Beleidsbrief Duurzaamheid 2012 -2016
September 2012
1
Inleiding ‘Wij werken aan het Maastricht van morgen. Een bijzondere stad die monumentale kwaliteiten koppelt aan jeugdige dynamiek. Een Europese stad. Een 'stadse stad' die ruimte biedt voor spannende ontmoetingen. Zichtbaar creatief, innoverend en ondernemend door veelkleurige bewoners en bedrijven. Een scharnierpunt in een Europese regio. Maar bovenal een stad met een unieke kwaliteit van leven waar iedere Maastrichtenaar meetelt en meedoet.’ Uit: Mission statement college
Op weg naar een toekomstbestendig Maastricht Verandering is van alle tijd, soms geleidelijk en natuurlijk, maar soms ook met een flinke sprong. De komst van elektriciteit, de telefoon, maar bijvoorbeeld ook de trein, zijn van die ‘sprongen in de tijd’. Overgangen naar nieuwe manieren van verlichten, verwarmen, communiceren en vervoer. ‘Sprongen’ die gepaard gaan met enthousiasme voor de verbeteringen die ze voor mensen opleveren, maar ook met angst. Mensen stellen terecht vragen als: ‘Is het wel veilig, is het nodig, wat levert het eigenlijk op?
De toekomst is nú De grote aanleiding voor de verandering van nu is het opraken van fossiele brandstoffen, grondstoffen en de stijgende naar vraag naar voedsel door de groei en het welvarender worden van de bevolking wereldwijd. Veranderingen die ver weg lijken, maar onze Maastrichtse samenleving direct raken. Die we heel simpel gaan voelen in onze portemonnee. Gelukkig zijn er manieren om deze veranderingen het hoofd te bieden en de kwaliteit van leven voor onszelf, onze kinderen en de verdere generaties niet alleen in stand te houden, maar zelfs beter te maken. Toekomstbestendig noemen we dat. Een Maastricht dat schoon, veilig en waardevol is en blijft voor bewoners, ondernemers, studenten en bezoekers. Dat is waar we als stad met elkaar aan willen werken. Op weg naar dit ‘Maastricht van morgen’ is een cruciale rol weggelegd voor duurzaamheid. Zonder duurzame ontwikkeling worden we nooit die vitale woonstad, kennisstad en cultuurstad die wij in onze stadsvisie voor ogen hebben. Maastricht wilt een duurzame stad zijn. Duurzame ontwikkeling betekent dat we ervoor zorgen dat Maastricht nu en in de toekomst aantrekkelijk is voor onze bewoners en bedrijven. En dat raakt heel veel terreinen. Voor ons betekent dit dat we fors inzetten op een toekomstbestendig Maastricht. Dat doen we door Maastricht voor te bereiden op verandering van het klimaat, op vernieuwing van onze energievoorziening en op innovatie van materiaalgebruik.
2
Deze ambities sluiten direct aan bij de ambities die de gemeenteraad heeft neergelegd in de moties Klimaatneutrale Stad 2030, Klimaatneutrale gemeente 2015, Duurzaam Inkopen en Fair Trade Gemeente.
Complexe en brede opgave Het verankeren van duurzaam handelen is geen sinecure. Dit is een continue zoektocht waar meer Nederlandse steden en dorpen mee worstelen. Zo ook Maastricht. De transitie naar een duurzaam Maastricht betekent voor veel mensen een verandering. En voor verandering krijg je niet altijd meteen de handen op elkaar. Er ligt dus een grote opgave in het verkrijgen van draagvlak. Zowel intern als onder de burgers en bedrijven.
Om onze ambities op het gebied van duurzaamheid waar te maken hebben we het commitment van de brede Maastrichtse samenleving nodig. De hulp en inzet van bewoners en partners in de stad is daarbij onmisbaar. Zo maken we mensen mee verantwoordelijk en bieden we ze de gelegenheid duurzame keuzes te maken. Tot slot raakt duurzaamheid heel veel velden. En omdat alles met alles samen hangt, dreigt duurzaamheid een vaag begrip te worden. Immers, “wat over alles gaat, gaat vaak over niets”. Er gebeurt al veel in onze stad en er staat ook nog heel veel op stapel. Maar de samenhang, koers en het inzicht in waar we staan is lang niet altijd helder. Complexiteit beheersbaar maken In deze beleidsbrief geven we inzicht in de complexe materie van duurzaamheid. De beleidsbrief helpt ons deze complexiteit beheersbaar en bestuurbaar te maken. Het wordt onze leidraad voor de duurzaamheidskeuzes die we maken en de projecten die daaruit volgen. En het verschaft ons informatie over waar we staan in onze opgave.
In vier heldere programmalijnen staat beschreven wat we (gaan) doen, aan welke doelstelling het bijdraagt (‘het waarom’) en welke rol er binnen het project is weggelegd voor de gemeente. Dat kan een faciliterende, initiërende, realiserende of regulerende rol zijn. Het Maastrichtse Duurzaamheidskompas (zie apart toegevoegde document) dient als toetssteen en inspiratiebron voor de keuzes die worden gemaakt in het groeiproces naar een duurzame stad.
3
Al onze duurzaamheidactiviteiten vallen binnen vier thema’s: 1. Het Klimaat: A. Meer Duurzame Energiebronnen gebruiken (Klimaatneutraal) B. Hitte- en Waterproof (Klimaatadaptatie) 2. Zelf aan Zet (Actieve samenleving) 3. Slim met Grondstoffen (Sluiten van kringlopen) 4. Eigen Huis op Orde (Duurzame bedrijfsvoering) Per thema worden activiteiten weergegeven met een indicatieve planning.
1. Het Klimaat
a. Meer duurzame energiebronnen gebruiken Het thema klimaat volgt twee sporen. Het eerste spoor richt zich op vermindering van het verbruik van fossiele brandstoffen (olie, kolen, gas) als energiebron. Dat is nodig omdat deze brandstoffen eindig zijn en opwarming van het klimaat veroorzaken. We moeten dus op zoek naar duurzame alternatieven. Dit spoor betekent inzetten op verlaging van energiegebruik in de stad, stimuleren van duurzame energieopwekking en een zo efficiënt mogelijk gebruik van de resterende fossiele energie. We willen dat Maastricht in het jaar 2030 klimaatneutraal is. Daarmee bedoelen we dat de stad netto geen CO2 meer uitstoot en dat de CO2 die we dan nog produceren gecompenseerd wordt. Hiermee krijgt iedereen in de stad te maken . b. Hitte- en waterproof Spoor twee zal Maastricht voorbereiden op wateroverlast en ongezond hoge temperaturen in de zomer (hittestress). Want hier krijgen we door een veranderend klimaat mee te maken. Wij hebben hiervoor nog geen concrete doelstellingen geformuleerd, maar het streven is duidelijk: de veiligheid en gezondheid van onze bewoners moeten gewaarborgd zijn. Voor deze opgave richten we ons op het beheer van water, groen en de manier van bouwen. Denk aan waterpartijen, meer groen in de openbare ruimte, groene gevels en groene daken. Voor de langere termijn is het noodzakelijk keuzes te maken in de activiteiten die we gaan oppakken, maar vooral ook hoe en met wie. Op basis van het vastgestelde Energiebeleid en de Structuurvisie wordt daarom een Routekaart Energie en een Routekaart Klimaatadaptatie opgesteld.
4
Programma energietransitie en klimaatadaptatie Rol gemeente Zelf realiseren
Mitigatie/ adaptatie mitigatie
activiteit
omschrijving
woonvisie
mitigatie
Economische visie
mitigatie
SLOK projecten
Duurzaam bouwen en wonen, gebiedsontwikkeling integraal onderdeel woonvisie Duurzaamheid als integraal onderdeel in de economische visie van de stad 21 projecten in het programma Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) worden uitgevoerd tot 2013
mitigatie
SLOK project Energieke bedrijventerreinen Pilot hertogsingel
adaptatie
adaptatie
adaptatie
adaptatie
faciliteren
Initiëren
Rioleringsstelsel aanpassen Gemeentelijk rioleringsplan Realiseren klimaatbestendige groenstructuur klimaatadaptatie
mitigatie
Wijk en ontwikkelingsplann en Duurzame energieopwekking maastricht Elektrisch vervoer
Mitigatie
Elektrische auto’s
mitigatie
Warmtenet
mitigatie
Lokaal energiebedrijf
mitigatie
Waterkrachtcentrale
mitigatie
Aanstelling van Energiecoördinator bedrijventerreinen voor de periode van zes maanden, als deelproject van het SLOK programma Het project geluidsisolatie en energiebesparing (Hertogsingel) wordt in 2012 afgerond Afkoppelen vanuit doelmatigheid vooral aansluiten bij wijkreconstructies Zorgplicht grondwaterkwaliteit Ontwikkelen beleid t.a.v. aanleg en beheer openbaar groen en verharding bezien vanuit hemelwateropvang en tegengaan hittestress Uit de structuurvisie komen beleidsrichtingen voor klimaatadaptatie. Deze worden omgezet in een implementatieplan Klimaatadaptatie Bij wijk- en buurtontwikkelingsplannen vorm en inhoud geven aan de biodiversiteit in de bebouwde omgeving alsmede inbouw groen Ingezet zal worden op: zonnepanelen, biomassacentrale en kleinschalige waterkracht (initiatief waterpotenteel) Marktinitiatieven faciliteren en verbinden en uitgangspunten formuleren (kader) Door heel Maastricht komen de komende jaren Eoplaadstations voor elektrisch personenvervoer (www.e-laad.nl) De realisatie van één warmtenet in Maastricht, waarbij de bestaande warmtenetten worden gekoppeld. Onderzoek of biomassacentrale hieraan warmte kan leveren. Het restwarmteproject Thermosae moet 15.000 woningen en bedrijven gaan verwarmen met industriële restwarmte. Met de relevante partijen is een convenant gesloten. In het kader van het A2 project wordt tracé en ontwikkeling benut. Partijen stimuleren tot samenwerking in een locaal duurzaam energiebedrijf t.b.v. inkoop en productie van duurzame energie, verduurzaming van de bestaande gebouwen en het verzorgen van (voor)financiering aan energiebespaarders. Haalbaarheid benutting waterpotentieel
5
Indicatieve planning 2012 2012 2012 2013
2012 Continu continu 2012 2013 2012
Continu
2012 2015 2012 2012 2013 2012 2013
2012 2013
2012 2015
mitigatie
Tweede Biomassacentrale
mitigatie mitigatie mitigatie
biomassacentrale Zonne energiecentrale Vergistingcentrale
mitigatie
Elektrische bus
mitigatie
zonne energie
mitigatie
CO2 monitor van DWA Inboetgelden bomen
mitigatie
Reguleren
mitigatie
Afspraken corporaties
mitigatie
Ondersteuning Agrariërs
mitigatie
EPC toets bouwplannen
mitigatie
Milieu eisen bij inrichtingen
mitigatie
Terrasvergunninge n en aardgas Watertoets
adaptatie
adaptatie
Aanpassen regeling groen daken
Onderzoek naar de haalbaarheid van duurzame energieopwekking met behulp van biomassa onder andere in Randwyck. Realisatie van biomassacentrale Bosscherveld Realisatie van de zonne-energiecentrale Belvedereberg Onderzoek naar de haalbaarheid van vergistingsinstallaties onder andere in de Beatrixhaven. Pilot ‘elektrisch busvervoer’ in Maastricht. Na de pilot moet dit een breder vervolg krijgen proef met elektrische bus op 1 buslijn i.s.m. Veolia (nul-emissie transitie OV). Pilot moet op basis van TCO aantonen dat elektrisch vervoer goedkoper is dan huidige vervoer t.b.v. elektrificeren van het openbaar busvervoer in Maastricht Stimuleren en faciliteren van zonne-energie op de daken van onderwijsgebouwen, kantoren, zorginstellingen en bedrijven. Projecten van corporaties en industrie monitoren op basis van inspanning en CO2-reductie Inboetgelden van Beheer voor bomen op plekken inzetten waar te weinig bomen zijn in plaats van op dezelfde plek een nieuwe boom planten. Eigenaren en ontwikkelaars van gebouwen met platte daken (bedrijventerreinen) stimuleren om de mogelijkheden van groene daken te realiseren Via de prestatieafspraken worden met de woningbouwcorporaties afspraken gemaakt. Tot nu toe betreffen het bovenwettelijke afspraken, met name ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie. Andere thema’s gaan hier onderdeel van uitmaken Ondersteuning agrarische ondernemers rondom de stad om de stadslandbouw verder vorm te geven en stimuleren stadslandbouw op braakliggende terreinen
2012 2015
Toetsen van alle bouwinitiatieven op voldoen aan de laatste energie en isolatie eisen uit het bouwbesluit of zoals overeengekomen in het convenant. Vergunningen toetsen op best toepasbare technieken t.a.v. zo zuinig mogelijk omgaan met grondstoffen en energie. energieverbruik voor terrasverwarming beperken en veiligheid beheersen Bij alle bouwinitiatieven toetsen of de voorkeursvolgorde van bergen hemelwater en afkoppelen is toegepast. Bestaande regeling voor aanleg groene daken omvormen (meer toepassingsmogelijkheden) en meer buurtgericht inzetten
Continu
6
2012 2013 2012 2013
2012 2017 2012 2013 2012
2012 2013
2012 2013
continu
2012 2013 continu
2012 2013
2. Zelf aan Zet (Actieve samenleving) Een belangrijk uitgangspunt voor duurzame ontwikkeling van de stad is bundeling van krachten door samenwerking met en tussen lokale partners. Iedere partner draagt daarbij verantwoordelijkheid vanuit zijn eigen kracht. We streven naar het stimuleren van duurzaam gedrag. Bij bedrijven en organisaties in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar zeker ook bij de inwoners van Maastricht: duurzame leefstijl. Concrete doelstellingen hiervoor zijn in ontwikkeling. Programma Zelf aan Zet (Actieve samenleving) Rol gemeente Zelf realiseren
activiteit
omschrijving
energietour
met laagdrempelige activiteiten (o.a. markten) willen we burgers helpen bij het verduurzamen van hun gedrag.
Zelf realiseren
TV serie
2012
Zelf realiseren
Limburgse Energiesubsidie (LES2)
Zelf realiseren faciliteren
Limburgse Energiesubsidie (LES3) Eko boot “Autark”
Realisatie van een tv serie van Maastrichtse voorbeelden van duurzame activiteiten en projecten. Via de LES stimuleren we burgers om duurzame maatregelen te treffen. In totaal bedroeg deze pot ruim 900.000 euro. We nemen deel aan nieuwe projectperiodes Via de LES stimuleren wij de doelgroepen om duurzame maatregelen te nemen
2012
faciliteren
CNME
faciliteren
Duurzaamheidsimpuls
initiëren
Platform Cool
initiëren
Maastricht duurzaam
In 2012 meert de drijvende ekowoning aan bij Stiphout. Een voorbeeldproject dat we willen faciliteren en ondersteunen door deze tijdelijk te huren als uitvalsbasis teneinde duurzaam gedrag te stimuleren voor/met cnme wordt in 2012/13 nieuw beleid ontwikkeld door het opstellen van de nieuwe kadernota cnme 2013 via de Duurzaamheids IMPULS is een stimuleringspot van 100.000 euro beschikbaar voor instellingen en MKB’ers om ook bij hen duurzaam gedrag te stimuleren. In het Platform werken gemeente, onderwijs, bedrijfsleven, industrie en bouwsector samen aan energiebeleid. Het Platform Cool Maastricht heeft tot doel: de verschillende lokale doelgroepen te vertegenwoordigen en de verschillende partijen te motiveren activiteiten te ontwikkelen die leiden tot een efficiënter en duurzamer energiegebruik. Programma gericht op gedragsverandering bij diverse doelgoepen (hotelwezen, mkb, winkeliers) met als basis Klimaatfondsgemeente. 7
Indicatieve planning 2012
2012 2013
2012 2013
2012 2013 2012
continu
2013
3. Slim met Grondstoffen (Kringlopen sluiten) We komen er niet omheen: de aarde is niet onuitputtelijk als voorraadkamer van grondstoffen en materialen. Bovendien blijven de grondstofprijzen stijgen. Daarom moeten wij niet alleen op zoek gaan naar duurzame energiebronnen voor energievoorziening, maar ook uitgaan van gebruik en hergebruik bij de toepassing van grondstoffen en materialen. Met andere woorden: afvalstof van het één kan de grondstof zijn voor het ander. De manier van omgaan met materialen moet daarom al in de vroegste ontwikkelingsfase van producten in beeld zijn. Wij zullen voor dit thema nog concrete doelstellingen formuleren die verder gaan dan onze huidige, met name afspraken in het Afvalstoffenbeleid en Duurzaam Bouwen. Slim omgaan met grondstoffen kunnen wij nu al beïnvloeden door onze betrokkenheid bij bouw (o.a. duurzame bouw), gebiedsontwikkeling en bedrijventerreinen, door recycling (milieuparken), door stimuleren hergebruik (Kringloopwinkel) . Programma Slim met Grondstoffen Rol gemeente
activiteit
omschrijving
initieren
Duurzaam bouwen in de gemeente
faciliteren
Masterclass cradle to cradle
Zelf realiseren
Ontmoedigingsbeleid zware metalen (koper, lood, zink) en convenant duurzaambouwen (met o.m. afspraken inzake FSC hout) afvalstoffenbeleid
In 2010 en 2011 is samen met de Maastrichtse woningbouwcorporaties gewerkt aan bovenwettelijke afspraken. Dit wordt formeel bekrachtigd en uitgevoerd een Masterclass Cradle tot Cradle voor het MKB van start. Deze bestaat uit een inspiratiesessie en vier modules. Blijvende aandacht voor ontmoedigingsbeleid (via website en vergunningverlening) en blijvende controle op afspraken inzake duurzaam bouwen. Uitvoerig huidig beleid, nieuwe nota afvalstoffenbeleid Aanscherpen beleid mbt een duurzame eindverwerking van afval waarbij de kringlopen zoveel als mogelijk gesloten worden
Zelf realiseren
Zelf realiseren
Duurzame eindverwerking van ingezamelde afvalstoffen
8
Indicatieve planning 2012
2012
2015
2013
4. Eigen Huis op Orde (Duurzame bedrijfsvoering) De gemeente Maastricht wil haar bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling en zelf uitvoeren wat zij van anderen vraagt. De enige manier om dat te bereiken is een duurzame bedrijfsvoering. Wij willen de volgende concrete doelen in onze bedrijfsvoering bereiken: Per 2015 willen wij 100% duurzaam inkopen; Per 2015 willen wij dat onze gemeentelijke organisatie klimaatneutraal is. Daarmee bedoelen we dat onze gebouwen en installaties vanaf 2015 netto geen CO 2 meer produceren. Via duurzame inkoop bevorderen wij dat mensen die moeilijk aan het werk komen, kansen krijgen bij bedrijven waaraan wij opdrachten verstrekken. Bovendien voldoen onze inkopen zo aan eisen op het gebied van milieu en eerlijke productie en handel. Wij willen duurzaamheid integreren in onze activiteiten en werkwijzen, en transparant zijn over onze prestaties. Dit doen we onder meer door in alle besluiten een paragraaf ‘duurzaamheid en gezondheid’ op te nemen en door jaarlijks verslag te doen van de op duurzaamheid geboekte resultaten. Wij willen duurzaamheid integreren in onze activiteiten en werkwijzen en transparant zijn over onze prestaties. Dit doen we onder meer door in alle besluiten een paragraaf ‘duurzaamheid en gezondheid’ op te nemen en door jaarlijks verslag te doen van de geboekte resultaten. Daarnaast passen wij onze werkwijzen zodanig aan dat duurzaamheid vanaf het begin van beleid en projecten wordt meegenomen. Programma Eigen Huis op Orde Rol gemeente
activiteit
omschrijving
Zelf realiseren
Het verder verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed.
Financiering en methodiek t.b.v. energiebesparing in gemeentelijke gebouwen nader uitwerken. Ontwikkelen en uitvoeren monitor duurzaam inkopen voor de gemeentelijke organisatie Toetsing- en stimuleringsinstrument bij college en raadsnota’s
Monitor duurzaam inkopen Paragraaf duurzaamheid en gezondheid in college- en raadsnota’s Fair Trade gemeente
Verder uitvoeren van de principes van Fair Trade gemeente, zodanig dat Maastricht de titel van Fair Trade gemeente mag voeren Uitbrengen gemeentelijk Duurzaamheidsjaarverslag Het stadslab in oprichting beoogt een katalysator te zijn om de transitie naar een nieuwe vorm van stadsontwikkeling te stimuleren. Trefwoorden hierbij zijn flexibel ontwerpen, herbestemmen, cocreatie met diverse partners. Vanuit het stadslab worden pilots en experimenten gelanceerd samen met burgers, ondernemers en ontwikkelaars als bijdrage aan de duurzame ontwikkeling van de stad.
duurzaamheidsjaarverslag Stadslab
Duurzaam Openbaar aanbesteden Leges en verduurzaming
via leges duurzaam gedrag stimuleren 9
Indicatieve planning 2012
2012 2012
2012 2013 2012 2012
2012 2013 2012
Bijlage 1
definities
Klimaatneutraal= Daarmee bedoelen we dat de stad netto geen CO2 meer uitstoot en dat de CO2 die we dan nog produceren gecompenseerd wordt. Klimaatadaptatie= voorbereiden van Maastricht op wateroverlast en ongezond hoge temperaturen in de zomer (hittestress) Mitigatie= bijdragen aan minder fossiel energiegebruik door inzetten op verlaging van energiegebruik in de stad, stimuleren van duurzame energieopwekking en een zo efficiënt mogelijk gebruik van de resterende fossiele energie. CO2=kooldioxide Hittestress= ongezond hoge temperaturen in de zomer door meer en warmere hittegolven SLOK=afkorting van Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (stimuleringsregeling waarmee het Rijk projecten ondersteunt van gemeenten die vermindering van de emissie van broeikasgassen nastreven.) Imtech= Technisch bureau dat totaaloplossingen aanbiedt aan zakelijke markt en overheid op gebied van elektrotechniek, ict, gebouwen, infrastructuur, werktuigbouw etc. E-oplaadstations= Oplaadpalen voor elektrische auto’s E-laad= Stichting E-laad Warmtenet= Een systeem dat woningen en bedrijven voorziet van warm water, vaak afkomstig van overtollige warmte van bedrijfsprocessen. TCO= Total cost of ownership (methode om directe en indirecte kosten van een product te berekenen) DWA= Droogweerafvoer oftewel afvalwaterriool in een gescheiden rioolstelsel, fungeert naast een regenwaterafvoer (RWA) EPC= energieprestatiecoëfficient (maat voor energiezuinigheid) LES= Limburgse energie subsidie Mkb= midden en klein bedrijf
10
Bijlage 2
Resultaten Natuur en Milieuplan anno 2012
Het Natuur en Milieu Plan dateert uit 2001. Het NMP zorgde voor een verdere verbreding van het milieubeleid door naast de klassieke milieuthema’s uitwerking te geven aan de thema’s natuur en water en door het verband tussen economie en milieu te leggen. Met het NMP werd ons milieubeleid expliciet gebiedsgericht en werd via de aandacht voor ruimtelijke structurerende netwerken de relatie gelegd naar het mobiliteitsbeleid. Het NMP behelsde de aanpak van de planet kant, dus de enge duurzaamheidsaanpak. Thema Lucht
Geluid
Externe veiligheid
Resultaten 2012 In 2006 is het Luchtkwaliteitsplan vastgesteld op basis van overschrijdingslocaties uit 2004. Dit plan bevat een programma van maatregelen voor de aanpak van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) afkomstig van het verkeer met als doel het beschermen van de gezondheid van de burgers van Maastricht. Evaluatie van de uitvoering van dit plan in 2010 (vastgesteld 2011) laat zien dat binnen Maastricht aan de Europese grenswaarden voor stikstofoxiden en fijn stof wordt voldaan. Door consequente ruimtelijke ordening (binnen het kader van de Structuurvisie) en uitvoering van het mobiliteitsbeleid zal verdere verlaging worden nagestreefd om de gevolgen van de verwachte verdere groei van de automobiliteit ruim te kunnen compenseren. De achtergrondwaarden voor luchtkwaliteit, binnen Maastricht, zijn sinds 2004 sterk gedaald. Als gemeente kunnen we maar beperkt sturen op verdere verlaging, omdat de achtergrondconcentraties, voor met name fijn stof, vooral wordt bepaald door natuurlijke achtergrond en bovenlokale bronnen. Voor industrielawaai is ingezet op zonebeheer en inwaarts zoneren. Het in beeld krijgen van de feitelijke overschrijding van geluidniveau’s in de zones is hierbij een belangrijke activiteit geweest. Dit heeft zicht geboden op de ruimte en knelpunten binnen de geluidzones rond bedrijventerreinen (nu nog Beatrixhaven en Bosscherveld). Geconstateerd is dat de geluidruimte vol is, waarmee ook de bedrijvigheid wordt gehinderd. Door de nieuw ontstane geluidsbelasting vast te stellen en tot een beleid van inwaarts zoneren te besluiten, is het mogelijk geworden toch nieuwe bedrijven of vergunningen toe te staan, waarbij dan wel moet worden voldaan aan het principe van inwaartse zonering. Qua wegverkeerslawaai heeft de aanpak zich deels geconcentreerd op sanering van woningen (geluidsisolatie) langs de singels. De sanering van alle woningen van de zogenaamde A lijst is afgerond (hoogste saneringsurgentie). De B-lijst wordt niet opgepakt omdat er geen budget meer beschikbaar is vanuit het rijk. Voor een ander deel is de aanpak verlopen via het mobiliteitsbeleid. Dat heeft geleid tot het zo veel mogelijk afwikkelen van verkeer via de hoofdwegen en het concentreren van bedrijven en horeca. Daarmee zijn rustige verblijfsgebieden en drukke verkeersruimten gecreëerd. Via het evenementenbeleid wordt uitvoering gegeven aan evenwichtige spreiding in tijd en ruimte van evenementen, maar wel op een beperkt aantal plekken. Op dit moment wordt gewerkt aan het opstellen van een geluidsbelastingkaart, overeenkomstig de EU-richtlijn omgevingslwaai, waarbij in beeld wordt gebracht wat de huidige aanwezige geluidsbelastingen in Maastricht zijn. Op basis van deze geluidsbelastingkaart zal in 2012 en 2013 gewerkt worden aan een actieplan waarin maatregelen worden opgenomen voor die plekken waar het wenselijk is de geluidsniveaus te reduceren. De NMP doelen zijn vervangen door landelijke (strengere) normen en regels. Hierdoor zijn de normen en maatregelen bij inrichtingen aanzienlijk aangescherpt. Dit legt stevige verplichtingen op aan bedrijven. In de handhaving is het een van onze prioriteiten geworden om hier op toe te zien. Voor plaatsgebonden risico’s hebben nieuwe regels duidelijkheid gegeven over de in acht te nemen afstanden tussen risico activiteiten en gevoelige bestemmingen. Alle nieuwbouwplannen worden getoetst of zij voldoen aan de eis van geen gevoelige bestemmingen binnen de 10-6 risicocontour. Voor groepsrisico is nog beleidsmatige ruimte aanwezig. Met name in de verantwoording van risico’s en hoe je omgaat met groepsrisico in verschillende gebieden bestaat nog keuzevrijheid. In de binnenkort vast te stellen beleidsvisie 11
Water
Bodem
Afval
Externe Veiligheid Maastricht (2012) is uitgewerkt hoe om moet worden gegaan met deze beleidsmatige ruimte. Hierbij wordt het beleid gevolgd dat in samenwerking met de provincie Limburg, enkele Limburgse gemeenten en de VROM-inspectie is opgesteld: Gezamenlijke beleidsvisie externe veiligheid Limburg (GBEV-L) Binnen de gemeente Maastricht liggen negen LPG tankstations. Er is geen sprake van saneringssituaties, waarbij LPG-tankstations moeten worden gesloten of objecten worden verplaatst. De doelstellingen uit het NMP zijn inmiddels vervangen door de KRW doelstellingen (Kader Richtlijn Water) t.a.v. de waterkwaliteit. Vanuit de KRW wordt per watersysteem vastgelegd wat de gewenste kwaliteit van het watersysteem is. Deze KRW-doelen zijn leidend voor wat betreft de gewenste verbetering van de waterkwaliteit. Hieruit komt voor het grootste deel van de stad de zogenaamde basisinspanning als doelstelling voort. Deze stelt bijv. een maximum aan het aantal overstorten vanuit de riolering per jaar met het oog op het verbeteren van de oppervlaktewaterkwaliteit. Door diverse verbeteringen in het watersysteem de afgelopen jaren (afkoppelingen, bufferingen en gescheiden rioolstelsels bij nieuwbouw), voldoet Maastricht Oost nu geheel aan de basisinspanning. Maastricht West voldoet deels. Om volledig aan de KRW te voldoen wordt in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) (vast te stellen in 2012) een aantal maatregelen opgenomen voor Maastricht west in de periode 2011-2016. Voor Maastricht N.O. (Kanjel) schrijft de KRW strengere normen voor dan de basisinspanning. De werkzaamheden om het watersysteem hier te verbeteren zijn in de komende jaren voorzien. De beleving van water is sterk verbeterd, met name langs de Maas door de herinrichting van de Kesselskade, de Maasboulevard, het bassin etc. Het Frontenpark en de herinrichting van de Geusselt zal hier verder aan bijdragen. Ook vanuit het klimaatbeleid zal meer ruimte voor de combinatie groen en water worden gezocht in de stad. In de periode sinds het NMP zijn tientallen locaties in de stad gesaneerd. De meeste locaties werden gesaneerd vanwege en in het kader van concrete bouwinitiatieven. In toenemende mate zijn de saneringen vanuit de markt opgepakt en gefinancierd vanuit de exploitatie van de bouwprojecten. De in het NMP als doe genoemde vermaatschappelijking van de bodemsaneringsoperatie is daarmee geslaagd. In eerste instantie heeft ons bodembeleid dit ook mogelijk gemaakt door een combinatie van gebiedsgerichte aanpak en functiespecifieke benadering van de bodem vast te leggen. In dat kader is ook maximalisatie van hergebruik van grond gerealiseerd. De afgelopen 2 a 3 jaar is het ook door wijziging van landelijke regelgeving mogelijk geworden deze gecombineerde benadering te hanteren. Ons beleid heeft aan die landelijke beleidswijziging belangrijk bijgedragen. Op diverse locaties in de stad is sprake van een puntverontreiniging, dus afwijkend aan de gebiedskwaliteit. Al deze locaties zijn inmiddels geïnventariseerd volgens landelijke systematieken. Ook is bekend waar sprake is van onaanvaardbare risico’s. Deze locaties worden vóór 2015 gesaneerd of beheerd. Met de verbreding van het bodembeleid naar een integrale ondergrondvisie is gestart door de thema’s en kwaliteiten van de ondergrond te inventariseren en vast te leggen (archeologie, kabels en leidingen, grondwaterkwaliteit en kwantiteit, kansen voor ondergrondse energieopslag of –opwekking, etc). Door een samenhangend afvalbeleid en het treffen van diverse maatregelen om het hergebruik te stimuleren heeft de gemeente Maastricht (binnen de stedelijkheidsklasse van de gemeente) het hoogste bronscheidingspercentage van Nederland. Thans wordt er 65% van het afval aan de bron gescheiden. Het bereiken van deze leidende positie is een gevolg van diverse maatregelen zoals ondermeer het introduceren van de "dure zak" voor restafval en het realiseren van milieuperrons in alle wijken (58 in totaal). Omdat het gemeentelijke beleid er op gericht is om minimaal de huidige aanpak te handhaven en zo mogelijk nog te intensiveren zal naar verwachting ook in 2030 nog steeds sprake zijn van een leidende rol. Hiertoe is ook een nieuw afvalbeleidsplan oppgesteld.
12
Energie
Met de vaststelling van de Energienota in 2009 zijn de NMP doelstellingen stevig opgeschroefd. Hieraan ten grondslag liggen ligt vooral de motie klimaatneutrale gemeente (2007): Maastricht moet in 2030 klimaatneutraal zijn en de gemeentelijke organisatie moet vanuit dezelfde ambitie al in 2015 klimaatneutraal zijn. In de Energienota is uitgewerkt hoe deze ambitie behaald kan worden, door ons niet alleen op de huishoudens maar ook op bedrijven en instellingen te richten. Sinds het NMP zijn in het kader van eerst BANS (Bestuurakkoord Nieuwe Stijl) en later SLOK (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven) tientallen energieprojecten uitgevoerd op het gebied van woningbouw, bedrijven, bedrijventerreinen en duurzame energie (BANS) en onderzoek, communicatie en advieskosten (SLOK). Aansprekende voorbeelden zijn de aansluiting van Mosae Forum op de restwarmte van SAPPI, gebruik van bodemwarmte op diverse locaties, inkoop van 100 % duurzaam opgewekte elektriciteit van alle gemeentelijke gebouwen etc. Als derde grote stimuleringsproject is het TELI project uitgevoerd. (Tijdelijke regeling Energiebesparing Lage Inkomens) waarbij 2000 inkomens met lage inkomens zijn geholpen met energiebesparende maatregelen. Meer recent is aangevangen met de voorbereidingen voor het realiseren van een duurzame energiecentrale in Maastricht (DECL) en met een convenant voor samenwerking tussen diverse partijen om restwarmte van enkele grote industriële bedrijven in de stad nuttig her te gebruiken voor ruimteverwarming van woningen en bedrijven. Verder is gestart met een pilot ‘elektrisch busvervoer’ in Maastricht voor 1 buslijn i.s.m. Veolia. Met de pilot wordt onderzocht of elektrisch vervoer goedkoper is dan huidige vervoer t.b.v. elektrificeren van het openbaar busvervoer in Maastricht. Via de prestatieafspraken zijn met de woningbouwcorporaties afspraken gemaakt met name ten aanzien van energiebesparing en duurzame energie. Vanuit het regulatie spoor worden bouwinitiatieven getoetst aan de laatste energie en isolatie eisen uit het bouwbesluit of zoals overeengekomen in het convenant en worden vergunningen van bedrijven getoetst op best toepasbare technieken t.a.v. zo zuinig mogelijk omgaan met grondstoffen en energie.
13
Groen
Landschap Maastricht wordt omringd door een aantal grote landschappelijke gebieden: Grensmaas in het noorden, het Heuvelland in het oosten, de Haspengouw in het westen en de St. Pietersberg en het Jekerdal in het zuiden. Deze landschappelijke gebieden worden met elkaar verbonden door groene zones, zodat ze samen een groene ring rondom de stad vormen. De groenzones die de landschappen verbinden zijn: Landgoederenzone/Geusselt, Zouwdal/Albertkanaal en het gebied tussen Maastricht en Eijsden. Het beleid is er al sinds jaren op gericht om deze grote landschappen en de groene zones voor verrommeling te behoeden en door groene ontwikkelingen te versterken. Dit beleid wordt de komende jaren voortgezet. Voor realisatie van meer groen rond de stad is gebleken dat de gemeente zelf over te weinig financiën en bevoegdheden heeft beschikt om daar sturing in te hebben. Desondanks hebben we samen met andere partijen bijgedragen aan de ontwikkeling van het Terraspark, de Grensmaas, de St.Pietersberg, de afwerking van de Belvédère-berg (stortplaats), de Landgoederenzone (Gebiedsontwikkeling Maastricht-Valkenburg), het Geusseltpark, het Zouwdal, de Dousberg en het transformatieplan van de ENCI. Groen Groen in wijken is om meerdere redenen van belang: het maakt de woonomgeving aantrekkelijker, zorgt voor opvang van regenwater, biedt onderdak aan dieren en planten en koelt de omgeving in tijden van hoge temperaturen. Dit wordt met de klimaatverandering waarbij het warmer en natter wordt nog belangrijker. Door diverse oorzaken (verharding privétuinen, uitbreiding parkeerplaatsen in woonwijken, verdwijnen groenstroken etc.) is de verharding in de stad voortgeschreden. Verder is het moeilijk gebleken de biodiversiteit van de verschillende groengebieden te versterken, mede door de versnippering en ontbrekende schakels tussen groengebieden. De afgelopen jaren zijn in het kader van de structuurvisie enkele bouwstenen gereed gekomen voor een hernieuwde visie op het groenbeleid. Dit zijn o.a. de studie Biodiversiteit in de stad en de notitie Ecologisch netwerk. Met deze specifiekere kennis zal het beleid beter in de uitvoering kunnen worden vertaald.
14