Reglement rechtsbijstand Op grond van artikel 5, onder d, van de statuten van Politievakbond ACP, kan aan leden rechtsbijstand worden verleend. Dit reglement inclusief de toelichting bevat nadere bepalingen voor de verlening van rechtsbijstand. I. Begrippen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. De Bond: Politievakbond ACP, gevestigd en kantoorhoudend te Leusden. b. Lid: De natuurlijke persoon die is toegetreden tot de Bond en van wie het lidmaatschap conform de artikelen 6 en 7 van de statuten is ingegaan. c. Dagelijks Bestuur: Een orgaan van de Bond als bedoeld in artikel 16 van de statuten. d. Bondsbestuur: Een orgaan van de Bond als bedoeld in artikel 14 van de statuten. e. Regionale Raad: Een orgaan van de Bond als bedoeld in artikel 13 van de statuten. f. Functie: Werkzaamheden voortvloeiend uit een dienstverband bij één van de regiokorpsen van politie, het KLPD, de LSOP, ITO, Rijksrecherche, alsmede bij een stichting of gemeentelijke instelling belast met toezichthoudende, handhavende of opsporingstaken, alsmede werkzaamheden voortvloeiend uit een dienstverband dat naar het oordeel van het Bondsbestuur is gelijk te stellen met de uitoefening van deze werkzaamheden. g. Rechtsbijstand: Het verlenen van advies en juridische ondersteuning met betrekking tot aangelegenheden aangaande de rechtspositie als ambtenaar van politie danwel werkzaamheden die naar het oordeel van het Bondsbestuur daarmee gelijk te stellen zijn. h. Rechtshulpverlener: Een door het Dagelijks Bestuur aan te wijzen persoon, die het lid in de juridische procedure bijstand verleent. II. Aanspraak op rechtsbijstand Rechtsbijstand kan worden verleend onder de voorwaarden als vermeld in de navolgende artikelen. Artikel 2 a. Door of tegen het lid aanhangig gemaakte bestuursrechtelijke zaken, verbandhoudende met de uitoefening van de functie. b. Door of tegen het lid aanhangig gemaakte strafrechtelijke zaken, verbandhoudende met de uitoefening van de functie, tenzij het lid opzettelijk onrechtmatig danwel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld, of grof nalatig is geweest. c. Door of tegen het lid aanhangig gemaakte burgerlijke zaken, verband houdende met de uitoefening van de functie, tenzij het lid opzettelijk onrechtmatig danwel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld, of grof nalatig is geweest. d. Tegen het lid aanhangig gemaakte zaken, verbandhoudende met de werkzaamheden ten behoeve van de bond. Artikel 3 Aanspraak op rechtsbijstand kan uitsluitend worden verleend indien het lid gedurende tenminste drie maanden voorafgaande aan de aanvraag om rechtsbijstand lid van de Bond is én aan de financiële verplichtingen tegenover de Bond heeft voldaan en blijft voldoen.
Leusden, 2013
Artikel 4 Aanspraak op rechtsbijstand bestaat uitsluitend indien en voorzover er naar het oordeel van de rechtshulpverlener een redelijke kans aanwezig is het beoogde resultaat te behalen. Indien de rechtshulpverlener van oordeel is dat deze redelijke kans niet of niet langer aanwezig is, zal de rechtshulpverlener dit met opgave van redenen schriftelijk aan het lid meedelen. Artikel 5 De Bond is gerechtigd om, in plaats van het verlenen of verder verlenen van rechtshulp het betrokken lid een bedrag aan te bieden. Een beslissing daaromtrent is geheel ter beoordeling van het Dagelijks Bestuur van de Bond. III: Uitsluiting van rechtsbijstand Artikel 6 Geen aanspraak op rechtsbijstand bestaat: a. indien de gebeurtenis die voor het lid een concreet juridisch probleem doet ontstaan zich heeft voorgedaan, danwel redelijkerwijs voorzienbaar was voordat het lidmaatschap is ingegaan; b. indien en voor zover het lid op grond van wettelijke danwel contractuele bepalingen elders aanspraak kan maken op rechtsbijstand, danwel op vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. c. Indien aan het geschil een onrechtmatige daad van één of meer derden ten grondslag ligt, één en ander voor zover uit dien hoofde verhaal van kosten rechtsbijstand mogelijk is. IV: Verplichtingen Artikel 7 Het lid dient: a. terstond, althans zo spoedig mogelijk, mededeling te doen van een gebeurtenis waaruit een aanspraak op rechtsbijstand voortvloeit; b. indien zich een situatie als sub a voordoet, zich te wenden tot de coördinator belangenbehartiging in de regio; c. alle gewenste inlichtingen te verstrekken en alle bescheiden waarover het lid beschikt en waarvan men redelijkerwijs moet weten of vermoeden dat deze van belang zijn voor de behandeling van de kwestie ter hand te stellen van de rechtshulpverlener; d. nadat de zaak in behandeling is genomen niet zelfstandig handelingen te verrichten danwel een andere derde daartoe aan te wijzen zonder nader overleg met de rechtshulpverlener; e. een eventuele vordering van proceskosten, waartoe de rechter de tegenpartij veroordeelt te cederen aan de Bond. Artikel 8 Indien het lid in strijd handelt met één van voornoemde artikelen, houdt de rechtshulpverlener zich het recht voor om, na raadpleging van het Dagelijks Bestuur, te besluiten de rechtsbijstand te staken. De rechtshulpverlener zal dit met opgave van redenen schriftelijk meedelen. Artikel 9 Indien tussen de Bond en het lid verschil van mening bestaat omtrent: a. de uitleg of toepassing van enige bepaling in dit reglement, met uitzondering van het bepaalde in de artikelen 6 en10; b. het niet langer aanwezig zijn van een redelijke kans het beoogde resultaat te behalen als bedoeld in artikel 4; c. het aanwenden van enig rechtsmiddel; d. het accepteren van een verkregen schikkingsvoorstel;
Leusden, 2013
wordt een dergelijk geschil middels een bindend advies voorgelegd aan een door de ACP aan te wijzen bindend adviseur. De Bond zoekt als bindend adviseur aan een (voormalig) lid van de rechtelijke macht. Deelt de bindend adviseur de mening van het lid, dan zal de rechtshulp verder worden verleend met inachtneming van het bindend advies. Artikel 10 De Bond is bevoegd, zulks geheel ter zijner beoordeling, om wegens klemmende redenen of bijzondere omstandigheden in een individueel geval af te wijken van de in dit reglement neergelegde bepalingen en beperkingen. Een door de Bond daaromtrent genomen beslissing is uitdrukkelijk uitgesloten van de in artikel 9 neergelegde geschillenregeling.
Leusden, 2013
Toelichting Reglement Rechtsbijstand Politievakbond ACP wil de in artikel 4 van de statuten genoemde doelstellingen onder andere bereiken door het verlenen van rechtskundige bijstand in gevallen rakende de rechtspositie van de leden. In welke situaties en onder welke voorwaarden deze rechtshulp kan worden verleend, vindt u hieronder terug. Aanspraak op rechtsbijstand Artikel 2 sub a De werkgever kan ten aanzien van u als ambtenaar van politie besluiten nemen die uw rechtspositie kunnen raken. Omdat de mogelijk te nemen maatregelen zeer divers en uiteenlopend van aard zijn, wordt hier volstaan met het geven van een aantal voorbeelden: De werkgever is voornemens u te ontslaan, u heeft een slechte beoordeling ontvangen, u wordt overgeplaatst of u bent het niet eens met de waardering die aan uw functie is toegekend. Ook kan het zijn dat u zelf een besluit aanvraagt, waarop op negatieve wijze wordt beslist en soms zelfs helemaal niet wordt beslist. Voorbeelden daarvan zijn: een verzoek tot functieonderhoud maar ook een verzoek tot deeltijdwerk. Allemaal zaken die uw rechtspositie (kunnen) raken en waarvoor u, binnen de voorwaarden van dit reglement, bijstand kunt krijgen van één van de rechtshulpverleners van + Politievakbond ACP. Artikel 2 sub b Het kan voorkomen dat u als ambtenaar van politie ten gevolge van de uitoefening van de functie in aanraking komt met het strafrecht. Het volgende geval dient als voorbeeld: U raakt in de uitoefening van de functie betrokken bij een aanhouding. Nadien wordt er door de verdachte aangifte tegen u gedaan van mishandeling. Indien er geen sprake is van opzettelijk onrechtmatig danwel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos handelen of grove nalatigheid, dan kunt u aan het Dagelijks Bestuur van de Bond verzoeken om voor strafrechtelijke bijstand in aanmerking te komen. Het is niet altijd mogelijk om reeds bij de aanvraag om strafrechtelijke bijstand te beoordelen of u voor strafrechtelijke bijstand in aanmerking komt danwel dat zich één van de in het reglement opgesomde uitzonderingssituaties voordoet. In geval van twijfel zal de rechtsbijstand (voorlopig) worden toegewezen. Indien achteraf komt vast te staan dat deze rechtsbijstand ten onrechte is verleend, dan behoudt het Dagelijks Bestuur zich het recht voor om tot terugvordering van de reeds gemaakte kosten van externe bijstand over te gaan. Ten aanzien van dit artikel wordt eveneens uitdrukkelijk verwezen naar artikel 6 sub b van het Reglement rechtsbijstand Politievakbond ACP. Artikel 2 sub c Er kan zich een situatie voordoen dat een burger u aansprakelijk stelt voor de schade die hij heeft geleden ten gevolge van een aanrijding waarbij u betrokken bent geweest in de uitoefening van de functie. Doet zich een dergelijke situatie voor, dan kunt u bij het Dagelijks Bestuur van de Bond een verzoek om bijstand indienen. Tevens wordt ten aanzien van dit artikel verwezen naar hetgeen is opgenomen in de toelichting onder artikel 2 lid b. Uit artikel 2 blijkt dat alleen zaken in behandeling worden genomen die met de rechtspositie samenhangen. Zaken met een privékarakter alsmede zaken voortvloeiende uit een andere dan de politiebetrekking, de zogenoemde nevenwerkzaamheden, komen niet voor rechtsbijstand in aanmerking. Artikel 3 In beginsel komen alleen diegenen die tenminste drie maanden voorafgaande aan de aanvraag om rechtsbijstand lid zijn van de Bond en aan al hun financiële verplichtingen tegenover de bond hebben voldaan, voor rechtsbijstand in aanmerking. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin het niet redelijk cq. mogelijk is om deze voorwaarde te hanteren. Denk daarbij aan de adspirant van politie die 1 maand in opleiding is en verwikkeld raakt in een juridische kwestie. Of aan de ambtenaar van politie die eerst drie maanden werkzaam is binnen de politieorganisatie. Indien zich een dergelijke situatie voordoet kan het bestuur ontheffing verlenen.
Leusden, 2013
Tot slot kan gedacht worden aan een lid dat direct voorafgaand aan het lidmaatschap van Politievakbond ACP aangesloten is geweest bij een andere CNV-bond. In dat geval wordt de tijd doorgebracht bij de andere CNV-bond meegerekend bij het bepalen van de drie maanden termijn. Artikel 4 De Bond is verantwoording schuldig aan haar leden over de besteding van de haar toekomende gelden en middelen. Eén van de uitgangspunten daarbij is dat deze gelden en middelen op een uiterst zorgvuldige wijze worden aangewend. Voor het verlenen van rechtsbijstand betekent dit dat alvorens er ondersteuning wordt verleend, vast moet komen te staan dat een zaak een redelijke kans van slagen heeft. In deze beoordeling wordt niet alleen betrokken of een zaak juridisch haalbaar is maar ook of u er feitelijk iets mee bereikt. M.a.w. alle (toekomstige) belangen worden meegewogen. Voorbeeld: u wordt overgeplaatst omdat er een conflict is ontstaan met een collega op de werkvloer waardoor de werksituatie onhoudbaar is geworden. De juridische toets levert op dat de zaak een redelijke kans van slagen heeft. Feitelijk zou dit ertoe leiden dat u terug zou moeten naar de werkplek. Ervan uitgaande dat de collega met wie u in conflict bent geraakt, nog werkzaam is op diezelfde afdeling, is dit over het algemeen niet het resultaat dat u voor ogen heeft gestaan bij het aanvangen van de procedure. Ook kan zich de situatie voordoen dat een zaak in behandeling wordt genomen die bij de in behandelingneming een redelijke kans van slagen heeft. In de loop van de procedure doen zich echter ontwikkelingen voordoen die tot een gewijzigd inzicht leiden, bijvoorbeeld tengevolge van ontwikkelingen in de rechtspraak. Ook dan behoudt de rechtshulpverlener zich het recht voor om de bijstand alsnog te beëindigen. Bij de beoordeling of een zaak al dan niet (meer) haalbaar moet worden geacht, kan de rechtshulpverlener indien dat voor het oordeel noodzakelijk cq. wenselijk wordt geacht bij de Regionale Raad om inlichtingen verzoeken. Uitsluitingen van rechtsbijstand Artikel 6 sub b Indien het lid elders aanspraak kan maken op rechtsbijstand, danwel op vergoeding van kosten van rechtsbijstand, dan verleent de Bond geen ondersteuning. U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan de situatie dat de werkgever op grond van het Besluit algemene rechtspositie politie rechtsbijstand dient te verlenen. Ook kan zich de situatie voordoen dat u op basis van toevoeging kunt procederen. In dat geval behoudt de Bond zich eveneens het recht voor om geen rechtsbijstand te verlenen. Wel kan de Bond zich in voorkomende gevallen bereid verklaren om het lid rechtsbijstand te verlenen bij het terugvorderen of verhalen van voorgeschoten kosten van rechtsbijstand. Artikel 7a t/m c Zodra zich een gebeurtenis voordoet waaruit een aanspraak op rechtsbijstand kan voortvloeien, dient u zich onmiddellijk te wenden tot de coördinator belangenbehartiging in de regio waar u werkzaam bent. Regelmatig worden in "Politiebericht" de namen en telefoonnummers van de coördinatoren vermeld. De coördinator belangenbehartiger zal binnen de regio een belangenbehartiger aanwijzen die uw zaak zal beoordelen. Het is daarbij zaak dat u alle op de zaak betrekking hebbende stukken zo spoedig mogelijk aan de belangenbehartiger ter hand stelt. Indien u niet tijdig alle stukken overhandigt, kan dit er uiteindelijk toe leiden dat aan u geen ondersteuning (meer) kan worden verleend. Met name indien het een zaak betreft waarin binnen een bepaalde tijd actie dient te worden ondernomen (bijvoorbeeld het instellen van bezwaar of beroep) is het van het grootste belang dat u zich zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie weken voor het verstrijken van de bezwaar- of beroepstermijn, wendt tot de coördinator belangenbehartiging. Wanneer u te laat bent met het aanmelden van een zaak of het verstrekken van de benodigde informatie ten behoeve van een zaak aan de coördinator, dan kan het zijn dat de Bond u niet kan ondersteunen. Doet zich onverhoopt een dergelijke situatie voor dan aanvaardt de Bond geen aansprakelijkheid voor de gevolgen, zoals bijvoorbeeld een niet-ontvankelijkheid verklaring door de rechter. De belangenbehartiger zal u in beginsel bijstaan tot en met de behandeling van de bezwarenprocedure. Er kunnen zich echter situaties voordoen dat ondersteuning door de belangenbehartiger niet wenselijk is. U kunt daarbij denken aan een zaak waarvoor de belangenbehartiger over onvoldoende kennis en/of ervaring beschikt.
Leusden, 2013
Ook kan zich de situatie voordoen dat ondersteuning vanuit de regio in het geheel niet wenselijk is omdat de belangenbehartiger persoonlijk bij de zaak c.q. persoon betrokken is. Doet een van die situaties zich voor dan zal de belangenbehartiger in overleg met u de zaak overdragen aan de Juridische dienst van de Bond. Indien de zaak na de bezwarenfase niet tot een voor u bevredigende oplossing heeft geleid, zal de belangenbehartiger het dossier met uw instemming doorsturen aan de Juridische Dienst. Door een van de juridisch medewerkers zal beoordeeld worden of een procedure voor de rechtbank, danwel enig ander middel, mogelijkheden biedt om het door u beoogde resultaat alsnog te behalen. Indien die mogelijkheid aanwezig wordt geacht, zal u, mits aan de overige voorwaarden van het reglement rechtsbijstand wordt voldaan, door een medewerker van de Juridische Dienst worden ondersteund. Artikel 7 lid e Indien de werkgever in een procedure voor de rechter wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, komen deze gelden de Bond ten goede. Dit is ook logisch, want de Bond heeft namens het lid immers ook de kosten gemaakt. Artikel 8 Met de verlening van rechtsbijstand zijn hoge kosten gemoeid. Derhalve dient met deze gelden uiterst zorgvuldig te worden omgegaan. Indien u in strijd handelt met één van de in het reglement genoemde artikelen, kan de rechtshulpverlener overgaan tot het staken van de rechtsbijstand. Van dit recht wordt geen gebruik gemaakt zonder dat de rechtshulpverlener het Dagelijks Bestuur van de Bond heeft geraadpleegd. Indien tot beëindiging van de rechtsbijstand wordt overgegaan, kan het Dagelijks Bestuur van de Bond besluiten tot terugvordering van de reeds gemaakte kosten van rechtsbijstand over te gaan.
Leusden, 2013