OPKOMENDE
DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR DIERENARTSEN
Wetenschappelijk Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Verantwoordelijke uitgever Gil Houins Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AC-Kruidtuin, Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel Eindredactie Sabine Cardoen, Etienne Thiry, Claude Saegerman, Dirk Berkvens, Hein Imberechts, Richard Ducatelle, Marc Dispas, Luc Vanholme en Xavier Van Huffel Opmaak en vormgeving Jan Germonpré Vertaling Vertaaldienst van het FAVV Drukwerk Drukkerij Bietlot, Gilly Wettelijk depot: D/2010/10.413/2 © FAVV — oktober 2010 Overname artikelen toegestaan mits bronvermelding Voor overname van beeldmateriaal: contacteer ons. Deze brochure is eveneens beschikbaar in het Frans Gedrukt op papier dat voldoet aan het FSC-label
OPKOMENDE
DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR DIERENARTSEN
3
Voorwoord De belangrijkste dreigingen die tegenwoordig op de wereldgezondheid wegen zijn het opkomen van zoönotische ziekten, de besmetting van levensmiddelen, en de verontreiniging van water en bodem. De dierenartsen hebben een fundamentele rol te vervullen op het vlak van de verbetering van de dierlijke gezondheid, de opsporing en de controle van zoönotische ziekten, de bescherming van de kwaliteit van voedsel en water, alsook van de bevordering van de gezondheid van de wilde fauna en van de ecosystemen. In 2008 organiseerde het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) samen met het Wetenschappelijk Comité een internationaal colloquium over opkomende dierenziekten1. De bedoeling van het colloquium was om de risicobeheerders, wetenschappers, overheden, veehouders en dierenartsen beter bewust te maken van deze actuele problematiek. Vervolgens werd een informatiebrochure opgemaakt voor de veehouders met als doel informatie te verstrekken over de huidige toestand en de toekomstige verwachtingen in verband met opkomende dierenziekten en hen attent te maken op hun rol bij het voorkomen van deze ziekten of bij de inperking van de verspreiding ervan. Deze brochure werd ook verspreid onder alle dierenartsen. Met deze informatiebrochure ter attentie van de dierenartsen wenst het FAVV de praktijkdierenartsen te sensibiliseren voor de cruciale rol die zij spelen bij de opsporing van opkomende dierenziekten. Deze brochure verschaft praktische informatie over atypische klinische tekenen die een opkomende ziekte kunnen doen vermoeden en over de acties die kunnen ondernomen worden bij verdenking ervan. 1 De brochure en de presentaties van het colloquium zijn beschikbaar op de website van het FAVV (zie vermelding onderaan de brochure in de paragraaf “Verdere informatie nodig?”).
4
Inhoud Voorwoord
4
Inhoud
5
1.
Wat is een opkomende dierenziekte?
2.
Wat is de rol van de praktijkdierenarts
bij opkomende dierenziekten?
2.1 Bewaking en vroegtijdige detectie
6 12 13
2.1.1.
Aan welke atypische of onrustwekkende klinische tekenen of situaties
moeten praktijkdierenartsen aandacht besteden?
14
2.1.2. Aan welke risicofactoren moeten praktijkdierenartsen aandacht
besteden bij een bedrijfsbezoek?
16
2.2.
Vroegtijdige waarschuwing en informatiedoorstroming
18
2.2.1.
Waaruit bestaat het MoSS?
20
2.2.2.
Praktisch: hoe reageren in geval van het vaststellen
van onrustwekkende klinische tekenen of abnormale situaties
op de bedrijven?
22
2.3.
Bioveiligheid
24
3. Permanente opleiding en informatiewinning
26
3.1.
Permanente vorming
26
3.2.
Informatiebronnen
27
4.
Conclusies en kernboodschappen
28
Verdere informatie nodig?
30
5
1. Wat is een opkomende dierenziekte? • Een opkomende dierenziekte is een dierenziekte waarvan de incidentie (het aantal nieuwe gevallen van zieke dieren) significant stijgt in een bepaald gebied, in een bepaalde populatie van dieren en gedurende een bepaalde periode, en dat ongeacht de gewone seizoensgebonden variaties in het voorkomen van de ziekte.
Een nieuwe ziekte die wordt
Bovine spongiforme encep-
veroorzaakt door een voorheen
halopathie (BSE): de ziekte was
onbekend pathogeen agens.
onbekend vóór 1986.
Het aviaire influenza virus H5N1: de genetische eigenschappen van het hoogpathogene H5N1-virus veranderen Een ziekte veroorzaakt door
voortdurend. Het risico op
gemuteerde pathogene agentia,
insleep en epizoötie is voor
wat wijzigingen in de virulentie of
dit virus steeds aanwezig. Het
aanpassing aan nieuwe gastheren
pandemisch A/H1N1 influen-
veroorzaakt.
zavirus (2009) is een nieuw virus dat genen van virussen van varkens-, vogel- en humane influenza bevat, herschikt in een combinatie die tevoren nog nooit was vastgesteld.
6
Een ziekte die al bestaat in een
Blauwtong (Bluetongue): het
exotisch(e) land of streek en die
virus verspreidde zich in 2006
zich verspreidt naar een nieuw
in Noord-Europa terwijl dat
gebied waar zij vroeger niet
gebied vroeger vrij was.
voorkwam.
Q-koorts (Coxiella burnetii): Nederland kende sinds 2007 epidemieën van deze zoöno-
Een ziekte die endemisch voor-
tische ziekte. Ook in België is
komt in een bepaald gebied
Q-koorts eind 2009 actueel
maar waarvan de incidentie sterk
geworden alhoewel nog geen
toeneemt.
duidelijkheid bestaat of infectie door Coxiella burnetii in incidentie toeneemt bij mens als bij dier.
7
• Een dierenziekte met een risico
West-Nijlkoorts (West Nile
op opkomen is een ziekte die
fever): het virus is zoönotisch,
nog niet aanwezig is in een land,
komt voor in het zuiden van
maar wel al voorkomt in andere
Frankrijk, in Italië, in Roemenië,
landen en waarbij het risico op
in Hongarije en in Oostenrijk,
opkomen in eigen land op korte
en werd bij mensen, paarden
of langere termijn reëel is.
en vogels vastgesteld. Besnoitiose is aanwezig in het zuidwesten van Frankrijk.
Klassieke varkenspest: de ziekte is op dit ogenblik uitge• Een heropkomende dierenziekte
roeid in België maar het virus
of een dierenziekte met een ri-
blijft aanwezig in de everzwijn-
sico op heropkomen is een ziekte
populaties van onze buurlan-
die voorkwam in een bepaald
den. Deze toestand houdt een
gebied en werd uitgeroeid maar
voortdurende dreiging in om
opnieuw in dat gebied optreedt of
Belgische varkensbedrijven te
terug dreigt op te treden.
besmetten. Rundertuberculose te wijten aan Mycobacterium bovis circuleert in de wilde fauna in Frankrijk.
8
Voorbeelden hiervan zijn infecties door Hantavirussen bij knaagdieren, met inbegrip van
Het opkomen van ziekten geldt
als gezelschapsdier gehouden
zowel bij nutsdieren als bij gezel-
knaagdieren, infecties door
schapsdieren en in het wild levende
Cowpox virussen bij ratten,
dieren.
Rabiës bij gezelschapsdieren en vleermuizen, Tularemie (Francisella tularensis) bij wilde hazen.
Het opkomen van dierenziekten betreft zowel virale als bacteriële en parasitaire ziekten, zoals Parafilariose, Babesiose, Besnoitiose, hoewel er ook niet-infectieuze opkomende ziekten bestaan, zoals bijvoorbeeld intoxicaties, of ziekten waarvan de oorzaak nog onbekend is zoals bij bovine neonatale panleucocytopenie, of onbepaald is zoals atypische myopathie bij paarden. De laatste jaren kregen verschillende landen van de Europese Unie frequent te maken met opkomende dierenziekten, zoals bijvoorbeeld het H5N1 aviaire influenza A virus, het Blauwtong virus, het pandemisch A/H1N1 (2009) influenzavirus, parafilariose bij runderen, en recent Q-koorts.
9
De verandering van het klimaat, de globalisering van handel en transport, de intensieve dierlijke productiesystemen of gewoon de evolutie van de pathogene agentia zijn allen risicofactoren die in overweging moeten worden genomen voor het optreden van nieuwe ziekten of van ziekten die in onze streken in regel niet voorkomen. Vanwege de complexiteit van deze problematiek vormt het beheer van opkomende dierenziekten een echte uitdaging, zowel vandaag als in de toekomst. Ziekten met een potentieel risico op opkomen of heropkomen in onze regio op korte tot middellange termijn zijn bijvoorbeeld West-Nijlkoorts, Paardenpest, Riftdalkoorts, andere serotypes van het Blauwtong virus, door teken overgedragen ziekten, Leptospirose, Parafilariose, Besnoitiose, Leishmaniose, Tularemie, Klassieke Varkenspest, Mond- en klauwzeer, ziekte van Aujeszky, en Rundertuberculose. Deze ziekten kunnen grote gevolgen hebben zowel voor de volksgezondheid, de veiligheid van de voedselketen en de dierengezondheid, als voor de economische en sociale toestand van de veehouders.
10
ONE WORLD – ONE HEALTH Dierenziekten betreffen zowel dierengezondheid als volksgezondheid
Animals + Humans = One health http://www.one-health.eu/ee/en/ Alle actoren die te maken hebben met dierengezondheid, vooral de dierenartsen, hebben een rol te vervullen enerzijds bij de preventie van dierenziekten en anderzijds bij de vroegtijdige detectie en de bestrijding van ziekten zodra zij optreden.
11
2. Wat is de rol van de praktijkdierenarts bij opkomende dierenziekten? 1. Praktijkdierenartsen en veehouders zijn de eerste en meest essentiële actoren bij de bewaking van het optreden van opkomende dierenziekten. Aangezien zij dagelijks in contact komen met de dieren op bedrijven zijn zij immers de eersten die ongewone symptomen kunnen vaststellen en tijdig de noodzakelijke maatregelen kunnen treffen, voordat de ziekte zich verspreidt en een epidemie uitbreekt. De vroegtijdige detectie en diagnose van opkomende dierenziekten zijn erg belangrijk om snel te reageren, efficiënt te handelen en de schade van een eventuele epidemie zoveel mogelijk te beperken. 2. Praktijkdierenartsen spelen ook een sleutelrol in de informatiedoorstroming tussen veehouders en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). De centralisatie van de informatie laat toe om vroegtijdig nieuwe ontwikkelingen in ziekten te kunnen vaststellen en daarop gepast te kunnen reageren. 3. Praktijkdierenartsen vervullen ook een uiterst belangrijke rol bij het garanderen van een optimale bioveiligheid op de bedrijven.
12
2.1 Bewaking en vroegtijdige detectie Een vroegtijdige detectie en een snelle diagnose zijn sleutelelementen voor een efficiënt beheer van de opkomende dierenziekten. Een aantal opkomende dierenziekten zijn zeer besmettelijke ziekten die zich snel en over de grenzen heen verspreiden. Een snelle reactie en een vroegtijdige aanpak van de ziekte zijn van essentieel belang om: - de verspreiding ervan naar andere bedrijven te beperken en een epidemie te voorkomen, of de gevolgen ervan te beperken; - gepaste bestrijdingsmaatregelen toe te passen en daarover goed te kunnen communiceren; - de kostprijs, de moeilijkheid en de omvang van de bestrijding binnen de perken te houden en betere resultaten te behalen. Praktijkdierenartsen zijn, samen met de veehouders, de eerste-lijns actoren omdat ze de dieren op de bedrijven waarnemen en de aanwezigheid van atypische of onrustwekkende klinische tekenen of abnormale toestanden kunnen vaststellen.
13
2.1.1. Aan welke atypische of onrustwekkende klinische tekenen of situaties moeten praktijkdierenartsen aandacht besteden? De klinische benadering is essentieel voor de identificatie en opsporing van opkomende dierenziekten, en in het bijzonder deze waarvoor weinig biologische en epidemiologische gegevens en/of geen laboratorium diagnostische tests beschikbaar zijn. Deze klinische benadering moet beogen om een onderscheid te maken tussen de normale en de abnormale ziektetoestand of -evolutie. Een abnormale ziektetoestand of –evolutie wordt gedefinieerd als een klinisch beeld dat niet kan verbonden worden aan een bekende ziekte. Hierbij wordt de notie ingesloten van biologische diversiteit en van wijziging van de fysiologische, omgevings- en epidemiologische omstandigheden. De klinische uitdrukking van een bepaalde ziekte kan bijvoorbeeld verschillen al naargelang van de epidemiologische context : in een gebied waar een ziekte endemisch voorkomt, kan het ziektebeeld veel milder of verschillend zijn dan in het geval dezelfde ziekte opkomt in een vrij gebied. Andere factoren zoals het klimaat en de ecologie (type vectoren) kunnen ook van invloed zijn op het ziektebeeld van een ziekte. In punt 3 van de brochure (permanente opleiding) zijn links naar opleidingen van de klinische benadering van de dierenartsen weergegeven. Het is moeilijk om, in het kader van deze brochure, de onrustwekkende ziektetekenen weer te geven die specifiek zijn aan elke opkomende dierenziekte.
14
In veel gevallen zullen de onrustwekkende ziektetekenen vrij algemeen zijn, zoals:
• mortaliteit- en/of morbiditeitpercentage boven het normale niveau van het bedrijf; • koorts bij een groot aantal dieren; • ongewone toename van abortussen en/of van de neonatale en perinatale mortaliteit; • aanwezigheid van ongewone of nieuwe klinische tekenen (oedeem, hemorrhagieën, tremor, paralysen, ongewone letsels van huid of slijmvliezen, ulceratie, hypersalivatie, ongewoon gedrag, cardiale of respiratoire problemen, enz.) die voorkomen bij meerdere dieren van het bedrijf of op meerdere bedrijven; • abnormale daling van de eetlust, de dagelijkse gewichtsaanzet of van de melkproductie bij meerdere dieren; • ongewone sterfte bij in het wild levende dieren; • nerveuze stoornissen met name in periode van activiteit van vectorinsecten; • aanwezigheid van ziektetekenen bij een diersoort die gewoonlijk niet gevoelig is (overschrijding van de grens tussen soorten); • atypisch ziektebeeld voor een bekende ziekte; • ongunstige evolutie bij de gewone behandeling van een ziekte; • onverklaarbare verergering van klinische tekenen voor een bekende ziekte; • meerdere bedrijven die in een gebied gelijktijdig getroffen zijn.
Deze lijst is niet volledig. Al deze situaties vormen onrustwekkende tekenen wanneer klassieke etiologieën kunnen worden uitgesloten. 15
2.1.2. Aan welke risicofactoren moeten praktijkdierenartsen aandacht besteden bij een bedrijfsbezoek ? Hieronder zijn enkele voorbeelden van risicofactoren weergegeven die de aandacht van de praktijkdierenarts moeten trekken:
• het seizoen: in de periode van vectoractiviteit (teken, muggen, culicoïdes) bijvoorbeeld is de kans groter dat atypische klinische tekenen wijzen op de aanwezigheid van een opkomende vectorziekte; • recente aankoop van dieren die afkomstig zijn uit risicogebieden (zoals bijv. Roemenië voor equine infectieuse anemie bij paarden, UK voor tuberculose bij runderen)2 ; • geen of inefficiënte bioveiligheidsmaatregelen op een bedrijf, onvoldoende hygiëne; • in verband met de veranderingen van het klimaat: zachte winters en warme zomers; • extreme klimaatsomstandigheden in vergelijking tot de normale toestand; • periode met grote vochtigheid; • terugkeer uit het buitenland (risico op overdracht van zoönotische ziekten op dieren van het bedrijf ); • nabijheid/mogelijk contact met in het wild levende dieren; • intensieve dierlijke productie in de regio of grote bezetting op het bedrijf; • afwezigheid van vaccinatie; 2 Voor verdere informatie, zie de OIE website (http://www.oie.int/fr/fr_index.htm)
16
• bezoekers; • wijzigingen in oorsprong van voeder en/of water voor de dieren (bijvoorbeeld putwater, toegang tot open drinkplaatsen); • aanwezigheid van meerdere diersoorten in een bedrijf (overschrijden van barrière tussen soorten); • nieuws over bekende dreiging (bijvoorbeeld H1N1-virus, Q-koorts) in de regio of in de buurlanden; • nabijheid van broedplaatsen voor vectoren, bijvoorbeeld water (voor muggen); • meerdere getroffen bedrijven; • historiek van het bedrijf of van de regio. Bijvoorbeeld als een ziekte reeds is voorgekomen en dan is verdwenen, kan zij heropkomen. Deze lijst is niet volledig.
17
2.2. Vroegtijdige waarschuwing en informatiedoorstroming Een vroegtijdige waarschuwing en snelle informatiedoorstroming zijn sleutelelementen voor een efficiënt beheer van de opkomende dierenziekten. Opkomende dierenziekten zijn vaak besmettelijke ziekten die grote schade kunnen aanrichten als zij meerdere bedrijven of een hele regio treffen. Het is bijgevolg belangrijk dat men ze zo snel mogelijk kan inperken. Daarvoor kunnen er maatregelen worden getroffen door de praktijkdierenarts in samenwerking met het FAVV om die verspreiding van de ziekte buiten het bedrijf zoveel mogelijk te beperken. De dierenartsen spelen een rol van filter in het proces van informatiedoorstroming. Zij krijgen immers heel wat inlichtingen van de veehouders die dagelijks hun dieren observeren op bedrijfsniveau, en zij maken de relevante verdachte evoluties in de gezondheidstoestand van de dieren kenbaar aan het FAVV. Bij het vaststellen van onrustwekkende klinische tekenen van opkomende dierenziekten of abnormale situaties die kunnen wijzen op een opkomende ziekte, zoals bijvoorbeeld een toename van de mortaliteit-, morbiditeit- en/ of letaliteitspercentage in een bedrijf, neemt de dierenarts contact op met de Provinciale Controle Eenheid (PCE) van het FAVV met de oog op een onmiddellijke melding (Koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen). Het is dank zij deze snelle informatiedoorstroming dat het FAVV de beste kans krijgt om een beginnende epidemie efficient te beperken, voordat zij eventueel oncontroleerbare proporties aanneemt.
18
In de praktijk is een efficiënte werking van het netwerk “veehouder <–> dierenarts <–> FAVV <–> laboratoria” met optimale informatiedoorstroming van cruciaal belang bij de bestrijding van opkomende dierenziekten. In dit kader werd recent een webtoepassing ontwikkeld door het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (CODA) samen met het “Institut national de la recherche agronomique” (INRA, Frankrijk) met de bedoeling een vrijwillig communicatiekanaal te creëren tussen praktijkdierenartsen en experten: het MoSS (Monitoring and Surveillance System).
Informatiedoorstroming met betrekking tot opkomende dierenziekten AN D ER E
L AB OR ATOR IA
U N IVER S IT EIT EN CO DA
A R S IA - DGZ
PCE (FAV V )
MoSS
P R A K TIJK DIEREN A RTSEN Fi l tre
Fi l tre
Direct contact van de praktijk dierenartsen Contact tussen de andere medespelers van het netwerk
VE E HO UDE R S
19
Waaruit bestaat het MoSS? Het MoSS (Monitoring and Surveillance System) is een web toepassing (drietalig: Frans, Nederlands, Engels) die weldra geïmplementeerd zal worden, en die zal toelaten om vroegtijdig opkomende dierenziekten op te sporen en te identificeren. Deze toepassing zal voorbehouden zijn aan dierenartsen, na registratie en aanvraag van een toegangscode. Het gaat om een communicatiekanaal voor overdracht van gegevens over de ziekte toestand van de dieren tussen praktijkdierenartsen, veterinaire experten en gezondheidsautoriteiten. De dierenartsen zullen worden uitgenodigd de waargenomen atypische symptomen in te voeren en algemene informatie te verstrekken die een epidemiologische aanpak van de geobserveerde verschijnselen nadien toelaat. Het systeem is bruikbaar voor de rapportering van “ziektetekenen” bij alle diersoorten maar werd voornamelijk uitgewerkt voor nutsdieren. De registratie van een “atypische ziekte” via het MoSS omvat drie mogelijke toepassingen: 1. voor de ziekten met een totaal onbekend klinisch symptomenbeeld, 2. voor de gekende ziekten maar waarvan de symptomen een alarmerende intensiteit vertonen 3. voor de ziekten die op de gewone behandeling niet gunstig reageren. Dankzij het MoSS zal de aanwezigheid van clusters van gelijkaardige atypische ziektetekenen door de dierenartsen geografisch kunnen bekeken worden, met behoud van de vertrouwelijkheid van de informatie. De website zal later aangevuld worden met een module voor vergelijking met ziekten van de OIE lijst, een module voor vergelijking met door het 20
systeem reeds geïdentificeerde ziekten, en met een discussieforum tussen experten van ARSIA, DGZ, de diergeneeskundige faculteiten (UGent, ULg), het FAVV en de praktijkdierenartsen (zie figuur), zo dat de dierenartsen voordeel zullen kunnen halen uit expert adviezen.
Het gebruik van het MoSS zal op vrijwillige basis gebeuren. Deze toepassing zal geenszins de verplichte procedure voor melding van verdenking van besmettelijke ziekten, van opkomende ziekten en van zoönosen aan de PCE’s van het FAVV vervangen.
www.moss.be MoSS : Notificaties via de website en real-time analyse Dierenarts merkt een atypisch geval op Gediagnosticeerde ziekte die niet reageert op standaard behandeling Gediagnosticeerde ziekte met veronstrustende
www.moss.be Online reporting
1. Rapportering Formulier • spatio-temporele localisatie • symptomen
symptomen
• epidemiologie
Combinatie van atypische
• potentiële risicofactoren
symptomen
• fotos, videos
Experten Netwerk 3. Communicatie Forum Communicatie middel tussen experten en dierenartsen om: • informatie te delen over het geval en zijn evolutie
Dierengezondheidslabos Onderzoekscentra
Universiteiten
Gezondheidsautoriteiten Internationale Experten
Groepen van gelijkaardige notificaties via een oplopende hierarchische classificatie; volgens criteria:
• adviseren over behandelingen (expert) • laboratorium resultaten communiceren (dierenarts)
• klinische symptomen
• snelle identificatie van de oorzaak • ad hoc behandeling • ad hoc controle programma
2. Analyse Cluster detectie
• diersoort
Voor elk nieuwe cluster:
• spatio-temporele verspreiding
Selectie van experten volgens: Eén expert-leader per cluster
• domein van expertise • moedertaal • geografische nabijheid
21
Detectie van een nieuw cluster Alert signaal
2.2.2 Praktisch: hoe reageren in geval van het vaststellen van onrustwekkende klinische tekenen of abnormale situaties op de bedrijven? Veehouder of eigenaar
Praktijkdierenarts
filter
Onrustwekkende klinische tekenen of abnormale situatie (verdenking van nieuwe of opkomende ziekte), zoals bijvoorbeeld een ongewone stijging van de morbiditeit en/of de mortaliteit
Gegevens invoeren in MoSS
of Verdenking van besmettelijke en/of aangifteplichtige ziekte of Verdenking van ziekte die weerslag kan hebben op de volksgezondheid (zoönose)
De PCE* contacteren
Monsters nemen volgens instructies van de PCE
De medewerkers van de PCE zullen extra monsters nemen en de verdenking verder onderzoeken. Zij stellen u in kennis van de diagnose en van het verdere verloop.
Monsters versturen naar peillaboratoria: DGZ* of ARSIA*, het Nationaal Referentielaboratorium (CODA* of ander), volgens de instructies van de PCE
* U vindt de gegevens van de PCE’s, het CODA, de ARSIA en de DGZ achteraan de brochure Bij de PCE bestaat er een telefonische wachtdienst.
22
In geval van een nieuw opkomende ziekte is laboratoriumonderzoek, indien beschikbaar, vaak noodzakelijk teneinde de diagnose te kunnen stellen, te meer daar de onrustwekkende klinische tekenen slechts in zeldzame gevallen pathognomonisch zijn. Het schema geldt niet enkel voor nutsdieren. Opkomende ziekten kunnen ook voorkomen bij (nieuwe) gezelschapsdieren en bij in het wild levende dieren (bijvoorbeeld Rabiës, Hantavirose, Tularemie, Leptospirose). De dierenartsen die een opkomende ziekte verdenken bij een dier, waar die zich ook bevindt, moeten deze snel mogelijk signaleren aan de PCE van de provincie waar de verdenking heeft plaatsgevonden.
23
2.3. Bioveiligheid Praktijkdierenartsen dragen een grote verantwoordelijkheid bij het verhinderen of beperken van de overdracht van besmettelijke ziekten tussen bedrijven. Verhinderen van introductie van pathogene agentia in de bedrijven De praktijkdierenartsen zijn de meest geschikte personen om veehouders advies te geven over bioveiligheid met het oog op de preventie van introductie van pathogene agentia in de bedrijven. Voorbeelden van bioveiligheidsmaatregelen die door de veehouders toe te passen zijn werden beschreven in de brochure bestemd voor de veehouders (zie verder in “Verdere informatie nodig?”). Er moet vermeden worden dat pathogene agentia door praktijkdierenartsen overgedragen worden tussen verschillende bedrijven of verschillende dieren. Hieronder zijn enkele voorbeelden van specifieke bioveiligheidsmaatregelen weergegeven: • handen wassen met een ontsmettingsmiddel voor en na elk bezoek, tussen de manipulaties van verscheidene dieren of van dieren van verschillende loten; • de voetbaden gebruiken bij de ingang en uitgang van elke stal; • bedrijfseigen materiaal voor het in bedwang houden van de dieren gebruiken of deze wassen en desinfecteren tussen elk gebruik; dit geldt ook voor het materiaal voor diagnostisch gebruik; • een nieuwe injectienaald gebruiken voor elk dier, zelfs als het gaat om dieren van éénzelfde bedrijf of van éénzelfde lot; • de wagen kan ook een mechanische vector zijn van sommige pathogene agentia, het wordt aanbevolen deze op een speciaal daarvoor voorziene plaats te parkeren, liefst zo ver mogelijk van de stallen of nog beter buiten het bedrijf; • bedrijfseigen kledij of wegwerpschorten dragen. 24
In geval van (verdenking van) besmettelijke ziekte: beperken van overdracht tussen bedrijven “Niets naar binnen – niets naar buiten” In geval van (verdenking van) besmettelijke dierenziekte moeten volgens ziekte- en type houderij- specifieke bioveiligheidsmaatregelen genomen worden. Hetis onmogelijk om deze specifieke bioveiligheidsmaatregelen in deze brochure te beschrijven. Hieronder zijn enkel voorbeelden van algemene bioveiligheidsmaatregelen die door de dierenarts aan te raden zijn aan de veehouder, wanneer een besmettelijke ziekte optreedt, dit om de verspreiding ervan te beletten: • indien mogelijk, zieke dieren afzonderen om te vermijden dat de ziekte wordt overgedragen op andere dieren ; • het transport van dieren binnen en buiten het bedrijf vermijden; • de stallen reinigen en desinfecteren met erkende producten van zodra het mogelijk is; • verbieden van niet professionele bezoeken; • introductie van nieuwe dieren vermijden; • vermijden dat transportmiddelen en materiaal het bedrijf verlaten; • vermijden dat dierlijke producten, zoals de mest, het bedrijf verlaten; • de kadavers onmiddellijk isoleren op een plaats die niet toegankelijk is voor andere dieren en ongedierte (zoals knaagdieren), in afwachting van het bezoek van de dierenarts van de PCE die specifieke procedures zal hanteren om een verdere verspreiding van de ziekte te vermijden.
25
3. Permanente opleiding en informatiewinning 3.1. Permanente opleiding Het regelmatig volgen van een opleiding is zeer belangrijk voor de praktijk dierenartsen. Hierdoor neemt hun expertise toe, en wordt hun waakzaamheid behouden op evoluties van de epidemiologische toestand van dierenziekten in eigen land en in de buurlanden.
• Permanente opleiding voor dierenartsen: • Formavet: www.formavet.be • Instituut voor permanente vorming (IPV) van de Universiteit Gent: http://www.ipv-dgk.ugent.be/v2/pages/home/
• De universiteit van Luik biedt elk jaar een opleiding in infectiologie en epidemiologie van de opkomende dierenziekten aan in de vorm van modules. Het opleidingsprogramma kan worden ingekeken op www. formavet.be.
26
3.2. Informatiewinning Hieronder volgen enkele links naar nuttige websites om de kennis op het gebied van opkomende dierenziekten bij te werken: • Website van het FAVV > beroepssectoren > dierlijke productie: http://www.favv-afsca.fgov.be/dierlijkeproductie/ • DGZ (http://www.dgz.be/) en ARSIA (http://www.arsia.be/) websites • CODA (http://www.var.fgov.be/) website • Wereldorganisatie voor dierengezondheid (OIE): • waarschuwingen en sanitaire informatie: http://www.oie.int/fr/fr_index.htm • technische fiches van besmettelijke dierziekten: http://www.oie.int/fr/maladies/fr_alpha.htm?e1d7 • MoSS website: technische fiches (fact sheets) ter beschikking vanaf 2011 • ProMED-mail: elektronisch rapporteersysteem voor gevallen van infectieuze ziekten: http://www.promedmail.org/pls/apex/f?p=2400:1000 • Eurosurveillance: http://www.eurosurveillance.org/ • Technische fiches van de Iowa State University: http://www.cfsph.iastate.edu/DiseaseInfo/factsheets.php
27
4. Conclusies en kernboodschappen De aanwezigheid van atypische klinische tekens of situaties Praktijkdierenartsen spelen een
moet de aandacht van de die-
belangrijke rol in de bewaking
renarts trekken. Hij waarschuwt
en de vroegtijdige detectie van
zijn PCE zodat zo snel mogelijk
opkomende dierenziekten.
een diagnose kan worden gesteld en gepast kan worden gereageerd.
Opkomende ziekten treffen
Elke ongewone stijging van de
niet alleen nutsdieren. Ook
morbiditeit en/of de mortaliteit
gezelschapsdieren, in het wild
in een bedrijf worden aan de
levende dieren en dieren in die-
PCE gemeld.
rentuinen, etc. kunnen hierbij ook betrokken zijn.
28
De dierenartsen kunnen
Snelle informatiedoorstroming
vrijwillig deelnemen aan de
is van het grootste belang om
MoSS webtoepassingen en
een eventuele epizoötie snel
de gegevens over atypische
te kunnen afbakenen, voordat
en onrustwekkende klinische
zij oncontroleerbare proporties
tekenen invoeren. Zo blijven
aanneemt.
zij op de hoogte van gelijkaardige situaties en van mogelijke diagnoses. Als een alarmpeil wordt bereikt kunnen opkomende ziekten snel worden
Aarzel niet om bij twijfel
opgespoord.
contact op te nemen met de PCE van uw provincie. Daar zijn dierenartsen beschikbaar die u nuttige informatie kunnen verschaffen over de aanpak van opkomende dierenziekten.
Bioveiligheid is zeer belangrijk, zowel om de introductie van ziekten in een bedrijf te vermijden als om verspreiding van ziekten tussen bedrijven te
Permanente opleiding is van
beperken. De praktijkdierenart-
essentieel belang, net als het
sen zijn de personen bij uitstek
blijven opvolgen van de actuali-
om advies te geven aan de
teit op het gebied van veteri-
veehouders. Ze hebben ook een
naire epidemiologie (in België
directe rol te spelen.
voorkomende ziekten, ziekten met risico op opkomen, enz.).
29
Verdere informatie nodig? • FAVV AC Kruidtuin - Food Safety Center, Kruidtuinlaan 55, B-1000 BRUSSEL www.favv.be • De brochure van het colloquium is beschikbaar op de website van het FAVV > Wetenschappelijk Comité > publicaties > brochures > Emerging animal diseases: from Science to Policy (international Colloquium) http://www.favv.be/wetenschappelijkcomite/publicaties/emerginganimal-diseases.asp. De brochure is ook verkrijgbaar via
[email protected] De presentaties van het colloquium zijn beschikbaar op de website van het FAVV > Wetenschappelijk Comité > Workshops > Emerging Animal Diseases: from Science to Policy http://www.favv-afsca.fgov.be/wetenschappelijkcomite/workshops/ • De informatiebrochure voor veehouders over opkomende dierenziekten is beschikbaar op de website van het FAVV > Publicaties > Thematische publicaties > Dierlijke productie > Opkomende dierenziekten: informatiebrochure voor veehouders http://www.favv.be/thematischepublicaties/opkomende-dierenziekten.asp • De informatiebrochure voor dierenartsen over opkomende dierenziekten is beschikbaar op de website van het FAVV > Wetenschappelijk Comité > Publicaties > Brochures > Opkomende dierenziekten: informatiebrochure voor dierenartsen http://www.favv-afsca.fgov.be/wetenschappelijkcomité/publicaties/
30
• Provinciale controle-eenheden (PCE) van het FAVV: Telefonisch contact nemen met de PCE is altijd te verkiezen omdat er een bewakingssysteem bestaat tijdens het weekend en op feestdagen. Via mail contact nemen kan meer tijd kosten. PCE Antwerpen Italiëlei 124 Bus 92 B-2000 ANTWERPEN Tel. + 32 3 202 27 11 - 0478/87.62.19
[email protected] PCE Vlaams-Brabant Greenhill campus Interleuvenlaan 15 blok E Researchpark Haasrode 1515 B-3001 LEUVEN Tel. + 32 16 39 01 11 - 0478/87.62.17
[email protected] PCE Brussel AC Kruidtuin - Food Safety Center, Kruidtuinlaan 55, B-1000 BRUSSEL. Tel. + 32 2 211 92 00 - 0478/87.62.22
[email protected] PCE Waals-Brabant Espace cœur de ville 1, 2ème étage , B-1340 OTTIGNIES Tel.+32 10 42 13 40 – 0478/87 62 16
[email protected]
31
PCE West-Vlaanderen AIPM Koning Albert I laan 122 B-8200 BRUGGE. Tel. + 32 50 30 37 10 - 0478/87.62.21
[email protected] PCE Oost-Vlaanderen Zuiderpoort - Blok B 10de verd. Gaston Crommenlaan 6 / 1000 B-9050 GENT. Tel. + 32 9 210 13 00 - 0478/87.62.20
[email protected] PCE Henegouwen Avenue Thomas Edison 3 B-7000 MONS. Tel. + 32 65 40 62 11 - 0478/87.62.15
[email protected] PCE Luik Boulevard Frère Orban 25 B-4000 LIEGE. Tel. + 32 4 224 59 11 – 0478/87.62.13
[email protected] PCE Limburg Kempische Steenweg 297 bus 4 B-3500 HASSELT. Tel. + 32 11 26 39 84 - 0478/87.62.18
[email protected] PCE Luxemburg Rue du Vicinal 1 - 2ème étage B-6800 LIBRAMONT. Tel. + 32 61 21 00 60 - 0478/87.62.12
[email protected] 32
PCE Namen Chaussée de Hannut 40 B-5004 BOUGE. Tel. + 32 81 20 62 00 – 0478/87.62.14
[email protected] • Gegevens van de diergeneeskundige faculteiten Diergeneeskundige faculteit van de Universiteit van Luik Adres: 20, Boulevard de Colonster, 4000, Liège (Sart Tilman) Algemeen contact: +32 (0)4 366 42 63 (Secretariaat van het Departement van infectieuse en parasitaire ziekten) Algemene website: http://www2.ulg.ac.be/fmv/ Vakgroepen (bevat, per vakgroep, namen en telefoon nummers van te contacteren personen): http://www2.ulg.ac.be/fmv/dept.htm Diergeneeskundige faculteit van de Universiteit van Gent Adres: Salisburylaan 133, Merelbeke Algemeen contact: +32 (0)9 264 75 03 Algemene website: http://www.ugent.be/di/nl Vakgroepen (bevat, per vakgroep, namen en telefoon nummers van te contacteren personen): http://www.ugent.be/di/nl/faculteit/departments2.htm
33
• Gegevens van de laboratoria CODA (Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie) http://www.var.fgov.be/index.php?option=com_content&view=frontpage&I temid=263&lang=nl Gegevens voor het sturen of afgifte van de stalen en kadavers: de monsters moeten vergezeld zijn van het ingevulde aanvraagformulier (http://www.var. fgov.be/components/com_analyseveto/pdf/aanvraagCODA_Ukkel.pdf ) Groeselenberg 99 in 1180 Brussel Tel: 02/379.04.00 - Fax (dispatching): 02/379.06.64 – email:
[email protected] ARSIA (Association Régionale de Santé et d’Identification Animales) http://www.arsia.be/ Gegevens voor het sturen of afgifte van de stalen en kadavers: Ciney: 2, allée des Artisans te 5590, Ciney – Tél : 083/23 05 18 - Fax: 083/23 05 19 – email :
[email protected] Loncin: 40, Avenue Alfred Deponthière, 4431, Loncin – Tél : 04/239 95 00 - Fax: 04/239 95 01 – email :
[email protected] Mons: 2, Drève du Prophète, 7000, Mons él : 065/32 88 60 - Fax: 065/32 88 61 – email :
[email protected] DGZ (Dierengezondheidszorg Vlaanderen)
34
http://www.dierengezondheidszorg.be/ Gegevens voor het sturen of afgifte van de stalen en kadavers: www.dierengezondheidszorg.be > Laboratorium > Loketten en Ophaaldiensten Tel: 078/05 05 24 – Fax: 078/05 24 24 – email:
[email protected] Drongen: 1, Deinse Horsweg te 9031, Drongen Lier: 167, Hagenbroeksesteenweg te 2500, Lier Torhout: 29, Industrielaan te 8820, Torhout
35
OPKOMENDE
DIERENZIEKTEN INFORMATIEBROCHURE VOOR DIERENARTSEN
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AC-Kruidtuin - Food Safety Center Kruidtuinlaan 55, 1000 Brussel www.favv.be -
[email protected]