Wat is een suïcidepreventiebeleid?
Suïcidepreventiebeleid binnen een organisatie 10/10/2014
• Een stappenplan waarin uitgeschreven staat hoe er binnen een organisatie met suïcidaliteit wordt omgegaan en hoe er aan preventie wordt gedaan. • Bevat een duidelijke omschrijving van wanneer wie wat wel en niet doet.
Stefanie Ghekiere Coördinator Suïcidepreventiewerker CGG CGG Andante Bredabaan 579 2170 Merksem 03/620 10 20
[email protected]
Voordelen • • • • • •
• • •
Kennis vergroten en attitude verandering Voorkomen van paniek Voorkomen van foute beslissingen Jongeren sneller in juiste hulpverlening krijgen Voorkomen dat een suïcidale persoon een poging doet (en komt te overlijden) Voorkomen dat er ernstige emotionele schade is bij suïcidale persoon door juiste opvang Voorkomen dat er een nieuwe poging volgt Voorkomen van emotionele crisis bij andere personen of uitbreiding van suïcidaal gedrag Voorlichting aan familie/ context
Indeling 1. 2. 3. 4.
Vroegdetectie en begeleiding Acute dreiging, crisisinterventie Na een suïcidepoging Na een suïcide
Voorbereidend werk • • • • •
Visie ontwikkelen rond wat is suïcidepreventie Samenstelling werkgroep Mandaten van personen binnen werkgroep Linken met andere onderdelen binnen beleid Van geestelijke gezondheid tot suïcide
Elk luik bevat • Afspraken i.v.m. de communicatielijnen – Wie neemt contact op met wie? – Welke personen worden betrokken, intern en extern? – Wie is verantwoordelijk en coördineert al de te nemen stappen?
• Richtlijnen voor het concreet handelen – Wie doet wat? En voor wie? – Andere patiënten/ cliënten als groep, individuele patiënten/ cliënten – Personeel in groep, individueel – Familie/ context
• Evaluatie en overlegmomenten
1
• Signaalherkenning door het personeel in de brede zin van het woord
Luik 1: Vroegdetectie en begeleiding
Belangrijke vragen: • Hoe kunnen we organiseren dat signalen van patiënten/ cliënten opgevangen worden en dat daar een juiste reactie op komt? • Op welke manier zorgen we ervoor dat personeel weet welke signalen patiënten/ cliënten kunnen geven? • Wat moet het personeel doen als ze signalen oppikken? (aan wie melden?) • Wie is het centrale meldpunt en hoe worden meldingen opgenomen?
• Centraal meldpunt is belangrijk, coördinatie • Goede samenwerking tussen diverse partners: begeleiders, psycholoog, CLB, arts, directie, CGG, CAW,… • Duidelijkheid en afspraken over de taak van elke partner
Personeel moet • een basisvorming krijgen over signaalherkenning • leren om adequaat door te verwijzen • nooit geheimhouding aan een patiënt/ cliënt beloven, indien men geen beroepsgeheim heeft • duidelijk geïnformeerd worden over o de functie van het beleid, o hun belangrijke positie in het beleid en o de daaraan verbonden taken
UITGANGSPUNTEN
Luik 2: Acute dreiging, crisisinterventie
• Communicatie en samenwerking tussen personeel, directie en andere partners • Nooit geheimhouding beloven aan een patiënt/ cliënt! • (Zo snel mogelijk de ouders inlichten) • Hou de patiënt/ cliënt op de hoogte van de stappen die worden genomen
2
Werk volgende vragen uit in een “beleid” • Aan wie moeten signalen gemeld worden? • Wie coördineert de te nemen stappen? • Wie voert een gesprek met de patiënt/ cliënt? (bespreekbaar maken zelfmoordgedachten, risico-inschatting, nood aan beveiliging) • Wie blijft er bij de patiënt/ cliënt, in acute situaties? • Maak concrete afspraken met externe hulpverlener(s) • Wie is verantwoordelijk voor contact met de externe hulpverlener(s)? • Wie contacteert de familie, context? • Wie draagt de patiënt/ cliënt over aan de externe hulpverlener? • Wie volgt de verwijzing verder op?
Luik 3: Na een suïcidepoging
• Interne meldpost? • Wie coördineert de te nemen stappen? • Wie bespreekt in welke fase met de familie/ context, welke informatie wel
De grootste risicogroep voor zelfmoord wordt gevormd door patiënten/ cliënten die al eens een zelfmoordpoging hebben ondernomen.
• Wie stelt de andere patiënten/ cliënten op de hoogte? • Een vertrouwenspersoon ev. in overleg met externe deskundige/hulpverlener
• Methodieken bij een groepsgesprek: mogelijkheden en valkuilen
• Wie organiseert wat voor andere patiënten/ cliënten en groepen?
• Wat wordt georganiseerd voor patiënten/ cliënten die •
niet direct betrokken zijn, maar toch nauwe banden hebben met de betrokken persoon? Wat onderneemt men op lange termijn als vorm van nazorg? (luik 1!!!)
en welke beslist niet gebruikt mag worden in de opvang en voorlichting van de andere patiënten/ cliënten?
• Maak afspraken met externe diensten/hulpverleners • Wie verwittigt externe diensten/hulpverleners? • Inlichten en opvangen derden: personeel, andere patiënten/ cliënten, (andere) familie/ context, media.
• Wie legt contacten met de familie/ context om met hen o
o
te overleggen over de wijze waarop de organisatie kan bijdragen aan de oplossing van problemen? de noodzaak van het inschakelen van andere hulpverlening te bespreken?
DOEL van een groepsgesprek: • Uitbreiding van suïcidaal gedrag voorkomen • De terugkeer van de betrokken persoon voorbereiden Leidraad: • Meestal circuleren er geruchten. Erover praten zonder of met begeleiding! • Patiënten/ cliënten moeten de kans krijgen om te vertellen wat ze weten en hoe ze zich erbij voelen; deze gevoelens moeten gekaderd worden! • Valse geruchten, roddels en misvattingen moeten ontkracht worden. • Correcte informatie over de zelfmoordproblematiek geven is noodzakelijk. • Benadruk dat zelfmoord geen heldendaad is, maar voortkomt uit lijden en zelf ook weer lijden veroorzaakt.
3
• Bespreek met de patiënten/ cliënten hoe ze kunnen reageren wanneer de persoon terugkomt.
• Wees alert voor patiënten/ cliënten die het zelf ook erg moeilijk hebben.
• Bespreek alternatieven voor suïcidaal gedrag: wat kan je doen als je het moeilijk hebt?
• Bespreek hoe, waar en aan wie patiënten/ cliënten hulp kunnen vragen en wat ze ervan kunnen verwachten.
• Bespreek hoe patiënten/ cliënten kunnen omgaan met signalen van andere patiënten/ cliënten.
Nazorg na een zelfmoordpoging • zo snel mogelijk na de zelfmoordpoging! • alle personeelsleden: extra alert voor signalen!! • gerichte voorlichting aan en/of training van directie, personeel • voorlichten van patiënten/ cliënten en familie/ context: aangeven dat de organisatie wil helpen als iemand het ergens moeilijk mee heeft, begeleidingssysteem toelichten, … • opvang persoon zelf
• Bespreek het probleem van geheimhouding.
Luik 4: Na een suïcide
Verschillende groepen • Familie gestorven persoon • Familie andere patiënten/ cliënten • Personeel van de organisatie • Andere patiënten/ cliënten (opvang, risicopatiënten/ cliënten) • Betrokken partners, hulpverlening
• Centrale meldpost • Wie coördineert en bewaakt dat alle stappen met de nodige zorgvuldigheid worden genomen? • Moet het bericht worden nagetrokken? • Hoe/Wanneer wordt het personeel ingelicht? • Wat met afwezig personeel? • Welke instructies krijgt het personeel voor het overbrengen van het bericht bij andere patiënten/ cliënten? • Ondersteuning van personeel • Wie neemt contact op met de familie/ context? • Biedt men de familie/ context aan om op huisbezoek te komen? Wie gaat dan? • Uitvaart: stellen de familie de aanwezigheid van directie, personeel, andere patiënten/ cliënten op prijs?
Familie gestorven persoon • Contact opnemen • Afspraken maken over wat gezegd mag worden, begrafenis • Mogelijkheden hulpverlening, zelfhulpgroepen • Later: afspraken materiële zaken van hun familielid • Wensen over herdenking
4
Familie andere patiënten/ cliënten • Brief meegeven, mogelijke inhoud: – – – – –
Kort de feiten, benoem de doodsoorzaak Gang van zaken binnen de organisatie Mogelijkheden hulpverlening Belang van erover praten met patiënt/ cliënt Wie kunnen ze contacteren op de organisatie met vragen of bezorgdheid? Gespreksavond? • Hoe kan zoiets gebeuren? • Hoe kan ik mijn familielid daarbij helpen?
Personeel van de dienst Doel van briefing personeel: • De boodschap overbrengen • Ruimte geven voor reactie/emoties/vragen • Info geven over wat de organisatie verder gaat doen • Waar patiënten/ cliënten terecht kunnen • Samenwerking met externen • Wat zeg je tegen de patiënten/ cliënten? Na eerste opvang • Hoe kunnen risicopatiënten/ cliënten herkend worden? Wat zijn signalen en hoe kunnen ze ermee omgaan? • Preventie
• Bepaalde familie opbellen?
Andere patiënten/ cliënten • Opvangen eerste reactie andere patiënten/ cliënten: – – – –
Vrienden Groepsgenoten (Broers/zussen en hun vrienden) ‘Vijanden’
• Risicopatiënten/ cliënten
• • • • • • • • • •
Patiënten/ cliënten inlichten. Laten ventileren: wat voelen ze, wat denken ze…!!! Focus op de andere patiënten/ cliënten, hun reactie, hun toekomst Informatie zelfdoding, niet verheerlijken, benadruk situationele aard van zelfdoding. Hebben patiënten/ cliënten signalen opgevangen? Wist iemand dat hij/zij zich niet goed voelde, problemen had? Reacties kaderen als “normaal”, behorend bij een rouwproces. Wat als je het moeilijk hebt? Bij wie kan je terecht? Bij wie kunnen ze terecht binnen de organisatie? Mogelijkheden hulpverlening overlopen en uitleg geven. Wat kunnen ze doen als ze signalen opvangen? Focus op preventie en ieders rol daarin
Bepalen welke risicopersonen er eventueel zijn: • • • • • •
Familie Vrienden Patiënten/ cliënten uit dezelfde groep Patiënten/ cliënten die in conflict lagen met de overledene Patiënten/ cliënten die het wisten of zagen aankomen Patiënten/ cliënten die zelf kampen met psychische problemen, zelfmoordgedachten, ooit poging • Patiënten/ cliënten die zelf ooit iemand verloren hebben door zelfdoding • Patiënten/ cliënten die een grote gedrags/emotionele verandering laten zien
• Wat doet men naar deze “risicopersonen”? • Extra alert zijn voor signalen de komende maanden! (luik 1!!) • Afspraken binnen de organisatie over hoe omgaan met signalen van andere patiënten/ cliënten • Duidelijkheid over hulpverlening, afficheren, kaartjes
5