Diefstalpreventie Retailketens Bent u leidinggevende in een retailketen of bent u de lokale zaakvoerder? Dan lijkt veiligheid de normaalste zaak ter wereld. Maar toch hebt u het gevoel dat uw personeel en/of klanten schrik voor diefstal of een overval hebben? Dan kunt u het best snel ingrijpen vooraleer uw klanten ergens anders gaan shoppen. Met onderstaande preventietips helpen we u alvast een eind op weg.
In onderstaande omgekeerde piramide vindt u 6 lagen. De 2 bovenste lagen wijzen u op bewustmaking en herkenning. De 4 onderste lagen omschrijven uw planmatige aanpak. Hierin zijn meerdere partijen betrokken. Schuif de verantwoordelijkheid dus niet naar andere partijen of verschuil u niet achter redenen die er niet echt toe doen. Bijvoorbeeld: • ‘De politie doet niets.’ • ‘Ik heb een alarm en camera’s geplaatst, meer kan ik niet doen.’ • ‘Als ze willen, kunnen ze altijd binnen.’ • ‘Als je met personeel werkt, wordt er altijd wel iets gestolen.’
Betrokken partijen zijn: • Uitbater(s) • Klanten (klanten mijden handelszaken die meerdere malen het slachtoffer waren van een diefstal en/of een overval) • Personeel • Elke diefstal betekent tijdverlies en veel administratie
Bewust maken Herkennen Ontmoedigen Controleren Corrigeren Reageren De meeste tijd en het meeste werk zullen naar de bovenste 2 lagen gaan. Maar u mag veiligheid zeker niet onderschatten.
1. Preventie start vóór de openingsuren Attitudes • Als uitbater weet u wie opent en sluit. Volg hierbij een op voorhand uitgeschreven procedure. • Vermijd het principe ‘Wie eerst arriveert, opent de zaak’, beperk het personeel dat opent en sluit, beperk de sleutels in omloop. • Gebruik eerder toegangsbadges dan sleutels. • Laat uw kluizen zo vaak mogelijk gesloten en hang de sleutels ervan niet in hetzelfde lokaal. • Kluizen zijn het best niet zichtbaar voor de klanten. • Plaats uw kluizen in een ruimte die voorzien is van een alarmdetector en een toegangscontrole in de vorm van badges. • De lokalen die niet voor de klanten bestemd zijn, kunt u beschermen met een toegangscontrole, liefst met badges, liever niet via een code. • Laat uw personeelslockers steeds gesloten, buiten en tijdens de openingsuren.
Preventie versus personeel en leveranciers • • • • • • •
Uw personeel hoeft niet de routine te kennen aangaande het beheer van cashgelden. Deel hun mee dat er tijdens de sluitingsdagen geen cash aanwezig is. Deel geen vertrouwelijke info als dit voor de werking van het bedrijf niet nodig is. Laat de kluizen tijdens de openingsuren gesloten. Het is niet aangeraden dat personeel en/of leveranciers weten wat er zich in uw kluis bevindt. Laat uw leveranciers enkel leveren als er minstens 1 personeelslid aanwezig is. Houd persoonlijke afstand tegenover uw vaste leveranciers. Doorbreek routines bij de leveringen en bouw controles in.
Plaats van diefstalgevoelige voorwerpen • Belkaarten en sigaretten horen thuis op een zichtbare plaats en in de buurt van de kassa. Gsm’s en fototoestellen kunt u het best in gesloten (glazen) kasten plaatsen en sigaretten in specifieke automaten. • Zorg ervoor - in de mate van het mogelijke - dat de geldkassa niet bereikbaar is voor de klanten. Maak dat de caissières een overzicht op de zaak hebben. • Installeer de kassa’s in het zicht van de looproutes in de winkel. Hierdoor hebben de medewerkers en het management zicht op hun collega’s en ook op het winkelend publiek. • Gebruik bij de inrichting van de zaal zachte en rustgevende kleuren.
Communicatieprocedure met het personeel • • • • •
Bespreek vooraf welke positie het personeel in de winkel inneemt bij een hold-up. Maak het personeel duidelijk dat een propere en een niet-volgepropte winkel de gelegenheidsdief afschrikt. Spreek uw personeel aan op onveilig gedrag, communiceer duidelijk. Maak met elk personeelslid afspraken op maat, de magazijnier (goederenbeheer) hoeft niet dezelfde informatie te krijgen als de caissière (geldbeheer). Iemand gezien die de dag voordien in de winkel was en niets kocht? Licht het personeel hierover in. Het is mogelijk een knipperlicht, iemand die u maar beter in het oog houdt.
Een knipperlicht is bijvoorbeeld iemand die de dag voordien in de winkel was en niets kocht. Hoe herkent u zo’n knipperlicht? a) Hij/zij is overdreven vriendelijk. b) Hij/zij gedraagt zich onhandig. c) Hij/zij loopt doelloos door de winkel, kijkt veel rond. d) Hij/zij schenkt geen aandacht aan de producten, maar wel aan de omgeving. e) Hij/zij blijft op niet evidente plaatsen stilstaan. + Iemand die een grote aankoop deed staat een dag later al vóór de openingsuren voor de ingang (dieven slaan toe tijdens de drukke momenten). + Waarschuw via de intercom ‘mijnheer X wordt aan de kassa gevraagd’, waarbij de naam een fictieve naam is maar voor het personeel wordt het duidelijk dat er iets loos is.
2. Preventie tijdens de openingsuren Preventiemaatregelen • Begeleid klanten die naar het toilet vragen. • Laat de caissières extra beschadigde verpakkingen controleren. • Wees dubbel op uw hoede als het erg druk is in uw zaak. Vooral dan proberen klanten met minder goede bedoelingen wel eens vals geld uit te geven of iets mee te graaien. • Controleer (aan de hand van een checklist) of er geen voorwerpen voor de detectoren geplaatst werden. • Wees waakzaam naar de veiligheidsdeuren toe (tip: via checklist). • Toon duidelijk aan dat uw uitbating beveiligd is, d.w.z. afficheer de wettelijke vereisten aangaande camerabewaking overal duidelijk met pictogrammen, wijs op het afromen van kassa’s, afficheer dat elke poging tot en/of winkeldiefstal gerechtelijk zal worden vervolgd … • En heel belangrijk, als zaakvoerder geeft u steeds het goede voorbeeld.
Knipperlichten aan de supermarktkassa • Controleer wat onder de bierbak zit. • Wees alert voor ruiltrucs: een klant koopt enkele goederen op dag 1, op dag 2 komt hij terug met de kassabon, hij neemt in de winkel een ongeopende doos, gaat naar de kassa en vraagt zijn geld terug. • Wees alert met goederen ‘afhalen’: iemand pikt een kassabon op van een andere klant en komt dan met de vraag om de goederen te laten passeren aan de kassa. • Open kartonnen dozen waar drank in zit, flessen kunnen zijn verwisseld. • Elimineer vluchtwegen voor stelende klanten, laat ze door een trechter aan de kassa’s passeren beveiligd met detectoren. • Laat de caissière bij geldteruggave de bankbiljetten zo uitspreiden dat de klant niet kan zeggen dat er te weinig geld werd teruggegeven.
Winkeldiefstal en dan? U betrapt een winkeldief op heterdaad. Wat mag u doen? En wat zeker niet? Zorg dat uw personeel op de hoogte is van zijn rechten en plichten. Leid hen op in diefstalpreventie.
Rechten en plichten, een kort overzicht. Wat mag u en uw personeel niet doen bij een klant? • Zelf tassen onderzoeken. • Fouilleren van de verdachte. • Een verdachte naar de politie begeleiden. • Huiszoekingen en inbeslagnames. • De vrijwillige teruggave van gestolen goederen voorstellen. • Administratieve boetes eisen of arbeid opleggen. • Geweld gebruiken: u mag zich wel met evenredige middelen verdedigen, bij een aanval met persoonlijk geweld (wettige zelfverdediging). Wat mag er wel? • U mag vragen of u de inhoud van de tas mag zien. • Samen wachten op de politie zonder dat verdachte opgesloten wordt. • Vrijwillige teruggave of betaling van de gestolen goederen. • Schriftelijk tot een onderling akkoord komen. • U verdedigt zich recht evenredig bij agressie (wettige zelfverdediging).
Waarom is het belangrijk elke winkeldiefstal aan te geven? U geeft de politiediensten dan informatie die van groot belang is. U helpt hen zo om: • Gestolen goederen terug te vinden en te recupereren, en uw schade te vergoeden. • Acties te organiseren op bepaalde plekken, zoals een verscherpt toezicht. • Verbanden te leggen tussen winkeldiefstallen, en rondtrekkende bendes of daders te identificeren. Uw aangifte van een winkeldiefstal helpt dus ook bij: • de mogelijke vergoeding van uw schade; • het leggen van verbanden tussen verschillende aangiftes. Dit kan leiden tot planning van acties op het terrein. Wat met uw diefstalverzekering? Naast dringende beveiligingsmaatregelen die nodig zijn na een inbraak in uw gebouwen, neemt u het beste contact op met uw verzekeraar in het licht van een eventuele schadeloosstelling. We herinneren eraan dat de wet zegt dat diegene die een klacht wegens diefstal indient bij zijn verzekeraar, en zijn recht op de contractuele schadevergoeding wil doen gelden, ook moet zorgen voor bewijzen van de diefstal. Het is dus niet voldoende te verklaren dat u bent bestolen, u moet het ook nog kunnen bewijzen. Vaststelling door de politie vormt het meest evidente bewijs, maar is niet altijd mogelijk. Een diefstal op straat laat bijvoorbeeld niet altijd sporen na en kan dus niet door de politie worden vastgesteld. In dat geval is het nuttig een getuige te hebben bij het indienen van een klacht.
3. Preventie tijdens de sluitingsuren • Vermijd dat voorwerpen als rondslingerende paletten, ladders en containers een inbraak vergemakkelijken. • Bij het opstellen van de sluitingsprocedure moet u aandacht schenken aan de sectionaalpoorten. Deze poorten kunt u beschermen met ofwel: - een staaf in de rails; - een extra veiligheidshangslot met korte beugel; - liefst horizontale metalen staven achter de plexiglassegmenten; - een elektromotor blokkeert het opheffen. • - - - - - - - - - -
Goed gebruik van een alarm Houd uw gebruiksaanwijzing goed bij, lees ze vooraf en herlees ze af en toe eens. Tip = leg ze op de CCS-kast. Als u het alarm in werking stelt, zorg dan dat alle beschermde lokalen goed gesloten zijn, zowel deuren als ramen. Let op met het activeren van het alarm tijdens een stroomonderbreking (deze mag niet te lang duren, anders gaat de noodbatterij in werking en iets later het alarm). In het geval van een PAC: geef wijzigingen van gsm-nummers door aan de meldkamer. Zorg dat u hun telefoonnummer kent en uw identificatiecode. Leef de wettelijke bepalingen na en vermijd vals alarm. Laat het alarm jaarlijks controleren en doe een beroep op een erkende installateur. Licht bij ingebruikneming de lokale politie in en houd het gebruikersboekje ter beschikking. Neem contact op met uw installateur bij verbouwingen of interieurwijzigingen. Regel met de alarmcentrale een afspraak over de manier waarop u hen bericht als u een fout maakt bij het in- of uitschakelen.
Voor meer veiligheidstips, surf naar www.baloise.be.
www.baloise.be Baloise Belgium nv – Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenr. 0096 met FSMA-nr. 24.941 A Maatschappelijke zetel: City Link, Posthofbrug 16, 2600 Antwerpen, België – Tel.: +32 3 247 21 11 Zetel: Marsveldstraat 23, 1050 Brussel, België – Tel.: +32 2 773 03 11
[email protected] – www.baloise.be – RPR Antwerpen – BTW BE 0400.048.883 – IBAN: BE31 4100 0007 1155 – BIC: KREDBEBB Baloise Insurance is de handelsnaam van Baloise Belgium nv.
B4700.MAR.06.15
Uw veiligheid, onze zorg.