Docentenhandleiding magazine Lekker Belangrijk!!! 2009 Het is altijd vooral belangrijk geweest dat er genoeg, veilig en gezond eten is. Ook andere aspecten worden steeds belangrijker. Daarbij gaat het om zaken als dierenwelzijn, natuur en milieu en eerlijke handel. Informatie over deze meerwaarden van voedsel is op een eigentijdse manier neergezet in het magazine Lekker Belangrijk. Deze docentenhandleiding geeft u handvaten om het magazine te gebruiken in de klas. Eerst wordt aangegeven bij welke kerndoelen de inhoud van het magazine Lekker Belangrijk aansluit. Daarna volgt een korte handleiding voor het houden van een discussie over de onderwerpen die in het magazine aan bod komen. Tot slot vindt u meer informatie over het online lesprogramma Weet Wat Je Eet, dat inhoudelijk bij het magazine aansluit. Koppeling van de kerndoelen aan de inhoud van het magazine Het magazine Lekker Belangrijk stimuleert het zelfdenkend vermogen van leerlingen. Het reikt informatie aan met behulp waarvan leerlingen zelf een mening kunnen vormen en daarop hun keuzes kunnen baseren. De inhoud van het magazine is gekoppeld aan de onderwijskerndoelen uit de domeinen ‘Mens en Natuur’ en ‘Mens en Maatschappij’. Domein Mens en Natuur Kerndoel 30 De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. Aansluitende artikelen: In het artikel Van Koetjes naar Toetjes (pag. 14 en 16) gaat Radio 538 dj Mark Labrand langs bij een zuivelboerderij. Hij volgt het reilen en zeilen op de boerderij en maakt zelf een toetje. Dit stuk gaat over het houden van melkkoeien en over het productieproces van vla. Het artikel Waar komt die banaan vandaan (pag. 8 en 9) gaat over alle ins en outs van de banaan: waaronder herkomst, teeltwijze, arbeidsomstandigheden tijdens de teelt en effect van dit product op jezelf. In het artikel Vlees! Feiten en fabels (pag. 18 en 19) worden diverse aspecten van vlees onder de loep genomen waaronder de productie van vlees, effecten hiervan op het klimaat, de export, culturele aspecten en de toekomst.
Eisenhowerlaan 108 Postbus 85700 2508 CK Den Haag T. 070 306 88 88 F. 070 350 42 59 KvK 41159550
1/1
De gedragscode van het Voedingscentrum is onverkort van toepassing; zie onze website
Kerndoel 31 De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu. Aansluitende artikelen: De Rare reisweetjes quiz (pag. 12) gaat in op het transport van eten en effect van transport op het klimaat. Kerndoel 34 De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid, en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. Aansluitende artikelen: In diverse artikelen is informatie te vinden over eten en gezondheid. In het interview met Melody Klaver (pag. 13) wordt o.a. het belang van ontbijten belicht. Het artikel Lunchen in ’n gezonde schoolkantine (pag. 10 en 11) gaat over de schoolkantine. In dit stuk wordt opgeroepen om mee te denken over hoe je je eigen omgeving (kantine) gezonder kan maken. Daarnaast bespreken BN-ers hun lunchgewoonten. Dit stuk zet de lezer aan tot nadenken over z’n eigen eetgedrag en de consequenties daarvan. Domein Mens en Maatschappij Kerndoel 36 De leerling leert betekenisvolle vragen stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. Aansluitende artikelen: De meeste artikelen van het magazine laten diverse opinies zien. Bijvoorbeeld het artikel RED! in de kar (pag. 6-7) : waarbij drie bekende Nederlanders in discussie gaan over hun aankoop- en eetgedrag en aansluitende maatschappelijke kwesties. Door deze opiniërende stukken van personen die aansprekend zijn voor de doelgroep, wordt de doelgroep gestimuleerd om zelf ook een mening te vormen. Kerndoel 42 De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. Aansluitende artikelen: In de test Hoe bewust eet jij? (pag. 17) kunnen jongeren testen wat hun houding is ten aanzien van meerwaarden van eten, aspecten als dierenwelzijn, milieu, cultuur en leefstijl maar ook prijs en gezondheid. De vraag is of ze bewust kiezen voor eten. En hoe dit zich verhoudt tot keuzes van leeftijdsgenoten.
2/2
In de test Rare reisweetjes quiz (pag. 12) kunnen jongeren testen hoeveel kennis ze hebben over het transport van eten. En hoe deze kennis zich verhoudt tot de kennis van leeftijdsgenoten. De artikelen Lunchen in ’n gezonde schoolkantine (pag. 10 en 11), Wat kruipt er in je mond (pag.20-21) en Hollyfood (pag. 22 en 23) gaan over keuzes van (bekende) leeftijdgenoten over wat ze waarom wel of niet eten. De leerling kan deze ervaringen betrekken op z’n eigen omgeving. Kerndoel 46 De leerling leert over verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu en relaties te leggen met het eigen leven in Nederland. Aansluitend artikel: Het artikel Waar komt die banaan vandaan (pag. 8 en 9) laat zien wat effecten van voedselproductie kunnen zijn op de mens.
3/3
Handleiding discussie Het magazine Lekker Belangrijk!!! geeft informatie en verschillende opinies over de meerwaarden van voedsel. Dit biedt veel insteken voor discussies in de klas. Deze discussiehandleiding kan een handvat zijn voor het houden van discussie in de klas. Het doel van de discussie is dat leerlingen met elkaar van gedachten wisselen over meerwaarden van voedsel en hier een mening over vormen. Deze werkvorm is ontleend aan het jongerendiscussieprogramma ‘Lagerhuis’. In dit programma debatteren jongeren op overtuigende wijze met elkaar over allerlei thema’s. Bij deze werkvorm wordt de structuur van het jongeren-Lagerhuis in grote lijnen overgenomen. Gang van zaken 1. U legt kort uit wat de bedoeling is. Er gaat gediscussieerd worden over stellingen. De leerlingen bepalen hun standpunt en proberen vervolgens leerlingen met een ander standpunt te overtuigen van hun gelijk. Het is verstandig erop te wijzen dat het veranderen van mening niet ‘zwak’ is, maar getuigt van goed luisteren en openstaan voor goede argumenten. Een jury bepaalt wie het beste argumenteert en overtuigt. 2. Eventueel wijst u een jury aan van twee leerlingen. Deze jury bepaalt aan het eind van iedere discussie welke leerling het beste was en waarom. De jury kiest (van tevoren) waarop ze gaan letten: creativiteit, originaliteit, overtuigendheid en/of (open staan voor) goede argumenten. 3. Ook wijst u een samenvatter aan. Deze leerling vat de hele discussie aan het eind nog even samen. De jury en de samenvatter zorgen ervoor dat de leerlingen zelf actiever bij de les worden betrokken. U bent zelf ‘vrij’ en kunt optreden als begeleider. Eventueel kunnen beide rollen door uzelf gedaan worden, dit hangt van de klas af. 4. U deelt aan alle leerlingen een vel uit met daarop een stelling en ruimte voor redeneringen en aantekeningen. U kunt een van onderstaande stellingen uitkiezen of ze allebei laten doen. Per stelling bent u ongeveer 15-20 minuten bezig. 5. U schrijft de stelling op het bord. 6. De leerlingen schrijven op hun antwoordvel of ze het met de stelling eens zijn of niet. Ook schrijven ze op waarom ze het er wel of niet mee eens zijn (2 minuten). Voor hun betoog maken de leerlingen gebruik van minstens 3 van de onder aan het blad staande kernwoorden. 7. Als alle leerlingen klaar zijn, vraagt u de leerlingen die het ermee eens zijn hun vinger op te steken. Dit aantal schrijft u op het bord. Daarna vraagt u de leerlingen die het er niet mee eens zijn hun vinger op te steken. Ook dit aantal schrijft u op. 8. Het discussiëren kan beginnen. Het gaat erom dat de leerlingen die het ermee eens zijn de leerlingen die het er niet mee eens zijn aan hun kant proberen te krijgen. En omgekeerd.
4/4
9. Na 10 minuten stopt u de discussie. U vraagt de samenvatter om de discussie kort samen te vatten. 10. U vraagt opnieuw wie van de klas het met de stelling eens is en wie niet. Als er verschil is dan constateert u dat en u kunt eventueel om uitleg vragen. 11. U vraagt de jury wie volgens hen de beste debater is, ook vraagt u om uitleg bij deze keuze. 12. U rondt de discussie af. 13. Als er tijd over is kan er nog een stelling gedaan worden op dezelfde manier.
Voorbeelden van bruikbare stellingen Ik let op het etiket Ik eet boerenkool alleen in de winter Of mijn banaan fair trade is, boeit me niet Koeien horen in de wei Vlees eten is slecht voor het milieu Aardbeien eet ik het liefst het hele jaar door Fair trade kun je niet proeven Mijn schoolkantine moet veel gezonder Ik eet graag producten van dichtbij Ontbijten vind ik niet belangrijk Ik ga altijd voor gezond, prijs is niet belangrijk Eten doe ik het liefst gezellig samen met anderen Ik wil niet weten waar mijn eten vandaan komt Insecten eten? Mij niet gezien! Biologisch vlees smaakt in mijn hoofd anders Over 40 jaar is iedereen vegetariër Ik eet graag vlees, maar dan wel van een dier dat een goed leven heeft gehad Of je nou fair trade producten koopt of juist heel milieubewust, het heeft toch geen zin Meer inhoudelijke informatie over deze onderwerpen is te vinden op www.voedingscentrum.nl.
5/5
Voorbeeld leerlingenvel bij discussie Lees het artikel RED! in de kar op pagina 6 en 7 van magazine Lekker Belangrijk!!! Hieronder volgt een stelling. Ben je het ermee eens of niet? Schrijf dat onder de stelling. Gebruik minstens drie van de kernwoorden onderaan dit blad. Als je vóór de discussie bedenkt waarom je het er wel of niet mee eens bent en waarom, kom je tijdens de discussie beter uit je woorden. Wil je tijdens de discussie reageren op iemand anders, maar ben je niet meteen aan de beurt? Schrijf dan even op wat je wilde zeggen bij ‘aantekeningen’. Dan onthoud je wat je wilde zeggen.
Stelling ‘Ik vind het belangrijk om te letten op de herkomst van mijn eten’ Ik ben het daar wel/niet mee eens want ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................
Aantekeningen tijdens de discussie: ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................
Woorden die je tijdens de discussie kunt gebruiken: transport – dierenwelzijn – seizoen – keurmerk – supermarkt- etiket- gezond ver weg – eerlijke handel – milieu – buitenland – smaak- prijs – dichtbij
Discussieregels: 1. Als er iemand aan het woord is, luister ik 2. Als ik iets wil zeggen, steek ik mijn vinger op
6/6
Het jongerenmagazine Lekker Belangrijk!!! sluit aan bij de basisles ‘Voedsel en de wereld eromheen’ en diverse keuzelessen van het online lesprogramma Weet wat je eet. Met een basisles over ‘Voedsel en de wereld eromheen’ en keuzelessen over ‘de Voedselketen’ en ‘Voedsel en Milieu’ wil het Voedingscentrum leerlingen inzicht geven in de invloed van eten op de omgeving. Dit wordt een steeds belangrijker aandachtpunt in ons leef- en eetpatroon. De module helpt de leerlingen inzicht te krijgen in hun voedsel, waardoor ze bewustere keuzes kunnen maken voor wat ze eten. Lesprogramma Weet wat je eet ‘Weet wat je eet’ is een online lesprogramma over bewust, gezond en veilig eten voor leerlingen van 12 tot en met 18 jaar in het voortgezet onderwijs (VMBO, HAVO, VWO en MBO). Het programma is door het Voedingscentrum ontwikkeld en helpt bij de invulling van verplichte kerndoelen van het voortgezet onderwijs. Het programma bestaat uit verschillende basislessen en keuzelessen (inclusief proefwerken). Het biedt leerlingen op een aantrekkelijke en laagdrempelige manier lesstof over eten. De leerlingen volgen de lessen individueel via internet en de docent volgt de vorderingen op de docentensite. Basisles Voedsel en de wereld eromheen Deze basisles gaat over dierenwelzijn, milieu, natuur en landschap, eerlijke handel en voedsel als cultuur en leefstijl. Wat je eet heeft namelijk ook invloed op de wereld om je heen. Hoe heeft de kip die je eet geleefd en waar komt z’n voer vandaan? En is het plakje kaas op je brood in een fabriek gemaakt of op een boerderij? Naast een kennisles kunnen de leerlingen een test doen om hun eigen eetgewoonten onder de loep te nemen. Keuzeles De Voedselketen De lesmodule ‘De Voedselketen’ bestaat uit twee keuzelessen. In de eerste keuzeles ‘Voedselketen: weet wat je eet’ komt aan de orde welke stappen een product doorloopt voordat het daadwerkelijk op je bord ligt. Waar komen de grondstoffen vandaan? En welke aspecten spelen mee bij de aankoop en bereiding van producten? De tweede keuzeles ‘Voedselketen: het varken’ geeft inzicht in de voedselproductieketen van ham. Wat en hoeveel eet een varken? Hoeveel ruimte heeft een varken in zijn hok? Wat is intensieve veehouderij? En wat is het verschil tussen scharrelvarkens en biologische varkens? De leerling leert dat je producten naast prijs en uiterlijk ook kunt beoordelen op dierenwelzijn, milieu en eerlijke handel. Dit is belangrijk voor het maken van een bewuste keuze. Keuzeles Voedsel en Milieu De lesmodule Voedsel en Milieu bestaat ook uit twee lessen. In de eerste les ‘Milieu, voedsel en productiemethoden’ van de lesmodule leren leerlingen over de effecten van verschillende productiemethoden op het milieu en over hun eigen invloed hierop. Aan
7/7
bod komen vragen als: Wat is het milieu? Wie heeft invloed op het milieu? En wat zijn effecten van voedselproductie en consumptie? Deze vragen worden toegelicht met voorbeelden van negatieve effecten, maar ook van positieve effecten. De tweede les ‘Duurzaam consumeren’ richt zich op aspecten die meerwaarde kunnen geven aan voedsel. Het besef van deze meerwaarden is belangrijk voor bewuste keuzes in het koop- en eetgedrag van de leerlingen. Consumptiegedrag en de voedselvoetafdruk van de leerlingen zelf komen aan bod. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de milieubelasting van bepaalde producten en voedselverspilling. Meer weten of inschrijven U kunt uw school inschrijven voor een jaarabonnement Weet wat je eet. Een jaarabonnement per klaseenheid van maximaal 35 leerlingen bedraagt €17,50 (bij 35 leerlingen is dit €0,50 per leerling). Meld uw school aan op www.wwje.nl/informatie en schrijf de klassen in door ze een klascode toe te kennen. Vervolgens kunnen de leerlingen zichzelf via www.wwje.nl aanmelden en het gehele lesprogramma gaan volgen. De docent kan de vorderingen volgen via de speciale docenten website: www.wwje.nl/docenten.
8/8