ALGEMENE VOORWAARDEN KINDEROPVANG ‘T KLEURBOOMPJE PLAATSINGSOVEREENKOMST
Artikel 4.
Toepasselijkheid
4.1 De Algemene Voorwaarden van de Ondernemer en de Algemene Voorwaarden van Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2014 (de “Branchevoorwaarden”) zijn van toepassing op de producten en/of diensten van de Ondernemer. 4.2 De Algemene Voorwaarden van de Ondernemer en de Algemene Voorwaarden van Kinderopvang Dagopvang en Buitenschoolse opvang 2014 (de “Branchevoorwaarden”) zijn van toepassing op de plaatsingsovereenkomst die de Ouder met Kind-ABC, ingeschreven in KVK 34195507 te Amsterdam, reeds voor 1 juli 2014 was overeengekomen voor het kind in het Kindercentrum van de Ondernemer. Artikel 4.2 vervallen wegens bedrijfsbeëindiging Kind-ABC.
Artikel 5.
Algemene Voorwaarden
5.1 De Ouder verklaart voorafgaand aan de totstandkoming van deze overeenkomst de bijlage van: de SEPA, de Algemene Voorwaarden van de Brancheorganisatie Kinderopvang, het regelement huisregels, de ID-Scan en een exemplaar van de Algemene Voorwaarden van de ondernemer te hebben ontvangen en kennis te hebben genomen van de in artikel 2 uit de Overeenkomst van de Ondernemer genoemde gegevens en met de inhoud daarvan akkoord te zijn gaan. Bij strijdigheid tussen de Plaatsingsovereenkomst en deze Algemene Voorwaarden prevaleert de inhoud van de Plaatsingsovereenkomst.
Artikel 6.
Definities
Plaatsingsovereenkomst: deze/dit overeenkomst/Contract met de Ouder waarin de administratieve en financiële afspraken van de opvang met een bepaald kind wordt geregeld. Kindplaats: de (mogelijkheid tot) opvang van een kind, parttime of fulltime, bij een Kindercentrum. Opvang: opvang in het kader van de Kindplaats voor kinderen vanaf zes weken, waarbij opvang in kinderdagverblijven en buiten- c.q. naschoolse opvanginstellingen plaatsvindt op de in de Plaatsingsgegevens van het kind bij de Plaatsingsovereenkomst beschreven dagdelen/dagen/. Chikuba B.V.: KVK 34195500 ingeschreven te Amsterdam is een bemiddelingsbureau in de kinderopvang voor gezinnen met een meervoudige gezinsproblematiek. Ouder: ouder(s)/verzorger/voogd van een kind waarmee een Plaatsingsovereenkomst wordt aangegaan. Waar in de overeenkomst of deze voorwaarden de Ouder wordt aangeduid als ‘hij’ wordt daarmee tevens ‘zij’ dan wel de Ouders samen bedoeld. Registratie: registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Tegemoetkoming (Belastingdienst): de Tegemoetkoming die de Ouder door de belastingdienst wordt toegekend ten behoeve van de kinderopvangkosten in de vorm van Kinderopvangtoeslag.
Buitenschoolse opvang: Kinderopvang verzorgd door een kindercentrum tot de leeftijd dat kinderen het basisonderwijs vervolgen, waarbij opvang wordt geboden voor of na de dagelijkse schooltijd, evenals gedurende vrije dagen of middagen en in de schoolvakanties. Dagopvang: Kinderopvang verzorgd door een kindercentrum tot de leeftijd waarop kinderen het basisonderwijs volgen. Geschillencommissie: De geschillencommissie kinderopvang. Ingangsdatum: De datum waarop de overeenkomst is aangegaan. Kindercentrum: Een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt (anders dan gastouderopvang). Kinderopvang: Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor de kinderen begint. Ondernemer: Natuurlijke of rechtspersoon die een kindercentrum exploiteert. Oudercommissie: Advies- en overlegorgaan ingesteld door de ondernemer, bestaande uit een vertegenwoordiging van ouders wiens kinderen in het kindercentrum worden opgevangen. Overeenkomst: De overeenkomst van de kinderopvang tussen de Ouder en de Ondernemer. Partijen: De Ondernemer en de Ouder. Schriftelijk: Onder schriftelijk wordt ook ‘elektronisch’ verstaan, tenzij de wet zich daartegen verzet.
Artikel 7.
Registratie Kindercentrum
7.1 Een Kindercentrum dient geregistreerd te staan in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (zie www.landelijkregisterkinderopvang.nl). Een dergelijke registratie kan voorlopig zijn of kan op elk moment worden ingetrokken indien de GGD daartoe aanleiding ziet. 7.2 De Ouder stelt zich ook zelf voldoende frequent op de hoogte van het feit dat het Kindercentrum van de Ondernemer beschikt over Registratie. De Ouder kan dit navragen bij de Ondernemer, de Gemeente, de Belastingdienst of op internet op de website www.landelijkregisterkinderopvang.nl. 7.3 Indien het kindercentrum van de Ondernemer (nog) niet is opgenomen in het Register Kinderopvang of deze registratie tussentijds wordt ingetrokken, terwijl de Ouder gebruik blijft maken of wenst te (blijven) maken van de Kindplaats, vindt dit plaats onder verantwoordelijkheid en voor risico van de Ouder. De betalingsverplichting van de volledige opvangkosten blijft steeds onverkort van kracht.
Artikel 8.
Betalingen
8.1 Het te betalen jaarbedrag wordt in gelijke bedragen per maand in rekening gebracht, ongeacht eventuele minder opgenomen opvangdagen in die maand. 8.2 De Ondernemer stuurt uiterlijk 21 dagen voor aanvang van ieder maand een factuur aan de Ouder voor de verschuldigde kosten van de volgende periode. Eventuele bezwaren tegen de factuur moet de Ouder zo spoedig mogelijk (in beginsel binnen één week) melden.
8.3 De Ouder geeft de Ondernemer toestemming om de verschuldigde vergoeding tussen de 24e en 26e dag van elke maand voorafgaand aan de opvangmaand van zijn bankrekening middels een doorlopende SEPA-machtiging af te schrijven. De Ouder heeft al de daartoe benodigde stukken ondertekend. De Ouder draagt er zorg voor dat het op de betreffende rekening staande saldo daartoe steeds toereikend is. 8.4 Indien de betaling niet heeft plaatsgevonden, treedt artikel 17 lid 4 van de Branchevoorwaarden in werking en zal de Ondernemer aan de Ouder een aanmaning zenden met een nadere betalingstermijn van veertien (14) dagen. 8.5 Indien de betaling na verloop van de in artikel 8.4 bedoelde nadere betalingstermijn nog niet heeft plaatsgevonden, zendt de Ondernemer aan de Ouder een sommatie. Na de 1e betalingsherinnering, verhoogd met 40,00 euro aan buitengerechtelijke kosten, treedt bij nonbetaling artikel 17 lid 6 van de Branchevoorwaarden in werking. Na de 2e sommatie is de Ouder formeel in gebreke en wordt de wettelijke rente (als bedoelt in artikel 6:19 burgerlijk Wetboek) berekend vanaf de vervaldatum van de factuur, verhoogd met incassokosten. Eveneens kan per direct de toegang tot het kindercentrum van de Ondernemer aan het kind worden ontzegd. 8.6 Indien en per het moment dat het vermelde gestelde termijn is verlopen zonder dat de volledige in de sommatie vermelde betaling heeft plaatsgevonden wordt de Plaatsingsovereenkomst als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van de Ouder geacht te zijn beëindigd. Het Kindercentrum wordt daarover geïnformeerd. De Ouder kan vanaf dat moment geen enkel aanspraak meer maken op de Kindplaats ook indien alsnog volledige betaling zou plaatsvinden. De Ouder is in dat geval een schadevergoeding aan de Ondernemer verschuldigd ter grootte van het bedrag dat op het moment bij opzegging door de Ouder zou gelde, alsmede rente en incassokosten, onverminderd de reeds bestaande betalingsverplichtingen. 8.7 Alle buitengerechtelijke en gerechtelijk (incasso)kosten die door de Ondernemer worden gemaakt teneinde nakoming van de verplichting(en) van de Ouder te bewerkstelligen, komen ten laste van de Ouder. De buitengerechtelijke kosten worden berekend met het minimumbedrag van 40,00 euro, oplopend tot het maximumbedrag van 6.775,00 euro, één en ander onverminderd het recht van de Ondernemer om de (hogere) werkelijke schade te vorderen. De Ondernemer kan een incassobureau inschakelen. 8.8 Door de Ouder gedane betalingen strekken steeds allereerst ter voldoening van alle verschuldigde kosten, daarna van de rente en eventuele boetes, vervolgens van de opeisbare facturen die het langst openstaan, ook indien de Ouder vermeldt dat de voldoening betrekking heeft op een later factuur. Er vindt in geen geval restitutie plaats door de Ondernemer van de door Ouder gedane betalingen, indien de Ouder de desbetreffende (deel-)betaling(en) al aan de Ondernemer heeft verricht. 8.9 De Ouder is bevoegd rechtstreeks betalingen aan de Ondernemer te verrichten voor verplichtingen die volgen uit deze Plaatsingsovereenkomst.
Artikel 9.
Duur en beëindiging van deze overeenkomst c.q. plaatsing
9.1 Deze overeenkomst en daarmee de plaatsing kan zowel door de Ondernemer, als door de Ouder worden opgezegd op de wijze als in de Algemene Voorwaarden omschreven. 9.2 De kindplaats eindigt in ieder geval automatisch (zonder dat daartoe enige opzegging is vereist) per de datum genoemd in artikel 1.1 .
9.3 Vóór de ingangsdatum van de kindplaats geldt eveneens de opzegtermijn van één maand. Indien de ouder voor de ingang van de plaatsing de kindplaats wil opzeggen, zijn daar de kosten voor opvang gedurende de opzegtermijn aan verbonden. 9.4 De Plaatsingsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. 9.5 Opzegging van de Plaatsingsovereenkomst door de Ouder of de Ondernemer vindt plaats door middel van een brief aan de Ondernemer, met inachtneming van een opzegtermijn zoals hierna vermeld. 9.6 De opzegtermijn bedraagt één maand. Iedere opzegging kan alleen op de vijftiende dan wel de laatste dag van een maand plaatsvinden. De overeenkomst en de betalingsverplichtingen eindigen dan één (1) maand na laatstbedoelde datum. 9.7 Geen opzegtermijn hoeft in acht te worden genomen door de Ouder in geval van overlijden van het kind of wanneer het kind een ernstige handicap of ongeval met zwaar letsel krijgt. De Ondernemer heeft het recht een kind te weigeren zolang dat kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is en een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de Ondernemer mag worden verwacht, dan wel zolang het kind een gezondheidsrisico vormt voor de andere kinderen in het Kindercentrum. De betalingsverplichting van de Ouder blijft hierdoor onaangetast. 9.8 Indien een kind dan wel de Ouder na te zijn aangemaand zodanig gedrag blijft vertonen dat daardoor gevaar ontstaat voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid van de andere kinderen en/of de normale bedrijfsvoering ernstig wordt verstoord dan wel het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen, heeft het Kindercentrum het recht met inachtneming van een redelijke termijn het kind en/of de Ouder de toegang tot het Kindercentrum te weigeren. 9.9 Ook na opzegging of beëindiging van deze Plaatsingsovereenkomst kan de Ondernemer zich beroepen op bepalingen die het doel hebben ook nadien gelding te houden.
Artikel 10.
Wijzigingen
10.1 Daar in dit artikel sprake is van wijzigingen door de Ondernemer wordt daaronder tevens begrepen wijzigingen door het kindercentrum van de door haar gehanteerde tarieven, tijden, verzorgings- of plaatsingsovereenkomst, voorwaarden en regels. 10.2 De Ondernemer heeft steeds het recht bepalingen van deze overeenkomst en/of de daarbij behorende bijlagen te wijzigen en/of aan te vullen. De Ondernemer stelt de ouder van een wijziging en/of aanvulling minimaal één maand voor de voorgenomen ingangsdatum schriftelijk op de hoogte. Indien de Ouder niet kan instemmen met deze wijziging is hij bevoegd de Plaatsingsovereenkomst gedurende deze periode van minimaal één maand op te zeggen per de datum waarop de wijziging ingaat. Tot het tijdstop van beëindiging blijft de Plaatsingsovereenkomst op basis van de ongewijzigde bepalingen in stand. Indien de Ouder de Plaatsingsovereenkomst niet of niet-tijdig opzegt wordt hij geacht met de wijziging te hebben ingestemd. 10.3 De Ondernemer heeft het recht de tarieven te wijzigen. Van een wijziging stelt de Ondernemer de ouder minimaal één maand voor de voorgenomen ingangsdatum schriftelijk op de hoogte.
10.4 Een wijziging van de tarieven die plaatsvindt conform de door het CBS vastgestelde ‘consumentenprijsindex’ voor alle huishoudens’ behoeft geen instemming van de Ouder. Indien de Ondernemer de tarieven echter met meer verhoogt dan conform de door het CBS vastgestelde “Consumentenprijsindex voor alle huishoudens”, is er sprake van een wijziging zoals bedoelt in het eerste lid van dit artikel. 10.5 De Ouder wordt geacht met de wijzigingen als bedoeld in artikel 10.2 en/of 10.4 te hebben ingestemd, tenzij de Ouder daartegen binnen één maand na de kennisgeving schriftelijk en gemotiveerd bezwaar heeft gemaakt. In dat geval zullen partijen gezamenlijk streven naar een voor beide partijen bevredigende oplossing. Indien partijen niet tot overeenstemming kunnen komen, kan ieder der partijen de overeenkomst opzeggen. De regels van artikel 10 inzake de opzegging zijn van toepassing. Gedurende de opzegtermijn gelden ten aanzien van beide partijen de oorspronkelijke (nog niet gewijzigde en/of aangevulde) bepalingen en/of tarieven. 10.6 Indien de Ouder bij wijziging of opzegging van de overeenkomst meer opvanguren heeft genoten dan waar zij volgens de overeenkomst recht op zouden hebben, worden deze aanvullende uren door de Ondernemer in rekening gebracht. De Ondernemer geeft nimmer geld terug bij wijzigingen en opzeggingen. 10.7 In aanvulling op artikel 10 lid 3 van de Branchevoorwaarden geldt dat als zwaarwegende redenen tevens worden aangemerkt: • de situatie waarin 1 of beide ouder(s)/verzorger(s) het gezag over het kind verliest/verliezen; • als naar het oordeel van de Ondernemer sprake is van een slechte verstandhouding tussen (medewerkers van) de Ondernemer en het kind en/of de ouder(s)/verzorger(s) op grond waarvan voortzetting van de dienstverlening door de Ondernemer niet van de Ondernemer kan worden verlangd. 10.8 Deze overeenkomst met de daarbij behorende bijlagen (zoals die thans luiden of in de toekomst zullen luiden) bevat alle afspraken tussen partijen met betrekking tot de onderhavige plaatsing en treedt in de plaats van alle eerdere schriftelijke en mondelinge afspraken, welke partijen hebben gemaakt.
Artikel 11.
Aansprakelijkheid
11.1 De Ondernemer is niet aansprakelijk voor enige verlies, indirecte of directe schade of letsel van welke aard ook, waaronder mede begrepen gevolgschade, immateriële schade, bedrijfs- of milieuschade geleden door een Ouder of een kind. De Ondernemer is evenmin Ondernemer aansprakelijk voor de schade voortvloeiend uit het wegvallen van de kinderopvang. 11.2 Het voorgaande lid van dit artikel is niet van toepassing in geval van opzet of grove schuld van de Ondernemer. 11.3 Mocht schade door de Ondernemer vergoed worden, dan in ieder geval niet tot een hoger bedrag dan vijfhonderd euro per geval. 11.4 Bovenstaande leden zijn niet van toepassing op aansprakelijkheid van het kindercentrum. 11.5 Het kindercentrum (danwel diens rechtsopvolgers) en/of haar personeelsleden (alsmede vrijwilligers en stagiaires) zijn jegens de Ouder of het kind niet verder aansprakelijk dan tot het bedrag waarvoor door het kindercentrum een aansprakelijkheidsverzekering is afgesloten, behalve in het geval van opzet of grove schuld van het kindercentrum.
Artikel 12.
Incidentele opvang
12.1 Incidentele opvang is mogelijk zolang de bezetting het toelaat. Incidentele opvang kan onbeperkt per jaar per kind worden afgenomen blijkens het tarief die de Ondernemer kenbaar maakt. Als de Ouder akkoord gaat met de voorwaarde van de Ondernemer, kan incidentele opvang plaatsvinden binnen de groep.
Artikel 13.
Overmacht
13.1 Indien de Ondernemer door overmacht niet aan haar verplichtingen jegens de Ouder kan voldoen, worden die verplichtingen opgeschort voor de duur van de overmachttoestand. 13.2 Indien de overmachttoestand zes maanden heeft geduurd, hebben beide partijen het recht de Plaatsingsovereenkomst schriftelijk geheel of gedeeltelijk per direct op te zeggen. In geval van overmacht heeft de Ouder geen recht op enige (schade)vergoeding, ook niet al de Ondernemer als gevolg van de overmacht enig voordeel mocht hebben. 13.3 Onder overmacht van de Ondernemer wordt verstaan elke van de wil van de Ondernemer onafhankelijke omstandigheid, waardoor de nakoming van haar verplichtingen in redelijkheid niet van de Ondernemer kan worden verlang, ongeacht of die omstandigheid ten tijde van het sluiten van de Plaatsingsovereenkomst te voorzien was. 13.4 De Ondernemer zal de Ouder zo spoedig mogelijk van een (mogelijke) overmachttoestand op de hoogte stellen.
Artikel 14.
Informatievoorziening
14.1 De gegevens die de Ondernemer heeft inzake de Ouder of kind zullen in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) worden behandeld. De Ondernemer kan die gegevens slechts aan het Kindercentrum of enige derde ter beschikking stelen voor zover dat noodzakelijk is voor de goede uitvoering van de door de Ondernemer te verrichten diensten. 14.2 De Ouder bevestigt dat hij door de het Kindercentrum op de hoogte is gesteld dan de wel de mogelijkheid heeft gekregen zich op de hoogte te stellen, door middel van brochures, internet of anderszins, van tenminste de volgende gegevens ten aanzien van het Kindercentrum: •De aard en de omgang van de in het Kindercentrum te verlenen opvang: soort opvang, aanbod voor hoeveel en welke dagdelen, eventueel met een minimum, eventueel met de mogelijkheden van incidentele opvang; •De openingstijden en dagen alsmede de ophaal- en brengtijden van het Kindercentrum: een (samenvatting van) het door het Kindercentrum gevoerde pedagogisch beleidsplan, waarin de voor de onderneming kenmerkende wijze van omgang met kinderen en ouders wordt omschreven; •De wijze waarop in het Kindercentrum aan de oudercommissie vorm wordt gegeven; •De vorm en frequentie van informatie uitwisseling, waaronder het aantal oudergesprekken dat er in principe per jaar worden gehouden;
•De gemiddelde uurprijs, die het Kindercentrum hanteert en het aantal opvanguren dat het Kindercentrum jaarlijks aanbiedt; •Informatie aangaande de groep en de beschikbare ruimte; •De getalsverhouding tussen groepsleiding en aantal kinderen per leeftijdscategorie; •Het voedingsbeleid en aan te bieden verzorgingsmiddelen; •Het ziektebeleid van het Kindercentrum; •De klachtenprocedure van het Kindercentrum
14.3 De Ouder verklaart bekend te zijn met de Wet Kinderopvang en met het feit dat de Ouder op basis van deze wet zekere rechten heeft. De Ouder verplicht zich via de oudercommissie gebruik te maken van de in deze wet bedoelde inlichtingen- en inspraakmogelijkheden.
Artikel 15.
Hoofdelijkheid
15.1 Indien twee of meer personen als Ouder partij zijn bij een Plaatsingsovereenkomst, dan is ieder van hen hoofdelijk jegens de Ondernemer aansprakelijk voor de volledige nakoming van de verbintenissen die voor ieder van hen uit de Plaatsingsovereenkomst voortvloeien.
Artikel 16.
Ontbinding
16.1 Indien de Ouder niet behoorlijk of niet binnen gestelde termijnen voldoet aan enige verplichting voortvloeiende uit deze voorwaarden of uit de Plaatsingsovereenkomst of enig daarmee samenhangend document, dan is de Ondernemer gerechtigd zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst de uitvoering van de Plaatsingsovereenkomst op te schorten en/of de overeenkomst en/of de direct daarmee samenhangende overeenkomsten geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Dit laat onverlet andere bepalingen opzegging of ontbinding. 16.2 Artikel 16.1 laat onverlet het recht van de Ondernemer om van de Ouder nakoming en/of schadevergoeding te vorderen.
Artikel 17.
Verstrekking persoonsgegevens
17.1 Om controle ten aanzien van de uitkering van kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst mogelijk te maken, dient het bsn van de Ouder en dat van het kind tijdig aan de Ondernemer te worden verstrekt. De Ouder is gehouden alle voor de uitvoering van het Contract noodzakelijke persoonsgegevens (zoals naam, adres en BSN) accuraat en tijdig aan de Ondernemer te verstrekken. Wijzigingen in voornoemde persoonsgegevens dienen uiterlijk binnen 1 week na ingang van de wijziging schriftelijk te worden doorgegeven aan de Ondernemer. 17.2 Met het oog op de verstrekking van kinderopvangtoeslag verplicht de Belastingdienst de Ondernemer de identiteit van ouders/verzorgers en hun kind te controleren aan de hand van een geldig identiteitsbewijs. De Ouder is gehouden op eerste verzoek medewerking te verlenen aan een dergelijke identiteitscontrole.
Artikel 18.
Openingstijden en sluitingstijden
18.1 Het Kindercentrum is in beginsel gesloten op zaterdag, zondag en op de algemeen erkende Nederlandse feestdagen. De Ondernemer is gerechtigd de openingstijden te wijzigen, mits deze wijziging tenminste twee (2) maanden vóór de ingangsdatum schriftelijk aan de Ouder wordt medegedeeld. 18.2 De Ouder is gehouden het kind elke opvangdag uiterlijk op het sluitingstijdstip bij het Kindercentrum op te (laten) halen, tenzij het kind op grond van (schriftelijke) afspraken tussen de Ouder en het Kindercentrum, zonder begeleiding het Kindercentrum mag verlaten.
Artikel 19.
Compenseren (het ruilen van dagen)
19.1 Als het kindje niet gebracht kan worden vanwege symptomen van ziekte is het niet mogelijk om de daarop volgende ziektedagen om te ruilen, voorts is ruilen alleen mogelijk zolang de bezetting op het Kindercentrum dat toelaat en binnen de looptijd van de Plaatsingsovereenkomst. 19.2 Maximaal vijf ruildagen per kind per contractjaar, de ruildagen meenemen naar een volgend contractjaar is niet mogelijk 19.3 Voor dagen die niet binnen de eerstgenoemde termijn van lid 1 zijn geruild, geldt geen recht op compensatie of restitutie. Wanneer de opvang eindigt, vervallen alle nog openstaande dagen/dagdelen om te ruilen. 19.4 Als het kind gedurende een langere periode ziek blijkt (wat moet blijken uit een door de Ouder de Ondernemer over te leggen medische verklaring), dan kan de Ondernemer een ziekteverlofperiode van maximaal drie maanden toekennen. Gedurende deze periode kan er geen gebruik worden gemaakt van de opvang. De Ondernemer zal in deze periode de helft van het normaal verschuldigde tarief in rekening brengen. 19.5 De dagen waarop geen opvang plaatsvindt, kunnen niet worden geruild (bijvoorbeeld Feestdagen, vakantiedagen en sluitingsdagen)U kunt één dag of meerdere dagen ruilen uiterlijk één maand voor de dag(en) dat het kindje niet komt. 19.6 De ruildag(en) moet(en) altijd per mail aangevraagd worden, achteraf dagen ruilen is niet mogelijk. 19.7 Ruilen is gebonden aan het kind, ruildagen kunnen niet ingezet worden voor broertjes of zusjes.
Artikel 20.
Overige verplichtingen
20.1 Het Kindercentrum kent huisregels die mondeling en schriftelijk kunnen worden medegedeeld. Deze huisregels maken integraal onderdeel uit van de Plaatsingsovereenkomst. 20.2 De Ouder verklaart kennis te hebben genomen van de huisregels en verklaard akkoord te gaan met het opvolgen van de huisregels die aan de Ouder zijn kenbaar gemaakt.
Artikel 21.
Overige bepalingen
21.1 Deze Plaatsingsovereenkomst en de daarbij behorende bijlagen (zoals die thans luiden of in de toekomst zullen luiden) bevatten alle afspraken tussen partijen met betrekking tot de onderhavige plaatsing en treden in de plaats van alle eerdere schriftelijke en mondelinge afspraken welke partijen hebben gemaakt. 21.2 Op de Plaatsingsovereenkomst en alle daarmee samenhangende overeenkomsten alsmede op deze Algemeen Voorwaarden is Nederlands recht van toepassing. 21.3 Alle geschillen voortvloeiende uit deze voorwaarden en de door de Ondernemer met de Ouder gesloten dan wel te sluiten overeenkomsten worden exclusief voorgelegd aan en beslecht door de bevoegde rechter te Amsterdam, behoudens het recht van de Ouder zich met een klacht tegen de Ondernemer te wenden tot een bevoegde Geschillencommissie. 21.4 Indien en zover één of een deel van de bepalingen in enige overeenkomst en/of deze Algemene Voorwaarden nietig is of vernietigd wordt, blijven de overige bepalingen onverkort van kracht. 21.5 In die gevallen waarin de Plaatsingsovereenkomst niet voorziet, geldt het bepaalde in de Algemene Voorwaarden van de brancheorganisatie Kinderopvang.