DIABETES In dit artikel wil ik onze pancreas of alvleesklier belichten. Wanneer ik de naam van dit orgaan hoor, komt onmiddellijk de associatie met suikerziekte of diabetes naar boven. Waar deze ziekte in het verleden eerder zeldzaam was, blijkt het helaas in onze tijd meer regel dan uitzondering te zijn. Als je nog geen cliënt met diabetes op afspraak hebt gehad, dan zal je die hoogstwaarschijnlijk in de toekomst nog wel op je behandeltafel krijgen. Laten we ons daarom eens buigen over deze ziekte en op die manier onze alvleesklier ook beter begrijpen. Even heel beknopt ons geheugen opfrissen: De pancreas heeft een exocriene en een endocriene functie. De exocriene functie wordt door de acinicellen uitgevoerd. Deze cellen produceren spijsverteringssappen die in de twaalfvingerige darm worden geloosd. De bekende eilandjes van Langerhans nemen de endocriene functie voor hun rekening. Deze kliertjes maken onder meer twee hormonen aan die een essentiële rol spelen bij de suikerstofwisseling: glucagon en insuline. Zij zorgen ervoor dat het bloedsuikergehalte in ons lichaam in evenwicht blijft. Als het bloedsuikergehalte te laag is, produceren de eilandjes van Langerhans het hormoon glucagon dat de opgeslagen suikers (glycogeen) in de lever omzet in glucose hetgeen het suikergehalte in het bloed weer doet toenemen. Als het suikergehalte in het bloed verhoogt (bijvoorbeeld na de maaltijd), dan wordt er meer insuline aangemaakt en in het bloed geloosd. Via de bloedcirculatie bereikt de insuline alle lichaamscellen en dit hormoon zorgt ervoor dat de celmembranen zich openen zodat de cellen de suiker uit het bloed kunnen opnemen. De insuline kunnen
we dan zien als een sleutel die in de sloten van de deurtjes in de celmembranen past.
Suikerziekte type 1 en 2 Er bestaan twee typen van diabetes: - In type 1 atrofiëren de betacellen in de eilandjes van Langerhans en wordt er geen insuline in het lichaam meer aangemaakt. Er komen dus geen sleutels meer om in de sleutelgaten van de celdeuren te steken. Bijgevolg blijft de suiker in het bloed (verhoogde bloedsuikerspiegel). - In type 2 zijn de cellen eveneens ontoegankelijk voor de glucose en het resultaat is hetzelfde als in type 1: de glucose blijft in het bloed. Maar in dit type is er sprake van een andere oorzaak: de receptoren in de celmembranen bieden weerstand tegen de insuline in het bloed. Er zijn dus wel sleutels (insuline) maar de sleutelgaten zijn verstopt en bijgevolg kunnen de sleutels er niet in om het slot open te draaien. Type 1 kan je met één woord een sleutelziekte noemen, en type 2 een slotziekte.
Het programma van suikerziekte ontcijferen Herinner je nu mijn vorige artikel over de superorganen dat in een eerdere Dura is verschenen. Daarin schreef ik over een nieuwe visie waarin gesteld wordt dat elke ziekte, en dus ook suikerziekte, het gevolg is van een conflict. Wat houdt het conflict in geval van diabetes dan precies in? Wat is de gemeenschappelijke factor die we bij elke diabeticus in zijn/haar leven of in zijn/haar geschiedenis terug vinden, wanneer we het trauma dat aanleiding gaf tot diabetes onderzoeken?
Suikerziekte type 2 Bij elk conflict hoort een sleutelwoord. In het geval van diabetes type 2 is dat ‘weerstand’. De hersenen van een diabeticus hebben ooit naar aanleiding van één of meerdere nare ervaringen in het verleden besloten dat het gevaarlijk is om zoetigheid in de cellen toe te laten. De vraag die we bij de zoektocht naar deze specifieke ervaringen dienen te stellen is de volgende: “Wanneer en hoe werd de persoon ooit met zoete beloftes of zelfs letterlijk met snoep en lekkernij gelokt en vervolgens verraden, bedrogen of gemanipuleerd?” Het begrip zoetigheid dienen we hierbij zeer ruim te nemen. Zoek dus bij diabetici type 2 wat zij in hun leven hebben laten binnenkomen, dat ze niet gewild hadden maar dat door zoetigheid als lokmiddel toch gebeurd is. Hierdoor associeert deze persoon onbewust zoet met pijn. Zijn/haar celmembranen blokkeren de toegang tot zoetigheid. Om die pijn niet meer mee te maken zegt hij/zij ‘neen’ tegen alles wat hij/zij met zoet associeert. En deze ‘neen’ zet zich door tot in de biologie, tot in de cellen. De celreceptoren laten zich niet meer penetreren door insuline. Samengevat kunnen we dus het conflict van suikerziekte als volgt omschrijven: “ik heb een weerstand moeten ontwikkelen omdat ik op het moment van het trauma die weerstand niet heb kunnen bieden, waardoor mijn integriteit op één of andere manier werd beschadigd”. Wanneer de diabeticus type 2 de aanleiding van zijn/haar weerstand gevonden heeft, kan hij/zij via traumawerk, rouwprocessen, vergevingswerk, meditatie, visualisatie, SER, etc., zijn/haar programma proberen te lossen en zijn/haar hersenen duidelijk maken dat het nu niet meer gevaarlijk is om zoetigheid in de cellen toe te laten. Er zijn diabetici die zo genezen zijn. Er zijn veel factoren die bepalen of een genezing mogelijk is. En hoe moeilijk of gemakkelijk dit proces dan verloopt.
We moeten er rekening mee houden dat dit programma ook transgenerationeel kan zijn. Hiermee bedoel ik dat de diabeticus zelf niet het aanleidend trauma heeft meegemaakt, maar hij/zij heeft wel het programma via de genen en de epigenen doorgekregen langs de vader- en/of moederlijn. In dat geval kan SER met familieopstellingen ingezet worden. Voor diabetici is het ook een aanrader om zich te verdiepen in het Grieks mythologische verhaal van “Het paard van Troje”. Ik laat het aan de lezer over om zelf de link te leggen met het conflict van de suikerziekte. Verhalen en zeker legendes kunnen werken als medicijnen.
Suikerziekte type 1 Dit type valt onder auto-immuunziekte. Het lichaam vernietigt als het ware zijn eigen insulinefabriek. Hoe kan het immuunstelsel dit voor elkaar krijgen als het enkel aanvalt wat vreemd is voor het lichaam? Over het algemeen wordt verondersteld dat auto-immuunziektes het gevolg zijn van een verward en overactief of zelfs op hol geslagen immuunstelsel. Ook hier kijk ik er liever genuanceerd naar: Een ervaring of trauma van een voorouder kan door transgenerationele overdracht bij een persoon zodanig sterk resoneren en inslaan, dat zijn/haar biologie reageert alsof zijn/haar eigen systeem het conflict zelf heeft meegemaakt. Een bepaald orgaan kan vervolgens bij deze persoon zodanig beladen zijn met een transgenerationeel geheugen dat het door het eigen lichaam als het ware niet (meer) herkend wordt. Het is alsof de persoon het orgaan draagt van de betrokken voorouder; een vreemd orgaan dus dat door het organisme wordt afgebroken. Dit zou wel eens de basis van alle auto-immuunziekten kunnen zijn. Bij diabetes type 1 is het sleutelwoord eveneens ‘weerstand’, maar de nuance is verschillend. De vraag die men dan kan stellen is: “waarom vernietigt het organisme zijn eigen betacellen zodat er geen sleutels (insuline) meer aangemaakt worden om de deuren in de
celmembranen te openen? Waar in type 2 de eiwitten van de insulinereceptoren in de celmembranen van vorm veranderen zodat de sleutel er niet meer in past, kan het organisme in type 1 geen sleutels meer aanmaken. Het resultaat is in beide typen dezelfde: de celmembranen blijven afgesloten en de glucose kan er niet meer in. Maar het gaat in type 1 om een ander soort weerstandsconflict waarbij men andere sleutelwoorden dient toe te voegen. Helaas kan ik hier niet dieper op ingaan zonder een grondige en diepgaande uitleg dat buiten het bestek van dit artikel valt.
Waarschuwing bij SER Ik hoop dat ik bij de lezers enig besef heb kunnen wakker maken. Op z’n zachtst gezegd zijn dit hoe dan ook interessante sporen om tijdens SER-sessies met diabetici in je achterhoofd te houden. Maar hou ze ook daar en behoed je voor interpretaties! Uit eigen ervaring weet ik dat ontcijfering van welk symptoom of ziekte dan ook geen sinecure is. Ik probeer in dit werk zoveel mogelijk nederig te blijven en altijd te starten vanuit de beginnershouding. Hiermee bedoel ik dat ik mezelf er telkens aan herinner dat weten in de zin van ‘het hebben van kennis’ niet hetzelfde is als ‘het weten’. Ik kan dan wel veel kennis en ervaringen opgedaan hebben, maar dat verandert niets aan het feit dat ik telkens weer opnieuw ‘niets weet’. Het enige dat ik mijn mind of verstand toelaat te doen in dit werk, is de biologische wetten op een logische manier te volgen in de mate waarin en tot waar ik ze door zelfstudie en ervaringen begrepen en geïntegreerd heb. Of anders gezegd: ik gebruik de biologische wetten enkel als navigatietoestellen in een voor mij totaal onbekend landschap, en ik nodig mijn cliënt uit om samen met mij op ontdekkingstocht te gaan. Ik wens jullie (en ook mezelf) nog vele boeiende reizen in het innerlijke landschap. Niki