Ministerie van Justifies,.
IC'/ 2004
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES INGEKOMEN
Justitie
Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en 1 & 1 Rechtsbijstand
NOV 2004
Directie Wetgeving Onderdeel: Agenda: RAPPEL NA Postadres; Postbus 20301, 2500 EH Den Haag
Onderdeel Contactpersoon Doorkiesnummer(s) E-mail Datum Ons kenmerk Bijlage(n) Onderwerp
WEKEN
De Minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA Den Haag
Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Telefoon (070) 3 70 79 11 Fax (070) 3 70 75 16 www.justitie.nl
Sector Wetgevingskwaliteitsbelejd Drs. E.A.I.M. Vriends (070)3707195
[email protected] 26 oktober 2004
Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
5314420/04/6 l
Deelrapportage Herijken van departementale regels
Hierbij zend ik u de deelrapportage Herijken van departementale regels ten behoeve van de voortgangsrapportage van het Programma Andere Overheid. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. De Minister van Justitie,
J.P.H. Conner
Programma Andere Overheid
Deelrapportage 'Saneren van departementale regels' 2004
1. Inleiding Het kabinet werkt aan een andere (rijks)overheid, die minder en anders regelt. Burgers, bedrijven, (maatschappelijke) instellingen en medeoverheden moeten meer ruimte krijgen om het eigen handelen te bepalen. Een van de maatregelen uit het Programma Andere Overheid (PAO) die hieraan moet bijdragen is de maatregel 'Saneren van departementale regels'. In het kader van deze maatregel zijn door verschillende departementen tal van activiteiten gestart. Deze voortgangsrapportage geeft een overzicht van die activiteiten. Het betreft een overzicht op hoofdlijnen. Voor meer uitgebreide en diepgaande informatie wordt verwezen naar eventuele nadere rapportages van de departementen zelf. Elk departement bepaalt, mede op basis van de aard van de regels die het in portefeuille heeft, het eigen ambitieniveau. 2. Project Herijken van departementale regels Eind april 2004 is een interdepartementaal project 'Herijken van departementale regels' gestart. Gekozen is voor de term 'herijken'- en niet 'saneren' - omdat deze beter aansluit bij de benaming en de aard van reeds lopende departementale herijkingsprogramma's. De term herijken geeft ook beter weer dat het aanpassen van regels is ingegeven door een andere visie op sturing door de overheid, in dit geval het meer sturen op hoofdlijnen. Dit project, dat wordt voorgezeten door het ministerie van Justitie, heeft tot doel de departementale uitvoering van de maatregel 'saneren van departementale regels' te bevorderen door te leren van elkaar en van anderen, door afstemming en samenwerking, door activiteiten en resultaten zichtbaar te maken.
De centrale activiteit in het project is kennisuitwisseling. Departementen kunnen hun herijkingsactiviteiten beter en efficiënter plannen en uitvoeren wanneer ze, open naar elkaar, ideeën, successen en leermomenten uitwisselen. Bij die kennisuitwisseling gaat het om de inhoudelijke en de procesmatige aanpak. In de huidige fase van het project is er vooral sprake van kennisoverdracht van koplopers, met name de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCenW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Verkeer en Waterstaat (VenW) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), aan de departementen die aan het begin van een herijkingstraject staan. In de komende periode wordt een verdieping voorzien, waarbij thema's als bijvoorbeeld de implementatie van EU-regels en het leggen van een basis voor structureel onderhoud van regelbestanden aan de orde kunnen komen. De uitgewisselde kennis en ervaring worden in het najaar van 2004 rijksoverheidbreed toegankelijk via de site van het Kenniscentrum Wetgeving. 3. 'Herijken van departementale regels* doel en resultaten Het herijken van departementale regels betreft de doorlichting van de departementale regelbestanden op mogelijkheden om regels te versoberen, te vereenvoudigen ofte schrappen. Onder regels worden formele wetten, algemene maatregelen van bestuur (amvb's) en ministeriële regelingen verstaan. Herijken van departementale regels streeft de inperking van bestaande regelbestanden na. Die inperking is geen doel op zich maar moet leiden tot een betere kenbaarheid van de wet en/of tot het verminderen van regeldruk voor één of meer doelgroepen in de samenleving: burgers, bedrijven, (maatschappelijke) instellingen en/of medeoverheden. Vaak vallen twee of meer doelen samen. Vrijwel alle herijkingsactiviteiten dragen bij aan een vergroting van de kenbaarheid van de wet. De departementen maken hun regelbestanden onder meer toegankelijker door honderden overbodige regels te schrappen en door regels te uniformeren, te vereenvoudigen of samen te voegen. De toegankelijkheid wordt verder vergroot door uitgewerkte regels uit het via www.wetten.nl toegankelijke bas is wettenbestand te verwijderen. De resultaten van herijkingsactiviteiten betreffende de vermindering van administratieve lasten worden in de programma's (zie hierna) die daarop betrekking hebben verantwoord.
4, 'Herijken van departementale regels' in relatie tot andere maatregelen Het herijken van departementale regels hangt samen met andere dereguleringsactiviteiten. De herijkingsactiviteiten vullen de PAO-maatregelen aan, inzake de vermindering van administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Bij die maatregelen wordt vanuit de door de doelgroep ervaren last 'teruggerekend' naar oorzaken in het regelbestand. De aanpassing van regels is bij deze maatregelen slechts één van de mogelijkheden om tasten te verminderen. Enige overlap is onvermijdelijk. Daarnaast staat de aanpak van tegenstrijdige regels onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken (ondernemingsklimaat). Het gaat hier om aanpak, in samenspraak met decentrale overheden, uitvoerings- en handhavingsinstanties, van de meest knellende tegenstrijdige regels. Dit op basis van 800 klachten van ondernemers. Voorts bestaan er raakvlakken met het programma Bruikbare rechtsorde. Inzichten en nieuwe wetgevingsconcepten uit dit programma zullen ook worden benut voor herijkingsactiviteiten. Tot slot is er het B4-project Doorlichting van ministeriële regelingen. De uitkomsten en aanbevelingen van dit onlangs afgeronde dereguleringsproject worden overgenomen. 5. Departementale herij kingsactiviteiten Vrijwel alle departementen voeren herijkingsactiviteiten uit. De schaal en de aard van deze activiteiten variëren per departement en hangen mede af van de aard en omvang van het beheerde regelbestand en het starttijdstip. De relatief kleine regelbestanden van de ministeries van Algemene Zaken en Buitenlandse Zaken geven geen aanleiding voor herijkingsactiviteiten. Dit geldt, na uitvoering van de hierna genoemde activiteiten, ook voor Defensie. Deze drie departementen volgen de ontwikkelingen via het project Herijken van departementale regels. De herijkingsactiviteiten van de koplopers, die relatief veel regels beheren, zijn ondergebracht in omvangrijke programma's. a. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Een project Inhoudelijke herijking van BZK-regels start in oktober 2004. Een eerste (voorlopige) inventarisatie, onder meer aan de hand van de wettenbank www.wetten.nl, heeft opgeleverd dat 233 wetten, 317 amvb's en 608 ministeriële regelingen in aanmerking komen voor nader inhoudelijk onderzoek. Onder deze ruim 1100 regelingen zijner volgens een eerste schatting enige honderden, die als "dor hout" kunnen worden bestempeld. Verwacht wordt dat nog in 2004 (een voordracht voor) de formele intrekking van enige honderden regelingen zal volgen. De inventarisatie van administratieve lasten voor burgers en bedrijven door regelgeving van het ministerie is vrijwel afgerond. Daarover wordt het parlement afzonderlijk geïnformeerd. b. Ministerie van Defensie Het Ministerie van Defensie heeft per l mei 2004 de Wet verbod om sommige artikelen te laden in ofte vervoeren met vissersvaartuigen laten vervallen. Op korte termijn zal een aantal ministeriële regelingen die feitelijk geen betekenis meer hebben, worden ingetrokken. Tot slot is, in verband met de instelling van de Onderzoeksraad voor veiligheid, een traject in gang gezet om de verouderde Marinescheepsongevallenwet in te trekken. c. Ministerie van Economische Zaken Naast een aantal projecten in het recente verleden met het oog op versobering of afschaffing (o.a. reductie administratieve lasten, MDW-doorlichtingen, stroomlijning subsidies) worden twee extra herijkingsacties ondernomen. In de eerste plaats worden alle ministeriële regelingen doorgelicht met het oog op intrekking of samenvoeging. Op basis van een eerste inventarisatie is de inschatting dat de 550 in de wettenbank opgenomen regelingen waarschijnlijk kunnen worden gereduceerd tot 350. Het is de bedoeling dit project voor l november 2004 voor zover mogelijk af te ronden; de lastiger elementen hiervan volgen zo spoedig mogelijk daarna. In de tweede plaats worden de belangrijkste marktordeningswetten (Mededingingswet, Elektriciteitswet, Gaswet en Telecommunicatiewet) bezien met het oog op de vraag of het wenselijk is deze te harmoniseren op juridische punten als handhaving en rechtsbescherming. Doel is de reguleringsomgeving voor de marktpartijen en de uitvoeringsdiensten overzichtelijker te maken. Deze inventarisatie wordt thans verricht en zal op korte termijn worden afgerond.
d. Ministerie van Financiën Diverse lopende wetgevingsprojecten en -activiteiten zullen in samenhang leiden tot een aanzienlijke herijking van wet- en regelgeving. Bij die projecten is herijken niet altijd een doel op zich, maar wel een (beoogd) neveneffect. Het gaat daarbij in het bijzonder om vier projecten. • Het Project Wet op het Financieel toezicht (Kamerstukken II, 29 708, nr. 2), strekt tot een doeltreffender, marktgerichter en efficiënter toezicht op de financiële marktsector en zorgt voor minder regels en lagere administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Het wetsvoorstel vervangt acht bestaande financiële toezichtwetten1 en moderniseert het toezichtmodel inhoudelijk op enkele specifieke onderdelen. De planning is dat de Wet en de bijbehorende lagere regelgeving op l juli 2005 in werking treden. • Het Project Vermindering administratieve lasten heeft betrekking op fiscaal terrein en op het toezicht op de financiële markten. Het fiscale terrein bestaat uit tal van maatregelen in de sfeer van de inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting, loonbelasting/afdrachtvermindering, omzetbelasting, douane/accijnzen en overige fiscale wetten. Financiën is ook betrokken bij de wetsvoorstellen WALVIS/SUB (zie SZW). In dat kader gaat de heffing van de werknemersverzekeringen over van het UWV naar de Belastingdienst en gaan ondernemers verplicht elektronisch aangifte doen voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonheffing. De reductie bij het toezicht op de financiële markten zal worden gerealiseerd op de beleidsterreinen gedragstoezicht, prudentieel toezicht, toezicht op integriteit en de Wet financiële betrekkingen buitenland. De geplande fasering van deze reducties loopt tot en met 20072. • Het project Mot/Wid (Wet Melding ongebruikelijke transacties en de Wet op de identificatieplicht) ziet op de inrichting van een bestendig stelsel ter bestrijding van witwaspraktijken door identificatie, melding, toezicht en aangifteplicht te bezien. De herijking bestaat erin dat wordt gestreefd naar een volledig samenhangende keten in één wet, betrekking hebbend op identificatie, meldingsplicht, aangifteplicht en toezicht op de naleving. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestuursrechtelijk handhavinginstrumentarium en van strafbaarstelling op grond van de Wet Economische delicten. Vanaf l januari 2005 wordt wetgeving ter uitvoering van dit project voorbereid. • Het project kappen van dor hout ministeriële regelingen. Binnenkort zal worden bezien in hoeverre "achterhaalde" ministeriële regelingen moeten worden ingetrokken dan wel of de vermelding van ministeriële regelingen in de Sdu-databank geschrapt dient te worden. Deze operatie moet voor het einde van 2004 zijn afgerond. e. Ministerie van Justitie Justitie heeft herijkingsprojecten gedefinieerd die bijdragen aan de vermindering van lasten en de vermindering van regels. Zo is Justitie voornemens de uitvoeringslasten van penitentiaire inrichtingen terug te dringen. Een onlangs gestart project Herijking Penitentiaire beginselenwet moet een bijdrage leveren aan een meer flexibele en efficiënte wijze van tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen. Het betreft zowel de regimevoering als de bedrijfsvoering. Een knelpunteninventarisatie is afgerond en de komende maanden volgen discussiebijeenkomsten in zes penitentiaire inrichtingen om gewenste vereenvoudigingen en aanpassingen in kaart te brengen. 1
De Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de Wet toezicht naturauitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf, de Wet op het consumentenkrediet en de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996. 2 Enkele omvangrijke reductievoorstellen zijn aanpassing van de vorm van de Financiële Bijsluiter; verminderen van het aantal en de frequentie van solvabiliteitsrapportages voor kredietinstellingen; beperken van de frequentie van het bijdragemodel (self assessment) voor effecteninstellingen; alleen apert ongebruikelijke (c.q. verdachte) transacties melden; nieuw rapportagekader voor de Wet financiële betrekkingen buitenland (steekproefsgewijze en geaggregeerde rapportage, die beter aansluit op eigen bedrijfsadministratie en niet langer via banken verloopt).
Op het terrein van het staats- en bestuursrecht wordt wetgeving voorbereid die tot een flinke sanering leidt. • Met het wetsvoorste] vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb) zullen vele regelingen in bijzondere wetten worden vervangen door één algemene regeling. Huidige onderwerpen zijn een uniforme regeling voor de invordering van bestuursrechtelijke geldschulden bij dwangbevel - die in de plaats zal komen voor bestaande regelingen in ruim 50 bijzondere wetten - en een uniforme regeling inzake de bestuurlijke boete - die regels in bijna 40 bijzondere wetten vervangt. • De Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure (wijziging Awb) vervangt verschillende procedures voor de openbare voorbereiding van besluiten door één uniforme procedure. Tevens wordt in dit wetsvoorstel de zogenaamde actio popularis in het milieu- en ruimtelijk ordeningsrecht afgeschaft, waardoor tegen besluiten op deze terreinen niet langer eenieder, maar slechts belanghebbenden beroep kunnen instellen. In totaal worden in dit wetsvoorstel meer dan 60 wetten vereenvoudigd. • Twee andere grote wetgevingscomplexen, te weten de Vreemdelingenwet c.a. en de Wet op de rechterlijke organisatie c.a. zijn recent (2001 resp. 2002) geheel herzien en daarbij belangrijk gestroomlijnd. Van laatstgenoemd project resteert nog het "opruimen" van het Besluit orde van dienst gerechten en het Kostuum- en titulatuur besluit rechterlijke organisatie (vroeger bekend als Reglement I en Reglement II). Op het terrein van het burgerlijk recht bestaat een aantal registers, die voor een ieder raadpleegbaar zijn. Het gaat om het huwelijksgoederenregister, het gezagsregister, het curate l e re gister en het boedelregister. Door deze registers, voor zover deze decentraal worden gehouden, te centraliseren en elektronisch voor een ieder toegankelijk te maken, zijn ze eenvoudiger en sneller te raadplegen. Het is dan immers niet meer nodig om contact op te nemen met de afzonderlijke gerechten c.q. in persoon langs te gaan. Voor de rechterlijke macht -in het bijzonder de griffiers- betekent de nieuwe opzet een aanzienlijke reductie van de werklast. Voor beroepsgroepen die de registers regelmatig raadplegen, zoals notarissen en advocaten levert het tijdsbesparing op. Volgens de huidige planning zal de daadwerkelijke implementatie niet eerder dan in de tweede helft van 2005 een aanvang kunnen nemen. Uiteraard zal een en ander geschieden met inachtneming van de regelgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens. f.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit De Minister van LNV heeft bij brief van 8 april 2004 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal het terugtreden van de overheid op de terreinen van zijn departement langs een drietal sporen aangegeven (Pakketbrief; Kamerstukken II 2003-2004, 29515, nr. 2). Daarbij gaat het om een vermindering van de administratieve lastendruk, deregulering en minder uitvoeringslasten met een verkleining van het rijksambtenarenapparaat. Bij de Pakketbrief is een omvangrijk maatregelenpakket gevoegd waar kortheidshalve naar zij verwezen. In dit verband is ook de Grote vereenvoudiging van regelgeving ingezet. Hiervoor worden bestaande regels doorgelicht op noodzaak, evenredigheid, effectiviteit, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Nieuwe wetgevingsconcepten worden onderzocht in het kader van de Nota Bruikbare Rechtsorde van de Minister van Justitie. In dat verband zijn voor de komende periode twee projecten op het terrein van LNV gestart: • dierenwelzijn, waarbij vanuit een andere verantwoordelijkheidsverdeling tussen burger en overheid alternatieven voor de regelgeving worden onderzocht met inbegrip van het toezicht; • vleeswetgeving, in welk kader de mogelijkheden tot integratie en harmonisatie worden onderzocht.
Het resultaat van de Grote vereenvoudiging is minder regels en lasten, zowel wat de uitvoering betreft als voor het bedrijfsleven in administratieve zin. Het regelbestand is in januari 2004 al flink uitgedund door de intrekking van 600 ministeriële regelingen. De zorg op dit gebied heeft inmiddels (september) alweer geleid tot een verdere verkleining van het overblijvende bestand tot circa 970 stuks. Administratieve lasten zijn het afgelopen jaar verlaagd met ruim 8% en momenteel kan 12% (stand datum september) worden genoteerd aan vermindering. Omtrent de verdere resultaten zal de Minister van LNV het parlement afzonderlijk inlichten. g. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De activiteiten van het Ministerie van OCenW zijn geconcentreerd in het project "OCenW ontregelt". De Tweede Kamer is over de achtergrond en voortgang hiervan geïnformeerd (Kamerstukken II, 29 546). "OCenW ontregelt" beoogt aan het eind van deze kabinetsperiode een pakket maatregelen te hebben opgeleverd waarmee tenminste 25% administratieve lastenreductie voor burgers, onderwijsinstellingen en 'overige bedrijven' is gerealiseerd. Een pilotproject is uitgevoerd dat betrekking heeft op de beleidsterreinen primair onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, wetenschappelijk onderwijsonderzoek en wetenschapsbeleid en de podiumkunsten. De Kamer wordt hierover geïnformeerd. De OCen W-instellingen in de vijf sectoren zullen als gevolg van de voorgenomen maatregelen bijna € 40 miljoen per jaar kunnen herinvesteren in het primaire proces. Over de instellingen in de OCen W-sectoren die niet tot de pilot behoren, zal in juni 2005 aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd. Parallel aan deze activiteiten wordt het OCenW-regelbestand opgeschoond. Voor l januari 2005 zal worden gezorgd voor de intrekking van uitgewerkte en niet langer noodzakelijke regelingen. Vervolgens worden de mogelijkheden verkend voor vereenvoudiging, versobering of efficiëntere uitvoering van regels. De kenbaarheid van de regelgeving moet als resultaat hiervan worden vergroot. Voorzover de regeldruk bij OCen W-instellingen wordt veroorzaakt door regelgeving afkomstig van andere departementen vindt op het niveau van bewindslieden overleg plaats over de vraag in hoeverre ook die regeldruk kan worden verminderd, bij voorbeeld met SZW. Via de interactieve website "OCenW ontregelt" wordt het onderwijsveld op de hoogte gehouden van en betrokken bij de ontwikkelingen in het project. Verder wordt het regelbestand in 2005 beter voor het publiek ontsloten, onder andere door digitalisering. Er worden op dit moment portalen (website per instelling) ingericht die de instellingen toegang bieden tot alle relevante bekostigingsen beleidsinformatie. Die portalen maken ook elektronische transacties tussen OCenW en onderwijsinstellingen mogelijk. De lastendruk van instellingen vermindert daardoor. Instellingen krijgen informatie op maat aangeboden en ze kunnen gerichter om informatie vragen. Gegevens hoeven slechts één keer bij OCenW te worden aangeleverd. h. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Op basis van het Actieplan Vereenvoudiging SZW-regelgeving van november 2002 (Kamerstukken II 2002-2003, 28600 XV nr. 24) is a! een groot aantal verschillende activiteiten, gericht op het schrappen, verminderen en vereenvoudigen van regels gestart. Het plan bevatte aanvankelijk 68, maar uiteindelijk 83 voorstellen tot forse vereenvoudiging van ongeveer 55 wetten, 85 amvb's en 150 ministeriële regelingen. Met de verschillende activiteiten wordt niet alleen ingezet op vereenvoudiging van regels maar uitdrukkelijk ook op het creëren van ruimte bij de uitvoering en op vermindering van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Het parlement wordt jaarlijks, in september, geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het Actieplan. Naar verwachting zal het Actieplan eind 2005 gerealiseerd zijn. Van de dereguleringsinzetten springen de volgende voorbeelden in het oog. • Per l januari 2004 is de Wet werk en bijstand (Stb. 2003, 375) van kracht die de Algemene bijstandswet en enkele andere wetten heeft vervangen. Met deze wet is de ruimte voor gemeenten voor uitvoering van het bijstands- en reïntegratiebeleid vergroot en is de regelgeving met het oog op een terugdringing van bureaucratie op verschillende fronten vereenvoudigd.
•
• • • •
De Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten (WALVIS) (Stb. 2004, 311) uniformeert de loonbegrippen. Deze wet zal in twee fasen in werking treden. Per l augustus 2004 trad de Wet einde toegang verzekering WAZ (Stb. 2004, 324) in werking. Zelfstandigen zijn nu vrij in hun keuze tot verzekering van hun arbeidsongeschiktheidsrisico. Op korte termijn wordt de afronding verwacht van de Wet financiering sociale verzekeringen, waarmee één loket voor premieheffing en -inning wordt geïntroduceerd. Verder loopt momenteel het project Evaluatie Arbowet, dat voor een belangrijk deel is gericht op een forse deregulering en vereenvoudiging van die wet. Ook is ingezet op een dereguleringstraject Arbeidstijdenwet ter verruiming van mogelijkheden van zelfregulering door werkgevers en werknemers en ter vereenvoudiging van de systematiek van de wet.
Inmiddels is in september ook de SZW-intrekkingsregeling tot stand gekomen, waarin SZW een groot aantal "dor houf'-ministeriële regelingen heeft ingetrokken. Deze opschoningsactie zal haar vervolg krijgen in het opstellen van een amvb en een wetsvoorstel "dor hout". Naast de vereenvoudiging van eigen regelgeving is het een duidelijk actiepunt om ook op Europees vlak tot vereenvoudiging te komen. Stappen daartoe zijn inmiddels ondernomen. Zo is in het Europees Comité veiligheid en gezondheid op de werkplek nadrukkelijk aandacht gevraagd voor deregulering en vereenvoudiging van Europese regelgeving. Ook in de periodieke rapportages aan de Europese Commissie over de uitvoering van richtlijnen zijn suggesties voor vereenvoudiging gedaan. Tijdens de SZW-conferentie "Effective Intervention and Sector Dialogue in Occupational Safety and Health", medio september 2004, is gewezen op het belang van vereenvoudiging en opgeroepen tot inzet daartoe. Een nader overleg op ambtelijk niveau over een gecoördineerde opstelling in dezen is gepland voor begin oktober. Ministerie van Verkeer en Waterstaat In het programma "Beter Geregeld" wordt de totale regelgeving van het ministerie van VenW doorgelicht. Het betreft meer dan 1300 wetten, amvb's en ministeriële regelingen. De doorlichting vindt op de volgende wijze plaats. Allereerst is een Ven W-visie ontwikkeld op sturing door middel van regelgeving; dit is het eerste spoor. Voor dit visie- of sturingsdocument is onder meer geput uit de stroom van recent verschenen visies, zoals het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid "De toekomst van de nationale rechtsstaat". Regelgeving wordt aan de hand van dit document getoetst op de vragen of er een publiek belang is dat de overheid moet behartigen, of de juiste instrumenten gebruikt worden om dat belang te dienen, of regelgeving het meest geschikte instrument is en of de uitvoering van de regelgeving (nog) passend is. Deze vragen kunnen zowel aan bestaande als nieuwe regelgeving worden gesteld. Het tweede spoor is een inventarisatie en beschrijving van alle regelgeving per beleidsdomein, voorzien van een eerste kwaliteitsoordeel. Dit moet klaar zijn in december 2004. Zo kan ook een selectie worden gemaakt, welke domeinen het meest urgent aan vernieuwing tot zijn: waar liggen de grootste kansen? Spoor drie is een diepteanalyse per beleidsdomein, die voor ieder domein moet uitmonden in een veranderplan. Voor deze diepteanalyse is het uitermate belangrijk om naast interne kennis van zaken ook externe distantie en creativiteit te mobiliseren. Er zullen bijeenkomsten worden gehouden met een goede mix van onafhankelijke deskundigen, vertegenwoordigers van andere overheden en het maatschappelijk veld, en met VenW'ers vanuit beleid, uitvoering, toezicht, en de juridische discipline. Eind 2004 worden de eerste veranderplannen verwacht voor de domeinen luchtvaart, zeevaart en water. Het vierde spoor ten slotte betreft de toetsing van nieuwe regelgeving. Het is van groot belang om direct de nieuwe regelgeving aan de sturingsvisie te toetsen. Die toetsing moet goed worden afgestemd met de vele al bestaande wetgevingstoetsen, om overzicht en samenhang te bewaren. Een commissie onder extern voorzitterschap van mw. mr. W. Sorgdrager heeft geadviseerd over een zevental wetsontwerpen die in den brede het terrein van VenW bestrijken. Met de opstellers is
de commissie een constructieve dialoog aangegaan, die door de betrokkenen als waardevol is ervaren. Naar aanleiding van deze toetsing zal het wetgevingsbeleid van VenW verder worden uitgebouwd. Het is van belang dat Beter Geregeld geplaatst wordt in één creatieve beweging met de al lopende vernieuwingstrajecten Administratieve lasten en Toezicht in beweging. Daartoe is er één geïntegreerde projectorganisatie, aangestuurd door een projectdirecteur. Beter Geregeld kent een stuurgroep, waarin zitting hebben de Directeur-Generaal Transport en Luchtvaart, de InspecteurGeneraal en de Hoofddirecteur Juridische Zaken. j.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is bezig met een aantal omvangrijke wetgevingsprojecten, die alle een duidelijke vereenvoudiging en versobering van regelgeving meebrengen. Een gemeenschappelijk effect van de verschillende projecten is een verlaging van de administratieve lasten voor burger en bedrijf. Daarnaast geldt voor alle voorbeelden dat VWS ernaar streeft onder de betreffende wetten slechts één amvb en één ministeriële regeling te "hangen". Drie voorbeelden van zulke wetgevingsprojecten worden hierna kort beschreven: • De Geneesmiddelenwet vervangt de Wet op de geneesmiddelenvoorziening. Daarbij vervalt de vergunningsplicht voor de verkoop van zelfzorggeneesmiddelen, wordt de vergunningssystematiek in het algemeen vereenvoudigd en verdwijnt een groot aantal bepalingen omtrent de beroepsuitoefening van apothekers. Het stelsel is toegankelijker en overzichtelijker geworden doordat de meeste bestaande lagere regelingen in de wet zijn opgenomen. • De Wet op de jeugdzorg vervangt de Wet op de jeugdhulpverlening. De wet vereenvoudigt het systeem van de jeugdzorg doordat alle typen hulpverlening bij één organisatie zijn ondergebracht. Dit betekent dat er één loket is waar de jeugdige terecht kan en dat een eenvoudiger afstemming tussen hulpverleners mogelijk is. • Met de Zorgverzekeringswet wordt het gemengde verzekeringsstelsel in de zorg vervangen door een stelsel met slechts één soort verzekering, namelijk een privaatrechtelijke verzekeringsovereenkomst. Door de stelselwijziging wordt de keuzevrijheid van de drie betrokken partijen (verzekeraars, verzekerden en zorgaanbieders) vergroot. Deze projecten brengen mee dat een groot aantal wetten, amvb's en ministeriële regelingen wordt ingetrokken. Daarnaast is het ministerie actief bezig de administratieve lasten voor burger en bedrijf terug te dringen en is de VWS-intrekkingsregeling dor hout 2004 kort geleden in werking getreden. Alle herijkingsactiviteiten van VWS zullen uiterlijk l januari 2006 voltooid zijn.
k. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Over het project herijking en modernisering van de VROM-regelgeving is reeds in een aantal brieven aan de Tweede Kamer gerapporteerd3. VROM heeft zijn gehele regelgeving (ongeveer 400 wetten, amvb's en ministeriële regelingen) doorgelicht op mogelijkheden om tot afslanking en verbetering te komen. Ongeveer 300 regelingen zullen worden gewijzigd, samengevoegd of ingetrokken. In een meerjarenprogramma zijn de wijzigingen ondergebracht in 71 deelprojecten.
3
Brieven van 23 oktober 2002 (Kamerstukken II 2002/03, 28600 XI, nr. 10): beschrijving van de uitgangspunten en de voorgenomen aanpak van de herijkingsoperatie; 17 oktober 2003 (Kamerstukken II 2003/04,29200 XI, nr. 7): verdere uitwerking van de doelstellingen, conclusies en beleidslijn inzake nieuwe regelgeving; 23 december 2003 (Kamerstukken II 2003/04, 29383, nr. 1): meerjarenprogramma ter uitvoering van de herijkingsvoornemens; 2 september 2004 (Kamerstukken II 2003/04, 29383, nr. 17): stand van zaken van de uitvoering van de herijkingsvoornemens. In de rapportage over de aanpak van de administratieve lasten bij VROM (brief van 7 mei 2004, Kamerstukken II 2003/04, 29383, nr. 11) wordt ook verwezen naar de herijkingsoperatie.
Deze projecten zijn op grond van de daarmee te behalen lastenvermindering en een aantal andere criteria ingedeeld in drie urgentiecategorieën. Uit de voortgangsrapportage van 2 september 2004 blijkt dat de uitvoering goed op schema ligt. Aan vrijwel alle ruim 40 projecten uit de hoogste urgentieklasse wordt inmiddels gewerkt. De in het meerjarenprogramma genoemde indicatieve jaren van afronding van de projecten kunnen naar verwachting in de meeste gevallen worden gehaald. Voorbeelden van enkele grote projecten zijn: • Algemene milieuregels voor bedrijven. Besloten is te gaan werken aan de samenvoeging van de 15 amvb's die zijn gebaseerd op artikel 8.40 van de Wet milieubeheer tot één en daarbij op activiteit te reguleren. Tevens wordt nagegaan of voor een deel van de huidige vergunningsplichtige bedrijven de vergunningsplicht kan komen te vervallen. Uiteindelijk zullen deze wijzigingen leiden tot een fundamenteel andere wijze van reguleren door middel van algemene regels. • De VROM-vergunning/omgevingsvergunning. Het is de bedoeling dat in de toekomst zo veel mogelijk kan worden volstaan met één aanvraag, één voorbereidingsprocedure, één besluit van het bevoegd gezag en één procedure voor rechtsbescherming. In overleg met andere departementen en andere overheden wordt nagegaan of uitbreiding tot vergunningen op basis van andere wetgeving en autonome vergunningen van gemeenten en provincies tot de mogelijkheden behoort. In samenwerking met gemeenten zal worden getracht al tijdens de ontwikkeling van het stelsel enkele pilotprojecten te starten, waarbij in "laboratoriumachtige" situaties de procedure van de nieuwe vergunning aan de praktijk wordt getoetst. • Het Bouwstoffenbesluit. Besloten is om het Bouwstoffenbesluit te vervangen door een veel eenvoudiger regeling waarin de hoofdlijnen worden geregeld met betrekking tot de technische kwaliteit. Naar verwachting zullen de lasten voor zowel de bedrijven als de betrokken overheden daardoor dalen. Inmiddels is begonnen met de uitvoering van dit project. Het doorlichten van de bestaande regels behoort een continu proces te zijn. Daarom is besloten daartoe geleidelijk over te gaan onder de naam modernisering van de VROM-regelgeving. Om in dat kader de sluipende toename van regels zo veel mogelijk tegen te gaan, wordt voorafgaand aan regelgevingsprojecten goed afgewogen of het voorgestelde project in het licht van de uitgangspunten van de herijking strikt noodzakelijk is. In de herijkingsbrief zijn de toetsen genoemd die daarbij worden toegepast. In dit verband wordt voorts sinds eind 2003 door VROM absolute voorrang gegeven aan implementatiewetgeving en aan de uitvoering van het meerjarenprogramma herijking. Voor andere regelgeving is alleen in uitzonderlijke gevallen ruimte. 6. Slot Zoals uit het bovenstaande blijkt, is een kopgroep van departementen ver gevorderd met de vormgeving en uitvoering van soms omvangrijke herijkingsactiviteiten terwijl een andere groep verkeert in de fase van voorbereiding en besluitvorming. Te verwachten is dat die laatste groep de komende maanden nog met aanvullingen op hun huidige activiteiten zal komen. Voorts zullen nieuwe inzichten, die bijvoorbeeld ontstaan doordat departementen van elkaar leren of die voortvloeien uit het programma Bruikbare rechtsorde, eveneens doorwerken in de departementale herijkingsactiviteiten. In de eerstvolgende rapportage zal het parlement over de vorderingen worden geïnformeerd.