUR a été attribué pour 2010 par le conclave.

De vermindering van 725 000 EUR van 7 397 000 naar 6 672 000 EUR voor het programma 05.31.1 te wijten aan het feit dat voor de begroting 2010 in vereffeningen onder B.A. 31 10 121154 een “one-shot-krediet” van 2 900 00 EUR , éénmalig werd toegekend voor 2010 door het conclaaf.

(Vereffeningskrediet)

Calcul: 2 900 00 EUR /12*3 = 725 000 EUR

Berekening: 2 900 00 EUR /12*3 = 725 000 EUR

Section 12

Sectie 12

SPF Justice

FOD Justitie

DIVISION ORGANIQUE 40 — SERVICES CENTRAUX

ORGANISATIEAFDELING 40 — CENTRALE DIENSTEN

PROGRAMME DE SUBSISTANCE 40/0

BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA 40/0

A.B.: 12 40 01 1105 — Dépenses diverses du service social autres que les achats de biens patrimoniaux

B.A.: 12 40 01 1105 — Allerhande uitgaven voor maatschapelijk dienstbetoon, andere dan aankoop van vermogensgoederen

L’intervention dans la prime individuelle des membres du personnel ayant souscrit une police dans le cadre de l’assurance collective d’hospitalisation est liquidée à hauteur de 80 % dans le courant du premier trimestre.

De tegemoetkoming in de individuele premie van de personeelsleden aangesloten bij de collectieve hospitalisatieverzekering wordt door middel van een globale afrekening voor 80 % vereffend in het eerste trimester.

Programme d’activités 40/4: Collaboration internationale et soutien scientifique à la police

Activiteitenprogramma 40/4: Internationale samenwerking en wetenschappelijke ondersteuning van de politie

A.B.: 12 40 41 3502 — Quote-part de la Belgique dans les frais de fonctionnement du service de police européen à La Haye (EUROPOL)

B.A.: 12 40 41 3502 — Aandeel van België in de werkingskosten van de Europese politiediensten te Den Haag (EUROPOL)

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


16

DOC 53

0555/001

La contribution belge 2011 n’est plus due en raison du financement direct par l’UE.

De Belgische bijdrage 2011 is niet meer verschuldigd omwille van de rechtstreekse financiering door de EU.

A.B.: 12 40 41 3503 — Quote-part de la Belgique dans les frais de fonctionnement du “Schengen Information System” à Strasbourg

B.A.: 12 40 41 3503 — Aandeel van België in de werkingskosten van het Schengen Information System te Straatsburg

En application de l’art. 28 du règlement financier de Sisnet, la contribution belge de 2011 doit être intégralement liquidée dans le courant du premier trimestre 2011. Le montant inscrit reprend la valeur de la contribution 2010.

In uitvoering van art. 28 van het Financieel Reglement van Sisnet dient de Belgische bijdrage 2011 integraal in betaling gesteld te worden in het eerste trimester 2011. Het ingeschreven bedrag herneemt de waarde van de bijdrage 2010.

A.B.: 12 40 41 3510 — Intervention de la Belgique dans les frais de fonctionnement d’organisations internationales

B.A.: 12 40 41 3510 — Deelneming van België in de werkingskosten van internationale instellingen

Les contributions suivantes doivent être liquidées intégralement dans le courant du premier trimestre 2011:

De volgende bijdragen worden integraal uitgekeerd in het eerste trimester 2011:

— Contribution à la Commission internationale de l’État civil (CIEC): 49 000 EUR;

— Bijdrage aan de Internationale Commissie van de Burgerlijke Stand (ICBS): 49 000 EUR; — Bijdrage aan GRECO: 26 000 EUR;

— Contribution au GRECO: 26 000 EUR; — Participation de la Belgique aux frais de fonctionnement de l’Institut internationale pour l’unification du droit privé à Rome (UNIDROIT): 45 000 EUR.

— Deelname in de werkingskosten van het Internationaal Instituut voor de Eenmaking van het Privaatrecht te Rome (UNIDROIT): 45 000 EUR.

DIVISION ORGANIQUE 51 — DIRECTION GÉNÉRALE ÉTABLISSEMENTS PÉNITENTIAIRES

ORGANISATIEAFDELING 51 — DIRECTORAAT-GENERAAL PENITENTIAIRE INRICHTINGEN

PROGRAMME D’ACTIVITÉS 51/1 Entretien et aide aux détenus

ACTIVITEITENPROGRAMMA 51/1 Onderhoud en hulpverlening aan gedetineerden

A.B.: 12 51 11 1231 — Nourriture et entretien des détenus dans les prisons

B.A.: 12 51 11 1231 — Voeding en onderhoud van de gedetineerden in de gevangenissen

Le budget pour l’alimentation et les soins des détenus est basé sur la population carcérale moyenne au premier trimestre de 2011 et mis à la disposition de la prison par le biais d’avances de fonds. Afin d’assurer la continuité des paiements via ces fonds locaux et compte tenu des délais nécessaires pour l’obtention de nouveaux fonds, quatre mois sont à prévoir.

Het budget voor de voeding en onderhoud van de gedetineerden wordt, op basis van de verwachte gemiddelde gevangenisbevolking in het eerste trimester van 2011, door middel van fondsenvoorschotten ter beschikking gesteld van de penitentiaire inrichtingen. Om de continuïteit te verzekeren van de betalingen via lokale fondsen en gelet op de doorlooptijd nodig voor de terbeschikkingstelling van nieuwe fondsen wordt 4 maand budget voorzien.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

17

DIVISION ORGANIQUE 52 — MAISONS DE JUSTICE

ORGANISATIEAFDELING 52 — JUSTITIEHUIZEN



A.B.: 12 52 03 3306 — Subsides à des organismes en vue de l’organisation de travaux d’intérêt général et d’activités de formation dans le cadre d’une procédure judiciaire, d’une médiation réparatrice, de l’accompagnement du droit de visite et de l’assistance judiciaire aux victimes

B.A.: 12 52 03 3306 Toelagen aan organismen voor het organiseren van activiteiten van dienstverlening en vorming in het kader van een gerechtelijke procedure, herstelbemiddeling, begeleiding van het omgangsrecht en justitiële slachtofferzorg

Cette allocation de base prévoit les crédits nécessaires pour la subsidiation de projets dans le cadre de l’Arrêté Royal du 17 décembre 2003 relatif à des conseils spécialisés pour les citoyens impliqués dans des procédures juridiques. Les subventions couvrent principalement le coût du personnel employé par les associations. Les conventions pour la poursuite des projets 2010 sont engagées et notifiées au cours du premier trimestre.

Deze basisallocatie voorziet de noodzakelijke kredieten voor de betoelaging van projecten in het kader van het koninklijk besluit van 17 december 2003 betreffende gespecialiseerde begeleiding voor burgers die betrokken zijn in een gerechtelijke procedure. De toelagen dekken hoofdzakelijk de kosten van personeel in dienst bij de betrokken vzw’s. De voortzetting van de conventies van de lopende projecten 2010 wordt in het eerste trimester vastgelegd en betekend.

A.B.: 12 52 03 3307 — Subsides à des ASBL chargées de l’accompagnement des victimes d’actes intentionnels de violence

B.A.: 12 52 03 3307 — Toelagen aan VZW’s belast met de begeleiding van slachtoffers van opzettelijke gewelddaden

Les règles sous-jacentes à l’attribution de cette subvention n’ont pas encore été finalisées. Au premier trimestre, ces crédits ne sont pas nécessaires.

De onderliggende reglementering voor het toekennen van deze toelage is nog niet gefinaliseerd. In het 1ste trimester zijn deze kredieten niet nodig.

DIVISION ORGANIQUE 56 — JURIDICTIONS ORDINAIRES

ORGANISATIEAFDELING 56 — GEWONE RECHTSMACHTEN



A.B.: 12 56 03 1240 — Frais de justice en matière criminelle, correctionnelle et de police

B.A.: 12 56 03 1240 — Gerechtskosten in criminele, correctionele en politiezaken

Suite à l’augmentation continue en 2010 des demandes d’expertises juridiques, y compris dans le domaine de la traduction, de l’interprétation, des analyses de laboratoire et des écoutes en matière de télécommunications, les coûts 2010 sont déjà au-dela du budget alloué. Pour 2010, l’aspect financier de cette évolution est couvert par un ajustement du budget administratif et une redistribution de fonds. Pour ne pas compromettre les paiements au cours du premier trimestre de 2011, un montant proportionnel devrait être alloué au budget.

Door de gestage stijging van de aangevraagde gerechtelijke expertises onder meer op het vlak van vertalingen, tolken, laboratoriumanalyses en telecomafluisteringen overstijgen de kosten reeds in 2010 ruimschoots het budget. Voor 2010 wordt het budgettaire luik van deze evolutie afgedekt door enerzijds een begrotingsaanpassing en anderzijds een administratieve herverdeling van kredieten. Om de betalingen gedurende het 1ste trimester 2011 niet in het gedrang te brengen, dient een evenredig budget te worden uitgetrokken.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


18

DOC 53

0555/001

ACTIVITEITENPROGRAMMA 56/1 Gerechtelijke bijstand

PROGRAMME D’ACTIVITÉS 56/1 Assistance judiciaire A.B.: 12 56 11 3442 — Assistance judiciaire de première ligne, fournie par les commissions d’aide juridique

B.A.: 12 56 11 3442 — Eerstelijnsrechtshulp door arrondissementele commissies rechtshulp

L’indemnisation aux Commissions d’aide juridique est liquidée à concurrence de 50 % lors du premier trimestre 2011 en exécution de l’article 18 de l’Arrêté royal du 20 décembre 1999.

De vergoeding aan de arrondissementele commissies voor juridische bijstand wordt voor 50 % uitbetaald in het eerste trimester 2011 in uitvoering van artikel 18 van het KB van 20 december 1999.

A.B.: 12 56 11 3445 — Rétribution des avocats chargés de l’aide juridique

B.A.: 12 56 11 3445 — Vergoedingen van de advocaten belast met de juridische bijstand

En application des articles 2, 3 et 6 de l’Arrêté royal du 20 Décembre 1999, les Barreaux ont droit au paiement des prestations, de l’année judiciaire précédente, au début de l’année budgétaire suivante et au plus tard le 1er février.

In toepassing van de artikels 2, 3 en 6 van het KB van 20 december 1999 hebben de Balies recht op de uitbetaling van de prestaties van het voorgaande gerechtelijk jaar in het begin van het daaropvolgend begrotingsjaar en dit uiterlijk op 1 februari.

A.B.: 12 56 11 3446 —Intervention dans les frais liés à l’organisation des barreaux d’aide juridique

B.A.: 12 56 11 3446 —Tussenkomst in de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand

Par analogie avec les rétributions des avocats, les Barreaux ont droit au paiement des frais de bureau de l’année précédente au début de l’année budgétaire suivante.

Naar analogie met de vergoedingen van de advocaten hebben de Balies recht op de uitbetaling van de bureaukosten van het voorgaande jaar in het begin van het daaropvolgend begrotingsjaar.

ACTIVITEITENPROGRAMMA 56/5 Jeugdbescherming

PROGRAMME D’ACTIVITÉS 56/5 Protection de la jeunesse A.B.: 12 56 51 4501 — Protection de la jeunesse – Financement des stages parentaux

B.A.: 12 56 51 4501 — Jeugdbescherming – Financiëring van de ouderstages

L’accord de coopération du 13 décembre 2006 (loi du 10 mai 2007) entre le gouvernement fédéral, la Communauté flamande, la Communauté française, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune portant sur l’organisation et le financement du stage parental organisé par le gouvernement fédéral a pris fin en 2010. Par conséquent, pas besoin de fonds en 2011.

Het samenwerkingsakkoord van 13 december 2006 (wet van 10 mei 2007) tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie en de financiering van de ouderstage werd door de Federale Staat beëindigd in 2010. Bijgevolg zijn in 2011 geen kredieten meer nodig

DIVISION ORGANIQUE 59 — CULTES ET LAÏCITÉ

ORGANISATIEAFDELING 59 — EREDIENSTEN EN LAICITEIT

PROGRAMME D’ACTIVITÉS 56/1 Laïcité

ACTIVITEITENPROGRAMMA 59/1 Laïciteit B.A.: 12 59 11 3316

A.B.: 12 59 11 3316 En application de l’article 51 de la Loi du 21 juin 2002, 45 % de la subvention annuelle octroyée doit être payée

CHAMBRE


2010

In uitvoering van artikel 51 van de wet van 21 juni 2002 wordt 45 % van de jaarlijks toegekende subsidie

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

19

avant le 31 janvier. En ce qui concerne la liquidation, le solde de la subvention 2009 doit être également pris en charge.

uiterlijk op 31 januari van het betrokken jaar uitbetaald. Voor de vereffeningen dient ook nog de uitbetaling van het saldo van de subsidie 2009 voorzien te worden.

PROGRAMME D’ACTIVITÉS 56/2 Culte islamique

ACTIVITEITENPROGRAMMA 59/2 Islamitische eredienst

A.B.: 12 59 21 3302

B.A.: 12 59 21 3302

En application de l’article 5 de l’Arrêté royel du 3 mai 1999, 45 % de la subvention annuelle octroyée doit être payée avant le 31 janvier.

In uitvoering van artikel 5 van het KB van 3 mei 1999 wordt 45 % van de jaarlijks toegekende subsidie uiterlijk op 31 januari van het betrokken jaar uitbetaald.

PROGRAMME D’ACTIVITÉS 56/3 Bouddhisme

ACTIVITEITENPROGRAMMA 59/3 Boeddhisme

A.B.: 12 59 31 3303

B.A.: 12 59 31 3303

En application de l’article 4 de l’Arrêté royel du 20 novembre 2008, 45 % de la subvention annuelle octroyée doit être payée avant le 31 Janvier.

In uitvoering van artikel 4 van het KB van 20 november 2008 wordt 45 % van de jaarlijkse toegekende subsidie uiterlijk op 31 januari van het betrokken jaar uitbetaald.

Section 13

Sectie 13

SPF Intérieur

FOD Binnenlandse Zaken

PROGRAMME 40/0 (+205 mille EUR)

PROGRAMMA 40/0 (+205 duizend EUR)

A.B. 40.02.1200.01 (+205 mille EUR)

B.A. 40.02.1200.01 (+205 duizend EUR)

Le service d’encadrement ICT a été domicilié dans le bâtiment WTC II à Bruxelles. Contractuellement les charges locatives annuelles pour ce bâtiment doivent être payées en 2 tranches à chaque fois pour une période de 6 mois. La première tranche des charges locatives pour la période de janvier jusque et y compris juin 2011 doit être payée en janvier 2011. Le montant de ces charges locatives est trop grande pour les charges locatives de la période avril jusque juin 2011 (ceux-ci ne sont en principe pas exemptés) pour compenser en interne. C’est pourquoi il est nécessaire de libérer 205 mille EUR euro complémentaires (charges de location pour la période avril jusque juin).

De Stafdienst ICT is gehuisvest in het WTC II gebouw te Brussel. Contractueel moeten de jaarlijkse huurlasten voor dit gebouw in 2 schijven betaald worden telkens voor een periode van 6 maanden. Een eerste schijf van de huurlasten voor de periode januari tot en met juni 2011 moet in januari in 2011 in betaling worden gesteld. De omvang van deze huurlasten is te groot om de huurlasten voor de periode april tot en met juni 2011 (deze die in principe niet worden vrijgesteld) intern te compenseren. Daarom is het noodzakelijk om 205 duizend EUR (huurlasten voor de periode april tot juni) bijkomend vrij te stellen.

PROGRAMME 54/1 (+15 901 mille EUR)

PROGRAMMA 54/1 (+15 901 duizend EUR)

A.B. 54.13.3100.01 (+15 901 mille EUR)

B.A. 54.13.3100.01 (+15 901 duizend EUR)

Le contrat de gestion entre l’État Belge et la SA ASTRID stipule qu’une première tranche des subsides à concurrence de 70 % est versée au plus tard le premier jour ouvrable du mois de mars (article 27 du deuxième

CHAMBRE


2010

De beheersovereenkomst tussen de Belgische Staat en de NV ASTRID bepaalt dat een eerste schijf van de subsidie ten bedrage van 70 % zal worden uitbetaald ten laatste op de eerste werkdag van de maand maart

2011

KAMER

2e


20

DOC 53

0555/001

contrat de gestion du 8 avril 2003 – deuxième modification du 24 novembre 2006).

(artikel 27 van de tweede beheersovereenkomst van 8 april 2003 – tweede wijziging van 24 november 2006).

70 % du crédit 2010: 35 335 mille EUR x 70 % = 24 735 mille EUR 25 % du crédit 2010: 35 335 mille EUR x 25 % = 8 834 mille EUR Augmentation nécessaire: 24 735 mille EUR – 8 834 mille EUR= 15 901 keur.

70 % van het krediet 2010: 35 335 duizend EUR x 70 % = 24 735 duizend EUR 25 % van het krediet 2010: 35 335 duizend EUR x 25 % = 8 834 duizend EUR Benodigde verhoging: 24 735 keur – 8 834 duizend EUR = 15 901 duizend EUR

PROGRAMME 55/0 (+1 913 mille EUR)

PROGRAMMA 55/0 (+1 913 duizend EUR)

A.B. 55.01.1100.04 (+774 mille EUR)

B.A. 55.01.1100.04 (+774 duizend EUR)

Le Conseil des ministres du 22 octobre 2010 a décidé d’octroyer des crédits permettant de recruter 57 membres du personnel supplémentaires (dont 4 pour 6 mois), chargés principalement de traiter les dossiers d’asile et de régularisation. Un montant de 170 mille EUR a été déduit de ces crédits. Ce montant représente le coût, pour une période de 3 mois, des agents supplémentaires affectés aux ailes du Centre de Rapatriement 127bis (CR 127bis) destinées à l’hébergement des familles, pour lesquelles des crédits ont été octroyés dans le cadre du contrôle budgétaire.

De Ministerraad heeft op 22 oktober 2010 beslist kredieten toe kennen om 57 bijkomende personeelsleden (waarvan 4 voor 6 maanden) te werven, voornamelijk voor de behandeling van de asiel- en regularisatiedossier. Van deze kredieten is een bedrag van 170 duizend EUR afgetrokken. Dit bedrag vertegenwoordigt de kost voor 3 maanden van de bijkomende personeelsleden voor de gezinswooneenheden van het Repatriëringscentrum 127bis, waarvoor bij de begrotingscontrole 2010 kredieten zijn toegekend.

A.B. 55.02.1200.01 (+995 mille EUR) – 55.02.7400.01 (+72 mille EUR) – 55.02.7400.04 (+72 mille EUR)

B. A . 5 5.0 2 .12 0 0.01 (+995 duizend EUR) – 55.02.7400.01 (+72 duizend EUR) – 55.02.7400.04 (+72 duizend EUR)

L’Office des étrangers a été domicilié dans le bâtiment WTC II à Bruxelles. Contractuellement les charges locatives annuelles pour ce bâtiment doivent être payées en 2 tranches à chaque fois pour une période de 6 mois. La 1re tranche des charges locatives pour la période de janvier jusque et y compris juin 2011 doit être payée en janvier 2011.

De Dienst Vreemdelingenzaken is gehuisvest in het WTC II gebouw te Brussel. Contractueel moeten de jaarlijkse huurlasten voor dit gebouw in 2 schijven betaald worden telkens voor een periode van 6 maanden. Een eerste schijf van de huurlasten voor de periode januari tot en met juni 2011 moet in januari in 2011 in betaling worden gesteld.

L’Office des étrangers obtient des crédits supplémentaires pour le personnel supplémentaire dans le cadre d’un traitement plus rapide des dossiers (décision du Conseil des ministres du 22 octobre 2010). À côté des crédits de personnel, des moyens de fonctionnement sont à prévoir: 84 mille EUR en fonctionnement et 144 mille EUR en investissement.

De Dienst Vreemdelingen verkrijgt extra kredieten voor extra personeel in kader van een snellere afhandeling van de dossiers (beslissing van de Ministerraad van 22 oktober 2010). Hiervoor moeten naast personeelskredieten ook werkingsmiddelen voorzien worden: 84 duizend EUR in werking en 144 duizend EUR in investering.

PROGRAMME 60/0 (+1 432 mille EUR) PROGRAMMA 60/0 (+1 432 duizend EUR) A.B. 60.01.1100.04 (+610 mille EUR) B.A. 60.01.1100.04 (+610 duizend EUR) Le Conseil des ministres du 22 octobre 2010 a décidé d’octroyer des crédits permettant de recruter 41

CHAMBRE


2010

De Ministerraad van 22 oktober 2010 heeft beslist

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

21

membres du personnel supplémentaires chargés de traiter les dossiers d’asile. Un montant de 70 mille EUR a été déduit de ces crédits.

kredieten toe kennen om 41 bijkomende personeelsleden te werven voor de behandeling van de asieldossier. Van deze kredieten is een bedrag van 70 duizend EUR afgetrokken.

A.B. 60.02.1200.01 (+686 mille EUR) – 60.02.7400.01 (+68 mille EUR) – 60.02.7400.04 (+68 mille EUR)

B. A . 6 0.0 2 .120 0.01 (+686 duizend EUR) – 60.02.7400.01 (+68 duizend EUR) – 60.02.7400.04 (+68 duizend EUR)

Les charges locatives forfaitaires pour l’occupation d’une partie du WTCII, qui s’élèvent pour le CGRA à près de 2 048 610 EUR sur base annuelle, doivent être versées au début du 1er et du 2e semestre 2011, à la demande expresse du locataire (la Régie des Bâtiments, sous obligation contractuelle), qui s’exposerait sinon à d’importants intérêts de retard. Le CGRA n’est pas en mesure de compenser ce montant considérable au sein de son programme (les charges locatives représentant plus de 40 % du total des frais de fonctionnement).

De forfaitaire huurlasten WTCII, zo’n 2 048 610 EUR op jaarbasis voor het CGVS, dienen bij aanvang van het eerste en tweede semester 2011 betaald te worden. Dit op uitdrukkelijke vraag van de huurder (Regie der gebouwen —contractueel verplicht) en om hoge nalatigheidsinteresten te vermijden. Het CGVS is niet in de mogelijkheid om dit enorme bedrag binnen het programma te compenseren (huurlasten bedragen meer dan 40 % van de totale werkingsmiddelen).

Pour pouvoir assurer en début d’année prochaine le paiement des charges locatives correspondant au premier semestre 2011, la somme de 512 152 EUR (= ¼ x 2 048 610 EUR) devra être libérée en supplément.

Om de betaling van de huurlasten voor het eerste semester 2011, begin 2011 mogelijk te maken dient 512 152 EUR (=¼ van 2 048 610 EUR) bijkomend vrijgegeven te worden.

Le CGRA obtient des crédits supplémentaires pour le personnel supplémentaire dans le cadre d’un traitement plus rapide des dossiers (décision du Conseil des ministres du 22 octobre 2010). À côté des crédits de personnel, des moyens de fonctionnement sont à prévoir: 174 mille EUR sur l’allocation de base 02 1200 01, 72 mille EUR sur l’allocation de base 02 7400 01 et 72 mille EUR sur l’allocation de base 02 7400 04.

Het CGVS verkrijgt extra kredieten voor extra personeel in kader van een snellere afhandeling van de dossiers (beslissing Ministerraad van 22 oktober 2010). Hiervoor zijn naast personeelskredieten ook werkingsmiddelen voorzien: 174 duizend EUR op basisallocatie 02 1200 01, 72 duizend EUR op basisallocatie 02 7400 01 en 72 duizend EUR op basisallocatie 02 7400 04.

PROGRAMME 64/0 (+267 mille EUR)

PROGRAMMA 64/0 (+267 duizend EUR)

A.B. 64.01.1100.04 (+167 mille EUR)

B.A. 64.01.1100.04 (+167 duizend EUR)

Le Conseil des ministres du 22 octobre 2010 a décidé d’octroyer des crédits permettant de recruter 10 membres du personnel supplémentaires chargés principalement de traiter les dossiers d’asile et de régularisation.

De Ministerraad van 22 oktober 2010 heeft beslist kredieten toe kennen om 10 bijkomende personeelsleden te werven, voornamelijk voor de behandeling van de asiel- en regularisatiedossier.

A.B. 64.01.1200.01 (+20 mille EUR) – 64.01.7400.01 (+40 mille EUR) – 64.01.7400.04 (+40 mille EUR )

B . A . 6 4 . 01.12 0 0 . 01 (+2 0 d u ize n d EUR) – 64.01.7400.01 (+40 duizend EUR) – 64.01.7400.04 (+40 duizend EUR)

Le Conseil du Contentieux des étrangers obtient des crédits supplémentaires pour le personnel supplémentaire dans le cadre d’un traitement plus rapide des dossiers (décision du Conseil des ministres du

De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen verkrijgt extra kredieten voor extra personeel in kader van een snellere afhandeling van de dossiers (beslissing Ministerraad van 22 oktober 2010). Hiervoor zijn naast

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


22

DOC 53

22 octobre 2010). À côté des crédits de personnel, des moyens de fonctionnement sont à prévoir: 20 mille EUR sur l’allocation de base 02 1200 01, 40 mille EUR sur l’allocation de base 02 7400 01 et 40 mille EUR sur l’allocation de base 02 7400 04.

0555/001

personeelskredieten ook werkingsmiddelen voorzien: 20 duizend EUR op basisallocatie 02 1200 01, 40 duizend EUR op basisallocatie 02 7400 01 en 40 duizend EUR op basisallocatie 02 7400 04.

Section 14

Sectie 14

SPF Affaires Etrangères, Commerce Extérieur et Coopération au Développement

FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

PROGRAMME 21/0

PROGRAMMA 21/0

Total: - 18 362 000 EUR en crédits d’engagement et – 18 362 000 EUR en crédits de liquidation

Totaal: - 18 362 000 EUR in vastleggingskredieten en – 18 362 000 EUR in vereffeningskredieten Vastleggingskredieten

Crédits d’engagement Il y a lieu de retirer de ce programme 18 500 000 EUR soit 25 % de la provision prévue en 2010 (74 000 mille EUR) pour couvrir les dépenses de la Présidence belge de l’Union européenne.

Het is nodig om 18 500 000 EUR af te nemen van dit programma zijnde 25 % van de provisie voorzien in 2010 (74 000 000 EUR) om de uitgaven van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie te dekken.

138 000 EUR sont demandés au-delà des 25 % prévus à l’A.B.11.40.05 pour assurer l’engagement au cours du premier trimestre 2011 de l’intervention du département dans l’assurance-hospitalisation conclue auprès de Fortis.

138 000 EUR wordt gevraagd boven de 25 % voorzien op B.A. 11.40.05 om de vastlegging in de loop van het eerste trimester 2011 van de interventie van het departement in de hospitalisatieverzekering afgesloten bij Fortis te verzekeren. Vereffeningskredieten

Crédits de liquidation Il y a lieu de retirer de ce programme 18 500 000 EUR, soit 25 % de la provision prévue en 2010 (74 000 000 EUR) pour couvrir les dépenses de la Présidence belge de l’Union européenne.

Het is nodig om 18 500 000 EUR af te nemen van dit programma zijnde 25 % van de provisie voorzien in 2010 (74 000 000 EUR) om de uitgaven van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie te dekken.

138 000 EUR sont demandés au-delà des 25 % prévus à l’A.B.11.40.05 pour assurer le paiement au cours du premier trimestre 2011 de l’intervention du département dans l’assurance-hospitalisation conclue auprès de Fortis.

138 000 EURr wordt gevraagd boven de 25 % voorzien op B.A. 11.40.05 om de vastlegging in de loop van het eerste trimester 2011 van de interventie van het departement in de hospitalisatieverzekering afgesloten bij Fortis te verzekeren.

PROGRAMMA 40/1

PROGRAMME 40/1 Total: + 238 000 EUR en crédits d’engagement et + 100 000 EUR en crédits de liquidation

Vastleggingskredieten

Crédits d’engagement Le supplément de 138 000 EUR demandé à l’A.B.12.11.12 concerne le contrat annuel de délivrance de cartes d’identité spéciales qui doit être engagé en début d’année.

CHAMBRE


Totaal: + 238 000 EUR in vastleggingskredieten en + 100 000 EUR in vereffeningskredieten

2010

Het supplement van 138 000 EUR gevraagd op de B.A.12.11.12 betreft het jaarcontract voor de levering van de speciale identiteitskaarten dat vastgelegd moet worden in het begin van het jaar.

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

23

Le supplément de 100 000 EUR demandé à l’A.B.12.11.13 concerne le contrat annuel d’utilisation des salons VIP à l’aéroport de Bruxelles National.

Het supplement van 100 000 EUR gevraagd op de B.A.12.11.13 betreft het jaarcontract voor het gebruik van de VIP salons op de luchthaven van Brussel Nationaal.

Vereffeningskredieten Crédits de liquidation Le supplément de 100 000 EUR demandé à l’A.B.12.11.13 concerne le paiement de la dernière tranche 2010 du contrat d’utilisation des salons VIP à l’aéroport de Bruxelles National, soit 400 000 EUR, qui doit être payée au cours du premier trimestre 2011.

Het supplement van 100 000 EUR gevraagd op de B.A.12.11.13 betreft de betaling van de laatste schijf voor 2010 van het jaarcontract voor het gebruik van de VIP salons op de luchthaven van Brussel Nationaal, zijnde 400 000 EUR, dat betaald moet worden in de loop van het eerste trimester 2011.

PROGRAMMA 51/1 PROGRAMME 51/1 Total: + 273 000 EUR tant en crédits d’engagement qu’en crédits de liquidation Un supplément de 348 000 EUR est nécessaire à l’A.B.35.40.01 pour assurer l’engagement et le paiement au cours du premier trimestre 2011 de la contribution obligatoire au budget de la Commission centrale pour la navigation du Rhin conformément au traité de Versailles de 1919 et à la convention de Strasbourg du 17/10/1963. Ce supplément est compensé à concurrence de 75 000 EUR par l’absence de demande de crédit pour différents subsides qui ne seront versés que plus tard dans l’année.

Totaal: + 273 000 EUR zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten Een supplement van 348 000 EUR is noodzakelijk op de B.A.35.40.01 om de vastlegging en de betaling van de verplichte bijdrage aan de begroting van de Centrale Rijnvaartcommissie conform aan het verdrag van Versailles van 1919 en de conventie van Straatsburg van 17/10/1963 in de loop van het eerste trimester van 2011 te verzekeren. Dit supplement wordt gecompenseerd ter hoogte van 75 000 EUR door de afwezigheid van vraag naar krediet voor verschillende toelagen die slechts later in het jaar zullen betaald worden.

PROGRAMME 51/2

PROGRAMMA 51/2

Total: + 710 000 EUR tant en crédits d’engagement qu’en crédits de liquidation

Totaal: + 710 000 EUR zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten

Ce supplément concerne la dotation légale à l’Agence pour le Commerce extérieur dont la moitié doit être versée au cours du premier trimestre 2011 pour en assurer la continuité.

Dit supplement betreft de wettelijke dotatie aan het Agentschap voor Buitenlandse Handel waarvan de helft moet gestort worden in de loop van het eerste trimester 2011 om de continuïteit ervan te verzekeren.

PROGRAMME 52/1

PROGRAMMA 52/1

Total: + 63 000 EUR tant en crédits d’engagement qu’en crédits de liquidation

Totaal: + 63 000 EUR zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten

Ce supplément concerne la contribution à la Conférence de droit international privé qui est due intégralement en début d’année conformément au statut adopté le 31/10/1951 et entré en vigueur en Belgique le 15/07/1955.

Dit supplement betreft de bijdrage aan de Conferentie over internationaal privaatrecht dat integraal verschuldigd is bij aanvang van het jaar conform het statuut aanvaard op 31/10/1951 en welke in werking trad in België op 15/07/1955

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


24

DOC 53

PROGRAMME 53/1

0555/001

PROGRAMMA 53/1

Total: + 35 845 000 EUR tant en crédits d’engagement qu’en crédits de liquidation

Totaal: + 35 845 KEur zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten

Environ 70 % du crédit couvrant les contributions à l’OTAN (traité de Washington du 04/04/1949) , l’UEO (traité de Bruxelles du 17/03/1948), au centre satellitaire… sont versés en début d’année

Ongeveer 70 % van het krediet bestemd ter dekking van de bijdragen aan de NAVO (verdrag van Washington van 04/04/1949), WEU (verdrag van Brussel van 17/03/1948), het satellietcentrum… worden gestort bij aanvang van het jaar

Environ 59 % du crédit couvrant les contributions à des organismes établis en dehors du pays sont versés en début d’année. Les contributions annuelles dues dès le 1er janvier sont les suivantes:

Ongeveer 59 % van het krediet bestemd om de bijdragen te dekken aan buiten het land gevestigde organismen worden gestort bij aanvang van het jaar. De jaarlijkse bijdragen verschuldigd vanaf de 1ste januari zijn de volgende:

— budget ordinaire de l’ONU, sur base du traité du 26/06/1945

— gewone begroting van de VN, op basis van het verdrag van 26/06/1945

— Capital Master Plan, sur base des résolutions de l’Assemblée générale des Nations Unies 55/238 et 57/292

— Capital Master Plan, op basis van de resoluties van de Algemene Raad 55/238 en 57/292.

— Tribunal ex-Yougoslavie, sur base de la résolution des Nations Unies 47/235 du 14.09.1993

— Ex-Joegoslavië-tribunaal, op basis van de resolutie van de VN 47/235 van 14/09/1993

— Budget ordinaire OSCE, sur base de l’acte final d’Helsinki de 1975

— Gewoon budget OVSE, op basis van de akte van Helsinki van 1975

— OTICE, sur base de la résolution des Nations Unies 50/245 du 10.09.1996 et de la ratification belge du 29.06.1999

— OTICE, op basis van de resolutie van de VN 50/245 van 10/09/1996 en de Belgische ratificatie op 29/06/1999

— Conseil de l’Europe, sur base du traité signé le 05.05.1949 et entré en vigueur le 08.08.1949

— Raad van Europa, op basis van het verdrag getekend op 05/05/1949 en in werking trad op 08/08/1949

— OIAC, sur base du traité entré en vigueur le 29.04.1997

— OIAC, op basis van het verdrag dat in werking trad op 29/04/1997

— Cour pénale internationale, sur base des statuts de Rome signés le 17.07.1998

— Internationaal strafhof, op basis van de statuten van Rome getekend op 17/07/1998

— OCDE, sur base de la convention du 30.09.1961

— OESO, op basis van de akte van 30/09/1961

— Plomb et Zinc, sur base du traité de 1959

— Lood en Zink, op basis van het verdrag van 1959

— Vigne et Vin, sur base de l’accord international de 1924 remplacé par un nouvel accord en 2001et dont la Belgique est membre depuis 1962

— “Vigne et Vin”, op basis van het internationale akkoord van 1924 vervangen door een nieuw akkoord van 2001 en waarvan België sinds 1962 lid is

— Bois tropicaux, sur base des accords internationaux successifs entrés en vigueur respectivement en 1985, 1997 et 2006. La Belgique a adopté l’accord en 2000

— Tropische Bossen, op basis van de internationale akkoorden opeenvolgend in werking getreden in 1985, 1997 en 2006. België aanvaardde het akkoord in 2000

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

25

— Cuivre, sur base de l’accord international de 1992

— Koper, op basis van het internationale akkoord van 1992

PROGRAMME 53/2

PROGRAMMA 53/2


Totaal: +2 302 000 EUR zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten

Ce supplément est nécessaire pour assurer l’engagement et le paiement de la contribution obligatoire à l’AIEA qui est due intégralement en début d’année conformément au traité signé en 1957

Dit supplement is noodzakelijk om de vastlegging en de betaling van de verplichte bijdrage aan het AIEA welke integraal verschuldigd is bij aanvang van het jaar conform het verdrag getekend in 1957 te verzekeren

PROGRAMME 55/1

PROGRAMMA 55/1


Totaal: + 2 546 000 EUR zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten

Un supplément de 2 576 000 EUR est nécessaire à l’A.B.35.40.01 pour assurer l’engagement et le paiement de la contribution à l’OMC qui est due intégralement en début d’année conformément à l’acte final de Marrakech du 15/04/1994.

Een supplement van 2 576 000 EUR is noodzakelijk op de B.A.35.40.01 om de vastlegging en de betaling van de bijdrage aan het WTO welke integraal verschuldigd is bij aanvang van het jaar conform de akte van Marrakech van 15/04/1994 te verzekeren.

Ce supplément est compensé à concurrence de 30 000 EUR par l’absence de demande de crédit à l’A.B.43.52.01.

Dit supplement wordt gecompenseerd ter hoogte van 30 000 EUR door de afwezigheid van vraag naar krediet op de B.A.43.52.01.

DIVISION ORGANIQUE 54 — DIRECTION GÉNÉRALE DE LA COOPÉRATION AU DÉVELOPPEMENT AB 54 10 54.52.02

ORGANIEKE AFDELING 54 — DIRECTIE-GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING BA 54 10 54.52.02

Les crédits inscrits à l’allocation de base 54 10 54.52.02 — Couverture des frais opérationnels de la CTB et alimentation des comptes cogérés ou gérés par le partenaire — couvrent l’ensemble des dépenses prévues par la Coopération technique belge pour ses prestations dans le cadre de l’exécution de conventions spécifiques, des micro-interventions et des bourses. Conformément au troisième contrat de gestion entre l’État Belge et la société anonyme de droit public à finalité sociale “Coopération technique belge”, signé le 2 août 2006, l’État garantit le paiement des déclarations de créance de la CTB au plus tard les 31 janvier, 31 mars, 30 juin et 30 septembre. Lesdites déclarations de créance portent à chaque fois sur ¼ du budget global approuvé de la CTB.

De kredieten ingeschreven op de basisallocatie 54 10 54.52.02 — Dekking operationele kosten van de BTC en bevoorrading van de medebeheerde of door de partner beheerde rekeningen — dekken het geheel van uitgaven die door de Belgische Technische Cooperatie voorzien worden voor haar prestaties in het kader van de uitvoering van specifieke overeenkomsten, micro-interventies en beurzen. Zoals voorzien in het derde beheerscontract tussen de Belgische Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal oogmerk “Belgische Technische Coöperatie”, ondertekend op 2 augustus 2006, garandeert de Staat dat de schuldvorderingen van BTC uiterlijk op 31 januari , 31 maart, 30 juni en 30 september betaald worden. Deze schuldvorderingen betreffen telkens ¼ van de totale goedgekeurde begroting van BTC.

Dés lors, avant fin mars 2011, 6/12 du budget (105 000 000 EUR) devront être mis en paiement Vu

Voor einde maart 2011 zullen dan ook 6/12 van de begroting (105 000 KEUR) dienen in betaling gezet te

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


26

DOC 53

l’importance de la dérogation nécessaire (52 500 000 EUR), il n’est pas possible de trouver une compensation au sein du programme 1 — Coopération gouvernementale. AB 54 20 35.60.72

0555/001

worden. Gelet op de omvang van de noodzakelijke afwijking (52 500 000 EUR) is het niet mogelijk compensatie te vinden binnen programma 1 — Gouvernementele samenwerking. BA 54 20 35.60.72

Depuis 2008, la grande majorité des ONG introduisent, à charge de l’allocation de base 54 20 35.60.72 — Subsides aux organisations non gouvernementales — Financement de programmes intégrés à un cadre stratégique —, des programmes triennaux qui s’inscrivent dans un cadre stratégique de 6 ans. Dés lors, en 2011, la plupart des ONG entreront dans la deuxième phase du cadre stratégique en cours.

Vanaf 2008 dient het leeuwendeel van de ngo’s, ten laste van de basisallocatie 54 20 35.60.72 — Toelagen aan niet-gouvernementele organisaties — Programmafinanciering geïntegreerd in een strategisch kader —, driejaarlijkse programma’s in, die passen in een strategisch kader van 6 jaar. In 2011 zullen de meeste NGO’s dus in de tweede fase van het lopende strategische kader treden.

La plupart des ONG agréées ont déjà introduit leur programme 2011 – 2013 (59).

De meeste erkende ngo’s hebben reeds hun programma 2011 – 2013 ingediend (59).

En exécution de l’arrêté royal du 24 septembre 2006 relatif à la subvention des programmes et projets présentés par les organisations non gouvernementales de développement agréées, le subside devra être libéré en tranches semestrielles.

In uitvoering van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de subsidiëring van programma’s en projecten voorgelegd door de erkende niet-gouvernementele organisaties, dient de subsidie vrijgegeven te worden in zesmaandelijkse schijven.

Dés lors, début 2011, 6/12 du budget (51 794 000 EUR) devront être engagés et liquidés, tandis que les 3/12 disponibles ne s’élèvent qu’à respectivement 0 en crédits d’engagement et à 25 897 000 EUR en crédits de liquidation

Begin 2011 zullen dan ook 6/12 van de begroting (51 794 000 EUR) vastgelegd en vereffend dienen te worden terwijl de beschikbare 3/12 slechts respectievelijk 0 in vastleggingskrediet en 25 897 000 EUR in vereffeningskrediet bedragen.

Vu l’importance du déficit (51 794 000 EUR en crédits d’engagement et 25 897 000 EUR en crédits de liquidation), il n’est pas possible de trouver une compensation au sein du programme 2 — Coopération non gouvernementale.

Gelet op de omvang van het tekort (51 794 000 EUR aan vastleggingskredieten en 25 897 000 EUR aan vereffeningskredieten) is het niet mogelijk compensatie te vinden binnen programma 2 — Niet-gouvernementele samenwerking.

Dés lors, une dérogation à la limitation générale à 25 % des crédits ajustés de 2010 est demandée pour le programme 2 — Coopération non gouvernementale.

Daarom wordt voor programma 2 — Niet-gouvernementele samenwerking —, een afwijking gevraagd op de algemene beperking tot 25 % van de aangepaste kredieten van 2010.

A.B. 54 21 35.60.68, A.B. 54 21 35.60.69 et A.B. 54 22 45.23.39

B.A. 54 21 35.60.68, B.A. 54 21 35.60.69 en B.A. 54 22 45.23.39

Depuis 2008, le Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking — VVOB (AB 54 21 35.60.68), l’Association pour la Promotion de l’Éducation et de la Formation à l’Etranger — APEFE (AB 54 21 35.60.69) et l’Institut de Médecine Tropicale — IMT (AB 54 22 45.23.39 à partir de 2011 et AB 54 22 41.30.39 en 2010) introduisent des programmes de 2 x 3 ans. Dés lors, en 2011 ces trois organisations entreront dans la deuxième phase du programme en cours.

Sinds 2008, dienen de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking — VVOB (BA 54 21 35.60.68), l’Association pour la Promotion de l’Education et de la Formation à l’Etranger — APEFE (BA 54 21 35.60.69) en het Instituut voor Tropische Geneeskunde — ITG (BA 54 22 45.23.39 vanaf 2011 en BA 54 22 41.30.39 in 2010) programma’s in van 2 x 3 jaar. In 2011 zullen deze drie organisaties dus in de tweede fase van het lopende programma treden.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

27

En application des douzièmes provisoires un crédit de liquidation de respectivement 2 300 000 EUR pour le VVOB, 2 300 000 EUR pour l’APEFE et 3 150 000 EUR pour l’IMT sera disponible (= 3/12 du crédit 2010). Par contre, aucun crédit d’engament ne sera disponible, le crédit d’engagement 2010 étant 0.

In toepassing van de voorlopige twaalfden zal een vereffeningskrediet van respectievelijk 2 300 000 EUR voor VVOB, 2 300 000 EUR voor APEFE en 3 150 000 EUR voor ITG beschikbaar zijn (= 3/12 van het krediet 2010). Er zal daarentegen geen vastleggingskrediet beschikbaar zijn aangezien het vastleggingskrediet 2010 gelijk was aan 0.

Afin de pouvoir utiliser les crédits de liquidation disponible et d’assurer la continuité des programmes des organisations il est nécessaire d’inscrire également des crédits d’engagement. Vu l’importance du montant total nécessaire pour les 3 organisations (7 750 000 EUR), il n’est pas possible de trouver une compensation au sein des crédits d’engagements du programme 2 — Coopération non gouvernementale.

Teneinde de beschikbare vereffeningskredieten te kunnen gebruiken en de continuïteit van de programma’s van de organisaties te verzekeren is het nodig ook vastleggingskredieten in te schrijven. Gelet op de omvang van het voor de 3 organisaties noodzakelijke totaal (7 750 000 EUR), is het niet mogelijk compensatie te vinden binnen programma 2 — Niet-gouvernementele samenwerking.

AB 54 34 35.10.09

BA 54 34 35.10.09

La première tranche de la participation de la Belgique au Fonds Européen de Développement, inscrite à l’allocation de base 54 34 35.10.09, est due début janvier 2011. Cette tranche est estimée par la Commission européenne à 69 998 000 EUR tandis que les 3/12 disponibles ne s’élèvent qu’à 34 300 000 EUR. Conformément au Règlement Financier du FED, une pénalité de retard est due dès le premier jour de retard. Cette pénalité est calculée au taux d’intérêt appliqué par la Banque Centrale Européenne pour les opérations de refinancement, augmenté de 2 %. En outre, le taux appliqué sera majoré d’un quart de pourcent pour chaque mois de retard.

De eerste schijf van het aandeel van België in het Europees Ontwikkelingsfonds, ingeschreven op basisallocatie 54 34 35.10.09, is begin januari 2011 verschuldigd. Deze schijf wordt door de Europese Commissie geraamd op 69 998 000 EUR terwijl de beschikbare 3/12 slechts 34 300 000 EUR bedragen. Overeenkomstig het Financieel Reglement van het EOF is, vanaf de eerste dag vertraging, een boete voor laattijdige betaling verschuldigd. Deze boete wordt berekend op basis van de intrestvoet die de Europese Centrale Bank aanrekent voor herfinancieringen, verhoogd met 2 %. Bovendien zal de toegepaste rentevoet verhoogd worden met één vierde van een procent voor elke maand vertraging.

Vu l’importance du déficit (35 698 000 EUR), il n’est pas possible de trouver une compensation au sein du programme 3 — Coopération multilatérale.

Gelet op de omvang van het tekort (35 698 000 EUR), is het niet mogelijk compensatie te vinden binnen programma 3 — Multilaterale samenwerking.

Dés lors, une dérogation à la limitation générale à 25 % des crédits ajustés de 2010 est demandée pour le programme 3 — Coopération multilatérale.

Daarom wordt voor programma 3 — Multilaterale samenwerking —, een afwijking gevraagd op de algemene beperking tot 25 % van de aangepaste kredieten van 2010.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


28

DOC 53

Section 16

Sectie 16

Ministère de la Défense

Ministerie van Landsverdediging

DIVISION ORGANIQUE 50 — SERVICES OPÉRATIONNELS

ORGANIEK AFDELING 50 — OPERATIONELE DIENSTEN

PROGRAMME 50/0

ACTIVITEITENPROGRAMMA 50/0

Division organique et programme — Organisatie-afdeling en programma

ks — cs

Crédits janviermars 2011 selon calcul légal — Kredieten januarimaart 2011 volgens wettelijke berekening (1)

Crédits janvierDérogations mars 2011 nécessaires nécessaires janvier-mars 2011 — — Nodige kredieten Nodige januari-maart afwijkingen 2011 januari-maart 2011 (2)

Répartition des suppléments par allocation de base (2) — Verdeling van de supplementen per basisallocatie (2)

(3=2-1) Activité / AB — Activiteit / BA (4)

50/0

0555/001

Montant — Bedrag (5)

c

599 639

604 189

+ 4 550

2. 12.00.01 2. 12.00.04 2. 12.00.33

- 720 + 4 000 + 1 270

b

599 296

602 216

+ 2 920

2. 12.00.01 2. 12.00.04 2. 12.00.11 2. 12.00.33

- 1 870 + 4 000 + 150 + 640

L’augmentation des crédits à l’AB 50.02.12.00.04 est nécessaire afin de permettre l’attribution d’un marché des licences informatiques indispensable à la Défense. Ce marché devrait être passé en tout début d’année.

De verhoging van de kredieten van de BA 50.02.12.00.04 is noodzakelijk om de gunning van een opdracht van informatica licenties die onontbeerlijk zijn voor Defensie, toe te laten. Deze opdracht dient afgesloten te worden in het begin van het jaar.

L’augmentation des crédits à l’AB 50.02.12.00.33 est nécessaire pour permettre le paiement de la prime d’assurance hospitalisation au profit du personnel. La prime annuelle est entièrement due durant le premier trimestre.

De verhoging van de kredieten van de BA 50.02.12.00.33 is noodzakelijk om de betaling toe te laten van de hospitalisatieverzekering ten voordele van het personeel. De jaarlijkse premie dient volledig voldaan te zijn in het eerste trimester.

L’augmentation des crédits de liquidation à l’AB 50.02.12.00.11 est indispensable pour payer les factures d’entretien de la chambre de détonation des installations de démantèlement des munitions à POELKAPELLE.

De verhoging van de vereffeningskredieten van de BA 50.02.12.00.11 is noodzakelijk om de facturen te betalen voor het onderhoud van de detonatiekamer van de ontmantelinginstallaties voor munitie te Poelkapelle.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

29

50/1

c

65 353

64 353

-1 000

50/2

c

63 184

54 374

- 8 810

50/4

c

10 878

15 288

+ 4 410

1. 35.00.03 2. 35.00.02

- 450 + 4 860

b

10 976

15 286

+ 4 310

1. 35.00.03 2. 35.00.02

- 450 + 4 760

L’augmentation des crédits à l’AB 50.42.35.00.02 est indispensable au paiement de la contribution au NATO Security Investment Programme (NSIP) pour le premier trimestre 2011. La contribution annuelle au NSIP sera, en 2011 tout comme en 2010, imputée en partie sur cette AB et en partie sur des crédits variables (AB 50.31.13.00.82). Le produit des recettes de ventes alimentant ces crédits variables ne sera probablement pas suffisant à la fin du premier trimestre pour couvrir la dépense. Celle-ci doit l’être par des crédits limitatifs.

70/4 c

c

16 989

17 747

+ 850

1. 41.00.01

+ 850

b

16 865

17 715

+ 850

1. 41.00.01

+ 850

L’augmentation des crédits tient à l’obligation de liquider la moitié de la dotation annuelle au Musée royal de l’Armée et d’Histoire militaire avant la fin du premier trimestre de l’année. 90/4

90/5

De verhoging van de kredieten dient om de verplichting de helft van de jaarlijkse dotatie aan het Koninklijk Legermuseum en de Krijgsgeschiedenis voor het einde van het eerste trimester te vereffenen.

c

133

118

- 15

1. 41.00.01

+ 850

b

133

38

- 95

1. 41.00.01

+ 850

c

125

140

+ 15

1. 31.00.01

+ 15

b

125

220

+ 95

1. 31.00.01

+ 95

L’augmentation des crédits à l’AB 90.51.31.00.01 est nécessaire pour honorer les premiers paiements (avances) faits à la SNCB en compensation du manque à percevoir du fait de l’utilisation de cartes de réduction par le personnel de la Défense. sc = sorte de crédit b = crédit de liquidation limitatif c = crédit d’engagement limitatif fb = crédit de liquidation variable fc = crédit d’engagement variable

CHAMBRE

De verhoging van de kredieten van de BA 50.42.35.00.02 is noodzakelijk voor de betaling van de bijdrage aan het NATO Security Investment Programme (NSIP) in het eerste trimester 2011. De jaarlijkse bijdrage aan het NSIP zal, in 2011 zoals in 2010, voor een deel aangerekend worden op de variabele kredieten (BA 50.31.13.00.82). Het resultaat van de ontvangsten uit verkoop die deze variabele kredieten voeden, zal waarschijnlijk niet voldoende zijn op het einde van het eerste trimester om deze uitgave te dekken. Deze dient gedekt te worden door limitatieve kredieten.


De verhoging van de kredieten van de BA 90.51.31.00.01 is noodzakelijk ter compensatie van het te voorziene tekort om de eerste betalingen (voorschotten) aan de NMBS te voldoen voor het gebruik van de verminderingskaarten van het personeel van Defensie. ks = kredietsoort b = limitatief vereffeningskrediet c = limitatief vastleggingskrediet fb = variabel vereffeningskrediet fc = variabel vastleggingskrediet

2010

2011

KAMER

2e


30

DOC 53

0555/001

Section 17

Sectie 17

Police fédérale et Fonctionnement intégré

Federale Politie en Geïntegreerde Werking

PROGRAMMES DIVERS Dépenses de personnel

DIVERSE PROGRAMMA’S Personeelsuitgaven

En matière de dépenses de personnel, dans les programmes suivants: 41/1 (541 000 EUR); 42/1 (42 000 EUR); 43/1 (14 000 EUR); 90/2 (22 000 EUR),

Wat de personeelsuitgaven betreft, in de volgende programma’s: 41/1 (541 000 EUR); 42/1 (42 000 EUR); 43/1 (14 000 EUR); 90/2 (22 000 EUR),

les dérogations sollicitées (pour un total de 619 000 EUR en engagement et en liquidation) s’avèrent nécessaires pour permettre à la police fédérale de faire face aux charges salariales supplémentaires découlant notamment de fluctuations d’effectifs qui résultent essentiellement du début d’exécution donné à l’autorisation octroyée lors du contrôle budgétaire de procéder, dans le courant du second semestre de cette année-là, à des recrutements supplémentaires effectués sous la forme “d’un transfert de 100 militaires mais aussi du renfort de 200 fonctionnaires via la mobilité ou un recrutement externe .”.

zijn de gevraagde afwijkingen (voor een totaal bedrag van 619 000 EUR in vastlegging en in vereffening) noodzakelijk om de federale politie toe te laten het hoofd te bieden aan bijkomende loonlasten ten gevolge van namelijk fluctuaties van de effectieven die hoofdzakelijk voortvloeien uit het begin van uitvoering ingevolge de toestemming die naar aanleiding van de budgetcontrole werd gegeven om bijkomende rekruteringen uit te voeren in de loop van het tweede semester van dit jaar, onder de vorm van “een overplaatsing van 100 militairen en door de invulling van 200 ambten via mobiliteit of externe werving”.

Cette dérogation est partiellement compensée par une diminution du montant des crédits provisoires d’engagement et de liquidation sollicités pour les programmes 40/1 (- 46 000 EUR), 60/1 (- 40 000) en 90/7 (- 13 000 EUR).

Deze afwijking wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een vermindering van het bedrag van de voorlopige vastleggings- en vereffeningskredieten in de programma’s 40/1 (- 46 000 EUR), 60/1 (- 40 000) en 90/7 (- 13 000 EUR).

42/2 La dérogation demandée en engagement et en liquidation (+ 50 000 EUR) est destinée à permettre à la Direction générale de la police judiciaire d’assurer son ravitaillement en produits de consommation courante. Cette dérogation est compensée par une diminution équivalente de crédits provisoires d’engagement sollicités pour le programme 55/1 ainsi que par une diminution équivalente de crédits provisoires de liquidation sollicités pour le programme 43/2.

42/2 Deze afwijking (+ 50 000 EUR) wordt zowel voor de vastleggings- als voor de vereffeningskredieten gevraagd om zo de Algemene directie van de gerechtelijke politie toe te laten haar bevoorrading met gewone verbruiksproducten te verzekeren. Deze afwijking wordt gecompenseerd door een equivalente vermindering van het bedrag van de voorlopige vastleggingskredieten in het programma 55/1, alsook door een equivalente vermindering van de vereffeningskredieten in het programma 43/2.

60/1 En matière de crédits de fonctionnement et d’investissements, la dérogation demandée en engagement (+ 40 000 EUR) est destinée à permettre à l’Inspection générale de la police fédérale et de la police locale d’assurer son ravitaillement en produits de consommation courante et d’acquitter des factures relatives à du personnel détaché, imputé jusqu’en 2010 sur des crédits de personnel.

60/1 Wat de werkings- en investeringskredieten betreft, wordt deze afwijking (+ 40 000 EUR) voor de vastleggingskredieten gevraagd om aan de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie toe te laten haar bevoorrading met gewone verbruiksprodukten te verzekeren alsook facturen met betrekking tot afgedeeld personeel uit te betalen die t.e.m. 2010 op personeelskredieten aangerekend waren.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

31

Cette dérogation est compensée par une diminution du montant des crédits provisoires d’engagement sollicités pour les programmes 55/1 (- 20 000 EUR) et 43/2 (-20 000 EUR).

Deze afwijking wordt gecompenseerd door een vermindering van het bedrag van de voorlopige vastleggingskredieten in de programma’s 55/1 (- 20 000 EUR) en 43/2 (-20 000 EUR).

En matière de crédits de fonctionnement et d’investissements, la dérogation demandée en liquidation (+ 21 000 EUR) est destinée à permettre à l’Inspection générale de la police fédérale et de la police locale d’assurer son ravitaillement en produits de consommation courante. Cette dérogation est compensée par une diminution équivalente de crédits provisoires de liquidation sollicités pour le programme 43/2.

Wat de werkings– en investeringskredieten betreft, wordt deze afwijking (+ 21.000 EUR) voor de vereffeningskredieten gevraagd om aan de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie toe te laten haar bevoorrading met gewone verbruiks¬produkten te verzekeren. Deze afwijking wordt gecompenseerd door een equivalente vermindering van het bedrag van de voorlopige vereffeningskredieten in het programma 43/2.

90/2 En matière de crédits de fonctionnement et d’investissements, en ce compris les subsides, la dérogation demandée en engagement (+ 1 328 000 EUR) est destinée à garantir la poursuite normale des projets intéressants le fonctionnement intégré de la police fédérale et des polices locales.

90/2 Wat de werkings- en investeringskredieten betreft, met inbegrip van de toelagen, wordt deze uitzondering voor de vastleggingen gevraagd (+ 1 328 000 EUR) om de normale voortzetting van de projecten waaraan de geïntegreerde werking van de federale politie samen met de lokale politie belang bij heeft, te kunnen garanderen. Deze afwijking wordt gecompenseerd door een equivalente vermindering van het bedrag van de voorlopige vastleggingskredieten in het programma 43/2 .

Cette dérogation est compensée par une diminution équivalente de crédits provisoires d’engagement sollicités pour le programme 43/2. 90/3 En matière de crédits de fonctionnement et d’investissements, la dérogation demandée en engagement et en liquidation (+ 694 000 EUR) est destinée à garantir le paiement d’experts étrangers à l’Administration chargés d’assurer la maintenance des mainframes de la police fédérale. Cette dérogation est partiellement compensée par une diminution de crédits provisoires d’engagement sollicités pour les programmes 43/2 (- 493 000 EUR) et 55/1 (- 181 000 EUR) et totalement par une diminution de crédits provisoires de liquidation sollicités pour le programme 43/2 (- 694 000 EUR).

90/3 Wat de werkings- en investeringskredieten betreft, wordt deze afwijking zowel voor de vastleggings- als voor de vereffeningskredieten gevraagd (+ 694 000 EUR) om de betaling van deskundigen te verzekeren die niet tot de Administratie behoren en die met het onderhoud van de mainframes van de federale politie belast zijn. Deze afwijking wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een vermindering van het bedrag van de voorlopige vastleggingskredieten in de programma’s 43/2 (- 493 000 EUR) en 55/1 (- 181 000 EUR), en volledig door een vermindering van de vereffeningskredieten in het programma 43/2 (- 694 000 EUR).

90/7 En matière de crédits de fonctionnement et d’investissements, la dérogation demandée en engagement (+ 213 000 EUR) est destinée à permettre l’acquisition immédiate d’une vidéo-plateforme et d’ainsi rentabiliser au plus vite le récent achat d’un quatrième hélicoptère. Ce dépassement se répartit en 169 000 EUR pour les crédits variables et 44 000 EUR pour les crédits ordinaires.

90/7 Wat de werkings- en investeringskredieten betreft, wordt deze afwijking zowel voor de vastleggings- als voor de vereffeningskredieten gevraagd (+ 213 000 EUR) om een video–platform onmiddellijk te kunnen aanschaffen en op die manier de recente aankoop van een vierde helikopter rendabel te maken. Deze overschrijding is verdeeld onder de variabele kredieten (169 000 EUR) en de gewone kredieten (44 000 EUR).

Autorisation d’engagement

Vastleggingsmachtiging

L’inscription d’une autorisation d’engagement à concurrence de 500 000 EUR est sollicitée pour le

CHAMBRE


2010

Het inschrijven van een vastleggingsmachtiging ten belope van 500 000 EUR wordt gesolliciteerd voor het

2011

KAMER

2e


32

DOC 53

fonds budgétaire 17-4 visé à l’article 11 de la loi du 21 décembre 2007 portant des dispositions diverses. Il est en effet nécessaire d’assurer la correspondance entre le montant de cette autorisation et la dérogation demandée en matière de crédits variables d’engagement au programme 90/7.

budgettaire fonds 17-4 voorzien in het artikel 11 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen. Het is inderdaad noodzakelijk dat het bedrag van deze vastleggingsmachtiging overeenkomt met de gevraagde afwijking op het vlak van de variabele vastleggingskredieten van het programma 90/7.

Section 18

Sectie 18

SPF Finances

FOD Financiën

A.B. 40.02.11.40.05 — Action sociale

0555/001

BA 40.02.11.40.05 — Sociale actie

Une dérogation est demandée afin de pouvoir payer la facture relative à l’assurance hospitalisation. Le coût de cette facture est estimé à 1 218 000 EUR (= montant engagé en 2010). Le SPF Finances recevra cette facture en janvier 2011.

Een afwijking wordt gevraagd om de factuur m.b.t. de hospitalisatieverzekering te kunnen betalen. Deze wordt geraamd op 1 218 000 EUR (= vastgelegd bedrag 2010) en wordt in de loop van de maand januari verwacht.

Pour l’année budgétaire 2010 un montant de 405 000 EUR doit encore être transféré de la provision inscrite au SPF B&CG vers les crédits du SPF Finances (AR en cours). Supplément: + 1 000 000 EUR

Voor 2010 moet nog een supplementair bedrag van 405 000 EUR worden overgeheveld vanuit de provisie bij de FOD B&B naar de kredieten van de FOD Financiën (KB en cours). Supplement: + 1 000 000 EUR

A.B. 40.04.41.30.30 — Dotation Fedorest

BA 40.04.41.30.30 — Dotatie Fedorest

Crédit 2010 = 8 271 000 EUR Proposition2011 = 15 596 000 EUR Supplément: + 1 830 000 EUR

Krediet 2010 = 8 271 000 EUR Voorstel 2011 = 15 596 000 EUR Supplement: + 1 830 000 EUR

Suite à l’intégration de nouveaux restaurants dans Fedorest au cours de l’année 2010 et au premier trimestre 2011, il faut prévoir pour les 3 premiers mois de 2011 une dotation proportionnellement plus élevée que 3/12 du montant de la dotation 2010.

Ingevolge de integratie van nieuwe restaurants naar FEDOREST in de loop van 2010 en in het 1ste trimester 2011, dient voor de eerste maanden van 2011 een evenredig aandeel in de dotatie te worden voorzien.

A.B. 70.02.12.11.01 —Dépenses permanentes pour achats de biens non-durables et de services, à l’exclusion des dépenses informatiques: + 684 000 EUR

A.B. 70.02.12.11.01 — Bestendige uitgaven voor aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten, met uitsluiting van de informatica-uitgaven: + 684 000 EUR

Moyens pour la nouvelle procédure de frais de poursuite et de justice.

Middelen voor de nieuwe procedure van de gerechtsen vervolgingskosten.

A.B. 70.03.83.00.02 — Avances Service des créances alimentaires

BA 70.03.83.00.02 — Voorschotten Alimentatiedienst

Vu les paiements des derniers mois, il faut prévoir pour le premier trimestre 2011 un montant plus élevé que le montant moyen mensuel de 2010. Supplément: + 200 000 EUR

Gelet op de betaling van de laatste maanden, dient voor het 1ste trimester 2011 een hoger bedrag te worden voorzien dan het gemiddeld maandelijks bedrag. Supplement: + 200 000 EUR

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

33

A.B. 80.02.12.11.01 — Dépenses permanentes pour achats de biens non-durables et de services, à l’exclusion des dépenses informatiques: + 10 811 000 EUR

B.A. 80.02.12.11.01 - Bestendige uitgaven voor aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten, met uitsluiting van de informatica-uitgaven: + 10 811 000 EUR

Moyens pour la nouvelle procédure de frais de poursuite et de justice.

Middelen voor de nieuwe procedure van de gerechtsen vervolgingskosten.

A.B. 80.03.35.40.41 — Contributions aux organismes internationaux

BA 80.03.35.40.41 — Bijdragen aan internationale instellingen

La contribution dans la redevance due par l’Organisation mondiale des douanes pour son siège à Bruxelles doit être payée intégralement au mois de janvier 2011. Le montant est provisoirement estimé à 1 120 000 EUR Supplément: + 837 000 EUR

De bijdrage in de huur van het gebouw voor zetel van de Wereld-Douane-organisatie te Brussel dient integraal in de maand januari te worden betaald. Bedrag voorlopig geraamd op 1 120 000 EUR Supplement: + 837 000 EUR

Les montants de ces dérogations sont intégralement compensés sur les allocations de base suivante du programme 61.0 Bonifications d’intérêts précompte professionnel: - 3 250 000 EUR

De bedragen van deze afwijkingen worden integraal gecompenseerd op volgende BA van de afdeling 61.0

Bonifications d’intérêts prêts verts: - 617 000 EUR

CHAMBRE


2010

Intrestbonificaties B.V.: - 3 250 000 EUR

Intrestbonificatues groene leningen - 617 000 EUR

2011

KAMER

2e


34

DOC 53

Les dépenses et/ou allocations de base suivantes sont transférées du budget 51-Dette publique vers le budget 18-Finances:

0555/001

In de begroting 18-FOD Financiën worden volgende uitgaven en/of basisallocaties overgeheveld vanuit de begroting 51-Rijksschuld:

(montants en 1000 euro) (bedragen in 1000 euro)

Montant 2010 Bedrag 2010

Frais de la dette – Kosten Schuld

12èmes provisoires 2011 Voorlopige 12den 2011 3 280

820

Frais back office – Financiële lasten schuld

180

445

Dépenses informatiques de fonctionnement – Werkingsuitgaven informatica

135

34

32 945

8 236

80

20

181

45

8

2

336

84

12 820

3 205

8

2

155

39

70 000

17 500

10 000

2 500

Rémunérations Poste pour des tiers – Vergoeding aan de Post voor derdengelden Achats de biens durables – Aankoop van duurzame goederen Achats de biens durables informatiques – Aankoop van duurzame goederen inzake informatica Rente servitudes aéronautiques – Jaarrente luchtvaartdienstbaarheden Frais de fonctionnement Fonds de vieillissement – Werkingskosten Zilverfonds Subventions Fonds des bâtiments scolaires – Toelagen Schoolwaarborgfonds Rente à la Ville de Bruxelles – Rente aan de Stad Brussel Intérêts hôpitaux universitaires – Intresten universitaire ziekenhuizen Intérêts sur les dépôts et consignations – Intresten op borgtochten en consignaties Remboursement par la Banque nationale de Belgique de billets de banque retiré de la circulation – Terugbetaling bankbiljetten door Nationale Bank

Section 19

Sectie 19

Régie des bâtiments

Regie der Gebouwen

AB 19 55 22 41.00.01 (Bud DO PA AB) – Dotation pour couvrir les loyers et les travaux d’installation standard des biens immobiliers pris en location pour le compte de l’État par la Régie des Bâtiments en vertu de sa mission statutaire et payés par elle aux propriétaires. (Article 450.05 du budget de la Régie des Bâtiments).

BA 19 55 22 41.00.01 (Beg OA AP BA) - Dotatie ter dekking van de huur en standaard inrichtingswerken van de onroerende goederen, gehuurd voor rekening van de Staat door de Regie der Gebouwen in uitvoering van haar statutaire opdracht en door haar aan de eigenaars betaald. (Artikel 450.05 van de begroting van de Regie der Gebouwen).

La majorité des baux contractés par la Régie des Bâtiments est payée par semestre, avec deux grandes échéances par année budgétaire: le 1er avril et le 1er octobre. Ceci entraîne la nécessité de disposer de la moitié du crédit annuel à la fin du mois de mars. Quelques contrats ont des échéances en janvier, février ou mars.

De huurcontracten afgesloten door de Regie der Gebouwen worden meestal betaald per semester, met twee grote vervaldagen per begrotingsjaar: 1 april en 1 oktober. Dat betekent dat eind maart ongeveer de helft van het jaarlijks budget nodig is. Enkele contracten hebben vervaldagen in januari, februari of maart.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

35

A. DÉPENSES PREMIER TRIMESTRE 2011

A. UITGAVEN EERSTE TRIMESTER 2011

Art. 537.01 — Location de bâtiments, de leurs dépendances et de terrains par la Régie, pour le compte de l’État. Crédit 2010 ajusté: Projet budget 2011:

391455 981,00 402 202 616,00

Art. 537.01 — Huur van gebouwen, aanhorigheden en terreinen door de Regie, voor rekening van de Staat. Aangepast krediet 2010: Ontwerp begroting 2011:

391 455 981,00 402 202 616,00

1. Contrats en vigueur

1. Bestaande contracten

Nécessaire dans le premier trimestre 2011:

Nodig in het eerste trimester 2011:

Loyers à payer en janvier: Loyers à payer en février: Loyers à payer en mars: Loyers à payer au 1er avril:

Huur te betalen in januari: Huur te betalen in februari: Huur te betalen in maart: Huur te betalen op 1 april:

Total: + indexation 2011 (1,9 %):

899 228,60 11 947,47 6 020,29 194 991 764,98 ------------------------195 908 961,34 199 631 231,61

2. Nouveaux contrats

Totaal: + indexering 2011 (1,9 %):

899 228,60 11 947,47 6 020,29 194 991 764,98 ------------------------195 908 961,34 199 631 231,61

2. Nieuwe contracten

Montant à payer au 1er avril 2011 pour les nouvelles locations approuvées par le Conseil des ministres (situation jusqu’au Conseil des ministres du 08/10/2010): 8 736 081,62 EUR

3. Total

Te betalen op 1 april 2011 voor de nieuwe inhuringen die reeds goedgekeurd zijn door de Ministerraad (toestand tot en met de Ministerraad van 08/10/2010): 8 736 081,62 EUR

3. Totaal

Montant total à payer dans le premier trimestre 2011 sur l’art. 537.01: 199 631 231,61 + 8 736 081,62 = 208 367 313,23 EUR.

Totaal te betalen in het eerste trimester 2011 op art. 537.01: 199 631 231,61 + 8 736 081,62 = 208 367 313,23 EUR.

Art. 537.03 — Location de bâtiments, de leurs dépendances et de terrains par la Régie, pour le compte de l’État, pour les besoins de l’Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus.

Art. 537.03 — Huur van gebouwen, aanhorigheden en terreinen door de Regie, voor rekening van de Staat, ten behoeve van de Administratie van de ondernemings- en inkomens-fiscaliteit.

Crédit 2010 ajusté: Projet budget 2011:

404 136,00 408 218,00

Aangepast krediet 2010: Ontwerp begroting 2011:

404 136,00 408 218,00






CHAMBRE

0,00 0,00 0,00 200 765,32 ------------------------200 765,32 204 579,86


2010


2011

KAMER

2e

0,00 0,00 0,00 200 765,32 ------------------------200 765,32 204 579,86


36

DOC 53

Art. 537.13 — Travaux d’installation standards dans des bâtiments loués par la Régie pour des services de l’État, des services publics gérés par l’État et pour certaines catégories du personnel rétribué par l’État. Crédit 2010 ajusté: Projet budget 2011:

19 758 511,00 14 858 122,00

0555/001

Art. 537.13 — Standaard inrichtings¬werken in gebouwen door de Regie gehuurd voor de huisvesting van Staatsdiensten, van door de Staat beheerde openbare diensten en van sommige categorieën door de Staat bezoldigd personeel. Aangepast krediet 2010: Ontwerp begroting 2011:

19 758 511,00 14 858 122,00

1. Contrats en vigueur

1. Bestaande contracten



Amortissements à payer en janvier: 0,00 Amortissements à payer en février: 0,00 Amortissements à payer en mars: 2 297 314,95 Amortissements à payer au 1er avril: 4 427 093,25 ------------------------Total: 6 724 408,20

Aflossingen te betalen in januari: 0,00 Aflossingen te betalen in februari: 0,00 Aflossingen te betalen in maart: 2 297 314,95 Aflossingen te betalen op 1 april: 4 427 093,25 ------------------------Totaal: 6 724 408,20

(aucune indexation n’est appliquée).

(geen indexering van toepassing).

2. Nouveaux travaux d’installation

2. Nieuwe inrichtingswerken

Montant à payer au 1er avril 2011 pour les nouveaux travaux d’installation approuvées par le Conseil des Ministres (situation jusqu’au Conseil des Ministres du 08/10/2010): 1 371 344,34 EUR

Te betalen op 1 april 2011 voor de nieuwe inrichtingswerken die reeds goedgekeurd zijn door de Minister-raad (toestand tot en met de Ministerraad van 08/10/2010): 1 371 344,34 EUR

3. Totaal

3. Total Montant total à payer dans le premier trimestre 2011 sur l’art. 537.13: 6 724 408,20 + 1 371 344,34 = 8 095 752,54 EUR.

Totaal te betalen in het eerste trimester 2011 op art. 537.13: 6 724 408,20 + 1 371 344,34 = 8 095 752,54 EUR.

B. DOTATIE EERSTE TRIMESTER 2011

B. DOTATION PREMIER TRIMESTRE 2011 AB 19 55 22 41.00.01

BA 19 55 22 41.00.01

1. Crédit nécessaire

1. Benodigd krediet

Dépenses art. 521.05 (25 %): Dépenses art. 537.01: Dépenses art. 537.03: Dépenses art. 537.13: Total: arrondi:

CHAMBRE

2 750,00 208 367 313,23 204 579,86 8 095 752,54 ------------------------216 670 395,63 216 670 000,00


2010

Uitgaven art. 521.05 (25 %): Uitgaven art. 537.01: Uitgaven art. 537.03: Uitgaven art. 537.13: Totaal: afgerond:

2011

KAMER

2e

2 750,00 208 367 313,23 204 579,86 8 095 752,54 ------------------------216 670 395,63 216 670 000,00


DOC 53

0555/001

37

2. Dérogation

2. Afwijking

Dotation 2010 ajustée: * 3/12 = Crédit nécessaire: 3/12 du crédit 2010 ajusté:

411 443 000 102 861 000

Aangepaste dotatie 2010: * 3/12 =

411 443 000 102 861 000

216 670 000 - 102 861 000 ------------------------+ 113 809 000

Benodigd krediet: 216 670 000 3/12 van aangepast krediet 2010: - 102 861 000 ------------------------Afwijking: + 113 809 000

AB 19 55 22 41.00.02 (Bud DO PA AB) — Dotation à titre de redevance d’occupation des bâtiments de l’État gérés par la Régie des Bâtiments, et destinée à couvrir les frais administratifs de fonctionnement de la Régie. (Article 450.02 du budget de la Régie des Bâtiments).

BA 19 55 22 41.00.02 (Beg OA AP BA) — Dotatie bij wijze van bezettingsvergoeding voor de gebouwen van de Staat beheerd door de Regie der Gebouwen, ter dekking van de administratieve werkingskosten van de Regie. (Artikel 450.02 van de begroting van de Regie der Gebouwen).

Dérogation:



1. Crédits de personnel

1. Personeelskredieten

Art. 511.01 — Rémunération du personnel statutaire.

Art. 511.01 — Bezoldiging van het personeel in statutair rechtsverband.

Art. 511.02 — Rémunération du personnel de complément.

Art. 511.02 — Bezoldiging van het aanvullend personeel.

Art. 511.04 — Charges sociales dérivant de la législation sociale (part patronale).

Art. 511.04 — Sociale lasten voortspruitend uit de sociale wetgeving

Dépenses prévues dans le premier trimestre 2011 pour l’ensemble de ces trois articles (suivant le mode de calcul proposé dans la circulaire du 08/10/2010 du ministre du Budget et du secrétaire d’État au Budget):

Uitgaven voorzien in het eerste trimester 2011 voor het geheel van de drie vermelde artikels (volgens de berekeningswijze voorgesteld in de rondzendbrief van 08/10/2010 van de minister van Begroting en de staatssecretaris voor Begroting):

Crédit 2010 ajusté: Economie de 0,7 %: Indexation de 2 %: * 4/12:

68 228 502 67 750 902 69 105 921 23 035 307

2. Loyers

Aangepast krediet 2010: Besparing van 0,7 %: Indexering met 2 %: * 4/12:

68 228 502 67 750 902 69 105 921 23 035 307

2. Huuruitgaven

Art. 521.01 — Loyers de locaux et charges complémentaires.

Art. 521.01 — Huur van lokalen en bijkomende lasten.

La majorité des baux contractés par la Régie des Bâtiments est payée par semestre, avec deux grandes échéances par année budgétaire: le 1er avril et le 1er octobre. Ceci entraîne la nécessité de disposer de la moitié du crédit annuel à la fin du mois de mars. Quelques contrats ont des échéances en janvier, février ou mars.

De huurcontracten afgesloten door de Regie der Gebouwen worden meestal betaald per semester, met twee grote vervaldagen per begrotingsjaar: 1 april en 1 oktober. Dat betekent dat eind maart ongeveer de helft van het jaarlijks budget nodig is. Enkele contracten hebben vervaldagen in januari, februari of maart.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


38

DOC 53

Crédit 2010 ajusté: Projet budget 2011:

9 266 961,00 8 735 129,00

Aangepast krediet 2010: Ontwerp begroting 2011:

9 266 961,00 8 735 129,00






3 473,57 0,00 0,00 4 629 902,11 ------------------------4 633 375,68 4 721 409,82


B. DOTATION PREMIER TRIMESTRE 2011

3 473,57 0,00 0,00 4 629 902,11 ------------------------4 633 375,68 4 721 409,82


AB 19 55 22 41.00.02

BA 19 55 22 41.00.02


1. Benodigd krediet

Dotation 2010 ajustée: sans les crédits de personnel: sans les loyers:

97 780 000 - 68 228 502 - 9 266 961 ------------------------Autres frais de fonctionnement 2010: 20 284 537 * 3/12: 5 071 134

Aangepaste dotatie 2010: zonder het personeelskrediet: zonder de huuruitgaven:

Crédits provisoires 1er primestre 2011:

Voorlopige kredieten 1ste trimester 2011:

Frais de fonctionnement (3/12): Frais de personnel: Loyers:

Werkingskosten (3/12): Personeelskosten: Huuruitgaven:

Total: arrondi:

5 071 134 23 035 307 4 721 410 ------------------------32 827 851 32 828 000

2. Dérogation

Dérogation:

CHAMBRE

97 780 000 - 68 228 502 - 9 266 961 ------------------------Andere werkingskosten 2010: 20 284 537 * 3/12: 5 071 134

Totaal: afgerond:

5 071 134 23 035 307 4 721 410 ------------------------32 827 851 32 828 000

2. Afwijking

Dotation 2010 ajustée: * 3/12 = Crédit nécessaire: 3/12 du crédit 2010 ajusté:

0555/001

97 780 000 24 445 000 32 828 000 - 24 445 000 ------------------------+ 8 383 000


2010


97 780 000 24 445 000


2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

39

AB 19 55 22 41.00.04 (Bud DO PA AB) — Dotation accordée à la Régie des Bâtiments destinée à couvrir les charges des opérations immobilières au moyen d’une location-vente et d’opérations analogues et de leur entretien. (Article 450.04 du budget de la Régie des Bâtiments).

BA 19 55 22 41.00.04 (Beg OA AP BA) — Dotatie aan de Regie der Gebouwen bestemd voor het betalen van de lasten van onroerende verrichtingen door middel van huurkoop en analoge operaties. (Artikel 450.04 van de begroting van de Regie der Gebouwen).


A. DÉPENSES PREMIER TRIMESTRE 2011 La majorité des dépenses couvertes par l’AB 19 55 22 41.00.04 se compose d’amortissements et intérêts, a payer aux institutions financières à échéance fixe.

Het grootste gedeelte van de uitgaven gedekt door BA 19 55 22 41.00.04 bestaat uit aflossingen en intresten, te betalen aan financiële instellingen op een vaste vervaldag. Per begrotingsartikel:

Par article budgétaire: Art. 521.05 (assurances): Art. 521.06 (contributions et taxes): Art. 525.05 (intérêts): Art. 533.04 (redevances): Art. 536.07 (entretien – 3/12): Art. 560.05 (amortissements): Total: couvert par subsides Loterie nat.: À couvrir par la dotation:

23 000 90 000 1 061 059 523 232 25 218 1 544 291 -------------------3 266 800 - 808 800 -------------------2 458 000

Art. 521.05 (verzekeringen): Art. 521.06 (belastingen en taksen): Art. 525.05 (intresten): Art. 533.04 (vergoedingen): Art. 536.07 (onderhoud – 3/12): Art. 560.05 (aflossingen): Totaal: gedekt door subsidie Nat. Loterij: Te dekken door dotatie:


B. DOTATION PREMIER TRIMESTRE 2011 AB 19 55 22 41.00.04

BA 19 55 22 41.00.04


1. Benodigd krediet

Dépenses à couvrir par la dotation:

2 458 000

Dotation 2010 ajustée: * 3/12 =

Dérogation:

CHAMBRE

Uitgaven te dekken door dotatie:

2 458 000

2. Afwijking

2. Dérogation

Crédit nécessaire: 3/12 du crédit 2010 ajusté:

23 000 90 000 1 061 059 523 232 25 218 1 544 291 -------------------3 266 800 - 808 800 -------------------2 458 000

28 211 000 7 053 000 2 458 000 - 7 053 000 ------------------------- 4 595 000


2010


28 211 000 7 053 000

Benodigd krediet: 2 458 000 3/12 van aangepast krediet 2010: - 7 053 000 ------------------------Afwijking: - 4 595 000

2011

KAMER

2e


40

DOC 53

AB 19 55 26 41.00.09 (Bud DO PA AB) — Dotation accordée à la Régie des Bâtiments dans le cadre du “Plan pluriannuel de la Justice”, pour la couverture des frais de location des bâtiments pris en location pour une meilleure assistance juridique. (Article 450.19 du budget de la Régie des Bâtiments).

B.A. 19 55 26 41.00.09 (Beg OA AP BA) — Dotatie toegekend aan de Regie der Gebouwen in het raam van het “Meerjarenplan Justitie”, om de huurkosten te dekken van de gebouwen ingehuurd met het oog op een betere rechtsbedeling. (Artikel 450.19 van de begroting van de Regie der Gebouwen).



Art. 537.05 — Location de bâtiments dans le cadre du “Plan pluriannuel de la Justice” pour une meilleure administration de la justice. La majorité des baux contractés par la Régie des Bâtiments est payée par semestre, avec deux grandes échéances par année budgétaire: le 1er avril et le 1er octobre. Ceci entraîne la nécessité de disposer de la moitié du crédit annuel à la fin du mois de mars.

Un bilan par contrat de location se retrouve dans les annexes 1 à 4.

Art. 537.05 — Huur van gebouwen in het raam van het “Meerjarenplan Justitie”, met het oog op een betere rechtsbedeling.

De huurcontracten afgesloten door de Regie der Gebouwen worden meestal betaald per semester, met twee grote vervaldagen per begrotingsjaar: 1 april en 1 oktober. Dat betekent dat eind maart ongeveer de helft van het jaarlijks budget nodig is. Een gedetailleerd overzicht per huurcontract vindt men in de bijlagen 1 t/m 4.





Total: + indexation 2011 (1,9 %): arrondi:

0,00 0,00 0,00 13 807 062,94 ------------------------13 807 062,94 14 069 397,14 14 069 000,00

Totaal: + indexering 2011 (1,9 %): afgerond:

AB 19 55 26 41.00.09

BA 19 55 26 41.00.09


1. Benodigd krediet 14 069 000

Dotation 2010 ajustée: * 3/12 =

Dérogation:

CHAMBRE

Uitgaven art. 537.05:

14 069 000

2. Afwijking

2. Dérogation

Crédit nécessaire: 3/12 du crédit 2010 ajusté:

0,00 0,00 0,00 13 807 062,94 ------------------------13 807 062,94 14 069 397,14 14 069 000,00


B. DOTATION PREMIER TRIMESTRE 2011

Dépenses art. 537.05:

0555/001

27 622 000 6 905 000 14 069 000 - 6 905 000 ------------------------+ 7 164 000


2010


27 622 000 6 905 000


2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

41

Section 21

Sectie 21

Pensions

Pensioenen

PARTIE 1

DEEL 1

MISSIONS LÉGALES DU SERVICE

WETTELIJKE OPDRACHTEN VAN DE DIENST

1. Dotation pensions secteur public

1. Dotatie pensioenen overheidssector

Pour cette dotation (c.à d. 7 167 370 000 EUR ), le SdPSP demande, pour l’article 55.11.4101, un crédit provisoire de 2 680 000 000 EUR, qui équivaut à 37,4 % du crédit ajusté de 2010.

De PDOS vraagt voor het artikel 55.11.4101 een voorlopig krediet van 2 680 000 000 EUR, wat neerkomt op 37,4 % van het aangepaste krediet van 2010 voor deze dotatie (nl. 7 167 370 000 EUR).

Si le SdPSP ne devrait payer que les pensions de janvier, février et mars 2011, le montant de 1 943 000 000 EUR (soit 27,1 % du crédit ajusté de 2010) serait suffisant comme dotation.

Indien de PDOS enkel de pensioenen van januari, februari en maart 2011 zou moeten betalen, zou een bedrag van 1 943 000 000 EUR (zijnde 27,1 % van het aangepaste krediet van 2010) als dotatie volstaan.

Que ce pourcentage soit supérieur à 25 % s’explique par une augmentation annuelle de la charge des pensions et par le saut d’index en aôut 2010.

Dat dit percentage hoger ligt dan 25 % valt te verklaren door de jaarlijkse toename van de pensioenlast en door de indexoverschrijding in augustus 2010.

Le SdPSP doit, début janvier 2011, également supporter la charge des pensions de décembre 2010 payées à terme échu (ces pensions sont payées le premier jour ouvrable du mois de janvier 2011). Cela implique, pour janvier 2011, une dépense supplémentaire de 586 000 000 EUR .

De PDOS dient echter tevens de last van de pensioenen die op het einde van de maand december 2010 betaald worden (maar in de praktijk pas begin januari 2011 uitbetaald worden) te dragen. Dit zorgt voor een extra uitgave in januari 2011 van naar schatting 586 000 000 EUR.

Enfin, le SdPSP demande dès à présent un crédit pour pouvoir payer les pensions du mois d’avril 2011 payées anticipativement. Ces pensions doivent être versées aux intéressés le premier jour ouvrable du mois d’avril. Ces dépenses concernent la dotation 1 pour un montant estimé à 151 000 000 EUR .

Tenslotte vraagt de PDOS reeds het krediet om de pensioenen van april 2011 die in het begin van de maand betaald worden te kunnen betalen. Deze pensioenen dienen immers de eerste werkdag van april reeds aan de gepensioneerden gestort te worden. Het gaat hier voor dotatie 1 om een geraamd bedrag van 151 000 000 EUR.

De cette manière, le crédit provisoire demandé s’élève à 2 680 000 000 EUR (= 1 943 000 000 EUR + 586 000 000 EUR + 151 000 000 EUR)

Het gevraagde voorlopige krediet voor dotatie 1 bedraagt op die manier 2 680 000 K € (= 1 943 000 000 EUR + 586 000 K € + 151 000 000 EUR)

2. Dotation pensions de réparation et rentes de guerre

2. Dotatie vergoedingspensioenen en oorlogsrenten

Pour cette dotation, le crédit provisoire peut être limité à 23,8 % du crédit voté 2010 vu le nombre de décès estimé en 2011.

Voor deze dotatie kan het voorlopig krediet beperkt worden tot 23,8 % van het gestemde krediet 2010 gelet op het aantal overlijdens geraamd in 2011.

3. Dotation rentes accidents du travail

3.Dotatie arbeidsongevallen

Pour cette dotation, un crédit provisoire de 14,7 % du crédit voté 2010 est suffisant.

CHAMBRE


2010

Voor deze dotatie is een voorlopig krediet van 14,7 % van het gestemd krediet 2010 voldoende.

2011

KAMER

2e


42

DOC 53

Les dépenses liées aux rentes d’accidents du travail sont effectuées pour verser des rentes mensuelles et une importante rente annuelle en décembre.

4. Dotation SNCB

0555/001

De uitgaven verbonden aan de arbeidsongevallenrenten gebeuren om de maandelijkse renten en een belangrijke jaarlijkse rente in december te storten.

4. Dotatie NMBS

Pour cette dotation (c. à d. 619 790 000 EUR), le SdPSP demande pour l’article 55.11.4105, un crédit provisoire de 235 700 000 EUR, qui équivaut à 38,0 % du crédit ajusté de 2010.

De PDOS vraagt voor het artikel 55.11.4105 een voorlopig krediet van 235 700 000 EUR, wat neerkomt op 38,0 % van het aangepaste krediet van 2010 voor deze dotatie (nl. 619 790 000 EUR).

Si le SdPSP ne devait payer que les pensions de janvier, février et mars 2011, le montant de 163 300 000 EUR (soit 26,3 % du crédit ajusté de 2010) serait suffisant comme dotation pour les pensions de la SNCB.

Indien de PDOS enkel de pensioenen van januari, februari en maart 2011 zou moeten betalen, zou een bedrag van 163 300 000 EUR (zijnde 26,3 % van het aangepaste krediet van 2010) als dotatie voor de pensioenen van de NMBS volstaan.

Que ce pourcentage soit supérieur à 25 % s’explique par une augmentation annuelle de la charge des pensions et par le saut d’index en août 2010.

Dat dit percentage hoger ligt dan 25 % valt te verklaren door de jaarlijkse toename van de pensioenlast en door de indexoverschrijding in augustus 2010.

Le SdPSP doit, début janvier 2011, également supporter la charge des pensions de décembre 2010 payées à terme échu (ces pensions de décembre payées à terme échu sont payées le premier jour ouvrable du mois de janvier 2011). Cela implique, pour janvier 2011, une dépense supplémentaire de 46 800 000 EUR.

De PDOS dient echter tevens de last van de pensioenen die op het einde van de maand december 2010 betaald worden (maar in de praktijk pas begin januari 2011 uitbetaald worden) te dragen. Dit zorgt voor een extra uitgave in januari 2011 van naar schatting 46 800 000 EUR.

Enfin, le SdPSP demande dès à présent un crédit pour pouvoir payer les pensions du mois d’avril 2011 payées anticipativement. Ces pensions doivent être versées aux intéressés le premier jour ouvrable du mois d’avril. Ces dépenses concernent la dotation SNCB pour un montant estimé à 25 600 000 EUR.

Tenslotte vraagt de PDOS reeds het krediet om de pensioenen van april 2011 die in het begin van de maand betaald worden te kunnen betalen. Deze pensioenen dienen immers de eerste werkdag van april reeds aan de gepensioneerden gestort te worden. Het gaat hier voor de dotatie NMBS om een geraamd bedrag van 25 600 000 EUR.

De cette manière, le crédit provisoire demandé pour la dotation SNCB s’élève à 235 700 000 EUR (=163 300 000 EUR + 46 800 000 EUR + 25 600 000 EUR).

Het gevraagde voorlopige krediet voor de dotatie NMBS bedraagt op die manier 235 700 000 EUR (= 163 300 000 EUR + 46 800 000 EUR + 25 600 000 EUR).

PARTIE 2

DEEL 2

GESTION DU SERVICE

BEHEER VAN DE DIENST

3. Dotation Gestion du service

3. Dotatie Beheer van de Dienst

Cette dotation s’ élève à 38 594 000 EUR pour l’année 2010.

Deze dotatie bedraagt 38 594 000 EUR voor het jaar 2010.

Ce montant comprend l’enveloppe du personnel qui est fixée à 24 333 000 EUR. Le SdPSP a besoin – pour les mêmes raisons qui sont valables pour les articles 11.03 et 11.04 dans d’autres budgets – de 4/12 de ce

Dit bedrag omvat de personeelsenveloppe die werd vastgesteld op 24 333 000 EUR. De PDOS heeft – om dezelfde redenen die gelden voor de artikelen 11.03 en 11.04 in andere begrotingen – 4/12 van dit bedrag nodig

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

43

montant pour effectuer les paiements dans les trois premiers mois de 2011 (décembre 2010 – janvier 2011 – février 2011 – mars 2011).Il est également tenu compte d’une indexation de 2 % et d’une diminution de 0,7 %.

om de betalingen tijdens de eerste drie maanden van het jaar 2011 (december 2010 – januari 2011 – februari 2011 – maart 2011) te kunnen verrichten. Er wordt tevens rekening gehouden met een indexering van 2 % en een vermindering van 0,7 %.

Le règle normal de 3/12 est applicable au solde de la dotation 38 594 – 24 333 = 14 261 000 EUR.

Op de rest van de dotatie 38 594 – 24 333 = 14 261 000 EUR kan de normale regel van 3/12 worden toegepast.

Ainsi le montant suivant est demandé:

Aldus wordt een volgend bedrag gevraagd:

24 333 + 2 % - 0,7 % x 4/12 = 14 261 x 3/12 = Total =

24 333 + 2 % - 0,7 % x 4/12 = 14 261 x 3/12 = Totaal =

8 217 000 EUR 3 565 000 EUR 11 782 000 EUR

8 217 000 EUR 3 565 000 EUR 11 782 000 EUR

Section 23

Sectie 23

SPF Emploi, Travail et Concertation sociale

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

PROGRAMME 40/2

PROGRAMMA 40/2

Le programme 40/2 — Diversité, Interculturalité et Egalité des Changes sera diminué de 125 000 EUR suite aux décisions précédentes du gouvernement.

Het programma 40/2 — Diversiteit, Interculturaliteit en Gelijkheid van Kansen wordt verminderd met 125 000 EUR ingevolge voorgaande beslissingen van de regering.

Le Conseil des ministres du 16 octobre 2009 a fixé la dotation au Centre pour l’Égalite des Chances et la lutte contre le racisme pour 2011 (inscrit sur l’allocation de base 40.20.41.40.12) à un montant forfaitaire de 2,78 millions EUR .

De Ministerraad van 16 oktober 2009 heeft de dotatie aan het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (ingeschreven op de basisallocatie 40.20.41.40.12) voor 2011 vastgesteld op een forfaitair bedrag van 2,78 miljoen EUR.

Vu qu’un crédit de 2,72 millions d’euros a été inscrit sur la même allocation de base au budget 2010 ajusté, une dérogation de 15 000 EUR doit être accordée.

Gelet op het feit dat in de aangepaste begroting 2010 op diezelfde basisallocatie een krediet werd ingeschreven van 2,72 miljoen euro, dient een afwijking te worden toegestaan van 15 000 EUR.

PROGRAMME 40/4

PROGRAMMA 40/4

Le programme 40/4 — Division des études juridiques, de la documentation et du contentieux — est augmenté de 110 000 EUR, soit:

Het programma 40/4 — Afdeling van de juridische studiën, de documentatie en de geschillen — wordt verhoogd met 110 000 EUR, zijnde:

— à l’allocation de base 40 40 121101 (paiements des avocats) : + 40 000 EUR, vu l’effet de volume à la hausse constatée durant l’année budgétaire 2010. La hausse se traduit déjà en une augmentation des crédits dans l’avant-projet de feuilleton 2010.

— op de basisallocatie 40 40 121101 (betalingen advocaten): + 40 000 EUR, afgaande op een volume-effect vastgesteld tijdens het begrotingsjaar 2010. Deze trend vertaalt zich reeds in een verhoging van kredieten in het voorontwerp van aanpassingsblad in 2010.

— à l’allocation de base 40 41 121101(paiements des abonnements): + 70 000 EUR

— op de basisallocatie 40 41 121101 (betaling abonnementen): + 70 000 EUR

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


44

DOC 53

La plupart des abonnements sont à engager et à liquider par contrats annuels au début de l’année budgétaire vu leur nature récurrente. Ceci ne concerne en aucun cas une demande d’augmentation de crédits.

0555/001

De meeste abonnementen die in het begin van het begrotingsjaar via jaarlijkse contracten worden besteld moeten wegens hun recurrent karakter in het begin van begrotingsjaar worden vastgelegd en vereffend. Het betreft geenszins een aanvraag tot verhoging van de kredieten.

PROGRAMME 40/6

PROGRAMMA 40/6

Le Programme 40/6 — Contribution fédérale publique belge au fonds social européen est diminué de 129 000 EUR en crédits de liquidation en vertu du caractère nonrécurrent de certaines dépenses.

Het programma 40/6 — Federale Belgische publieke bijdrage aan het Europees Sociaal fonds wordt verminderd met 129 000 EUR in vereffeningskredieten ingevolge het eenmalig karakter van bepaalde uitgaven.

PROGRAMME 51/0

PROGRAMMA 51/0

Suite aux mesures prises en matière d’emploi dans le cadre du plan de relance, des crédits supplémentaires sur le programme 51/0 “Relations collectives de travail” étaient accordés pendant l’élaboration du budget 2010 initial pour un montant de 161 000 EUR en crédits d’engagement et en crédits de liquidation sur l’AB 23.51.01.11.00.04 afin de financer l’embauche de 8 contractuels temporaires. En outre 20 000 EUR en crédits d’engagement et en crédits de liquidation étaient accordés sur le même programme (AB 23.51.02.12.11.01) afin de financer une Commission ad hoc.

Naar aanleiding van de tewerkstellingsmaatregelen genomen in het kader van het herstelplan, werden op het programma 51/0 “Collectieve arbeidsbetrekkingen” bij de begrotingsopmaak 2010 initieel 161 000 EUR in vastleggingskredieten en vereffeningskredieten op BA 23.51.01.11.00.04 toegekend ter financiering van de aanwerving van 8 tijdelijke contractuelen. Tevens werd op hetzelfde programma (BA 23.51.02.12.11.01) 20 000 EUR toegekend ter financiering van de werking van een Commissie ad hoc.

Lesdites mesures en matière d’emploi prises dans le cadre du plan de relance sont contenues dans la loi du 19 juin 2009 portant des dispositions diverses en matière d’emploi pendant la crise. L’article 155 de la loi du 30 décembre 2009 portant des dispositions diverses ne permet pas au pouvoir exécutif de prolonger jusqu’au 31 décembre 2010 les mesures en matière d’emploi dans le cadre du plan de relance.

Voormelde tewerkstellingsmaatregelen in het kader van het herstelplan werden ingevoerd door de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis. Artikel 155 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen laat slechts aan de uitvoerende macht de tewerkstellingsmaatregelen in het kader van het herstelplan toe tot 31 december 2010 te verlengen.

Les crédits accordés lors de la confection du budget 2010 ne seront donc pas repris dans la base de calcul des crédits provisoires, ce qui entraîne une dérogation négative de 46 000 EUR.

De toegekende kredieten tijdens de begrotingsopmaak 2010 worden bijgevolg niet opgenomen in de basis voor de berekening van de voorlopige kredieten, wat een afwijking in min betekent van 46 000 EUR.

PROGRAMME 56/3

PROGRAMMA 56/3

Le programme 56/3 est diminué de 78 000 EUR en crédits d’engagement et en crédits de liquidation suite à un effet de volume.

Het programma 56/3 wordt verminderd met 78 000 EUR in vastleggingskredieten en vereffeningskredieten ingevolge een volume-effect.

PROGRAMME 57/1

PROGRAMMA 57/1

Le programme 57/1 est diminué de 3 000 EUR en crédits d’engagement et en crédits de liquidation suite aux décisions précédentes du gouvernement.

CHAMBRE


2010

Het programma 57/1 wordt verminderd met 3 000 EUR in vastleggingskredieten en vereffeningskredieten ingevolge voorgaande beslissingen van de regering.

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

45

Section 24

Sectie 24

SPF Sécurité sociale

FOD Sociale Zekerheid

Crédits de personnel

Personeelskredieten

Dérogations pour les crédits relatifs aux frais de personnels statutaires ou non statutaires –b et c- des programmes: 24-21-1 24-52-6 24-53-0 24-54-1 24-55-0 24-57-0 24-58-0 24-58-0 24-58-8 24-59-9

Afwijkingen voor de kredieten betreffende de kosten voor statutaire en niet statutaire personeelsleden -b et c- van de programma’s: 24-21-1 24-52-6 24-53-0 24-54-1 24-55-0 24-57-0 24-58-0 24-58-0 24-58-8 24-59-9

La proposition du SPF BCG se base sur la ventilation par AB établie pour l’ajusté 2010. La consommation réelle par AB constatée à ce jour est toutefois sensiblement différente.

Het voorstel van de FOD B&B steunt op de ventilering per BA, gebaseerd op de aangepaste begroting 2010. Het reële verbruik per BA zoals vandaag waargenomen ligt echter gevoelig anders.

Il est probable que la répartition de la consommation restera au cours des premiers mois de 2011 proche de celle constatée fin 2010.

Gedurende deze eerste maanden van 2011 is het hoogst waarschijnlijk dat de verdeling van het verbruik nauw aansluit bij de verdeling vastgesteld op einde 2010.

Aussi afin d’éviter des déficits sur certains programmes, nous demandons des dérogations visant à répartir autrement le total des crédits provisoires de type “personnel”, soit 14 188 000 EUR entre les différents programmes.

Vooral om een tekort bij sommige programma’s af te wenden, verzoeken wij om afwijkingen die tot doel hebben de voorlopige “personeels”-kredieten anders te verdelen, hetzij een herschikking van 14 188 000 EUR tussen de verschillende programma’s.

Le total des crédits de provisoires de type “personnel” reste, après dérogation, identique à la proposition pour la loi de Finances 2011 si l’on considère l’ensemble du département.

Het totaal aan voorlopige kredieten betreffende “personeel” blijft, na de afwijkingen, identiek aan het voorstel voor de Financiewet 2011 voor het geheel van de FOD.

DIVISION ORGANIQUE 21

ORGANISATIEAFDELING 21

Organes de gestion

Beheersorganen

21/5 TIC

21/5 ICT

Etant donné que nous sommes obligés de travailler par 12èmes sur la base du budget 2010, TIC a effectué un calcul pour les dépenses du 1er trimestre 2011. Le budget TIC 2010 s’élève à 12 763 000 EUR. Le montant attribué à TIC pour le 1er trimestre 2011 sera donc (12 763 000 /12 * 3) 3 190 000 EUR.

CHAMBRE


2010

Aangezien wij verplicht zijn om te werken met 12den op basis van de begroting 2010, heeft ICT een berekening gemaakt in verband met de uitgaven van de 1ste trimester 2011. In de begroting van 2010 bedraagt het budget voor ICT 12 763 000 EUR. Het toegewezen bedrag voor het 1ste trimester 2011 voor ICT zal dan (12 763 000 /12 * 3) 3 190 000 EUR bedragen.

2011

KAMER

2e


46

DOC 53

0555/001

Ce montant est insuffisant pour tous les contrats, conventions et modalités particulières de collaboration dont la date de prise de cours se situe au 1er trimestre 2011, compte tenu des informations et avis de l’Inspection des Finances au sujet des dispositions légales concernant les contrats, conventions ou modalités particulières de collaboration, selon lesquels ceux-ci doivent faire l’objet d’un engagement pour toute l’année ou toute la période.

Dit bedrag is onvoldoende om alle contracten, overeenkomsten en bijzondere samenwerkingsmodaliteiten waarvan de begindatum valt in de 1ste trimester 2011. Rekening houdend met de informatie en het advies van de Inspectie van Financiën in verband met de wettelijke bepalingen voor het afsluiten van contracten, overeenkomsten of bijzondere samenwerkingsmodaliteiten dat deze voor het ganse jaar of periode vastgelegd dienen te worden.

Selon le calcul et la répartition entre les allocations de base pour tous les contrats, conventions ou modalités particulières de collaboration qui prennent cours et seront facturés pendant le 1er trimestre 2011, il manque un montant de 4 261 000 EUR pour les engagements concernant ces contrats, conventions ou modalités particulières de collaboration pendant 1 an ou la période nécessaire.

Volgens de berekening en verdeling over de basisallocaties van alle contracten, overeenkomsten of bijzondere samenwerkingsmodaliteiten die in de 1ste trimester van 2011 starten en gefactureerd zullen worden, is er een tekort van 4 261 000 EUR om deze contracten, overeenkomsten of bijzondere samenwerkingsmodaliteiten te kunnen vastleggen voor 1 jaar of periode.

Certains contrats peuvent être prolongés pour une période égal à 3 mois, de manière que la dérogation nécessaire pour crédits d’engagement peut être réduite jusqu’à 1 132 000 EUR.

Bepaalde contracten kunnen echter verlengd worden voor een periode van 3 maand, waardoor de vereiste afwijking voor vastleggingskredieten gereduceerd kan worden tot 1 132 000 EUR.



DG Inspection sociale

DG Sociale inspectie

53/0 MOYENS DE SUBSISTANCE

53/0 BESTAANSMIDDELEN

A.B. 53 02 12.11.01 — Dépenses de fonctionnement Le crédit non récurrent de 10 000 EUR, concernant l’enveloppe pour la création d’une cellule d’appui mixte, est diminué de la base de calcul des crédits provisoires.

B.A. 53 02 12.11.01 — Werkingsuitgaven Het niet recurrente krediet voor een bedrag van 10 000 EUR met betrekking tot de enveloppe voor de oprichting van een gemengde ondersteuningscel, wordt in mindering gebracht van de berekeningsbasis van de voorlopige kredieten.



DG Indépendants

DG Zelfstandigen

54/02 FRAIS DE FONCTIONNEMENT

54/02 WERKINGSKOSTEN

A.B. 54 02.12 11 01 – Abonnements SNCB du service d’inspection de la DG Indépendants

B.A. 54 02.12 11 01 — Abonnementen NMBS voor de inspectiedienst van de DG Zelfstandigen

Comme la plupart des abonnements réseau expirent en janvier et doivent donc être renouvelés dans ce mois, les 3/12e ne suffiront pas pour payer le renouvellement.

Vermits de meeste netabonnementen vervallen in januari en dus in deze maand moeten worden vernieuwd, volstaan 3/12e niet om de netabonnementen te kunnen vernieuwen.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

47

Les dépenses pour les abonnements pour janvier, février et mars s’élèvent à:

De uitgaven voor de abonnementen bedragen voor januari, februari en maart:

— 16 contrôleurs/inspecteurs francophones x 4 379 EUR par abonnement = 70 064 EUR

— 16 Franstalige controleurs/inspecteurs x 4 379 EUR per abonnement = 7 064 EUR

— 22 contrôleurs/inspecteurs néerlandophones x 4 542 EUR par abonnement = 99 924 EUR

— 22 Nederlandstalige controleurs/inspecteurs x 4 542 EUR per abonnement = 99 924 EUR

— 70 064 + 99 924 = 169 988 EUR

— 70 064 + 99 924 = 169 988 EUR

Comme pour l’année 2010 il est prévu 180 000 EUR pour les abonnements du service d’inspection, soit 45 000 EUR par trimestre, un budget supplémentaire de 169 988 – 45 000 = 124 988 EUR sera nécessaire pour le premier trimestre de 2011.

Gezien voor heel 2010 voor de abonnementen van de inspectiedienst 180 000 EUR is voorzien is, of 45 000 EUR per kwartaal, is een bijkomend budget nodig van 169 988 – 45 000 = 124 988 EUR voor het eerste kwartaal van 2011.

La dérogation mentionnée ci-dessus tient compte de la diminution d’un crédit non récurrent de 453 000 EUR en 2010.

De bovenvermelde afwijking houdt rekening met de vermindering van het niet recurrente krediet van 453 000 EUR in 2010.

54/1 Statut social des indépendants

54/1 Sociaal statuut der zelfstandigen

Dotations et Subsides

Dotaties en Toelagen

A.B. 54 11 42.80.01 — Subvention globale à la sécurité sociale des Indépendants (Subvention à l’INASTI -Gestion globale)

B.A. 54 11 42.80.01 — Algemene toelage aan de sociale zekerheid voor Zelfstandigen (Toelage aan het RSVZ-Globaal Beheer)

Pour les subventions à payer mensuellement, il faut calculer les 4/12es de telle manière que les engagements et les liquidations peuvent être exécutés avant le mois d’avril afin que les paiements d’avril puissent avoir lieu aux dates prévues. Le calcul des 4/12es est basé sur les estimations 2011.

Voor de maandelijks te betalen toelagen dient men 4/12en te berekenen zodanig dat de vastleggingen en vereffeningen kunnen worden uitgevoerd vóór de maand april zodat de betalingen van de maand april kunnen plaatsvinden op de voorziene data. De berekening van de 4/12en is gebaseerd op de ramingen 2011.

Conformément les directives, la subvention pour le 1er trimestre 2011 (en 1 000 EUR) s’élève à 1 258 008 000 EUR x 3/12 = 314 502.

Volgens de richtlijnen bedraagt de toelage voor het eerste kwartaal 2011 (in 1 000 EUR) 1 258 008 000 EUR x 3/12 = 314 502.

D’après les prévisions budgétaires de septembre il faudra toutefois un montant de 1 301 166 000 EUR x 4/12 = 433 722 000 EUR. Pour la différence, ou 119 220 000 EUR, une dérogation est demandée.

Naar aanleiding van de begrotingsvooruitzichten van september is evenwel een bedrag nodig van 1 301 166 000 EUR x 4/12 = 433 722 000 EUR. Voor het verschil, of 119 220 000 EUR, wordt een afwijking gevraagd.

A.B. 54 11 42.80.02 — dotation spécifique à la sécurité sociale

B.A. 54 11 42.80.02 — Specifieke dotatie aan de Sociale Zekerheid.

Le montant particulier de la subvention de l’État alloué à la sécurité sociale a été fixé à 2 770 440.000 EUR pour 2011 par l’article 73 de la loi-programme du 23 décembre 2009, ou 277 044 000 EUR pour le régime des indépendants.

Het bedrag van de specifieke dotatie voor de sociale zekerheid werd bij artikel 73 van de programmawet van 23 december 2009 vastgesteld op 2 770 440 000 EUR, of 277 044 000 EUR voor het stelsel der zelfstandigen.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


48

DOC 53

0555/001

Pour les subventions à payer mensuellement, il faut calculer les 4/12es de telle manière que les engagements et les liquidations peuvent être exécutés avant le mois d’avril afin que les paiements d’avril puissent avoir lieu aux dates prévues. Pour ce calcul il est tenu compte du paiement de la moitié du montant en novembre.

Voor de maandelijks te betalen toelagen dient men 4/12en te berekenen zodanig dat de vastleggingen en vereffeningen kunnen worden uitgevoerd vóór de maand april zodat de betalingen van de maand april kunnen plaatsvinden op de voorziene data. Voor deze berekening wordt rekening gehouden met de betaling van ½ van het bedrag in de maand november.

Conformément les directives, la subvention pour le 1er trimestre 2011 (en 1 000 EUR) s’élève à 255 238 000 EUR x 3/12 = 63 809.

Volgens de richtlijnen bedraagt de toelage voor het eerste kwartaal 2011 (in 1 000 EUR) 255 238 000 EUR x 3/12 = 63 809.

D’après les prévisions budgétaires de septembre il faudra toutefois un montant de 277 044 / 2 = 138 522 000 EUR x 4/12 = 46 174 000 EUR. La différence s’élève à -17 635 000 EUR.

Naar aanleiding van de begrotings¬vooruitzichten van september is evenwel een bedrag nodig van 277 044 / 2 = 138 522 000 EUR x 4/12 = 46 174 000 EUR. Het verschil bedraagt -17 635 000 EUR.



DG Personnes handicapées

DG Personen met een handicap

55/2 HANDICAPÉS

55/2 GEHANDICAPTEN

A.B. 24.55.22.343106 — Allocations aux personnes handicapées

B.A. 24.55.22.343106 — Tegemoetkomingen aan personen met een handicap

Les allocations aux personnes handicapées doivent être payées en vertu de la loi du 27.02.1987. Le montant mensuel moyen des dernières années s’élevait à 133 000 000 EUR en 2008, 144 000 000 EUR en 2009 et 148 000 000 EUR en 2010. Devant cette grande variabilité et pour s’assurer de pouvoir effectuer les paiements jusque mars, un crédit de 480 000 000 EUR (soit 3 fois 160 000 000 EUR) est demandé.

De tegemoetkomingen voor personen met een handicap moeten worden uitbetaald krachtens de wet van 27.02.1987. Het gemiddeld maandelijks bedrag van de laatste jaren was gelijk aan 133 000 000 EUR in 2008, 144 000 000 EUR in 2009 en 148 000 000 EUR in 2010. Gelet op de grote variabiliteit van deze bedragen en om zeker te zijn dat de betalingen tot en met maart uitgevoerd kunnen worden, wordt een krediet van 480 000 000 EUR gevraagd (3 maal 160 000 000 EUR).

A.B. 24.55.21.121133 Frais d’administration

B.A. 24.55.21.121133 — Administratiekosten

Les frais d’administration résultant d’examens médicaux découlent du volet médical de la prise de décision en matière d’octroi de prestations aux personnes handicapées.

De administratiekosten van de medische onderzoeken vloeien voort uit het medisch gedeelte van de beslissingen tot toekenning van tegemoetkomingen voor personen met een handicap.

Les crédits octroyés en 2010 s’élevaient à 3 070 000. En octobre 2010, les dépenses relatives à ce poste ont été réévaluées à 4 189 210 EUR.

De in 2010 toegekende kredieten bedroegen 3 070 000 EUR. In oktober 2010 werden de uitgaven betreffende deze post opnieuw geraamd op 4 189 210 EUR.

Afin de combler le déficit attendu et permettre la continuité du traitement des dossiers, 350 000 EUR ont pu être libérés en compensation interne et un feuilleton budgétaire d’ajustement a été introduit pour pouvoir bénéficier d’un crédit supplémentaire de 769 000 EUR.

Om het verwachte tekort aan te vullen en de continuïteit in de behandeling van de dossiers mogelijk te maken, kon 350 000 EUR als interne compensatie worden vrijgemaakt en werd een aanpassingsblad van de begroting ingediend om van een bijkrediet van 769 000 EUR te kunnen genieten.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

49

Dans cette demande d’ajustement, les prévisions pour 2011 ont été également été réévaluées à 3 779 000 EUR.

Bij deze aanvraag tot aanpassing werden de vooruitzichten voor 2011 tevens opnieuw geraamd op 3 779 000 EUR.

Lors du premier trimestre 2011, il faudra pouvoir honorer les dépenses relatives aux créances reportées des 2 derniers mois de l’année 2010 et aux créances relatives au 2 premiers mois de 2011. Dans cette optique, l’administration doit pouvoir disposer d’un tiers des crédits estimés pour l’année 2011 lors de l’ajustement budgétaire, soit 33,3 % de 3 779 000 EUR = 1 260 000 EUR.

Tijdens het eerste kwartaal van 2011 zullen de uitgaven betreffende de overgedragen schuldvorderingen van de 2 laatste maanden van 2010 en betreffende de schuldvorderingen van de 2 eerste maanden van 2011 betaald moeten kunnen worden. Daartoe moet de administratie kunnen beschikken over een derde van de kredieten die tijdens de begrotingsaanpassing voor het jaar 2011 werden geraamd, namelijk 33,3 % van 3 779 000 EUR = 1 260 000 EUR.

A.B. 24.55.21.121110 — Contentieux

B.A 24.55.21.121110 — Geschillen

Les décisions prises par la DG (allocations, attestations et cartes) peuvent faire l’objet de recours auprès des tribunaux du travail. Pour la majorité des décisions prises par les tribunaux (85 %), l’administration doit supporter certains coûts.

Tegen door de DG genomen beslissingen (tegemoetkomingen, attesten en kaarten) kan een beroep worden ingediend bij de arbeidsrechtbanken. Voor de meeste door de rechtbanken genomen beslissingen (85 %) moet de administratie bepaalde kosten betalen.

Les crédits octroyés en 2010 s’élevaient à 1 536 000 EUR. En octobre 2010, les dépenses relatives à ce poste ont été réévaluées à 2 026 000 EUR.

De in 2010 toegekende kredieten bedroegen 1 536 000 EUR. In oktober 2010 werden de uitgaven betreffende deze post opnieuw geraamd op 2 026 000 EUR.

Afin de combler le déficit attendu et permettre la continuité du traitement des dossiers un feuilleton budgétaire d’ajustement a été introduit pour pouvoir bénéficier d’un crédit supplémentaire de 490 000 EUR.

Om het verwachte tekort aan te vullen en de continuïteit in de behandeling van de dossiers mogelijk te maken, werd een aanpassingsblad van de begroting ingediend om van een bijkrediet van 490 000 EUR te kunnen genieten.

Dans cette demande d’ajustement, les prévisions pour 2011 ont été réévaluées à 2 066 000 EUR.

Bij deze aanvraag tot aanpassing werden de vooruitzichten voor 2011 opnieuw geraamd op 2 066 000 EUR.

Lors du premier trimestre 2011, il faudra pouvoir honorer les dépenses relatives aux créances reportées des 2 derniers mois de l’année 2010 et aux créances relatives au 2 premiers mois de 2011. Dans cette optique, l’administration doit pouvoir disposer d’un tiers des crédits estimés pour l’année 2011 lors de l’ajustement budgétaire, soit 33,3 % de 2 066 000 EUR = 689 000 EUR.

Tijdens het eerste kwartaal van 2011 zullen de uitgaven betreffende de overgedragen schuldvorderingen van de 2 laatste maanden van 2010 en betreffende de schuldvorderingen van de 2 eerste maanden van 2011 betaald moeten kunnen worden. Daartoe moet de administratie kunnen beschikken over een derde van de kredieten die tijdens de begrotingsaanpassing voor het jaar 2011 werden geraamd, namelijk 33,3 % van 2 066 000 EUR = 689 000 EUR.

A.B. 24.55.21.122101 — Dépenses de fonctionnement ONP L’ONP effectue toujours le paiement de certaines allocations pour personnes handicapées attribuées sur la base de l’ancienne législation en application du principe des droits acquis. Cette allocation de base est destinée à couvrir les frais de fonctionnement et de paiement liés au paiement de ces allocations. L’Office

CHAMBRE


2010

B.A. 24.55.21.122101 — Werkingsuitgaven RVP

De RVP betaalt nog steeds bepaalde tegemoetkomingen voor personen met een handicap uit, die toegekend werden op basis van de vroegere wetgeving bij toepassing van het principe van de verworven rechten. Deze basisallocatie moet de werkings- en uitbetalingskosten voor de uitbetaling van deze tegemoetkomingen dekken.

2011

KAMER

2e


50

DOC 53

facturant annuellement ces frais au mois de janvier, le crédit demandé correspond à la totalité du crédit prévu à l’initial 2011 soit 77 000 EUR.

0555/001

Aangezien de Rijksdienst deze kosten jaarlijks in de maand januari aanrekent, stemt het gevraagde krediet overeen met het totale krediet dat initieel voor 2011 werd voorzien, namelijk 77 000 EUR.



DG Appui stratégique

DG sociaal beleid

57/2 ÉTATS-GÉNÉRAUX DE LA FAMILLE

57/2 STATEN-GENERAAL VAN HET GEZIN

Les compensations uniques en 2010 pour un montant de 13 000 EUR en crédits d’engagement et 33 000 EUR en crédits de liquidation sont annulées.

De eenmalige compensaties in 2010 voor een bedrag van 13 000 EUR in vastleggingskrediet en 33 000 EUR in vereffeningskrediet worden geannuleerd.



DG Politique sociale

DG Sociaal beleid

58/4 DOTATIONS ET SUBSIDES

58/4 DOTATIES EN TOELAGEN

A.B. 58 40 03.10.02 — Opération interne dans le cadre des accords internationaux

B.A. 58 40 03.10.02— Interne verrichting in het kader van internationale akkoorden

Le crédit unique en 2010 de 64 000 EUR doit être retiré dans les crédits provisoires.

Het eenmalig krediet in 2010 van 64 000 EUR dient in mindering gebracht te worden van de voorlopige kredieten.

A.B. 58 42.42.20.04 — Sécurité sociale des marins – maladie (Subvention à l’ONSS-Gestion globale

B.A. 58 42.42.20.04 — Sociale Zekerheid zeevarenden – ziekte (Toelage aan de RSZ-Globaal Beheer)


Voor de maandelijks te betalen toelagen dient men 4/12en te berekenen zodanig dat de vastleggingen en vereffeningen kunnen worden uitgevoerd vóór de maand april zodat de betalingen van de maand april kunnen plaatsvinden op de voorzien data. De berekening van de 4/12en is gebaseerd op de ramingen 2011.

A.B. 58 43 42.30.04 — Sécurité sociale des marins – invalidité (Subvention à l’ONSS-Gestion globale)

B.A. 58 43 42.30.04 — Sociale Zekerheid zeevarenden – invaliditeit (Toelage aan de RSZ-Globaal Beheer)



CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

51

A.B. 58 44 42.80.03 — Subvention globale à la sécurité sociale des travailleurs salariés (Subvention à l’ONSS-Gestion globale)

B.A. 58 44 42.80.03 — Algemene toelage aan de sociale zekerheid voorwerknemers (Toelage aan de RSZ-Globaal Beheer)



A.B. 58 44 42.80.04 — Dotation à l’ONSS – Gestion globale (trajet Sécurité sociale, partie régime des travailleurs salariés)

B.A. 58 44 42.80.04 — Dotatie aan de RSZ – Globaal Beheer (traject Sociale Zekerheid, deel regeling voor werknemers)



A.B. 58 46 42.10.09 — Subvention à l’OSSOM

B.A. 58 46 42.10.09 — Toelage aan de DOSZ



A.B. 58 47 42.30.05 — Pensions d’invalidité des ouvriers mineurs et assimilés (Subvention à l’ONSSGestion globale)

B.A. 58 47 42.30.05 — Invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers en ermee gelijkgestelden (Toelage aan de RSZ-Globaal Beheer)



A.B. 58 48 42.40.01 — Sécurité sociale des marins —chômage (Subvention à l’ONSS-Gestion globale)

B.A. 58 48 42.40.01 — Sociale Zekerheid zeevarenden — werkloosheid (Toelage aan de RSZ-Globaal Beheer)

Pour les subventions à payer mensuellement, il faut calculer les 4/12es de telle manière que les engagements et les liquidations peuvent être exécutés avant le mois d’avril afin que les paiements d’avril puissent avoir lieu

Voor de maandelijks te betalen toelagen dient men 4/12en te berekenen zodanig dat de vastleggingen en vereffeningen kunnen worden uitgevoerd vóór de maand april zodat de betalingen van de maand april kunnen

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


52

DOC 53

aux dates prévues. Le calcul des 4/12es est basé sur les estimations 2011.

plaatsvinden op de voorzien data. De berekening van de 4/12en is gebaseerd op de ramingen 2011.

58/6 GARANTIE DE REVENUS AUX PERSONNES ÂGÉES ET REVENU GARANTI A UX PERSONNES ÂGÉES A.B. 58 61 34.31.08 — Subvention à l’ONP

0555/001

58/6 INKOMENSGARANTIE VOOR OUDEREN EN GEWAARBORGD INKOMEN VOOR BEJAARDEN B.A. 58 61 34.31.08 — Toelage aan de RVP



58/7 PRESTATIONS FAMILIALES

58/7 GEZINSBIJSLAGEN

A.B. 58 71 11.31.50 — Subvention à l’ONAFTS

B.A. 58 71 11.31.50 — Toelage aan de RKW





Service victimes de guerre

Dienst oorlogsslachtoffers

Justification concernant la dérogation demandée pour la DO 59 – Progr. 02 –

Verantwoording betreffende de afwijking die gevraagd werd voor de DO 59 – Progr. 02 –

On demande une augmentation des crédits provisoires de liquidation de + 9 000 EUR.

Er wordt een verhoging gevraagd van de voorlopige vereffeningskredieten van + 9 000 EUR.

Cela concerne l’AB 02.12.11.20: frais d’archivage.

Dit betreft BA 02.12.11.20: archiveringskosten.

Il s’agit de liquider en janvier 2011 un engagement de 2010 concernant l’achat de matériel d’archivage pour les archives de guerre qu’on ne peut plus liquider en 2010 car les crédits de liquidation sont épuisés. Le montant de l’engagement 2010 est de 12 901 EUR.

Het betreft de vereffening in januari 2011 van een vastlegging van 2010 betreffende de aankoop van archiveringsmateriaal voor de oorlogsarchieven die niet meer kan vereffend worden in 2010 aangezien het vereffeningskrediet uitgeput is. Het bedrag van de vastlegging 2010 bedraagt 12 901 EUR.

Justification concernant la dérogation demandée pour la DO 59 – Progr. 1 –

Verantwoording betreffende de afwijking die gevraagd werd voor de DO 59 – Progr. 1

On demande une augmentation des crédits provisoires de liquidation de + 3 451 000 EUR.

Er wordt een verhoging gevraagd van de voorlopige vereffeningskredieten van + 3 451 000 EUR.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

53

A.B. 33.00.30 — octroi de subventions à certains organismes œuvrant pour la communauté des victimes de guerre: + 12 000 EUR

B.A. 33.00.30 — toekenning van toelagen aan sommige instellingen werkzaam voor de gemeenschap van de oorlogsslachtoffers: + 12 000 EUR

Il y a lieu d’augmenter les crédits de liquidation de + 12 000 EUR pour permettre de liquider en janvier 2011 les 14 subventions octroyées aux organismes qui ont fait l’objet d’un engagement en 2010 via un arrêté Royal (actuellement en cours de signature) et que l’on ne peut pas payer en 2010 car le crédit de liquidation 2010 est épuisé. Montant total à liquider début janvier: 16 000 EUR.

Er is reden om het vereffeningskrediet te verhogen met 12 000 EUR zodat in januari 2011 de 14 aan de instellingen toegekende toelagen, die het voorwerp waren van een vastlegging in 2010 d.m.v. een Koninklijk Besluit (op dit ogenblik ter ondertekening), kunnen vereffend worden. Deze kan men niet in 2010 uitbetalen aangezien het vereffeningskrediet van 2010 uitgeput is. Totaal bedrag te vereffenen begin januari: 16 000 EUR.

La liquidation de cette AB se fait toujours une fois par an. L’AR qui octroie les subventions aux associations est toujours signé en fin d’année. Donc l’engagement est pris l’année courante mais la liquidation est reportée à l’année suivante.

De vereffening van deze BA is eenmaal per jaar uitgevoerd. Het Koninklijk Besluit betreffende de toelagen aan de instellingen is altijd ondertekend door het einde van het jaar. De vastlegging wordt gerealiseerd in het lopende jaar maar de vereffening is uitgesteld tot volgend jaar.

A.B. 41.40.35 — subvention à l’Institut des Vétérans, institut national des invalides de guerre, anciens combattants et victimes de guerre

B.A. 41.40.35 — Toelage aan het Instituut voor Veteranen – Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers

Crédits de liquidation: Augmentation demandée de + 3 439 000 EUR.

Vereffeningskrediet: Verhoging gevraagd van + 3 439 000 EUR.

Ces 3 439 000 EUR sont nécessaires pour payer le solde de la subvention 2010.

Deze 3 439 000 EUR zijn nodig voor betaling van het saldo van de toelage 2010

En janvier 2010, une partie des crédits de liquidation de l’année en cours ont été utilisés pour payer le solde de la subvention engagée en 2009.

In 2010 werd een gedeelte van het vastleggingskrediet gebruikt om het saldo van de in 2009 toegekende toelage te betalen.

De ce fait, les crédits d’engagement 2010 n’ont pas pu être intégralement liquidés à l’institut en 2010.

Hierdoor kon het vastleggingskrediet 2010 niet integraal uitbetaald worden aan het Instituut.

Les crédits d’engagement de l’AB 41.40.35 en 2010 sont de 39 202 000 EUR

Het vastleggingskrediet van BA 41.40.35 voor 2010 bedraagt 39 202 000 EUR

Les crédits de liquidation de l’AB 41.40.35 en 2010 sont de 39 202 000 EUR.

Het vereffeningskrediet van BA 41.40.35 voor 2010 bedraagt 39 202 000 EUR.

Ont été liquidés sur ces crédits:

Werd op dit krediet uitbetaald:

•

•

Le solde 2009 soit 3 439 085 EUR

Het saldo van 2009 ofwel 3 439 085 EUR

• Les 1 e r , 2 e et 3 e trimestres 2010 soit 29 586 000 EUR

• Het 1e, 2e en 3e trimester van 2010 ofwel 29 586 000 EUR

• Octobre et une partie de novembre 2010 soit 6 176 915 EUR

• Oktober en een gedeelte van november 2010 ofwel 6 176 915 EUR

Soit un total de 39 202 000 EUR. Le crédit de liquidation 2010 est donc épuisé.

Hetzij een totaal van 39 202 000 EUR. Het vereffeningskrediet 2010 is dus uitgeput.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


54

DOC 53

Or il y a encore une somme de 233 751 EUR (solde de novembre - AM du 27/07/2010) plus le solde 2010 soit 3 205 334 EUR (AR en cours de confection) qu’il faudra liquider à l’institut dès le début 2011 soit un montant de 3 439 000 EUR.

0555/001

Er is echter nog een som van 233 751 EUR (saldo van november – MB van 27/07/2010) plus het saldo van 2010 ofwel 3 205 334 EUR (KB in de maak) dat begin 2011 zal moeten uitbetaald worden aan het Instituut, hetzij een bedrag van 3 439 000 EUR.

Section 25

Sectie 25

SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement

FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

Crédits informatiques

Informatica kredieten

Les dérogations à la limitation générale à 25 % des crédits ajustés de 2010 concernent principalement les crédits informatiques pour des dépenses dont l’incidence budgétaire tombera dans le courant du premier trimestre 2011 (contrat de maintenance ou autres…) et qu’il n’est pas possible de postposer.

De afwijkingen per programma van de algemene beperking tot 25 % van de aangepaste kredieten van 2010 betreffen voornamelijk de informatica kredieten voor uitgaven waarvan de begrotingsweerslag in het eerste kwartaal van 2011 zal vallen (onderhoudscontracten en anderen…) en die men absoluut niet kan verschuiven.

DG5 – Environnement

DG5 – Leefmilieu

Certains glissements de crédits ont été opérés entre les différents programmes sans modifier le total de la division organique.

Men heeft verschillende verschuiving van kredieten gedaan tussen de programma’s zonder het totaal van de organieke afdeling te wijzigen.

Ces glissements sont nécessaires au bon fonctionnement des différents services de la division organique 55.

Deze verschuivingen zijn noodzakelijk om de goede werking dan de verschillende diensten van afdeling 55 te verzekeren. B.A. 52.32.12.11.01 — Anti-pandemische vaccin

A.B. 52.32.12.11.01 — Vaccin anti-pandémique Neutralisation du crédit d’engagement inscrit en 2010.

Neutralisering van het in 2010 ingeschreven vastleggingskrediet.

A.B. 58.21.01.00.01 — Crédit provisionnel investissements économiseurs d’énergie

B.A. 58.21.01.00.01 — Provisioneel krediet energiebesparende investeringen

Diminution du crédit d’engagement inscrit en 2010 au niveau du crédit de liquidation.

Vermindering van het in 2010 ingeschreven vastleggingskrediet tot op het niveau van de vereffeningskrediet.

Section 32

Sectie 32

SPF Économie

FOD Economie

A.B. 32.21.30.12.11.04

B.A. 32.21.30.12.11.04

3/12 = 3 614 000,25 EUR. Afin de permettre la reconduction des contrats ICT (mainframe, egov, KBO) nécessaires au bon fonctionnement récurrent de l’informatique du SPF, il est nécessaire de libérer 3 051 000 EUR de plus des crédits d’engagement pour le premier

CHAMBRE


2010

3/12 = 3 614 000,25 EUR. Om de ICT-contracten te kunnen verlengen (mainframe, egov, KBO), noodzakelijk voor de degelijke recurrente werking van de informatica van de FOD, is het noodzakelijk 3 051 000 EUR bijkomend vrij te maken van de vastleggingskredieten voor

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

55

trimestre 2011, soit 6 665 000 EUR. 6 665 000 EUR sont également nécessaires en crédits de liquidation pour payer les factures attendues en début d’année.

A.B. 46.40.35.40.04

het eerste kwartaal 2011, dit is in totaal 6 665 000 EUR. 6 665 000 EUR aan vereffeningskredieten zijn eveneens noodzakelijk voor het betalen van de facturen die in het begin van het jaar worden verwacht.

B.A. 46.40.35.40.04

3/12 = 10 000 EUR. Les contributions internationales de la Belgique relatives à l’accréditation et à la certification (IAF, ILAC, EURAMET) doivent être versées en début d’année faute de quoi la Belgique pourrait être éjectée de ces différentes instances. Par conséquent, 12/12 doivent être libérés en engagement et en liquidation dès le début de l’année, soit 40 000 EUR. A.B. 46.40.34.40.15

3/12 = 10 000 EUR. De internationale bijdragen van België betreffende de accreditatie en de certificatie (IAF, ILAC, EURAMET) moeten in het begin van het jaar worden gestort, zoniet kan België uit die verschillende instanties worden uitgesloten. Er moeten dus 12/12 worden vrijgemaakt in vastlegging en in vereffening bij het begin van het jaar, dit is 40 000 EUR. B.A. 46.40.34.40.15

3/12 = 47 000,25 EUR. Les contributions internationales de la Belgique relatives à la métrologie (Organisation internationale de Métrologie légale, Bureau international des Poids et Mesures) doivent être versées en début d’année faute de quoi la Belgique pourrait être éjectée de ces différentes instances. Par conséquent, 12/12 doivent être libérés en engagement et en liquidation dès le début de l’année, soit 189 000 EUR.

A.B. 49.10.33.00.02

3/12 = 47 000,25 EUR. De internationale bijdragen van België betreffende de metrologie (“Organisation internationale de Métrologie légale”, Internationaal Bureau voor Gewichten en Maten) moeten in het begin van het jaar worden gestort, zoniet kan België uit die verschillende instanties worden uitgesloten. Er moeten dus 12/12 worden vrijgemaakt in vastlegging en in vereffening in het vroege begin van het jaar, dit is 189 000 EUR. B.A. 49.10.33.00.02

3/12 = 426 000,25 EUR. La subvention au CRIOC est libérée en deux tranches semestrielles liquidées en début de semestre. 6/12 doivent donc être libérés en engagement et en liquidation, soit 852 000,5 EUR.

3/12 = 426 000,25 EUR. De toelage aan het OIVO wordt vrijgemaakt in twee semestriële schijven uitbetaald in het begin van het semester. 6/12 moeten dus worden vrijgemaakt in vastlegging en in vereffening, dit is 852 000,5 EUR.

Section 33

Sectie 33

SPF Mobilité et Transports

FOD Mobiliteit en Vervoer

DIVISION 21 ORGANES DE GESTION

AFDELING 21 BEHEERSORGANEN

PROGRAMME 0 Subsistance

PROGRAMMA 0 Bestaansmiddelen B.A. 21 01 11 40 05

A.B. 21 01 11 40 05 À partir de 2010 l’intervention dans l’assurance d’hospitalisation est augmentée de 50 % à 75 % (augmentation de 26 000 EUR).

De tegemoetkoming in de hospitalisatieverzekering werd in 2010 opgetrokken van 50 % naar 75 % (verhoging van 26 000 EUR).

Il a été décidé lors du CB 2010 que fin 2010 le surcoût serait compensé hors de la provision interdépartementale.

Bij BC 2010 werd beslist dat einde 2010 de meerkost zou gecompenseerd worden uit de interdepartementale provisie.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


56

DOC 53

La prime d’assurance d’hospitalisation doit être payée entièrement dans le premier trimestre 2011.

De premie voor de hospitalisatieverzekering dient volledig in het 1e trimester te worden betaald.

A.B. 21 01 74 10 01

B.A. 21 01 74 10 01

Crédits de liquidation

Vereffeningskredieten

Un certain nombre de voitures ont été achetées en 2010, et seront livrées et payées début 2011.

0555/001

In 2010 werden een aantal auto’s gekocht die begin 2011 zullen worden geleverd en betaald.

A.B. 21 02 12 11 04

B.A. 21 02 12 11 04

Crédits d’engagement

Vastleggingskredieten

Ce crédit est insuffisant suite à la prolongation de certains contrats Egov au début de l’année. 1/12e supplémentaire est nécessaire pour les contrats Egov (64 000 EUR).

Ingevolge de verlenging van een aantal Egov contracten in het begin van het jaar is dit krediet onvoldoende. Bijkomende 1/12 is noodzakelijk voor de contracten Egov (64 000 EUR).

Pour les autres dépenses la règle des 3/12 peut être appliquée (948 000 EUR).

Voor de andere uitgaven kan de regel van de 3/12 worden toegepast (948 000 EUR).

Crédits de liquidation

Vereffeningskredieten

Ce crédit est insuffisant suite à la prolongation de certains contrats Egov au début de l’année. 1/12ème supplémentaire est nécessaire pour les contrats Egov (64 000 EUR).

DIVISION 41 ENTREPRISES PUBLIQUES

AFDELING 41 OVERHEIDSBEDRIJVEN

PROGRAMME 41/5 Entreprises publiques

PROGRAMMA 41/5 Overheidsbedrijven

Conformément aux dispositions du quatrième contrat de gestion conclu le 2 décembre 2005 pour une durée de 5 ans et en vigueur à partir du 24 septembre 2005 l’État doit verser annuellement une contribution financière à la Poste à titre de couverture des charges qui découlent des tâches de service public. Il est stipulé contractuellement que le paiement de l’année concernée doit être effectué au plus tard le 15 janvier. En conséquence, l’entièreté du crédit inscrit sur l’AB 41 52 31 22 03, soit 330 494 000 EUR, sera totalement libérée.

CHAMBRE

Ingevolge de verlenging van een aantal Egov contracten in het begin van het jaar is dit krediet onvoldoende. Bijkomende 1/12 is noodzakelijk voor de contracten Egov (64 000 EUR).


2010

Overeenkomstig de bepalingen van het vierde beheerscontract gesloten op 2 december 2005 voor een duur van 5 jaar en met ingang van 24 september 2005 dient de Staat jaarlijks een financiële tussenkomst te storten aan de Post tot dekking van de lasten die voortvloeien uit de haar opgelegde taken van openbare dienst. Contractueel is vastgesteld dat de betaling uiterlijk op 15 januari van het betrokken jaar dient te geschieden. Bijgevolg dient op BA 41 52 31 22 03 het volledig ingeschreven krediet, zijnde 330 494 000 EUR ter beschikking te worden gesteld.

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

57

DIVISION 51 DIRECTION GÉNÉRALE TRANSPORT TERRESTRE

AFDELING 51 DIRECTORAAT-GENERAAL VERVOER TE LAND

PROGRAMME 1 Transport ferroviaire

PROGRAMMA 1 Spoorvervoer

Le mécanisme contractuel de report de 4 mensualités des dotations d’exploitation à l’année suivante, payables en janvier 2011, a été mis en place sur l’initiative de l’État et doit être respecté pour ne pas pénaliser le Groupe. Il s’agit de contributions dues pour 2010 dont le versement ne peut être retardé.

Het contractueel vastgesteld mechanisme inzake de overdracht van 4 maandelijkse termijnen van de exploitatiedotatie naar het volgende jaar werd door de Staat in het leven geroepen en moet gerespecteerd worden teneinde de belangen van de NMBS-Groep niet te schaden. Het betreft bijdragen verschuldigd voor 2010 maar betaalbaar in januari 2011. Deze betalingen mogen dus niet uitgesteld worden.

Compte tenu de ce qui précède, un montant supplémentaire de 355 641 000 EUR doit être prévu en engagement, ainsi qu’un montant de 357 676 000 EUR en liquidation.

Gelet op wat voorafgaat dient in vastlegging een bijkomend bedrag van 355 641 000 EUR te worden voorzien en in vereffening een bedrag van 357 676 000 EUR.

PROGRAMME 5 Autorité de défense des utilisateurs du rail

PROGRAMMA 5 Handhavingsinstantie

Le programme 51-4 Service de Médiation et de Traitement des plaintes (2010) est ses crédits ont été séparés en 2 programmes différents en 2011 pour des raisons liées à l’indépendance de ces organismes. (51-4 Service de Médiation et 51-5 Autorité de défense des utilisateurs du rail)

Het programma 51-4 Ombuds- en Klachtendienst (2010) en bijhorende kredieten werden om redenen van onafhankelijkheid van de organen in 2011 opgesplitst over 2 verschillende programma’s. (51-4 Ombudsdienst en 51-5 Handhavingsinstantie).

Les dérogations demandées (+ 46 000 EUR) sont entièrement compensées sur le programme 51/4 – Médiation.

De gevraagde afwijkingen (+ 46 000 EUR) worden volledig gecompenseerd op het programma 51/4 Ombudsdienst

DIVISION 52 DIRECTION GÉNÉRALE TRANSPORT AÉRIEN

AFDELING 52 DIRECTORAAT-GENERAAL LUCHTVAART

PROGRAMME 1 Régulation du trafic aérien et coopération internationale

PROGRAMMA 1 Regeling van het luchtverkeer en internationale samenwerking

La Belgique est tenue de contribuer au financement des frais de fonctionnement de certaines organisations internationales. Ces montants doivent généralement être payés en début d’année:

België is verplicht om bij te dragen in de werkingskosten van sommige internationale organismen. Deze bedragen dienen meestal in het begin van het jaar te worden betaald:

Le non-respect de la date mentionnée sur la facture risque de générer un paiement d’intérêts supplémentaires. Un montant de 516 000 EUR est nécessaire à l’A.B. 33 52 14 35 40 03. Ce montant se répartit comme suit:

Het niet naleven van betalingstermijnen brengt betalingsintresten met zich mee.

CHAMBRE


2010

Daarom is op B.A. 33 52 14 35 40 03 een bedrag van 516 000 EUR nodig. Het bedrag is onderverdeeld als volgt:

2011

KAMER

2e


58

DOC 53

0555/001

— 20 000 EUR pour la participation aux frais de fonctionnement de l’ABIS;

— 20 000 EUR voor deelname in de werkingskosten van ABIS;

— 46 000 EUR pour la contribution de la Belgique à la CEAC. Selon la “Constitution de la CEAC et règlement intérieur”, ce paiement doit en principe intervenir en janvier;

— 46 000 EUR voor de bijdrage van België in ECAC. Overeenkomstig de “oprichtingsstatuten en intern reglement” van ECAC moet de betaling in principe gebeuren in januari;

— 440 000 EUR pour la contribution de la Belgique à l’OACI, selon le règlement financier doc 7515/11 pt 6.5.

— 440 000 EUR voor de bijdrage van België aan de OACI overeenkomstig het financieel reglement 7515/11 pt .6.5.

DIVISION 53 DIRECTION GÉNÉRALE TRANSPORT MARITIME

AFDELING 53 DIRECTORAAT – GENERAAL MARITIEM VERVOER

PROGRAMME 2 Marine marchande (conventions internationales, promotion et développement de la marine marchande et de la pêche maritime)

PROGRAMMA 2 Koopvaardij (internationale verdragen, bevordering en ontwikkeling van de koopvaardij en de vissersvloot)

La Direction Générale Transport Maritime doit pouvoir respecter ses obligations internationales et dans ce cadre, un montant de 252 000 EUR est nécessaire à l’AB 53 22 35 40 03 afin de financer la contribution de la Belgique à l’Organisation Maritime Internationale (OMI -Londres). Ce paiement intervient chaque année pendant le 1er trimestre de l’année

Opdat het Directoraat generaal Maritiem Vervoer zijn internationale verplichtingen zou kunnen nakomen is het noodzakelijk dat op BA 53 22 35 40 03 een bedrag van 252 000 EUR ter beschikking wordt gesteld en dit ter betaling van de jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Maritieme Organisatie (IMO Londen). Deze betaling geschiedt naar jaarlijkse gewoonte in de loop van het eerste kwartaal van het dienstjaar

Section 44

Sectie 44

SPP Intégration sociale

POD Maatschappelijke Integratie

A.B. 55.11.435216 (Subventions CPAS Revenu d’Intégration) et 55.11.435202 (Prime d’installation sans-abri)

B.A. 55.11.435216 (Toelagen OCMW’s Leefloon) en 55.11.435202 (Installatiepremie daklozen).

Les deux allocations de base ont pour objectif de subventionner les CPAS. D’une part pour la mise en œuvre du droit à l’intégration sociale, tel que défini par la loi du 26/05/2002 concernant l’intégration sociale, et d’autre part pour le remboursement de des primes d’installation accordée par les CPAS à certaines personnes qui perdent leur qualité de sans abri en occupant un logement qui lui sert de résidence principale.

Beide basisallocaties hebben als doel het betoelagen van OCMW’s. Enerzijds voor de verwezenlijking van het recht op maatschappelijke integratie, zoals gedefinieerd door de wet van 26/05/2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, en anderzijds voor de terugbetaling van de door OCMW’s toegekende installatiepremies aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen door een woning te betrekken die hem tot hoofdverblijfplaats dient.

Il s’agit d’un processus continu, dans le cadre duquel un décompte mensuel est rédigé pour chaque CPAS.

Dit is een continu proces waarbij er maandelijks voor ieder OCMW een afrekening wordt opgemaakt.

Le budget pour les deux allocations de base est toutefois toujours calculé pour une période allant du mois de novembre au mois d’octobre inclus.

Het budget voor beide basisallocaties worden echter steeds berekend voor een periode van november t.e.m. oktober.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

59

Dans la pratique, cela signifie donc que les mois de novembre 2010 et de décembre 2010 seront payés en janvier 2011, que le mois de janvier 2011 sera payé en février 2011 et que le mois de février 2011 sera payé en mars 2011.

In praktijk betekent dit dus dat in januari 2011, de maanden november 2010 en december 2010 worden betaald, in februari 2011 de maand januari 2011 en in maart 2011 de maand februari 2011.

Ces opérations nécessitent donc que 4/12e du crédit adapté 2010, majoré de l’indexation de 2 % à partir de 01/09/2010, soient disponibles.

Dit vereist dus dat er minimaal 4/12den van het aangepast krediet 2010, verhoogd met de indexaanpassing van 2 % met ingang van 01/09/2010, beschikbaar is.

A.B. 55/35.41.40.44 —“Dotation Fedasil”

B.A. 55.35.41.40.44 — “Dotatie Fedasil”

Le 28 septembre 2010 le réseau de Fedasil comptait au total 19.561 places. Le nombre de personnes accueillies en hôtel comptait 1 084. Le nombre total de non-désignations (depuis octobre 2009) s’élève à 5 103 personnes.

Op 28 september 2010 telde het netwerk van Fedasil 19.561 plaatsen. Het aantal personen opgevangen in hotels bedroeg 1 084. Het totaal aantal niet-toewijzingen (sinds oktober 2009) bedraagt 5 103.

Avec une tendance à la hausse des arrivés au dispatching de Fedasil, la hausse des non-désignations le gouvernement à décider afin de soulager la pression sur le réseau d’accueil de prolonger en 2011 des places d’accueil existantes en 2010 et de créer 2 000 nouvelles places comme initiatives locales d’accueil.

Vanwege de stijgende tendens inzake het aantal aankomsten bij de dispatching van Fedasil en de stijging van het aantal niet-toewijzingen heeft de regering, met het oog op het verminderen van de druk op het opvangnetwerk, beslist om de bestaande opvangplaatsen in 2010 voor 2011 te verlengen en 2 000 nieuwe plaatsen in lokale opvanginitiatieven te creëren.

Le Conseil des ministres du 22 octobre 2010 a décidé:

De Ministerraad dd. 22 oktober 2010 heeft beslist:

— En dérogation à l’application stricte du calcul des crédits prévu dans la circulaire “Préparation d’un projet de loi de finances pour 2011. Instructions.” approuvée par le Conseil des ministres du 8 octobre 2010, point 52, la dotation 2011 de Fedasil sera augmentée de 25 937 365 EUR et financera les 2000 nouvelles places ILA.

— Bij afwijking van de strikte toepassing van de berekening van de kredieten voorzien in de rondzendbrief “Voorbereiding van een ontwerp van wet van Financiën voor 2011. Instructies.”, punt 52, die door de Ministerraad van 8 oktober 2010 werd goedgekeurd, zal de dotatie 2011 van Fedasil verhoogd worden met 25 937 365 EUR en 2000 nieuwe LOI plaatsen financieren.

— La dotation 2011 de Fedasil ne sera pas augmentée au-delà de ces 25 937 365 EUR. La différence entre les dépenses totales et les recettes totales de Fedasil sera financée par une utilisation des réserves financières, y compris, si besoin des réserves indisponibles.

— De verhoging van de dotatie 2011 van Fedasil zal het bedrag van 25 937 365 EUR niet overstijgen. Het verschil tussen de totale uitgaven en de totale ontvangsten van Fedasil zal gefinancierd worden via de financiële reserves, indien nodig met inbegrip van de onbeschikbare reserves.

— Les réserves indisponibles de Fedasil en 2011 ne dépasseront pas 25 % du montant de la dotation de 2010, soit 80 339 000 EUR.

— De onbeschikbare reserves van Fedasil zullen in 2011 niet hoger liggen dan 25 % van het bedrag van de dotatie 2010, zijnde 80 339 000 EUR.

— Les dispositions seront prises par les départements concernés afin de liquider la dotation 2011 de Fedasil le plus rapidement possible après l’approbation de la loi de finances pour 2011.

— De betrokken departementen zullen de bepalingen aannemen om de dotatie 2011 van Fedasil zo snel mogelijk te vereffenen na de goedkeuring van de wet van Financiën 2011.

— Les réserves seront utilisées pour la création des places supplémentaires comme convenu lors du Comité Ministeriel Restreint du 27 octobre 2010, et pour

— De reserves zullen besteed worden aan het creeren van bijkomende plaatsen zoals overeengekomen tijdens de Kern van 27 oktober 2010 en aan de uitvoering

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


60

DOC 53

0555/001

l’exécution du point 52b du Conseil des ministres du 22 octobre 2010, sauf les 2000 nouvelles places ILA (cfr. supra sub 1).

van punt 52b van de Ministerraad van 22 oktober2010, behoudens de 2000 nieuwe LOI plaatsen (cfr. supra sub 1).

A.B. 55.52.4322.22 — (subvention grandes villes)

B.A. 55.52.4322.22 — (betoelaging grote steden)

La subvention aux villes (contrats ville durable) dans le cadre de la politique des grandes villes est basée sur la “loi de détermination des conditions auxquelles les autorités locales peuvent bénéficier d’un soutien financier de l’État dans le cadre de la politique urbaine” du 17 juillet 2000, modifiée par la loi-programme du 27 décembre 2004.

De betoelaging aan de steden (contracten duurzame stad) in het kader van het grootstedenbeleid is gebaseerd op de “wet tot bepaling van de voorwaarden waaronder de plaatselijke overheden een financiële bijstand kunnen genieten van de Staat in het kader van het stedelijk beleid” van 17 juli 2000, gewijzigd door de programmawet van 27 december 2004.

Des conventions sont conclues avec les 17 villes et communes concernées (depuis 2008, chaque fois pour une durée d’un an) pour la réalisation d’un programme de cohésion sociale et développement urbain durable. La répartition des subsides est déterminée par arrêté ministériel, après approbation du conseil des ministres.

Met de 17 betrokken steden en gemeenten worden overeenkomsten afgesloten (sinds 2008 telkens voor de duur van één jaar) voor de realisatie van een programma van sociale cohesie en duurzame stadsontwikkeling. De verdeling van de toelagen wordt bepaald bij Ministerieel Besluit, na goedkeuring door de ministerraad.

La loi prévoit qu’une première tranche de l’allocation est allouée “le plus rapidement possible après l’entrée en vigueur de la convention”.

De wet voorziet dat een eerste schijf van de financiële tegemoetkoming wordt uitgekeerd “zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van de overeenkomst”.

Pour pouvoir verser cette avance, les conventions doivent être signées par les deux parties (ministres et bourgmestre) et la totalité du montant doit être engagée sur la base des conventions.

Om dit voorschot te kunnen uitkeren, moeten de overeenkomsten door beide partijen (ministers en burgemeester) worden ondertekend en dient het totaalbedrag op basis van de overeenkomsten te worden vastgelegd.

Pour assurer la continuité du programme (e.a. pour les contrats des 570 travailleurs ETP dans les villes), les conventions pour l’année 2011 doivent en principe être approuvées fin 2010 par le conseil des ministres. Vu la situation particulière des affaires courantes, le ministre des grandes villes proposera au conseil des ministres du 22 octobre 2010 de prolonger provisoirement les contrats 2010 pour une période de six mois dans le cadre et les limites des crédits provisoires.

Om de continuïteit van het programma te verzekeren (o.m. voor de contracten van de 570 VTE werknemers in de steden) dienen de overeenkomsten voor het jaar 2011 in principe eind 2010 door de ministerraad te worden goedgekeurd. Gezien de bijzondere situatie van de lopende zaken zal de minister van grote steden aan de ministerraad van 22 oktober 2010 een voorstel voorleggen om de contracten 2010 voorlopig voor een periode van zes maanden te verlengen binnen het kader en de beperkingen van de voorlopige kredieten.

Le financement pour 6 mois étant budgétisé à 29 607 000 EUR, les 3/12ièmes peuvent être limité à la moitié: 14 804 000 EUR en engagements.

De financiering voor 6 maanden was gebudgetteerd op 29 607 000 EUR, bijgevolg kunnen de 3/12den beperkt worden tot de helft: 14 804 000 EUR aan vastleggingskredieten.

Le besoin en crédit de liquidation dépendra du rythme de liquidations.

De behoefte aan vereffeningskredieten zal afhankelijk zijn van het vereffeningsritme.

A.B. 56.21. 43.52.02 — “Subsides I.S. Axe 1,2 pr.3 OP 2007-2013”

B.A. 56.21. 43.52.02 — “Subsidies M.I. Axe 1,2 pr.3 OP 2007-2013”

Les engagements sont augmentés de 15 000 EUR en fonction du montant 2011 prévu par la programmation 2007-2013.

De vastleggingen worden met 15 000 EUR opgetrokken in functie van het bedrag 2011 voorzien in de programmatie 2007-2013.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

61

A.B. 56 51 33.00.02 — “Cofi nancement” du Fonds Européen d’intégration des ressortissants de pays tiers.

B.A. 56 51 33.00.02 — “Cofi nanciering” van het Europees Fonds voor de Integratie van Onderdanen van Derde Landen.

Sur base des données du crédit ajusté 2010, le crédit de liquidation total pour ce Fonds serait déterminé à 50k€ pour le premier trimestre de 2010.

Op basis van de gegevens van het aangepast krediet 2010 zou het totaal vereffeningskrediet voor het eerste kwartaal van 2010 voor dit Fonds 50k€ bedragen.

Les soldes des projets de 2007 doivent être payés dans le premier trimestre de 2010.

In het eerste kwartaal van 2010 dienen echter de saldo’s van de projecten van 2007 betaald te worden.

Le montant total des soldes est estimé à 118 437,20 EUR pour les projets.

Het bedrag van deze saldo’s wordt geraamd op 118 437,20 EUR voor de projecten.

Pour cette raison nous demandons un montant de 119 000 EUR pour le BA 56 51 33.00.02 “Cofinancement”. Le crédit de liquidation total pour ce fonds doit donc être 133 000 EUR.

Dit betekent dat er voor BA 56 51 33.00.02 “Cofinanciering” een bedrag gevraagd wordt van 119 000 EUR. Het totale vereffeningskrediet voor dit Fonds dient dus 133 000 EUR te bedragen.

Cette augmentation sera compensée par les recettes que nous allons recevoir comme avance pour les projets de 2010. Les recettes pour le premier trimestre 2011 sont estimées à 225 000 EUR.

Deze verhoging wordt opgevangen door de storting van een eerste voorschot voor de projecten van 2010 vanuit de Europese Commissie. De geschatte ontvangsten voor het eerste kwartaal van 2011 bedragen 225 000 EUR.

Section 46

Sectie 46

SPP Politique scientifi que

POD Wetenschapsbeleid

PROGRAMME 1 “Recherche et Développement national”

PROGRAMMA 1 “Onderzoek en ontwikkeling op nationaal vlak”

A.B. 60.15.41.00.01 — Dotation au Service d’Information Scientifi que et Technique (SIST)

B.A. 60.15.41 .00.01 — Dotatie aan de Dienst voor Wetenschappelijke en Technische Informatie (DWTI)

Compte tenu de la part prépondérante du montant de la dotation de la Politique scientifique fédérale dans le total des recettes financières du Service d’Information Scientifique et Technique (SIST) et du fait que des salaires sont payés directement par les recettes de ce service d’État à gestion séparée, 50 % de la dotation (soit 285 000 EUR) devrait être mise à la disposition du SIST avant la fin du premier trimestre de l’année budgétaire en application de l’article 43 de l’A.R. du 1er février 2000 (MB du 08/03/2000) fixant les règles organiques de la gestion financière et matérielle du Service d’information Scientifique et Technique, en tant que service de l’État à gestion séparée.

Gezien het aanzienlijke en overheersende aandeel van de dotatie in de globale ontvangsten van de Dienst voor Wetenschappelijke en Technische Informatie (DWTI) en door het feit dat de salarissen rechtstreeks betaald worden vanuit de ontvangsten van deze Staatsdienst met afzonderlijk beheer, moet 50 % van de dotatie (zijnde 285 000 EUR) reeds ter beschikking gesteld worden vóór het einde van het eerste trimester van het begrotingsjaar. Dit is het gevolg van de toepassing van artikel 43 van het K.B. van 1 februari 2000 (BS van 08/03/2000) tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financiële en materiële beheer van de Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer.

A.B. 60.15.41.00.02 — Dotation au Réseau télématique belge de la recherche (BELNET)

B.A. 60.15.41.00.02 — Dotatie aan het Belgische openbaar telematicanetwerk (BELNET)

Compte tenu de la part prépondérante du montant de la dotation de la Politique scientifique fédérale dans

Gezien het aanzienlijke en overheersende aandeel van de dotatie in de globale ontvangsten van het

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


62

DOC 53

0555/001

le total des recettes financières du Réseau télématique belge de la recherche (BELNET) et du fait que des salaires sont payés directement par les recettes ce service d’État à gestion séparée, 50 % de la dotation (soit 4 241 000 EUR) devrait être mise à la disposition de BELNET avant la fin du premier trimestre de l’année budgétaire en application de l’article 43 de l’A.R. du 1er février 2000 (MB du 08/03/2000) fixant les règles organiques de la gestion financière et matérielle du Réseau télématique belge de la recherche (BELNET), en tant que service de l’État à gestion séparée.

Belgisch openbaar telematicanetwerk (BELNET) en door het feit dat de salarissen rechtstreeks betaald worden vanuit de ontvangsten van deze Staatsdienst met afzonderlijk beheer, moet 50 % van de dotatie (zijnde 4 241 000 EUR) reeds ter beschikking gesteld worden vóór het einde van het eerste trimester van het begrotingsjaar. Dit is het gevolg van de toepassing van artikel 43 van het K.B. van 1 februari 2000 (BS van 08/03/2000) tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Belgisch telematica-onderzoeksnetwerk (BELNET) als Staatsdienst met afzonderlijk beheer.

A.B. 60.15.41.00.03 — Dotation au Secrétariat Polaire

B.A. 60.15.00.03 — Dotatie aan het Poolsecretariaat

L’article 47 de l’AR du 20 mai 2009 fixant les règles de gestion du service d’État à gestion séparée “Secrétariat polaire” prévoit que 65 % de la dotation annuelle (soit 1 322 000 EUR) sera liquidée avant la fin du premier trimestre de l’année budgétaire.

Artikel 47 van het KB van 20 mei 2009 tot vaststelling van de beheersvoorschriften van het ‘Poolsecretariaat’ als Staatsdienst met afzonderlijk beheer voorziet dat 65 % van de jaarlijkse dotatie (zijnde 1 322 000 EUR) reeds ter beschikking gesteld moet worden vóór het einde van het eerste trimester van het begrotingsjaar.

PROGRAMME 2 “Recherche & Développement dans le cadre international”

PROGRAMMA 2 “Onderzoek en ontwikkeling op internationaal vlak”

A.B. 60.22.35.00.12 — Programmes spatiaux ESA

B.A. 60.22.35.00.12 — Ruimtevaart-programma’s ESA

L’article V.2. du Règlement financier de l’Agence spatiale européenne (ESA) prévoit que 30 % des contributions sont exigibles pour le 15 février au plus tard.

Artikel V.2. van het financiële Reglement van het Europees Ruimtevaart Agentschap (ESA) voorziet dat 30 % van de financiële bijdragen ten laatste op 15 februari eisbaar worden.

Au vu de l’état actuel des propositions budgétaires de l’Agence spatiale européenne, présentées lors de la 251ème réunion du Comité des finances de l’ESA les 28 et 29 septembre 2010, cette première tranche de contributions est estimée à 50 582 000 EUR, soit un montant supplémentaire de 10 676 000 EUR par rapport au calcul prévu par la circulaire.

Gezien de huidige status van de budgettaire voorstellingen van het Europees Ruimtevaart Agentschap, die tijdens de 251ste vergadering van het Financiële Comité van ESA op 28 en 29 september werden voorgesteld, wordt de eerste schijf van de bijdrage tot 50 582 000 EUR, zijnde een bijkomend bedrag van 10 676 000 EUR bovenop de berekeningen die voorzien zijn in de omzendbrief.

A.B. 60.23.35.00.21 — Organisations Intergouvernementales

B.A. 60.23.35.00.21 — Intergouvernementele Organisaties

Un crédit supplémentaire de 9 463 000 EUR est demandé. Le montant comprend les subventions vers différentes organisations, à payer en une fois avant fin mars, à défaut de quoi des intérêts de retard seront facturés à la Belgique, en vertu des dispositions suivantes:

Er wordt een bijkomend bedrag van 9 463 000 EUR aangevraagd. Het krediet bestaat uit toelagen aan verschillende organisaties die eenmalig betaald dienen te worden, ten laatst eind maart. Indien deze toelagen niet tijdig betaald kunnen worden, zullen er automatisch verwijlinteresten gefactureerd worden, in toepassing van de volgende bepalingen:

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

63

— Art. 2 du règlement financier d’ EUMETSAT: date limite de paiement: 15 mars;

— Art. 2 van het financiële reglement van EUMETSAT: uiterste datum van betaling: 15 maart;

— Art. 37 (3) du règlement financier d’ECMWF: date limite de paiement: 20 mars;

— Art. 37 (3) van het financiële reglement van ECMWF: uiterste datum van betaling: 20 maart;

— Art. 6 du règlement financier de l’ESO: date limite de paiement: 15 avril, ce qui signifie que les procédures d’engagement et de liquidation devront être réalisées durant le premier trimestre

— Art. 6 van het financiële reglement van ESO: uiterste datum van betaling: 15 april, wat tot gevolg heeft dat alle vastleggingen en vereffeningen tijdens de eerste kwartaal moeten gerealiseerd worden.

PROGRAMME 3 Établissements scientifiques fédéraux et assimilés

PROGRAMMA 3 Federale wetenschappelijke instellingen en daarmee gelijkgestelde instellingen

Etablissements scientifiques fédéraux (ESF)

Federale wetenschappelijke instellingen (FWI)

Il s’ agit des allocations de base suivantes:

Het gaat om volgende basisallocaties:

A.B. 60.31.41.00.10 – Dotation Bibliothèque royale Albert Ier;

B.A. 60.31.41.00.10 – Dotatie Bibliotheek Albert I;

A.B. 60.31.41.00.11 – Dotation Archives générales du Royaume;

B.A. 60.31.41.00.11 – Dotatie Algemeen Rijksarchief;

A.B. 60.31.41.00.12 – Subvention au Centre d’Etudes et de documentation ‘Guerre et sociétés contemporaines’;

B.A. 60.31.41.00.12 – Toelage aan het Studie- en Documentatiecentrum “Oorlog en Hedendaagse Maatschappij”;

A.B. 60.32.41.00.13 – Dotation Institut Royal Météorologique;

B.A. 60.32.41.00.13 – Dotatie Koninklijke Meteorologisch Instituut;

A.B. 60.32.41.41.00.14 – Dotation Institut d’aéronomie spatiale de Belgique;

B.A. 60.32.41.41.00.14 – Dotatie Belgisch Instituut voor Ruimte-aëronomie;

A.B. 60.32.41.00.15 – Dotation Observatoire royal;

B.A. wacht;

60.32.41.00.15 – Dotatie Koninklijke Sterren-

A.B. 60.32.41.00.16 – Dotation à l’IRM: gestion du secteur commun;

B.A. 60.32.41.00.16 – Dotatie aan het KMI: beheer van de gemeenschappelijke sector;

A.B. 60.33.41.00.17 – Dotation Institut royal des Sciences naturelles;

B.A. 60.33.41.00.17 – Dotatie Koninklijk Instituut voor Natuurwetenschappen;

A.B. 60.33.41.00.18 – Dotation Musée royal d’Afrique centrale;

B.A. 60.33.41.00.18 – Dotatie Koninklijk Museum voor Midden-Afrika;

A.B. 60.34.41.00.19 – Dotation Musées Royaux d’Art et d’Histoire;

B.A. 60.34.41.00.19 – Dotatie Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis;

A.B. 60.34.41.00.20 – Dotation Musées Royaux des Beaux-Arts;

B.A. 60.34.41.00.20 – Dotatie Koninklijke Musea voor Schone Kunsten;

A.B. 60.34.41.00.22 – Dotation Institut royal du Patrimoine artistique;

B.A. 60.34.41.00.22 – Dotatie Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium;

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


64

DOC 53

Compte tenu de la part prépondérante du montant de la dotation de la Politique scientifique fédérale dans le total des recettes financières des établissements scientifiques fédéraux concernés, et du fait que des salaires sont payés directement par les recettes desdits établissements scientifiques, 50 % des dotations devrait être mise à la disposition des établissements scientifiques fédéraux avant la fin du premier trimestre de l’année budgétaire en application de l’article 49 de l’A.R. du 1er février 2000 (MB du 08/03/2000), fixant les règles organiques de la gestion financière et matérielle des établissements scientifiques de l’État relevant du ministre qui a la Politique scientifique dans ses attributions, en tant que services de l’État à gestion séparée.

0555/001

Gezien het aanzienlijke en overheersende aandeel van de dotatie in de globale ontvangsten van de federale wetenschappelijke instellingen en door het feit dat de salarissen rechtstreeks betaald worden vanuit de ontvangsten van deze Staatsdienst met afzonderlijk beheer, moet 50 % van de dotatie reeds ter beschikking gesteld worden vóór het einde van het eerste trimester van het begrotingsjaar. Dit is het gevolg van de toepassing van artikel 49 van het K.B. van 1 februari 2000 (BS van 08/03/2000) tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financiële en materiële beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer.

DIVISION 61 EDUCATION & CULTURE – PROGRAMME 6

AFDELING 61 ONDERWIJS EN CULTUUR – PROGRAMMA 6

A.B. 61.60.45.01 — Financement de l’enseignement universitaire dispensé aux étudiants étrangers – Communauté fl amande

B.A. 61.60.45.00.01 — Financiële ondersteuning van het universitair onderwijs voor buitenlandse studenten – Vlaamse Gemeenschap

En exécution des article 54, § 1er, alinéa 4 et § 2 ainsi que de l’article 62, § 4 de la loi de Financement des Communautés et des Régions, un douzième du budget prévu doit être transféré le premier jour ouvrable de chaque mois à l’autorité compétente de la Région. À défaut, celle-ci peut contracter un emprunt aux frais de l’État fédéral. Compte tenu du délai préalable nécessaire pour procéder aux autorisations d’engagement et de paiement ainsi que les opérations de liquidation proprement dite, il est nécessaire de disposer des crédits, directement pour une période de 6 mois. À défaut, il n’est pas possible de garantir que les dates pour les paiements du 1er avril, du 02 mai voir même du 1er juin puissent être respectées.

In uitvoering van artikel 54, § 1, vierde lid en § 2 alsook van artikel 62, § 4 van de Financieringswet van de Gemeenschappen en Gewesten, moet één twaalfde van het voorziene budget worden overgemaakt aan de bevoegde autoriteit van het Gewest de eerste werkdag van elke maand. Zoniet, mag deze instantie een lening aangaan ten koste van de Federale Staat. Rekening houdend met de nodige voorafgaande tijd om de goedkeuringen voor vastlegging en betaling te verkrijgen en ook om de betaling effectief uit te voeren, is het nodig onmiddellijk over kredieten te beschikken voor een periode van zes maanden. Anders kunnen de betalingen voorzien op 1 april, 2 mei en zelfs 1 juni niet gegarandeerd worden.

Ceci signifie qu’un montant de 17 083 000 EUR (soit un supplément de 8 684 000 EUR par rapport au calcul prévu par la circulaire) sera nécessaire pour les trois premiers mois de 2011 afin de payer la dotation vers la Communauté flamande.

Dit houdt in dat een bedrag van 17 083 000 EUR (zijnde een supplement van 8 684 000 EUR bovenop het bedrag voorzien in de omzendbrief) nodig is voor de eerste drie maanden van 2011 om de betalingen van de dotatie aan de Vlaamse Gemeenschap vlot te laten verlopen.

A.B. 61.61.45.02 — Financement de l’enseignement universitaire dispensé aux étudiants étrangers – Communauté française

B.A. 61.61.45.00.02 — Financiële ondersteuning van het universitair onderwijs voor buitenlandse studenten – Franse Gemeenschap

En exécution des art.54 § 1er, al.4 et § 2 ainsi que de l’article 62, § 4 de la loi de Financement des Communautés et des Régions, un douzième du budget prévu doit être transféré le premier jour ouvrable de chaque mois à l’autorité compétente de la Région. A défaut, celle-ci peut contracter un emprunt aux frais de l’État fédéral. Compte tenu du délai préalable nécessaire pour procé-

In uitvoering van art. 54 § 1 al. 4 en § 2 alsook van artikel 62, § 4 van de Financieringswet van de Gemeenschappen en Gewesten, moet één twaalfde van het voorziene budget worden overgemaakt aan de bevoegde autoriteit van het Gewest de eerste werkdag van elke maand. Zoniet, mag deze instantie een lening aangaan ten laste van de Federale Staat. Rekening houdend

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

65

der aux autorisations d’engagement et de paiement ainsi que les opérations de liquidation proprement dite, il est nécessaire de disposer des crédits, directement pour une période de 6 mois. À défaut, il n’est pas possible de garantir que les dates pour les paiements du 1er avril, du 2 mai voire même du 1er juin puissent être respectées.

met de nodige voorafgaande tijd om de goedkeuringen voor vastlegging en betaling te verkrijgen en ook om de betaling effectief uit te voeren, is het nodig onmiddellijk over kredieten te beschikken voor een periode van zes maanden. Anders kunnen de betalingen voorzien op 1 april, 2 mei en zelfs 1 juni niet gegarandeerd worden.

Ceci signifie qu’un montant de 34 684 000 EUR (soit un supplément de 17 632 000 EUR par rapport au calcul prévu par la circulaire) sera nécessaire pour les trois premiers mois de 2011 afin de payer la dotation vers la Communauté française.

Dit houdt in dat een bedrag van 34 684 000 EUR (zijnde een supplement van 17 632 000 EUR bovenop het bedrag voorzien in de omzendbrief) nodig is voor de eerste drie maanden van 2011 om de betalingen van de dotatie aan de Franse Gemeenschap vlot te laten verlopen.

Section 51

Sectie 51

SPF Finances, pour la Dette publique

FOD Financiën, voor de Rijksschuld

A.B. 45/10/12.11.05 — Commissions sur émissions publiques

B.A. 45/10/12.11.05 — Commissies op openbare uitgiften

Cette allocation de base vise les commissions qui sont payées lors des émissions de Bons d’État, d’EMTN et lors des émissions syndiquées, ainsi que les commissions de guichet payées pour le service financier. Le plan de financement du premier trimestre 2011 prévoit l’émission par voie de syndication de deux nouvelles lignes d’OLO pour un montant total de 10 milliards EUR, des émissions d’EMTN pour un montant total de 1 milliard EUR et une émission de Bons d’État pour un montant total de 50 millions EUR. Les commissions se rapportant aux syndications ont été calculées sur base d’une commission moyenne pondérée de 0,225 % et les commissions pour les émissions d’EMTN et pour le placement des Bons d’État ont été calculées sur base d’une commission moyenne de respectivement 0,25 % et 1,05 %

Deze basisallocatie beoogt de commissies die dienen betaald te worden bij de uitgiften van Staatsbons, bij EMTN-uitgiften en bij gesyndiceerde uitgiften, alsook de loketcommissies voor de financiële dienst. Het financieringsplan voor het eerste trimester van 2011 voorziet de uitgifte via syndicatie van twee nieuwe OLO-lijnen voor een totaal bedrag van 10 miljard EUR, EMTN-uitgiften voor een totaal bedrag van 1 miljard EUR en een uitgifte van Staatsbons voor een totaal bedrag van 50 miljoen EUR. De commissies voor de syndicaties werden berekend op basis van een gewogen gemiddelde commissie van 0,225 % en de commissies voor de EMTN-uitgiften en voor de plaatsing van de Staatsbons werden berekend aan een gemiddelde commissie van respectievelijk 0,25 % en 1,05 %

A.B. 45/10/21.10.01 — Intérêts des emprunts à long terme en euros

B.A. 45/10/21.10.01 — Rente van de leningen op lange termijn in euro

Les intérêts des emprunts à long terme en euros sont dus aux échéances de coupon. Les échéances-standard des obligations linéaires (OLO) sont le 28 mars et le 28 septembre. Plus de la moitié des OLO en circulation ont leur échéance de coupon le 28 mars 2011.

De rente van de leningen op lange termijn in euro is verschuldigd op de couponvervaldag. De standaardvervaldagen van de lineaire obligaties (OLO’s) zijn 28 maart of 28 september. Meer dan de helft van de OLO’s in omloop hebben een couponvervaldag op 28 maart 2011.

A.B. 45/10/21.10.08 — Intérêts de la dette à court terme en euros et A.B. 45/10/21.20.08 – Intérêts de la dette à court terme en monnaies étrangères

B.A. 45/10/21.10.08 — Rente van de schuld op korte termijn in euro en B.A. 45/10/21.20.08 – Rente van de schuld op korte termijn in vreemde munt

Jusque 2010, l’ancienne allocation de base 45/10/21.00.08 visait tant les intérêts de la dette à court terme en euros qu’en monnaies étrangères. Dans le

Tot en met 2010 omvatte de vroegere basisallocatie 45/10/21.00.08 zowel de rente van de schuld op korte termijn in euro als in deviezen. In het kader van de

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


66

DOC 53

0555/001

cadre de l’introduction, à partir du 1er janvier 2011, du nouveau système comptable FEDCOM, cette allocation de base est dorénavant scindée en deux allocations de base distinctes, soit l’A.B. 45/10/21.10.08 (intérêts de la dette à court terme en euros) et la nouvelle A.B. 45/10/21.20.08 (intérêts de la dette à court terme en monnaies étrangères). Le supplément demandé à la nouvelle allocation de base 45/10/21.20.08 est un transfert de l’A.B. 45/10/21.10.08 et est largement compensé par la réduction du crédit demandé à l’allocation de base 45/10/21.10.08.

invoering van het nieuwe boekhoudsysteem FEDCOM vanaf 1 januari 2011 wordt deze basisallocatie voortaan gesplitst in twee verschillende basisallocaties, nl. B.A. 45/10/21.10.08 (rente van de schuld op korte termijn in euro) en de nieuwe B.A. 45/10/21.20.08 (rente van de schuld op korte termijn in vreemde munt). Het supplement dat gevraagd wordt voor de nieuwe basisallocatie 45/10/21.20.08 is een overdracht van de B.A. 45/10/21.10.08 en wordt ruimschoots gecompenseerd door de vermindering van het gevraagde krediet op de basisallocatie 45/10/21.10.08.

A.B. 45/11/91.10.01 — Amortissement et remboursement des emprunts à long terme (EUR)

B.A 45/11/91.10.01 — Afl ossing en terugbetaling van de leningen op lange termijn in euro

Les emprunts à long terme en euro sont amortis ou remboursés à leur échéance ou à leur date de rachat. Les montants remboursables au cours du premier trimestre 2011, à l’échéance ou par rachat, s’élèvent à 12 258,85 millions EUR.

De leningen op lange termijn in euro dienen te worden afgelost of terugbetaald op hun vervaldag of op de datum van hun terugkoop. De in het eerste trimester van 2011 voorziene aflossingen, terugbetalingen en terugkopen bedragen 12 258,85 miljoen EUR.

A.B. 45/40/84.12.01 — Prêts à des pays membres de l’UE

B.A. 45/40/84.12.01 — Leningen aan lidstaten van de EU

Suite à la déclaration commune des chefs d’État et de gouvernement des États membres de la zone euro du 25 mars 2010, d’apporter leur soutien financier à la République Hellénique conjointement au Fonds monétaire international, les États membres de la zone euro ont formalisé les modalités dudit soutien financier dans deux conventions du 8 mai 2010, notamment le “Intercreditor Agreement” et le “Loan Facility Agreement”. Ces conventions stipulent que la contribution totale de l’État belge audit soutien financier s’élève à 2 860 942 462,10 EUR sur une période de trois ans. Le calendrier des versements planifiés est établi par la Commission européenne sur base des dispositions desdites conventions. Pour le premier trimestre de 2011, ce calendrier mentionne un versement estimé pour la Belgique à un montant de 515,91 millions EUR.

Gevolg gevend aan de gemeenschappelijke verklaring van de Staats- en Regeringsleiders van de lidstaten van de eurozone van 25 maart 2010 om, tesamen met het Internationaal Monetair Fonds, hun financiële steun te verlenen aan de Helleense Republiek, hebben de lidstaten van de eurozone de modaliteiten van die financiële steun geformaliseerd in twee overeenkomsten van 8 mei 2010, nl. het “Intercreditor Agreement” en het “Loan Facility Agreement”. Volgens deze overeenkomsten is de totale bijdrage van de Belgische Staat in deze financiële steun vastgelegd op 2 860 942 462,10 EUR, gespreid over een periode van drie jaar. De kalender van de geplande stortingen wordt opgesteld door de Europese Commissie op basis van de bepalingen van de vermelde overeenkomsten. Voor het eerste trimester van 2011 vermeldt deze kalender een geraamde storting door België van 515,91 miljoen EUR.

A.B. 45/40/85.20.05 — Octroi de crédit dans le cadre du fi nancement de la sécurité sociale

B.A. 45/40/85.20.05 — Kredietverlening in het kader van de fi nanciering van de sociale zekerheid

L’art. 74 de la loi-programme du 23 décembre 2009 stipule que la moitié du prêt sans intérêts d’un montant de 1 066,10 millions EUR doit être versée le premier jeudi du mois de février 2011 à l’ONSS-gestion globale.

Art. 74 van de programmawet van 23 december 2009 bepaalt dat de helft van de renteloze lening voor een bedrag van 1 066,10 miljoen EUR aan de RSZ-globaal beheer dient uitbetaald te worden op de eerste donderdag van de maand februari 2011.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


CHAMBRE


2010

lim

03 SPF Budget et Contrôle de la Gestion

2011

KAMER

2e

lim + fon

14 SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement

lim + fon

lim fon tot

lim fon tot

13 SPF Intérieur

lim + fon

lim fon tot

lim

05 SPF Technologie de l'Information et de la Communication

12 SPF Justice

lim

04 SPF Personnel et Organisation

lim + fon

lim fon tot

lim

sc

02 SPF Chancellerie du Premier Ministre

CELLULE AUTORITE

BUDGETS PAR PROGRAMMES

01 Dotations

BUDGET SANS PROGRAMMES

sc = sorte de crédit lim = crédit limitatif fon = crédit variable

1 764 615 29 086 1 793 701

644 377 57 044 701 421

1 762 099 20 929 1 783 028

36 167

57 406

328 135

105 403 120 105 523

467 769

ajusté 2010 aangepast

615 509 7 270 622 779

197 799 14 671 212 470

623 720 5 445 629 165

9 492

14 409

82 593

71 430 30 71 460

123 405

janvier-mars 2011 januari-maart

Crédits d'engagement Vastleggingskredieten

34,9 25,0 34,7

30,7 25,7 30,3

35,4 26,0 35,3

26,2

25,1

25,2

67,8 25,0 67,7

26,4

%

(en milliers d'euros)

TABLEAU DE SYNTHESE DES CREDITS PROVISOIRES

1.5. Tableau de synthèse des crédits provisoires

1 939 200 65 392 2 004 592

645 708 55 839 701 547

1 760 838 20 929 1 781 767

38 730

60 043

331 625

105 457 150 105 607

467 769


616 844 16 348 633 192

198 110 14 320 212 430

622 600 5 445 628 045

9 408

15 068

82 907

66 904 37 66 941

123 405


Crédits de liquidation Vereffeningskredieten

(in duizendtallen euro)

31,8 25,0 31,6

30,7 25,6 30,3

35,4 26,0 35,2

24,3

25,1

25,0

63,4 24,7 63,4

26,4

%

05

FOD Informatie- en Communicatietechnologie

lim fon tot

lim + fon

14 FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

lim 13 FOD Binnenlandse Zaken fon tot lim + fon

lim 12 FOD Justitie fon tot lim + fon

lim

lim 04 FOD Personeel en Organisatie

lim 03 FOD Budget en Beheerscontrole

lim 02 FOD Kanselarij van de Eerste Minister fon tot lim + fon

AUTORITEITSCEL

PROGRAMMABEGROTINGEN

lim 01 Dotaties

BEGROTING ZONDER PROGRAMMA'S

fon = veranderlijk krediet

ks lim = limitatief krediet

ks = kredietsoort

SYNTHESETABEL VAN DE VOORLOPIGE KREDIETEN

1.5. Synthesetabel van de voorlopige kredieten

DOC 53

0555/001 67


CHAMBRE


lim fon tot

lim

18 SPF Finances

19 Régie des Bâtiments

2010

2011

lim + fon

SPF Emploi, Travail et Concertation sociale

KAMER

2e

1 333 929 7 920 1 341 849

lim + fon

44 SPP Intégration sociale, Lutte contre la Pauvreté et Economie sociale lim fon lim + fon tot

12 407 446

588 904 7 230 596 134

318 572 9 959 328 531

lim

lim fon tot

8 008 588

716 938

1 732 576 18 816 1 751 392

1 625 390 71 576 1 696 966

2 638 877 65 100 2 703 977


lim fon tot

25 SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement

24 SPF Sécurite sociale

23

21 Pensions

CELLULE SOCIALE

lim + fon

lim + fon

lim

lim fon tot

17 Police fédérale et Fonctionnement intégré

lim + fon

lim fon tot

sc

16 Ministère de la Défense


400 429 1 984 402 413

78 968 2 493 81 461

3 683 001

147 293 1 814 149 107

2 967 732

303 995

596 544 4 904 601 448

507 828 18 062 525 890

815 884 16 275 832 159


30,0 25,1 30,0

24,8 25,0 24,8

29,7

25,0 25,1 25,0

37,1

42,4

34,4 26,1 34,3

31,2 25,2 31,0

30,9 25,0 30,8

%



1 351 353 9 947 1 361 300

354 254 12 272 366 526

12 407 426

588 932 5 233 594 165

8 008 588

716 938

1 745 989 29 389 1 775 378

1 618 338 71 310 1 689 648

2 676 526 65 100 2 741 626


406 645 254 406 899

78 293 3 072 81 365

3 685 329

147 171 1 315 148 486

2 967 732

303 995

599 898 7 547 607 445

503 256 17 827 521 083

833 394 16 273 849 667




30,1 2,6 29,9

22,1 25,0 22,2

29,7

25,0 25,1 25,0

37,1

42,4

34,4 25,7 34,2

31,1 25,0 30,8

31,1 25,0 31,0

%

ks = kredietsoort

23

lim + fon

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

lim fon tot

lim fon tot

lim + fon

44 POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en sociale Economie

lim + fon

25 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu

lim 24 FOD Sociale Zekerheid

lim fon tot

lim 21 Pensioenen

SOCIALE CEL

lim 19 Regie der Gebouwen

lim 18 FOD Financiën fon tot lim + fon

lim 17 Federale Politie en Geïntegreerde Werking fon tot lim + fon

lim 16 Ministerie van Landsverdediging fon tot lim + fon



68 DOC 53

0555/001


CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e

lim + fon

TOTAL GENERAL

52 SPF Finances, pour le Financement de l'union européenne

lim + fon

lim fon tot

lim

lim fon tot

51 SPF Finances, pour la Dette publique

lim + fon

lim fon tot

lim fon tot

lim fon tot

sc

46 SPP Politique scientifique

lim + fon

33 SPF Mobilité et Transports

lim + fon

32 SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie

CELLULE ECONOMIQUE


85 390 690 3 629 685 89 020 375

2 891 460

43 730 419 3 146 267 46 876 686

502 237 5 925 508 162

3 360 660 160 156 3 520 816

368 723 29 557 398 280


32 963 683 122 569 33 086 252

722 865

19 263 734 — 19 263 734

194 451 1 985 196 436

1 453 763 40 245 1 494 008

88 839 7 391 96 230


38,6 3,4 37,2

25,0

44,1 — 41,1

38,7 33,5 38,7

43,3 25,1 42,4

24,1 25,0 24,2

%



85 740 710 3 677 553 89 418 263

2 891 460

43 730 419 3 146 267 46 876 686

560 586 5 925 566 511

3 353 853 160 243 3 514 096

386 678 29 557 416 235


33 004 579 132 041 33 136 620

722 865

19 263 734 — 19 263 734

209 038 1 985 211 023

1 454 079 40 227 1 494 306

93 904 7 391 101 295




38,5 3,6 37,1

25,0

44,1 — 41,1

37,3 33,5 37,2

43,4 25,1 42,5

24,3 25,0 24,3

%

ks = kredietsoort

32

lim + fon

FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie

lim fon tot

lim

lim + fon

ALGEMEEN TOTAAL

52 FOD Financiën, voor de Financiering van de Europese Unie

lim 51 FOD Financiën, voor de Rijksschuld fon tot lim + fon

lim 46 POD Wetenschapsbeleid fon tot lim + fon

lim 33 FOD Mobiliteit en Vervoer fon tot lim + fon

lim fon tot

ECONOMISCHE CEL



DOC 53

0555/001 69


70

DOC 53

CHAPITRE 3

HOOFDSTUK 3

Dispositions financières

Financiële bepalingen

Art. 26

Art. 26

Conformément aux dispositions de l’article 171 de la Constitution, l’article 11 du projet de loi doit être voté avant le 1er janvier 2011, afin de permettre la perception des impôts à partir de cette date, d’après les lois, arrêtés et tarifs qui régissent le recouvrement des impôts directs et indirects existant au 31 décembre 2010.

0555/001

Overeenkomstig de bepalingen van artikel 171 van de Grondwet moet artikel 11 van het wets-ontwerp vóór 1 januari 2011 worden goedge-keurd om de inning der belastingen met ingang van die datum mogelijk te maken volgens de wetten, besluiten en tarieven die de invordering regelen van de op 31 december 2010 bestaande directe en indirecte belastingen.

Art. 27 et 31 à 33

Art. 27 en 31 tot 33

Ces articles reproduisent mutatis mutandis les dispositions prévues aux articles 7 à 13 de la loi du 23 décembre 2009 contenant le budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 2010 (projet de loi, document Chambre des représentants DOC 52 2222/001 du 6 novembre 2009).

Deze artikels hernemen mutatis mutandis de bepalingen van de artikels 7 tot en met 13 van de wet van 23 december 2009 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2010 (wetsontwerp, stuk Kamer van volksvertegenwoordigers DOC 52 2222/001 van 6 november 2009).

Art. 28 (= art. 8 BVM 2010)

Art. 28 (= art. 8 MB 2010)

Eu égard à l’économie générale du Code des impôts sur les revenus 1992 (notamment aux articles 261 à 269), le précompte mobilier s’applique également aux revenus des emprunts émis par l’État fédéral, les communautés, les régions, les provinces, les agglomérations, les communes et les établissements ou organismes publics.

Ingevolge de algemene strekking van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (inzonderheid van de artikelen 261 tot 269) is de roerende voorheffing eveneens van toepassing op inkomsten van leningen die door de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provinciën, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen of inrichtingen worden uitgegeven.

Pour assurer le placement de ses emprunts à l’étranger, l’Autorité a toujours été amenée, dans le système fiscal antérieur, à assortir l’émission de ces emprunts d’une renonciation à la perception du précompte mobilier sur les intérêts de ces emprunts. Rien ne permet d’affirmer que cette condition ne sera pas exigée pour les emprunts que l’État devrait à l’avenir émettre sur les marchés étrangers.

Om haar leningen in het buitenland met succes te kunnen plaatsen werd de Overheid onder het vorige belastingstelsel steeds ertoe genoopt die leningen uit te geven met een verzaking van de inning van de roerende voorheffing op de interesten van die leningen. Er bestaat geen reden om te veronderstellen dat die voorwaarde niet zal geëist worden voor de leningen die de Staat in de toekomst op de buitenlandse markten zal uitgeven.

Il s’indique donc de prévoir, comme on l’a fait pour l’année 2007, la possibilité de faire bénéficier ces emprunts d’une exonération fiscale dans les limites et aux conditions que le Roi déterminera.

Zoals voor het jaar 2007 past het in de mogelijkheid te voorzien die leningen met fiscale vrijstelling uit te geven, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die door de Koning zullen worden bepaald.

L’article 17, alinéa 2, prévoit que le Roi peut étendre la renonciation à la perception du précompte mobilier sur les intérêts d’emprunts attribués ou mis en paiement à des contribuables assujettis à l’impôt des personnes

Artikel 17, lid 2, bepaalt dat de Koning, onverminderd de toepassing van artikel 262, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de verzaking van de inning van de roerende voorheffing op de interesten

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

71

morales, sans préjudice de l’application de l’article 262, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992.

van leningen die zijn toegekend of betaalbaar gesteld aan de belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting, kan uitbreiden.

L’article 262, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992 prévoit en ce qui concerne les revenus de capitaux et biens mobiliers d’origine belge qui sont attribués ou mis en paiement sans aucune retenue ni versement de précompte mobilier et recueillis par les contribuables visés à l’article 220 du même Code, que dans la mesure où un précompte mobilier est dû conformément aux dispositions légales et réglementaires en vigueur, ce précompte mobilier est dû par les bénéficiaires des revenus. En d’autres termes, l’article 13, alinéa 2, autorise le Roi à renoncer à la perception du précompte mobilier à la source sur les intérêts payés à des contribuables assujettis à l’impôt des personnes morales, sans pouvoir accorder une exonération définitive de précompte mobilier dans le chef de ces bénéficiaires pour lesquels le précompte mobilier constitue l’impôt définitif.

Artikel 262, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalt dat wat de inkomsten van kapitalen en roerende goederen van Belgische oorsprong betreft die zijn toegekend of betaalbaar gesteld zonder enige inhouding of storting van roerende voorheffing en verkregen door de belastingplichtigen als bedoeld in artikel 220 van hetzelfde Wetboek, in zoverre een roerende voorheffing verschuldigd is overeenkomstig de vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen, deze roerende voorheffing verschuldigd is door de verkrijger van de inkomsten. Met andere woorden, artikel 13, lid 2, staat de Koning toe te verzaken aan de inning van de roerende voorheffing aan de bron op de interesten betaald aan de belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de rechtspersonenbelasting, zonder een definitieve vrijstelling te kunnen verlenen ten name van deze verkrijgers voor dewelke de roerende voorheffing de eindbelasting uitmaakt.

Les bénéficiaires des intérêts sont, dans ce cas, les redevables du précompte mobilier et sont personnellement tenus à la déclaration en matière de précompte mobilier sur ces intérêts. En vertu de l’article 267, alinéa 7 du Code des impôts sur les revenus 1992, les revenus sont dans cette hypothèse censés attribués ou mis en paiement le dernier jour de la période imposable au cours de laquelle ils sont recueillis par les bénéficiaires assujettis à l’impôt des personnes morales.

De verkrijgers van de interesten zijn, in dit geval, de schuldenaars van de roerende voorheffing en zijn persoonlijk gehouden aangifte inzake roerende voorheffing op deze interesten te doen. Overeenkomstig artikel 267, lid 7, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, worden de inkomsten in deze hypothese geacht te zijn toegekend of betaalbaar gesteld op de laatste dag van het belastbare tijdperk waarin zij door de verkrijger onderworpen aan de rechtspersonenbelasting zijn verkregen.

Art. 29 (= art. 9 BVM 2010)

Art. 29 (= art. 9 MB 2010)

§ 1er. JUSTIFICATION DU POUVOIR D’ÉMISSION D’EMPRUNTS

§ 1. VERANTWOORDING VAN DE BEVOEGDHEID TOT UITGIFTE VAN LENINGEN

Cet article a pour but de fixer les principes d’émission des emprunts de l’État fédéral et de renforcer l’efficacité de la gestion de la dette en permettant une adaptation souple des modalités et conditions d’émission des emprunts en raison notamment de la grande variabilité des taux et des techniques d’émission. C’est la raison pour laquelle il confère au Roi le pouvoir de fixer les conditions générales d’émission des emprunts publics et pour laquelle il donne au ministre des Finances le pouvoir d’émettre tous les autres titres de la dette de l’État.

Dit artikel wil de beginselen van uitgifte van federale staatsleningen vastleggen en de efficiëntie van het schuldbeleid verhogen door een soepele aanpassing van de modaliteiten en voorwaarden van uitgifte van leningen toe te laten, meer bepaald omwille van de grote verscheidenheid van interestvoeten en technieken van uitgifte. Daarom wordt aan de Koning de bevoegdheid toegekend om de algemene uitgiftevoorwaarden te bepalen van de publieke uitgiften, en wordt aan de minister van Financiën de bevoegdheid gegeven om alle andere effecten van de Staatschuld uit te geven.

Par “emprunt public”, on entend un emprunt de l’État fédéral pour lequel le ministre des Finances:

Met “openbare lening” bedoelt men een lening van de federale Staat waarvoor de minister van Financiën:

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


72

DOC 53

0555/001

1) demande la cotation sur un marché régle-menté ou MTF(Multilateral Trading Facility), belge ou étranger au sens de la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers, ouvert au public;

1) de notering aanvraagt op een voor het publiek toegankelijke Belgische of buitenlandse gereglementeerde markt of MTF (Multilateral Trading Facility) in de betekenis eraan gegeven door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;

2) et/ou demande la cotation sur une bourse de valeurs mobilières établie hors de l’Union Européenne, définie comme un marché où les transactions sont publiques et où quiconque peut acquérir ou céder des instruments financiers inscrits à ce marché.

2) en/of de notering aanvraagt op een effectenbeurs die gevestigd is buiten de Europese Unie en die gedefinieerd wordt als een markt waar de verrichtingen openbaar zijn en waar iedereen financiële instrumenten, die op deze markt genoteerd zijn, kan aankopen of verkopen.

En outre, il s’indique, lorsque le Roi a fixé un cadre général d’émission d’emprunts qui fait par exemple l’objet d’émissions par adjudications régulières (telles les obligations linéaires) ou d’émissions réalisées sur base d’un programme contractuel (tel que prévu pour certains emprunts émis ou placés principalement à l’étranger), de permettre au ministre des Finances de disposer, en raison de l’évolution très rapide des marchés, du pouvoir de procéder aux émissions des emprunts à réaliser dans le cadre général d’émission fixé par le Roi.

Daarenboven is het aangewezen om, wanneer de Koning een algemeen kader van uitgifte van leningen heeft vastgesteld, dat bijvoorbeeld uitgiften door regelmatige aanbestedingen (zoals de lineaire obligaties) of uitgiften gerealiseerd op basis van een contractueel programma (zoals voorzien voor bepaalde leningen die voornamelijk uitgegeven of geplaatst worden in het buitenland) tot voorwerp heeft, de minister van Financiën, omwille van de zeer snelle ontwikkeling van de markten, toe te laten te beschikken over de bevoegdheid om over te gaan tot de uitgifte van leningen binnen het algemeen uitgiftekader vastgesteld door de Koning.

Les emprunts étant conclus sur base de cette disposition, il a paru approprié de préciser que la notion d’“émettre”, recouvre tant le négotium que les multiples formes d’instrumentum. Il n’y a donc aucune limitation. Le terme “émettre” ne vise pas seulement les emprunts qui sont mis en circulation et doit être compris dans le sens le plus large. Le terme recouvre donc également tous les contrats de prêts.

Vermits de leningen afgesloten worden op grond van deze tekst, is het nuttig gebleken om te preciseren dat het begrip “uitgeven” zowel het negotium als de verschillende vormen van instrumentum dekt. Er is dus geen enkele beperking. De term “uitgeven” heeft niet enkel betrekking op leningen die in omloop gebracht worden en moet derhalve in de meest ruime zin begrepen worden. De term dekt alzo eveneens alle leningsovereenkomsten.

§ 2. LA GESTION DE LA DETTE DE L’ÉTAT: PRINCIPES FONDAMENTAUX

§ 2. HET BEHEER VAN DE STAATSSCHULD: BASISBEGINSELEN

La présente disposition poursuit deux objectifs:

Deze bepaling heeft twee doelstellingen:

a) d’une part, elle définit l’aspect général de la gestion de la dette de l’État fédéral, en précisant la notion de “risque de marché”;

a) enerzijds definieert zij het algemeen aspect van het beheer van de federale Staatschuld door de notie “marktrisico” juist te bepalen;

b) d’autre part, elle précise la séquence du processus de décision relative à la gestion de la dette dudit État fédéral.

b) anderzijds omschrijft ze nauwkeurig het verloop van het te volgen beslissingsproces inzake het beheer van de federale Staatsschuld.

1° Pour ce qui concerne l’aspect général de la gestion de la dette de l’État fédéral, une distinction essentielle est faite entre la “gestion des risques de marché” et la “gestion des risques opérationnels”:

1° Wat het algemeen aspect van het beheer van de federale Staatsschuld betreft, wordt er een essentieel onderscheid gemaakt tussen het “beheer van de marktrisico’s” en het “beheer van de operationele risico’s”:

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

73

a) par “risque de marché”, on entend principalement les risques de taux et de change, incluant les risques liés aux refinancements du Trésor. Le couvrement du coût de la consommation d’énergie par l’État fédéral en utilisant des produits dérivés est également prévu explicitement (voir § 3, 1°, e). Ceci s ‘explique par le fait que l’État fédéral est exposé, à cause de la grande volatilité des marchés énergétiques, à des variations de prix considérables;

a) onder “marktrisico” verstaat men voornamelijk rente– en wisselkoersrisico’ s, inclusief de risico’ s verbonden aan de herfinanciering van de Schatkist. Ook de indekking van de kostprijs van de energieconsumptie door de federale overheid door middel van afgeleide producten wordt expliciet voorzien (zie § 3, 1°, e). Reden hiervoor is dat de overheid door de sterke volatiliteit van de energiemarkten bloot gesteld wordt aan aanzienlijk prijsschommelingen;

b) par “risques opérationnels”, on vise plus spécifiquement les risques de crédit et de règlement des opérations ainsi que les “risques technologiques”(systèmes informatiques, télé¬communications etc…).

b) onder “operationele risico’s” verstaat men meer specifiek de kredietrisico’s en de risico’s inzake de afwikkeling van de verrichtingen evenals de “technologische” risico’s (informaticasystemen, telecommunicatie, enz.).

2° En ce qui concerne le processus de décision, une distinction claire est faite entre les buts stratégiques et les modalités opérationnelles de ces décisions:

2° Wat het beslissingsproces betreft, dient er een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen de strategische doelen en de operationele modaliteiten van de beslissingen:

a) les buts stratégiques: description du processus:

a) a) de strategische doelen: beschrijving van het proces:

l’alinéa 2 du § 2 situe le niveau de l’action collégiale du Comité stratégique de la dette fonctionnant au sein de l’administration gene-rale de la Trésorerie. Ce Comité regroupe, sous la direction de l’Administrateur général de la Trésorerie, le représentant du ministre des Finances et la haute direction de l’adminis-tration générale de la Trésorerie en charge de la dette de l’État fédéral ainsi que la direction de l’Agence de la dette.

lid 2 van § 2 situeert het niveau van de collegiale actie van het strategisch Comité van de schuld, werkend binnen de algemene administratie van de Thesaurie. Dit Comité groepeert, onder de leiding van de Administrateur-generaal van de Thesaurie, de vertegenwoordiger van de minister van Financiën en de hoge leiding van de administratie van de Thesaurie belast met de federale Staatsschuld, alsook de leiding van het Agentschap van de schuld.

Le Comité stratégique de la dette définit un projet de directives générales applicables à la gestion de la dette de l’État fédéral. Les directives générales décrivent de manière quantifiée la structure d’un portefeuille-type de dette (“benchmark debt portfolio”) qui sert de référence à la gestion de la dette de l’État fédéral dans ses dimensions de risques et de coût. Elles décrivent également les limites des risques que la gestion du portefeuille existant peut prendre par rapport au portefeuille-type. Les directives générales sont soumises à l’approbation du ministre des Finances.

Het strategisch Comité van de schuld maakt een ontwerp van algemene richtlijnen toepasselijk op het beheer van de Staatsschuld. De algemene richtlijnen beschrijven op een kwantitatieve manier de structuur van een typeportefeuille van de schuld (“benchmark debtportfolio”) die als referentie dient voor het beheer van de federale Staatsschuld in zijn risico- en kostendimensies. Zij beschrijven eveneens de limieten van de risico’s die het beheer van de bestaande portefeuille kan nemen in verhouding tot de typeportefeuille. De algemene richtlijnen worden onderworpen aan de goedkeuring van de minister van Financiën.

b) les modalités opérationnelles:

b) de operationele modaliteiten:

le Comité stratégique de la dette prend les dispositions d’application des directives générales.

het strategisch Comité van de schuld neemt de toepassingsbepalingen van de algemene richtlijnen.

L’Agence de la dette est, en particulier, chargée de la réalisation des opérations financières proprement dites dans le respect des directives générales.

Het Agentschap van de schuld is in het bijzonder belast met de eigenlijke financiële verrichtingen met eerbiediging van de algemene richtlijnen.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


74

DOC 53

0555/001

L’intégration de cette Agence au sein de l’administration générale de la Trésorerie souligne le choix de maintenir la gestion tant stratégique qu’opérationnelle de la dette entre les mains du SPF Finances, administration de la Trésorerie, agissant sous l’autorité du Ministre des Finances.

De integratie van dit Agentschap in de algemene administratie van de Thesaurie legt de nadruk op de keuze om zowel het strategisch als het operationeel beheer van de schuld in handen van de FOD Financiën, algemene administratie van de Thesaurie, te laten die onder de bevoegdheid van de Minister van Financiën handelt.

En ce qui concerne la diminution du coût financier de la dette des entités publiques, autres que l’État fédéral, il est opportun, dans un but de gestion efficiente des finances publiques, d’autoriser l’État fédéral à effectuer des opérations de financement pour compte de ces entités.

Wat de vermindering betreft van de financiële kost van de schuld van de openbare entiteiten, te onderscheiden van de federale Staat, is het omwille van een efficiënt beheer van de overheidsfinanciën opportuun om de federale Staat toe te laten om financieringsverrichtingen uit te voeren voor rekening van deze entiteiten.

En effet, l’État peut obtenir des conditions de financement moins onéreuses. Par entités publiques, il faut entendre les entités qui font partie du secteur “administrations publiques” au sens du Système européen de comptes nationaux et régionaux dans la Communauté ( SEC 95).

De Staat kan zich immers goedkoper financieren. Onder openbare entiteiten verstaat men deze entiteiten die behoren tot de sector “overheid” overeenkomstig het Europees systeem van nationale en régionale rekeningen in de Gemeenschap ( ESR 95 ).

§ 3. LES OPÉRATIONS DE GESTION FINANCIÈRE DU TRÉSOR: DESCRIPTIF GÉNÉRAL DES MODALITES OPÉRATIONNELLES

§ 3. DE FINANCIELE BEHEERSVERRICHTINGEN VAN DE SCHATKIST: ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE OPERATIONELE MODALITEITEN

Les opérations de gestion financière du Trésor, en ce y compris les opérations de gestion journalière, demandent un cadre réglementaire suffisamment souple qui permette de réagir rapidement face aux mouvements des marchés et de saisir les opportunités qui s’y présentent.

De financiële beheersverrichtingen van de Schatkist met inbegrip van de dagelijkse beheersverrichtingen, vereisen een reglementair kader dat soepel genoeg is opdat de Schatkist vlug zou kunnen reageren op de bewegingen van de markten en de kansen zou kunnen aanwenden die er zich voordoen.

Sous 1°: Un inventaire des tâches fonctionnelles liées à la gestion de la dette de l’État fédéral est précisé ci-après.

Onder 1°: Een opsomming van functionele taken verbonden aan het beheer van de federale Staatsschuld, hernomen in § 3, 1° van het huidige artikel, wordt hierna nader omschreven.

Il confirme que ces opérations de gestion doivent être réalisées dans le cadre des directives générales prévues au § 2. Il autorise aussi l’utilisation de tout autre instrument de gestion qui serait offert par les marchés financiers, utilisation cependant liée à l’autorisation du Ministre des Finances.

Zij bevestigt dat deze beheersverrichtingen moeten gerealiseerd worden in het kader van de algemene richtlijnen voorzien in § 2. Zij laat eveneens het gebruik toe van elk ander beheersinstrument geboden door de financiële markten, gebruik dat niettemin verbonden blijft aan de toelating van de Minister van Financiën.

Sous a), il faut entendre par opérations de gestion journalière du Trésor, les opérations financières qui résultent de la nécessité d’assurer l’équilibre journalier de caisse (emprunts et placements sur le marché monétaire, repos, etc.).

Onder a) dagelijkse beheersverrichtingen van de Schatkist dient men de financiële verrichtingen te verstaan die voortvloeien uit de noodzaak om het dagelijks kasevenwicht te waarborgen (leningen en plaatsingen op de monetaire markt, repo’s, enz...).

La gestion financière de la dette de l’État fédéral couvre également toute opération financière réalisée dans l’intérêt général du Trésor, en ce compris le placement des excédents financiers et de certains produits d’emprunt.

Het financiële beheer van de federale Staatsschuld omvat eveneens elke financiële operatie die gedaan wordt in het algemeen belang van de Schatkist, met inbegrip van de plaatsing van financiële overschotten en van bepaalde leningsopbrengsten.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

75

Le ministre des Finances doit donc aussi être autorisé, en vue de mieux servir les intérêts du Trésor, à recourir à tout instrument qui est ou serait offert par les marchés financiers.

De minister van Financiën moet dus, om de belangen van de Schatkist beter te kunnen dienen, gemachtigd zijn om zijn toevlucht te nemen tot elk instrument dat wordt of zal aangeboden worden door de financiële markten.

Les opérations de gestion financière ne peuvent en aucun cas porter préjudice aux prêteurs et requièrent l’accord de ceux-ci lorsqu’elles modifient les dispositions contractuelles d’emprunt mais uniquement si celles-ci limitent les droits liés initialement à l’emprunt en cause.

De financiële beheersverrichtingen kunnen in geen geval nadeel toebrengen aan de geldschieters en vereisen het akkoord van laatstgenoemden indien zij de contractuele leningsvoorwaarden wijzigen, doch evenwel enkel in geval zij de rechten aanvankelijk voortvloeiend uit de betrokken lening inperken.

Ces opérations s’inscrivent dans le cadre des directives générales dont question plus haut et poursuivent notamment un ou plusieurs des buts suivants:

Deze verrichtingen kaderen in de algemene richtlijnen waarvan hierboven sprake en beogen één of meerdere van de volgende doelstellingen:

— la diminution du coût budgétaire de la dette de l’État fédéral;

— de vermindering van de begrotingskost van de federale Staatsschuld;

— la diminution de l’encours de cette dette;

— de vermindering van het uitstaand bedrag van die schuld;

— la modification de la structure de la dette dans ses différentes composantes;

— de wijziging van de structuur van de schuld binnen de verschillende componenten ervan;

— le lissage des échéanciers d’intérêt ou de remboursement;

— het gelijkmatiger verloop van de verval-dagenkalender van intresten;

— le bon fonctionnement des marchés seconddaires.

— de goede werking van de secundaire markten.

Sous b), il y a lieu de mentionner les échanges de titres de la dette de l’État fédéral. Ces opérations, qui consistent à convertir, selon diverses techniques financières, des titres plus anciens - titres classiques ou obligations linéaires - en obligations linéaires nouvelles, constituent un instrument largement utilisé pour gérer l’échéancier.

Onder b), worden de omruilingen van effecten van de federale Staatsschuld vermeld. Deze verrichtingen waarbij, door middel van verschillende financiële technieken, oudere effecten - klassieke effecten of lineaire obligaties – worden omgezet in nieuwe lineaire obligaties, vormen een veel gebruikt instrument bij het beheer van de vervaldagenkalender.

Les opérations d’échange sont réalisées sur base volontaire et visent uniquement les détenteurs professionnels de titres. Elles ne concernent donc pas les particuliers.

De omruilingen gebeuren op vrijwillige basis en richten zich enkel tot de professionele houders van effecten. Zij hebben dus geen betrekking op de particulieren.

Sous c), l’on vise les opérations qui offriraient notamment la possibilité d’assortir de modalités plus favorables tout ou parties d’emprunts émis en Belgique ou à l’étranger et également de revoir les conditions et termes de remboursements contractuels de ces emprunts ou, en général, à conclure des contrats de gestion dans ces mêmes matières.

Onder c), bedoelt men de verrichtingen die de mogelijkheid zouden bieden om leningen uitgegeven in België of in het buitenland geheel of gedeeltelijk van gunstiger modaliteiten te voorzien, om de contractueel vastgelegde voorwaarden en terugbetalingstermijnen van die leningen te herzien of, in het algemeen, dienaangaande beheerscontracten af te sluiten.

Sous d) à f), il y a lieu de revenir plus précisément aux objectifs de la gestion de la dette de l’État fédéral.

Onder d) tot f), past het nauwkeuriger terug te komen op de doelstellingen van het beheer van de federale Staatsschuld.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


76

DOC 53

La Trésorerie doit en effet être en mesure de réaliser des émissions donnant lieu à des placements temporaires ou intermédiaires si son intérêt l’exige (d) indépendamment des opérations de gestion journalière (sous a) . Ces placements sont réalisés par voie:

0555/001

De Thesaurie moet immers in staat zijn om, onafhankelijk van de dagelijkse beheers-verrichtingen (onder a), uitgiften te doen die leiden tot tijdelijke of tussentijdse beleggingen indien haar belang dit vereist (onder d).

Deze plaatsingen worden verwezenlijkt via:

1) de dépôts d’espèces auprès des orga¬nis¬¬mes financiers et du Fonds des Rentes;

1) gelddeposito’s bij financiële instellingen en het Rentenfonds;

2) de placements auprès des organismes qui font partie du secteur “administrations publiques” selon le Système européen de comptes nationaux et régionaux dans la Communauté ( SEC 95 );

2) plaatsingen bij entiteiten behorend tot de sector overheid, te onderscheiden van de federale Staat; overeenkomstig het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap ( ESR 95 );

3) d’achats de titres sur les marchés secondaires ou, en général, par l’utilisation de tout autre produit offert par les marchés financiers.

3) tijdelijke terugkoop van effecten op de secundaire markten of, in het algemeen, door gebruik te maken van ieder ander product dat op de financiële markten wordt aangeboden.

Sous e), l’autorisation sollicitée vise évidemment tout instrument de gestion des risques tels que définis au § 2, 1° ci-dessus.

Onder e), valt elk risico-beheersinstrument zoals vermeld in § 2, 1° hiervoor.

Sous f), la potentialité d’achats par le Trésor, directement sur les marchés secondaires de ses propres titres, constitue un élément essentiel de la gestion de la dette de l’État fédéral.

Onder f), de mogelijkheid voor de Schatkist om over te gaan tot rechtstreekse aankoop van zijn effecten op de secundaire markten, vormt een essentieel bestanddeel van het beheer van de federale Staatsschuld.

Ces achats répondent à plusieurs objectifs opérationnels et financiers:

Verschillende operationele en financiële doelstellingen liggen aan de basis voor deze aankopen:

1) assurer la liquidité des lignes de titres dématérialisés exclusivement inscrits en compte, tels les obligations linéaires ou les certificats de trésorerie , ce qui contribue au moindre coût des émissions nouvelles à réaliser;

1) het waarborgen van de liquiditeit van de lijnen van de gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening ingeschreven zijn, zoals de lineaire obligaties of de schatkistcertificaten, wat bijdraagt tot een geringere kost voor de nieuwe te verrichten uitgiften;

2) utiliser des techniques compétitives d’achat sur les marchés qui contribuent à la gestion optimale de la dette;

2) het gebruiken op de markten van aan-kooptechnieken met mededinging die bijdragen tot het optimaal beheer van de schuld;

3) réaliser une économie budgétaire;

3) het realiseren van een budgettaire besparing;

4) permettre l’achat de titres de l’État fédéral en général, étant entendu que cette potentialité permet au Trésor de racheter, le cas échéant, des titres qui ne sont représentés que par des titres au porteur ou des inscriptions nominatives.

4) de aankoop van federale Staatseffecten in het algemeen toelaten, met dien verstande dat deze mogelijkheid de Schatkist toelaat om, zo het geval zich voordoet, effecten aan toonder of op naam gestelde inschrijvingen aan te kopen.

Sous g), on notera que les primary dealers et recognized dealers qui cotent des obligations linéaires, des certificats de trésorerie, des titres scindés ou des Bons d’État n’ont pas toujours dans leur portefeuille propre

Onder g), is te vermelden dat de primary dealers en recognized dealers die lineaire obligaties, schatkistcertificaten, gespliste effecten of Staatsbons noteren, de effecten nodig voor de uitvoering van de verrichtingen

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

77

ou ne sont pas en mesure d’acquérir sur le marché les titres nécessaires à la bonne fin des transactions qu’ils sont tenus de conclure.

die zij moeten afsluiten niet altijd in hun eigen portefeuille hebben of op de markt kunnen verkrijgen.

C’est dans cette optique qu’est intégrée dans les opérations de gestion de la dette de l’État fédéral une disposition autorisant le Ministre des Finances à effectuer certaines opérations dans le cadre du “repofacility” entre la Trésorerie et ses teneurs de marché.

In deze optiek wordt in de opsomming van instrumenten voor het beheer van de federale Staatsschuld een bepaling toegevoegd die de Minister van Financiën machtigt om bepaalde verrichtingen in het kader van de “repofaciliteit” tussen de Thesaurie en haar markthouders te verwezenlijken.

Ces opérations de “repofacility” sont à considérer avant tout comme un outil nécessaire au bon fonctionnement du marché secondaire.

Deze “repofaciliteit”-verrichtingen zijn hoofd-zakelijk te beschouwen als een noodzakelijk instrument voor de goede werking van de secundaire markt.

De par leur nature, les opérations de “repofacility” entrent bien dans le cadre des opérations de gestion financière de la dette de l’État fédéral:

Uit hun aard vallen “repofaciliteit”-verrichtingen binnen het kader van de financiële beheers-verrichtingen van de federale Staatsschuld:

1) elles contribuent à un fonctionnement harmonieux du marché secondaire par une meilleure disponibilité des titres, très recherchée par les investisseurs;

1) door een betere beschikbaarheid van effecten die door beleggers sterk gevraagd is, dragen ze bij tot een goede werking van de secundaire markt;

2) elles sont strictement limitées dans le temps. En outre, elles permettent à la Trésorerie de se financer temporairement à un coût inférieur à celui obtenu dans des conditions normales de marché.

2) ze zijn strikt in de tijd beperkt. Bovendien laten ze de Thesaurie toe om zich tijdelijk te financieren tegen een kost die lager is dan de normale marktvoorwaarden.

Pour réaliser cet objectif, la Trésorerie doit être en mesure d’émettre, en cas de besoin et au cas par cas, des titres qui seront inscrits en compte du Trésor, dans le système de liquidation de la Banque nationale de Belgique. Les titres remis à la disposition du Trésor à l’issue de l’opération de cession-rétrocession dans le cadre du “repofacility” sont annulés d’office dans ce même système de liquidation. La création et la cession de titres dans le cadre d’un “repofacility” est neutre sur l’encours de la dette de l’État fédéral car le produit des opérations, qui constitue une source supplémentaire de financement, permet une diminution de la dette logée sous forme d’autres instruments. Ces émissions sont effectuées sur base de l’autorisation accordée par le pouvoir législatif au ministre des Finances, en vertu du § 3, 4°.

Teneinde deze doelstelling te verwezenlijken moet de Thesaurie in staat zijn om, indien nodig en van geval tot geval, effecten uit te geven die in het effectenvereffeningsstelsel van de Nationale Bank van België zullen worden ingeschreven op de rekening van de Schatkist. De effecten die na afloop van de cessie-retrocessie binnen het kader van de “repofaciliteit” opnieuw ter beschikking van de Schatkist worden gesteld, worden automatisch geschrapt in datzelfde effectenvereffeningsstelsel. De uitgifte en overdracht van effecten in het kader van een “repofaciliteit” heeft geen invloed op het uitstaand bedrag van de Staatsschuld vermits de opbrengst van deze verrichtingen, die een bijkomende financieringsbron oplevert, toelaat om een vermindering te verwezenlijken van de schuld vervat in andere schuldinstrumenten. Deze uitgiften gebeuren op grond van de machtiging die de wetgevende macht aan de minister van Financiën verleent krachtens § 3, 4°.

La potentialité, pour un investisseur professionnel, d’acquérir uniquement un titre de capital ou un titre de coupon (titres “strippés”) développe chez lui un intérêt pour des titres émis par un émetteur de haute qualité. La plus grande liquidité sur le marché des titres strippés constitue donc une valeur ajoutée pour les titres sous-jacents.

De mogelijkheid voor een professionele inves¬teerder om enkel een kapitaaleffect of een coupon-effect (gesplitste effecten) te bekomen, creëert bij hem een interesse voor effecten die uitgegeven worden door een emittent met een hoge kredietwaardigheid. De verhoogde liquiditeit op de markt van geplitste effecten is een toegevoegde waarde voor het onderliggende effect.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


78

DOC 53

0555/001

La solution proposée est la suivante: l’État fédéral émet son obligation linéaire tous droits attachés et devient également une institution autorisée à demander la scission d’obligations linéaires à la Banque nationale de Belgique. Le Trésor émet donc les obligations linéaires tous droits attachés sur son compte propre et après scission par la Banque, enregistre les droits scindés sur des comptes propres séparés selon qu’il s’agisse de titres de principal ou de titres de coupons de l’obligation scindée.

De voorgestelde oplossing is de volgende: de federale Staat geeft lineaire obligaties uit met alle rechten daaraan verbonden en wordt eveneens een instelling die gerechtigd is om de splitsing van lineaire obligaties te vragen bij de Nationale Bank van België. Hij geeft dus, op zijn eigen rekening, lineaire obligaties uit met alle rechten daaraan verbonden en plaatst de gesplitste rechten, nadat ze door de Bank gesplitst zijn, op afzonderlijke eigen rekeningen naargelang het gaat om kapitaaleffecten of couponeffecten.

La Trésorerie peut dès lors également procéder à des opérations de cessions-rétrocessions portant sur des titres scindés dans le cadre du “repofacility” avec ses primary dealers et ses recognized dealers.

De Thesaurie kan vervolgens ook cessies-retrocessies uitvoeren met gesplitste effecten in het kader van een “repofaciliteit” met zijn primary dealers en recognized dealers.

Sous h), il faut savoir que dans le cadre de ses opérations de gestion journalière, le Trésor réalise des opérations d’emprunts ou de placements régulières avec divers organismes qui appartiennent au secteur des “administrations publiques” au sens du Système européen de comptes nationaux et régionaux dans la Communauté (SEC 95), soit pour permettre à ces derniers de placer temporairement leurs liquidités excédentaires momentanées, soit parce que le Trésor peut se financer plus avantageusement que lesdits organismes et les en faire bénéficier sous forme de placements temporaires. En outre, conformément aux dispositions de l’arrêté royal du 15 juillet 1997 portant des mesures de consolidation des actifs financiers des administrations publiques, les organismes désignés par cet arrêté sont tenus d’investir leurs disponibilités à moyen et long terme en instruments financiers émis notamment par l’État fédéral et leurs disponibilités à court terme sur un compte de trésorerie ouvert auprès du Trésor. Il s’indique donc, dans un souci de clarté juridique, d’isoler ces opérations spécifiques de la gestion journalière plus courante de la trésorerie de l’État fédéral telle que prévue sous a).

Wat h) betreft, is het van belang te weten dat de Schatkist geregeld leningsverrichtingen afsluit of plaatsingen doet met/bij verschillende organismen die behoren tot de sector “overheid” overeenkomstig het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap ( ESR 95 ), hetzij om deze laatste toe te laten hun bij momenten overtollige liquiditeiten tijdelijk te plaatsen, hetzij omdat de Schatkist zich aan betere voorwaarden kan financieren dan deze organismen en hen ervan laat genieten in de vorm van tijdelijke plaatsingen. Overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 15 juli 1997 houdende maatregelen tot consolidatie van de financiële activa van de overheid, zijn de organismen vermeld door dit besluit verplicht om hun beschikbare gelden op middellange en lange termijn te beleggen in financiële instrumenten uitgegeven door de federale Staat, en hun beschikbare gelden op korte termijn te plaatsen op een bij de Schatkist geopende thesaurierekening. Voor de juridische duidelijkheid is het derhalve aangewezen om deze specifieke verrichtingen van de Schatkist af te zonderen van het meer gewone dagelijks thesauriebeheer van de federale Staat zoals voorzien onder a).

Sous 2°: Dans la pratique financière, celui qui achète des titres à revenu fixe paie au vendeur non seulement le principal mais également les intérêts courus entre la dernière échéance et la date de l’opération de cession. La capitalisation éventuelle des intérêts courus sur les titres présentés à l’échange s’inscrit dans cette logique. Comme cette opération se fait sous la forme d’échange de titres contre des obligations linéaires, il s’indique d’autoriser la Trésorerie à inclure dans l’opération d’échange les intérêts courus sur les emprunts faisant l’objet de l’échange.

Onder 2°: De gangbare financiële praktijk toont aan dat diegene die effecten met een vaste rente koopt, aan de verkoper niet alleen het kapitaal maar ook de gelopen interesten tussen de laatste vervaldag en de dag van de cessieverrichting betaalt. De eventuele kapitalisatie van interesten gelopen op effecten die bij omruiling aangeboden worden, kadert in deze logica. Aangezien deze verrichting gebeurt in de vorm van omruilingen van effecten tegen lineaire obligaties, is het aangewezen de Thesaurie te machtigen om in de omruiling de gelopen interesten op de leningen, die het voorwerp zijn van de omruiling, op te nemen.

Sous 3° et 4°: Le bon fonctionnement du marché secondaire des titres de la dette de l’État fédéral repose notamment sur le système de liquidation de la Banque

Onder 3° en 4°: De goede werking van de secundaire markt van de effecten van de federale Staatsschuld berust meer bepaald met name op het effectenveref-

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

79

nationale de Belgique et la possibilité de transférer en toute sécurité des titres entre le système national de liquidation de titres et les systèmes internationaux de clearing, sans perte d’intérêts ou frais supplémentaires pour les parties concernées.

feningsstelsel van de Nationale Bank van België en de mogelijkheid om effecten in alle veiligheid te kunnen overdragen tussen het nationaal effectenvereffeningsstelsel en de internationale clearingorganismen, zonder interestverlies of bijkomende kosten voor de betrokken partijen.

La possibilité pour la Trésorerie de prêter à la Banque nationale de Belgique des titres en cas de nécessité, donne la garantie, conformément aux règles dont le ministre des Finances a convenu avec la Banque le 5 janvier 1994, que celle-ci pourra respecter ses engagements pris dans le cadre de la liquidation de transactions entre participants aux systèmes de clearing différents, de transférer les titres concernés à l’autre système de compensation.

De mogelijkheid voor de Thesaurie om, indien nodig, aan de Nationale Bank van België effecten uit te lenen, verleent de zekerheid, overeenkomstig de regels die de minister van financiën met de Bank is overeengekomen op 5 januari 1994, dat zij haar verbintenissen zal kunnen nakomen die bij de vereffening van de transacties tussen deelnemers aan verscheidene effectenclearingstelsels werden afgesloten, om de betrokken effecten over te dragen aan het andere effectenclearingstelsel.

Le prêt de titres par la Trésorerie à la Banque nationale de Belgique est neutre sur le plan budgétaire. L’augmentation temporaire de la dette de l’État fédéral qui, d’un point de vue juridique, constitue la conséquence d’un prêt de titres de la dette de l’État, va en effet de pair avec une créance à court terme du Trésor sur la Banque nationale de Belgique en restitution des titres empruntés. En outre, le prêt de titres ne donne pas lieu à un transfert de liquidités entre le prêteur et l’emprunteur et ne peut, sous aucun aspect, être considéré comme un financement monétaire du Trésor. Celui-ci reçoit une indemnité pour ses prêts de titres.

Op het budgettaire vlak is de uitlening van effecten door de Thesaurie aan de Nationale Bank van België neutraal. De tijdelijke verhoging van de federale Staatsschuld, die in juridisch opzicht het gevolg is van een uitlening van effecten van de Staatsschuld, gaat immers gepaard met een vordering op korte termijn van de Schatkist op de Nationale Bank van België om de ontleende effecten terug te geven. Uitlening van effecten geeft bovendien geen aanleiding tot overdracht van liquiditeiten tussen de uitlener en de ontlener en kan in geen enkel opzicht worden beschouwd als een monetaire financiering van de Schatkist. De Schatkist ontvangt een vergoeding voor haar uitleningen van effecten.

§ 4. DISPOSITIONS COMPTABLES ET DIVERSES

§ 4. BOEKHOUDKUNDIGE EN DIVERSE BEPALINGEN

En ce qui concerne l’alinéa 1: Les instruments de financement à court terme ont, en grande majorité, une durée de trois mois maximum. C’est le cas notamment des certificats de trésorerie et des bons du Trésor. Selon leur vocation première, ils constituent des emprunts de jonction par rapport aux émissions consolidées.

Wat betreft het eerste lid: Het grootste deel van de financieringsinstrumenten op korte termijn heeft een maximum looptijd van drie maanden. Dit is in het bijzonder het geval voor de Schatkistcertificaten en de Schatkistbons. Hun voornaamste doel bestaat in het vormen van verbindingsleningen voor de geconsolideerde uitgiften.

Il en résulte que ces instruments sont donc bien souvent émis et remboursés plusieurs fois au cours d’une même année budgétaire.

Dit heeft tot gevolg dat deze instrumenten vaak meerdere malen worden uitgegeven en terugbetaald in de loop van éénzelfde begrotingsjaar.

En conséquence, afin d’éviter un alourdissement inutile du budget des Voies et Moyens en recettes et corollairement, un alourdissement comparable du budget des dépenses en remboursement, il s’indique de comptabiliser les produits des instruments à court terme sur des comptes d’ordre de la trésorerie.

Bijgevolg, om een onnodige verzwaring van de Rijksmiddelenbegroting door ontvangsten te vermijden hetgeen tot logisch gevolg zou hebben dat de uitgavenbegroting via terugbetalingen in dezelfde mate zou worden verzwaard, is het aangewezen om de opbrengsten van de instrumenten op korte termijn op orderekeningen van de thesaurie te boeken.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


80

DOC 53

0555/001

En ce qui concerne l’alinéa 2: En ce qui concerne les émissions et les opérations de gestion qui interviennent à des échéances se situant en tout début d’année, on se trouve devant le hiatus suivant: les instruments d’emprunt (arrêtés, contrats...) doivent être — vu l’existence d’un délai minimum — signés dans les derniers jours de l’année pour que l’opération puisse se réaliser au début de l’année suivante. Autrement dit, l’autorisation d’emprunter relève de l’année précédente, alors que la disposition sur produit d’emprunt de remplacement s’effectue l’année suivante. Le présent article a pour but de permettre la continuité du financement de l’État fédéral.

Wat betreft het tweede lid: Wat de uitgiften en de beheersverrichtingen betreft die plaatshebben op vervaldagen die helemaal in het begin van het jaar vallen, bestaat de volgende leemte: de leningsinstrumenten (besluiten, overeenkomsten...) moeten — gelet op het bestaan van een minimumtermijn — worden ondertekend tijdens de laatste dagen van het jaar opdat de verrichting zou kunnen worden verwezenlijkt in het begin van het volgende jaar. Met andere woorden, de machtiging om te lenen betreft het vorige jaar, terwijl de beschikking over de opbrengst van de vervangingslening het daaropvolgende jaar gebeurt. Het huidige artikel heeft als doel om de voortzetting van de financiering van de federale Staat toe te laten.

En ce qui concerne l’alinéa 3: La loi du 2 janvier 1991 relative au marché des titres de la dette publique et aux instruments de la politique monétaire dispose en son article 16 que, à la demande de la Banque nationale de Belgique, le ministre des Finances et la Banque se concertent chaque fois que celle-ci estime que des projets d’emprunts risquent de nuire à l’efficacité de la politique monétaire.

Wat betreft het derde lid: De wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium bepaalt in artikel 16 dat, op verzoek van de Nationale Bank van België, de minister van Financiën en de Bank overleg plegen iedere keer dat deze laatste van oordeel is dat nieuwe projecten inzake leningen afbreuk zouden kunnen doen aan de efficiëntie van het monetair beleid.

Les modalités de cette concertation sont arrêtées dans la convention du 5 février 1991 entre le ministre des Finances et la Banque nationale.

De modaliteiten van dit overleg zijn vastgelegd in de overeenkomst van 5 februari 1991 tussen de minister van Financiën en de Nationale Bank.

Ces dispositions, prises conformément aux directives en matière de réalisation de l’Union économique et monétaire européenne qui imposent une distinction bien nette entre la politique monétaire et de change et les opérations relatives à la dette publique, peuvent néanmoins constituer une entrave à la liberté d’action de la Trésorerie dans la gestion de son échéancier en devises.

Deze bepalingen, die zijn opgesteld overeenkomstig de richtlijnen in verband met de Europese economische en monetaire Unie, en die stellen dat er een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen het monetaire en het wisselbeleid en de verrichtingen kaderend in de overheidsschuld, kunnen niettemin een belemmering vormen voor de vrijheid van optreden van de Thesaurie bij het beheer van haar vervaldagenkalender in deviezen.

En recourant aux placements temporaires des produits d’emprunts en devises, le Trésor conserve une certaine autonomie de gestion de sa dette extérieure: ces opérations permettent d’éviter la conversion de devises étrangères en euros à un moment où la Banque Nationale jugerait une telle opération malvenue du point de vue de la politique monétaire.

Door haar toevlucht te nemen tot tijdelijke plaatsingen van de opbrengsten van leningen in deviezen, behoudt de Schatkist een zekere autonomie in het beheer van haar buitenlandse schuld: door deze verrichtingen vermijdt men dat vreemde munt moet worden omgezet in euro op een ogenblik dat de Nationale Bank van oordeel zou zijn dat zo’n operatie in monetair beleidsopzicht ongelegen komt.

En conséquence, la Trésorerie doit pouvoir gérer une trésorerie en devises indépendamment du financement de ses déficits de caisse ordinaires.

Het is dus duidelijk dat de Thesaurie een thesaurie in vreemde munt moet kunnen beheren onafhankelijk van de financiering van de gewone kastekorten.

En ce qui concerne l’alinéa 4:Il s’agit ici de permettre une très grande souplesse dans les potentialités de détention de titres résultant de ses opérations de placement dont question au § 3,1°, d) ou servant de garantie dans l’exécution de contrats de gestion tels que décrits au § 3, 1°, e).

Wat betreft het vierde lid: Het ligt hier in de bedoeling een zeer grote soepelheid te bieden bij de mogelijkheden tot bewaring van effecten als gevolg van de beleggingsverrichtingen bedoeld in § 3, 1°, d) of die als waarborg dienen voor de uitvoering van beheersverrichtingen bedoeld in § 3, 1°, e).

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

81

§ 5. DÉLÉGATIONS

§ 5. DELEGATIES

Le texte de l’article dont question ci-dessus ne prévoit que les seuls pouvoirs accordés au Roi ou au ministre des Finances par le Législateur.

De hierboven besproken tekst van het huidige artikel voorziet enkel in bevoegdheden toegekend door de wetgever aan de Koning of aan de minister van Financiën.

Toutefois, vu les délais très restreints dans lesquels les décisions doivent être prises pour permettre le respect des règles du marché, il s’indique également que les fonctionnaires généraux de l’administration générale de la Trésorerie et les membres du personnel de l’Agence de la dette que le ministre désigne pour la réalisation technique des opérations, puissent être habilités à fixer les conditions financières des divers emprunts, placements ou autres opérations de gestion de la dette de l’État fédéral.

Evenwel, gezien de zeer beperkende termijnen waarin de beslissingen genomen dienen te worden om de marktregels in acht te nemen, is het eveneens aangewezen dat de ambtenaren generaal van de algemene administratie van de Thesaurie en de leden van het personeel van het Agentschap van de schuld die de minister aanduidt voor de technische realisatie van de verrichtingen, bevoegd kunnen zijn om de financiële voorwaarden van diverse leningen, plaatsingen of andere beheersverrichtingen van de federale Staatsschuld vast te stellen.

Le présent paragraphe a dès lors pour objet de permettre au ministre des Finances de déléguer aux fonctionnaires généraux de l’administration générale de la Trésorerie et au personnel de l’Agence de la dette, par arrêté ministériel, à renouveler chaque année, les pouvoirs qui lui sont accordés par le présent article. Ces habilitations, dans le cas d’emprunts publics, ne peuvent être accordées que si l’arrêté royal fixant, produit par produit, le cadre des émissions a prévu la faculté de ces délégations pour assurer la sécurité juridique des opérations avec les investisseurs ou les intermédiaires professionnels.

De huidige paragraaf heeft bijgevolg tot doel aan de minister van Financiën toe te laten om aan de ambtenaren generaal van de algemene administratie van de Thesaurie en het personeel van het Agentschap van de schuld elk jaar bij ministerieel besluit de machtigingen die hem toegewezen worden bij het huidige artikel te hernieuwen. Deze bevoegdheden kunnen, in het geval van openbare leningen, enkel toegekend worden wanneer het koninklijk besluit dat product per product het kader van de emissies vaststelt, de mogelijkheid van deze delegatie voorzien heeft om de juridische veiligheid van de verrichtingen met de investeerders of de professionele tussen-personen te waarborgen.

Art. 30 (= art. 10 BVM 2010)

Art. 30 (= art. 10 MB 2010)

Les opérations de gestion visées par cet article sont essentiellement relatives aux placements de trésorerie en euros et en monnaies étrangères ainsi qu’aux instruments financiers dérivés. Recettes et dépenses en intérêt. (paragraphe 1 ) Dans le cadre d’une gestion financière active, destinée à alléger au maximum les charges de la dette de l’État, la Trésorerie est autorisée, conformément à l’article 8 du présent budget, à réaliser certaines opérations de placement temporaire de surplus de trésorerie en euros ou de produits d’emprunts en monnaies étrangères. Ces placements sont aussi rendus indispensables depuis la réforme du marché monétaire et des instruments de la politique monétaire en matière de gestion journalière de la trésorerie de l’État fédéral.

CHAMBRE


2010

De in dit artikel bedoelde beheersverrichtingen hebben in essentie betrekking op thesaurie-plaatsingen in euro en in vreemde munt, evenals op afgeleide financiële instrumenten. Interestontvangsten en –uitgaven. (paragraaf 1) In het kader van een actief financieel beheer dat erop gericht is de lasten van de Staatsschuld zoveel mogelijk te verlichten, is de Thesaurie, overeenkomstig artikel 8 van deze begroting, gemachtigd om thesaurieoverschotten of de opbrengsten van leningen, in euro of in vreemde munt, tijdelijk te plaatsen. Sinds de hervormingen van de geldmarkt en van de instrumenten van de monetaire politiek zijn deze plaatsingen absoluut noodzakelijk geworden voor het dagelijks thesauriebeheer van de federale Staat.

2011

KAMER

2e


82

DOC 53

0555/001

a) Depuis l’entrée en vigueur de cette réforme, le financement du Trésor est assuré, en ordre principal, par l’adjudication régulière d’obligations linéaires et de certificats de trésorerie dématérialisés. Dans ce système, les fonds récoltés lors d’une adjudication doivent couvrir les besoins de financement journalier du Trésor prévus au moins jusqu’à l’adjudication suivante. Dans l’attente de leur utilisation aux fins d’assurer la couverture du déficit journalier, les montants émis font l’objet de placements temporaires, lesquels s’inscrivent dans le cadre des opérations de gestion du Trésor. Dans le but de répercuter en termes budgétaires le coût réel net de ce moyen de financement, il y a lieu d’autoriser une compensation entre d’une part, les charges d’intérêt supplémentaires qui résultent de l’anticipation des émissions par rapport aux besoins journaliers du Trésor et d’autre part, les revenus attribués à l’État en raison des opérations de placement temporaire.

a) Vanaf het moment dat deze hervorming in voege trad, gebeurt de financiering van de Schatkist hoofdzakelijk door regelmatige aanbestedingen van gedematerialiseerde lineaire obligaties en schatkistcertificaten. In dit systeem moeten de fondsen die bij een aanbesteding vergaard worden de dagelijkse financieringsbehoeften van de Schatkist tot aan de volgende aanbesteding dekken. In afwachting dat men deze fondsen gebruikt om het dagelijks tekort te dekken, worden de uitgegeven bedragen tijdelijk geplaatst precies in het kader van de beheersverrichtingen van de Schatkist. Om de weerslag van de werkelijke nettokostprijs van dit financieringsmiddel in de begroting weer te geven, dient men toe te staan dat er een compensatie gebeurt tussen enerzijds de bijkomende interestlasten als gevolg van het feit dat de uitgiften vooraf gebeuren ten opzichte van de dagelijkse behoeften van de Schatkist, en anderzijds de inkomsten van de Staat uit de tijdelijke plaatsingen.

b) La gestion financière active destinée à réduire le coût de la dette de l’État implique que le Trésor puisse utiliser, le cas échéant, sa position privilégiée sur certains marchés pour réaliser des placements plus rémunérateurs. Ainsi, il s’avère nécessaire que le Trésor puisse compenser de manière générale, par les revenus de ses placements temporaires de produits d’emprunts à court terme ou à long terme en euros ou en monnaies étrangères, le coût annuel des charges d’emprunt.

b) Een actief financieel beheer dat de bedoeling heeft de kostprijs van de Staatsschuld te verminderen, veronderstelt dat de Thesaurie, in voorkomend geval, haar geprivilegieerde positie op bepaalde markten kan gebruiken om plaatsingen met een hogere opbrengst te verrichten. Vandaar dat het noodzakelijk is dat de Schatkist, meer in het algemeen, de jaarlijkse kostprijs van de leningslasten kan compenseren met de inkomsten uit tijdelijke plaatsingen van de opbrengst van leningen op korte of lange termijn in euro of in vreemde munt.

Les opérations de gestion financière couvrent également les opérations sur dérivés financiers. Ces opérations sont effectuées avec la régularité et la flexibilité requises par une gestion du Trésor efficiente en matière de couverture des divers risques financiers induits par les opérations initiatrices. Les revenus en intérêt dont le Trésor bénéficie suite à ces opérations sur dérivés financiers , de même que les dépenses d’intérêt qu’elles engendrent, doivent être intégrées dans le coût net global en intérêt des emprunts. Ce principe est conforme aux règles applicables aux données transmises dans le cadre de la procédure concernant les déficits excessifs ( cfr annexe V du règlement européen CE 2558/2001 ), en ce qui concerne les opérations de swaps et les forward rate agreements.

De financiële beheersverrichtingen omvatten tevens verrichtingen in afgeleide financiële instrumenten. Die verrichtingen worden gerealiseerd met de frequentie en flexibiliteit die vereist zijn voor een efficiënt beheer van de Schatkist, in zake de indekking van diverse financiële risico’s gegenereerd door de verrichtingen die aan de basis ervan liggen. De interestontvangsten die de Schatkist ingevolge deze verrichtingen in afgeleide financiële instrumenten geniet, evenals de interestuitgaven die ze meebrengen, moeten in de globale netto-interestkost van de leningen worden geïntegreerd. Dit beginsel is, voor wat betreft swapverrichtingen en forward rate agreements, in overeenstemming met de regelen toepasselijk op de gegevens die moeten worden meegedeeld in het kader van de procedure betreffende de buitensporige tekorten (zie bijlage V van de Europese verordening 2558/2001/EG).

Recettes et dépenses en capital. (paragraphes 2 et 3 )

Kapitaalontvangsten en –uitgaven. (paragrafen 2 en 3)

Ces recettes ou dépenses en capital sont constituées principalement de gains ou pertes de change afférents à des dérivés de couverture du risque de change attachés à la dette, parmi lesquels les currency swaps et

Deze ontvangsten of uitgaven van kapitaal bestaan in hoofdzaak uit wisselkoerswinsten of –verliezen betreffende afgeleide producten, hieronder begrepen currency swaps en aankoopverrichtingen op termijn van vreemde

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


DOC 53

0555/001

83

les achats de monnaies étrangères à terme. Pour ce type d’opérations, il est considéré que le coût global net de remboursement des emprunts englobe les flux en capital relatifs aux dérivés, pour autant que dérivés et emprunts sous-jacents viennent à échéance au cours de la même année budgétaire.

munt, afgesloten ter indekking van de wisselkoersrisico’s die op de schuld wegen. Voor dit type van verrichtingen wordt geoordeeld dat de globale netto-kost van de terugbetaling van de leningen tevens de kapitaalstromen betreffende de afgeleide financiële instrumenten omvat, voor zover de afgeleide instrumenten en de onderliggende leningen in de loop van hetzelfde begrotingsjaar vervallen.

Si l’instrument financier dérivé vient à l’échéance finale ou anticipée au cours d’une année budgétaire différente de celle de l’emprunt sous-jacent, les gains ou pertes de change enregistrées lors de l’échéance de ce dérivé sont portés distinctement au budget.

Indien het afgeleide financiële instrument een eind- of vervroegde vervaldag kent in een ander begrotingsjaar dan de onderliggende lening, worden de wisselkoerswinsten of -verliezen opgetekend bij de vervaldag van het afgeleide instrument afzonderlijk in de begroting opgenomen.

Il en va de même pour les primes versées lors de la vente ou de l’achat d’options.

Hetzelfde geldt voor de premies betaald naar aanleiding van de verkoop of de aankoop van opties.

Art. 34 à 39

Art. 34 tot 39

1. Portée des articles 34 à 39

1. Draagwijdte van de artikelen 34 tot 39

Les articles 34 à 39 reprennent les estimations initiales des recettes en matière d’impôts régionaux et des parties attribuées des impôts conjoint et partagés à transférer par le pouvoir fédéral aux communautés et aux régions pour l’année budgétaire 2011.

In de artikelen 34 tot 39 worden de initiële ramingen opgenomen van de opbrengsten van de gewestelijke belastingen en van de toegewezen gedeelten van de samengevoegde en gedeelde belastingen die de federale overheid voor het begrotingsjaar 2011 aan de gemeenschappen en de gewesten zal overdragen.

À l’exception des transferts visés à l’article 37, ces transferts sont réglés par la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions (en abrégé: loi spéciale de financement ou LSF), modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État et par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions.

Met uitzondering van de in artikel 9 bedoelde overdracht, worden de toewijzingen geregeld door de bijzondere wet van 16 januari 1989 met betrekking tot de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (afgekort: bijzondere financieringswet of BFW), zoals gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten.

Le transfert visé à l’article 38 du présent projet est réglé par la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises (en abrégé: loi spéciale institutions bruxelloises) modifiée dernièrement par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et aux communautés et par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions.

De overdracht, bedoeld in artikel 38 van voorliggend ontwerp, wordt geregeld door de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen (afgekort: bijzondere wet Brusselse instellingen), laatst gewijzigd door de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten.

CHAMBRE


2010

2011

KAMER

2e


84

DOC 53

0555/001

En exécution de l’article 53 de la loi spéciale de financement, l’article 34 détermine les impôts régionaux visés à l’article 3 de ladite loi spéciale, y compris les intérêts et amendes sur ces impôts régionaux visés à l’article 4, § 5 de cette même loi.

Artikel 34 bepaalt, in uitvoering van artikel 53 van de bijzondere financieringswet, de in artikel 3 van die bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen, met inbegrip van de in artikel 4, § 5 van dezelfde wet bedoelde interesten en boeten op deze gewestelijke belastingen.

En exécution des articles 53, 35octies et 65bis de la loi spéciale de financement et en exécution de l’article 46bis de la loi spéciale institutions bruxelloises, les articles 35 à 38 inclus déterminent les estimations initiales pour l’année budgétaire 2011 en matière de:

De artikelen 35 tot en met 38 bepalen, in uitvoering van de artikelen 53, 35octies en 65bis van de bijzondere financieringswet en van het artikel 46bis van de bijzondere wet Brusselse instellingen, de initiële ramingen voor het begrotingsjaar 2011 inzake:

1) l’article 35: les parties prélevées sur le produit de l’impôt des personnes physiques et de la TVA et attribuées aux communautés en vertu de l’article 37 de la loi spéciale de financement, ainsi que la dotation compensatoire de la redevance radio et télévision prélevée sur le produit de l’impôt des personnes physiques;

1) artikel 35: de in artikel 37 van de bijzondere financieringswet bedoelde toewijzingen aan de gemeenschappen van een gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting en van de btw en de dotatie ter compensatie van het kijken luistergeld die op de opbrengst van de personenbelasting wordt vooraf genomen;

2) l’article 36: les parties prélevées sur le produit de l’impôt des personnes physiques et attribuées aux régions en vertu de l’article 34 de la loi spéciale de financement, y compris l’intervention de solidarité nationale (article 48, LSF), ainsi que les moyens supplémentaires visés aux articles 35ter à 35septies relatifs aux compétences transférées aux régions depuis respectivement 1993 et 2002 et prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques;

2) artikel 36: de in artikel 34 van de bijzondere financieringswet bedoelde toewijzingen aan de gewesten van een gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting, met inbegrip van de nationale solidariteitstussenkomst (artikel 48, BFW), alsook de in de artikelen 35ter tot 35septies bedoelde bijkomende middelen die verband houden met de vanaf 1993 respectievelijk 2002 aan de gewesten overgedragen bevoegdheden en die op de opbrengst van de personenbelasting worden vooraf genomen;

3) l’article 37: les moyens visés à l’article 65bis de la loi spéciale de financement, qui seront prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques et attribués à la Commission communautaire flamande et à la Commission communautaire française à partir de 2002;

3) artikel 37: de in artikel 65bis van de bijzondere financieringswet bedoelde overdrachten die vanaf 2002 aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie worden toegekend en die op de opbrengst van de personenbelasting worden vooraf genomen;

4) l’article 38: les moyens visés à l’article 46bis de la loi spéciale institutions bruxelloises qui seront répartis à partir de 2002 entre les communes de la Région de Bruxelles-Capitale qui satisfont à certaines conditions en matière de composition du collège des bourgmestre et échevins ou en matière de présidence du centre public d’aide sociale; ces moyens seront également prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques.

4) artikel 38: de in artikel 46bis van de bijzondere wet Brusselse instellingen bedoelde overdracht die vanaf 2002 wordt verdeeld onder de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die aan bepaalde voorwaarden voldoen inzake samenstelling van het college van burgemeester en schepenen of inzake het voorzitterschap van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; deze overdracht wordt eveneens op de opbrengst van de personenbelasting vooraf genomen.

Pour l’année budgétaire 2011 le gouvernement démissionnaire procède à l’élaboration d’une Loi de Finances. La loi de Finances se compose de deux parties: la première partie contient les crédits (de dépenses) provisoires et la deuxième partie concerne les dispositions financières. Il s’agit des dispositions qui figurent normalement dans le budget des voies et moyens et qui, entre autre, accordent l’autorisation de percevoir des impôts, de souscrire des emprunts et de transférer les recettes qui sont attribuées dans le cadre du financement des communautés et régions. La

Voor het begrotingsjaar 2011 wordt door de ontslagnemende regering een Financiewet opgesteld. De Financiewet omvat twee delen: het eerste gedeelte betreft de voorlopige (uitgaven)kredieten en het tweede gedeelte bevat de financiële bepalingen. Het gaat om bepalingen die gewoonlijk voorkomen in de middelenbegroting en onder meer machtiging verlenen tot de inning van de belastingen, het aangaan van leningen en de overdracht van ontvangsten die zijn toegewezen voor de financiering van de gemeenschappen en de gewesten. Onderhavige toelichting heeft betrekking op

DOC 53

0555/001

85

présente justification concerne les transferts précités. Pour l’année budgétaire 2011 ces transferts sont entre autre fondés sur les prévisions macro économiques du budget économique du 15 septembre 2010.

laatstgenoemde overdrachten. Die overdrachten zijn voor het begrotingsjaar 2011 onder meer gesteund op de macro economische vooruitzichten van de economische begroting van 15 september 2010.

2. La composition des transferts prévus pour l’ année budgétaire 2011 en matière d’impôt conjoint et partagés

2. Samenstelling van de voor het begrotingsjaar 2011 voorziene overdrachten inzake samengevoegde en gedeelde belastingen

Pour une année budgétaire (t) les transferts initiaux correspondent à:

De initiële toewijzingen voor het begrotingsjaar (t) worden gevormd door:

— le solde probable du décompte de l’année budgétaire antérieure (t-1), — l’estimation initiale de l’année budgétaire (t).

— het vermoedelijk saldo van de afrekening van het begrotingsjaar (t-1), — de initiële raming van het begrotingsjaar (t).

Il est rappelé que le solde probable de l’année (t1) correspond à l’écart entre d’une part, l’estimation probable des moyens attribués de l’année (t-1) qui est effectuée lors de l’élaboration du budget de l’année suivante (t), concrètement l’élaboration de la Loi de Finances 2011 en octobre 2010 et d’autre part, l’estimation ajustée qui date du contrôle budgétaire de l’année (t-1) en question, concrètement le contrôle budgétaire qui a eu lieu en février / mars 20091.

Er weze aan herinnerd dat het vermoedelijk saldo van (t-1) gelijk is aan het verschil tussen enerzijds, de vermoedelijke raming van de toegewezen middelen van (t-1) die wordt opgesteld ter gelegenheid van de begrotingsopmaak van het volgende begrotingsjaar (t), in casu de opstelling van de Financiewet 2011 in oktober 2010 en anderzijds, de aangepaste raming van (t-1) die dateert van de begrotingscontrole van het betrokken begrotingsjaar (t-1), in casu de begrotingscontrole van februari / maart 20101.

3. Paramètres

3. Parameters

Eu égard de la composition des transferts de l’année budgétaire 2011, la présente justification reprend les valeurs de paramètres probables de l’année budgétaire 2010 et les valeurs de paramètres initiales de l’année budgétaire 2011.

Gelet op de samenstelling van de overdrachten van het begrotingsjaar 2011, worden voor het begrotingsjaar 2010 de vermoedelijke parameterwaarden opgenomen en, voor het begrotingsjaar 2011, de initiële parameterwaarden.

Les moyens prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques visés au point 1. “Portée des articles 34 à 39”, sub 2) à 5) sont adaptés annuellement au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation et à la croissance économique réelle de l’année budgétaire en question (exprimée en taux de croissance respectivement du revenu national brut (RNB) et du produit intérieur brut (PIB) à partir de l’année budgétaire 2006). La dotation attribuée aux communautés à partir de 2002 en compensation de la redevance radio et télévision sera indexée annuellement à partir de 2003.

De middelen die vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting, vermeld in punt 1. “Draagwijdte van de artikelen 34 tot 39” sub 2) tot 5), worden jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële economische groei van het betrokken begrotingsjaar (uitgedrukt in de groeivoet van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product met ingang van het begrotingsjaar 2006). De aan de gemeenschappen vanaf 2002 toegekende dotatie ter compensatie van het kijken luistergeld wordt vanaf 2003 jaarlijks geïndexeerd.

Les moyens en provenance des parties attribuées du produit de la TVA, visés également au point 1, “Portée des articles 5 à 9”, sub 2), sont adaptés annuellement au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation et seront liés à partir de 2007 à 91 % de la croissance réelle respectivement du revenu national

De middelen afkomstig uit de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de btw, eveneens bedoeld in punt 1. “Draagwijdte van de artikelen 5 tot 9” sub 2), worden jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en vanaf 2007 gekoppeld aan 91 % van de reële groei van

1

1

Loi du 19 mai 2010 ajustant le Budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 2010 (MB 08 juin 2010).

Wet van 19 mei 2010 houdende aanpassing van de Middelenbegroting voor het begrotingsjaar 2010 (BS 08 juni 2010).

86

DOC 53

0555/001

brut et du produit intérieur brut de l’année budgétaire en question.

het bruto nationaal inkomen respectievelijk van het bruto binnenlands product van het betrokken begrotingsjaar.

En attendant la fixation définitive du taux d’inflation et de la croissance réelle respectivement du RNB et du PIB de l’année budgétaire en question, les moyens attribués pour une année budgétaire (t) seront estimés sur la base du taux estimé de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation de l’année budgétaire (t) et/ou de la croissance réelle estimée respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut de l’année budgétaire (t) tel que prévus dans le budget économique visé à l’article 108, g) de la loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et diverses. Il s’agit du budget économique qui est à la base des budgets de recettes et de dépenses du pouvoir fédéral.

In afwachting van de definitieve vaststelling van het inflatiepercentage en de reële BNI groei respectievelijk BBP groei van het betrokken begrotingsjaar, worden de toegewezen middelen voor een begrotingsjaar (t) geraamd op basis van de geraamde procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen van het begrotingsjaar (t) en/of de geraamde reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product van het begrotingsjaar (t), zoals voorzien in de economische begroting, bedoeld in artikel 108, g), van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen. Het betreft de economische begroting die de basis vormt voor de ontvangsten- en uitgavenbegrotingen van de federale overheid.

Pour l’élaboration de la Loi de Finances 2011 l’autorité fédérale est partie du budget économique du 15 septembre 2010.

Voor de overdrachten voorzien in de Financiewet 2011 is de federale overheid uitgegaan van de economische begroting van 15 september 2010.

La présente estimation initiale des moyens attribués pour l’année budgétaire 2011 est donc basée sur les taux d’inflation et de croissance économique qui sont retenus au budget économique de septembre 2010 pour les années 2010 et 2011. Pour l’année budgétaire 2010, il s’agit des paramètres probables, qui sont d’ailleurs plus élevés que les valeurs ajustées qui avaient été appliquées au contrôle budgétaire de 2010 en février 2010, tant pour ce qui concerne le taux d’inflation que le taux de croissance réelle du PIB. Pour l’année budgétaire 2011, il s’agit des valeurs de paramètres initiales et la prévision actualisée en matière d’inflation est plus élevée tandis que pour la croissance économique la prévision reste inchangée.

Onderhavige initiële raming van de toegewezen middelen voor het begrotingsjaar 2011 is dus gesteund op de inflatie- en groeicijfers die voor de jaren 2010 en 2011 in die economische begroting van september 2010 worden weerhouden. Voor het begrotingsjaar 2010 zijn dat de vermoedelijke parameters, die hoger zijn dan de aangepaste waarden die in februari 2010 bij de begrotingscontrole nog werden gehanteerd, zowel wat de inflatie als de reële groeivoet van het BBP betreft. Voor het begrotingsjaar 2011 gaat het om de initiële parameterwaarden die enkel voor de inflatie hoger zijn dan verwacht in februari 2010; de vooruitzichten inzake BBP groeivoet bleven onveranderd.

La base de départ de l’estimation initiale de 2011 correspond à l’estimation probable des moyens attribués pour l’année budgétaire 2010. La base de départ de cette estimation probable est la fixation définitive des moyens attribués pour l’année budgétaire 2009 (telle que déterminée lors du contrôle budgétaire 2010).

De vertrekbasis voor de initiële raming 2011 is de vermoedelijk raming van de toegewezen middelen voor het begrotingsjaar 2010. De vertrekbasis voor die vermoedelijke raming is de definitieve vaststelling van de toegewezen middelen voor het begrotingsjaar 2009 (zoals bepaald bij de begrotingscontrole 2010).

Les versements initiaux que le pouvoir fédéral versera mensuellement aux communautés et aux régions en 2011 — après l’entrée en vigueur de la Loi de Finances pour l’année budgétaire 2011 — seront donc déterminés par ledit solde probable de l’année 2010 et l’estimation initiale de l’année budgétaire 2011.

De initiële doorstortingen die de federale overheid maandelijks aan de gemeenschappen en gewesten zal doorstorten — na de inwerkingtreding van de Financiewet voor het begrotingsjaar 2011 — zijn bijgevolg samengesteld uit voormeld vermoedelijk saldo van 2010 en de initiële raming van de toewijzingen van het begrotingsjaar 2011.

DOC 53

0555/001

87

TABLEAU 1

TABEL 1

Paramètres macro économiques appliqués dans les attributions 2010 – 2011

Macro-economische parameters toegepast in de toewijzingen 2010 – 2011

Paramètres pour l’année budgétaire

Taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation

Taux de croissance réelle du RNB / PIB à partir de 2006

— Parameters voor het begrotingsjaar

— Procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen

— (f) Reële groei van BNI / BBP vanaf 2006

2,70 % 1,00 % 0,00 % -0,05 %

1,20 % -1,70 % - 3,10 % - 3,00 %

1,50 % 1,60 % 2,10 %

0,40 % 1,40 % 1,80 %

1,6 % 1,70 % 2,00 %

1,90 % 1,70 % 1,70 %

2009 estimation intitiale / initiële raming (a) estimation ajustée (contrôle budgétaire) / aangepaste raming (begrotingscontrole) (b) estimation probable / vermoedelijke raming (c) réalisée / geraliseerd (d) 2010 estimation intitiale / initiële raming (c) estimation ajustée (contrôle budgétaire) / aangepaste raming (begrotingscontrole) (d) estimation probable / vermoedelijke raming (e) 2011 estimation indicative de septembre 2009 / indicatieve raming september 2009 (c) estimation indicative de février 2010 / indicatieve raming februari 2010 (d) estimation ajustée (contrôle budgétaire) / aangepaste raming (begrotingscontrole) (e)

(a) Budget économique du 12.09.2008 qui était à la base du budget fédéral initial de l’année 2009.

(a) Economische begroting van 12.09.2008 die als basis diende voor de initiële federale begroting 2009.

(b) Budget économique du 31.01.2009 qui était à la base du contrôle budgétaire 2009 du pouvoir fédéral.

(b) Economische begroting van 31.01.2009 die als basis diende voor de federale begrotingscontrole 2009.

(c) Budget économique du 31.01.2009 qui était à la base du budget fédéral initial de l’année 2010. (d) Budget économique du 12.02.2010 qui est à la base du contrôle budgétaire 2010 du pouvoir fédéral.

(c) Economische begroting van 11.09.2009 die als basis diende voor de initiële federale begroting 2010. (d) Economische begroting van 12.02.2010 die als basis dient voor de federale begrotingscontrole 2010.

(e) Budget économique du 15.09.2010 qui est à la base de la Loi de Finances 2011 du pouvoir fédéral. (f) L’accord conclu à la Conférence interministérielle des Finances et du Budget du 01.06.2005 et confirmé par le Comité de Concertation Gouvernement fédéral / Gouvernements des communautés et des régions du 08.06.2005.

(e) Economische begroting van 15.09.2010 die als basis dient voor de Financiewet 2011 van de federale overheid. (f) Akkoord bereikt op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 01.06.2005 en bekrachtigd op het Overlegcomité federale Regering / Regeringen van gemeenschappen en gewesten van 08.06.2005.

En ce qui concerne la détermination du taux de croissance réelle du revenu national brut, pour les années 2003 – 2004 ainsi que pour la période 1999 – 2002, la décision du Comité de Concertation Gouvernement fédéral / Gouvernements de communautés et de régions qui s’est réuni le 22 septembre 2003 a été exécutée (voir tableau 2)2.

Wat de bepaling van de reële groeivoet van het bruto nationaal inkomen betreft, voor de jaren 2003 – 2004 evenals voor de periode 1999 – 2002, werd de beslissing van het Overlegcomité federale Regering / Regeringen van gemeenschappen en gewesten van 22 september 2003 uitgevoerd (zie tabel 2)2.

2

2

Tout comme les estimations initiales, ajustées et probables en 2004 qui tenaient également compte de cette décision du Comité de Concertation.

Ook de initiële, de aangepaste en de vermoedelijke ramingen 2004 hielden met die beslissing van het Overlegcomité reeds rekening.

88

DOC 53

0555/001

Cette décision implique que les révisions après le mois de mars de l’année (t+1) de la croissance réelle du revenu national brut pour l’année (t) n’auront plus d’incidence sur le calcul des moyens pour les années postérieures à (t). Ceci permet d’éviter que des révisions, pour le passé, du paramètre de la croissance réelle, par l’Institut des Comptes Nationaux, n’aient d’influence sur les moyens transférés.

Die beslissing houdt in dat de herzieningen nà de maand maart van het jaar (t+1) van de reële groei van het bruto nationaal inkomen voor het jaar (t) geen impact meer hebben op de berekening van de toewijzingen voor de jaren nà het jaar (t). Zodoende wordt vermeden dat herzieningen voor het verleden van de parameter van de reële groei van het bruto nationaal inkomen, door het Instituut voor de Nationale Rekeningen, de overgedragen middelen nog beïnvloeden.

L’application de ladite décision du Comité de Concertation aux attributions de l’année 2003, signifie que le décompte définitif (en non révisable) des moyens attribués de l’année budgétaire 2003 — tel que retenu dans l’estimation ajustée de l’année 2004 après le contrôle budgétaire — a été fondé sur le taux de croissance réelle du RNB qui figure pour 2003 dans le budget économique du 20 février 2004, soit 1,20 %.

De toepassing van voormelde beslissing van het Overlegcomité op de toewijzingen van het jaar 2003 betekent dat de definitieve (en niet voor herziening vatbare) afrekening van de toegewezen middelen van het begrotingsjaar 2003 — zoals verwerkt in de aangepaste raming 2004 na begrotingscontrole — uitgaat van de reële BNI groei die voor 2003 werd weerhouden in de economische begroting van 20 februari 2004, hetzij 1,20 %.

L’application de cette décision aux attributions de l’année 2004 implique que le décompte définitif (en non révisable) des moyens attribués de l’année budgétaire 2004 partait du taux de croissance réelle du revenu national brut qui est retenu pour l’année 2004 dans le budget économique du 25 février 2005, soit 1,50 %.

De toepassing van die beslissing op de toewijzingen van het jaar 2004 impliceert dat de definitieve (en niet voor herziening vatbare) afrekening van de toegewezen middelen van het begrotingsjaar 2004 uitging van de reële BNI groei die voor 2004 werd weerhouden in de economische begroting van 25 februari 2005, hetzij 1,50 %.

Au sujet des taux de croissance du RNB pour les années antérieures, le Comité de Concertation a décidé le 22 septembre 2003 que pour les années budgétaires jusque 2002 incluse les taux de croissance réelle du revenu national brut, tels qu’ils étaient connus avant la publication des comptes nationaux 2002 vers la fin du mois de septembre 2003, sont considérés comme étant définitifs. Par conséquent, les taux de croissance suivants valent pour la période 1999 – 2002:

Voor wat de BNI groei van de voorgaande jaren betreft, besliste het Overlegcomité op 22 september 2003 dat voor de begrotingsjaren tot en met 2002 de reële groeivoeten van het bruto nationaal inkomen, zoals bekend vóór de publicatie van de nationale rekeningen 2002 eind september 2003, als definitief worden beschouwd. Voor de periode 1999 – 2002 gelden dus voortaan de groeivoeten opgenomen in onderstaande tabel:

TABLEAU 2

TABEL 2

Taux de croissance réelle du RNB 1999 – 2003

Reële groei van het BNI 1999 – 2003

Taux de croissance réelle du RNB Année bdugétaire — Begrotingsjaar

Reële groei van BNI (a) Comptes nationaux 2002 (mars – avril 2003) — Nationale rekeningen 2002 (maart – april 2003)

1999 2000 2001 2002

2,47 % 2,22 % 0,50 % 1,83 %

2003

Budget Économique 20.02.2004 Economische begroting 20.02.2004 1,20 %

DOC 53

0555/001

89

(a) In toepassing van de beslissing van het Overlegcomité federale Regering / Regeringen van gemeenschappen en gewesten van 22 september 2003.

(a) In toepassing van de beslissing van het Overlegcomité federale Regering / Regeringen van gemeenschappen en gewesten van 22 september 2003.

En application de la décision du Comité de Concertation Gouvernement fédéral / Gouvernements de communautés et de régions du 22 septembre 2003.

En application de la décision du Comité de Concertation Gouvernement fédéral / Gouvernements de communautés et de régions du 22 septembre 2003.

Les taux de croissance précités pour la période 1999 – 2001 ont été déterminés à base des comptes nationaux 2002 datant de mars – avril 20033 et — conformément à la décision du Comité de Concertation — ils resteront d’application dans la future fixation des moyens attribués, indépendamment d’éventuelles révisions qui pourraient découler des futures comptes nationaux.

Bovenstaande groeivoeten voor de periode 1999 – 2001 werden vastgesteld op basis van de nationale rekeningen 2002 van maart – april 20033 en worden, conform de beslissing van het Overlegcomité, in de toekomstige middelentoewijzing ongewijzigd aangehouden, ongeacht eventuele herzieningen in latere nationale rekeningen.

En absence d’un budget économique au printemps 2003, le taux de croissance de l’année 2002 provient de la première estimation des comptes nationaux 2002 tels que l’Institut des Comptes nationaux les a publiés fin mars 2003. Ceci est conforme à la décision du Comité de Concertation qui exclu toute révision intervenant après le mois de mars de l’année (t+1).

Het groeipercentage voor 2002 werd, in afwezigheid van een economische begroting in het voorjaar 2003, afgeleid uit de eerste raming van de nationale rekeningen 2002 zoals deze door het Instituut voor Nationale Rekeningen eind maart 2003 werden gepubliceerd. Dit is conform de beslissing van het Overlegcomité die herzieningen na de maand maart van het jaar (t+1) uitsluit.

Ces décisions du Comité de Concertation nécessitent une adaptation profonde de la Convention qui a été conclue en 1995 entre le pouvoir fédéral et les communautés et régions en matière de fixation du taux de la croissance économique réelle dans le cadre de l’exécution de la loi spéciale de financement4. Le projet de Convention adaptée a déjà fait l’objet d’une première concertation lors de Conférence interministérielle des Finances et du Budget du 13 février 2004. Entretemps, un accord est intervenu à la Conférence interministérielle du 1er juin 2005 au sujet du remplacement du RNB par le PIB à partir de l’année budgétaire 2006. Cet accord a été confirmé par le Comité de Concertation Gouvernement fédéral / Gouvernements de communautés et de régions qui s’est réuni le 8 juin 2005. Le texte adapté de la Convention qui prend en compte les décisions précitées ainsi que l’insertion du PIB a été approuvé à la Conférence interministérielle des Finances et du Budget du 25 octobre 2005 et a ensuite été confirmé par le Comité de Concertation du 26 octobre 2005.

De beslissingen van het Overlegcomité vereisen een grondige aanpassing van de Overeenkomst die in 1995 tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten werd afgesloten inzake de vaststelling van de reële economische groei in het kader van de uitvoering van de bijzondere financieringswet 4 . Het ontwerp van aangepaste Overeenkomst werd een eerste maal besproken op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 13 februari 2004. Intussen werd op de Interministeriële Conferentie van 1 juni 2005 een akkoord bereikt over de vervanging van het BNI door het BBP met ingang van het begrotingsjaar 2006. Dit akkoord werd bekrachtigd op het Overlegcomité federale Regering / Regeringen van gemeenschappen en gewesten van 8 juni 2005. De aangepaste tekst van de Overeenkomst, die rekening houdt met voormelde beslissingen alsook met de invoeging van BBP, werd op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 25 oktober 2005 goedgekeurd en vervolgens door het Overlegcomité van 26 oktober 2005 bekrachtigd.

3

3

4

Ces taux de croissance 1999–2001 ont également été publiés dans les Comptes Nationaux 2011 de septembre – octobre 2002. La Convention a été approuvée à la Conférence interministérielle des Finances et du Budget du 20 janvier 1995. Cette Convention a déjà fait l’objet d’une première adaptation en 1999 afin de prendre en compte le passage de la notion “produit national brut” à la nouvelle notion “revenu national brut”. Ce passage à la nouvelle notion découlait de l’introduction du nouveau “Système des Comptes nationaux” (SEC95) sur base desquels les comptes nationaux doivent obligatoirement être établis à partir d’avril 1999 conformément au règlement n° 2223/96 du Conseil du 25 juin 1996. Cette modification de la Convention a été approuvée à la Conférence interministérielle des Finances et du Budget du 5 octobre 1999.

4

Deze groeivoeten 1999–2001 werden ook reeds gepubliceerd in de Nationale Rekeningen 2001 van september – oktober 2002. De Overeenkomst werd goedgekeurd op de Interministeriële Conferentie van Financiën en Begroting van 20 januari 1995. Een eerste aanpassing van de Overeenkomst werd in 1999 doorgevoerd om rekening te houden met de overstap van de notie “bruto nationaal product” naar de nieuwe notie “bruto nationaal inkomen”. Deze overgang vloeide voort uit de invoeging van het nieuw Stelsel van Economische Rekeningen (ESR95) op basis waarvan de nationale rekeningen vanaf april 1999 verplicht dienen opgesteld te worden, overeenkomstig de Europese verordening nr. 2223/96 van de Raad van 25 juni 1996. Die aanpassing van de Overeenkomst werd goedgekeurd op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 5 oktober 1999.

90

DOC 53

En outre ce qui précède, on remarquera qu’en se fondant sur les taux de croissance économique réelle retenus dans le présent projet, les parties de l’impôt des personnes physiques qui sont attribuées aux communautés et régions pour l’année budgétaire 2005 (hors solde t-1) ont dû être recalculées sur la base d’une croissance réelle uniforme de 2 p.c. au cours des années budgétaires 1993 à 2005 incluse (filet de sécurité en matière de croissance économique minimale). En effet, la moyenne arithmétique de la croissance annuelle réelle du produit national brut — le revenu national brut à partir de 1999 — au cours de la période 1993 à 2004 incluse est inférieure aux minimum de 2 p.c. qui est prévu dans la loi spéciale.

Taux de croissance réelle du PNB/RNB (a) — Reële groei BNP/BNI (a) En % — In %

0555/001

Benevens wat voorafgaat, dient opgemerkt te worden dat de voor het begrotingsjaar 2005 aan de gemeenschappen en gewesten toegewezen gedeelten van de personenbelasting (excl. saldo t-1), krachtens de artikelen 33, § 2bis en 47, § 2bis van de bijzondere financieringswet, op basis van de weerhouden gegevens inzake reële economische groei, dienden herberekend te worden op basis van een uniforme reële groei van 2 pct. tijdens de begrotingsjaren 1993 – 2005 (vangnet minimale economische groei). Inderdaad, het rekenkundig gemiddelde van de jaarlijkse reële groei van het bruto nationaal product — vanaf 1999 het bruto nationaal inkomen — tijdens de periode 1993 tot en met 2004 is lager dan het in de bijzondere wet voorziene minimum van 2 pct. Moyenne arithmétique

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

— Rekenkundig gemiddelde -0,49

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

1,84 < 2,00

(a) 1993 – 1998: taux de croissance réelle du produit national brut, 1999 – 2004: taux de croissance réelle du revenu national brut.

(a) 1993 – 1998: reële groeivoet van het bruto nationaal product, 1999 – 2004: reële groeivoet van het bruto nationaal inkomen.

Les autres paramètres servant à déterminer soit le montant de la partie attribuée de l’impôt des personnes physiques et de la TVA, soit leur répartition entre les régions et les communautés, figurent ci-après:

De overige parameters die bepalend zijn voor, hetzij het bedrag van het toegewezen gedeelte van de personenbelasting en de BTW, hetzij de verdeling hiervan over de gewesten en de gemeenschappen, worden hierna hernomen:

DOC 53

0555/001

91

TABLEAU 3

TABEL 3

Autre paramètres appliqués dans les attributions 2010-2011

Overige parameters toegepast in de toewijzingen 2010-2011

(a) Recettes en matière d’impôt personnes physiques exercice d’imposition 2008 (art. 7, §2, LSF): situation au 30.06.2009 (après échéance du délai d’imposition visée à l’article 359, Code des Impôts sur le revenu 1992) - source: SPF Finances, Impôts et Recouvrement.

(a) Ontvangsten personenbelasting aanslagjaar 2008 (art. 7, § 2, BFW): toestand op 30.06.2009 (na het verstrijken van de in artikel 359, Wetboek der inkomstenbelastingen 1992 bedoelde aanslagtermijn) - bron: FOD Financiën, Belastingen en Invordering.

Année budgétaire Begrotingsjaar

Produit de l’ impôt des personnes physiques — Opbrengst personenbelasting Région flamande Vlaamse Gewest

2010

2011

estimation initiale des moyens attribués — initiële raming toegewezen middelen

estimation ajustée des moyens attribués — aangepaste raming toegewezen middelen

estimation probable des moyens attribués — vermoedelijke raming toegewezen middelen

actual. de l'estim. indicative des moyens attribués — geactual. indicatieve raming toegewezen middelen


Exercice d'imposition 2008 — Aanslagjaar (a) (EUR)





21 726 133 709,14

21 726 133 709,14

22 519 609 160,33

21 726 133 709,14

22 519 609 160,33

Région wallonne (hors Communauté germanophone) Waalse Gewest (excl. Duitstalige Gemeenschap)

9 505 934 683,13

9 505 934 683,13

9 958 323 529,85

9 505 934 683,13

9 958 323 529,85

Région de BruxellesCapitale Brussels Hoofdstedelijk Gewest

2 871 878 723,41

2 871 878 723,41

3 027 935 405,27

2 871 878 723,41

3 027 935 405,27

147 800 250,81

147 800 250,81

152 046 076,82

147 800 250,81

152 046 076,82

34 251 747 366,49

34 251 747 366,49

35 657 914 172,27

34 251 747 366,49

35 657 914 172,27

Situation au Toestand op 01.01.2008


Situation au Toestand op 01.01.2009 (f)


Situation au Toestand op 01.01.2009 (f)

Deutschsprachigen Gemeinschaft

Total Royaume Totaal Rijk

Population Bevolking: (b) Région flamande Vlaamse Gewest

6 161 600

6 161 600

6 211 065

6 161 600

6 211 065

Région wallonne (hors Communauté germanophone) Waalse Gewest (excl. Duitstalige Gemeenschap)

3 382 606

3 382 606

3 402 409

3 382 606

3 402 409

Région de BruxellesCapitale Brussels Hoofdstedelijk Gewest

1 048 491

1 048 491

1 069 326

1 048 491

1 069 326

74 169

74 169

74 556

74 169

74 556

10 666 866

10 666 866

10 757 356

10 666 866

10 757 356

Deutschsprachigen Gemeinschaft

Total Royaume Totaal Rijk

92

DOC 53


Produit de l’ impôt des personnes physiques — Opbrengst personenbelasting

Habitants de moins de 18 ans — (c) Inwoners jonger dan 18 jaar

Région de langue néerlandophone Nederlands taalgebied

2010

0555/001

2011











Situation au

Situation au

Situation au

Situation au

Situation au

Toestand op

Toestand op

Toestand op

Toestand op

Toestand op

30.06.2009

30.06.2009

30.06.2009

30.06.2010

30.06.2010

(observation du waarneming van 31.08.2009) 1° observ. intermédiaire 1° tussentijdse waarn. /



= 30.06.2009


1 223 187

1 224 610

1 225 947

1 224 610

1 227 346

Région de langue française Frans taalgebied

732 201

732 908

733 606

732 908

732 464

Région bilingue de Bruxelles-Capitale Tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad

238 085

238 532

238 989

238 532

244 602

2 193 473

2 196 050

2 198 542

2 196 050

2 204 412

15 374

15 413

15 436

15 413

15 246

Total (hors Communauté germanophone) Totaal (excl. Duitstalige Gemeenschap)

Comnunauté germanophone Duitstalige Gemeenschap

Nombre d'élèves — Aantal leerlingen (d) Communauté flamande Vlaamse Gemeenschap en % du total in % van totaal Communauté française Franse Gemeenschap en % du total in % van totaal Total (hors Communauté germanophone) Totaal (excl. Duitstalige Gemeenschap) -

Année scolaire — Schooljaar 2008 - 2009





818 478

818 478

813 045

818 478

813 045

56,860823%

56,860823%

56,697382%

56,860823%

56,697382%

620 963

620 963

620 963

620 963

620 963

43,139177%

43,139177%

43,302618%

43,139177%

43,302618%

1 439 441 100,000000%

1 439 441 100,000000%

1 434 008 100,000000%

1 439 441 100,000000%

1 434 008 100,000000%

DOC 53

0555/001

93


Produit de l’ impôt des personnes physiques — Opbrengst personenbelasting

2010

2011











Année scolaire — Schooljaar





2001-2002

2001-2002

2001-2002

2001-2002

2001-2002

Comnunauté germanophone Duitstalige Gemeenschap

10 815

10 815

10 815

10 815

10 815

en % du total des Communautés flamande et française pour l'année scolaire 2001-2002 in % van totaal Vlaamse en Franse Gemeenschap voor schooljaar 2001-2002: (e)

0,749%

0,749%

0,749%

0,749%

0,749%

(b) Population de la Belgique - source: INS – SPF Affaires économiques (Publication: Population totale au 01.01.2008) (c) Habitants de moins de 18 ans - source: Registre national, SPF Affaires intérieures (d) Nombre d’élèves - source: Rapport approuvé en Assemblée générale de la Cour des Comptes respectivement le 30 septembre 2009 et le 6 octobre 2010 (sauf en ce qui concerne la Communauté germanophone). (e) Nombre d’élèves en Communauté germanophone pour l’année scolaire 2001-2002, tel qu’ approuvé en Assemblé générale de la Cour des Comptes le 15 décembre 2004.

(b) Bevolking van België - bron: NIS – FOD Economische Zaken (Publicatie: Totale bevolking op 01.01.2008) (c) Inwoners jonger dan 18 jaar - bron: Rijksregister, FOD Binnenlandse Zaken (d) Aantal leerlingen - bron: Verslag goedgekeurd door de Algemene Vergadering van het Rekenhof op 30 september 2009 en 6 oktober 2010 (behalve wat de Duitstalige Gemeenschap betreft). (e) Aantal leerlingen in de Duitstalige Gemeenschap voor het schooljaar 2001-2002, zoals goedgekeurd door Algemene Vergadering van het Rekenhof op 15 december 2004.

94

DOC 53

0555/001

4. Impôts régionaux, y compris les intérêts et amendes

4. Gewestelijke belastingen met inbegrip van interesten en boeten

L’article 33 du présent projet détermine l’estimation initiale des impôts régionaux pour l’année budgétaire 2011, y compris les intérêts et amendes, perçus par le pouvoir fédéral et versés à chaque région en fonction des critères de localisation fixés dans la loi spéciale de financement.

Artikel 33 van onderhavig ontwerp geeft de initiële raming weer, voor het begrotingsjaar 2011, van de gewestelijke belastingen, met inbegrip van de interesten en de boeten, die door de federale overheid worden geïnd en aan elk gewest, in functie van de lokalisatiecriteria bepaald in de bijzondere financieringswet, worden doorgestort.

Le présent document reprend également les produits de recettes probables pour l’année budgétaire 2010.

In onderhavig document worden tevens de vermoedelijke opbrengsten voor het begrotingsjaar 2010 opgenomen.

À partir du 1er janvier 2002 le nombre d’impôts régionaux a été étendu sensiblement suite à réforme du système de financement par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions. Les impôts nouvellement régionalisés sont:

Met ingang van 1 januari 2002 werd het aantal belastingen dat tot de gewestelijke belastingen wordt gerekend, gevoelig uitgebreid ingevolge de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten. De nieuw geregionaliseerde belastingen zijn:

— les droits d’enregistrement sur la constitution d’une hypothèque sur un bien immeuble situé en Belgique; — les droits d’enregistrement sur les partages partiels ou totaux de biens immeubles situés en Belgique, les cessions à titre onéreux, entre copropriétaires, de parties indivises de tels biens, et les conversions prévues aux articles 745quater et 745quinquies du Code civil, même s’il n’y a pas indivision;

— het registratierecht op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed; — het registratierecht op de gedeeltelijke of gehele verdeling van in België gelegen onroerende goederen, de afstanden onder bezwarende titel, onder mede-eigenaars, van onverdeelde delen in soortgelijke goederen, en de omzettingen bedoeld in de artikelen 745quater en 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien er geen onverdeeldheid is; — het registratierecht op de schenkingen onder de levenden van roerende en onroerende -goederen; — de belasting op de in verkeerstelling; — het eurovignet; — het kijken luistergeld.

— les droits d’enregistrement sur les donations entre vifs de biens meubles ou immeubles; — la taxe de mise en circulation; — l’euro vignette; — la redevance radio et télévision. Les impôts régionaux dont jadis le produit n’était pas du tout transféré aux régions (notamment la taxe de circulation sur les véhicules automobiles) ou ne l’était que partiellement (les droits d’enregistrement sur les transmissions à titre onéreux de biens immeubles situés en Belgique: à 41,408 %) sont régionalisés intégralement à partir du 1er janvier 2002.

De gewestelijke belastingen waarvan de opbrengst voorheen niet (met name de verkeersbelasting) of slechts gedeeltelijk aan de gewesten werd doorgestort (registratierechten op overdracht ten bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen: à 41,408 %) worden vanaf 1 januari 2002 integraal geregionaliseerd.

La redevance radio et télévision est transformée d’impôt communautaire en impôt régional à partir de 2002.

Het kijken luistergeld werd vanaf 2002 omgevormd van een gemeenschapsbelasting tot een gewestelijke belasting.

À partir de l’année 2002 les régions sont compétentes pour modifier le taux d’imposition, la base d’imposable ainsi que les exonérations de tous les impôts régionaux, tant les nouveaux que les impôts existants. L’exercice de ces compétences est subordonné à la conclusion préalable d’un accord de coopération pour ce qui concerne les impôts régionaux qui peuvent induire un

De gewesten zijn vanaf 2002 bevoegd om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van de nieuwe gewestelijke belastingen alsook van de vóór 2002 bestaande gewestelijke belastingen te wijzigen. Voor bepaalde gewestelijke belastingen waarvoor een risico van fiscale migratie en de -lokalisatie kan bestaan, is de uitoefening van deze bevoegdheden afhankelijk van een voorafgaandelijk tussen de gewesten te sluiten

DOC 53

0555/001

95

risque de migration fiscale et de délocalisation5 . En ce qui concerne le précompte immobilier, la fixation du revenu cadastral fédéral reste de la compétence de l’autorité fédérale. Les écotaxes relèvent à nouveau de la compétence fédérale à partir de l’année 2002.

samenwerkingsakkoord5. Wat de onroerende voorheffing betreft, blijft de wijziging van het federaal kadastraal inkomen een federale bevoegdheid. De milieutaksen zijn vanaf 2002 opnieuw een federale bevoegdheid.

Les impôts régionaux sont transférés à chaque région sur base des critères de localisation qui sont déterminés à l’article 5, § 2 de la loi spéciale de financement.

De gewestelijke belastingen worden aan elk gewest overgedragen op basis van de in artikel 5, § 2 van de bijzondere financieringswet bepaalde lokalisatiecriteria.

Au tableau 4 figurent les prévisions probables pour l’année budgétaire 2010 en matière d’impôts régionaux ainsi que l’estimation initiale pour l’année budgétaire 2011. Les recettes totales tout comme la répartition régionale sont reprises à titre purement indicatif. Aussi longtemps que l’État assure le service de ces impôts, le produit réel est en effet versé à l’institution régionale compétente à la fin du mois qui suit le mois au cours duquel il a été perçu par le Ministère des Finances fédéral.

De vermoedelijke opbrengsten van de gewestelijke belastingen voor het begrotingsjaar 2010 alsook de initiële vooruitzichten voor het begrotingsjaar 2011 worden weergegeven in tabel 4. Zowel de totale opbrengsten als de regionale verdeling worden enkel ter indicatieve titel opgenomen. Zolang de Staat voor de dienst van deze belastingen zorgt, wordt de werkelijke opbrengst immers aan de bevoegde instelling van het gewest overgemaakt op het einde van de maand die volgt op de maand waarin ze door de Federale overheidsdienst Financiën worden geïnd.

Ce tableau 4 se limite cependant aux impôts régionaux dont le service est assuré par l’État. L’article 5, § 3 de la LSF stipule que, à moins que la région n’en dispose autrement, l’État assurera au moins jusqu’en 2003 inclus le service de l’impôt régional, gratuitement et dans le respect des règles de procédure qu’il fixe. Le gouvernement de la région concerné doit notifier cette décision au pouvoir fédéral au moins deux ans à l’avance. Les régions ne peuvent donc assurer ellesmêmes le service des impôts régionaux qu’à partir du 1er janvier 2004 au plus tôt.

Tabel 4 beperkt zich evenwel tot de gewestelijke belastingen waarvan de dienst door de Staat wordt verzorgd. In artikel artikel 5, § 3, BFW is voorzien dat, tenzij het gewest er anders over beslist, de Staat ten minste tot en met 2003 met inachtneming van de door hem vastgestelde procedureregels kosteloos zorgt voor de dienst van de gewestelijke belastingen. Deze beslissing dient twee jaar op voorhand door de betrokken gewestregering aan de federale regering genotificeerd te worden. De gewesten kunnen bijgevolg ten vroegste vanaf 1 januari 2004 zelf de dienst van de gewestelijke belastingen verzekeren.

Ledit préavis a été évoqué par la Région wallonne fin 2007 pour ce qui concerne le groupe d’impôts de divertissement (taxe sur les jeux et paris, taxe sur les appareils automatiques de divertissement et la taxe d’ouverture de débits de boissons fermentées) en vue d’en assurer le service d’impôt à partir de l’année 2009. La Région wallonne est revenue sur sa décision fin 2008 et la reprise du service a été remise à janvier 2010. À partir de l’année 2010 la Région wallonne a effectivement repris le service de ces impôts, par conséquent le produit des impôts visés ne figure plus encore au tableau 4.

Voormelde vooropzeg werd eind 2007 door het Waalse Gewest ingeroepen met het oog op het verzekeren van de dienst van de groep van de spelbelastingen (belasting op spelen en weddenschappen, belasting op automatische ontspanningstoestellen en de openingsbelasting op de slijterijen van gegiste dranken) vanaf 2009. Eind 2008 is het Waalse Gewest op deze beslissing teruggekomen en werd de overname van de dienst voorlopig uitgesteld tot januari 2010. Vanaf 2010 heeft het Waalse Gewest effectief de dienst overgenomen, bijgevolg wordt de opbrengst van voormelde belastingen in tabel 4 niet meer opgenomen.

Compte tenu des décisions prises dans le passé, deux exceptions prévalent: pour l’article 5, § 3, BFW reprise de service prévues:

Rekening houdend met de in het verleden genomen beslissingen, gelden op voormelde in artikel 5, § 3, BFW voorziene regeling van dienstovername twee uitzonderingen:

1) la redevance radio et télévision: les communautés ont décidé à partir de 1997 de percevoir elles-mêmes la redevance radio et télévision, qui était une taxe commu-

1) kijken luistergeld: de gemeenschappen beslisten om het kijken luistergeld — tot en met 2001 een gemeenschapsbelasting — vanaf 1997 zelf te innen. In

5

5

Un commentaire plus détaillé est repris dans l’annexe à l’Exposé général 2002.

Voor gedetailleerde toelichting, zie bijlage bij de Algemene Toelichting 2002.

96

DOC 53

0555/001

nautaire jusqu’en 2001 inclus. L’article 5, § 3 de la LSF stipule que, à moins que la région n’en dispose autrement, les communautés assurent gratuitement, dans le respect des règles de procédure fixées par l’État, le service de la redevance radio et télévision pour compte de et en concertation avec les régions.

artikel 5, § 3bis, BFW is voorzien dat, tenzij het gewest er anders over beslist, de gemeenschappen tot en met 31 december 2004, met inachtneming van de door de Staat vastgestelde procedureregels, zorgen voor de dienst van het kijken luistergeld voor rekening van en in overleg met de gewesten. Intussen werd de dienst van het kijken luistergeld op het gewestelijk niveau georganiseerd, hetzij rechtstreeks hetzij via uitbesteding, al naargelang het gewest.

2) le précompte immobilier localisé dans la Région flamande: la Région flamande a décidé dès l’exercice d’imposition 1999 d’assurer elle-même le service du précompte immobilier. En vertu de l’article 5, § 3 de la LSF, cette Région assure donc au moins jusqu’au 31 décembre 2003 inclus le service de cet impôt. La Région a continué à assurer le service du précompte immobilier en 2007, aucune modification a été annoncée pour l’année 20086.

2) onroerende voorheffing gelokaliseerd in het Vlaamse Gewest: het Vlaamse Gewest besliste om reeds vanaf het aanslagjaar 1999 zelf de dienst van de onroerende voorheffing te verzekeren. Krachtens artikel 5 , § 3, BFW staat het gewest dan ook ten minste tot en met 31 december 2003 in voor de dienst van deze belasting. Ook in 2007 organiseerde het Gewest verder de dienst van de onroerende voorheffing en voor 2008 werden er in deze geen wijzigingen aangekondigd6.

Aux tableaux 4 et 5 il est tenu compte dans l’estimation probable de l’année 2010 et l’estimation initiale de l’année 2011 du fait que le produit de la taxe de circulation complémentaire sur les véhicules équipés d’un dispositif au LPG n’est plus versés aux régions à partir du 1er janvier 2010. Jusqu’en 2009 incluse ce versement s’effectuait avec le produit de la taxe de circulation. Selon l’enquête qui a été effectuée en 2009 dans le cadre de la préparation de la reprise du service des impôts régionaux, telle que demandée par la Région flamande pour les impôts visés à l’article 3, 10° à 12° inclus, LSF, la taxe de circulation complémentaire ne fait pas partie des impôts régionaux visés à l’article 3, LSF. Cette problématique a été discutée au Comité de concertation du 3 mars 2010. Le Comité de concertation a chargé un groupe de travail interfédéral, composé des représentants des ministres des Finances du gouvernement fédéral et des gouvernements régionaux d’analyser la problématique tant sur le plan juridique que budgétaire.

In onderstaande tabellen 4 en 5 wordt in de vermoedelijke raming voor 2010 en de initiële raming voor 2011 rekening gehouden met het feit dat de opbrengst van de aanvullende verkeersbelasting op voertuigen met een LPG installatie vanaf 1 januari 2010 niet langer aan de gewesten wordt doorgestort. Tot en met 2009 gebeurde die doorstorting samen met de doorstorting van de opbrengst verkeersbelasting. Volgens het onderzoek dat in 2009 is verricht in het kader van de voorbereiding van de overname van de dienst van de gewestelijke belastingen, zoals die door het Vlaamse Gewest werd aangevraagd voor de in artikel 3, 10° tot en met 12°, BFW bedoelde belastingen, is de aanvullende verkeersbelasting een afzonderlijke belasting die geen deel uitmaakt van de gewestelijke belastingen zoals bedoeld in artikel 3, BFW. De problematiek werd besproken op het Overlegcomité van 3 maart 2010. Het Overlegcomité belaste een interfederale werkgroep, bestaande uit de vertegenwoordigers van de federale en gewestelijke ministers van Financiën, om de problematiek zowel op juridisch als op budgettair vlak te onderzoeken.

Dans les tableaux 4 et 5, il n’a pas été tenu compte de la décision du gouvernement flamand de reprendre le service des impôts pour le groupe des taxes de roulage (art. 3, 10° à 12° compris, BFW - la taxe de roulage, la taxe de mise en circulation et l’eurovignette) au 1er janvier 2011. Étant donné que certains doutes subsistent quant au respect du délai pour la reprise, la recette prévue pour 2011 est reprise dans les tableaux. Dans une phase budgétaire ultérieure, il y aura plus de clareté.

In de tabellen 4 en 5 wordt voorzichtigheidshalve nog geen rekening gehouden met de beslissing van de Vlaamse Regering om de dienst van de belasting voor de groep van de verkeersbelastingen (art. 3, 10° tot en met 12°, BFW: de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling en het eurovignet) met ingang van 1 januari 2011 over te nemen. Daar er nog twijfels bestaan over de haalbaarheid van dat overnametijdstip wordt de voor 2011 verwachte opbrengst nog in de tabellen hernomen. In een latere begrotingsfase zal hierover meer duidelijkheid heersen.

6

6

La rédaction du texte a été clôturé le 27 octobre 2010.

Redactie van de tekst afgesloten op 15 april 2010.

DOC 53

0555/001

97

TABLEAU 4

TABEL 4

Impôts régionaux – Estimation initiale 2011 (a) (b) (c) (d) (e) (f)

Gewestelijke belastingen – Initiële raming 2011 (a) (b) (c) (d) (e) (f)

(X 1.000 EUR)

(X 1.000 EUR)

2010 & 2011 impôts régionaux

article LSF

Produit total

Région flamande

Région wallonne (a)

Région de Bruxelles - Capitale

—

—

—

—

—

artikel BFW

Totale opbrengst

Vlaamse Gewest

Waalse Gewest

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

— gewestelijke belastingen

2010

2011

27 243

2011 29 046

2010 2 010

2011 0

2010 24 791

2011

Taxe sur les jeux et paris – Belasting op de spelen en weddenschappen (a)

54 044 100,0%

100,0%

50,4%

52,6%

3,7%

0,0%

45,9%

47,4%

Taxes sur les appareils automatiques de divertissement – Belasting op de automatische ontspanningstoestellen (a)

Art. 3, 2°

47 618

40 122

31 242

31 745

8 171

0

8 205

8 377

100,0%

100,0%

65,6%

79,1%

17,2%

0,0%

17,2%

20,9%

Taxe d’ouverture de débits de boissons fermentées – Openingsbelasting op de slijterijen van gegiste dranken(a)

Art. 3, 3°

0

0

0

0

0

0

0

0

-

-

-

-

-

-

-

-

Droits de succession et de mutation par décès – Successierecht en het recht van overgang bij overlijden

Art. 3, 4°

1 842 057

1 945 555

1 003 801

1 084 708

511 141

523 920

327 114

336 928

100,0%

100,0%

54,5%

55,8%

27,7%

26,9%

17,8%

17,3%

Précompte immobilier – Onroerende voorheffing

Art. 3, 5°

49 273

51 091

0

0

30 578

31 813

18 695

19 278

100,0%

100,0%

0,0%

0,0%

62,1%

62,3%

37,9%

37,7%

Droit d’enregistrement sur les transmissions à titre onéreux de biens immeubles – Registratierecht op de overdracht ten bezwarende titel van onroerende goederen

Art. 3, 6°

2 747 028

2 887 003

1 620 763

1 729 192

734 612

759 735

391 653

398 076

100,0%

100,0%

59,0%

59,9%

26,7%

26,3%

14,3%

13,8%

Droit d’enregistrement sur la constitution d’une hypothèque sur un bien immeuble situé en Belgique – Registratierecht op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed

Art. 3, 7°, a)

254 515

263 897

147 661

152 932

78 362

82 013

28 493

28 951

100,0%

100,0%

58,0%

58,0%

30,8%

31,1%

11,2%

11,0%

Droit d’enregistrement sur les partages partiels ou totaux de biens immeubles situés en Belgique, … – Registratierecht op de gedeeltelijke of gehele verdelingen van in België gelegen onroerende goederen, ...

Art. 3, 7°, b)

59 637

62 400

37 950

39 624

16 618

17 444

5 069

5 333

100,0%

100,0%

63,6%

63,5%

27,9%

28,0%

8,5%

8,5%

Droit d’enregistrement sur les donations entre vifs de biens meubles ou immeubles – Registratierecht op de schenkingen onder de levenden van roerende of onroerende goederen

Art. 3, 8°

321 059

326 886

210 934

213 993

64 178

65 319

45 946

47 573

100,0%

100,0%

65,7%

65,5%

20,0%

20,0%

14,3%

14,6%

Taxe de circulation – Verkeersbelasting (e)

Art. 3, 10°

1 442 026

1 489 953

910 519

940 181

401 527

416 252

129 979

133 519

100,0%

100,0%

63,1%

63,1%

27,8%

27,9%

9,0%

9,0%

Taxe de mise en circulation – Belasting op de inverkeerstelling

Art. 3, 11°

358 309

374 189

224 217

233 781

89 983

94 641

44 109

45 767

100,0%

100,0%

62,6%

62,5%

25,1%

25,3%

12,3%

12,2%

155 966

165 484

93 547

97 878

56 967

61 826

5 452

5 780

Art. 3, 12°

55 171

2010

Art. 3, 1°

26 125

Eurovignette – Eurovignet 100,0%

100,0%

60,0%

59,1%

36,5%

37,4%

3,5%

3,5%

7 331 531

7 661 751

4 307 878

4 553 080

1 994 147

2 052 965

1 029 506

1 055 707

100,0%

100,0%

58,8%

59,4%

27,2%

26,8%

14,0%

13,8%

Total - Totaal

98

DOC 53

(a) Le service de ces impôts a été repris par la Région wallonne à partir de janvier 2010 (art. 5, § 3, LSF). Impôts régionaux hors la redevance radio - télévision dont le service est assuré soit par les communautés (au plus tard jusqu’au 31.12.2004) soit par les régions (art. 5, §§ 3 en 3bis, LSF). (b) La Région flamande assure elle-même le service du précompte immobilier à partir de l’exercice d’imposition 1999. Les recettes résiduelles (ou remboursements) ne se rapportent dès lors qu’aux exercices d’imposition 1998 et antérieures. (c) Droits d’enregistrement sur les opérations visées à l’article 3, 7°, b) de la loi spéciale de financement. (d) À partir de l’année 2002 le tarif de la taxe d’ouverture a été réduit à zéro en Région flamande et en Région de Bruxelles-Capitale. En Région wallonne le tarif zéro est d’application à partir de l’année 2008. (e) Hors la taxe de circulation complémentaire sur les véhicules équipés d’un dispositif au LPG. (f) Comme il n’est pas certain que la date de reprise par la Région flamande du service des impôts régionaux visés à l’article 3, 10°, 11° et 12°, LSF, prévue au 1er janvier 2011, pourra être réalisée, le tableau ne tient pas encore compte de ce changement éventuel.

0555/001

(a) De dienst van deze belastingen werd vanaf januari 2010 door het Waalse Gewest overgenomen (art. 5, § 3, BFW). Gewestelijke belastingen exclusief het kijken luistergeld waarvan de dienst hetzij door de gemeenschappen (uiterlijk tot 31.12.2004) hetzij door de gewesten wordt verzorgd (art. 5, §§ 3 en 3bis, BFW). (b) Het Vlaamse Gewest staat met ingang van het aanslagjaar 1999 zelf in voor de dienst van de onroerende voorheffing. De residuele ontvangsten (of teruggaven) hebben dan ook enkel betrekking op de aanslagjaren 1998 en voorgaande. (c) Registratierecht op de verrichtingen bedoeld in artikel 3, 7°, b) van de bijzondere financieringswet. (d) Vanaf 2002 geldt in het Vlaamse Gewest en in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest het nultarief inzake openingsbelasting. In het Waalse Gewest wordt het nultarief toegepast vanaf 2008. (e) Exclusief de aanvullende verkeersbelasting op de voertuigen uitgerust met een LPG - installatie. (f) Er heerst nog onzekerheid over de haalbaarheid van de overnamedatum van de dienst van de in artikel 3, 10°, 11° en 12°, BFW bedoelde gewestelijke belastingen door het Vlaamse Gewest die voorzien is op 1 januari 2011; daarom wordt in deze tabel nog geen rekening gehouden met die mogelijke wijziging.

Au tableau 5 figure pour la période 2010 – 2011 respectivement une estimation probable et une estimation initiale des intérets et amendes fiscales sur les impôts régionaux visés à l’article 4, § 5 de la loi spéciale de financement L’attribution des intérêts et amendes est règlé par l’arrêté royal du 3 février 20027. Par analogie aux impôts régionaux, ces intérêts et amendes sont transférés aux régions sur base des critères de localisation qui sont déterminés à l’article 5, § 2 de la loi spéciale de financement.

In tabel 5 is voor de periode 2010 – 2011 de vermoedelijk respectievelijk de initiële raming opgenomen van de interesten en fiscale boeten op de gewestelijke belastingen zoals bedoeld in artikel 4, § 5 van de bijzondere financieringswet. De toewijzing hiervan werd geregeld bij koninklijk besluit van 3 februari 20027. Naar analogie met de gewestelijke belastingen, worden deze interesten en boeten aan de gewesten overgedragen op basis van de in artikel 5, § 2 van de bijzondere financieringswet vastgelegde lokalisatiecriteria.

7

7

Moniteur belge du 12 février 2002.

Belgisch Staatsblad van 12 februari 2002.

DOC 53

0555/001

99

TABLEAU 5

TABEL 5

Intérêts et amendes sur les impôts régionaux – Estimation initiale 2011 (a)(b)(c)(d)

Interesten en boeten op gewestelijke belastingen – Initiële raming 2011 – (a)(b)(c)(d)

(x 1.000 EUR)

(x 1.000 EUR)

(1.000 EUR) 2010 & 2011 intérêts et amendes - art. 4, § 5, BFW – interesten en boeten

Produit total Totale – opbrengst 2010

impôts régionaux visés à l’art. 3, 1° à 3°, 5° et 10° à 12°, LSF (a) (b) – gewestelijke belastingen bedoeld in art. 3, 1° tot 3°, 5° en 10° tot 12°, BFW intérêts – interesten

amendes – boeten

impôts régionaux visés à l'art. 3, 4°, 6° tot 8°, LSF – gewestelijke belastingen bedoeld in art. 3 4, 6° tot 8°, BFW intérêts – interesten

amendes – boeten

Total - Totaal

intérêts – interesten

amendes – boeten

Région flamande – Vlaamse Gewest

2011

2010

Région de Bruxelles Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Région wallonne – Waalse Gewest

2011

2010

2011

2010

2011

17 293

17 031

7 735

7 577

8 170

8 089

1 387

1 365

100,0%

100,0%

44,7%

44,5%

47,2%

47,5%

8,0%

8,0%

1 203

941

681

522

316

235

206

184

100,0%

100,0%

56,6%

55,5%

26,3%

25,0%

17,1%

19,5%

16 090

16 090

7 054

7 054

7 854

7 854

1 181

1 181

100,0%

100,0%

43,8%

43,8%

48,8%

48,8%

7,3%

7,3%

33 223

34 311

16 169

16 389

11 180

11 949

5 875

5 973

100,0%

100,0%

48,7%

47,8%

33,6%

34,8%

17,7%

17,4%

22 200

22 876

8 893

8 893

8 178

8 756

5 129

5 227

100,0%

100,0%

40,1%

38,9%

36,8%

38,3%

23,1%

22,8%

11 023

11 435

7 276

7 496

3 002

3 193

746

746

100,0%

100,0%

66,0%

65,6%

27,2%

27,9%

6,8%

6,5%

50 516

51 342

23 904

23 966

19 350

20 038

7 262

7 338

100,0%

100,0%

47,3%

46,7%

38,3%

39,0%

14,4%

14,3%

23 403

23 817

9 574

9 415

8 494

8 991

5 335

5 411

100,0%

100,0%

40,9%

39,5%

36,3%

37,8%

22,8%

22,7%

27 113

27 525

14 330

14 551

10 856

11 047

1 927

1 927

100,0%

100,0%

52,9%

52,9%

40,0%

40,1%

7,1%

7,0%

(a) Estimation des intérêts / amendes sur les impôts régionaux en Région flamande: compte tenu de la perception propre du précompte immobilier à partir de l’exercice d’imposition 1999. (b) Le service des impôts régionaux visés à article 3, 1° à 3°, LSF a été repris par la Région wallonne à partir de janvier 2010 (art. 5, § 3, LSF). (c) Hors les intérêts et amendes relatifs à la taxe de circulation complémentaire sur les véhicules équipés d’un dispositif au LPG. (d) Comme il n’est pas certain que la date de reprise par la Région flamande du service des impôts régionaux visés à l’article 3, 10°, 11° et 12°, LSF, prévue au 1er janvier 2011, pourra être réalisée, le tableau ne tient pas encore compte de ce changement éventuel.

(a) Raming van de interesten / boeten op de gewestelijke belastingen in het Vlaamse Gewest: rekening houdende met de eigen inning van de onroerende voorheffing vanaf aanslagjaar 1999. (b) De dienst van de in artikel 3, 1° tot 3°, BFW bedoelde gewestelijke belastingen werd vanaf januari 2010 door het Waalse Gewest overgenomen (art. 5, § 3, BFW). (c) Exclusief de interesten en boeten op de aanvullende verkeersbelasting op de voertuigen uitgerust met een LPG - installatie. (d) Er heerst nog onzekerheid over de haalbaarheid van de overnamedatum van de dienst van de in artikel 3, 10°, 11° en 12°, BFW bedoelde gewestelijke belastingen door het Vlaamse Gewest die voorzien is op 1 januari 2011; daarom wordt in deze tabel nog geen rekening gehouden met die mogelijke wijziging.

100

DOC 53

5. Impôts partagés - communautés Dans l’estimation des attributions en matière d’impôts partagés, il a été tenu compte des modifications apportées à la loi spéciale de financement par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions. Un commentaire détaillé de ces modifications figure dans les annexes à l’Exposé général 20028. Le présent document se limite aux lignes de force de la réforme.

0555/001

5. Gedeelde belastingen - gemeenschappen In de raming van de toewijzingen inzake gedeelde belastingen werd rekening gehouden met de wijzigingen die door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten aan de bijzondere financieringswet werden aangebracht met ingang van het begrotingsjaar 2002. Een gedetailleerde toelichting van de wijzigingen is opgenomen in de bijlagen bij de Algemene Toelichting 20028. Onderhavige tekst beperkt zicht tot de krachtlijnen van de hervorming.

L’article 34 du présent projet reprend:

Artikel 34 van onderhavig ontwerp herneemt:

— pour l’année budgétaire 2010: le solde probable du décompte des parts attribuées de produit d’impôts aux profit des communautés;

— voor begrotingsjaar 2010: het vermoedelijk saldo van de afrekening van de gedeelten van belastingopbrengsten die aan de gemeenschappen worden toegewezen;

— pour l’année budgétaire 2011: l’estimation initiale des parts attribuées de produit d’impôts au profit des communautés,

— voor het begrotingsjaar 2011: de initiële raming van de gedeelten van belastingopbrengsten die aan de gemeenschappen worden toegewezen,

soit:

hetzij:

1) les parties du produit de la TVA qui sont attribuées à la Communauté flamande et à la Communauté française;

1) de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de BTW toegekend aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap;

2) les parties du produit de l’impôt des personnes physiques qui sont attribuées à la Communauté flamande et à la Communauté française;

2) de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de personenbelasting toegekend aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap;

3) la dotation compensatoire de la redevance radio et télévision, qui est octroyée à toutes les communautés — cette dotation est prélevée sur le produit de l’impôt des personnes physiques.

3) de dotatie ter compensatie van het kijken luistergeld die wordt toegekend aan alle gemeenschappen — deze dotatie wordt vooraf genomen op de opbrengst van de personenbelasting.

Les principales modifications apportées au système de financement des communautés à partir de l’année budgétaire 2002 peuvent être résumées comme suit:

De belangrijkste wijzigingen die met ingang van het begrotingsjaar 2002 aan het financieringsstelsel van de gemeenschappen werden aangebracht, kunnen als volgt worden samengevat:

1) Le refinancement des communautés est réalisé par une augmentation progressive des parties attribuées du produit de la TVA à partir de l’année budgétaire 2002. À partir de l’année budgétaire 2002, les attributions sont augmentées de montants fixés de manière forfaitaire. À partir de l’année budgétaire 2007, une liaison annuelle à l’évolution du bien-être économique sera appliquée.

1) De herfinanciering van de gemeenschappen wordt gerealiseerd door een geleidelijke verhoging van de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de BTW met ingang van het begrotingsjaar 2002. De toewijzingen worden met ingang van het begrotingsjaar 2002 opgetrokken met forfaitair vastgestelde bedragen. Vanaf het begrotingsjaar 2007 wordt een jaarlijkse koppeling aan de evolutie van de economische welvaart doorgevoerd.

2) L’adaptation annuelle au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi que la correction au moyen du facteur de (dé)natalité restent d’application.

2) De jaarlijkse aanpassing aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en de (de)nataliteitcorrectie blijven van toepassing.

8

8

Voir DOC 50 1446/001, p. 368, Chambre des représentants de Belgique, 29 octobre 2001, séance 2000-2001.

Zie DOC 50 1446/001, blz. 368, Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers, 29 oktober 2001, zitting 2000-2001.

DOC 53

0555/001

101

3) Les moyens supplémentaires forfaitaires s’élèvent

3) De forfaitaire bijkomende middelen bedragen:

Année budgétaire

Begrotingsjaar

à:

2002: 2003: 2004: 2005: 2006: 2007 - 2011:

(EUR) 198.314.819,82 148.736.114,86 148.736.114,86 371.840.287,16 123.946.762,39

2002: 2003: 2004: 2005: 2006:

24.789.352,48

2007 - 2011:

(EUR) 198.314.819,82 148.736.114,86 148.736.114,86 371.840.287,16 123.946.762,39 24.789.352,48

Ces moyens supplémentaires sont cumulés chaque année, indexés et multipliés par le facteur de (dé)natalité, sauf pour l’année de leur attribution. Le montant des moyens supplémentaires n’est pas adapté au facteur de (dé)natalité pour l’année de leur attribution.

Die bijkomende middelen worden jaarlijks gecumuleerd, mede geïndexeerd en onderworpen aan de (de) nataliteitcorrectie vanaf het begrotingsjaar volgend op de toekenning. Het bedrag van de bijkomende middelen is dus niet onderhevig aan de (de)nataliteitcorrectie voor het jaar waarin het wordt toegekend.

À partir de l’année budgétaire 2007, les moyens prélevés sur le produit de la TVA sont adaptés, outre l’indice, à 91 % de la croissance réelle du produit intérieur brut (PIB en remplacement du RNB à partir de l’année budgétaire 2006).

Met ingang van het begrotingsjaar 2007 worden de middelen die op de btw opbrengst worden vooraf genomen, bovenop de indexering, jaarlijks aangepast aan 91 % van de reële groei van het bruto binnenlands product (BBP ter vervanging van het BNI met ingang van het begrotingsjaar 2006).

Les moyens supplémentaires issus des augmentations forfaitaires et, à partir de 2007, ceux issus également de la liaison à la croissance économique, sont répartis proportionnellement entre la Communauté flamande et la Communauté française sur la base de la clé de répartition de l’impôt des personnes physiques, à savoir les recettes de l’impôt des personnes physiques localisées dans chaque communauté9. À partir de l’année budgétaire 2012, cette clé de répartition de l’impôt des personnes physiques sera appliquée à la totalité des moyens supplémentaires. Dans la période intermédiaire 2002-2011, un système de transition sera appliqué, où la clé de répartition de la TVA perdra progressivement de son importance. Cette clé de répartition de la TVA correspond à la répartition en fonction du nombre d’élèves de chaque communauté, fixé conformément aux critères visés à l’article 39, § 2 de la loi spéciale de financement.

De bijkomende middelen voorspruitend uit de forfaitaire verhogingen en vanaf 2007 tevens uit de koppeling aan de economische groei worden tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap geleidelijk aan verdeeld op basis van de sleutel personenbelasting, d.i. volgens de in elke gemeenschap gelokaliseerde opbrengst van de personenbelasting9. Met ingang van het begrotingsjaar 2012 wordt de sleutel personenbelasting op de totaliteit van de bijkomende middelen toegepast. In de tussenperiode 2002-2011 wordt een overgangsstelsel toegepast waarbij de btw sleutel geleidelijk in belang afneemt. De btw sleutel stemt overeen met de verdeling volgens het aantal leerlingen in elke gemeenschap dat wordt vastgesteld overeenkomstig de criteria bedoeld in artikel 39, § 2 van de bijzondere financieringswet.

9

9

Recettes de l’IPP localisées dans chaque Communauté selon la définition reprise à l’article 44 de la loi spéciale de financement.

Per Gemeenschap gelokaliseerde personenbelasting bepaald overeenkomstig artikel 44 van de bijzondere financieringswet.

102

DOC 53

Année budgétaire — Begrotingsjaar

2002: 2003: 2004: 2005: 2006: 2007: 2008: 2009: 2010: 2011: 20012 en suivants

Part des moyens supplémentaires répartie selon la clé IPP — ( %) Deel van bijkomende middelen verdeeld volgens verdeelsleutel PB 35 40 45 50 55 60 65 70 80 90 100

0555/001

Part des moyens supplémentaires Répartie selon la clé TVA — ( %) Deel van bijkomende middelen verdeeld volgens verdeelsleutel btw 65 60 55 50 45 40 35 30 20 10 0

4) À partir de l’année budgétaire 2002, il sera attribué annuellement aux communautés une dotation pour compenser la perte de revenu due à la régionalisation de la redevance radio et télévision. La transformation de la redevance radio et télévision d’un impôt communautaire en un impôt régional reste donc pour les communautés une opération neutre du point de vue budgétaire. À partir de l’année budgétaire 2003 le montant de base de la dotation sera adaptée chaque année au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation.

4) Met ingang van het begrotingsjaar 2002 wordt aan de gemeenschappen jaarlijks een federale dotatie toegekend ter compensatie van het inkomstenverlies dat voorspruit uit de regionalisering van het kijken luistergeld. Zodoende blijft de omvorming van het kijken luistergeld van gemeenschapsbelasting tot gewestelijke belasting budgettair neutraal voor de gemeenschappen. Vanaf begrotingsjaar 2003 wordt het basisbedrag van de dotatie jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen.

5) En attendant la fixation définitive du taux d’inflation et de la croissance réelle du revenu national brut pour une année budgétaire donnée, il sera tenu compte (d’un revenu national brut pour 2006), à partir du 1er janvier 2002, dans l’estimation des attributions, des estimations pour l’année budgétaire concernée retenues au budget économique établi en vue de la confection du budget fédéral.

5) In afwachting van de definitieve vaststelling van het inflatiepercentage en de reële groei van het bruto binnenlands product (van het bruto nationaal inkomen vóór 2006) voor een gegeven begrotingsjaar, wordt met ingang van 1 januari 2002, in de raming van de toewijzingen, rekening gehouden met de ramingen die voor het betrokken begrotingsjaar worden voorzien in de economische begroting die wordt opgesteld met het oog op de opmaak van de federale begroting.

5.1. Partie du produit de la TVA attribuée aux communautés

5.1. Aan de gemeenschappen toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw

La loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions modifie en profondeur sur ce point la loi spéciale de financement à partir de l’année budgétaire. Les moyens supplémentaires pour le refinancement des communautés sont en effet prélevés dorénavant sur le produit de la TVA. Un commentaire détaillé de ces modifications figure dans l’Exposé général 2002. Le présent document se limite à leur impact sur l’année budgétaire 2010.

De bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten heeft de bijzondere financieringswet op dit punt met ingang van het begrotingsjaar 2002 ingrijpend gewijzigd. De bijkomende middelen ter herfinanciering van de gemeenschappen worden immers op de opbrengst van de btw vooraf genomen. Een gedetailleerde toelichting van de wijzigingen is opgenomen in de bijlagen bij de Algemene Toelichting. Onderhavige tekst beperkt zich tot de impact op het begrotingsjaar 2010.

DOC 53

0555/001

103

Les articles 38 à 41 de la loi spéciale de financement déterminent la fixation de la partie du produit de la TVA attribuée à la Communauté flamande et à la Communauté française.

De vaststelling van het aan de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap toegewezen gedeelte van de opbrengst van de btw wordt geregeld door de artikelen 38 tot 41 van de bijzondere financieringswet.

Les montants de base fixés par communauté, tels qu’ils sont visés à l’article 38, § 1er de la loi spéciale de financement, sont adaptés chaque année au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation et multipliés par le facteur de (dé)natalité.

De per gemeenschap vastgestelde basisbedragen, bedoeld in artikel 38, § 1 van de bijzondere financieringswet, worden jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en onderworpen aan een (de) nataliteitcorrectie.

Les montants indexés sont multipliés chaque année par le facteur d’adaptation visé à l’article 38, § 4 de la loi spéciale de financement. Le facteur d’adaptation correspond à la valeur maximale du facteur de (dé)natalité calculé pour chacune des communautés Ce facteur reflète (à 80 %) l’évolution du nombre d’habitants âgés de moins de 18 ans, mesurée sur la base de l’évolution entre la situation au 30 juin de l’année (t-1) précédant l’année budgétaire (t) et la situation au 30 juin de l’année de référence 1988. La valeur la plus élevée étant retenue, c’est le taux de dénatalité le plus faible ou le taux de natalité le plus élevé qui est déterminant pour les attributions totales à prélever sur le produit de la TVA.

De geïndexeerde bedragen worden jaarlijks vermenigvuldigd met de aanpassingsfactor, bedoeld in artikel 38, § 4 van de bijzondere financieringswet. De aanpassingsfactor stemt overeen met het maximum van de in elke gemeenschap berekende (de)nataliteitfactor. Die factor weerspiegelt (a rato van 80 %) de evolutie van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar, die gemeten wordt op grond van de evolutie tussen de toestand op 30 juni van het jaar (t-1) voorafgaand aan het begrotingsjaar (t) en de toestand op 30 juni van het referentiejaar 1988. Door de maximumwaarde te weerhouden, is de zwakste denataliteit of de sterkste nataliteit bepalend voor de totale toewijzingen die op de btw opbrengst worden vooraf genomen.

En 2000 un règlement a été élaboré pour mesurer annuellement le nombre d’habitants de moins de 18 ans en fonction de la situation au 30 juin de l’année précédant l’année budgétaire10. Dans ce règlement il est tenu compte de l’augmentation progressive par étapes du nombre d’habitants à un moment déterminé ainsi que du calendrier des estimations budgétaires et de la détermination des moyens définitifs pour une année budgétaire donnée. Les lignes de force de cette nouvelle règle peuvent être résumées comme suit:

Voor de jaarlijkse meting van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar, volgens de toestand op 30 juni van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, werd in 2000 een regeling uitgewerkt10 die rekening houdt met de gefaseerde geleidelijke opbouw van desbetreffend inwonersaantal op een bepaald tijdstip en met het tijdsschema voor de begrotingsramingen en voor de definitieve middelenvaststelling met betrekking tot een gegeven begrotingsjaar. De krachtlijnen van die nieuwe regeling kunnen als volgt worden samengevat:

— le point de départ est le principe de cohérence et de comparabilité des statistiques entre d’une part le moment de référence, à savoir la situation au 30 juin 1988 et d’autre part la situation à mesurer annuellement au 30 juin de l’année (t-1) précédant l’année budgétaire (t).

— het uitgangspunt is het principe van coherentie en vergelijkbaarheid van de statistieken tussen enerzijds het referentietijdstip, zijnde de toestand op 30 juni 1988, en anderzijds de jaarlijks te meten toestand op 30 juni van het jaar (t-1) voorafgaand aan het begrotingsjaar (t).

— pour l’année de base 1988, à savoir la situation au 30 juin 1988, les chiffres observés en juin 1990 ont été retenus (observation en phase maximale)(voir tableau ci-dessous);

— voor het basisjaar 1988, met name de toestand op 30 juni 1988, wordt de waarneming van juni 1990 weerhouden (waarneming in de maximumfase) (zie onderstaande tabel).

— pour mesurer la situation au 30 juin (t-1), qui est déterminante pour la fixation des attributions pour l’année budgétaire (t), les observations suivantes ont été retenues:

— voor de meting van de toestand op 30 juni (t-1), die bepalend is voor de vaststelling van de toewijzingen voor begrotingsjaar (t), worden de volgende waarnemingen weerhouden:

10

10

Ce nouveau règlement a été élaboré en concertation avec les communautés lors de la préparation du budget initial de l’année 2000 et a ensuite été approuvé à la Conférence interministérielle Finances Budget du 5 octobre 1999.

De nieuwe regeling werd uitgewerkt in overleg met de Gemeenschappen naar aanleiding van de intitiële begrotingsopstelling 2000. Zij werd goedgekeurd ter gelegenheid van de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 5 oktober 1999.

104

DOC 53

0555/001

estimation initiale: observation 31 août (t-1) estimation ajustée contrôle budgétaire: observation 1er février (t) fixation définitive et décompte: observation 1er février (t+1) (observation en phase maximale)

initiële raming: waarneming 31 augustus (t-1) aangepaste raming begrotingscontrole: waarneming 1 februari (t) definitieve vaststelling en afrekening: waarneming 1 februari (t+1) (= waarneming in de maximumfase)

L’estimation probable des attributions de l’année budgétaire 2010 et l’estimation initiale des attributions de l’année budgétaire 2011 sont basées sur les observations réalisées fin août 2010 en ce qui concerne respectivement la situation du nombre d’habitants âgés de moins de 18 ans au 30 juin 2009 et au 30 juin 2010. Ces données figurent dans le tableau ci-dessous. Pour l’année budgétaire 2010 il s’agit de l’avant - dernière observation. Pour l’année budgétaire 2011 il s’agit de la première observation intermédiaire dans une série de quatre au total dont la dernière représentera l’observation définitive qui sera opérée en février 2012.

Voor de vermoedelijke raming van de toewijzingen van het begrotingsjaar 2010 en de initiële raming van het begrotingsjaar 2011 wordt bijgevolg uitgegaan van de waarnemingen die eind augustus 2010 werden uitgevoerd van de toestand van het aantal -18 jarigen op 30 juni 2009 respectievelijk op 30 juni 2010. Deze gegevens worden in onderstaande tabel weergegeven. Voor het begrotingsjaar 2010 betreft het de voorlaatste waarneming. Voor het begrotingsjaar 2011 betreft het de eerste tussentijdse waarneming in een reeks van vier waarvan de laatste en definitieve waarneming zal doorgaan in februari 2012.

TABLEAU 6

TABEL 6

Nombre d’habitants âgés de moins de 18 ans pour les années budgétaires 2010 et 2011

Aantal inwoners jonger dan 18 jaar voor de begrotingsjaren 2010 en 2011

Nombre d’habitant âgés de moins de 18 ans - Aantal inwoners jonger dan 18 jaar

Art. 38, § 4 BFW - LSF

Communauté flamande Vlaamse Gemeenschap: Communauté française Franse Gemeenschap - : Total - Totaal :

Estimation indicative actual. des moyens attribués de l'année 2011 situation au 30.06.2010 = 30.06.2009 (observation 1er février 2010) — Geactual. indicatieve raming toegewezen middelen 2011 toestand 30.06.2010 = 30.06.2009 (waarneming 1 februari 2010)

Estimation initiale des moyens attribués de l'année 2010 situation au 30.06.2009 (observation 31 août 2009) — Initiële raming toegewezen middelen 2010 toestand 30.06.2009 (waarneming 31 augustus 2009)

Estimation ajustée des moyens attribués de l'année 2010 situation au 30.06.2009 (observation 1er février 2010) — Aangepaste raming toegewezen middelen 2010 toestand 30.06.2009 (waarneming 1 februari 2010)

Estimation probable des moyens attribués de l'année 2010 situation au 30.06.2009 (observation 31 août 2010) — Vermoedelijke raming toegewezen middelen 2010 toestand 30.06.2009 (waarneming 31 augustus 2010)

1 309 156

1 270 804

1 272 316

1 273 745

1 272 316

1 276 266

890 945

922 669

923 734

924 797

923 734

928 146

2 200 101

2 193 473

2 196 050

2 198 542

2 196 050

2 204 412

-

102,848571%

102,944164%

103,039667%

102,944164%

103,340327%

Année de base 1988 situation au 30.06.1988 (observation juin 1990) — Basisjaar 1988 toestand 30.06.1988 (waarneming juni 1990)

Estimation initiale des moyens attribués de l'année 2011 situation au 30.06.2010 (observation 31 août 2010) — Initiële raming toegewezen middelen 2011 toestand 30.06.2010 (waarneming 31 augustus 2010)

Facteur d'adaptation – Aanpassingsfactor : art. 38, § 4 (max. 2 communautés gemeenschappen)

Source: SPF Affaires intérieures - Registre national Bron: FOD Binnenlandse Zaken - Rijksregister.

DOC 53

0555/001

105

Le facteur d’adaptation visé à l’article 38, § 4 de la loi spéciale de financement correspond à la valeur maximale du facteur fixé pour les deux communautés. La fixation se déroule comme suit:

De in artikel 38, § 4 van de bijzondere financieringswet bedoelde aanpassingsfactor stemt overeen met het maximum van de voor twee gemeenschappen bepaalde factor. De vaststelling verloopt als volgt:

TABLEAU 7

TABEL 7

Calcul de facteur de (dé)natalité pour les années budgétaires 2010 et 2011

Berekening (de)nataliteitfactor voor de begrotingsjaren 2010 en 2011

Calcul du facteur de (dé)natalité – Berekening (de)nataliteitsfactor Année budgétaire - (a) Begrotingsjaar Communauté flamande – Vlaamse Gemeenschap: facteur d' adaptation – aanpassingsfactor Communauté française – Franse Gemeenschap: facteur d' adaptation – aanpassingsfactor

2010

2011

initieel / initial

aangepast / ajusté

vermoedelijk / ajusté

geactual. indicatief / indicatif actual.

1 270 804 + (38 352 x 20%) 1 309 156

1 272 316 + (36 840 x 20%) 1 309 156

1 273 745 + (35 411 x 20%) 1 309 156

1 272 316 + (36 840 x 20%) 1 309 156

97,656383%

922 669 - (31 724 x 20%) 890 945

102,848571%

97,748803%

923 734 - (32 789 x 20%) 890 945

102,944164%

97,836090%

924 797 - (33 852 x 20%) 890 945

103,039667%

97,748803%

923 734 - (32 789 x 20%) 890 945

102,944164%

initieel / initial 1 276 266 + (32 890 x 20%) 1 309 156

97,990180%

928 146 - (37 201 x 20%) 890 945

103,340327%

(a) Calcul du facteur d'adaptation sur base de montants non-arrondis – Berekening aanpassingsfactor op basis van niet-afgeronde bedragen

Le facteur d’adaptation ou de (dé)natalité (maximale) est de nouveau supérieure à l’unité. La tendance positive de la natalité qui, depuis l’entrée en vigueur de la loi spéciale de financement (1989), était constatée une première fois pour l’année budgétaire 2001 est donc poursuivi. Le nombre d’habitants âgés de moins de 18 ans dans la Communauté française (évolution à 80 %), constaté sur base de la situation au 30 juin 2009 et au 30 juin 2010, a donc augmenté par rapport à l’année de référence 1988 et son niveau est supérieure respectivement de 3,04 % (chiffre probable) et 3,34 % (chiffre encore très provisoire) à l’année de référence 1988.

Met een (maximale) aanpassing- of (de)nataliteitfactor hoger dan de éénheid zet de positieve nataliteitevolutie, die sinds de inwerkingtreding van de bijzondere financieringswet (1989) een eerste maal werd vastgesteld voor het begrotingsjaar 2001, zich verder door. Dit impliceert dat ten opzichte van het referentiejaar 1988 het aantal inwoners jonger dan 18 jaar in de Franse Gemeenschap (evolutie à 80 %), gemeten volgens de toestand op 30 juni 2009 respectievelijk 30 juni 2010, dus is toegenomen en respectievelijk 3,04 % (vermoedelijk cijfer) en 3,34 % (nog zeer voorlopig cijfer) hoger ligt dan in het referentiejaar 1988.

Après indexation et multiplication par le facteur d’adaptation précité, les montants obtenus pour chacune des communautés sont additionnés chaque année.

Na indexering en vermenigvuldiging met voormelde aanpassingsfactor worden de per gemeenschap bekomen bedragen jaarlijks opgeteld.

106

DOC 53

0555/001

La clé de répartition appliquée à l’ensemble de ces attributions a été adaptée dès l’année 2000 à la répartition du nombre d’élèves sur la base de critères objectifs fixés par la loi11. Ces critères ont été fixés par la loi du 23 mai 200012 13. Ils peuvent être résumés comme suit:

De verdeelsleutel die op de totale toewijzing wordt toegepast, werd met ingang van het begrotingsjaar 2000 aangepast aan de verdeling van het aantal leerlingen aan de hand van bij wet vastgestelde objectieve criteria11. Bedoelde criteria werden bepaald in de wet van 23 mei 200012 13. Zij kunnen als volgt worden samengevat:

— le nombre des écoliers soumis à l’obligation scolaire (de 6 à 17 ans) régulièrement inscrits dans l’enseignement primaire et secondaire, y compris l’enseignement à programme restreint, dans une institution créée ou subsidiée par la communauté concernée;

— het aantal onder de leerplicht vallende scholieren (van 6 tot en met 17 jaar) die regelmatig ingeschreven zijn in het lager en secundair onderwijs, met inbegrip van het onderwijs met beperkt leerplan, in een onderwijsinstelling die door de betrokken Gemeenschap wordt ingericht of gesubsidieerd;

— les élèves faisant l’objet de ramassages scolaires concurrentiels sont exclus du comptage;

— de leerlingen die het voorwerp uitmaakten van concurrentiële ophalingen zijn uitgesloten in de telling;

— le calcul annuel du nombre d’élèves doit traduire la situation à une date située dans la période allant du 15 janvier jusqu’au 1er février inclus de l’année budgétaire (t).

— de jaarlijkse telling van het aantal leerlingen dient de toestand weer te geven op een datum in de periode van 15 januari tot en met 1 februari van het begrotingsjaar (t).

La clé de répartition pour l’année budgétaire 2010 a été fixée sur la base de la situation du nombre d’élèves pour l’année scolaire 2009 – 2010 dans la période du 15 janvier au 1er février 2010, telle qu’approuvée par l’Assemblée générale de la Cour des Comptes qui s’est réunie le 6 octobre 2010.

Deze verdeelsleutel voor het begrotingsjaar 2010 werd vastgesteld op basis van de definitieve resultaten van de telling van de toestand van het aantal leerlingen voor het schooljaar 2009 – 2010 in de periode van 15 januari tot 1 februari 2010, zoals deze op 6 oktober 2010 door de Algemene Vergadering van het Rekenhof werd goedgekeurd.

La clé de répartition pour l’année budgétaire 2011 sera fixée sur la base de la situation du nombre d’élèves pour l’année scolaire 2010 – 2011 dans la période du 15 janvier au 1er février 2011. En attendant les résultats de ce comptage — attendu pour septembre / octobre 2011 — la clé de répartition fixée pour l’année budgétaire 2010 est également appliquée, à titre provisoires, à l’estimation initiale de l’année budgétaire 2011..

De verdeelsleutel voor het begrotingsjaar 2011 zal vastgesteld worden op basis van de toestand van het aantal leerlingen voor het schooljaar 2010 – 2011 in de periode van 15 januari tot 1 februari 2011. In afwachting van de resultaten van die telling — verwacht voor september / oktober 2011 — wordt de voor het begrotingsjaar 2010 bepaalde verdeelsleutel, ten voorlopige titel, toegepast in de initiële raming van het begrotingsjaar 2011.

11

En raison de la difficulté que représente l’application rétroactive des nouveaux critères objectifs pour la fixation de la clé de répartition (voir décision du Comité de concertation du 1 décembre 1999), il a été décidé, en concertation avec les gouvernements des Communautés, de maintenir pour l’année budgétaire 1999, la clé de répartition visée à l’article 39, § 2 de la loi spéciale de financement (soit 57,55 % pour la Communauté flamande et 42,45 % pour la Communauté française). Loi du 23 mai 2000 fixant les critères visés à l’article 39, § 2 de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions (MB du 30 mai 2000).

11

Un commentaire plus détaillé est repris dans la note explicative accompagnant le budget des Voies et Moyens 2001.

13

12

13

12

In overleg met de Gemeenschapsregeringen werd beslist om voor het begrotingsjaar 1999 de in artikel 39, § 2 van de bijzondere financieringswet vastgestelde verdeelsleutel te behouden (hetzij 57,55 % voor de Vlaamse Gemeenschap en 42,45 % voor de Franse Gemeenschap), gelet op de moeilijkheid om de nieuwe objectieve criteria voor de vaststelling van de verdeelsleutel retroactief toe te passen (zie beslissing genomen door het Overlegcomité van 1 december 1999). Wet van 23 mei 2000 tot bepaling van de criteria bedoeld in artikel 39, § 2 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten (BS van 30 mei 2000). Een gedetailleerde toelichting werd opgenomen in de Toelichtende Staat bij de Rijksmiddelenbegroting 2001.

DOC 53

0555/001

107

TABLEAU 8

TABEL 8

Nombre d’élèves année scolaire 2008 – 2009 et 2009 - 2010

Aantal leerlingen schooljaar 2008 – 2009 en 2009 - 2010

Nombre d'élèves – Aantal leerlingen

2010 ajusté / aangepast

2011 indicatif actualisé/ geactual. indicatief

année scolaire – schooljaar 2008 - 2009 Période – periode: 15.01.2009 - 01.02.2009 Communauté flamande – Vlaamse Gemeenschap

Communauté française – Franse Gemeenschap

Total 2 communautés – Totaal 2 gemeenschappen

2010 probable / vermoedelijk

2011 initial / initieel

année scolaire – schooljaar 2009 - 2010 Période – periode: 15.01.2010 - 01.02.2010

818 478

813 045

56,860823%

56,697382%

620 963

620 963

43,139177%

43,302618%

1 439 441

1 434 008

100,000000%

100,000000%

Source: Cour des Comptes (Assemblée générale du 30.09.2009 et du 06.10.2010).

Bron: Rekenhof (Algemene vergaderingen van 30.09.2009 en 06.10.2010).

Les moyens forfaitaires supplémentaires qui sont en plus attribués aux communautés pour les années budgétaires 2010 et 2011 dans le cadre du refinancement s’élèvent à 24 789 352,48 EUR (ou 1 milliard BEF). Ce montant est égale au supplément accordé pour les années budgétaires 2007 - 2009. Comparé aux années précédentes, ceci représente une diminution sensible des moyens forfaitaires supplémentaires: pour l’année 2006 ces moyens s’élevaient encore à 123 946 762,39 EUR (ou 5 milliards BEF) et pour l’année 2005 à 371 840 287,16 EUR (ou 15 milliards BEF) (article 38, § 3bis de la loi spéciale de financement). La diminution des moyens supplémentaires forfaitaires est plus que compensée par les moyens supplémentaires qui découlent de la liaison à la croissance économique. À partir de l’année budgétaire 2007 les moyens attribués qui sont prélevés sur le produit de la TVA sont annuellement — à part une indexation — adaptés à 91 % de la croissance réelle du PIB.

De forfaitaire bijkomende middelen, die in het kader van de herfinanciering van de gemeenschappen, voor de begrotingsjaren 2010 en 2011 supplementair worden toegekend, bedragen telkens 24 789 352,48 EUR (of 1 miljard BEF). Dit is hetzelfde bedrag als voor de periode 2007 - 2009. In vergelijking met voorgaande jaren betekent dit wel een gevoelige vermindering van de forfaitaire bijkomende middelen: voor 2006 bedroegen die middelen nog 123 946 762,39 EUR (of 5 miljard BEF) en voor 2005 maar liefst 371 840 287,16 EUR (of 15 miljard BEF) (artikel 38, § 3bis van de bijzondere financieringswet). De vermindering van de forfaitaire bijkomende middelen wordt echter ruimschoots gecompenseerd door de bijkomende middelen die voortspruiten uit de koppeling aan de economische groei. Met ingang van het begrotingsjaar 2007 worden de toegewezen middelen die vooraf genomen worden op de btw opbrengst immers jaarlijks — naast een indexering — ook aangepast aan 91 % van de reële groei van het BBP.

Conformément à l’article 38, § 5, premier alinéa, le montant de 24,8 millions EUR n’est pas soumis à la correction de (dé)natalité.

Overeenkomstig artikel 38, § 5, 1° lid is voormeld bedrag van 24,8 miljoen EUR niet onderhevig aan de nataliteitcorrectie.

Ces moyens supplémentaires pour l’année 2010 et 2011 doivent être cumulés avec les moyens supplémentaires de l’année précédente après indexation et adaptation à l’évolution de (dé)natalité de ces derniers.

Deze extra middelen voor 2010 en 2011 worden gecumuleerd met de bijkomende middelen van het voorgaande jaar nadat deze laatste werden geïndexeerd en aangepast in functie van de nataliteitevolutie.

Au total les moyens supplémentaires pour les années 2010 et 2011 ne se limitent pas à la cumulation précitée des moyens forfaitaires supplémentaires, mais ils proviennent également de la liaison de la masse de TVA à 91 % de la croissance économique à partir de l’année budgétaire 2007.

Zoals reeds aangestipt, zijn de totale bijkomende middelen voor 2010 en 2011 echter niet beperkt tot voormelde cumulatie van de forfaitaire bijkomende middelen, maar worden met ingang van het begrotingsjaar 2007 mede gevormd door de koppeling van de btw massa aan de reële economische groei.

108

DOC 53

0555/001

Ainsi, sur base de l’estimation probable, les moyens supplémentaires pour l’année budgétaire 2010 (hors solde t-1) qui sont à répartir entre la Communauté flamande et la Communauté française s’élèvent à 1,57 milliard EUR. Pour l’année budgétaire 2011, les moyens supplémentaires totales s’élèvent à 1,84 milliard EUR selon l’estimation initiale14.

Aldus bedragen de bijkomende middelen die op basis van de vermoedelijke raming van het begrotingsjaar 2010 (exclusief saldo t-1) dienen verdeeld te worden tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap 1,57 miljard EUR. Voor het begrotingsjaar 2011 bedragen de bijkomende middelen in totaal, op basis van de initiële raming, 1,84 miljard EUR14.

La répartition de ce montant entre la Communauté flamande et la Communauté française se fait comme suit:

De verdeling van de aldus berekende totale bijkomende middelen tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap gebeurt als volgt:

— pour l’année budgétaire 2010 à concurrence de 20 % selon la clé TVA et à concurrence de 80 % selon la clé IPP; — pour l’année budgétaire 2011 à concurrence de 10 % selon la clé TVA et à concurrence de 90 % selon la clé IPP;

— het begrotingsjaar 2010 ten belope van 20 % volgens de BTW sleutel en ten belope van 80 % volgens de sleutel personenbelasting; — het begrotingsjaar 2011 ten belope van 10 % volgens de BTW sleutel en ten belope van 90 % volgens de sleutel personenbelasting.

En attendant la fixation définitive de ces clés pour l’année budgétaire 201115, il est fait référence à celles de l’année budgétaire 2010: — clé TVA: basée sur le comptage du nombre d’élèves pour l’année scolaire 2009 – 2010 dans la période du 15.01.2010 au 01.02.2010; — clé IPP: basée sur les résultats de l’exercice d’imposition 2009 (recettes IPP telles que visées aux articles 7 et 44 de la loi spéciale de financement).

In afwachting van de definitieve vaststelling van deze sleutels voor het begrotingsjaar 201115 wordt verwezen naar de verdeling die geldt voor het begrotingsjaar 2010: — btw sleutel: gebaseerd op de telling van het aantal leerlingen voor het schooljaar 2009 – 2010 in de periode 15.01.2010 - 01.02.2010; — PB sleutel: gebaseerd op de resultaten van het aanslagjaar 2009 (ontvangsten PB zoals bedoeld in de art. 7 en 44 van de bijzondere financieringswet).

Les clés de répartition et respectivement l’estimation probable et l’estimation initiale des moyens supplémentaires cumulés qui y correspondent pour les années budgétaires 2010 et 2011, conformément à l’article 40ter de la loi spéciale de financement, s’élèvent dès lors à (hors solde t-1):

Deze verdeelsleutels en de vermoedelijke respectievelijk de initiële raming van de gecumuleerde bijkomende middelen die voor de begrotingsjaren 2010 en 2011 hiermee overeenkomen krachtens artikel 40ter van de bijzondere financieringswet, bedragen aldus (exclusief saldo t-1):

14

14

15

Sans tenir compte du solde de décompte de l’année précédente. Notamment l’exercice d’imposition 2009 pour ce qui concerne la clé IPP et l’année scolaire 2009-2010 pour ce qui concerne la clé TVA.

15

Zonder rekening te houden met het saldo van de afrekening van het voorgaande begrotingsjaar. Met name het aanslagjaar 2010 wat de PB sleutel betreft en het schooljaar 2010-2011 wat de btw sleutel betreft.

DOC 53

0555/001

109

TABLEAU 9

TABEL 9

Clés de répartition appliquées aux moyens supplémentaires 2010 – 2011 (hors solde t-1) (EUR)

Verdeelsleutels bijkomende middelen 2010 - 2011 (excl. saldo t-1) – (EUR)

Moyens supplémentaires cumulés — Gecumuleerde bijkomende middelen Art. 40ter, LSF - BFW Année budgétaire — Begrotingsjaar

2010 ajusté aangepast clés de répartition verdeelsleutels

Communauté flamande Vlaamse Gemeenschap: clé IPP - sleutel PB clé TVA (élèves) sleutel btw (leerlingen) Communauté française Franse Gemeenschap: clé IPP - sleutel PB clé TVA (élèves) sleutel btw (leerlingen)

2011 indicatif actual. geactual. indicatief

moyens supplémentaires bijkomende middelen

65,389819% 56,860823%

963 317 909,38 791 296 579,61 172 021 329,76

1 143 522 631,18 1 042 771 560,08 100 751 071,10

34,610181% 43,139177%

549 334 568,35 418 825 402,57 130 509 165,78

628 366 442,69 551 928 606,40 76 437 836,28

1 512 652 477,73 1 210 121 982,18 302 530 495,55

1 771 889 073,87 1 594 700 166,48 177 188 907,39

Total - Totaal: clé IPP - sleutel PB clé TVA (élèves) sleutel btw (leerlingen)

Ces montants relatifs aux moyens supplémentaires sont inclus dans la totalité des produits d’impôts attribués pour l’ année budgétaires 2011 qui figurent, pour chacune des communautés, à l’article 34 du présent projet de loi. Le montant initial qui sera prélevé en 2011 sur le produit de la TVA est détaillé dans le tableau ci-dessous.

TABLEAU 10 Estimation initiale 2011 Parties attribuées TVA (x 1.000 EUR) parts attribuées TVA — toegewezen gedeelten BTW 2010

solde de décompte probable 2010 vermoedelijk afrekeningsaldo 2010 dont refinancement - w.o. herfinanciering

2011

prélèvement sur la TVA selon l’estimation initiale 2011 voorafneming op BTW volgens initiële raming 2011 dont refinancement - w.o. herfinanciering

2011

montant initial qui est prélevé sur la TVA en 2011 initieel bedrag van de voorafneming op BTW in 2011 dont refinancement - w.o. herfinanciering

2010 probable vermoedelijk clés de répartition verdeelsleutels

2011 initial initieel

moyens supplémentaires bijkomende middelen

65,130632% 56,777560%

995 727 669,04 817 552 530,42 178 175 138,63

1 184 232 493,52 1 079 655 945,75 104 576 547,76

34,869368% 43,222440%

573 335 356,58 437 697 890,08 135 637 466,50

657 631 592,66 578 021 731,80 79 609 860,85

1 569 063 025,62 1 255 250 420,50 313 812 605,12

1 841 864 086,17 1 657 677 677,55 184 186 408,62

Deze bedragen inzake bijkomende middelen zijn vervat in de totaliteit van de toegewezen belastingopbrengsten die per gemeenschap voor het begrotingsjaar 2011 in artikel 34 van onderhavig ontwerp zijn opgenomen. Het detail van het initieel bedrag dat in 2011 zal vooraf genomen worden op de btw opbrengst is vermeld in onderstaande tabel. TABEL 10 Initiële raming 2011 Toegewezen gedeelten btw (x 1.000 EUR)

article LSF — artikel BFW

Communauté flamande — Vlaamse Gemeenschap

Communauté française — Franse Gemeenschap

Total — Totaal

Art. 54, § 1, alinéa 3 - derde lid Art. 40ter

61 569,308

63 366,344

124 935,652

32 409,760

24 000,788

56 410,548

Art. 53, 2° & 41

8 023 474,009

5 864 067,233

13 887 541,241

Art. 40ter

1 184 232,494

657 631,593

1 841 864,086

Art. 53, 2°

8 085 043,317

5 927 433,577

14 012 476,894

Art. 40ter

1 216 642,253

681 632,381

1 898 274,634

110

DOC 53

0555/001

5.2. Partie du produit de l’impôt des personnes physiques attribuée aux communautés

5.2. Aan de gemeenschappen toegewezen gedeelte van de opbrengt van de personenbelasting

La fixation de la partie du produit de l’impôt des personnes physiques attribuée à la Communauté flamande et à la Communauté française se fait à partir de l’année budgétaire 2000 selon le régime définitif visé à l’article 47 de la LSF.

De vaststelling van het aan de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap toegewezen gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting gebeurt met ingang van het begrotingsjaar 2000 volgens het definitief stelsel, zoals bedoeld in artikel 47 van de bijzondere financieringswet.

La loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions n’a pas apporté de modifications profondes au régime définitif.

De bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten heeft geen wijzigingen ten gronde aan het definitief stelsel aangebracht.

Dans le régime définitif, la fixation des moyens attribués pour l’année budgétaire 2000 — et pour chacune des années budgétaires suivantes — s’effectuera sur la base des moyens par communauté de l’année budgétaire précédente. L’estimation probable de l’année budgétaire 2010 est donc basée sur les attributions définitives de l’année budgétaire 2009. L’estimation initiale de l’année budgétaire 2011 part de l’estimation probable de l’année budgétaire 2010.

In het definitief stelsel wordt voor de vaststelling van de toegewezen middelen voor het begrotingsjaar 2000 — en voor elk van de daaropvolgende begrotingsjaren — uitgegaan van de middelen per gemeenschap voor het voorgaande begrotingsjaar. De vermoedelijke raming voor het begrotingsjaar 2010 gaat dus uit van de definitieve vaststelling van het begrotingsjaar 2009. De initiële raming voor het begrotingsjaar 2011 gaat uit van de vermoedelijke raming van het begrotingsjaar 2010.

Les moyens par communauté de l’année budgétaire précédente sont adaptés chaque année au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation et à la croissance réelle du RNB, de la manière expliquée ci-avant (voir point 3. “Paramètres”). Ces moyens par communauté liés intégralement à la croissance16 sont exprimés, pour les deux communautés réunies, en pour cent des recettes totales de l’impôt des personnes physiques localisées dans les deux communautés.

De middelen per gemeenschap van het voorgaande begrotingsjaar worden ieder jaar aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het BNI, op de wijze die hiervoor werd toegelicht (zie punt 3. “Parameters”). De aldus integraal aan de groei gekoppelde middelen per gemeenschap16 worden voor de twee gemeenschappen samen uitgedrukt in percenten van het totaal van de in beide gemeenschappen gelokaliseerde ontvangsten inzake personenbelasting.

Le pourcentage ainsi obtenu est appliqué annuellement aux recettes localisées dans chacune des communautés de l’impôt des personnes physiques17 pour obtenir les moyens attribués par communauté (ce critère de répartition est appelé également le principe du “juste retour”) .

Het aldus bekomen percentage wordt jaarlijks toegepast op de in elke gemeenschap gelokaliseerde ontvangsten inzake personenbelasting17 , teneinde de toewijzingen per gemeenschap te bekomen (dit verdelingscriterium wordt ook wel de “juste retour” genoemd).

En ce qui concerne la liaison à la croissance économique pour l’année budgétaire 2005, il a été tenu compte du filet de sécurité prévu par l’article 47, § 2bis, de la loi spéciale de financement qui prévoit une révision des moyens de l’année budgétaire 2005 sur la base d’une

Wat de koppeling aan de economische groei betreft, diende voor de toewijzingen van het begrotingsjaar 2005 rekening gehouden te worden met het in artikel 47, § 2bis, van de bijzondere financieringswet voorziene vangnet, dat voor het begrotingsjaar 2005 een herbere-

16

Pour l’année budgétaire 2005 il s’agit du montant recalculé, lequel, en application de l’article 47, § 2bis de la loi spéciale de financement, tient compte d’une croissance réelle uniforme de 2% au long des années budgétaires 1993 à 2005 incluse.

16

17

L’impôt des personnes physique localisé respectivement dans la Communauté flamande et dans la Communauté française est formé par les produits respectifs de l’IPP dans la région linguistique néerlandophone et francophone, majoré de 20% et 80% respectivement du produit de l’IPP localisé dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale. Le critère de localisation correspond à l’endroit ou le contribuable a élu domicile (articles 7 et 44 de la loi spéciale de financement).

17

Of desgevallend het voor het begrotingsjaar 2005 opnieuw berekende bedrag dat, in toepassing van artikel 47, § 2bis van de bijzondere financieringswet, rekening houdt met een uniforme reële groei van 2% tijdens de begrotingsjaren 1993 tot en met 2005. De in de Vlaamse Gemeenschap respectievelijk Franse Gemeenschap gelokaliseerde personenbelasting (PB) wordt gevormd door de in het Nederlands respectievelijk Frans taalgebied gelokaliseerde opbrengst van de PB verhoogd met 20% respectievelijk 80% van de in het tweetalig gebied Brussel - Hoofdstad gelokaliseerde opbrengst van de PB. Het lokalisatiecriterium stemt overeen met de plaats waar de belastingplichtige zijn woonplaats heeft gevestigd (artikelen 7 en 44 van de bijzondere financieringswet).

DOC 53

0555/001

111

croissance économique minimale de 2 % au cours des années 1993 à 2005 incluse, si la moyenne arithmétique des taux de croissance au cours de la période 1993 à 2004 incluse est inférieure à 2 p.c.. Comme cette moyenne s’élève à 1,84 %, le mécanisme du filet de sécurité a donc été d’application (voir également le point 3. “Paramètres”).

kening voorziet op basis van een minimale economische groei van 2 % tijdens de periode 1993 tot en met 2005, indien het rekenkundig gemiddelde van de groeivoeten tijdens de periode 1993 – 2004 lager is dan 2 %. Dat gemiddelde bedraagt slechts 1,84 % zodat het vangnet -mechanisme diende toegepast te worden (zie tevens punt 3. “Parameters”).

De ce fait, la partie de l’impôt des personnes physiques qui est attribuée aux communautés pour l’année budgétaire 2005 a été recalculée. L’écart entre les moyens 2005 recalculés et les moyens non recalculés étant supérieure à l’adaptation maximale qui est prévue à l’article 47, § 2bis, troisième alinéa de la loi spéciale de financement — à savoir 0,25 p.c. des moyens déterminés pour l’année budgétaire 2004 et non recalculés à 2 p.c. — il faut limiter la majoration des attributions pour l’année budgétaire 2005 au maximum précité de 0,25 %, à savoir 11 986 714,21 EUR. Afin d’obtenir les moyens 2005 recalculé, il convient évidemment d’appliquer la clé de répartition qui a trait à l’impôt des personnes physiques localisé dans chacune des communautés.

Zodoende werd het aan de gemeenschappen toegewezen gedeelte van de personenbelasting voor het begrotingsjaar 2005 herrekend. Daar het verschil tussen de herrekende toewijzingen en de niet-herrekende toewijzingen 2005 groter is dan de in artikel 47, § 2bis, derde lid van de bijzondere financieringswet voorziene maximumaanpassing — met name 0,25 % van de voor het begrotingsjaar 2004 bepaalde toewijzingen zonder herberekening — werd de verhoging van de toewijzingen 2005 beperkt tot dit maximum van 0,25 %, hetzij 11 986 714,21 EUR. Op de aldus herrekende toewijzingen 2005 dient de verdeelsleutel, gebaseerd op de in elke gemeenschap gelokaliseerde personenbelasting, te worden toegepast om de exacte middelen per gemeenschap te bekomen.

Pour toutes les années budgétaires ultérieures, et donc également pour la fixation définitive des attributions des années budgétaires 2006 à 2009, l’estimation probable de l’année budgétaire 2010 et l’estimation initiale de l’année budgétaire 2011, on part des attributions de l’année budgétaire 2005 qui ont été recalculés à 2 % mais limités au maximum de 0,25 p.c. comme expliqué ci-avant.

Voor alle volgende begrotingsjaren, en dus voor de definitieve vaststelling van de toewijzingen van de begrotingsjaren 2006 tot 2009, de vermoedelijke raming van het begrotingsjaar 2010 en de initiële raming van het begrotingsjaar 2011, wordt uitgegaan van de aldus à 2 % herrekende maar tot voormelde limiet van 0,25 % beperkte toewijzingen van het begrotingsjaar 2005.

Les moyens déterminés de la façon expliquée ciavant qui seront prélevés en 2011 sur le produit de l’impôt des personnes physiques conformément à l’article 47 de la loi spéciale de financement, sont estimés à (hors solde t-1):

De aldus vastgestelde middelen die, overeenkomstig artikel 47 van de bijzondere financieringswet, in 2011 worden vooraf genomen op de opbrengst van de personenbelasting, worden geraamd op (exclusief saldo t-1):

(EUR) Communauté flamande Communauté Française Total

3 934 061 951 2 106 201 805 6 040 263 756

Le détail du montant initial qui sera prélevé en 2011 sur le produit de l’IPP (hors la dotation compensatoire de la redevance radio télévision) est repris dans le tableau ci-dessous.

(EUR) Vlaamse Gemeenschap

3 934 061 951

Franse Gemeenschap

2 106 201 805

Totaal

6 040 263 756

Het detail van het initieel bedrag dat in 2011 zal vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting (exclusief de dotatie ter compensatie van het kijken luistergeld), wordt vermeld in onderstaande tabel.

112

DOC 53

TABLEAU 11 Estimation initiale 2011 Parties attribuées IPP (x 1 000 EUR) parts attribuées IPP (hors art. 47bis, LSF) — toegewezen gedeelten PB (excl. art. 47bis, BFW)

0555/001

TABEL 11 Initiële raming 2011 Toegewezen gedeelten PB (x 1 000 EUR) article LSF — artikel BFW



Total — Totaal

2010: solde de décompte probable 2010 vermoedelijk afrekeningsaldo 2010

Art. 54, § 1, alinéa 3 - derde lid

18 441,687

32 841,165

51 282,852

2011: prélèvement sur l’IPP selon l’estimation initiale 2011 voorafneming op PB volgens initiële raming 2011

Art. 53, 2° & 47

3 934 061,951

2 106 201,805

6 040 263,756

3 952 503,638

2 139 042,970

6 091 546,608

2011: montant initial qui est prélevé sur l’IPP en 2011 initieel bedrag van de voorafneming op PB in 2011

Art. 53, 2° & 47

Ces montants sont compris dans la totalité des produits d’impôts attribués pour l’année budgétaire 2011 qui est reprise, par communauté, à l’article 34 du présent projet.

Voormelde bedragen zijn vervat in de totaliteit van de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per gemeenschap in artikel 34 van onderhavig ontwerp zijn opgenomen.

5.3. Dotation compensatoire de la redevance radio et télévision

5.3. Dotatie ter compensatie van het kijken luistergeld

La dotation octroyée annuellement à chacune des communautés correspond pour l’année 2002 au montant de base visé à l’article 47bis de la loi spéciale de financement. Ce montant de base est fixé, par communauté, comme la moyenne, pour les années budgétaires 1999 à 2001 incluse, du produit net de la redevance radio et télévision localisée dans chacune des communautés, exprimée en prix de 2002.

De dotatie die aan elke gemeenschap wordt toegekend, stemt voor het begrotingsjaar 2002 overeen met het in artikel 47bis van de bijzondere financieringswet bedoelde basisbedrag. Het basisbedrag wordt per gemeenschap bepaald als het gemiddelde voor de begrotingsjaren 1999 tot en met 2001 van de in de elke gemeenschap gelokaliseerde netto-opbrengst van het kijken luistergeld die wordt uitgedrukt in prijzen 2002.

Le montant de base de la dotation qui est retenu dans le présent projet a été fixé en concertation avec les communautés et les régions et il est fondé sur les données relatives aux recettes nettes (soit les recettes brutes moins les frais de perception) qui ont été apportées par les trois communautés et qui emportent leur approbation.

Het in onderhavig ontwerp opgenomen basisbedrag van de dotatie werd vastgesteld in overleg met de gemeenschappen en gewesten en is gesteund op de gegevens inzake netto-ontvangsten, zijnde de brutoontvangsten verminderd met de inningkosten, die ter beschikking werden gesteld door de drie gemeenschappen en hun goedkeuring dragen.

Il s’agit notamment de:

Het betreft inzonderheid:

— la Convention du 23 mai 2002 conclue entre la Communauté française et la Région wallonne;

— de Overeenkomst van 23 mei 2002 die werd afgesloten tussen de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest;

— la Convention du 18 juillet 2002 conclue entre la Communauté germanophone et la Région wallonne;

— de Overeenkomst van 18 juli 2002 die werd afgesloten tussen de Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest;

— les informations fournies par la Communauté flamande.

— de gegevens verstrekt door de Vlaamse Gemeenschap.

DOC 53

0555/001

113

Le montant de base 2002 de la dotation accordée en compensation de la redevance radio télévision a été approuvé à la Conférence Interministérielle des Finances et du Budget du 13 février 2004. TABLEAU 12 Produit net de la redevance radio - télévision 1999 – 2001 (EUR) produit net redevance radio-télévision — netto-opbrengst kijken luistergeld


Art. 47bis

Het basisbedrag 2002 van de dotatie ter compensatie van het kijken luistergeld werd goedgekeurd op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 13 februari 2004. TABEL 12 Netto-opbrengst kijken luistergeld 1999 – 2001 (EUR)


Communauté germanophone — Duitstalige Gemeenschap

Total — Totaal

Exprimé en prix courants — Uitgedrukt in lopende prijzen

recettes brutes – bruto-ontvangsten 1999 2000 2001

445 664 176 450 947 461 462 253 539

238 710 467 254 710 342 272 163 619

4 515 105 4 826 051 5 313 311

688 889 748 710 483 853 739 730 469

frais de perception – inningskosten 1999 2000 2001

13 684 135 14 105 353 14 464 306

10 488 082 11 832 054 12 477 528

161 467 171 736 178 731

24 333 685 26 109 143 27 120 566

recettes nettes - netto-ontvangsten 1999 2000 2001

431 980 041 436 842 108 447 789 233

228 222 384 242 878 288 259 686 091

4 353 638 4 654 314 5 134 580

664 556 063 684 374 710 712 609 904

Le montant de base 2002 s’obtient en convertant les données ci-dessus, par communauté, en prix de 2002 et en calculant ensuite la moyenne des années budgétaires 1999-2001. La conversion en prix 2002 s’effectue sur base des taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation précisés ci-après:

— 2000: — 2001: — 2002:

2,55 % 2,47 % 1,64 %

— 2000: — 2001: — 2002:

TABLEAU 13 Montant de base 2002 redevance radio - télévision 1999 - 2001 (EUR)

produit net redevance radio-télévision — netto-opbrengst kijken luistergeld


Art. 47bis Total - Totaal 1999 2000 2001

Montant de base 2002 de la dotation compensatoire – Basisbedrag 2002 van compenserende dotatie

Wanneer bovenstaande gegevens, per gemeenschap, worden omgerekend in prijzen 2002 en het gemiddelde hiervan wordt berekend voor de begrotingsjaren 1999-2001, wordt het basisbedrag 2002 bekomen. De omrekening naar prijzen 2002 gebeurde op basis van de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen voor: 2,55 % 2,47 % 1,64 %

TABEL 13 Basisbedrag 2002 kijken luistergeld 1999 - 2001 (EUR)



Total — Totaal

Exprimé en prix 2002 — Uitgedrukt in prijzen 2002 461 382 097 454 973 274 455 132 976

243 755 989 252 958 971 263 944 943

4 649 961 4 847 492 5 218 787

709 788 048 712 779 737 724 296 706

457 162 782

253 553 301

4 905 413

715 621 497

114

DOC 53

Afin d’obtenir la fixation définitive de l’année budgétaire 2009, l’estimation probable de l’année budgétaire 2010 et l’estimation initiale de l’année budgétaire 2011, telle que reprise au tableau suivant, ce montant de base a été adapté au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation des années 2003 à 2009 incluse et aux prévisions en la matière pour les années budgétaires 2010 à 2011 (voir tableau 1).

0555/001

Dat basisbedrag werd vervolgens aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen voor de jaren 2003 tot en met 2009 en de verwachtingen dienaangaande voor de begrotingsjaren 2010 tot 2011 (zie tabel 1) om te komen tot de definitieve vaststelling van het begrotingsjaar 2009, de vermoedelijke raming voor het begrotingsjaar 2010 en de initiële raming voor het begrotingsjaar 2011 van de compenserende dotatie, zoals weergegeven in de volgende tabel.

TABLEAU 14 Estimation initiale 2011 Dotation compensatoire redevance radio-télévision (x 1.000 EUR)

TABEL 14 Initiële raming 2011 Dotatie compensatie kijken luistergeld (x 1.000 EUR)

Dotation compensatoire prélevée sur l’ IPP — Compenserende dotatie voorafgenomen op PB





2010

solde de décompte probable 2010 vermoedelijk afrekeningsaldo 2010

Art. 54, § 1, alinéa 3 derde lid

2 637,679

1 462,919

28,303

4 128,901

2011

prélèvement sur l’IPP selon l’estimation initiale 2011 - voorafneming op PB volgens initiële raming 2011

549 386,308

304 702,651

5 894,983

859 983,943

552 023,987

306 165,571

5 923,286

864 112,843

2011

montant initial qui est prélevé sur l’IPP en 2011 - initieel bedrag van de voorafneming op PB in 2011

Total — Totaal

Art. 47bis

Art. 53, 2° & 47bis

Ces montants sont prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques et ils sont compris dans la totalité des produits d’impôts attribués pour l’année budgétaire 2011 qui est reprise, par communauté, à l’article 34 du présent projet de loi.

Voormelde bedragen worden vooraf genomen op de opbrengst van de personenbelasting en zijn vervat in de totaliteit van de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per gemeenschap in artikel 34 van onderhavig wetsontwerp zijn opgenomen.

5.4. Moyens transférés aux communautés prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques

5.4. Overdrachten aan de gemeenschappen die vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting

Le tableau ci-dessous donne un aperçu du montant initial qui sera prélevé en 2011 sur le produit de l’impôt des personnes physiques.

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van het initieel bedrag dat in 2011 zal vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting.

DOC 53

0555/001

115

TABLEAU 15 Estimation initiale 2011 Prélèvements communautés sur l’IPP (x 1 000 EUR) Prélèvements sur l’ IPP (y compris art. 47bis, LSF) — Voorafnemingen op de PB (incl. art. 47bis, BFW)

TABEL 15 Initiële raming 2011 Voorafnemingen gemeenschappen op PB (x 1 000 EUR)





21 079,366

34 304,084

28,303

55 411,752


Art. 53 & 36, 2° en 3° & art. 59, W. / L. 31.12.1983

4 483 448,259

2 410 904,457

5 894,983

6 900 247,699

Art. 53, 2°

4 504 527,625

2 445 208,540

5 923,286

6 955 659,451

2011: montant initial qui est prélevé sur l’IPP en 2011 - initieel bedrag van de voorafneming op PB in 2011



Total — Totaal

Comme indiqué ci-avant, ces montants sont compris dans la totalité des produits d’impôts attribués pour l’ année budgétaire 2011 qui est reprise, par communauté, à l’article 35 du présent projet de loi.

Zoals hiervoor reeds aangestipt, zijn deze bedragen vervat in de totaliteit van de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per gemeenschap in artikel 35 van onderhavig wetsontwerp zijn opgenomen.

5.5. Moyens totaux des communautés prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques

5.5. Totale overdrachten aan de gemeenschappen die vooraf genomen worden op de opbrengst van belastingen

Le tableau ci-dessous donne un aperçu du montant initial qui sera prélevé en 2011 sur le produit de la TVA et de l’impôt des personnes physiques.

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van het initieel totaal bedrag dat in 2011 zal vooraf genomen worden op de opbrengsten van de BTW en de personenbelasting.

TABLEAU 16 Estimation initiale 2011 Prélèvements communautés sur l’IPP et TVA (x 1 000 EUR) Prélèvements sur les produits d’ impôts — Voorafnemingen op belastingopbrengsten


2010: prélèvement sur la TVA prévu dans la Loi de Finances 2011 voorafneming op BTW voorzien in de Financiewet 2011 2011: prélèvement sur l’IPP prévu dans la Loi de Finances 2011 voorafneming op PB voorzien in de Financiewet 2011 2011: montant initial qui est prélevé sur les produits d’impôts en 2011 initieel bedrag van de voorafneming op belasting opbrengsten in 2011

TABEL 16 Initiële raming 2011 Voorafnemingen gemeenschappen op PB en BTW (x 1 000 EUR)




Art. 53, 2°

8 085 043,317

5 927 433,577

—

14 012 476,894

Art. 53 & 36, 2° & art. 59, W. / L. 31.12.1983

4 504 527,625

2 445 208,540

5 923,286

6 955 659,451

12 589 570,942

8 372 642,117

5 923,286

20 968 136,345

Art. 53

Total — Totaal

116

DOC 53

0555/001

(a) Financement par une dotation à charge du budget général des dépenses de l’autorité fédéral; seule la dotation compensatoire de la redevance radio - télévision est prélevée sur le produit de l’IPP.

(a) Financiering door een dotatie ten laste van de algemene uitgavenbegroting van de federale overheid; enkel de dotatie ter compensatie van het kijken luistergeld wordt op de PB opbrengst vooraf genomen.

Ces moyens correspondent à la totalité des produits d’impôts attribués pour l’ année budgétaire 2011 qui est reprise, par communauté, à l’article 34 du présent projet de loi.

Deze middelen stemmen overeen met de totaliteit van de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per gemeenschap in artikel 34 van onderhavig wetsontwerp zijn opgenomen.

6. Impôt conjoint - transferts aux régions

6. Samengevoegde belasting - overdrachten naar de gewesten

L’ article 7 du présent projet reprend pour l’année budgétaire 2011 le montant initial des moyens qui seront prélevées sur le produit de l’ impôt des personnes physiques au profit des régions.

Artikel 7 van onderhavig ontwerp geeft voor het begrotingsjaar 2011 het initieel bedrag weer van de middelen die voor de gewesten op de opbrengst van de personenbelasting worden vooraf genomen.

Dans cette estimation il est tenu compte des modifications apportées par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions. Un commentaire détaillé de ces modifications figure dans les annexes à l’ Exposé général 2002. Le présent texte se limite à leur impact sur l’année budgétaire 2011.

In deze raming werd rekening gehouden met de wijzigingen die door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten werden aangebracht. Een gedetailleerde toelichting van die wijzigingen is opgenomen in de bijlagen bij de Algemene Toelichting. Onderhavige tekst beperkt zich tot de impact van die hervorming op de toewijzingen voor het begrotingsjaar 2010.

La perte de revenus qui découle pour l’autorité fédérale du transfert intégrale aux régions des impôts régionaux existants et nouveaux, est compensée au niveau budgétaire sur la partie de l’impôt des personnes physiques qui est attribuée aux régions. Comme la redevance radio et télévision est comprise dans cette compensation sur les attributions de l’impôt des personnes physiques, la dotation qui est accordée aux communautés est également budgétairement compensée (il s’agit de la dotation compensatoire de la redevance radio et télévision). De cette façon la neutralité budgétaire est assurée au niveau de chaque pouvoir, les régions, les communautés et l’autorité fédérale.

Het inkomstenverlies dat voor de federale overheid voortvloeit uit de integrale overheveling naar de gewesten van de bestaande en de nieuwe gewestelijke belastingen, wordt budgettair gecompenseerd op het aan de gewesten toegewezen gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting. Die compensatie op de toewijzingen personenbelasting omvat eveneens het kijken luistergeld, zodat de dotatie die aan de gemeenschappen wordt toegekend (ter compensatie van het kijken luistergeld als gemeenschapsbelasting) eveneens budgettair wordt gecompenseerd. Zodoende wordt de budgettaire neutraliteit voor alle betrokken overheden, de gewesten, de gemeenschappen en de federale overheid, verzekerd.

Des moyens supplémentaires qui se rapportent aux compétences nouvellement transférées sont accordés aux régions à partir du 1er janvier 2002.

Er worden bijkomende middelen aan de gewesten overgedragen die verband houden met de bevoegdheden die met ingang van 1 januari 2002 worden overgeheveld.

6.1. Partie du produit de l’impôt des personnes physiques qui est attribuée aux régions

6.1. Aan de gewesten toegewezen gedeelte van de opbrengst van de personenbelasting

À partir de l’année budgétaire 2002, les moyens visés à l’article 34 de la loi spéciale de financement qui consistent d’une partie de l’impôt des personnes physiques, se composent comme suit:

Met ingang van het begrotingsjaar 2002 zijn de in artikel 34 van de bijzondere financieringswet bedoelde middelen, die gevormd worden door een gedeelte van de personenbelasting, samengesteld uit:

DOC 53

0555/001

— les moyens fixés conformément à l’article 33;

117

— de overeenkomstig artikel 33 vastgestelde middelen;

— la diminution visée à l’article 33bis;

— de in artikel 33bis bedoelde vermindering;

— l’intervention de solidarité nationale visée à l’article 48.

— de nationale solidariteitstussenkomst bedoeld in artikel 48.

La diminution visée à l’article 33bis est appliquée à partir de l’année budgétaire 2002 et correspond au montant qui est porté annuellement en déduction des attributions visés à l’article 33. Cette diminution (ou “terme négatif”) vise la compensation budgétaire de la perte de revenus que subis l’autorité fédérale suite au transfert intégral aux régions des impôts régionaux existants et nouveaux18.

De in artikel 33bis bedoelde vermindering, die met ingang van het begrotingsjaar 2002 wordt toegepast, is het bedrag dat jaarlijks in mindering wordt gebracht van de overeenkomstig artikel 33 berekende toewijzingen. Met deze aftrek (ook “negatieve term” genoemd) wordt de budgettaire compensatie beoogd van het inkomstenverlies voor de federale overheid van de integrale overheveling naar de gewesten van de bestaande en nieuwe gewestelijke belastingen18.

6.1.1. Les moyens fixés conformément à l’article

6.1.1. De overeenkomstig artikel 33 vastgestelde middelen

Pour l’année budgétaire 2002 et pour chacune des années budgétaires suivantes, la fixation des moyens visés à l’article 33 s’effectue comme suit: on part des moyens attribués par région de l’année budgétaire précédente, après déduction de l’intervention de solidarité nationale attribuée à la région concernée et de la diminution par région visée à l’article 33bis. Procédant ainsi, la clé de répartition qui est basée sur la capacité fiscale en matière de l’impôt des personnes physiques n’est pas affectée, ni par l’intervention de solidarité nationale, ni par la part de la région concernée dans le transfert supplémentaire des impôts régionaux. Les montants réduits doivent ensuite être adaptés annuellement au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’à la croissance réelle respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut. Ensuite ces moyens, pour les trois régions réunies, sont répartis selon la part de chacune des régions dans les recettes totales de l’impôt des personnes physiques19.

Voor de bepaling van de in artikel 33 bedoelde toewijzingen wordt voor het begrotingsjaar 2002 en voor elk van de daaropvolgende begrotingsjaren als volgt te werk gegaan: er wordt uitgegaan van de middelen van het voorgaande jaar, exclusief de nationale solidariteitstussenkomst en exclusief de in artikel 33bis bedoelde vermindering. Zodoende wordt de verdeelsleutel die gebaseerd is op de fiscale draagkracht inzake personenbelasting niet beïnvloed door het nationale solidariteitsmechanisme en het aandeel van het betrokken gewest in de bijkomende overheveling van gewestelijke belastingen. De aldus aangepaste middelen per gewest worden jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product. Vervolgens worden deze middelen voor de drie gewesten samengeteld en verdeeld in functie van het aandeel van elk gewest in de totale ontvangsten inzake personenbelasting19.

En ce qui concerne la liaison à la croissance économique pour l’année budgétaire 2005, il a été tenu compte du filet de sécurité prévu par l’article 33, § 2bis, de la loi spéciale de financement qui prévoit une nouvelle détermination des moyens de l’année budgétaire 2005 sur la base d’une croissance économique minimale de 2 p.c. au cours des années 2003 à 2005 incluse, si la moyenne arithmétique des taux de croissance au cours de la période 1993 à 2004 incluse est inférieure à 2 p.c.. Comme cette moyenne s’élève à 1,84 %, le mécanisme

Wat de koppeling aan de economische groei betreft, diende voor de toewijzingen van het begrotingsjaar 2005 rekening gehouden te worden met het in artikel 33, § 2bis, van de bijzondere financieringswet voorziene vangnet, dat voor het begrotingsjaar 2005 een herberekening voorziet op basis van een minimale economische groei van 2 % tijdens de periode 2003 tot en met 2005, indien het rekenkundig gemiddelde van de groeivoeten tijdens de periode 1993 – 2004 lager is dan 2 %. Dat gemiddelde bedraagt slechts 1,84 % zodat

18

Voir également la remarque sur l’examen de la problématique liée à la taxe de circulation complémentaire: point 4 “Impôts régionaux , y compris les intérêts et amendes”.

18

19

Le critère de localisation correspond à l’endroit où le contribuable a établi son domicile (article 7 de la loi spéciale de financement).

19

33

Zie eveneens de opmerking aangaande het onderzoek van de problematiek betreffende de aanvullende verkeersbelasting: punt 4 “Gewestelijke belastingen, met inbegrip van interesten en boeten”. Ontvangsten personenbelasting zoals gedefinieerd in artikel 7 van de bijzondere financieringswet.

118

DOC 53

0555/001

du filet de sécurité a donc été d’application (voir également le point 3. “Paramètres”).

het vangnetmechanisme diende toegepast te worden (zie tevens punt 3. “Parameters”).

De ce fait, la partie de l’impôt des personnes physiques qui est attribuée aux régions pour l’année budgétaire 2005 a été recalculée. L’écart entre les moyens 2005 recalculés et les moyens non recalculés étant supérieure à l’adaptation maximale qui est prévue à l’article 33, § 2bis, troisième alinéa de la loi spéciale de financement — à savoir 0,25 p.c. des moyens déterminés pour l’année budgétaire 2004 et non recalculés à 2 p.c. — il faut limiter la majoration des attributions pour l’année budgétaire 2005 au maximum précité de 0,25 %, à savoir 26 671 268,22 EUR. Afin d’obtenir les moyens exacts par région, il convient évidemment d’appliquer la clé de répartition qui a trait à l’impôt des personnes physiques localisé dans chacune des régions.

Zodoende werd het aan de gewesten toegewezen gedeelte van de personenbelasting voor het begrotingsjaar 2005 herrekend. Daar het verschil tussen de herrekende toewijzingen en de niet-herrekende toewijzingen 2005 hoger is dan de in artikel 33, § 2bis, derde lid van de bijzondere financieringswet voorziene maximumaanpassing — met name 0,25 % van de voor het begrotingsjaar 2004 bepaalde toewijzingen zonder herberekening — werd de verhoging van de toewijzingen 2005 beperkt tot dit maximum van 0,25 %, hetzij 26 671 268,22 EUR. Op de aldus herrekende toewijzingen 2005 dient de verdeelsleutel, gebaseerd op de in elke gewest gelokaliseerde personenbelasting, te worden toegepast om de exacte middelen per gewest te bekomen.

Pour toutes les années budgétaires ultérieures, et donc également pour la fixation définitive des attributions des années budgétaires 2006 à 2009 incluse et pour l’estimation probable des attributions de l’année budgétaire 2010 et l’estimation initiale de l’année budgétaire 2011, on part des attributions de l’année budgétaire 2005 qui ont été recalculés à 2 % mais limités au maximum de 0,25 p.c. comme expliqué ci-avant.

Voor alle volgende begrotingsjaren, en dus voor de definitieve vaststelling van de toewijzingen van de begrotingsjaren 2006 tot en met 2009, de vermoedelijke raming van het begrotingsjaar 2010 en de initiële raming van het begrotingsjaar 2011, wordt uitgegaan van de aldus à 2 % herrekende maar tot voormelde limiet van 0,25 % beperkte toewijzingen van het begrotingsjaar 2005.

Les moyens déterminés de la façon expliquée ciavant qui seront prélevés en 2011 sur le produit de l’impôt des personnes physiques conformément à l’article 33 de la loi spéciale de financement, sont estimés à (hors solde t-1):

De aldus vastgestelde middelen die, overeenkomstig artikel 33 van de bijzondere financieringswet, in 2011 worden vooraf genomen op de opbrengst van de personenbelasting, worden geraamd op (exclusief saldo t-1):

(EUR)

(EUR)

8 487 979 706 3 810 750 508 1 141 274 437

Vlaamse Gewest 8 487 979 706 Waalse Gewest 3 810 750 508 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1 141 274 437

Région flamande Région wallonne Région de Bruxelles-Capitale Total

13 440 004 651

Totaal

13 440 004 651

DOC 53

0555/001

119

Le détail du montant ajusté qui sera prélevé en 2011 sur le produit de l’IPP est repris dans le tableau cidessous.

Het detail van het initieel bedrag dat in 2011 zal vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting, wordt vermeld in onderstaande tabel.

TABLEAU 17 Estimation initiale 2011 Parties attribuées IPP (x 1 000 EUR) parts attribuées IPP (art. 33, § 4, hors art. 33bis et 48, LSF) — toegewezen gedeelten PB (art. 33, § 4, excl. art. 33bis en 48, BFW)




2011: prélèvement sur l’IPP selon l’estimation initiale 2011 voorafneming op PB volgens initiële raming 2011 2011: montant initial qui est prélevé sur l’IPP en 2011 - initieel bedrag van de voorafneming op PB in 2011

TABEL 17 Initiële raming 2011 Toegewezen gedeelten PB (x 1 000 EUR) Région flamande — Vlaamse Gewest

Région wallonne — Waals Gewest

Région de BruxellesCapitale — Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Total — Totaal

17 109,268

6 646,461

23 998,948

-299 768,270

Art. 53 & 33, § 4

5 881 950,425

3 553 477,724

908 489,443

12 842 111,526

Art. 53

5 899 059,692

3 560 124,185

932 488,390

12 542 343,256

Ces moyens sont compris dans la totalité des produits d’impôts attribués pour l’année budgétaire 2011 qui est reprise par région à l’article 35 du présent projet de loi.

Deze bedragen zijn vervat in de totaliteit van de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per gewest in artikel 35 van onderhavig ontwerp zijn opgenomen.

6.1.2. Intervention de solidarité nationale

6.1.2. Nationale solidariteitstussenkomst

L’intervention de solidarité nationale est attribuée à/ aux région(s) dont le produit moyen de l’impôt des personnes physiques par habitant est inférieur au produit moyen de l’impôt des personnes physiques par habitant pour l’ensemble du Royaume. Le montant de l’intervention de solidarité nationale s’obtient en multipliant le montant de base indexé (468 BEF ou 11,60 EUR à indexer dès l’année budgétaire 1989), par le nombre d’habitants de la région concernée et par le nombre de points de pourcentage de différence en moins que présente le produit moyen de l’impôt des personnes physiques dans la région concernée par rapport à la moyenne nationale. Sur la base des résultats de l’exercice d’imposition 2009 et du nombre d’habitants au 1er janvier 2009, les divergences par rapport à la moyenne nationale s’élèvent à20 21:

De nationale solidariteitstussenkomst wordt toegekend aan het/de gewest(en) waarvan de gemiddelde opbrengst van de personenbelasting per inwoner lager ligt dan de gemiddelde opbrengst van de personenbelasting per inwoner voor het Rijk. Het bedrag van de nationale solidariteitstussenkomst wordt bekomen door het product van het geïndexeerde basisbedrag (hetzij 468 BEF of 11,60 EUR te indexeren vanaf het begrotingsjaar 1989), het aantal inwoners van het betrokken gewest en het aantal procentpunten dat voormelde gemiddelde opbrengst van de personenbelasting in het betrokken gewest lager ligt dan het nationaal gemiddelde. De divergenties ten opzichte van het nationaal gemiddelde bedragen op basis van het aanslagjaar 2009 en het inwonersaantal op 1 januari 2009 (bevolkingcijfers volgens NIS raming van oktober 2010)20 21:

20

20

21

Il s’agit de « chiffres provisoires » qui ont été communiqués par l’INS (on line) le 11 octobre 2010. Selon l’INS ces chiffres se trouvent dans la phase de contrôle et les divergences avec les chiffres définitifs seront très limitées. L’INS prévoit pouvoir fournir les chiffres de population définitifs vers mi – novembre. La fixation définitive des moyens attribués pour l’année budgétaire – sur base de l’exercice d’imposition 2009 et la population au 1er janvier 2009 – devra évidemment s’effectuer sur base des chiffres de population définitifs. Les attributions définitives pour l’année 2010 ne seront fixées qu’après l’échéance de l’année en question, donc au courant de l’année 2011.

21

Het betreft “voorlopige cijfers” die door het NIS (online) werden bekendgemaakt op 11 oktober 2010. Volgens het NIS bevinden deze cijfers zich in de fase van controle en zullen zij slechts weinig verschillen van de definitieve cijfers. De definitieve bevolkingscijfers zullen volgens het NIS midden november volgen. De definitieve vaststelling van de toegewezen middelen voor het begrotingsjaar 2010 – op basis van het aanslagjaar 2009 en de bevolking op 1 januari 2009 – dient uiteraard te geschieden op basis van de definitieve bevolkingscijfers. De definitieve toewijzingen 2010 worden echter slechts na verloop van het jaar bepaald, dus in de loop van 2011.

120

DOC 53

0555/001

— pour la Région flamande: +9,382 % (contre + 9,810 % l’année précédente) — pour la Région wallonne: - 12,276 % (contre - 13,028 % l’année précédente) — pour la Région de Bruxelles-Capitale: - 14,575 % (contre - 14,699 % l’année précédente)

— voor het Vlaamse Gewest: + 9,382 % (t.o.v. + 9,810 % het voorgaande jaar) — voor het Waalse Gewest: - 12,276 % (t.o.v. -13,028 % het voorgaande jaar) — voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest:-14,575 % (t.o.v. -14,699 % het vorige jaar)

L’évolution de l’IPP par capita en Flandre est moins favorable que la moyenne nationale (pourcentage d’accroissement nominal de +2,83 % en Flandre contre +3,23 % au niveau national). Ceci s’explique par une baisse de la part régionale dans l’IPP de 63,431 % à 63,155 % (soit -0,276), qui est liée à une baisse de la part régionale dans la population totale qui évolue de 57,764 % à 57,738 % (soit -0,026).

De PB per capita in Vlaanderen evolueerde minder gunstig dan het nationaal gemiddelde (nominaal stijgingspercentage van +2,83 % in Vlaanderen t.o.v. +3,23 % nationaal). Dit wordt verklaard door een afname van het regionaal aandeel in de personenbelasting van 63,431 % naar 63,155 % (hetzij -0,276), gekoppeld aan een daling van het gewestelijk aandeel in de totale bevolking dat evolueert van 57,764 % naar 57,738 % (hetzij -0,026).

Dans les deux autres régions le pourcentage d’accroissement nominal de l’IPP par capita est supérieure à la moyenne nationale (respectivement +4,12 % et +3,38 % contre +3,23 % au niveau national). Pour la Région wallonne (+4,12 %) ceci découle d’une augmentation de la part régionale dans l’IPP de 28,185 % à 28,354 % (soit +0,169) et d’une baisse légère de la part régionale dans la population totale de 32,407 % à 32,322 % (soit -0,085). Dans la Région de Bruxelles – Capitale (+3,38 %) cette évolution est due à une hausse de la part régionale dans l’IPP de 8,385 % à 8,492 % (soit +0,107) et une forte hausse de la part régionale dans la population totale, soit de 9,829 % à 9,940 % (soit +0,111).

In de twee andere gewesten lag het nominaal stijgingspercentage van de PB per capita hoger dan het nationaal gemiddelde (+4,12 % respectievelijk +3,38 % t.o.v. +3,23 % nationaal). In het Waalse Gewest (+4,12 %) is dit het gevolg van een toename van het regionaal aandeel in de personenbelasting van 28,185 % naar 28,354 % (hetzij +0,169) en een geringere afname van het gewestelijk aandeel in de totale bevolking van 32,407 % naar 32,322 % (hetzij -0,085). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+3,38 %) is die evolutie toe te schrijven aan een stijging van het regionaal aandeel in de personenbelasting van 8,385 % naar 8,492 % (hetzij +0,107) en een sterke toename van het gewestelijk aandeel in de totale bevolking, hetzij van 9,829 % naar 9,940 % (hetzij +0,111).

Ces évolutions ne changent pourtant pas l’image globale en matière de divergences régionales de l’IPP par capita en comparaison avec la moyenne nationale: en Région wallonne et en Région bruxelloise cette divergence est toujours négative, en Région flamande la divergence reste positive.

Deze evoluties wijzigen het globale beeld van de regionale divergenties van de PB per capita in vergelijking met het nationaal gemiddelde echter niet: in het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is die divergentie nog steeds negatief, in het Vlaamse Gewest blijft de afwijking positief.

Au cours de la période 2000 – 2010 (resp. ex. d’imp. 1999 – 2009) la divergence négative par rapport à la moyenne nationale s’est accrue en Région wallonne de –11,899 % à –12,276 % (soit une détérioration de la capacité fiscale de 0,378).

Over de periode 2000 – 2010 (resp. aj. 1999 – 2009) is de negatieve afwijking ten opzichte van het nationaal gemiddelde in het Waalse Gewest toegenomen van –11,899 % tot -12,276 % (hetzij een achteruitgang van de fiscale capaciteit met 0,378).

En Région de Bruxelles-Capitale la divergence négative a évoluée de –3,218 % à -14,575 % (soit une chute de 11,357).

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest evolueerde de negatieve divergentie over diezelfde periode van –3,218 % naar –14,575 % (hetzij een terugval met 11,357).

Au cours de cette même période, la divergence positive en Région flamande a augmentée de +7,208 % à +9,382 % (soit une amélioration de 2,173).

In diezelfde periode is de positieve divergentie in het Vlaamse Gewest opgelopen van +7,208 % tot +9,382 % (hetzij een verbetering met 2,173).

Les divergences négatives plus faibles qui sont constatées dans les deux régions premièrement citées ont un impact sur le montant de l’intervention de solidarité nationale. Toute modification de l’intervention de

De lagere negatieve afwijkingen in de twee eerstgenoemde gewesten hebben een impact op het bedrag van de nationale solidariteitstussenkomst. Elke wijziging in de nationale solidariteitstussenkomst ten opzichte van

DOC 53

0555/001

121

solidarité nationale par rapport au montant de l’intervention fixé définitivement pour l’année budgétaire 1999 est imputable à l’autorité fédérale.

het definitief vastgestelde bedrag van de tussenkomst voor het begrotingsjaar 1999 is voor rekening van de federale overheid.

Comparé à l’année budgétaire 2009 (soit l’exercice d’imposition 2008), l’écart négatif en Région wallonne a diminué ce qui signifie une amélioration de la capacité fiscale. La divergence négative a diminué de –13,028 % à -12,276 %, soit +0,752. Ceci signifie une nouvelle amélioration après avoir connu déjà deux années consécutives d’amélioration (exercices d’imposition 2006 et 2007) qui ont été suivies d’une année de détérioration (exercice d’imposition 2008). Cette évolution positive provoque pour l’année budgétaire 2010 une baisse du montant de l’intervention de solidarité nationale à prix constants par rapport à l’année budgétaire antérieure (-5,22 %) et ce malgré une hausse de la population en 2009 s’élevant à 0,58 %.

In vergelijking met het begrotingsjaar 2009 (hetzij het aanslagjaar 2008), is de negatieve afwijking in het Waalse Gewest afgenomen wat een verbetering van de fiscale capaciteit betekent. De negatieve divergentie daalde van -13,028 % naar -12,276 %, hetzij +0,752. Na twee opeenvolgende jaren van verbetering (aanslagjaren 2006 en 2007), gevolgd door een jaar van verslechtering (aanslagjaar 2008), heeft er zich dit jaar dus opnieuw een verbetering voorgedaan (aanslagjaar 2009). Deze positieve evolutie heeft tot gevolg dat in constante prijzen het bedrag van de nationale solidariteitstussenkomst voor het begrotingsjaar 2010, in vergelijking met het voorgaande begrotingsjaar, sterk afneemt (-5,22 %), ondanks een toename van de bevolking met 0,58 % in de loop van 2009.

En Région de Bruxelles-Capitale l’amélioration d’une année à l’autre, qui avait été constatée pour l’année budgétaire 2006 (exercice d’imposition 2005), représentait jusqu’à ce jour l’exception au trend général qui est à la baisse et qui reflète une capacité fiscale dégradante. Néanmoins, sur la base des résultats du dernier exercice d’imposition 2009, la divergence négative diminue à nouveau, bien que très faiblement: de -14,699 % à -14,575 %, soit une amélioration de 0,124. Le montant de l’intervention de solidarité nationale pour l’année budgétaire 2010, exprimé à prix constants , augmente légèrement de 1,13 % par rapport à l’année budgétaire précédente tandis que la population s’est accrue de 1,99 % en 2009.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormde de jaar op jaar verbetering die in het begrotingsjaar 2006 (aanslagjaar 2005) werd vastgesteld tot op heden de uitzondering op de algemeen neerwaarts gerichte trend van afnemende fiscale capaciteit. Voor het laatst gekende aanslagjaar 2009 wordt echter opnieuw een verbetering vastgesteld, zij het zeer gering: de negatieve afwijking evolueerde van -14,699 % naar -14,575 %, hetzij een verbetering met 0,124. Uitgedrukt in constante prijzen neemt het bedrag van de nationale solidariteitstussenkomst licht toe met 1,13 %, terwijl de bevolkingsaangroei in de loop van 2009 1,99 % bedraagt.

La totalité de l’intervention de solidarité nationale qui est attribuée pour l’année budgétaire 2010 à la Région wallonne et à la Région de Bruxelles-Capitale diminue de 3,60 % à prix constants. Pour l’année budgétaire 2011 (hors solde t-1) aucune croissance réelle n’est enregistrée puisque tant l’exercice d’imposition que le nombre d’habitants sont identiques à l’année budgétaire 2010, en attendant les résultats de l’exercice d’imposition 2010 et le nombre d’habitants au 1er janvier 2010 qui s’y rapporte.

De totale nationale solidariteitstussenkomst die aan het Waalse en het Brusselse Gewest voor het begrotingsjaar 2010 wordt toegekend, daalt met 3,60 % in constante prijzen. Voor het begrotingsjaar 2011 (excl. saldo t-1) is er geen reële groei omdat, in afwachting van de resultaten van het aanslagjaar 2010 en het overeenstemmende inwonersaantal op 1 januari 2010, hetzelfde aanslagjaar en inwonersaantal wordt toegepast als voor het begrotingsjaar 2010.

Le détail du montant initial qui sera prélevé en 2011 sur le produit de l’IPP est repris dans le tableau cidessous.

Het detail van het initieel bedrag dat in 2011 zal vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting wordt vermeld in onderstaande tabel.

122

DOC 53

TABLEAU 18 estimation initiale 2011 Détail de l’intervention de solidarité nationale (x 1 000 EUR)

TABEL 18 Initiële raming 2011 Detail nationale solidariteitstussenkomst (x 1 000 EUR)

Intervention de solidarité nationale prélevée sur l’ IPP — Nationale solidariteitstussenkomst voorafgenomen op PB




0,000

-39 637,485

4 636,250

-35 001,235


Art. 53 & 48

0,000

810 070,904

295 776,070

1 105 846,974

Art. 53

0,000

770 433,419

300 412,320

1 070 845,739

2011: montant initial qui est prélevé sur l’IPP en 2011 - initieel bedrag van de voorafneming op PB in 2011

Région flamande — Vlaamse Gewest

0555/001



Total — Totaal

Ces montants sont prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques et ils sont compris dans la totalité du produit d’impôt attribué pour l’année budgétaire 2011 qui figure, pour chacune des régions, à l’article 35 du présent projet de loi.

Voormelde bedragen worden vooraf genomen op de opbrengst van de personenbelasting en zijn vervat in de totaliteit van de toegewezen belastingopbrengst die voor het begrotingsjaar 2011 per gewest in artikel 35 van onderhavig wetsontwerp is opgenomen.

6.1.3. Diminution visée à l’article 33bis (terme négatif)

6.1.3.Vermindering bedoeld in artikel 33bis (negatieve term)

Le montant de base de la diminution visé à l’article 33bis correspond aux recettes moyennes en matière d’impôts régionaux (intérêts et amendes compris), pour les années budgétaires 1999-2001, exprimé en prix de 2002, qui sont transférés aux régions, de surplus, suite à l’extension des compétences fiscales des régions, soit:

Het basisbedrag van de in artikel 33bis bedoelde vermindering stemt overeen met de gemiddelde ontvangsten inzake gewestelijke belastingen (inclusief interesten en boeten) voor de begrotingsjaren 1999-2001, vooraf uitgedrukt in prijzen van 2002, die ingevolge de uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten bijkomend naar de gewesten worden overgeheveld, hetzij:

— les droits d’enregistrement sur les transmissions à titre onéreux de biens immeubles situés en Belgique à concurrence de 58,592 % (soit la partie non attribuée jusqu’à l’année budgétaire 2001) — les droits d’enregistrement sur la constitution d’une hypothèque sur un bien immeuble situé en Belgique; — les droits d’enregistrement sur les partages partiels ou totaux de biens immeubles situés en Belgique, les cessions à titre onéreux, entre copropriétaires, de parties indivises de tels biens, et les conversions prévues aux articles 745quater et 745quinquies du Code civil, même s’il n’y a pas indivision;

— het registratierecht op de overdrachten ten bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen a rato van 58,592 % (hetzij het tot en met begrotingsjaar 2001 niet toegewezen gedeelte van de opbrengst); — het registratierecht op de vestiging van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed; — het registratierecht op de gedeeltelijke of gehele verdeling van in België gelegen onroerende goederen, de afstanden onder bezwarende titel, onder medeëigenaars, van onverdeelde delen in soortgelijke goederen, en de omzettingen bedoeld in de artikelen 745quater en 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien er geen onverdeeldheid is; — het registratierecht op de schenkingen onder de levenden van roerende en onroerende goederen; — de verkeersbelasting op de autovoertuigen — de belasting op de in verkeerstelling; — het eurovignet — het kijken luistergeld

— les droits d’enregistrement sur les donations entre vifs de biens meubles ou immeubles; — la taxe de circulation sur les véhicules automobiles; — la taxe de mise en circulation; — l’euro vignette; — la redevance radio et télévision;

DOC 53

0555/001

123

À partir de l’année budgétaire 2003, ce montant de base est annuellement adapté au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation et à 91 % du taux de croissance réelle respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut.

Vanaf het begrotingsjaar 2003 wordt dit basisbedrag (exclusief het gedeelte kijken luistergeld) jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan 91 % van de reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product. Het gedeelte kijken luistergeld wordt jaarlijks geïndexeerd.

Pour l’année budgétaire 2002 le montant du “terme négatif” est égale au montant de base. Le montant de base qui est retenu dans le présent projet a été fixé en collaboration avec les administrations fiscales fédérales et après concertation avec les communautés et les régions. Ce montant de base 2002 du terme négatif a été approuvé à la Conférence Interministérielle des Finances et du Budget du 13 février 2004. Cela permet l’exécution de l’article 33bis, § 1er de la loi spéciale de financement, qui prévoit que le montant de base soit fixé par le Roi par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, après concertation préalable avec les Gouvernements de région22.

Voor het begrotingsjaar 2002 is het bedrag van de “negatieve term” gelijk aan het basisbedrag. Het in onderhavig ontwerp opgenomen basisbedrag van de dotatie werd vastgesteld in samenspraak met de federale fiscale administraties en na overleg met de gemeenschappen en gewesten. Op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 13 februari 2004 werd het basisbedrag 2002 van de negatieve term goedgekeurd zodat uitvoering kan gegeven worden aan artikel 33bis, § 1, eerste lid van de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989 overeenkomstig hetwelk dit basisbedrag bij koninklijk besluit na overleg in de Ministerraad en na voorafgaand overleg met de gewestregeringen dient vastgesteld te worden22 (22).

En absence d’indications nécessitant le mécanisme visé à l’article 33bis, § 2 de la loi spéciale de financement (ledit filet de sécurité), celui-ci n’a pas été appliqué aux années 2003-2011.

Er waren geen aanwijzingen om het mechanisme bedoeld in artikel 33bis, § 2 (zogenaamde vangnet) voor de jaren 2003 – 2011 in te roepen.

Le montant de base de la diminution visée à l’article 33bis, § 1er (terme négatif) a été fixé sur base des recettes, telles qu’elles figurent dans le tableau qui suit:

Het basisbedrag van de in artikel 33bis, § 1 bedoelde aftrek (negatieve term) werd afgeleid op basis van de ontvangsten opgenomen in onderstaande tabel:

22

22

Voir également la remarque sur l’examen de la problématique liée à la taxe de circulation complémentaire: point 4 “Impôts régionaux , y compris les intérêts et amendes”.

Zie eveneens de opmerking aangaande het onderzoek van de problematiek betreffende de aanvullende verkeersbelasting: punt 4 “Gewestelijke belastingen, met inbegrip van interesten en boeten”.

124

DOC 53

TABLEAU 19

TABEL 19

Montant de base art. 33bis, § 1 (EUR)

Terme négatif — Negatieve term

0555/001

Région flamande — Vlaams Gewest

(art. 33bis, BFW / LSF)

Basisbedrag vermindering art. 33bis, § 1 (EUR)


Région de Bruxelles-Capitale — Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Total — Totaal

Exprimé en prix courants - Uitgedrukt in lopende prijzen

Art. 3, 7°, a) 1999

107 554 419

51 530 760

22 868 669

2000

72 958 236

34 955 266

15 512 684

181 953 847 123 426 186

2001

76 050 059

36 436 600

16 170 080

128 656 739

13 682 956

6 227 779

1 792 344

21 703 078

2000

16 142 918

7 347 427

2 114 577

25 604 922

2001

16 688 361

7 595 685

2 186 025

26 470 071

1999

35 776 678

14 053 942

4 549 782

54 380 403

2000

38 952 007

15 301 288

4 953 594

59 206 889

2001

39 767 449

15 621 613

5 057 295

60 446 357

1999

642 901 330

277 099 680

97 077 520

1 017 078 530

2000

640 327 413

271 494 371

137 196 181

1 049 017 965

2001

670 102 245

287 242 032

102 741 607

1 060 085 883

145 165 278

55 370 423

34 175 098

234 710 798

2000

129 117 567

49 249 341

30 397 114

208 764 021

2001

170 899 456

65 186 215

40 233 489

276 319 160

1999

62 479 915

22 746 309

4 544 751

89 770 976

2000

62 656 871

22 744 153

4 161 405

89 562 429

2001

70 600 292

26 117 720

4 504 918

101 222 930

1999

11 052 379

4 478 838

1 824 727

17 355 945

2000

10 796 931

4 452 714

2 085 138

17 334 783

2001

9 382 413

4 095 902

1 404 916

14 883 231

Art. 3, 7°, b) 1999

Art. 3, 8°

Art. 3, 10°

Art. 3, 11° 1999

Art. 3, 12°

Art. 4, § 5 (partim)

Art. 3, 6° (à 58,592 %) 1999

571 587 012

220 859 182

159 536 926

951 983 120

2000

583 845 692

218 893 885

160 175 124

962 914 701

2001

601 710 255

237 451 647

160 573 111

999 735 014

DOC 53

0555/001


125





Total — Totaal

Exprimé en prix courants - Uitgedrukt in lopende prijzen

Art. 3, 9° 1999

422 098 405

192 290 247

50 167 411

2000

426 679 074

205 967 584

51 728 052

664 556 063 684 374 710

2001

437 493 914

222 599 370

52 516 620

712 609 904

Total - Totaal 1999

2 012 298 372

844 657 159

376 537 228

3 233 492 759

2000

1 981 476 709

830 406 029

408 323 869

3 220 206 607

2001

2 092 694 444

902 346 784

385 388 061

3 380 429 289

Le montant de base 2002 s’obtient en convertant les données ci-dessus, par région, en prix de 2002 et en calculant ensuite la moyenne des années budgétaires 1999-2001. La conversion en prix 2002 s’effectue sur base des taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation précisés ci-après:

— 2000: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . — 2001: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . — 2002: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Wanneer bovenstaande gegevens, per gewest, worden omgerekend in prijzen 2002 en het gemiddelde hiervan wordt berekend voor de begrotingsjaren 1999-2001, wordt het basisbedrag 2002 bekomen. De omrekening naar prijzen 2002 gebeurde op basis van de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen voor: — 2000: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . — 2001: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . — 2002: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

2,55 % 2,47 % 1,64 %

2,55 % 2,47 % 1,64 %

TABLEAU 20

TABEL 20

Montant de base 2002 terme négatif 1999 - 2001 (EUR)

Basisbedrag 2002 negatieve term 1999 - 2001 (EUR)






Total — Totaal

Exprimé en prix 2002 - Uitgedrukt in prijzen 2002

Totaal - Total 1999

2 149 262 361

902 147 448

402 165 654

3 453 575 463

2000

2 063 718 058

864 872 098

425 271 384

3 353 861 540

2001

2 127 014 633

917 145 272

391 708 425

3 435 868 330

Montant de base 2002 du terme négatif Basisbedrag 2002 van negatieve term

2 113 331 684

894 721 606

406 381 821

3 414 435 111

126

DOC 53

Afin d’obtenir la fixation définitive du terme négatif pour l’année budgétaire 2009, l’estimation probable du terme négatif pour l’année budgétaire 2010 et l’estimation initiale pour l’année budgétaire 2011, sur lequel se base les données repris dans le tableau ci-dessous, ce montant de base doit a été adapté au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation des années 2003 à 2009 incluse et aux prévisions en la matière pour les années 2010 et 2011 (voir tableau1).

Dat basisbedrag werd vervolgens aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen voor de jaren 2003 tot en met 2009 en de verwachtingen dienaangaande voor de jaren 2010 en 2011 (zie tabel 1) om te komen tot de definitieve vaststelling van de negatieve term voor het begrotingsjaar 2009, de vermoedelijke raming voor het begrotingsjaar 2010 en de initiële raming voor het begrotingsjaar 2011 op basis waarvan de gegevens in de volgende tabel werden afgeleid.

TABLEAU 21

TABEL 21

estimation initiale 2011 Détail du terme négatif (x 1 000 EUR)

Initiële raming 2011 Detail negatieve term (x 1 000 EUR)



2010 solde de décompte probable 2010 vermoedelijk afrekeningsaldo 2010

Art. 54, § 1, derde lid alinéa 3

2011 prélèvement sur l’IPP selon l’estimation initiale 2011 voorafneming op PB volgens initiële raming 2011 2011 montant initial qui est prélevé sur l’IPP en 2011 initieel bedrag van de voorafneming op PB in 2011

0555/001


Région wallonne — Waalse Gewest


Total — Totaal

20 632,943

8 602,236

4 131,018

33 366,197

Art. 53 en 33bis

2 747 123,867

1 159 777,469

532 273,746

4 439 175,082

Art. 53

2 767 756,810

1 168 379,705

536 404,764

4 472 541,279

Ces montants sont pris en compte dans la détermination des produits d’impôts attribués pour l’année budgétaire 2011 qui figurent, par région, à l’article 35 du présent projet de loi.

Voormelde bedragen stemmen overeen met de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per gewest in artikel 35 van onderhavig wetsontwerp zijn opgenomen.

6.2. Moyens supplémentaires suite au nouveau transfert de compétences

6.2. Bijkomende middelen ingevolge nieuwe bevoegdheidsoverheveling

Les articles 35ter à 35septies règlent la fixation des moyens supplémentaires qui se rapportent aux compétences transférées par l’autorité fédérale aux régions à partir de l’année 1993 et 2002 respectivement. Il s’agit des compétences en matière de:

In de artikelen 35ter tot 35septies wordt de vaststelling van de middelen geregeld die verband houden met de bevoegdheden die door de federale overheid aan de gewesten worden overgeheveld met ingang van het begrotingsjaar 1993 respectievelijk 2002. Het betreft inzonderheid de bevoegdheden inzake:

DOC 53

0555/001

127

— à partir de 1993:

agriculture (art. 35ter)

— vanaf 1993:

landbouw (art. 35ter)

— à partir de 2002:

agriculture et pêche maritime (art. 35quater) recherche scientifique en matière d’agriculture (art. 35quinquies) commerce extérieur (art. 35sexies) loi provinciale et communale (art. 35septies)

— vanaf 2002:

landbouw en zeevisserij (art. 35quater) wetenschappelijk onderzoek inzake landbouw (art. 35quinquies) buitenlandse handel (art. 35sexies) provincie- en gemeentewet (art. 35septies)

6.2.1. Moyens supplémentaires agriculture (art. 35ter)

6.2.1. Bijkomende middelen landbouw (art. 35ter)

Evolution: adaptation annuelle au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut

Evolutie: jaarlijkse aanpassing van het totale bedrag aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product

Clé de répartition:

Verdeelsleutel:

— Région flamande — Région wallonne

clé fixe à partir de l’année budgétaire 2000 61,96 % 38,04 %

— Vlaamse Gewest: — Waalse Gewest:

vaste sleutel met ingang van het begrotingsjaar 2000 61,96 % 38,04 %

6.2.2. Moyens supplémentaires agriculture et pêche maritime (art. 35quater)

6.2.2. Bijkomende middelen landbouw en zeevisserij (art. 35quater)

Evolution: les montants fixés pour la Région flamande et la Région wallonne sont annuellement adaptés au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut

Evolutie: jaarlijkse aanpassing van de voor het Vlaamse en het Waalse Gewest bepaalde bedragen aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product

Clé de répartition: selon les montants fixés par région pour l’année budgétaire 2002

Verdeelsleutel: volgens de per gewest vastgestelde bedragen voor het begrotingsjaar 2002

6.2.3. Moyens supplémentaires recherche scientifique en matière d’agriculture (art. 35quinquies)

6.2.3. Bijkomende middelen wetenschappelijk onderzoek inzake landbouw (art. 35quinquies)

Evolution: les montants fixés pour la Région flamande et la Région wallonne sont annuellement adaptés au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut

Evolutie: jaarlijkse aanpassing van de voor het Vlaamse en het Waalse Gewest bepaalde bedragen aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product



128

DOC 53

0555/001

6.2.4. Moyens supplémentaires commerce extérieur (art. 35sexies)

6.2.4. Bijkomende middelen buitenlandse handel (art. 35sexies)

Evolution: les montants fixés pour chacune des régions sont annuellement adaptés au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut

Evolutie: jaarlijkse aanpassing van de per gewest bepaalde bedragen aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product



6.2..5. Moyens supplémentaires loi communale et provinciale (art. 35septies)

6.2.5. Bijkomende middelen provincie- en gemeentewet (art. 35septies)

Evolution: adaptation annuelle au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle respectivement du revenu national brut et du produit intérieur brut

Evolutie: jaarlijkse aanpassing aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen respectievelijk het bruto binnenlands product

Clé de répartition: la clé de répartition est déterminée annuellement selon la part de chaque région dans le total du montant obtenu en application des articles 33, § 4, 35, 35ter, 35quater, 35quinquies, 35sexies et 48 pour les trois régions réunies.

Verdeelsleutel: jaarlijks te bepalen verdeelsleutel volgens het aandeel van elk gewest in het totaal van het met toepassing van de artikelen 33, § 4, 35, 35ter, 35quater, 35quinquies, 35sexies en 48 voor de drie gewesten samen verkregen bedrag

Pour les années budgétaires 2010 (attributions probables) et 2011 (estimation initiale) cette clé de répartition est estimée à:

Voor de begrotingsjaren 2010 (vermoedelijke toewijzingen) en 2011 (initiële toewijzingen) wordt die verdeelsleutel bepaald op:

TABLEAU 22

TABEL 22

Répartition selon l’art. 35septies, troisième alinéa, LSF

Verdeling volgens art. 35septies, derde lid, BFW

2010 Répartition art. 35septies, 3ième alinéa, LSF — Verdeling art. 35septies, 3de lid, BFW Région flamande — Vlaamse Gewest



initial — initieel

2010 ajusté — aangepast

2010

2011

2011

probable — vermoedelijk

indicatif actual. — geactual. indicatief /

initial — initieel

58,164%

58,215%

58,150%

58,294%

58,227%

32,251%

32,213%

32,140%

32,153%

32,082%

9,585%

9,572%

9,710%

9,553%

9,691%

DOC 53

0555/001

129

6.3. Transferts totaux aux régions qui sont prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques

6.3. Totale overdrachten aan de gewesten die vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting

Les tableaux ci-dessous donne un aperçu du montant ajusté total qui sera prélevé en 2011 sur le produit de l’IPP.

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van het initieel totaal bedrag dat in 2011 zal vooraf genomen worden op de opbrengst van de personenbelasting.

TABLEAU 23

TABEL 23

Estimation initiale 2011 Prélèvements régions sur l’IPP (x 1 000 EUR)

Initiële raming 2011 Voorafnemingen gewesten op PB (x 1 000 EUR)

parts attribuées IPP — toegewezen gedeelten PB


2010: solde de décompte probable 2010 vermoedelijk afrekeningsaldo 2010 -

Art. 54, § 1, derde lid alinéa 3

2011: estimation initiale des attributions IPP (hors solde t-1) initiële raming toewijzingen PB (excl saldo t-1)

Art. 33, § 4

2011: moyens supplémentaires compétences transférées - bijkomende middelen overgehevelde bevoegdheden

Art. 35octies

-agriculture - landbouw

Art. 35ter

- agriculture & pêche maritime landbouw & zeevisserij

Art. 35quater

- recherche scientifique agriculture wetenschappelijk onderzoek landbouw -

Art. 35quinquies

- commerce extérieur - buitenlandse handel

Art. 35sexies

- loi provenciale et communale provincie- en gemeentewet

Art. 35septies

2011: Terme négatif - negatieve term

Art. 33bis

- montant terme négatif - bedrag negatieve term

Art. 33bis, § 1

- correction de transition - overgangscorrectie

Art. 33bis, § 2

2011: intervention de solidarité nationale Nationale solidariteitstussenkomst

Art. 48

2011: estimation initiale des attributions IPP (hors solde t-1) - initiële raming toewijzingen PB (excl saldo t-1)

Art. 34

2011: montant initial qui est prélevé sur l'IPP en 2011 - initieel bedrag van de voorafneming op de PB in 2011

Art. 53, 3° & art. 34, 35octies




Total — Totaal

17 109,268

6 646,461

23 998,948

47 754,676

8 487 979,706

3 810 750,508

1 141 274,437

13 440 004,651

141 094,585

92 433,782

3 712,681

237 241,048

66 068,238

40 562,230

0,000

106 630,467

28 993,552

17 797,759

1 228,118

48 019,429

28 688,182

25 800,444

0,000

54 488,626

12 577,510

5 646,780

1 691,143

19 915,434

4 767,104

2 626,569

793,420

8 187,092

2 747 123,867

1 159 777,469

532 273,746

4 439 175,082

2 747 123,867

1 159 777,469

532 273,746

4 439 175,082

0,000

0,000

0,000

0,000

0,000

810 070,904

295 776,070

1 105 846,974

5 881 950,425

3 553 477,724

908 489,443

10 343 917,592

5 899 059,692

3 560 124,185

932 488,390

10 391 672,268

130

DOC 53

0555/001

Les moyens retenus au tableau 23 correspondent aux produits d’impôts attribués pour l’année budgétaire 2011 qui sont repris, par région, à l’article 35 du présent projet de loi.

De middelen weerhouden in tabel 23 stemmen overeen met de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per gewest in artikel 35 van onderhavig wetsontwerp zijn opgenomen.

7. Transferts à la Commission communautaire flamande et à la Commission communautaire française ainsi qu’aux communes de la Région de Bruxelles-Capitale

7. Overdrachten aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschapscommissie en aan de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest

En vertu de l’article 65bis de la loi spéciale de financement des moyens spéciaux à charge de l’autorité fédérale sont accordés à la Commission communautaire française et à la Commission communautaire flamande à partir de l’année budgétaire 2002. Pour l’année budgétaire 2002 ce transfert est égale à 24.789.352,48 EUR.

Krachtens artikel 65bis van de bijzondere financieringswet worden ten laste van de federale overheid met ingang van het begrotingsjaar 2002 jaarlijks bijzondere middelen toegekend aan de Franse en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Voor het begrotingsjaar 2002 is deze overdracht gelijk aan 24.789.352,48 EUR

Évolution: adaptation annuelle au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle respectivement du revenu national brut à partir de l’année budgétaire 2003 et du produit intérieur brut à partir de l’année budgétaire 2006

Evolutie: jaarlijkse aanpassing aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen vanaf begrotingsjaar 2003 respectievelijk van het bruto binnenlands product vanaf begrotingsjaar 2006

Clé de répartition: clé fixe: 80 % pour la Commission communautaire française et 20 % pour la Commission communautaire flamande

Verdeelsleutel: vaste sleutel 80 % Franse Gemeenschapscommissie en 20 % Vlaamse Gemeenschapscommissie

En vertu de l’article 46bis de la loi spéciale sur les institutions bruxelloises, des moyens spéciaux à charge de l’autorité fédérale sont répartis, à partir de l’année budgétaire 2002, entre les communes de la Région de Bruxelles-Capitale dont le collège des bourgmestre et échevins est composé conformément à l’article 279 de la nouvelle loi communale ou dont le centre public d’aide sociale est présidé conformément au même article. Pour l’année budgétaire 2002 ce transfert est égale à 24 789 352,48 EUR .

Krachtens artikel 46bis van de bijzondere wet op de Brusselse instellingen worden ten laste van de federale overheid met ingang van het begrotingsjaar 2002 jaarlijks bijzondere middelen verdeeld onder de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarvan het college van burgemeester en schepenen is samengesteld in overeenstemming met artikel 279 van de nieuwe gemeentewet of waarvan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt voorgezeten in overeenstemming met het voormelde artikel. Voor het begrotingsjaar 2002 is deze overdracht gelijk aan 24 789 352,48 EUR.

Évolution: adaptation annuelle au taux de fluctuation de l’indice moyen des prix à la consommation ainsi qu’ à la croissance réelle respectivement du revenu national brut à partir de l’année budgétaire 2003 et du produit intérieur brut à partir de l’année budgétaire 2006

Evolutie: jaarlijkse aanpassing aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen en aan de reële groei van het bruto nationaal inkomen vanaf begrotingsjaar 2003 respectievelijk van het bruto binnenlands product vanaf begrotingsjaar 2006

Ces deux transferts sont prélevés sur le produit de l’impôt des personnes physiques.

Beide overdrachten worden vooraf genomen op de opbrengst van de personenbelasting.

DOC 53

0555/001

131

TABLEAU 24

TABEL 24

Estimation initiale 2011 Prélèvements divers sur l’IPP (x 1 000 EUR)

Initiële raming 2011 Diverse voorafnemingen op PB (x 1 000 EUR)

Parts attribuées IPP aux CCF, COCOF et certaines communes de la RBC — Toegewezen gedeelten PB aan VGC, FGC en bepaalde gemeenten van BHG 2010: solde de décompte probable 2010 - vermoedelijk afrekeningsaldo 2010


Art. 54, § 1, alinéa 3 - derde lid -

Commission communautaire flamande — Vlaamse Gemeenschapscommissie

Commission communautaire française — Franse Gemeenschapscommissie

communes RBC — gemeenten BHG

Total — Totaal

56,362

225,447

281,809

563,618

2011: prélèvement sur l'IPP selon l'estimation initiale 2011 - voorafneming op PB volgens initiële raming 2011

Art. 53, BFW / LSF & art. 65bis & 46bis, loi spéciale, bijz. wet/ 12.01.1989

6 638,478

26 553,911

33 192,389

66 384,778

2011: montant initial qui est prélevé sur l'IPP en 2011 - initieel bedrag van de voorafneming op PB in 2011

Art. 53

6 694,840

26 779,359

33 474,198

66 948,396

Ces montants sont compris dans les produits d’impôts attribués pour l’année budgétaire 2011 qui sont repris, par entité, aux articles 36 et 37 du présent projet de loi.

Voormelde bedragen zijn vervat in de toegewezen belastingopbrengsten die voor het begrotingsjaar 2011 per entiteit in de artikelen 36 en 37 van onderhavig wetsontwerp zijn opgenomen.

132

DOC 53

0555/001

8. Aperçu global des paramètres jusqu’à l’année budgétaire 2011 incluse.

8. Globaal overzicht van de parameters tot en met het begrotingsjaar 2011.

Les premiers tableaux qui suivent donnent un aperçu rétrospectif de toutes les valeurs de paramètres définitives prises en considération pour les calcul des parties attribuées du produit de l’impôt des personnes physiques et de la TVA pour les années budgétaires 1990 à 2009 incluse23.

In de eerstvolgende tabellen wordt een retrospectief overzicht gegeven van alle definitieve parameterwaarden die in aanmerking werden genomen voor de berekening van de aan de gemeenschappen en de gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van de personenbelasting en van de BTW voor de begrotingsjaren 1990 tot en met het begrotingsjaar 200923.

Un tableau reprend également les valeurs de paramètres qui ont été prises en considération lors des phases d’estimations consécutives pour l’ année budgétaire 2009: l’élaboration initiale du budget 2009, l’ajustement lors du contrôle budgétaire en février / mars 2009, l’estimation probable lors de l’élaboration du budget 2010 et finalement la fixation définitive à l’occasion du contrôle budgétaire 2010.

Een tabel herneemt eveneens de parameterwaarden die voor het begrotingsjaar 2009 in de opeenvolgende ramingstadia werden weerhouden: de initiële begrotingsopmaak 2009, de aanpassing ter gelegenheid van de begrotingscontrole in februari / maart 2009 en de vermoedelijke raming ter gelegenheid van de begrotingsopmaak 2010 en tenslotte de definitieve vaststelling ter gelegenheid van de begrotingscontrole 2010.

Les deux derniers tableaux reprennent les valeurs de paramètres qui ont été retenu dans les phases d’estimations déjà parcourues pour les années budgétaires 2010 et 2011:

In de twee laatste tabellen zijn de parameterwaarden weergegeven die voor de reeds doorlopen ramingstadia van de begrotingsjaren 2010 en 2011 werden weerhouden:

— 2010: l’élaboration du budget initial 2010, l’ajustement lors du contrôle budgétaire de février / mars 2010 et l’estimation probable à l’occasion de l’élaboration de la Loi de Finances 2011;

— 2010: de initiële begrotingsopmaak 2010, de aanpassing ter gelegenheid van de begrotingscontrole in februari / maart 2010 en de vermoedelijke raming ter gelegenheid van de opmaak van de Financiewet 2011;

— 2011: les estimations indicatives de septembre 2009 et de février / mars 2010 et l’estimation initiale qui est retenue dans la Loi de Finances 2011.

— 2011: de indicatieve raming van september 2009 respectievelijk februari / maart 2010 en de initiële raming die werd weerhouden in de Financiewet 2011.

23

23

Voir cependant les observations dans les notes (a), (b) et (d) des tableaux ci après, qui donnent les paramètres relatifs aux moyens attribués des années budgétaire.

Zie echter de opmerkingen opgenomen in de voetnoten (a), (b) en (d) bij de hiernavolgende tabellen die de parameters weergeven met betrekking tot de toegewezen middelen voor de begrotingsjaren 1990 tot 2011

DOC 53

0555/001

133

Paramètres utilisés pour la fixation des moyens attribués: 1990-1994

Parameters aangewend voor de vaststelling van de toegewezen middelen 1990-1994

Année budgétaire – Begrotingsjaar 1990

1991

1992

1993

1994

Paramètres

Définitif

Définitif

Définitif

Définitif

Définitif

—

—

—

—

—

—

Parameters

Definitief

Definitief

Definitief

Definitief

Definitief

-

-

-

-0,30%

2,30% 2,77%

Croissance réelle du PNB – Reële groei BNP (a): - décompte /afrekening - révision ICN / herziening INR Inflation — Inflatie: Produit impôt personnes physiques – Opbrengst personenbelasting

-

-

-

-0,49%

3,45%

3,21%

2,43%

2,75%

2,38%

(mio. BEF)

(mio. BEF)

(mio. BEF)

(mio. BEF)

(mio. BEF)

Ex. d’imp. – Aj.





1989

1990

1991

1992

1993

- Vlaams Gewest

382 546,4

378 248,9

409 697,6

443 145,1

474 843,3

- Région wallonne

189 731,5

184 115,4

196 237,3

210 888,8

224 512,1

70 735,7

68 365,4

71 892,4

75 462,9

78 128,3

643 013,6

630 729,7

677 827,3

729 496,7

777 483,7

3 591,7

3 528,5

3 722,4

4 082,3

- Région de Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest Tot(a)al: dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population totale – Totale bevolking :

1/1/1989

1/1/1990

1/1/1991

1/1/1992

4 351,9 1/1/1993

- Vlaamse Gewest

5 722 344

5 739 736

5 767 856

5 794 857

5 824 628

- Région wallonne

3 234 767

3 243 661

3 258 795

3 275 923

3 293 352

970 501

964 385

960 324

951 217

950 339

9 927 612

9 947 782

9 986 975

10 021 997

10 068 319

66 732

67 007

67 584

68 184

68 471

- Région de Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest Tot(a)al: dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population de moins de 18 ans Inwoners jonger dan 18 jaar - (b) : - Nederlands taalgebied

30/6/1989

30/6/1990

30/6/1991

30/6/1992

30/6/1993

(b)

(b)

(b)

(b)

(b)

1 254 292

1 247 134

1 245 583

1 249 312

1 253 041

- Région de langue française

724 939

722 627

722 128

725 658

726 271

- Bruxelles bilingue – Tweetalig Brussel

200 317

199 244

197 113

197 337

197 516

2 179 548

2 169 005

2 164 824

2 172 307

2 176 828

Tot(a)l (excl. Deutschsprach. Gemeinschaft): Taux d’intérêt – Rentevoet – (c):

10,00000%

9,05097%

8,53019%

7,41491%

6,44085%

Annuité sur 6 ans – Annuïteit op 6 jaar

-

-

-

0,21249044

0,20618794


0,17364054

0,16714459

0,16362663

0,15620659

0,14985589


0,16274539

0,15616985

0,15261278

0,14512041

0,13871989

134

DOC 53

Paramètres utilisés pour la fixation des moyens attribués: 1995-1999

0555/001

Parameters aangewend voor de vaststelling van de toegewezen middelen 1995-1999


1996

1997

1998

1999

Paramètres

Définitif

Définitif

Définitif

Définitif

Définitif

—

—

—

—

—

—

Parameters

Definitief

Definitief

Definitief

Definitief

Definitief

Croissance réelle du PNB/RNB – Reële groei BNP/BNI - (a): - décompte /afrekening

2,00%

1,50%

2,80%

3,00%

1,80%

- révision ICN / herziening INR

2,68%

1,47%

3,12%

2,80%

2,47%

Inflation – Inflatie:

1,47%

2,06%

1,63%

0,95%

1,12%

Produit impôt personnes physiques – Opbrengst personenbelasting

(mio. BEF)

(mio. BEF)

(mio. BEF)

(mio. BEF)

(mio. BEF)

Aj.- Ex. d’imp.

Aj.- Ex. d’imp.

Aj.- Ex. d’imp.

Aj.- Ex. d’imp.

Aj.- Ex. d’imp.

1994

1995

1996

1997

1998

- Vlaams Gewest

514.279,3

528.746,1

562.572,9

585.484,7

614.022,8

- Région wallonne

243.103,5

247.977,1

265.300,3

273.107,0

286.053,9

82.565,6

81.238,4

85.159,6

86.623,0

89.603,6

839.948,4

857.961,6

913.032,8

945.214,7

989.680,2

4.661,6

4.829,8

5.061,7

5.184,5

5.331,0

Région de Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest Tota(a)l dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population totale – Totale bevolking:

1/1/1994

1/1/1995

1/1/1996

1/1/1997

1/1/1998

- Vlaamse Gewest

5.847.022

5.866.106

5.880.357

5.898.824

5.912.382

- Région wallonne

3.304.539

3.312.888

3.314.568

3.320.805

3.326.707

949.070

951.580

948.122

950.597

953.175

10.100.631

10.130.574

10.143.047

10.170.226

10.192.264

68.741

68.961

69.438

69.703

70.119

- Région de Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest Totaal – Total dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population de moins de 18 ans Inwoners jonger dan 18 jaar - (b): - Nederlands taalgebied

30/6/1994

30/6/1995

30/6/1996

30/6/1997

30/6/1998

(b)

(b)

(b)

(b)

(d)

1.255.128

1.252.637

1.247.535

1.242.389

1.234.441


727.109

726.799

726.753

727.848

726.995

- Bruxelles bilingue - Tweetalig Brussel

197.754

198.506

198.817

199.728

200.620

Total – totaal

2.179.991

2.177.942

2.173.105

2.169.965

2.162.056

Rentevoet - Taux d’intérêt (c):

8,55423%

5,66713%

5,84000%

5,29645%

-

Annuïteit op 6 jaar – Annuité sur 6 ans

0,21996537

0,20124066

0,20234145

0,19888922


0,16378829

0,14489964

0,14600014

0,14255329

-


0,15277617

0,13373337

0,13483990

0,13137554

-

DOC 53

0555/001

135

Paramètres utilisés pour la fixation définitive des moyens attribués: 2000-2004

Parameters aangewend voor de definitieve vaststelling van de toegewezen middelen: 2000-2004


2001

2002

2003

2004

Paramètres

Définitif

Définitif

Définitif

Définitif

Définitif

—

—

—

—

—

—

Parameters

Definitief

Definitief

Definitief

Definitief

Definitief

Croissance réelle du PNB/RNB Reële groei BNP/BNI - (a): - décompte /afrekening

3,10%

1,00%

1,83%

1,20%

- révision ICN / herziening INR

2,22%

0,50%

-

-

-

Inflation — Inflatie:

2,55%

2,47%

1,64%

1,59%

2,10

Produit impôt personnes physiques – Opbrengst personenbelasting

1,50

(mio. BEF)

(mio. BEF)

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

Aj. – Ex. d’imp.





1999

2000

2001

2002

2003

- Vlaamse Gewest

646 656,4

680 515,3

17 965 245,989

19 161 089,643

19 435 219,198

- Région wallonne

298 791,0

311 102,9

8 098 466,988

8 525 721,607

8 634 190,027

94 010,3

98 415,5

2 590 591,305

2 697 836,772

2 704 515,183

1 039 457,7

1 090 033,7

28 654 304,281

30 384 648,021

30 773 924,408

5 511,6

5 619,6

145 742,985

149 467,379

153 498,764

- Région de Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest Tota(a)l dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population totale – Totale bevolking :

1/1/1999

1/1/2000

1/1/2001

1/1/2002

1/1/2003

- Vlaamse Gewest

5 926 838

5 940 251

5 952 552

5 972 781

5 995 553

- Région wallonne

3 332 454

3 339 516

3 346 457

3 358 560

3 368 250

954 460

959 318

964 405

978 384

992 041

10 213 752

10 239 085

10 263 414

10 309 725

10 355 844

70 472

70 831

71 036

71 036

71 571

- Région de Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest Total – Totaal dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population de moins de 18 ans Inwoners jonger dan 18 jaar - (b) : - Nederlands taalgebied

30/6/1999

30/6/2000

30/6/2001

30/6/2002

30/6/2003

(d)

(d)

(d)

(d)

(d)

1 226 523

1 218 775

1 213 131

1 208 679

1 206 788

727 067

727 555

729 405

730 407

731 016

- Région de langue française - Bruxelles bilingue – Tweetalig Brussel Total – totaal (hors Comm. Germ /excl. Duitst.Gem.) Nombre d’élèves – Aantal leerlingen

202 315

205 066

208 081

211 536

214 850

2 155 905

2 151 396

2 150 617

2 150 622

2 152 654

Année scolaire/ Schooljaar





1999 - 2000

2000 - 2001

2001-2002

2002-2003

2002-2003

Vlaamse Gemeenschap :

820 637

821 181

821 758

824 352

828 124

Aandeel :

(57,08%)

(56,97%)

(56,94%)

(56,93%)

(56,88%)

Communauté française :

617 034

620 311

621 349

623 778

627 773

(42,92%)

(43,03%)

(43,06%)

(43,07%)

(43,12%)

Aandeel : Total - Totaal (Hors CG - excl. DG)

1 437 671

Communauté germanophone Duitstalige Gemeenschap

-

1 441 492 10 358 (estimation raming)

1 443 107

1 448 130

10 883  10 815 (année scolaire fixe - vast schooljaar: 2001/2002) (e)

10 883  10 815 (année scolaire fixe - vast schooljaar: 2001/2002) (e)

1 455 897 10 883  10 815 (année scolaire fixe - vast schooljaar: 2001/2002) (e)

136

DOC 53

Paramètres utilisés pour la fixation définitive des moyens attribués: 2005-2007

0555/001

Parameters aangewend voor de definitieve vaststelling van de toegewezen middelen: 2005-2007

2005

2006

2007

2008

Paramètres

Définitif

Définitif

Définitif

Définitif

—

—

—

—

—

Parameters

Definitief

Definitief

Definitief

Definitief

Croissance réelle du PNB/RNB Reële groei BNP/BNI - (a): - décompte /afrekening


0,90

3,00%

2,70%

1,20%

2,78

1,79%

1,82%

4,49%

Produit impôt personnes physiques –

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

Opbrengst personenbelasting





2004

2005

2006

2007

- Vlaamse Gewest

19 269 261,926

18 361 800,655

19 627 056,954

- Région wallonne

8 608 028,746

7 985 200,343

8 758 641,081

9 128 307,451

- Région de Bruxelles-Capitale – Brussels Hoofdstedelijk Gewest

2 640 043,598

2 522 035,885

2 615 989,968

2 710 044,311

30 517 334,271

28 869 036,883

31 001 688,003

32 239 136,295

152 451,373

128 623,545

136 862,063

Tota(a)l dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population totale – Totale bevolking :

1/1/2004

1/1/2005

1/1/2006

20 400 784,533

140 377,812 1/1/2007

- Vlaamse Gewest

6 016 024

6 043 161

6 078 600

6 117 440

- Région wallonne

3 380 498

3 395 942

3 413 978

3 435 879

999 899

1 006 749

1 018 804

1 031 215

10 396 421

10 445 852

10 511 382

10 584 534

71 899

72 512

73 119

73 675

- Brusselse Hoofdstedelijk Gewest – Région de Bruxelles-Capitale Total – Totaal dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population de moins de 18 ans Inwoners jonger dan 18 jaar - (b) : - Nederlands taalgebied

30/6/2004

30/6/2005

30/6/2006

30/6/2008

(d)

(d)

(d)

(d)

1 208 632

1 210 121

1 213 403


731 729

732 926

733 353

733 766


217 957

221 587

225 105

228 603

2 158 318

2 164 634

2 171 861

2 179 954

Total – totaal (hors Comm. Germ /excl. Duitst. Gem.) Nombre d’élèves – Aantal leerlingen





2004-2005

2005-2006

2004-2005

2007-2008

Vlaamse Gemeenschap : Aandeel :

828 744

828 738

828 744

824 060

(56,90%)

(56,93%)

(56,90%)

(56,91187 %)

627 736

627 000

627 736

623 898 (43,08813 %)

Communauté française : Aandeel : Totaal - Total (Hors CG - excl . DG) Communauté germanophone - Duitstalige Gemeenschap

1 217 585

(43,10%)

(43,07%))

(43,10%)

1 456 480

1 455 738

1 456 480

1 447 958

10 815

10 815

10 815

10 815

(année scolaire fixe - vast schooljaar:2001/2002) (e)

(année scolaire fixe - vast schooljaar: 2001/2002) (e)

(année scolaire fixe - vast schooljaar:2001/2002) (e)


DOC 53

0555/001

137

Paramètres utilisés pour les phases d’estimation consécutives et la fixation définitive des moyens attribués 2009

Parameters aangewend voor de opeenvolgende ramingstadia en definitieve vaststelling van toegewezen middelen 2009

2009

2009

2009

2009

Paramètres

Initial

Ajusté

Probable

Définitif

—

—

—

—

—

Parameters

Initieel

Aangepast

Vermoedelijk

Definitief

Croissance réelle du PIB (a): Reële groei BBP - décompte /afrekening

1,20%

-1,70%

-3,10%

-3,00%


2,70%

1,00%

0,00%

-0,05%


(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)






2007

2007

2008

2008

- Vlaamse Gewest

20 400 784,533

20 400 784,533

21 726 133,709

- Région wallonne

9 128 307,451

9 128 307,451

9 653 734,934

9 653 734,934


2 710 044,311

2 710 044,311

2 871 878,723

2 871 878,723

32 239 136,295

32 239 136,295

34 251 747,366

34 251 747,366

140 377,812

140 377,812

147 800,251

Tota(a)l dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population totale – Totale bevolking :

1/1/2007

1/1/2007

1/1/2008

21 726 133,709

147 800,251 1/1/2008

- Vlaamse Gewest

6 117 440

6 117 440

6 161 600

6 161 600

- Région wallonne

3 435 879

3 435 879

3 456 775

3 456 775


1 031 215

1 031 215

1 048 491

1 048 491

10 584 534

10 584 534

10 666 866

10 666 866

73 675

73 675

74 169

74 169

Total – Totaal dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population de moins de 18 ans Inwoners jonger dan 18 jaar - (b) : - Nederlands taalgebied

30/6/2008

30/6/2008

30/6/2008

30/6/2008

(d)

(d)

(d)

(d)

1 219 465

1 220 215

1 221 624

1 222 879


733 104

733 679

734 386

735 006


232 276

232 613

233 068

233 429

2 184 845

2 186 507

2 189 078

2 191 314

Total – totaal (hors Comm. Germ /excl. Duitst. Gem.) Nombre d’élèves – Aantal leerlingen





2007-2008

2007-2008

2008-2009

2008-2009


824 060

824 060

818 478

818 478

(56,91187 %)

(56,91187 %)

(56,86082 %)

(56,86082 %)

623 898

623 898

620 963

620 963

(43,08813 %)

(43,08813 %)

(43,13918 %)

(43,13918 %)

1 447 958

1 447 958

1 439 441

Communauté française : Aandeel : Total - Totaal (Hors CG - excl. DG) Communauté germanophone - Duitstalige Gemeenschap

1 439 441

10 815

10 815

10 815

10 815





138

0555/001

DOC 53

Paramètres utilisés pour les phases d’estimation consécutives des moyens attribués 2010

Parameters aangewend voor de opeenvolgende ramingstadia van toegewezen middelen 2010

2010

2010

2010

Paramètres

Initial

Ajusté

Probable

—

—

—

—

Parameters

Initieel

Aangepast

Vermoedelijk


0,40%


1,40%

1,50%

1,80%

1,60%

2,10%


(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)

(x 1 000 euro)





2008

2008

2009

- Vlaamse Gewest

21 726 133,709

21 726 133,709

22 519 609,160

- Région wallonne

9 653 734,934

9 653 734,934

10 110 369,607


2 871 878,723

2 871 878,723

3 027 935,405

Tota(a)l

34 251 747,366

34 251 747,366

35 657 914,172

dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population totale – Totale bevolking :

147 800,251 1/1/2008

147 800,251 1/1/2008

152 046,077 1/1/2009 (NIS raming)

- Vlaamse Gewest

6 161 600

6 161 600

6 211 065

- Région wallonne

3 456 775

3 456 775

3 476 965

- Région de Bruxelles-Capitale – Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Total – Totaal

1 048 491

1 048 491

1 069 326

10 666 866

10 666 866

10 757 356

74 169

74 169

74 556

dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population de moins de 18 ans Inwoners jonger dan 18 jaar - (b) :

30/6/2009

30/6/2008

30/6/2008

(d)

(d)

(d)

- Nederlands taalgebied

1 223 187

1 224 610

1 225 947


732 201

732 908

733 606


238 085

238 532

238 989

2 193 473

2 196 050

2 198 542

Total – totaal (hors Comm. Germ /excl. Duitst.Gem.) Nombre d’élèves – Aantal leerlingen

Année scolaire/Schooljaar



2008-2009

2008-2009

2009-2010


818 478

818 478

813 045

(56,86082 %)

(56,86082 %)

(56,77756 %)

620 963

620 963

618 938

(43,13918 %)

(43,13918 %)

(43,22244 %)

1 439 441

1 439 441

1 439 441

Communauté française : Aandeel : Totaal - Total (excl . DG - Hors CG) Communauté germanophone - Duitstalige Gemeenschap

10 815

10 815

10 815




DOC 53

0555/001

139

Paramètres utilisés pour les phases d’estimation consécutives des moyens attribués 2011

Parameters aangewend voor de opeenvolgende ramingstadia van toegewezen middelen 2011

2011

2011

2011

Paramètres

Indicatif (sept. 2009)

Indicatif actualisé (fév. 2010)

Initial

—

—

— —

Parameters

Indicatief (sept. 2009)

Initieel Geactualiseerd indicatief (feb. 2010)


1,90%


1,70%

1,60%

1,70%

1,70%

2,00%


(x 1.000 euro)

(x 1.000 euro)

(x 1.000 euro)





2008

2008

2009

- Vlaamse Gewest

21.726.133,709

21.726.133,709

22.519.609,160

- Région wallonne

9.653.734,934

9.653.734,934

10.110.369,607


2.871.878,723

2.871.878,723

3.027.935,405

Tota(a)l

34.251.747,366

34.251.747,366

35.657.914,172

147.800,251

147.800,251

dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population totale – Totale bevolking :

1/1/2008

1/1/2008

152.046,077 1/1/2009 (NIS raming)

- Vlaamse Gewest

6.161.600

6.161.600

6.211.065

- Région wallonne

3.456.775

3.456.775

3.476.965

- Région de Bruxelles-Capitale – Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Totaal – Total dont – w.o. : Deutschsprachigen Gemeinschaft Population de moins de 18 ans Inwoners jonger dan 18 jaar - (b) :

1.069.326 10.757.356

74.169

74.169 30/6/2010 = 30/6/2009 (voorlopig)

(d)

(d)

- Région de langue française - Bruxelles bilingue – Tweetalig Brussel Total – totaal (hors Comm. Germ /excl. Duitst.Gem.)

74.556 30/6/2009

1.223.187

1.224.610

1.227.346

732.201

732.908

732.464

238.085

238.532

244.602

2.193.473

2.196.050

2.204.412




2008-2009

2008-2009

2009-2010

Vlaamse Gemeenschap : Aandeel : Communauté française : Aandeel : Totaal - Total (excl . DG - Hors CG) Communauté germanophone - Duitstalige Gemeenschap

1.048.491 10.666.866

30/6/2010 = 30/6/2009 (voorlopig)

- Nederlands taalgebied

Nombre d’élèves – Aantal leerlingen

1.048.491 10.666.866

818.478

818.478

813.045

(56,86082 %)

(56,86082 %)

(56,77756 %)

620.963

620.963

618.938

(43,13918 %)

(43,13918 %)

(43,22244 %)

1.439.441

1.439.441

1.439.441

10.815

10.815

10.815




140

DOC 53

0555/001

(a) De definitieve afrekening van de voor het begrotingsjaar 1994 resp. 1995, 1996, 1997 en 1998 toegewezen middelen gebeurde op basis van de reële groei van het BNP, zoals vermeld in de opeenvolgende Jaarverslagen van de Nationale Bank van België voor diezelfde periode: +2,30 % voor 1994 resp. +2,00 % voor 1995, + 1,50 % voor 1996, +2,80 % voor 1997, +3,00 % voor 1998. Voor het begrotingsjaar 1999 werd rekening gehouden met de reële groei van het BNI, zoals deze kan afgeleid worden uit de gegevens opgenomen in het Jaarverslag 1999 van de NBB: +1,80 %.

(a) Le décompte définitif des moyens attribués respectivement pour les années budgétaires 1994 à 1998 s’est fait sur base d’un taux de croissance réelle du PNB établi comme suit dans les Rapports annuels de la BNB relatifs à ladite période: de +2,30 % pour 1994, +2,00 % pour 1995, +1,50 % pour 1996, +2,80 % pour 1997 et +3,00 % pour 1998. Pour l’année budgétaire 1999 il a été tenu compte du taux de croissance réelle du RNB, tel qu’il peut être réduit des données publiées dans le Rapport annuel 1999 de la BNB, à savoir +1,80 %.

In toepassing van de tussen de Federale Overheid en de Gemeenschappen en de Gewesten afgesloten Overeenkomst, zoals initieel goedgekeurd op de Interministeriële Conferentie van Financiën en Begroting van 20 januari 1995 en vervolgens gewijzigd door het akkoord bereikt op de Interministeriële Conferentie van 5 oktober 1999, zijn de definitieve afrekeningen zelf geenszins voor herziening vatbaar bij latere herzieningen van de reële BNP- respectievelijk BNI groei.

En application de la convention conclue entre les Communautés et les Régions et le Pouvoir fédéral, telle qu’elle a été approuvée initialement à la Conférence interministérielle des Finances et du Budget du 20 janvier 1995 et modifiée par l’accord conclu à la Conférence interministérielle du 5 octobre 1999, les décomptes définitifs ne sont en aucun cas révisables lors des révisions ultérieures de la croissance réelle respectivement du PNB et du RNB.

In de afsluitende publicatie van het Instituut voor de Nationale Rekeningen van september 1998, waarin de nationale rekeningen voor de laatste maal volgens de ESER79 definities werden opgesteld, werd de reële groeivoet van het BNP voor de periode 1993-1997 als volgt herzien: -0,49 % voor 1993, +2,77 % voor 1994, +2,68 % voor 1995, +1,47 % voor 1996 en +3,12 % voor 1997. De herziene groeivoet van het BNP voor het jaar 1998 bedraagt 2,80 % (Economische Begroting van juli 1999 voor de laatste maal opgesteld volgens de ESER79-methodologie). De herziene groeivoet van het BNI voor het jaar 1999 bedraagt 2,47 % op basis van de Nationale Rekeningen 2001 die op 30 september 2002 door het Instituut voor de Nationale Rekeningen werden bekendgemaakt. Volgens diezelfde Nationale Rekeningen werd de groeivoet voor 2000 en 2001 herzien op respectievelijk 2,22 % en 0,50 %. Deze groeivoeten werden hernomen in de Nationale Rekeningen 2002 van maart – april 2003 alsook in de Nationale Rekeningen 2003 van april 2004.

Dans la publication finale de l’Institut des Comptes nationaux de septembre 1998 dans laquelle les comptes nationaux sont établis pour la dernière fois selon la méthodologie SEC79, le taux de croissance réelle du PNB pour la période 1993-1997 a été révisé comme suit: -0,49 % pour 1993, +2,77 % pour 1994, +2,68 % pour 1995, +1,47 % pour 1996 et +3,12 % pour 1997. Le taux de croissance révisé du PNB pour l’année 1998 s’élève à 2,80 % (Budget économique de juillet 1999, établi pour la dernière fois selon la méthodologie SEC79). Le taux de croissance révisé du RNB pour l’année 1999 s’élève à 2,47 % selon les Comptes nationaux 2001 qui ont été publiés par l’Institut des Comptes nationaux le 30 septembre 2002. Sur base de ces Comptes 2001 le taux de croissance de l’année 2000 et 2001 a été revu à respectivement 2,22 % et 0,50 %. Ces taux de croissance figuraient également dans les Comptes nationaux 2002 de mars – avril 2003 ainsi que dans les Comptes nationaux 2003 d’avril 2004.

Onderstaande tabel geeft de evolutie weer van de opeenvolgende waarden van de reële BNP groeivoet (tot en met 1998) respectievelijk BNI groeivoet (vanaf 1999) waarmee achtereenvolgens in de berekening van de toegewezen middelen rekening werd gehouden.

Le tableau ci-après montre l’évolution des valeurs successives du taux de croissance réelle du PNB (jusqu’en 1998 y compris), respectivement RNB (à partir de 1999) appliquées dans le calcul des moyens attribués.

In uitvoering van het akkoord bereikt op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 1 juni 2005 en bekrachtigd op het Overlegcomité van 8 juni 2005 wordt vanaf het begrotingsjaar 2006 rekening gehouden met de BBP groeivoet (bruto binnenlands product).

En exécution de l’accord atteint à la Conférence Interministérielle des Finances et du Budget du 1er juin 2005 et confirmé par le Comité de Concertation du 8 juin 2005, le taux de croissance du PIB (produit intérieur brut) sera retenu à partir de l’année budgétaire 2006.

DOC 53

0555/001

141

Croissance réelle du PNB / RNB (en %) (1)

Reële groei BNP / BNI (in %) (1)

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2,30

2,30

-

-

-

-

-

-

-

-

2,40

2,20

2,20

-

-

-

-

-

-

-

2,40

2,00

2,00

-

-

-

-

-

-

-

2,41

2,23

1,50

1,50

-

-

-

-

-

-

2,41

2,23

1,50

1,50

-

-

-

-

-

-

2,62

2,42

1,63

2,20

2,20

-

-

-

-

-

2,62

2,42

1,63

2,80

2,80

-

-

-

-

-

2,62

2,42

1,63

2,98

2,90

2,90

-

-

-

-

2,77

2,68

1,47

3,12

3,00

3,00

-

-

-

-

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

1,80

1,80

-

-

-

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

1,80

1,80

-

-

-

2001 initial / initieel

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

1,96

3,00

3,00

-

-

2000 définitif / definitief &

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

2,02

3,10

3,10

-

-

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

2,02

3,10

2,50

2,80

-

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

2,51

2,82

1,00

1,00

-

2,77

2,68

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

0,90

2,40

1994 définitif / definitief & 1995 contrôle budgétaire / begrotingscontrole

1995 probable / vermoedelijk & 1996 initial / initieel










2000 probable / vermoedelijk &

2001 contrôle budgétaire / begrotingscontrole



2002 probable / vermoedelijk & 2003 initial / initieel (1)

- 1994 – 1998 : taux de croissance réelle du produit national brut / reële groeivoet van het bruto nationaal product - 1999 – 2005 : taux de croissance réelle du revenu national brut / reële groeivoet van het bruto nationaal inkomen

142

DOC 53

Croissance réelle du PNB / RNB / PIB (en %) (1) (suite)

2003 contrôle budgétaire / begrotingscontrole (2) &

0555/001

Reële groei BNP / BNI / BBP (in %) (1) (vervolg)

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

2,00

2,10

2005 -

2006 -

2007 -

2008 -

2009 -

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

2,30

-

-

-

-

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

2,20

2,40

-

-

-

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

2,40

-

-

-

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

2,20

-

-

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

2,20

-

-

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

2,70

2,20

-

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

3,00

2,20

-

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

3,00

2,70

2,10

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

3,00

2,70

1,90

-

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

3,00

2,70

1,60

1,20

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

3,00

2,70

1,20

-1,70

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

3,00

2,70

1,20

-3,10

1,47

3,12

2,80

2,47

2,22

0,50

1,83

1,20

1,50

0,90

3,00

2,70

1,20

-3,00

2004 initial / initieel 2003 définitif / definitief & 2004 contrôle budgétaire / begrotingscontrole 2004 probable / vermoedelijk & 2005 initieel / initial 2004 définitif / definitief & 2005 contrôle budgétaire / begrotingscontrole 2005 probable / vermoedelijk & 2006 initieel / initial 2005 définitif / definitief & 2006 contrôle budgétaire / begrotingscontrole 2006 probable / vermoedelijk & 2007 initial / initieel 2006 définitif / definitief & 2007 / exercice de contrôle interne (3) / interne controle (3) – oefening 2007 probable / vermoedelijk (4) & 2008 initial / initieel (4) 2007 définitif / definitief & 2008 contrôle budgétaire / begrotingscontrole 2008 probable / vermoedelijk & 2009 initial / initieel 2008 définitif / definitief & 2009 aangepast / ajusté 2009 probable / vermoedelijk & 2010 initial / initieel 2009 définitif / definitief & 2010 aangepast / ajusté

DOC 53

0555/001

Croissance réelle du PNB / RNB / PIB (en %) (1) (suite)

143

Reële groei BNP / BNI / BBP (in %) (1) (vervolg)

2010

2011

2010 initial / initieel & 2011 indicatif / indicatief

0,40

1,90

2010 ajusté / aangepast & 2011 indicatif actualisé / geactualiseerd indicatief

1,40

1,70

2010 probable / vermoedelijk (5) &

1,80

1,70

2011 initial / initieel &(5)

(1) — 1994 – 1998: taux de croissance réelle du produit national brut; — 1999 - 2005: taux de croissance réelle du revenu national brut; — à partir de 2006: reële groeivoet van het bruto binnenlands product / taux de croissance réelle du produit intérieur brut.

(1) — 1994 – 1998: reële groeivoet van het bruto nationaal product; — 1999 - 2005: reële groeivoet van het bruto nationaal inkomen; — vanaf / à partir de 2006: reële groeivoet van het bruto binnenlands product.

(2) Le contrôle budgétaire 2003 a été remis du printemps 2003 à l’automne 2003 et coïncidait avec l’élaboration du budget initial de l’année 2004. Ce glissement explique l’absence d’estimations probables pour l’année 2003.

(2) De begrotingscontrole 2003 werd verschoven van het voorjaar 2003 naar het najaar 2003 en viel samen met de opmaak van de initiële begroting 2004. Bijgevolg werden er geen vermoedelijke ramingen voor 2003 opgesteld.

(3) Le contrôle budgétaire 2007 a été limité à un exercice de contrôle interne, sans ajustement du budget des Voies et Moyens 2007.

(3) De begrotingscontrole 2007 bleef beperkt tot een interne contrôle – oefening, zonder aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting 2007.

(4) Elaboration du budget 2008: Loi de Finances du 12 décembre 2007 (M.B.20.12.2007).

(4) Begrotingsopmaak 2008: Financiewet van 12 december 2007 (B.S.20.12.2007).

(5) Elaboration du budget 2011: Loi de Finances pour l’année budgétaire 2011.

(5) Begrotingsopmaak 2011: Financiewet voor het begrotingsjaar 2011.

(b) Série de données des observations du nombre d’habitants de moins de 18 ans réalisées par le Registre National au 8 décembre 1998 en ce qui concerne les situations au 30 juin de chacune des années 1988 à 1997 incluse. C’est sur base de cette série de données qu’a été effectuée la régularisation des parties attribuées du produit de la T.V.A. des années 1989-1998 (voir la Loi du 7 décembre 1999 portant le deuxième ajustement du Budget des Voies et Moyens de l’année budgétaire 1999 – M.B. du 23/12/1999 édition 2 & erratum M.B. du 17/2/2000).

(b) Gegevensreeks van de waarnemingen van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar uitgevoerd door het Rijksregister op 8 december 1998, voor wat de toestand betreft op 30 juni van elk van de jaren 1988 tot en met 1997. Op basis van deze gegevensreeks heeft de regularisatie plaatsgevonden van de toegewezen gedeelten van de opbrengst van de belasting op de toegevoegde waarde m.b.t. de begrotingsjaren 1989-1998 (zie ter zake de Wet van 7 december 1999 houdende de tweede aanpassing van de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1999 – B.S. van 23/12/1999 editie 2 & erratum B.S. van 17/2/2000).

144

DOC 53

0555/001

La situation au 30 juin de l’année de base 1988 retenue pour la régularisation précitée est la suivante:

De in voormelde regularisatie weerhouden toestand op 30 juni van het basisjaar 1988 bedraagt:

— — —

Nederlands taalgebied: . . . . . . . . . . . 1 268 521 Région de langue française: . . . . . . . 729 246 Tweetalig Brussel – Bruxelles bilingue: . . . . . . . . . . . . . . . 201 337 — Tota(a)l (excl. Deutschsprach. Gemeinschaft): 2 199 104

— Nederlands taalgebied: . . . . . . . . . . . 1 268 521 — Région de langue française: . . . . . . . 729 246 — Tweetalig Brussel – Bruxelles bilingue: . . . . . . . . . . . . . . . 201 337 — Tota(a)l (excl. Deutschsprach. Gemeinschaft): 2 199 104

(c) Conformément à l’accord qui a été atteint entre les communautés et les régions d’une part et le pouvoir fédéral d’autre part et qui a été entériné à la Conférence interministérielle des Finances et du Budget du 29 mai 1996, la fixation du taux d’intérêt visé à l’article 14, §1 de la Loi spéciale de financement, pour les années budgétaires 1994 à 1998 y compris, est basée sur les obligations linéaires.

(c) De vaststelling van de in artikel 14 §1, van de bijzondere Financieringswet bedoelde rentevoet werd, overeenkomstig het akkoord bereikt tussen de gemeenschappen en de gewesten enerzijds en de federale overheid anderzijds en bekrachtigd op de Interministeriële Conferentie van Financiën en Begroting van 29 mei 1996, voor de begrotingsjaren 1994 tot en met 1998 gebaseerd op de lineaire obligaties.

Le taux d’intérêt effectif de 6,44085 % pour l’année budgétaire 1994 correspond à la moyenne pondérée des rendements actuariels constatés pour les adjudications du 20 janvier 1994 des lignes d’OLO suivantes:

De effectieve rentevoet van 6,44085 % voor begrotingsjaar 1994 stemt overeen met het gewogen gemiddelde van de actuariële rendementen vastgesteld voor de aanbestedingen van 20 januari 1994 van de volgende OLO-lijnen:

1) OLO 1993-1999 à 7 %, échéance finale 29/4/1999, rendement actuariel 5,92 %, montant adjugé: 18.170 millions de BEF. 2) OLO 1993-2004 à 7,25 %, échéance finale 29/4/2004, rendement actuariel 6,55 %, montant adjugé: 32.890 millions de BEF. 3) OLO 1992-2012 à 8 %, échéance finale 24/12/2012, rendement actuariel 7,24 %, montant adjugé: 7.350 millions de BEF.

1) OLO 1993-1999 à 7 %, eindvervaldag 29/4/1999, actuarieel rendement 5,92 %, toegewezen bedrag: 18.170 miljoen BEF. 2) OLO 1993-2004 à 7,25 %, eindvervaldag 29/4/2004, actuarieel rendement 6,55 %, toegewezen bedrag: 32.890 miljoen BEF. 3) OLO 1992-2012 à 8 %, eindvervaldag 24/12/2012, actuarieel rendement 7,24 %, toegewezen bedrag: 7.350 miljoen BEF.


De effectieve rentevoet van 8,55423 % voor begrotingsjaar 1995 stemt overeen met het gewogen gemiddelde van de actuariële rendementen vastgesteld voor de aanbestedingen van 23 januari 1995 van de volgende OLO-lijnen:

1) OLO 1994-2004 à 7,75 %, échéance finale 15/10/2004, rendement actuariel 8,49 %, montant adjugé: 7.240 millions de BEF. 2) OLO 1992-2012 à 8 %, échéance finale 24/12/2012, rendement actuariel 8,95 %, montant adjugé: 1.175 millions de BEF.

1) OLO 1994-2004 à 7,75 %, eindver valdag 15/10/2004, actuarieel rendement 8,49 %, toegewezen bedragen: 7.240 miljoen BEF. 2) OLO 1992-2012 à 8 %, eindvervaldag 24/12/2012, actuarieel rendement 8,95 %, toegewezen bedrag: 1.175 miljoen BEF.


De effectieve rentevoet van 5,66713 % voor begrotingsjaar 1996 stemt overeen met het gewogen gemiddelde van de actuarieel rendementen vastgesteld voor de aanbestedingen van 29 januari 1996 van de volgende OLO-lijnen:

DOC 53

0555/001

145

1) OLO 1995-2001 à 5,0 %, échéance finale 28/3/2001, rendement actuariel 5,24 %, montant adjugé: 29.830 millions de BEF. 2) OLO 1995-2006 à 7 %, échéance finale 15/5/2006, rendement actuariel 6,48 %, montant adjugé: 7.520 millions de BEF. 3) OLO 1993-2008 à 7,50 %, échéance finale 29/7/2008, rendement actuariel 6,83 %, montant adjugé: 5.700 millions de BEF.

1) OLO 1995-2001 à 5,0 %, eindvervaldag 28/3/2001, actuarieel rendement 5,24 %, toegewezen bedrag: 29.830 miljoen BEF. 2) OLO 1995-2006 à 7,0 %, eindvervaldag 15/5/2006, actuarieel rendement 6,48 %, toegewezen bedrag: 7.520 miljoen BEF. 3) OLO 1993-2008 à 7,50 %, eindver valdag 29/7/2008, actuarieel rendement 6,83 %, toegewezen bedrag: 5.700 miljoen BEF.

Le taux d’intérêt effectif de 5,84000 % pour l’année budgétaire 1997 correspond au rendement actuariel constaté pour l’adjudication du 27 janvier 1997 de la ligne OLO suivante:

De effectieve rentevoet van 5,84000 % voor begrotingsjaar 1997 stemt overeen met het actuarieel rendement vastgesteld voor de aanbesteding van 27 januari 1997 van de volgende OLO-lijn:

— OLO 1996-2007 à 6,25 %, échéance finale 28/3/2007, rendement actuariel 5,84 %, montant adjugé: 16.425 millions de BEF (soit la seule ligne d’OLO représentant une durée restante supérieure à 5 ans).

— OLO 1996-2007 à 6,25 %, eindvervaldag 28/3/2007, actuarieel rendement 5,84 %, toegewezen bedrag: 16.425 miljoen BEF (zijnde de enige OLO-lijn met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar).


De effectieve rentevoet van 5,29645 % voor begrotingsjaar 1998 stemt overeen met het actuarieel rendement vastgesteld voor de aanbestedingen van 26 januari 1998 van de volgende OLO-lijnen:

1) OLO 1995-2015 à 8,00 %, échéance finale 28/3/2015, rendement actuariel 5,50 %, montant adjugé: 3.250 millions de BEF. 2) OLO 1997-2008 à 5,75 %, échéance finale 28/03/2008, rendement actuariel 5,27 %, montant adjugé: 25.010 millions de BEF.

1) OLO 1995-2015 à 8,00 %, eindvervaldag 28/3/2015, actuarieel rendement 5,50 %, toegewezen bedrag: 3.250 miljoen BEF. 2) OLO 1997-2008 à 5,75 %, eindvervaldag 28/3/2008, actuarieel rendement 5,27 %, toegewezen bedrag: 25.010 miljoen BEF;

A partir de l’année budgétaire 1999, il n’y a plus lieu de fixer le taux d’intérêt à long terme visé à l’article 14, § 1er de la loi spéciale de financement.

Met ingang van het begrotingsjaar 1999 dient de in artikel 14, § 1 van de bijzondere financieringswet bedoelde lange termijn rentevoet niet meer bepaald te worden.

(d) Observations comportant, en application du règlement expliqué au point 4.1. (et approuvé par la Conférence Interministérielle des Finances et du Budget du 5 octobre 1999), — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2000 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/1998, — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2001 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/1999, — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2002 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2000, — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2003 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2001, — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2004 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2002 , — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2005 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2003 , — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2006 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2004 , — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2007 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2005, — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2008 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2006,

(d) Waarnemingen die, in toepassing van de in punt 4.1. hiervoor toegelichte regeling (goedgekeurd op de Interministeriële Conferentie voor Financiën en Begroting van 5 oktober 1999), — voor de toestand op 30 juni 1998 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2000 omvatten — voor de toestand op 30 juni 1999 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2001, — voor de toestand op 30 juni 2000 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2002, — voor de toestand op 30 juni 2001 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2003, — voor de toestand op 30 juni 2002 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2004, — voor de toestand op 30 juni 2003 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2005, — voor de toestand op 30 juni 2004 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2006, — voor de toestand op 30 juni 2005 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2007, — voor de toestand op 30 juni 2006 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2008,

146

DOC 53

0555/001

— toutes les modifications jusqu’au 1er février 2009 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2007, — toutes les modifications jusqu’au 1er février 2010 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2008, — toutes les modifications jusqu’au 31 août 2010 compris en ce qui concerne la situation au 30/6/2009 et la situation au 30/6/2010.

— voor de toestand op 30 juni 2007 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2009, — voor de toestand op 30 juni 2008 alle wijzigingen tot en met 1 februari 2010, — voor de toestand op 30 juni 2009 en de toestand op 30 juni 2010 alle wijzigingen tot en met 31 augustus 2010.

La situation au 30 juin de l’année de référence 1988, telle qu’elle a été retenue conformément au règlement futur précité dans la fixation définitive des moyens des années budgétaires 1999-2009, dans l’estimation probable de l’année budgétaire 2010 et dans l’estimation initiale de l’année budgétaire 2011 est la suivante:

De toestand op 30 juni van het basisjaar 1988, zoals die overeenkomstig voormelde toekomstige regeling, in de definitieve middelenvaststelling van de begrotingsjaren 1999-2009, in de vermoedelijke raming van het begrotingsjaar 2010 en in de initiële raming van het begrotingsjaar 2011 werd weerhouden, bedraagt:

— — —

— — —

—

Nederlandstalig gebied: . . . . . . . . . 1 268 795 Région de langue française: . . . . . . 729 501 Bruxelles bilingue tweetalig Brussel: . . . . . . . . . . . . . . 201 805 Tota(a)l (hors Communauté germanophone):2 200 101

e) En attendent les résultats du contrôle exécuté par la Cour des Comptes, le nombre d’élèves communiqué antérieurement par la Communauté germanophone a été retenu dans le calcul de la dotation jusqu’au contrôle budgétaire 2005 y compris (soit 10.883 pour l’année scolaire 2001-2002). Entretemps cet examen a été clôturé et au 15 décembre 2004 l’Assemblé générale de la Cour des Comptes a déterminé le nombre d’élèves définitif pour ladite année scolaire à 10.815. La régularisation de la dotation afférente aux années budgétaires 2002 à 2004 incluse a été imputée sur les versements périodiques qui ont eu lieu pendant l’année budgétaire 2006.

—

Nederlandstalig gebied: . . . . . . . . . 1 268 795 Région de langue française: . . . . . . 729 501 Bruxelles bilingue tweetalig Brussel: . . . . . . . . . . . . . . 201 805 Tota(a)l (hors Communauté germanophone):2 200 101

e) In afwachting van de resultaten van de controle ingesteld door het Rekenhof, werd het door de Duitstalige Gemeenschap eerder meegedeelde aantal leerlingen tot en met de begrotingscontrole 2005 in de berekening van de dotatie weerhouden (hetzij 10.883 voor het schooljaar 2001-2002). Intussen werd dit onderzoek afgerond en heeft de Algemene Vergadering van het Rekenhof op 15 december 2005 het definitief aantal leerlingen voor bedoeld schooljaar vastgelegd op 10.815. De regularisatie van de dotatie voor de begrotingsjaren 2002 tot en met 2004 werd doorgerekend in de periodieke doorstortingen die tijdens het begrotingsjaar 2006 hebben plaatsgevonden.

Le premier ministre,

De eerste minister,

Yves LETERME

Yves LETERME

Pour le ministre des Finances, absent, la ministre des PME, des Indépendants, de l’Agriculture et de la Politique scientifi que,

Voor de minister van Financiën, afwezig, de minister van kmo’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid,

Sabine LARUELLE

Sabine LARUELLE

Le ministre du Budget,

De minister van Begroting,

Guy VANHENGEL

Guy VANHENGEL

Le secrétaire d’État au Budget,

De staatssecretaris voor Begroting,

Melchior WATHELET

Melchior WATHELET

DOC 53

0555/001

147

ROYAUME DE BELGIQUE

KONINKRIJK BELGIË

PROJET DE LOI DE FINANCES

ONTWERP VAN FINANCIEWET

pour l’année budgétaire 2011

voor het begrotingsjaar 2011

albert II, roi des belges,

albert II, koning der belgen,

a tous, présents et à venir,

aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

salut.

onze groet.

Sur la proposition de Notre Premier ministre, de Notre ministre des Finances, de Notre ministre du Budget et de Notre secrétaire d’État au Budget,

Op de voordracht van Onze Eerste minister, van Onze minister van Financiën, van Onze minister van Begroting en van Onze staatssecretaris voor Begroting,

Nous avons arrêté et arrêtons:

hebben

Wij besloten en besluiten Wij:

Notre ministre des Finances, Notre ministre du Budget et Notre secrétaire d’État au Budget sont chargés de présenter en Notre nom à la Chambre des représentants le projet de loi dont la teneur suit:

Onze minister van Financiën, Onze minister van Begroting en Onze staatssecretaris voor Begroting zijn ermee belast in Onze naam bij de Kamer van volksvertegenwoordigers het wetsontwerp in te dienen waarvan de tekst volgt:

CHAPITRE I

HOOFDSTUK I

Disposition générale

Algemene bepaling

Article 1er

Artikel 1

La présente loi règle une matière visée à l’article 74, 3° de la Constitution.

Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.

CHAPITRE II

HOOFDSTUK II

Crédits provisoires

Voorlopige kredieten

Art. 2

Art. 2

§ . Des crédits provisoires à valoir sur le budget général des dépenses pour l’année budgétaire 2011 sont ouverts pour les mois de janvier, février et mars à concurrence des montants qui figurent dans le tableau annexé à la présente loi.

§ 1. Voorlopige kredieten, welke in mindering komen van de algemene uitgavenbegroting voor het begro tingsjaar 2011, worden geopend voor de maanden januari, februari en maart ter grootte van de bedragen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.

§ 2. Les dépenses à charge des crédits variables des fonds organiques sont estimées pour les trois premiers mois de l’année budgétaire 2011 aux montants repris dans le tableau annexé à la présente loi.

§ 2. De uitgaven ten laste van de variabele kredieten van de organieke fondsen worden voor de eerste drie maanden van het begrotingsjaar 2011 geraamd op de bedragen vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.

§ 3. Les imputations des sections 14 – SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au développement, 18 – SPF Finances et 33- SPF Mobilité et Transports peuvent être effectuées selon la structure

§ 3. De aanrekeningen van de secties 14 – FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, 18 – FOD Financiën en 33 – FOD Mobiliteit en Vervoer mogen gebeuren volgens de aan-

148

DOC 53

0555/001

par programmes et le codage des allocations de base adaptés figurant dans le tableau ci-annexé.

gepaste programmastructuur en codering van de basisallocaties vermeld in de bij deze wet gevoegde tabel.

Art. 3

Art. 3

§ 1. Des autorisations d’engagement sont accordées pour les trois premiers mois de l’année budgétaire 2011 à concurrence de:

§ 1. Voor de eerste drie maanden van het begrotingsjaar 2011 worden vastleggings-machtigingen verleend tot beloop van:

AFFAIRES ETRANGERES, COMMERCE EXTERIEUR ET COOPERATION AU DEVELOPPEMENT — Fonds belge pour la sécurité alimentaire: 3 694 000 EUR DEFENSE NATIONALE

BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING — B el g i s c h fo n d s vo or Vo e d selzeker h e i d: 3 694 000 EUR LANDSVERDEDIGING

— Fonds de remploi des recettes provenant de l’aliénation de matériel, de matières ou de munitions excédentaires faisant partie du patrimoine confié à la gestion du ministre de la Défense: 5 935 000 EUR

— Fonds voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van overtollig geworden materieel, waren en munitie die deel uitmaken van het aan het beheer van de minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium: 5 935 000 EUR

— Fonds de remploi des recettes provenant de l’aliénation de biens immeubles faisant partie du patrimoine confié à la gestion du ministre de la Défense: 6 630 000 EUR

— Fonds voor wedergebruik van de ontvangsten voortvloeiend uit de vervreemding van onroerende goederen die deel uitmaken van het aan het beheer van de minister van Landsverdediging toevertrouwde patrimonium: 6 630 000 EUR

POLICE FEDERALE ET FONCTIONNEMENT INTEGRE

FEDERALE POLITIE EN GEÏNTEGREERDE WERKING

— le fonds budgétaire organique 17-4 visé à l’article 11 de la loi du 21 décembre 2007 portant des dispositions diverses (I): 500 000 EUR

— het organieke budgettaire fonds 17-4 bedoeld in artikel 11 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I): 500 000 EUR

INTEGRATION SOCIALE, LUTTE CONTRE LA PAUVRETE ET ECONOMIE SOCIALE

MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE

— Fonds social européen fédéral Programmation 2007-2013: 1 891 000 EUR

— Federaal Europees sociaal fonds Programmatie 2007-2013: 1 891 000 EUR

§ 2. Par dérogation à l’article 62 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, coordonnées le 17 juillet 1991, les fonds organiques suivants sont autorisés à présenter une position débitrice en engagement et en liquidation qui ne peut pas dépasser les montants suivants:

§ 2. In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat mogen de volgende organieke fondsen een debetpositie in vastleggingen en vereffeningen vertonen, welke de hierna vermelde bedragen niet mogen overschrijden:

— Fonds d’exécution du mécanisme de correction créé lors du transfert d’immeubles de l’ancienne gendarmerie aux communes et aux zones de police pluricommunales: 2 913 000 EUR

— Fonds tot uitvoering van het correctiemechanisme ingesteld bij de overdracht van ex-rijkswachtgebouwen aan de gemeenten en de meergemeente politiezones: 2 913 000 EUR

DOC 53

0555/001

149

— Fonds 17-4 visé à l’article 11 de la loi du 21 décembre 2007 portant des dispositions diverses (I)(en liquidation): 1 435 000 EUR — Fonds relatif au paiement des avances en matière de créances alimentaires: 69 000 000 EUR — Fonds de lutte contre le surendettement: 5 000 000 EUR — Fonds Social Européen Fédéral – programmation 2007-2013 (en liquidation): 5 435 000 EUR.

— Fonds 17-4 bedoeld in artikel 11 van de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I)(in vereffening): 1 435 000 EUR — Fonds betreffende de betaling van de voorschotten inzake de alimentatievorderingen: 69 000 000 EUR — Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast: 5 000 000 EUR — Federaal Europees Sociaal Fonds – programmatie 2007-2013 (in vereffening): 5 435 000 EUR.

Art. 4

Art. 4

Des subsides facultatifs peuvent être octroyés sur base des dispositions spéciales reprises dans le budget général des dépenses, ainsi que dans le budget général des dépenses ajusté de l’année budgétaire 2010.

Facultatieve toelagen kunnen worden verleend op basis van de in de algemene uitgavenbegroting evenals van de aangepaste algemene uitgavenbegroting voor 2010 opgenomen speciale bepalingen.

Art. 5

Art. 5

§ 1. Par dérogation à l’article 19, troisième alinéa, 2°, b, de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, les crédits de liquidation couvrent les sommes pouvant être ordonnancées au cours de l’année budgétaire en exécution des obligations préalablement engagées.

§ 1. In afwijking van artikel 19, derde lid, 2°, b, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, dekken de vereffeningskredieten de bedragen die tijdens het begrotingsjaar kunnen worden geordonnanceerd in uitvoering van de voorafgaandelijk vastgelegde verbintenissen.

§ 2. Cette dérogation ne s’applique qu’aux sections 12 – SPF Justice, 13 – SPF Intérieur, 16 – Ministère de la Défense, 17 – Police fédérale et Fonctionnement intégré et 46 – SPP Politique scientifique.

§ 2. Deze afwijking is enkel van toepassing op de secties 12 – FOD Justitie, 13 – FOD Binnenlandse Zaken, 16 – Ministerie van Landsverdediging, 17 – Federale Politie en Geïntegreerde Werking en 46 – POD Wetenschapsbeleid.

Art. 6

Art. 6

Par dérogation à l’article 40 des lois sur la comptabilité de l’État, coordonnées le 17 juillet 1991, le paiement des allocations de naissance et des indemnités pour frais funéraires, s’effectue conformément aux règles prévues à l’article 41, alinéa 1er, des mêmes lois.

In afwijking van artikel 40 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, gebeurt de betaling van de geboortetoelagen en van de vergoedingen voor begrafeniskosten overeenkomstig de regelen bepaald in artikel 41, 1ste lid, van dezelfde wetten.

Art. 7

Art. 7

Des provisions peuvent être allouées aux avocats, aux experts et aux huissiers de justice agissant pour le compte de l’État.

Machtiging wordt verleend provisies toe te staan aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Staat optreden.

Art. 8

Art. 8

§ 1. Par dérogation à l’article 52, alinéa 1er, 1°, de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la

§ 1. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de be-

150

DOC 53

0555/001

comptabilité de l’État fédéral, les crédits d’engagement des allocations de base relatives aux rémunérations et allocations généralement quelconques “11.00.03 – Personnel statutaire définitif et stagiaire” et “11.00.04 – Personnel autre que statutaire” ainsi que les allocations de base 12.00.48 et 12.21.48, peuvent être redistribuées uniquement entre elles au sein d’une même section du budget.

groting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen “11.00.03 – Vast en stagedoend statutair personeel” en “11.00.04 – Ander dan statutair personeel” alsook de basisallocaties 12.00.48 en 12.21.48, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.

Cette dérogation ne s’applique pas aux allocations de base relatives aux dépenses des organes stratégiques des ministres et des secrétaires d’État.

Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen.

§ 2. Par dérogation à l’article 52, alinéa 1er, 1°, de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, les crédits d’engagement des allocations de base 1100.05 et 1140.05 – Dépenses de service social – et des allocations de base relatives aux dépenses de fonctionnement et d’investissement pourvues des codes économiques 12 et 74, spécifiques ou non et relevant ou non d’un programme de subsistance, peuvent être redistribués entre eux et exclusivement entre eux au sein d’une même section du budget.

§ 2. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 11.00.05 en 11.40.05 – Uitgaven voor sociaal dienstbetoon – en van de basisallocaties betreffende de werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74, al of niet specifiek en al dan niet behorend tot een bestaansmiddelenprogramma, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.

Cette dérogation ne s’applique pas aux allocations de base relatives aux dépenses des organes stratégiques des ministres et des secrétaires d’État, ni aux allocations de base 12.00.48 et 12.21.48.

Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, noch op de basisallocaties 12.00.48 en 12.21.48.

§ 3. Par dérogation au paragraphe 2, les allocations de base y visées peuvent être redistribuées, au sein d’une même section du budget, également vers les allocations de base 21.00.01 et 21.40.01.

§ 3. In afwijking van paragraaf 2 mogen de erin bedoelde basisallocaties binnen éénzelfde sectie van de begroting eveneens naar de basisallocaties 21.00.01 en 21.40.01 worden herverdeeld.

§ 4. Par dérogation à l’article 52, alinéa 1er, 1°, de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, les crédits d’engagement des allocations de base relatives aux dépenses de personnel d’une part et aux dépenses de fonctionnement et d’investissement d’autre part des organes stratégiques des ministres et des secrétaires d’État, peuvent être redistribués uniquement entre eux au sein d’un même programme.

§ 4. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties betreffende de personeelsuitgaven enerzijds en de werkings- en investeringsuitgaven anderzijds van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, binnen eenzelfde programma uitsluitend onder elkaar worden herverdeeld.

Art. 9

Art. 9

Par dérogation à l’article 48, alinéa 3 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, des subsides peuvent être octroyés, en application de l’article 43 de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises, et à charge du Fonds de financement du rôle international et de la fonction de capitale de Bruxelles.

In afwijking van artikel 48, derde lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, kunnen toelagen worden toegekend in toepassing van artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en ten laste van het Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel.

DOC 53

0555/001

151

Art. 10

Art. 10

§ 1. Les dispositions particulières départementales de la loi du 23 décembre 2009 contenant le budget général des dépenses de l’année budgétaire 2010 et de la loi du 19 mai 2010 contenant le premier ajustement du budget général des dépenses de l’année budgétaire 2010, peuvent être appliquées mutatis mutandis pour l’exécution de la présente loi.

§ 1. De bijzondere departementale bepalingen van de wet van 23 december 2009 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2010 en van de wet van 19 mei 2010 houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2010, mogen mutatis mutandis worden toegepast voor de uitvoering van deze wet.

§ 2. Par dérogation à l’article 66 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, des avances d’un montant maximum de 200 000 EUR peuvent être consenties aux comptables du SPF Affaires Etrangères, Commerce Extérieur et Coopération au Développement.

§ 2. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen voorschotten tot een maximumbedrag van 200 000 EUR verleend worden aan de rekenplichtigen van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Au moyen de ces avances, les comptables sont autorisés à payer des créances de toute nature dont le montant ne dépasse pas les 5 500 EUR.

Door middel van deze voorschotten mogen de rekenplichtigen schuldvorderingen van allerlei aard tot 5 500 EUR betalen.

§ 3. Par dérogation à l’article 66 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, des avances peuvent être consenties aux comptables du Service d’encadrement Budget et Contrôle de la Gestion du SPF Finances, pour un montant maximum de 1 000 000 EUR;

§ 3. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen aan de rekenplichtigen van de Stafdienst Budget en Beheerscontrole van de FOD Financiën voorschotten worden toegestaan tot een maximumbedrag van 1 000 000 EUR.

Ces comptables sont autorisés à payer, au moyen d’avances, tous les frais de service n’excédant pas 12 500 EUR (hors TVA), ainsi que, quels qu’en soient les montants, les frais de fonctionnement des organes stratégiques.

Deze rekenplichtigen mogen hiermee alle dienstkosten betalen tot en met 12 500 EUR (zonder BTW), en, ongeacht het bedrag, de werkingskosten van de beleidsorganen.

Au comptable chargé du paiement des frais de mission à l’étranger, autorisation est donnée de consentir aux fonctionnaires envoyés en mission à l’étranger les avances nécessaires.

Aan de rekenplichtige belast met de betaling van de kosten voor opdrachten in het buitenland, wordt toelating gegeven om de nodige voorschotten te verlenen aan de ambtenaren belast met een opdracht in het buitenland.

Le comptable de la Direction Comptabilité et Budget du Service d’encadrement Budget et Contrôle de la Gestion, chargé du compte “recettes diverses”, est autorisé à effectuer des dépenses exclusivement dans le cadre et dans les limites financières des programmes préfinancés sur ce compte par l’Union européenne ou d’autres organismes internationaux.

De rekenplichtige van de Directie Comptabiliteit en Begroting van de Stafdienst Budget en Beheerscontrole, belast met de rekening “diverse ontvangsten”, wordt gemachtigd om uitgaven te verrichten, uitsluitend in het kader en ten belope van de bedragen van de op deze rekening door de Europese Unie of andere internationale instellingen geprefinancierde programma’s.

Préalablement à leur mise en paiement, les factures et déclarations de créance relatives à ces programmes doivent être revêtues du visa de l’ordonnateur délégué du Service d’encadrement Budget et Contrôle de la Gestion.

De betrokken facturen en schuldvorderingen dienen, voorafgaand aan de betaling, goedgekeurd te worden door de gedelegeerd ordonnateur van de Stafdienst Budget en Beheerscontrole.

Par dérogation à l’article 25 et par application de l’article 25bis et de l’article 229 de l’arrêté royal du

In afwijking van artikel 25 en bij toepassing van artikel 25bis en artikel 229 van het koninklijk besluit van

152

DOC 53

0555/001

10 décembre 1868 portant Règlement Général sur la Comptabilité de l’État, les comptables des restaurants du Service Social sont autorisés à tenir une encaisse jusqu’à 400 EUR pour chaque restaurant ou cafétaria pour lequel ils sont comptables.

10 december 1868 houdende Algemeen Reglement op de rijkscomptabiliteit, worden de gewone rekenplichtigen van de restaurants van de Sociale Dienst gemachtigd om geldvoorraden in kas aan te houden tot een maximaal bedrag van 400 EUR per restaurant of cafetaria waarvoor zij rekenplichtig zijn.

§ 4. Par dérogation à l’article 66 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, des avances peuvent être octroyées aux comptables du Service Public Fédéral Mobilité et Transports, qui sont validées par l’ordonnateur, fonctionnaire dirigeant du Service, ou par son délégué et sont attribuées par le ministre compétent afin de couvrir le paiement des dépenses reprises ci-après.

§ 4. In afwijking van artikel 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat kunnen de rekenplichtigen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer voorschotten aanvragen die worden gevalideerd door de ordonnateur, leidinggevende van de Dienst of door zijn gemachtigde en worden toegekend door de functioneel bevoegde minister ten einde de hieronder vermelde uitgaven te betalen.

Le comptable dispose pour ce faire d’un compte financier spécifique, ouvert à son nom et sur lequel le comptable centralisateur transfert le montant de l’avance à partir du compte des dépenses financières du Service Public Fédéral Mobilité et Transports. Ce transfert est une opération purement financière.

De rekenplichtige beschikt hiertoe over een specifieke financiële rekening die op zijn naam is geopend en waarop de centraliserende rekenplichtige het bedrag van het voorschot overschrijft vanuit de financiële uitgavenrekening van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. Deze overschrijving is een louter financiële verrichting.

Le montant maximum pour lequel une avance pour petites dépenses peut être octroyée est de 5 000 EUR.

Het maximumbedrag waarvoor een voorschot voor kleine uitgaven mag toegekend worden, bedraagt 5 000 EUR.

Une avance complémentaire pour petites dépenses peut être sollicitée lorsque le solde des moyens de paiements sur le compte financier du comptable des avances est de 2 500 EUR ou moins.

Een aanvullend voorschot voor kleine uitgaven mag aangevraagd worden wanneer het saldo van de geldmiddelen op de financiële rekening van de rekenplichtige 2 500 EUR of minder bedraagt.

Le montant d’une petite dépense ne peut pas excéder 500 EUR TVA comprise.

Het bedrag van een kleine uitgave mag niet hoger zijn dan 500 EUR btw inbegrepen.

Le comptable peut mettre à la disposition des fonctionnaires des moyens de paiements pour des petites dépenses, soit en espèces, soit via un porte-monnaie électronique, soit via une carte de débit.

De rekenplichtige kan aan ambtenaren geldmiddelen ter beschikking stellen voor kleine uitgaven ofwel in speciën, ofwel via elektronische portemonnee, ofwel via een debetkaart.

Le montant maximum pour lequel une avance pour dépenses dans le cadre d’une mission à l’étranger peut être octroyée est de 25 000 EUR.

Het maximumbedrag waarvoor een voorschot voor uitgaven in het kader van een zending in het buitenland mag toegekend worden bedraagt 25 000 EUR.

Une avance complémentaire pour ces dépenses peut être sollicitée lorsque le solde des moyens de paiements sur le compte financier du comptable est de 10 000 EUR ou moins.

Een aanvullend voorschot voor deze uitgaven mag aangevraagd worden wanneer het saldo van de geldmiddelen op de financiële rekening van de rekenplichtige 10 000 EUR of minder bedraagt.

Le comptable peut mettre à la disposition des fonctionnaires en mission à l’étranger des moyens de paiements pour des dépenses, soit en espèces jusqu’à un montant de 500 EUR, soit via une carte de débit, soit via virement.

De rekenplichtige kan aan ambtenaren op zending in het buitenland geldmiddelen ter beschikking stellen voor uitgaven, ofwel in speciën tot een bedrag van 500 EUR, ofwel via een debetkaart ofwel via overschrijving.

DOC 53

0555/001

153

Le fonctionnaire pour lequel des moyens de paiements ont été mis à disposition par le comptable des avances doit justifier ses dépenses au moyen de pièces justificatives afin d’apporter la preuve des dépenses reprises dans le compte de gestion du comptable. Il doit verser le solde, sans intérêts, de l’avance reçue et des dépenses justifiées au comptable compétent.

De ambtenaar aan wie geldmiddelen ter beschikking worden gesteld door de rekenplichtige, moet zijn uitgaven verantwoorden met bewijsstukken tot staving van de uitgaven opgenomen in de beheersrekening van de rekenplichtige. Hij dient het saldo van het verkregen voorschot en de verantwoorde uitgaven zonder verwijl over te maken aan de bevoegde rekenplichtige.

Le comptable comptabilise les dépenses réalisées au moyen des avances sur le crédit d’engagements et de liquidations approprié.

De rekenplichtige rekent de door middel van het voorschot uitgevoerde uitgaven aan op het gepaste vastleggings- en vereffeningkrediet.

Si une avance ou une partie de celle-ci n’est plus nécessaire pour la continuité du service, le comptable reverse le solde sans retard sur le compte des recettes financières du comptable centralisateur.

Indien een voorschot of een gedeelte ervan niet langer nodig is voor de voortzetting van de dienst, stort de rekenplichtige het saldo zonder verwijl terug op de financiële ontvangstrekening van de centraliserende rekenplichtige.

Le ministre compétent informe mensuellement la Cour des Comptes au sujet des avances qu’il a attribué.

De functionele minister brengt maandelijks het Rekenhof op de hoogte van de door hem toegekende voorschotten.

L’ordonnateur, fonctionnaire dirigeant du Service Public Fédéral Mobilité et Transports ou son délégué, est responsable du suivi régulier des demandes et des octrois des avances par les comptables.

De ordonnateur, leidinggevende van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer of zijn gemachtigde is verantwoordelijk voor de regelmatige opvolging van de voorschotaanvragen en van de aanwending ervan door de rekenplichtigen.

Les comptables et leurs suppléants sont désignés par le ministre compétent ou son délégué. L’arrêté de désignation décrit les tâches spécifiques des comptables, indique le numéro du compte financier sur lequel le comptable va recevoir son avance et fixe la date à partir de laquelle le comptable exerce sa gestion, conformément aux règles fixées par le ministre compétent. Une copie de cet arrêté est transmise au ministre du Budget et des Finances.

De rekenplichtigen en hun plaatsvervangers worden aangesteld door de functioneel bevoegde minister of zijn gemachtigde. Het aanstellingsbesluit beschrijft de specifieke taken van de rekenplichtige, wijst het nummer van de financiële rekening aan waarop de rekenplichtige zijn voorschot zal ontvangen en stelt de datum vast vanaf dewelke de rekenplichtige het beheer opneemt volgens de door de functionele minister gestelde regels. Een afschrift van dat besluit wordt aan de minister van Begroting en van Financiën overgemaakt.

Section 12 – SPF Justice

Sectie 12 – FOD Justitie

Art. 11

Art. 11

Par dérogation à l’article 61, 2e alinéa de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, le ministre de la Justice est autorisé à conclure des accords avec les institutions de l’Union Européenne afin de financer des projets qui visent un meilleur fonctionnement et l’intégration de la justice au niveau européen.

In afwijking van artikel 61, alinea 2 van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de Federale Staat, wordt de minister van Justitie er toe gemachtigd met de instellingen van de Europese Unie overeenkomsten af te sluiten voor het financieren van projecten die op Europees vlak de betere werking en integratie van justitie beogen.

154

DOC 53

0555/001

Section 14 – SPF Affaires Etrangères, Commerce Extérieur et Coopération au Développement

Sectie 14 – FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Art. 12

Art. 12

Pendant les trois premiers mois de l’année 2011, l’État peut conclure de nouveaux engagements pluriannuels avec les pays partenaires pour un montant total de 62 500 000 EUR. En outre, l’encours des engagements bilatéraux, à exécuter par la CTB, ne peut pas dépasser 750 000 000 EUR. Il s’agit de projets et de programmes à exécuter par la CTB sur l’allocation de base 54.10.54.52.02.

Tijdens de eerste drie maanden van 2011 kan de Staat nieuwe meerjarige verbintenissen met de partnerlanden aangaan voor een totaal bedrag van 62 500 000 EUR. Bovendien kan het openstaande bedrag van de, door BTC uit te voeren, bilaterale verbintenissen maximaal 750 000 000 EUR bedragen. Het betreft projecten en programma’s die door BTC uitgevoerd zullen worden op basisallocatie 54.10.54.52.02.

Tout engagement pris en vertu du présent article, est soumis au contrôleur des engagements qui vérifiera l’application des procédures relatives au contrôle administratif et budgétaire et le respect du plafond.

Elke verbintenis aangegaan krachtens dit artikel wordt voorgelegd aan de controleur van de vastleggingen die de toepassing van de procedures inzake administratieve en begrotingscontrole en het niet overschrijden van het plafond toetst.

Avant le dix de chaque mois, le contrôleur des engagements transmet à la Cour des comptes, pour information, un relevé établi en trois exemplaires, accompagné des documents justificatifs, où figurent à la fois le montant des engagements inscrits au cours du mois écoulé et le montant des engagements inscrits depuis le début de l’année.

Vóór de tiende van iedere maand legt de controleur van de vastleggingen aan het Rekenhof, ter informatie, een in drievoud opgemaakte lijst met de verantwoordingsstukken voor, die enerzijds het bedrag vermeldt van de aangegane verbintenissen die tijdens de afgelopen maand ingeschreven werden, en anderzijds het bedrag aangeeft van de verbintenissen die ingeschreven werden sinds het begin van het jaar.

Art. 13

Art. 13

§ 1. Pendant les trois premiers mois de l’année 2011, un programme de prêts à des États étrangers peut être négocié à concurrence de 16 261 000 EUR.

§ 1. Voor de eerste drie maanden van het jaar 2011 wordt machtiging verleend om een programma voor leningen aan vreemde Staten te onderhandelen ten belope van 16 261 000 EUR.

Compte tenu des moyens budgétaires prévus à cet effet, le programme de prêts doit être approuvé par le Conseil des Ministres. Il fait mention, d’une part, des prêts à réaliser en priorité et, d’autre part, des prêts prioritaires de remplacement, sous forme d’un programme pluriannuel.

Rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden wordt het leningsprogramma goedgekeurd door de Ministerraad. Het vermeldt de prioritair te realiseren leningen evenals de prioritaire vervangingsleningen, in de vorm van een meerjarenprogramma.

Les prêts de remplacement peuvent se substituer à tout moment aux prêts initialement prévus qui sont supprimés.

De vervangingsleningen kunnen te allen tijde in de plaats treden van initieel te realiseren leningen die geschrapt worden.

Le contrôleur des engagements comptabilise les réalisations et les remplacements des prêts d’un programme.

De controleur van de vastleggingen boekt de realisaties en de vervanging van leningen van een programma.

§ 2. Les prêts à des États étrangers sont engagés par le contrôleur des engagements préalablement à la notification de l’accord de prêt, au moment où le ministre

§ 2. De leningen aan vreemde Staten worden door de controleur van de vastleggingen vastgelegd vóór de notificatie van het leningsakkoord, op het ogenblik

DOC 53

0555/001

155

des Finances marque son accord sur le prêt à consentir en signant une procuration ou l’accord de prêt.

dat de minister van Financiën door de ondertekening van een volmacht of van het leningsakkoord zelf, zijn goedkeuring geeft over de toe te kennen lening.

Art. 14

Art. 14

Les modalités d’exécution des recettes et des dépenses pour ordre, effectuées dans le cadre des accords relatifs aux évaluations conjointes de la coopération au développement, conduites sous la responsabilité de la Belgique, seront inscrites dans les accords avec les différents partenaires.

De uitvoeringsmodaliteiten van de voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven in het kader van de akkoorden met betrekking tot de gemeenschappelijke evaluaties van de ontwikkelingssamenwerking, uitgevoerd onder de leiding van België, zullen ingeschreven worden in de akkoorden met de verschillende partners.

Les opérations sont soumises à l’avis préalable de l’Inspecteur des Finances, conformément aux dispositions des articles 14 et 15 de l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif et budgétaire.

De verrichtingen worden onderworpen aan het voorafgaandelijk advies van de Inspecteur van Financiën, conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.

Art. 15

Art. 15

Les modalités d’exécution des recettes et des dépenses pour ordre, effectuées dans le cadre des accords relatifs à la coopération déléguée, seront inscrites dans les accords avec les différents partenaires.

De uitvoeringsmodaliteiten van de voor orde verrichte ontvangsten en uitgaven, in het kader van de akkoorden met betrekking tot de gedelegeerde samenwerking, zullen ingeschreven worden in de akkoorden met de verschillende partners.

Les opérations sont soumises à l’avis préalable de l’Inspecteur des Finances, conformément aux dispositions des articles 14 et 15 de l’arrêté royal du 16 novembre 1994 relatif au contrôle administratif et budgétaire.

De verrichtingen worden onderworpen aan het voorafgaand advies van de Inspecteur van Financiën, conform de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole.

Section 16 – Ministère de la Défense

Sectie 16 – Ministerie van Landsverdediging

Art. 16

Art. 16

Le ministre de la Défense est autorisé à utiliser, à concurrence de 100 000 EUR, les recettes provenant des intérêts générés par les avances déposées auprès de la “Federal Reserve Bank of New York” dans le cadre des marchés relatifs à la fourniture des avions, du support logistique, des installations au sol et aux frais connexes pour l’ensemble de la flotte F‑16.

De minister van Landsverdediging is gemachtigd ten belope van 100 000 EUR de ontvangsten aan te wenden die voortvloeien uit de interesttegoeden opgebracht door uitstaande voorschotten bij de “Federal Reserve Bank of New York” in het kader van de overheidsopdrachten nopens de levering van de vliegtuigen, logistieke steun, grondinstallaties en bijkomende kosten voor het geheel van de F‑16 vloot.

Ces intérêts seront imputés au compte 87.07.03.27.C de la Section “Opérations d’ordre de la Trésorerie”. Ils y seront utilisés en couverture des dépenses résultant des marchés précités.

Deze interesttegoeden zullen aangerekend worden op de rekening 87.07.03.27 C van de Sectie “Thesaurieverrichtingen voor orde”. Ze zullen aangewend worden tot dekking van de uitgaven voortvloeiend uit de vorenvermelde overheidsopdrachten.

156

DOC 53

0555/001

Section 18 – SPF Finances

Sectie 18 – FOD Financiën

Art. 17

Art. 17

§ 1. Par dérogation à l’article 8, § 1 de la présente loi, les crédits d’engagement de l’allocation de base “80.61.11.00.03 - Personnel statutaire définitif et stagiaire“peuvent être redistribués vers l’allocation de base “80.61.11.00.09 – Personnel de l’Administration des douanes et accises mis à la disposition d’autres administrations du SPF Finances et d’autres SPF et services publics”;

§ 1. In afwijking van artikel 8, § 1 van deze wet, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocatie “80.61.11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel”, herverdeeld worden naar de basisallocatie “80.61.11.00.09 – Personeel van de Administratie der douane en accijnzen gebezigd door andere Administraties van de FOD Financiën en andere FOD’s en openbare diensten”;

§ 2.Par dérogation à l’article 8, § 2 de la présente loi, les crédits d’engagement des allocations de base visées dans ce paragraphe concernant les dépenses de fonctionnement de la section 18 – SPF Finances peuvent également être redistribués vers l’allocation de base “40.03.34.00.40 – Indemnités à des tiers”.

§ 2. In afwijking van artikel 8, § 2 van deze wet, mogen de vastleggingskredieten van de in deze paragraaf bedoelde basisallocaties met betrekking tot de werkingskosten van de sectie 18 - FOD Financiën, eveneens herverdeeld worden naar de basisallocatie “40.03.34.00.40 – Schadevergoedingen aan derden”.

Section 19 – Régie des Bâtiments

Sectie 19 – Regie der Gebouwen

Art. 18

Art. 18

Le ministre qui a la Régie des Bâtiments dans ses attributions est autorisé à contracter, en dehors du montant des crédits d’engagement limitatifs des programmes d’investissement, inscrits aux articles 533.01, 533.03, 533.04, 533.11, 533.12, 533.13, 533.14, 533.16, 536.02, 536.11 et 536.13 du budget de la Régie des bâtiments, des obligations de location-vente et d’opérations analogues (y compris des investissements réalisés par des tiers dans le cadre d’initiatives privées de financement ou de contrats de location à long terme en vue de la mise à disposition de biens immeubles à l’usage des pouvoirs publics).

De minister bevoegd voor de Regie der Gebouwen wordt ertoe gemachtigd buiten het bedrag van de limitatieve vastleggingskredieten van de investerings programma’s, ingeschreven op de artikels 533.01, 533.03, 533.04, 533.11, 533.12, 533.13, 533.14, 533.16, 536.02, 536.11 en 536.13 van de begroting van de Regie der Gebouwen, verbintenissen tot huurkoop en analoge verrichtingen aan te gaan (met inbegrip van investeringen verricht door derden in het kader van privé-financieringsinitiatieven of huurcontracten op lange termijn met de bedoeling onroerende goederen ter beschikking te stellen van de overheid).

L’engagement comptable de ces opérations est limité en 2011 à 211 017 427 EUR, réparti comme suit:

De boekhoudkundige vastlegging van deze verrichtingen wordt in 2011 beperkt tot 211 017 427 EUR, als volgt verdeeld:

DOC 53

0555/001

157

Montant maximum à financer Maximumbedrag te financieren

A engager en 2011 Vast te leggen in 2011

Liège, extension Palais de Justice – Luik, uitbreiding gerechtshof

90 000 000

7 017 427

Tervueren, Musée Royal de l’Afrique Centrale – Tervuren, Koninklijk Museum voor Midden-Afrika

66 500 000

30 000 000

Wandre, AFSCA – Wandre, FAVV

3 000 000

3 000 000

Gand, centre de psychiatrie légale Gent, forensisch psychiatrisch centrum

80 000 000

72 000 000

Anvers, centre de psychiatrie légale – Antwerpen, forensisch psychiatrisch centrum

60 000 000

53 000 000

Achêne, établissement pour délinquants juvéniles Achêne, instelling voor jeugdige delinquenten

55 600 000

46 000 000

Art. 19

Art. 19

La Régie des bâtiments est autorisée à financer des travaux de première installation dans l’immeuble loué WTC3 à Bruxelles au moyen d’un emprunt à contracter sur le marché financier, pour un montant maximal (ajusté) de 70 500 000 EUR, dont à engager en 2011: 50 602 364 EUR.

De Regie der Gebouwen wordt gemachtigd om eerste installatiewerken in het gehuurde gebouw WTC3 te Brussel te financieren door middel van een lening op de financiële markt, voor een maximaal (herzien) bedrag van 70 500 000 EUR, waarvan vast te leggen in 2011: 50 602 364 EUR.

En considération de la décision de Conseil des Ministres du 6 février 2004 approuvant le principe général de répartition des frais de première installation dans des bâtiments loués entre la Régie des bâtiments et les services occupants, la quote-part éventuelle de ces emprunts relative à des travaux d’installation à charge des occupants, y compris les intérêts concernant cette quote-part, sera mise à la disposition de la Régie des bâtiments par ces occupants.

Met inachtneming van de beslissing van de Ministerraad van 6 februari 2004 waarbij het algemeen principe van de verdeling van de eerste installatiekosten in gehuurde gebouwen tussen de Regie der Gebouwen en de gehuisveste diensten werd goedgekeurd, zal het gedeelte van deze leningen dat mogelijk betrekking heeft op installatiewerken ten laste van de bezetters, inclusief de intresten op dat gedeelte, door deze bezetters aan de Regie der Gebouwen ter beschikking worden gesteld.

Section 21 - Pensions

Sectie 21 – Pensioenen

Art. 20

Art. 20

Le compte d’ordre de trésorerie n° 87.09.76.09 B –“SPF Finances — Trésorerie — SCDF — Pensions et prestations annexes — Service des pensions du secteur public (SdPSP)” — sur lequel sont imputées à partir du 1er janvier 2006 les charges des pensions de retraite et de survie qui sont gérées par le Service des Pensions du Secteur Public, peut présenter un solde débiteur à concurrence de 20 % des dépenses relatives aux missions légales de ce Service.

De orderekening van de thesaurie nr. 87.09.76.09 B— “FOD Financiën — Thesaurie — CDVU — Pensioenen en aanverwante voordelen — Pensioendienst van de overheidssector (PDOS)” — waarop vanaf 1 januari 2006 de lasten worden aangerekend van de rust- en overlevingspensioenen die door de Pensioendienst voor de overheidssector worden beheerd, mag een debetsaldo vertonen van 20 % van de uitgaven inzake de wettelijke opdrachten van deze Dienst.

Art. 21

Art. 21

Le compte d’ordre de trésorerie n° 87.09.75.08 B — “SPF Finances — Trésorerie — SCDF — Traitements

De orderekening van de thesaurie nr. 87.09.75.08 B — “FOD Financiën — Thesaurie — CDVU — Wedden

158

DOC 53

0555/001

et autres dépenses fixes pour le personnel du service des pensions du secteur public (SdPSP)” — sur lequel sont imputées à partir du 1er janvier 2006 les charges des traitements du personnel nommé à titre définitif et contractuel du Service des Pensions du Secteur Public, peut présenter un solde débiteur à concurrence de 20 % des dépenses de gestion de ce Service.

en andere vaste uitgaven van de personeelsleden van de Pensioendienst van de overheidssector (PDOS)” — waarop vanaf 1 januari 2006 de lasten worden aangerekend van de wedden van het vast benoemd en contractueel personeel van de Pensioendienst voor de overheidssector, mag een debetsaldo vertonen van 20 % van de beheersuitgaven van deze Dienst.

Section 33 – SPF Mobilité et Transports

Sectie 33 – FOD Mobiliteit en Vervoer

Art. 22

Art. 22

Toutes les recettes de la Direction Générale Transport Aérien sont affectées au Fonds pour le Financement et l’Amélioration des Moyens de Contrôle, d’Inspection et d’Enquête et des Programmes de Prévention de l’Aéronautique.

Alle ontvangsten van het Directoraat-generaal Luchtvaart worden toegewezen aan het Fonds voor de Financiering en de Verbetering van de Controle-, Inspectie- en Onderzoeksmiddelen en van de preventieprogramma’s van de Luchtvaart.

Par dérogation à l’article 62 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, les moyens disponibles du Fonds pour le Financement et l’Amélioration des Moyens de Contrôle, d’Inspection et d’Enquête et des Programmes de Prévention de l’Aéronautique (programme 52/5) sont partiellement désaffectés et sont ajoutés aux ressources générales du Trésor à concurrence d’un montant de 2 021 000 EUR.

In afwijking van artikel 62 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, worden de beschikbare middelen van het Fonds voor de Financiering en de Verbetering van de Controle-, Inspectie- en Onderzoeksmiddelen en van de Preventieprogramma’s van de Luchtvaart (programma 52/5) van bestemming veranderd en bij de algemene middelen van de Schatkist gevoegd tot beloop van een bedrag van 2 021 000 EUR.

Art. 23

Art. 23

Par dérogation à l’article 52, alinéa 1er, 1°de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral et à l’article 8, § 1, de la présente loi, les crédits d’engagement des allocations de base suivantes peuvent être redistribués entre eux et uniquement entre eux:

In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de Federale Staat, en van artikel 8, § 1 van deze wet mogen de vastleggingskredieten op volgende basisallocaties onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden:

AB 33 52 01 11.00.16 et AB 33 52 02 12.21.48 AB 33 51 40 11.00.16 et AB 33 51 40 12.21.48 AB 33 51 50 11.00.17 et AB 33 51 50 12.21.48

BA 33 52 01 11.00.16 en BA 33 52 02 12.21.48 BA 33 51 40 11 00 16 en BA 33 51 40 12 21 48 BA 33 51 50 11 00 17 en BA 33 51 50 12 21 48

Art. 24

Art. 24

D a n s l e s l i m i t e s d e l ’a l l o c a t i o n d e b a s e 33.52.20.81.11.01, une avance récupérable peut, par arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres, être octroyée à Belgocontrol pour les dépenses strictement nécessaires à la continuité du service public.

Binnen de perken van de basisallocatie 33.52.20.81.11.01 kan, door een in ministerraad overlegd koninklijk besluit, aan Belgocontrol een terugvorderbaar voorschot worden verleend voor de uitgaven die strikt noodzakelijk zijn voor de continuiteït van de openbare dienstverleinig.

DOC 53

0555/001

159

CHAPITRE III

HOOFDSTUK III

Dispositions financières

Financiële bepalingen

Art. 25

Art. 25

Par dérogation à l’article 19, troisième alinéa, 1° de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, le budget comprend, en recettes, les prévisions des sommes qui seront versées au profit de l’État au cours de l’année budgétaire.

In afwijking van artikel 19, derde lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, bevat de begroting als ontvangsten de ramingen van de geldsommen die gedurende het begrotingsjaar aan de Staat zullen worden afgedragen.

Art. 26

Art. 26

Les impôts directs et indirects, en principal et décimes additionnels au profit de l’État, existant au 31 décembre 2010, seront recouvrés pendant l’année 2011 d’après les lois, arrêtés et tarifs qui en règlent l’assiette et la perception, y compris les lois, arrêtés et tarifs qui n’ont qu’un caractère temporaire ou provisoire.

De op 31 december 2010 bestaande directe en indirecte belastingen, in hoofdsom en opdeciemen ten behoeve van de Staat, worden tijdens het jaar 2011 ingevorderd volgens de wetten, besluiten en tarieven waarbij de zetting en invordering ervan worden geregeld, met inbegrip van de wetten, besluiten en tarieven die slechts een tijdelijk of voorlopig karakter hebben.

Art. 27

Art. 27

L’application des articles 3 et 4, § 1er, de la loi du 28 décembre 1954 contenant le budget des Voies et Moyens pour l’exercice 1955, est prorogée jusqu’au 31 décembre 2011.

De toepassing van de artikels 3 en 4, § 1 van de wet van 28 december 1954 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het dienstjaar 1955, wordt verlengd tot 31 december 2011.

Art. 28

Art. 28

Le Roi peut, dans les limites et aux conditions qu’Il détermine, accorder des exonérations fiscales aux revenus des emprunts qui, en 2011, seraient émis ou placés principalement à l’étranger par l’État fédéral, les communautés, les régions, les provinces, les agglomérations, les communes et les établissements ou organismes publics, et en particulier les bons du Trésor libellés en monnaies étrangères.

De Koning kan, binnen de perken en onder de voorwaarden die Hij bepaalt, vrijstelling van belasting verlenen voor de inkomsten van leningen die in 2011 door de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen of organismen, voornamelijk in het buitenland zouden worden uitgegeven of geplaatst, en in het bijzonder de Schatkistbons in vreemde munt.

En ce qui concerne les revenus des titres de ces emprunts qui seraient détenus par des résidents belges, les exonérations fiscales ne peuvent toutefois être accordées qu’aux seuls établissements financiers ou entreprises y assimilées et investisseurs professionnels visés à l’article 105, 1° et 3°, de l’AR/CIR 92, ainsi que, sans préjudice de l’application de l’article 262, 1° du Code des impôts sur les revenus 1992, aux personnes morales visées à l’article 220 du Code des impôts sur les revenus 1992.

Wat betreft de inkomsten van de effecten van deze leningen die zouden gehouden worden door Belgische verblijfhouders, kunnen de fiscale vrijstellingen echter alleen worden verleend aan de financiële instellingen of de hiermee gelijkgestelde ondernemingen en de beroepsbeleggers bedoeld in artikel 105, 1° en 3°, van het KB/WIB 92, alsmede, onverminderd de toepassing van artikel 262, 1° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, aan de rechtspersonen bedoeld in artikel 220 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

160

DOC 53

0555/001

Art. 29

Art. 29

§ 1. Pour couvrir l’insuffisance des recettes par rapport aux dépenses de l’année 2011, en ce compris les remboursements d’emprunts et les dépenses éventuelles résultant des opérations de gestion financière visées au § 3, 1°, ci-après, ou les déséquilibres passagers de trésorerie au cours de l’année budgétaire:

§ 1. Om het tekort van de ontvangsten in verhouding tot de uitgaven voor het jaar 2011 te dekken, met inbegrip van de terugbetalingen van leningen en de eventuele uitgaven als gevolg van de financiële beheersverrichtingen bedoeld in § 3, 1°, hierna, of om de tijdelijke schatkistonevenwichten in de loop van het begrotingsjaar te dekken:

1° le Roi est autorisé à émettre des emprunts publics.

1° wordt de Koning gemachtigd om openbare leningen uit te geven. Wanneer de Koning een algemeen uitgiftekader voor leningen heeft bepaald dat de grenzen van de bevoegdheden vastlegt die kunnen worden gedelegeerd, kan de minister van Financiën gemachtigd worden om, tijdens het begrotingsjaar, de leningen die binnen dit kader vallen uit te geven.

Lorsque le Roi a fixé un cadre général d’émission d’emprunts qui détermine les limites des pouvoirs qui peuvent être délégués, le ministre des Finances peut être autorisé à émettre, au cours de l’année budgétaire, les emprunts qui entrent dans ce cadre. 2° le ministre des Finances est autorisé à émettre des certificats de trésorerie, bons du Trésor ou tout instrument de financement portant intérêt autre que les emprunts publics.

2° wordt de minister van Financiën gemachtigd om Schatkistcertificaten, Schatkistbons of om het even welk rentedragend financieringsinstrument verschillend van de openbare leningen uit te geven.

Les emprunts visés aux 1° et 2° ci-dessus peuvent être émis aussi bien en Belgique qu’à l’étranger, en euros et en monnaies étrangères.

De leningen bedoeld in 1° en 2° hierboven kunnen zowel in België als in het buitenland worden uitgegeven, en zowel in euro als in vreemde munt.

§ 2. La gestion de la dette publique a pour principal objectif de diminuer le coût financier de la dette de l’État fédéral dans le cadre d’une gestion des risques de marché et des risques opérationnels et dans le respect des objectifs généraux de la politique budgétaire et de la politique monétaire.

§ 2. Het beheer van de overheidsschuld heeft als voornaamste doel de financiële kost van de federale Staatsschuld te verminderen in het kader van een beheer van de marktrisico’s en van de operationele risico’s rekening gehouden met de algemene doelstellingen van het begrotings- en het monetair beleid.

La gestion de la dette publique a également pour objectif de minimiser le coût financier de la dette des entités publiques de l’administration centrale, autres que l’État fédéral proprement dit.

Het beheer van de overheidsschuld heeft eveneens als doel de financiële kost te verminderen van de schuld van de openbare entiteiten, te onderscheiden van de eigenlijke federale Staat, van de centrale overheid.

A cette fin, le ministre des Finances détermine, sur proposition du Comité stratégique de la dette fonctionnant au sein de l’administration générale de la Trésorerie, les directives générales applicables à la gestion de la dette de l’État fédéral; ces directives portent en particulier sur la structure du portefeuille de la dette et sur le niveau des risques qui peuvent lui être associés.

Daarom stelt de minister van Financiën, op voorstel van het strategisch Comité van de schuld dat werkt binnen de algemene administratie van de Thesaurie, de algemene richtlijnen vast die van toepassing zijn op het beheer van de federale Staatsschuld; deze richtlijnen hebben in het bijzonder betrekking op de structuur van de portefeuille van de schuld en op het niveau van de risico’s die daaraan kunnen verbonden zijn.

Le Comité stratégique de la dette prend les dispositions d’application de ces directives générales. Cellesci encadrent la réalisation des opérations financières proprement dites par l’Agence de la dette constituée au sein du SPF Finances, administration générale de la Trésorerie.

Het strategisch Comité van de schuld neemt de uitvoeringsmaatregelen voor deze algemene richtlijnen. Deze laatste omlijnen de uitvoering van de eigenlijke financiële verrichtingen door het Agentschap van de schuld opgericht binnen de FOD Financiën, algemene administratie van de Thesaurie.

DOC 53

0555/001

§ 3. Le ministre des Finances est autorisé: 1° à conclure toute opération de gestion financière dans les limites déterminées en application du § 2 cidessus. Par opération de gestion financière, on entend: a) les opérations de gestion journalière du Trésor, à savoir les opérations financières qui résultent de la nécessité d’assurer l’équilibre journalier de caisse; b) les échanges de titres;

161

§ 3. De minister van Financiën wordt gemachtigd om: 1° iedere financiële beheersverrichting af te sluiten binnen de grenzen gesteld in § 2 hiervoor. Onder financiële beheersverrichting wordt verstaan: a) de dagelijkse beheersverrichtingen van de Schatkist, meer bepaald de financiële verrichtingen die noodzakelijk zijn om het dagelijks kasevenwicht te waarborgen; b) de omruilingen van effecten;

c) l’adaptation des conditions contractuelles ou termes de remboursement d’emprunts existants, réalisée en accord avec les prêteurs et conformément aux conditions du marché;

c) de aanpassing van de contractuele voorwaarden of van de terugbetalingstermijnen van bestaande leningen, gedaan in overleg met de geldschieters en conform de marktvoorwaarden;

d) les placements de toute nature, y compris ceux nécessaires à la continuité du financement du Trésor;

d) alle soorten beleggingen, met inbegrip van deze die noodzakelijk zijn voor de continuïteit van de financiering van de Schatkist;

e) les swaps d’intérêt et les swaps de devises, les options, les contrats à terme, et tout autres instruments de gestion des risques financiers, budgétaires et de crédit liés à la dette de l’État fédéral et autorisés par le ministre des Finances en application du § 2 ci-dessus;

e) de interestswaps en de deviezenswaps, de opties, de termijncontracten, en elk ander instrument van het financieel, budgettair en kredietrisicobeheer dat verband houdt met de federale Staatsschuld en die toegelaten zijn door de minister van Financiën in toepassing van § 2 hiervoor;

f) les achats de titres de la dette de l’État fédéral sur les marchés secondaires;

f) de aankoop van effecten van de federale Staatsschuld op de secundaire markten;

g) les mises à disposition temporaire, via des opérations de cession-rétrocession ou autres qui ont un effet économique semblable, de certificats de trésorerie, d’obligations linéaires, de titres scindés et des Bons d’État aux primary dealers et recognized dealers.

g) de tijdelijke terbeschikkingstelling via cessieretrocessieverrichtingen of andere verrichtingen met een gelijkaardig economisch effect, van schatkistcertificaten, van lineaire obligaties, van gesplitste effecten en van Staatsbons aan de primary dealers en recognized dealers.

Sur proposition du Comité stratégique de la Dette, les mises à dispositions temporaires visées à l’alinéa 1er peuvent être étendues aux institutions sujettes à une obligation de cotation pour les valeurs du Trésor du Royaume de Belgique, autres que les primary dealers et recognized dealers visés à l’alinéa 1er;

Op voorstel van het Strategisch Comité van de Schuld, kunnen de tijdelijke terbeschikkingsstellingen bedoeld in het eerste lid, uitgebreid worden tot de instellingen die onderworpen zijn aan een noteringsverplichting voor schatkistwaarden van het Koninkrijk België, en die niet behoren tot de primary dealers en recognized dealers bedoeld in het eerste lid;

h) les opérations financières du Trésor avec les organismes qui font partie du secteur “administrations publiques” au sens du Système européen de comptes nationaux et régionaux dans la Communauté ( SEC 95), à l’exception des facilités de caisse destinées à couvrir des déficits temporaires de trésorerie de ces organismes pour lesquels sont arrêtées d’autres modalités pour le

h) de financiële verrichtingen van de Schatkist met de organismen die behoren tot de sector “overheid” overeenkomstig het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap ( ESR 95), uitgezonderd de kasfaciliteiten bestemd om tijdelijke thesaurietekorten te dekken van dergelijke organismen waarvoor andere modaliteiten zijn bepaald voor de

162

placement ou l’investissement de leurs disponibilités que celles prévues à l’article 3 de l’arrêté royal du 15 juillet 1997 portant des mesures de consolidation des actifs financiers des administrations publiques, pris en application des articles 2, § 1er, et 3, § 1er, 6°, et § 2 de la loi du 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la participation de la Belgique à l’Union économique et monétaire européenne ou pour lesquels est fixé un montant minimum des disponibilités à partir duquel les dispositions visées audit article 3 sont applicables; i) les produits dérivés pour la gestion:

DOC 53

0555/001

plaatsing of de belegging van hun beschikbare gelden dan deze bepaald in artikel 3 van het koninklijk besluit van 15 juli 1997 houdende maatregelen tot consolidatie van de financiële activa van de overheid, genomen met toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 6°, en § 2 van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, of waarvoor een minimumbedrag van de beschikbare middelen is vastgesteld vanaf hetwelk de bepalingen bedoeld in dit artikel 3 van toepassing zijn; i) de afgeleide producten voor het beheer van:

— du coût de la consommation d’énergie de l’État fédéral;

— de kostprijs van de energieconsumptie van de federale Staat;

— du coût des autres frais de fonctionnement de l’État fédéral, que le Roi peut désigner.

— de kostprijs van andere werkingskosten van de federale Staat, die de Koning kan aanduiden.

2° complémentairement à des échanges de titres d’emprunts existants contre des obligations linéaires nouvelles, à liquider les paiements de prorata d’intérêt afférents aux titres en circulation, au moyen de la remise aux ayants droit d’obligations linéaires;

2° naast de omruiling van effecten van bestaande leningen tegen nieuwe lineaire obligaties, de gelopen intresten van de effecten in omloop te betalen aan de rechthebbenden door middel van lineaire obligaties;

3° conformément à la convention du 5 janvier 1994 avec la Banque nationale de Belgique, à créer des titres dématérialisés représentatifs de la dette de l’État, ayant les mêmes caractéristiques que celles des titres en circulation, en vue de prêter ces titres à court terme à la Banque nationale de Belgique en fonction des besoins de son système de liquidation de titres;

3° zoals bepaald in de overeenkomst van 5 januari 1994 afgesloten met de Nationale Bank van België, gedematerialiseerde effecten ter vertegenwoordiging van de Staatsschuld te creëren, die dezelfde eigenschappen hebben als deze van de in omloop zijnde effecten, met het oog op het uitlenen van deze effecten op korte termijn aan de Nationale Bank van België in functie van de behoeften van haar effectenvereffeningsstelsel;

4° à procéder à l’émission de certificats de trésorerie et d’obligations linéaires à porter en compte du Trésor dans le système de liquidation de titres de la Banque nationale de Belgique en vue de rendre possibles les opérations prévues au 1°, g).

4° over te gaan tot de uitgifte van schatkistcertificaten en lineaire obligaties, in te schrijven op een rekening van de Schatkist binnen het effectenvereffeningsstelsel van de Nationale Bank van België teneinde de verrichtingen voorzien in 1°, g) mogelijk te maken.

§ 4. Par dérogation à l’article 4 des lois coordonnées du 17 juillet 1991 sur la comptabilité de l’État, les produits des instruments de financement à court terme (certificats de trésorerie, bons du Trésor et instruments assimilés) ainsi que les produits résultant des opérations visées au § 3, 1°, g), sont versés sur des comptes de trésorerie ou d’ordre de la trésorerie.

§ 4. In afwijking van artikel 4 van de gecoördineerde wetten van 17 juli 1991 op de Rijkscomptabiliteit, worden de opbrengsten van de financieringsinstrumenten op korte termijn (Schatkistcertificaten, Schatkistbons en gelijkaardige instrumenten) evenals de opbrengsten voortvloeiend uit de verrichtingen bedoeld in § 3, 1°, g), gestort op thesaurierekeningen of orderekeningen van de Thesaurie.

Afin d’assurer la continuité du financement du Trésor, les autorisations visées au § 1, 1° et 2°, s’appliquent également aux emprunts dont les conditions sont fixées au cours des années budgétaires précédentes et dont le produit est versé au courant de l’année 2011.

Ten einde de continuïteit van de financiering van de Schatkist te verzekeren, zijn de machtigingen bedoeld in § 1, 1° en 2°, eveneens van toepassing op de leningen waarvan de voorwaarden worden vastgelegd in de loop van de voorgaande begrotingsjaren en waarvan de opbrengst wordt gestort in de loop van het jaar 2011.

DOC 53

0555/001

163

Le ministre des Finances est autorisé à gérer une trésorerie en monnaies étrangères pour éviter tout impact sur la conduite de la politique monétaire des opérations en monnaies étrangères effectuées dans le cadre de la gestion financière du Trésor.

De minister van Financiën wordt ertoe gemachtigd een thesaurie in vreemde munt te beheren om elke weerslag op het voeren van een monetair beleid van de verrichtingen in vreemde munt uitgevoerd in het kader van het financieel beleid van de Schatkist, te vermijden.

Dans le cadre des opérations de gestion financière prévues au § 3, 1°, ci-dessus, le ministre des Finances est autorisé à détenir des titres:

In het kader van de financiële beheersverrichtingen voorzien in § 3, 1°, hiervoor, wordt de minister van Financiën gemachtigd om effecten aan te houden:

1° dans le système de liquidation de titres de la Banque nationale de Belgique;

1° bij het effectenvereffeningsstelsel van de Nationale Bank van België;

2° dans les systèmes internationaux de liquidation de titres ainsi que dans les systèmes internationaux de conservation de titres;

2° bij de internationale effectenvereffeningsstelsels alsook bij de internationale effectenbewaringstelsels;

3° dans certains établissements financiers autorisés par la législation qui leur est applicable à conserver des titres en dépôt pour compte de tiers.

3° bij bepaalde financiële instellingen die door de op hen toepasselijk wetgeving gemachtigd zijn om effecten te bewaren voor rekening van derden.

§ 5. Le ministre des Finances peut déléguer aux fonctionnaires généraux du SPF Finances, administration générale de la Trésorerie, ainsi qu’aux membres du personnel de l’Agence de la dette constituée au sein de l’administration générale de la Trésorerie qu’il désigne pour les tâches spécifiques prévues par lui:

§ 5. De minister van Financiën kan aan de ambtenaren-generaal van de FOD Financiën, algemene administratie van de Thesaurie, evenals aan de leden van het personeel van het Agentschap van de schuld opgericht binnen de algemene administratie van de Thesaurie die hij aanwijst voor de door hem voorziene specifieke taken het volgende delegeren:

a) le pouvoir de fixer, dans les limites prévues par le Roi et en fonction des besoins du Trésor le montant et les conditions financières des émissions d’emprunts publics visés au § 1, 1°, ainsi que les pouvoirs nécessaires à la bonne fin de ces émissions;

a) de machtiging om binnen de grenzen voorzien door de Koning, in functie van de schatkistbehoeften, het bedrag en de financiële voorwaarden van de uitgiftes van openbare leningen bepaald bij § 1, 1°, alsook de nodige machtigingen voor een goede afhandeling van deze uitgiftes, vast te stellen;

b) les pouvoirs visés aux § 1er, 2°, § 3 et § 4, alinéas 3 et 4.

b) de machtigingen bepaald bij § 1, 2°, § 3 en § 4, derde en vierde lid.

Art. 30

Art. 30

§ 1. Le ministre des Finances est autorisé à porter les recettes en intérêt ou les dépenses en intérêt résultant des opérations de gestion de la dette publique respectivement en déduction ou à charge des crédits d’intérêt de la section “dette publique” du budget général des dépenses.

§ 1. De minister van Financiën wordt ertoe gemachtigd om de intrestontvangsten of -uitgaven die voortkomen uit de beheersverrichtingen van de overheidsschuld in mindering te brengen respectievelijk ten laste te leggen van de intrestkredieten van de sectie “Rijksschuld” van de algemene uitgavenbegroting.

§ 2. Il est également autorisé à porter les recettes en capital ou les dépenses en capital résultant des opérations de gestion de la dette publique liées aux échéances de remboursement d’emprunts respectivement en déduction ou à charge des crédits d’amortissement de la section “dette publique” du budget général des dépenses.

§ 2. Hij wordt er tevens toe gemachtigd om de kapitaalontvangsten of –uitgaven die voortkomen uit de beheersverrichtingen van de overheidsschuld, verbonden met de vervaldagen van terugbetalingen van leningen, in mindering te brengen respectievelijk ten laste te leggen van de aflossingskredieten van de sectie “Rijksschuld” van de algemene uitgavenbegroting.

164

DOC 53

0555/001

§ 3. Les dispositions du § 2 ne s’appliquent pas aux primes versées lors de la vente ou de l’achat d’options.

§ 3. De bepalingen van § 2 zijn niet toepasselijk op premies gestort naar aanleiding van de verkoop of aankoop van opties.

Art. 31

Art. 31

Par dérogation à l’article 17 de l’arrêté royal n° 150 du 18 mars 1935, coordonnant les lois relatives à l’organisation et au fonctionnement de la Caisse des Dépôts et Consignations et y apportant des modifications en vertu de la loi du 31 juillet 1934, le taux des intérêts à bonifier en 2011 aux consignations, aux dépôts volontaires et aux cautionnements de toutes catégories confiés à la Caisse des Dépôts et Consignations, sera fixé par le ministre des Finances.

In afwijking van artikel 17 van het koninklijk besluit nr 150 van 18 maart 1935 tot samenschakeling van de wetten betreffende de inrichting en de werking van de Deposito- en Consignatiekas en tot aanbrenging van de wijzigingen daarin, krachtens de wet van 31 juli 1934, zal de rentevoet van de in 2011 uit te keren interesten voor de bij de Deposito- en Consignatiekas in bewaring gegeven consignaties, vrijwillige deposito’s en borgtochten van alle categorieën, door de minister van Financiën worden vastgesteld.

Art. 32

Art. 32

Pour les projets relevant de leur compétence, en vue de la mise en oeuvre de l’article 5, § 1, du règlement (C.E.E.) n° 1941/81 concernant un programme de développement intégré pour les zones défavorisées de la Belgique, les moyens financiers à affecter sont versés aux budgets des Régions.

Met het oog op de uitvoering van artikel 5, § 1, van de verordening (E.E.G.) nr 1941/81 betreffende een geïntegreerd ontwikkelingsprogramma voor de achtergebleven gebieden van België, worden de financiële middelen voor de projecten die onder hun bevoegdheid vallen, gestort op de begrotingen van de Gewesten.

Ces moyens financiers sont prélevés sur les remboursements au Trésor belge que les Communautés européennes sont tenues d’effectuer, au titre de frais de perception, aux termes de l’article 3, 1°, cinquième alinéa, de la décision du 21 avril 1970 du Conseil des ministres des Communautés européennes relative au remplacement des contributions des États membres par des ressources propres aux Communautés européennes, approuvée par la loi du 23 décembre 1970.

Deze financiële middelen worden voorafgenomen op de terugbetalingen aan de Belgische Schatkist, waartoe de Europese Gemeenschappen ten titel van inningskosten gehouden zijn luidens artikel 3, 1°, vijfde lid, van het besluit van 21 april 1970 van de Raad van ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende de vervanging van de financiële bijdragen van de Lidstaten door eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, goedgekeurd door de wet van 23 december 1970.

Les montants à transférer sont déterminés par le ministre des Finances en fonction des concours décidés ou prévus par la Commission des Communautés européennes.

De over te hevelen bedragen worden bepaald door de minister van Financiën, zoals beslist of voorzien door de E.E.G.-Commissie.

Art. 33

Art. 33

En vue de la mise en oeuvre de l’article 11 et article 18, § 2, du règlement (CE, EURATOM) n° 1150/2000 du Conseil du 22 mai 2000 portant application de la décision 94/728/CE, Euratom relative au système des ressources propres des Communautés, les droits constatés non comptabilisés, décelés à l’occasion des contrôles, augmentés de l’intérêt sont mis à la disposition de la Commission Européenne.

Met het oog op de uitvoering van artikel 11 en artikel 18, § 2, van verordening (EG, EURATOM) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000, houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, worden de vastgestelde niet geboekte rechten, die tijdens controles aan het licht komen, vermeerderd met de rente, ter beschikking gesteld van de Europese Commissie.

DOC 53

0555/001

165

Par dérogation à l’article 60 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral, ces droits constatés augmentés de l’intérêt sont prélevés sur les remboursements au Trésor belge que les Communautés européennes sont tenues d’effectuer, au titre de frais de perception, aux termes de l’article 3, 1°, cinquième alinéa, de la décision du 21 avril 1970 du Conseil des ministres des Communautés européennes relative au remplacement des contributions des États membres par des ressources propres aux Communautés européennes, approuvée par la loi du 23 décembre 1970.

Deze vastgestelde rechten vermeerderd met de rente worden in afwijking van artikel 60 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, voorafgenomen op de terugbetalingen aan de Belgische Schatkist, waartoe de Europese Gemeenschappen ten titel van inningskosten gehouden zijn luidens artikel 3, 1°, vijfde lid, van het besluit van 21 april 1970 van de raad van ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende de vervanging van de financiële bijdragen van de Lidstaten door eigen middelen van de Europese Gemeenschappen, goedgekeurd door de wet van 23 december 1970.

Art. 34

Art. 34

Conformément à l’article 53, 1° de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État et par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, et compte tenu:

Overeenkomstig artikel 53, 1° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, en rekening houdend met:

— de l’attribution visée à l’article 4, § 5 de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 des intérêts de retard, de la charge des intérêts moratoires ainsi que des amendes fiscales fixes et proportionnelles sur les impôts régionaux visés à l’article 3 de cette même loi spéciale;

— de in artikel 4, § 5 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toewijzing van nalatigheidsintresten, last van verwijlintresten, forfaitaire en proportionele fiscale boeten op de artikel 3 van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen;

— de la situation visée à l’article 5, § 3, deuxième alinéa, où la Région flamande assure elle-même, à partir de l’exercice d’imposition 1999, le service de l’impôt en matière de précompte immobilier visé à l’article 3, 5° de ladite loi spéciale;

— de in artikel 5, § 3, tweede lid bedoelde toestand waarbij het Vlaamse Gewest met ingang van het aanslagjaar 1999 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 5° van dezelfde bijzondere wet bedoelde onroerende voorheffing;

les transferts en matière d’ impôts régionaux visés à l’article 3 de ladite loi spéciale, majorés des intérêts et amendes susvisés, sont estimés pour l’année budgétaire 2011 à 4 577 046 000 EUR pour la Région flamande, à 2 073 003 000 EUR pour la Région wallonne et à 1 063 044 000 EUR pour la Région de BruxellesCapitale.

worden de in artikel 3 van dezelfde bijzondere wet bedoelde overdrachten inzake gewestelijke belastingen, verhoogd met voormelde interesten en boeten, voor het begrotingsjaar 2011 geraamd op 4 577 046 000 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 2 073 003 000 EUR voor het Waalse Gewest en op 1 063 044 000 EUR voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 35

Art. 35

Conformément à l’article 53, 2° de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État et par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions et compte tenu de la loi du 23 mai 2000 fixant les critères visés à l’article

Overeenkomstig artikel 53, 2° van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, en rekening houdend met de wet van

166

DOC 53

0555/001

39, § 2 de ladite loi spéciale du 16 janvier 1989, les transferts visés à l’article 36 de ladite loi spéciale pour l’année budgétaire 2011, en ce compris le solde probable du décompte de l’année budgétaire 2010, sont estimés à 12 589 570 942 EUR pour la Communauté flamande et à 8 372 642 117 EUR pour la Communauté française.

23 mei 2000 tot bepaling van de criteria bedoeld in artikel 39, § 2 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989, worden de in artikel 36 van dezelfde bijzondere wet bedoelde overdrachten voor het begrotingsjaar 2011, met inbegrip van het vermoedelijk saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2010, geraamd op 12 589 570 942 EUR voor de Vlaamse Gemeenschap en op 8 372 642 117 EUR voor de Franse Gemeenschap.

Conformément à l’article 59 de la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone le transfert visé à l’article 58nonies de ladite loi pour l’année budgétaire 2011, en ce compris le solde probable du décompte de l’année budgétaire 2010, est estimé à 5 923 286 EUR pour la Communauté germanophone.

Overeenkomstig artikel 59 van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap wordt de in artikel 58nonies van dezelfde wet bedoelde overdracht voor het begrotingsjaar 2011, met inbegrip van het vermoedelijk saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2010, geraamd op 5 923 286 EUR voor de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 36

Art. 36

Conformément aux articles 53, 3° et 35octies de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État et par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, les transferts visés aux articles 34 et 35ter à 35septies pour l’année budgétaire 2011, en ce compris le solde probable du décompte de l’année budgétaire 2010, sont estimés à 5 899 059 692 EUR pour la Région flamande, à 3 560 124 185 EUR pour la Région wallonne et à 932 488 390 EUR pour la Région de Bruxelles-Capitale.

Overeenkomstig de artikelen 53, 3° en 35octies van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, worden de in de artikelen 34 en 35ter tot 35septies bedoelde overdrachten voor het begrotingsjaar 2011, met inbegrip van het vermoedelijk saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2010, geraamd op 5 899 059 692 EUR voor het Vlaamse Gewest, op 3 560 124 185 EUR voor het Waalse Gewest en op 932 488 390 EUR voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 37

Art. 37

Le transfert visé à l’article 65bis de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l’État et par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, pour l’année budgétaire 2011, en ce compris le solde probable du décompte de l’année budgétaire 2010, est estimé à 26 779 359 EUR pour la Commission communautaire française et à 6 694 840 EUR pour la Commission communautaire flamande.

De overdracht bedoeld in artikel 65bis van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, wordt voor het begrotingsjaar 2011, met inbegrip van het vermoedelijk saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2010, geraamd op 26 779 359 EUR voor de Franse Gemeenschapscommissie en 6 694 840 EUR voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

DOC 53

0555/001

167

Art. 38

Art. 38

Le transfert visé à l’article 46bis de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions bruxelloises, modifiée par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et aux communautés ainsi que par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, pour l’année budgétaire 2011, en ce compris le solde probable du décompte de l’année budgétaire 2010, est estimé à 33 474 198 EUR.

De overdracht bedoeld in artikel 46bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, laatst gewijzigd door de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen en door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, wordt voor het begrotingsjaar 2011, met inbegrip van het vermoedelijk saldo van de afrekening van het begrotingsjaar 2010, geraamd op 33 474 198 EUR.

Art. 39

Art. 39

Les sommes transférées au profit des communautés et des régions sont versées, selon le cas, soit à un fonds d’attribution au budget général des dépenses, soit à un compte d’ordre de Trésorerie.

De overdrachten ten voordele van de gemeenschappen en de gewesten worden naargelang het geval, gestort hetzij op een toewijzingsfonds voorzien in de Algemene Uitgavenbegroting, hetzij op een rekening van de Ordeverrichtingen van de Thesaurie.

168

DOC 53

CHAPITRE VIII

HOOFDSTUK VIII

Disposition finale

Slotbepaling

Art. 40

Art. 40

0555/001

La présente loi entre en vigueur le 1er janvier 2011.

Deze wet treedt in werking op 1 januari 2011.

Donné à Bruxelles, le 19 novembre 2010

Gegeven te Brussel, 19 november 2010

ALBERT

ALBERT

Par le Roi:

Van Koningswege:


De eerste minister,

Yves LETERME

Yves LETERME

Pour le ministre des Finances, absent, la ministre des PME, des Indépendants, de l’Agriculture et de la Politique scientifique,

Voor de minister van Financiën, afwezig, de minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid,

Sabine LARUELLE

Sabine LARUELLE



Guy VANHENGEL

Guy VANHENGEL



Melchior WATHELET

Melchior WATHELET

DOC 53

0555/001

169

TABLEAU ANNEXE A LA LOI -----------TABEL GEVOEGD BIJ DE WET

170

DOC 53

0555/001

DOC 53

0555/001

171

TABLEAU DES CREDITS PROVISOIRES PAR PROGRAMME pour l'année budgétaire 2011

TABEL VAN DE VOORLOPIGE KREDIETEN PER PROGRAMMA voor het begrotingsjaar 2011

______

______

LEGENDE

LEGENDE

Colonne (11) :

Kolom (1) :

- DO : division organique. - P : programme.

- OA : organisatieafdeling. - P : programma.

Colonne (12) :

Kolom (2) :

- AB : allocation de base.

- BA : basisallocatie.

Colonne (10) :

Kolom (3) :

- sc : sorte de crédit : - lim : crédits « ordinaires » (limitatifs). - fon : crédits variables des fonds organiques.

- ks : kredietsoort : - lim : “gewone” (limitatieve) kredieten. - fon : veranderlijke kredieten van de organieke fondsen.

172

DOC 53

01 DOTATIONS

0555/001


DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

Crédits d'engagement - Vastleggingskredieten

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 31 LISTE CIVILE ET DOTATIONS A LA FAMILLE ROYALE

31

31

31

31

31

1 Liste civile Masse à 3/12èmes :

lim

10 673

2 668

Suppléments/Compensations : B.A. 0-01.00.01 - Liste Civile Totaux pour le programme 01-31-1

lim lim

10 673

+ 2 776 5 444

Masse à 3/12èmes :

lim

936

234

Suppléments/Compensations : B.A. 0-01.00.01 - Dotation Prince Philippe Totaux pour le programme 01-31-2

lim lim

936

+ 228 462


lim

1 462

365

Suppléments/Compensations : B.A. 0-01.00.01 - Dotation Reine Fabiola Totaux pour le programme 01-31-3

lim lim

1 462

+ 356 721


lim

324

81

Suppléments/Compensations : B.A. 0-01.00.01 - Dotation Princesse Astrid Totaux pour le programme 01-31-4

lim lim

324

+ 79 160


lim

312

78

Suppléments/Compensations : B.A. 0-01.00.01 - Dotation Prince Laurent Totaux pour le programme 01-31-5 Totaux pour la division organique 01-31

lim lim lim

312 13 707

+ 76 154 6 941

49,4 50,6

51,0

2 Dotation à S.A.R. le Prince Philippe

49,4

3 Dotation à S.M. la Reine Fabiola

49,3

4 Dotation à S.A.R. la Princesse Astrid

49,4

5 Dotation à S.A.R. le Prince Laurent

DIVISION 32 DOTATIONS AUX ASSEMBLEES LEGISLATIVES FEDERALES 32

1 Sénat

lim

64 699

16 174

25,0

32

2 Chambre des représentants

lim

115 935

28 983

25,0

32

3 Financement des partis politiques - Sénat

lim

10 187

2 546

25,0

32

4 Financement des partis politiques - Chambre des représentants

lim

10 350

2 587

25,0

lim

2 865

716

25,0

lim lim

687 204 723

171 51 177

24,9 25,0

32 32

5 Indemnité des membres belges du Parlement européen 6 Contribution au fonds de pension du Sénat Totaux pour la division organique 01-32

DOC 53

0555/001

173

01 DOTATIES ORGANISATIEAFDELINGEN

(in duizendtallen euro) Crédits de liquidation - Vereffeningskredieten Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 31 CIVIELE LIJST EN DOTATIES AAN DE KONINKLIJKE FAMILIE 31 10 673

2 668

lim

10 673

+ 2 776 5 444

lim lim

51,0

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-01.00.01 - Civiele Lijst Totalen voor het programma 01-31-1 31

936

234

lim

936

+ 228 462

lim lim

49,4

365

lim

1 462

+ 356 721

lim lim

49,3

Supplementen/Compensaties : A.B. 0-01.00.01 - Dotatie Prins Filip Totalen voor het programma 01-31-2

81

lim

324

+ 79 160

lim lim

49,4

Supplementen/Compensaties : A.B. 0-01.00.01 - Dotatie Koningin Fabiola Totalen voor het programma 01-31-3

78

lim

312 13 707

+ 76 154 6 941

lim lim lim

49,4 50,6

4 Dotatie aan H.K.H. Prinses Astrid Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-01.00.01 - Dotatie Prinses Astrid Totalen voor het programma 01-31-4

31 312

3 Dotatie aan H.M. Koningin Fabiola Massa aan 3/12den :

31 324

2 Dotatie aan Z.K.H. Prins Filip Massa aan 3/12den :

31 1 462

1 Civiele lijst

5 Dotatie aan Z.K.H. Prins Laurent Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-01.00.01 - Dotatie Prins Laurent Totalen voor het programma 01-31-5 Totalen voor de organisatieafdeling 01-31 AFDELING 32 DOTATIES AAN DE FEDERALE WETGEVENDE VERGADERINGEN

64 699

16 174

25,0

lim 32

1 Senaat

115 935

28 983

25,0

lim 32

2 Kamer van volksvertegenwoordigers

10 187

2 546

25,0

lim 32

3 Financiering van de politieke partijen - Senaat

10 350

2 587

25,0

lim

2 865

716

25,0

687 204 723

171 51 177

24,9 25,0

32

4 Financiering van de politieke partijen - Kamer van volksvertegenwoordigers

32 lim

5 Vergoeding van de Belgische leden van het Europees Parlement

lim 32 lim

6 Bijdrage aan de pensioenkas van de Senaat Totalen voor de organisatieafdeling 01-32

174

DOC 53

01 DOTATIONS

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 33 DOTATIONS A LA COUR CONSTITUTIONNELLE, A LA COUR DES COMPTES ET AUX INSTITUTIONS EMANANT DES ASSEMBLEES LEGISLATIVES FEDERALES 33

1 Cour constitutionnelle

lim

9 357

2 339

25,0

33

2 Cour des comptes

lim

45 428

11 357

25,0

33

3 Conseil supérieur de la Justice

lim

5 658

1 414

25,0

33

4 Collège des médiateurs fédéraux

lim

4 590

1 147

25,0

33

5 Comité permanent de contrôle des services de police

lim

11 032

2 758

25,0

6 Comité permanent de contrôle des services de renseignement et de sécurité

lim

3 152

788

25,0

lim

647

161

Suppléments/Compensations : B.A. 0-01.00.01 - Commissions de nomin. notariat lim Totaux pour le programme 01-33-7 lim

647

+ 155 316

48,8

lim lim

5 516 85 380

1 379 21 498

25,0 25,2


lim

128 882

32 220

Suppléments/Compensations : B.A. 0-45.00.21 - Communauté germanophone Totaux pour le programme 01-34-1

lim lim

128 882

+ 2 442 34 662


lim

35 077

8 769

Suppléments/Compensations : B.A. 0-45.00.11 - Commission communaut. commune Totaux pour le programme 01-34-2 Totaux pour la division organique 01-34 TOTAUX POUR LE BUDGET 01

lim lim lim lim

35 077 163 959 467 769

+ 358 9 127 43 789 123 405

33 33

7 Commissions de nomination réunies pour le notariat Masse à 3/12èmes :

33

8 Commission de la protection de la vie privée Totaux pour la division organique 01-33 DIVISION 34 DOTATIONS AUX COMMUNAUTES

34

34

1 Communauté germanophone

26,9

2 Commission communautaire commune

26,0 26,7 26,4

DOC 53

0555/001

175

01 DOTATIES ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 33 DOTATIES AAN HET GRONDWETTELIJK HOF, AAN HET REKENHOF EN AAN DE INSTELLINGEN DIE UIT DE FEDERALE WETGEVENDE VERGADERINGEN VOORTKOMEN 9 357

2 339

25,0

lim 33

1 Grondwettelijk Hof

45 428

11 357

25,0

lim 33

2 Rekenhof

5 658

1 414

25,0

lim 33

3 Hoge Raad voor de Justitie

4 590

1 147

25,0

lim 33

4 College van de federale ombudsmannen

11 032

2 758

25,0

lim

3 152

788

25,0

lim

647

161

lim

647

+ 155 316

48,8

lim lim

5 516 85 380

1 379 21 498

25,0 25,2

lim lim

33

5 Vast Comité van Toezicht op de politiediensten

33

6 Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

33

7 Verenigde benoemingscommissies voor het notariaat Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-01.00.01 - Benoemingscommissies notariaat Totalen voor het programma 01-33-7

33

8 Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer Totalen voor de organisatieafdeling 01-33 AFDELING 34 DOTATIES AAN DE GEMEENSCHAPPEN

34 128 882

32 220

lim

128 882

+ 2 442 34 662

lim lim

26,9

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-45.00.21 - Duitstalige Gemeenschap Totalen voor het programma 01-34-1 34

35 077

8 769

lim

35 077 163 959 467 769

+ 358 9 127 43 789 123 405

lim lim lim lim

26,0 26,7 26,4

1 Duitstalige Gemeenschap

2 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-45.00.11 - Gemeens. Gemeenschapscommissie Totalen voor het programma 01-34-2 Totalen voor de organisatieafdeling 01-34 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 01

176

DOC 53

02 SPF CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001

(en milliers d'euros) Crédits d'engagement - Vastleggingskredieten

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 02 ORGANES STRATEGIQUES DU PREMIER MINISTRE 02

0 Politique et stratégie Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.01 B.A. 1-11.00.02 B.A. 1-11.00.06 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Economie rémunérations : Economie fonctionnement : Totaux pour le programme 02.02.0 et pour la division organique 02-02

lim lim lim lim

220 2 391 507 3 118

795

lim

1 184

296

lim lim lim

- 9 - 4 - 13

lim

4 302

1 078

lim lim lim

206 630 836

213

lim

504

126

25,1

DIVISION 12 ORGANES STRATEGIQUES DU SECRETAIRE D'ETAT A LA COORDINATION DE LA LUTTE CONTRE LA FRAUDE, ADJOINT AU PREMIER MINISTRE 12

0 Politique et stratégie Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.01 B.A. 1-11.00.02 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Economie rémunérations : Economie fonctionnement : Totaux pour le programme 02.12.0 et pour la division organique 02-12

lim lim lim

- 2 - 2 - 4

lim

1 340

335

lim lim lim

2 080 1 567 3 647

923

lim lim

1 391 5 038

347 1 270


lim

5 934

1 483

Suppléments/Compensations : B.A. 0-12.11.23 - Réseau ICT fonctionnement Totaux pour le programme 02-21-1 Totaux pour la division organique 02-21

lim lim lim

5 934 10 972

+ 3 283 4 766 6 036

25,0

DIVISION 21 ORGANES DE GESTION 21

0 Direction et gestion Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 02-21-0

21

25,2

1 Réseau ICT

80,3 55,0

DOC 53

0555/001

177

02 FOD KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 02 BELEIDSORGANEN VAN DE EERSTE MINISTER 02 220 2 391 507 3 118

795

lim lim lim lim

1 184

296

lim

- 9 - 4 - 13

lim lim lim

4 302

1 078

25,1

0 Beleid en missie Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 A.B. 1-11.00.06 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking : Totalen voor het programma 02.02.0 en voor de organisatieafdeling 02-02

lim

AFDELING 12 BELEIDSORGANEN VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR DE COORDINATIE VAN DE FRAUDEBESTRIJDING, TOEGEVOEGD AAN DE EERSTE MINISTER 12 206 630 836

213

lim lim lim

504

126

lim

- 2 - 2 - 4

lim lim lim

1 340

335

25,0

0 Beleid en missie Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking : Totalen voor het programma 02.12.0 en voor de organisatieafdeling 02-12

lim

AFDELING 21 BEHEERSORGANEN 21 2 080 1 567 3 647

923

1 445 5 092

361 1 284

Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

lim lim lim 25,2

lim lim

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 02-21-0 21

5 934

5 934 11 026

lim

1 483

— 1 483 2 767

25,0 25,1

lim lim lim

0 Leiding en beheer

1 ICT-netwerk Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-12.11.23 - ICT-netwerk werkingskosten Totalen voor het programma 02-21-1 Totalen voor de organisatieafdeling 02-21

178

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 31 SERVICES OPERATIONNELS: CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE 31

0 Secrétariats et concertation, coordination, affaires juridiques et communication externe (partie fonctionnement) Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 02-31-0

31

2 631 1 800 4 431

1 122

lim lim

132 4 563

33 1 155

lim fon

5 203 120

1 300 30

lim lim fon

5 203 120

+ 1 257 2 557 30

lim

52 654

13 163

lim lim lim lim lim lim fon

52 654 62 420 120

+ 17 084 + 3 798 + 6 192 + 27 074 40 237 43 949 30

lim lim lim

931 124 1 055

267

lim lim

3 233 4 288

808 1 075

lim lim lim

486 62 548

138

lim lim

81 629

20 158

25,3

1 Communication externe Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.28 - contrat nvlles agences presse Totaux pour le programme 02-31-1

31

lim lim lim

49,1 25,0

2 Institutions bi-culturelles Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-41.40.21 - Subside Théâtre Royal Monnaie B.A. 0-41.40.22 - Subside Orchestre Nationale B.A. 0-41.40.25 - Subside Palais des Beaux Arts Totaux pour le programme 02-31-2 Totaux pour la division organique 02-31

76,4 70,4 25,0

DIVISION 32 SERVICES RESSORTISSANT AU SPF CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE 32

1 Agence pour la simplification administrative Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 02-32-1

32

25,1

2 Commission nationale permanente du Pacte culturel Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 02-32-2

25,1

DOC 53

0555/001

179



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 31 OPERATIONELE DIENSTEN: KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 31

2 631 1 800 4 431

1 122

132 4 563

33 1 155


lim lim lim 25,3

lim lim


5 203 150

1 300 37

lim fon

5 203 150

— 1 300 37

lim lim fon

25,0 24,7

13 163

lim

52 654 62 420 150

+ 17 084 + 3 798 + 6 192 + 27 074 40 237 42 692 37


76,4 68,4 24,7

1 Externe communicatie Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.28 - contract nieuwsber.persagent. Totalen voor het programma 02-31-1

31 52 654

0 Secretariaten en overleg, coördinatie, juridische zaken en externe communicatie (deel werkingskosten)

2 Bi-culturele instellingen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-41.40.21 - Toelage Kon. Muntschouwburg A.B. 0-41.40.22 - Toelage Nationaal Orkest A.B. 0-41.40.25 - Toelage Paleis Schone Kunsten Totalen voor het programma 02-31-2 Totalen voor de organisatieafdeling 02-31 AFDELING 32 DIENSTEN DIE RESSORTEREN ONDER DE FOD KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER

32 931 124 1 055

267

3 233 4 288

808 1 075


lim lim lim 25,1

lim lim


486 62 548

138

81 629

20 158

lim lim lim 25,1

lim lim

1 Dienst voor administratieve vereenvoudiging

2 Vaste Nationale Cultuurpactcommissie Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 02-32-2

180

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

32

32

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

3 Interventions sociales Masse à 3/12èmes :

lim

21 264

5 316

Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.12.01 - Primes syndicales Totaux pour le programme 02-32-3

lim lim

21 264

+ 13 437 18 753

lim

89

22

lim lim lim lim fon

99 188 26 369 105 403 120

24 46 20 032 71 430 30

88,2

4 Comité d'audit de l'administration fédérale Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 02-32-4 Totaux pour la division organique 02-32 TOTAUX POUR LE BUDGET 02

24,5 76,0 67,8 25,0

DOC 53

0555/001

181



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

32 21 264

5 316

lim

21 264

+ 13 437 18 753

lim lim

88,2

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.12.01 - Vakbondspremies Totalen voor het programma 02-32-3 32

89

22

99 188 26 369 105 457 150

24 46 20 032 66 904 37

lim 24,5 76,0 63,4 24,7

lim lim lim lim fon

3 Sociale tussenkomsten

4 Audit comité voor de federale overheid Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 02-32-4 Totalen voor de organisatieafdeling 02-32 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 02

182

DOC 53

03 SPF BUDGET ET CONTROLE DE LA GESTION DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 03 ORGANES STRATEGIQUES DU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DU BUDGET 03

0 Politique et stratégie Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.01 B.A. 1-11.00.02 B.A. 1-11.00.06 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Economie rémunérations : Economie fonctionnement : B.A. 1-11.00.02 - rémuneration membr.organ.strat B.A. 1-12.11.19 - frais de fonctionnement Totaux pour le programme 03.03.0 et pour la division organique 03-03

lim lim lim lim

220 1 618 507 2 345

597

lim

447

111

lim lim lim lim lim

- 6 - 1 + 181 + 36 + 210

lim

2 792

918

lim lim lim

206 1 922 2 128

542

lim

399

99

32,9

DIVISION 14 ORGANES STRATEGIQUES DU SECRETAIRE D'ETAT AU BUDGET, ADJOINT AU MINISTRE DU BUDGET, SECRETAIRE D'ETAT A LA POLITIQUE DE MIGRATION ET D'ASILE, ADJOINT A LA MINISTRE CHARGEE DE LA POLITIQUE DE MIGRATION ET D'ASILE, ET EN CE QUI CONCERNE LA COORDINATION DE LA POLITIQUE DE MIGRATION ET D'ASILE, ADJOINT AU PREMIER MINISTRE, SECRETAIRE D'ETAT A LA POLITIQUE DES FAMILLES, ADJOINT A LA MINISTRE DE L'EMPLOI, ET EN CE QUI CONCERNE LES ASPECTS DU DROIT DES PERSONNES ET DE LA FAMILLE, ADJOINT AU MINISTRE DE LA JUSTICE, ET SECRETAIRE D'ETAT AUX INSTITUTIONS CULTURELLES FEDERALES, ADJOINT AU PREMIER MINISTRE 14

0 Politique et strategie Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.01 B.A. 1-11.00.02 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Economie rémunérations : Economie fonctionnement : Totaux pour le programme 03.14.0 et pour la division organique 03-14

lim lim lim lim

- 7 - 1 - 8 2 527

633

25,0

DOC 53

0555/001

183

03 FOD BUDGET EN BEHEERSCONTROLE ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 03 BELEIDSORGANEN VAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BEGROTING 03 220 1 618 507 2 345

597

lim lim lim lim

447

111

lim

- 6 - 1 + 181 + 36 + 210

lim lim lim lim lim

2 792

918

32,9

0 Missie en beleid Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 A.B. 1-11.00.06 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking : A.B. 1-11.00.02 - wedde medewerkers beleidsorg. A.B. 1-12.11.19 - werkingsuitgaven Totalen voor het programma 03.03.0 en voor de organisatieafdeling 03-03

lim

AFDELING 14 BELEIDSORGANEN VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR BEGROTING, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN BEGROTING, STAATSSECRETARIS VOOR MIGRATIE- EN ASIELBELEID, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER BELAST MET MIGRATIE- EN ASIELBELEID EN WAT DE COORDINATIE VAN HET MIGRATIE- EN ASIELBELEID BETREFT, TOEGEVOEGD AAN DE EERSTE MINISTER, STAATSSECRETARIS VOOR GEZINSBELEID, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN WERK, EN WAT DE ASPECTEN INZAKE PERSONEN- EN FAMILIERECHT BETREFT, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE, EN STAATSSECRETARIS VOOR DE FEDERALE CULTURELE INSTELLINGEN, TOEGEVOEGD AAN DE EERSTE MINISTER

14 206 1 922 2 128

542

lim lim lim

399

99

lim

- 7 - 1 - 8

lim lim lim

2 527

633

25,0

lim

0 Missie en beleid Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking : Totalen voor het programma 03.14.0 en voor de organisatieafdeling 03-14

184

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 16 ORGANES STRATEGIQUES DU COMMISSAIRE DU GOUVERNEMENT, ADJOINT AU MINISTRE DU BUDGET 16

0 Politique et strategie Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.01 B.A. 1-11.00.02 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Economie rémunérations : Economie fonctionnement : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 03.16.0 et pour la division organique 03-16

lim lim lim

206 714 920

234

lim

151

37

lim lim lim lim

- 2 - 1 - 268 - 271

lim

1 071

lim lim lim

996 326 1 322

334

lim

1 237

309

—

—


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.01 - Fournitures courantes Totaux pour le programme 03.21.0 et pour la division organique 03-21

lim

+ 58

lim

2 559

701

lim lim lim

7 058 495 7 553

1 912

lim lim

3 311 10 864

827 2 739


lim

6 744

1 686

Suppléments/Compensations : B.A. 0-12.11.12 - Fonct. implémentation FEDCOM Totaux pour le programme 03-31-1 Totaux pour la division organique 03-31

lim lim lim

6 744 17 608

+ 500 2 186 4 925

32,4 28,0

lim

294 213

73 553

25,0

27,4

DIVISION 31 SERVICES OPERATIONNELS: BUDGET ET CONTROLE DE LA GESTION 31

0 Préparation, suivi et exécution de la politique budgétaire fédérale Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 03-31-0

31

25,2

1 Informatisation du cycle budgétaire et comptable.

DIVISION 41 SOUTIEN DE LA POLITIQUE FEDERALE DU BUDGET 41

1 CREDITS PROVISIONNELS

DOC 53

0555/001

185



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 16 BELEIDSORGANEN VAN DE REGERINGSCOMMISSARIS, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN BEGROTING 16 206 714 920

234

lim lim lim

151

37

lim

- 2 - 1 - 268 - 271

lim lim lim lim

1 071

—

—

0 Missie en beleid Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 03.16.0 en voor de organisatieafdeling 03-16

lim

AFDELING 21 BEHEERSORGANEN 21 996 326 1 322

334

lim lim lim

1 237

309

lim

2 559

643

Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.01 - Lopende leveringen Totalen voor het programma 03.21.0 en voor de organisatieafdeling 03-21

lim

— 25,1

0 Leiding en beheer

lim

AFDELING 31 OPERATIONELE DIENSTEN: BUDGET EN BEHEERCONTROLE 31

7 058 495 7 553

1 912

3 311 10 864

827 2 739


lim lim lim 25,2

lim lim


10 234

10 234 21 098

lim

2 558

— 2 558 5 297

25,0 25,1

0 Voorbereiding, opvolging en uitvoering van de federale begrotingspolitiek

lim lim lim

1 Informatisering van de budgettaire en boekhoudkundige cyclus Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-12.11.12 - Werkingsuit. implem. FEDCOM Totalen voor het programma 03-31-1 Totalen voor de organisatieafdeling 03-31 AFDELING 41 ONDERSTEUNING VAN DE FEDERALE BEGROTINGSPOLITIEK

294 213

73 553

25,0

lim 41

1 PROVISIONELE KREDIETEN

186

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 51 CORPS INTERFEDERAL DE L'INSPECTION DES FINANCES 51

0 Financement du Corps interfédéral Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 03.51.0 et pour la division organique 03-51 TOTAUX POUR LE BUDGET 03

lim

6 952

1 760

lim

413

103

lim lim

7 365 328 135

1 863 82 593

25,3 25,2

DOC 53

0555/001

187



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 51 INTERFEDERAAL KORPS VAN DE INSPECTIE VAN FINANCIEN 51 6 952

1 760

lim

413

103

lim

7 365 331 625

1 863 82 907

25,3 25,0

lim lim

0 Financiering van het Interfederaal Korps Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 03.51.0 en voor de organisatieafdeling 03-51 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 03

188

DOC 53

04 SPF PERSONNEL ET ORGANISATION DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DE LA MINISTRE DE LA FONCTION PUBLIQUE ET DES ENTREPRISES PUBLIQUES 01


lim lim lim lim

216 1 488 253 1 957

499

lim

890

222

lim lim lim

- 6 - 3 - 9

lim

2 847

712

lim lim lim

5 510 1 421 6 931

1 755

lim

1 725

431

lim

8 656

2 186

lim lim lim

7 800 2 200 10 000

2 532

lim lim

290 10 290

72 2 604

25,3

lim

10 477

2 619

25,0

Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04

lim

190

48

Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 04-31-2

lim lim

8 021 8 211

2 005 2 053

25,0

25,0


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 04.21.0 et pour la division organique 04-21

25,3

DIVISION 31 SERVICES OPERATIONNELS 31

0 Subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 04-31-0

31

1 Personnel et organisation

31

2 Formation des fonctionnaires

31

3 Bureau de sélection de l'Administration fédérale

lim

13 269

3 317

25,0

31

4 FED+

lim

366

91

24,9

DOC 53

0555/001

189

04 FOD PERSONEEL EN ORGANISATIE ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN AMBTENARENZAKEN EN OVERHEIDSBEDRIJVEN 01 216 1 488 253 1 957

499

lim lim lim lim

890

222

lim

- 6 - 3 - 9

lim lim lim

2 847

712

25,0


lim


1 755

lim lim lim

1 725

431

lim

8 656

2 186

25,3

0 Leiding en beheer Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 04.21.0 en voor de organisatieafdeling 04-21

lim

AFDELING 31 OPERATIONELE DIENSTEN 31

0 Bestaansmiddelen Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

lim lim lim

7 800 2 200 10 000

2 532

290 10 290

72 2 604

25,3

lim lim

10 477

2 619

25,0

lim 31

1 Personeel en organisatie

31

2 Opleiding van ambtenaren

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 04-31-0

lim

Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

190

48

8 021 8 211

2 005 2 053

25,0

lim lim

13 269

3 317

25,0

lim 31

3 Selectiebureau van de Federale Overheid

366

91

24,9

lim 31

4 FED+


190

DOC 53

04 SPF PERSONNEL ET ORGANISATION DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

31

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

5 Implémentation interdépartementale du système e HRM Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 04-31-5 Totaux pour la division organique 04-31 TOTAUX POUR LE BUDGET 04

lim lim lim

1 164 270 1 434

363

lim lim lim lim

1 856 3 290 45 903 57 406

464 827 11 511 14 409

25,1 25,1 25,1

DOC 53

0555/001

191

04 FOD PERSONEEL EN ORGANISATIE ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

31

1 164 270 1 434

363

4 493 5 927 48 540 60 043

1 123 1 486 12 170 15 068

lim lim lim 25,1 25,1 25,1

lim lim lim lim

5 Interdepartementale implementatie van het e HRM systeem Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 04-31-5 Totalen voor de organisatieafdeling 04-31 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 04

192

DOC 53

05 SPF TECHNOLOGIE DE L'INFORMATION ET DE LA COMMUNICATION DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-12.11.20 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 05.21.0 et pour la division organique 05-21

lim lim lim

2 436 119 2 555

647

lim

5 060

1 708

lim

1 526

381

lim

9 141

2 736

lim

27 026

6 756

29,9

DIVISION 31 SERVICES OPERATIONNELS 31

1 Technologie de l'information et de la communication Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 05.31.1 et pour la division organique 05-31 TOTAUX POUR LE BUDGET 05

lim lim lim

— 27 026 36 167

6 756 9 492

25,0 26,2

DOC 53

0555/001

193


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

05 FOD INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE ORGANISATIEAFDELINGEN Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 21 BEHEERSORGANEN 21 2 436 119 2 555

647

lim lim lim

5 060

1 708

lim

1 526

381

lim

9 141

2 736

29,9

0 Leiding en beheer Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-12.11.20 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 05.21.0 en voor de organisatieafdeling 05-21

lim

AFDELING 31 OPERATIONELE DIENSTEN 31 29 589

29 589 38 730

7 397

lim

- 725

lim

6 672 9 408

22,5 24,3

lim lim

1 Informatie- en communicatietechnologie Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 05.31.1 en voor de organisatieafdeling 05-31 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 05

194

DOC 53

12 SPF JUSTICE

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DU MINISTRE DE LA JUSTICE 01


lim lim lim lim

216 1 473 253 1 942

660

lim

295

73

lim lim lim

- 6 - 1 - 7

lim

2 237

726

lim lim lim

11 943 1 594 13 537

4 569

lim

5 785

1 446

lim

19 322

6 015

lim lim lim

27 827 11 448 39 275

13 258

lim

17 516

4 379

lim lim lim lim

56 791

+ 1 206 + 90 + 1 296 18 933

33,3

lim

391

97

24,8

lim lim lim

179 801 980

330

lim lim

2 125 3 105

531 861

27,7

lim

387

96

24,8

32,5


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12.21.0 et pour la division organique 12-21

31,1

DIVISION 40 SERVICES CENTRAUX 40

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.05 - Action sociale B.A. 2-12.00.04 - Fonct. informatique Totaux pour le programme 12-40-0

40

1 Représentation du département

40

2 Service de tutelle des mineurs étrangers Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-40-2

40

3 Etudes et documentation

DOC 53

0555/001

195

12 FOD JUSTITIE ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE 01 216 1 473 253 1 942

660

lim lim lim lim

295

73

lim

- 6 - 1 - 7

lim lim lim

2 237

726

32,5


lim


4 569

lim lim lim

6 977

1 744

lim

20 514

6 313

30,8

0 Leiding en beheer Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12.21.0 en voor de organisatieafdeling 12-21

lim

AFDELING 40 CENTRALE DIENSTEN 40

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

27 827 11 448 39 275

13 258

lim lim lim

17 608

4 402

lim

56 883

+ 1 206 — + 1 206 18 866

33,2

lim lim lim lim

391

97

24,8

lim 40

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.05 - Sociale actie A.B. 2-12.00.04 - Werking informatica Totalen voor het programma 12-40-0

40 lim lim lim

179 801 980

330

2 121 3 101

530 860

27,7

lim lim

388

97

25,0

lim 40

1 Vertegenwoordiging van het departement 2 Dienst voogdij minderjarige vreemdelingen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-40-2 3 Studies en documentatie

196

DOC 53

12 SPF JUSTICE



Rubriques

(1)

(2)

40


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Collaboration internationale et soutien scientifique à la Police (intègre l'ancien programme 58/2 "Collaboration internationale") Masse à 3/12èmes :

lim

3 121

780

lim lim lim lim lim lim

3 121

+ 773 - 387 + 23 + 71 + 480 1 260

40,4

lim lim

2 535 66 330

633 21 880

25,0 33,0

lim lim lim

288 486 61 594 350 080

118 181

lim lim

63 144 413 224

15 786 133 967

lim

20 765

5 191

Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.00.31 - Nourr. & entretien des détenus lim Totaux pour le programme 12-51-1 lim

20 765

+ 1 380 6 571

lim lim lim

8 804 3 140 11 944

4 032

lim lim

26 897 38 841

6 724 10 756

lim lim lim

3 839 1 606 5 445

1 838

lim lim

2 600 8 045

650 2 488


lim

16 210

5 472

Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-51-6 Totaux pour la division organique 12-51

lim lim lim

2 650 18 860 499 735

662 6 134 159 916

Suppléments/Compensations : B.A. 1-35.00.01 - Contribution à Interpol B.A. 1-35.00.02 - Frais de fonct. EUROPOL B.A. 1-35.00.03 - Fonction. syst. SIS (Schengen) B.A. 1-35.00.10 - Institutions internationales Totaux pour le programme 12-40-4 40

0555/001

5 Mesures de sûreté Totaux pour la division organique 12-40 DIVISION 51 DIRECTION GENERALE ETABLISSEMENTS PENITENTIAIRES

51

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-51-0

51

1 Entretien et aide aux détenus Masse à 3/12èmes :

51


27,7

5 Délinquance juvénile Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-51-5

51

31,6

3 Expertises médicales et médico-psychosociales et les soins de santé Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04

51

32,4

30,9

6 Corps de sécurité

32,5 32,0

DOC 53

0555/001

197



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

40

3 121

780

lim

3 121

+ 773 - 387 + 23 + 71 + 480 1 260

40,4


2 535 66 419

633 21 813

25,0 32,8

lim 40 lim

4 Internationale samenwerkingen en wetenschappelijke ondersteuning van de Politie (met inbegrip van het vroegere programma 58/2 "Internationale samenwerking") Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-35.00.01 - Interpol bijdrage A.B. 1-35.00.02 - Werkingskosten EUROPOL A.B. 1-35.00.03 - Werkingsk.syst. SIS (Schengen) A.B. 1-35.00.10 - Internationale instellingen Totalen voor het programma 12-40-4 5 Veiligheidsmaatregelen Totalen voor de organisatieafdeling 12-40 AFDELING 51 DIRECTORAAT-GENERAAL PENITENTIAIRE INRICHTINGEN

51 288 486 61 594 350 080

118 181

63 144 413 224

15 786 133 967


lim lim lim 32,4

lim lim


20 765

5 191

lim

20 765

+ 1 380 6 571

lim lim

31,6

4 032

26 897 38 841

6 724 10 756

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.00.31 - Voed. & onderh. gedetineerden Totalen voor het programma 12-51-1

lim lim


3 839 1 606 5 445

1 838

2 600 8 045

650 2 488

lim lim


16 210

5 472

2 617 18 827 499 702

654 6 126 159 908

lim 32,5 32,0

lim lim lim

5 Jeugddelinquentie Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

lim lim lim 30,9

3 Medische en medico-psychosociale expertise en gezondheidszorgen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

lim lim lim 27,7

1 Onderhoud en hulpverlening aan gedetineerden Massa aan 3/12den :

51

8 804 3 140 11 944

0 Bestaansmiddelenprogramma

6 Veiligheidskorps Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-51-6 Totalen voor de organisatieafdeling 12-51

198

DOC 53

12 SPF JUSTICE

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 52 MAISONS DE JUSTICE (Ancien programme 56/2) 52

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes :

lim lim lim

41 125 5 602 46 727

15 774

lim

21 993

5 498

68 720

+ 4 770 - 24 + 4 746 26 018

lim lim lim

2 694 718 3 412

1 151

lim lim lim

5 975 9 387 78 107

1 493 2 644 28 662

lim lim lim

6 511 831 7 342

2 478

lim

2 036

509

lim

9 378

2 987

lim lim lim lim lim

24 741 167 8 493 964 34 365

11 601

lim lim

9 930 44 295

2 482 14 083

31,8

lim lim

1 543 45 838

385 14 468

25,0 31,6

Suppléments/Compensations : B.A. 3-33.00.06 - Subs. mesures judic. alternat. lim B.A. 3-33.00.07 - Accompagnement des victimes lim lim Totaux pour le programme 12-52-0 lim 52

37,9

1 Surveillance électronique (Ancienne activité 51/0/4) Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-52-1 Totaux pour la division organique 12-52

28,2 36,7

DIVISION 53 MONITEUR BELGE 53

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12.53.0 et pour la division organique 12-53

31,9

DIVISION 55 ADMINISTRATION DE LA SURETE DE L'ETAT 55

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-55-0

55

1 Mesures de sûreté Totaux pour la division organique 12-55

DOC 53

0555/001

199



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 52 JUSTITIEHUIZEN (vroeger programma 56/2) 52 41 125 5 602 46 727

15 774

lim lim lim

21 801

5 450

lim

68 528

+ 4 770 - 24 + 4 746 25 970

lim lim lim lim

37,9

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 3-33.00.06 - Toel. alternat. gerecht. maatr A.B. 3-33.00.07 - Slachtoffersbegeleiding Totalen voor het programma 12-52-0 52

2 694 718 3 412

1 151

5 975 9 387 77 915

1 493 2 644 28 614

1 Elektronisch toezicht (Vroegere activiteit 51/0/4) Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

lim lim lim 28,2 36,7


lim lim lim

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-52-1 Totalen voor de organisatieafdeling 12-52 AFDELING 53 BELGISCH STAATSBLAD 53

6 511 831 7 342

2 478

lim lim lim

2 036

509

lim

9 378

2 987

31,9

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12.53.0 en voor de organisatieafdeling 12-53

lim

AFDELING 55 BESTUUR VAN DE VEILIGHEID VAN DE STAAT 55 lim lim lim lim lim

24 741 167 8 493 964 34 365

11 601

9 930 44 295

2 482 14 083

31,8

lim lim

1 543 45 838

385 14 468

25,0 31,6

lim 55 lim

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 4-11.00.03 A.B. 4-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-55-0 1 Veiligheidsmaatregelen Totalen voor de organisatieafdeling 12-55

200

DOC 53

12 SPF JUSTICE

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 56 JURIDICTIONS ORDINAIRES 56

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04

56

lim lim lim lim lim

270 069 81 792 263 839 3 845 619 545

209 148


lim

210 071

52 517

Suppléments/Compensations : B.A. 3-12.00.40 - Frais de justice Totaux pour le programme 12-56-0

lim lim

829 616

+ 9 000 270 665

lim

75 326

18 831

75 326

+ 427 + 51 017 + 4 198 + 55 642 74 473

98,9

lim

2 425

606

25,0

lim lim lim

824 483 1 307

441

lim lim

313 1 620

78 519


lim

7 595

1 898

Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 12-56-5

lim lim

7 595

- 585 1 313

17,3

lim lim

5 220 921 802

1 305 348 881

25,0 37,8


lim

85 944

29 013


lim lim

7 85 951

1 29 014

1 Aide juridique Masse à 3/12èmes :

Suppléments/Compensations : B.A. 1-34.00.42 - Assistance jud. première ligne lim B.A. 1-34.00.45 - Rétributions avocats pro Deo lim B.A. 1-34.00.46 - Aide juridique - Frais adm. lim lim Totaux pour le programme 12-56-1 lim 56

56

3 Ecoutes, prises de connaissance et enregistrements de communications et de télécommunications privées 4 Organe central pour la Saisie et la Confiscation (O.C.S.C.) Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-56-4

56

56

32,6

32,0

5 Protection de la jeunesse

6 Institut de formation judiciaire (nouveau) Totaux pour la division organique 12-56 DIVISION 59 CULTES ET LAICITE

59

0 Aides aux cultes reconnus - Subsistance

33,8

DOC 53

0555/001

201



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 56 GEWONE RECHTSMACHTEN 56 270 069 81 792 263 839 3 845 619 545

209 148

lim lim lim lim lim

208 821

52 205

lim

828 366

+ 9 000 270 353

lim lim

74 269

18 567

lim

74 269

+ 427 + 50 284 + 4 138 + 54 849 73 416

lim lim lim lim lim

32,6

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 4-11.00.03 A.B. 4-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 3-12.00.40 - Gerechtskosten Totalen voor het programma 12-56-0 56

2 425

606

824 483 1 307

441

313 1 620

78 519

98,9

25,0

1 Gerechtelijke bijstand Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-34.00.42 - Eerstelijns rechtshulp A.B. 1-34.00.45 - Vergoeding advocaten - pro Deo A.B. 1-34.00.46 - Juridische hulp - Adm. kosten Totalen voor het programma 12-56-1

56

3 Afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en telecommunicatie

56

4 Centraal orgaan van de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (C.O.I.V.)

lim


lim lim lim 32,0


lim lim


7 595

1 898

lim

7 595

- 585 1 313

17,3

lim lim

5 220 919 495

1 305 347 512

25,0 37,8

lim 56 lim

5 Jeugdbescherming Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 12-56-5 6 Instituut voor gerechtelijke opleiding (nieuw) Totalen voor de organisatieafdeling 12-56 AFDELING 59 EREDIENSTEN EN LAICITEIT

59

85 944

29 013

7 85 951

1 29 014

lim 33,8

lim lim

0 Hulpverleningen aan de erkende erediensten Bestaansmiddelen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-59-0

202

DOC 53

12 SPF JUSTICE



Rubriques

(1)

(2)

59

59

59

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

1 Laïcité Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03

lim

11 790

3 980


lim

2 319

579

Suppléments/Compensations : B.A. 1-33.00.16 - Reconnaissance de la laïcité Totaux pour le programme 12-59-1

lim lim

14 109

+ 480 5 039


lim

2 993

1 010


lim

450

112

Suppléments/Compensations : B.A. 1-33.00.02 - Subvention culte Islamique Totaux pour le programme 12-59-2

lim lim

3 443

+ 113 1 235


lim

216

54

Suppléments/Compensations : B.A. 1-33.00.03 - Subvention reconn. Bouddhisme Totaux pour le programme 12-59-3 Totaux pour la division organique 12-59

lim lim lim

216 103 719

+ 54 108 35 396

lim lim lim

4 497 1 818 6 315

2 131

lim lim

4 224 10 539

1 056 3 187

lim lim lim

193 165 358

120

lim lim

184 542

46 166

35,7

2 Culte Islamique

35,9

3 Bouddhisme

50,0 34,1

DIVISION 62 SERVICES SPECIAUX 62

1 Institut national de criminalistique et de criminologie (I.N.C.C.) (intègre l'ancien programme 58/4 "Institut national de Criminalistique et de Criminologie") Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-62-1

62

2 Centre d'information et d'avis en matière d'organisations sectaires nuisibles Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-62-2

62

30,2

30,6

3 Commission de bio-éthique et Commission euthanasie Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 4-11.00.04

lim

45

15


lim lim

390 435

97 112

25,7

DOC 53

0555/001

203



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

59 11 790

3 980

lim

2 315

578

lim

14 105

+ 587 5 145

36,5

1 Laïciteit Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-33.00.16 - Erkenning van de laïciteit Totalen voor het programma 12-59-1

lim lim 59

2 Islamitische eredienst

2 993

1 010

lim


450

112

lim

Massa aan 3/12den :

3 443

+ 91 1 213

lim lim

210

52

lim

210 103 709

+ 46 98 35 470

lim lim lim

35,2

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-33.00.02 - Toelage Islamitische eredienst Totalen voor het programma 12-59-2 59

46,7 34,2

3 Boeddhisme Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-33.00.03 - Toelage erkenning Boeddhisme Totalen voor het programma 12-59-3 Totalen voor de organisatieafdeling 12-59 AFDELING 62 BIJZONDERE DIENSTEN

62

4 497 1 818 6 315

2 131

4 224 10 539

1 056 3 187


lim lim lim 30,2

lim lim


193 165 358

120

184 542

46 166

lim lim


45

15

390 435

97 112

lim 25,7

lim lim

2 Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

lim lim lim 30,6

1 Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (N.I.C.C.) (met inbegrip van het vroegere programma 58/4 "Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie")

3 Commissie voor bio-ethiek en Commissie euthanasie Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 4-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-62-3

204

DOC 53

12 SPF JUSTICE



Rubriques

(1)

(2)

62



(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

lim lim lim lim

491 192 123 806

272

lim fon lim fon

147 13 000 953 13 000

36 3 250 308 3 250

fon fon fon

2 121 317 2 438

823

fon fon

5 491 7 929

1 372 2 195

27,7

lim lim

114 114

38 38

33,3

lim

92

31

lim lim lim fon

81 173 12 756 20 929

20 51 3 862 5 445

lim lim lim

1 696 693 2 389

806

lim

486

121

lim lim fon

2 875 1 762 099 20 929

927 623 720 5 445

32,3 25,0

7 Commission nationale des droits de l'enfant Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04 Totaux pour le programme 12-62-7

62

sc

5 Commission des jeux de hasard Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04

62


4 Commission d'aide aux victimes, Forum en faveur d'une politique des victimes et Commissaire aux droits des victimes Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 B.A. 4-11.00.04

62

0555/001

8 Commission fédérale de médiation Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12-62-8 Totaux pour la division organique 12-62

29,5 30,3 26,0

DIVISION 63 SERVICE DE POLITIQUE CRIMINELLE 63

0

Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 12.63.0 et pour la division organique 12-63 TOTAUX POUR LE BUDGET 12

32,2 35,4 26,0

DOC 53

0555/001

205



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

62

491 192 123 806

272

lim lim lim lim

147 13 000 953 13 000

36 3 250 308 3 250

lim fon lim fon

32,3 25,0

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04 A.B. 4-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-62-4 62

2 121 317 2 438

823

5 491 7 929

1 372 2 195

38 38


27,7

fon fon


33,3

31

81 173 12 756 20 929

20 51 3 862 5 445

7 Nationale commissie voor de rechten van het kind Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04 Totalen voor het programma 12-62-7

lim lim 62

92

5 Commissie Kansspelen

fon fon fon

62

114 114

4 Commissie voor de hulp aan slachtoffers, Forum ter ondersteuning van het slachtofferbeleid en Commissaris voor de slachtofferrechten

8 Federale Commissie voor Bemiddeling Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

lim 29,5 30,3 26,0

lim lim lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12-62-8 Totalen voor de organisatieafdeling 12-62 AFDELING 63 DIENST VOOR STRAFRECHTELIJK BELEID 63

1 696 693 2 389

806

lim lim lim

486

121

lim

2 875 1 760 838 20 929

927 622 600 5 445

32,2 35,4 26,0

lim lim fon

0

Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 12.63.0 en voor de organisatieafdeling 12-63 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 12

206

DOC 53

13 SPF INTERIEUR

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 02 ORGANES STRATEGIQUES DE LA MINISTRE DE L'INTERIEUR

02


lim lim lim lim

216 1 554 253 2 023

687

lim

284

71

lim lim lim

- 6 - 1 - 7

lim

2 307

751

lim lim lim

4 107 2 197 6 304

2 128

lim

1 409

352

32,6


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Rémunér. personnel stututaire Totaux pour le programme 13.21.0 et pour la division organique 13-21

lim

+ 262

lim

7 713

2 742

lim lim lim

2 473 3 229 5 702

1 924


lim

2 528

632

Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.00.01 - Dépenses permanentes Totaux pour le programme 13-40-0

lim lim

8 230

+ 205 2 761

33,5

35,6

DIVISION 40 LOGISTIQUE ET COORDINATION 40

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04

40

4 Financement des provinces et des communes

lim

136 780

34 195

25,0

40

7 Appui juridique Totaux pour la division organique 13-40

lim lim

834 145 844

208 37 164

24,9 25,5

DOC 53

0555/001

207

13 FOD BINNENLANDSE ZAKEN ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 02 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN 02 216 1 554 253 2 023

687

lim lim lim lim

284

71

lim

- 6 - 1 - 7

lim lim lim

2 307

751

32,6


lim


2 128

lim lim lim

1 409

352

lim

+ 262

lim

7 713

2 742

35,6

0 Leiding en beheer Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Bezoldig. statutair pers. Totalen voor het programma 13.21.0 en voor de organisatieafdeling 13-21

lim

AFDELING 40 LOGISTIEK EN COÖRDINATIE 40


2 473 3 229 5 702

1 924

lim lim lim

2 528

632

lim

8 230

+ 205 2 761

33,5

lim lim

136 780

34 195

25,0

lim 40

4 Financiering van de provincies en de gemeenten

991 146 001

247 37 203

24,9 25,5

lim 40 lim

7 Juridische ondersteuning Totalen voor de organisatieafdeling 13-40

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.00.01 - Bestendige uitgaven Totalen voor het programma 13-40-0

208

DOC 53

13 SPF INTERIEUR

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 50 CENTRE DE CRISE (avant: progr. 56/2) 50


lim lim lim

1 612 764 2 376

802

lim lim

892 3 268

223 1 025

31,4

lim lim

5 5

1 1

20,0

lim

563

140

24,9


lim

71

23


lim lim

127 198

31 54

27,3

Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 13-50-0 50

1 Commission pour les problèmes nationaux de défense Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 13-50-1

50

2 Plannification d' urgence

50

3 Commission à la Sécurité pour les épreuves de rallyes et initiatives spécifiques

50

4 Garde côte (ancien programme 54/9)

lim

22

5

22,7

50

5 Entretien et fonctionnement des systèmes d alarme

lim

113

28

24,8


fon

1 397

471


fon fon

5 864 7 261

1 466 1 937

fon fon fon

35 566 601

202

fon fon lim fon

3 092 3 693 4 169 10 954

773 975 1 253 2 912

lim lim lim

8 206 2 834 11 040

3 726

lim lim

280 11 320

70 3 796

50

50

6 Fonds pour les risques d'accidents majeurs

26,7

7 Fonds pour les risques d'accidents nucleaires Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 13-50-7 Totaux pour la division organique 13-50

26,4 30,1 26,6

DIVISION 51 INSTITUTIONS ET POPULATION 51


33,5

DOC 53

0555/001

209



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 50 CRISISCENTRUM (vroeger: progr.56/2) 50 1 612 764 2 376

802

892 3 268

223 1 025


lim lim lim 31,4

lim lim


1 1

20,0

lim lim

563

140

24,9

lim 50 50

23

127 198

31 54

27,3

lim lim

22

5

22,7

lim 50

113

28

24,8

lim

6 997 8 394

1 749 2 220

202

4 319 4 920 4 169 13 314

1 079 1 281 1 253 3 501

5 Onderhoud en werking alarmeringscentra

50

6 Fonds voor de risico's van zware ongevallen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.11

fon fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 13-50-6 7 FONDS VOOR DE RISICO'S VAN NUCLEAIRE ONGEVALLEN Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

fon fon fon 26,0 30,1 26,3

4 Kustwacht (vroeger prog.54/9)

50

50 35 566 601

3 Commissie Veiligheid Rallywedstrijden en specifieke initiatieven


fon 26,4

2 Noodplanning


lim

71

471

1 Commissie van de nationale vraagstukken inzake verdediging Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.04 Totalen voor het programma 13-50-1

5 5

1 397


fon fon lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 13-50-7 Totalen voor de organisatieafdeling 13-50 AFDELING 51 INSTELLINGEN EN BEVOLKING 51

8 206 2 834 11 040

3 726

280 11 320

70 3 796

lim lim lim 33,5

lim lim

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 13-51-0

210

DOC 53

13 SPF INTERIEUR

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

51

3 Protocole

lim

74

18

24,3

51

8 Commission Permanente de Contrôle Linguistique (avant: progr. 57/0)

lim

73

18

24,7


lim

24 902

6 225

Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 13-51-9 Totaux pour la division organique 13-51

lim lim lim

24 902 36 369

- 4 467 1 758 5 590

lim lim lim lim

26 267 3 379 787 30 433

10 273

lim lim

3 027 33 460

756 11 029


lim

95

32


lim

48 019

12 004

Suppléments/Compensations : B.A. 3-31.00.01 - Subsides Astrid frais fonct Totaux pour le programme 13-54-1

lim lim

48 114

+ 15 901 27 937

58,1

lim fon

28 964 780

7 241 195

25,0 25,0

fon

3 078

769

25,0

lim

19 643

4 910

25,0

lim lim lim lim

127 113 193 433

146

lim lim lim fon

27 063 27 496 157 677 3 858

6 765 6 911 58 028 964

51

9 Population et élections

7,1 15,4

DIVISION 54 SECURITE CIVILE 54

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 1-11.00.06 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 13-54-0

54

54

54

54 54

33,0

1 Projet 112

2 Opérations de la Sécurité Civile; équipement et formation pour la Protection civile, les services d'incendie et les centres "100" 3 Fonds d'acquisition de matériel et d'équipement propres aux missions des services d'incendie, pour compte des communes, des intercommunales et du service d'incendie et d'aide médicale urgente de la Région de Bruxelles-Capitale 6 Direction des interventions financières au profit de tiers 7 Centre de Connaissance - Réforme de la Sécurité Civile Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 3-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 13-54-7 Totaux pour la division organique 13-54

25,1 36,8 25,0

DOC 53

0555/001

211



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

Programma's

ks

(9)

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

74

18

24,3

lim 51

73

18

24,7

lim

24 902

6 225

lim

24 902 36 369

- 4 467 1 758 5 590

lim lim lim

7,1 15,4

3 Protocol

51

8 Vaste Commissie voor Taaltoezicht (vroeger: progr. 57/0)

51

9 Bevolking en verkiezingen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 13-51-9 Totalen voor de organisatieafdeling 13-51 AFDELING 54 CIVIELE VEILIGHEID

54 26 267 3 379 787 30 433

10 273

3 027 33 460

756 11 029

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 1-11.00.06

lim lim lim lim 33,0

lim lim


95

32

lim

48 349

12 087

lim

48 444

30 054 780

+ 15 901 28 020

7 513 195

57,8

25,0 25,0

25,0

fon

19 643

4 910

25,0

lim

127 113 193 433

146

27 063 27 496 159 097 3 610

6 765 6 911 58 383 902

lim lim lim lim 25,1 36,7 25,0

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 3-31.00.01 - Toelage Astrid Werkingskosten Totalen voor het programma 13-54-1 54

2 Operaties van de Civiele Veiligheid; uitrusting en opleiding van de Civiele Veiligheid, de brandweerdiensten en de "100" - centra

54

3 Fonds voor de aanschaffing van materieel en uitrusting voor de opdrachten van de brandweerdiensten, voor rekening van de gemeenten, de intercommunales en de dienst voor brandweer en dringende medische hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

54

6 Directie van de financiële tussenkomsten ten voordele van derden

54

7 Kenniscentrum - Hervorming Civiele Veiligheid

lim fon

707

lim lim lim fon

1 Project 112 Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 2-11.00.04

lim lim

2 830


Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 3-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 13-54-7 Totalen voor de organisatieafdeling 13-54

212

DOC 53

13 SPF INTERIEUR

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 55 OFFICE DES ETRANGERS 55

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.04 - Rémunérat.pers. non statutaire B.A. 2-12.00.01 - Dépenses permanentes B.A. 2-74.00.01 - Biens meubles durables B.A. 2-74.00.04 - Dépenses informatiques Totaux pour le programme 13-55-0

55 55

1 Centres spécifiques pour illégaux - Contrat avec le citoyen

32 965 35 266 68 231

23 033

lim

20 555

5 138


88 786

+ 774 + 995 + 72 + 72 + 1 913 30 084

33,9

lim

9 141

2 285

25,0

fon fon fon

131 522 653

220

lim fon lim fon

800 7 036 800 7 689

200 1 759 200 1 979

25,0 25,7

lim lim fon

1 465 100 192 7 689

366 32 935 1 979

25,0 32,9 25,7

lim lim lim

3 732 4 015 7 747

2 615

lim lim

932 8 679

233 2 848

fon fon lim lim fon

103 1 794 105 105 1 897

35 640

lim fon lim fon

1 794 920 1 899 2 817

448 230 483 870

25,4 30,9

lim

70

17

24,3

2 Projets dans le cadre de la politique des étrangers Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 13-55-2

55

lim lim lim

3 Visa Information System Totaux pour la division organique 13-55 DIVISION 56 POLITIQUE DE SECURITE ET DE PREVENTION

56


56

1 Police administrative générale. Formation, prévention et équipement Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.09 B.A. 1-11.00.10


32,8

3 Conseil de discipline

DOC 53

0555/001

213



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 55 VREEMDELINGENZAKEN 55 32 965 35 266 68 231

23 033

lim lim lim

20 155

5 038

lim

88 386

+ 774 + 995 + 72 + 72 + 1 913 29 984

33,9


9 541

2 385

25,0

lim

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.04 - Bezoldig. niet-statut.pers A.B. 2-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 2-74.00.01 - Duurzame roerende goederen A.B. 2-74.00.04 - Informatica-uitgaven Totalen voor het programma 13-55-0

55

1 Specifieke centra voor illegalen - Contract met de burger

55

2 Projecten in het kader van het vreemdelingenbeleid Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

131 522 653

220

fon fon fon

800 7 263 800 7 916

200 1 815 200 2 035

25,0 25,7

lim fon lim fon

1 465 100 192 7 916

366 32 935 2 035

25,0 32,9 25,7

lim 55 lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 13-55-2 3 Visa Information System Totalen voor de organisatieafdeling 13-55 AFDELING 56 PREVENTIE EN VEILIGHEIDSBELEID 56

3 732 4 015 7 747

2 615

932 8 679

233 2 848


lim lim lim 32,8


lim lim


103 1 794 105 105 1 897

35 640

fon fon lim lim fon

1 794 2 032 1 899 3 929

448 508 483 1 148

25,4 29,2

lim fon lim fon

70

17

24,3

lim 56

1 Algemene administratieve politie. Opleiding, preventie en uitrusting Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.09 A.B. 1-11.00.10

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 13-56-1 3 Tuchtraad

214

DOC 53

13 SPF INTERIEUR

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

56

4 Commission permanente de la police communale

lim

775

193

24,9

56

5 Cellule football

lim

172

43

25,0

56

6 Contentieux Police Fédérale

lim

1 545

386

25,0

56

7 Sommets européens à Bruxelles Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04

fon

196

66


fon fon

24 851 25 047

6 212 6 278

25,1

56

8 Sécurité intégrale locale

lim

52 199

13 049

25,0

56

9 Bâtiments de la police Totaux pour la division organique 13-56

fon lim fon

6 673 65 339 34 537

1 668 17 019 8 816

25,0 26,0 25,5

lim lim lim

8 365 7 682 16 047

5 417


lim

2 351

587

Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.00.07 - Achats exceptionnels Totaux pour le programme 13-58-0

lim lim

18 398

- 88 5 916

32,2

DIVISION 58 GOUVERNEMENTS PROVINCIAUX 58


58

1 Loi sur les armes

lim

165

41

24,8

58

2 Service central de traduction en langue allemande Totaux pour la division organique 13-58

lim lim

69 18 632

17 5 974

24,6 32,1

lim lim lim

30 275 7 023 37 298

12 591

lim fon

2 880 6

720 1

DIVISION 59 CONSEIL D'ETAT 59

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 13.59.0 et pour la division organique 13-59

fon lim fon

- 1 40 178 6

13 311 —

33,1 —

DOC 53

0555/001

215



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

Programma's

ks

(9)

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

775

193

24,9

lim 56

4 Vaste Commissie van de gemeentepolitie

172

43

25,0

lim 56

5 Voetbalcel

1 545

386

25,0

lim 56

6 Geschillen Federale politie

56

7 Europese topontmoetingen te Brussel Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

fon

196

66

20 000 20 196

5 000 5 066

25,1

fon fon

52 199

13 049

25,0

lim 56

8 Lokale integrale veiligheid

6 673 65 339 30 798

1 668 17 019 7 882

25,0 26,0 25,6

fon 56 lim fon

9 Politiegebouwen Totalen voor de organisatieafdeling 13-56


AFDELING 58 PROVINCIALE GOUVERNEMENTEN 58


8 365 7 682 16 047

5 417

lim lim lim

2 351

587

lim

18 398

- 88 5 916

32,2

lim lim

165

41

24,8

lim 58

1 Wapenwet

69 18 632

17 5 974

24,6 32,1

lim 58 lim

2 Centrale dienst voor duitse vertaling Totalen voor de organisatieafdeling 13-58

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.00.07 - Uitzonderlijke aankopen Totalen voor het programma 13-58-0

AFDELING 59 RAAD VAN STATE 59 30 275 7 023 37 298

12 591

lim lim lim

2 880 6

720 1

lim fon

- 1

fon

40 178 6

13 311 —

33,1 —

lim fon

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 13.59.0 en voor de organisatieafdeling 13-59

216

DOC 53

13 SPF INTERIEUR

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 60 COMMISSARIAT GENERAL AUX REFUGIES ET AUX APATRIDES

60

0 Commissariat géneral aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.04 - Rémunér. pers. non statutaire B.A. 2-12.00.01 - Dépenses permanentes B.A. 2-74.00.01 - Biens meubles durables B.A. 2-74.00.04 - Dépenses informatiques Totaux pour le programme 13.60.0 et pour la division organique 13-60

lim lim lim

6 041 14 860 20 901

7 055

lim

5 033

1 258

lim lim lim lim lim

+ 610 + 686 + 68 + 68 + 1 432

lim

25 934

9 745

lim lim lim lim

5 279 13 442 2 964 21 685

7 320

lim fon

2 775 —

693 —

37,6

DIVISION 63 CALL TAKERS 63

0 Centres intégrés dáppel dúrgence Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 3-11.00.03 B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 13.63.0 et pour la division organique 13-63

fon

—

lim fon

24 460 —

8 013 —

lim lim lim

5 762 6 100 11 862

4 004

lim

2 291

572

32,8 —

DIVISION 64 CONSEIL DU CONTENTIEUX DES ETRANGERS 64

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.04 - Personnel contractuel B.A. 1-12.00.01 - Fonctionnement B.A. 1-74.00.01 - Investissements B.A. 1-74.00.04 - Investissements informatique Totaux pour le programme 13.64.0 et pour la division organique 13-64


+ 167 + 20 + 40 + 40 + 267 14 153

4 843

34,2

DOC 53

0555/001

217



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 60 COMMISSARIAAT-GENERAAL VOOR DE VLUCHTELINGEN EN DE STAATLOZEN - BEROEPSCOMMISSIE VOOR DE VLUCHTELINGEN 60

6 041 14 860 20 901

7 055

lim lim lim

5 033

1 258

lim

+ 610 + 686 + 68 + 68 + 1 432

lim lim lim lim lim

25 934

9 745

37,6

0 Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (CGVS) Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.04 - Bezoldig. niet-statut.pers. A.B. 2-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 2-74.00.01 - Duurzame roerende goederen A.B. 2-74.00.04 - Informatica-uitgaven Totalen voor het programma 13.60.0 en voor de organisatieafdeling 13-60

lim

AFDELING 63 CALL TAKERS 63 5 279 13 442 2 718 21 439

7 237

lim lim lim lim

2 775 195

693 48

lim fon

- 48

fon

24 214 195

7 930 —

32,7 —

0 Geïntegreerde centra voor dringende oproepen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 3-11.00.03 A.B. 4-11.00.03 A.B. 4-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 13.63.0 en voor de organisatieafdeling 13-63

lim fon

AFDELING 64 RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN 64 5 762 6 100 11 862

4 004

lim lim lim

2 291

572

lim

+ 167 + 20 + 40 + 40 + 267

lim lim lim lim lim

14 153

4 843

34,2

lim

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.04 - Contractueel personeel A.B. 1-12.00.01 - Werkingskosten A.B. 1-74.00.01 - Investeringen A.B. 1-74.00.04 - Investeringen informatica Totalen voor het programma 13.64.0 en voor de organisatieafdeling 13-64

218

DOC 53

13 SPF INTERIEUR

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 66 ORGANE POUR LA COORDINATION DE L'ANALYSE DE LA MENACE 66

0 Organe pour la coördination de l'analyse de la menace (OCAM) Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 13.66.0 et pour la division organique 13-66 TOTAUX POUR LE BUDGET 13

lim lim lim

899 10 909

306

lim

501

125

lim lim fon

1 410 644 377 57 044

431 197 799 14 671

30,6 30,7 25,7

DOC 53

0555/001

219



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 66 ORGAAN VOOR DE COORDINATIE VAN DE ANALYSE VAN DE DREIGING 66

899 10 909

306

lim lim lim

501

125

lim

1 410 645 708 55 839

431 198 110 14 320

30,6 30,7 25,6

lim lim fon

0 Orgaan voor de coördinatie van de analyse van de dreiging (OCAD) Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 13.66.0 en voor de organisatieafdeling 13-66 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 13

220

DOC 53

14 SPF AFFAIRES ETRANGERES, COMMERCE EXTERIEUR ET COOPERATION AU DEVELOPPEMENT DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

0555/001

(en milliers d'euros) Crédits d'engagement - Vastleggingskredieten Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DES AFFAIRES ETRANGERES ET DES REFORMES INSTITUTIONNELLES 01


lim lim lim lim

223 2 901 507 3 631

1 234

lim

1 177

294

lim lim lim

- 14 - 4 - 18

lim

4 808

1 510

lim lim lim lim

217 1 497 253 1 967

668

lim

686

171

31,4

DIVISION 02 ORGANES STRATEGIQUES DU MINISTRE DE LA COOPERATION AU DEVELOPPEMENT 02


lim lim lim

- 9 - 2 - 11

lim

2 653

828

lim lim lim

206 646 852

289

lim

468

117

31,2

DIVISION 12 ORGANES STRATEGIQUES DU SECRETAIRE D'ETAT AUX AFFAIRES EUROPEENNES, ADJOINT AU MINISTRE DES AFFAIRES ETRANGERES 12


lim lim lim lim

- 4 - 1 - 5 1 320

401

30,4

DOC 53

0555/001

221


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

14 FOD BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING ORGANISATIEAFDELINGEN Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN INSTITUTIONELE HERVORMINGEN 01 223 2 901 507 3 631

1 234

lim lim lim lim

1 177

294

lim

- 14 - 4 - 18

lim lim lim

4 808

1 510

31,4


lim

AFDELING 02 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 02 217 1 497 253 1 967

668

lim lim lim lim

686

171

lim

2 653

828

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 A.B. 1-11.00.06 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking :

lim lim lim

- 9 - 2 - 11 31,2

0 Beleid en missie

Totalen voor het programma 14.02.0 en voor de organisatieafdeling 14-02

lim

AFDELING 12 BELEIDSORGANEN VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR EUROPESE ZAKEN, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN 12 206 646 852

289

lim lim lim

468

117

lim

- 4 - 1 - 5

lim lim lim

1 320

401

30,4

lim


222

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 14.21.0 et pour la division organique 14-21

lim lim lim

32 613 16 703 49 316

16 648

lim

92 108

23 027

lim

- 18 362

lim

141 424

21 313

lim

2 027

506

2 027

+ 138 + 100 + 238 744

36,7

15,1

DIVISION 40 SERVICES GENERAUX 40

1 Protocole Masse à 3/12èmes :

Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.12 - Cartes d'identité spéciales lim B.A. 1-12.11.13 - Coûts salons VIP Brux-National lim lim Totaux pour le programme 14-40-1 lim 40

2 Formation

lim

1 069

267

25,0

40

3 Conférences, séminaires et autres manifestations

lim

164

41

25,0

40

4 Aide humanitaire

lim

1 200

300

25,0

40

5 Représentation à l'étranger

lim

3 553

888

25,0

40

6 Communication, information et documentation

lim

1 692

423

25,0

40

7 Collaboration internationale Totaux pour la division organique 14-40

lim lim

5 904 15 609

1 476 4 139

25,0 26,5

lim lim lim lim

84 690 15 601 31 830 132 121

44 601

lim lim

45 005 177 126

11 251 55 852

31,5

fon lim fon

14 307 177 126 14 307

3 576 55 852 3 576

25,0 31,5 25,0

DIVISION 42 POSTES DIPLOMATIQUES, CONSULAIRES ET DE COOPERATION 42


42

1 Fonds organique Totaux pour la division organique 14-42

DOC 53

0555/001

223


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)


ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)


16 648

lim lim lim

92 108

23 027

lim

141 424

21 313

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 14.21.0 en voor de organisatieafdeling 14-21

lim

- 18 362 15,1

0 Leiding en beheer

lim

AFDELING 40 ALGEMENE DIENSTEN 40

1 Protocol

2 027

506

lim

Massa aan 3/12den :

2 027

— + 100 + 100 606

29,9

lim lim lim lim

1 069

267

25,0

lim 40

164

41

25,0

lim

3 Conferenties, seminaries en andere manifestaties

1 200

300

25,0

lim 40

4 Humanitaire hulp

3 553

888

25,0

lim 40

5 Vertegenwoordiging in het buitenland

1 692

423

25,0

lim 40

6 Communicatie, informatie en documentatie

6 104 15 809

1 526 4 051

25,0 25,6

lim 40 lim

7 Internationale samenwerking Totalen voor de organisatieafdeling 14-40

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.12 - Speciale identiteitskaarten A.B. 1-12.11.13 - Kost.VIP salons Bru-Nationaal Totalen voor het programma 14-40-1

40

2 Vorming

AFDELING 42 DIPLOMATIEKE EN CONSULAIRE POSTEN EN POSTEN VOOR SAMENWERKING 42 lim lim lim lim

84 690 15 601 31 830 132 121

44 601

44 640 176 761

11 160 55 761

31,5

lim lim

29 992 176 761 29 992

7 498 55 761 7 498

25,0 31,5 25,0

fon 42 lim fon

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.13 A.B. 1-11.00.14 A.B. 1-11.00.15 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 14-42-0 1 Organiek fonds Totalen voor de organisatieafdeling 14-42

224

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 43 DIRECTION GENERALE DES AFFAIRES JURIDIQUES 43

0 Programme de subsistance

lim

513

128

25,0

lim

10

2

20,0

lim

4 929

1 232

lim lim lim lim lim lim lim

4 929

+ 348 - 13 - 19 - 35 - 8 + 273 1 505

lim

40 052

10 013

Suppléments/Compensations : B.A. 1-41.40.01 - Dotation féd. Agence Comm. Ext lim Totaux pour le programme 14-51-2 lim Totaux pour la division organique 14-51 lim

40 052 44 991

+ 710 10 723 12 230

DIVISION 51 DIRECTION GENERALE DES AFFAIRES BILATERALES 51


51

1 Relations bilatérales Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-35.40.01 - Organismes internat.ds le pays B.A. 1-35.40.02 - Subs.à l'Asian-Europe Foundat. B.A. 1-35.40.03 - Subside Fondation Dial. Cult. B.A. 1-35.40.04 - Eurodistrict B.A. 1-35.40.05 - Groupement Flandres-Dunkerque Totaux pour le programme 14-51-1

51

30,5

2 Expansion économique Masse à 3/12èmes :

26,8 27,2

DIVISION 52 DIRECTION GENERALE DES AFFAIRES CONSULAIRES 52

52

0 Programme de subsistance Masse à 3/12èmes :

lim

504

126


lim lim

504

- 122 4

lim

84

21

Suppléments/Compensations : B.A. 1-35.40.01 - Organismes internat. étranger. lim Totaux pour le programme 14-52-1 lim

84

+ 63 84

100,0

lim lim

200 788

50 138

25,0 17,5

lim

101 623

25 405

Suppléments/Compensations : B.A. 1-35.40.01 - Organismes internat.ds le pays lim Totaux pour le programme 14-53-1 lim

101 623

+ 35 845 61 250

1 Organismes internationaux Masse à 3/12èmes :

52

0,8

2 Aide humanitaire Totaux pour la division organique 14-52 DIVISION 53 DIRECTION GENERALE DES AFFAIRES MULTILATERALES ET DE LA MONDIALISATION

53

1 Relations multilatérales Masse à 3/12èmes :

60,3

DOC 53

0555/001

225

14 FOD BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 43 DIRECTIE-GENERAAL JURIDISCHE ZAKEN 513

128

25,0

lim 43

0 Bestaansmiddelenprogramma AFDELING 51 DIRECTIE-GENERAAL BILATERALE ZAKEN

20,0

lim 51

10

2

4 929

1 232

lim

4 929

+ 348 - 13 - 19 - 35 - 8 + 273 1 505


51

30,5

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-35.40.01 - Internat. organismen in land A.B. 1-35.40.02 - Toelage Asian-Europe Foundatio A.B. 1-35.40.03 - Subs. Cult. Dialoog A.B. 1-35.40.04 - Eurodistrict A.B. 1-35.40.05 - Groepering Vlaand.-Duinkerke Totalen voor het programma 14-51-1

26 598 31 537

lim

6 649

+ 710 7 359 8 866

27,7 28,1

1 Bilaterale betrekkingen Massa aan 3/12den :

51 26 598


2 Economische expansie Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-41.40.01 - Dotatie Agentschap Buit Handel Totalen voor het programma 14-51-2 Totalen voor de organisatieafdeling 14-51

lim lim lim

AFDELING 52 DIRECTIE-GENERAAL CONSULAIRE ZAKEN 52 504

126

lim

504

- 122 4

lim lim

0,8

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 14-52-0 52

84

21

lim

84

+ 63 84

100,0

lim lim

200 788

50 138

25,0 17,5


1 Internationale instellingen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-35.40.01 - Internat.organismen buitenland Totalen voor het programma 14-52-1

lim 52 lim

2 Humanitaire hulp Totalen voor de organisatieafdeling 14-52 AFDELING 53 DIRECTIE-GENERAAL MULTILATERALE ZAKEN EN MONDIALISERING

53 101 623

25 405

lim

101 623

+ 35 845 61 250

lim lim

60,3

1 Multilaterale betrekkingen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-35.40.01 - Internat. organismen in land Totalen voor het programma 14-53-1

226

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

53

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

2 Politique scientifique Masse à 3/12èmes :

lim

3 995

998

Suppléments/Compensations : B.A. 1-35.40.01 - Organismes internationaux OCDE lim Totaux pour le programme 14-53-2 lim

3 995

+ 2 302 3 300

82,6

53

3 Coopération

lim

497

124

24,9

53

4 Aide humanitaire

lim

29 858

7 464

25,0

53

5 Assistance bilatérale Totaux pour la division organique 14-53

lim lim

7 011 142 984

1 752 73 890

25,0 51,7

lim

6 385

1 596

25,0


lim

458 713

114 678

Suppléments/Compensations : B.A. 0-54.52.02 - Couverturefrais opératio. CTB Totaux pour le programme 14-54-1

lim lim

458 713

+ 52 500 167 178

lim

116 981

29 245


116 981

+ 51 794 + 2 300 + 2 300 + 3 150 + 59 544 88 789


lim

351 378

87 844

Suppléments/Compensations : B.A. 4-35.10.09 - Fonds Européen de développem. Totaux pour le programme 14-54-3

lim lim

351 378

+ 35 698 123 542

lim fon

171 265 14 779

42 816 3 694

lim lim fon

171 265 14 779

- 13 305 29 511 3 694

17,2 25,0

lim lim fon

123 783 1 228 505 14 779

30 945 441 561 3 694

25,0 35,9 25,0

DIVISION 54 DIRECTION GENERALE DE LA COOPERATION AU DEVELOPPEMENT (D.G.C.D.) 54


54

1 Coopération gouvernementale

54

2 Cooperation non gouvernementale Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-35.60.72 - ONG fin. progr. cadre strat B.A. 1-35.60.68 - Subside au VVOB B.A. 1-35.60.69 - Subside à l'APEFE B.A. 2-45.23.39 - Institut de Médecine tropicale Totaux pour le programme 14-54-2

54

54

75,9

3 Coopération multilatérale

35,2

4 Interventions spéciales Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 14-54-4

54

36,4

5 Programmes humanitaires Totaux pour la division organique 14-54

DOC 53

0555/001

227


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)


ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

53

2 Wetenschapsbeleid

3 995

998

lim

Massa aan 3/12den :

3 995

+ 2 302 3 300

82,6

lim lim

497

124

24,9

lim 53

3 Samenwerking

26 624

6 656

25,0

lim 53

4 Humanitaire hulp

5 834 138 573

1 458 72 788

25,0 52,5

lim 53 lim

5 Bilaterale bijstand Totalen voor de organisatieafdeling 14-53

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-35.40.01 - Int. org. buitenl. OESO Totalen voor het programma 14-53-2

AFDELING 54 DIRECTIE-GENERAAL ONTWIKKELINGSSAMENWERKING (D.G.O.S) 6 290

1 572

25,0

lim 54 54

414 118

414 118

lim

103 529

+ 52 500 156 029

37,7

Massa aan 3/12den :

lim lim

250 457

lim

62 614

+ 25 897 — — — + 25 897 88 511

35,3

Massa aan 3/12den :

Totalen voor het programma 14-54-2 54

120 617

lim

482 468

+ 35 698 156 315

lim lim

32,4

2 Niet-gouvernementele samenwerking

Supplementen/Compensaties : A.B. 0-35.60.72 - NGO fin. prog. strat kader A.B. 1-35.60.68 - Toelage VVOB A.B. 1-35.60.69 - Toelage APEFE A.B. 2-45.23.39 - Instituut Trop. Geneeskunde


482 468

1 Gouvernementele Samenwerking

Supplementen/Compensaties : A.B. 0-54.52.02 - Dekking operationele kost BTC Totalen voor het programma 14-54-1 54

250 457


3 Multilaterale samenwerking Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 4-35.10.09 - Europees Ontwikkelingsfonds Totalen voor het programma 14-54-3

54 142 291 35 400

35 572 8 850

lim fon

142 291 35 400

- 21 832 13 740 8 850

9,7 25,0

lim lim fon

125 496 1 421 120 35 400

31 374 447 541 8 850

25,0 31,5 25,0

lim 54 lim fon

4 Bijzondere interventies Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 14-54-4 5 Humanitaire programma's Totalen voor de organisatieafdeling 14-54

228

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 55 DIRECTION GENERALE DE LA COORDINATION ET DES AFFAIRES EUROPEENNES 55

1 Relations européennes Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-35.40.01 - Organ. internat. dans le pays B.A. 1-43.52.01 - Subventions Intégrat. europ. Totaux pour le programme 14.55.1 et pour la division organique 14-55 TOTAUX POUR LE BUDGET 14

lim

3 894

lim lim lim lim lim fon

973

+ 2 576 - 30 + 2 546 3 894 1 764 615 29 086

3 519 615 509 7 270

90,4 34,9 25,0

DOC 53

0555/001

229


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)


ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 55 DIRECTIE-GENERAAL COORDINATIE EN EUROPESE ZAKEN

55 3 894

3 894 1 939 200 65 392

973

lim

+ 2 576 - 30 + 2 546

lim lim lim

3 519 616 844 16 348

90,4 31,8 25,0

lim lim fon

1 Europese betrekkingen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-35.40.01 - Internat. organismen in land A.B. 1-43.52.01 - Toelagen Europese integratie Totalen voor het programma 14.55.1 en voor de organisatieafdeling 14-55 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 14

230

DOC 53

16 MINISTERE DE LA DEFENSE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DU MINISTRE DE LA DEFENSE

01

0 Fonctionnement du Cabinet. Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.01 B.A. 1-11.00.02 B.A. 1-11.00.06 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Economie rémunérations : Economie fonctionnement : Totaux pour le programme 16.01.0 et pour la division organique 16-01

lim lim lim lim

224 1 587 254 2 065

702

lim

303

75

lim lim lim

- 7 - 1 - 8

lim

2 368

769

lim lim lim

1 601 834 4 199 1 606 033

542 169

lim fon

229 882 22 000

57 470 5 500


1 835 915 22 000

- 720 + 4 000 — + 1 270 + 4 550 604 189 5 500


lim

261 415

65 353


lim lim

261 415

- 1 000 64 353

lim fon

252 737 14 400

63 184 3 600

lim lim fon

252 737 14 400

- 8 810 54 374 3 600

21,5 25,0

fon

15 000

3 750

25,0

32,5

DIVISION 50 FORCES ARMEES 50

0 Subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 3-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.00.01 - Biens non durables et services B.A. 2-12.00.04 - Dépenses fonct. informatique B.A. 2-12.00.11 - Déchets chimiques Poelkapelle B.A. 2-12.00.33 - Achats courants de biens Totaux pour le programme 16-50-0

50

50

1 Entraînement

24,6

2 Renouvellement de l'equipement et de l'infrastructure. Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 16-50-2

50

32,9 25,0

3 Renouvellement complémentaire de l'infrastructure

DOC 53

0555/001

231

16 MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN LANDSVERDEDIGING 01 224 1 587 254 2 065

702

lim lim lim lim

303

75

lim

- 7 - 1 - 8

lim lim lim

2 368

769

32,5

0 Werking van het Kabinet. Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 A.B. 1-11.00.06 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking : Totalen voor het programma 16.01.0 en voor de organisatieafdeling 16-01

lim

AFDELING 50 KRIJGSMACHT 50 1 602 022 4 199 1 606 221

542 233

lim lim lim

228 252 19 000

57 063 4 750

lim fon

1 834 473 19 000

- 1 870 + 4 000 + 150 + 640 + 2 920 602 216 4 750


266 156

66 539

lim

266 156

— 66 539

lim lim

32,8 25,0

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 3-11.00.03 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.00.01 - Niet-duurzame goeder.& dienst A.B. 2-12.00.04 - Werkingsuitgaven informatica A.B. 2-12.00.11 - Chemisch afval-Poelkapelle A.B. 2-12.00.33 - Uitgaven lopende aankopen Totalen voor het programma 16-50-0 50

25,0

0 Bestaansmiddelen

1 Training Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 16-50-1

50 287 315 17 162

71 828 4 290

lim fon

287 315 17 162

— 71 828 4 290

25,0 25,0

lim lim fon

15 283

3 820

25,0

fon 50

2 Vernieuwing van de uitrusting en de infrastructuur Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 16-50-2 3 Bijkomende vernieuwing van infrastructuur

232

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

50


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Obligations internationales Masse à 3/12èmes :

lim fon

43 514 200

10 878 50

43 514 200

- 450 + 4 860 + 4 410 15 288 50

lim

43 064

14 537

lim fon lim fon lim fon

32 529 13 500 75 593 13 500 2 469 174 65 100

8 132 3 375 22 669 3 375 760 873 16 275

lim lim lim

73 853 12 891 86 744

29 283

lim

86 744

29 283

lim lim lim

42 402 453 42 855

14 467


lim

9 725

2 431

Suppléments/Compensations : B.A. 1-41.00.01 - Dotation Musée Royal Armée Totaux pour le programme 16-70-4

lim lim

52 580

+ 850 17 748


lim

2 405

811


lim lim lim

3 037 5 442 58 022

759 1 570 19 318

28,8 33,3

Suppléments/Compensations : B.A. 1-35.00.03 - Fonctionnement états-majors lim B.A. 2-35.00.02 - Contribution infrastr. intern. lim lim Totaux pour le programme 16-50-4 lim fon 50

0555/001

35,1 25,0

5 Mise en oeuvre Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 16-50-5 Totaux pour la division organique 16-50

30,0 25,0 30,8 25,0

DIVISION 60 ADMINISTRATION GENERALE CIVILE 60

0 Subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 16.60.0 et pour la division organique 16-60

33,8

DIVISION 70 POLITIQUE SCIENTIFIQUE 70

4 Enseignement, formation et activités éducatives Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04

70

33,8

5 Recherche scientifique

DIVISION 90 INSTITUTIONS D'INTERET PUBLIC ET ORGANISMES SUBVENTIONNES 90

1 Appui cartographique

lim

12 760

3 190

25,0

90

3 Aide sociale

lim

8 775

2 193

25,0

DOC 53

0555/001

233



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

50 43 905 155

10 976 38

lim fon

43 905 155

- 450 + 4 760 + 4 310 15 286 38

lim lim lim lim fon

34,8 24,5

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-35.00.03 - Intergeallieerde organismen A.B. 2-35.00.02 - Bijdrage NAVO-infrastructuur Totalen voor het programma 16-50-4 50

43 064

14 537

lim

32 312 13 500 75 376 13 500 2 507 225 65 100

8 078 3 375 22 615 3 375 778 484 16 273

lim fon lim fon lim fon

30,0 25,0 31,0 25,0

4 Internationale verplichtingen

5 Inzet Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 16-50-5 Totalen voor de organisatieafdeling 16-50 AFDELING 60 BURGERLIJK ALGEMEEN BESTUUR

60 73 853 12 891 86 744

29 283

86 744

29 283


lim lim lim 33,8

0 Bestaansmiddelen


lim

AFDELING 70 WETENSCHAPSBELEID 70 42 402 453 42 855

14 467

lim lim lim

9 593

2 398

lim

52 448

+ 850 17 715

lim lim

33,8

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-41.00.01 - Dotatie koninklijk legermuseum Totalen voor het programma 16-70-4 70

2 405

811

2 767 5 172 57 620

691 1 502 19 217

lim 29,0 33,4

4 Onderwijs, vorming en opvoedingsactiviteiten

lim lim lim

5 Wetenschappelijk onderzoek Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 16-70-5 Totalen voor de organisatieafdeling 16-70 AFDELING 90 INSTELLINGEN VAN OPENBAAR NUT EN GESUBSIDIEERDE ORGANISMEN

12 760

3 190

25,0

lim 90

1 Cartografische steun

8 775

2 193

25,0

lim 90

3 Sociale hulp

234

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

90

90

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Reconnaissance nationale Masse à 3/12èmes :

lim

534

133


lim lim

534

- 15 118

lim

500

125

lim lim lim lim fon

500 22 569 2 638 877 65 100

+ 15 140 5 641 815 884 16 275

22,1

5 Indemnisation de sociétés de transport Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-31.00.01 - Indemnisation sociét. ferrov. Totaux pour le programme 16-90-5 Totaux pour la division organique 16-90 TOTAUX POUR LE BUDGET 16

28,0 25,0 30,9 25,0

DOC 53

0555/001

235



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

90 534

133

lim

534

- 95 38

lim lim

7,1


500

125

lim

500 22 569 2 676 526 65 100

+ 95 220 5 641 833 394 16 273

lim lim lim lim fon

44,0 25,0 31,1 25,0

4 Nationale erkentelijkheid

5 Vergoeding aan vervoermaatschappijen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-31.00.01 - Vergoed.spoorwegmaatschappijen Totalen voor het programma 16-90-5 Totalen voor de organisatieafdeling 16-90 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 16

236

DOC 53

17 POLICE FEDERALE ET FONCTIONNEMENT INTEGRE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 40 DIRECTION GENERALE,FONCTIONNEMENT INTEGRE ET COORDINATION (CG + SAT) 40

1 Dépenses de personnel Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.03 B.A. 2-11.00.04 B.A. 3-11.00.03 B.A. 3-11.00.04 B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04 B.A. 5-11.00.03 B.A. 5-11.00.04 Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 17-40-1

40

2 Dépenses de fonctionnement et d'investissement

40

3 SAT - Intérieur Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 2-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 17-40-3

40

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim

2 517 216 4 340 211 64 961 2 292 28 876 109 12 912 37 116 471

39 318

lim lim

116 471

- 46 39 272

33,7

lim

9 644

2 411

25,0

lim lim lim

714 45 759

256

lim lim

134 893

33 289

lim lim lim lim

230 54 8 292

98

lim lim lim

59 351 127 359

14 112 42 084

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim

8 218 193 108 455 420 15 085 55 321 1 479 34 785 167 224 123

75 660

224 123

+ 541 - 2 716 - 2 175 73 485

32,4

4 SAT - Justice Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 17-40-4 Totaux pour la division organique 17-40

31,9 33,0

DIVISION 41 DIRECTION GENERALE - POLICE ADMINISTRATIVE (DGA) 41

1 Dépenses de personnel Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.03 B.A. 2-11.00.04 B.A. 3-11.00.03 B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04 B.A. 5-11.00.03 B.A. 5-11.00.04 Suppléments/Compensations : B.A. 2-11.00.03 B.A. 5-11.00.03 Totaux pour le programme 17-41-1

lim lim lim lim

32,8

DOC 53

0555/001

237

17 FEDERALE POLITIE EN GEINTEGREERDE WERKING ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 40 ALGEMENE LEIDING,GEINTEGREERDE WERKING EN COORDINATIE (CG +SAT) 40

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.03 A.B. 2-11.00.04 A.B. 3-11.00.03 A.B. 3-11.00.04 A.B. 4-11.00.03 A.B. 4-11.00.04 A.B. 5-11.00.03 A.B. 5-11.00.04

2 517 216 4 340 211 64 961 2 292 28 876 109 12 912 37 116 471

39 318


116 471

- 46 39 272

33,7

lim lim

9 591

2 397

25,0

lim 40

Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 17-40-1

40 714 45 759

256

134 893

33 289

lim lim

98

59 351 127 306

14 112 42 070

4 SAT Justitie Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.03

lim lim lim lim 31,9 33,0

3 SAT Binnenlandse Zaken


230 54 8 292

2 Werkings- en investeringsuitgaven


lim lim lim 32,4

1 Personeelsuitgaven

lim lim lim

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 17-40-4 Totalen voor de organisatieafdeling 17-40 AFDELING 41 ALGEMENE DIRECTIE BESTUURLIJKE POLITIE (DGA) 41

8 218 193 108 455 420 15 085 55 321 1 479 34 785 167 224 123

75 660


224 123

+ 541 - 2 716 - 2 175 73 485

lim lim lim lim

32,8

1 Personeelsuitgaven Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.03 A.B. 2-11.00.04 A.B. 3-11.00.03 A.B. 4-11.00.03 A.B. 4-11.00.04 A.B. 5-11.00.03 A.B. 5-11.00.04 Supplementen/Compensaties : A.B. 2-11.00.03 - Bezoldiging statutairen A.B. 5-11.00.03 - Bezoldigingen statutairen Totalen voor het programma 17-41-1

238

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

41

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

2 Dépenses de fonctionnement et d'investissement Masse à 3/12èmes :

lim

27 264

6 816

Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.00.01 Totaux pour le programme 17-41-2 Totaux pour la division organique 17-41

lim lim lim

27 264 251 387

- 2 007 4 809 78 294

lim lim lim lim lim lim lim lim lim

2 230 184 32 619 736 198 400 1 414 14 995 83 250 661

84 618

lim lim

250 661

+ 42 84 660

lim

11 834

2 958

lim lim lim lim lim lim lim lim

11 834 262 495

+ 612 + 471 - 12 - 939 - 82 + 50 3 008 87 668

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim

4 636 807 35 436 2 413 24 488 14 413 1 600 104 12 236 561 9 376 159 106 229

35 861

lim lim

106 229

+ 14 35 875

17,6 31,1

DIVISION 42 DIRECTION GENERALE - POLICE JUDICIAIRE (DGJ) 42

1 Dépenses de personnel Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.03 B.A. 2-11.00.04 B.A. 3-11.00.03 B.A. 3-11.00.04 B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04 Suppléments/Compensations : B.A. 3-11.00.03 Totaux pour le programme 17-42-1

42

33,8

2 Dépenses de fonctionnement et d'investissement Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.00.01 B.A. 1-12.00.04 B.A. 1-12.00.07 B.A. 1-74.00.01 B.A. 1-74.00.04 Totaux pour le programme 17-42-2 Totaux pour la division organique 17-42

25,4 33,4

DIVISION 43 DIRECTION GENERALE DE L'APPUI ET DE LA GESTION (DGS) 43

1 Dépenses de personnel Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.03 B.A. 2-11.00.04 B.A. 3-11.00.03 B.A. 3-11.00.04 B.A. 4-11.00.03 B.A. 4-11.00.04 B.A. 5-11.00.03 B.A. 5-11.00.04 B.A. 6-11.00.03 B.A. 6-11.00.04 Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Rémunérations statutaires Totaux pour le programme 17-43-1

33,8

DOC 53

0555/001

239



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

41 27 140

6 785

lim

27 140 251 263

- 2 007 4 778 78 263

lim lim lim

17,6 31,1

2 Werkings- en investeringsuitgaven Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.00.01 - Bestendige uitgaven Totalen voor het programma 17-41-2 Totalen voor de organisatieafdeling 17-41 AFDELING 42 ALGEMENE DIRECTIE - GERECHTELIJKE POLITIE (DGJ)

42 2 230 184 32 619 736 198 400 1 414 14 995 83 250 661

84 618


250 661

+ 42 84 660

lim lim

33,8

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.03 A.B. 2-11.00.04 A.B. 3-11.00.03 A.B. 3-11.00.04 A.B. 4-11.00.03 A.B. 4-11.00.04 Supplementen/Compensaties : A.B. 3-11.00.03 - Bezoldigingen statutairen Totalen voor het programma 17-42-1 42

11 771

2 942

lim

11 771 262 432

+ 473 + 187 — - 182 - 428 + 50 2 992 87 652


25,4 33,4

1 Personeelsuitgaven

2 Werkings- en investeringsuitgaven Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 1-12.00.04 - Werking informatica A.B. 1-12.00.07 - Uitzonderlijke aankopen A.B. 1-74.00.01 - Uitrusting A.B. 1-74.00.04 - Uitrusting informatica Totalen voor het programma 17-42-2 Totalen voor de organisatieafdeling 17-42 AFDELING 43 ALGMENE DIRECTIE VAN DE ONDERSTEUNING EN HET BEHEER (DGS)

43 4 636 807 35 436 2 413 24 488 14 413 1 600 104 12 236 561 9 376 159 106 229

35 861

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim

106 229

+ 14 35 875

lim lim

33,8

1 Personeelsuitgaven Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.03 A.B. 2-11.00.04 A.B. 3-11.00.03 A.B. 3-11.00.04 A.B. 4-11.00.03 A.B. 4-11.00.04 A.B. 5-11.00.03 A.B. 5-11.00.04 A.B. 6-11.00.03 A.B. 6-11.00.04 Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Bezoldigingen statutairen Totalen voor het programma 17-43-1

240

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

43

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

2 Dépenses de fonctionnement et d'investissement Masse à 3/12èmes :

lim

15 031

3 757


lim lim lim

15 031 121 260

- 1 841 1 916 37 791

lim lim lim lim lim

4 217 204 115 3 4 539

1 532

lim

4 691

1 172

12,7 31,2

DIVISION 55 SECRETARIAT DE LA POLICE INTEGREE (SSGPI)

55

1 Secrétariat GPI Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.03 B.A. 2-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 3-12.00.01 B.A. 3-12.00.04 B.A. 3-74.00.01 B.A. 3-74.00.02 B.A. 3-74.00.04 Totaux pour le programme 17.55.1 et pour la division organique 17-55


+ 26 - 265 - 1 — - 11 - 251

lim

9 230

2 453

lim lim lim lim

5 964 2 128 6 094

2 057

lim

622

155


6 716

- 40 + 35 - 6 - 8 + 27 - 5 - 3 — 2 212


lim

36

12


lim

79

19


lim lim lim

115 6 831

26,6

DIVISION 60 INSPECTION GENERALE DE LA POLICE FEDERALE ET DE LA POLICE LOCALE (AIG) 60

1 Inspection générale Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Rémunérations statutaires B.A. 3-12.00.01 B.A. 3-12.00.04 B.A. 3-12.00.07 B.A. 3-12.00.48 - Personnel détaché B.A. 3-74.00.01 B.A. 3-74.00.04 Totaux pour le programme 17-60-1

60

32,9

2 Organe de contrôle

— 31 2 243

27,0 32,8

DOC 53

0555/001

241



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

43 14 951

3 737

lim

14 951 121 180

- 1 821 1 916 37 791

lim lim lim

12,8 31,2

2 Werkings- en investeringsuitgaven Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 17-43-2 Totalen voor de organisatieafdeling 17-43 AFDELING 55 SECRETARIAAT VAN DE GEINTEGREERDE POLITIE (SSGPI)

55 4 217 204 115 3 4 539

1 532

lim lim lim lim lim

5 012

1 253

lim

9 551

2 368

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.03 A.B. 2-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 3-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 3-12.00.04 - Werkingskosten informatica A.B. 3-74.00.01 - Uitrusting A.B. 3-74.00.02 - loonmotor A.B. 3-74.00.04 - Uitrusting informatica


- 9 - 284 - 1 - 113 - 10 - 417 24,8

1 Secretariaat GPI


lim

AFDELING 60 ALGEMENE INSPECTIE VAN DE FEDERALE POLITIE EN VAN DE LOKALE POLITIE (AIG) 60 5 964 2 128 6 094

2 057

lim lim lim lim

618

154

lim

6 712

- 40 + 36 - 6 - 8 + 30 - 28 - 3 - 19 2 192


32,7

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.03 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Bezoldigingen statutairen A.B. 3-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 3-12.00.04 - Werking informatica A.B. 3-12.00.07 - Uitzonderlijke aankopen A.B. 3-12.00.48 - Gedetacheerd personeel A.B. 3-74.00.01 - Uitrusting A.B. 3-74.00.04 - Uitrusting informatica Totalen voor het programma 17-60-1 60

36

12

lim

79

19

lim

115 6 827

- 3 28 2 220

24,3 32,5

lim lim lim

1 Algemene inspectie

2 Controle orgaan Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 3-12.00.04 - Werking informatica Totalen voor het programma 17-60-2 Totalen voor de organisatieafdeling 17-60

242

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 90 DOTATIONS,FONCTIONNEMENT INTEGRE,DEPENSES COMMUNES DE FONCTIONNEMENT ET D'INVESTISSEMENTS DE LA POLICE FEDERALE, FONDS 90

1 Dotations et subsides Masse à 3/12èmes :

648 614

162 153


648 614

- 1 933 + 42 948 - 96 - 626 - 197 - 8 + 40 088 202 241


lim

38 650

13 047


lim

79 871

19 967

118 521

+ 22 + 2 075 + 2 971 - 20 + 161 - 69 - 2 885 + 63 - 1 - 5 - 449 - 382 - 131 + 1 350 34 364

Suppléments/Compensations : B.A. 1-01.00.01 B.A. 1-43.00.01 - Dotation aux zones B.A. 1-43.00.07 - Remplacement tenue-mo B.A. 2-33.00.01 B.A. 2-33.00.02 B.A. 2-33.00.05 Totaux pour le programme 17-90-1 90

Totaux pour le programme 17-90-2

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim

29,0

3 Dépenses communes de fonctionnement et d'investissement de la police fédérale Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03

lim

445

150


lim

78 656

19 664


79 101

- 7 + 251 + 1 308 + 1 433 + 1 - 15 - 40 + 35 + 16 - 19 - 256 - 1 665 - 348 + 694 20 508

25,9

fon

32 212

8 053

25,0

Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.11 B.A. 1-11.00.13 B.A. 1-12.00.01 B.A. 1-12.00.04 B.A. 1-12.00.06 B.A. 1-12.00.07 B.A. 1-12.00.25 B.A. 1-12.00.48 - Personnel détaché B.A. 1-12.00.99 B.A. 1-34.00.01 B.A. 1-74.00.01 B.A. 1-74.00.02 B.A. 1-74.00.04 Totaux pour le programme 17-90-3 90

31,2

2 Fonctionnement intégré

Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Rémunérations statutaires B.A. 2-12.00.01 - Dépenses permanentes B.A. 2-12.00.04 - Fonct. informatique B.A. 2-12.00.06 - Loyers de biens immobiliers B.A. 2-12.00.48 - Personnel détaché B.A. 2-12.00.99 B.A. 2-33.00.03 - Cycl.de form.complém.&spécial. B.A. 2-33.00.04 - Encouragement Rec. d'allocht. B.A. 2-33.00.06 - ASBL FSS B.A. 2-33.00.07 - ASBL diverses B.A. 2-74.00.01 - Equipement B.A. 2-74.00.02 - Equipement B.A. 2-74.00.04 - Equipement informatique

90

lim

4 FONDS 17/1 - PRESTATIONS ET CESSIONS DE MATERIELS ET DE PRODUITS A DES TIERS

DOC 53

0555/001

243



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 90 DOTATIES,GEINTEGREERDE WERKING,GEMEENSCHAPPELIJKE WERKINGS-EN INVESTERINGSUITGAVEN FEDERALE POLITIE, FONDSEN 90 648 597

162 149

lim

648 597

- 1 933 + 42 948 - 96 - 623 - 196 - 8 + 40 092 202 241


31,2

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-01.00.01 - dotatie zones in problemen A.B. 1-43.00.01 - Dotatie zones A.B. 1-43.00.07 - Vervanging oh-kledij UME A.B. 2-33.00.01 - Subsidies aan vzw soc. dienst A.B. 2-33.00.02 - Subsidies aan vzw soc.dienst A.B. 2-33.00.05 - Toelage - centra politiestudie Totalen voor het programma 17-90-1 90

38 650

13 047

lim

78 855

19 713

lim

117 505

+ 22 + 1 811 + 1 886 - 20 - 1 583 - 69 - 2 885 + 63 - 1 - 1 - 302 - 467 + 295 - 1 251 31 509

26,8

1 Dotaties en toelagen

2 Geïntegreerde werking Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Bezoldigingen statutairen A.B. 2-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 2-12.00.04 - Werking informatica A.B. 2-12.00.06 - Huur van onroerende goederen A.B. 2-12.00.48 - Gedetacheerd personeel A.B. 2-12.00.99 - forfaitaire onkostenvergoeding A.B. 2-33.00.03 - Bijscholings&speciliteitscycli A.B. 2-33.00.04 - Aanmoediging recrut. allocht. A.B. 2-33.00.06 - VZW FSS A.B. 2-33.00.07 - Diverse VZW's A.B. 2-74.00.01 - Uitrusting A.B. 2-74.00.02 - Uitrusting A.B. 2-74.00.04 - Uitrusting informatica



3 Gemeenschappelijke werkings- en investeringsuitgaven federale politie

445

150

lim


72 620

18 155

lim

Massa aan 3/12den :

73 065

- 7 + 151 - 225 + 1 282 + 1 + 50 - 10 + 35 + 16 - 19 - 81 - 249 - 250 + 694 18 999

26,0


31 913

7 978

25,0

fon

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.11 - Sociale Zekerheid A.B. 1-11.00.13 - Vergoedingen vervoer A.B. 1-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 1-12.00.04 - Werking informatica A.B. 1-12.00.06 - Huurlasten A.B. 1-12.00.07 - Uitzonderlijke aankopen A.B. 1-12.00.25 - Wetenschappelijk onderzoek A.B. 1-12.00.48 - Gedetacheerd personeel A.B. 1-12.00.99 - forfaitaire onkostenvergoeding A.B. 1-34.00.01 A.B. 1-74.00.01 A.B. 1-74.00.02 A.B. 1-74.00.04 Totalen voor het programma 17-90-3 90

4 FONDS 17/1 - PRESTATIES EN CESSIES VAN MATERIEEL EN PRODUCTEN AAN DERDEN

244

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

90 90 90

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

5 FONDS 17/2 - LIVRAISON DE TENUES ET D'EQUIPEMENT

fon

7 000

1 750

25,0

6 FONDS 17/3 - DETACHEMENTS DE FONCTIONNAIRES DE POLICE FEDERAUX

fon

31 037

7 759

25,0

7 FONDS 17/4 - FONDS FRONTIERS EXTERIEURES ET RETOUR Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-12.00.01 B.A. 1-12.00.04 B.A. 1-74.00.01 B.A. 1-74.00.04 B.A. 2-11.00.25 B.A. 2-12.00.28 B.A. 2-74.00.24 Totaux pour le programme 17-90-7 Totaux pour la division organique 17-90 TOTAUX POUR LE BUDGET 17

lim

39

13

lim fon

553 1 327

138 331

592 1 327 846 828 71 576 1 625 390 71 576

- 13 - 6 - 42 + 107 - 15 - 20 - 90 + 279 + 31 + 169 182 500 257 295 18 062 507 828 18 062

lim lim lim lim lim fon fon fon lim fon lim fon lim fon lim fon

30,7 37,7 30,4 25,2 31,2 25,2

DOC 53

0555/001

245



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

(10)

7 000

1 750

25,0

fon

31 037

7 759

25,0

fon

39

13

lim

573 1 360

143 340

lim fon

612 1 360 839 779 71 310 1 618 338 71 310

- 13 — — — — — — — - 13 — 143 340 252 892 17 827 503 256 17 827

lim lim lim lim lim fon fon fon lim fon lim fon lim fon lim fon

23,4 25,0 30,1 25,0 31,1 25,0

Programma's

ks OA P

Rubrieken

(11)

(12)

90

5 FONDS 17/2- LEVERING VAN KLEDIJ EN UITRUSTING

90

6 FONDS 17/3 - DETACHERINGEN VAN FEDERALE POLITIEAMBTENAREN

90

7 FONDS 17/4 - BUITENGRENZEN- EN TERUGKEERFONDS Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Bezoldigingen statutairen A.B. 1-12.00.01 - Bestendige uitgaven A.B. 1-12.00.04 - Werking informatica A.B. 1-74.00.01 - Uitrusting A.B. 1-74.00.04 - Uitrusting informatica A.B. 2-11.00.25 - Wederbelegging - personeel A.B. 2-12.00.28 - Wederbelegging - werking A.B. 2-74.00.24 - Wederbelegging - investeringen Totalen voor het programma 17-90-7 Totalen voor de organisatieafdeling 17-90 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 17

246

DOC 53

18 SPF FINANCES

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DES FINANCES ET DES REFORMES INSTITUTIONNELLES 01


lim lim lim lim

220 3 317 507 4 044

1 374

lim

1 196

299

lim lim lim

- 16 - 4 - 20

lim

5 240

1 653

lim lim lim

206 722 928

315

lim

151

37

31,5

DIVISION 12 ORGANES STRATEGIQUES DU SECRETAIRE D'ETAT A LA MODERNISATION DU SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES, A LA FISCALITE ENVIRONNEMENTALE ET A LA LUTTE CONTRE LA FRAUDE FISCALE, ADJOINT AU MINISTRE DES FINANCES 12


lim lim lim lim

- 3 - 1 - 4 1 079

348

32,3

DOC 53

0555/001

247

18 FOD FINANCIEN ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN FINANCIEN EN INSTITUTIONELE HERVORMINGEN 01 220 3 317 507 4 044

1 374

lim lim lim lim

1 196

299

lim

- 16 - 4 - 20

lim lim lim

5 240

1 653

31,5


lim

AFDELING 12 BELEIDSORGANEN VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR DE MODERNISERING VAN DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN, DE MILIEUFISCALITEIT EN DE BESTRIJDING VAN DE FISCALE FRAUDE, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN FINANCIEN 12 206 722 928

315

lim lim lim

151

37

lim

- 3 - 1 - 4

lim lim lim

1 079

348

32,3

lim


248

DOC 53

18 SPF FINANCES

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)


0 Subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-03.00.01 B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04

lim lim lim lim

164 52 500 14 000 66 664

22 504

lim

216 011

54 002

Totaux pour le programme 18-40-0


282 675

+ 1 000 + 445 + 820 + 34 + 8 236 + 20 + 45 + 1 830 + 12 430 88 936

31,5

Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 18-40-1

lim lim

17 600 17 600

5 941 5 941

33,8

lim lim

20 900 20 900

7 055 7 055

33,8

fon lim fon

— 321 175 —

— 101 932 —

— 31,7 —

lim lim lim

24 500 3 300 27 800

9 384

lim

69 350

17 337


97 150

- 617 - 3 250 + 2 + 84 + 3 205 + 2 + 39 + 17 500 + 2 500 + 19 465 46 186

47,5

lim lim

725 97 875

181 46 367

25,0 47,4

Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-11.40.05 - Action sociale B.A. 2-12.11.01 - frais liés service Dette B.A. 2-12.11.01 - Frais dette B.A. 2-12.11.04 - Dép. Div. Rel. à l'informat. B.A. 2-12.11.xx - Rém. Poste pour des tiers B.A. 2-74.22.01 - Achat biens meubles durables B.A. 2-74.22.04 - Dépenses d'invest informatique B.A. 4-41.00.30 - dotation SACA Fedorest

40

40

1 Nettoyeuses

2 Serveuses Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 18-40-2

40

4 Fonds de titrisation Totaux pour la division organique 18-40 DIVISION 61 ADMINISTRATION DE LA TRESORERIE

61

0 Subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 3-34.41.02 - bonific.d'interêts prêts verts B.A. 3-34.41.03 - bonif. int. prêts précom.prof B.A. 4-12.00.22 - Rente annuelle servit.aeronaut B.A. 4-41.00.03 - Fonds de vieill.:fr. de fonct. B.A. 4-41.00.40 - Fonds de garantie scolaire B.A. 4-43.00.01 - Rente de la Ville de Bruxelles B.A. 4-44.00.20 - Hôpitaux univ. - int. B.A. 6-21.00.06 - Intérêts caution. & consignat B.A. 6-81.00.14 - Couv. remb.bill. de banq. BNB Totaux pour le programme 18-61-0

61

1 Relations financières internationales Totaux pour la division organique 18-61

DOC 53

0555/001

249



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 40 BEHEERSORGANEN 40 164 52 500 14 000 66 664

22 504

lim lim lim lim

229 384

57 346

lim

296 048

+ 1 000 + 445 + 820 + 34 + 8 236 + 20 + 45 + 1 830 + 12 430 92 280


31,2

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-03.00.01 A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-11.40.05 - Sociale actie A.B. 2-12.11.01 - fin. lasten dienst Schuld A.B. 2-12.11.01 - Kosten schuld A.B. 2-12.11.04 - Dep. Div. betref. inform. A.B. 2-12.11.xx - Verg. Post derde gelden A.B. 2-74.22.01 - Uitgaven duurzame goederen A.B. 2-74.22.04 - Uitg. informatica-investering. A.B. 4-41.00.30 - dotatie ADBA Fedorest Totalen voor het programma 18-40-0 40

17 600 17 600

5 941 5 941

33,8

0 Bestaansmiddelen

1 Schoonmaaksters Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.04 Totalen voor het programma 18-40-1

lim lim 40

2 Diensters Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.04 Totalen voor het programma 18-40-2

20 900 20 900

7 055 7 055

33,8

lim lim

10 573 334 548 10 573

2 643 105 276 2 643

25,0 31,5 25,0

fon 40 lim fon

4 Effectiseringsfonds Totalen voor de organisatieafdeling 18-40 AFDELING 61 ADMINISTRATIE DER THESAURIE

61 24 500 3 300 27 800

9 384

lim lim lim

69 350

17 337

lim

97 150

- 617 - 3 250 + 2 + 84 + 3 205 + 2 + 39 + 17 500 + 2 500 + 19 465 46 186

47,5


725 97 875

181 46 367

25,0 47,4

lim 61 lim

0 Bestaansmiddelen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 3-34.41.02 - interestbonif. groene leningen A.B. 3-34.41.03 - inter.bonif.len.bedrijfsvoorh. A.B. 4-12.00.22 - Jaarrente luchtvaartdienstbaar A.B. 4-41.00.03 - Zilverfonds : werkingsk. A.B. 4-41.00.40 - Schoolwaarborgfonds A.B. 4-43.00.01 - Rente van de stad Brussel A.B. 4-44.00.20 - Interesten Univers. ziekenh. A.B. 6-21.00.06 - Rente borgtochten & consignat A.B. 6-81.00.14 - BescH. terugbet. bankbilj.NBB Totalen voor het programma 18-61-0 1 Internationale financiële betrekkingen Totalen voor de organisatieafdeling 18-61

250

DOC 53

18 SPF FINANCES

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 70 DOCUMENTATION PATRIMONIALE 70

0 Documentation patrimoniale Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 1-11.00.11 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.11.01 - Fournitures courantes B.A. 3-83.00.02 - Avances créances alimentaires Totaux pour le programme 18.70.0 et pour la division organique 18-70

lim lim lim lim

206 000 26 100 19 600 251 700

84 969

lim fon

18 020 18 816

4 505 4 704

lim fon

+ 684 + 200

lim fon

269 720 18 816

90 158 4 904

lim

66 192

16 548

lim lim lim lim

66 192

+ 10 811 + 837 + 11 648 28 196

42,6

lim lim lim lim

5 600 400 6 000 6 000

2 025 2 025

33,8

lim lim lim lim

29 000 400 29 400 29 400

9 924 9 924

33,8

lim lim lim lim

552 153 34 100 586 253 586 253

197 909 197 909

33,8

lim lim lim lim

127 400 12 500 139 900 139 900

47 227 47 227

33,8

33,4 26,1

DIVISION 80 IMPOTS ET RECOUVREMENT 80

0 Subsistance Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.11.01 - Fournitures courantes B.A. 3-35.40.41 - subvent.au instit. internat. Totaux pour le programme 18-80-0

80

1 Affaires fiscales générales Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 18-80-1

80

2 Lutte contre la fraude Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 18-80-2

80

3 Grandes entreprises, PME, Particuliers Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 18-80-3

80

4 Recettes fiscales Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 18-80-4

DOC 53

0555/001

251



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 70 PATRIMONIUMDOCUMENTATIE 70 206 000 26 100 19 600 251 700

84 969

lim lim lim lim

18 060 18 816

4 515 4 704

lim fon

+ 684 + 200

lim fon

269 760 18 816

90 168 4 904

33,4 26,1

0 Patrimoniumdocumentatie Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 1-11.00.11 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.01 - Lopende leveringen A.B. 3-83.00.02 - Voorschotten Alimentatiefonds Totalen voor het programma 18.70.0 en voor de organisatieafdeling 18-70

lim fon

AFDELING 80 BELASTINGEN EN INVORDERING 80 66 192

16 548

lim

66 192

+ 10 811 + 837 + 11 648 28 196

lim lim lim lim

42,6

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.01 - Lopende uitgaven A.B. 3-35.40.41 - subsidies internat. instelling Totalen voor het programma 18-80-0 80

5 600 400 6 000 6 000

2 025 2 025

33,8

9 924 9 924

33,8

Totalen voor het programma 18-80-1

197 909 197 909

33,8


47 227 47 227

33,8

lim lim lim lim

3 Grote ondernemingen, KMO's, Particulieren Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

lim lim lim lim


127 400 12 500 139 900 139 900

2 Fraudebestrijding Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

lim lim lim lim 80

552 153 34 100 586 253 586 253

1 Algemene fiscale zaken Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

lim lim lim lim 80

29 000 400 29 400 29 400

0 Bestaansmiddelen

4 Fiscale invorderingen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Totalen voor het programma 18-80-4

252

DOC 53

18 SPF FINANCES



Rubriques

(1)

(2)

80

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(4)

(5)

%

(6)

6 Douanes et Accises Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 1-11.00.09 Totaux pour le programme 18-80-6 Totaux pour la division organique 18-80 TOTAUX POUR LE BUDGET 18

lim lim lim lim lim lim lim fon

194 000 10 700 5 042 209 742 209 742 1 037 487 1 732 576 18 816

70 805 70 805 356 086 596 544 4 904

33,8 34,3 34,4 26,1

DOC 53

0555/001

253



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

80 194 000 10 700 5 042 209 742 209 742 1 037 487 1 745 989 29 389

70 805 70 805 356 086 599 898 7 547

33,8 34,3 34,4 25,7

lim lim lim lim lim lim lim fon

6 Douane en Accijnzen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 1-11.00.09 Totalen voor het programma 18-80-6 Totalen voor de organisatieafdeling 18-80 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 18

254

DOC 53

19 REGIE DES BATIMENTS DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(4)

(5)

%

(6)

DIVISION 55 REGIE DES BATIMENTS 55

2 Dotations à la Régie des bâtiments Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-41.00.01 - Loyers B.A. 2-41.00.02 - Frais de fonctionnement B.A. 2-41.00.04 - Financement alternatif B.A. 2-41.00.09 - Charges locatives Cabinets Totaux pour le programme 19.55.2 et pour la division organique 19-55 TOTAUX POUR LE BUDGET 19

lim

716 938


179 234

+ 113 809 + 8 383 - 4 595 + 7 164 + 124 761 716 938 716 938

303 995 303 995

42,4 42,4

DOC 53

0555/001

255

19 REGIE DER GEBOUWEN ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 55 REGIE DER GEBOUWEN 55 716 938

716 938 716 938

179 234

lim

+ 113 809 + 8 383 - 4 595 + 7 164 + 124 761

lim lim lim lim lim

303 995 303 995

42,4 42,4

lim lim

2 Dotaties aan de Regie der Gebouwen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-41.00.01 - Huren A.B. 2-41.00.02 - Werkingskosten A.B. 2-41.00.04 - Alternatieve financiering A.B. 2-41.00.09 - Huurlasten Kabinetten Totalen voor het programma 19.55.2 en voor de organisatieafdeling 19-55 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 19

256

DOC 53

21 PENSIONS

0555/001



Rubriques

(1)

(2)


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(4)

(5)

%

(6)

DIVISION 55 SERVICE DES PENSIONS DU SECTEUR PUBLIC 55

1 Dotations pour le SDPSP Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-41.00.01 - Dot. pensions secteur public B.A. 1-41.00.02 - Dot. pens. rép./ rentes guerre B.A. 1-41.00.03 - Dot. rentes acc. du travail B.A. 1-41.00.05 - Dotation pensions SNCB B.A. 2-41.00.04 - Dotation gestion du service Totaux pour le programme 21.55.1 et pour la division organique 21-55 TOTAUX POUR LE BUDGET 21

lim

8 008 588


2 002 147

+ 888 158 - 1 703 - 3 755 + 80 752 + 2 133 + 965 585 8 008 588 8 008 588

2 967 732 2 967 732

37,1 37,1

DOC 53

0555/001

257

21 PENSIOENEN ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 55 PENSIOENDIENST VOOR DE OVERHEIDSSECTOR 55 8 008 588

8 008 588 8 008 588

2 002 147

lim

+ 888 158 - 1 703 - 3 755 + 80 752 + 2 133 + 965 585


2 967 732 2 967 732

37,1 37,1

lim lim

1 Dotaties voor de PDOS Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-41.00.01 - Dot. pensioenen overheidssecto A.B. 1-41.00.02 - Dot. vergoed. & oorlogsrenten A.B. 1-41.00.03 - Dot. arbeidsongevallenrenten A.B. 1-41.00.05 - Dotatie pensioenen NMBS A.B. 2-41.00.04 - Dot. beheer van de dienst Totalen voor het programma 21.55.1 en voor de organisatieafdeling 21-55 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 21

258

DOC 53

23 SPF EMPLOI, TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DE LA VICE-PREMIERE MINISTRE ET MINISTRE DE L'EMPLOI ET DE L'EGALITE DES CHANCES, CHARGEE DE LA POLITIQUE DE MIGRATION ET D'ASILE 01


lim lim lim lim

219 2 769 444 3 432

875

lim

943

235

lim lim lim

- 10 - 3 - 13

lim

4 375

1 097

lim lim lim

2 373 571 2 944

745

lim

2 944

745

lim lim lim

3 916 4 488 8 404

2 128

lim lim

7 983 16 387

1 995 4 123

25,2

lim

379

94

24,8

lim

6 670

1 667

6 670

- 125 + 15 - 110 1 557

25,1


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 23.21.0 et pour la division organique 23-21

25,3

DIVISION 40 SERVICES DU PRESIDENT 40

0 Subsistance. Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 23-40-0

40

1 Collaboration internationale.

40

2 Diversité , interculturalité et égalité des changes Masse à 3/12èmes :

Suppléments/Compensations : B.A. 0-33.00.11 - Subv. secteur privé lim B.A. 0-41.40.12 - Dot. centre d'égalité de chanc lim lim Totaux pour le programme 23-40-2 lim

23,3

DOC 53

0555/001

259


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

23 FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ORGANISATIEAFDELINGEN

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN WERK EN GELIJKE KANSEN, BELAST MET HET MIGRATIE- EN ASIELBELEID

01 219 2 769 444 3 432

875

lim lim lim lim

943

235

lim

- 10 - 3 - 13

lim lim lim

4 375

1 097

25,1


lim

AFDELING 21 BEHEERSORGANEN 21 2 373 571 2 944

745

2 944

745


lim lim lim 25,3

0 Leiding en beheer


lim

AFDELING 40 DIENSTEN VAN DE VOORZITTER 40


lim lim lim

3 916 4 488 8 404

2 128

7 983 16 387

1 995 4 123

25,2

lim lim

379

94

24,8

lim 40


40 6 670

1 667

lim

6 670

- 125 + 15 - 110 1 557

lim lim lim lim

23,3

0 Bestaansmiddelen.

1 Internationale samenwerking. 2 Diversiteit, interculturaliteit en gelijkheid van kansen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-33.00.11 - Subsidies prive-sector A.B. 0-41.40.12 - Dotatie centrum gelijkh kansen Totalen voor het programma 23-40-2

260

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

40


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Division des études juridiques, de la documentation et du contentieux Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04

lim lim lim

1 669 489 2 158

546

lim

1 338

334

lim lim lim lim

3 496

+ 40 + 70 + 110 990

28,3

lim

4 697

1 174

25,0


lim

133

33


lim

1 216

304

Suppléments/Compensations : B.A. 3-33.00.01 - Subs.ASBL.fed.PO.2000-2006 Totaux pour le programme 23-40-6

lim lim

1 349

— 337

25,0

lim lim

462 33 440

115 8 390

24,9 25,1

lim lim lim

6 342 1 284 7 626

1 931

lim

216

54

lim lim lim lim

7 842

- 41 - 5 - 46 1 939

24,7

lim lim

3 330 11 172

832 2 771

25,0 24,8

lim lim lim

3 010 893 3 903

988

lim lim

158 4 061

39 1 027

Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-12.11.01 - Achat de biens non-durables B.A. 1-12.11.01 - Achat de biens non-durables Totaux pour le programme 23-40-4 40

5 Egalité des changes entre hommes et femmes.

40

6 Contribution fédérale publique belge au Fonds social européen- volet emploi

40

0555/001

9 Soutien à des centres d'accueil spécialisés en matière de lutte contre la traite des êtres humains Totaux pour la division organique 23-40 DIVISION 51 DIRECTION GENERALE RELATIONS COLLECTIVES DE TRAVAIL

51

0 Subsistance. Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.04 - Rémunérations non statutaires B.A. 2-12.11.01 - Frais de fonctionnement Totaux pour le programme 23-51-0

51

1 Concertation et conciliation sociale. Totaux pour la division organique 23-51 DIVISION 52 DIRECTION GENERALE HUMANISATION DU TRAVAIL

52


25,3

DOC 53

0555/001

261


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)


%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

40

4 Afdeling van de juridische studiën, de documentatie en de geschillen Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

1 669 489 2 158

546

lim lim lim

1 338

334

lim

3 496

+ 40 + 70 + 110 990

28,3

lim lim lim lim

4 697

1 174

25,0

lim 40

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-12.11.01 - Aankoop niet-duurzame goederen A.B. 1-12.11.01 - AAnkoop niet-duurzame goederen Totalen voor het programma 23-40-4

40

5 Gelijke kansen tussen vrouwen en mannen 6 Federale Belgische publieke bijdrage aan het Europees Sociaal Fonds- luik werk

133

33

lim


1 244

311

lim

Massa aan 3/12den :

1 377

- 129 215

lim lim

15,6

Supplementen/Compensaties : A.B. 3-33.00.01 - Subs.VZW.fed.OP.2000-2006 Totalen voor het programma 23-40-6 40

462 33 468

115 8 268

24,9 24,7

lim lim

9 Steun aan onthaalcentra gespecialiseerd inzake de strijd tegen de mensenhandel Totalen voor de organisatieafdeling 23-40 AFDELING 51 ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETREKKINGEN

51

0 Bestaansmiddelen. Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

6 342 1 284 7 626

1 931

lim lim lim

216

54

lim

7 842

- 41 - 5 - 46 1 939

24,7

lim lim lim lim

3 330 11 172

832 2 771

25,0 24,8

lim 51 lim

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.04 - Bezoldiging. niet statutair A.B. 2-12.11.01 - Werkingskosten Totalen voor het programma 23-51-0 1 Sociaal overleg en sociale bemiddeling. Totalen voor de organisatieafdeling 23-51 AFDELING 52 ALGEMENE DIRECTIE HUMANISERING VAN DE ARBEID 52

3 010 893 3 903

988

158 4 061

39 1 027

lim lim lim 25,3

lim lim

0 Bestaansmiddelen. Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 23-52-0

262

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

52 52

52

1 Actions en faveur de la promotion sociale, morale et intellectuelle des travailleurs.

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

lim

2 364

591


fon

831

210


fon fon

4 401 5 232

1 100 1 310

lim

45

11

lim lim lim fon

14 59 6 484 5 232

3 14 1 632 1 310

lim lim lim

11 264 379 11 643

2 948

lim lim

2 130 13 773

532 3 480

fon fon fon

1 433 163 1 596

404

fon fon lim fon

402 1 998 13 773 1 998

100 504 3 480 504

lim lim lim

2 402 1 658 4 060

1 028

lim lim

65 4 125

16 1 044

25,0

3 Fonds de l'expérience professionnelle

25,0

4 Conseil supérieur pour la prévention et la protection au travail Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 23-52-4 Totaux pour la division organique 23-52

23,7 25,2 25,0

DIVISION 54 DIRECTION GENERALE CONTROLE DU BIEN-ETRE AU TRAVAIL 54


54

25,3

3 Fonds pour la sécurité technique des entrepri ses visées par la loi du 21 janvier 1987 concernant les risques d'accidents graves dans des activités industrielles déterminées entreprisesSEVESO). Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 23-54-3 Totaux pour la division organique 23-54

25,2 25,3 25,2

DIVISION 56 DIRECTION GENERALE EMPLOI ET MARCHE DU TRAVAIL 56


25,3

DOC 53

0555/001

263


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

2 364


%

591

831

210

2 404 3 235

601 811

Programma's

ks

(9)

(10)

25,0

lim

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

52

1 Acties ten gunste van de sociale, morele en intellectuele promotie van de werknemers.

52

3 Ervaringsfonds Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

fon 25,1

fon fon


45

11

14 59 6 484 3 235

3 14 1 632 811


lim 23,7 25,2 25,1

4 Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op werk

lim lim lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 23-52-4 Totalen voor de organisatieafdeling 23-52 AFDELING 54 ALGEMENE DIRECTIE TOEZICHT OP HET WELZIJN OP HET WERK 54

11 264 379 11 643

2 948

2 130 13 773

532 3 480


lim lim lim 25,3

lim lim


1 433 163 1 596

404

402 1 998 13 773 1 998

100 504 3 480 504

3 Fonds voor de technische veiligheid van de bedrijven bedoeld bij de wet van 21 januari 1987 inzake de risico's van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten (SEVESO-bedrijven). Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

fon fon fon 25,2 25,3 25,2

0 Bestaansmiddelen.

fon fon lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 23-54-3 Totalen voor de organisatieafdeling 23-54 AFDELING 56 ALGEMENE DIRECTIE WERKGELEGENHEID EN ARBEIDSMARKT 56

2 402 1 658 4 060

1 028

65 4 125

16 1 044

lim lim lim 25,3

lim lim

0 Bestaansmiddelen. Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 23-56-0

264

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

56

56

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

3 Prépensions. Masse à 3/12èmes :

lim

2 462

615


lim lim

2 462

- 76 539

21,9

lim lim

485 809 492 396

121 452 123 035

25,0 25,0

lim lim lim

18 565 671 19 236

4 871

lim lim

2 953 22 189

738 5 609


lim

515

130


lim

120

30


lim lim lim

635 22 824

- 3 157 5 766

lim lim lim

1 050 294 1 344

340

lim lim

16 1 360

4 344

lim

50

12

lim lim lim lim fon

86 136 1 496 588 904 7 230

21 33 377 147 293 1 814

8 Interventions financières en faveur des Régions. Totaux pour la division organique 23-56 DIVISION 57 DIRECTION GENERALE CONTROLE DES LOIS SOCIALES

57


57

25,3

1 Service d'information et de recherche sociale

24,7 25,3

DIVISION 59 DIRECTION GENERALE RELATIONS INDIVIDUELLES DU TRAVAIL 59

0 Subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 23-59-0

59

25,3

1 Cellule de soutien à la réorganisation du temps de travail Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 23-59-1 Totaux pour la division organique 23-59 TOTAUX POUR LE BUDGET 23

24,3 25,2 25,0 25,1

DOC 53

0555/001

265


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)


%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

56 2 462

615

lim

2 462

- 76 539

21,9

lim lim

485 809 492 396

121 452 123 035

25,0 25,0

lim 56 lim

3 Brugpensioenen. Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 23-56-3 8 Financiële tegemoetkomingen aan de Gewesten. Totalen voor de organisatieafdeling 23-56 AFDELING 57 ALGEMENE DIRECTIE TOEZICHT OP DE SOCIALE WETTEN

57 18 565 671 19 236

4 871

2 953 22 189

738 5 609


lim lim lim 25,3

0 Bestaansmiddelen.

lim lim


1 Sociale inlichtingen- en opsporingsdienst

515

130

lim


120

30

lim

Massa aan 3/12den :

635 22 824

- 3 157 5 766

lim lim lim

24,7 25,3

Supplementen/Compensaties : A.B. 0-11.00.03 - Bezoldigingen statutair Totalen voor het programma 23-57-1 Totalen voor de organisatieafdeling 23-57 AFDELING 59 ALGEMENE DIRECTIE INDIVIDUELE ARBEIDSBETREKKINGEN

59 1 050 294 1 344

340

16 1 360

4 344


lim lim lim 25,3

lim lim


50

12

86 136 1 496 588 932 5 233

21 33 377 147 171 1 315

lim 24,3 25,2 25,0 25,1

lim lim lim lim fon

0 Bestaansmiddelen

1 Ondersteuningscel voor de werktijdsherverdeling Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 23-59-1 Totalen voor de organisatieafdeling 23-59 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 23

266

DOC 53

24 SPF SECURITE SOCIALE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DE LA VICE-PREMIERE MINISTRE ET MINISTRE DES AFFAIRES SOCIALES ET DE LA SANTE PUBLIQUE, CHARGEE DE L'INTEGRATION SOCIALE 01


lim lim lim lim

220 3 909 760 4 889

1 246

lim

746

186

lim lim lim

- 15 - 2 - 17

lim

5 635

1 415

lim lim lim lim

216 1 848 253 2 317

590

lim

346

86

25,1

DIVISION 02 ORGANES STRATEGIQUES DU MINISTRE DES PENSIONS ET DES GRANDES VILLES 02


lim lim lim

- 7 - 1 - 8

lim

2 663

668

lim lim lim

206 1 061 1 267

323

lim

204

51

25,1

DIVISION 12 ORGANES STRATEGIQUES DU SECRETAIRE D'ETAT A L'INTEGRATION SOCIALE ET A LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETE, ADJOINT A LA MINISTRE DES AFFFAIRES SOCIALES ET DE LA SANTE PUBLIQUE, CHARGEE DE L'INTEGRATION SOCIALE 12

0 Politique et Stratégie Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.01 B.A. 1-11.00.02 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Economie rémunérations : Economie fonctionnement : Totaux pour le programme 24.12.0 et pour la division organique 24-12

lim lim lim lim

- 4 - 1 - 5 1 471

369

25,1

DOC 53

0555/001

267

24 FOD SOCIALE ZEKERHEID ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN VOLKSGEZONDHEID, BELAST MET MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE 01 220 3 909 760 4 889

1 246

lim lim lim lim

746

186

lim

- 15 - 2 - 17

lim lim lim

5 635

1 415

25,1


lim

AFDELING 02 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN PENSIOENEN EN GROTE STEDEN 02 216 1 848 253 2 317

590

lim lim lim lim

346

86

lim

- 7 - 1 - 8

lim lim lim

2 663

668

25,1


lim

AFDELING 12 BELEIDSORGANEN VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN VOLKSGEZONDHEID, BELAST MET MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE 12 206 1 061 1 267

323

lim lim lim

204

51

lim

- 4 - 1 - 5

lim lim lim

1 471

369

25,1

lim

0 Beleid en Missie Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.01 A.B. 1-11.00.02 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Besparing bezoldigingen : Besparing werking : Totalen voor het programma 24.12.0 en voor de organisatieafdeling 24-12

268

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 13 ORGANES STRATEGIQUES DU SECRETAIRE D'ETAT AUX AFFAIRES SOCIALES, CHARGE DES PERSONNES HANDICAPEES, ADJOINT A LA MINISTRE DES AFFAIRES SOCIALES ET DE LA SANTE PUBLIQUE, CHARGEE DE L'INTEGRATION SOCIALE 13


lim lim lim

206 873 1 079

275

lim

168

42

lim lim lim

- 3 - 1 - 4

lim

1 247

313

lim lim lim

10 001 2 813 12 814

3 245

lim

514

128

lim lim lim lim

13 328

- 301 - 144 - 445 2 928

22,0

25,1


1 Président Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-11.00.03 - Traitemts statutaires B.A. 0-11.00.04 - Traitemts non statutaires Totaux pour le programme 24-21-1

21

3 Budget et Contrôle de gestion

lim

482

120

24,9

21

4 P & O

lim

94

23

24,5

21

5 ICT lim

12 763

3 190

12 763

- 12 + 1 544 - 400 + 1 132 4 322

33,9

6 957 33 624

1 739 9 132

25,0 27,2


Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.11.01 - Frais de fonctionnement lim B.A. 2-12.11.04 - Dép. fonctionnemt informatique lim B.A. 2-74.22.04 - Dép.investissemts informatique lim lim Totaux pour le programme 24-21-5 lim 21

6 Logistique Totaux pour la division organique 24-21

lim lim

DOC 53

0555/001

269



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 13 BELEIDSORGANEN VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR SOCIALE ZAKEN, BELAST MET PERSONEN MET EEN HANDICAP, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN VOLKSGEZONDHEID, BELAST MET MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE 13 206 873 1 079

275

lim lim lim

168

42

lim

- 3 - 1 - 4

lim lim lim

1 247

313

25,1


lim

AFDELING 21 BEHEERSORGANEN 21

1 Voorzitter Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

10 001 2 813 12 814

3 245

lim lim lim

514

128

lim

13 328

- 301 - 144 - 445 2 928

22,0

lim lim lim lim

482

120

24,9

lim 21

3 Budget en Beheerscontrole

94

23

24,5

lim 21

4 P & O

12 763

3 190

lim

12 763

— — — — 3 190

25,0

lim lim lim lim lim

6 957 33 624

1 739 8 000

25,0 23,8

lim 21 lim

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-11.00.03 - Wedden statutairen A.B. 0-11.00.04 - Wedden niet statutairen Totalen voor het programma 24-21-1

21

5 ICT Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.01 - Werkingsuitgaven A.B. 2-12.11.04 - Werkingsuitgaven informatica A.B. 2-74.22.04 - Investeringsuitg. informatica Totalen voor het programma 24-21-5 6 Logistiek Totalen voor de organisatieafdeling 24-21

270

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 52 ADMINISTRATION SECURITE SOCIALE 52

6 Médiation pension Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes :

lim lim lim

563 115 678

171

lim

205

51

Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.04 - Service médiation Pensions-Per lim Totaux pour le programme 24.52.6 et pour la division organique 24-52 lim

- 3 883

219

lim lim lim

12 575 759 13 334

3 376

lim

1 940

485

24,8

DIVISION 53 DG INSPECTION SOCIALE 53

0 Subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Trait. et indem. statutaires B.A. 2-12.11.01 - Frais de fonctionnement Totaux pour le programme 24.53.0 et pour la division organique 24-53

lim lim lim

+ 295 - 3 + 292

lim

15 274

4 153

lim lim lim

3 986 516 4 502

1 140

lim

886

221

lim lim lim lim lim

5 388

+ 115 + 36 + 12 + 163 1 524

lim

1 513 246

378 311

1 513 246 1 518 634

+ 119 220 - 17 635 + 101 585 479 896 481 420

27,2

DIVISION 54 DG INDEPENDANTS 54

0 Subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Trait. et indem. statutaires B.A. 1-11.00.04 - Trait. et indem. non-stat. B.A. 2-12.11.01 - Frais de fonctionnement Totaux pour le programme 24-54-0

54

28,3

1 Statut social des indépendants Masse à 3/12èmes :

Suppléments/Compensations : B.A. 1-42.80.01 - Subside statut social indép. lim B.A. 1-42.80.02 - Dotation Gest.Glob.Indép.Traj. lim lim Totaux pour le programme 24-54-1 lim Totaux pour la division organique 24-54 lim

31,7 31,7

DOC 53

0555/001

271



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 52 BESTUUR SOCIALE ZEKERHEID 52 563 115 678

171

lim lim lim

205

51

lim

- 3

lim

883

219

24,8

6 Ombudsdienst pensioenen Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.04 - Ombudsdienst Pensioenen-Per Totalen voor het programma 24.52.6 en voor de organisatieafdeling 24-52

lim

AFDELING 53 DG SOCIALE INSPECTIE 53 12 575 759 13 334

3 376

lim lim lim

1 940

485

lim

15 274

4 153

Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Wedden en vergoed. stat. A.B. 2-12.11.01 - Werkingskosten

lim lim lim

+ 295 - 3 + 292 27,2

0 Bestaansmiddelen


lim

AFDELING 54 DG ZELFSTANDIGEN 54 3 986 516 4 502

1 140

lim lim lim

886

221

lim

5 388

+ 115 + 36 + 12 + 163 1 524

lim lim lim lim lim

1 513 246

378 311

lim

1 513 246 1 518 634

+ 119 220 - 17 635 + 101 585 479 896 481 420

lim lim lim lim lim

28,3

Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Wedden en vergoed. statutairen A.B. 1-11.00.04 - Wedden en vergoed. nt-stat. A.B. 2-12.11.01 - Werkingskosten Totalen voor het programma 24-54-0 54

31,7 31,7

0 Bestaansmiddelen

1 Sociaal statuut der zelfstandigen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-42.80.01 - Rijkstoelage soc.statuut zelfs A.B. 1-42.80.02 - Dotatie Globaal Beh.Zelf.Traj. Totalen voor het programma 24-54-1 Totalen voor de organisatieafdeling 24-54

272

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 55 DG PERSONNES HANDICAPEES 55

0 Subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Trait.et indem. statutaires B.A. 1-11.00.04 - Trait.et indem. non-stat. Totaux pour le programme 24-55-0

55

lim lim lim

12 236 4 566 16 802

4 255

lim lim lim lim

16 802

- 9 + 58 + 49 4 304

lim

1 850 017

462 504


1 850 017 1 866 819

- 85 + 72 + 305 + 493 + 52 + 19 086 + 12 + 19 935 482 439 486 743

lim lim lim

2 473 769 3 242

821

lim

13

3

lim lim lim lim

3 255

- 69 + 65 - 4 820

25,2

lim

1 123

280

24,9

lim

354

88

lim lim lim lim

354

+ 11 + 3 + 14 102

28,8

lim lim

106 4 838

26 1 228

24,5 25,4

25,6

2 Handicapés Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.01 - Achats biens non-dur. et serv. B.A. 1-12.11.03 - Numéro vert B.A. 1-12.11.10 - Contentieux B.A. 1-12.11.33 - Frais administration B.A. 1-12.21.01 - Frais de fonctionnement ONP B.A. 2-34.31.06 - Paiement aux handicapés B.A. 3-12.11.01 - Cartes de parking et attesta. Totaux pour le programme 24-55-2 Totaux pour la division organique 24-55

26,1 26,1

DIVISION 57 APPUI STRATEGIQUE 57

0 Subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Traitements statutaires B.A. 1-11.00.04 - Traitements non statutaires Totaux pour le programme 24-57-0

57

1 Etudes

57

2 Etats-Généraux de la famille Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-12.11.10 - Dep. Etats gén. de la famille Totaux pour le programme 24-57-2

57

3 Relations internationales Totaux pour la division organique 24-57

DOC 53

0555/001

273



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 55 DG PERSONEN MET EEN HANDICAP 55 12 236 4 566 16 802

4 255

lim lim lim

16 802

- 9 + 58 + 49 4 304

lim lim lim lim

25,6

Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Wedden en vergoed. stat. A.B. 1-11.00.04 - Wedden en vergoed. nt-stat. Totalen voor het programma 24-55-0 55

1 850 017

1 850 017 1 866 819

lim

462 504

- 85 + 72 + 305 + 493 + 52 + 19 086 + 12 + 19 935 482 439 486 743

26,1 26,1

0 Bestaansmiddelen

2 Gehandicapten Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.01 - Aankoop nt-duur. goed., dienst A.B. 1-12.11.03 - Groen nummer A.B. 1-12.11.10 - Geschillen A.B. 1-12.11.33 - Administratiekosten A.B. 1-12.21.01 - Werkingsuitgaven RVP A.B. 2-34.31.06 - Betaling aan de minder-validen A.B. 3-12.11.01 - Parkeerkaarten,getuigschriften


Totalen voor het programma 24-55-2 Totalen voor de organisatieafdeling 24-55 AFDELING 57 DG BELEIDSONDERSTEUNING 57


2 473 769 3 242

821

lim lim lim

13

3

lim

3 255

- 69 + 65 - 4 820

25,2

lim lim lim lim

1 123

280

24,9

lim 57

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Wedden en vergoed. statut. A.B. 1-11.00.04 - Wedden en vergoed. nt-stat. Totalen voor het programma 24-57-0

57 334

lim

83

0 Bestaansmiddelen

334

+ 11 + 8 + 19 102

30,5

lim lim lim lim

106 4 818

26 1 228

24,5 25,5

lim 57 lim

1 Studies 2 Staten-Generaal van het gezin Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-12.11.10 - Uitg. Staten Gen. Gezin Totalen voor het programma 24-57-2 3 Internationale betrekkingen Totalen voor de organisatieafdeling 24-57

274

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 58 DG POLITIQUE SOCIALE 58

0 Subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Traitements statutaires B.A. 1-11.00.04 - Traitements non statutaires Totaux pour le programme 24-58-0

lim lim lim

2 577 339 2 916

738

lim

105

26

lim lim lim lim

3 021

+ 86 + 24 + 110 874

28,9

58

1 Etudes

lim

51

12

23,5

58

2 Contentieux

lim

402

100

24,9

58

4 Dotations et subsides lim

8 403 658

2 100 914


8 403 658

- 16 + 445 + 148 + 547 420 - 158 719 + 26 784 + 122 + 82 + 416 266 2 517 180


lim

429 771

107 442

Suppléments/Compensations : B.A. 1-34.31.08 - Garantie revenus pers âgées Totaux pour le programme 24-58-6

lim lim

429 771

+ 39 516 146 958

lim

41 934

10 483

Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.31.50 - Office nat. d'alloc.familiales lim Totaux pour le programme 24-58-7 lim

41 934

+ 2 504 12 987

Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-03.10.02 - Rentes polonaises B.A. 2-42.20.04 - Secu soc marins- maladie B.A. 3-42.30.04 - Secu soc marins -invalidite B.A. 4-42.80.03 - Subv gobale Etat ONSS B.A. 4-42.80.04 - Dotation Gest.Glob.Sal.trajet B.A. 6-42.10.09 - Subvention OSSOM B.A. 7-42.30.05 - Pens. d'inval.ouvriers mineurs B.A. 8-42.40.01 - Dotation CSPM Branche Chômage Totaux pour le programme 24-58-4 58

58

6 Garantie de revenus aux personnes âgées

34,2

7 Prestations familiales Masse à 3/12èmes :

58

30,0

31,0

8 Cellule des commissaires du gouvernement Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03

lim

266

67


lim

15

3

Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Trait. et indemn. statutaires Totaux pour le programme 24-58-8 Totaux pour la division organique 24-58

lim lim lim

281 8 879 118

- 62 8 2 678 119

2,8 30,2

DOC 53

0555/001

275



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 58 DG SOCIAAL BELEID 58

0 Bestaansmiddelen Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

2 577 339 2 916

738

lim lim lim

105

26

lim

3 021

+ 86 + 24 + 110 874

28,9

lim lim lim lim

51

12

23,5

lim 58

1 Studies

402

100

24,9

lim 58

2 Geschillen

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Wedden en vergoed. statut. A.B. 1-11.00.04 - Wedden en vergoed. nt-stat. Totalen voor het programma 24-58-0

58 8 403 658

8 403 658

lim

2 100 914

- 16 + 445 + 148 + 547 420 - 158 719 + 26 784 + 122 + 82 + 416 266 2 517 180

30,0

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-03.10.02 - Poolse renten A.B. 2-42.20.04 - Sociale Zeker. zeevar.-ziekte A.B. 3-42.30.04 - Soc Zeker zeevar-invaliditeit A.B. 4-42.80.03 - Globale rijkstoelage-RSZ A.B. 4-42.80.04 - Dotatie Globaal Beh.WN.traject A.B. 6-42.10.09 - Toelage DOSZ A.B. 7-42.30.05 - Invaliditeitspens. mijnwerk. A.B. 8-42.40.01 - Dotatie HVKZ Tak Werkloosheid



429 771

107 442

lim

429 771

+ 39 516 146 958

lim lim

34,2

10 483

lim

41 934

+ 2 504 12 987

lim lim

31,0

6 Inkomensgarantie voor ouderen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-34.31.08 - Inkomensgarantie voor ouderen Totalen voor het programma 24-58-6

58 41 934

4 Dotaties en toelagen

7 Kinderbijslagen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.31.50 - Rijksdienst voor kinderbijslag Totalen voor het programma 24-58-7

58

8 Cel van de regeringscommissarissen

266

67

lim


15

3

lim

Massa aan 3/12den :

281 8 879 118

- 62 8 2 678 119

lim lim lim

2,8 30,2

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - wedde en vergoed statutairen Totalen voor het programma 24-58-8 Totalen voor de organisatieafdeling 24-58

276

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 59 DG VICTIMES DE GUERRE 59

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Trait. et indem. statutaires B.A. 1-11.00.04 - Trait. et indem. non-stat. B.A. 2-12.11.20 - Frais pour archivage Totaux pour le programme 24-59-0

59

lim lim lim

919 562 1 481

375

lim

67

16

lim lim lim lim lim

1 548

- 51 - 40 — - 91 300

lim

75 490

18 872

75 490

— — — 18 872

25,0

202 77 240 12 407 446

50 19 222 3 683 001

24,8 24,9 29,7

1 Victimes de guerre Masse à 3/12èmes :

Suppléments/Compensations : B.A. 1-33.00.30 - Subsides à l'action sociale lim B.A. 2-41.40.35 - Institut nat. invalides guerre lim lim Totaux pour le programme 24-59-1 lim 59

19,4

2 Allocations familiales Totaux pour la division organique 24-59 TOTAUX POUR LE BUDGET 24

lim lim lim

DOC 53

0555/001

277



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 59 DG OORLOGSSLACHTOFFERS 59


919 562 1 481

375

lim lim lim

67

16

lim

1 548

- 51 - 40 + 9 - 82 309

lim lim lim lim lim

75 490

18 872

lim

75 490

+ 12 + 3 439 + 3 451 22 323

29,6

lim lim lim lim

202 77 240 12 407 426

50 22 682 3 685 329

24,8 29,4 29,7

lim 59 lim lim

20,0

0 Bestaansmiddelen

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Wedden en vergoed. stat. A.B. 1-11.00.04 - Wedden en vergoed. nt-stat. A.B. 2-12.11.20 - Kosten archievering Totalen voor het programma 24-59-0 59

1 Oorlogsslachtoffers Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-33.00.30 - Toelagen sociale actie A.B. 2-41.40.35 - Nat.Instituut oorlogsinvaliden Totalen voor het programma 24-59-1 2 Kinderbijslagen Totalen voor de organisatieafdeling 24-59 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 24

278

DOC 53

0555/001

25 SPF SANTE PUBLIQUE, SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE ET ENVIRONNEMENT (en milliers d'euros) Crédits d'engagement - Vastleggingskredieten DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 01 ORGANES STRATEGIQUES DU MINISTRE DU CLIMAT ET DE L'ENERGIE 01


lim lim lim lim

216 2 017 253 2 486

633

lim

401

100

lim lim lim

- 7 - 1 - 8

lim

2 887

725

lim lim lim

3 357 1 118 4 475

1 133

lim lim

2 504 6 979

626 1 759

lim lim lim

2 140 920 3 060

774

lim

917

229

Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.11.04 - Dépenses de fonct.informatique lim Totaux pour le programme 25-21-1 lim

3 977

+ 100 1 103

lim lim lim

1 621 102 1 723

436

lim

3 665

916


5 388

+ 794 2 146

25,1


0 Services du Président Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 25-21-0

21

1 Service P&O Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes :

21

25,2

27,7

2 Service ICT Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes :

39,8

DOC 53

0555/001

279

25 FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Crédits de liquidation - Vereffeningskredieten ORGANISATIEAFDELINGEN

(in duizendtallen euro) Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 01 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN ENERGIE 01 216 2 017 253 2 486

633

lim lim lim lim

401

100

lim

- 7 - 1 - 8

lim lim lim

2 887

725

25,1


lim


1 133

2 504 6 979

626 1 759


lim lim lim 25,2

lim lim


2 140 920 3 060

774

lim lim lim

917

229

lim

3 977

+ 25 1 028

25,8

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.04 - Werkingskosten informatica Totalen voor het programma 25-21-1 21

436

lim lim lim

3 665

916

lim

5 388

+ 569 1 921

lim lim

35,7

1 Stafdienst P&O Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

lim lim

1 621 102 1 723

0 Diensten van de Voorzitter

2 Stafdienst ICT Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.04 - Werkingskosteninformatica Totalen voor het programma 25-21-2

280

DOC 53

0555/001


Rubriques

(1)

(2)

21

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

3 Service B&Cg - Logistique Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04

lim lim lim

2 031 2 319 4 350

1 101

lim

716

179

Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.11.04 - Dépenses de fonct.informatique lim Totaux pour le programme 25-21-3 lim Totaux pour la division organique 25-21 lim

5 066 21 410

+ 200 1 480 6 488

29,2 30,3


DIVISION 40 SERVICES GENERAUX 40

0 Service social

lim

3 994

998

25,0

40

1 Services logistiques Totaux pour la division organique 25-40

lim lim

4 819 8 813

1 204 2 202

25,0 25,0

lim lim lim

4 936 2 157 7 093

1 796

lim lim

2 581 9 674

645 2 441

25,2

DIVISION 51 DG1-ETABLISSEMENTS DE SOINS 51


51

1 Financement des établissements de soins

lim

2 391

597

25,0

51

2 Datamanagement

lim

1 812

453

25,0

51

3 Politique soins aigus et chroniques

lim fon

1 701 5 722

425 1 430

25,0 25,0

51

4 Politique soins psychosociaux

lim

6 061

1 515

25,0

51

5 Droits du patient

lim

98

24

24,5

51

6 Subsides à des organisations

lim

93

23

24,7

51

7 Commissions lim lim lim

140 83 223

56

lim lim

68 291

17 73

25,1

lim lim fon

1 221 23 342 5 722

305 5 856 1 430

25,0 25,1 25,0

Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 2-11.00.03 B.A. 3-11.00.03 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 25-51-7 51

8 Dotations Totaux pour la division organique 25-51

DOC 53

0555/001

281



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

21 2 031 2 319 4 350

1 101

lim lim lim

716

179

lim

5 066 21 410

+ 40 1 320 6 028

lim lim lim

26,1 28,2

3 Stafdienst B&Bc - Logistiek Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.04 - Werkingskosten informatica Totalen voor het programma 25-21-3 Totalen voor de organisatieafdeling 25-21 AFDELING 40 ALGEMENE DIENSTEN

3 994

998

25,0

lim 40

0 Sociale dienst

4 819 8 813

1 204 2 202

25,0 25,0

lim 40 lim

1 Logistieke diensten Totalen voor de organisatieafdeling 25-40 AFDELING 51 DG1-GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN

51


lim lim lim

4 936 2 157 7 093

1 796

2 581 9 674

645 2 441

25,2

lim lim

2 391

597

25,0

lim 51

1 Financiering gezondheidszorgvoorzieningen

1 812

453

25,0

lim 51

2 Datamanagement

1 701 7 356

425 1 839

25,0 25,0

lim 51 fon

3 Acute, chronische ouderenzorg

6 061

1 515

25,0

lim 51

4 Psychosociale Gezondheidszorg

98

24

24,5

lim 51

5 Patiëntenrechten

93

23

24,7

lim 51

6 Toelagen aan organisaties


51 lim lim lim

140 83 223

56

68 291

17 73

25,1

lim lim

1 221 23 342 7 356

305 5 856 1 839

25,0 25,1 25,0

lim 51 lim fon

7 Commissies Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 2-11.00.03 A.B. 3-11.00.03 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 25-51-7 8 Dotaties Totalen voor de organisatieafdeling 25-51

282

DOC 53

0555/001


Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 52 DG2-SOINS DE SANTE PRIMAIRES ET GESTION DE CRISE 52


lim lim lim

5 282 1 349 6 631

1 679

lim

2 304

576


8 935

+ 340 2 595

29,0


52

1 Soins de santé de base

lim

2 785

696

25,0

52

2 Gestion de crise

lim

9 628

2 407

25,0

52

3 Bioterrorisme et pandémie lim

142

35

Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.11.01 - Achat vaccins anti-pandémiques lim Totaux pour le programme 25-52-3 lim Totaux pour la division organique 25-52 lim

142 21 490

35 5 733

lim lim lim

7 193 2 684 9 877

2 501

lim lim

1 712 11 589

428 2 929

25,3

lim lim

16 621 28 210

4 155 7 084

25,0 25,1

lim lim lim

5 139 1 576 6 715

1 700

lim lim

976 7 691

244 1 944

25,3

lim

240

60

25,0


lim

57

14


lim lim

57

- 14 —


— 24,6 26,7

DIVISION 53 MEDEX 53


53

1 Expertises médicales Totaux pour la division organique 25-53 DIVISION 54 DG4 - ANIMAUX, PLANTES ET ALIMENTATION

54


54

1 Stratégie sanitaire

54

2 Bien-être animal - CITES

—

DOC 53

0555/001

283



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 52 DG2-BASISGEZONDHEIDSZORGEN EN CRISISBEHEER 52 5 282 1 349 6 631

1 679

lim lim lim

2 269

567

lim

0 Bestaanmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.04 - Modernisering, informatica, we Totalen voor het programma 25-52-0

8 900

+ 85 2 331

26,2

lim lim

2 836

709

25,0

lim 52

1 Basisgezondheidszorg

9 682

2 420

25,0

lim 52

2 Crisisbeheer

52 44 898

11 224

lim

44 898 66 316

- 11 189 35 5 495

lim lim lim

0,1 8,3

3 Bioterrorisme en pandemie Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.01 - Aankoop antipandemische vaccin Totalen voor het programma 25-52-3 Totalen voor de organisatieafdeling 25-52 AFDELING 53 MEDEX

53


lim lim lim

7 193 2 684 9 877

2 501

1 712 11 589

428 2 929

25,3

lim lim

16 621 28 210

4 155 7 084

25,0 25,1

lim 53 lim

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 25-53-0 1 Medische expertises Totalen voor de organisatieafdeling 25-53 AFDELING 54 DG4-DIEREN, PLANTEN EN VOEDING 54


lim lim lim

5 139 1 576 6 715

1 700

976 7 691

244 1 944

25,3

lim lim

240

60

25,0

lim 54


54 57

57

lim

14

- 14 —

—

lim lim


1 Sanitair beleid 2 Dierenwelzijn - CITES Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 25-54-2

284

DOC 53

0555/001


Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

54

3 Alimentation et APC

lim

1 305

326

25,0

54

4 Inspection

lim

127

31

24,4

54

5 Dotation AFSCA Totaux pour la division organique 25-54

lim lim

107 856 117 276

26 964 29 325

25,0 25,0

lim lim lim

4 569 1 260 5 829

1 476

lim

1 521

380


7 350

— — — — — — — — — 1 856

lim

1 424

356


1 424

— — — — — — 356

fon fon fon

1 459 77 1 536

388

fon fon

2 701 4 237

675 1 063

lim

1 029

257

1 029

+ 115 — + 115 372

DIVISION 55 DG5-ENVIRONNEMENT 55

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-12.11.01 - Frais de fonctionnement activi B.A. 2-12.11.04 - Dépenses de fonct informatique B.A. 2-12.11.10 - Contrats Smals B.A. 2-31.32.01 - Subsides fonds d'épargne énerg B.A. 2-31.32.02 - Subsides projets écologiques B.A. 2-51.11.01 - Subsides projets écologiques B.A. 2-74.22.01 - Dépenses patrimoniales enviro B.A. 2-74.22.04 - Investissements informatiques Totaux pour le programme 25-55-0

55

1 Affaires multilatérales et stratégiques Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.01 - Frais de B.A. 1-33.00.01 - Subsides B.A. 1-35.40.01 - Subsides B.A. 1-41.30.01 - Subsides B.A. 1-45.23.01 - Subsides

fontionnement activit assoc/organ finan ONG fontion contr org int assoc/org sect public aux universités

Totaux pour le programme 25-55-1 55

25,0

2 Changements climatiques (KYOTO) Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 25-55-2

55

25,3

25,1

3 Normes des produits Masse à 3/12èmes :

Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.01 - Frais de fonctionnement activi lim B.A. 1-31.32.01 - Subsides associations/organisa lim lim Totaux pour le programme 25-55-3 lim

36,2

DOC 53

0555/001

285



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

Programma's

ks

(9)

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

1 305

326

25,0

lim 54

3 Voeding en ACP

127

31

24,4

lim 54

4 Inspectie

107 856 117 276

26 964 29 325

25,0 25,0

lim 54 lim

5 Dotatie FAVV Totalen voor de organisatieafdeling 25-54 AFDELING 55 DG5-LEEFMILIEU

55 4 569 1 260 5 829

1 476

lim lim lim

1 540

385

lim

7 369

+ 41 + 56 + 48 - 250 - 5 + 6 + 4 + 20 - 80 1 781


24,2

Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-12.11.01 - Werkingskosten en activiteiten A.B. 2-12.11.04 - Werkingskosten informatica A.B. 2-12.11.10 - Contract MvM A.B. 2-31.32.01 - Toelagen energiebesparingsfond A.B. 2-31.32.02 - Toelagen milieuvrien projecten A.B. 2-51.11.01 - Toelagen milieuvrien projecten A.B. 2-74.22.01 - Vermogensuitgaven leefmilieu A.B. 2-74.22.04 - Investeringen informatica Totalen voor het programma 25-55-0 55

1 417

354

lim

1 417

+ 28 + 69 - 18 - 3 + 2 + 78 432


30,5

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.01 - Werkingskosten en activiteiten A.B. 1-33.00.01 - Toelagen verenigingen-organisa A.B. 1-35.40.01 - Deelname internat org Leefmili A.B. 1-41.30.01 - Toelagen verenigingen-organisa A.B. 1-45.23.01 - Toelagen aan universiteiten Totalen voor het programma 25-55-1

388 845 1 233

1 029

257

lim

1 029

+ 10 + 2 + 12 269

lim lim lim lim

25,1

fon fon


26,1

2 Klimaatwijziging (KYOTO) Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

fon fon fon

3 380 4 916

1 Multilaterale en strategische zaken Massa aan 3/12den :

55 1 459 77 1 536


3 Productbeleid Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.01 - Aankoop niet-duurzame goederen A.B. 1-31.32.01 - Toelagen verenigingen-organisa Totalen voor het programma 25-55-3

286

DOC 53

0555/001


Rubriques

(1)

(2)

55

55

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

lim lim lim

176 301 477

120

lim lim

287 764

71 191


lim

1 507

376


lim lim

1 507

- 40 336


lim

460

115


lim lim

460

- 115 —

lim

646

161

Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.01 - Frais de fonctionnement activi lim Totaux pour le programme 25-55-7 lim Totaux pour la division organique 25-55 lim fon

646 13 180 4 237

+ 40 201 3 312 1 063

31,1 25,1 25,1

lim

412

103

25,0

lim lim lim

1 030 534 1 564

396

lim lim

10 212 11 776

2 553 2 949

lim lim lim lim

9 579 2 695 89 12 363

3 130

lim lim

6 034 18 397

1 508 4 638


55

(3)

Ajustés

4 Conseil Fédéral Développement Durable (CFDD) Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04

55

sc

25,0

5 Milieu Marin

22,3

6 Maîtrise de risques

—

7 Inspection Masse à 3/12èmes :

DIVISION 56 POLITIQUE SCIENTIFIQUE 56

1 Recherche nationale

56

2 Conseil supérieur de la Santé Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 25-56-2

56

25,0

3 Institut scientifique de la Santé publique (ISP) Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 3-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 25-56-3

25,2

DOC 53

0555/001

287



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

55 176 301 477

120

287 764

71 191


lim lim lim 25,0

lim lim


1 537

1 537

lim

384

— 384

25,0

Massa aan 3/12den :

lim lim

513

lim

128

- 10 118

23,0

Massa aan 3/12den :

lim lim

711 13 340 4 916

lim

177

— 177 3 352 1 233

24,9 25,1 25,1

6 Risicobeheersing

Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 25-55-6 55

711

5 Mariene milieu


513

4 Federale Raad Duurzame Ontwikkeling (FRDO)

7 Inspectie Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.01 - Werkingskosten en activiteiten Totalen voor het programma 25-55-7 Totalen voor de organisatieafdeling 25-55

lim lim lim fon

AFDELING 56 WETENSCHAPSBELEID 412

103

25,0

lim 56 56

1 030 534 1 564

396

10 212 11 776

2 553 2 949

lim lim


9 579 2 695 89 12 363

3 130

5 964 18 327

1 491 4 621


lim lim

2 Hoge Gezondheidsraad Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04

lim lim lim 25,0

1 Research nationaal

3 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 3-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 25-56-3

288

DOC 53

0555/001


Rubriques

(1)

(2)

56

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Centre d'études et de recherches vétérinaires et agrochimiques (CERVA) Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 25-56-4 Totaux pour la division organique 25-56

lim lim lim

4 140 956 5 096

1 290

lim lim lim

2 151 7 247 37 832

537 1 827 9 517

lim

—

25,2 25,2

DIVISION 57 CHARGES DU PASSE 57

1 Charges du passé

—

—

DIVISION 58 SPP DEVELOPPEMENT DURABLE 58


lim lim lim

659 381 1 040

263

lim lim

204 1 244

51 314

25,2

lim

11 726

2 931

25,0


lim

12 152

3 038

Suppléments/Compensations : B.A. 1-01.00.01 - Provis investiss économiseurs Totaux pour le programme 25-58-2 Totaux pour la division organique 25-58

lim lim lim

12 152 25 122

- 2 309 729 3 974

6,0 15,8

lim lim fon

19 010 318 572 9 959

4 752 78 968 2 493

25,0 24,8 25,0


1 Développement durable

58

2 Dépenses économiseurs d'énergie

DIVISION 59 ACENCE FEDERALE DES MEDICAMENTS ET DES PRODUITS DE SANTE 59

0 AFMPS TOTAUX POUR LE BUDGET 25

DOC 53

0555/001

289



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

56

4 140 956 5 096

1 290

2 151 7 247 37 762

537 1 827 9 500



4 Centrum voor onderzoek in dierengeneeskunde en agrochemie (CODA)

lim lim lim

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 25-56-4 Totalen voor de organisatieafdeling 25-56 AFDELING 57 LASTEN VAN HET VERLEDEN

1

—

—

lim 57

1 Lasten van het verleden AFDELING 58 POD DUURZAME ONTWIKKELING

58


lim lim lim

659 381 1 040

263

204 1 244

51 314

25,2

lim lim

11 726

2 931

25,0

lim 58


58 2 917

729

lim

2 917 15 887

— 729 3 974

lim lim lim

25,0 25,0

0 Bestaansmiddelen

1 Duurzame ontwikkeling 2 Energiebesparende uitgaven Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-01.00.01 - Prov energiebesparende invest Totalen voor het programma 25-58-2 Totalen voor de organisatieafdeling 25-58 AFDELING 59 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELEN EN GEZONDHEIDSVOORZIENINGEN

19 010 354 254 12 272

4 752 78 293 3 072

25,0 22,1 25,0

lim 59 lim fon

0 FAGG TOTALEN VOOR DE BEGROTING 25

290

DOC 53

32 SPF ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 02 ORGANES STRATEGIQUES DE LA MINISTRE DES P.M.E., DES INDEPENDANTS, DE L'AGRICULTURE ET DE LA POLITIQUE SCIENTIFIQUE 02


lim lim lim lim

216 2 633 350 3 199

815

lim

488

122

lim lim lim

- 9 - 2 - 11

lim

3 687

926

lim lim lim lim

235 1 960 330 2 525

643

lim

325

81

25,1

DIVISION 03 ORGANES STRATEGIQUES DU MINISTRE POUR L'ENTREPRISE ET LA SIMPLIFICATION 03


lim lim lim

- 7 - 1 - 8

lim

2 850

716

lim lim lim

18 435 8 094 26 529

6 718

lim lim

85 26 614

21 6 739

25,3

25,1



21

1 Aide à tous les départements.

lim

402

100

24,9

21

2 Aide logistique pour tout le Département

lim

15 968

3 992

25,0

DOC 53

0555/001

291

32 FOD ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 02 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VAN K.M.O.'s, ZELFSTANDIGEN, LANDBOUW EN WETENSCHAPSBELEID

02 216 2 633 350 3 199

815

lim lim lim lim

488

122

lim

- 9 - 2 - 11

lim lim lim

3 687

926

25,1


lim

AFDELING 03 BELEIDSORGANEN VAN DE MINISTER VOOR ONDERNEMEN EN VEREENVOUDIGEN 03 235 1 960 330 2 525

643

lim lim lim lim

325

81

lim

- 7 - 1 - 8

lim lim lim

2 850

716

25,1


lim

AFDELING 21 BEHEERSORGANEN 21 lim lim lim


18 435 8 094 26 529

6 718

85 26 614

21 6 739

25,3

lim lim

402

100

24,9

lim 21

1 Dienstverlening voor alle departementen.

15 921

3 980

25,0

lim 21

2 Logistieke ondersteuning departement


292

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

21

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

3 Traitement de l'information (ICT) Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04

lim lim lim

8 237 627 8 864

2 244


lim

18 174

4 543

Suppléments/Compensations : B.A. 0-12.11.04 - Fonctionnement informatique Totaux pour le programme 32-21-3

lim lim

27 038

+ 3 051 9 838

36,4

21

4 Subventions à des organismes externes

lim

4 975

1 243

25,0

21

5 Service d'encadrement Communication Totaux pour la division organique 32-21

lim lim

1 252 76 249

313 22 225

25,0 29,1

lim lim lim

2 128 230 2 358

597

lim lim

140 2 498

35 632

lim lim lim

1 741 88 1 829

463

lim lim lim

151 1 980 4 478

37 500 1 132

lim lim lim lim

3 025 1 609 150 4 784

1 211

lim lim

901 5 685

225 1 436

DIVISION 41 ADMINISTRATION DE LA CONCURRENCE 41

0 Service de la Concurrence Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 32-41-0

41

25,3

1 Conseil de la Concurrence Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 32-41-1 Totaux pour la division organique 32-41

25,3 25,3

DIVISION 42 ADMINISTRATION DE L'ENERGIE 42


42

42

42

25,3

1 Contrôle de la qualité des produits pétroliers Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04

fon

334

84


fon fon

3 069 3 403

767 851

25,0

2 Amélioration des conditions de vie et de sécurité de la population, notamment par la transposition de directives européennes

lim

477

119

24,9

3 Financement du passif nucléaire

lim

13 438

3 359

25,0

DOC 53

0555/001

293



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

21

3 Informatieverwerking (ICT) Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04

8 237 627 8 864

2 244

lim lim lim

18 174

4 543

lim

27 038

+ 3 051 9 838

36,4

lim lim

4 975

1 243

25,0

lim 21

4 Toelagen aan externe organismen

1 252 76 202

313 22 213

25,0 29,2

lim 21 lim

5 Stafdienst Communicatie Totalen voor de organisatieafdeling 32-21

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-12.11.04 - Informatica - werking Totalen voor het programma 32-21-3

AFDELING 41 BESTUUR MEDEDINGING 41 2 128 230 2 358

597

140 2 498

35 632


lim lim lim 25,3

lim lim


1 741 88 1 829

463

151 1 980 4 478

37 500 1 132

1 Raad van de Mededinging Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04


0 Dienst voor de Mededinging

lim lim lim

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 32-41-1 Totalen voor de organisatieafdeling 32-41 AFDELING 42 BESTUUR ENERGIE 42

3 025 1 609 150 4 784

1 211

901 5 685

225 1 436



lim lim


334

84

3 069 3 403

767 851

1 Controle van de kwaliteit van aardolieproducten Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

fon 25,0


fon fon


477

119

24,9

lim

2 Verbetering levensomstandigheden en veiligheid bevolking met name door de omzetting van Europese richtlijnen

5 559

1 389

25,0

lim 42

3 Financiering van het nucleair passief

294

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

42

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Fonds social mazout Masse à 3/12èmes :

lim

56 533

14 133


lim lim

56 533

- 6 633 7 500

13,3

42

5 Subventions à des organismes externes

lim

77 039

19 259

25,0

42

6 Etudes sur l'énergie

lim

402

100

24,9

42

8 Contribution de la Belgique aux activités à l'Entreprise Commune pour ITER (International Thermonuclear Experimental Reactor) et d'autres activités de fusion. Totaux pour la division organique 32-42

lim lim fon

2 172 155 746 3 403

543 32 316 851

25,0 20,7 25,0

lim lim lim

3 342 1 329 4 671

1 182

lim lim

372 5 043

93 1 275


lim

3 795

948


lim lim lim

3 795 8 838

- 699 249 1 524

lim lim lim

7 412 1 681 9 093

2 302

lim lim

597 9 690

149 2 451

25,3

DIVISION 43 REGULATION ET ORGANISATION DU MARCHE 43

0 Programme de subsistance. Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 32-43-0

43

25,3

3 Protection du droit de propriété intellectuelle

6,6 17,2

DIVISION 44 POTENTIEL ECONOMIQUE 44


44

1 Politique agricole

lim

13 107

3 276

25,0

44

2 Actions du Fonds Agricole

fon

2 807

701

25,0

44

3 Politique structurelle agricole

lim

951

237

24,9

44

4 Programme de recherche

lim

44

5 Banque Carrefour des Entreprises

fon

600

150

25,0

44

6 Subventions a des organismes externes

lim

73

18

24,7

—

—

—

DOC 53

0555/001

295



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

42

4 Sociaal stookoliefonds

56 533

14 133

lim

Massa aan 3/12den :

56 533

- 6 633 7 500

13,3

lim lim

77 463

19 365

25,0

lim 42

5 Toelagen aan externe organismen

402

100

24,9

lim 42

6 Energiestudies


42 2 172 148 291 3 403

543 30 452 851

25,0 20,5 25,0

lim lim fon

8 Bijdrage van België aan de activiteiten met betrekking tot de Gezamenlijke Onderneming voor ITER (International Thermonuclear Experimental Reactor) en andere fusie activiteiten. Totalen voor de organisatieafdeling 32-42 AFDELING 43 REGULERING EN ORGANISATIE VAN DE MARKT

43


lim lim lim

3 342 1 329 4 671

1 182

372 5 043

93 1 275

1 492

373

lim

1 492 6 535

- 124 249 1 524

lim lim lim

25,3

lim lim


16,7 23,3

0 Bestaansmiddelenprogramma.

3 Bescherming intellectueel eigendomsrecht Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 32-43-3 Totalen voor de organisatieafdeling 32-43 AFDELING 44 ECONOMISCH POTENTIEEL

44 lim lim lim


7 412 1 681 9 093

2 302

597 9 690

149 2 451

25,3

lim lim

13 107

3 276

25,0

lim 44

1 Landbouwbeleid

2 807

701

25,0

fon 44

2 Acties van het Landbouwfonds

960

240

25,0

lim 44

3 Landbouwstructuurbeleid

27 740

6 935

25,0

lim 44

4 Onderzoeksprogramma

600

150

25,0

fon 44

5 Kruispuntbank Ondernemingen

73

18

24,7

lim 44

6 Toelage aan externe organismen


296

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

44

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

7 Distributions et expositions Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.04

fon

35

8

lim lim fon lim fon

2 512 2 512 35 26 333 3 442

628 628 8 6 610 859

lim lim lim

3 655 594 4 249

1 076

lim lim

571 4 820

142 1 218

25,3

lim lim

3 543 8 363

885 2 103

25,0 25,1

lim lim lim

11 230 1 803 13 033

3 300

lim lim

2 609 15 642

652 3 952


fon

370

93


fon fon

1 410 1 780

352 445


fon

145

36


fon fon

708 853

177 213


fon

250

63


fon fon

75 325

18 81


25,0 22,9 25,1 25,0

DIVISION 45 ADMINISTRATION DE LA POLITIQUE P.M.E. 45


45

1 Subventions aux organismes externes et dépenses diverses. Totaux pour la division organique 32-45 DIVISION 46 ADMINISTRATION DE LA QUALITE ET DE LA SECURITE

46


46

46

46

25,3

1 Application du système fédéral d'accréditation et de certification

25,0

2 Application de la législation sur le Plateau Continental

25,0

3 Application de la législation sur les jeux de hasard.

24,9

DOC 53

0555/001

297



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

44 35

8

2 512 2 512 35 54 082 3 442

628 628 8 13 548 859


fon 25,0 22,9 25,1 25,0

7 Distributie en tentoonstellingen

lim lim fon lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 32-44-7 Totalen voor de organisatieafdeling 32-44 AFDELING 45 ADMINISTRATIE KMO-BELEID 45


lim lim lim

3 655 594 4 249

1 076

571 4 820

142 1 218

25,3

lim lim

3 543 8 363

885 2 103

25,0 25,1

lim lim



1 Toelagen aan externe organismen en diverse uitgaven Totalen voor de organisatieafdeling 32-45 AFDELING 46 BESTUUR KWALITEIT EN VEILIGHEID

46 11 230 1 803 13 033

3 300

2 620 15 653

655 3 955


lim lim lim 25,3

lim lim


370

93

1 410 1 780

352 445

fon fon


145

36

708 853

177 213

fon fon


250

63

75 325

18 81

fon 24,9

fon fon

2 Toepassing van de wetgeving inzake het Continentaal Plat Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

fon 25,0

1 Toepassing van het federaal accreditatie- en certificatiesysteem Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

fon 25,0


3 Toepassing van de wetgeving op de kansspelen. Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 32-46-3

298

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

46

sc

(3)


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Subventions à des organismes externes Masse à 3/12èmes :

lim

273

68

273

+ 30 + 142 + 172 240

87,9

lim lim fon

7 356 23 271 2 958

1 839 6 031 739

25,0 25,9 25,0

lim lim lim

11 811 891 12 702

3 216

lim

1 727

431

lim

14 429

3 647

lim lim lim

17 242 3 662 20 904

5 293

lim lim

1 774 22 678

443 5 736

fon

1 398

354

lim fon lim fon

1 811 469 1 811 1 867

452 117 452 471

25,0 25,2

lim lim fon

10 24 499 1 867

2 6 190 471

20,0 25,3 25,2

lim

289

72

24,9


lim

1 923

480

Suppléments/Compensations : B.A. 0-33.00.02 - Subvention C.R.I.O.C. Totaux pour le programme 32-49-1

lim lim

1 923

+ 427 907

Suppléments/Compensations : B.A. 0-35.40.04 - Subvent. certific.et accrédit. lim B.A. 0-35.40.15 - Subv. organ. metrologiques int lim lim Totaux pour le programme 32-46-4 lim 46

0555/001

5 Normalisation Totaux pour la division organique 32-46 DIVISION 47 CONTROLE ET MEDIATION

47

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 32.47.0 et pour la division organique 32-47

25,3

DIVISION 48 STATISTIQUE ET INFORMATION ECONOMIQUE 48


48

1 Enquêtes occasionnelles Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 32-48-1

48

25,3

4 Subventions à des organismes externes Totaux pour la division organique 32-48 DIVISION 49 CONSOMMATION

49


49

1 Protection du droit à la consommation

47,2

DOC 53

0555/001

299



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

46 273

68

lim

273

+ 30 + 142 + 172 240

87,9

lim lim lim lim

7 356 23 282 2 958

1 839 6 034 739

25,0 25,9 25,0

lim 46 lim fon

4 Toelagen aan externe organismen Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-35.40.04 - Subsidie certific en accredit. A.B. 0-35.40.15 - Subs. int. metrologische inst Totalen voor het programma 32-46-4 5 Normalisatie Totalen voor de organisatieafdeling 32-46 AFDELING 47 CONTROLE EN BEMIDDELING

47 11 811 891 12 702

3 216

lim lim lim

1 727

431

lim

14 429

3 647

25,3

0 Bestaansmiddelenprogramma Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 32.47.0 en voor de organisatieafdeling 32-47

lim

AFDELING 48 STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE 48 17 242 3 662 20 904

5 293

1 774 22 678

443 5 736


lim lim lim 25,3


lim lim


1 Occasionele enquêtes Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

1 398

354

fon

1 811 469 1 811 1 867

452 117 452 471

25,0 25,2

lim fon lim fon

10 24 499 1 867

2 6 190 471

20,0 25,3 25,2

lim 48 lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 32-48-1 4 Toelagen aan externe organismen Totalen voor de organisatieafdeling 32-48 AFDELING 49 CONSUMENTENZAKEN

289

72

24,9

lim 49 49

1 923

480

lim

1 923

+ 427 907

lim lim

47,2

0 Bestaansmiddelenprogramma 1 Bescherming van het consumentenrecht Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-33.00.02 - Subsidie O.I.V.O. Totalen voor het programma 32-49-1

300

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

49

49

sc

(3)

0555/001


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

2 Lutte contre le surendettement Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.04

fon

130

32


fon fon

7 757 7 887

1 939 1 971

25,0

lim lim fon

395 2 607 7 887

98 1 077 1 971

24,8 41,3 25,0

lim

8 250

2 062

25,0

fon

10 000

2 500

25,0

lim lim fon

9 123 368 723 29 557

2 280 88 839 7 391

25,0 24,1 25,0

3 Subvention à des organismes externes. Totaux pour la division organique 32-49 DIVISION 50 AIDE A L'INDUSTRIE

50

1 Charbonnages. DIVISION 52 Mesures sociales Energie

52

1 Fonds de réductions forfaitaires pour le chauffage au gasoil de chauffage DIVISION 60 BUREAU FEDERAL DU PLAN

60

1 Dotation au Bureau fédéral du Plan TOTAUX POUR LE BUDGET 32

DOC 53

0555/001

301



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

49

2 Bestrijding van de overmatige schuldenlast Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.04

fon

130

32

7 757 7 887

1 939 1 971

25,0

fon fon

395 2 607 7 887

98 1 077 1 971

24,8 41,3 25,0

lim 49 lim fon

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 32-49-2 3 Toelagen aan externe organismen. Totalen voor de organisatieafdeling 32-49 AFDELING 50 HULP AAN DE NIJVERHEID

8 250

2 062

25,0

lim 50

1 Kolenmijnen. AFDELING 52 Sociale maatregelen Energie

52 10 000

2 500

25,0

fon

1 Fonds voor forfaitaire verminderingen voor verwarming met stookolie AFDELING 60 FEDERAAL PLANBUREAU

9 123 386 678 29 557

2 280 93 904 7 391

25,0 24,3 25,0

lim 60 lim fon

1 Dotatie aan het Federaal Planbureau TOTALEN VOOR DE BEGROTING 32

302

DOC 53

33 SPF MOBILITE ET TRANSPORTS DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 11 ORGANES STRATEGIQUES DU SECRETAIRE D'ETAT A LA MOBILITE, ADJOINT AU PREMIER MINISTRE 11


lim lim lim

206 855 1 061

360

lim

335

83

lim lim lim

- 5 - 1 - 6

lim

1 396

437

lim lim lim

12 266 3 388 15 654

5 284

lim

15 140

3 785


30 794

+ 26 — — + 64 - 64 - 202 - 300 - 476 8 593

27,9

lim

657

164

25,0

lim

22 720

5 680

22 720 54 171

- 30 - 97 - 127 5 553 14 310

31,3


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.40.05 - Service social B.A. 1-74.10.01 - Achats biens meubles durables B.A. 1-74.22.01 - Achats biens meubles durables B.A. 2-12.11.04 - Dépenses fonctionn. informat. B.A. 2-74.22.04 - Investissements informatiques B.A. 3-12.11.24 - ICT traçabilité véhicules B.A. 4-12.11.24 - Directive dir. véhic. lourds Totaux pour le programme 33-21-0

21 21

1 Etudes et actions en matière de Mobilité et de Transport 2 Expertise et support fonctionnels en Mobilité Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-12.11.21 - Etude intermodalité B.A. 1-31.22.01 - Promotion transport combiné Totaux pour le programme 33-21-2 Totaux pour la division organique 33-21

lim lim lim lim lim

24,4 26,4

DOC 53

0555/001

303

33 FOD MOBILITEIT EN VERVOER ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 11 BELEIDSORGANEN VAN DE STAATSSECRETARIS VOOR MOBILITEIT, TOEGEVOEGD AAN DE EERSTE MINISTER 11 206 855 1 061

360

lim lim lim

335

83

lim

- 5 - 1 - 6

lim lim lim

1 396

437

31,3


lim


5 284

lim lim lim

15 347

3 836

lim

31 001

+ 26 + 50 - 50 + 64 — - 130 - 11 - 51 9 069

29,3


657

164

25,0

lim

22 820

22 820 54 478

lim

5 705

- 30 - 422 - 452 5 253 14 486

23,0 26,6

lim lim lim lim lim

0 Leiding en beheer Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.40.05 - uitgaven sociaal dienstberoon A.B. 1-74.10.01 - aank. duurz. goed &diensten A.B. 1-74.22.01 - aank. duurz. goed &diensten A.B. 2-12.11.04 - werkingsuitgaven informatica A.B. 2-74.22.04 - invest. uitg. informatica A.B. 3-12.11.24 - ICT traceerbaar voertuigen A.B. 4-12.11.24 - Richtlijn rijbewijs zw. voertu Totalen voor het programma 33-21-0

21

1 Studies en acties inzake Mobiliteit en Vervoer

21

2 Functionele expertise en ondersteuning in Mobiliteit Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-12.11.21 - Studie intermodaliteit A.B. 1-31.22.01 - Promotie gecombineerd vervoer Totalen voor het programma 33-21-2 Totalen voor de organisatieafdeling 33-21

304

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 41 SERVICES GENERAUX. 41

5 Entreprises publiques. Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-31.22.03 - Paiement Poste charge imposée Totaux pour le programme 33.41.5 et pour la division organique 33-41

lim

324 424

lim

81 106

+ 249 388

lim

324 424

330 494

lim lim lim

8 539 388 8 927

3 013

lim lim

952 9 879

238 3 251

lim

2 918 019

729 504

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim

2 918 019

- 53 - 3 814 - 575 - 930 + 278 260 + 3 414 + 1 638 + 529 + 67 246 + 422 - 2 278 - 3 750 + 62 219 + 4 059 + 7 584 - 4 143 + 39 071 - 27 371 - 8 034 - 201 - 57 652 + 355 641 1 085 145


fon

234

78


fon fon

3 014 3 248

753 831

101,9

DIVISION 51 DIRECTION GENERALE TRANSPORT TERRESTRE 51


51

1 Transport ferroviaire Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-12.11.20 - Etudes et éval. transport rail B.A. 0-31.21.07 - Promotion transport public B.A. 0-31.21.12 - SNCB statut OMNIO B.A. 0-31.21.22 - SNCB GO-Pass B.A. 0-31.22.02 - Normalis. et compensat. tarif. B.A. 0-31.22.05 - RER coûts d'exploitation B.A. 0-31.22.09 - Compen TGV en trafic intérieur B.A. 0-31.22.13 - SNCB liaison Antwerpen-Noorder B.A. 0-31.22.51 - Infrabel : entretien, gestion B.A. 0-31.22.52 - Infrabel : RER entretien B.A. 0-31.22.53 - Infrabel : diabolo B.A. 0-31.22.95 - SNCB Holding : matériel RER B.A. 0-31.22.96 - SNCB Holding:gares et parkings B.A. 0-31.22.97 - SNCB Holding:formation personn B.A. 0-31.22.98 - SNCB Holding:sécurité, gardien B.A. 0-31.22.99 - SNCB Holding : TGV B.A. 1-51.11.01 - Partic. capital ent. pub. fer. B.A. 1-51.11.51 - Investissements Infrabel B.A. 1-51.11.99 - Investissements Holding B.A. 3-32.00.02 - Compensation charges acci trav B.A. 6-61.41.01 - Transfert Gen fonds Totaux pour le programme 33-51-1

51

32,9

37,2

2 Autorité de Sécurité

25,6

DOC 53

0555/001

305



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 41 ALGEMENE DIENSTEN. 41 324 424

324 424

81 106

lim

+ 249 388

lim

330 494

101,9

5 Overheidsbedrijven Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-31.22.03 - Betaling Post opgelegde last Totalen voor het programma 33.41.5 en voor de organisatieafdeling 33-41

lim

AFDELING 51 DIRECTORAAT-GENERAAL VERVOER TE LAND 51 8 539 388 8 927

3 013

952 9 879

238 3 251


lim lim lim 32,9

lim lim


2 909 882

2 909 882

lim

727 470

- 53 - 3 814 - 575 - 930 + 278 260 + 3 414 + 1 617 + 553 + 67 246 + 422 - 2 278 - 3 750 + 62 219 + 4 059 + 7 584 - 4 143 + 39 909 - 26 142 - 8 108 - 162 - 57 652 + 357 676 1 085 146

37,3

78

Massa aan 3/12den :

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim

3 014 3 248

753 831

fon 25,6

fon fon

1 Spoorwegvervoer

Supplementen/Compensaties : A.B. 0-12.11.20 - studies en eval. bed. spoor A.B. 0-31.21.07 - Maatregelen openbaar vervoer A.B. 0-31.21.12 - NMBS OMNIO statuut A.B. 0-31.21.22 - NMBS GO-Pass A.B. 0-31.22.02 - Normalis. en tariefcompensatie A.B. 0-31.22.05 - GEN exploitatiekosten A.B. 0-31.22.09 - Compen HST binnenlands vervoer A.B. 0-31.22.13 - NMBS verbin Antwerpen-Noord A.B. 0-31.22.51 - Infrabel : onderhoud, beheer A.B. 0-31.22.52 - Infrabel : GEN onderhoud A.B. 0-31.22.53 - Infrabel : diabolo A.B. 0-31.22.95 - NMBS Holding : GEN materieel A.B. 0-31.22.96 - NMBS Holding:stations en parki A.B. 0-31.22.97 - NMBS Holding: vorming personee A.B. 0-31.22.98 - NMBS Holding: veiligheid A.B. 0-31.22.99 - NMBS Holding : HST A.B. 1-51.11.01 - Deeln. kapitaal op. spoorbed. A.B. 1-51.11.51 - Investeringen Infrabel A.B. 1-51.11.99 - Investeringen Holding A.B. 3-32.00.02 - Compensatie lasten werkongev A.B. 6-61.41.01 - Transfert Gen fonds Totalen voor het programma 33-51-1 51

234


2 Veiligheidsinstantie Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.06 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 33-51-2

306

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

51

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

fon

376

126

lim fon

525 16

131 4

lim lim fon

525 392

- 131 — 130


lim

275

92


lim

961

240


lim lim

1 236

- 46 286

23,1


— 2 929 659 3 640

+ 41 + 5 + 46 46 1 088 728 961

— 37,2 26,4

lim lim lim lim

6 634 898 150 7 682

2 593

lim lim

2 632 10 314

658 3 251

lim

515

128

515

- 3 + 391 + 388 516

100,2

+ 4 900 4 900

—

Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 33-51-3

51


3 Organisme d'enquête sur les accidentsferroviaires Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.07

51

0555/001

— 33,2

4 Service de Médiation et de Traitement des Plaintes

5 Suppléments/Compensations : B.A. 0-11.00.17 B.A. 0-12.11.01 - achat biens non-durables Totaux pour le programme 33-51-5 Totaux pour la division organique 33-51 DIVISION 52 DIRECTION GENERALE TRANSPORT AERIEN

52

0 Programme de subsistance. Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 1-11.00.06 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 33-52-0

52

1 Régulation du trafic aérien et coopération internationale Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 4-35.40.02 - Stations météo - Montréal B.A. 4-35.40.03 - OACI & CEAC à Montréal Totaux pour le programme 33-52-1

52

31,5

lim lim lim lim

2 Belgocontrol Suppléments/Compensations : B.A. 0-81.11.01 - Avance récup. à Belgocontrol Totaux pour le programme 33-52-2

lim lim

—

DOC 53

0555/001

307



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

51 376

126

fon

525 16

131 4

lim fon

525 392

— 131 130

lim lim fon

25,0 33,2

3 Onderzoeksorgaan Spoorongevallen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.07 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 33-51-3

51

4 Ombuds- en Klachtendienst

275

92

lim


961

240

lim

Massa aan 3/12den :

1 236

- 46 286

lim lim

23,1


— 2 921 522 3 640

+ 41 + 5 + 46 46 1 088 860 961

— 37,3 26,4

5 Supplementen/Compensaties : A.B. 0-11.00.17 A.B. 0-12.11.01 - Aankoop niet-duurzame goederen


Totalen voor het programma 33-51-5 Totalen voor de organisatieafdeling 33-51 AFDELING 52 DIRECTORAAT-GENERAAL LUCHTVAART 52

6 634 898 150 7 682

2 593

2 476 10 158

619 3 212



lim lim


515

128

lim

515

- 3 + 391 + 388 516

lim lim lim lim

100,2

—

—

lim lim

1 Regeling van het luchtverkeer en internationale samenwerking Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 4-35.40.02 - Meteostations-Montreal A.B. 4-35.40.03 - ICAO & CEAC te Montreal Totalen voor het programma 33-52-1

52 + 4 900 4 900


2 Belgocontrol Supplementen/Compensaties : A.B. 0-81.11.01 - Terugv. voorschot aan Belgocon Totalen voor het programma 33-52-2

308

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

52

52


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

4 Aéroport de Bruxelles - National Masse à 3/12èmes :

lim

2 070

517


lim lim

2 070

- 492 25

fon fon fon fon fon fon

1 069 250 84 124 34 1 561

526


fon

2 856

714


fon fon

4 417

- 69 1 171

26,5

lim lim fon

35 12 934 4 417

8 8 700 1 171

22,9 67,3 26,5

lim lim lim lim

9 588 209 1 211 11 008

3 716


lim

1 423

355


lim lim

12 431

- 222 3 849


lim

308

77

Suppléments/Compensations : B.A. 2-35.40.03 - OMI - Londres contribution Totaux pour le programme 33-53-2 Totaux pour la division organique 33-53

lim lim lim

308 12 739

+ 189 266 4 115

1,2

5 Fonds pour le financement et l'amélioration des Moyens de Contrôle, d'Inspection et d'Enquête et des Programmes de Prévention de l'Aéronautique. Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.04 B.A. 3-11.00.03 B.A. 3-11.00.04

52

0555/001

7 Service de médiation Totaux pour la division organique 33-52 DIVISION 53 DIRECTION GENERALE TRANSPORT MARITIME

53

0 Programme de subsistance. Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 7-11.00.06

53

31,0

2 Marine marchande (conventions internationales, promotion et développement de la marine marchande et de la pêche maritime.)

86,4 32,3

DOC 53

0555/001

309



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

52 2 190

547

lim

2 190

- 512 35

lim lim

1,6

4 Luchthaven Brussel - Nationaal Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 33-52-4

52

5 Fonds voor de financiering en de Verbetering van de Controle-, Inspectie en Onderzoeksmiddelen van de Preventieprogramma's van de luchtvaart. Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.04 A.B. 3-11.00.03 A.B. 3-11.00.04

1 069 250 84 124 34 1 561

526

fon fon fon fon fon fon

2 856

714

fon

4 417

- 87 1 153

26,1

fon fon

35 12 898 4 417

8 8 671 1 153

22,9 67,2 26,1

lim 52 lim fon

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 33-52-5 7 Ombudsdienst Totalen voor de organisatieafdeling 33-52 AFDELING 53 DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEM VERVOER 53

9 588 209 1 211 11 008

3 716

lim lim lim lim

1 443

360

lim

12 451

- 222 3 854

lim lim

31,0

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 7-11.00.06 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 33-53-0 53

308

77

lim

308 12 759

+ 189 266 4 120

lim lim lim

86,4 32,3


2 Koopvaardij (internationale verdragen, bevordering en ontwikkeling van de koopvaardij en de vissersvloot.) Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-35.40.03 - IMO - Londen bijdrage Totalen voor het programma 33-53-2 Totalen voor de organisatieafdeling 33-53

310

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 54 SERVICE DE REGULATION DU TRANSPORT FERROVIAIRE ET DE L'EXPLOITATION DE L'AEROPORT DE BRUXELLESNATIONAL 54

1 Service de régulation du transport ferroviaire et et de l'exploitation de l'aéroport de BruxellesNational Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.07 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 33.54.1 et pour la division organique 33-54

fon

668

225

fon

164

41

fon

832

266

lim lim lim lim lim

10 090 1 883 248 429 12 650

4 270

lim lim

475 13 125

118 4 388

fon fon fon

4 468 1 570 6 038

2 038

lim fon

— 143 875

— 35 968

fon lim fon

— 149 913

- 506 — 37 500

fon lim

104 316

35 106

lim fon

9 245 1 250

2 311 312

lim lim fon lim fon

9 561 1 354 22 686 151 267

- 451 1 966 347 6 354 37 847

32,0

DIVISION 56 DIRECTION GENERALE MOBILITE ET SECURITE ROUTIERE 56

0 Programme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 1-11.00.06 B.A. 1-11.00.07 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 33-56-0

56

2 Direction infrastructure de transport. Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 2-11.00.03 B.A. 2-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 33-56-2

56

33,4

— 25,0

4 Organisation et sécurité du transport privé par route. Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 4-11.00.03 B.A. 5-11.00.06 Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 33-56-4 Totaux pour la division organique 33-56

20,6 25,6 28,0 25,0

DOC 53

0555/001

311



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 54 DIENST REGULERING VAN HET SPOORWEGVERVOER EN VAN DE EXPLOITATIE VAN DE LUCHTHAVEN BRUSSEL-NATIONAAL

54

668

225

fon

164

41

fon

832

266

32,0

1 Dienst regulering van het spoorwegvervoer en van de exploitatie van de luchthaven Brussel-Nationaal Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.07 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 33.54.1 en voor de organisatieafdeling 33-54

fon

AFDELING 56 DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERKEERSVEILIGHEID 56 10 090 1 883 248 429 12 650

4 270

490 13 140

122 4 392

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 1-11.00.06 A.B. 1-11.00.07

lim lim lim lim lim 33,4

lim lim


4 468 1 570 6 038

2 038

fon fon fon

506 143 962

126 35 990

lim fon

506 150 000

- 528 126 37 500

fon lim fon

24,9 25,0

35 106

fon lim

9 245 1 250

2 311 312

lim fon

9 561 1 354 23 207 151 354

- 549 1 868 347 6 386 37 847

lim lim fon lim fon

19,5 25,6 27,5 25,0

2 Directie vervoerinfrastructuur. Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 2-11.00.03 A.B. 2-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 33-56-2

56

104 316


4 Organisatie en veiligheid van het privé-wegvervoer. Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 4-11.00.03 A.B. 5-11.00.06 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 33-56-4 Totalen voor de organisatieafdeling 33-56

312

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 57 Cellule permanente chargée de la gestion du cadre organique distinct du SPF Mobilité et Transports

57

0 Programmme de subsistance Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03

lim

1 337

451


lim

1 314

328

Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 33.57.0 et pour la division organique 33-57

lim lim

- 283 2 651

496

18,7

DIVISION 58 CHARGES DU PASSE 58

1 Charges du passé. Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-81.11.28 - Promotion transports urbains B.A. 4-73.20.25 - Eng. ex Min. Travaux Public Totaux pour le programme 33.58.1 et pour la division organique 33-58 TOTAUX POUR LE BUDGET 33

lim

—


—

+ 79 + 50 + 129 — 3 360 660 160 156

129 1 453 763 40 245

— 43,3 25,1

DOC 53

0555/001

313



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 57 Permanente cel belast met het beheer van de afzonderlijke personeelsformatie van de FOD Mobiliteit en Vervoer. 57


1 337

451

lim


1 314

328

lim

Massa aan 3/12den :

- 283

lim

2 651

496

18,7

Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 33.57.0 en voor de organisatieafdeling 33-57

lim

AFDELING 58 LASTEN VAN HET VERLEDEN 58 518

lim

129

lim lim lim

— — — 518 3 353 853 160 243

129 1 454 079 40 227

24,9 43,4 25,1

lim lim fon

1 Lasten van het verleden. Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-81.11.28 - Bevordering stedelijk vervoer A.B. 4-73.20.25 - Ex-Openbare werken/Wegenfonds Totalen voor het programma 33.58.1 en voor de organisatieafdeling 33-58 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 33

314

DOC 53

0555/001

44 SPP INTEGRATION SOCIALE, LUTTE CONTRE LA PAUVRETE ET ECONOMIE SOCIALE (en milliers d'euros) Crédits d'engagement - Vastleggingskredieten DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 55 DIRECTION INTEGRATION SOCIALE 55

0 PROGRAMME DE SUBSISTANCE Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 2-11.00.04

lim lim lim lim

4 237 2 499 577 7 313

1 852

lim fon lim fon

5 147 30 12 460 30

1 286 7 3 138 7


lim

42

10


lim

924 392

231 098


924 434

+ 394 + 62 448 - 10 - 143 + 62 689 293 797


lim

321 355

80 338

Suppléments/Compensations : B.A. 5-41.40.44 - Dotation Fedasil Totaux pour le programme 44-55-3

lim lim

321 355

+ 6 485 86 823

lim

4 387

1 096

Suppléments/Compensations : B.A. 2-85.17.01 - Fonds économie soc : lib capit lim Totaux pour le programme 44-55-4 lim

4 387

- 303 793

lim

70 500

17 625

lim lim lim fon

70 500 1 333 136 30

- 1 946 15 679 400 230 7

22,2 30,0 23,3

lim lim lim lim

266 217 483 483

122 122

25,3


1 SECURITE D'EXISTENCE

Suppléments/Compensations : B.A. 1-43.52.02 - Prime dínstallation sans-abri B.A. 1-43.52.16 - Remb. aide ind. aux CPAS B.A. 3-11.00.04 - rén. et alloc. pers. non-stat B.A. 3-41.40.02 - Org. d'exécution Ann. Pauvreté Totaux pour le programme 44-55-1 55

55

31,8

3 ACCUEIL DES REFUGIES

27,0

4 ECONOMIE SOCIALE Masse à 3/12èmes :

55

25,2 23,3

18,1

5 POLITIQUE DES GRANDES VILLES Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 2-43.22.22 - Subsides grandes villes Totaux pour le programme 44-55-5 Totaux pour la division organique 44-55 DIVISION 56 GESTION FEDERALE DES FONDS SOCIAUX EUROPEENS

56

0 SUBSISTANCE Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Totaux pour le programme 44-56-0

DOC 53

0555/001

315

44 POD MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE Crédits de liquidation - Vereffeningskredieten ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 55 BESTUUR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE 55 4 237 2 499 577 7 313

1 852

lim lim lim lim

5 143 30 12 456 30

1 285 7 3 137 7

lim fon lim fon

25,2 23,3

0 BESTAANSMIDDELENPROGRAMMA Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 2-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 44-55-0

55

1 BESTAANSZEKERHEID

42

10

lim


924 311

231 077

lim

Massa aan 3/12den :

924 353

+ 394 + 62 448 - 10 - 67 + 62 765 293 852


321 355

80 338

lim

321 355

+ 6 485 86 823

lim lim

4 387

1 096

lim

4 387

- 303 793

lim lim

87 500

21 875

lim

87 500 1 350 051 30

— 21 875 406 480 7

lim lim lim fon

31,8

Supplementen/Compensaties : A.B. 1-43.52.02 - Installatiepremie daklozen A.B. 1-43.52.16 - Terugbet. ind.hulp aan OCMW's A.B. 3-11.00.04 - bezol.en toel.non-stat A.B. 3-41.40.02 - Uitvoeringsorgaan Jaar Armoede Totalen voor het programma 44-55-1 55

27,0

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 5-41.40.44 - Dotatie Fedasil Totalen voor het programma 44-55-3 55

18,1

4 SOCIALE ECONOMIE Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-85.17.01 - Kringloopsfonds : kapitaalst. Totalen voor het programma 44-55-4

55

25,0 30,1 23,3

3 OPVANG VLUCHTELINGEN

5 GROOTSTEDENBELEID Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-43.22.22 - Betoelaging grote steden Totalen voor het programma 44-55-5 Totalen voor de organisatieafdeling 44-55 AFDELING 56 FEDERAAL BEHEER VAN DE EUROPESE SOCIALE FONDSEN

56 266 217 483 483

122 122

25,3

lim lim lim lim

0 BESTAANSMIDDELEN Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Totalen voor het programma 44-56-0

316

DOC 53

0555/001

44 SPP INTEGRATION SOCIALE, LUTTE CONTRE LA PAUVRETE ET ECONOMIE SOCIALE (en milliers d'euros) Crédits d'engagement - Vastleggingskredieten DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

56

56

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

lim

310

Suppléments/Compensations : B.A. 3-01.00.01 - Subside DOCUP Federal Totaux pour le programme 44-56-1

lim lim

310

77

fon fon fon

355 97 452

114

fon

7 050

1 762

7 502

+ 15 — + 15 1 891

77

— 24,8

2 FONDS SOCIAL EUROPEEN FEDERAL PROGRAMMATION 2007-2013

Suppléments/Compensations : B.A. 1-43.52.02 - SubsIS As1,2 pr 3 OP '07-'13 Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 44-56-2

56

Janvier-mars

2010



56

(3)

Ajustés

1 CONTRIBUTION FEDERALE AU FONDS SOCIAL EUROPEEN VOLET EMPLOI

Crédits de personnel à 3/12èmes indexés : B.A. 3-11.00.04 B.A. 4-11.00.04

56

sc

fon fon fon fon

25,2

3 FONDS SOCIAL EUROPEEN VOLET EMPLOI RELATIF AUX PROGRAMMATIONS ANTERIEURES A 2007 Masse à 3/12èmes :

fon

—

—


fon fon

—

— —

—

4 FONDS D'ECONOMIE SOCIALE - VOLET INTEGRATION SOCIALE RELATIF A LA PROGRAMMATION 2000-2006 Masse à 3/12èmes :

fon

41

10


fon fon

41

- 10 —

fon

347

86

fon fon lim fon lim fon

347 793 7 890 1 333 929 7 920

—

5 FONDS EUROPEEN DÍNTEGRATION DES RESSORTISSANT DE PAYS TIERS Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 1-43.52.02 - Financement projets Totaux pour le programme 44-56-5 Totaux pour la division organique 44-56 TOTAUX POUR LE BUDGET 44

— 86 199 1 977 400 429 1 984

24,8 25,1 25,1 30,0 25,1

DOC 53

0555/001

317

44 POD MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE, ARMOEDEBESTRIJDING EN SOCIALE ECONOMIE Crédits de liquidation - Vereffeningskredieten ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

56 819

819

lim

204

- 161 43

5,3

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 3-01.00.01 - Toelage Federaal EDP Totalen voor het programma 44-56-1

lim lim 56

355 97 452

114

fon fon fon

6 401

1 600

fon

6 853

— - 1 600 - 1 600 114

1,7

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-43.52.02 - Toel.MI as1,2 pr 3 OP'07-'13 Onnodige kredieten :

fon fon fon fon


849

fon

212

- 212 —

—

Massa aan 3/12den :

56

503

fon

2 013

- 503 —

fon fon

—

50

fon

202 1 302 9 917 1 351 353 9 947

+ 83 133 165 247 406 645 254

fon fon lim fon lim fon

65,8 12,7 2,5 30,1 2,6

4 FONDS SOCIALE ECONOMIE- LUIK MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE MET BETREKKING TOT DE PROGRAMMATIE 2000-2006 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 44-56-4

56 202

3 EUROPEES SOCIAAL FONDS LUIK WERK MET BETREKKING TOT PROGRAMMATIES VROEGER DAN 2007


fon fon

2 013

2 FEDERAAL EUROPEES SOCIAAL FONDS PROGRAMMATIE 2007-2013 Personeelskredieten aan 3/12den geindexeerd : A.B. 3-11.00.04 A.B. 4-11.00.04

56 849

1 FEDERALE BIJDRAGE AAN HET EUROPEES SOCIAAL FONDS LUIK WERK

5 EUROPEES FONDS VOOR DE INTEGRATIE VAN ONDERDANEN VAN DERDE LANDEN Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-43.52.02 - Financiering projecten Totalen voor het programma 44-56-5 Totalen voor de organisatieafdeling 44-56 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 44

318

DOC 53

46 SPP POLITIQUE SCIENTIFIQUE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)


0 Direction et gestion Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes :

lim lim lim

6 138 1 534 7 672

2 589

lim

1 786

446

Suppléments/Compensations : B.A. 1-11.00.03 - Rémunérations personnel statut lim B.A. 1-11.00.04 - Rémunérations pers. non statut lim lim Totaux pour le programme 46.21.0 et pour la division organique 46-21 lim

+ 12 + 49 + 61 9 458

3 096

fon fon lim lim lim fon

4 195 1 569 3 156 316 3 472 5 764

1 172 1 945

lim fon

59 057 161

14 764 40


62 529 5 925

+ 145 + 2 156 + 822 + 3 123 19 059 1 985

lim lim lim

600 969 1 569

529

lim

190 553

47 638

192 122

+ 10 676 + 9 463 + 20 139 68 306

32,7

DIVISION 60 NOUVELLE DIVISION ORGANIQUE 60

1 Recherche et développement dans le cadre national Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 B.A. 1-11.00.16 B.A. 3-11.00.04

Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 5-41.00.01 - Dotation SIST B.A. 5-41.00.02 - Dotation BELNET B.A. 5-41.00.03 - Dotation SEC.Polaire Totaux pour le programme 46-60-1 60

30,5 33,5

2 Recherche et développement dans le cadre international Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.18 B.A. 2-11.00.20 Masse à 3/12èmes :

Suppléments/Compensations : B.A. 2-35.00.12 - Projets spatiaux ESA lim B.A. 3-35.00.21 - Organis. intergouvernementales lim lim Totaux pour le programme 46-60-2 lim

35,6

DOC 53

0555/001

319

46 POD WETENSCHAPSBELEID ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)


2 589

lim lim lim

1 786

446

lim

+ 12 + 49 + 61

lim lim lim

9 458

3 096

32,7

0 Leiding en beheer Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 1-11.00.03 - Bezoldigingen statutair pers. A.B. 1-11.00.04 - Bezoldigingen niet-stat.pers. Totalen voor het programma 46.21.0 en voor de organisatieafdeling 46-21

lim

AFDELING 60 NIEUWE ORGANISATIEAFDELING 60

4 195 1 569 3 156 316 3 472 5 764

1 172 1 945

fon fon lim lim lim fon

113 458 161

28 364 40

lim fon

116 930 5 925

+ 145 + 2 156 + 822 + 3 123 32 659 1 985


27,9 33,5

Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 A.B. 1-11.00.16 A.B. 3-11.00.04

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 5-41.00.01 - Dotatie DWTI A.B. 5-41.00.02 - Dotatie BELNET A.B. 5-41.00.03 - Dotatie Poolsecretariaat Totalen voor het programma 46-60-1 60

600 969 1 569

529

lim lim lim

194 506

48 626

lim

196 075

+ 10 676 + 9 463 + 20 139 69 294

35,3

lim lim lim lim

1 Onderzoek-ontwikkeling op nationaal vlak

2 Onderzoek-ontwikkeling op internationaal vlak Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.18 A.B. 2-11.00.20 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 2-35.00.12 - Deelname activiteiten ESA A.B. 3-35.00.21 - Intergouvernementele organis. Totalen voor het programma 46-60-2

320

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

60


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

3 Etablissements scientifiques fédéraux et assimilés Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 0-11.00.03 B.A. 0-11.00.04

lim lim lim

45 734 18 379 64 113

21 643

lim

60 230

15 057


124 343

+ 84 + 1 875 + 1 399 + 400 + 1 115 + 353 + 363 + 374 + 1 997 + 998 + 1 430 + 1 167 + 391 + 11 946 48 646

39,1

lim lim fon

1 019 380 013 5 925

254 136 265 1 985

24,9 35,9 33,5


lim

47

15


lim lim

1 150 1 197

287 302

25,2

Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-11.00.03 - Rémunérat.pers.statutaire B.A. 1-41.00.10 - Dotat.Bibliot.AlbertI B.A. 1-41.00.11 - Dotat.Arch.Génér.du royaume B.A. 1-41.00.12 - Centre "Guer.et soc.contemp." B.A. 2-41.00.13 - Dotat.Inst.Royal Météorolog. B.A. 2-41.00.14 - Dot.Inst.d'aéron.spati.de Belg B.A. 2-41.00.15 - Dotat.Observat.royal B.A. 2-41.00.16 - Dotation secteur commun B.A. 3-41.00.17 - Dotat.Inst.royal Sciences natu B.A. 3-41.00.18 - Dot.Musée roy.d'Afrique centra B.A. 4-41.00.19 - Dotat.Mus.Roy.d'Art et d'Histo B.A. 4-41.00.20 - Dot.Musées Roy.des Beaux-Arts B.A. 4-41.00.22 - Dot. Instit.royal Patrim.artis Totaux pour le programme 46-60-3 60

0555/001

4 Enseignement - Formation - Activités éducatives Totaux pour la division organique 46-60 DIVISION 61 EDUCATION ET CULTURE

61

1 Activités culturelles communes

61

2 Relations extérieures

lim

498

124

24,9

61

4 Enseignement - formation (hors politique scientifique) et investissements scolaires

lim

131

32

24,4

5 Charges du passé Education nationale Onderwijs

lim

216

54

25,0

lim

101 802

25 450

101 802 103 844

+ 8 684 + 17 632 + 26 316 51 766 52 278

61 61

6 Dotations aux Communautés flamande et française Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-45.00.01 - Etudiants étrangers (Comm.fl) B.A. 1-45.00.02 - Etudiants étrangers (Comm.fr) Totaux pour le programme 46-61-6 Totaux pour la division organique 46-61

lim lim lim lim lim

50,8 50,3

DOC 53

0555/001

321



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

60

45 734 18 379 64 113

21 643

lim lim lim

60 225

15 056

lim

124 338

+ 84 + 1 875 + 1 399 + 400 + 1 115 + 353 + 363 + 374 + 1 997 + 998 + 1 430 + 1 167 + 391 + 11 946 48 645

39,1


1 019 438 362 5 925

254 150 852 1 985

24,9 34,4 33,5

lim lim fon

3 Federale wetenschappelijke instellingen en daarmee gelijkgestelde inrichtingen Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 0-11.00.03 A.B. 0-11.00.04 Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-11.00.03 - Bezoldigingen statutair pers. A.B. 1-41.00.10 - Dotatie Konink.Bib.AlbertI A.B. 1-41.00.11 - Dotat.Algemeen Rijksarchief A.B. 1-41.00.12 - Centr."Oorlog en Heden.Maatsch A.B. 2-41.00.13 - Dotatie KMI A.B. 2-41.00.14 - Dotat.Belg.Inst.Ruimte-aeron. A.B. 2-41.00.15 - Dotatie Koninkl.Sterrenwacht A.B. 2-41.00.16 - Gemeenschappelijke dotatie A.B. 3-41.00.17 - Dotat.Konin.Inst.Natuurweten. A.B. 3-41.00.18 - Dotatie Konin.Mus.Midden Afr. A.B. 4-41.00.19 - Dot.Kon.Musea Kunst&Geschied. A.B. 4-41.00.20 - Dotat.Konin.Musea Schone Kunst A.B. 4-41.00.22 - Dotatie Inst.Kunstpatrimonium Totalen voor het programma 46-60-3

60

4 Onderwijs - Vorming - Educatieve activiteiten Totalen voor de organisatieafdeling 46-60 AFDELING 61 ONDERWIJS EN CULTUUR

61


lim

47

15

1 150 1 197

287 302

25,2

lim lim

498

124

24,9

lim 61

131

32

24,4

lim

216

54

25,0

lim

101 802

25 450

lim

101 802 103 844

+ 8 684 + 17 632 + 26 316 51 766 52 278

lim lim lim lim lim

50,8 50,3

1 Gemeenschappelijke culturele activiteiten

Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 46-61-1 2 Externe relaties

61

4 Onderwijs - vorming (niet wetenschapsbeleid) en schoolinvesteringen

61

5 Lasten van het verleden Onderwijs Education nationale

61

6 Dotaties aan de Vlaamse en Franse Gemeenschap Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-45.00.01 - Buitenlandse studenten(Vl.Gem) A.B. 1-45.00.02 - Buitenlandse studenten(Fr.Gem) Totalen voor het programma 46-61-6 Totalen voor de organisatieafdeling 46-61

322

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 62 JARDIN BOTANIQUE DE MEISE 62

0 Direction et gestion Crédits de personnel à 4/12èmes indexés : B.A. 1-11.00.03 B.A. 1-11.00.04 Masse à 3/12èmes : Totaux pour le programme 46.62.0 et pour la division organique 46-62 TOTAUX POUR LE BUDGET 46

lim lim lim

4 339 2 309 6 648

2 244

lim

2 274

568

lim lim fon

8 922 502 237 5 925

2 812 194 451 1 985

31,5 38,7 33,5

DOC 53

0555/001

323



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 62 PLANTENTUIN IN MEISE 62 4 339 2 309 6 648

2 244

lim lim lim

2 274

568

lim

8 922 560 586 5 925

2 812 209 038 1 985

31,5 37,3 33,5

lim lim fon

0 Leiding en beheer Personeelskredieten aan 4/12den geindexeerd : A.B. 1-11.00.03 A.B. 1-11.00.04 Massa aan 3/12den : Totalen voor het programma 46.62.0 en voor de organisatieafdeling 46-62 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 46

324

DOC 53

51 SPF FINANCES, POUR LA DETTE PUBLIQUE DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 40 INTERIEUR. 40

1 Communes. Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 51.40.1 et pour la division organique 51-40

lim

8

lim

2

- 2

lim

8

lim

1 131

—

—

DIVISION 42 INFRASTRUCTURE. 42

3 Crédit communal - devenu Dexia. Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 51.42.3 et pour la division organique 51-42

lim

282

- 263

lim

1 131

19


lim

4 112

1 028


lim lim

4 112

- 1 006 22


lim

1 908

477


lim lim lim

1 908 6 020

- 464 13 35

1,7

DIVISION 43 SANTE PUBLIQUE 43

43

1 Fonds de construction des hôpitaux -flats.

0,5

3 Charges du passé.

0,7 0,6

DOC 53

0555/001

325

51 FOD FINANCIEN, VOOR DE RIJKSSCHULD ORGANISATIEAFDELINGEN


Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 40 BINNENLANDSE ZAKEN. 40 2

lim

- 2

lim

8

8

—

—

1 Gemeenten. Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 51.40.1 en voor de organisatieafdeling 51-40

lim

AFDELING 42 INFRASTRUCTUUR. 42 1 131

lim

282

1 131

19

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 51.42.3 en voor de organisatieafdeling 51-42

lim

- 263 1,7

3 Gemeentekrediet - Dexia geworden.

lim

AFDELING 43 VOLKSGEZONDHEID 43 4 112

1 028

lim

4 112

- 1 006 22

lim lim

0,5


1 908

477

lim

1 908 6 020

- 464 13 35

lim lim lim

0,7 0,6

1 Fonds voor de bouw van ziekenhuizen - flats.

3 Lasten van het verleden. Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 51-43-3 Totalen voor de organisatieafdeling 51-43

326

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 45 FINANCES 45

1 Charges d'emprunts. Masse à 3/12èmes :

40 777 385 3 146 267

10 194 346 786 566

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim fon lim fon lim fon

40 777 385 3 146 267

- 1 150 + 16 200 + 3 076 241 - 18 404 - 32 - 6 047 - 3 340 + 2 363 - 61 622 + 5 148 761 - 148 146 - 786 566 + 8 004 824 - 786 566 18 199 170 —


lim

336

84


lim lim

336

- 84 —

lim

2 932 719

733 179

2 932 719 43 710 440 3 146 267

- 2 - 34 - 820 - 2 - 17 500 - 6 - 20 - 45 - 2 500 + 247 410 + 104 850 + 331 331 1 064 510 19 263 680 —

Suppléments/Compensations : B.A. 0-12.00.06 - frais liés service Dette B.A. 0-12.11.05 - commissions B.A. 0-21.10.01 - Intérêts empr. long terme(EUR) B.A. 0-21.10.08 - Intér. dette court terme euro B.A. 0-21.10.10 - Primes de remboursement & lots B.A. 0-21.10.23 - Rém. Poste pour des tiers B.A. 0-21.20.02 - Intérêts empr.long terme(M.ét) B.A. 0-21.20.08 - Intér. dette court terme (M ét B.A. 0-81.70.12 - Dépenses gestion risq. fin. B.A. 1-91.10.01 - Amort.emprunts long terme(EUR) B.A. 1-91.20.02 - Amor.empr.long terme (Mon étr) Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 51-45-1 45

45

lim fon

44,6 —

3 Fonds de vieillissement.

—

4 Divers. Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : B.A. 0-11.00.10 - Salaires émission d'emprunts B.A. 0-12.00.04 - Dép. Div. Rel. à l'informat. B.A. 0-12.00.21 - Frais dette B.A. 0-12.00.22 - Rente annuelle servit.aeronaut B.A. 0-21.00.06 - Intérêts caution. & consignat B.A. 0-21.00.09 - Paiement coupons prescrits B.A. 0-74.00.01 - Achat biens meubles durables B.A. 0-74.00.04 - Dépenses d'invest informatique B.A. 0-81.00.14 - Couv. remb.bill. de banq. BNB B.A. 0-84.12.01 - Prêts à des pays membres de l' B.A. 0-85.20.05 - Oct. de crédit fin. Séc. Soc. Totaux pour le programme 51-45-4 Totaux pour la division organique 51-45

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim fon

36,3 44,1 —

DOC 53

0555/001

327



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 45 FINANCIEN 45 40 777 385 3 146 267

10 194 346 786 566

lim fon

40 777 385 3 146 267

- 1 150 + 16 200 + 3 076 241 - 18 404 - 32 - 6 047 - 3 340 + 2 363 - 61 622 + 5 148 761 - 148 146 - 786 566 + 8 004 824 - 786 566 18 199 170 —

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim fon lim fon lim fon

336

84

lim

336

- 84 —

lim lim

2 932 719

733 179

lim

2 932 719 43 710 440 3 146 267

- 2 - 34 - 820 - 2 - 17 500 - 6 - 20 - 45 - 2 500 + 247 410 + 104 850 + 331 331 1 064 510 19 263 680 —

lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim lim fon

44,6 —

Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-12.00.06 - fin. lasten dienst Schuld A.B. 0-12.11.05 - commissies A.B. 0-21.10.01 - Rente leningen lange term(EUR) A.B. 0-21.10.08 - Rente schuld korte term euro A.B. 0-21.10.10 - Terugbetalingspremies & loten. A.B. 0-21.10.23 - Verg. Post derde gelden A.B. 0-21.20.02 - Rente lening.lange term.(vr.m) A.B. 0-21.20.08 - Rente schuld korte term (vr m) A.B. 0-81.70.12 - Uitgaves beheer fin. risico's A.B. 1-91.10.01 - Afl.lening. lange termijn(EUR) A.B. 1-91.20.02 - Afl. len. lange term.(vr munt) Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 51-45-1 45

—

3 Zilverfonds. Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 51-45-3

45

36,3 44,1 —

1 Lasten van leningen.

4 Diversen. Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : A.B. 0-11.00.10 - Loonkosten uitgifte leningen A.B. 0-12.00.04 - Dep. Div. betref. inform. A.B. 0-12.00.21 - Kosten schuld A.B. 0-12.00.22 - Jaarrente luchtvaartdienstbaar A.B. 0-21.00.06 - Rente borgtochten & consignat A.B. 0-21.00.09 - Betaling coupons A.B. 0-74.00.01 - Uitgaven duurzame goederen A.B. 0-74.00.04 - Uitg. informatica-investering. A.B. 0-81.00.14 - BescH. terugbet. bankbilj.NBB A.B. 0-84.12.01 - Leningen aan lidstaten van de A.B. 0-85.20.05 - Kredietverl. fin. soc. zek. Totalen voor het programma 51-45-4 Totalen voor de organisatieafdeling 51-45

328

DOC 53


Rubriques

(1)

(2)

0555/001


sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

%

(4)

(5)

(6)

DIVISION 46 SERVICES FEDERAUX DES AFFAIRES SCIENTIFIQUES,TECHNIQUES ET CULTURELLES - PARTIE EDUCATION ET CULTURE. 46

1 Investissements et dotations scolaires (autres qu'universitaires)-Etat. Masse à 3/12èmes : Suppléments/Compensations : Crédits non nécessaires : Totaux pour le programme 51.46.1 et pour la division organique 51-46 TOTAUX POUR LE BUDGET 51

lim

12 820

lim lim lim fon

3 205

- 3 205 12 820 43 730 419 3 146 267

— 19 263 734 —

— 44,1 —

DOC 53

0555/001

329



Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 46 FEDERALE DIENSTEN VOOR WETENSCHAPPELIJKE, TECHNISCHE EN CULTURELE AANGELEGENHEDEN - DEEL ONDERWIJS EN CULTUUR. 46 12 820

12 820 43 730 419 3 146 267

3 205

lim

- 3 205

lim

— 19 263 734 —

— 44,1 —

lim lim fon

1 Investeringen en schooldotaties (anders dan universitair) - Staat. Massa aan 3/12den : Supplementen/Compensaties : Onnodige kredieten : Totalen voor het programma 51.46.1 en voor de organisatieafdeling 51-46 TOTALEN VOOR DE BEGROTING 51

330

DOC 53

0555/001

52 SPF FINANCES, POUR LE FINANCEMENT DE L'UNION EUROPEENNE (en milliers d'euros) Crédits d'engagement - Vastleggingskredieten DIVISIONS ORGANIQUES Programmes DO P

Rubriques

(1)

(2)

sc

(3)

Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(4)

(5)

%

(6)

DIVISION 40 FINANCEMENT DE L'UNION EUROPEENNE 40

1 TRANSFERT AU BUDGET DE L'UNION EUROPEENNE TOTAUX POUR LE BUDGET 52 TOTAUX POUR LES CREDITS PROVISOIRES

lim lim

2 891 460 2 891 460

722 865 722 865

25,0 25,0

lim fon

85 390 690 3 629 685

32 963 683 122 569

38,6 3,4

DOC 53

0555/001

331

52 FOD FINANCIEN, VOOR DE FINANCIERING VAN DE EUROPESE UNIE ORGANISATIEAFDELINGEN


Crédits de liquidation - Vereffeningskredieten Ajustés

Janvier-mars

2010

2011

Aangepast

Januari-maart

(7)

(8)

%

(9)

Programma's

ks

(10)

OA P

Rubrieken

(11)

(12)

AFDELING 40 FINANCIERING VAN DE EUROPESE UNIE 40 2 891 460 2 891 460

722 865 722 865

25,0 25,0

lim lim

85 740 710 3 677 553

33 004 579 132 041

38,5 3,6

lim fon

1 OVERDRACHT NAAR DE BEGROTING VAN DE EUROPESE UNIE TOTALEN VOOR DE BEGROTING 52 TOTALEN VOOR DE VOORLOPIGE KREDIETEN

332

DOC 53

0555/001

Vue pour être annexé à Notre arrêté du 19 novembre 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 19 november 2010.

ALBERT

ALBERT

PAR LE ROI:

VAN KONINGSWEGE:


De eerste minister,

Yves LETERME

Yves LETERME

Pour le ministre des Finances, absent, la ministre des PME, des Indépendants, de l’Agriculture et de la Politique scientifi que,

Voor de minister van Financiën, afwezig, de minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid,

Sabine LARUELLE

Sabine LARUELLE



Guy VANHENGEL

Guy VANHENGEL



Melchior WATHELET

Melchior WATHELET

Imprimerie centrale – Cette publication est imprimée exclusivement sur du papier certifié FSC Centrale drukkerij – Deze publicatie wordt uitsluitend gedrukt op FSC gecertificeerd papier

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DOC 53 DOC novembre november 2010 EXPOSÉ DES MOTIFS

Recommend Documents