G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Bestnr.: 75 02 33 - wit 75 02 34 - grenen
Design rookmelder Model: RM 39
Impressum
Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail:
[email protected]
Belangrijk! Beslist lezen!
Introductie
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk.
Geachte klant,
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Bovendien is het apparaat volgens het “British Standard” (BSI; BS 5446 1:2000) gekeurd.
Inhoudsopgave
Pagina
Introductie
3
1.
Algemeen
4
2.
Voordelen van de RM 39
4
3.
Werking van de RM 39
5
4.
Minimale - extra beveiliging
5
5.
Niet geschikte montageplaatsen
6
6.
Montage
7
7.
Alarmoverdracht
7
8.
Ingebruikneming
8
9.
Functiecontrole
8
10. Onderhoud en verzorging
9
11. Veiligheidsaanwijzingen
9
12. Technische gegevens
10
13. Waarop gelet moet worden in geval van brand
11
2
Hartelijk dank voor de aankoop van de design rookmelder van de firma me micro-electric®. U heeft hiermede een hoogwaardig GS-gekeurd apparaat aangeschaft. De RM 39 is als rookmelder voor privé doeleinden gekeurd volgens VDS norm prEN ISO 12239 en voldoet hiermede aan de hogere kwaliteitseisen.
Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u de design rookmelder in gebruik neemt. U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid en het gebruik. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk: Nederland: Tel. 053 - 428 54 80 ma. - do. 8:30 - 20:00 uur vr. 8:30 - 18:00 uur e-mail:
[email protected]
3
1. Algemeen De rookmelder RM 39 werd speciaal ontwikkeld voor privé-doeleinden en is door de VdS toegelaten als rookmelder voor privé-doeleinden. Door het vroegtijdige herkennen van een woningbrand wordt het risico voor de bewoner sterk verminderd. De rookmelder observeert op tijd als er zich rook ontwikkeld en meldt dit met een luidt waarschuwingssignaal, ook slapende worden gewekt. De veronderstelling dat men een brandgeur tijdens slapen waarneemt is niet juist. Het reukvermogen is tijdens de slaap uitgeschakeld Gassen en rook zorgen ervoor, dat u nog dieper gaat slapen. Juist door een brand wordt het zuurstofgehalte van de lucht verminderd. Bijkomende reukloze koolmonoxide- en kooldioxidegassen (CO, CO2) verhinderen het wakker worden. Een rookmelder maakt u op tijd wakker en er kunnen doeltreffende maatregelen tegen de brand ondernomen worden om u en uw gezin te redden en de brandweer te alarmeren.
2. Voordelen van de RM 39
zender een eenheid en meldt dan een rookalarm naar het ontvangststation. Door de individueel in te stellen bewakingszones van de extra radiografische zender wordt op het station aangeduid op welke plaats het rookalarm geactiveerd werd. Een bedrading is hierbij niet nodig en ook geen extra installatiewerkzaamheden. Maximaal 6 rookmelders kunnen met de extra radiografische zender werken. Het radiografische rookmeldersysteem FRM 301 en de extra radiografische zender worden uitsluitend bij de firma micro-electric geproduceerd. Naar wens kunt u deze bestellen bij Conrad Electronic. Belangrijke opmerking: De VdS-keuring voor de rookmelder RM 39 geldt uitsluitend voor deze rookmelder zonder alarmuitbreiding en zonder de extra radiografische zender, opdat de rookmelder zonder deze uitbreiding gekeurd werd. Als het veiligheidszegel aan de verbindingsbus van de RM 39 verbroken wordt en deze wordt met de extra radiografische zender of als duoschakeling met aparte melders verbonden, vervalt de VdS-toelating.
3. Werking van de RM 39
De rookmelder is op zich zelf volledig functioneel. Eenvoudige montage aan het plafond: er zijn geen uitgebreide werkzaamheden nodig. Werking op batterij: daardoor vervalt een bedrading t.b.v. de voedingsspanning. Lange werkingstijd (tot 2 jaar bij gebruik van alkalinebatterijen). Automatische batterijwaarschuwing: als de capaciteit van de batterij te laag wordt klinkt automatisch een waarschuwingssignaal. Alarmoverdracht door duo-schakeling: (hoofdstuk 7) met kabelverbinding tot max. 12 rookmelders RM 39. Alarmoverdracht via de extra-radiografische zender FRM 310: voor een alarmmelding op het radiografische rookmeldersysteem FRM 301 met 6 aparte bewakingsgebieden. De rookmelder vormt met de extra radiografische 4
De RM 39 werkt volgens het foto-elektronische principe (strooilichtprincipe). In een meetkamer worden de korte meetintervallen van binnenkomende rookdeeltjes met behulp van infrarood licht gemeten. Als het ingestelde aantal deeltjes overschreden wordt klinkt een alarmtoon en het signaallicht knippert. Wanneer de meetkamer weer vrij is van rook schakelt het alarm automatisch af. Het alarm kan niet handmatig uitgeschakeld of onderbroken worden!
4. Minimale beveiliging / uitgebreide beveiliging Als minimale beveiliging dienen in de gang (hal), al naar gelang hoe groot deze is, één of twee rookmelders geïnstalleerd te worden. Voor lange gangen of hallen met verschillende hoeken zijn eventueel meerdere rookmelders nodig. Bij de toepassing van meerdere rookmelders kunnen deze aan elkaar 5
gekoppeld (hoofdstuk 7, “alarmuitbreiding”) of met het radiografische rookmeldingsysteem FRM 301 verbonden worden. Bij gebouwen met meerdere verdiepingen dient in ieder geval één rookmelder op elke verdieping geïnstalleerd te worden. Er moet een minimale afstand van 50 cm tot een zijwand aangehouden worden. De onderlinge afstand tussen de melders mag niet meer bedragen dan 8 meter. Bij meerdere kamers of slaapgedeeltes, bijzonders ook kinderkamers, moet in iedere kamer een rookmelder geïnstalleerd worden. Per rookmelder geldt een bewakingsvlakte van max. 60 m2. Uitgebreide beveiliging Voor extra veiligheid moet in iedere kamer een rookmelder geïnstalleerd worden. De rookmelder dient in het midden van de kamer gemonteerd te worden. Er moet een minimale afstand van 50 cm naar een zijwand aangehouden worden.
5. Niet geschikte plaatsen voor een montage zijn: a) b) c) d) e)
f) g)
Ruimtes, in welke een temperatuur buiten de toegelaten gebruikstemperatuur van 0°C - +50°C heerst. Ruimtes, in welke onzichtbare stof- en waterdampdeeltjes in de lucht een vals alarm kunnen veroorzaken. In de nabijheid van verlichting (1 meter afstand aanhouden). In de buurt van een puntvormig plafond (minimaal 30 cm afstand aanhouden). Ruimtes met sterk verontreinigde lucht, hoge luchtvochtigheid of verbrandingsgassen b.v. keuken, badkamers, garages, montagehallen, werkplaatsen, magazijnen etc. In zulke omgevingen kunnen stofdeeltjes die in de meetkamer terechtkomen ook pas na een lagere periode een vals alarm veroorzaken (zie hoofdstuk 10); In de buurt van vensters, deuren of doorgangen, ventilatieopeningen, airconditionings, afzuigkappen. Een wandmontage is volgens “VdS 2095-planning en inbouw” niet toegestaan.
6. Montage (afb. B) Maak de plafondhouder (2) los van de alarmmelder, draai deze hiervoor tegen de wijzers van de klok. Houd de houder op de gewenste plek tegen het plafond. Draai de houder zodat de testtoets (1) bij een latere test goed zichtbaar en bereikbaar is. De melder kan ook om 180° gedraaid opgezet worden. Als de houder juist gericht is markeert u de boorgaten op het plafond. Boor de benodigde gaten en plaats de pluggen en schroef hierna de houder vast.
7. Alarm doorsturen bij meerdere melders (duo-schakeling afb. C) Belangrijke opmerking: Door het verbreken van het veiligheidszegel aan de verbindingsbus van de RM 39 naar een draadgebonden duo-schakeling van aparte melders vervalt de VdS-toelating. Wanneer meerdere melders gemonteerd zijn kunnen deze aan elkaar gekoppeld worden. Als bij een melder het alarm afgaat wordt dit naar de overige melders gestuurd zodat deze eveneens geactiveerd worden. Hiermede wordt gegarandeerd, dat een melder die verder weg gemonteerd is ook gehoord kan worden. Het controlelampje in de testtoets (1) knippert enkel bij die melder welke het alarm als eerste geactiveerd heeft. LET OP: gebruik alleen rookmelders van hetzelfde type! Bedrading: Verbind de aansluitstekker met de aansluitbus (4). Als verlenging kan een tweeaderig belkabel (0,5 tot 0,8 mm2) gebruikt worden. Let op dat alle melders polingsgelijk verbonden worden. Maximale totaallengte van de kabel voor de verbinding van alle melders: 300 meter. Maximaal aan elkaar gekoppelde rookmelders: 12 stuks. Verleg de kabels niet in de nabijheid van elektriciteitsleidingen van de huis-
6
7
installatie. Houd tenminste een afstand van 10 cm tussen deze leidingen. Let op voldoende kabellengte aan de houder (ca. 10 cm), zodat er genoeg bewegingsvrijheid is voor het bevestigen van de melder en voor het vervangen van de batterij. De aansluitstekker kunt u voor het vervangen van de batterij uittrekken.
meetcyclus het alarm geactiveerd worden. Dit kan al naar gelang de rooksterkte 30 - 45 seconden duren, opdat bij de eerste rookherkenning automatisch nog meerdere controlemetingen uitgevoerd worden om een eventueel valse alarm te voorkomen.
9.2 Batterij-indicatie
8. Ingebruikneming LET OP: de rookmelder kan niet zonder batterij bevestigd worden! Verbindt een 9 Volt alkaline batterij met de clip (7) en leg de batterij in het batterijvak (5) tot deze vast op de bodem ligt en de houdervergrendeling (6) in het batterijvak afgezakt is. Plaats nu de melder op de houder en draai deze met de wijzers van de klok mee tot hij inklikt.
9. Functiecontrole van een rookmelder Druk op de testtoets (1) aan de melder tot het alarm afgaat. Het controlelampje in de testtoets knippert. Na het loslaten van de toets wordt het alarm uitgeschakeld. De rookmelder is nu bedrijfsklaar.
9.1 Functiecontrole bij gekoppelde rookmelders (duo-schakeling) Druk op de testtoets van een melder tot het alarm afgaat. Het controlelampje in de testtoets knippert. Controleer of bij alle melders het alarm geactiveerd is. Het controlelampje wordt enkel bij de geteste melder geactiveerd. Na het loslaten van de toets wordt het alarm bij alle melders uitgeschakeld. Voer bij iedere rookmelder deze functiecontrole uit. Opmerking: Wanneer bij een functiecontrole rook in de melder geblazen wordt gaat het alarm alleen dan uit, wanneer de rook voorzichtig uit de melder geblazen wordt. Het alarm blijft geactiveerd tot alle rook uit de meetkamer verdwenen is. Bij een normale werking (zonder inwerking van rook) is de meetcyclus van de melder slechts herkenbaar door het korte opflitsen van het controlelampje (ca. alle 30 seconden). Als er rook binnendringt kan pas bij een nieuwe 8
Als de capaciteit van de batterij niet meer voldoende is klinkt ca. alle 45 seconden een korte signaaltoon. De batterij moet nu binnen 4 weken vervangen worden. Na het vervangen van de batterij moet een functiecontrole uitgevoerd worden zoals genoemd in de hoofdstukken 8, 9 en 9.1.
10. Onderhoud en verzorging De rookmelders kunnen alleen dan een te verwachtte veiligheid bieden wanneer deze naar behoren functioneren. Om die reden dienen de rookmelders regelmatig (alle 4 weken) volgens de hoofdstukken 8 en 9.1 gecontroleerd te worden. Stofafzettingen in de melder of spinnenwebben belemmeren een betrouwbare functie en kunnen een vals alarm veroorzaken. Stoffige melder dienen om die reden ten minste 1x per jaar schoongemaakt te worden. Stofafzettingen aan de ventilatieopeningen enkel met een kwast losmaken en eventueel met de stofzuiger verwijderen. De zuigmond mag niet direct aan het apparaat komen. Het oppervlak van de behuizing kan met een vochtig, zacht doekje schoongemaakt worden. Gebruik geen schuurmiddelen of chemicaliën.
11. Veiligheidsaanwijzingen Alleen als er rook ongehinderd de melder kan bereiken, is een juiste werkwijze gegarandeerd.
9
Om die reden mag de rookmelder niet met verf beschilderd of met behangpapier beplakt worden. Zorg ervoor dat er geen andere apparaten, zoals lampen, ventilatoren of airconditioning in de buurt van de rookmelder gemonteerd worden. Principieel moet rondom de rookmelder een ruimte van 1 meter vrijgehouden worden. De afstand tot een zijwand moet 0,5 meter bedragen. Een wandmontage is niet toegestaan (zie hoofdstuk 5).
CE Conformiteit De firma me micro-electric bevestigt de conformiteit van de apparaten volgens de Europese richtlijn 89/336/EWG elektromagnetische verdraagzaamheid. Opmerkingen betreffende de CE-conformiteit Onder inwerking van sterke statische, elektrische of hoogfrequente velden (ontladingen, mobiele telefoons, zendinstallaties, GSM, magnetrons) kan de werking van het apparaat (de apparaten) beïnvloedt worden.
13. Waarop gelet moet worden in geval van brand Blijf kalm en alarmeer de brandweer. Informeer andere huisbewoner. Probeer bij kleinere brandhaarden de brand te blussen. Beginnend vuur kan met een speciale blusdeken (b.v. het model LD 70 van me micro-electric) of een deken (geen katoen) gestopt worden. Gebruik geen water wanneer elektrische apparaten of vloeistoffen branden. Gebruik uitsluitend brandblussers. Probeer te voorkomen dat het vuur zich kan uitbreiden. Sluit alle deuren en ramen. Evacueer het gebouw.
Voorbeelden Afbeelding -A-
12. Technische gegevens Voedingsspanning Levensduur batterij Activeringsgevoeligheid Beveiligde vlakte
: : : :
Alarmvolume Gebruikstemperatuur Afmetingen (dxh) Gewicht
: : : :
9 Volt Alkaline blokbatterij min. 2 jaar volgens prEN 12239 max. 60 m2, kamerhoogte max. 5 meter (per meter) >85 dB/A - 3 meter 0°C tot + 50°C 130 mm x 35 mm 160 g (incl. batterij)
minimale bescherming extra bescherming
Veranderingen onder voorbehoud
minimale bescherming extra bescherming 10
11
Afbeelding -B-
1 2 3 4 5 6 7
Testtoets Plafondhouder Bevestigingsgaten Aansluitbus Batterijvak Houdervergrendeling Batterijclip
Afbeelding -CVerbindingsleidingen voor 2 tot max. 12 rookmelders. Alle rookmelders worden parallel met elkaar verbonden. Let op gelijke polariteit van de leidingen. Totale lengte om alle rookmelders te verbinden = max. 300 meter.
12
13