ANLEITUNG FÜR KINDERPULLOVER aus Bingo, Größe 80/86, 92/98 und 104/110
2
2. DEZEMBER Modell aus Filati Infanti Ausgabe 7
PULLI Größe 80/86, 92/98 und 104/110 Die Angaben für Größe 92/98 und 104/110 stehen in Klammern. Steht nur eine Angabe, so gilt diese für alle Größen. Material: Lana Grossa Qualität „Bingo“, 100 % Schurwolle, Lauflänge 80 m/50 g; 300 (300/350) g Eisblau (Fb 146); Stricknadeln Nr. 4,5. Bündchen- und Rippenmuster: 2Mr
Glatt re: Hinr re, Rückr li. Zopfmuster 1 und 2: Lt. Diagramm 1 und 2 str. Es sind nur Hinr gezeichnet. In den Rückr M str., wie sie erscheinen. Für die kleinste Größe nur die mittl. 10 M str. Die 1. – 8. R stets wdh. Rautenmuster: Lt. Diagramm 3 str. Es sind Hin- und Rückr gezeichnet. Die M sind gezeichnet wie sie gestrickt werden. Die 1. – 10. R stets wdh. Maschenprobe: 30 M und 25 R = 15 x 10 cm (Rautenmuster mit Nadeln Nr. 4,5); 10 (12/12) M und 25 R = 4 (5/5) x 10 cm (Zopfmuster 1 und 2 mit Nadeln Nr. 4,5); 52 (56/60) M = 26 (28/30) cm (in der M-Einteilung von Vorder- und Rückenteil mit Nadeln Nr. 4,5); 20 M und 25 R = 10 x 10 cm (Rippenmuster mit Nadeln Nr. 4,5, leicht gedehnt). Rückenteil: 54 (58/62) M mit Nadeln Nr. 4,5 anschlagen und 3 cm im Bündchenmuster str., dabei in der 1. R = Rückr M wie folgt
einteilen: Randm, * 1 M li, 2 M re, 1 M li ab * stets wdh., Randm. Danach M wie folgt einteilen: Randm, 1 (1/3) M glatt re, 10 (12/12) M Zopfmuster 1, 30 M Rautenmuster, 10 (12/12) M Zopfmuster 2, 1 (1/3) M glatt re, Randm. In 34 (36/38) Gesamthöhe für den Halsausschnitt die mittl. 30 M abk. und die Seiten getrennt beenden. In 35 (37/39) cm Gesamthöhe die restl. 12 (14/16) M abk. Vorderteil: Wie das Rückenteil arb., jedoch für den tieferen Halsausschnitt schon in 20 (21/22) cm Gesamthöhe die mittl. 30 M abk. und die Seiten getrennt beenden. Ärmel: 34 (38/42) M mit Nadeln Nr. 4,5 anschlagen und im Rippenmuster str., dabei in der 1. R = Rückr M wie folgt einteilen: Randm, * 1 M re, 2 M li, 1 M re, ab * stets wdh., Randm. Für die Ärmelschräge in jeder 6. R 7 (9/12) x 1 M und in jeder 4. R 5 (3/0) x 1 M beids. zun. = 58 (62/66) M. Die zugenommen M in das Rippen-
muster einfügen. In 26 (28/30) cm Gesamthöhe alle M abk. 2. Ärmel ebenso arb. Fertigstellung: Teile lt. Schnitt spannen und leicht anfeuchten. Schulternähte schließen. Aus den senkrechten Rändern des vorderen Halsausschnitts und dem rückwärtigen Halsausschnitts 100 (104/108) M mit Nadeln Nr. 4,5 auffassen und in der 1. R = Rückr re str. Dann im Bündchenmuster weiterarb., dabei nach der Randm mit 2 M re, 2 M li beginnen und gegengleich enden. Für den Schalkragen in verkürzten R str., dafür zuerst nur über die ersten 6 M str., dann in jeder 2. R 1 x über 6 M und 4 x über je 5 M mehr arb. = 32 M. Dann M stilllegen. Über die letzten 32 M ebenso arbeiten. Danach über alle M weiterarb. In 14,5 cm seitl. Kragenhöhe M locker abk. Ärmel einsetzen. Seiten- und Ärmelnähte schließen. Die seitl. Kragenränder annähen, dabei überlappt die linke Kragenseite.
Mehr unter www.lanagrossa.de
2. DEZEMBER Modell aus Filati Infanti Ausgabe 7 Diagramm 1
Diagramm 3 7 5 3 1
10
9
8
7
6
Diagramm 2 7 5 3 1
5
4
3
2
1
Rapport = 10 M pg. = 10 s. repeat = 10 sts
Zeichenerklärung:
= 1 M re = 1 M li = 1 M auf 1 Hilfsnadel vor die Arbeit legen, 1 M re, dann die M der Hilfsnadel re = 1 M auf 1 Hilfsnadel hinter die Arbeit legen, 1 M re, dann die M der Hilfsnadel re = 1 M auf 1 Hilfsnadel vor die Arbeit legen, 1 M li, dann die M der Hilfsnadel li = 1 M auf 1 Hilfsnadel hinter die Arbeit legen, 1 M li, dann die M der Hilfsnadel li = 3 M auf 1 Hilfsnadel vor die Arbeit legen, 3 M re, dann die M der Hilfsnadel re = 3 M auf 1 Hilfsnadel hinter die Arbeit legen, 3 M re, dann die M der Hilfsnadel re
13 (14/15)
26(28/30)
14(15/16) 26(28/30)
20(21/22)
3 18(19/20) 14(15/16)
1 14(15/16)
(6,5/7,5) 7,5 5,5
8 6 (9/10)
Mehr unter www.lanagrossa.de
2. DECEMBER Model van Filati Infanti uitgave 7
TRUI maat 80/86, 92/98 en 104/110 De gegevens voor maat 92/98 en 104/110 staan tussen haakjes. Wanneer er maar 1 getal staat aangegeven, geldt dit voor beide maten. Materiaal: 300 (300/350) g „Bingo“ (100% scheerwol, looplengte 80 m/50 g) van Lana Grossa in ijsblauw (kl. 146); breinld. nr. 4,5. Boordjes- en boordpatroon:
afw. 2 s. r., 2 s. av. br. Tricotsteek: heeng. nld. r., terugg. nld. av. br. Kabelpatroon 1 en 2: vlg. diagram 1 en 2 br. Alleen de heeng. nld. zijn getekend. In de terugg. nld. de s. br., zoals ze zich voordoen. Voor de kleinste maat alleen de midd. 10 s. br. De 1e t/m 8e nld. steeds herh. Ruitpatroon: vlg. diagram 3 br. Heeng. en terugg. nld. zijn getekend. De s. zijn getekend zoals ze gebreid worden. De 1e t/m 10e nld. steeds herh. Stekenproef: 30 s. en 25 nld. = 15 x 10 cm (ruitpatroon met nld. nr. 4,5); 10 (12/12) s. en 25 nld. = 4 (5/5)x 10 cm (kabelpatroon 1 en 2 met nld. nr. 4,5); 52 (56/60) s. = 26 (28/30) cm (in de stekenindeling van vooren rugpand met nld. nr. 4,5); 20 s. en 25 nld. = 10 x 10 cm (boordpatroon met nld. nr. 4,5, enigszins gerekt gemeten). Rugpand: 54 (58/62) s. met
nld. nr. 4,5 opz. en 3 cm in boordjespatroon br., daarbij in de 1e nld. = terugg. nld. de s. als volgt indelen: kant-s., * 1 s. av., 2 s. r., 1 s. av., vanaf * steeds herh., kant-s. Daarna de s. als volgt indelen: kant-s., 1 (1/3) s. tr., 10 (12/12) s. kabelpatroon 1, 30 s. ruitpatroon, 10 (12/12) s. kabelpatroon 2, 1 (1/3) s. tr., kant-s. Bij een totale hoogte van 34 (36/38) cm voor de hals de midd. 30 s. afk. en beide helften afzonderlijk afmaken. Bij een totale hoogte van 35 (37/39) cm de overige 12 (14/16) s. afk. Voorpand: als het rugpand br., echter voor de diepere hals reeds bij een totale hoogte van 20 (21/22) cm de midd. 30 s. afk. en beide helften afzonderlijk beëindigen. Mouwen: 34 (38/42) s. met nld. nr. 4,5 opz. en in boordpatroon br., daarbij in de 1e nld. = terugg. nld. de s. als volgt indelen: kants., * 1 s. r., 2 s. av., 1 s. r., vanaf
* steeds herh., kant-s. Voor de schuine mouw in elke 6e nld. 7 (9/12) x 1 s. en in elke 4e nld. 5 (3/0)x 1 s. aan weersz. meerd. = 58 (62/66) s. De gemeerderde s. in het boordpatroon invoegen. Bij een totale hoogte van 26 (28/30) cm alle s. afk. 2e mouw op dezelfde manier br. Afwerken: delen vlg. de maten in de patroondelen spannen en bevochtigen. Schoudernaden dichtnaaien. Uit de verticale randen van de voorste hals en de achterste hals 100 (104/108) s. met nld. nr. 4,5 opnemen en in de 1e nld. = terugg. nld. r. br. Dan in boordjespatroon verder br., daarbij na de kant-s. met 2 s. r., 2 s. av. beginnen en in spiegelbeeld beëindigen. Voor de sjaalkraag in verkorte nld. br., hiertoe eerst alleen met de eerste 6 s. br., dan in elke 2e nld. 1x met 6 s. en 4x met telk. 5 s. meer br. = 32 s. Dan de s. stilleggen. Met de laatste 32 s. op
Meer onder www.lanagrossa.com
2. DECEMBER Model van Filati Infanti uitgave 7 dezelfde manier te werk gaan. Daarna met alle s. verder br. Bij een kraaghoogte van 14,5 cm aan de zijkant de s. losjes afk. Mouwen inzetten. Zij- en mouwnaden dichtnaaien. De zijkanten van de kraag aannaaien, daarbij ligt de linker-kraaghelft over de rechterkraaghelft.
Diagram 3
Diagram 1 7 5 3 1
Diagram 2
10
9
8
7
6
5
4
7 5 3 1
3
2
1
Rapport = 10 M pg. = 10 s. repeat = 10 sts Tekenverklaring:
= 1 s. r. = 1 s. av. = 1 s. op een hulpnld. voor het werk leggen, 1 s. r., dan de s. van de hulpnld. r. br. = 1 s. op een hulpnld. achter het werk leggen, 1 s. r., dan de s. van de hulpnld. r. br. = 1 s. op een hulpnld. voor het werk leggen, 1 s. av., dan de s. van de hulpnld. av. br. = 1 s. op een hulpnld. achter het werk leggen, 1 s. av., dan de s. van de hulpnld. av. br. = 3 s. op een hulpnld. voor het werk leggen, 3 s. r., dan de s. van de hulpnld. r. br. = 3 s. op een hulpnld. achter het werk leggen, 3 s. r., dan de s. van de hulpnld. r. br.
13 (14/15)
26(28/30)
14(15/16) 26(28/30)
20(21/22)
3 18(19/20) 14(15/16)
1 14(15/16)
(6,5/7,5) 7,5 5,5
8 6 (9/10)
Meer onder www.lanagrossa.com