Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding blueCompact

Voor het begin van alle werkzaamheden de handleiding lezen!

Aug. Winkhaus GmbH & Co. KG Hessenweg 9 48157 Münster Duitsland Telefoon: +49 2514 908-0 Telefax: +49 2514 908-145 Internet: www.winkhaus.com Wink-29491-DE, 2, nl_NL

© Aug. Winkhaus GmbH & Co. KG 2015 2

blueCompact sluitsysteem

11.12.2015

Aanvullende aanwijzingen

Wat is blueCompact?

blueCompact is een elektronisch sluitsysteem dat uit maximaal 99 sleutels en 25 cilinders bestaat. De kern van het sluitsysteem bestaat uit een app en een actieve elektronische sleutel die het mogelijk maken om sleutels en cilinders te activeren, te beheren en te programmeren.

Besturingssystemen en smartphoneversies

Voor de app heeft u een van de volgende besturingssystemen nodig: n Android vanaf versie 4.4 n iOS vanaf versie 7 Smartphones dienen minimaal Bluetooth-versie 4.0 te gebruiken. Voor toepassing op tablet-PC's moet de weergave worden opgeschaald.

Klantenservice

U kunt voor vragen contact opnemen met uw blueCompact leverancier.

+31 365227744

Winkhaus Ibérica S.A. Parc Industrial Gavá Park C./ de la Creativitat, 7 E-08850 Gavà/Barcelona +34 936334470 +34 93 6334471 www.bluecompact.com

F+W France SARL 6, Rue de la Maison Rouge Bâtiment D France - 77185 Lognes +33 160951622 +33 160951617 www.bluecompact.com

11.12.2015


3


Winkhaus Nederland B.V. Landauer 29 NL-3897 AB Zeewolde +31 365227744 +31 365224333 www.bluecompact.com

Winkhaus Austria GmbH Oberfeldstraße 24 A-5082 Grödig +43 6246722260 +43 624672226145 www.bluecompact.com

Winkhaus Polska Beteiligungs spółka z ograniczoną odpowiedzialnością sp.k. ul. Przemyslowa 1 PL-64 130 Rydzyna +48 655255700 +48 655255800 www.bluecompact.com

Doel van de handleiding

De handleiding maakt een veilige omgang met het sluitsysteem blueCompact mogelijk. n Lees de handleiding door voor aanvang van alle werkzaamheden. n Instructies zoals handelingsaanwijzingen en veiligheidsaanwijzingen altijd naleven. n Bewaar de handleiding onder handbereik voor toekomstig gebruik.

4


11.12.2015


n Geef de handleiding mee bij overdracht van het product. n Afbeeldingen dienen voor het algemene begrip en kunnen van de daadwerkelijk uitvoering afwijken. Symbolen in de handleiding

Veiligheidsaanwijzingen zijn in deze handleidingen door symbolen gemarkeerd. De veiligheidsaanwijzingen worden ingeleid door signaalwoorden die de mate van gevaar tot uitdrukking brengen. WAARSCHUWING! De combinatie van symbool en signaalwoord duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan die ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben, wanneer zij niet wordt vermeden.

AANWIJZING! De combinatie van symbool en signaalwoord duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan die materiële schade tot gevolg kan hebben, wanneer zij niet wordt vermeden.

MILIEU! Deze combinatie van symbool en signaalwoord maakt attent op mogelijke gevaren voor het milieu.

Veiligheidsaanwijzingen in handelingsinstructies

Veiligheidsaanwijzingen kunnen betrekking hebben op bepaalde, individuele handelingsinstructies. Dergelijke veiligheidsaanwijzingen worden in de handelingsaanwijzing ingebed om het leesproces bij de uitvoering van de handeling niet te onderbreken. De hierboven beschreven signaalwoorden worden gebruikt. Voorbeeld: 1.

Cilinder plaatsen.

2. AANWIJZING! Materiële schade door scheef ingeschroefde cilinderschroef! Draai de cilinderschroef met een schroevendraaier recht in de schroefdraad van de cilinder in.

11.12.2015


5


3. AANWIJZING! Materiële schade door te hoge schroefaanhaalmomenten! Cilinderschroef met schroevendraaier handvast aandraaien. ð De cilinder is ingebouwd. Verdere markeringen

Om instructies, resultaten, opsommingen, verwijzingen en andere elementen te benadrukken, worden in deze handleiding de volgende markeringen gebruikt:

Markering

Toelichting Stap-voor-stap instructies

ð

Resultaten van handelingsstappen Verwijzingen naar paragrafen van deze handleiding en naar eveneens geldende documentatie Opsommingen zonder vastgelegde volgorde

Tips en adviezen Dit symbool vestigt de aandacht op tips, adviezen en informatie voor een efficiënt en storingsvrij bedrijf.

Doelgroep

Voor montage van cilinders een handige klusser die enige kennis over het volgende moeten beschikken: n In- en uitbouw van cilinders n Omgang met smartphones en bediening van app-interfaces

Stap-voor-stap naar het doel - het menu "Handleidingen"

Naast de voorliggende gedrukte versie is de handleiding eveneens toegankelijk via het hoofdmenu van de app. De individuele instructies kunnen als animatievideo's worden opgeroepen wanneer een internetverbinding beschikbaar is. In de stap-voor-stap instructies worden de verschillende handelingen, ook zonder internetverbinding, met behulp van afbeeldingen en teksten toegelicht.

6


11.12.2015


Voorbeeld: Cilinder integreren

Afb. 1: Instructies oproepen 1.

In het hoofdmenu op het menu Handleidingen (1) tikken.

2.

Hoofdstuk Installatie (2) selecteren. ð Het subhoofdstuk wordt weergegeven.

3.

Hoofdstuk Cilinder invoegen (3) selecteren. ð De videoinstructie of de stap-voor-stapinstructie kan worden geselecteerd.

11.12.2015


7


Afb. 2: Instructietype selecteren 4. De instructievideo's kunnen alleen worden opgeroepen, wanneer een internetverbinding beschikbaar is. Om de instructievideo op te roepen, op „Videoinstructie“ (1) tikken. 5.

8

Om de stap-voor-stap instructie te bekijken, op „Stap-voor-stap handleiding“ (2) tikken.


11.12.2015


Met de activeringsset wordt nog steeds een beknopte handleiding meegeleverd. Deze beknopte handleiding bevat: n gebruiksaanwijzing voor de Google Play Store/App Store om de app te installeren n QR-code voor het betreffende platform n Veiligheidsaanwijzingen en aanwijzingen voor de afvoer als afval n Starthulp ( de eerste stappen tot aan de start van de app)

Ä Hoofdstuk 1.1 „Componenten naar wens samenstellen“ op pagina 15

11.12.2015


9


10


11.12.2015

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

11.12.2015

1

Productoverzicht...................................................................... 15 1.1 Componenten naar wens samenstellen................... 15 1.2 Sleutel................................................................................... 16 1.2.1 Actieve sleutel................................................................ 16 1.2.1.1 Gebruikerssleutelfunctie gebruiken..................... 18 1.2.1.2 Eigen powerfunctie gebruiken............................. 19 1.2.1.3 Vreemde powerfunctie gebruiken..................... 20 1.2.2 MasterKey...................................................................... 20 1.2.3 Passieve sleutels........................................................... 21 1.2.4 Adapter............................................................................ 21 1.3 Activeringskaart.............................................................. 22 1.4 PUK-kaart........................................................................... 22 1.5 Cilinder................................................................................ 23

2

Veiligheid.................................................................................... 2.1 Correcte toepassing...................................................... 2.2 Veiligheid bij inbouw van de cilinders in brandwerende deuren............................................................. 2.3 Veiligheid bij inbouw van de cilinders in nooduitgangen.......................................................................... 2.4 Aanwijzingen voor de integratie in alarmsystemen................................................................................. 2.5 Verantwoordelijkheden van de beheerder.......... 2.6 Gevaren voor personen.............................................. 2.7 Materiële schade............................................................ 2.8 Inbraakgevaar.................................................................

29 29 30 32 34

3

Transport en opslag............................................................... 3.1 Labelling op de verpakking........................................ 3.2 Transport en uitpakken............................................... 3.3 Opslag................................................................................

35 35 35 36

4

Cilinders selecteren en inbouwen..................................... 4.1 Oude cilinder uitbouwen............................................. 4.2 Cilindertype bepalen.................................................... 4.3 Cilinderlengte bepalen................................................ 4.4 Oude cilinder inbouwen............................................. 4.5 Cilinderinbouw voorbereiden................................... 4.6 Cilinder type 01, type 02, type 04, type 04 MK en type 05 inbouwen................................................... 4.7 Cilinder type 21 en type 22 inbouwen...................

39 42 42 43 46 48

27 27 28 28

49 52

5

App installeren......................................................................... 55

6

Sluitsysteem beheren............................................................ 6.1 Masterkey initialiseren.................................................. 6.2 Aanmelden....................................................................... 6.3 Sleutel invoegen en beheren....................................


57 57 59 60

11

Inhoudsopgave

6.3.1 Sleutels in het sluitsysteem invoegen................ 60 6.3.2 Sleutels beheren......................................................... 62 6.3.3 Sleutels identificeren................................................ 63 6.3.4 Sleutels wissen............................................................ 64 6.4 Cilinders invoegen en beheren................................ 65 6.4.1 Cilinders in het sluitsysteem invoegen............... 65 6.4.2 Cilindernaam wijzigen.............................................. 66 6.4.3 Cilinder identificeren................................................ 66 6.4.4 Batterijtoestand van de cilinder controleren................................................................................ 68 6.4.5 Sluitautorisaties toewijzen en intrekken........... 69 6.4.6 Cilinders uit het sluitsysteem verwijderen........ 71 6.5 Sluitgebeurtenissen weergeven en verzenden................................................................................ 72 6.6 Installatie-informatie oproepen............................... 75 6.7 Sluitplan oproepen en verzenden........................... 75 6.7.1 Sluitplan handmatig verzenden............................. 77 6.7.2 Herinnering sluitplanwijziging............................... 78 6.8 Autorisatie op afstand toewijzen............................ 79

12

7

Sluiten.......................................................................................... 85

8

Software-updates installeren............................................. 87 8.1 Data overgedragen aan de masterkey en aan actieve sleutels................................................................ 87 8.2 Data aan cilinder overdragen.................................... 91

9

Reiniging en onderhoud....................................................... 95 9.1 Cilinders testen en sleutels reinigen....................... 95 9.2 Batterijen vervangen.................................................... 96 9.2.1 Batterij van een actieve sleutel vervangen....... 98 9.2.2 Batterijen vervangen bij de cilinders van type 01, type 04 MK en type 05..................................... 98 9.2.3 Batterijen vervangen bij cilinders van type 02................................................................................... 100 9.2.4 Batterijen vervangen bij cilinders van type 04.................................................................................... 101 9.2.5 Batterijen vervangen bij de cilinders van type 21 en type 22.............................................................. 104 9.2.6 Batterijen vervangen bij hangsloten van type 85.................................................................................... 107

10

Storingsopheffing.................................................................... 10.1 Storingen bij het sluitproces..................................... 10.2 Verlies van de masterkey......................................... 10.3 Verlies van de activeringskaart..............................

11

Onderdelen en toebehoren................................................. 121

12

Afvoer en verwerking als afval......................................... 123

13

Technische gegevens........................................................... 125


111 111 112 117

11.12.2015

Inhoudsopgave

14

Index........................................................................................... 133 Bijlage......................................................................................... 135 A Conformiteitsverklaring................................................ 136

11.12.2015


13

Inhoudsopgave

14


11.12.2015

Productoverzicht

1

Productoverzicht

Afb. 3: Systeemoverzicht 1 2 3 4

1.1

Smartphone-app MasterKey Actieve sleutel PUK-kaart

5 6 7 8

Activeringskaart Cilinder Beknopte handleiding Passieve sleutels

Componenten naar wens samenstellen Basis voor het sluitsysteem is de activeringsset De componenten moeten naar behoefte als aanvulling op de activeringsset worden aangeschaft. De activeringsset bevat de volgende componenten:

Afb. 4: Activeringsset

11.12.2015

n Actieve sleutel – Ä Hoofdstuk 1.2.1 „Actieve sleutel“ op pagina 16 n Vier passieve sleutels in verschillende kleuren: – Ä Hoofdstuk 1.2.3 „Passieve sleutels“ op pagina 21 – groen – roze – geel – blauw n Activeringskaart – Ä Hoofdstuk 1.3 „Activeringskaart“ op pagina 22


15

Productoverzicht

n PUK-kaart – Ä Hoofdstuk 1.4 „PUK-kaart“ op pagina 22 n Adapter – Ä Hoofdstuk 1.2.4 „Adapter“ op pagina 21 n Beknopte handleiding

1.2 Sleutel 1.2.1

Actieve sleutel 1 2 3 4 5 6

sleutelhangergat Batterijvakdeksel Toets Sleutelkop Sleutelpunt LED-indicatie

Actieve sleutels zijn voorzien van een toets (3) voor de activering, een batterij en een indicatie-led (6). Via een sleutelhangergat (1) kan de sleutel aan de sleutelbos worden bevestigd. Een actieve sleutel beschikt over de volgende functies: Afb. 5: Actieve sleutel

16

n Cilinder sluiten. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.1 „Gebruikerssleutelfunctie gebruiken“ op pagina 18 n Cilinder met lege batterij sluiten. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.2 „Eigen powerfunctie gebruiken“ op pagina 19 n Data van een passieve sleutel uitlezen om cilinders met een lege batterij te sluiten. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.3 „Vreemde powerfunctie gebruiken“ op pagina 20 n Configuratie als masterkey. – Ä Hoofdstuk 6.1 „Masterkey initialiseren“ op pagina 57 n Autorisaties op afstand opvangen. – Ä Hoofdstuk 6.8 „Autorisatie op afstand toewijzen“ op pagina 79


11.12.2015

Productoverzicht

Bij alle componenten die een batterij hebben, kan de batterijtoestand weergegeven of uitgelezen worden. –

Ä Hoofdstuk 6.4.4 „Batterijtoestand van de cilinder controleren“ op pagina 68

De volgende batterijtoestanden worden weergegeven: – – – –

goed toereikend slecht vervangen

Wanneer de batterijtoestanden "slecht" of "vervangen" worden aangegeven, moet de batterij worden vervangen.

Signalen van de LED-indicatie Dit signaal waarschuwt voor een lage batterijcapaciteit van de actieve sleutel. Dit signaal verscheen bij de volgende functies: n eigen powerfunctie, wanneer nog slechts weinige sluitingen mogelijk zijn. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.2 „Eigen powerfunctie gebruiken“ op pagina 19 n Gebruikerssleutelfunctie, wanneer minder dan 1000 sluitingen mogelijk zijn. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.1 „Gebruikerssleutelfunctie gebruiken“ op pagina 18 WAARSCHUWING! Gevaar voor personen door werkingstoringen van de noodopening met actieve sleutel! Batterij van de actieve sleutel vervangen. n Ä Hoofdstuk 9.2.1 „Batterij van een actieve sleutel vervangen.“ op pagina 98 Het signaal kan de volgende toestanden aangeven: n De actieve sleutel werd via de toets geactiveerd. n De actieve sleutel communiceert via Bluetooth met andere componenten.

11.12.2015


17

Productoverzicht

Signalen van de LED-indicatie

De poweradaptermodus maakt het sluiten van de cilinder via de eigen Powerfunctie mogelijk en wordt door het indrukken van de toets (2 seconden) geactiveerd.

Ä Hoofdstuk 1.2.1.2 „Eigen powerfunctie gebruiken“ op pagina 19 Het signaal kan de volgende toestanden aangeven: n Zoeken naar een sleutel die ingelezen kan worden. n Zoeken naar een cilinder waarbij een eigen powersluiting uitgevoerd kan worden. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.2 „Eigen powerfunctie gebruiken“ op pagina 19 Sleutel is ingelezen en wacht op verbinding met de cilinder. Fout bij de communicatie met een passieve sleutel of cilinder. Proces herhalen. Actieve sleutel heeft sluitingsautorisatie. Actieve sleutel heeft geen sluitingsautorisatie.

1.2.1.1

Gebruikerssleutelfunctie gebruiken Een actieve sleutel kan als een passieve sleutel (= gebruikerssleutel) worden gebruikt. Hiervoor hoeft de actieve sleutel niet met de toets geactiveerd te worden.

Ä Hoofdstuk 1.2.3 „Passieve sleutels“ op pagina 21 Voorwaarden: n Batterij van de cilinder heeft nog voldoende capaciteit. n De actieve sleutel heeft de betreffende sluitrechten. Cilinder sluiten. 1.

Actieve sleutel (1) in de cilinder steken.

2.

Cilinder bedienen.

Afb. 6: Cilinder sluiten

18


11.12.2015

Productoverzicht

1.2.1.2

Eigen powerfunctie gebruiken Wanneer de batterij van de cilinder leeg is, kan de cilinder via de batterij van een actieve sleutel worden bediend.

WAARSCHUWING! Gevaar voor personen door werkingstoringen van de noodopening met actieve sleutel! Actieve sleutels met een lage batterijcapaciteit kunnen cilinders met een lege batterij mogelijkerwijze niet bedienen. –

–

Controleer regelmatig de batterijtoestand van alle componenten. – Ä Hoofdstuk 6.4.4 „Batterijtoestand van de cilinder controleren“ op pagina 68 Batterijen met een lage batterijcapaciteit per omgaande vervangen door nieuwe, toegelaten batterijen. – Ä Hoofdstuk 9.2.1 „Batterij van een actieve sleutel vervangen.“ op pagina 98 – Ä Hoofdstuk 9.2.6 „Batterijen vervangen bij hangsloten van type 85“ op pagina 107 – Ä Hoofdstuk 13 „Technische gegevens“ op pagina 125

Voorwaarde: n Batterij van de cilinder is leeg. Cilinder sluiten 1.

Actieve sleutel in de cilinder steken.

2.

Activeer de actieve sleutel met een druk (2 seconden) op de toets (2). ð De LED-indicatie (3) van de actieve sleutel brandt geel en de cilinder kan met de energie van de batterij (1) van de actieve sleutel worden bediend.

Afb. 7: Eigen powerfunctie gebruiken

11.12.2015


19

Productoverzicht

1.2.1.3

Vreemde powerfunctie gebruiken Wanneer de batterij van de cilinder leeg is, kan de cilinder via de batterij van een actieve sleutel worden bediend. Wanneer de sleutel geen batterij heeft (= passieve sleutel), kunnen de sluitautorisaties van de passieve sleutel met een actieve sleutel worden uitgelezen. Deze kan de cilinder met de geïntegreerde batterij gedurende 20 seconden bedienen. Voorwaarden: n Er is een passieve sleutel met sluitautorisatie beschikbaar. n Er is een actieve sleutel zonder sluitautorisatie beschikbaar.

Passieve sleutel uitlezen 1.

Activeer de actieve sleutel (4) met een druk (2 seconden) op de toets (3).

2.

Verbind de actieve sleutel (4) met de passieve sleutel (1) via een adapter of met de hand. ð Tijdens het uitlezen brandt de LED-indicatie (2) van de actieve sleutel geel. De sluitautorisaties van de passieve sleutel (1) zijn uitgelezen, wanneer de LED-indicatie (2) groen brandt.

Afb. 8: Passieve sleutel uitlezen Cilinder sluiten 3.

Actieve sleutel (1) in de cilinder steken. ð De LED-indicatie (3) van de actieve sleutel (1) brandt geel en de cilinder kan gedurende 20 seconden met de energie van de batterij (2) van de actieve sleutel (1) worden bediend. Na afloop van deze 20 seconden is de sluitautorisatie voor de cilinder vervallen.


1.2.2 MasterKey De Masterkey is altijd een actieve sleutel die met de activeringskaart via de app als Masterkey wordt vastgelegd. De Masterkey beschikt over alle functies van de actieve sleutels en kan bovendien actieve en passieve sleutels en cilinders in het sluitsysteem integreren, deze identificeren, informatie uitlezen en, indien aanwezig, de status van de batterij weergeven.

20


11.12.2015

Productoverzicht

Op de Masterkey wordt alle informatie van het sluitsysteem opgeslagen. Deze informatie kan via de app worden ingezien. Voor elk sluitsysteem kan slechts één Masterkey worden vastgelegd. Na 2 minuten inactiviteit schakelt de masterkey zich automatisch uit.

1.2.3 Passieve sleutels 1 2 3

sleutelhangergat Sleutelkop Sleutelpunt met transponder

Passieve sleutels kunnen met de masterkey in het systeem ingelezen en vervolgens via de app beheerd worden. In de sleutelpunt (3) is een transponder ingebouwd waarin de sluitautorisaties voor bepaalde cilinders zijn vastgelegd. Alle de cilinders waarvoor sluitautorisaties vastgelegd zijn, kunnen met passieve sleutels worden bediend.

Afb. 10: Passieve sleutels

Om het beheer van de sleutels te vereenvoudigen, zijn van de passieve sleutels de sleutelkoppen (1) in kleur gemarkeerd.

De sleutels zijn in de volgende vijf kleuren verkrijgbaar: n n n n n

blauw geel roze groen grijs

1.2.4 Adapter De adapter (1) fixeert de sleutels in de juiste positie voor de dataoverdracht. De sleutelpunten kunnen voor de dataoverdracht eveneens in de hand bij elkaar worden gehouden.

Afb. 11: adapter

11.12.2015


21

Productoverzicht

1.3 Activeringskaart 1 2 3 4

Systeemaanduiding Systeem Kaartnummer Aanwijzingen voor de bewaring

Op de activeringskaart zijn de noodzakelijke systemengegevens opgeslagen om van een actieve sleutel de masterkey van het sluitsysteem te kunnen maken. De activeringskaart bevat het persoonlijke identificatienummer (PIN) om de Bluetooth-verbinding tussen de masterkey en smartphone tot stand te brengen.

Afb. 12: Activeringskaart

1.4 PUK-kaart 1 2 3 4 5

Systeemaanduiding Systeem Kaartnummer Krasveld van de PUK-code Aanwijzingen voor de bewaring

De PUK-kaart bevat een persoonlijke deblokkeringsnummer in geval van verlies van het wachtwoord.

Afb. 13: PUK-kaart

22


11.12.2015

Productoverzicht

1.5 Cilinder In het sluitsysteem kunnen verschillende cilindertypes worden geïntegreerd. n n n n

dubbele cilinders knopcilinders halfcilinders Hangslot

De afmetingen van de individuele cilinders zijn in de technische gegevens gemeld. De cilinderlengte kan afhankelijk van de cilinder eenzijdig of aan beide zijden in stappen van 5 mm worden besteld.

Ä Hoofdstuk 13 „Technische gegevens“ op pagina 125 Bij alle cilinders kan de batterijtoestand weergegeven of uitgelezen worden. –

Ä Hoofdstuk 6.4.4 „Batterijtoestand van de cilinder controleren“ op pagina 68

De volgende batterijtoestanden worden weergegeven: – – – –

goed toereikend slecht vervangen

Wanneer de batterijtoestanden "slecht" of "vervangen" worden aangegeven, moet de batterij worden vervangen. Bovendien geeft de cilinder door opzettelijk vertraagd sluiten een lege batterij aan.

dubbele cilinders Dubbele cilinders kunnen vanaf beide zijden worden bediend. De volgende dubbele cilinders kunnen in het sluitsysteem worden geïntegreerd: n Type 01 (1) n Type 05 n Type 21 (2)

Afb. 14: Type 01 en type 21

11.12.2015


23

Productoverzicht

Knopcilinders Knopcilinders zijn vanaf buiten sluitbaar met een sleutel. Aan de binnenzijde hebben knopcilinders een knop. De volgende knopcilinders kunnen in het sluitsysteem worden geïntegreerd: n Type 04 (1) n Type 04 MK (2)

Afb. 15: Type 04 en type 04 MK Halve cilinders Halve cilinders zijn slechts vanaf één zijde bedienbaar en zitten tot halverwege de deur. De volgende halve cilinders kunnen in het sluitsysteem worden geïntegreerd: n Type 02 (1) n Type 22 (2)

Afb. 16: Type 02 en type 22

24


11.12.2015

Productoverzicht

Hangslot Met het type 85 kan een hangslot in het sluitsysteem worden geïntegreerd.

Afb. 17: Type 85

11.12.2015


25

Productoverzicht

26


11.12.2015

Veiligheid

2

Veiligheid

2.1 Correcte toepassing blueCompact is een sluitsysteem voor particuliere commerciële toepassingen. Het sluitsysteem dient voor de toegangscontrole en -organisatie van maximaal 99 sleutels en 25 cilinders. De sleutels en cilinders worden via een app in het sluitsysteem geïntegreerd. Via de app worden de batterijtoestanden opgeroepen en worden sleutels en cilinders geprogrammeerd en beheerd. De cilinders van het sluitsysteem zijn toegelaten voor gebruik in brandwerende deuren volgens DIN EN 1634-1: T90 en moeten na inbouw in brandwerende deuren volgens DIN EN 1634-1: T90 gecertificeerd worden. Voor gebruik in combinatie met nooduitgangssluitingen volgens DIN EN 179 of paniekdeursluitingen volgens DIN EN 1125 moeten de cilinders worden gecertificeerd. Foutief gebruik WAARSCHUWING! Lichamelijk letsel, materiële schade en negatieve uitwerking op de inbraakwerendheid door onjuist gebruik! Wanneer de componenten van het sluitsysteem foutief gebruikt worden, kan dit lichamelijk letsel en materiële schade tot gevolg hebben en de inbraakwerendheid negatief beïnvloeden. – – – – – – – – – –

11.12.2015

Bouw de cilinders niet in explosiegevaarlijke omgevingen in. Sluit de cilinders niet met beschadigde sleutels. Trek de deur niet met ingestoken sleutel open of dicht. Sleutels niet vervormen of bewerken. Sleutel niet gebruiken om te wrikken. Niet gooien met de sleutels. Oefen bij het sluitproces geen extra kracht uit op de sleutel met gereedschappen. Verricht geen eigenmachtige modificaties aan de componenten van het sluitsysteem. Let bij gebruik in buitendeuren en -omgevingen op de bedrijfsomstandigheden. Steek geen vreemde, niet bij het systeem horende sleutels of voorwerpen in de cilinders.


27

Veiligheid

2.2 Veiligheid bij inbouw van de cilinders in brandwerende deuren Werkingsstoringen bij brandwerende deuren

WAARSCHUWING! Levensgevaar door werkingsstoringen bij brandwerende deuren! Niet correct functionerende brandwerende deuren kunnen in gevaarlijke situaties tot dodelijke ongelukken leiden. –

– – –

De cilinders van het sluitsysteem zijn voor gebruik in brandwerende deuren volgens EN 1634-1: T90 toegelaten. De brandwerende deur inclusief cilinder moet door een expert van de plaatselijke brandweer of een officiële expert geïnspecteerd en toegelaten worden. Stem de cilinders af op de eisen aan de verdere componenten. Integratie in brandmeldsystemen van uitsluitend door deskundige bedrijven. Neem de toepasselijke richtlijnen en bouwvoorschriften met betrekking tot het adequate onderhoud en veiligheidsinspecties in acht. Omvang, resultaat en tijdstip van de inspectie registreren en bewaren.

2.3 Veiligheid bij inbouw van de cilinders in nooduitgangen Werkingsstoringen bij nooduitgangen

WAARSCHUWING! Levensgevaar door werkingsstoringen bij vluchtdeuren! Niet correct functionerende deuren van nooduitgangen kunnen in gevaarlijke situaties tot dodelijke ongelukken leiden. – –

–

28

Laat de inbouw van de cilinders in vluchtdeuren uitsluitend door vakkundige bedrijven uitvoeren. Voor gebruik in combinatie met nooduitgangssluitingen volgens DIN EN 179 of paniekdeursluitingen volgens DIN EN 1125 cilinder, slot, beslag en montagetoebehoren als eenheid laten controleren en inbouwen. Neem de toepasselijke richtlijnen en bouwvoorschriften met betrekking tot het adequate onderhoud en veiligheidsinspecties in acht. Omvang, resultaat en tijdstip van de inspectie registreren en bewaren. Bij paniekvergrendeling de inspecties en inspectieintervallen volgens de afname in acht nemen.


11.12.2015

Veiligheid

Meervoudige anti-paniekvergrendelingen

Bij meervoudige anti-paniekvergrendelingen met aandrijvingsslotkast mag ter vermijding van blokkades van antipaniekdeuren alleen een speciale anti-paniekcilinder worden ingebouwd. Neem voor informatie hierover contact op met de klantenservice.

Ä „Klantenservice“ op pagina 3

2.4 Aanwijzingen voor de integratie in alarmsystemen Werkingsstoringen van alarmsystemen

AANWIJZING! Werkingsstoringen van alarmsystemen bij foute integratie van het sluitsysteem! Wanneer het sluitsysteem fout in het alarmsysteem geïntegreerd wordt, kunnen zich werkingsstoringen in het alarmsysteem voordoen. –

Laat het sluitsysteem uitsluitend door vakkundige bedrijven in het alarmsysteem integreren.

2.5 Verantwoordelijkheden van de beheerder De beheerder van het sluitsysteem beheert de masterkey, alsmede de PUK- en activeringskaart. De beheerder is verantwoordelijk voor de toewijzing van de sluitrechten. De beheerder van het sluitsysteem heeft de volgende verantwoordelijkheden: n Veilig bewaren van de masterkey, PUK- en activeringskaart. n Afgifte van de masterkey, PUK- en activeringskaart, uitsluitend aan geautoriseerde personen. n Instrueren van gebruikers in de omgang met het sluitsysteem. n Regelmatig uitlezen/controleren van de batterijtoestand op basis van de gebruiksfrequentie. – Ä Hoofdstuk 6.4.4 „Batterijtoestand van de cilinder controleren“ op pagina 68 n Masterkey en activeringskaart per omgaande vervangen bij verlies. – Ä Hoofdstuk 10.2 „Verlies van de masterkey“ op pagina 112 – Ä Hoofdstuk 10.3 „Verlies van de activeringskaart“ op pagina 117

11.12.2015


29

Veiligheid

n Bij verlies van individuele sleutels per omgaande de sluitrechten voor de betreffende sleutel intrekken. – Ä Hoofdstuk 6.4.5 „Sluitautorisaties toewijzen en intrekken“ op pagina 69 n Afgedankte batterijen volgens de geldende voorschriften afvoeren. – Ä Hoofdstuk 12 „Afvoer en verwerking als afval“ op pagina 123 n Bij brandwerende deuren en vluchtdeuren werkingscontroles en correct onderhoud verrichten.

2.6 Gevaren voor personen Gevaren door batterijen In de componenten van het sluitsysteem worden knoopcellen (1) (CR2032 en CR1220) en ½AA-batterijen (2) ingebouwd. Batterijen bevatten giftige zware metalen. Zij gelden als speciaal afval en moeten bij officiële inzamelpunten worden afgegeven of door een gespecialiseerd bedrijf worden afgevoerd.

Ä Hoofdstuk 12 „Afvoer en verwerking als afval“ op pagina 123

30


11.12.2015

Veiligheid

WAARSCHUWING! Risico op letsel bij foute omgang met batterijen! Bij foute omgang met batterijen bestaat het risico dat de batterijen exploderen of dat schadelijke vloeistof uit de batterijen uittreedt. Deze vloeistof kan bij huidcontact bijtwonden op de huid, bij inslikken ernstige vergiftiging en bij oogcontact blindheid veroorzaken. – – – –

– –

Gevaren door lage batterijcapaciteit

WAARSCHUWING! Gevaar voor personen door werkingstoringen van de noodopening met actieve sleutel! Actieve sleutels met een lage batterijcapaciteit kunnen cilinders met een lege batterij mogelijkerwijze niet bedienen. –

–

11.12.2015

Batterijpolen absoluut correct plaatsen (+/-). Batterijen nooit met geweld plaatsen. Batterijen nooit opwarmen tot meer dan 85 °C. Batterijen nooit gebruiken, opladen of bewaren op plekken waar een explosiegevaarlijke atmosfeer aanwezig is of hoge temperaturen kunnen optreden. Batterijen altijd beschermen tegen toegang door onbevoegden en kleine kinderen. Ter vermijding van brand, oververhitting, explosies of het uitlopen van vloeistof de batterijen nooit blootstellen aan heftige schokken, hoge gewichtsbelastingen of andere schadelijke invloeden. Uitgelopen batterijvloeistof kan tot ontbranding komen.

Controleer regelmatig de batterijtoestand van alle componenten. – Ä Hoofdstuk 6.4.4 „Batterijtoestand van de cilinder controleren“ op pagina 68 Batterijen met een lage batterijcapaciteit per omgaande vervangen door nieuwe, toegelaten batterijen. – Ä Hoofdstuk 9.2.1 „Batterij van een actieve sleutel vervangen.“ op pagina 98 – Ä Hoofdstuk 9.2.6 „Batterijen vervangen bij hangsloten van type 85“ op pagina 107 – Ä Hoofdstuk 13 „Technische gegevens“ op pagina 125


31

Veiligheid

Gevaren door inslikken WAARSCHUWING! Gevaren door inslikken! Kleine onderdelen van de componenten van het sluitsysteem of de batterijvervangingsset kunnen ingeslikt worden en verstikking tot gevolg hebben. Het inslikken van batterijen kan ernstig letsel tot gevolg hebben. –

Bewaar de componenten van het sluitsysteem en van de batterijvervangingsset op een plek die niet voor kinderen toegankelijk is.

2.7 Materiële schade AANWIJZING! Materiële schade door gebruik van gereedschappen om extra kracht uit te oefenen bij het sluitproces! Het gebruik van gereedschappen om extra kracht uit te oefenen, kan afbreken van de sleutel en beschadiging van de cilinder tot gevolg hebben. –

Draai de sleutel tijdens het sluitproces uitsluitend met de hand.

AANWIJZING! Materiële schade door in het sluitkanaal ingevoerde gereedschappen en voorwerpen! Pogingen om de cilinder met gereedschappen of voorwerpen te sluiten, kan tot beschadiging van de cilinder leiden. – –

32

Sluitproces uitsluitend met geautoriseerde sleutels uitvoeren. Steek geen gereedschappen of voorwerpen in de cilinder.


11.12.2015

Veiligheid

AANWIJZING! Materiële schade door pogingen om de deur open te trekken met de sleutel! Wanneer deuren met de sleutel worden opengetrokken, kan de sleutel breken. Afgebroken delen van de sleutel kunnen het sluitkanaal blokkeren. –

Ontsloten deuren uitsluitend openen en sluiten met de deurklink of de deurknop.

AANWIJZING! Materiële schade door fout uitgetrokken sleutel! Door de sleutel scheef uit de cilinder te trekken, kan de sleutel afbreken of zich vervormen. –

Trek de sleutel altijd recht uit de cilinder.

AANWIJZING! Materiële schade door beschadigde batterijen! Beschadigde en/of niet toegelaten batterijen kunnen de componenten van het sluitsysteem beschadigen en tot werkingsstoringen leiden. – – – –

11.12.2015

Nooit de contacten (plus- en minpool) van de batterijen kortsluiten. Batterijen nooit blootstellen aan nattigheid of vocht (regen, zout water, vloeistoffen). Nooit vochtige of natte batterijen gebruiken. Batterijen nooit solderen, repareren, van vorm veranderen, ombouwen of ontmantelen. Uitsluitend de in de batterijvervangingssets aanwezige batterijen gebruiken.


33

Veiligheid

2.8 Inbraakgevaar AANWIJZING! Verhoogd risico op inbraak door verloren sleutels! Wanneer een sleutel in de handen van onbevoegde personen terechtkomt, hebben die mogelijkerwijze toegang tot particuliere of commerciële gebouwen en ruimtes. – –

34

Meld het verlies van een sleutel per omgaande aan de beheerder. Onttrek alle sluitrechten aan de betreffende sleutel. – Ä Hoofdstuk 6.4.5 „Sluitautorisaties toewijzen en intrekken“ op pagina 69


11.12.2015

Transport en opslag

3

Transport en opslag

3.1 Labelling op de verpakking Op de omdozen is een transportmarkering voor de aanwezige lithium-ion-batterijen aangebracht. In individuele verpakkingen is de aanwezige hoeveelheid lithium niet markeringsplichtig. Desondanks dient men de veiligheidsaanwijzingen voor de batterijen in acht te nemen.

Ä Hoofdstuk 2.6 „Gevaren voor personen“ op pagina 30

Afb. 18: Lithium-ion-batterijen

3.2 Transport en uitpakken Omgang met verpakkingsmateriaal

AANWIJZING! Milieurisico door foute afvoer van afval! Verpakkingsmaterialen zijn waardevolle grondstoffen en kunnen in veel gevallen opnieuw worden gebruikt of zinvol verwerkt en gerecycled worden. Fout afgevoerde en verwerkte verpakkingsmaterialen kunnen een milieurisico opleveren. – –

Verpakkingsmaterialen milieuvriendelijk afvoeren. Neem de lokale voorschriften voor de afvoer en verwerking van afval in acht. Schakel eventueel een gespecialiseerde afvalverwerker in om het afval af te voeren.

De componenten van het sluitsysteem zijn veilig verpakt voor het vervoer. Alleen een onbeschadigde verpakking stelt de inzetbare toestand veilig. Verpakking controleren

1.

Verpakking op beschadigingen controleren.

2.

Informeer in geval van beschadigingen per omgaande de klantenservice.


11.12.2015

3.

Controleer de inhoud op volledigheid.

4.

Verzeker u ervan dat het krasveld van de PUK-kaart onbeschadigd is.

5.

Verpakking sluiten en de inhoud in de verpakking laten tot deze ingebouwd of gebruikt zal worden.


35

Transport en opslag

3.3 Opslag Componenten van het sluitsysteem die geen batterijen bevatten, kunnen in een lade of een kast bij kamertemperatuur opgeslagen worden. In batterijvervangingssets en de volgende componenten van het sluitsysteem zijn batterijen aanwezig of ingebouwd: n Actieve sleutel – Ä Hoofdstuk 1.2.1 „Actieve sleutel“ op pagina 16 – Ä Hoofdstuk 9.2.1 „Batterij van een actieve sleutel vervangen.“ op pagina 98 n Cilinder – Ä Hoofdstuk 1.5 „Cilinder“ op pagina 23 – Ä Hoofdstuk 9.2.2 „Batterijen vervangen bij de cilinders van type 01, type 04 MK en type 05“ op pagina 98 – Ä Hoofdstuk 9.2.6 „Batterijen vervangen bij hangsloten van type 85“ op pagina 107 Batterijen verpakken 1. AANWIJZING! Beschadiging en zelfontlading van de batterijen door foute verpakkingen! De (her-)verpakking van de batterijen moet het volgende veiligstellen:

Afb. 19: Batterijen

n Bescherming tegen kortsluiting n Batterijen zijn gescheiden door een laag niet-geleidend materiaal n De polen van de batterijen zijn niet blootgesteld aan het gewicht van de erboven liggende batterijen Pak de batterijen pas kort voor plaatsing in de sleutels of cilinders uit.

36


11.12.2015

Transport en opslag

Batterijen opslaan

2. AANWIJZING! Beschadiging van de batterijen door een ongeschikte opslaglocatie!

MILIEU! Milieuschade door uittredende batterijvloeistof! De plek waar de batterijen opgeslagen worden, moet aan de volgende voorwaarden voldoen: Temperatuur 5 — 30 °C Luchtvochtigheid maximaal 70 % Bescherming tegen vocht Bescherming tegen hitte Bescherming tegen schokken Bestanddelen van uitlopende batterijen komen niet in het milieu terecht n Bescherming tegen toegang door onbevoegden n n n n n n

11.12.2015


37

Transport en opslag

38


11.12.2015

Cilinders selecteren en inbouwen

4


Materiële schade AANWIJZING! Materiële schade doordat de cilinder met geweld aangebracht wordt! Wanneer cilinders met geweld ingebracht worden, kunnen de cilinders of deurelementen beschadigd raken. –

– –

Benodigde cilinder bepalen. – Ä Hoofdstuk 4.2 „Cilindertype bepalen“ op pagina 42 – Ä Hoofdstuk 4.3 „Cilinderlengte bepalen“ op pagina 43 Cilinder voorzichtig in het deurslot schuiven. Bij montageproblemen contact opnemen met een gespecialiseerd bedrijf.

AANWIJZING! Materiële schade door onoordeelkundige reiniging! De cilinder hoeft niet gereinigd of gesmeerd te worden. Door de cilinders te smeren, kan de ingebouwde elektronica onherstelbaar beschadigd raken. – – –

Cilinders niet oliën of invetten. Cilinders niet met grafiet behandelen. Cilinders niet met verf of verdunners in aanraking brengen.

AANWIJZING! Materiële schade door verkeerd ingeschroefde cilinderschroef! Cilinderschroeven die niet in de schroefdraad van de cilinder grijpen, kunnen net als te ver aangedraaide cilinderschroeven materiële schade veroorzaken – –

11.12.2015

Zorg ervoor dat de cilinderschroef in de daarvoor bestemde schroefdraad in de cilinder aangrijpt. Cilinderschroef met schroevendraaier handvast aandraaien.


39


Werkingsstoringen AANWIJZING! Werkingstoringen door fout ingebouwde positie van de cilinder! Fout ingebouwde cilinders kunnen ondanks aanwezige sluitrechten niet worden bediend. – –

Cilinders uitsluitend verticaal inbouwen. Cilinders voor testen verticaal in de hand houden.

Voor speciale inbouwsituaties cilinders met de aanduiding "/17/" gebruiken. Neem voor informatie hierover contact op met de klantenservice.


AANWIJZING! Werkingsstoringen door niet in acht genomen inbouwvoorwaarden! Wanneer de temperatuurvoorwaarden op de inbouwlocatie niet in acht worden genomen, kan dat werkingsstoringen tot gevolg hebben. –

Temperatuurspecificaties voor de inbouwlocatie van de betreffende cilinders in acht nemen. – Ä Hoofdstuk 13 „Technische gegevens“ op pagina 125

Inbraakveiligheid AANWIJZING! Verhoogd risico op inbraak door fout cilinderlengte! Cilinders die meer dan 3 mm buiten het beslag van de deur uitsteken, bieden inbrekers een zwak punt. –

40

Cilinder zo opmeten en selecteren, dat hij maximaal 3 mm buiten het beslag uitsteekt.


11.12.2015


AANWIJZING! Verhoogd risico op inbraak door foute cilinderinbouw! Wanneer de cilinder niet met de magneetbescherming naar buiten wordt gemonteerd, bestaat een verhoogd inbraakrisico. – –

Indien aanwezig, cilinder met de magneetbescherming naar buiten monteren. Bij de inbouw nooit de A- (buiten) en B-zijde (binnen) van de cilinder verwisselen.

Overzicht en betekenis van de begrippen

Afb. 20: Overzicht deur 1 2 3 4 5 6 7

Deurscharnieren (= scharnierzijde) Schoot Schoot Cilinderschroef Cilinder Magneetbeveiliging Boring voor cilinderschroef

11.12.2015

8 9 10 11 A B

Beslag Sluitkanaal Sluitbaard Doornmaat Buitenzijde Binnenzijde


41


4.1 Oude cilinder uitbouwen Speciaal gereedschap: n Schroevendraaier Cilinderschroef losdraaien 1.

Cilinderschroef (1) losdraaien en verwijderen.

2.

Sleutel (3) licht draaien om de meenemer (1) in nulstand te zetten.

Afb. 21: Cilinderschroef losdraaien Cilinder uitnemen

3. AANWIJZING! Materiële schade door de cilinder uit te nemen met een tang of door extra kracht uit te oefenen met andere middelen. Cilinders (2) met ingestoken sleutel (3) voorzichtig uit het slot trekken. 4.

Bij klemmende cilinder (2) voorzichtig aan de sleutel (3) schudden en de cilinder eruit trekken. Bij problemen contact opnemen met een gespecialiseerd bedrijf.

Afb. 22: Meenemer in nulstand brengen

4.2 Cilindertype bepalen Cilinders moeten aan het betreffende slot worden aangepast. Voor de juiste keuze van de cilinder moet worden vastgesteld of de meenemer van de oude cilinder bij uitgetrokken sleutel vrij draaibaar of niet draaibaar is.

42


11.12.2015


Voorwaarde: n Oude cilinder wordt uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 Proberen om de meenemer te draaien 1.

Sleutel uit de oude cilinder trekken.

2.

Proberen de meenemer met de hand een volledige slag te draaien. ð Wanneer de meenemer vrij draaibaar is (A), kunnen de cilinders type 04, type 04 MK en type 05 worden ingebouwd. Wanneer de meenemer niet draaibaar is (A), kunnen de cilinders type 01 en type 21 worden ingebouwd.

Afb. 23: Cilindertype bepalen

4.3 Cilinderlengte bepalen De afmetingen van de individuele cilinders zijn in de technische gegevens vermeld. De lengte van de cilinder kan afhankelijk van het cilindertype in stappen van 5 mm aan één of beide zijden worden verhoogd. – –

Ä Hoofdstuk 1.5 „Cilinder“ op pagina 23 Ä „Technische gegevens“ op pagina 125

De lengte van de in te bouwen cilinder kan op twee manieren worden bepaald: n Oude cilinder opmeten. n Deur inclusief beslag opmeten. Beide werkwijzen worden hierna beschreven. Indien mogelijk zou de oude cilinder opgemeten moeten worden.

11.12.2015


43


Cilinderlengte door opmeten van de oude cilinder bepalen. Speciaal gereedschap: n Duimstok Voorwaarde: n Oude cilinder wordt uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 Cilinder opmeten 1.

Met een duimstok de afstand tussen de cilinderkant en het middelpunt van de boring (1) van de cilinderschroef meten. De gemeten waarde (A) noteren.

2.

Met een duimstok de afstand tussen de cilinderkant en het middelpunt van de boring (1) van de cilinderschroef meten. De gemeten waarde (B) noteren. ð De binnen- (B) en buitenmaat (A) van de cilinder is bepaald.

3. AANWIJZING! Verhoogd risico op inbraak door foute cilinderlengte!

Afb. 24: Oude cilinder opmeten

Nieuwe cilinder zo kiezen dat de cilinder max. 3 mm buiten het beslag uitsteekt. Cilinderlengte door opmeten van de deur bepalen 1

Anti-kerntrekplaatje

Afb. 25: Antikerntrekbeslag buitenaanzicht

44


11.12.2015


Risico op fouten bij het opmeten van cilinder bij anti-kerntrekbeslag en problemen bij het insteken van de sleutel van de buitenzijde! Anti-kerntrekbeslag beveiligt de mechanische cilinder tegen kerntrekpogingen van inbrekers. Bij de blueCompactcilinder wordt vanwege de specifieke constructie geen cilinderkern gebruikt, zoals bekend van de mechanische cilinders. Daarom kan van een kerntrekbeveiliging worden afgezien. In de regel laat zich het anti-kerntrekplaatje bij gedemonteerd beslag eenvoudig verwijderen. De vakhandel kan informatie verstrekken over mogelijke alternatieven voor het aanwezige anti-kerntrekbeslag. Cilinders die met anti-kerntrekbeslag worden gebruikt, moeten in de regel op een andere wijze worden opgemeten. Neem bij problemen contact op met een gespecialiseerd bedrijf.

Ä „Cilinderlengte door opmeten van de oude cilinder bepalen.“ op pagina 44 Speciaal gereedschap: n Winkelhaak n Duimstok Cilinder opmeten De cilindermaat wordt altijd inclusief beslag gemeten.

1.

Winkelhaak tegen het binnenbeslag aanleggen.

2.

Met een duimstok de afstand tussen de winkel-haakrand en het middelpunt van de boring van de cilinderschroef meten. De gemeten waarde (B) noteren.

3.

Winkelhaak tegen het buitenbeslag aanleggen.

4.

Met een duimstok de afstand tussen de winkel-haakrand en het middelpunt van de boring van de cilinderschroef meten. De gemeten waarde (A) noteren. ð De binnen- (B) en buitenmaat (A) van de cilinder is bepaald.

5. Afb. 26: Cilinder opmeten

AANWIJZING! Verhoogd risico op inbraak door foute cilinderlengte! Nieuwe cilinder zo kiezen dat de cilinder max. 3 mm buiten het beslag uitsteekt.

11.12.2015


45


4.4 Oude cilinder inbouwen Wanneer het cilindertype en de maten van de nieuwe cilinder bepaald zijn, kan de oude cilinder weer worden ingebouwd tot de nieuwe cilinder beschikbaar is. Speciaal gereedschap: n Schroevendraaier Voorwaarden: n Cilindertype is bepaald. – Ä Hoofdstuk 4.2 „Cilindertype bepalen“ op pagina 42 n Oude cilinder werd opgemeten. – Ä Hoofdstuk 4.3 „Cilinderlengte bepalen“ op pagina 43 n Nieuwe cilinder is nog niet beschikbaar. Cilinder plaatsen. 1.

Sleutel (3) in het sluitkanaal (2) insteken.

2.

Meenemer door draaien van de sleutel in nulstand (1) zetten.

3. AANWIJZING! Materiële schade door met geweld ingevoerde cilinder! Cilinder (2) vanaf de binnenzijde van de deur inschuiven. Bij klemmende cilinder (2) voorzichtig aan de sleutel (3) schudden en de cilinder (2) erin schuiven. Bij problemen contact opnemen met een gespecialiseerd bedrijf.

Afb. 27: Meenemer in nulstand brengen

46


11.12.2015


Meenemer uitlijnen. 4. AANWIJZING! Verlaagde inbraakveiligheid door verkeerd uitgelijnde meenemer! Sleutel in verticale stand draaien. ð De meenemer (1) staat in de richting van de deurscharnierzijde.

Afb. 28: Meenemer uitlijnen. Cilinder vastschroeven 5. AANWIJZING! Materiële schade door scheef ingeschroefde cilinderschroef! Draai de cilinderschroef (1) met een schroevendraaier recht in de schroefdraad van de cilinder in. 6. AANWIJZING! Materiële schade door te hoge aanhaalmomenten!

Afb. 29: Cilinderschroef aandraaien

Cilinderschroef (1) met schroevendraaier handvast aandraaien. ð De cilinder is ingebouwd.

Werkingstest uitvoeren

7.

Bij geopende deur de deur "afsluiten". ð De schoot (2) van het slot schuift naar buiten.

8.

Bij geopende deur de deur "opensluiten". ð De schoot (2) van het slot schuift naar binnen.

11.12.2015


47


4.5 Cilinderinbouw voorbereiden Cilinderschroef inkorten AANWIJZING! Materiële schade door te lange cilinderschroef! Een te lange cilinderschroef kan deurelementen zoals glazen elementen beschadigen of vernielen. –

Benodigde lengte van de cilinderschroef meten en evt. met metaalzaag inkorten zonder de schroefdraad van de cilinderschroef of de schroefdraadboring in de cilinder te beschadigen.

AANWIJZING! Verhoogd inbraakrisico door fout of fout gemonteerd anti-kerntrekbeslag! Anti-kerntrekbeslag beveiligt de cilinder tegen kerntrekpogingen van inbrekers. Fout of fout gemonteerd anti-kerntrekbeslag verlaagt de inbraakveiligheid. –

Wanneer anti-kerntrekbeslag gemonteerd moet worden, moet vooraf de vakhandel geraadpleegd worden om het juiste antikerntrekbeslag te kiezen.

Speciaal gereedschap: n Metalen zaag n Duimstok Cilinderschroefmaat meten 1. De cilinder wordt met een standaard cilinderschroef (lengte 85 mm) geleverd.

Doornmaat (1) opmeten. 2.

Aan de doornmaat (1) 1 cm toevoegen.

3. Afb. 30: Doormaat opmeten

AANWIJZING! Materiële schade door beschadiging van de schroefdraad van de cilinderschroef! Meegeleverde cilinderschroef evt. tot de berekende maat inkorten zonder de schroefdraad van de cilinderschroef te beschadigen.

48


11.12.2015


De meenemer van de cilinder is 8-voudig verstelbaar. Om de cilinderinbouw voor te bereiden, kan de meenemer in de gewenste stand worden gebracht. Speciaal gereedschap:

n Drukpin (bijv. opengebogen paperclip)

Meenemer verstellen 1.

Stelstift (1) met drukpin (2) indrukken.

2.

Meenemer draaien. ð Stelstift vergrendelt zich vanzelf.

3. AANWIJZING! Verlaagde inbraakveiligheid door verkeerd uitgelijnde meenemer!

Afb. 31: Meenemer verstellen

Stappen 1 en 2 herhalen tot de meenemer in de gewenste stand staat. Na het sluitproces van de ingebouwde cilinder moet de meenemer in de richting van de onderste scharnier staan.

4.6 Cilinder type 01, type 02, type 04, type 04 MK en type 05 inbouwen De volgende cilinders worden op dezelfde manier als type 01 ingebouwd: – – – –

Type Type Type Type

02 04 04 MK 05

Type 04 en type 04 MK kunnen vanwege de knoppen alleen van binnen worden ingebouwd. Type 05 heeft een cilinderzijde met een zuiver mechanische werking. Deze is te herkennen aan de rode markering onder het sluitkanaal. Deze zijde moet naar binnen gericht worden ingebouwd.

11.12.2015


49


Cilinder type 01 inbouwen

Voorwaarden: n Oude cilinder is uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 n De nieuwe cilinder werd geselecteerd in overeenstemming met type en afmetingen. – Ä Hoofdstuk 4.2 „Cilindertype bepalen“ op pagina 42 – Ä Hoofdstuk 4.3 „Cilinderlengte bepalen“ op pagina 43 n Cilinderschroef is gecontroleerd en zo nodig ingekort. – Ä Hoofdstuk 4.5 „Cilinderinbouw voorbereiden“ op pagina 48

Cilinder plaatsen. 1.

Sleutel (3) in het sluitkanaal (2) insteken.

2.

Meenemer (1) door draaien van de sleutel (3) in nulstand brengen.

3. AANWIJZING! Materiële schade door met geweld geplaatste cilinder en foute inbouw van de cilinder! Afb. 32: Cilinder plaatsen.

50

Cilinder met magneetbescherming (5) naar de buitenzijde gericht in het profielkanaal (4) plaatsen. Bij klemmende cilinder voorzichtig de cilinder een beetje wiebelen en de cilinder erin schuiven. Bij problemen contact opnemen met een gespecialiseerd bedrijf.


11.12.2015


Meenemer uitlijnen. 4. AANWIJZING! Verlaagde inbraakveiligheid door verkeerd uitgelijnde meenemer! Sleutel in verticale stand draaien. ð De meenemer (1) staat in de richting van de deurscharnierzijde.

Ä „Overzicht en betekenis van de begrippen“ op pagina 41

Afb. 33: Meenemer uitlijnen. Cilinder vastschroeven 5. AANWIJZING! Materiële schade door niet recht ingedraaide cilinderschroef! Draai de cilinderschroef (1) met een schroevendraaier recht in de schroefdraad (2) van de cilinder in. 6. AANWIJZING! Materiële schade door te hoge aanhaalmomenten!

Afb. 34: Cilinderschroef indraaien

Cilinderschroef (1) met schroevendraaier handvast aandraaien. ð De cilinder is ingebouwd.

11.12.2015


51


Werkingstest uitvoeren 7.


8.



4.7 Cilinder type 21 en type 22 inbouwen De volgende cilinder wordt op dezelfde manier als type 21 ingebouwd: –

Type 22

Voorwaarden: n Oude cilinder is uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 n De nieuwe cilinder werd geselecteerd in overeenstemming met type en afmetingen. – Ä Hoofdstuk 4.2 „Cilindertype bepalen“ op pagina 42 – Ä Hoofdstuk 4.3 „Cilinderlengte bepalen“ op pagina 43 n Cilinderschroef is gecontroleerd en zo nodig ingekort. – Ä Hoofdstuk 4.5 „Cilinderinbouw voorbereiden“ op pagina 48 Cilinder plaatsen. 1.

Sleutel (3) in het sluitkanaal (2) insteken aan batterijvakzijde.

2.

Meenemer (1) door draaien van de sleutel (3) in nulstand brengen.

Afb. 36: Cilinder plaatsen.

52


11.12.2015


3. AANWIJZING! Materiële schade door met geweld ingevoerde cilinder! Cilinder vanaf de binnenzijde van de deur (4) inschuiven. Bij klemmende cilinder voorzichtig aan de sleutel rammelen en de cilinder erin schuiven. Bij problemen contact opnemen met een gespecialiseerd bedrijf. Meenemer uitlijnen. 4. AANWIJZING! Verlaagde inbraakveiligheid door verkeerd uitgelijnde meenemer! Sleutel in verticale stand draaien. ð De meenemer (1) staat in de richting van de deurscharnierzijde.

Ä „Overzicht en betekenis van de begrippen“ op pagina 41 Afb. 37: Meenemer uitlijnen. Cilinder vastschroeven 5. AANWIJZING! Materiële schade door scheef ingeschroefde cilinderschroef! Draai de cilinderschroef (1) met een schroevendraaier recht in de schroefdraad (2) van de cilinder in. 6. Afb. 38: Cilinder vastschroeven

AANWIJZING! Materiële schade door te hoge aanhaalmomenten! Cilinderschroef (1) met schroevendraaier handvast aandraaien. ð De cilinder is ingebouwd.

11.12.2015


53


Werkingstest uitvoeren 7.


8.


Afb. 39: Werkingstest uitvoeren

54


11.12.2015

App installeren

5

App installeren De app is gratis!

Voorwaarden: n Gebruiker is aangemeld in het downloadportaal. n Er is een internetverbinding met de smartphone. App op de smartphone installeren 1.

Downloadportaal openen.

2.

Naar „Winkhaus“ zoeken.

3.

blueCompact-App downloaden.

4.

blueCompact-App installeren.

5.

Indien nodig in het downloadportaal aanmelden. ð De blueCompact-app wordt op het display weergegeven en kan worden gestart.

Afb. 40: QR-code App Store

Afb. 41: QR-code Google Play Store

11.12.2015


55

App installeren

56


11.12.2015

Sluitsysteem beheren

6


6.1 Masterkey initialiseren De componenten van het sluitsysteem worden met de masterkey beheerd. Daartoe moet een actieve sleutel als masterkey vastgelegd / geïnitialiseerd worden. Voorwaarde: n Bluetooth-verbinding van de smartphone is ingeschakeld. Masterkey selecteren

Afb. 42: Masterkey initialiseren 1.

App starten.

2.

Actieve sleutel selecteren die als masterkey moet worden gebruikt.

3.

Toets (1) indrukken. ð De actieve sleutel wordt geactiveerd en met de app verbonden. De sleutel kan worden geïnitialiseerd.

4.

11.12.2015

PUK-code (2) invoeren en bevestigen.


57


Wachtwoord invoeren

Afb. 43: Wachtwoord invoeren 5.

Masterkey (1) midden op de activeringskaart (2) plaatsen.

6.

Eigen wachtwoord (3) aanmaken en bevestigen. ð De masterkey is geactiveerd en in de menulijst kunnen Sleutelmenu (4), Cilindermenu (5), Masterkeymenu (6) en het menu Handleidingen (7) worden opgeroepen.

58


11.12.2015


6.2 Aanmelden Voorwaarden: n Bluetooth-verbinding van de smartphone is ingeschakeld. n De masterkey is geïnitialiseerd. – Ä Hoofdstuk 6.1 „Masterkey initialiseren“ op pagina 57 Masterkey aanmelden

Afb. 44: Aanmelden 1.

App starten.

2.

Toets (1) indrukken. ð De masterkey is geactiveerd en met de app verbonden.

11.12.2015

3.

Wachtwoord (2) invoeren en bevestigen.

4.

De masterkey wordt met de app verbonden en in de menubalk kunnen Sleutelmenu (3), Cilindermenu (4), Masterkeymenu (5) en het menu Handleidingen (6) worden geopend.


59


6.3 Sleutel invoegen en beheren 6.3.1 Sleutels in het sluitsysteem invoegen Sleutel invoegen Voorwaarde: n Masterkey is met de app verbonden. Sleutel met masterkey verbinden

Afb. 45: Sleutel invoegen

60

1.

„Sleutelmenu“ oproepen.

2.

In „Sleutelmenu“ op "+“ (1) tikken.

3.

Op „Sleutel invoegen“ (2) tikken.

4.

Masterkey en sleutel in de adapter steken of met de hand bij elkaar houden (3).


11.12.2015


Sleutelspecificaties invoeren

Afb. 46: Sleutel benoemen 5.

Sleutel benoemen (1).

6.

Informatie (2) over de sleutel controleren.

7.

Informatie bevestigen (3). ð De sleutel is in het sluitsysteem opgenomen.

11.12.2015


61


6.3.2 Sleutels beheren Voorwaarde: n Gebruiker bevindt zich in Sleutelmenu. Sleutels selecteren

Afb. 47: Sleutels beheren 1. Sleutelgroepen maken het beheer van sleutels overzichtelijker. In sleutelgroepen kunnen bijv. sleutels voor bepaalde groepen personen zoals gezinsleden of medewerkers van een bedrijf worden georganiseerd. Sleutel (1) selecteren. ð De sleuteldetails worden weergegeven (2).

62

2.

Tik de naam van de sleutel (3) aan.

3.

Sleutelnaam wijzigen/

4.

Tik de kleur van de sleutel (4) aan.

5.

Kleur (5) van de sleutel selecteren.

6.

Informatie bevestigen (6).


11.12.2015


6.3.3 Sleutels identificeren Wanneer niet bekend is om welke sleutel het gaat of welke sluitrechten die heeft, kan de sleutel worden geïdentificeerd. Na de identificatie wordt de informatie van de sleutel weergegeven. Voorwaarde: n Masterkey is met de app verbonden. Sleutel weergeven

Afb. 48: Sleutels identificeren 1.

„Sleutelmenu“ oproepen.

2.

In „Sleutelmenu“ op "+“ (1) tikken.

3.

Tik "Sleutel identificeren" (2) aan.

4.

Masterkey (3) en sleutel (4) in de adapter steken of met de hand bij elkaar houden. ð Na het lezen van de sleutel worden de sleutelspecificaties weergegeven.

11.12.2015


63


6.3.4 Sleutels wissen Voorwaarden: n Gebruiker bevindt zich in Sleutelmenu. n De sleutel heeft geen sluitautorisaties meer. – Ä Hoofdstuk 6.4.5 „Sluitautorisaties toewijzen en intrekken“ op pagina 69

Afb. 49: Sleutels beheren 1.

Op „Bewerken“ (1) tikken.

2.

In de regel van de sleutel (2) die gewist moet worden, naar links swipen. ð De button (3) voor het verwijderen van de sleutel wordt weergegeven.

3.

Op de button (3) tikken. ð De sleutel wordt gewist.

64


11.12.2015


6.4 Cilinders invoegen en beheren 6.4.1 Cilinders in het sluitsysteem invoegen Voorwaarde: n Masterkey is met de app verbonden. Cilinder met masterkey verbinden

Afb. 50: Cilinder invoegen

Cilinderspecificaties invoeren

11.12.2015

1.

„Cilindermenu“ oproepen.

2.

In „Cilindermenu“ op "+" tikken (1).

3.

Op „Nieuwe cilinder invoegen“ tikken (2).

4.

Masterkey (3) in de cilinder steken.

5.

Cilinder benoemen (4).

6.

Toegangsautorisaties toewijzen (5).

7.



65


6.4.2 Cilindernaam wijzigen Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in Cilindermenu.

Afb. 51: Cilinders selecteren 1.

Cilinder (1) selecteren.

2.

Masterkey (2) in de cilinder steken. ð De masterkey (2) is niet met de cilinder verbonden.

3.

Tik de naam van de cilinder (3) aan.

4.

Cilindernaam wijzigen.

5.


6.4.3 Cilinder identificeren Wanneer niet bekend is om welke cilinder het gaat, kan de cilinder worden geïdentificeerd. Na de identificatie wordt de informatie van de cilinder weergegeven.

66


11.12.2015


Voorwaarde: n Masterkey is met de app verbonden. Cilinder weergeven

Afb. 52: Cilinder identificeren 1.

„Cilindermenu“ oproepen.

2.

In „Cilindermenu“ op "+“ (1) tikken.

3.

Tik "Cilinder identificeren" (2) aan.

4.

Masterkey (3) in de cilinder steken. ð Na het lezen van de cilinder worden de cilinderspecificaties weergegeven.

11.12.2015


67


6.4.4 Batterijtoestand van de cilinder controleren Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in Cilindermenu. Cilinderoverzicht oproepen

Afb. 53: Batterij van de cilinder controleren 1.


2.

Masterkey (2) in de cilinder steken. ð De masterkey (2) wordt met de cilinder verbonden en het overzicht van de cilinder wordt weergegeven.

3.

Batterijtoestand van de cilinder controleren (3). Batterij van de cilinder bij weergave van "slecht" of "vervangen" vervangen.

Ä Hoofdstuk 9.2 „Batterijen vervangen“ op pagina 96

68


11.12.2015


6.4.5 Sluitautorisaties toewijzen en intrekken Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in Cilindermenu. Masterkey met cilinder verbinden



2.

Masterkey (2) in de cilinder steken. ð De masterkey (2) wordt met de cilinder verbonden en het overzicht van de cilinder wordt weergegeven.

11.12.2015


69


Sluitautorisaties beheren

3.

Onder „Toegangsautorisatie“ (3) op de gewenste sleutelgroep (4) tikken.

Afb. 55: Sluitautorisaties regelen ð De sleutels (2) van de sleutelgroep (1) worden weergegeven.

70

4.

Sluitautorisaties voor de sleutels (2) toewijzen of intrekken.

5.

Wijziging van de „Toegangsautorisatie“ bevestigen (3).


11.12.2015


6.4.6 Cilinders uit het sluitsysteem verwijderen Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in Cilindermenu. Masterkey met cilinder verbinden


Op „Bewerken“ tikken (1).

2.

In de regel van de cilinder die gewist moet worden, naar links swipen. ð De button (2) voor het verwijderen van de cilinder wordt weergegeven.

11.12.2015

3.

Op de button (2) tikken.

4.



71


Cilinder wissen

Afb. 57: Cilinder wissen 5.

Melding met „OK“ (1) bevestigen. ð De cilinder is verwijderd (2).

Defecte cilinders uit het systeem verwijderen

Defecte cilinders moeten uit het systeem worden verwijderd. Bij elektronische defecten van de cilinder kan deze zonder verbinding met de masterkey worden gewist.

6.5 Sluitgebeurtenissen weergeven en verzenden De laatste 2000 sluitgebeurtenissen worden in een FIFO-geheugen opgeslagen. Dit houdt in dat vanaf 2000 sluitgebeurtenissen de oudste sluitgebeurtenissen door de nieuwste overschreven worden.

72


11.12.2015


Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in Cilindermenu. Masterkey met cilinder verbinden

Afb. 58: Sluitgebeurtenissen weergeven 1.


2.

Masterkey (2) in de cilinder steken. ð De masterkey (2) wordt met de cilinder verbonden en het overzicht van de cilinder (3) wordt weergegeven.

11.12.2015


73


Afb. 59: Sluitgebeurtenissen oproepen 3.

Onder „Verdere opties“ (1) op „Sluitgebeurtenissen“ (2) tikken. ð De selectie van de intervallen (3) van de gebeurtenissen verschijnt.

Sluitgebeurtenissen verzenden

4.

Het gewenste interval selecteren.

5.

De sluitgebeurtenissen worden met de betreffende sleutel (5), datum (4) en uurtijd (6) weergegeven.

6.

Op „Delen-button“ (7) tikken. ð De sluitgebeurtenissen kunnen zoals het sluitplan worden verzonden.

Ä Hoofdstuk 6.7.1 „Sluitplan handmatig verzenden“ op pagina 77 – Ä Hoofdstuk 6.7.2 „Herinnering sluitplanwijziging“ op pagina 78

74


11.12.2015


6.6 Installatie-informatie oproepen De installatie-informatie omvat de volgende informatie: – – – –

Batterijtoestand van de masterkey Firmwareversie van de masterkey Aantal cilinders Aantal sleutels

Voorwaarde: n Masterkey is met de app verbonden. Installatie-informatie inzien

Afb. 60: Installatie-informatie Masterkeymenu openen. ð In de Masterkeymenu wordt de informatie voor de bijlage weergegeven.

6.7 Sluitplan oproepen en verzenden Het sluitplan toont het overzicht van de sluitautorisaties incl. sleutelgroep, sleutel, cilindergroep en cilinder.

11.12.2015


75


Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in „Masterkeymenu“ . Systeemoverzicht oproepen

Afb. 61: Sluitplan 1.

Op „Sluitplan“ (1) tikken.

2.

Op „Sluitplan inzien“ (2) tikken. ð Het overzicht van de sluitautorisaties wordt weergegeven incl. sleutelgroep (3), sleutel (4), cilindergroep (5) en cilinder (6).

76


11.12.2015


6.7.1 Sluitplan handmatig verzenden Afgezien van de informatie-overdracht van gewijzigde sluitautorisaties dient de verzending van het sluitplan als preventieve maatregel voor het verlies van de masterkey. Bij het uitlezen van de cilinder na het verlies van de masterkey worden de sleutels zonder naam en alleen met vermelding van de Winkhaus-UID vermeld. De Winkhaus-UID is specifieke aanduiding van de component door de Aug. Winkhaus GmbH & Co. KG en maakt een exacte identificatie van de component mogelijk. De benamingen van de sleutels zijn te vinden in het verzonden sluitplan. Het sluitplan zou wekelijks verzonden moeten worden

Ä Hoofdstuk 10.2 „Verlies van de masterkey“ op pagina 112

Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in „Masterkeymenu“ . Sluitplan oproepen

Afb. 62: Sluitplan handmatig verzenden 1.

11.12.2015



77


2.

Op „Sluitplan inzien“ (2) tikken. ð Het overzicht van de sluitautorisaties wordt weergegeven.

3.

Op „Delen-button“ (3) tikken.

Sluitplan verzenden

Afb. 63: Format selecteren en verzenden 4.

Format selecteren (4).

5.

E-mailadres (5), CC-e-mailadres(sen) (6) en Onderwerp (7) invoeren.

6.

E-mail verzenden.

6.7.2 Herinnering sluitplanwijziging Bij geactiveerde instelling wordt de gebruiker aan de wijziging van het sluitplan herinnerd, zodat hij deze wijziging handmatig exporteert.

78


11.12.2015


Voorwaarden: n Masterkey is met de app verbonden. n Gebruiker bevindt zich in „Masterkeymenu“ . Herinnering sluitplanwijziging activeren

Afb. 64: Herinnering sluitplanwijziging 1.


2.

Herinnering activeren (2).

3.

E-mailadres(sen) opslaan (3).

4.

Bestandstype vastleggen (4). ð Bij wijzigingen van de sluitautorisaties wordt de gebruiker attent gemaakt op de wijziging van het sluitplan.

6.8 Autorisatie op afstand toewijzen De autorisatie op afstand maakt het mogelijk om aan een gedeponeerde sleutel bij behoefte sluitautorisaties toe te wijzen. Na afloop van een vastgelegde periode vervallen de sluitrechten.

11.12.2015


79


Toepassingsvoorbeeld

Afb. 65: Autorisatie op afstand verzenden 1 2 3

Smartphone van de huiseigenaar Sluitautorisaties verzenden E-mail met sluitautorisatie (sterk versleutelde dataset)

4 5 6

Sluitautorisaties ontvangen Actieve, bij de buren gedeponeerde sleutel Smartphone van de buren

Een huiseigenaar is met zijn gezin op vakantie. Hij heeft bij zijn buurman een actieve sleutel gedeponeerd (5), die echter geen sluitautorisatie voor het huis heeft. Tijdens de vakantie meldt de buurman dat in meerdere kamers de verlichting nog aan is. De huiseigenaar kan nu voor de actieve sleutel een tijdelijke sluitorganisatie verzenden via de app op zijn smartphone (1). De buurman ontvangt de sluitautorisatie (3) via de app en kan nu de verlichting in de betreffende kamers gaan uitschakelen. Aan de volgende voorwaarden moet voldaan zijn om de autorisatie op afstand met succes te kunnen gebruiken: n De beheerder van de sluitinstallatie heeft de masterkey en zijn smartphone bij de hand. n De gedeponeerde sleutel is een actieve sleutel zonder sluitrechten en de actieve sleutel behoort tot de installatie.

80


11.12.2015


n De beheerder en de buurman hebben de Winkhaus blueCompact-app geïnstalleerd en hebben toegang tot het internet via de smartphone. n De ontvanger heeft een e-mail account Voorwaarde: n Gebruiker bevindt zich in „Masterkeymenu“ . Autorisatie op afstand verzenden

Afb. 66: Sleutels selecteren

11.12.2015

1.

Op „Autorisatie op afstand“ (1) tikken.

2.

Aanwijzingen lezen (2).

3.

Gedeponeerde sleutel (3) selecteren.


81


Afb. 67: Cilinders selecteren en sluitautorisatie vastleggen

82

4.

Cilinder (1) selecteren waarvoor de sluitautorisatie moet worden toegewezen.

5.

Duur (2) van de sluitautorisatie selecteren.

6.

E-mailadres van de ontvanger invoeren (3) of in de contactenlijst selecteren.

7.

E-mail verzenden.


11.12.2015


Autorisatie op afstand ontvangen

Afb. 68: Autorisatie op afstand ontvangen 8.

E-mail account openen (1).

9.

Tik de link (2) voor activering van de autorisatie op afstand aan. ð De app start.

Sleutel aanmelden

10.

Toets (3) indrukken. ð De actieve sleutel wordt verbonden en de sluitautorisaties worden weergegeven. De sleutel sluit voor de vastgelegde duur de betreffende cilinders.

11.12.2015


83


84


11.12.2015

Sluiten

7

Sluiten Voorwaarden: n De houder van de sleutel wordt door de beheerder geïnstrueerd in het gebruik van het sluitsysteem. n De sleutel heeft een sluitautorisatie. – Ä Hoofdstuk 6.4.5 „Sluitautorisaties toewijzen en intrekken“ op pagina 69

Openen

1.

Steekt de sleutel tot aan de aanslag in de cilinder.

2.

Zorg ervoor dat de zijstroken van de sleutel volledig in de uitsparing van de cilinder grijpen.

3.

Sleutel 360° naar rechts draaien. ð Het slot van de deur is ontgrendeld.

4. AANWIJZING! Materiële schade door fout uitgetrokken sleutel! Sleutel recht uit het slot trekken. 5. AANWIJZING! Materiële schade door pogingen om de deur open te trekken met de sleutel! Open de deur met de deurklink of de knop. Voorwaarden: n De houder van de sleutel wordt door de beheerder geïnstrueerd in het gebruik van het sluitsysteem. n De sleutel heeft een sluitautorisatie. – Ä Hoofdstuk 6.4.5 „Sluitautorisaties toewijzen en intrekken“ op pagina 69 Afsluiten

1.

Steekt de sleutel tot aan de aanslag in de cilinder.

2.

Zorg ervoor dat de zijstroken van de sleutel volledig in de uitsparing van de cilinder grijpen.

3.

Sleutel 360° (een slag) resp. 720° (twee slagen) naar links draaien. ð De deur is afgesloten.

4. AANWIJZING! Materiële schade door fout uitgetrokken sleutel! Sleutel recht uit het slot trekken.

11.12.2015


85

Sluiten

86


11.12.2015

Software-updates installeren

8


8.1 Data overgedragen aan de masterkey en aan actieve sleutels Met een firmware-update kunnen optimalisaties worden geprogrammeerd in de masterkey, de cilinders en alle actieve sleutels. De benodigde data worden via de app beschikbaar gesteld. De data worden aan de Masterkey overgedragen, waarmee de data aan de cilinder en aan de actieve sleutel worden overgedragen.

AANWIJZING! Materiële schade door verouderde software! Verouderde software kan tot werkingsstoringen en een verlaagde inbraakveiligheid leiden. –

11.12.2015

Software-updates op alle componenten van het sluitsysteem installeren. – Ä Hoofdstuk 8.1 „Data overgedragen aan de masterkey en aan actieve sleutels“ op pagina 87


87


Voorwaarde: n Update werd in het betreffende downloadportaal weergegeven en uitgevoerd. Update op masterkey installeren

Afb. 69: Update op de masterkey installeren

88

1.

App starten.

2.

Activeer de masterkey met een druk op de toets (1).


11.12.2015


3.

Wachtwoord (2) invoeren. ð De masterkey wordt met de app verbonden en de melding „Firmware wordt geactualiseerd“ (3) verschijnt.

Afb. 70: Update op actieve sleutels installeren Na de actualisering wordt in de menubalk weergegeven aan welke componenten (1) van het sluitsysteem de update kan worden overgedragen. De componenten van het sluitsysteem waarvoor een update beschikbaar is, worden in het betreffende menu rood gemarkeerd. Data verzenden

11.12.2015

4.

Tik de naam van de betreffende actieve sleutel (2) aan.

5.

Start de installatie van de update met „Ja“ (3).


89


Afb. 71: Sleutel verbinden 6.

Masterkey en actieve sleutel via de adapter of handmatig verbinding laten maken (1). ð De update vindt plaats.

7.

90

De installatie van de update bevestigen (2).


11.12.2015


8.2 Data aan cilinder overdragen Voorwaarde: n Update werd in het betreffende downloadportaal weergegeven en uitgevoerd. Update op masterkey installeren

Afb. 72: Update op de masterkey installeren

11.12.2015

1.

App starten.

2.

Activeer de masterkey met een druk op de toets (1).


91


3.

Wachtwoord (2) invoeren. ð De masterkey wordt met de app verbonden en de melding „Firmware wordt geactualiseerd“ (3) verschijnt.

Afb. 73: Update op cilinder installeren Na de actualisering wordt in de menubalk weergegeven op welke componenten (1) van het sluitsysteem de update kan worden geïnstalleerd. De componenten van het sluitsysteem waarvoor een update beschikbaar is, worden in het betreffende menu rood gemarkeerd. Data verzenden

92

4.

Tik de gewenste cilinder (2) aan.

5.



11.12.2015


Afb. 74: Installatie starten

11.12.2015

6.

Start de installatie van de update met „Ja“ (1).

7.

De installatie van de update bevestigen (2).


93


94


11.12.2015

Reiniging en onderhoud

9


9.1 Cilinders testen en sleutels reinigen AANWIJZING! Materiële schade door onoordeelkundige reiniging! De cilinder hoeft niet gereinigd te worden en mag niet gesmeerd worden. Door de cilinders te smeren, kan de ingebouwde elektronica onherstelbaar beschadigd raken. – – –

Cilinders niet oliën of invetten. Cilinders niet met grafiet behandelen. Cilinders niet met verf of verdunners in aanraking brengen.

Interval

Onderhoud

naar behoefte

Sleutel met een vochtige doek reinigen.

maandelijks

Cilinders van het systeem en de deuren op werking controleren. Batterijtoestanden van de cilinder van het sluitsysteem controleren en bij lage batterijcapaciteit vervangen. n Ä Hoofdstuk 9.2 „Batterijen vervangen“ op pagina 96

11.12.2015


95


9.2 Batterijen vervangen Beschadiging en werkingsstoringen door foutief ingelegde batterijen

AANWIJZING! Materiële schade door onjuist uitgevoerde batterijvervanging! Foute of verkeerd ingelegde batterijen kunnen tot beschadiging van de componenten of werkingsstoringen leiden. – – – – –

Verwissel nooit de polen van de batterijen. Batterij(en) vervangen en door toegelaten batterijen van hetzelfde type vervangen. Raak tijdens de vervanging van de batterij de contacten van de nieuwe batterij niet aan. Gebruik hiervoor schone handschoenen. Druk de batterijen nooit met geweld in het batterijvak. Gebruik uitsluitend originele onderdelen van Winkhaus voor de vervanging van batterijen bij cilinders.

Wanneer de batterijcapaciteit van een cilinder laag is, wordt dit in de app aangegeven.

96


11.12.2015


Voorbeeld: Lage batterijcapaciteit van de cilinder

Afb. 75: Melding oproepen n Masterkey is met de cilinder verbonden. 1.

App starten. ð In het app-overzicht (1) en in het hoofdmenu (2) wordt een melding weergegeven.

2.

Menu (2) oproepen. ð De cilindergroep (3) en de cilinder (4) zijn rood gekleurd.

3.

Tik de cilinder (4) aan. ð De batterijtoestand (5) „Laag“ is rood gemarkeerd.

4.

Batterij vervangen.

Ä Hoofdstuk 9.2.2 „Batterijen vervangen bij de cilinders van type 01, type 04 MK en type 05“ op pagina 98 – Ä Hoofdstuk 9.2.6 „Batterijen vervangen bij hangsloten van type 85“ op pagina 107

11.12.2015


97


9.2.1 Batterij van een actieve sleutel vervangen. n Nieuwe CR 2032-1HFE 3-V-lithiumcel is beschikbaar. Batterij vervangen 1.

Deksel (4) van het batterijvak openschuiven.

2.

Neem de batterij uit de batterijhouder (3).

3. MILIEU! Milieuschade door incorrect afgevoerde batterijen! Batterijen (2) op correcte wijze afvoeren / inleveren.

Afb. 76: Batterij vervangen

4.

Nieuwe toegelaten batterij (2) met de pluspool naar beneden in de batterijhouder (3) inleggen.

5.

Deksel (4) van het batterijvak met de ingelegde batterij (2) op de sleutel (1) schuiven. ð De batterij van de sleutel is vervangen.

9.2.2 Batterijen vervangen bij de cilinders van type 01, type 04 MK en type 05

Afb. 77: Batterijvervangingsset 1 2 3 4

Batterijen Vervangingsinstructie Batterijvakdeksel met O-ring Klemveer

5 6 7 A

Contactplaat Vervangingshulpmiddel Cilinder (hoort niet bij de vervangingsset) Verpakte batterijvervangingsset

De batterijvervangingsset wordt verpakt (A) geleverd en bevat de afgebeelde componenten (1-6).

98


11.12.2015


Voorwaarde: n Cilinder is uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 Batterijen uit het batterijvak nemen 1.

Klemveer (1) met het vervangingshulpmiddel uit de set uit de groef (5) van het batterijvak draaien.

2.

Klemveer (1) verwijderen.

3.

Batterijvakdeksel (2) verwijderen.

4.

Contactplaat (3) verwijderen.

5.

Oude batterij (4) verwijderen.

6. MILIEU! Milieuschade door incorrect afgevoerde batterijen!

Afb. 78: Batterijen verwijderen

Klemveer (1), batterijvakdeksel (2), contactplaat (3) en batterijen (4) correct afvoeren. Nieuwe batterijen inleggen

Afb. 79: Batterijen inleggen

7.

Twee nieuwe batterijen (4) uit de batterijvervangingsset met de pluspool naar beneden in het batterijvak leggen.

8.

Nieuwe contactplaat (3) met tandkrans naar buiten in het batterijvak plaatsen.

9.

Nieuwe batterijvakdeksel met O-ring (2) in het batterijvak plaatsen.

10.

Nieuwe klemveer (1) in de groef (5) van het batterijvak plaatsen.

11.

Vervangingshulpmiddel op de klemveer (1) plaatsen.

12.

Klemveer (1) in de groef (5) van het batterijvak 90° draaien met behulp van het vervangingshulpmiddel. ð De batterijen zijn vervangen en in het batterijvak geborgd.

13.

Cilinder inbouwen.

Ä Hoofdstuk 4 „Cilinders selecteren en inbouwen“ op pagina 39

11.12.2015


99


9.2.3 Batterijen vervangen bij cilinders van type 02

Afb. 80: Batterijvervangingsset (type 02) 1 2 3 4


5 6 7 A

Contactplaat Vervangingshulpmiddel Cilinder (hoort niet bij de vervangingsset) Verpakte batterijvervangingsset

De batterijvervangingsset wordt verpakt (A) geleverd en bevat de afgebeelde componenten (1-6). Voorwaarde: n Cilinder is uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 Batterijen uit het batterijvak nemen 1.


2.


3.


4.


5.


6. Afb. 81: Batterijen verwijderen

MILIEU! Milieuschade door incorrect afgevoerde batterijen! Klemveer (1), batterijvakdeksel (2), contactplaat (3) en batterijen (4) correct afvoeren.

100


11.12.2015


Nieuwe batterijen inleggen

Afb. 82: Batterijen inleggen

7.


8.


9.


10.

Nieuwe klemveer (1) in de groef van het batterijvak plaatsen.

11.


12.

Klemveer (1) in de groef (5) van het batterijvak 90° draaien met behulp van het vervangingshulpmiddel. ð De batterijen (4) zijn vervangen en in het batterijvak geborgd.

13.

Cilinder inbouwen.


9.2.4 Batterijen vervangen bij cilinders van type 04


Cilinder (type 04) (hoort niet bij de vervangingsset) Vervangingsinstructie Batterij Sticker

5 6 7 A

Schroevendraaier (T6) Schroevendraaier (TX 20) Vervangingshulpmiddel batterijstekker Verpakte batterijvervangingsset


11.12.2015


101


Voorwaarde: n Cilinder is uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 Knop verwijderen 1.

Sticker (1) met sleufschroevendraaier verwijderen.

2.

Schroef (2) met meegeleverde schroevendraaier (TX 20) losdraaien.

3.

Knop (3) eraf trekken.

4.

Batterijstekker (1) lostrekken met het vervangingshulpmiddel (2) voor de batterijstekker.

5.

Schroef (3) met meegeleverde schroevendraaier (T6) losdraaien.

Afb. 84: Knop verwijderen Batterijstekker uitpluggen

Afb. 85: Schroef en batterijstekker losmaken

102


11.12.2015


Batterij verwijderen 6.

Batterijbehuizing (4) eraf trekken.

7.

Batterij (1) incl. kabel (2) en batterijstekker (3) uit de batterijbehuizing (4) verwijderen.

8. MILIEU! Milieuschade door incorrect afgevoerde batterijen! Stickers en afgedankte batterijen correct afvoeren. Afb. 86: Batterij verwijderen Batterij in de batterijbehuizing plaatsen 9.

Kabel (2) n batterijstekker (3) door de batterijbehuizing (4) voeren.

10.

Nieuwe batterij (1) uit de batterijvervangingsset in de batterijbehuizing (4) plaatsen.

11.

Batterijbehuizing (2) plaatsen.

12.

Schroef (1) met meegeleverde schroevendraaier (T6) aandraaien.

13.

Batterijstekker (3) met vervangingshulpmiddel (4) inpluggen.

Afb. 87: Batterij inleggen Batterijbehuizing monteren

Afb. 88: Schroef en batterijstekker monteren

11.12.2015


103


Knop plaatsen 14.

Knop (3) plaatsen.

15.

Schroef (2) met meegeleverde schroevendraaier (TX20) aandraaien.

16.

Nieuwe sticker (1) aanbrengen. ð De batterij is vervangen.

17.

Cilinder inbouwen.

Ä Hoofdstuk 4 „Cilinders selecteren en inbouwen“ op pagina 39 Afb. 89: Knop plaatsen

9.2.5 Batterijen vervangen bij de cilinders van type 21 en type 22


Cilinder (type 21) (hoort niet bij de vervangingsset) Vervangingsinstructie Schroevendraaier (T6) Schroevendraaier (TX 20)

5 6 7 A

Vervangingshulpmiddel batterijstekker Schroef Batterij Verpakte batterijvervangingsset


104


11.12.2015


Voorwaarde n Cilinder is uitgebouwd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 Batterijvak openen 1.

Schroef (1) met meegeleverde schroevendraaier (T6) losdraaien.

2.

Deksel (2) van het batterijvak openen.

3.

Oude batterij (2) incl. kabel (1) uit het batterijvak uitdraaien.

4.

Batterijstekker (3) met vervangingshulpmiddel (4) uitpluggen.

Afb. 91: Batterijvak openen Batterij verwijderen

5. MILIEU! Milieuschade door incorrect afgevoerde batterijen! Batterijen volgens de geldende voorschriften afvoeren.

Afb. 92: Batterij verwijderen

11.12.2015


105


Batterij inleggen 6.

Batterijstekker (1) met vervangingshulpmiddel (2) inpluggen.

7.

Nieuwe batterij (4) uit de vervangeringsset incl. kabel (3) in het batterijvak indraaien.

8.

Deksel (2) van het batterijvak sluiten.

9.

Schroef (1) met meegeleverde schroevendraaier (T6) aandraaien.

Afb. 93: Batterij inleggen Batterijvak sluiten

ð De batterij is vervangen en in het batterijvak geborgd. 10. Afb. 94: Batterijvak sluiten

106

Cilinder inbouwen.



11.12.2015


9.2.6 Batterijen vervangen bij hangsloten van type 85

Afb. 95: Batterijvervangingsset type 85 1 2 3 4


5 6 7 A

Contactplaat Vervangingshulpmiddel Hangslot (hoort niet bij de vervangingsset) Verpakte batterijvervangingsset

De batterijvervangingsset wordt verpakt (A) geleverd en bevat de afgebeelde componenten (1-6). Sleutel activeren 1.

Actieve sleutel (4) in de cilinder van het hangslot (1) steken.

2.

Activeer de actieve sleutel (4) met een druk op de toets (3). ð De LED-indicatie (2) van de actieve sleutel brandt groen en de cilinder kan worden gesloten.

Afb. 96: Sleutel activeren

11.12.2015


107


Bevestigingschroef losdraaien 3.

Cilinder afsluiten. ð De dwarsgrendel (2) geeft de beugel (1) vrij en het slot gaat open.

4.

Beugel (1) opzij draaien.

5.

Bevestigingsschroef (3) losdraaien en uit het beugelkanaal (4) verwijderen.

6.

Beugel (1) sluiten.

7.

Cilinder (2) met ingestoken sleutel (3) voorzichtig eruit trekken.

8.


9.


10.


11.


12.


Afb. 97: Bevestigingschroef losdraaien Cilinder eruit trekken

Afb. 98: Cilinder eruit trekken Batterijen uit het batterijvak nemen

13.

Afb. 99: Batterijen vervangen

MILIEU! Milieuschade door incorrect afgevoerde batterijen! Klemveer (1), batterijvakdeksel (2), contactplaat (3) en batterijen (4) correct afvoeren.

108


11.12.2015


Nieuwe batterijen inleggen

Afb. 100: Batterijen vervangen

14.


15.


16.


17.

Nieuwe klemveer (1) in de groef (5) van het batterijvak plaatsen.

18.


19.

Klemveer (1) in de groef (5) van het batterijvak 90° draaien met behulp van het vervangingshulpmiddel. ð De batterijen (4) zijn vervangen en in het batterijvak geborgd.

Cilinder plaatsen. 20. Cilinder (2) met ingestoken sleutel (3) voorzichtig in het hangslot (1) schuiven. 21.

Activeer de actieve sleutel (3) met een druk op de toets. ð De LED-indicatie van de actieve sleutel brandt groen en de cilinder kan worden gesloten.

Afb. 101: Cilinder plaatsen. Bevestigingsschroef plaatsen 22.

Cilinder afsluiten. ð De dwarsgrendel (2) geeft de beugel (1) vrij en het slot gaat open.

23.

Beugel (1) opzij draaien.

24.

Bevestigingsschroef (3) in het beugelkanaal (4) invoeren en vastschroeven.

Afb. 102: Bevestigingsschroef aandraaien

11.12.2015


109


Hangslot sluiten 25.

Beugel (1) sluiten. ð De cilinder (2) is in het hangslot geborgd door de bevestigingsschroef (3).

Afb. 103: Hangslot sluiten

110


11.12.2015

Storingsopheffing

10 10.1

Storingsopheffing Storingen bij het sluitproces

Foutbeschrijving

Oorzaak

Verhelpen

Sleutel laat zich slechts over 45° draaien.

De sleutel kon niet volledig uitgelezen worden.

Sluitproces herhalen.

Ä Hoofdstuk 7 „Sluiten“ op pagina 85

Sleutel heeft Vraag de beheerder naar de betreffende sluitautorisaties. geen sluitautorisatie. Batterij van de cilinder is leeg.

n Batterij van de cilinder vervangen. – Ä Hoofdstuk 9.2 „Batterijen vervangen“ op pagina 96 n Cilinder met de eigen powerfunctie van een actieve sleutel bedienen. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.2 „Eigen powerfunctie gebruiken“ op pagina 19 n Cilinder met de externe powerfunctie van een actieve sleutel bedienen. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.3 „Vreemde powerfunctie gebruiken“ op pagina 20 n Cilinder met de masterkey bedienen.

Cilinder blijft hangen bij het sluitproces.

Batterij van de cilinder is bijna leeg.

Batterij van de cilinder vervangen.

Sleutel kan niet in het sluitkanaal ingevoerd worden.

Sluitkanaal is geblokkeerd.

Voorwerp voorzichtig met een pincet eruit trekken. Indien dit niet mogelijk is, contact opnemen met een gespecialiseerd bedrijf.

Cilinder kan niet worden bediend.

Batterij van de cilinder is leeg.

n Batterij van de cilinder vervangen. – Ä Hoofdstuk 9.2 „Batterijen vervangen“ op pagina 96 n Cilinder met de eigen powerfunctie van een actieve sleutel bedienen. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.2 „Eigen powerfunctie gebruiken“ op pagina 19 n Cilinder met de externe powerfunctie van een actieve sleutel bedienen. – Ä Hoofdstuk 1.2.1.3 „Vreemde powerfunctie gebruiken“ op pagina 20 n Cilinder met de masterkey bedienen.

11.12.2015

n Ä Hoofdstuk 9.2 „Batterijen vervangen“ op pagina 96


111

Storingsopheffing

Foutbeschrijving

Oorzaak

Verhelpen

Sleutel heeft Vraag de beheerder naar de betreffende sluitautorisaties. geen sluitautorisatie. Elektronica van de cilinder is defect.

Neem contact op met uw blueCompact leverancier.

Mechaniek van de cilinder is defect.

Neem contact op met uw blueCompact leverancier.

Cilinder kan niet worden ingevoerd.

Foute cilinder gekozen.

Selecteer een passende cilinder. Bij vragen contact opnemen met uw blueCompact leverancier.

Cilinder kan niet worden vastgeschroefd.

Foute cilinder gekozen.

Masterkey verloren.

10.2

n Ä Hoofdstuk 4.2 „Cilindertype bepalen“ op pagina 42 n Ä Hoofdstuk 4.3 „Cilinderlengte bepalen“ op pagina 43 n A- en B-zijde van de cilinder op correcte inbouwpositie controleren. – Ä Hoofdstuk 4.3 „Cilinderlengte bepalen“ op pagina 43 n Selecteer een passende cilinder. Bij vragen contact opnemen met uw blueCompact leverancier. – Ä Hoofdstuk 4.2 „Cilindertype bepalen“ op pagina 42 – Ä Hoofdstuk 4.3 „Cilinderlengte bepalen“ op pagina 43 Masterkey blokkeren en vervangen. n Ä Hoofdstuk 10.2 „Verlies van de masterkey“ op pagina 112.

Verlies van de masterkey Voorwaarden: n De masterkey is kwijtgeraakt. n De actieve sleutel die de nieuwe masterkey moet worden, ligt onder handbereik gereed. n Activeringskaart is beschikbaar.

112


11.12.2015

Storingsopheffing

Van de volgende sleutels kan een masterkey worden gemaakt. – –

Een nieuwe actieve sleutel Een actieve sleutel van het sluitsysteem

Kies een actieve sleutel

Afb. 104: Sleutel activeren 1.

App starten. ð Na het opstartproces wordt op het display het verzoek weergegeven om met toets (1) de actieve sleutel te activeren.

2.

Toets (1) indrukken. ð De actieve sleutel wordt geactiveerd en met de app verbonden. De sleutel kan worden geïnitialiseerd. Wanneer meer dan één actieve sleutel herkend wordt, kan de gewenste actieve sleutel in de lijst (2) geselecteerd worden. In beide gevallen herkent de app dat de geselecteerde actieve sleutel niet de masterkey van het sluitsysteem is. op het display verschijnt de controlevraag of de actieve sleutel de eerdere masterkey moet vervangen.

11.12.2015


113

Storingsopheffing

3.

Controlevraag met „Ja“ (3) bevestigen.

PUK-code en wachtwoord invoeren

Afb. 105: PUK-code en wachtwoord invoeren 4.

PUK-code (1) invoeren. ð De communicatie met de actieve sleutel wordt vrijgegeven.

5.

Actieve sleutel (2) op de activeringskaart (3) plaatsen. ð De installatiegegevens worden uitgelezen.

6.

Puk-code vervangen door een individueel, minimaal zes karakters tellend wachtwoord (4). ð De gegevens van het sluitsysteem worden gereconstrueerd.

114


11.12.2015

Storingsopheffing

Data herstellen

Afb. 106: Data herstellen 7. AANWIJZING! Verlaagde inbraakveiligheid door geautoriseerde oude masterkey bij cilinders, die niet aan de nieuwe masterkey zijn gekoppeld! Nieuwe masterkey (1) in de cilinder van de installatie steken. 8.

Controlevraag over de overname van de sluitrechten met „Ja“ (2) bevestigen en op „Cilinder inlezen“ (3) tikken. Cilindernaam wijzigen. ð De datatransfer van de sluitrechten wordt gestart.

9.

11.12.2015

Op „Cilinder inlezen“ (3) tikken en het proces voor alle cilinders van het sluitsysteem herhalen.


115

Storingsopheffing

10.

Inlezen van alle cilinders met „Klaar“ (4) bevestigen. ð Een voorbeeld van een sluitplan wordt met uitgelezen sleutels (6), de sleutelgroep (5) en de sluitrechten (7) weergegeven. De sleutels worden alleen met de Winkhaus UID weergegeven. De informatie over de sleutelaanduidingen en de eventuele sluitgroepen moeten uit het oude sluitplan worden overgenomen of nieuw aangemaakt worden.

Ä Hoofdstuk 6.7.1 „Sluitplan handmatig verzenden“ op pagina 77

Afb. 107: Sleutelnaam wijzigen

116

11.

Sleutel selecteren (1).

12.

Sleutelnaam wijzigen (2).


11.12.2015

Storingsopheffing

10.3

Verlies van de activeringskaart Voorwaarden: n De activeringskaart is kwijtgeraakt. n Masterkey is met de app verbonden.

Nabestelcode weergeven

Afb. 108: Nabestelcode weergeven 1.

Masterkeymenu openen.

2.

Scroll omlaag in het menu.

3.

Op „Activeringskaart verloren“ (1) tikken. ð De nabestelcode (2) wordt weergegeven. Met deze nabestelcode (2) kan bij de vakhandel een nieuwe activeringskaart worden besteld. De nieuwe activeringskaart (met nieuwe PUK-code) wordt per post toegezonden.

11.12.2015


117

Storingsopheffing

Nieuwe activeringskaart inlezen

Afb. 109: Activeringskaart inlezen

118

4.

„Masterkeymenu“ openen.

5.

Scroll omlaag in het menu.

6.

Op „Activeringskaart verloren“ (1) tikken.

7.

Op „Nieuwe kaart inlezen“ tikken (2).

8.

Masterkey (3) op de nieuwe activeringskaart (4) plaatsen.


11.12.2015

Storingsopheffing

Afb. 110: Cilinder actualiseren 9.

Melding met „OK“ (1) bevestigen. ð Het cilinderoverzicht wordt weergegeven.

10.

Alle rood gemarkeerde cilinders (2) met de masterkey verbinden.

11.

Melding met „OK“ (3) bevestigen. ð De nieuwe activeringskaart is met succes geïntegreerd.

11.12.2015


119

Storingsopheffing

120


11.12.2015

Onderdelen en toebehoren

11


Onderdelensets

11.12.2015

Naam

voor cilindertypes/sleutels

Batterijvervangingsset

n n n n n

Batterijvervangingsset 21

n Type 04 n Type 21 n Type 22


Type Type Type Type Type

01 02 04 MK 05 85

Bestel-nr. 199 219 5

493 423 3

121


122


11.12.2015

Afvoer en verwerking als afval

12

Afvoer en verwerking als afval MILIEU! Milieuschade door batterijen Foutieve afvoer en verwerking kunnen een milieurisico opleveren. – –

Geef batterijen niet mee met het normale huisvuil! Leveren ze in bij de gemeentelijke milieustraat of andere inzamelpunten of laat ze afvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.

Afb. 111: Demontage en afvoer na afdanking Voorwaarden: n Cilinders zijn uitgebouwd en de batterijen zijn verwijderd. – Ä Hoofdstuk 4.1 „Oude cilinder uitbouwen“ op pagina 42 – Ä Hoofdstuk 9.2.1 „Batterij van een actieve sleutel vervangen.“ op pagina 98 – Ä Hoofdstuk 9.2.6 „Batterijen vervangen bij hangsloten van type 85“ op pagina 107 n Alle componenten zijn uit het sluitsysteem verwijderd.

11.12.2015

1.

Leveren batterijen in bij de gemeentelijke milieustraat of andere inzamelpunten of laat ze afvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.

2.

Laat cilinders en actieve sleutels correct afvoeren als elektrisch/elektronisch schroot.

3.

Componenten zonder batterijen en zonder elektrisch schroot met het huisvuil laten afvoeren.


123

Afvoer en verwerking als afval

124


11.12.2015

Technische gegevens

13

Technische gegevens

Actieve sleutel / Masterkey Batterij

gangbare CR 2032-1HFE 3-Vlithiumcel

Bedrijfstemperatuur minimaal

+ 5 °C

maximaal

+ 55 °C

Opslagtemperatuur minimaal

- 25 °C

maximaal

+ 70 °C

Beschermingsklasse volgens IP

IP 50

Afmetingen type 01 en type 05 Afmetingen Basislengte buiten (A)

30,7 mm

binnen (B)

32,4 mm

Verlengingen

tweezijdig, oplopend in stappen van 5 mm

Totale lengte, maximaal

180 mm

Meenemerposities in uittrekpositie voor de sleutel

8

Batterij

inbegrepen in de batterijvervangingsset:

Ä Hoofdstuk 11 „Onderdelen en toebehoren“ op pagina 121 Temperatuur inbouwlocatie

11.12.2015

minimaal

+ 5 °C

maximaal

+ 55 °C


IP 54

VdS-milieuklasse

2


125

Technische gegevens

Afmetingen type 02 Afmetingen Basislengte

30,7 mm

Verlenging

éénzijdig, oplopend in stappen van 5 mm


80 mm


8

Batterij



126

minimaal

+ 5 °C

maximaal

+ 55 °C


IP 54

VdS-milieuklasse

2


11.12.2015

Technische gegevens

Afmetingen type 04 MK Afmetingen Basislengte buiten (A)

30,7 mm

binnen (B)

30,7 mm

Verlenging



180 mm


8

Batterij



11.12.2015

minimaal

+ 5 °C

maximaal

+ 55 °C


IP 54

VdS-milieuklasse

2


127

Technische gegevens

Afmetingen type 04 Afmetingen Basislengte buiten (A)

30,7 mm

binnen (B)

30,7 mm

Verlenging



180 mm


8

Batterij



128

minimaal

- 25 °C

maximaal

+ 65 °C


IP 54

VdS-milieuklasse

3


11.12.2015

Technische gegevens

Afmetingen type 21 Afmetingen Basislengte buiten (A)

30,7 mm

binnen (B)

32,4 mm

Verlengingen



180 mm


8

Batterij



11.12.2015

minimaal

- 25 °C

maximaal

+ 65 °C


IP 67

VdS-milieuklasse

4


129

Technische gegevens

Afmetingen type 22 Afmetingen Basislengte

30,7 mm

Verlenging

éénzijdig, oplopend in stappen van 5 mm


80 mm


8

Batterij


Ä Hoofdstuk 11 „Onderdelen en toebehoren“ op pagina 121 Temperatuur inbouwlocatie minimaal

- 25 °C

maximaal

+ 65 °C


IP 67

VdS-milieuklasse

4

Afmetingen type 85 Afmetingen

130

Hoogte

60 mm

Breedte

55 mm

Vrije beugelhoogte

28 mm


11.12.2015

Technische gegevens

Batterijcapaciteiten

De aangegeven batterijlevensduren hebben betrekking op een vrijgavetijd van 5 seconden onder kamertemperatuur en ideale opslagvoorwaarden. De batterijlevensduren kunnen afwijken op basis van de concrete omgevingsfactoren. De status van de batterijen van de componenten kan via de app worden bepaald.

Ä Hoofdstuk 6.4.4 „Batterijtoestand van de cilinder controleren“ op pagina 68 Actieve sleutels signaleren een noodzakelijke vervangingen van de batterij bovendien via de led-indicatie.

Ä Hoofdstuk 1.2.1 „Actieve sleutel“ op pagina 16

Batterijlevensduren cilindertypes Type 01

Tot max. 10.000 sluitingen of tot 6 jaar stand-by

Type 02


Type 04 MK


Type 05


Type 85


Type 04


Type 21


Type 22


Batterijlevensduren sleutels Actieve sleutel / Masterkey

Brandveiligheidsklasse

11.12.2015

30.000 sluitingen bij gebruik als gebruikerssleutel of tot 4 jaar standby

De cilinders van het sluitsysteem zijn geschikt voor inbouw in brandwerende deuren van de weerdstandsklassen T30– T90.


131

Technische gegevens

Normen

132

De toegangscontrolesystemen van Winkhaus worden volgens de geldende Europese normen voor toegangscontrolesystemen ontwikkeld en gefabriceerd.

Norm

Korte beschrijving

EN 50133-1

Functie-eisen

EN 50133-7

Planningsregels


11.12.2015

Index

14

Index

A Aanmelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Actieve sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 16 Activeringskaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 22 Inlezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117 Verloren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117 Activeringsset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Adapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Afsluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Afvoer en verwerking als afval . . . . . . . . . . 123 Alarmsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 App Aanmelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Autorisatie op afstand toewijzen . . . . . . . . 79

B Batterijcapaciteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Cilindertypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Batterijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Afvoeren/Inleveren . . . . . . . . . . . . . . . . . 123 Opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Batterijen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Actieve sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Hangslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 MasterKey . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Type 01 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Type 02 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Type 04 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Type 04 MK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Type 05 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 Type 21 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Type 22 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 Batterijtoestand controleren . . . . . . . . . 17, 68 Beheerder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Beknopte handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Besturingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Betekenis van de begrippen . . . . . . . . . . . . . 41 blueCompact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Bluetooth . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Brandveiligheidsklasse . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Brandwerende deuren . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

C Cilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 23 Batterijtoestand controleren . . . . . . . . . 68 Identificeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Invoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Cilinder inbouwen Type 01 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49

11.12.2015

Type 02 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Type 04 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Type 04 MK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Type 05 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 Type 21 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Type 22 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Cilinderlengte bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Cilindernaam wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Cilinders testen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Cilindertype bepalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Cilindertypen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Componenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Componenten samenstellen . . . . . . . . . . . . . 15 Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Correcte toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

D Deuroverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Doelgroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Dubbele cilinders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

E Eigen powerfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Eigenaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

F Foutief gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Functiebeschrijving Actieve sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Activeringskaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Adapter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Cilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 MasterKey . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Passieve sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 PUK-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

G Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Gebruikerssleutelfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Gevaren voor personen . . . . . . . . . . . . . . . . 30

H Halve cilinders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Handleidingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Hangslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Herinnering sluitplanwijziging . . . . . . . . . . . 78 Hotline . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

I Inbouw Brandwerende deuren . . . . . . . . . . . . . . . 28 Vluchtdeuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Inbraakgevaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34


133

Index

Inbraakveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40, 43 Verouderde software . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Installatie-informatie oproepen . . . . . . . . . . 75 Integratie in alarmsystemen . . . . . . . . . . . . . 29

MasterKey . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 20, 57 Verloren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 Materiële schade . . . . . . . . . . . . . 32, 39, 48, 95 Onjuist uitgevoerde batterijvervanging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Meervoudige anti-paniekvergrendelingen . 29

Identificeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Sluitautorisaties Intrekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Toewijzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 Sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Sluitgebeurtenissen Verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Weergeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Sluitplan Handmatig verzenden . . . . . . . . . . . . . . . 77 Oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Verzenden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Sluitplanwijziging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Smartphoneversies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Software-updates Actieve sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Cilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Stap-voor-stap handleiding . . . . . . . . . . . . . . 6 Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Symbolen in de handleiding . . . . . . . . . . . . . . 5

O

T

K Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Knopcilinders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

L Labelling op de verpakking . . . . . . . . . . . . . 35 LED-indicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

M

Omgang met verpakkingsmateriaal . . . . . . 35 Onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35, 36 Oude cilinder Inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Uitbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Updates Actieve sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Cilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91

P

V

Passieve sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Passieve sleutels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 PUK-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 22

R Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95

S Signalen van de LED-indicatie . . . . . . . . . . . 17 Sleutel invoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Sleutels Beheren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Benoemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62

134

Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 Toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121 Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35

U

Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Verantwoordelijkheden van de beheerder 29 Verlies van de activeringskaart . . . . . . . . . . 117 Verlies van de masterkey . . . . . . . . . . . . . . . 112 Verpakking controleren . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Video-instructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Vluchtdeuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Voorkennis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Vreemde powerfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

W Werkingsstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40


11.12.2015

Bijlage

Bijlage

11.12.2015


135

Conformiteitsverklaring

A

136

Conformiteitsverklaring


11.12.2015

Aug. Winkhaus GmbH & Co. KG Hessenweg 9 48157 Münster Duitsland +49 2514 908-0 +49 2514 908-145 www.winkhaus.com

Bedieningshandleiding

Recommend Documents