ANBI gegevens CONCEPT 2013 Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Naamstelling Doelstelling Beleidsplan Beloningsbeleid Jaarverslag Coördinatie commissie Jaarverslag secretaris Concept Jaarrekening 2013 Concept Balans per 31-12-2013 Concept Exploitatierekening
2 2 3 13 14 20 24 31 32
Naamstelling Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg RSIN/Fiscaal nummer: 2918158
Doelstelling Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen stelt zich ten doel wetenschapsbeoefening te bevorderen en kennis te verbreiden, met name met betrekking tot Zeeland. Het tracht dit doel onder meer te bereiken door: a. Het organiseren van bijeenkomsten (congressen, lezingen, excursies, tentoonstellingen enzovoort); b. Het uitgeven en bevorderen van de uitgave van periodieke en niet-periodieke publicaties met betrekking tot Zeeland; c. Het in de verzameling bijeenbrengen en conserveren van al hetgeen uit het oogpunt van wetenschap van belang is, met name met betrekking tot Zeeland; d. Het onderhouden van betrekkingen en ruilverkeer van publicaties met andere wetenschappelijke instellingen, zowel in Nederland als daarbuiten; e. Het verrichten of doen verrichten van wetenschappelijk onderzoek, met name met betrekking tot Zeeland, en het verlenen van hulp bij dergelijk onderzoek.
Beleidsplan 1. Woord vooraf ...................................................................................................................................... 4 2. Beleidsplan .......................................................................................................................................... 4 2.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 4 2.1.1 Het genootschap .................................................................................................................... 4 2.1.2 Goede voornemens ................................................................................................................ 5 2.1.3 Actuele thema’s met betrekking tot Zeeland ......................................................................... 5 2.2 De Verzameling.............................................................................................................................. 5 2.2.1 Inleiding .................................................................................................................................. 5 2.2.2 Registratie en inventarisatie................................................................................................... 5 2.2.3 Behoud, verwerving en beheer .............................................................................................. 6 2.2.4 Benutten ................................................................................................................................. 6 2.3 De werkzaamheden ....................................................................................................................... 6 2.3.1 Inleiding .................................................................................................................................. 6 2.3.2 Lezingen, uitvoeringen en excursies ...................................................................................... 6 2.3.2.1 Genootschapscolleges ..................................................................................................... 7 2.3.2.2 Excursies en overige activiteiten ..................................................................................... 7 2.3.2.3 De activiteiten van de werkgroepen ............................................................................... 7 2.3.3 Publicaties .............................................................................................................................. 7 2.3.3.1 Het Archief (het jaarboek van het genootschap) ............................................................ 7 2.3.3.2 Werken ............................................................................................................................ 8 2.3.3.3 Het tijdschrift Zeeland ..................................................................................................... 8 2.3.3.4 Periodieken van de werkgroepen ................................................................................... 8 2.3.3.5 Genootschapsagenda ...................................................................................................... 8 2.3.3.6 Overige uitgaven ............................................................................................................. 8 2.3.4 Nieuwe communicatie............................................................................................................ 8 2.3.5 Betrekken van jongeren bij het genootschap ........................................................................ 8 2.3.6 Wetenschappelijk ruilverkeer ................................................................................................ 9 2.4 De organisatie................................................................................................................................ 9 2.4.1 Inleiding .................................................................................................................................. 9 2.4.2 Algemene verbeterpunten ..................................................................................................... 9 2.4.3 Het bestuur en de Algemene Ledenvergadering ................................................................. 10 2.4.4 De genootschapsraad ........................................................................................................... 10
2.4.5 Werkgroepen ........................................................................................................................ 10 2.4.6 Commissies ........................................................................................................................... 11 2.4.7 Conservatoren ...................................................................................................................... 11 2.5 Financiën ..................................................................................................................................... 11 Bijlage: Overzicht van de deelverzamelingen en belangrijkste bruikleennemers........................... 12 Belangrijkste bruikleennemers:......................................................................................................... 12
1. Woord vooraf Het Zeeuws Genootschap: een vitale vereniging met een levende collectie. Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen heeft in zijn lang bestaan, sinds 1769, de maatschappij om zich heen continu zien veranderen. Om als organisatie te kunnen overleven heeft het zich dan ook op gezette tijden aan de veranderende omstandigheden moeten aanpassen. Het genootschap behoeft niet steeds met de waan van de dag mee te hollen, maar van tijd tot tijd is het verstandig het beleid op een nieuw tijdperk af te stemmen en desgewenst de organisatie aan te passen. Met de aanvang van het nieuwe millennium, de opkomst van de digitale mogelijkheden (waaronder die van het internet), de toenemende interesse in het (Zeeuwse) culturele erfgoed, de veranderde opleidingsmogelijkheden in Zeeland, is het weer een geschikt moment om het langetermijnbeleid van het genootschap te herzien. De huidige ontwikkelingen en inzichten zijn verwerkt in een nieuw beleidsplan dat in de komende jaren als basis en raamwerk kan dienen voor de ambities, werkzaamheden en de gewenste organisatieaanpassingen van het genootschap. Voor u ligt het beleidsplan dat na overleg binnen alle geledingen van het genootschap door de algemene ledenvergadering is vastgesteld. Het is dus het beleidsplan van het genootschap en niet van het bestuur. -
Het beleidsplan zal als richtsnoer dienen voor toekomstige besluiten. Daardoor wordt zowel binnen als buiten het genootschap de voorspelbaarheid van de besluitvorming vergroot.
-
Het beleidsplan gaat nader in op het bezit van het genootschap (de verzameling), de activiteiten van het genootschap, de organisatie binnen het genootschap en de financiën van het genootschap.
-
Aan het beleidsplan is tot slot een lijst met actiepunten toegevoegd ter uitwerking in de komende jaren.
2. Beleidsplan
2.1 Inleiding 2.1.1 Het genootschap
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen is opgericht in 1769 en stelt zich ten doel de beoefening van kunsten en wetenschappen in en over Zeeland te bevorderen. Het genootschap doet dit door het organiseren van wetenschappelijke bijeenkomsten, lezingen en excursies, door het uitgeven van publicaties en het verzorgen van concerten, alsmede door de instandhouding en uitbreiding van zijn omvangrijke verzameling, De museale en bibliothecaire verzamelingen van het genootschap zijn direct of indirect in beheer gegeven aan onder andere het Zeeuws Museum, het Zeeuws Archief, de Zeeuwse Bibliotheek en het Zeeuws Maritiem MuZEEum. De collecties worden nog steeds uitgebreid met legaten, schenkingen en aankopen. Het
lidmaatschap van het genootschap staat voor iedereen open. Het genootschap heeft circa 1200 leden van wie een deel, als vrijwilliger, actief bezig is als conservator of in commissies en werkgroepen.
2.1.2 Goede voornemens Het genootschap zal aandacht geven aan de volgende punten Externe relaties:
Als organisatie meer open en flexibeler worden en meer naar buiten treden naar de Zeeuwse samenleving. De collectie toegankelijker maken voor een zo breed mogelijk en ook jong publiek. De collectie toegankelijker maken voor wetenschappelijke instellingen. Deelnemen aan de Wetenschappelijke Raad Zeeland Interne relaties:
Meer duidelijkheid bewerkstelligen ten aanzien van de verantwoordelijkheden en werkzaamheden van de verschillende organen. Met andere woorden de organisatie transparant maken De werkzaamheden en verantwoordelijkheden beter op elkaar afstemmen De samenhang tussen de organisatorische geledingen versterken en de organisatie effectiever en efficiënter maken. Streven naar integratie en samenwerking tussen personen, organisatieonderdelen en derden t.a.v. het verzamelen, beheer en andere activiteiten.
2.1.3 Actuele thema’s met betrekking tot Zeeland
Het genootschap zal ook aandacht blijven geven aan actuele vraagstukken met betrekking tot Zeeland, Voorbeelden van nu zijn milieuvraagstukken, gevolgen van vergrijzing, behoud van ruimtelijke kwaliteit en kustverdediging. Lezingen en symposia kunnen hierover worden gehouden. Artikelen en verhandelingen kunnen hierover gepubliceerd worden op de website, in het Tijdschrift Zeeland en het Archief.
2.2 De Verzameling 2.2.1 Inleiding
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen stelt zich ten doel wetenschap te bevorderen en kennis te verspreiden in het bijzonder met betrekking tot Zeeland. Sinds zijn oprichting in 1769 geeft het dit onder meer vorm door het verzamelen van objecten en het bestuderen daarvan. In de loop der eeuwen is daardoor een zeer grote verzameling van uiteenlopende aard bijeengebracht, voor een belangrijk deel van landelijke betekenis. De waardering voor een groot deel van de verzamelingen is reeds uitgesproken door een commissie van de landelijke Raad voor Cultuur die dit deel onder de Wet Behoud Cultuurbezit wil plaatsen. De verzamelingen zijn ondergebracht bij verschillende instellingen (zie bijlage 1) De conservering en de ontsluiting van de voorwerpen behoort tot de verantwoordelijkheden van de bruikleennemende instellingen. Registratie, catalogisering, fotografie, toegankelijk maken op het internet is allereerst een verantwoordelijkheid van deze instellingen. Echter: niet verwacht kan worden dat deze ook de oude context gaan onderzoeken en de onderlinge samenhang tussen de uiteengeraakte deelverzamelingen van het genootschap gaan herstellen.
2.2.2 Registratie en inventarisatie
Een deel van de verzamelingen is nog onvoldoende als genootschapsbezit geregistreerd. Van alle bezittingen moeten we weten waar deze zich bevinden en in welke staat deze zijn. Alle stukken dienen waar nuttig en mogelijk gefotografeerd te worden en geplaatst in een voor eenieder toegankelijk, geautomatiseerd systeem.
2.2.3 Behoud, verwerving en beheer
Het genootschap verzamelt nog steeds en streeft daarbij naar kwalitatief hoogwaardige aanvullingen die naar de mening van genootschap aansluiten bij bestaande onderdelen. Het genootschap beschikt niet meer over de mogelijkheid om de collecties zelf te bewaren, beschikbaar te stellen en tentoon te stellen. Een eigen museum met goed uitgeruste depots en expositieruimtes gaat de financiële krachten van het genootschap ver te boven. Daarom streeft het genootschap naar het zoveel mogelijk laten beheren van de verzamelingen door een beperkt aantal openbare erfgoedinstellingen waar de bewaar- en beheeromstandigheden en de mogelijkheden tot onderzoek goed zijn, bij voorkeur in de Provincie Zeeland. Voor het toezicht op het beheer en het verwerven van objecten heeft het genootschap conservatoren aangesteld.
2.2.4 Benutten
Het genootschap heeft tot taak de eigen verzamelingen onder de aandacht te brengen van een zo breed mogelijk publiek. De verzamelingen zijn het waard ook universitaire onderzoekers hierop te attenderen. Daarnaast lenen de verzamelingen (zeker als deze digitaal ontsloten zijn) zich bij uitstek als studiemateriaal voor alle denkbare onderwijsinstellingen in Zeeland. Het tonen van het Zeeuws cultureel erfgoed dat het genootschap bezit, aan een zo groot mogelijk publiek, is van groot belang. Gestreefd moet worden naar het digitaal registreren van alle objecten uit de genootschapcollectie en de presentatie daarvan via Internet. Zoals gezegd ligt hier in eerste instantie een taak voor de bruikleennemende instellingen. De dwarsverbanden tussen de deelcollecties zouden echter door conservatoren en andere leden van het genootschap gelegd moeten worden. Over de vraag of deze verbanden op de website van het genootschap of op die van een van de bruikleennemende instellingen moeten worden getoond, zal op korte termijn een besluit genomen moeten worden. Een virtueel museum biedt goede mogelijkheden om de, nu voor een deel verloren, samenhang tussen de verschillende deelcollecties opnieuw zichtbaar te maken. De ontwikkelingen rond het gemeenschappelijk webportaal www.geschiedeniszeeland.nl beloven in dit opzicht veel. Hier wordt op slimme wijze gebruik gemaakt van de expertise van de belangrijkste erfgoedinstellingen in Zeeland, die tevens delen van de genootschapscollectie beheren. Het eindresultaat van deze ontwikkeling moet zijn dat op termijn alle collecties van het genootschap samen en in samenhang met de andere collecties die door de Zeeuwse instellingen beheerd worden, via het internet vindbaar en zoveel mogelijk doorzoekbaar en raadpleegbaar zullen zijn.
2.3 De werkzaamheden 2.3.1 Inleiding
Voor geïnteresseerden in wetenschappelijke kennis en wetenschapbeoefening heeft het huidige genootschap het nodige te bieden. De publicaties en de verzamelingen van het genootschap bieden een goed inzicht in het rijke culturele erfgoed van Zeeland en in de bezigheden van de Zeeuwen buiten Zeeland. Menig conservator steekt niet alleen veel energie in deze wetenschappelijke ontdekkingstocht, maar beleeft er menigmaal ook veel plezier aan omdat het zeer interessante zaken aan het licht brengt. Bovendien biedt het genootschap aan zijn leden de mogelijkheid om via diverse media hun publicaties aan het Zeeuwse publiek te presenteren.
2.3.2 Lezingen, uitvoeringen en excursies
Binnen het genootschap worden door het jaar heen tal van activiteiten georganiseerd. Vaak staan deze ook open voor niet-leden.
Er zijn verschillende redenen om deze activiteiten de nodige aandacht te geven: het educatief effect en het onderhouden van de interne en externe contacten. Het is wenselijk dat de verschillende geledingen van het genootschap hun activiteiten afstemmen op elkaar en op anderen die soortgelijke activiteiten organiseren.
2.3.2.1 Genootschapscolleges
Het is van belang dat het genootschap voeling houdt met de (Zeeuwse) samenleving. Onder andere om die reden is het zinvol de openbare lezingen van het genootschap voort te zetten. Gezocht moet worden naar onderwerpen die een brug slaan tussen enerzijds een (actuele) belangstelling voor de samenleving en anderzijds de kennis die het genootschap kan inbrengen.
2.3.2.2 Excursies en overige activiteiten
Vaste jaarlijkse programmapunten zijn de genootschapsexcursie en de nieuwjaarsbijeenkomst. Daarnaast worden er ad hoc activiteiten georganiseerd. Vaak werkt het genootschap daarbij samen met andere organisaties, zoals het Zeeuws Museum, de Zeeuwse Bibliotheek, het Zeeuws Archief, het Natuurkundig Gezelschap, de Hogeschool Zeeland, het Roosevelt Studycenter, de Roosevelt Academy en andere wetenschappelijke instellingen
2.3.2.3 De activiteiten van de werkgroepen
De werkgroepen van het genootschap organiseren activiteiten die vanzelfsprekend gericht zijn op het eigen aandachtsgebied. Voorbeelden daarvan zijn werkcolleges, excursies, lezingen en concerten. De activiteiten worden door en meestal voor de (werkgroep)leden georganiseerd.
2.3.3 Publicaties
Het genootschap en zijn geledingen geven jaarlijks diverse publicaties uit, waaronder enkele structureel. Daarnaast verzorgt het genootschap regelmatig eenmalige uitgaven. Publicaties worden verzorgd met verschillende doelen. Het genootschap vindt dat de publicaties onderdeel moeten vormen van een doelgroepspecifieke aanpak.
2.3.3.1 Het Archief (het jaarboek van het genootschap)
Het Archief (Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen) is het wetenschappelijk jaarboek van het genootschap. Het is de oudste nog bestaande publicatie van het genootschap en is vooral bedoeld als podium voor wetenschappelijke artikelen. Het wetenschappelijk karakter van het Archief is conform het doel van het genootschap zoals neergelegd in de statuten, te weten ‘wetenschap beoefenen en kennis verbreiden, met name met betrekking tot Zeeland’. In het Archief wordt plaats geboden aan verhandelingen met betrekking tot Zeeland en aan de jaarverslagen van de secretaris en van de conservatoren van de verzameling. Voorts biedt het Archief ieder jaar een overzicht van de samenstelling van het bestuur van het genootschap, van de werkgroepbesturen en van de commissies. In de loop van de jaren heeft het Archief zich ontwikkeld tot een gezaghebbend periodiek, zowel in het binnenland als buitenland, op Zeeuws historisch, cultuurhistorisch en natuurhistorisch terrein. Het beleid is er op gericht om deze positie te consolideren en verder uit te bouwen. Verder biedt het Archief ook ruimte aan artikelen over eigentijdse onderwerpen, mits deze wetenschappelijk behandeld worden. Voorts wordt er naar gestreefd, meer verhandelingen over de deelverzamelingen van het genootschap tot stand te laten komen en daaraan een plaats te bieden in het jaarboek. Met dit beleid sluit het Archief nauw aan met de wetenschappelijke doelstellingen van het genootschap, en houdt het voeling met het wetenschappelijke publiek dat belang stelt in historische en contemporaine Zeeuwse onderwerpen en blijft het een bron voor alle belangrijke wetenschappelijke natuur- en cultuurhistorische publicaties over Zeeland.
2.3.3.2 Werken
(uitgegeven door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen) De serie Werken is een reeks losse publicaties bedoeld als een vangnet voor niet-commerciële uitgaven van diverse aard, waaronder dissertaties, bundelingen van congresbijdragen en catalogi van deelverzamelingen van het genootschap. Deze losse publicaties komen uit op ad hoc basis, vaak ingegeven door de actualiteit. Inmiddels bestaat de serie Werken uit een tiental publicaties bedoeld voor het wetenschappelijke publiek dat belang stelt in historische en contemporaine Zeeuwse onderwerpen.De eerste digitale uitgave van het genootschap heeft in 2007 het licht gezien. Daarvoor is samengewerkt met het Zeeuws Archief. Het genootschap verwacht nog vele digitale uitgaven te kunnen verzorgen.
2.3.3.3 Het tijdschrift Zeeland
Uiteraard blijft het tijdschrift ruimte bieden aan mededelingen van het bestuur, de commissies en de werkgroepen van het genootschap. De komende jaren streeft de redactie ernaar, meer aandacht te schenken aan de activiteiten van de verschillende geledingen van het genootschap, en meer in het bijzonder aan de verzamelingen (bestaande collecties, aanwinsten en onderzoek naar en publicatie over de verzamelingen). Ook de regionale spreiding van artikelen zal extra aandacht van de redactie krijgen. Tot besluit zal worden bezien of het tijdschrift een prominentere plaats kan krijgen op de website van het genootschap en of delen van het blad (bijvoorbeeld de jaarlijkse indices) digitaal ter beschikking kunnen worden gesteld.
2.3.3.4 Periodieken van de werkgroepen
Periodieken van de werkgroepen, zoals Nehalennia van de Werkgroep Historie en Archeologie in samenwerking met de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek en Voluta van de Werkgroep Geologie, bieden een forum om verslag te doen van de activiteiten van de werkgroep Daarnaast kan het werkgroepsbestuur daarin zijn informatie publiceren over de activiteiten van de werkgroep.
2.3.3.5 Genootschapsagenda
De genootschapsagenda is een publicatie waarin de collectie van het genootschap in beeld wordt gebracht voor het brede publiek. Jaarlijks wordt een agenda samengesteld over een bepaald thema met beeldmateriaal uit de Zelandia Illustrata en foto's van andere objecten uit de collectie. Als het financieel haalbaar blijft zal dit beleid ongewijzigd voortgezet worden.
2.3.3.6 Overige uitgaven
Voor een breder publiek kan het genootschap in voorkomende gevallen uitgaven verzorgen over historische en culturele zaken met betrekking tot Zeeland. Dit zal vooral gebeuren in samenwerking met derden. Een voorbeeld is de publicatie over het Kanaal door Walcheren.
2.3.4 Nieuwe communicatie
Het genootschap heeft een website met beperkte mogelijkheden. Het internet heeft meer te bieden. Het genootschap zal extra aandacht geven aan internet en website. Het gaat daarbij om: - een inhoudelijke uitbreiding van het publieke gedeelte van de website -het benutten van internet voor de interne communicatie -vormgeving.
2.3.5 Betrekken van jongeren bij het genootschap Het jongerenlidmaatschap dient meer onder de aandacht gebracht te worden. Het is te overwegen om in samenwerking met de bruikleennemers jongeren bij het genootschap te betrekken. Het genootschap kan daarnaast bij Zeeuwse educatieve instellingen (middelbare scholen ROC’s, Hogeschool
Zeeland en Roosevelt Academy) onder de aandacht gebracht worden voor werkstukken en scripties. En wat te denken van een stage bij een conservator?
2.3.6 Wetenschappelijk ruilverkeer
Via wetenschappelijk ruilverkeer verwerft het genootschap regelmatig interessante wetenschappelijke werken. Het genootschap streeft ernaar om dit ruilverkeer zo lang mogelijk in stand te houden.
2.4 De organisatie 2.4.1 Inleiding
Institutioneel is het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen een vereniging en het wil die vorm ook in de komende jaren behouden. Statutair is vastgelegd dat de vereniging zich ten doel stelt wetenschap te beoefenen en kennis te verspreiden, met name met betrekking tot Zeeland. Als de vereniging de continuïteit van haar doel en de daarbij horende werkzaamheden wil waarborgen, dan dient de structuur van de organisatie, indien nodig, aangepast te worden aan de veranderende omgeving. Omdat bovendien het genootschap voor het overgrote deel steunt op de inzet van vrijwilligers is het zaak de organisatiestructuur kritisch te blijven volgen om de vereniging vitaal te houden. Naast de toenemende vergrijzing van het ledenbestand heeft ook het genootschap te maken met de maatschappelijke trend dat mensen zich niet zo gemakkelijk langdurig binden aan een bepaalde vorm van vrijwilligerswerk. Wel zijn de mensen meer bereid om voor een kortere tijd in een project mee te draaien. Een weerbare, duurzame organisatie dient transparante, democratische besluitvormingsprocedures te kennen die samengaan met een efficiënte werkwijze en helderheid over de competenties en bevoegdheden van de organisatorische eenheden en hun leden. Wel moet bij het bovenstaande in ogenschouw genomen worden dat een vrijwilligersorganisatie als het genootschap niet als een strak geleide organisatie kan functioneren. Met vrijwilligers valt niet zoals bij betaalde krachten met harde productieafspraken en resultaatverplichtingen te werken. Maar dat ontslaat het genootschap niet kritisch te blijven kijken naar interne regels, bureaucratie en niet zinvolle knellende procedures.
2.4.2 Algemene verbeterpunten
In het algemeen is de huidige organisatiestructuur van het genootschap op hoofdlijnen nog goed bruikbaar. Wel dient een aantal zaken verbeterd te worden. Er bestaat onduidelijkheid over bevoegdheden en procedures. Het komt voor dat geledingen van het genootschap hun werk niet optimaal kunnen verrichten doordat er onduidelijkheid bestaat over bevoegdheden en procedures. In de komende tijd zal er aan gewerkt worden om de onduidelijkheden over de bestaande bevoegdheden en de bestaande procedures en reglementen op te lossen. Waar nodig zullen nieuwe procedures opgesteld worden. Adviezen komen te laat. In de statuten is voorgeschreven dat bepaalde bestuursbesluiten pas genomen kunnen worden indien ze voorzien zijn van een advies van een bepaalde geleding van het genootschap. Daar moet niet aan getornd worden. Wel moet voorkomen worden dat bestuursbesluiten niet kunnen worden genomen omdat de advisering (te lang) achterwege blijft. Het verdient daarom aanbeveling om met elkaar in gesprek te gaan over een termijn waarbinnen in redelijkheid de advisering moet plaats vinden, met daarbij eventueel een hardheidsclausule voor zeer bijzondere omstandigheden.
2.4.3 Het bestuur en de Algemene Ledenvergadering
Het genootschap wil de verenigingsstructuur handhaven. Het hoogste orgaan van het genootschap is en blijft de algemene vergadering van leden. De ALV heeft als taak de bestuursleden te benoemen en het bestuur te controleren. De relatie tussen bestuur en ALV wordt bepaald door de statuten. Het bestuur heeft tot taak om:
een organisatie(vorm) te creëren en in stand te houden die gezien de omstandigheden op adequate wijze uitvoering kan geven aan de werkzaamheden die voortvloeien uit de doelstellingen en beleidsplan van het genootschap; randvoorwaarden te scheppen voor het goed functioneren van het genootschap en zijn geledingen een door de ALV goedgekeurd actueel beleidsplan te hebben dat de basis en raamwerk vormt voor toekomstige activiteiten; het door de ALV goedgekeurde beleidsplan uit te (laten) voeren; jaarlijks verantwoording af te leggen aan de ALV over het gevoerde beleid van het genootschap, ten aanzien van zowel de werkzaamheden als de financiële middelen; contact te onderhouden met externe relaties.
2.4.4 De genootschapsraad Sinds 1999 kent het genootschap een genootschapsraad. De raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgroepen en commissies van het genootschap. Deze raad kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan het bestuur. Verder informeert men elkaar over de gang van zaken binnen de geledingen. De laatste jaren staat het functioneren van de raad voortdurend ter discussie. De mate van participeren van de deelnemers is te wisselend. Het aantal adviezen dat de raad gevraagd of ongevraagd aan het bestuur heeft verstrekt is gering. Alle welgemeende pogingen om de raad te revitaliseren hebben tot nu toe niet de resultaten opgeleverd die men wenselijk acht. Het is beter om alternatieve vormen van communicatie te ontwikkelen die het contact tussen het bestuur en de andere geledingen van het genootschap kunnen versterken en de onderlinge informatie en afstemming tussen de geledingen kunnen vergroten. De komende beleidsperiode dient elke werkgroep en commissie structureel één keer per jaar overleg met het genootschapbestuur te hebben. Daarnaast komt een platform, waar alle geledingen van het genootschap in zijn vertegenwoordigd, twee keer per jaar bijeen voor afstemming en overleg. Vaste agendapunten voor dit overleg zijn, elkaar informeren, afstemming van activiteiten en brainstorming over een voor het genootschap actueel onderwerp. De genootschapsraad houdt dan op te bestaan.
2.4.5 Werkgroepen De positie van en het functioneren van de werkgroepen binnen de structuur van het genootschap geeft aanleiding tot het opnieuw doordenken van hun positie. De volgende punten dienen hierbij aan de orde te komen: a. De relatie tussen het bestuur van het genootschap en het bestuur van de werkgroepen is marginaal b. Verschillende werkgroepen hebben leden die geen lid zijn van het genootschap. c. Sommige werkgroepen ervaren niet of nauwelijks meerwaarde van het feit dat ze deel uit maken van het genootschap d. Werkgroepen hebben geen eigen rechtspersoonlijkheid. Dit ervaren sommigen werkgroepen als een hinderlijke beperking. Het genootschap hecht eraan dat de werkgroepen statutair verankerd blijven. Voorts acht het genootschap het wenselijk dat leden van de werkgroepen een binding met het genootschap hebben bij voorkeur als lid, maar in ieder geval als donateur nieuwe stijl. Het bestuur zal met inachtneming van het bovenstaande in een speciale notitie nader op de positie van de werkgroepen ingaan. Daarbij zal ook worden gekeken naar de statutaire omschrijving van het begrip donateur.
2.4.6 Commissies
De commissies van het genootschap zorgen ervoor dat de in hoofdstuk 2.3. genoemde activiteiten uitgevoerd worden en zijn dus van onschatbare waarde. Er is geen reden om daarin verandering te brengen.
2.4.7 Conservatoren
Het toezicht op het beheer van de verzameling gebeurt vooral door conservatoren van het genootschap. Zij leveren in een aantal gevallen een bijdrage aan de registratie en ontsluiting van de collectie. Bij hen berust de specialistische kennis en deskundigheid over de verzamelingen. In een vruchtbaar samenwerkingsverband tussen enerzijds de bruikleennemende instellingen en anderzijds het genootschap met zijn conservatoren, kunnen alle partijen van elkaars deskundigheid profiteren. De taken van de conservatoren worden in een huishoudelijk reglement nader geregeld. Dat geldt ook voor die van de Coördinatiecommissie Verzamelingen, die de werkzaamheden betreffende de verzamelingen coördineert en dienaangaande het bestuur adviseert. De conservatoren zijn de ruggengraat van het genootschap en dat moet zo blijven.
2.5 Financiën Het vermogensbeheer van het genootschap is erop gericht het vermogen in stand te houden, ook op langere termijn. Daarmee wil het de eigen continuïteit bewaken, door belegging volgens een defensief risicoprofiel. Het genootschap wil zich positioneren als een instelling die het waard is om daaraan geld of objecten na te laten of te schenken.Een verruiming van het mandaat door de ALV aan het bestuur is nodig om een goed financieel beleid te kunnen uitvoeren en om sneller en adequaat te kunnen inspelen op mogelijkheden die financiële consequenties hebben.De inkomsten uit contributies zullen op peil moeten blijven. Extra inkomsten zullen het in de nabije toekomst wellicht mogelijk maken om de conservatieve jaarbegrotingen van de afgelopen jaren te verruilen voor een jaarlijks activiteitenplan.
Bijlage: Overzicht van de deelverzamelingen en belangrijkste bruikleennemers De verzameling van het genootschap bestaat momenteel uit de volgende deelverzamelingen: Boeken Handschriften Archieven Historische Voorwerpen, Kunst en Kunstnijverheid Historisch-topografische Atlas Zelandia Illustrata Archeologische Voorwerpen Houten gevel Munten en Penningen Muziekinstrumenten Natuurhistorische Voorwerpen (molusken/gesteenten & mineralen/fossiele botten) Vliedbergen (drie stuks) Volkenkundige Voorwerpen ruilverkeer van publicaties
Belangrijkste bruikleennemers: 1 2. 3. 4.
Zeeuws Archief (deels via Provincie Zeeland) Zeeuwse Bibliotheek (deels via Provincie Zeeland) Zeeuws Museum Stichting Zeeuws Landschap (drie vliedbergen)
Beloningsbeleid. Bestuur: Het bestuur verricht haar werkzaamheden geheel belangeloos en ontvangt geen enkele beloning noch onkostenvergoeding. Personeel: Er is een parttime medewerkster werkzaam op het secretariaat. Haar honorering is marktconform.
JAARVERSLAG COÖRDINATIECOMMISSIE VERZAMELINGEN 2013 De commissie bestond in het verslagjaar uit mevr. drs. C.E. Heyning, mevr. drs. I.H. Vogel-Wessels Boer, mevr. E.C. Westland en de heren dr. J. Francke en drs. H.J. Vader. De heer Francke trad op de Algemene Ledenvergadering in juli af en werd opgevolgd door conservator boeken, drs. P.J. Aarssen. Mevrouw Westland werd in december opgevolgd door mevr. drs. V. Frenks. De Coördinatiecommissie is beiden dankbaar voor al het werk dat zij gedurende vele jaren verricht hebben. Drs. H.J. Vader vertegenwoordigde de Coördinatiecommissie in de vergaderingen van het Genootschappelijk Beraad. In 2013 kwam de commissie zes maal bijeen. De bestuursvergaderingen van het KZGW werden steeds bijgewoond door een der leden van de commissie. De voor- en najaarsvergaderingen van de conservatoren vonden plaats op 13 april en op 2 november 2013. Veel tijd werd besteed aan mogelijke samenwerkingsverbanden met de University College Roosevelt en de organisatie van een evenement ter gelegenheid van het feit dat de Zelandia Illustrata 150 jaar geleden door het Genootschap werd verworven.Tevens werd aandacht besteed aan mogelijke activiteiten in de aanloop naar het 250-jarig jubileum van het genootschap in 2019 en werden wensen voor een nieuwe website geformuleerd. Om de continuïteit van de kennis van de collecties te waarborgen werd voor de conservatoren een dropbox ingericht. Tijdens een internationale studiedag werden de vroegste metaalvondsten van het strand van Domburg door deskundigen nader bestudeerd. Verschillende onderdelen van de verzamelingen konden in 2013 met nieuwe aanwinsten worden aangevuld. Een uiterst belangrijke aankoop was een vroeg negentiende-eeuws vlinderkabinet afkomstig van de Middelburgse boekbinder en genootschapslid J. Ehrlich, dat in het najaar aan de verzamelingen in het Zeeuws Museum werd toegevoegd. Middels crowdfunding lukte het om voldoende geld bijeen te krijgen om het planetarium dat de weduwe van Johan Adriaan van de Perre het Genootschap in 1791 schonk, te laten restaureren. In het voorjaar van 2014 zal het hopelijk weer als vanouds functioneren. Voor de ontsluiting van twee onderdelen van de verzamelingen die een grote achterstand hebben – de collectie archeologie en de collectie munten – werd naar oplossingen gezocht. Voor de eerste collectie werd een nieuwe conservator gezocht en gevonden in de persoon van mevr. A. Feldbrugge, die in de decembervergadering van het Genootschap benoemd werd. Zij heeft inmiddels de inventarisatie van dit jarenlang verwaarloosde onderdeel van de collectie voortvarend ter hand genomen. Voor de inventarisatie en ontsluiting van de muntencollectie werd door conservator munten dr. A.A.J. Scheffers een plan van aanpak opgesteld, dat hopelijk in 2014 gerealiseerd zal kunnen worden. Volkenkundige voorwerpen De conservatoren drs. F. van der Doe en drs. E.J.M. van der Geest berichten als volgt: Met de komst van een aparte conservator naturalia is er extra aandacht voor de natuurhistorische voorwerpen. De collectie volkenkundige voorwerpen bevat ook diverse objecten die eerder in een afdeling naturalia verwacht worden dan bij de etnografica, zelfs als de volgende ruime definitie wordt gehanteerd: voorwerpen afkomstig van niet-westerse volken die een uiting van cultuur zijn en door mensen zijn gemaakt, gebruikt of vereerd. Voorbeelden in de collectie etnografica van dergelijke naturalia zijn drie zogenoemde ‘Oost-Indische komkommers’. Twee daarvan zijn aangespoeld te Vlissingen in 1897 en aan het Genootschap geschonken door P. Smith. De derde is in 1921 bij Zoutelande gevonden en geschonken door J.M. Schreuder. In de doorlopende lijst van aanwinsten hebben ze nrs. 779 en 1157 gekregen. In 1982 zijn ze (kennelijk door hun benaming), met de etnografica, zijnde niet-Zeeuwse voorwerpen, afgestoten door het Zeeuws Museum en belandden ze op de zolder van het voormalige Rijksarchief in Zeeland. Na enige omzwervingen keerden ze in 2005 terug in het Zeeuws Museum. Wat zijn het? De wetenschappelijke benaming is Luffa aegyptiaca Miller. De naamgever is Philip Miller, de Schotse botanicus en lid van onder meer de gerenommeerde Engelse Royal Society. Hij was
bevriend met Job Baster die Millers beroemde werk The Gardener’s Dictionary in het Nederlands vertaalde. Baster droeg zijn eigen Natuurkundige uitspanningen op aan Miller. In Millers uitgave van 1768, die volgens de classificatie van Linnaeus was opgezet, werd de soort definitief ingedeeld. De naam verwijst naar Egypte waar deze in de achttiende eeuw voor het eerst werd geteeld. Het is een snelgroeiende tropische klimplant, ook wel loefahspons genoemd. Ondanks de naam is het geen dierlijk organisme zoals de zeespons, het is een komkommersoort die op land groeit. De circa 30 cm. lange oudere vruchten ontwikkelen een taai soort skelet. In droge toestand zijn ze hard, maar worden zacht en buigzaam als ze in het water komen. Ze worden nog altijd voor cosmetische doeleinden gebruikt, speciaal om de huid de reinigen. Ze werden vroeger ook wel gebruikt voor binnenzolen in schoenen en onder paardenzadels. Door de poreuze structuur ontstond er een betere luchtcirculatie en werd zweetvorming tegengegaan. Ook werden ze gebruikt op schepen om leidingen te reinigen of om als filter te dienen. In de jaren ’80 en ’90 van de negentiende eeuw verschenen er in diverse kranten artikelen over luffa’s, waarmee de aandacht op deze vruchten gevestigd werd. Zoals het er nu naar uitziet zijn de drie van het Zeeuws Genootschap de oudste in Nederlandse collecties. Conservator naturalia drs. G.R. Heerebout heeft tenminste geen oudere gevonden. Waarschijnlijk werden niet eerder luffa’s van het strand geregistreerd opgeraapt en meegenomen. Dat laatste zal ook begonnen zijn toen ze meer bekend werden en bovendien stoom- en motorschepen het van de zeilvaart overnamen en ze als natuurlijke filters werden gebruikt. In het tijdschrift Het Zeepaard van de Nederlandse strandwerkgemeenschap komen naoorlogse meldingen voor waarbij ze nog vol olie zaten. Over naturalia gesproken. Onlangs is een brief met een uniek drukwerkje van het Bataviaas Genootschap bestemd voor het Zeeuws Genootschap gevonden in de Prize Papers in The National Archives in Londen. Dit zijn door de Engelsen in de zeventiende en achttiende eeuw gekaapte brieven en andere documenten van Nederlandse schepen. Het Bataviaas Genootschap had nauwe banden met het Zeeuws Genootschap en menigeen was van beide lid. Batavia financierde ook Zeeuwse prijsvragen. Over en weer schonken zij elkaar voorwerpen en eind 1784 werd zelfs de eerste levende orang oetan naar Europa gezonden. Adriaan Moens stuurde het speciaal gevangen dier als blijk van achting voor het hem toegenegen Zeeuws Genootschap naar Zeeland. Moens, die tal van volkenkundige voorwerpen aan het Zeeuws Genootschap heeft geschonken, was op dat moment voorzitter van het Bataviaas Genootschap. Met de Zweedse bioloog Klas Frederik Hornsted wordt de aap naar Nederland verscheept, maar daar komt hij niet levend aan. Het verhaal is gepubliceerd in het vijfde deel van de reeks Sailing Letters Journaal (2013). Al met al aanleiding om de collectie volkenkundige voorwerpen eens nader onder de loep te nemen. Er zitten meer objecten in die eerder bij de naturalia gezocht zullen worden, zoals hoorns van neushoorns en schedels van neushoornvogels, diverse vruchten en zaden, eetbare vogelnestjes en lava en as van verschillende vulkaanuitbarstingen. Hoewel de oud- en zeldzaamheden als exotica ooit bij elkaar hebben gezeten, zijn delen ervan later om praktische redenen verdeeld over verschillende afdelingen. Virtueel kan de hele verzameling in context worden getoond. Op de tentoonstelling Bescherm mij, kleding en accessoires voor lichaam en ziel in het Zeeuws Museum (juni 2013-maart 2014) waren ook enige volkenkundige voorwerpen te zien, w.o. een ketting van de Zwartvoetindianen en de hoed van Meinard Sprenger zelf, hoofddeksels uit Indonesië, een danskostuum van de Dajaks, mantels van de Maori uit Nieuw-Zeeland, een schort van de Papoea’s uit Nieuw-Guinea, een poncho uit Tahiti en een indianenhoofdtooi uit Demerary. Er waren geen aanwinsten in het verslagjaar. Boeken De conservator P.J. Aarssen bericht als volgt: Evenals in de voorafgaande jaren werd een groot gedeelte van de tijd besteed aan het controleren van de pamflettenverzameling in de Zeeuwse Bibliotheek. Deze verzameling met zowel de exemplaren van de Bibliotheek en die van het Genootschap, bestaat uit ongeveer zesduizend pamfletten tot en met 1795. Niet altijd is de eigendom duidelijk aangegeven. Tot nu zijn ruim drieduizend pamfletten bekeken. Van een 200-tal kon via de oude catalogi van Nagtglas met zijn eigenhandig geschreven signaturen,
achterhaald worden dat ze eigendom van het genootschap zijn. In overleg met de Zeeuwse Bibliotheek wordt dit in de catalogus van de bibliotheek en op de omslag van de pamfletten vermeld. Tevens is afgesproken dat de dubbele exemplaren ook te zijner tijd beschreven zullen worden zodat een volledig overzicht van het bezit van het Genootschap gemaakt kan worden. Van een aantal schenkingen op de ”Lijst Lafont” kon de huidige signatuur worden gevonden. Voor de verzameling werd aangekocht het vierdelige standaardwerk van Ina Kok: Woodcuts in incunabula printed in the Low Countries (2013), Vol. 2 in de reeks Bibliotheca Bibliografica Neerlandica. In dit werk staat een beschrijving van een houtsnede in Bartolomeus Anglicus’ Die Schoone ednde Die Suuerlicke Historie van Appollonius van Thyro.(Delft, 1493) waarvan alleen het Genootschap en de Bibliotheque National in Parijs een exemplaar bezit. De verzameling werd verder uitgebreid met een aantal schenkingen: - van het Praktizijnscollege te Middelburg werd, zoals in het vorige verslag aangekondigd, een twaalftal juridische werken uit de 17e en 18e eeuw ontvangen, waaronder Van Mieris’ Groot Charterboek in 4 folio delen (1773-1756), Het Groot Placaet-boeck, 9 folio delen plus register (1658-1705), en diverse ordonnanties en costumen betreffende steden in Zeeland en Vlaanderen. - van de Stichting Vrienden van de Travalje: Overzicht van de Travaljes in Zeeland (2013). - via Eric van der Doe uit de serie Sailing Letters Journaal, deel 5: Buitgemaakt en teruggevonden: Nederlandse brieven en scheepspapieren in een Engels archief (2013). Een aantal publicaties, die in vorige jaren waren ontvangen maar nog niet in de catalogus waren opgenomen, werden beschreven. Waaronder: - een drietal publikaties van de Van Voorst Vader Stichting: Oorlogsherinneringen uit Zeeland, Utrecht en Overijssel 1939-1945 (2000); Verhalen uit “Vader-land”: levensbeschrijvingen en andere historische beschouwingen (2001); Verhalen uit Zeeland: historische beschouwingen en andere verhalen…(2006); - van Dr C.K. de Putter: Sago op een tinnen bord (2005); - van E.J. Weterings: Herinneringen aan De Schelde: werknemers vertellen hun verhaal (2000). - Diverse publikaties en overdrukken van Dr Dirk Schoute, waarvan sommige met zijn opdracht. O.a. Schets van het Middelburgsche Chirurgijnsgilde. Handschriften De conservator drs. R.M. Rijkse bericht als volgt: Er is gestaag doorgewerkt aan de inventarisatie van de onbeschreven schenkingen (zie het vorige jaarverslag). Tot nu toe zijn 105 items beschreven uit de periode 1982 - 1995. Na beschrijving zijn de stukken naar de conservatoren van de Zeeuwse Bibliotheek gegaan voor beschrijving in de catalogus en plaatsing in de kluis. Het ligt in mijn bedoeling om na afronding, hopelijk in 2014, een lijst te plaatsen op de website van het Genootschap. Het digitaliseren van de particuliere collectie van C.J.M. Nagtglas, waarvan sprake was in het vorige jaarverslag, heeft, buiten onze schuld,enige vertraging opgelopen vanwege juridische problemen in Den Haag. De coördinatie berust nu bij het bureau Metamorfoze in plaats van bij het Nationaal Archief. Het te digitaliseren materiaal ligt momenteel op het Zeeuws Archief om aldaar bewerkt te worden. Wanneer Metamorfoze de offerte heeft goedgekeurd, kan het project in de loop van dit jaar afgerond worden. De masterscans zullen dan bij het Nationaal Archief berusten en daar via een presentatie op de site 'Europeana' beschikbaar gesteld worden. Er zijn voor de, helaas ter ziele gegane Agenda, een viertal afbeeldingen gemaakt met als thema Zeeuwen en hun werk, afkomstig uit de collectie kinderboeken en centsprenten van Landwehr-Vogels. Uw conservator heeft op de Genootschapsbijeenkomst van vrijdag 20 september een kort verhaal gehouden,verlevendigd met een aantal fraaie afbeeldingen, over bijzonderheden in de tot nu toe ongeïnventariseerde schenkingen, kortom 'een praatje bij een plaatje'. In het tijdschrift Canadian Journal of Netherlandic Studies/Revue canadienne d'études neerlandaises is van de hand van Mary Eggermont-Molenaar een artikel verschenen onder de titel 'Over het beulszwaard in het Rijksmuseum en de poëzie erop en eromheen'. Zij maakte hiervoor gebruik van hs. 3916 van het KZGW: 'Nopens het zwaard waarmede de hr. Johan van Oldenbarneveld is onthoofd in den hage, 13 mei 1619', dit zijn aantekeningen en een lijst van dichters die over het zwaard hebben gepubliceerd van Nicolaas Cornelis
Lambrechtsen uit 1801. Het artikel is terug te vinden op de site: www.caansacaen.ca/Journal/issues_online/Volume_33_Issue_1_2012/CJNS%2033-1_pp_15-30_Eggermont-Molenaar.pdf. Een hoogtepunt voor de Verzamelingen was dit jaar de aankoop van een bijzonder fraai Zeeuws object: J. Ehrlich - Verzameling van Walcherse vlinders. Datering ca. 1850. Via een tip aan mij van Antiquariaat De Boekenbeurs te Middelburg wist het Genootschap hierop de hand te leggen. Het is een zogenaamde boeksimulant, een object in de vorm van een boek. Het onderhavige object bestaat uit vier rijk gedecoreerde aan elkaar verbonden boekbanden, gemaakt door J. Ehrlich. Zijn naam staat ook op de ruggen van de boekbanden. Deze Middelburger leefde van 1787 tot 1863 en was boekbinder van beroep maar tevens een notoir verzamelaar van wetenschappelijke curiosa. Bovendien ook lid van het Zeeuws Genootschap! Het geheel kan aan twee zijden (aan voor- en achterplat) geopend worden. Hierin bevinden zich, in kartonnen vakjes, 38 op elkaar gelijmde glasplaatjes waartussen zich een, twee en soms drie vlinders bevinden die op Walcheren rondfladderden. (Voor een inhoudelijke beschrijving verwijs ik naar het verslag van conservator Naturalia, drs. G.M. Heerebout.) De afmetingen van de aan elkaar verbonden boekbanden zijn 24 cm hoog en 17 cm breed. Het geheel bevindt zich in een mahoniehouten kastje met een glazen deurtje uit dezelfde tijd. De afmetingen van het kastje zijn: 31 cm hoog en 24 cm breed. De namen van de vlinders zijn in handschrift op de glasplaatjes vermeld met een verwijzing naar het beroemde vlinderhandboek van Sepp uit de 18de eeuw. Het geheel verkeert in uitstekende staat. Dat dit object inderdaad afkomstig is van J. Ehrlich toont een veilingcatalogus, in het bezit van de Zeeuwse Bibliotheek, van zijn nalatenschap. Deze veiling werd gehouden door Van Benthem & Jutting 'op maandag den 10 october 1864 op het Koorkerkhof te Middelburg', waarschijnlijk in de woning van de overleden Ehrlich. Nagtglas schrijft immers in zijn Levensberichten van Zeeuwen: 'Zijne inboedel was meest eene verzameling van curiositeiten en liefhebberijen, waarmede de vertrekken en zolders van zijne sombere woning op het koorkerkhof waren gevuld'. Onder het kopje 'Liefhebberijen etc.' treffen we als nummer 26 bovengenoemd object aan. Het toenmalige Genootschap heeft op die veiling een 15- tot 20-tal Zeeuwse kaarten en tekeningen uit Ehrlichs nalatenschap gekocht voor de Zelandia illustrata. Al met al een waardevolle aanvulling op de oudste Genootschapscollectie. Het 'vlinderkastje' berust nu in het Zeeuws Museum. Buiten deze aankoop waren er verder geen schenkingen of aankopen op handschriftelijk gebied. Tenslotte zijn er weer de tweejaarlijkse bijeenkomsten geweest met de conservatoren van de Zeeuwse Bibliotheek, de heer Marinus Bierens en mevrouw Liesbeth van der Doe-van der Geest, waarin op informele wijze de stand van zaken voor wat betreft de boeken en de handschriften van het Genootschap werd doorgesproken. Deze samenwerking verloopt uiterst plezierig.
Naturalia De conservator drs. G. R. Heerebout bericht als volgt: Wegens een verblijf van een half jaar in het buitenland kon slechts in de tweede helft van 2013 aan de natuurhistorische collectie gewerkt worden. Deze periode bleek juist voldoende om alle opgezette vogels na te lopen. Alle determinaties werden gecontroleerd en indien nodig verbeterd en alle vogels zijn in een database gezet. In totaal betreft dit 280 nummers. Opgezette vogels zijn in een museum altijd bijzonder kwetsbaar omdat ze erg vatbaar zijn voor mijten, torren, motten en ander ongedierte, die zich met graagte tegoed doen aan de veren. Ruim mottenballen was destijds zo ongeveer de enige remedie. Van de vogels, beschreven in de eerste gedrukte catalogus uit 1869 en de latere aanwinsten is door de tijd heen om die reden een deel verdwenen of vervangen. Tot 1947 bevatte de collectie naast in Zeeland (en elders in Nederland) verzamelde exemplaren ook een groot aantal opgezette vogels uit andere werelddelen, voornamelijk uit West- en Oost-Indië. De toenmalige opvatting was dat het Genootschap zich vooral moest richten op Zeeuwse voorwerpen, of, voor de vogels, op Nederlandse vogels. Dat resulteerde erin dat er in 1947 een ruiling plaats vond met het Zoologisch Museum te Amsterdam, waarbij de exotische vogels (ongeveer 80 stuks) en een tweetal apen geruild werden voor inheemse vogels. Helaas zijn van het merendeel van deze vogels geen bijzonderheden bekend.
Zes vogels werden kennelijk niet ingepakt en ontsnapten dus de dans: een kuifmaina (Acridotheres cristellatus), een gevlekte crocias (Crocias albonatatus, twee paradijsvogels (Paradisea apoda), een langsnavel-honingeter (Melilestes megarhynchus) en een blauwstaart-bijeneter (Merops philippinus). Zij getuigen nog van de wereldwijde interesse van het Genootschap van destijds. Het Zoologisch Museum te Amsterdam is inmiddels gefuseerd met het Nationaal Natuurhistorisch Museum (Naturalis) te Leiden, waar een aantal van “onze”vogels inmiddels teruggevonden is. De komende jaren zal gepoogd worden een historisch bestand op te bouwen van alle vogels die ooit in de collectie aanwezig waren. De materiële toestand van de collectie is tegenwoordig goed. Alle vogels hebben een aantal weken in de diepvries doorgebracht, waardoor alle ongedierte en hun eieren gedood zijn. De depotruimte heeft een lichte overdruk; alleen gefilterde lucht komt het depot binnen. Mede om die reden heeft er gelukkig geen herbesmetting plaats kunnen vinden. In het verslagjaar verwierf het Genootschap een interessante boeksimile, geplaatst in een mahoniehouten kastje. Het wekt de indruk van vier fraai gebonden boeken met als rugtitel: J. Ehrlich, Verzameling van Walchersche vlinders. Het bevat een soort kartonnen vakjeskastje voor vijftig preparaten. Er zijn 36 preparaten aanwezig. Tussen twee aan de randen afgeplakte glaasjes bevinden zich vlinders; de kleinere soorten bevatten het volledige dier, van de grotere soorten zijn meestal alleen de vleugelparen gemonteerd, soms ook met kop en/of sprieten. Het betreft allemaal voor 1863 (het overlijdensjaar van Ehrlich) op Walcheren verzamelde vlinders. Sommige preparaten bevatten meer van één vlinder. Er zijn in ons land niet veel vlinderverzamelingen die zo lang en zo goed bewaard gebleven zijn; in elk geval is dit de oudste Zeeuwse collectie. De op de glaasjes aanwezige etiketjes verwijzen allemaal naar het werk van Jan Christiaan Sepp, die aan het eind van de 18e eeuw een paar fraai geïllustreerde boeken over vlinders publiceerde. Kennelijk heeft Ehrlich dit werk gebruikt voor zijn determinaties. Te zijner tijd zullen alle vlinders op naam gebracht worden en zal er een vergelijking gemaakt kunnen worden met de Walcherse vlinderfauna, 150 jaar later. Ruilverkeer De conservator G.G. Trimpe Burger-Mekking bericht als volgt: Van de lijst van ruilpartners van het Genootschap vervalt de laatste jaren regelmatig een adres, zoals nu van de universiteit van Leiden waardoor het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde niet meer toegestuurd wordt. De samenwerking met de Zeeuwse Bibliotheek verloopt goed, zo nodig is er overleg. De ‘ijzeren stock’, die door de conservator ruilverkeer wordt verzorgd, is aangevuld met vijf exemplaren van alle uitgaven uit 2013. In het tijdschrift Zeeland is in elke aflevering een selectie van ontvangen publicaties gegeven. Natuurhistorische Voorwerpen, Mollusken De conservator F.A.D. van Nielande bericht als volgt. De bottenvistocht van 13 juli 2013 met mooi weer en geïnteresseerde deelnemers leverde aan schelpensoorten eigenlijk weinig nieuws op. Een twaalftal schelpensoorten werden aan de collectie toegevoegd. Wel interessant was het binnenhalen van een mooie haaientand die enthousiast door de dochter en zoon van Marjan Ruiter (directeur Zeeuws Museum) werd schoongemaakt en aan iedereen die het maar wilde lieten bewonderen. Een andere interessante vondst is wederom een grote harde zandsteen met graafgangen van een Bokserskreeftachtige Ophiomorpha. Een stuk van 35 x 25 cm met een achttal openingen met buisvormige gangen die onderling met elkaar in verbinding staan. Later die dag werd er nog een kleiner exemplaar maar wel een grotere diameter van de graafgang gevonden. Kop in de PZC: Schelpencollectie Nieuwland is naar Naturalis verhuisd. Geplaatst op 15 augustus 2013. Na ruim anderhalf jaar inpakken is mijn collectie “niet Zeeuws” fossielenmateriaal overgedragen aan
Naturalis. Drie vrachten met een totaal aan ongeveer 2500 dozen (60x40x10 cm) zijn naar Leiden verhuisd. Rest nu nog een dertigtal dozen met Zeeuws materiaal wat ik eens allemaal ga uitsorteren en registreren en mogelijk digitaliseren waarna deze kunnen worden overgedragen aan de Genootschapscollectie. Historisch-Topografische Atlas Zelandia Illustrata De conservatoren drs. D. de Vries en drs. I.H. Vogel-Wessels Boer berichten als volgt. De Beheerscommissie is in dit verslagjaar niet bijeengekomen. Er zijn weinig vorderingen te melden bij het schiften van de reserve-exemplaren van de collectie, ten einde te komen tot een deel dat alsnog opgenomen wordt en andere stukken die eventueel afgestoten kunnen worden. Het scannen van het materiaal tot formaat A3 werd abrupt gestopt door het overlijden van de scanoperator van het Zeeuws Archief in april. Door de afdeling Behoud werd verder gewerkt aan de materiële verzorging van vooral de aanwinsten. De kleinste formaten worden nu niet meer opgeborgen in lade kasten, maar in verpakkingsmateriaal dat zuurvrij is: mappen opgeborgen in platte archiefdozen. Door het Archief zijn voor publicatie in boeken of artikelen 283 digitale reproducties geleverd. De collectie heeft aan de illustratie van de eerste drie delen van de Geschiedenis van Zeeland in de laatste jaren ruimschoots bijgedragen, in totaal 130 afbeeldingen: 24 in deel 1 (2012), 57 in deel 2 (2012) en 49 in deel 3 (2013). In de Genootschapsagenda van 2013 (‘In en om het huis’) zijn in totaal 60 objecten uit drie Genootschapscollecties opgenomen, 16 uit de Zeeuwse Bibliotheek, 41 uit de Zelandia Illustrata en 13 uit het Zeeuws Museum. De conserverende restauratie van de Roman-Visscher Atlas uit 1662 (Z.I. dl. I nr. 850), die sinds de verwerving in 1991 al jaren op de agenda stond, is nu eindelijk ter hand genomen en tot een goed einde gebracht door Boekrestauratie De Valk te Middelburg. Aan haar schenking van oude kaarten en prenten van Zeeland in december 2010 heeft mevrouw Wolf uit OostSouburg in november van dit jaar nog elf kaarten toegevoegd. De Collectie Zuijdweg/Wolf bestaat nu uit 44 kaarten en plattegronden en 15 stads- en dorpsgezichten, waarvan het merendeel weliswaar in de Zelandia al aanwezig is, maar dat vanwege de soms zeer fraaie inkleuringen een welkome verrijking van de verzameling betekent. Verder zijn er geen aanwinsten van betekenis te melden. Bij de opening van de cartografische tentoonstelling ‘Zeeland Boven’ op 25 april van dit jaar in het stadhuis te Veere heeft conservator De Vries een causerie gehouden over ‘Zeeuwse kaarten in Leidse verzamelingen’.
JAARVERSLAG SECRETARIS 2013
Bestuur Het bestuur heeft in het verslagjaar acht keer vergaderd. Er zijn twee algemene ledenvergadering gehouden, te weten op 3 juli en 12 december 2013. Het Genootschappelijk Beraad kwam twee maal bijeen. Vertegenwoordigers van werkgroepen en commissies kunnen elkaar informeren over activiteiten. De volgende mutaties en benoemingen hebben plaatsgevonden. De heer Jhr. Mr. K.F.H. Schorer is benoemd als vice-voorzitter. De heer H.G. Joziasse is opnieuw benoemd voor een termijn van vier jaar als thesaurier. Mevrouw Westland en de heer dr. J.P. Francke zijn afgetreden als lid van de Coördinatiecommissie Verzamelingen. Als hun opvolgers zijn benoemd mevrouw V. Frenks en de heer drs. H.J. Vader. Mevrouw A. Feldbrugge werd benoemd als conservator Archeologische Voorwerpen. De heer A. Willeboordse trad af als lid van de Commissie tot redactie van het tijdschrift Zeeland. Als zijn opvolger werd de heer M.A. Buise benoemd. Administratie De functie van administratrice werd wederom vervuld door mevrouw A.K. van Noppen.
Lidmaatschap Aan het begin van het verslagjaar telde het Genootschap 885 leden, met inbegrip van huisgenootleden. Er werden 19 nieuwe leden ingeschreven. In 2013 ontvielen de vereniging 11 leden door overlijden, te weten: Ph. Heyse, drs. A.M. van den Broecke, J.T.H.C. Schepman, A.M. Quaak, prof. J.Th. Smidt, W.F. den Herder, mevrouw J.N. van der Graaf, ir. M.A. Ooms, P.J. Everaert, mevrouw mr. F.J. de Gier en C.S. Vis. Dertig leden zegden het lidmaatschap op. Aan het eind van het verslagjaar telde de vereniging 863 leden, onder wie 32 huisgenootleden. Werkgroepen en Commissies Werkgroep CultuurHistorie Inleiding. Dankzij de provinciale subsidie en een bescheiden bijdrage van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, kon Werkgroep den de nieuwe activiteiten doorgang vinden. Het bestuur van de werkgroep is de provincie Zeeland en het Zeeuws Genootschap erkentelijk voor hun financiële ondersteuning. Het aantal activiteiten in 2013 is beperkt gehouden omdat er veel energie opging in het opzetten van een vier evenementen in 2014. Activiteiten -Van het tijdschrift Nehalennia, een coproductie van de werkgroep en de Zeeuwse Dialect Vereniging (ZDV), verschenen drie nummers (afl. 178 t/m afl. 181). Op 6 maart vond in goede harmonie de jaarlijkse bespreking plaats tussen een vertegenwoordiging van de werkgroep en ZDV. -Het symposium “Wederzijds profijt?De betekenis van de marine voor Zeeland en van Zeeland voor de marine tussen 1600 en 2013” werd georganiseerd op 7 juni 2013 was geslaagd. Samen met de marinekazerne Vlissingen, de provincie Zeeland en de gemeente Middelburg werd dit symposium vorm gegeven in de Zeeuwse Bibliotheek voor een publiek met 110 personen. De bijeenkomst zocht antwoorden op de vraag of de relatie Zeeland en marine te typeren is als een van wederzijds profijt. Dr Adri van Vliet van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie in Den Haag toonde aan hoe de marine maatschappelijke verankerd raakte in Zeeland in de zeventiende eeuw en werd gevolgd door een lezing over de krimpende horizon van de Admiraliteit Zeeland in de achttiende eeuw, door Dr Victor Enthoven van de Vrije Universiteit Amsterdam. Dr. Anita van Dissel van de Universiteit Leiden en Ned. Instituut en het instituut voor Militaire Historie ging in op de vraag of de Zeeuwen ook echt doordrongen tot de top van de marine. De laatste lezing wordt verzorgd door de heer Ron van Maanen van het
gemeentearchief Vlissingen. Hij liet de wisselwerking tussen de marine en Vlissingen in de twintigste eeuw zien. De studiemiddag werd afgesloten met een forum over de toekomstplannen van de marine, waaraan deelnamen Brigade-Generaal R. Oppelaar, kolonel der mariniers F. Swart, Gedeputeerde Kees van Beveren, wethouders Johan Aalbers (Middelburg) en Jacques Damen (Vlissingen). -Dit jaar werd geen Ronde Tafel Conferentie belegd omdat er geen kandidaten waren die voldoende gevorderd waren. Roggeveenprijs Erica Boersma is de winnaar van de Roggeveenprijs met haar scriptie De Republiek als barmhartige Samaritaan. Collectes voor buitenlandse geloofsgenoten in de 17de eeuw, Universiteit Leiden 2012. Zij ontving een oorkonde en een bedrag van € 500,- op een feestelijke bijeenkomst op 12 december in de Zeeuwse Bibliotheek. Een publiek van 60 personen luisterde vervolgens geboeid naar haar presentatie. Diverse media (de PZC, de Faam en universiteitsmedia) publiceerden artikelen over de prijs. De eervolle vermelding ging naar Michal Bauwens voor haar scriptie Tussen theocratie en tolerantie. De classis Walcheren en haar invloed op religieuze co-existentie in Walcheren en ZeeuwsVlaanderen,Universiteit Gent 2010. De WCH ontving nog drie scripties. De onderzoeken werden verricht bij de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden, de Erasmus Universiteit Rotterdam en bij de Universiteit Gent. Vier onderwerpen handelen over de 17de eeuw; het vijfde onderwerp betreft een 20ste eeuws bestuurskundig onderwerp. De jury die de scripties beoordeelde bestond uit: dr. Hannie Kool (vz), prof.dr. Henk den Heijer, drs. Katie Heyning, prof.dr. Pieter Ipple en prof.dr.ir. Han Wiskerke. De vijf masterscripties zijn tot stand gekomen tussen 2010 en 2012. Bestuurlijke zaken - De werkgroep is in de persoon van de voorzitter vertegenwoordigd in het Genootschappelijk Beraad. De heer Hugo Schorer is de contactpersoon tussen Genootschap en WCH. -Het bestuur kwam vier maal bijeen. In de ALV op april werden de jaarstukken goedgekeurd. Het bestuur nam afscheid van mevr. Corrie Pieterse, die een paar jaar als tweede penningmeester heeft ingezet, ook Ruud Paesie gaf aan dat dit zijn laatste bestuursjaar was . Nieuwe leden drs. M. van Dintel van het SCEZ en dr. A. van Dixhoorn van het University College Roosevelt werden bereid gevonden om toe te treden en worden op de ALV van 2014 geïnstalleerd. Werkgroep Geologie Algemeen Dit jaar werd door sluiting van MICMEC in Vlissingen naar een andere behuizing voor onze bijeenkomsten overgestapt. Deze werd gevonden Grand Café “De Willem” in Middelburg. Intussen heeft de Werkgroep zich daar goed gesetteld. In samenwerking met Naturalis en de NMV werden de determinatie dagen ter voorbereiding van een uitgave van de “Fossielen Atlas deel II Gastropoden” voortgezet. Daartoe werden drie determinatie bijeenkomsten georganiseerd, waarbij de Trochoidea, Pyramidellidae en Rissoidae behandeld en bekeken werden. De opkomst bij deze bijeenkomsten was zeer goed te noemen( rond de 20 personen). Verder werd een nieuw informatie blad over de Werkgroep uitgegeven. Leden aantal Het leden aantal aan het eind van 2012 bedroeg met 76: een lichte daling tov. eind 2011. Er zijn 36 kern leden en 40 Voluta leden. Er waren 3 opzeggingen per 31 dec 2012( 1 al in 2011) , 1 overlijden (Albert Vermeiren, Kernlid) en 1 royering, (wegens achterstallige contributie). We hebben 2 nieuwe Kernleden er bij gekregen: Marije Kwakkenbos-De Ruiter en Peter Schoe en 1 Voluta lid: Francien Dieleman. Voluta Het blad Voluta is tweemaal uitgekomen en er lopen 8 ruilabonnementen met andere verenigingen. De Voluta wordt vanaf 2012 per enveloppe verzonden om beschadiging door de post te voorkomen. Bijeenkomsten
De bijeenkomsten werden dit jaar weer goed bezocht in ons nieuwe onderkomen in grandCafé “De Willem” in Middelburg. De opkomst ligt gemiddeld zo rond de 20 personen. Bijzondere bijeenkomsten: Januari Algemene Leden Vergadering Mei Determinatie dag “Trochoidaea” OktoberDeterminatiedag “Pyramidellidae” De volgende lezingen werden gegeven: Februari Gerhard Cadee “Waarom kapotte schelpen zo interessant zijn”. Maart Albert Vermeiren “Mijn interesses en collectie”. April Jelle Reumer over “Opgeraapt,opgevist,uitgehakt. Over Nederlandse fossielen”. Mei Riaan Rijken “Vondsten van Domburg”. September Uitwisseling van vakantie ervaringen en vonsten door de aanwezigen. OktoberHarry Raad , George Simons, Dik Hoeksema “Rissoidea”. November Herman Nijhuis, Freddy van Nieulande en Ronald Pouwer “Wat te doen met de collectie als je er niet meer bent”. December Bram Goetheer “Een reis door Zuid Afrika”. Excursies April Mr. Van der Heijden groeve Nieuw Namen en het Huis van de Evolutie St Gillis-Waas Juni 2 e Maasvlakte Juli Bottenvistocht op de Westerschelde in samenwerking met “Kor en Bot” en Naturalis. Commissie tot redactie van het tijdschrift Zeeland Het tijdschrift Zeeland verscheen ook in 2013 weer vier keer. Het blad bevat altijd 40 ‘redactiepagina’s’ en 4 Genootschapspagina’s, gedrukt op een gele achtergrond. Omdat de agenda voor de zomer maar magertjes was en ook het aantal mededelingen van het bestuur gering was, bevatte het juninummer van Zeeland 42 redactiepagina’s. De inhoud van het blad was het hele jaar door weer zeer gevarieerd, niet in het minst door twee polemieken die in onze kolommen werden gevoerd: over desurbanisatie, en het Zeeuws en de Zeeuwen. De levendigheid van deze polemieken trok ook de aandacht van de regionale pers. Hoewel de redactie de discussies met plezier presenteerde, werd zij geconfronteerd met het feit dat een gedrukt medium met een relatief lage verschijningsfrequentie hiervoor steeds minder geschikt is. Actieve ondersteuning vanuit de website van het Genootschap werd dan ook node gemist. Gelukkig werd dit door het bestuur onderkend met de instelling van een werkgroep die het digitale beleid gaat vormgeven. Het wordt steeds lastiger om voldoende kopij voor ons blad te acquireren. Daar zijn veel oorzaken voor aan te wijzen. De meeste daarvan zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden: vergrijzing, krimp, nieuwe media. Toch blijft de redactie actief op zoek naar nieuwe onderwerpen en nieuwe scribenten. Het jaarlijkse ‘kunstkatern’ in het decembernummer, telkens een originele combinatie van poëzie en beeldende kunst, is daar een voorbeeld van. Ook de groeiende aandacht voor architectuur(geschiedenis) moet worden genoemd. De vaste bijdrage van Truus Trimpe Burger-Mekking, de Aanwinsten, worden zeer op prijs gesteld, zowel door de lezers als door de redactie. Als blijk van onze waardering heeft hoofdredacteur Ad Huiskes haar in december namens de voltallige redactie een attentie bezorgd. Daarbij heeft hij de hoop uitgesproken dat zij ons nog heel lang van haar pennenvruchten mag blijven voorzien. Met boekbesprekingen is de oogst wisselend. Over het hele jaar genomen valt het mee, maar het decembernummer bevatte er maar eentje. Dat is te weinig voor ons blad. Daarom is aan het eind van het jaar besloten meer structuur in de aanpak van recensies aan te brengen. De gedachten gaan uit naar een boekenredacteur die dit onderdeel verder zal moeten gaan vormgeven. De redactie werd gedurende het verslagjaar geconfronteerd met langdurige afwezigheid wegens ziekte van enkele redactieleden. Arco Willeboordse (Aardenburg/Schoondijke) zag zich om persoonlijke redenen genoodzaakt het redactiewerk te staken; voor hem in de plaats werd Marc Buise (Hulst)
benoemd, waarmee de Zeeuws-Vlaamse inbreng werd gecontinueerd. Aan het eind van het verslagjaar trok (duo-)beeldredacteur Marianne Kleijwegt (Dreischor) zich terug uit de redactie. Ineke VogelWessels Boer (Middelburg) gaf aan deze functie volledig op zich te willen nemen. Per 31 december 2013 is de redactie van Zeeland als volgt samengesteld: dr. A.H.L. Huiskes (hoofdredacteur); G.J. Gerestein (eindredacteur); drs. I.H. Vogel-Wessels Boer (beeldredacteur), ir. A.J. Beenhakker; dr. W. van den Broeke; M.A. Buise; J.J. de Koning; dr. A.L. Kort; dr. F.F.X. Smulders. Ankie van Noppen verzorgde het redactiesecretariaat.
CONCEPT JAARREKENING 2013
KONINKLIJK ZEEUWSCH GENOOTSCHAP DER WETENSCHAPPEN
TOELICHTING OP DE BALANS
ACTIVA
1. Materiële vaste activa Onroerende zaken Verzamelingen Inventaris
31-122013
31-122012
0,45 0,45 -
0,45 0,45 -
0,90
0,90
Onroerende zaken Onder deze balanspost is het bezit van een viertal vliedbergen pro-memorie tot uitdrukking gebracht. Het betreft drie Walcherse vliedbergen (Boudewijnskerke, Meinertsweg en Snouck Hurgronjeweg) en de Berg van Troje bij het dorp Borssele. Deze vliedbergen zijn in langjarige erfpacht uitgegeven aan de Stichting Het Zeeuwse Landschap ter instandhouding (jaarlijkse canon: € 11,34). Verzamelingen De genootschapsverzamelingen zijn voor het overgrote deel in bruikleen gegeven aan: * de Provincie Zeeland (boeken en handschriften, ondergebracht in het Zeeuws Archief en de Zeeuwse Bibliotheek te Middelburg); * het Zeeuws Archief (historisch-topografische atlas Zelandia Illustrata); en * de Zeeuwse Museumstichting voor het merendeel van de overige rubrieken. Naast deze in bruikleen gegeven verzamelingen wordt de Houten Gevel aan het voormalige museumgebouw aan de Wagenaarstraat te Middelburg in eigen beheer gehouden. De Coördinatiecommissie voor de verzamelingen inventariseert de collecties met de bruikleners, doet suggesties voor en verzorgt aanvullingen van de verschillende rubrieken. Deze aanvullingen worden betaald uit het Fonds van de verzamelingen (zie eigen vermogen). Inventaris De in het verleden aangeschafte kantoorinrichting/inventaris en automatiseringsapparatuur is administratief volledig afgeschreven.
2. Financiële vaste activa 1. Mix-portefeuille via Binck Bank 2. Grootboek obligatie 3. Grootboek inschrijving
31-122013
31-122012
465.908 -
372.328 12.956 4.235
465.908
389.519
Met ingang van het verslagjaar 2008 wordt de waardering van de financiële vaste activa gerelateerd aan de beurskoers per balansdatum.
3. Voorraden Publicaties en reproducties Erepenningen Totaal voorraden
31-122013
31-122012
p.m. p.m.
p.m. p.m.
--
--
De post voorraden bestaat uit publicaties, reproducties en erepenningen die pro-memorie worden gewaardeerd. Deze voorraden zijn opgeslagen in de klimaatbeveiligde kelder in de Zeeuwse Bibliotheek onder beheer van onze administratrice. Hoewel jaarlijks revenuen worden gegenereerd uit de verkoop van de publicaties en reproducties, wordt de handelswaarde van deze voorraad voorzichtigheidshalve gewaardeerd op nihil.
4. Vorderingen
31-122013
31-122012
Nog te ontvangen afrekening legaat Nog te ontvangen entreegelden colleges Nog te ontvangen contributies/begunstigersbijdragen Nog te ontvangen omzet agenda's Nog te ontvangen overig
18.748 558 730 390 2.642
1.588 526 132 2.299
Totaal vorderingen
23.068
4.545
5. Liquide middelen
31-122013
31-122012
Deutsche Bank, rekening-courant Binck Bank, effectenrekening Rabobank, rekening-courant Kas ING Bank
76.471 9.198 595 203
135.080 43.955 2.072 77
Totaal liquide middelen
86.467
181.184
PASSIVA Eigen vermogen 31-122013
31-122012
Saldo 1 januari Rechtstreekse toevoeging aan Algemene Reserve Resultaatbestemming
365.809 15.000 -6.103
342.044 30.086 -6.321
Saldo 31 december
374.706
365.809
7. Bestemmingsreserves
173.626
175.000
70.000
39.883
3.680
5.105
Aankopen en overige onttrekkingen Extra dotatie 2012
-5.489
-1.438 26.450
Saldo 31 december
68.191
70.000
Publicatiefonds Saldo 1 januari Resultaatbestemming (resultaat publicaties) Sub-totaal Onttrekkingen Extra dotatie 2012
30.000 435 30.435 --
22.898 588 23.486 -6.514
Saldo 31 december
30.435
30.000
Jubileumfonds Saldo 1 januari/saldo 31 december
50.000
50.000
6. Algemene reserve
Te specificeren als volgt:
Fonds voor de Verzamelingen Saldo 1 januari Resultaatbestemming: * Reprorechten Zelandia Illustrata derden * Vrijwillige toeslag contributies * Donaties begunstigers * rentebijschrijving * Saldo reproducties
1.159 1.660 738 p.m. 123
Fonds Hoogleraarschap Saldo 1 januari/saldo 31 december
25.000
25.000
Van de aankopen die in het verslagjaar 2012 ten laste van het Fonds van de Verzamelingen zijn gebracht is de volgende specificatie te geven : Aankopen Zelandia Illustrata Aankoop collectie Kunst Aankoop collectie Boeken Aankoop Handschriften Restauratie Roman Visscher atlas, eigen bijdrage Overige kosten verzamelingen
8. Kortlopende schulden
Te betalen kosten jaarboek Archief Vooruitontvangen subsidies Te betalen kosten colleges Bijdragen leden restauratie planetarium Te betalen kosten tijdschrift Zeeland Te betalen overige bestuurskosten/algemene kosten Te betalen loonheffing en sociale lasten Vooruitontvangen contributies Te betalen rente en bankkosten Overige transitorische posten
161 472 964 2.500 1.285 107 5.489
31-122013
31-122012
14.500 4.750 2.117 2.426
15.450 5.188 3.496 2.326
2.161 775 315 68 -
2.123 1.022 302 94 39 4.400
27.112
34.440
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
1.1. Personeelskosten secretariaat
2013
Begroting 2013
2012
Netto salaris Loonheffing/Sociale lasten Pensioenpremie
14.940 4.395 2.664
14.881 4.339 2.196
Overige personeelskosten Doorberekende personeelskosten
82 -7.167
90,00 -7.088
14.914
1.2. Genootschaps- en bestuurskosten
2013
Kosten ALV en GB Bestuurskosten, incl. kosten vrijwilligersdag Kosten overlijdensadvertenties Verzekering bestuurdersaansprakelijkheid Representatiekosten
1.3 Algemene kosten Portikosten (na verrekening met derden) Telefoonkosten Kantoorbehoeften/onderhoud Kosten kopieëren (na verrekening met derden) Bankkosten/rente/provisie/kosten vermogensbeheer Contributies instellingen/verenigingen Verzekeringen Kosten website en PR Overige algemene kosten
Begroting 2013
14.418
2012
2.457 1.224 454 -
1.750 400 nihil 425 250
2.063 406 512 411 -
4.135
2.825
3.392
2013
*
15.000
Begroting 2013
2012
1.552 58 2.795 233 3.884 450 95 408
1.500 25 1.700 600 750 125 800 500 -
1.345 75 1.630 494 2.220 669 95 116
9.475
6.000
6.644
* waarvan bijna 1.000 euro (beëindigings/kosten Deutsche Bank) Begroting
2013
2013
2012
1.5 Kosten werkgroepen en commissies Kosten werkgroepen Kosten commissie Verzamelingen Kosten commissie tijdschrift Zeeland Kosten Activiteitencommissie
2/6 Exploitatiesaldi producties Agenda Jaarboek Archief Tijdschrift Zeeland Verkoopopbrengsten Publicaties: Muziekuitgave Reproducties
3/7 Exploitatiesaldi activiteiten
300 853 305 -
1.500 800 200 100
300 647 376
1.458
2.600
1.323
2013
Begroting 2013
2012
-5.256 -14.174 -14.094 284 151 123
-3.000 -14.850 -14.850 600 200
-5.621 -10.813 -12.784 480 109 118
-32.966
-31.900
-28.511
2013
Colleges Excursies
Begroting 2013
2012
-5.374 -759
-2.000 -500
-822 -678
-6.133
-2.500
-1.500
Het tekort op de colleges is in 2013 fors gestegen ten opzichte van 2012. Voornaamste oorzaak is een forse terugloop van de opbrengsten (ruim 3.300 euro) terwijl daarnaast de vergoedingen voor de sprekers zijn gestegen.
5.1 Contributies en bijdragen
2013
Contributies Vrijwillige Toeslagen contributies Donateurs/begunstigers
Van de bijdragen van begunstigers is in bijlage 1 een specificatie gegeven.
Begroting 2013
2012
41.127 1.660 819
43.000 1.900 600
42.749 1.910 761
43.606
45.500
45.420
8. Opbrengsten vermogen Opbrengsten beleggingen (dividend/rente) Opbrengsten beleggingen (Koersresultaten) Opbrengsten reproductierechten derden Canon vliedbergen Afrekening legaat
2013
Begroting 2013
2012
5.201 13.368 1.159 11 3.748
6.500 8.000 1.500 p.mm
2.926 4.829 1.974 11
23.487
16.000
9.740
BIJLAGE 1 - DONATIES BEGUNSTIGERS
2013
2012
Salek Stichting, Zutphen Bouwgroep Peters BV, Middelburg W.E. Stichting, Zutphen Professor Dr. P.A. Henderikx Stichting Maatschappelijke Belangen, Goes
250 140 150 100 98
150 140 125 92 98
Totaal
738
605
BIJLAGE 2 - DOORBELASTINGEN INTERNE UREN
Specificatie doorbelastingen secretariaat (à € 22,75 per uur): realisatie 2013 (uren)
€ Agenda Colleges Excursie Tijdschrift Zeeland Kosten ALV en GB Jaarboek Archief Comm. Verzamelingen
2.958 1.137 341 683 114 1.706 228
130 50 15 30 5 75 10
7.167
315
B A L A N S P E R 3 1 - 1 2 - 2 0 1 3.
ACTIVA
31-12-2013
31-12-2012
VASTE ACTIVA
PASSIVA
31-12-2013
31-12-2012
EIGEN VERMOGEN
1. Materiële vaste activa 2. Financiële vaste activa 3. Voorraden
1 465.908 -
1 389.519 -
6. Algemene reserve 7. Bestemmingsreserves
374.706 173.626
365.809 175.000
TOTAAL VASTE ACTIVA
465.909
389.520
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
548.332
540.809
4. Vorderingen 5. Liquide middelen TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
23.068 86.467 109.535
4.545 181.184 185.729
8. Kortlopende schulden
27.112
34.440
TOTAAL ACTIVA
575.444
575.249
TOTAAL PASSIVA
575.444
575.249
VLOTTENDE ACTIVA VLOTTENDE PASSIVA
E X P L O I T A T I ER E K E NI N G 2 0 13 LASTEN
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2013
2013
2012
BATEN
ORGANISATIEKOSTEN 1.1 Personeelskosten secretariaat
Werkelijk
Begroting
Werkelijk
2013
2013
2012
CONTRIBUTIES/BIJDRAGEN 14.914
15.000
14.418
41.127
43.000
42.749
1.2 Genootschaps- en bestuurskosten
4.135
2.825
3.392
5.2 Vrijwillige toeslagen contributies
1.660
1.900
1.910
1.3 Algemene kosten
9.475
6.000
6.644
5.3 Donateurs, sponsors en legaten
81
100
156
1.5 Kosten werkgroepen en commissies
1.458
2.600
1.323
5.4 Begunstigers
738
500
605
29.982
26.425
25.777 43.606
45.500
45.420
10.230
13.000
10.896
1.
TOTAAL ORGANISATIEKOSTEN
5.1 Contributies
5. KOSTEN PRODUCTIES
TOTAAL CONTRIBUTIES/BIJDRAGEN OPBRENGSTEN PRODUCTIES
2.1 Kosten agenda
15.486
16.000
16.517
6.1 Opbrengsten agenda
2.2 Kosten jaarboek Archief
14.174
15.000
10.813
6.2 Bijdragen jaarboek Archief
2.3 Kosten tijdschrift Zeeland
15.201
15.000
13.068
6.3 Opbrengsten tijdschrift Zeeland
2.4 Kosten Publicaties
-
-
-
2.5 Kosten Reproducties
-
-
-
2.
TOTAAL KOSTEN PRODUCTIES
44.861
46.000
40.398
3.
KOSTEN ACTIVITEITEN
10.443
7.000
9.186
4.
ONVOORZIEN
-
-
-
-
150
-
1.107
150
284
6.4 Opbrengsten Publicaties
435
600
589
6.5 Opbrengsten Reproducties TOTAAL OPBRENGST 6. PRODUCTIES
123
200
118
11.895
14.100
11.887
4.310
4.500
7.686
7.
OPBRENGSTEN ACTIVITEITEN OPBRENGSTEN VERMOGEN
8.1 Rente en dividenden 8.2 Koersresultaten 8.3 Gebruiksrechten reproducties 8.4 Canon Vliedbergen 8.5 Afrekening Legaat 8. TOTAAL LASTEN
85.286
79.425
75.361
RESULTAAT
-1.988
675
-628
5.201
6.500
2.926
13.368
8.000
4.829
1.159
1.500
1.974
11
11
3.748
OPBRENGSTEN VERMOGEN
23.487
16.000
9.740
TOTAAL BATEN
83.298
80.100
74.733