Bloedglucosemeter Gebruikshandleiding
Bloedglucosecontrolesysteem voor zelftesten
Productlijst
mg/dL
1
Voorzichtig: Volg deze instructies zorgvuldig op: • Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u de FINETOUCH Bloedglucosemeter gaat gebruiken, en voer de metingen uit volgens de instructies van uw arts. • Bespreek alle vragen met uw arts, alvorens u de eerste meting uitvoert. • Er is ook een korte gebruiksaanwijzing meegeleverd in een handig formaat om mee te nemen. • Als u twijfelt aan de meetresultaten, raadpleeg dan zeker uw arts. • Laat u begeleiden door uw arts bij de behandeling van uw diabetes. Verander – behalve in samenspraak met uw arts – niets aan de dosering en toedieningsfrequentie van uw tabletten en/of uw insuline; en laat dat ook niet door iemand anders doen, behalve als dat een bevoegd arts is. • Lees, voordat u gaat testen, aandachtig de instructies van de andere medische hulpmiddelen die nodig zijn om de test uit te voeren. • Bij vermoeden van hypoglykemie dient bloed te worden afgenomen uit een vinger of oorlel. De resultaten van bloedglucosetests van bloed dat uit de arm is afgenomen, kunnen afwijken van de resultaten van tests met bloed dat uit de vingertip of de oorlel is afgenomen.
3
Kort overzicht Bevestig de Test TIP Test TIP
Meter
Lancet
Prikinstrument
Prik
Breng bloed aan
Piep
Meter Meetresultaat
Nadat er bloed op de Test TIP is aangebracht, reageert de glucose in het bloed met het reagens in de Test TIP, en verandert het reagenskussentje van kleur. De Meter meet de kleurconcentratie en geeft het bloedglucosegehalte op het scherm weer.
4
10
in seconden
Inhoud
Pagina
Vóór gebruik .............................................................................................................................................. 6 Het FINETOUCH Bloedglucosecontrolesysteem gebruiken Problemen oplossen
...........
13
..................................................................................................................
32
(Lees dit deel wanneer u een foutmelding krijgt of wanneer de meting niet zoals gewoonlijk kan worden uitgevoerd.)
De Meter onderhouden Extra functies
..............................................................................................................
44
. .......................................................................................................................................
46
Maatregelen (veiligheid / gebruik / bewaren) Afval en recyclage van meter en batterijen
...............................................
57
..................................................
62
Meterspecificaties ..........................................................................................................................63 Productlijst ...............................................................................................................................................64 Garantie-informatie
.....................................................................................................................
67
5
Vóór gebruik
Vóór gebruik Diabetes mellitus is een aandoening waarbij het glucosegehalte in het bloed te hoog is. Als diabetes mellitus niet wordt behandeld, ontstaan er stoornissen van de lever, de nieren, de ogen en het zenuwstelsel. Er zijn tegenwoordig vele manieren om diabetes mellitus te behandelen. Uw arts kan een aangepaste behandeling voor u opstellen. Het is van essentieel belang dat een diabetespatiënt zelf zijn of haar bloedglucosegehalte meet en de arts van veranderingen hierin op de hoogte houdt. Dat is de beste weg naar een efficiënte behandeling. Nadat er bloed op de FINETOUCH Test TIP is aangebracht, reageert de glucose in het bloed met het reagens (het glucose-oxidase enzym) in de Test TIP, en verandert het reagenskussentje van kleur. De kleurintensiteit is evenredig met de hoeveelheid glucose in het bloed. De FINETOUCH Meter meet de kleurconcentratie en geeft het bloedglucosegehalte op het scherm weer. De testresultaten tonen de “plasma” bloedglucoseconcentratie volgens de aanbevelingen van de “Internationale Federatie voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (IFCC)” 1). Dit maakt het gemakke lijker voor u en uw diabeteszorgteam om de resultaten van uw meter met de laboratoriumtesten te vergelijken. Als u reeds een ander type meter gebruikt – een die volbloedresultaten geeft – zal u misschien merken dat uw testresultaten met de FINETOUCH Bloedglucosemeter ongeveer 11% hoger liggen. 1) Clin Chem Lab Med 2006; 44 (12): 1486-1490 Belangrijk! Er zijn twee verschillende eenheden waarmee het bloedglucosegehalte kan worden aangeduid (mg/dL en mmol/L). Controleer zorgvuldig of de Meter ingesteld is op mg/dL. Anders kunnen de meetresultaten verkeerd worden geïnterpreteerd. Neem onmiddellijk contact op met Terumo indien uw Meter de verkeerde eenheid toont.
6
Voorzichtig: • Via contact met bloed kunnen infectieziekten zich verspreiden. Zorg ervoor dat andere mensen niet in contact komen met bloed of met bloed bevuilde materialen, zoals tissues en andere gebruikte voorwerpen.
Vóór gebruik
Volg de instructies op: dan gebruikt u de Meter op een veilige en correcte wijze
• Houd FINETOUCH producten altijd buiten het bereik van kinderen. Het risico bestaat dat kinderen per ongeluk lancetten, batterijen, Bloedglucose Test TIPs, Bloedglucose Test TIP-houders, enz. inslikken. Als dit gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts. • Gebruikte lancetten niet opnieuw gebruiken. Anders kan er bloedvergiftiging ontstaan. • Gooi de gebruikte Test TIP en het gebruikte lancet weg in overeen stemming met de instructies van uw arts of met de lokaal geldende regels voor het wegwerpen van besmette materialen.
7
FINETOUCH Bloedglucosecontrolesysteem Vóór gebruik
Opbouw en inhoud
• Meter
• Prikinstrument
Metertip ” AAN/UIT-toets “ Beeldscherm GEHEUGEN-toets “
Draaiknop ”
Beschermkap
Instelhendel TIJD INSTELLEN” toets “
Uitwerpknop
Drukknop
Achterkant Batterijvak
• Lithiumbatterij (CR2032, 2 stuks)
8
Interface
• Test TIP
• Draagtasje
• Lancet
• Handleiding • Meter-controle TIP
Let op: gebruik de FINETOUCH Test TIP met BLAUWE beschermfolie. Controleer of de inhoud van de set compleet is. Als er iets ontbreekt, neem dan contact op met Terumo (de contactinformatie staat achter in de handleiding). Niet gebruiken als er iets beschadigd is.
1
Plaats de batterijen
Schuif het dekseltje open door op te drukken. • • • •
2
Plaats de 2 batterijen met de naar boven.
Sluit het batterijvak
Vóór gebruik
Batterijen plaatsen of vervangen
Blijf drukken op toets. de Schuif het dekseltje langs de groefjes dicht.
Een nieuwe batterij gaat zo’n 1000 metingen of ongeveer een jaar mee. De lithiumbatterijen (DL of CR2032) zijn te verkrijgen bij een plaatselijke winkel of elektrozaak. Het is aanbevolen steeds reservebatterijen in huis te hebben. Gooi de batterijen weg in overeenstemming met de lokaal geldende regels.
9
Vóór gebruik
Datum en tijd instellen Stel na het plaatsen van de batterijen de datum en de tijd in.
1
Druk op de “
”-toets.
Piep
Er verschijnt 1 seconde lang een aanwijzing (zie hierboven) op het scherm.
10
De datum en de tijd knipperen.
Druk op de “
”-toets.
Hier drukken “ ”. De laatste 2 cijfers van het jaar knipperen.
3
Stel het jaar in.
Verlaag het cijfer met de “ ”-toets.
Vóór gebruik
2
Verhoog het cijfer met de “ ”-toets.
(bijv. het jaar 2010)
Bij aanschaf van de Meter wordt ‘10’ (2010) weergegeven.
Houd de “ ”- of de “ ”-toets ingedrukt als u het cijfer sneller wilt veranderen.
11
Vóór gebruik
4
Druk na het instellen van het jaar nogmaals op de “ ”-toets.
Hier drukken “ ”.
De jaaraanduiding knippert niet meer; de maandaanduiding begint te knipperen.
12
5
Herhaal de stappen 3 en 4 om de datum en de tijd volledig in te stellen.
Wanneer u na het instellen van de minuten op de “ ”-toets drukt, klinkt er een pieptoon. De tijdsinstellingen worden bewaard en de jaaraanduiding verdwijnt van het scherm.
t Vergeet niet de minuten in te stellen. t Als de datum en de tijd niet zijn ingesteld, worden alle meetresultaten met ‘01 – 01 12:00’ als meettijdstip opgeslagen.
Het FINETOUCH Bloedglucosecontrolesysteem gebruiken De bloedglucosemeting wordt in 5 stappen uitgevoerd. Stap
1
Voorbereiding ........................................ p.14
Stap
2
De Test TIP bevestigen ......................... p.16
Stap
3
Bloed prikken .......................................... p.20
Stap
4
Meten ................................................................ p.26
Stap
5
Opruimen ..................................................... p.29 13
Gebruik
Stap
Stap 1
1
1
Voorbereiding
Leg alle benodigde materialen klaar. FINETOUCH Bloedglucosemeter
FINETOUCH Prikinstrument
Voorbereiding
Tissue, alcoholdoekje
FINETOUCH Test TIP
14
FINETOUCH Lancet
Diabetes-dagboek
Gebruik
Was uw handen en droog ze goed af.
Voorbereiding
Handen goed afdrogen om nauwkeurige meet resultaten te bekomen.
TIP Stap 1
2
• Was uw handen met warm water. Dit stimuleert de bloedstroom naar de vingertip, wat het afnemen van bloed vergemakkelijkt. • Een andere mogelijkheid is de prikplaats te desinfecteren met een alcoholdoekje en de prikplaats daarna goed te laten drogen.
15
Gebruik Stap
Stap 2 De Test TIP bevestigen
16
1
2
De Meter en de Test TIP gebruiken
De Test TIP bevestigen
Verwijder de beschermkap.
2
Druk op de “
”-toets. Piep
Na de pieptoon zijn de actuele tijd en datum te zien. Als u iets anders op het scherm ziet, raadpleeg dan pag. 37 – 41.
Schuif de uitwerpknop naar voren. Verwijder de beschermkap van de Meter.
t Als Se data de tijd eden oradatum vengono als ‘01 visualizzate – 01 12:00’ come zijn weergegeven, “01 – 01 12:00” moet è necessario de tijd opnieuw impostare worden ingesteld. data ed Ga ora.terug Vedere naar pagina pag. 10. 10.
Gebruik
Beschermfolie
t Gebruik de Test TIP meteen nadat de beschermfolie verwijderd is. Als de Test TIP aan de lucht wordt blootgesteld, kan de Test TIP vocht uit de lucht opnemen. Dit kan het meetresultaat beïnvloeden. t Let erop dat u de FINETOUCH Test TIP met BLAUWE beschermfolie gebruikt.
Stap 2
Verwijder de beschermfolie van de Test TIP.
De Test TIP bevestigen
3
17
Gebruik
Stap 2 De Test TIP bevestigen
18
4
Bevestig de TIP-houder stevig op de metertip.
Test TIP-houder
Test TIP op metertip plaatsen.
t Plaats de Test TIP recht op de metertip. t Duw de Test TIP aan tot u een klik voelt. Als u de Test TIP niet stevig en correct aanbrengt, geeft de meter een foutmelding. t Raak tijdens deze procedure de uitwerpknop niet aan.
De blauwe TIP zit nu op de Meter.
Het scherm geeft nu ” aan. “ Piep Piep
Na twee piepjes verschijnt “
Gooi de TIP-houder nog niet weg. De houder is later nog handig voor het verwijderen van de gebruikte Test TIP.
Gebruik
6
Stap 2
Verwijder de TIP-houder recht van de Test TIP.
”.
t Druk op de “ ”-toets als de Meter uitstaat. t Als u iets anders op het scherm ziet, raadpleeg dan pag. 37 – 41. t Als de tijd en de datum knipperen, ga dan terug naar pag. 10 om de tijd in te stellen.
De Test TIP bevestigen
5
Voorzichtig Houd TIP-houders buiten het bereik van kinderen. Kinderen kunnen de TIP-houder of het vochtabsorberend kussentje in de TIP-houder inslikken!
19
Gebruik Stap
Stap 3
1
Het FINETOUCH Prikinstrument en het FINETOUCH Lancet gebruiken
3
Bloed prikken
Stel de draaiknop in op de gewenste prikdiepte.
Bloed prikken
Diepte streepje
Draaiknop
Aanduiding van de prikdiepte
Prikdiepteindicator
Zorg ervoor dat de prikdiepteindicator naar een dieptestreepje op de draaiknop wijst.
Ondiep
Diep 1
Zachte of dunne huid
2
3
Normale huid
4 Harde of dikke huid
Begin met de ondiepe prik om uit te vinden wat voor u een geschikte prikdiepte is. • Hoe groter het getal bij het dieptestreepje, des te dieper de prik. • Zorg ervoor dat de prikdiepte-indicator exact naar een dieptestreepje op de draaiknop wijst.
20
Gebruik Druk niet op de knop.
Verwijder het lancetdopje met een draaiende en trekkende beweging van het lancet.
Laat het lancetdopje (oranje) zitten.
Steek het lancet in het prikinstrument tot u een duidelijke klik hoort.
Lancetdopje (oranje)
Stap 3
Steek het lancet in het FINETOUCH Prikinstrument.
Bloed prikken
2
t Gebruik uitsluitend FINETOUCH lancetten. Raadpleeg pag. 23 als u de drukknop per ongeluk indrukt.
21
Gebruik
3
Kies de prikplaats.
Stap 3
TIP
Bloed prikken
t Prik elke keer in een andere vinger en op een andere plaats. Als u elke keer op dezelfde plaats prikt, kan de huid er hard worden en kan er eelt ontstaan. Prikplaats
22
t Prik aan de zijkant van de vingertip.
… kunt u uw vinger niet aanprikken. Het lancet moet opnieuw geladen worden.
Klik Opnieuw laden: laat het
lancet zitten en trek aan de instelhendel tot u een ‘klik’ hoort.
Masseer uw vinger vanaf de basis naar de vingertip toe, wat het afnemen van een bloedstaal vergemakkelijkt.
Gebruik
When the de push button is per accidentally Wanneer drukknop ongelukpressed wordt …. ingedrukt …
Stap 3
Masseer uw vinger.
Bloed prikken
4
Voorzichtig Eens het lancet uit het FINETOUCH Prikinstrument verwijderd is, kan het niet opnieuw gebruikt worden. Als u het lancet er opnieuw insteekt, komt de naald uit het lancet zonder dat u een ‘klik’ hoort, en kunt u een prikletsel oplopen.
23
Gebruik
5
Plaats het lancet zachtjes tegen de huid en druk op de drukknop.
Stap 3
Bloed prikken
Plaats het lancet zachtjes tegen uw vinger en druk op de drukknop.
Wanneer u op de drukknop drukt, prikt het lancet in uw vinger. (U kunt een lichte pijnsensatie voelen.)
24
Haal het lancet na de prik van de prikplaats.
Gebruik
Knijp voorzichtig rond de prikplaats om een druppel bloed te verkrijgen.
2,5 mm
(Grootte van de bloeddruppel) De aanbevolen diameter van de bloeddruppel is ongeveer 2,5 mm.
Stap 3
TIP
Bloed prikken
6
t Voorkom dat het bloed druppelt door de prikplaats naar boven gericht te houden. t Het bloed gaat stollen zodra het aan lucht wordt blootgesteld. Begin daarom onmiddellijk na de prik met de meting.
25
Gebruik
Stap
Stap 4
1
4
Meten
Controleer of er “ ” op het scherm staat.
2
Breng de Test TIP voorzichtig in contact met de bloeddruppel.
Meten
Bloed
Druk de Test TIP niet tegen de huid.
Als het scherm leeg is, druk dan op de “ ”-toets en wacht tot er “ ” op het scherm verschijnt.
26
Breng de Test TIP niet van opzij of onder een neerwaartse hoek in contact met het bloed. Anders is het moeilijk om bloed op te zuigen.
Gebruik Piep Aftellen
Breng de punt van de Test TIP in contact met de bloeddruppel en wacht tot u de pieptoon hoort. Trek de Test TIP na de piep onmiddellijk weg. Als de Test TIP tegen de huid wordt gedrukt, zuigt de TIP mogelijk geen bloed op.
Stap 4
Het scherm laat zien hoeveel seconden er nog resteren voordat de meting klaar is.
Meten
3
Leg de Meter rustig neer en wacht op het resultaat. Desinfecteer de prikplaats (van de vinger) met een alcoholdoekje. t Raak de Test TIP niet aan tijdens het meten. t Stelp zonodig het bloeden met bijvoorbeeld een steriele pleister.
27
Gebruik
4
Na de pieptoon wordt het meetresultaat op het scherm getoond.
Noteer de meetresultaten in uw diabetes-dagboek.
Stap 4
Piep
Meten
De meting is klaar.
Er worden 500 meetresultaten automatisch opgeslagen. Op pag. 42 leest u hoe u de bewaarde meetresultaten kunt opvragen. Als er iets anders dan het meetresultaat op het scherm staat, raadpleeg dan pag. 37 – 41.
28
5
Voorzichtig Uw arts stelt samen met u een individuele streefwaarde vast. De streefwaarde is het bloedglucosegehalte dat met de behandeling moet worden bereikt. Als u twijfelt aan de meetresultaten, raadpleeg dan zeker uw arts. Verander niets aan de dosering of toedieningsfrequentie van uw medicatie zonder uw arts te raadplegen.
Gebruik
Opruimen
Breng de TIP-houder aan over de Test TIP.
2
Schuif de uitwerpknop naar voren om de Test TIP te verwijderen. Uitwerp-pen
Stap 5
1
5
Opruimen
Stap
Houd de TIP-houder ontspannen vast. (Oefen geen te grote druk uit op de metertip.) t Controleer of de Test TIP door de TIP-houder is bedekt voordat u de Test TIP uitwerpt. Doet u dat niet dan kan er bij het uitwerpen van de Test TIP bloed spatten.
Schuiven Uitwerp-pennen drukken de gebruikte Test TIP van de Meter in de TIP-houder.
29
Gebruik
3
Schakel de Meter uit.
4
Plaats de beschermkap op de Meter.
Stap 5
Opruimen
Beschermkap Druk de “ ”-toets langer dan 1 seconde in.
Als het scherm leeg is, hoeft u dit niet te doen. Als u 2 minuten lang geen toetsen indrukt, laat de Meter een paar piepjes horen en schakelt zich dan automatisch uit.
30
Voorzichtig Als de beschermkap niet wordt gebruikt, kan er vuil in de Meter komen met als gevolg mogelijk foute meetresultaten.
Gebruik
Voorzichtig
Weggooien
Gebruik een gebruikt lancet niet opnieuw. Als een lancet nogmaals wordt gebruikt, kan dat een infectie veroorzaken. Laat het lancet niet op het FINETOUCH Prikinstrument zitten. Gebeurt dat wel dan kan de prikdiepte niet correct worden ingesteld. Gooi gebruikte lancetten en besmette materialen onmiddellijk na gebruik weg in daarvoor bestemde containers. Op die manier worden prikletsel en besmetting van anderen voorkomen. De naald kan voor het wegwerpen uit de punt van de lancethouder komen als er grote kracht op het lancet wordt uitgeoefend.
Gooi de Test TIP en het lancet na eenmalig gebruik weg in een daarvoor bestemde container volgens de instructies van uw arts.
Stap 5
Trek het gebruikte lancet recht uit het FINETOUCH Prikinstrument.
Opruimen
5
Voorzichtig Om infecties te voorkomen mag u gebruikte Test TIPs en lancetten niet bij het gewone huisvuil gooien.
31
Problemen oplossen ... Hoe gaat u om met onverwachte aanwijzingen op het scherm en hoe roept u meetresultaten op die in de Meter zijn opgeslagen. Waarom verschilt mijn bloedglucosegehalte op de Meter van mijn bloedglucosegehalte in het ziekenhuis? ............................ p.33 Kan het bloedglucosegehalte verschillen door de manier waarop het gemeten is? .................................................. p.34 Waarom blijft “ ” (onveranderd) op het scherm staan ook al is er bloed op de Test TIP aangebracht? .................................. p.36 Foutmeldingen op het scherm ............................................................................ p.37 Bewaarde meetresultaten oproepen . ........................................................... p.42
32
Waarom verschilt mijn bloedglucosegehalte op de Meter van mijn bloedglucosegehalte in het ziekenhuis? Het bloedglucosegehalte wisselt voort durend en is bovendien afhankelijk van de prikplaats waar het bloed afgenomen is.
Ziekenhuis
Thuis
Verschillende meettijdstippen Ook als u nog maar net weer thuis bent uit het ziekenhuis kan het bloedglucose gehalte dat u thuis meet al verschillen van dat in het ziekenhuis. Dat komt doordat het lichaam glucose verbruikt als het in beweging is. De glucose wordt na iedere maaltijd weer aangevuld in het bloed.
Verschillende prikplaatsen
Problemen oplossen
V A
Het bloed wordt vanuit het hart via slagaderen naar de haarvaten gevoerd. Nadat er voedingsstoffen, waaronder glucose, aan de lichaamsweefsels zijn afgestaan, stroomt het bloed via de aderen weer terug naar het hart. Het bloed in de haarvaten bevat dus meer glucose dan de aderen. In het ziekenhuis wordt bloed uit een ader van de arm gebruikt, terwijl voor de meting met de FINETOUCH Bloedglucosemeter bloed uit de haarvaten in de vingertip wordt genomen. Daarom verschilt het meetresultaat in het ziekenhuis van het meetresultaat thuis.
33
Problemen oplossen
V A
Kan het bloedglucosegehalte verschillen door de manier waarop het gemeten is? Ja, dat kan. In de volgende gevallen kan het meetresultaat verstoord zijn en moet de test worden overgedaan. U hebt de Test TIP tijdens het opzuigen van het bloed te vroeg of te laat weggehaald Wanneer u de Test TIP van de bloeddruppel weghaalt terwijl er bloed wordt opgezogen en voordat de pieptoon klinkt, kan de meting verstoord zijn. Wanneer u de Test TIP lange tijd na de pieptoon in contact met het bloed hebt gehouden, kan de meting verstoord zijn.
Er is enige tijd verstreken na het bloed prikken Wanneer bloed met lucht in aanraking komt, begint het onmiddellijk te stollen. Er is kans op een onjuist meetresultaat wanneer het bloed al in ruime mate gestold is. Breng de Test TIP onmiddellijk met het bloed in contact zodra er voldoende bloed is (zie pag. 25 voor de aanbevolen grootte van de bloeddruppel). Wanneer u nogmaals meet, veeg het bloed dan van de prikplaats en begin helemaal opnieuw.
34
Als u de Test TIP tijdens het opzuigen van bloed weghaalt en daarna de Test TIP opnieuw in contact met het bloed brengt, kan er lucht in de Test TIP komen waardoor een foutief meetresultaat wordt verkregen. Vervang de Test TIP door een nieuwe, zorg voor genoeg bloed en voer de meting opnieuw uit (haal de Test TIP tijdens het opzuigen van bloed niet weg voordat u een pieptoon hoort).
U hebt te hard rond de prikplaats geknepen De doorzichtige vloeistof tussen de cellen in het onderhuidse weefsel wordt ook naar buiten geknepen en wordt met het bloed vermengd. Dit kan tot onjuiste meetresultaten leiden. Als dit het geval is, moet u de prikdiepte-indicator op een grotere prikdiepte instellen (zie pag. 20).
Problemen oplossen
Omdat de meting niet begonnen is ondanks het feit dat er bloed is opgezogen, is de Test TIP opnieuw met het bloed in contact gebracht
U hebt te lang gewacht met meten nadat u de beschermfolie van de Test TIP gehaald hebt Het membraan in de Test TIP heeft vocht uit de lucht opgenomen, waardoor het meetresultaat beïnvloed kan zijn. Gebruik de Test TIP onmiddellijk nadat de beschermfolie verwijderd is.
35
V
Waarom blijft “ ” (onveranderd) op het scherm staan ook al is er bloed op de Test TIP aangebracht?
Problemen oplossen
A
Het bloedstaal was te klein. Veeg het bloed van de prikplaats, bevestig een nieuwe Test TIP en voer een nieuwe meting uit. Nadat de prikplaats aangeprikt is, moet u de Test TIP meteen voldoende bloed laten opzuigen.
TIP
Het volume van het bloedstaal is onvoldoende.
Het bloed bereikt het reagenskussentje (het witte gedeelte) van de Test TIP niet.
36
Het volume van het bloedstaal is voldoende.
Het bloed verspreidt zich over het reagenskussentje (het witte gedeelte) van de Test TIP.
Foutmeldingen op het scherm
Wanneer u één van de volgende foutmeldingen op het scherm ziet, los het probleem dan op de aangegeven wijze op en voer een nieuwe meting uit. Neem nooit een besluit over uw behandeling op basis van een foutmelding.
Oorzaak De Test TIP is onder een hoek (niet loodrecht) of niet helemaal aangebracht.
Raadpleeg ook pag. 50 – 53 ‘Controle van de werking van de Meter’.
Raadpleeg ook pag. 50 – 53 ‘Controle van de werking van de Meter’.
Oplossing
Zie pag.
Plaats de Test TIP stevig en op correcte wijze op de Meter voordat bloed wordt opgezogen.
18,19
Als er bloed opgezogen is, vervang de Test TIP dan door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
16,17
Er zit een gebruikte Test TIP op de Meter.
Vervang de Test TIP door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
16,17
Het meetvenster is vuil of stoffig.
Maak het meetvenster schoon met een wattenstaafje. Vervang de Test TIP door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
44
Het meetvenster is mogelijk vuil of stoffig.
Verwijder de Test TIP en controleer het meetvenster.
52
Als het meetvenster schoon is, verdwijnt de foutmelding. Breng vervolgens de Test TIP aan en voer de meting uit. Als het meetvenster vuil is, verdwijnt de foutmelding niet. Maak het meetvenster schoon met een wattenstaafje. Voer vervolgens de ‘Controle van de werking van de Meter’ uit.
Problemen oplossen
Foutmelding
16,17 44 52,53
37
Foutmelding
Oplossing
Zie pag.
De omgevingstemperatuur is te hoog of te laag (ligt niet tussen 10 en 35 °C).
Verplaats het testmateriaal naar een plek waar de temperatuur tussen 10 en 35 °C ligt en wacht ongeveer 20 minuten met meten tot de foutmelding verdwenen is.
-
De meting is uitgevoerd bij een te hoge of te lage temperatuur (ligt niet tussen 10 en 35 °C).
Verplaats het testmateriaal naar een plek waar de temperatuur tussen 10 en 35 °C ligt, wacht ongeveer 20 minuten tot de foutmelding verdwenen is en voer dan een nieuwe meting uit.
-
De meetomgeving is te licht. Meting kan niet uitgevoerd worden.
Richt de Meter naar een donkerder plek of ga naar een plaats zonder direct zonlicht. De “ ” verdwijnt.
-
Als er nog geen bloed opgezogen is, wacht dan tot de “ ” verdwenen is en ga dan verder met meten.
-
Als er bloed opgezogen is, vervang de Test TIP dan door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
16
Problem Solving…
Problemen oplossen
38
Oorzaak
Oorzaak
Oplossing
Zie pag.
De bloedglucosewaarde is hoger dan 600 mg/dL.
Herhaal de meting. Als de tweede meting hetzelfde resultaat oplevert, neem dan contact op met uw arts.
-
De bloedglucosewaarde is lager dan 20 mg/dL.
Herhaal de meting. Als de tweede meting hetzelfde resultaat oplevert, neem dan contact op met uw arts.
-
De Test TIP raakte los tijdens het meten.
Vervang de Test TIP door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
16
De meetomgeving is te licht.
Vervang de Test TIP door een nieuwe en richt de Meter naar een donkerder plek of ga naar een plaats zonder direct zonlicht.
-
De Test TIP raakte los tijdens het meten.
Vervang de Test TIP door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
16
Problemen oplossen
Foutmelding
39
Foutmelding
Oplossing
Zie pag.
Problemen oplossen
De Meter is defect.
Neem contact op met TERUMO.
-
De batterijen zijn bijna leeg.
Vervang beide batterijen zo snel mogelijk door nieuwe.
9
De batterijen zijn leeg. De meting kan niet worden uitgevoerd.
Vervang beide batterijen onmiddellijk door nieuwe.
9
Het batterijsymbool knippert.
Het batterij-symbool blijft op het scherm.
40
Oorzaak
Oorzaak
Oplossing
Zie pag. -
Er zijn 2 minuten zonder activiteit verstreken (als de Test TIP niet op de Meter zit).
De Meter is niet defect. Druk opnieuw op ”-toets. de “
Er zijn 5 minuten zonder activiteit verstreken (als de Test TIP op de Meter zit).
De Meter is niet defect. Vervang de Test TIP door een nieuwe en druk opnieuw op ”-toets. de “
De “ ”-toets is niet ingedrukt.
Druk opnieuw op de “ ”-toets. Als er ook na het indrukken van de ”-toets geen beeld verschijnt, “ moet de Meter worden gereset.
49
De batterij is verkeerd geplaatst.
Plaats de batterijen op de juiste wijze.
9
De batterijen zijn leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
9
Als er nog steeds geen beeld verschijnt, neem dan contact op met TERUMO.
-
Scherm wordt leeg.
Het scherm is leeg.
16
16
Problemen oplossen
Foutmelding
41
Bewaarde meetresultaten oproepen Deze Meter heeft een geheugen waarin 500 meetresultaten met bijbehorende datum en tijd worden opgeslagen. U kunt deze meetresultaten op elk gewenst tijdstip oproepen.
Problemen oplossen
1
Als de Meter uit staat, druk dan op de “ ”-toets.
Druk op de “
”-toets.
De datum en tijd van de laatste meting.
t Als er “ ” op het scherm staat, kunnen er geen resultaten van eerdere metingen worden getoond. De Test TIP moet verwijderd zijn voordat de bewaarde resultaten kunnen worden opgeroepen.
42
2
Aangegeven met
• U kunt bewaarde meetresultaten oproepen door herhaaldelijk op de “ ”-toets te drukken. • Als u het oudste meetresultaat bereikt hebt, hoort u een piep ” en toon, verschijnt er “ keert de Meter terug naar het oorspronkelijke scherm (het scherm dat te zien is als de Meter ingeschakeld wordt). • Wanneer u nogmaals op de “ ”-toets drukt, komt het recentste meetresultaat in beeld. • Als u de “ ”-toets ingedrukt houdt, verschijnen de bewaarde meetresultaten sneller.
Te onthouden!
• Wanneer er meer dan 500 metingen zijn uitgevoerd, wordt het oudste meetresultaat vervangen door het nieuwe meetresultaat. • Als de datum en de tijd niet zijn ingesteld, staat bij alle meetresultaten ‘01 – 01 12:00’ als meettijdstip. • Ook als u de batterijen verwijdert, blijven de bewaarde meetresultaten in de Meter behouden. • De meetresultaten aangegeven met “ ” (hoger dan 600 mg/dL) en “ ” (lager dan 20 mg/dL) worden als dusdanig bewaard (zie pag. 39). • Wanneer de meting uitgevoerd is bij een te hoge of te lage temperatuur (niet tussen 10 en 35 °C) dan wordt het meetresultaat weergegeven met (zie pag. 38).
Problemen oplossen
Bewaarde meetresultaten oproepen:
43
Onderhoud van de Meter ......................... p.44 Extra functies ....................... p.46 Alle meetresultaten wissen ........p.46 Stille modus ................................p.48 De Meter resetten .......................p.49
De Meter onderhouden
44
Meetresultaten downloaden naar een PC .................................p.49
Controle van de werking van de Meter ......................... p.50 Controle van het FINETOUCH Bloedglucosecontrolesysteem .................................... p.54
Onderhoud van de Meter Reinigen van het meetvenster Als het meetvenster vuil of stoffig of “ ” op is, verschijnt Meetvenster het scherm en kan er geen meting worden uitgevoerd. Maak het meetvenster schoon met een wattenstaafje en wat water. Wanneer of “ ” verdwenen is, breng dan een nieuwe Test TIP aan en voer de meting uit. Als de foutmelding niet verdwijnt, ga dan naar pag. 52 en voer de ‘Controle van de werking van de Meter’ uit.
Veiligheidsmaatregelen . ... p.57 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik .......................... p.59 Voorzorgsmaatregelen voor het bewaren ............... p.61
Voorzichtig Gebruik geen alcohol, verfverdunner of benzeen. Gebruik geen harde voorwerpen om het meetvenster mee te reinigen. Als er krassen op het meetvenster komen, kunnen correcte meetresultaten niet worden gegarandeerd.
Wanneer er bloed op de Meter gekomen is, veeg de Meter dan af met een zachte doek of tissue bevochtigd met wat water of ontsmettingsalcohol.
Achtung Voorzichtig Gebruik geen verfverdunner of benzeen. Veeg de Meter voorzichtig af als u ontsmettingsalcohol gebruikt, anders kan de deklaag loslaten.
De Meter onderhouden
Reinigen van de Meter
De Meter zelf is niet waterdicht. Wring de doek of het wattenstaafje uit zodat er zo min mogelijk vocht bij het reinigen wordt gebruikt. De Meter mag niet in vloeistof worden ondergedompeld.
45
Extra functies Alle meetresultaten uit het geheugen van de Meter wissen Extra functies
46
Alle meetresultaten worden gelijk tijdig uit het geheugen van de Meter gewist. Het is niet mogelijk de opgeslagen gegevens één voor één te wissen.
1
Schakel eerst de Meter uit. Druk tegelijk op de “ ”-toets ”-toets. Houd deze en de “ toetsen ingedrukt en schakel de Meter in door op de “ ”toets te drukken.
Houd de “ ”-, “ ”- en “ ”-toetsen één ” op het scherm seconde ingedrukt. Als er “ verschijnt, laat dan de drie toetsen los. “ ” verdwijnt na 2 seconden, wat betekent dat alle meetresultaten gewist zijn.
Hierna staan de datum en de tijd terug ingesteld op 1 januari 2010 12:00. Raadpleeg pag. 10 – 12 om zelf de juiste datum en tijd weer in te stellen. Als u een meting uitvoert zonder dat de datum en de tijd zijn ingesteld, worden alle meetresultaten in het geheugen opgeslagen met tijdstip 12:00 en datum 1 januari 2010.
Extra functies
2
47
Stille modus
1 Extra functies
Schakel eerst de Meter uit. Druk op de “ ”-toets, houd deze ingedrukt en druk op de “ ”-toets.
Als er “ ” op het scherm verschijnt, laat dan de “ ”-toets los.
2
Telkens als op de “ ” en “ wisselen “
”-toets wordt gedrukt, ” elkaar af.
Als u de zoemer uit wilt schakelen, stel dan “ ” in. Als u de zoemer wilt horen, stel dan “
” in. zonder pieptoon
3
Druk op de “
”-toets.
“ ” (zonder pieptoon) of “ ” (met pieptoon) knippert kort en de Meter wordt uitgeschakeld. De gewenste instelling is opgeslagen. met pieptoon
48
De Meter resetten
Reset de Meter in de volgende gevallen: • Als de Meter niet opstart wanneer op de “ ”-toets wordt gedrukt (zelfs wanneer de batterijen niet leeg zijn). • Als de Meter aan staat en het beeld op het scherm niet verandert wanneer er op een toets wordt gedrukt. De meetresultaten in het geheugen worden niet gewist wanneer de Meter wordt gereset. De ingebouwde klok van de Meter stopt wanneer de batterijen verwijderd worden. Datum en tijd moeten opnieuw worden ingesteld (zie pag. 10 – 12).
Extra functies
De Meter wordt gereset wanneer de batterijen minimaal 5 seconden verwijderd zijn uit de meter.
Meetresultaten downloaden naar een PC De Meter is voorzien van een interface-aansluiting. Via deze aansluiting kunnen gegevens naar een computer worden overgedragen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met TERUMO (de contactinformatie staat achter in de handleiding).
49
Controle van de werking van de Meter De werking van de Meter kan op twee verschillende manieren worden gecontroleerd. Eén controle gebeurt automatisch telkens u de Meter inschakelt en de FINETOUCH Test TIP bevestigt (de gebruikelijke meetprocedure). De andere controle gebeurt met behulp van de Meter-controle TIP (zwart).
Controle van de Meter
50
1. Automatische controle van de Meter tijdens de gebruikelijke meetprocedure. Als u een gewone meting gaat uitvoeren, controleert de Meter zichzelf automatisch zodra u de Meter inschakelt. Zet de Meter aan en bevestig de FINETOUCH Test TIP op de Meter. Op het scherm verschijnt ”: de Meter werkt goed. “
Wanneer onderstaande foutmeldingen verschijnen, kan de meting niet op de juiste manier worden uitgevoerd. Voer onderstaande handelingen uit om het probleem op te lossen. Oorzaak
Zie pag. 18,19
Als er bloed opgezogen is, vervang de Test TIP dan door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
16,17
Er zit een gebruikte Test TIP op de Meter.
Vervang de Test TIP door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
16,17
Het meetvenster is vuil of stoffig.
Maak het meetvenster schoon met een wattenstaafje. Vervang de Test TIP door een nieuwe en voer de meting opnieuw uit.
De Test TIP is onder een hoek (niet loodrecht) of niet helemaal aangebracht.
Als er nog steeds “
Oplossing Plaats de Test TIP stevig en op correcte wijze op de Meter voordat bloed wordt opgezogen.
44
” op het scherm staat, neem dan contact op met TERUMO. Het meetvenster is mogelijk vuil of stoffig.
Verwijder de Test TIP en controleer het meetvenster. Als het meetvenster schoon is, verdwijnt de foutmelding. Breng vervolgens de Test TIP aan en voer de meting uit. Als het meetvenster vuil is, verdwijnt de foutmelding niet. Maak het meetvenster schoon met een wattenstaafje. Voer vervolgens de ‘Controle van de werking van de Meter’ uit.
16,17
Controle van de Meter
Foutmelding
44 52, 53
51
2. Controle van de Meter met de Meter-controle TIP. Met deze controle wordt het meetvenster gecontroleerd. laat zien, moet deze controle worden Wanneer het scherm uitgevoerd. Controle van de Meter
52
1
Schakel eerst de Meter uit. ”-toets, houd Druk op de “ deze ingedrukt en druk op de “ ”-toets.
Wanneer de Meter aan is, staat er “ op het scherm.
”
2
Haal de Meter-controle TIP uit het draagtasje en bevestig deze op de Meter.
Meter-controle TIP (zwart)
Druk nogmaals op de “ ”-toets.
” op het
Het meetvenster is schoon. Schakel de Meter uit en berg de Meter-controle TIP weer in het draagtasje op. Voer de meting uit.
t Wanneer er “ scherm staat:
” op het
Het is mogelijk dat het meetvenster vuil is. Maak het meetvenster schoon zoals op pag. 44 is aangegeven en voer de controle van het meetvenster nogmaals uit. Als er nog steeds “ ” op het scherm staat, neem dan contact op met TERUMO.
Controle van de Meter
3
t Wanneer er “ scherm staat:
53
Controle van het FINETOUCH Bloedglucosecontrolesysteem De FINETOUCH Controleoplossing wordt gebruikt om te controleren of de FINETOUCH Bloedglucosemeter en de FINETOUCH Test TIP goed functioneren. Lees behalve deze handleiding ook de gebruiksaanwijzing bij de FINETOUCH Controleoplossing voordat u hiermee metingen uitvoert.
Het Systeem controleren
Voorzichtig De FINETOUCH Controleoplossing is uitsluitend voor gebruik met de FINETOUCH Bloedglucosemeter en de FINETOUCH Bloedglucose Test TIP. Schrijf de openingsdatum op het etiket van het flesje wanneer dit voor het eerst wordt geopend. Controleer vóór gebruik de vervaldatum van de controleoplossing. De vervaldatum van het flesje met controleoplossing is òf de datum JJJJ-MM naast op het etiket van het flesje òf de datum drie maanden na de openingsdatum die op het etiket geschreven is. De eerstkomende datum van deze twee is de vervaldatum. Gebruik geen controleoplossingen waarvan de vervaldatum verstreken is. Bewaar de controleoplossing in het goed gesloten flesje bij kamertemperatuur (1~30 °C). Vries de controleoplossing niet in. Niet inslikken.
54
1
Verwijder de beschermfolie van de TIP-houder en plaats de Test TIP op de bloedglucosemeter. Gooi de beschermfolie niet weg (u hebt deze nog nodig bij het uitvoeren van de controlemeting).
2
Schud het flesje met FINETOUCH Controleoplossing voorzichtig heen en weer. Verwijder de schroefdop en doe één druppel (met een diameter van ten minste 3 mm) controleoplossing op de zilverkleurige kant van de beschermfolie die van de TIP-houder verwijderd is.
3
Zuig onmiddellijk na het aanbrengen van de druppel op de beschermfolie de controleoplossing op met de Test TIP. Wacht op de pieptoon, verwijder dan de Test Tip van de controleoplossing en leg de bloedglucosemeter op een plat oppervlak.
4
Wanneer het meetresultaat wordt weergegeven, kunt u dit vergelijken met het tolerantiebereik op het etiket van het flesje met controleoplossing. Het meetresultaat moet binnen dit tolerantiebereik liggen.
Het Systeem controleren
Een kwaliteitscontrole met FINETOUCH Controleoplossing uitvoeren
55
Voorzichtig Zorg ervoor dat er geen luchtbelletjes met de controleoplossing worden opgezogen. Indien dit toch gebeurt, gebruik dan een nieuwe Test TIP en voer de meting opnieuw uit. Zuig geen controleoplossing met de Test TIP rechtstreeks op uit de druppelaar van het flesje.
Het Systeem controleren
Veeg na elk gebruik de druppelaar van het flesje met een schone tissue af. Doe de schroefdop stevig op het flesje voordat u dit opbergt. Laat het flesje niet zonder dop staan.
De meetresultaten vergelijken met het tolerantiebereik van de controleoplossing Het tolerantiebereik is op het etiket van het flesje met controleoplossing aangegeven. Als het meetresultaat buiten het tolerantiebereik ligt, doe dan een nieuwe druppel op de beschermfolie van een nieuwe Test TIP en voer de meting opnieuw uit met de nieuwe Test TIP. Als het meetresultaat nog steeds buiten het tolerantiebereik ligt, kan dat de volgende oorzaken hebben: De vervaldatum van de controleoplossing is verstreken. Gebruik een nieuw flesje met controleoplossing waarvan de vervaldatum nog niet verstreken is en voer de meting opnieuw uit. De meting is niet bij de juiste temperatuur uitgevoerd. Voer de meting opnieuw uit binnen het temperatuurbereik gespecificeerd in de gebruiksaanwijzing voor FINETOUCH Controleoplossing. De instructies zijn niet goed opgevolgd. Lees de gebruiksaanwijzing nogmaals en volg de instructies nauwlettend op. De bloedglucosemeter werkt niet goed of is beschadigd. Als u de oorzaak van het probleem niet kunt vinden of het probleem niet kunt oplossen, gebruik de meter dan niet en neem contact op met Terumo (de contactinformatie staat achter in de handleiding).
56
Veiligheidsmaatregelen LET OP: lees onderstaande informatie voor het veilig gebruik van de Meter.
Voorzichtig Dit geeft aan dat er een risico is op persoonlijk letsel en/of beschadi ging van eigendommen als de aangegeven voorzorgsmaatregel niet wordt opgevolgd.
Dit symbool geeft aan wat u niet mag doen. Dit symbool geeft aan dat u de genoemde instructie moet opvolgen.
Voorzichtig Zorg ervoor dat andere mensen niet in contact komen met bloed of met bloed bevuilde materialen, zoals tissues en andere gebruikte voorwerpen. Berg deze producten altijd op buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze lancetten, batterijen, Test TIPs of het vochtabsorberend kussentje in de Test TIPhouders per ongeluk inslikken. Als dit toch gebeurt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Veiligheidsmaatregelen
In onderstaand overzicht wordt uitgelegd wat de gevolgen zijn wanneer de Meter fout wordt gebruikt.
Gooi de Test TIP en het lancet na eenmalig gebruik meteen weg volgens de instructies van uw arts of volgens de lokaal geldende regels.
57
Voorzichtig
Veiligheidsmaatregelen
De Meter en het prikinstrument mogen niet gedemonteerd en weer gemonteerd worden, anders kan het product defect raken of kan u een letsel oplopen. Een gebruikt lancet niet opnieuw gebruiken. Dit kan bloedvergiftiging veroorzaken. Gebruik het lancet niet nadat de aangegeven vervaldatum verstreken is. Anders leidt dit tot ongelukken of andere problemen. De vervaldatum ( ) is op de buitenverpakking aangegeven. Gebruik de Meter uitsluitend voor het meten van het bloedglucosegehalte. Anders kan het product defect raken of kan u een letsel oplopen.
58
Nadat het lancet op het FINETOUCH Prikin strument geplaatst is, mag het pas worden verwijderd nadat u het lancet gebruikt heeft. Nadat het lancet verwijderd is, mag het niet op nieuw op het prikinstrument worden aangebracht. U kunt het lancet niet meer gebruiken nadat het van het FINETOUCH Prikinstrument verwijderd is. Anders bestaat het gevaar dat de naald uit de lan cethouder komt zonder dat de ‘klik’ te horen is. Houd de prikplaats schoon. Anders kan er bloedvergiftiging ontstaan.
Bij vermoeden van hypoglykemie dient bloed te worden afgenomen uit een vinger of oorlel. Wanneer u bloed uit een andere prikplaats (onder- of bovenarm) gebruikt, kunt u afwijkende bloedglucosewaarden verkrijgen.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
Gebruik de Meter niet op een plaats waar de Meter wordt blootgesteld aan sterk licht, zoals direct zonlicht. Het meten van het bloedglucosegehalte kan erdoor worden verstoord.
Laat de Meter niet vallen en stel de Meter niet bloot aan schokken. Zorg er ook voor dat de Meter niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen (zoals op het dashboard van een auto).
Gebruik de Meter op minimaal 1 m afstand van apparatuur die elektromagnetische golven voortbrengt (zoals mobiele telefoons). De Meter werkt mogelijk niet goed als hij zich te dicht bij dergelijke apparatuur bevindt.
De batterij Pas op dat de batterijen niet per ongeluk worden ingeslikt. Als dit toch gebeurt, neem dan onmiddellijk contact op met een arts.
Zorg er bij het vervangen van de batterijen voor dat er geen substanties zoals olie of stof in de Meter kunnen komen. Anders kan de Meter defect raken.
Wanneer de batterijen uit de Meter verwijderd zijn, stopt de ingebouwde klok. Nadat de batterijen vervangen zijn, moeten de datum en de tijd opnieuw worden ingesteld (zie pag. 10).
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
De Meter
59
De Test TIP Gebruik geen Test TIP waarvan de houder of de beschermfolie open of beschadigd is, of als een van de onderdelen vuil is.
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik
60
Zorg ervoor dat u uitsluitend de FINETOUCH Bloedglucose Test TIP met blauwe beschermfolie gebruikt. Er mag geen TIP met beschermfolie van een andere kleur worden gebruikt.
Beschermfolie is blauw
Gebruik een Test TIP niet nadat de aangegeven vervaldatum verstreken is. De vervaldatum ( ) staat afgedrukt op iedere doos met vijfentwintig (25) Test TIPs, evenals op de beschermfolie van de TIP-houder.
: jaar maand Bevestig de Test TIP recht op de meter. (Wanneer u de Test TIP met overmatige kracht onder een hoek op de Meter bevestigt, kan de Test TIP stuk gaan.)
Gebruik de Test TIP meteen nadat u de beschermfolie verwijderd hebt. Als de Test TIP aan de lucht wordt blootgesteld, kan de TIP vocht uit de lucht opnemen waardoor het resultaat van de bloedglucosetest onbetrouwbaar wordt.
Gebruik geen Test TIP waarvan het reagenskussentje (het witte gedeelte) bevlekt of bekrast is.
Voorzorgsmaatregelen voor het bewaren Buiten het bereik van kinderen bewaren. Het risico bestaat dat een lancet, batterij, Test TIP of Test TIP-houder per ongeluk wordt ingeslikt. Als dit gebeurt, neem dan onmiddellijk contact op met een arts.
De FINETOUCH Meter bewaren De FINETOUCH Test TIP bewaren
Het FINETOUCH Prikinstrument bewaren
Vermijd direct zonlicht. Niet op een stoffige plaats bewaren.
Houd de metertip en het meetvenster van de Meter altijd schoon. Doe de beschermkap op de Meter als de Meter niet wordt gebruikt. Bewaar bij een temperatuur tussen -10 en 50 °C en een relatieve luchtvochtigheid tussen 30 en 95% (niet condenserend). Bewaar bij kamertemperatuur (tussen 1 en 30 °C). Bewaar het FINETOUCH Prikinstrument niet met aangebracht lancet, anders kan de prikdiepte niet correct worden ingesteld. Wanneer de veer verslapt is, is het niet mogelijk genoeg bloed af te nemen. Vervang in dat geval het FINETOUCH Prikinstrument. Vermijd extreme temperaturen en vochtigheid tijdens het bewaren.
Voorzorgsmaatregelen voor het bewaren
Voorzichtig
61
Afval en Recyclage van Meter en batterijen Afval en Recyclage van Meter en batterijen
62
Batterijen en elektrische/elektronische producten bevatten stoffen die schadelijk kunnen zijn voor het milieu en de gezondheid, als ze niet correct worden verwijderd.
De Meter
De batterij
De Meter kan tijdens gebruik in contact komen met bloed. Gooi de Meter weg in overeenstemming met de lokaal geldende regels. Contacteer uw lokale verdeler of gemeente voor informatie over een correcte verwijdering.
Batterijen mogen niet weggegooid worden met het gewone huisvuil, maar moeten apart worden ingezameld. Op die manier wordt de impact op het milieu beperkt en zal de mogelijkheid tot recyclage groter zijn. Contacteer uw lokale verdeler of gemeente als u de beschikbare inzamelschema’s wilt kennen.
Alvorens de Meter weg te werpen, moeten de batterijen verwijderd worden (Zie pagina 9).
Gooi geen batterijen in het vuur. Anders kan er een explosie ontstaan.
Naam Artikelnummer Werkingsvoorwaarden Bloedstaal Volume van het bloedstaal Hematocriet Meetbereik Meettijd Stroombron Energiegebruik Levensduur batterijen Verwachte levensduur Geheugencapaciteit Buitenafmetingen Gewicht
FINETOUCH Bloedglucosemeter MS GR102C Temperatuur: 10 – 35 °C Relatieve luchtvochtigheid: 30 – 85% (niet condenserend) Vers volbloed, capillair 1,2 µL 20-60% 20 – 600 mg/dL Ongeveer 10 seconden 2 lithiumbatterijen (DL of CR2032) Meter AAN: ong.100 mW Meter UIT: ong. 100 μW Ongeveer 1000 metingen of 1 jaar Ongeveer 5 jaar bij normaal gebruik Max. 500 meetresultaten (automatisch opgeslagen) L : 108 mm B : 40 mm H : 18 mm (met beschermkap) Ong. 45 g (inclusief 2 batterijen)
Meterspecificaties
Meterspecificaties
Opmerking: Specificaties en ontwerpen kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
63
Productlijst Productlijst
Productnaam
Aantal
Artikelnummer
FINETOUCH Bloedglucose Test TIP
25
MS
GC25C
FINETOUCH Lancet
25
MS
GN4525C
FINETOUCH Prikinstrument
1
MS
GN02C
De referentiemethode
Dit bloedglucosecontrolesysteem is getest aan de hand van de glucoseoxidasemethode (GOD), waarvan de kalibrator glucose in standaardserum is. Dit systeem maakt weliswaar gebruik van volbloedstalen, maar toont de glucoseconcentratie in plasma.
64
Catalogus nummer De gebruiksaanwijzing raadplegen Fabrikant Gemachtigde vertegenwoordiger in de EU (Europese Unie)
Symbolen
De symbolen
Lotnummer Gebruiken voor Gesteriliseerd door bestraling Niet opnieuw gebruiken Voorzichtig of Opgelet, de bijhorende documenten raadplegen Medisch hulpmiddel voor in-vitro diagnostiek Temperatuurlimieten Serienummer De batterijen mogen niet weggegooid worden met het gewone huisvuil.
65
Garantiekaart TERUMO verzekert een garantieperiode van twee jaar voor de FINETOUCH Bloedglucosemeter (vanaf datum van ontvangst).
TERUMO FINETOUCH® Bloedglucosemeter
Herstellingen onder garantie worden uitgevoerd door het TERUMO Diabetes Onderhoudsteam. Indien er een produktieof materiaalfout wordt vastgesteld, zal het defecte toestel gratis vervangen worden.
Serienummer:.................................................................
Datum van ontvangst:....................................................
Stempel /Adres van de verdeler
Bij ongeoorloofd gebruik vervalt de garantie. Indien het toestel gedemonteerd of hersteld wordt door niet-gemachtigde personen, of wanneer de garantiekaart eigenmachtig wordt gewijzigd, komt de garantie te vervallen. Belangrijk TERUMO draagt ook zorg voor de vernietiging van dit produkt na de garantieperiode. Gelieve het produkt naar TERUMO te zenden indien niet langer in gebruik.
Naam: . ........................................................................... E-mail: . ..........................................................................
Gelieve deze kaart te bewaren tijdens de garantieperiode. Overeenkomstig de van toepassing zijnde wetgevingen ter bescherming van persoonsgegevens, garandeert Terumo Europe N.V. u dat de door u verstrekte gegevens uitsluitend worden gebruikt voor interne doeleinden en dat deze enkel door Terumo Europe N.V. worden verwerkt. Uw ge gevens zullen niet worden verspreid. De wetten op de verwerking van persoonsgegevens kennen u een recht van toegang en verbetering toe.
67
Contactinformatie:
Terumo Europe N.V. Benelux Sales Division Interleuvenlaan 40 3001 Leuven - België Tel. (groen nummer): 0800 16 126 email:
[email protected] website: www.terumo-diabetes.com
Houd uw Bloedglucosemeter en bijbehorend testmateriaal bij de hand voordat u voor nadere informatie contact opneemt met leveranciers of het service-centrum van Terumo. Meter:
Test TIP:
Lotnummer Serienummer
Lotnummer Vervaldatum
IVDD 98/79/EC
Bloedglucosemeter / Test TIP Geregistreerd handelsmerk © TERUMO CORPORATION. Januari 2010. LC-7318nl. ®
MDD 93/42/EEC Lancetten
Prikinstrument
TERUMO CORPORATION 44-1, 2-chome, Hatagaya, Shibuya-ku, Tokyo 151-0072, Japan TERUMO EUROPE N.V. Interleuvenlaan 40, 3001 Leuven, Belgium