Samenstelling programma:
Paul Bocken, Hein Franssen
Voorkant:
Jan Dirk Buizer
Teksten:
Alfons van der Mullen, Paul Bocken, Gert Mostert, Marjolein van den Bosch, Wim Hijnen
Sponsoring drukwerk:
Garage bedrijf Visscher 2
Dubbelkorige bekoring In dit concert werken twee Culemborgse koren, het Culemborgs Kamerkoor (CKK) en Marcantus samen. Deze samenwerking van twee koren maakt het mogelijk om speciaal dubbelkorig gecomponeerde muziek uit te voeren. Deze muziekvorm is ontstaan aan het eind van de 16e eeuw in de San Marco basiliek van Venetië, een basiliek met vijf grote koepels. Componisten gingen de akoestische kwaliteiten van dit gebouw gebruiken. Zo werden koor- en instrumentengroepen gescheiden opgesteld op verschillende plekken in de kathedraal om zo een maximale resonantie te verkrijgen. Wanneer er onder een koepel gemusiceerd wordt, blijven de klanken erin “hangen” en krijgt iedere musicerende groep een “zelfstandige of gebroken” ruimte (cori-spezzati). De componist kan zo twee groepen laten communiceren waarbij deze akoestisch hun eigen karakter behouden. De ene groep kan de ander beamen of tegenspreken, dit alles met het publiek ertussenin. U kunt zich voorstellen dat de ruimtewerking zo maximaal wordt. Dit heeft geleid tot een soort stereofonie avant la lettre. De eerste componisten van “cori-spezzati” waren Gabrieli en Monteverdi. Na hen kwamen Schütz, Bach (bijvoorbeeld de 2 koren in de Mattheus Passion), Mendelssohn en Brahms. Vandaag staan dubbelkorige werken van Schütz en Mendelssohn op het programma.
3
4
Programma CKK en Marcantus Felix Mendelssohn Bartholdy Der Zweite Psalm CKK Felix Mendelssohn Bartholdy CKK en Marcantus Paul Hindemith Marcantus Cyrillus Kreek CKK en Marcantus Arvo Pärt Marcantus Claudio Monteverdi CKK en Marcantus Heinrich Schütz
Nr. 1 Im Grünen Nr. 3 Abschied vom Walde Nr. 4 Die Nachtigall Nr. 5 Ruhetall Nr. 6 Jagdlied Eines Narren, eines Künstlers Leben Tauche deine Furcht Taaveti laul, Psalm 141 ‘Issand, ma hüüan Su poole’ Taaveti laul, Psalm 104 ‘Kiida, mu hing Issandat’ Magnificat Magnificat Secondo à 4 voci in genere da Capella ‘An den Wassern zu Babel’ Psalm 137, SWV37 ‘Herr, nun lässest du deinen Diener’ Musikalische Exequien, SWV 281 ‘Meine Seele erhebt den Herren’ (Deutsches Magnificat), SWV 494
5
Felix Mendelssohn Bartholdy Der Zweite Psalm, Op. 78, no.1 Sechs Lieder op.59 (Im Freien zu singen)
Mendelssohn (1809-1847) werd geboren in een rijke protestant-joodse familie. Hij was gedoopt maar werd desondanks door velen als Joods gezien. Zijn vader, Abraham Mendelssohn, was bankier en zijn grootvader was de joods-duitse filosoof Moses Mendelssohn. Op negenjarige leeftijd trad Felix al op in een openbaar kamerconcert en voordat hij dertien was had hij al verschillende composities op zijn naam, waaronder het pianokwartet opus 1. Als componist heeft hij een zeer uitgebreid en uiteenlopend oeuvre nagelaten. Instrumentale en vocale muziek, religieus en seculier waaronder een aantal liederen voor koor zonder begeleiding. Mendelssohn heeft ook dubbelkorige werken gecomponeerd. Anders dan Schütz gebruikt Mendelssohn de twee koren niet zozeer als tegenpolen maar eerder als een verdichting van de harmonie, zoals in ‘Der Zweite Psalm’. In zijn composities geeft hij accenten aan de teksten door de melodie te laten opstuwen naar belangrijkste woorden van de zin. Op teksten van verschillende dichters zoals Goethe en Jozef Karl van Eichendorff componeerde Mendelssohn 6 koorliederen (´Im Freien zum Singen’). In deze romantische liederen wordt de pracht van de natuur bezongen (Im Grünen, Ruhetal, Jagdlied). De luisteraar wordt aangespoord om de zorgen van alledag in de natuur los te laten (Der Nachtigall) of er wordt getreurd over de vergankelijkheid van dit schoons (Abschied vom Walde).
6
Paul Hindemith uit: Zwölf Madrigale (1958) Paul Hindemith (1895-1963) was een Duitse componist, violist, organist en dirigent. De ritmiek in zijn muziek werd door hemzelf “Motorik” genoemd en is de echo van de industrialisatie en de komst van de motor. Hij was wars van sentimentaliteit. Opgegroeid in de tijd van de twaalftoonstechniek van Schönberg, voelde hij zich daar niet toe aangetrokken. Toch was hij een voorvechter van eigentijdse muziek. ‘Eines Narren, eines Künstlers Leben’ en ‘Tauche deine Furcht’ komen uit ‘Zwölf Madrigale’, geschreven op gedichten van Josef Weinheber (Wenen 1944†). Deze dichter, die al vroeg wees was, neigde voortdurend naar dodelijke melancholie. Zijn gedichten wisselen dan ook tussen zware gevoelens en bittere humor. Zo staat in “Eines Narren …” de dood en het vergankelijke centraal en in “Tauche deine Furcht” vertolkt hij de eenzaamheid, het lijden en de melancholie. Voor zijn moderne madrigalen had Hindemith dit soort gedichten nodig want hij meende dat juist een kleine groep van persoonlijk op elkaar betrokken zangers geschikt is om diepe emoties tot uiting te brengen.
Cyrillus Kreek Taaveti Laulud Cyrillus Kreek leefde van 1889 tot 1962, Hij geldt als een van de voornaamste vertegenwoordigers van de Estse muziekcultuur van de 20e eeuw. Koormuziek neemt een belangrijke plaats in in zijn oeuvre, net zoals koorzang sterk deel uitmaakt van de hele nationale cultuur. Zingen was een van de weinige manieren om tijdens de Sovjet-overheersing de eigen taal levend te houden. Dat heeft onder meer een zangtraditie opgeleverd waarbij die van Nederland verbleekt. Nog voor de val van de Muur vond in Estland, Letland en Litouwen de Zingende Revolutie plaats: een geweldloos protest tegen de Sovjet-Unie. Twee miljoen inwoners 7
maakten een menselijke ketting van 600 kilometer lang en zongen patriottische liederen. Kreek maakte dit natuurlijk niet mee, maar zijn werken zijn in Estland en steeds meer ook daarbuiten uitermate geliefd. Van deze componist hoort u twee psalmen van David. Duidelijk is te horen hoe de componist gebruikmaakt van ongekunstelde maar zeer fraaie volksmelodieën. Het verzamelen en op geluidsband vastleggen van ettelijke duizenden van deze melodieën is een van de belangrijkste bijdragen van Kreek geweest aan de recente Estse cultuur.
Arvo Pärt Magnificat Arvo Pärt (1935-heden) is een Estse componist. Hij is één van de belangrijkste hedendaagse componisten van sacrale muziek. Pärt experimenteerde met diverse compositietechnieken en schreef aanvankelijk vooral seriële muziek. Na 1971 begon Arvo Pärt muziek te maken die hij zelf ‘tintinnabular’ noemt, (van het Latijn tintinnabuli, hetgeen klokjes of kleine bellen betekent). Deze muziek wordt gekenmerkt door simpele harmonieën, vaak ook door enkele noten of drieklanken die volgens de componist klinken als bellen of klokken. Het Magnificat is gecomponeerd in 1989. Pärt gebruikt in deze compositie drones (harmonische begeleidingseffecten van een noot of akkoord).
Claudio Monteverdi Magnificat Secondo Claudio Monteverdi’s (1567-1643) staat als vernieuwend componist aan de basis van de overgang van de renaissance naar de barokmuziek. Eerst schrijft hij polyfone muziek: alle stemmen zijn even zelfstandig en er is vaak een cantus firmus die als basis (kapstok) voor het geheel dient. Later gaat hij de basso continuo techniek gebruiken waarbij de bovenstem het belangrijkst is en 8
de andere stemmen deze in vaste harmonische patronen begeleiden. Het vandaag uitgevoerde Magnificat Secondo is nog geschreven in de oude polyfone stijl. De Gregoriaanse melodie van het Magnificat is te horen in de even verzen. Dezelfde melodie wordt in lange notenwaarden gebruikt als ‘cantus firmus’ van de oneven verzen. Fraai versierende en modern te noemen, vaak virtuoze melodielijnen wervelen om deze statige ‘cantus’ heen. Zo ontmoeten ‘oud’ en ‘modern’ elkaar.
Heinrich Schütz Psalm 137, Meine Seele en Musikalische Exequien Heinrich Schütz (1585-1672) was een Duitse organist en componist. Hij wordt gezien als één van de belangrijkste componisten van de 17e eeuw naast Monteverdi. Zijn muzikale opleiding kreeg hij van 1609 tot 1612 in Venetië, onder anderen van Gabrieli. In 1628 keerde hij naar Venetië terug om samen te werken met Montverdi. Zijn composities zijn dan ook door deze twee Italiaanse componisten beïnvloed. Voorbeelden hiervan zijn de drie dubbelkorige werken in dit programma. Psalm 137 is onderdeel van een grote gedrukte muziekuitgave uit 1619 (‘Psalmen Davids’) met tal van groot bezette en virtuoze werken. Dit boek kan men zien als het ‘meesterstuk’ waarin Schütz liet zien dat hij het vak dat hij van Gabrieli had geleerd volledig verstond. De jaren daarna kon Schütz, vooral door de dodelijk verschrikkingen van de Dertigjarige Oorlog over steeds minder zangers en instrumentalisten beschikken - zijn muziek werd steeds soberder. Het volgende werk, ‘Herr, nun lässest du deinen Diener’ (het ‘Nunc dimittis’ in het Duits) is het slot van de Musikalische Exequien, uitvaartmuziek die Schütz in 1636 schreef bij het overlijden van Heinrich Posthumus Reuss, Heer van Gera. Tenslotte klinkt de Duitstalige versie van het Magnificat: ‘Meine Seele erhebt den Herren’. Schütz schreef dit werk op 86-jarige leeftijd, als laatste onderdeel van het ‘Schwanengesang’, een zetting van Psalm 119 en de laatste compositie van deze grote Duitse kunstenaar.
9
Paul Bocken Paul Bocken (1956, Stein) leerde als jongenssopraan en solist in het plaatselijke koor al vroeg zingen en ontwikkelde daarbij een scherp muzikaal gehoor. Na de middelbare school en de studie geneeskunde voltooide hij een muziekvakopleiding aan het toenmalige Sweelinck Conservatorium Amsterdam. Blokfluit (Marijke Miessen) was zijn hoofdvak. Daarnaast volgde hij diverse nevenvakken, zoals ensembleleiding, arrangeren en directie. Hij verwierf zo inzicht in de oude muziek en in het musiceren in ensembleverband. Dat past hij nog steeds toe als dirigent van koren in Nijmegen, Utrecht en later Culemborg. In het dagelijks leven is Paul werkzaam op een MBO-opleiding, als docent medische vakken en als ontwikkelaar en auteur van leerboeken. Hij is actief als zanger, vooral in koorverband of kleine ensembles, door vrijwel het hele land. Vanaf 1997 tot 2007 was hij lid van het Oude Muziekkoor o.l.v. Daniël Reuss, dat tot aan het einde van het bestaan als hoog gekwalificeerd ensemble bekend stond. Op dit moment zingt hij onder andere in Venus, een vocaal ensemble uit Utrecht o.l.v. van Gijs Leenaars. Het ensemble is gespecialiseerd in hedendaagse klassieke koormuziek. Op projectbasis maakt hij deel uit van het Collegium Musicum Amsterdam, o.l.v. Anthony Zielhorst. Gevorderde blokfluitisten, vocale en kamermuziekensembles kunnen bij hem terecht voor muzikale instructie, interpretatie en ensembletechniek.
Hein Franssen De dirigent van het Culemborgs Kamerkoor, Hein Franssen, werd geboren in Eindhoven in 1958. Na het Brabants Conservatorium met als hoofdvak piano werkte hij op een aantal muziekscholen en was als repetitor verbonden aan vele muziek- en toneelgezelschappen. Franssen heeft diverse grote solisten in zowel het klassieke als het “lichte” genre begeleid. Niet alleen musiceerde hij met Theo Olof en Maarten Koningsbergen maar ook met Liesbeth List, Danny de Munk, Adèle Bloemendaal en Herman van Veen. Sinds 2006 woont Franssen in Culemborg. Hij heeft daar met beide handen de mogelijkheid aangegrepen om een koor nu eens niet te begeleiden, maar te leiden. Het is zijn bedoeling om een kamerkoor te formeren van middelbare grootte (ongeveer 30 leden) met als repertoire zowel de bekende grote werken als onbekende gewaagde composities. Zie voor dit koor, het Culemborgs Kamerkoor: http://www. 10
culemborgskamerkoor.nl/. In 2008 startte hij een koor voor kinderen van 8 tot 13 jaar. Deze Koorklas Culemborg werkt nauw samen met het voornoemde Culemborgs Kamerkoor. De Koorklas richt zich op stemvorming, zuiverheid, meerstemmigheid en een klassiek repertoire. In oktober 2013, rond dierendag, zal de Koorklas samen met een professioneel kamerorkest de Carnaval des Animaux van Saint Saëns uitvoeren afgewisseld met de Dierenliederen van Alfons van der Mullen. Deze Dierenliederen zijn geschreven op gedichten van Ivo de Wijs en speciaal gecomponeerd om te worden afgewisseld met de verschillende delen van Saint Saëns. Info betreffende de Koorklas, zie: http://www. muziekeducatieculemborg.nl. Voor Hein Franssen zie: http://www.heinfranssen.nl/Hein_Franssen/ Home.html
Gerard Schoren Gerard Schoren is zanger, contrabassist, koordirigent, arrangeur en workshopleider. Hij is bassist en zanger van het Charivari trio. De muzikale bagage van Gerard Schoren is een bonte mengeling: hij speelde in een popband, studeerde klassiek gitaar, speelde Cubaanse son en Argentijnse tango en zong in een close-harmony kwartet. Met het Oude Muziek Koor zong hij renaissance-, barok- en hedendaagse muziek. Hij speelt contrabas in het Nederlands Begeleidingsorkest en is dirigent van het koor Wagenings Volkooren, het joods koorHatikwa en het projectkoor Argentijnse muziek VOLVER. Daarnaast geeft hij (zang)workshops.
11
Klinkt al meer dan 60 jaar als muziek in de oren!
Visscher
Visscher
Visscher Rivierland
Visscher Rivierland
Bosch Car Service
Culemborg
Gorinchem
Culemborg
Gorinchem
Visscher
Pascalweg 29
Vaart 1
Pascalweg 31
Vaart 1
Parallelweg 4
4104 BE Culemborg
4206 CC Gorinchem
4104 BE Culemborg
4206 CC Gorinchem
4143 LA Leerdam
Tel.: (0345) 54 55 00
Tel.: (0183) 61 12 12
Tel.: (0345) 61 60 40
Tel.: (0183) 64 76 99
Tel.: (0345) 63 60 20
[email protected]
www.visscher.nl