dGm’ Rapport E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC-woningbouw 2011 Deelrapport theoretische toets Status: DEFINITIEF
Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software lid
OîI
Van Pallandtslraat 9-11, Postbus t NL-6Koo AD Arnhem
infoV7dgmrnl
T +31 (0)26 351 21 41
www.dgmr.nl
F *31 (0)26
DGMR Bouw 8.47 Hr.
09142407
8 36
Eisenhowerlaan 112, Postbus 82223 NL-2o8 EE Dn Haag T +31 (0)70 35(1 39 99 F +31 (0)70 358 47 52
Morra
1
2.
Postbus
Geerweg
671
NL-9200 AR Draçhten
T *31 (0)502 52 23 24 F i (o)sia 52 25 19
DGMR lndus:ne, Verkeer en Milieu BV. Kr. 09142408 DGMR So7tware BV. Kr. 09142509 95478 Beheer 8.47 Kr.
ii,
Postbus 6I0
NL6130 AP Sittard
j
09142400
T +31 (0)46 411 39 30 F +31 10)/46 411 39 31
SGS
DGt7V R000geuende a4enieurs BV. Kr. 09052991
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC-woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
dGm’
Colofon Rapportnummer:
E.2009.0697.00. R002
Plaats en datum:
Arnhem, 17 november 2009
Versie:
002
Opdrachtgever:
SenterNovem
Status: DEFINITIEF
Postbus 17 6130 M SITTARD Opdrachtnummer:
KP 37090004
Contactpersoon: Telefoon: E-maiI:
Uitgevoerd door: Informatie: E-mail: Telefoon: Fax: Auteur(s):
c
Eindverantwoordelijke:
Secretariaat: ©DGMR
Bouw
B.V.
LVE Alle rechten voorbehouden.
schriftelijk toestemming daarvoor
bij DGMR
Wilt u BV.
(delen van)
dit
rapport kopiëren of vermenigvuldigen, vraagt u dan
Bouw
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx
17-1 1-2009
2
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC-woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING
2.
MNPAK EN UITGANGSPUNTEN 2.1 2.2
3.
RESULTATEN 3.1 3.2 3.3 3.4
4.
Bouwprognose Verdeling woningtypen -effect 2 C0
VAKANTIEWONING 6.1 6.2 6.3 6.4
7.
Gelijkwaardigheidsverklaring voor ventilatie Geen zonwering Oriëntatie op zuid Buitenlucht als bron voor warmtepompen Gevel- en dakisolatie op niveau van passiefhuis
LANDEUJKE EFFECTEN 5.1 5.2 5.3
6.
SenterNovem referentiewoningen Maatregelpakketten EPC rond 0.6 Woonlasten Binnenmilieu
VARIANTBEREKENINGEN MAATREGELPAKKETTEN 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5.
Aanpak Uitgangspunten energiebesparende maatregelen en kostenberekeningen
dG i’n’ Pagina 4 5 5 8 12 12 16 18 19 20 20 21 21 21 21 23 23 23 24 25
Aanpak Referentie vakantiewoning Maatregelpakketten Resultaten vakantiewoning
25 25 26 27
CONCLUSIES THEORETISCHE TOETS
29
Bijlage 1: Resultaten doorgerekende maatregelpakketten Bijlage 2: Kosteneffecten maatregelpakketten EPC 0.6 Bijlage 3: Gegevens referentie vakantiewoning
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
3
E.2009.0697.00R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
1.
—
cl
Deelrapport theoretische toets
Inleiding In het kader van het programma “Kompas” voert SenterNovem in opdracht van VROM/WW I activiteiten uit op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving. Onderdeel hiervan is het onderzoeken van de effecten van de verlaging van de energieprestatie voor nieuwbouwwoningen in 2011 naar 0.6. Na 2011 volgt naar verwachting nog een aanscherping in 2015 (naar EPC 0.4) met als doel om in 2020 energieneutrale woningen te ontwikkelen. Om de effecten van de aanscherping te kunnen onderzoeken heeft VROM/WWI in samenspraak met SenterNovem begin dit jaar door DHV een methodiek voor de effectenstudie laten opstellen. Hierin is de aanpak vastgelegd voor de onderhavige aanscherpingsstudie EPC woningbouw die door DGMR Bouw B.V. in samenwerking met Techniplan Adviseurs is uitgevoerd. In de aanscherpingsstudie wordt onderscheid gemaakt in een praktijktoets en een theoretische toets. De praktijktoets is uitgevoerd in juli 2009 en gerapporteerd in DGI’vlR-rapport E.2009.0697.00.R001 (definitieve versie 001 van 2 november 2009) Het doel van de praktijktoets was om bij gerealiseerde projecten met een EPC van circa 0.6 inzicht te verwerven in de effecten op het binnenmilieu, de gerealiseerde energie- en C0 -besparing, de uitvoeringspraktijk in relatie 2 tot de EPC en de investeringskosten, gebruikte subsidies en financieringswijze. Daarnaast zijn de ervaringen die opgedaan zijn bij de praktijktoets, gebruikt bij het samenstellen van de maatregelpakketten voor de theoretische toets. .
In de theoretische toets zijn de energetische, C0 - en kostenconsequenties onderzocht van 2 verschillende maatregelpakketten die toegepast kunnen worden voor het realiseren van een EPC van 0.6. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de SenterNovem referentiewoningen.
O
De in de theoretische toets gehanteerde aanpak en uitgangspunten staan vermeld in hoofdstuk 2. De opstelde maatregelpakketten en de effecten hiervan op EPC, CO 2 en kosten zijn weergegeven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van een aantal doorgerekende varianten opgenomen. Het landelijke effect van de aanscherping van de EPC is op basis van de doorgerekende maatregelenpakketten toegelicht in hoofdstuk 5. Aanvullend op de werkzaamheden uit de door DHV opgestelde methodiek voor de effectenstudie heeft DGMR onderzoek gedaan naar de effecten van een mogelijke aanscherping van de EPC voor een vakantiewoning, een ‘niet in een logies gebouw gelegen verwarmde logiesfunctie’ conform het Bouwbesluit. De resultaten hiervan staan vermeld in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 wordt met de conclusies van de theoretische toets afgesloten.
k:\doc\e\2009\06g700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
4
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
2.
—
Deelrapport theoretische toets
d
Aanpak en uitgangspunten In dit hoofdstuk worden de aanpak van de theoretische toets en de gehanteerde uitgangspunten besproken.
2.1
Aanpak In de theoretische toets is gewerkt met de SenterNovem referentiewoningen van december 2006. Deze woningen zijn op een aantal punten aangepast voordat de maatregelpakketten zijn samengesteld. Er is in deze studie onderscheid gemaakt in: • nieuwe uitgangssituatie; • maatregelpakketten. In de analyse is gerekend met NEN 5128:2004 inclusief wijzigingsbiad A1:2008. Er is niet gerekend met (een tussenversie van) de EPG. Zowel de EPG als de in ontwikkeling zijnde ventilatienorm 8088 zijn momenteel nog onvoldoende uitgekristalliseerd. Thans is van de EPG een groene versie beschikbaar. Binnen de aanscherpingsstudie is alleen gebruikgemaakt van de voorlopige forfaitaire rendementen voor micro-WKK, omdat deze techniek in NEN 5128 niet beschreven is. Een definitieve versie van de EPG is gepland voor de eerste helft van 2010. Invoering van de EPG is voorzien voor januari 2011. Het rekenen met NEN 5128:2004 brengt voor de aanscherpingsstudie als risico met zich mee dat de uitkomsten in de EPG straks anders kunnen zijn. Er zal in 2010 dus nog een vertaalsiag gemaakt moeten worden om de resultaten van deze studie te kunnen omzetten naar de (energieprestatie indicator uit de) EPG-norm.
2.1.1
Uitgangssituatie voor samenstelling maatregelpakketten Conform de door DHV opgestelde methodiek voor deze studie zijn de SenterNovem referentiewoningen 90°C gedraaid, de zuidgevel is de westgevel geworden. Dit leidt tot hogere EPC’s. Om hiervoor te corrigeren zijn de isolatiewaarden in deze studie verhoogd naar (tenminste) 3.5 m .K/W voor de begane grondvioer, 4.0 m 2 .K/W de gevels en 5.0 m 2 .K/W voor 2 het dak. Uraarn is verlaagd naar (maximaal) 1.7 W/m .K. Bij een deel van de SenterNovem 2 referentiewoningen waren deze maatregelen reeds toegepast voor het bereiken van een EPC van 0.8. Voor de uitgangssituatie is onderscheid gemaakt in twee typen ventilatiesystemen: • gebalanceerde ventilatie met HR-WTW en gelijkstroomventilatoren; • zeifregelende ventilatieroosters (forfaitair) met mechanische afzuiging gelijkstroomventilator.
via
een
Bij de woningen met zeifregelende roosters is alleen gebruikgemaakt van de forfaitaire rekenwaarden uit NEN 5128.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
5
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
d
R , 1
Er zijn geen kwaliteitsverklaringen beschikbaar voor deze maatregel, wel gelljkwaardigheidsverklaringen. Het effect van deze gelijkwaardigheidsverklaringen is echter niet meegenomen bij de samenstelling van de uitgangssituatie of de maatregelpakketten voor EPC 0.6 omdat er veel discussie is over deze gelijkwaardigheidsverklaringen. Wel is bij de variantberekeningen in paragraaf 4.1 gekeken naar de invloed van gelijkwaardig heidsverklaringen op de EPC, om zo een beeld te krijgen van het effect van deze gelijkwaardigheidsverklaringen. In de woningen is verder een HR-combiketel aanwezig. Ten opzichte van de SenterNovem referentiewoningen brochure is het opwekkingsrendement voor warm tapwater voor de meeste referentiewoningen verder verhoogd op basis van beschikbare kwaliteitsverklaringen. Ook is rekening gehouden met een kwaliteitsverklaring voor hulpenergie. Er is steeds uitgegaan van waarden die in de praktijk haalbaar zijn met meerdere producten. Opwekkingsrendement warm tapwater HR-combikete/s Voor opwekking van warm water is een rendement gehanteerd van 70% voor appartementen en galerijwoningen, 72 % voor hoek- en tussenwoningen, 75°h voor 2-onder-1 kap en 5 . vrijstaande woningen. Dit is veelal 2.5% hoger dan de rendementen waarmee in de SenterNovem referentiewoningen reeds rekening is gehouden. Voor een aantal referentiewoningen werd nog gerekend met het forfaitaire opwekkingsrendement. De bovengenoemde rendementen zijn gebaseerd op zeven kwaliteitsverklaringen voor verschillende CW4 ketels van vijf grote producenten. Vrijwel alle geraadpieegde kwaliteits verklaringen hebben voor de beschouwde referentiewoningen een gelijk of hoger opwekrendement. In een enkel geval is het opwekrendement volgens de kwaliteitsverklaring lager. Het gaat dan om maximaal 2.5% lager. Hulpenergie HR-combikete/s Ook voor het hulpenergiegebruik van de HR-combiketel is gebruikgemaakt van een kwaliteitsverklaring. Uitgegaan is van een benedengemiddeld effect. Zes van de negen geraadpieegde kwaliteitsverklaringen (van vijf leveranciers) hadden een groter effect op de verlaging van de hoeveelheid hulpenergie dan gehanteerd in de berekeningen (conservatieve benadering). Er is gerekend met de kwaliteitsverklaring van een Nefit Topline Compact ketel.
Q
2.1.2
Samenstelling maatregelpakketten Op basis van de woningen met de in paragraaf 2.1.1 aangegeven uitgangspunten zijn vervolgens maatregelpakketten samengesteld met HR-ketels en warmtepompen. Daarbij is onderscheid gemaakt naar woningen met balansventilatie en woningen met zeifregelende roosters. Per woningtype zijn dus vier verschillende hoofdpakketten opgesteld (balansventilatie met HR-ketel, balansventilatie met WP, zelfregelende roosters met HR-ketel en zelfregelende roosters met WP).
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
6
Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
d
naaR
Voor deze combinatie van opwekking en ventilatie zijn achtereenvolgens de volgende maatregelen toegevoegd: • extra isolatie: R = 5 m .K/W voor de gevel en 7 m 2 .K/W voor het dak; 2 • douche-warmteterugwinning (DWTW); • zonneboiler voor tapwater (2.8 m 2 collectoroppervlak) voor woningen met balansventila tie (woningen met zeifregelende roosters hebben al een zonneboiler(combi) in de uitgangssituatie); • drievoudige beglazing en extra geïsoleerde deur: Uraam=l. W/m 3 .K met ZTA 0.5 en 2 Udeurl.2 W/m .K; 2 • LT met vloer en/of wandverwarming; • fotovoltaische cellen (PV) met 600 Wp (5 m 2 met 120 Wp/m ). 2 In paragraaf 2.2 wordt nader ingegaan op de gehanteerde uitgangspunten bij deze maatregelen. 2.1.3
Berekening woonlasten De berekeningswijze voor de woonlasten (TCO, Total Cost of Ownership) is voorgeschreven in de door DHV opgestelde methode voor de onderhavige aansch erpingsstudie. De • • •
woonlasten bestaan uit drie delen: hypotheeklasten; energiekosten; onderhoudskosten.
De maatregelpakketten hebben een verhoging van hypotheeken onderhoudsiasten tot gevolg, maar daar staat een verlaging van de energiekosten tegenover. Onderstaand is per onderdeel de berekeningswijze toegelicht.
O
Hypotheek/asten Om de kosten van de meerinvesteringen ten gevolge van de energie besparende maatregelen te kunnen vergelijken met de opbrengsten ten gevolge van de besparingen op energie, zijn de meerinvesteringen omgerekend naar jaarlijkse woonlasten. Deze omrek ening is gebaseerd op een hypotheeklastberekening voor een spaarhypotheek met een looptij d van 30 jaar. In deze berekening zijn twee uitgangspunten gevarieerd, te weten: • rentepercentage hypotheek: 4%, 6%, 8%; • grondquote: 0%, 30%. De meerinvestering bij oplevering is meegenomen in de hypotheeklast enbepaling en zorgt voor een verhoging van het hypotheekbedrag. Er is hierin geen rekenin g gehouden met subsidies, eventuele herinvesteringen of restwaarde van maatregelen die een kortere of juist langere levensduur hebben dan de looptijd van de hypotheek (30 jaar). Om de invloed van deze aanname te kunnen bepalen, is een aparte berekening gemaakt waarin wel rekening wordt gehouden met herinvesteringen na 15 jaar. Een eventuele waardestijging van energiezuinige woningen is ook niet in de beschouwing meegenomen. k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
7
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
dG
Deelrapport theoretische toets
Energiekosten Voor de bepaling van de baten is alleen gekeken naar de energiekosten. Het vastrecht blijft ongewijzigd en is buiten beschouwing gelaten. In het bepalen van de woonlasten is eveneens het effect van een prijsstijging in de energie doorgerekend met drie varianten, te weten: • prijsstijging energietarieven (over 30 jaar): 0%, 2%, 5% per jaar. Onderhoudskosten De stijging van de onderhoudskosten is bepaald met behulp van een vast percentage over de meerinvestering. Het onderhoudspercentage is 5% voor installatiemaatregelen en 0% voor overige maatregelen. Bepaling investeringskosten De kosten per maatregel zijn bepaald aan de hand van meerdere referenties. Deze referenties zijn offertes van diverse leveranciers en de EPA-kostenkentallen, zoals deze te vinden zijn op de website van SenterNovem. Voor iedere maatregel zijn tenminste twee referenties geraadpleegd . De gehanteerde investeringsbedragen zijn opgenomen in bijlage 3. Bij de investeringskosten is geen rekening gehouden prijsontwikkelingen. Er is uitgegaan van het huidige prijspeil.
Q
met
subsidies
en
toekomstige
12
Uitgangspunten energiebesparende maatregelen en kostenberekeningen
2.2.1
Toegepaste maatregelen In deze studie is gerekend met de SenterNovem referentiewoningen. Uitgangspunten die voor deze woningen zijn vastgelegd zijn ook in deze studie gehanteerd, tenzij anders aangegeven. Een aantal uitgangspunten is voor alle woningen hetzelfde. Deze uitgangspunten staan vermeld onder aanpak in paragraaf 2.1.1. Voor de toegepaste maatregelen is gerekend met onderstaande uitgangspunten: • warmtepompen: individuele elektrische warmtepompen met als bron de bodem; • rendement douche warmteterugwinning 55% voor verticale en 45% voor horizontale systemen op basis van kwaliteitsverklaringen; • zonneboiler met 2.8 m 2 collectoroppervlak zonder kwaliteitsverklaring; • fotovoltaische cellen (PV): 600Wp; • verhoging R-waarden: R = 5 m .K/W voor de gevel en 7 m 2 .KJW voor het dak; 2 • verlaagde U-waarde: Uraam 1.3 en Udeur 1.2 W.m /K; 2 • LT-verwarming. Onderstaand worden per maatregel de uitgangspunten besproken.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
8
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
d
Warmtepompen Voor de woningen met een indiv iduele elektrische warmtepomp is gere kend met de forfaitaire opwekkingsrendementen voor verwarmi ng en tapwater (conform tabel B2). Als bron voor de warmtepomp is uitgegaan van de bodem. Er zijn geen correcties gem aakt voor de hulpenergie. Er is gerekend met een temperatu urniveau van 35-45°C en volledig vloe r- en/of wandverwarming als afgiftesysteem. Daarnaast is ervan uit gegaan dat in de won ingen met warmtepompen gedurende de zomerperiode vrije koel ing plaats kan vinden. Douche-warmteterugwinning (DWR’V ) Op basis van twee beschikbare kwal iteitsverklaringen voor verticale DWT W is voor het rendement van de DWTW in grondgebonden won ingen uitgegaan van 55%. Voor een horizontale DWTW voor appartementen en galerijwoningen was slechts één kwaliteitsverklaring beschikbaar. Er is gerekend met een rendement van 45%. Bij de invoer in de EPC-berekening is rekening gehouden met aansluiting van de DWTW op zowel de koude douchekraan als op de com biketel. Dit geeft de hoogste benutting sgraad. Zonneboiler De ingevoerde zonnecollector van 2.8 2 is relatief groot. Reeds vanaf een colle m ctoroppervlak van circa 2 m zijn zonneboilersystemen besc hikbaar. Er is in deze studie aangesloten bij de grootte van de zonnecollectoren die reeds in de SenterNovem referentiewoningen met zelfregelende roosters waren toegepast. Opgemerkt wordt dat het gehanteerde oppervlak weli swaar groot is, maar dat geen gebruikgemaakt is van een kwaliteitsverklaring voor de zonneboiler. In de vrijstaande woningen is een verg rote zonnecollector van 5.6 m 2 toegepast die ook wordt gebruikt voor ruimteverwarming (zonnega scombi). Fotovoltaische cellen Voor fotovoltaische cellen (PV) is in deze studie uitgegaan van 600 Wp (5 m 2 van 120 2 Wp. ) /m Bij grondgebonden woningen is het mogelijk een veelvoud hiervan te realiseren. Verhoging R-waarden Als extra isolatiemaatregel is uitgegaan van een R = 7 m?.K/W voor helle nde of platte daken.
=
5 2 .m K/W voor de dichte geveldelen en een
Verlaging U-waarde ramen en deuren Als energiebesparende maatregel is geke ken naar verlaging van de U-waarde voor ramen en deuren. Bij de maatregelpakketten is voor deuren reeds standaard uitgegaan van een U-waarde van 2.0 2 W/ . K m (geïsoleerde deur) en voor ramen van 1.7 2 W/ . K m . Deze waarde is forfaitair eenvoudig realiseerbaar bij het toepassen van houten of kunststof kozijnen met een forfaitaire U-waarde van 2.4 2 W/ . K m en HRbeglazing met een U-waarde van 1.1 W/ . 2 K m . Als energiebesparende maatregel is geke ken naar de toepassing van drievoudig glas, U-waarde 0.7 2 W/ . K m in een verdiept kozijnprofiel (Uraam = 1.3 2 W . K /m ). Voor de deuren is rekening gehouden met een U-waarde van 1.2 W/ . 2 K m .
k:\doc\e\2009\069700\e20090697
00r002-002.doCX 17-11-2009
9
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
cl
ii’
Voor het bereiken van een Uraam van 1.3 W/m .K is het overigens niet direct nodig om 2 drievoudig glas toe te passen. Voor kunststof kozijnen bijvoorbeeld kan gebruikgema akt worden van een verklaring waarin een U-waarde van 1.4 W/m .K is vastgelegd (Vereniging Kunststof 2 Gevelelementenindustrie, KeurKozijn). In combinatie met HRbeglazing met .K kan 2 Ugias 1.1 W/m een Uraam van 1.34 W/m .K bereikt worden. 2 Bij de bepaling van de (meer)investeringskosten is rekening gehouden met drievoudig glas en verdiepte kozijnen. Lage temperatuurverwarming Er is in de woningen met een HR-ketel bij de maatregel lage temperatuurv erwarming steeds uitgegaan van een laag temperatuursysteem (LT) in combinatie met een afgiftesystee m op basis van vloer- en/of wandverwarming. Bij de warmtepomp is altijd uitgegaan van toepassing van lage temperatuurverwarming met vloer- en/of wandverwa rming. 2.2.2
Overlap met maatregelen uit SenterNovem referentiewoningen In de SenterNovem referentiewoningen die gehanteerd zijn als uitgangspunt waren in een aantal maatregelpakketten reeds een zon neboiler en/of lage temperatuurverwarming opgenomen. Onderstaand is toegelicht op welke wijze en in welke referentiewoningen deze maatregelen reeds waren toegepast. Zonneboiler In de maatregelpakketten voor de woningen met zeifregelende roosters was een zonneboiler met een collectoroppervlak van 2.8 m 2 reeds opgenomen. Bij de appartementen en de galerijfiat is de zonneboiler alleen aanwezig bij de woningen op de bovenste twee woonlagen. In de vrijstaande woningen is een zonnecollector van 5.6 m 2 toegepast die ook wordt gebruikt voor ruimteverwarming (zonnegascombi). Een zonneboiler kon in deze studie dus alleen nog toegevoegd worden aan de woningen met balansventilatie. Bij de appartementen en galerijwoningen is in deze studie eveneens rekening gehouden met plaatsing alleen bij de woningen op de bovenste twee woonlagen (conform de SenterNovem referentiewoningen). Lage temperatuurverwarming In de maatregelpakketten voor de woningen met zeifregelende roosters was in het appartement en de galerijfiat, de 2-onder-1 kap woning en de vrijstaande woning reeds lage temperatuurverwarming opgenomen. In het appartement, de 2-onder-1 kap woning en de vrijstaande woning in combinatie met een afgiftesysteem op basis van vloerverwarming in combinatie met radiatoren.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
10
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
2.2.3
—
Deelrapport theoretische toets
Kosten Energietarieven Bij de berekening van de woonlasten zijn de energietarieve n zoals weergegeven in tabel 1 gehanteerd. De energietarieven zijn gebaseerd op een gemid deld tarief voor drie grote energieproducenten (Eneco, Nuon en Essent).
Tabel 1 Energietarieven, prijspeil 1januari 2009 tarief gas 0.699 €/m 3 elektriciteit
0.246 €/kWh
Investeringskosten maatregelen Een overzicht van de investeringskosten die zijn gebruikt bij de bepaling van de woonlasten is opgenomen in bijlage 3.
0
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.clOcx 17-11-2009
11
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
3..
—
Deelrapport theoretische toets
Resultaten In dit hoofdstuk zijn de effecten weergegeven van de doorge rekende maatregelenpakketten op EPC, C0 2 en woonlasten.
3.1
SenterNovem referentiewoningen In figuur 1 is voor de SenterNovem referentiewoningen met een EPC van 0.8 de C0 -emissie 2 uitgezet tegen de EPC. Deze resultaten vormen de referen tie ten opzichte waarvan de -reductie en woonlastenverandering bepaald worden. De gegeve 2 C0 ns van deze woningen staan eveneens vermeld in tabel 2, waarbij de resultaten per woningtype zijn gespecificeerd. Figuur 1 COremissie en EPC van SenterNovem referentiewoningen met balansventila (balans tie ) of zelfregelende roosters (zr) 4.000 HR-ketel balans 3.500
L-kete1
.
3.000
.
2.800
A
‘.5
0
—--S—-
2.000
•A 1.5 00
1.000
500 ---. —.—-._--.,—,
EPC
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
l-0 0,3
Tabel 2 ventilatie balans
zeifregelend
CO,-emissie (in ka’ en EPC uitaanassituatie referentjewonjnaen appartement
galerij
rjtussen
rijhoek
2’1 kap
vrijstaand
EPC
0.78
0,78
0,74
0,76
0,78
0,80
-C0 2 emissie
1.989
1.676
2.257
2.536
3.100
3.716
EPc
0.80
0.80
0.78
0.80
0.80
0.80
-C0 2 emissie
2.031
1.683
2.316
2.596
3.121
3.594
In figuur 2a tot en met 2f is per woningtype de C0 -emissie uitgezet tegen de EPC voor alle 2 doorgerekende maatregelpakketten.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
12
c
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpirtgsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Onderscheid is gemaakt naar maatregelpakketten met HR-ketels en individuele elektrische warmtepompen en naar balansventilatie (balans) en zelfregelende roosters (zr). In de figuren is te zien dat de C0 -emissie van de maatregelpakketten met elektrische warmtepomp 2 en bij vergelijkbare EPC’s hoger is ten opzichte van de maatregelpakketten met HR-ketels. Dit wordt veroorzaakt doordat de C0 -emissie van elektriciteit hoger is dan van gas per eenheid 2 primaire energie.
Figuur 2a C0 2 emissie en EPC van doorgerekende maatregelpakketten in referentie apparte ment — ——----.--
4.000
---
HR-ketel balans --
-1
-
3.500 •lIR-ketetzr
-
XWarmtepomp balans
3000
O Warmtepomp zr —
-— ---
2.500 0
—---
.
----—-
-----— -
. -—
2.000
••
-
D
1.500
---—
x
--
1.000 -
-—---—------
500
---
— —-,—-—
—---.--—-— ---,_—----
EPC
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0
0,3
Figuur 2b
0
C0 2 emissie en EPC van doorgerekende maatregelpakketten in referentie galerijwoning -
-
-
4.000
— ---
HR-ketel balans 3.500 •HR-ketelzr X Warmtepomp balans
-
3.000
-
Cepompzr —
—_______ -
-
-
-
2.500
4
0 —
-----—---___
____ --
2.000
———
—
---—
—-
-—--
X%Lj
•
1.500
D —
1.000
-----------——
--------—----—
——
500
-
0
-
EPC
0,8
0,7
0,6
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
0,5
0,4
0,3
13
_____ ____
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
_______—
dGmR
Deelrapport theoretische toets
In de resultaten in figuur 2a tot en met 2f is een grote spreiding in EPC en 2 C emissie 0 te zien doordat in sommige pakketten meer en in andere pakketten minder maatregelen zijn toegepast. De uitgangspunten en resultaten van alle doorgerekende maatregelpakkette n zijn vermeld in bijlage 2.
Figuur 2c 2 -C emissie 0 en EPC van doorgerekende maatrege lpakketten in referentie rijtussenwoning 4.000 HR-ketel balans
1
3.500
•HR.ketelzr X Warmtepomp balans
3.000
D Warmtepomp zr • ..ZÂ ——
.--—
2.500
DLI
t.,
0
x
-.---
--,-—
• •
--—
2.000
:—-———
xø 1.500
1.000
500
EPC
0,8
-Jo
0,7
0,6
0,6
0,4
0,3
Figuur 2d
0
2 C emissie 0 en EPC van doorgerekende maatregelpak ketten in referentie rijhoekwoning 4.000
-
aHR-kete1 3.500
•HR-ketelzr ZWarrntepomp balans
•
DWarmtepomp zr —
.z
•
2.500 t,
.
— -
0
•
2.000
Â
ÂÂ
--
-.
-_ _
1.500
1.000
500
EPC
0,8
0,7
——-——---4- 0 0,6
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
0,5
0,4
0,3
14
E2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Uit bijlage 2 zijn voor alle zes de refer entiewoningen pakketten geselecteerd waarmee een EPC van circa 0.6 wordt behaald. Deze pakketten zijn in deze studie nader onderzocht. In de volgende paragraaf wordt hier op inge gaan.
Figuur 2e 2 C emiss 0 ie en EPC van doorgerekende maatrege lpakketten in referentie 2-onder-1 kap woning -
4.000
-
HR-ketel balans -
--
3.500
---
• 1-IR-ketel
••
X Warmtepomp balans
—
3.000
--
DWarmtepompzr .--
2.500 t,
.
0
1.500
1.000
-
500
-
EPC
-
0,8
0
-
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
Figuur 2f 2 C emiss 0 ie en EPC van doorgerekende maatregelpak ketten in referentie vrijstaande woning 4.000
--
•._
__
.
--_
____
.
ci -
___
-
—1
ci
HR-ketel balans 3.500
—--
•HR-ketelzr
-
•.
XWarmtepomp balans
0 D
3.000
-
DWarmtepomp zr
.
2.500
x
t,
0 2.000
1.000
S00
EPC
0,8
0
-
0,7
0,6
k:\ctoc\e\2009\069700\e2009069700r 002-002.docx 17-1 1-2009
0,5
0,4
0,3
15
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpirigsstudie EPC woningbouw 2011
3.2
—
R dG 1
Deelrapport theoretische toets
Maatregelpakketten EPC rond 0.6 In deze studie zijn voor alle zes de Senter Novem referentiewoningen maatregelpakketten geselecteerd waarmee een EPC van circa 0.6 wordt behaald. Per woningtype is onderscheid gemaakt naar: • opwekking met HR-ketel of warmtepomp; • ventilatie met balansventilatie of zelfregelende roosters. Per woningtype zijn dus vier maatregelpakketten geselecteerd. Daarnaast twee rnaatregelpakketten doorgerekend met een micro-WKK in plaats van een HR-ketel.
zijn
In tabel 3 zijn voor de geselecteerde maatre gelpakketten de energiebesparende maatregelen opgenomen voor het bereiken van een EPC van circa 0.6 per referentiewoning. De EPC en 2 C emis0 sie horend bij de maatregelpakketten in tabel 3 zijn weergegeven in tabel 4 en tabel 5. Tabel 3 Aanvullende energiebesparende maatregelen voor bereiken van EPC van circa 0.6
maatregel
appartement
galerij
rijtussen
rijhoek
X
X
X
X
2M kap
vrijstaand
X
X
X
X
X
HR-ketel
-
balansventi/atie -
R vloer 3.5, gevel 5, dak 7
X
.m 2 K/W -
-
douchewarmteterugwinning
X
zonneboiler
X
X
X
HR-ketel ze/fregelende roosters X
X
douchewarmteterugwinning
X
X
X
zonneboiler
X
X
X
Uram 1,3 Udeur 1,2
X
X
X
X
X
X
X
X
R vloer 3.5, gevel 5, dak 7 .K/W 2 m
X
X
douchewarmteterugwinning
X
X
-
-
-
R vloer 3.5, gevel 5, dak 7 .K/W 2 m
X
-
vloerverwarming
-PV600Wp
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
warmtepomp balansventilatie -
-
-
zonneboiler
X
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
16
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
GmR
Deelrapport theoretische toets
warmtepomp
zelfregeleno’e roosters -
R vloer 3.5, gevel 5, dak 7
X
X
douchewarmteterugwinning
X
X
zonneboiler
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
.m 2 K/W -
-
liraani 1.3 Udeur 1.2
X
Als variant in de warmteopwekking is bij de 2-onder-1 kapwo ning met balansventilatie en de vrijstaande woning met zeifregelende roosters de HR-ketel vervan gen door een micro-WKK. Er is uitgegaan van een thermisch opwerkrendement van 85% en elektrisch opwekrendement van 5% conform de groene versie van NEN 7120. Een overzicht van de gerealiseerde EPC’s en de behaalde reducties van de C0 -emissie zijn 2 weergegeven in tabel 4 en tabel 5. Voor de berekening van de C0 -emissie van de micro-WKK is 2 in afwijking van de berekeningswijze in NEN 5128 rekenin g gehouden met een marginaal rendement van de elektriciteitscentrale van 5 %. 0
Tabel 4 opwekking
EPC van de maatreQelakketten uit tabel 3
ventilatie
appartement
galerij
rijtussen
rijhoek
2M kap
vrijstaand
HR-ketel
balans
0.60
0.58
0.60
0.63
0.62
0.59
HR-ketel
ZR
0.58
0.58
0.62
0.59
0.59
0.60
warmtepomp
balans
0.61
0.56
0.61
0.61
0.61
0.60
warmtepomp
ZR
0.61
0.59
0.57
0.57
0.59
0.55
micro-WKK
balans
micro-WKK
ZR
0.63 0.61
0 Tabel 5
Reductie 2 C0 emissie (kg/jaar per woning) van de maatregelpakketten uit tabel 3 ten opzichte van de SenterNovm E referen t :iewoningen 1 net EPC 0.8
opwekking
ventilatie
appartement
galerij
rijtussen
rijhoek
2”l kap
vrijstaand
HR-ketel
balans
470
448
491
494
661
1.068
HR-ketel
ZR
642
526
527
787
900
985
warmtepomp
balans
223
321
167
257
373
536
warmtepomp
ZR
251
263
393
471
515
706
micro-WKK
balans
micro-WKK
ZR
-
676 972
Toepassing van een micro-WKK leidt tot een circa 0.01 hogere EPC ten opzich te van hetzelfde maatregelpakket met een HR-ketel. Dit komt doordat het totale opwek rendement van een micro-WKK lager is dan het opwekrendement van een HR-ketel. De totale 2 C — emissi 0 e blijft nagenoeg gelijk, afhankelijk van het ventilatiesysteem plus of min een 0.5%. k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
17
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
3.3
—
d
Deelrapport theoretische toets
R
Woonlasten Van de geselecteerde maatregelpakkette n met een EPC van circa 0.6 zijn de woo nlasten bepaald. Daarbij zijn drie uitgangspunten gevarieer d: • hypotheekrente; • grondquote; • prijsstijging energie. Rekening houdend met deze variaties, zijn er per maatregelpakket achttien varianten doorgerekend voor de woonlasten. In bijla ge 3 zijn deze per woningtype weergegeven, uitge splitst in woonlasten in het eerste jaar en gemiddeld over een periode van 30 jaar. De verandering van de woonlasten is uitgedrukt ten opzichte van de woo nlast en bij de maatregelpakketten uit de SenterNovem referentiewoningen met een EPC van 0.8. In tabel 6 is een samenvatting van de resul taten weergegeven, uitgaande van een hypo theekrente van 6°h, een grondquote van 0% en prijsstijging van de energietarieven van 5% per jaar. Een ‘minteken’ in deze tabel betekent een daling van de jaarlijkse woonlasten. Tabel 6 Stijging gemiddelde woonlasten over 30 jaar per woningtype, afhankelijke van warm teopwekking en ventilatiesysteem in euro/jaar (0% grondquo te, 6% hypotheekrente, 5% stijging energieprilzen). Een minteken betekent een daling van de woonlasten.
opwekking
ventilatie
appartement
galerij
rijtussen
rijhoek
KR-ketel
balans
-213
-60
-165
HR-ketel
-82
ZR
-165
-249
-148
-6
61
59
941
77
804
1.093
1.120
1.429
865
1.448
811
904
854
1.210
1.155
warmtepomp warmtepomp micro-WKK micro-WKK
balans ZR Balans
2’1
kap
vrijstaand -81
-67
ZR 182
De gemiddelde woonlasten dalen bij het mere ndeel van de doorgerekende maatregelpak ketteri met een HR-ketel. Alleen voor een rijhoek-, 2-onder-1 kap en vrijstaande woning met zelfregelende roosters stijgen de gemiddelde woo nlasten met maximaal circa 100,-- euro per jaar. Toepassing van individuele warmtepompe n heeft een grote invloed op de woonlasten van de bewoner. De stijging van de gemiddelde woonlast en varieert van circa 800,-- tot 1.400,-- euro per jaar. Opgemerkt wordt dat bij grootschalige proje cten toepassing van een collectieve warmtepo mp mogelijk is met een veel lagere investering per woning. Collectieve energievoorzieningen valle n echter buiten de scope van de aanscherpingsstud ie. Daarnaast beschikken de woningen met een warmtepomp over vrije koeling. Bij de in bijlage 3 doorgerekende varianten met een grondquote van 30% stijgt de hypotheeklast door de hogere investeringskosten met 43% Dit . komt neer op een lastenverzwaring van circa 100,-- tot 450,-- euro per jaar. k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
18
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
d
R 1 . 1
Bovenstaande woonlasten zijn gemiddelde jaarlijkse kosten en gaan uit van een jaarlijkse kostenstijging voor energie van 5% per jaar. Wanneer wordt uitgaan van een jaarlijkse kostenstijging van 2% per jaar, is de gemiddelde jaarlijkse besparingen op energiekosten circa 38% lager (zie bijlage 3). In de woonlasten is de herinvestering van de installatietechnische maatregelen niet meegenomen. Het meenemen hiervan leidt dit niet tot een significant ander beeld voor de woonlasten. Wanneer de herinvestering wordt meegenomen stijgen de gemiddelde woonlasten met 5—70 euro per jaar voor woningen met een HR-ketel en met 90-135 euro per jaar voor woningen met een warmtepomp (zie bijlage 3).
3.4 “-
Binnenmilieu De in deze studie doorgerekende energiebesparende maatregelen zijn over het algemeen niet anders dan de maatregelen die ook zijn opgenomen in de SenterNovem referentiewoningen met EPC 0.8. Deze maatregelen waren ook aanwezig in de projecten die bezocht zijn in de praktijktoets. Aanvullend is in deze studie gebruikgemaakt van warmtepompen, PV-panelen en douche warmteterugwinning. Naar verwachting heeft toepassing van deze drie maatregelen geen nadelig effect op het binnenmilieu.
(1)
Bij toepassing van de warmtepomp is er in de aanscherpingsstudie vanuit gegaan dat in de zomerperiode gebruikgemaakt wordt van vrije koeling. Dat betekent dat eventuele oververhittingsproblemen in de zomerperiode beperkt kunnen worden ten opzichte van traditionele warmteopwekking met een HR-ketel (waar geen mogelijkheid tot koelen van de woning aanwezig is). Ook wordt er bij toepassing van een warmtepomp uitgegaan van lage temperatuur verwarming middels vloer- en/of wandverwarming. Toepassing van dergelijke vormen van stralingsverwarming leiden tot een gezonder binnenklimaat onder meer doordat er minder stofcirculatie optreedt. Toepassing van vloer- en/of wandverwarming ligt bij warmtepompen voor de hand, maar echter is niet vereist. Daarnaast is de toepassing ook mogelijk bij HR-ketels. In deze theoretische studie is verder niet onderzocht wat het effect van de verschillende maatregelen is op het binnenmilieu. In de praktijktoets is wel gevraagd naar de beleving en ervaring van veertien bewoners in vier woningbouwbouwprojecten, maar zijn geen metingen uitgevoerd. Op grond van de in deze studie doorgerekende maatregelen zijn in de woningen geen andere effecten te verwachten dan reeds bekend. De praktijk heeft geleerd dat klachten over het binnenmilieu met name kunnen ontstaan door fouten die gemaakt worden in het ontwerp van een woning en bij de installatie van maatregelen. Daarnaast speelt een goede en uitgebreide voorlichting van bewoners over het gebruik van de woning een belangrijke rol. Deze aspecten mogen niet onderbelicht raken bij een verdere aanscherping van de EPC.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
19
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
4.
—
clG rn?
Deelrapport theoretische toets
Variantberekeningen maatregelpakketten Een aantal maatregelen is als variant nader onderzocht. Om te beginnen is inzichtelijk gemaakt wat de invloed kan zijn van het gebruik van gelijkwaardigheidsve rklaringen voor zelfregelende roosters en daarvan afgeleide systemen met vraaggestuurde ventila tie. Daarnaast is voor een galerijwoning en een tussenwonin g op maatregelpakketten met een EPC van 0.6 aangegeven wat de invloed is van: • geen zonwering; • oriëntatie van de gevels op zuid-noord in plaats van west-oost; • buitenlucht als bron voor warmtepompen; • gevel- en dakisolatie op niveau van passiefhuis.
4.1
de
bovenstaande
Gelijkwaardigheidsverklaring voor ventilatie In deze studie zijn de zelfregelende roosters in de EPC-bereken ing ingevoerd met forfaitaire waarden. Dit levert relatief veilige EPC-waarden op. Als variantbereke ning is onderzocht wat de maximale invloed is op de EPC van beschikbare gelijkwaardigheidsve rklaringen voor zelfregelende roosters en verschillende daarvan afgeleide systemen met vraaggestuurd e ventilatie. Het maximale effect op de EPC kan op dit moment worden bereikt door gebrui k te maken van een gelijkwaardigheidsverklaring voor 2 -C gestuu 0 rde roosters. Het effect hiervan op de EPC is inzichtelijk gemaakt door de gelijkwaardigheidsverklaringen van twee leveran ciers te gebruiken in de EPC-berekening van de verschillende SenterNovem referentiewoningen. Bij de berekening is rekening gehouden met een infiltratie van 1.0 l.s/m . In de gelijkwaardigheidsverklaringen wordt 2 veelal gerekend met een infiltratie van 0.625 l.s/m . De hier gepresenteerde resultaten vallen dus 2 conservatief uit. Het effect van de toepassing van gelijkwaardigheidsverklaringen voor 2 -C gestuu 0 rde roosters is voor twee situaties in beeld gebracht. Voor de SenterNovem referentiewoningen die voldoen aan een EPC van 0.8 en voor de doorgerekende maatregelpakketten, wanneer alle in deze studie toegepaste maatregelen zijn toegepast bij een EPC van circa 0.5 tot 0.4. De weergegeven bandbreedte heeft betrekking op het woningtype. Tussen haakje s staan de gegevens op basis van de gelijkwaardigheidsverklaring van een andere leverancier. Het EPC effect is groter bij kleine woningen. Bij het gebruik van een warmtepomp blijkt het effect op de EPC kleiner te zijn dan bij toepassing van een HR-ketel.
Tabel 7 Maximaal EPC verlagend effect met gelijkwaardigheidsverklaring voor C0 2 gestuurde ventilatie ten opzichte van forfaitaire zeifregelende roosters vanaf EPC 0.8 -IR-ketel warmtepompen
0.11
—
0.15 (0.15
—
0.18)
-
k:\cloc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
vanaf EPC 0.5-0.4 0.11 0.08
—
—
015 (0.14 0.10 (0.10
—
—
0.18) 0.12)
20
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
d
Door toepassing van COrgestuurde ventilatiesystemen kan op een relatief goedkope wijze een grote EPC-reductie gerealiseerd worden.
4.2
Geen zonwering Géén zonwering verhoogt voor galerij- en tussenwoningen met HR-ketel de EPC met circa 0.02 tot 0.03. Bij de overige woningtypen is er een kleinere verhoging van circa 0.01 tot 0.02. Bij woningen met individuele warmtepompen bedraagt de verhoging van de EPC maximaal circa 0.01. De verhoging is kleiner dan bij de woningen met een HR-ketel door de aanwezigheid van vrije koeling.
4.3
Oriëntatie op zuid Oriëntatie op zuid verlaagt bij galerij- en tussenwoningen met een HR-ketel de EPC met circa 0.05. Bij woningen met individuele warmtepompen bedraagt de verlaging van de EPC maximaal circa 0.02 tot 0.03.
4.4
Buitenlucht als bron voor warmtepompen In de huidige maatregelpakketten is uitgegaan van een warmtepomp met een gesloten bodemwarmtewisselaar. Het is ook mogelijk om voor de warmtepomp buitenlucht te gebruiken als bron. Deze warmtepompen hebben over het algemeen een minde r goed rendement, maar zijn in sommige gevallen makkelijker toepasbaar dan warmtepompen met een bodemwarmtewisselaar, Het rendement is minder goed doordat de warmtepomp bij extrem ere lage temperaturen toch voldoende vermogen moet blijven leveren. Bij de galerij- en tussenwoningen met zeifregelende roosters leidt een warmtepomp met buitenlucht als bron tot een verhoging van de EPC met circa 0.03, bij de woningen met balansventilatie met circa 0.01. De meerkosten voor een warmtepomp met buitenlucht als bron bedrag en ten opzichte van een warmtepomp met bodemcollector circa € 2.200,-- tot 5.000,- is afhankelijk van het benodigde vermogen. Hierbij is ervan uitgegaan dat de warmtepomp het volledige benodigde verwarmingsvermogen levert. Ten opzichte van de systemen met een bodem warmtewisselaar is er dus een warmtepomp met een groter vermogen nodig, die ook bij zeer lage buitentemperatuur nog voldoende vermogen kan leveren.
4.5
Gevel- en dakisolatie op niveau van passiefhuis Om te onderzoeken wat het effect op de EPC is als gevel- en dakisolatie op het niveau van passiefhuis wordt aangebracht, is voor de isolatie van de gevels uitgegaan van een R-waarde van 8 m .K/w en voor het dak van 10 m 2 .K/W. Andere passiefhuis maatregelen 2 (zoals zomernachtventilatie en een zeer goede kierdichting) kunnen nog niet gewaa rdeerd worden in NEN 5128:2004 en zijn dus ook niet meegenomen.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
21
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
R dG 17
Dit isolatieniveau verlaagt bij galerij- en tussenwonin gen met HR-ketel de EPC met circa 0.01-0.02. Bij vrijstaande woningen met HR-ketel en balansventilatie wordt de EPC met maximaal circa 0.04 verlaagd. Bij woningen met individuele warmtepompen bedraagt de verlaging van de EPC voor galerij- en tussenwoningen circa 0.01 en voor vrijstaande woningen met balansventilatie maximaal circa 0.02. Aanvullende isolatie heeft steeds minder effect op het absolu te transmissieverlies. Met de eerste isolatiemaatregelen wordt het grootste effect bereikt.
0
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.dOcX 17-11-2009
22
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
5.
—
dGm’
Deelrapport theoretische toets
Landelijke effecten Om het landelijke 2 C effe 0 ct van de aanscherping van de EPC naar 0.6 inzichtelijk te maken, is in de theoretische toets de reductie van de 2 -C emis0 sie inzichtelijk gemaakt op basis van het verwachte woningbouwvolume.
5.1
Bouwprognose Door VROM worden in 2009 70.000 nieuwe vergunningenverleningen verwacht (zie bijlage 2, bladzijde 20). In het Rapport Bouwprognos es 2008-2013 (TNO-rapport 2008-D-R118 OA van 2 december 2008) is aangegeven dat voor 2009 75.000 nieuw gebouwde wonin gen worden verwacht. In 2010 en 2011 neemt dat vervolgens af tot circa 70.000. In een laag scenar io (groter effect kredietcrisis) wordt in de rappor tage uitgegaan van minder dan 65.000 wonin gen. Bij de berekening van het landelijke 2 C effe 0 ct van de aanscherping van de EPC naar 0.6 is voor het aantal nieuw te bouwen woningen uitgegaan van de door VROM aangeg even 70.000 woningen.
5.2
Verdeling woningtypen In tabel 8 is de procentuele verdeling weerge geven van de nieuw te bouwen woningen naar woningtype voor de jaren 2004, 2005 en 2006. De verdeling is gebaseerd op de Monitor Nieuwe Woningen, Jaarboek 2007 van 16 juni 2008 (Onderzoeksinstituut OTB, TU Delft). Voor 2008 of 2009 is deze (nog) niet beschikbaar. Tabel 8
C
Ontwikkeling procentuele verdeling verkochte nieuwb ouwwoningen [Monitor Nieuwe Woningen Jaarboek 2007, MNW Kwaliteitsmodule 2002-2 0061 vrijstaand twee-onder-één-kap rijwoning appartement
2004 7%
2005 5%
6%
17°k 46%
18°h 42% 35%
l9% 37%
30%
De gegevens laten een duidelijke ontwikkeling zien naar 2-onder-1 kapwoningen, ten koste van het aantal rijwon ingen. Voor rijwoningen en appartementen is een gehanteerde SenterNovem referentiewoningen blokken van zes woningen, vier rijtussen appartementen is uitgegaan van een 75% appartementgebouwen.
2006
38%
meer
appartementen
en
aanname gedaan voor de verdeling van in deze studie. Bij rijwoningen is uitgegaan en twee rijkopwoningen. In het geval verdeling van 25% galerijwoningen
de van van en
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-112009
23
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
5.3
—
1 G fl1
Deelrapport theoretische toets
2 C effec 0 t Bij de berekening van het landelijke 2 C effect 0 van de aanscherping van de EPC naar 0.6 is voor de verdeling van de woningtypen uitgegaan van de meest recente besc hikb are gegevens over 2006. Er is in de berekening ondersche id gemaakt in woningen met balan sventilatie en met zelfregelende roosters. Daarnaast is er onderscheid gemaakt in woningen met een HR-ketel en met individuele elektrische warmtepompe n. In tabel 9 staan de resultaten weergege ven voor een bouwprognose van 70.000 nieuw te bouw en woningen.
Tabel 9 Verwachte jaarlijkse C0 2 reductie (in kton) bij aanscherping van de EPC naar 0.6 afhankelijk van ventilatiesysteem en type warmteopwekk ing, uitgaande van 70.000 nieuwe woninge n reductie C0 2 (kton C0 2 per jaar)
balansventilatie zeifregelende roosters
KR-ketel
warmtepomp
38 48
19 27
Wanneer rekening gehouden wordt met de verdeling van het woningtype varieert de reductie van de 2 C emiss 0 ie bij nieuw gebouwde woningen door aans cherping van de EPC naar 0.6 van 270 tot 690 kg per woning per jaar, een en ander afhankelijk van het type opw ekking en het ventilatiesysteem. Bij een bouwprognose van 70.000 woningen bedraagt deze reductie 19-48 kiloton C0 2 per jaar.
0
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r0 02002.dOCX 17-11-2009
24
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
6.
—
R dG 171
Deelrapport theoretische toets
Vakantiewoning Aanvullend op de werkzaamheden uit de door DHV opgestelde metho diek voor de effectenstudie heeft DGMR onderzoek gedaan naar de effecten van een mogelijke aansch erping van de EPC voor een vakantiewoning. Het gaat hierbij conform het Bouwbesluit om bouwwerken met een verwarmde logiesfunctie niet gelegen in een logiesgebouw. Voor deze woningen geldt thans een EPC-eis van 1.4. Achtereenvolgens worden de aanpak, de opgestelde vakantie referen tiewoning, de uitgewerkte maatregelpakketten en de resultaten besproken.
Aanpak Voor een vakantiewoning was er geen (SenterNovem) referentiewon ing beschikbaar. Om het effect van aanscherping van de EPC-eis voor vakantiewoningen inzichtelijk te maken, is voor de theoretische toets allereerst een referentiewoning opgesteld op basis van een kleine vrijstaande woning. Voor het vastleggen van de te hanteren uitgangspunten zijn gegeve ns opgevraagd bij partijen uit de praktijk. Bij de beschouwing van de vakantiewoning is conform Bouwbesluit gebrui kgemaakt van de NEN 5128. Met behulp van de opgestelde referentiewoning zijn twee energiebesparende maatregelpakketten opgesteld.
6.2
vervolgens
een
basispakket en
Referentie vakantiewoning Voor het opstellen van de referentiewoning zijn gegevens opgevraagd bij vier grote recreatiebedrijven en één ontwikkelaar. Dit heeft voor het bepalen van de uitgangspunt en slechts beperkte gegevens opgeleverd. Van één recreatiebedrijf is een Programma van Eisen ontvangen. Door een ander recreat iebedrijf is aangegeven dat de nieuw door hen gebouwde woningen voldoen aan de Bouwbesluite isen voor woningen met een woonfunctie. Er is ook contact gelegd met de Recron, maar zij bieden hun leden geen ondersteuning bij de ontwikkeling van vakantiewoningen. Het aantal nieuw te bouwen vakantiewoningen is bij de grote recreatiebedrijven beperk t. Een groot deel van de door hen aangeboden woningen zijn niet in eigendom, maar worden beheerd voor derden. De vakantiewoningen die worden ontwikkeld lopen uiteen tussen alle grondgebonde n woningtypes. Een vrijstaande woning met een zadeldak komt het meest voor. Op basis van de beschikbare informatie is de referentie vakantiewoning afgeleid van de SenterNovem vrijstaande referentiewoning.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
25
_
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
__
R dG 11
Deelrapport theoretische toets
De referentiewoning beschikt over twee bouwlagen: begane grond en eerste verdieping met badkamer en slaapvertrekken. De plattegronden en de gevela anzichten zijn weergegeven in figuur 3. De woning heeft een gebruiksoppervlakte van 108 2 m De indeling van de woning is niet nader . vastgelegd. Voor deze studie was dat niet relevant. De uitgangspunt en voor de referentiewoning zijn vastgelegd in bijlage 4. Figuur 3 Plattegronden en gevelaanzichten van de opgestelde vakantie referen tiewoning.
L.. De uit de markt verkregen gegevens hebben niet geleid tot een aanpassing van de gevelindeling. Bij de woning hoort veelal een buitenberging. Deze berging kan ook op zichzelf staan en is daarom niet meegenomen bij de referentiewoning.
6.3
Maatregelpakketten Voor de vakantiewoning is een basis maatregelpakket vastgesteld dat overee nkomt met de minimale eisen uit het Bouwbesluit en de huidige bouwwijze. Vervolgens is een maatregelpakket opgesteld voor een woning met balansventilatie en een woning met zelfregelende roosters. Bij de maatregelpakketten is aansluiting gezocht bij de huidige maatregelpakketten uit de SenterNovem referentiewoningen voor balans ventilatie en zeifregelende roosters.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
26
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Basispakket Voor het basispakket is uitgegaan van de volgende uitgangspunt en: • isolatie dichte delen R 2.5 m .K/W (Bouwbesluiteis); 2 • HRbeglazing, Uraam 1.8 W/m .K; 2 • niet geïsoleerde voordeur; • HR1O7-combiketel; • ventilatie via natuurlijke toevoer en mechanische afvoer; • wisseistroom ventilator; • geen zonwering. Om het basis maatregelpakket voor de vakantiewoning door verschillen in gekozen uitgangspunten niet teveel af te laten wijken van de SenterNovem referentiewoningen zijn daarnaast de volgende uitgangspunten gehanteerd: • kwaliteitsverklaring voor opwekkingsrendement tapwater van 70%; • werkelijke leidinglengte voor tapwater; • uitgebreide methode voor koudebruggen met opslag van 25%. Energiezuinige pakketten In de energiezuinige pakketten zijn onderstaande maatregelen opgeno men: • isolatie dichte delen R 3.5 m .K/W; 2 • HRbeglazing, Uraam 1.7 W/m .K; 2 • geïsoleerde voordeur Udeur 2.0 W/m .K; 2 • kwaliteitsverklaring voor opwekkingsrendement tapwater van 72.5% ; • kwaliteitsverklaring voor hulpenergie verwarming (zie paragraaf 2.1.1 voor invoerwaarde); • balansventilatie met: hoogrendement warmteterugwinning 95%; infiltratie 0.625 l.s/m ; 2 gelijkstroom ventilator; • zelfregelende roosters (forfaitair) met gelijkstroomventilator: zonneboiler voor tapwater, 2.8 m 2 collector. —
—
—
—
6.4
Resultaten vakantiewoning
6.4.1
Energie en C0 2 vakantiewoning In tabel 10 zijn de EPC’s en de -C 2 emissi 0 es vermeld voor de opgestelde maatregelpakketten. De vakantiewoning komt met het toegepaste basispakket op een EPC van 1.16. Dit is veel lager dan de eis van 1.4.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
27
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
J
Deelrapport theoretische toets
Tabel 10 EPC en 2 C0 emissie van verschillende maatregelpakketten voor de referentie vakantiewoning EPc -emissie (kg/woning.jaar) 2 C0
basis
balansventilatie
1.16 3.406
0.81 2.361
zeifregelende roosters 0.93 2.652
Voor de opgestelde vakantie referentiewoning is het op eenvoudige wijze mogelijk om de EPC te verlagen naar 1.0 of lager. Toepassing van de in de markt bekende en kosteneffectieve maatregelen uit de SenterNovem referentiewoningen met een EPC van 0.8 leidt reeds tot een EPC van 0.9—0.8. Door aanvullende maatregelen zoals douche-warmteterugwinning en isolatie van het dak met een R van 5 m .K/W is voor de referentiewoning met balansventilatie een EPC van 0.75 haalbaar. 2 Voor de woning met forfaitair meegenomen zelfregelende roosters is met deze maatregelen een EPC van 0.85 realiseerbaar. Het EPC effect van een gelijkwaardigheidsverklaring voor vraaggestuurde ventilatiesystemen zoals bijvoorbeeld C0 -gestuurde roosters is hierin niet meegenomen. Hiermee worden nog lagere 2 EPC-waardes bereikt. In paragraaf 4.1 is de invloed hiervan besproken voor de SenterNovem referentiewoningen. 6.4.2
Kosten De woonlasten zijn voor de vakantiewoning op dezelfde wijze bepaald als voor de overige referentiewoningen. Het effect op de woonlasten is weergegeven in tabel 11. Uitgebreide resultaten bij verschillen in grondquote en stijging van de energieprijzen staan vermeld in bijlage 3.
Tabel 11 Stijging gemiddelde woonlasten over 30 jaar voor de vakantiewoning, afhankelijke van warmteopwekking en ventilatiesysteem in euro/jaar (0% grondquote, 6% hypotheekrente, 5% stijging energieprijzen). Een minteken betekent een daling van de woonlasten. vakantiewoning maatregelpakket balansventilatie
-450
maatregelpakket zeifregelende roosters
-176
Het maatregelpakket balansventilatie bestaat uit het toepassen van balansventilatie en verbetering van de isolatiewaarde van de schil. Dit pakket levert een grote energiebesparing op. Het maatregelpakket met de zelfregelende roosters bestaat uit zelfregelende roosters, verbetering van de isolatiewaarde van de schil en toepassing van een zonnecollector. De collector is een vrij dure investering, waardoor de woonlasten stijgen. Een mogelijk alternatief zou het toepassen van douchewater-warmteterugwinning zijn.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
28
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
7.
—
Deelrapport theoretische toets
d
R 1 ).).
Conclusies theoretische toets In de theoretische toets is voor de SenterNovem referentiewoningen het effect op woonlasten en —emissie onderzocht van de aanscherping van de EPC-eis naar 0.6. Daarnaast is 2 C0 ook gekeken naar de effecten van een mogelijke aanscherping van de EPC-eis voor vakantiewoningen. SenterNovem referentiewoningen Energie en C0 2 Voor alle woningtypen blijkt het mogelijk om een EPC van 0.6 of lager te realiseren. Zowel voor woningen met balansventilatie als voor woningen met zelfregelende roosters kan een EPC 0.6 gerealiseerd worden. Voor de verwarming van de woningen behoren (bij beide typen ventilatiesystemen) HR-ketels en warmtepompen tot de mogelijkheden. Er zijn dus meerdere configuraties mogelijk om aan een EPC van 0.6 te voldoen. Voor het bereiken van een EPC van circa 0.6 is in deze studie in alle maatregelpakketten ten opzichte van de huidige situatie aanvullende gevel- en dakisolatie en douchewarmteterugwinning toegepast. Afhankelijk van het woningtype en het ventilatiesysteem zijn daarnaast nog aanvullende maatregelen nodig. Doordat in deze studie voor de woningen met zelfregelende roosters geen gebruik is gemaakt van 1 gelijkwaardigheidsverklaringen moeten bij de woningen met een HR-ketel veel aanvullende maatregelen getroffen worden om de EPC van 0.6 te bereiken. Door de aanscherping van de EPC naar 0.6 varieert de reductie van de C0 -emissie van 200 tot 2 1.000 kg per woning per jaar, afhankelijk van het type woning, het type opwekking en het ventilatiesysteem.
C
De C0 -emissie van de maatregelpakketten met elektrische warmtepompen is bij 2 vergelijkbare EPC’s hoger ten opzichte van de maatregelpakketten met HR-ketels. Dit wordt veroorzaakt doordat de C0 -emissie van elektriciteit hoger is dan van gas per eenheid primaire 2 energie. De inzet van micro-WKK in nieuwbouwwoningen leidt tot een geringe verhoging van de EPC (circa 0.01) doordat het overall rendement van een micro-WKK conform EPG lager is dan van een HR1O7 ketel. De C0 -emissie blijft nagenoeg gelijk. 2 Lande/fik effect 1 door gebruik te maken van gelijkwaardigheidsverklaringen voor ventilatiesystemen kunnen EPC-waarden gerealiseerd worden die 0.08 tot 0.18 beter zijn dan wanneer gebruikgemaakt wordt van forfaitaire waarden. Het gebruik van de gelijkwaardigheidsverklaringen voor ventilatiesystemen is echter omstreden. De komst van NEN 7120 en NEN 8088 (ventilatienorm) moet dit probleem oplossen. In de groene versie van NEN 7120 wordt verwezen naar de groene versie van NEN 8088. Deze normen zijn beiden nog in ontwikkeling, en aan de afstemming tussen NEN 7120 en NEN 8088 wordt op dit moment nog gewerkt. Op grond van de voorlopige forfaitaire waardes uit ontwerp NEN 8088, wordt van zeifregelende roosters een groter EP effect verwacht ten opzichte van de huidige waardering van zelfregelende roosters in NEN 5128:2004. Pas bij de definitieve versie van NEN 7120 en NEN 8088 kan aangegeven worden hoe groot dit verschil daadwerkelijk zal zijn per woningtype.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
29
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
G 1?1’
Door aanscherping van de EPC naar 0.6 varieert, afhankelijk van het type opwekking en het ventilatiesysteem, de landelijke reductie van de C0 -emissie bij nieuw gebouwde woningen van 2 19-48 kiloton C0 2 per jaar bij een bouwprognose van 70.000 woningen. Woonlasten Bij een hypotheekrente van 6%, een grondquote van 0% en een stijging van de energietariev en van 5% per jaar dalen de gemiddelde woonlasten bij het merendeel van de doorgerekende maatregelpakketten met een HR-ketel. Alleen voor een rijhoek-, 2-onder-1 kap en vrijstaande woning met zelfregelende roosters stijgen de gemiddelde woonlasten met maximaal circa 100,-- euro per jaar. Toepassing van individuele warmtepompen heeft een grote invloed op de woonlasten van de bewoner. De stijging van de gemiddelde woonlasten varieert van circa 800,-- tot 1.400,-- euro per jaar. Bij een grondquote van 3O% stijgt de hypotheeklast door de hogere investeringskosten met 43%. Dit komt neer op een lastenverzwaring van circa 100,-- tot 450,-- euro per jaar. Binnenmilieu De in deze studie doorgerekende energiebesparende maatregelen zijn over het algemeen niet anders dan de maatregelen die ook zijn opgenomen in de SenterNovem referentiewoningen met EPC 0.8. Deze maatregelen waren ook aanwezig in de projecten die bezocht zijn in de praktijktoets. Aanvullend is in deze studie gebruikgemaakt van warmtepompen, PV-panelen en douchewater warmteterugwinning. Naar verwachting heeft toepassing van deze drie maatregelen geen nadelig effect op het binnenmilieu. Door bij warmtepompen gebruik te maken van vrije koeling kunnen oververhittingsproblemen in de zomer beperkt worden.
O
Op grond van de in deze studie doorgerekende maatregelen zijn in de woningen geen andere effecten te verwachten dan reeds bekend. De praktijk heeft geleerd dat klachten over het binnenmilieu met name kunnen ontstaan door fouten die gemaakt worden in het ontwerp van een woning en bij de installatie van maatregelen. Daarnaast speelt een goede en uitgebreide voorlichting van bewoners over het gebruik van de woning een belangrijke rol. Deze aspecten mogen niet onderbelicht raken bij een (verdere) aanscherping van de EPC.
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
30
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
dG
R
Vakantiewoning Toepassing van de in de markt bekende en kosteneffectieve maatre gelen uit de SenterNovem referentiewoningen met een EPC van 0.8 leidt bij de referentie vakant iewoning reeds tot een EPC van 0.9—0.8. Aanvullende dakisolatie en toepassing van douche -warmteterugwinning kan de EPC verder verlagen tot 0.85—0.75. Aanscherping van de huidig e EPC-eis van 1.4 naar 1.0 is zonder meer mogelijk. Bij de doorgerekende maatregelpakketten dalen de gemiddelde jaarlijk se woonlasten tussen de 176 en 450 euro per jaar bij een hypotheekrente van 6%, een grondq uote van 0% en een stijging van de energietarieven van 5% per jaar. Arnhem, 17 november 2009 DGMR Bouw B.V.
0
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009
31
E2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Bijlage 1
Resultaten en samenstelling doorgerekencie maatregelpakketten
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-200g
De in deze studie uitgewerkte maatregelpakketten met een EPC van circa 0,6 zijn vetgedrukt weergegeven. Legen da:
woningtype Ap Ga Tw Hw 2k V
appartement galerij rijtussenwoning rijhoekwoning 2-onder-1 kapwoning vrijstaande woning
maatregelen HR WP mWKK Snref SNgedr bas(is) kwal iso i-dw(tw) i-dw-zb i-dw-zb-U i-dw-zb-U-LT i-dw-zb-U-LT-PV
HRketel individuele elektrische warmtepomp met bodemwarmtewisselaar micro WKK SN referentiewoning oorspronkelijk EPC 0,8 Snref gedraaid 90 graden: Zuid > west bas(is) Rc gevel 4 Rc dak 5 Rc vloer 3,5 (R=4/5/3,5) kwaliteitsverklaring voor rendement warm tapwater en hulpenergie Rc gevel 5 Rc dak 7 Rc vloer 3,5 (R=5/7/3,5) iso + douche warmteterugwinning (DWTW) iso, DWTW, zonneboiler 2,8 m 2 voor tapwater; alleen bij vrijstaande woning met zeifregelende roosters gaat het om een zonneboilercombi5,6 m 2 i-dw-zb met extra lage U-waardes: drievoudige beglazing en extra geïsoleerde deur i-dw-zbU met lage temperatuur verwarming via vloer en/of wandverwarming i-dw-zb-U-LT met 600 Wp fotovoltaische panelen 5 m 2 van 120 Wp.
ventilatie bal zr
balansventilatie zeifregelende roosters
afgifte 0 rad vv
HT radiatoren LT radiatoren vloerverwarming
.
)--
0
—
00
0
r
4
00
00 00 -
0 0
00
00
Cl 00
00
TS 00
00
Cl .4 00
r.
r
Cl
0
00 00 en
Cl Cl
‘‘
00 40 40 00 00 Cl
Cl 00 00 00 00 00
Cl
40 .-4
0O 0
00
00 Cl
0000 Cl CC
0 Cl
—
.-1
.-l
Cl
0
40 CC
Cl
00
00
—
Cl
0
‘-1
00
—
—
0 —
0
0—
0 Cl
—
00 .-4
=
40 4fl Cl
1
00
4fl
00 10
00
40 Cl
00
Cl CC
0
CT
0140 00 0
-
40
Cl
Cl
Cl 00
Cl
Cl
CC
--
0
0
00
0
Cl
0
00
0
Cl
0
00
0
0
0
0
0
0
Cl
40
00
00 00
Cl
0
o
Cl
00
00
00
00 Cl
10
00 0
4fl
en
-
00 .-1
00
00 40
00 Cl
Cl 00
40
0
0
00
0
Cl 40
0
Cl Cl
00Cl 40
0
0
Cl
—
Cl
—
Cl
—
Cl
—
Cl
—
Cl
—
Cl
—
Cl
—
Cl
—
—
0 4$ Cl
0
00 00 0
0
00
T
Cl
00 en ‘-‘
Cl
00 Cl
o
00
00
Cl
enen
00
00
CC
0000 m Cl 00 en .4 ClIO en 00 rn 00 001Cl 0 -4-1-1.-4---l-1
4fl
Cl
00
d
Cl00
Cl 0
0 44e$
0
0—
.-e
-
0
— Cl
0
00 Cl
0
en Cl
0
0
0
0
0
C040Cl 40 Cl
Cl 0
ej
Cl
—
eI
Cl
>
>
CC
CC
00
10 0
.-1
00
Cl en
r—
00
40
00 Cl
-4
00
en
Cl 10
o
00 40
1
00 0
.4
00 Cl 00
Cl
00 00
00 00
‘-4
0 0 0
0
Cl CC
0
0000 Cl 40
0
0
40 40
;;;
0.
Cl
00
00
-4
00
el
1
Cl 00
en
4
N
en
t—
TE
00
40
40
Cl Cfl CC
el 0 1(00 00 Cl 0 00 ,1.l.4
00
00
‘
0 00
O
Cl 0
40 0
0
Cl
Cl 0
0fl
10 0
00
Cl
—l
Cl
00 en
Cl
0fl Cl
00 Cl 00 en i 00 C41l
00 Cl 00 Cl 001fl
0 00 0
0040 0 0
00 Cl Clffl Cl 00 CC CC 00t00 ‘ .1 ‘1 Cl
00 Cl 0
; :;
Cl
o
Cl
Cl
q
O000
q
0 0 0 0 0 Cl Cl Cl 41
— Cl 1 r-.
—
.1
—I— .-I’
r-. r 1 -
CC CC (9 (3 I—0---
C
—
Cl
q R q q q R
—
ClICl
Cl
.4
---1
—
‘1
‘4
Cl
—
—
l
eI
>
—.-
N
—
>
t-
Cl
Cl
Cl
Cl
—
t-
Cl
t--
N
—
XCl
—
Cl
—
Cl
—
.-1
Cl
.-1
.4
Cl
—
—
1
.-i
—
(9
(9
Cl N
Q q
000000
Cl
—
0 Cl
—
q
O
0 Cl
—
4444 Cl
—
r$e$
Cl
—
Cl
44,4,4.4.444.4.4
—
0
0O0O00
ClCC Cl 0 0 10
0
0
0
00.1ClCl
NO Ç0000.-l CC 00 4fl Cl 4fl Cl 00.1Cl1fl — en 00 .-l .1 .
0
O
10 Cl
00
eI
00
—
00 0
CC
00
Cl 0
10
0000000000 . 000000000001 CflCl 0000Wl CC Cl 00 Cl Cl Cl 00 Cl 00 0 00 Cl 0000 Cl 00 00 en en 00 Cl 00 10) 00 0 Cl 0 .1 CC 10 00 4fl 0fl Cl en CC ClI0000NNCl00CC10000 4 — .-l 0IOI000CCWO.-10000Cl0 1ClCC1000CC1000Cl reee) .- r .- .- r- n r e- r’ rr ee re - .- .- .-) .- e eI nO eI n ee) .-4 - .-) - - t-) Cl Cl ee)
00
0
00Cl 00
Cl 0
Cl 00
10 0
0
0
Cl
—
(9 (9
;
Cl 0
0
Cl Cl
0
0
O00000
0
0
0 —
Cl
—
.444444444444444444444,4444444444444
0
0
0 —
Cl
—
CC
ClCl
Cl
—
CC
—
Cl
—
>
Cl
Cl
.—
CC CC (9 (9 F- i— X
>
—
Cl
—
>
Cl
—
00
Cl>
Cl
.4.444.444.4.4444444.444.4.4.444,444. Cl Cl 444
Cl
0
000000 0 CC 00
d
-
—
Cl
010 Cl
—
t-.1
Cl
‘HW
‘-1
—
4
Cl
—
00 40
.—4 00
0
00 40 en
.-1 40 Cl 0fl
00 00 00 r.4 00 00 00 00 cj 00 00 m tN -. 00 0 O N O N 00 N 00 N 00 0 00 00 r o 00 N N 0 .-1 c • r 0: D 0• 00 en 11 r 00 .4 00 Cl .-4 0 en l 00 00 40 - 00 Cl 0 411C l-
— Cl 00 Cl
. 00
0
Cl
0
00 Cl
Cl
0
0CC Cl CC
1
0
40Cl
Cl 00
0
00
Cl
00
4
0000000000 oTt 00 en CC .-1 0040 00 00 CC
.
0
en 00
40 CC 1fl Cl .-4 00 0 00 00000 enen Cl Cl
0
00000 Cl
en
00 Cl 00
0
0
Cl
0
II Cl
0 Cl
Cl
0 —
—
—
e4
Cl
00 —i
Cl
Cl
—
.4
> > < CC (9 (9
—
—
0
Cl
.4
—
Cl ‘4
—
.1
Cl
—
el
—
0
—i
Cl ‘-4
Cl
;
40 Cl
-1
40 CC
Cl Cl 4fl 40 Cl
Cl
Cl 10
00 40
Cl 00
4000400 .-1 .-l en 00 0 Cl en Cl t-1 00100
0 Cl 4
t-
0 Cl .1
—
Cl00
X
HHW
< (9 (9 F— F—
O00000
0
00
Cl
00
00-11000 00 00 Cl 00 0001000 .-e Cl .-1 .1
0
Cl 0
CC Cl
0
CCa Cl r-
0
-*
—i
00 Cl Cl
0•00000
:i;;; ; ; ; ; !
.
to
E
° (0 =(0
..
H >
1
C)
ID DGMR woning omschrijving type pakket 74’HW IHR i-dwtw 75 2k HR i-dwtw 76 2k HR i-dwtw 77 V ,HR i-dwtw 78 V HR i-dwtw 79 2kjK i-dwtw 80 Ap HR i-dw-zb 81 Ap ‘HR l-dw-zb 82 Ga HR l-dw-zb 83 Ga HRi-dw-zb 84 TW HR i-dw-zb 85 TW 1-IR i-dw-zb 86 HW HR l-dw-zb 87 HW HR i-dw-zb 88 2k HR1-dw-zb 89L2kHR i-dw-zb 90V HR1-dw-zb 91 V HR i-dw-zb 93 Ap HR i-dw-zb-u 94 Ap HRI-dw-zb-u 95]Ga HR i-dw-zb-u 96 Ga HR i-dw-zb-u 97 TW HR i-dw-zb-u 98 TW HR i-dw-zb-u HRI-dw-zb-u 991HW 100 HW 1-IR i-dw-zb-u 101 2k HR i-dw-zb-u 102 2k HR i-dw-zb-u 1031V HR i-dw-zb-u V 1 104 ijdzb-u 106Jp HR i-dw-zb-u-lt 107Ap HR i-dw-zb-u-lt i-dw-zb-u-lt 109 Ga 1-IR i-dw-zb-u-lt 110TW HR i-dw-zb-u-lt 111 11W HR i-dw-zb-u-lt 112 HW HR i-dw-zb-u-lt 113 HW HR i-dw-zb-u-lt 114 2k HR i-dw-zb-u-lt 115 2k HR i-dw-zb-u-lt ._jt i-dw-zb-u-lt 1161V 117V HR i-dw-zb-u-lt 119 Ap HR i-dw-zb-u-lt-PV 120 Ap HRi-dw-zb-u-lt-PV 121.Ga HR i-dw-zb-u-lt-PV 122Ga HR i-dw-zb-u-lt-PV 123 TW i-dw-zb-u-lt-PV 124 TW HR i-dw-zb-u-lt-PV HW 1 125 ‘HR i-dw-zb-u-lt-PV HW 1 126 HR i-dw-zb-u-lt-PV 127 2k HR i-dw-rb-u-lt-PV 128 2k HR i-dw-zb-u-Tt-PV 129 V HR l-dw-zb-u-lt-PV 130 V HR i-dw-zb-u-lt-PV 131 V mWKK i-dw-zb-u-lt-PV 28 Ap WPbas 29 Ap WPbas 3OJGa WPbas 31 Ga WPbas 32 TW WPbas TW 1 33 WPbas 34!HW WPbas 35 HW WPbas 36 2k WPbas 3712k [Wpbas 381V WPbas V 1 39 WPbas -
1
,
‘
‘
isog/d/bg zb Uwaarde (m2.K/W)) (m2) raam/deur 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 0 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 0 1,7/2,0 5/7/3,5 5,8 1,7/2,0 5/7/3,5 0 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3J2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,7/2,0 5/7/3,5 1,7/2,0 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5l2,8 1,3/1,2 ‘ 5/7/3,5 J2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 ‘ 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 5,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 , 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 , 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 ‘2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 5,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 , 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 2,8 1,3/1,2 5/7/3,5 5,8 1,3/1,2 5/7/3,5 5,8 1,3/1,2 4/5/3,5 0 1,7/2,0 4/5/3,5 2,8 1,7/2,0 ‘ 4/5/3,5 0 1,7/2,0 4/5/3,5 2,8 1,7/2,0 1 4/5/3,5 0 1,7/2,0 4/5/3,5 2,8 1,7/2,0 4/5/3,5 0 1,7/2,0 4/5/3,5 2,8 1,7/2,0 4/5/3,5 0 1,7/2,0 4/5/3,5 2,8 1,7/2,0 4/5/3,5 1 0 1,7/2,0 4/5/3,5 5,8 ; 1,7/2,0
r
1
-
‘
1
afgifte systeem
1
ventilatieEPC type (-)
0 0 vv 0 vv 0 0 vv 0
zr bal zr bal zr bal bal zr bal
0 0 0 0 0 vv 0 vv 0 vv 0 rad 0 0 0 0 0 vv 0 vv vv vv vv vv vv vv vv
Tbal zr bal zr bal zr 1 bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr , bal zr bal j zr bal zr bal zr bal zr zr bal zr bal zr bal zr ‘ bal zr bal zr 1 bal zr 1
vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv w vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv
-
C02 (kg) 0,72 0,62! 0,7 0,65 0,7 0,63 0,56! 0,72 0,58 0,75 0,51! 0,69 0,55 0,72 0,56! 0,7 0,59 0,52’ 0,67’ 0,53 0,47 0,64’ 0,52 0,68 0,51 0,65 0,55 0,66 0,51 0,661 0,52 0,69, 0,46!
J
0,62 0,5 0,65
o,sol 0,651 0,53 0,65,
,
0,421 0,58 0,42 0,58 0,39! 0,55 0,44 0,59 0,44, 0,591 0,48 0,60 0,61
L
1 ‘
0,68! 0,68’ 0,72 0,70 0,70 0,66 0,70 0,67 0,701 0,67’ 0,69 0,65,
gas (m3)
ei (kWh) 2.237 902, 1.124 2.439 870 1.579 2.645 1.066 1.328 2.919, 1.067 1.811 3.025 1.219! 1.521 i4 928 1.312 1.418 416 1.202 1.7581 668, 1.011 1.22 379’ 980 1.529 598 826 1.517 432 1.327 1.942! 738. 1.116 1.793 585’ 1.334 2.237 902! 1.124 2.183 726 1.579 2.645’ 1.066 1.328 2.647 914 1.811 i0i5 1.219 1.521 1.327 365 1.200 1.659! 613 1.009 1.146 334 978 55j 824 1.434’ 386 1.325 1.856690 1.114 536! 1.705 1.332 2.149 853 1.121 2.039 646 1.576 2.508: 990 1.325 2.516 841 1.808 2.903 1.151 1.518 1.308 354 1.200 1.641, 603i 1.009 1.125 322 977 1.409 531 823 1.409 1.325 1.790 653! 1.113 1.659, 510 1.331 804 1.119 2.0611 615 1.574 1.9L 2.474! 971 1.325 2.439 798, 1.806 2.861 1.128 1.518 1.056 354f 754 1.389 603j 563 872’ 322 531 1.157 531 377 1.157 371 879 1.537 653 667 1.407; 510 885 1.809’ 804 673 1.731 1.128 6151 2.222 971 879 2.187 798e 1.360 1.128! 1.072 2.6091 2.622 2.000 0 3.535 0 3.522 1.9931 1.732 0’ 3.062 1.676 0 2.963 2.416 0 4.269 2.257’ 0 3.989 2.635 0’ 4.657 0 4.402 2.4911 3.149 0 5.566 2.987 0 5.279 3.679 0 6.502 3.400] 0 6.009
IDDGMR woning omschrijving type pakket
—
‘lNPiso 54]AP 55 ApJfso 56 Ga ]Wp iso 57]Ga ‘WP 50 58TW_jo 59 TW ]wp iso WP iso 61il-W 1WP iso 62]2k ]WP 50 63]2k WP 150 64V Wpiso 65V WP 150 Ap 1 67 WPi.dwtw 68Ap WP i-dwtw 69]Ga WP i-dwtw Ga 1 70 WP i-dwtw WPi-dwtw 72]TW WP_i-dwtw 73HW WPI-dwtw 74jijI WP i-dwtw 75ii WP i-dwtw iJik WPi-dwtw 77 V WP i-dwtw 78V WP i-dwtw 80’Ap WP i-dw-zb 8llAp j1-dw-zb 82Ga WP i-dw-zb 83 Ga Wf’ i-dw-zb 84]TW WP i-dw-zb 85]TW Wf’ i-dw-zb HW 1 86 ‘Wf’ i-dw-zb 87]HW w i-dw-zb 88 2k i-dw-zb WP l-dw-zb 89 2k 90]V WP i-dw-zb 91 V Wf’ i-dw-zb 93 Ap Wf’ i-dw-zb-u 94]Ap ]WP i-dw-zb-u 95 Ga jWP i-dw-zb-u 96 Ga WPi-dw-zb-u 97]TW Wf’ i-dw-zb-u 98 TW Wf’ i-dw-zb-u 99 HW Wf’ i-dw-zb-u 100]HW WP i-dw-zb-u 101]2k Wf’ I-dw-zb-u 102]2k WP I-dw-zb-u 103]V ]WP i-dw-zb-u 10jV Wf’ i-dw-zb-u 119 Ap Wf’ i-dw-zb-u-PV 120 Ap Wf’ i-dw-zb-u-PV 121 Ga Wf’ I-dw-zb-u-PV 122 Ga Wf’ idw-zb-u-PV 12jTW ]WP i-dw-zb-u-f’V 124 TW Wf’ i-dw-zb-u-PV 125 HW wf’ I-dw-zb-u-PV 126 HW Wf’ i-dw-zb-u-PV 127 2k ‘Wf’ Idw-zb-u-PV 128 2k Wf’ i-dw-zb-u-f’V 129V WP1dw-zb-u-PV 130V Wf’ idw-zb-u-PV
iso g/d/bg zb (m2.K/W)) (m2) 5/7/3,5 r 0 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 0 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 0 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 0 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 0 5/7/3,5 5,8 5/7/3,5 0 5/7/3,5 2,8 ] 5/7/3,5 0 5/7/3,5 2,8 ] 5/7/3,5 0 1 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 0 5/7/3,5 1 2,8 ] 5/7/3,5 0 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 0 5/7/3,5 5,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/ 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3] 5,8 ] 5/7/3,5 2,8 1 5/7/3,5 2,8! 5/7/3,5 2,8 ] 5/7/3,52,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 2,8 1 5/7/3,5 ‘ 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 5,8 5/7/3,5 2,8 2,8 1 5/7/3,5 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 2,8 1 5/7/3,5 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 5/7/3,5 2,8 1, 5)7/3,5 2,8 5/7/3,5 5,8
Uwaarde raam/deur
JJ!_
:
:
‘
:
:
:
:
,
‘,
—
1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0
:
:
afgifte systeem
ventilatie EPC type (-)
vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv
1
:
i
i
:
1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 ‘, 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 ‘, 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 1,7/2,0 , 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 ‘ 1,3/1,2 1 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 ‘ 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 1,3/1,2 ‘
,:
]
‘
,
, ‘
‘,
,
:
vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv vv
:
,
bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr 1 bal zr bal zr 1 bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal 1 zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal zr bal 1 zr , bal zr bal , zr 1 :
,
‘
‘,
1
C02 (kg) 0,68’ 0,68: 0,711 0,69 0,69 0,65’ 0,68’ 0,65i 0,68] 0,66 0,67: 0,63! 0,61 0,61 0,64’ 0,63 0,61 0,57] 0,61 0,57 0,61] 0,59 0,60 0,55 0,53: 0,61 056] 0,63 0,49, 0,57] 0,50 0,57’, 051] 0,59 0,51 0,55! 0,511 0,59: 0,53] 0,59] 0,47: 0,55] 0,481 0,55’ 0,49:
0,56 0,49 0,53! 0,43, 0,50 0,42 0,49 0,40, 0,47 0,41, 0,49, 0,43 0,51] 0,45’ 0,49,
gas
(kWh)
(m3)
19831 l.972 1.711f 1.655: 2.384] 2.217! 2.5721 2.419] 3.075] 2.9551 3.579 3.288 1.766 1.780]
0’ 0 0: 0’ 0 0 0’ 0 0 0:
3.504 3.486 3.023 2.925 4.213 3.918 4.546 4.275 5.435 5.222 0 6.326 0 5.811 0’ 3.121 3.145 1.536! o] 2.714 1.497 0’ 2.646 2.091 0] 3.695 1.924j__qL 3.400 2.279, 0 4.028 2.126 0 3.757 2.727 0 4.819 2.607, 4.607 0: 3.179 0 5.619 2.888 0 5.104 1.554] 0] 2.747 1.780 0 3.145 1.354 0 2.393 1.497 0 2.646 1.673 0 2.956 1.924 0 3.400 1.861’ 0 3.290 0! 2.126’ 3.757 2.283 0 4.034 26071 0 4.607 0! 2.709’ 4.789 2.888 0 5.104 1.490 0 2.633 1.7061 0! 3.016 1.271 0 2.247 1.420 al 2.510 1.616! 0’ 2.856 1.865 0 3.296 1.801 0 3.183 2.0661 0’ 3.651 2.184] 0 3.860 2.507] 0 4.431 2.619’ 4.630 01 2.800’ 0 4.949 1.238 0, 2.187 1.454! 0 2.570 1.019 0 1.801 1.168 0 2.064 1.364 0 2.411 1.612 0 2.850 1.549 0 2.737 1.814, 0, 3.205 1.932] 0 3.414 2.255] 0 3.985 2.367, 0, 4.184 o] 4.503 2.548!
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Bijlage 2
Kostenaspecten maatregelpakketten EPC 0.6 Rapportage Techniplan Adviseurs
k:\doc\e\2009\069700\e200g059700rf302002docx 17-11-2009
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
LET OP: ten opzichte van de tabellen in het hoofdtekst van het rapport zijn de plus- en mintekens andersom weergegeven! In deze bijlage: rode opvulling + groene opvulling -
negatieve waarde positieve waarde
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-1 1-2009
verhoging van de jaarlasten verlaging van de jaarlasten
‘
techniplan adviseurs bv
DGA-102X1-E-RYOO1 D 30 oktober 2009 blad 1 van 7 Status: CONCEPT
Project
1.
:
Aanscherpingstudie EPC woningbouw 2011
Onderwerp :
Uitgangspunten kosten effectiviteitbep aling
Inleiding In opdracht van de het ministerie van VROM en Senter Novem voeren DGMR en Techniplan Adviseurs een aanscherpingstudie uit voor de aanscherping van de EPC voor de woningbouw in 2011. De aanscherpingsmethodiek is vastgelegd in een rapport van DHV, d.d. 28 april 2009. in opdracht van SenterNovem. Deze methodiek besta at uit een praktijktoets en een theoretische toets. DGMR is hierin penvoerder en verantwoordel ijk voor de praktijktoets en het opstellen van maatregelenpakketten met bijbehorende conseque nties op energieverbruik en comfort. Techniplan Adviseurs is ingeschakeld om de kosteneffectiviteit van de maatregelpakketten te bepalen. De werkwijze is in hoofdlijnen als volgt: perwon ingtype is een aantal maatregelpakketten bepaal d waarmee de EPC verlaagd wordt van 0,8 naar 0,6. Van elk maatregelpakket is berekend wat de invloed is op de woonlasten door te kijken naar de hypotheeklasten (waarin de meerinvestering is opgenomen), de onderhoudskosten en de energiekosten . Deze nota geeft inzicht in de gehanteerde uitgangspunt en bij het bepalen van de kosteneffectiviteit per maatregelpakket.
2.
Uitwerking kosteneffectiviteit
2.1.
Bepaling investeringskosten maatregelen
2.1.1.
Maatregelen De te onderzoeken energiebesparende maatregelen en maatregelpakketten zijn aangeleverd door DGMR. Douche wateiwarmteterugwinning Afwijkend op de aangeleverde pakketten worden voor de gestapelde bouw worden horizontale douchewarmtewisselaars gehanteerd als uitgangspunt, aangezien verticale warmtewisselaars niet mogelijk zijn bij eenlaags appartementen. Voor de grondg ebonden woningbouw worden verticale douchewarmtewisselaars gehanteerd. initialen
+
paraaf
ir
DGA-102X1 -E-RYOOI D 30 oktober 2009 blad 2 van 7 CW-waarden
Uitgangspunt voor de aangeleverde pakketten voor de dimensionering van de warmteopwe kkers is een CW-waarde van 5 of hoger voor vrijstaande woningen en 4 voor alle andere woningtypes. Investeringskostenbepaling
2.1.2.
De kosten per maatregel zijn bepaald aan de hand van meerdere referenties. Deze referenties zijn offertes van diverse leveranciers en de EPA-k ostenkentallen, zoals deze te vinden zijn op de website van SenterNovem. Voor iedere maatre gel zijn tenminste twee referenties geraadpleegd .
2.2.
Bepaling jaarlijkse woonlasten De woonlasten bestaan uit drie delen: •
Hypotheeklasten
•
Energiekosten
•
Onderhoudskosten
De maatregelpakketten zullen een verhoging van hypotheek- en onderhoudslasten tot gevolg hebben, maar daar staat een verlaging van de energiekosten tegenover. Onderstaand wordt per onderdeel de berekening en resultaten toegelicht. 2.2.1.
Hypotheeklasten ten gevolge van meerinve stering Om de kosten van de meerinvesteringen ten gevolg e van de energiebesparende maatregelen te kunnen vergelijken met de opbrengsten ten gevolge van de besparingen op energie, worden de meerinvesteringen omgerekend naar jaarlijkse woonl asten. Deze omrekening is gebaseerd op een hypotheeklastberekening voor een spaarhypotheek met een looptijd van 30 jaar. In deze berekening zijn een tweetal uitgangspunten gevarieerd, te weten: •
rentepercentage hypotheek: 4%, 6%, 8%;
•
grondquote: 0%, 30%;
De meerinvestering bij oplevering is meegenomen in de hypotheeklastenbepaling en zorgt dus voor een verhoging van het hypotheekbedrag. Er is hierin geen rekening gehouden met eventuele herinvesteringen of restwaarde van maatregelen die een kortere of juist langere levensduur hebben dan de looptijd van de hypotheek (30 jaar). Om de invloed van deze aanname te kunnen bepalen, is in de bijlage een variant toegevoegd waarin wel rekenin g wordt gehouden met herinvesteringen na 15 jaar.
6 DGA-102X1-E-RYOO1D 30 oktober 2009 blad 3 van 7
Tabel 1 Cashflow hypotheeklasten ten opzichte van de referentiewon ing [Euro/woning/jaar]’
HR-ketel HR-ketel Warmtepomp Warmtepomp WKK WKK
Balans ZR Balans ZR Balans ZR
ApparGalerij TussenHoek2-onder-1- Vrij tement woning woning kap staand -141 -199 -230 -315 -372 -625 -251 -250 -387 -534 -643 -732 -560 537 -658 743 957 -1.068 -514 -562 -658 -654 -874 -953 445 -816
De grondquote verhoogt de hypotheeklasten met 43%. Uitgedrukt in Euro’s per jaar komt dit neer op een lastenverzwaring van circa 50 tot ruim 500 Euro per jaar. 2.2.2.
Energiekosten Voor de bepaling van de baten zijn de energietarieven weergegeven in Tabel 2 als uitgangspunt gehanteerd. De energietarieven zijn gebaseerd op een gemiddeld tarief voor drie grote energieproducenten (Eneco, Nuon en Essent). Het vastrecht blijft ongewijzigd en is derhalve buiten beschouwing gelaten. Tabel 2, Energietarieven
0
Tarief gas Tarief elektriciteit
Prijspeil 1 januaii 2009 0,699 €/m 3 0,246 €/kWh
In het bepalen van de woonlasten is eveneens het effect van een prijsstijging in de energie doorgerekend door drie varianten te bepalen, te weten: prijsstijging energietarieven (over 30 jaar): 0%, 2%, 5%.
1 Negatief getal beteke nt hogere uitgaven, dus hogere hypotheeklasten
DGA-102X1-E-RYOO1D 30 oktober 2009 blad 4 van 7
Tabel 3 Besparing energiekosten ten opzichte van referentiewon ing bij een jaarlijkse energieprijsstijging van 5% 2 [Euro/woning/jaarl Appartement HR-ketel
Balans
HR-ketel Warmtepomp Warmtepomp WKK WKK
ZR Balans ZR Balans ZR
Galerij
396 558 102 114
TussenHoek2-onder-1- Vrij woning woning kap staand 375 414 417 557 891 461 444 678 771 844 204 35 93 164 272 142 224 269 276 421 609 912
Bovenstaande jaarlijkse energiebesparingen zijn gemiddelde jaarLijkse kosten en gaan uit van een jaarlijkse kostenstijging voor energie van 5% per jaar. Wanneer we uitgaan van een jaarlijkse kostenstijging van 2% per jaar, zullen de gemiddelde jaarlijkse besparingen circa 38% Lager uitvallen. 2.2.3.
Onderhoudskosten De onderhoudskosten zijn bepaald met behulp van een percentage over de meerin vestering. Het gehanteerde onderhoudspercentage is 5% voor instaliatiemaatregelen en 0% voor overig e maatregelen. De onderhoudskosten blijven constant gedurende de looptijd, het onderhoudspercentag e is over de investeringskosten prijspeil 1 januari 2009 berekend. Tabel 4 Cashflow onderhoudskosten ten opzichte referentiewoning [Euro/ 3 woning/jaarj Appartement HR-ketel HR-keteL Warmtepomp Warmtepomp WKK WKK
2
Balans ZR Balans ZR Balans ZR
Galerij -42
-116
-58 -483 -465
-62 -471 -391
TussenHoek2-onder-1- Vrij woning woning kap staand -20 -20 -20 -185 -51 -205 -187 -189 -470 -470 -636 -652 -470 -470 -612 -624 -96
Positief getal betekent positieve cashfLow, dus besparing op de energiekosten Negatief getal betekent hogere uitgaven, dus meerkosten voor onderhoud
-277
I DGA-1 02X1-E-RYOO1 D 30 oktober 2009 blad 5 van 7
2.2.4.
Resulterende jaarlijkse woonlasten Rekening houdende met de drie uitgangspunten die worden gevarieerd (hypotheekrente, grondquote en prijsstijging energie), zijn er per maatregelpakket 18 varianten doorgerekend voor de woonlasten. In de bijlage worden deze per woningtype weergegeven, uitgesplitst in woonlasten in het eerste jaar en gemiddeld over een periode van 30 jaar. Onderstaand een samenvatting van de resultaten, uitgaande van een hypotheekrente van 6%, een grondquote van 0% en prijsstijging van de energietarieven van 5% per jaar. Tabel 5 Vermindering woonlast ten opzichte van referentiewoning [Euro/woning/jaar] 4
HR-ketel HR-ketel Warmtepomp Warmtepomp WKK WKK
Balans ZR Balans ZR Balans ZR
ApparteGalerij TussenHoek2-onder-1- Vrijstaand ment woning woning kap 213 60 165 82 165 81 249 148 6 -61 -59 -77 -941 -804 L093 1.120 -1.429 -1.448 -865 -811 -904 -854 -1.210 4.155 67
Uit de bepaling van de jaarlijkse woonlasten, zijn de volgende aLgemene concLusies te trekken: •
Toepassen van een individuele warmtepomp voor woningen heeft een negatieve invloed op de woonlasten van de bewoner. Hierbij dient wel de kanttekening te worden gemaakt dat bij grootschaliger projecten toepassing van een collectieve warmtepomp mogelijk is met een veel lagere investering per woning. Daarbij komt dat door de toepassing van een elektrische warmtepomp het luxe niveau in de woning toeneemt. De warmtepomp maakt het mogelijk om naast verwarming ook koeling te leveren in de woning.
•
Woningen met zelf regelende roosters kennen een hogere energievraag in de EPC-berekening, waardoor de meest kosteneffectieve energiebesparende maatregelen al in de basis worden toegepast, zodat voor de aanscherping naar 0,6 alleen nog de duurdere maatregelen ‘over’ zijn. In de varianten met HR-ketel is dit goed te zien. In dewarmtepompvarianten bestaat voorzowel de balans- als de ZR-woningen het maatregelpakket uit een warmtepomp en verhoogde isolatie, zodat de kosteneffectiviteit redelijk gelijk is. In de praktijk worden zelfregelende roosters vaak toegepast met een tijd- ofCO -gestuurde 2 regeling (met afzonderlijke herberekening in de EPC). Daarmee is tegen Vrij lage meerkosten een behoorlijke besparing mogelijk.
Negatief getal betekent een verhoging van de uitgaven en dus een verhoging van de woontast.
-182
1ff DGA-102X1-E-RYOO1D 30 oktober 2009 blad 6 van 7
2.2.5.
Resulterendjlijkse woonlasten vakantiewoning Op dezelfde wijze als bij de overige woningen zijn ook voor de vakantiewoning twee maatregelpakketten doorgerekend, één met zelfregelende roosters en één met mechanisch gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning. Aangezien de EPC-eis voor de vakantiewoning minder streng is, zijn er in de referentiewoning vrijwel geen energiebesparende maatregelen toegepast en bestaat het ventilatiesysteem uit natuurlijke toevoer en mechanische afvoer. De resultaten van deze woonlastenbepaling zijn als volgt (uitgaande van een hypotheekrente van 6%, grondquote van 0% en een jaarlijkse stijging van de energiekosten van 5%): Tabel 6 Vermindering woonlast vakantiewoning ten opzichte van referentie [Euro/woning/jaar] Vakantiewoning Maatregelpakket balansventilatie Maatregelpakket zelfregelende roosters
450 176
Het maatregelpakket balansventilatie bestaat uit het toepassen van balansventilatie en verbetering van de isolatiewaarde van de schil. Dit pakket levert een grote energiebesparing op. Het maatregelpakket met de zetfregelende roosters bestaat uit zelfregelende roosters, verbetering van de isolatiewaarde van de schil en toepassing van een zonnecollector. De collector is een vrij dure investering, waardoor de jaarlasten stijgen. Een mogelijk alternatief zou het toepassen van douchewater-warmteterugwinning zijn, we verwachten dat de jaarlasten daardoor zullen verbeteren.
2.3.
Varianten: warmtepomp met buitenlucht als bron In de huidige concepten is uitgegaan van een warmtepomp met een gesloten bodemcollector. Het is ook mogelijk om de warmtepomp aan te sluiten op buitenlucht. Het temperatuurniveau van de buitenlucht varieert veel meer dan die van de bodem, zodat de warmtepomp bij extremere temperaturen toch voldoende vermogen moet blijven leveren. De meerkosten voor een dergelijke warmtepomp bedragen ten opzichte van een warmtepomp met bodemcollector circa € 2.200 tot € 5.000 afhankelijk van het benodigde vermogen.
DGA-102X1-E-RyOO1D 30 oktober 2009 blad 7 van 7
Bi La ge Bijlage 1
Investeringskosten per woning en maatregelen
Bijlage 2
Vermindering jaartasten per maatregelpakket, onderverdeeld in: Totale jaarlasten Hypotheeklasten Energiekosten Onderhoudskosten
Bijlage 3
Variantberekening met herinvestering na 15 jaar
;r
jj 4
techniplan adviseurs bv RAADGEVEND
INGENIEURSBUREAU
Bij (agj Investeringskosten per woning en maatregeLen
stok stuk
m2 gevel m2 gevel rn2 gevel m2 gevel m2 gevel m2 gevel m2 dak m2dak m2dak m2duk m2dak m2 dak m2 vloer m2 vloer m2vloer nr2 vloer m2 deur m2 deur m2deur m2deur m2 mum m2 raam m2 raam
WF bron wp wnrm bron
Horizontale WTW Vnrticnle WTIN Wp=605 Isulanovestilatie Zellregelende roosters raaggestuurde m000lers HR-lo7gaskelel (CW-4) HR-107 gasketel (CW-516( LTRad (meerkosten ton ‘IT) LTV (meerkosten loo HT) nciividuele WF cm bodemcollectoren COF= 3,1 rvamrtepomp • builenlucht 11015= St
Isolatie gevel Rc=2,5 Isslatie gevel Rc=3,5 Isolatie gevel RC=3,5 Isolatie gevel Flc=4,0 Isolat ie gevel Rc=5,0 Isolatiegevel Flc=8,0 Isslalie dak Rc=2,5 Isolatie dak Rc=3,5 Isolatie dak Rc=4,0 Isolatie dak Rc=5,0 Isolatie dak Rc=7,0 ivolalie dak Rc=1 0,0 solatie vloer Flc=2,5 selatie vloer Rc=3.0 solatie vloer Rc=3,5 snlatie vloer Ro=4,0 solatie deur U=1 ,2 solalie deur U=2,0 solatiedeurli=2,5 oolatieduurU=3,5 snlatie ramen U1 3 onlatie ramen U1 7
-
.
m
186 622 10.635 14.455
14.405
-
391 3087 4.237 2.723 5171 2.246
,
7.637 8.183 8.728 9.274 10.9t5 12.547 2.129 3.040 3466 4256 9.992 9.120 1.396 1.617 1.756 1.940 1.140 360 360 288 2.896 889 3236
—
186 522 10,635
391 3.067 4,237 2.723 5.171 2.246
-
2.604 2.700 2.978 3.162 3.726 4.278 2.128 3.040 3.466 4.256 6.992 9.120 1.386 1.617 1.756 1.940 1.140 360 360 288 2.759 847 2747
‘
20.514
391 3.087 5.034 3235 6,144 2,669 2,846 222 739 14.253
-
9.869 9.503 10.136 10.770 12 670 t4.57t 2.587 3.695 4.212 5.173 8.499 11.085 1.713 1.995 2.170 2.398 2.755 870 870 696 2.515 774 2.523
9
19.643
391 3.067 5,778 3.713 7,052 3.063 3.266 254 848 14.865
-
13.216 14.160 15.104 t 6.048 18.880 21.712 2.874 4.105 4.680 5.747 9.442 12.315 1.866 2.177 2.364 2.612 1.145 360 360 288 4.742 1.456 5145
—
6
1w
378.644
4.901 16.337 298.595
-
3.087 111.365 71.551 135.924 59.037
-
35.357
94.315 90.338 96.36g 102.383 t20.450 138.518 22.883 32.690 37.267 45.766 75.167 58.070 19.566 22.927 24.784 27.392 66.833 21.105 21.105 16.884 74.704 22.936 24.766
.
Woningen________
Project: Kostencakulatle Energiebesparende maatregelen Onderwerp: Prijs per Woning (oppervlakte, luchtdebiet, vermogen) per energiebesparende maatregel
1 van 1
351.700
4.552 1 5.174 277.920
-
3.087 103.438 66.468 126.249 54.836
-
22.768
52.108 55.830 59.552 63.274 74.440 85 608 23.377 33,395 38.070 46.753 76.809 100.185 20.142 23.499 25.513 28,159 21.375 6,750 6.750 5.450 80.712 24.780 37.281
Investeringskosten: De investeringskosten zijn opgevraagd bij aang Wenen bronnen vervolgens gemiddeld en daarna zo nodig geinterpoleerd’geeetrapoleerd. Deze prijzen zijn teruggebracht tol een waarde per grontheid (bijvoorbeeld m2 geveloppervl ak). Deze specifieke prijs per grootheid is vertaald naar een prijs per wnningtype (welke in de tabel is weergegeven).
15 P P 15
nerw vermogen verw vermogen
per woning oer woning tltektricitnil
Vaste zonwering
gevelopp gevelopp gevelnpp gevelopp gevelopp gevelopp dakopp dukopp dakopp dakopp dakopp dakspp vloer opp vloer opp vloer opp vloer opp Deuropp Deornpp Deurnpp Denropp Drievondige beglazing
in adviseurs bv
m3Ih m3/h m3/h kWth vrijstaand kWIk Lage Temp. Radiatoren Laag Temp. Sysleeni kWlh kWth kWIk kWth
Verklaring aflsortinges: Ag = gebruiksoppervlak in m2 m3/h = venlijatiedebiet in m3fh kWth verwarmingsvermagen in kW x= al aanwezig in relerentie situatie
‘snneboijem Mlorn WI(K
IVarmlepomp
Afgifte
CV-ketel
lV panelen Venlilatie
-
Appartementen Grondgebonden
Ramen
inst,il.tt. Dsuchewaler WTW
Ramen
jilasisslatre
Dnur
Vloer
Dak
Gevel
Glas
eeuw!çundig Isolatie
DGA-1 02X1 -P-RYOO1 ETot (rap)
1
12.516
391 3.087 3.687 2.369 4.550 1.951 2.061 162 540 9,240
-
7.602 8.145 8.688 9.231 10 860 12.489 2.853 4.075 4,545 5.705 9.373 12.225 1.886 2.177 2.364 2.612 1.663 525 525 420 3.032 931 3.053
fronn.n
Sliebel Eltmon
BKDi, 1 echnea Duurzaam eohrrea Duurzaam nn & CD no ho Duco Netit NeSt TPA kentallen TPA kenlallnn Techeeco
Bmn 1 Stikolherm Stiknttrern, Slikotherm Stiknttrerre Stikolherm Stikntjserrrr Isnlechniek sntechniek Isotechniejç sotechniek lsoteckniek sotechniek TPA.kentallen TFA-kentallen TPA-kentallen TFA.kentaltnn IvPA-kenlallen EPA-kentallen EFA-kentallen EFA-kenlallen EVM Sint Gobain Voordelige Zonwering
Middnling Middeling Middeling
e.ee,Ingswijzr Middeling Micideling Middeling Middeling Middeling Middeling Middeling Middeling Middeling Middeling Middeling
Harde waarde Harde waarde Middelisg
Berekening uilgevoerd door harde Waarde en interpolati&evtrapolatie
Berekening uitgevoerd door middeling en isterpolatie/entrapolatie
Berekening uitgevoerd door interpnlalie/entrnpolatie
Beeekwlngswijze Berekening uitgevoerd door middelieg en interpolatie/evtrapolatie
HR-Solar EPA-kenlallen
Dorntkerm
OPA-kentallen
eren 2
erom 2
Mitvhubishi
IOn 2 dries Bries F.PA-kentuljen Stork EPA-kentallen EPA-kentallen Valliant Vnlliant Jugu Jaga 1150
Alusta
EFA-kentallen EPA-kentaljen EFA-kentallen EPA-kentaljen
8mn 2 IPA-kentallen TFA-kentallee TPA-kenlnllen TPA-kentallen
12-11-2009
Bijlage 2 Vermindering jaarLasten per maatregelpakket, onderverdeeld in: TotaLe jaarLasten HypotheekLasten Energiekosten Onderhoudskosten
Grondguote
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
Prijsstijging
van 4
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op jaarlasten
Blad 1
-7 -100 72 -21 283 190 -41 -148 38 -70 249 141 -82 -207 -3 -128 207 32
Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp
Bal ZR (HR) (WP)
-918 -1.125 -904 -1.111 -865 -1.073 -994 -1.234 -979 -1.219 -941 -1.1S1 -1.086 -1.365 -1.071 -1.350 -1.033 -1.312
Appartementen Gallerijwoningen
Legenda Afkorting Betekenis
27 -26 82 30 232 180 8 -53 63 3 213 152 -16 -86 40 -30 190 119 -855 -1.045 -839 -1.029 -796 -98o -924 -1.144 -908 -1.128 -865 -1.085 -1.008 -1.265 -992 -1.249 -950 -1.206
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarl asten) Ap Ap Ap Ap Bal ZR Bal ZR (H R) (1-IR) (WP) (WP) Bal (H R)
Ga
-107 -181 -54 -128 87 13 -134 -220 -81 -167 60 -25 -167 -266 -114 -213 28 -72
Ga ZR (H R) -57 -150 8 -85 182 $9 -91 -198 -26 -133 148 41 -132 -257 -67 -192 107 -18
Vermindering laartasten oer maatregeLoak ket oer woning
C)
Ap Ga
tI111Ph1n CL1IS bV
Rente
--
DGA-1 02X1 -P-RY001 D/ Sv
Ga
-837 -1.036 -808 -1M07 -731 -930 -910 -L140 -881 -1.111 -804 -1.034 -998 -1.265 -969 -1.237 -892 -L160
Bal (WP)
Ga
-808 -1.017 -788 -997 -735 -943 -884 -1.125 -864 -1.105 -811 -1.052 -977 -1.257 -957 -1.237 -903 -1.183
ZR (WP)
30-10-2009
0%
30%
6%
6%
2%
2%
5% 5%
30%
0%
30%
0%
30%
8%
8% 8% 8%
8%
0%
0%
6% 8%
5% 5%
2%
2%
0%
0% 30% 0%
50/
30%
6%
0%
5% 5%
0%
0%
2%
30%
6%
2%
0%
PrIjsstijging 0%
0%
30%
30%
4%
4% 4% 4% 4%
Grondguote 0%
Rente 4%
DGA-1 02X1 -P-RYOO1 Di Sv
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect opjaarLasten
Blad 2 van 4
(KR)
(H R)
-19
ZR
Bal
-109
-224
-288
-1.022 -1.266
-57 -250
12
Betekenis
(HR)
(W P)
Hoog rendementsketel Warmtepomp
Balansventilatie Zelf regelende roosters
Bal ZA
Hoekwoning
HW
Tussenwoning
-1.201 -1.529
-1.214 -L542
-225
-1.219 -1.547
-L375
-1.093
-1.388
-1.106
-1.393
-1.111
-1.004 -1.247
-1.261
-1.017
(WP)
Bal
TW
-418
-481
127
-29 -144
-203
-88
6
-160
66
-327
-161
-390
165
-90
8
-149
-50
-85
111
-253
59
Legenda Atkorting TW
-172 -315
196
-46
39
-104
TW
TW
-931
-1.340
-t012
-L424
-1.096
-1.456
-1.128
-1.186
-904
-1.270
-988
-1.020 -1.302
-1.059
-815
-1.143
-899
-1.175
(WP)
ZR
TW
atief getal: vermeerdering van de jaarlasten )
(KR)
Bal
HW
-92
-127
30
-284
-127
-343
-186
-53
82
-211
-76
-269
-134
S
124
-150
-33
-208
(H R)
ZR
HW
-416
-149
-671
-405
-767
-501
-290
-61
-546
-317
-642
-413
-187
11
-443
-245
-341 -539
Vermindering iaarlasten oer maatregeloakket per woning (Neg
0
HW
-1.613
-1.277 -1.648 -1.242
-1.290 -1.661
-1.439
-1.120
-1.155 -1.474
-1.487
-1.168
-1.295
-1.020
-1.055 -1.330
-L068 -1.343
(WP)
Bal
HW
-1.288
-962
-1.389
-L063
-1.101 -1.427
-L135
-854
-956 -1.236
-1.274
-994
-1.008
-766
-1.110
-868
-906 -1.148
(WP)
ZR
30-1 0-20 09
4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
0%
30% 0% 30%
0% 30% 0%
4%
4%
Grondguote
Rente
DGA-102X1-P-RYOO1 D / Sv
5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5%
Prijsstijging
Effect op jaarlasten
Project: Aanscherpingsstudie EPC Ondeiwerp: Kostenconsequenties
Blad 3 van 4
-372 -610 -263 -501 28 -210 -459 -734 -350 -626 -59 -334 -564 -885 -455 -776 -164 -485 -1.384 -1.739 -1.361 -1.716 -1.299 -1.654 -1.514 -1.924 -1.490 -1.901 -1.429 -1.839 -1.670 -2.148 -1.647 -2.125 -1.585 -2.063
Vrijstaande woning Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp Micro-Warmtekracht koppeling
Bal ZR (HR) (W P) (wkk)
-1.235 -1.559 -t196 -1.520 -1.092 -1.415 -1.353 -1.727 -1.314 -1.689 -1.210 -1.584 -1.496 -1.932 -1.457 -1.893 -1.353 -1.789
V
Legenda Afkorting Betekenis 2k 2 onder 1 kap woning
-74 -211 5 -133 215 77 -124 -283 -45 -205 165 5 -185 -371 -106 -292 104 -82
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten) 2k 2k 2k 2k Bal ZR Bal ZR (1-1 R) (1-1 R) (WP) (WP) 2k Bal (wkk)
-124 -322 -544 -236 -458 -6 -228
-188 -353 -103 -268 12 -38 -249 -440 -163 -354
V Bal (H R) -297 -528 -171 -403 165 -66 -381 -649 -255 -523 81 -187 -484 -796 -358 -670 -22 -333
Vermindering laarlasten Der maatregeLoakket per woning
CD
-1.445 -1.841 -1.406 -1.802 -L304 -1.700 -1.589 -2.047 -t551 -2.009 -1.448 -1.906 -1.764 -2.297 -1.726 -2.259 -1.623 -2.156
Bal (WP)
ZR (H R) -416 -687 -297 -568 22 -249 -515 -829 -396 -710 -77 -391 -635 -1.000 -516 -881 -197 -562
V
V
-1.245 -1.598 -1.186 -1.539 -1.027 -1.380 -1.374 -1.782 -1.315 -1.723 -1.155 -1.564 -1.530 -2.005 -1.471 -1.946 -1.312 -1.787
ZR (WP)
V
V
-544 -846 -415 -718 -71 -374 -654 -L004 -526 -876 -182 -531 -788 -1.195 -660 -1.067 -315 -723
ZR (wkk)
30-1 0-20 09
Grondquote
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
Prijsstijging
techniplan adviseurs
Rente
‘
DGA-1 02X1 -P-RY0OI 0/Sv
Betekenis Vakantiewoning Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp
Bal ZA (HA) (WP)
-111 -215 -23 -126 214 111 -149 -26$ -61 -180 176 57 -195 -334 -106 -245 131 -8
Vak
Legenda
49 -76 171 45 496 371 3 -141 125 -20 450 305 -52 -221 69 -99 395 226
Afkorting
Vak
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten) Vak Bal ZR (HR) (HR)
Vermindering jaarlasten per maatregelpakket per woning
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op jaarLasten
Blad 4 van 4 30-1 0-2009
8% 8% 8% 8% 8% 8%
6%
6%
6%
6% 6% 6%
4% 4% 4%
4%
2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
0% 0%
5% 5%
0%
0% 2% 2%
0%
30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
4% 4%
Prijsstijging
Grondguote
Rente
DGA-1 02X1 -P-RY001 D / Sv (hyp)
Kostenconsequenties Effect op hypotheeklasten
(H R)
(H R)
Gallerijwoningen
Balansventilatie
Zelf
Ga
Bal
ZR
-651 -930 -651 -930 -651 -930
-799
-560
-799
691 -484 -691 -484 -691 -560 -799 -560
Warmtepomp
Hoog rendementsketel
regelende roosters
Betekenis Appartementen
(HR) (WP)
-484
CNP)
(wP)
Ap
-292 -418 -292 -418 -292 -418
-359
-251
-359
310 -217 -310 -217 -310 -251 -359 -251
-217
ZR
Ap
Bal
Ap
Afkorting
Legenda
474 -122 -174 -122 -174 -141 -201 -141 -201 -141 -201 -164 -234 -164 -234 -164 -234
ZR
Bal
-122
Ap
Ap
-598 -854 -598 -854 -598 -854
-734
-635 -514 -734 -514 -734 -514
-444
-635
-444 635 -444
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
(H R)
Bal
Ga
-216 309 -216 -309 -216 -309 -250 -357 -250 -357 -250 -357 -291 -416 -291 -416 -291 -416
-172 -246 -172 -246 -172 -246 -199 -285 -199 -285 -199 -285 -232 -331 -232 -331 -232 -331
(H R)
ZR
Ga
(wP)
Bal
Ga
Vermindering hypotheeklasten per maatregelpakket per woning
erwerp:
van 4
Aanscherpingsstudie EPC
Blad 1
-537 -767 -537 -767 -625 -892 -625 -892 -625 -892
-767
-464 -663 -464 -663 -537
-464 -663
Ga
(WP)
ZR
-486 -694 -486 -694 -562 -803 -562 -803 -562 -803 -654 -934 -654 -934 -654 -934
-486 -694
30-10-2009
-
8% 8% 8%
8% 8% 8%
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6%
Rente
30%
2%
5% 5%
0%
5% 0% 0% 2%
5%
0% 0% 2% 2%
5% 5%
0% 2% 2%
0%
Prijsstijging
30%
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0%
30%
Grondguote 0%
tnvrsl
DGA-1 02X1 -P-RYOO1 D/ Sv (hyp)
Onderwerp:
(HR)
(HR)
-335
-658
-939
-387
-553
Balansventilatie Zelf regelende roosters
Bal
Hoog rendementsketel Warmtepomp
(HR) (W P)
ZR
Hoekwoning
-1.093
-765
-1.093
HW
Betekenis
-939 -765 -1.093 -765
Tussenwoning
-644
-451
-644
-451 -644 -451
-553
-387 -658
-939
-553
-478 -387
-335
-569 -812 -569 -812 -658
-335
-812
-569
-478
-478
(WP)
Bal
TW
Afkorting TW
Legenda
-382
-268
-382
-284 -199 -284 -199 -284 -230 -329 -230 -329 -230 -329 -268 -382 -268
ZR
Bal
-199
TW
1W
-939
-658
-939
-658
-939
-812 -569 -812 -658
-569
-812
-569
-1.093
-765
-1.093
-765 -1.093 -765
(WP)
ZR
TW (HR)
Bal
HW
-524
-367
-524
-389 -273 -389 -273 -389 -315 -450 -315 -450 -315 -450 -367 -524 -367
-273
(HR)
ZR
HW
-888
-622
-888
-763 -622 -888 -622
-534
-763
-534
-L235
-865
-1.235
-1.061 -865 -1.235 -865
-743
-1.061
-743
-1.061
-743
-763
-534
-642 -918 -642 -918 -642 -918
-462 -660 -462 -660 -462 -660
(wP)
BaL
HW
maatregelpakket oer woning
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
per
Effect op hvpotheeklasten
Kostenconsequenties
Project: Aanscherpingsstudie EPC
B’ad 2 van 4
Vermindering hvpotheeklasten
r
0
HW
-565
-934
-654
-934
-654
-934
-807 -565 -807 -565 -807 -654
-1.087
-761
-1.087
-761 -1.087 -761
(WP)
ZR
30-1 0-20 09
30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
6% 6% 6%
6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0%
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6%
1ip1fl
Grondguote
-
Rente
-
DGA-1 02X1 -P-RY001 D / Sv (hyp)
Prijsstijging 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
adviseurs
van 4
-460 -372 -532 -372 -532 -372 -532 -433 -619 -433 -619 -433 -619
-322
-322 -460 -322 -460 -556 -794 -556 -794 -556 -794 -643 -919 -643 -919 -643 -919 -749 -1.069 -749 -1.069 -749 -1.069
(H R) -827 -1.182 -827 -1.182 -827 -1.182 957 -1.367 -957 -1.367 -957 -1.367 -1.114 -1.591 -1.114 -1.591 -1.114 -1.591
(WP)
Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp Micro-Warmtekracht koppeling
(HR) (WP) (wkk)
-756 -1.080 -756 -1.080 -756 -1.080 -874 -1.249 -874 -1.249 -874 -1.249 -1.017 -1.453 -1.017 -1.453 -1.017 -1.453
(WP)
Bal ZR
Legenda Afkorting Betekenis 2k 2 onder 1 kap woning V Vrijstaande woning
(H R)
(Negatief getal: vermeerdering van de jaartasten) 2k 2k 2k 2k Bal ZR Bal ZR (wkk)
2k Bal
—
-385 -550 -385 -550 -385 -550 445 -636 -445 -636 -445 -636 -518 -740 -518 -740 -518 -740 -541 -772 -541 -772 -541 -772 -625 -893 -625 -893 -625 -893 -728 -1.040 -728 -1.040 -728 -1.040
(H R)
V Bal
-633 -905 -633 -905 -633 -905 -732 -1.046 -732 -1.046 -732 -1.046 -852 -1.218 -852 -1.218 -852 -1.218
(H R)
V ZR
Vermindering hvpotheeklasten per maatregelpakket per woning
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op hypotheeklasten
Blad 3
-924
-924 -1.320 -924 -1.320 -1.320 -1.068 -1.526 -1.068 -1.526 -1.068 -1.526 -1.244 -1.777 -1.244 -1.777 -1.244 -1.777
(WP)
V Bal
-824 -1.177 -824 -1.177 -824 -1.177 953 -1.361 -953 -1.361 -953 -1.361 -1.109 -1.584 -1.109 -1.584 -1.109 -1.584
(WP)
V ZR
-706 -1.008 -706 -1.008 -706 -1.008 -816 -1.166 -816 -1.166 -816 -1.166 -950 -1.357 -950 -1.357 -950 -1.357
(wkk)
V ZR
30-10-2009
0%
30% 0% 30% 0% 30°k 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0%
4%
4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
30%
Grondquote
Rente
tchfliPhlfl
DGA-1 02X1 -P-RYO01 D / Sv (hyp)
bV
5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5%
0%
Priisstljqlnq
UIS
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op jaarLasten
Blad 4 van 4
Betekenis Vakantiewoning Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp
Afkorting Vak Bal ZA (HA) (WP)
-344 -241 -344 -241 -344 -278 -398 -278 -398 -278 -398 -324 -463 -324 -463 -324 -463
-241
vermeerdering van de jaarlasten) Vak ZR (1-IR)
Legenda
-417 -292 -417 -292 -417 -338 -483 -338 -483 -338 -483 -393 -562 -393 -562 -393 -562
-292
(Negatief getal: Vak Bal (1-IR)
Vermindering hypotheeklasten per maatregelpakket per woning
0 30-10-2009
Grondguote
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
Rente
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
Prljsstljglng_
technip1atsbv
DGA-102X1 -P-RYOO1 E / SV(energ)
268 268 347 347 558 558 268 268 341 347 558 558 268 268 347 347 558 558
Warmtepomp
Hoog rendementsketel
Balansventilatie Zelf regelende roosters
Bal
ZR
(HR) (WP)
Appartementen Gallerijwoningen
49 49 63 63 102 102 49 49 63 63 102 102 49 49 63 63 102 102
Ap
(WP)
Bal
Ap
Ga
Legenda Afkorting Betekenis
ZR (HR)
Bal (HR) 190 190 246 246 396 396 190 190 246 246 396 396 190 190 246 246 396 396
Ap
Ap
ZR (WF’)
Ap
55 55 71 71 114 114 55 55 71 71 114 114 55 55 71 71 114 114
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
Bal (HR)
Ga
181 181 234 234 375 375 181 181 234 234 3/5 375 181 181 234 234 375 375
ZR (1-IR)
Ga
222 222 287 287 461 461 222 222 287 287 461 461 222 222 287 28/ 461 461
Vermindering energielasten per maatregelpakket per woning
Project: Aanscherpingsstudle EPC Onderwerp: Kostenconseguenties Effect op jaarlasten (energie)
Blad 1 van 4
Bal (WF’)
Ga
98 98 127 127 204 204 98 98 127 127 204 204 98 98 127 127 204 204
Ga
ZR (WF’) 68 68 88 88 142 142 68 68 88 88 142 142 68 68 88 88 142 142
30-1 0-2009
0% 30% 0% 30% 0% 30%
0%
30%
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
4% 4% 4%
6%
6%
6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
4% 4%
4%
Grondguote
Rente
I
»
5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
2%
0% 0% 2%
Prijsstijging
»
techniplan adviseurs l,v
DGA-102X1 -P-RYOO1 E/ SV(energ)
(1-IR)
(HR)
276 216 444 444 214 214 276 216 444 444
214
214
444 444
276
214 214 276
Warmtepomp
Hoog rendemenfsketel
ZR
(HR) (WP)
22 22 35 35 11 17 22 22 35 35
17
17
35 35
22
17 17 22
Balarisventilatie Zelf regelende roosters
Hoekwoning
Tussenwoning
(WP)
Bal
TW
Bal
TW HW
Legenda Afkorting Betekenis
258 258 414 414 199 199 258 258 414 414
199
199
414
414
258
ZR
Bal
199 199 258
»1W
TW
(WF’)
ZR
TW
139 139 224 224 108 108 139 139 224 224
108
108
224
224
139
108 108 139
(Negatief getal: vermeerdering van de laarlasten)
(HR)
Bal
HW
259 259 417 417 201 201 259 259 417 417
201
201
417
417
259
201 201 259
(HR)
ZR
HW
422 422 678 678 326 326 422 422 678 678
326
326
678
678
422
326 326 422
Vermindering energielasten oer maatreeLoakket oer won ing
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op jaarlasten (energie)
Blad 2 van 4
1-1W (WF’)
Bal
93 93 45 45 58 58 93 93 45 45 58 58 93 93
58
45 45 58
1-1W
(WF’)
ZR
130 130 168 168 269 269 130 130 168 168 269 269
269
269
16B
130 130 168
30-1 0-2009
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0%
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% B% 8% 8% 8% 8%
30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
30% 0%
Grondguote
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
50/,
5%
2%
0% 0% 2%
Prijsstijging
techniplanadviseursbv
Rente
(,
DGA-102XI-P-RYOO1 B / SV(energ)
(1-IR)
371 371 480 480 771 /71 371 371 480 480 771 771
771
371 371 480 480 771
2k
Micro-Warmtekracht koppeling
(wkk)
Hoog rendementsketel
CNP)
Warmtepomp
regelende roosters
Balansventilatie
Zelf
2k ZR
(HR) (WP)
Bal ZR
2 onder 1 kap woning Vrijslaande woning
79 79 102 102 164 164 79 79 102 102 164 164 79 79 102 102 164 164
2k
(WP)
Bal
V
Legenda Afkorting Betekenis
346 55/ 55/
346
(1-IR)
Bal
268 268 346 346 551 557 268 268 346 346 557 55/ 268 268
2k ZR
2k 2k
1/2 172 216 216 133 133 172 172 276 276
133
293
293 319 379 609 609 293 293 3/9 379 609 609 293 293 379 379 609 609
133 172 172 2/6 276 133
(wkk)
Bal
133
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
(1-IR)
Bal
V
555 891 891 429 429 555 555 891 891
555
429 429 555 555 891 891 429 429
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: i(ostenconsequenties Effect op jaarlasten (energie) Vermindering energielasten per maatregelpakket per woning
Blad 3 van 4
(1-IR)
ZR
V
844 844
525
525 844 844 406 406 525
525
406 406 525 525 844 844 406 406
(WP)
Bal
V
169 272 2/2 131 131 169 169 272 272
169
131 131 169 169 272 212 131 131
(WP)
ZR
V
262 421 421 203 203 262 262 421 421
262
203 203 262 262 421 421 203 203
V
(wkk)
ZR
439 439 567 567 912 912 439 439 567 567 912 912 439 439 567 567 912 912
30-10-2009
Rente 4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6/ 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
—-
Prljsstllqlnq 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
techniplanadviseursbv
Grondciuote 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
‘
DGA-102X1-P-RYOOI E / SV(energ)
Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp
(HR) (WP)
Legenda Betekenis Vakantiewoning
302 302 390 390 627 627 302 302 390 390 627 627 302 302 390 390 627 627
vermeerdering van de jaarlasten) Vak ZR (KR)
Bal ZR
Afkorting Vak
415 415 536 536 861 861 415 415 536 536 861 861 415 415 536 536 861 861
(Negatief getal: Vak Bal (HR)
Vermindering energielasten per maatregelpakket per woning
Project: AanscherpingsstudieEPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op jaariasten (energie)
Blad 4 van 4 30-10-2009
30%
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
4%
4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
2%
PrIjsstIjging 0% 0% 2%
techniplanadviseursbv
Grondquote 0% 30% 0%
(,
Rente 4% 4% 4%
—
DGA-102X1-P-RYOO1 E / SV(onh) Blad 1 van 4
Kostenconsequenties Effect op onderhoudskosten
(HR)
(t-IR)
-58 -58 -58 -58 -58 -58 -58 -58 -58 -58 -58 -58 -58 -58
-58
-58 -58 -58
(WP)
Bal
Ap
(HR) (WP)
-483 -483 -483 -483 -483 -483 -483 -483 -483 -483 -483 -483 -483 -483
-483
-483 -483 -483
Warmtepomp
Hoog rendementsketel
regelende roosters
Balansventilalie
Zelf
Bal
ZR
Legenda Afkorting Betekenis Ap Appartementen Ga Gallerijwoningen
-42 -42 -42 -42 -42 -42 -42 -42 -42 -42 -42 -42 -42 -42
-42
ZR
Bal
-42 -42 -42
Ap
Ap
(WP)
ZR
Ap
-465 -465 -465 -465 -465 -465 -465 -465 -465 -465 -465 -465 -465 -465
-465
-465 -465 -465
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
(HR)
Bal
Ga
-116 -116 -116 -116 -116 -116 -116 -116 -116 -116 -116 -116 -116 -116
-116
-116 -116 -116
(HR)
ZR
Ga
-62 -62 -62 -62 -62 -62 -62 -62 -62 -62 -62 -62 -62 -62
-62
-62 -62 -62
(wP)
Bal
Ga
Vermindering onderhoudskosten per maatregelpak ket per woning
Onderwerp:
Project: Aanscherpingsstudie EPC
0
-471 -471 -471 -471 -471 -471 -471 -471 -471 -471 -471 -471 -471 -471
-471
-471 471 -471
Ga
(wP)
ZR
-391 -391 -391 -391 -391 -391 -391 -391 -391 -391 -391 -391 -391 -391
-391
-391 -391 -391
30-1 0-2009
Grondguote
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
-
bv
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
Prijsstijging
-
techniplan adviseurs
Rente
-
DGA-102X1P-RYOO1 E / SV(onh)
-20 -20 -20 20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20
1W ZR (HR) -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51 -51
TW Bal (WP)
Balansvenlilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp
(HR) (WP)
-470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470
Bal ZR
Legenda Afkorting Betekenis 1W Tussenwoning HW Hoekwoning
TW Bal (HR) 1W ZR (WP) -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
HW Bal (HR)
—
-20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20 -20
HW ZR (HR) -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205 -205
HW Bal (WP) -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -410 -470 -470 -470
Vermindering onderhoudskosten per maatregelpakket per woning
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op onderhoudskosten
Blad 2 van 4
HW ZR (WP) -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470 -470
30-1 0-2009
-20
5% 5%
0%
30%
0%
30%
0% 30%
0% 30%
0%
30%
0%
30%
0%
30%
4% 6%
6%
6% 6%
6% 6%
8%
8%
8%
8%
8%
8%
0%
5% 5%
2%
0% 2%
0%
5% 5%
0% 2% 2%
-20 -20
2% 2%
-187
-187
-187
-187 -187
-187 -187
-187 -187 -187
-187 -187
-187
-187 -187 -187
-187 -187 -636
2 onder 1 kap woning
Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp Micro-Warmtekracht koppeling
Bal
jHR) (WP)
-612
Vrijstaande woning
(wkk)
ZR
-612 -612 -612 -612
-612 -612 -612
-612 -612 -612
-612
-612 -612
-612
-612
-612 -612
2k
-636 -636 -636
-636 -636
-636 -636 -636
-636 -636
-636 -636
-636
-636
-636 -636
-636
V
Legenda Afkorting Betekenis
-20 -20
-20 -20 -20
-20 -20 -20
-20 -20
-20 -20
-20
-20
0%
-20 -96
-96 -96 -96
-96 -96
-96 -96 -96
-96 -96 -96 -96
-96
-96
-96 -96
-96
(1-IR)
(wkk)
(WP)
(HR) (WP)
Bal
(1-IR)
V
Bal
—
-189 -189
-185 -185
-189 -189
-189 -189
-185 -185 -185 -185
-189 -189 -189
-185 -185 -185
-185 -185
-189 -189 -189
-189 -189
-189 -189
-189 -189
-185
-185
-185 -185 -185
-185 -185
(1-IR)
ZR
V
per maatregelpakket per woning
2k
0%
30%
Kostenconsequenties Effect op onderhoudskosten
(Negatief getal: vermeerdering van de jaartasten) 2k 2k 2k 2k Bal ZR Bal ZR
30%
4% 4%
Blad 3 van 4
Aanscherpingsstudie EPC
Vermindering onderhoudskosten
4% 4%
4%
Prijsstijging 0%
Project: Onderwerp:
Grondguote 0%
-
technipian adviseurs b’’
Rente
(,
DGA-1 02X1-P-RYOO1 8 / SV(onh)
0
(WP)
Bal
V
-652
-652 -652
-652 -652
-652 -652 -652 -652 -652 -652
-652
-652
-652 -652 -652
-652 -652
ZR (Wp)
V
-624
-624 -624
-624
-624
-624 -624 -624 -624 -624 -624
-624 -624
-624
-624
-624 -624
-624
V ZR (wkk)
-277
-277 -277
-277 -277 -277 -277 -277 -277 -277
-271
-277
-277
-277 -277 -277
-277 -277
30-1 0-2009
6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
0°k 30% 0% 30% 0% / 0 3Q
4% 4% 4% 4% 4% 4% 6%
6%
Grondauote
Rente
-
DGA-102X1-P-FWOO1 0 / SV(onh)
5%
5% 0% 0% 2% 2% 5%
5%
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2%
Prllsstllalna
Vermindering jaaiiasten_pç rnaatrege1pakket per woning
Hoog rendementsketel
(HR) (WP) Warmtepomp
Balansventilatie Zelf regelende roosters
Bal ZR
-173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173 -173
Vakantiewoning
Legenda Betekenis
-73 -73 -73 -73 -73 73 -73 -73 -73 -73 -73 -73 -73 -73 -73 -73 -73 -73
Vak ZR (t-IR)
Afkortinci Vak
Vak Bal (HR)
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
r Project: Aanscherpingsstudie EPC Ondeiwerp: Kostenconsequenties Effect op onderhoudskosten
Blad 4 van 4 30-1 0-2009
Slilage 3 Variantberekening woonlasten met herinvestering na 15 jaar
(
techniptan adviseurs bv RAADGEVEND
INGENIEURSBUREAU
DGA-1 02X1-E-RYOO1 D-BIJLAGE3 2 november 2009 blad 1 van 1
Project
Aanscherpingstudie EPC woningbouw 2011
Onderwerp
Bijlage 3 Woon lastenberekening met herinvestering na 15 jaar
Zoals weergegeven in de rapportage is in de aanscherpingsmetho diek aangenomen dat installatietechnische maatregelen een levensduurvan 15 jaar en bouwkundige maatregelen een levensduur van 50 jaar hebben. De woonlastenberekening bescho uwt echter alleen de woonlasten als onderdeel van de hypotheek gedurende 30 jaar, zodat hierin geen herinvestering is meegenomen voor de installatietechnische maatregelen. Om een indicatie te geven van het effect van dit uitgangspunt, hebben we als variant de woonkosten nogmaals doorgerekend, maar nu met een extra spaarpotje voor de herinvestering in
de installaties. Hierbij is er vanuit gegaan dat de bewoner in jaar 0 begint met het opbouwen van een spaarpot om daaruit in jaar 15 de herinvestering in de installatietech nische maatregelen te kunnen betalen. Het rentepercentage wat over dit spaarbedrag wordt bereke nd, is gelijk gesteld aan dat van de spaarhypotheek.
De afschrijvingstermijn van de bouwkundige maatregelen is gesteld op 50 jaar. In de huidige hypotheekberekening worden deze kosten opgenomen in de hypotheeklast enberekeningen daarmee over 30 jaar verrekend. Om rekening te houden met de afschrijvingstermijn van 50 jaar in deze berekening, zou aan het einde van de looptijd een restwaarde meegenomen moeten worden. Omdat dit echter afwijkt van wat de bewonerwerkelijk aan woonlasten ervaart, hebben we ervoor gekozen dit niet in de berekening mee te nemen. Tabel BI Verschil hypotheeklasten ten opzichte van de referentiewoning [Euro/ woning/jaarj
HR-ketel Balans HR-ketel ZR Warmtepomp Balans Warmtepomp ZR WKK Balans WKK ZR
ApparGalerij TussenHoek2-onderVrij tement woning woning 1-kap staand 195 12 158 75 158 7 228 128 0 -131 -129 -147 -1.050 -926 -1.191 -1.218 -1.564 -1.584 -
975
-902
-1.002
-952
-1.346 29
-1.291 -287
2%
2%
2%
0%
30%
0% 30% 0%
30%
0%
30%
0% 30%
6%
6% 6% 8%
8%
8%
8%
8%
8%
0%
2%
30%
6%
6%
5% 5%
0%
5% 5% 0%
2% 5% 5% 0%
30%
30% 0%
2%
0%
0%
Prijsstijging 0% 0%
Grondquote 0% 30%
Rente 4% 4% 4% 4% 4% 4% 6%
techniplan
DGA-102X1-P-RYOO1E/SV Blad 1 van4
-99
-31
Balansventilatie
Bal
(HR) (WP) Warmtepomp
Hoog rendementsketel
Zelf regelende roosters
Gallerijwoningen
Ga
ZR
Betekenis Appartemenlen
Ap
65
190
-146
-21
Afkorting
Legenda
104
174
-45
25
-225
121
134
-90
18
-169
-61
-1.406
-1.126
-1.444
-1.165
-1.458
-1.179
-1.290
-1.050
-1.329
-1.089
-1.343
-1.103
-1200
-1.238
-1.031
1c.6
228
-101
-1.045 -1.253
-992
(WP)
Bal
Ap
259
-45
48
195
-15
45
-71
-11
211
9
61
-30 -123
(HR)
(HR)
-47
ZR
Bal
6
Ap
Ap
vermeerdering van de jaarlasten)
(WP)
ZR
Ap
-1.300
-1.043
-1342
-1.086
-1.359
-1.102
-1.195
-9/5
-1.238
-1.018
-1.254
-1.034
-1.113
-923
1.15o
-960
-982 -2172
(HR)
Bal
Ga
-113
-14
-255
-155
-308
-208
-73
12
-215
-129
-268
-182
31
-184
-110
-237
-163
(HR)
ZR
Ga
Project: Aanscherplngsstudle EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op laarlasten Vermindering jaarlasten per maatregelpakket per woning (met herinvestering) (Negatiegetah
0
-80
-35
90
-209
-84
-274
-149
21
128
-153
-46
-218
-111
159
-108
-15
-173
Ga
(wP)
Bal
-978
-915
-1.264
-996
-1.341
-1.073
-1.369
-1.102
-1.156
-926
-1.232
-1.002
-1.261
-1.031
-1.262
-982
-1.315
-1.035
-1.335
-1.055
-902 -1.1-3
-1.197
-95n
-1.217
-975
-841
-1.050
-895 -1303
-1.123
-873
(WP)
1.072
-1.148
-950
-1.177
Ga ZR
30-10-2009
6% 6% 6% 6% 6°I 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
4% 4%
Rente 4% 4% 4% 4%
-
30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
001o
Prijsstijging 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
techniplan adviseurs 1,’
Grondquote 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
DGA-102X1 -P-RYOO1 EI Sv
1
Betekenis Tussenwoning Hoekwoning Balansventilatie Zelf regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp
Bal ZR
(HR) (WP)
-179 -323 -117 -260 51 -93 -231 497 -168 -334 0 -166 -293 -486 -231 -424 -63 -256
Afkorting TW HW
Legenda
-57 -155 2 -97 158 60 94 -208 ‘35 -150 121 7
-27 -112 32 ‘54 188 -1.136 -1,379 -1.131 4.374 -1.118 -1.361 -1.209 -1.491 -1.204 4.486 -1.191 -1.472 -1.303 -1.631 1.298 -1.626 -1.284 -1.612
(Negatief getal: vermeerdering van de laarlasten) TW TW 1W Bal ZR Bal (HR) (HR) (WP) 1W ZR ANP)
4.180 -1.SOS -1.096 -1.424
-1.540
-1.002 -1.28.4 1.212
-1.3ö8
-1.OSo
-1400
-1.045 -1.289 -1.013 1.257 -929 -2.273 -1.118
HW Bal (HR) -99 -216 -41 -158 117 0 -141 -276 -82 ‘217 75 -60 -192 -349 -133 -290 24 -133
HW ZR (HR)
Vermindering jaarlasten per maatregelpakket per won Ing (met herinvestering)
Project: Aanscherpingsstudle EPC Ondeiwerp; Kostenconsequenties Effect op jaarlasten
Blad 2 van 4
\
-422 -620 -326 -524 -70 -268 -483 -712 -387 -616 -131 -360 -560 -827 -465 -731 -209 -475
HW Bal (WP) -1.182 -1.457 -1.169 4.444 -1.134 -1.409 -1.266 -1.585 -1.253 ‘1.571 -1.218 -1.537 -1.374 -1.745 -1.361 -1.731 -1.326 -1.696
HW ZR (WP)
4.185 -1.511 4.147 -1.473 -1.046 -1.372
-1.232
-1.019 -1.262 -982 4.224 -$80 -1.122 -1.092 -1.372 -1.054 -1.334 -952
30-10-2009
-
-
-
bv
0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
Prijsstijging
techniplanaciviseurs
Grondquote 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0°k 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
P-RYOO1 E / Sv
Rente 4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6% 8% 8% 8% 8% 8% 8%
DGA1 02X1 Blad
3 van 4
0
2k
CINP)
Micro-Warmtekrachl
(wkk)
-1.542 -1.897 -1.519 -1.874 -1.457 -1.812 -1.650 -2.060 -1.626 -2.037 -1.564 -1.975 -1.787 -2.264 -1.764 -2.241 -1.702 -2.179
koppeling
Hoog rendementsketel Warmtepomp
regelende roosters
(HR)
Zelf
Balansventilatie
Vrijstaande woning
(WP)
Bal ZR
V
-453 -691 -344 -582 -53 -291 -528 -804 -420 -695 -129 -404 -624 -945 -515 -836 -224 -545
2k Bal
Legenda Betekenis 2 onder 1 kap woning
(HR)
Afkorting
(HR)
Bal
-81 -219 -3 -141 207 69 -131 -290 -52 -212 158 -1 -191 -376 -112 -298 98 -88
2k ZR
2k
(Negatief getal: vermeerdering van de jaarlasten)
-1.393 -1.717 -1.354 -1.678 -1.250 -1.57/4 -1.489 -L863 -1.450 -1.825 -1.346 -1.720 -1.613 -2.049 -1.574 -2.010 -1.470 -1.906
(wkk)
(WP)
2k Bal
ZR
2k
-162 -354 -576 -268 -491 -39 -2ô1
25
-233 -398 -147 -312 83 -82 -287 -476 -201 -392
(1-IR)
Bal
V
Vermindering jaarlasten per maatregelpakket per woning (met herinvestering)
Project: Aanscherpingsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op Jaarlasten
0
-383 -614 -257 -489 79 -152 -455 -723 -330 -598 7 -261 -547 -859 -422 -733 -85 -397
(HR)
ZR
V
-497 -768 -378 -649 -59 -330 -585 -898 -465 -779 -147 -461 -695 -1.060 -576 -941 -257 -622
(WP)
Bal
V
-1.602 -1.998 -1.564 -1.960 -1.461 -1.857 -1.725 -2.183 -1.687 -2.144 -1.584 -2.042 -1.881 -2.414 -1.842 -2.375 -1.740 -2.273
(WP)
ZR
V
-1.403 -1.756 .1.343 -1.697 -1.184 -1.537 -1.510 -1.918 -1.450 -1.859 -1.291 -1.699 -1.647 -2.122 -1.587 -2.062 -1.428 -1.903
(wkk)
ZR
V
30-1 0-2009
-667 -969 -538 -841 -194 -497 -760 -1.110 -632 -981 -287 -637 -679 -1.2Stj -750 -1.157 -406 -813
8% 8% 8% 8% 8%
Rente 4% 4% 4% 4% 4% 4% 6% 6% 6% 6% 6% 6%
“‘
Prijsstijging 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5% 0% 0% 2% 2% 5% 5%
techniplan adviseurs
Grondguote 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30% 0% 30%
‘
OGA-102X1-P-RYOOI E / Sv
0
Balansventilatie Zelt regelende roosters Hoog rendementsketel Warmtepomp
(HR) (WP)
Legenda Betekenis Vakantiewoning
30 -213 -337 -130 -249 107 -12 -254 -393 -165 -304 71 -67
133
-192 -295 -103 -20u
Bal ZR
Afkorting Vak
31 -94 152 27 478 352 -12 -157 109 -36 434 290 -66 -234 56 -113 381 213
(Negatief getal: vermeerdering van de jaartasten) Vak Vak 8a1 ZR (HR) (HR)
Vermindering jaarlasten per maatregelpakket per woning (met herinvesterin g)
Project: Aanscherplngsstudie EPC Onderwerp: Kostenconsequenties Effect op jaarlasten
Blad 4 van 4
1
30-10-2009
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Bijlage 3
Gegevens referentie vakantiewoning
17-11-2009
E.2009.0697.00.R002 Aanscherpingsstudie EPC woningbouw 2011
—
Deelrapport theoretische toets
Tabel 1 Kenmerken van de referentie vakantiewoning kenmerken van de woning beukmaat
6.0 m
voningdiepte
10.2 m
,erdiepingshoogte(m)
2.6 m
gebruiksoppervlakte
108.0 m 2
,erliesoppervlakte
263.7 m 2
,erhouding Ag/Averije
0.4
Tabel 2 Bouwkundige gegevens van de referentie vakantiewoning bouwkundige gegevens variant met mechanische afzuiging R-waarde gevel
2.5 m 2 1(1W
R-waarde dak
2.5 m 2 K/W
R-waarde begane grondvioer
2.5 m 2 K/W
U-waarde ramen
1.8 Wim 2 K
U-waarde voordeur
3.4 W/m 2K
Buitenzonwering
geen
k:\doc\e\2009\069700\e2009069700r002-002.docx 17-11-2009