Deze menu-aansturingen zijn van toepassing op versies 14.0 en 15.0 van SPSS

Menu aansturing van SPSS voorbeeld in hoofdstuk 8 over schaalconstructie met Cronbach’s α en principale componenten analyse van meningen over strafdoelen Hieronder wordt uitgelegd hoe alle analyses besproken in paragraaf 8.6 van hoofdstuk 8 van het boek Bijleveld, C.C.J.H. en Commandeur, J.J.F. (2008). Multivariate analyse. Een inleiding voor criminologen en andere sociale wetenschappers. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. met de menu-aansturing van SPSS kunnen worden uitgevoerd. De hieronder aangegeven paragraaf-kopjes (8.6.1 Schaalconstructie met Cronbach’s α, et cetera) verwijzen steeds naar de corresponderende paragrafen uit het boek. Deze menu-aansturingen zijn van toepassing op versies 14.0 en 15.0 van SPSS. 8.6.1 Schaalconstructie met Cronbach’s α Open het bestand strafdoelen.sav. Kies – om een betrouwbaarheidsanalyse uit te voeren van variabelen of items x4, x16, x19 en x25 uit het bestand strafdoelen.sav – het SPSS menu . Voeg in het opgekomen ‘Reliability Analysis’ venster de variabelen x4, x16, x19 en x25 toe aan het ‘Items:’ veld:

Laat de optie in het ‘Model:’ veld op ‘Alpha’ staan, en klik op de ‘Statistics...’ knop. Kies in het ‘Reliability Analysis: Statistics’ venster onder ‘Descriptives for’ voor de optie ‘Scale if item deleted’, en onder ‘Inter-Item’ voor de optie ‘Correlations’:

Menu aansturing van SPSS voorbeeld in hoofdstuk 8

1

Klik op de ‘Continue’ knop, en dan op de ‘OK’ knop van het ‘Reliability Analysis’ venster om de analyse direct te laten uitvoeren, dan wel op de ‘Paste’ knop om de analyse aan te sturen met de volgende command syntax: RELIABILITY /VARIABLES=x4 x16 x19 x25 /SCALE('ALL VARIABLES') ALL /MODEL=ALPHA /STATISTICS=CORR /SUMMARY=TOTAL .

Het hercoderen van de antwoordcategorieën van variabele x4 naar 1 = ‘helemaal niet mee eens’, 2 = ‘niet mee eens’, 3 = ‘neutraal’, 4 = ‘mee eens’ en 5 = ‘helemaal mee eens’ gaat als volgt. Kies het SPSS menu , en voeg in het opgekomen venster variabele x4 aan het ‘Numeric Variable -> Output Variable:’ veld toe:


2

Type in het veld ‘Name:’ onder ‘Output Variable’ de naam x4nieuw in, en klik op de ‘Change’ knop:

Klik vervolgens op de ‘Old and New Values...’ knop waarna het ‘Recode into Different Variables: Old and New Values’ venster verschijnt:


3

Type links in het venster onder ‘Old Value’ het getal 1 in het ‘Value:’ veld, type rechts in het venster onder ‘New Value’ het getal 5 in het ‘Value:’ veld, en klik op de ‘Add’ knop:

Herhaal deze handelingen voor de overige vier antwoordcategorieën van variabele x4, zodat het venster er na afloop als volgt uitziet:


4

Klik op de ‘Continue’ knop, en in het ‘Recode into Different Variables’ venster op de ‘OK’ knop om de hercodering direct te laten uitvoeren, dan wel op de ‘Paste’ knop om de hercodering aan te sturen met de volgende command syntax: RECODE x4 (1=5) (2=4) (3=3) (4=2) (5=1) into x4nieuw. EXECUTE .

In het ‘SPSS Data Editor’ venster kun je na uitvoering van deze hercodering zien dat er achteraan in het bestand inderdaad een nieuwe variabele is aangemaakt met de naam ‘x4nieuw’ waarvan de ‘helemaal mee eens’ categorie nu ook wijst op een voorkeur voor heropvoeding. Voer dezelfde stappen uit als bovenbeschreven om een betrouwbaarheidsanalyse uit te voeren van variabelen x4nieuw, x16, x19 en x25. De corresponderende command syntax is: RELIABILITY /VARIABLES=x4nieuw x16 x19 x25 /SCALE('ALL VARIABLES') ALL /MODEL=ALPHA /STATISTICS=CORR /SUMMARY=TOTAL .

Voer weer dezelfde stappen uit als hierboven beschreven om een betrouwbaarheidsanalyse uit te voeren van variabelen x3, x6, x9, x10, x12 en x17 uit het bestand. Hierbij hoort de volgende syntax:


5

RELIABILITY /VARIABLES=x3 x6 x9 x10 x12 x17 /SCALE('ALL VARIABLES') ALL /MODEL=ALPHA /STATISTICS=CORR /SUMMARY=TOTAL .

Voer ten slotte opnieuw dezelfde stappen uit als hierboven beschreven om een betrouwbaarheidsanalyse uit te voeren van variabelen x3, x6, x9, x10 en x12 uit het bestand (zonder x17). Hierbij hoort de volgende syntax: RELIABILITY /VARIABLES=x3 x6 x9 x10 x12 /SCALE('ALL VARIABLES') ALL /MODEL=ALPHA /STATISTICS=CORR /SUMMARY=TOTAL .

8.6.2 Schaalconstructie met principale componenten-analyse Kies - om een principale componenten analyse uit te voeren van de 13 variabelen x2, x3, x4nieuw, x6, x9, x10, x12, x14, x16, x18, x19, x22 en x25 uit het bestand – het SPSS menu en voeg in het opgekomen ‘Factor Analysis’ venster de 13 variabelen toe aan het ‘Variables:’ veld:

Klik op de ‘Extraction...’ knop, kies in het ‘Factor Analysis: Extraction’ venster achter ‘Method:’ voor de optie ‘Principal components’, onder ‘Analyze’ voor de optie ‘Correlation matrix’, onder ‘Display’ voor de opties ‘Unrotated factor solution’ en ‘Scree plot’, en kies onder ‘Extract’ voor de optie ‘Number of factors’ en vul in het veld daarnaast het getal 2 in:


6

Klik op de ‘Continue’ knop, en in het ‘Factor Analysis’ venster op de ‘Rotation...’ knop. Kies in het ‘Factor Analysis: Rotation’ venster onder ‘Method’ voor ‘Varimax’, en onder ‘Display’ voor ‘Rotated solution’ en ‘Loading plot(s)’:

Klik op de ‘Continue’ knop, en in het ‘Factor Analysis’ venster op de ‘OK’ knop om de analyse direct te laten uitvoeren, dan wel op de ‘Paste’ knop om de analyse aan te sturen met de volgende command syntax: FACTOR /VARIABLES x2 x3 x4nieuw x6 x9 x10 x12 x14 x16 x18 x19 x22 x25 /MISSING LISTWISE /ANALYSIS x2 x3 x4nieuw x6 x9 x10 x12 x14 x16 x18 x19 x22 x25 /PRINT INITIAL EXTRACTION ROTATION /PLOT EIGEN ROTATION /CRITERIA FACTORS(2) ITERATE(25) /EXTRACTION PC /CRITERIA ITERATE(25) /ROTATION VARIMAX /METHOD=CORRELATION .


7

Volg dezelfde stappen als hierboven beschreven om een principale componenten analyse van deze 13 items uit te voeren in 3 dimensies. Er zijn maar twee verschillen. Het eerste verschil is dat je nu in het ‘Factor Analysis: Extraction’ venster achter ‘Number of factors’ het getal 3 invult in plaats van 2:

Het tweede verschil is dat je in het ‘Factor Analysis’ venster nu ook nog op de ‘Scores...’ knop klikt, en het ‘Factor Analysis: Factor Scores’ venster als volgt invult:

Dit zorgt ervoor dat de scores op de principale componenten van deze analyse in je bestand worden bewaard met de variabele namen ‘FAC1_1’, ‘FAC2_1’ en ‘FAC3_1’. Klik je aan het einde niet op de ‘OK’ knop om de analyse direct te laten uitvoeren, maar op de ‘Paste’ knop dan kun je de analyse vervolgens aansturen met de volgende command syntax: FACTOR /VARIABLES x2 x3 x4nieuw x6 x9 x10 x12 x14 x16 x18 x19 x22 x25 /MISSING LISTWISE /ANALYSIS x2 x3 x4nieuw x6 x9 x10 x12 x14 x16 x18 x19 x22 x25 /PRINT INITIAL EXTRACTION ROTATION /PLOT EIGEN ROTATION /CRITERIA FACTORS(3) ITERATE(25) /EXTRACTION PC /CRITERIA ITERATE(25) /ROTATION VARIMAX


8

/SAVE REG(ALL) /METHOD=CORRELATION .

8.6.3 Principale componenten en hun relaties met achtergrondvariabelen Kies - om de mogelijke samenhang te onderzoeken tussen de politieke voorkeur van de respondenten en hun scores op de drie VARIMAX geroteerde principale componenten uit de vorige analyse - het SPSS menu . Voeg in het opgekomen ‘One-way ANOVA’ venster de variabelen ‘FAC1_1’, ‘FAC2_1’ en ‘FAC3_1’ toe aan het ‘Dependent List:’ veld, en voeg variabele x26 toe aan het ‘Factor:’ veld:

Klik vervolgens op de ‘Options...’ knop en vink in het opgekomen ‘One-way ANOVA: Options’ venster de optie ‘Descriptive’ aan onder ‘Statistics’:


9

Klik op de ‘Continue’ knop, en in het ‘One-way ANOVA’ venster op de ‘OK’ knop om de analyse direct te laten uitvoeren, dan wel op de ‘Paste’ knop om de analyse aan te sturen met de volgende command syntax: ONEWAY FAC1_1 FAC2_1 FAC3_1 BY x26 /STATISTICS DESCRIPTIVES /MISSING ANALYSIS .


10

Deze menu-aansturingen zijn van toepassing op versies 14.0 en 15.0 van SPSS

Recommend Documents