NIEUWS Denios Nieuws verschijnt driemaal per jaar | Oplage 25.000 | Jaargang 1 | Januari 2010 | Nummer 1
In deze uitgave: Watertemperatuur van oog- en nooddouches P A G I N A
Denios praktijkcase Philips Maarheeze P A G I N A
2 3
Goede compartimentering van essentieel belang
PAGINA
4&5
Statische elektriciteit PAGINA
GAP werkplekken PAGINA
6 7
AFZUIGING BRANDSTOFTANKS Tijdens een door DENIOS georganiseerd symposium over werkplekinrichting en het werken met gevaarlijke stoffen werd Christiaan Schmidt, veiligheidskundige van BMW AG, geïnspireerd door de afzuigunits die bij de KLM al enige jaren in gebruik zijn. Ook bij onderhoud aan de brandstoftanks van personenauto’s is het risico op explosie groot. Bovendien worden de automonteurs ongewild blootgesteld aan benzine- en dieseldampen. In nauwe samenwerking met BMW werd het systeem aangepast, compacter gemaakt en het koolactieffilter werd ingebouwd waardoor alleen de aanzuigopening op de brandstoftank moet worden aangesloten.
Fokker Schiphol kiest voor DENIOS Tijdens het onderhoud aan de brandstoftanks van vliegtuigen dienen kerosinedampen zodanig uit de tanks te worden verwijderd dat er gegarandeerd geen explosiegevaarlijke atmosfeer in de tanks kan heersen. Voorheen was het gebruikelijk dat de vliegtuigen gedurende een periode van 30 uur stonden “uit te dampen”. Tijdens zo’n periode mochten
er in de hangar geen werkzaamheden worden verricht. Bovendien stond het vliegtuig gedurende die periode stil, wat bijzonder kostbaar was. DENIOS ontwikkelde een speciale afzuigunit waarmee de brandstoftanks op een veilige en snelle wijze mechanisch kunnen worden afgezogen.
De explosieveilige afzuigunit is voorzien van antistatische slangen met een speciale RVS aansluiting aan de aanzuigzijde. De afvoer kan op de buitenlucht plaatsvinden maar de uitblaaszijde kan ook op een koolactieffilter worden aangesloten. Het systeem levert een tijdsbesparing op van ruim 24 uur.
Opslag en werkruimte voor Airbus werkruimte wordt er boven elke werkbank afgezogen vanaf de achterwand. Ook is er een reinigingswerkplek geplaatst met een oplosmiddelenbad. In deze werkplek is met ejectortechniek (zie ook pag. 7) een hoog efficiënt afzuigsysteem gerealiseerd. De voorzijde is voorzien van een neerklapbaar raam sluitend op 400 mm boven het werkblad wat kan worden afgesloten wanneer men met hoge
Waarborg voor veiligheid.
Airbus is een van de toonaangevende producenten van verkeersvliegtuigen. Wereldwijd werken er meer dan 58.000 medewerkers. Op de productielocatie in Finkenwerder (Duitsland) moest er een verfmengruimte komen in de Long
Range uitrustings- en montagehal voor de A380. DENIOS werd gevraagd een turn-key oplossing te verzorgen. Voor zowel de opslag- als de werkruimte werd gekozen voor 90 minuten brandwerende compartimenten type BMC.K840-X. In de
druk reinigt en er risico ontstaat op spatten. Beide ruimten zijn explosieveilig uitgevoerd en voorzien van brandmeldinstallaties die in geval van brand de compartimenten hermetisch afsluiten en 90 minuten brandwerendheid waarborgen. Gezien de benodigde afzuigcapaciteit waren hiervoor speciale voorzieningen voor de luchttoe- en afvoer kanalen benodigd.
NIEUWS
2
3
WATERTEMPERATUUR VAN OOG- EN NOODDOUCHES
Sinds februari 2007 is de Europese norm EN 15154 deel 1 en 2 voor nood- en oogdouches van kracht. Formeel geldt deze norm alleen voor laboratoriumtoepassing waardoor in de praktijk de Amerikaanse ANSI norm Z358.1 vaak wordt gehanteerd. Onder voorschrift 3.24 uit de PGS 15 komt het gebruik van oog- en nooddou-
ches maar zeer beperkt aan de orde. Wel wordt verwezen naar het Arbobesluit “voorkomen van ongewilde gebeurtenissen bij werkzaamheden met gevaarlijke stoffen”. Wanneer er gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen is er risico om met de huid of ogen in aanraking te komen met agressieve, bijtende of brandbare vloeistof-
- ijzersterke aanbieding -
fen, dampen of stofdeeltjes. De gevolgen hiervan veroorzaken vaak groot menselijk leed wat aanzienlijk kan worden beperkt door snel en voldoende te spoelen met water. Men is zich er dan ook wel van bewust dat nood- en oogdouches van groot belang zijn op plaatsen waar met chemische stoffen wordt gewerkt. Aan de watertemperatuur van deze voorzieningen wordt nog maar weinig aandacht geschonken. In de Verenigde Staten is sinds 1998 de eis van “lauw water” van kracht. Al sinds de begin jaren 90 hanteert men in de VS een adviestemperatuur tussen de 15,5 en 35°C, wat is gebaseerd op een defensie-onderzoek waaruit blijkt dat bij koudere temperaturen onderkoeling kan optreden en bij hogere temperaturen het letsel juist toeneemt. Uit Europese onderzoeken blijken gelijkwaardige resultaten die hebben geleid tot een adviestemperatuur voor oogdouches die ligt tussen de 20 en 30°C en voor lichaamsdouches tussen de 20 en 25°C. Omdat er geen formele voorschriften zijn waarin de watertemperatuur wordt bepaald, is het verstandig het grondbeginsel van het Arbobesluit te hanteren, “het voorkomen van ongewilde gebeurtenissen”, want het bieden van halve hulp bij een ongeval kan toch niet het uitgangspunt zijn. Inpandig geplaatste oog- en nooddouches zijn vrij eenvoudig aan te passen wanneer er naast een koudwaterleiding ook warmwater beschikbaar is. Door een speciale thermostatische mengkraan wordt een door de installateur ingesteld temperatuurbereik gerealiseerd wat door de gebruiker (die zich in een panieksituatie kan bevinden) niet te beïnvloeden is. Bij een buitenopstelling is vaak geen warm water beschikbaar of zelfs helemaal geen waterleiding. Bovendien moet men hierbij rekening houden met bevriezing van de waterleiding. Nooddouches worden buiten vaak als een zelfdrainerend systeem in een drainput geplaatst met de afsluiters op ca. 1 mtr. onder het maaiveld waar geen
GRONDIGE AANPAK PHILIPS NA CALAMITEIT!
bevriezing meer kan ontstaan. Denios is geen voorstander van dit onderhoudsgevoelige systeem en adviseert een vorstvrij verwarmde nooddouche toe te passen, waarbij de afsluiters bovengronds zijn geplaatst. Het leidingwerk is “verpakt” in een geïsoleerde kunststof ommanteling en wordt vorstvrij gehouden met een elektrische verwarmingskabel. Beide systemen garanderen stromend water en voorkomen bevriezing maar de watertemperatuur zal zeker in de winter ver beneden de minimaal gewenste 20°C liggen. Om de oogdouche niet alleen vorstvrij te verwarmen maar ook een watertemperatuur van 20 tot 25°C te bieden heeft Denios een doorstroomverwarmingssysteem beschikbaar met een capaciteit van 12 liter per minuut. Het systeem gebruikt alleen energie wanneer de oogdouche wordt gebruikt. De thermostatische regeling is beveiligd en bovendien zijn legionellarisico’s uitgesloten. Ook een buitengeplaatste nooddouche dient tenminste een capaciteit te bieden van 80 liter per minuut gedurende minimaal 15 minuten. Om dat op een verantwoorde wijze te kunnen bereiken adviseert Denios tankdouches toe te passen. Bij een tankdouche wordt er een verwarmd en geïsoleerd waterreservoir boven de douchecabine geplaatst waarin het water op een constante temperatuur wordt gehouden. Wanneer de douche is aangesloten op een koudwaterleiding kan er een automatische verversing
worden toegepast zonder wateraansluiting. Aan het water wordt dan een conserveringsmiddel toegevoegd ter voorkoming van legionella, minimaal 1x per jaar dient het water te worden ververst.
plaatsvinden ter voorkoming van legionellabesmetting. Minimaal elke 24 uur wordt 10% van de tankinhoud ververst. Een tankdouche kan ook prima
Mobiele tank-oogdouche: Met in de praktijk veel toegepaste oogspoelflessen kan snel eerste hulp worden geboden, maar dit zijn geen vervangers voor oogdouches omdat de spoeltijd maar zeer beperkt is. Een mobiele tankoogdouche biedt een aanzienlijk betere oplossing met een waterinhoud van 15 ltr. De tank wordt d.m.v. perslucht onder druk gezet en is voorzien van een manometer en een ontluchtingsventiel. Wanneer een conserveringsmiddel aan het water wordt toegevoegd blijft de conditie tot ca. 1 jaar gegarandeerd.
DENIOS
WATERTEMPERATUUR VAN OOG- EN NOODDOUCHES
E
NIEUWS
CAS K J I T K RA
P
GRONDIGE AANPAK PHILIPS NA CALAMITEIT! Het Philips concern met zijn wereldwijde vertakkingen in tientallen landen en 10-duizenden werknemers heeft zijn complete business keer op keer aangepast aan de behoefte van de consument. De consumentenelektronica, de telefoons, de flatscreen tv’s en de nu uitgebreide medische tak zijn hier goede voorbeelden van. Echter de oorsprong van Philips komt voort uit de gloeilamp. In de loop der jaren werd er door de consument meer verwacht van een gloeilamp dan uitsluitend lichtopbrengst. Sfeer en warmte werden aan het eisenpakket toegevoegd. Om dit te realiseren, moesten er complexe coatings worden samengesteld, die aan de binnenzijde van de lamp werden aangebracht. Door deze coatings wordt een lichtbreking veroorzaakt en afhankelijk van de mate van breking wordt een bepaalde kleuring bereikt. Voor de samenstelling van deze coatings wordt er ook gebruik gemaakt van ontvlambare stoffen en metaalpoeders. Metaalpoeders kunnen afhankelijk van de omstandigheden een potentieel gevaar vormen. Sommige metaalpoeders gaan een reactie aan met water/ vocht en kunnen spontaan ontbranden, andere poeders moeten juist tijdens het gebruik met waterdamp worden beneveld
Colofon Denios Nieuws
Denios Nieuws beoogt een bijdrage te leveren aan de professionalisering op het gebied van veilig werken met gevaarlijke stoffen in Nederland en België Redactie: Peter van Doesum Kor Elzenga Redactieadres Christiaan Huijgensweg 4A NL-2408 AJ Alphen a/d Rijn E-mail:
[email protected] Vormgeving Patrick van den Berg Twee Reklame, Alphen a/d Rijn Drukwerkbegeleiding Twee Reklame, Alphen a/d Rijn Uitgever Denios Nederland Christiaan Huijgensweg 4A NL-2408 AJ Alphen a/d Rijn Tel. (0172) 50 64 66 Fax (0172) 50 61 89 E-Mail:
[email protected] www.denios.nl Copyright: Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
om een reactie tegen te gaan. Het risico op een calamiteit met deze stoffen is derhalve altijd aanwezig. In 2007 vond er dan ook zo’n calamiteit plaats. Een middelgrote brand ontstond in een opslagruimte. De bluswerkzaamheden van de brandweer voorkwamen een uitbreiding en de brand werd beheerst nabij zijn oorsprong. Twee dagen later ontstond een nieuwe brand in de opslag naast de eerder afgebrande ruimte. Door de eerdere bluswerkzaamheden van de brandweer was er een reactie opgetreden met de daar aanwezige metaalpoeders. Om dit in de toekomst te voorkomen, werden de beide calamiteiten geëvalueerd en werd er gekeken wat de bijkomende gevolgen van een brand kunnen zijn. De beide opslagruimten waren >60 minuten brandwerend uitgevoerd, zoals de regelgeving dit voorschrijft. Uit de evaluatie kwam wel de vraag naar voren, wat te doen na deze 60 minuten. De brand zou dan overslaan naar de rest van de fabriek met een niet te overziene schadepost, die zowel materieel als productietechnisch een groot probleem zou zijn. Na een eerdere samenwerking met DENIOS op het gebied van de realisatie van losse brandcompartimenten op de site Maarheeze, werd DENIOS wederom gevraagd een speciaal brandcompartiment uit te werken. Door de brandwerend-
heid en de losse plaatsing van de fabriek is een enorme extra veiligheid gecreëerd die bij een mogelijke toekomstige calamiteit toch de continuïteit van de fabriek waarborgt. De vraag was om een ruim 1-laags compartiment te realiseren voor plaatsing van diverse verpompinstallaties en een los 2-laags compartiment voor de opslag van de pallets met voorraad. DENIOS heeft hiervoor een z.g.n. BMC 850 gefabriceerd. Deze BMC (Brandwerende Moduul Container) bestaat uit 2 delen die afzonderlijk zijn te transporteren en op locatie tot één geheel worden samen gevoegd. Na samenvoeging wordt de gehele staalconstructie nog eens extra bekleed met brandwerend materiaal.
Hierdoor ontstaat een grote brandwerende ruimte van ca. 50 m2. De brandwerendheid is gewaarborgd door de DENIOS standaard van >90 minuten. Voor de opslag van de voorraad werd een >90 minuten brandwerende FBM 814.30 OST gefabriceerd. Deze 9 ton wegende opslag van 9 meter lang en bijna 4 meter hoog, werd in één geheel geplaatst en biedt plaats aan 16 europallets of 12 chemiepallets. Na deze aanpassingen in de bedrijfsvoering heeft Philips Maarheeze de basiseisen op het gebied van veiligheid en brandwerendheid ver achter zich gelaten en voldoen ze ruimschoots aan de huidige
eisen en zijn ze zelfs klaar voor mogelijke aanscherpingen op dit gebied. DENIOS waardeert het genoten vertrouwen van Philips in de loop der jaren en bij dit project. Een realisatie van een project buiten de standaardlijn van tientallen mogelijke brandcompartimenten is ook voor DENIOS altijd een leuke uitdaging en houdt zich voor komende projecten binnen de Philips organisatie dan ook aanbevolen!
3
NIEUWS
4
GOEDE COMPARTIMENTERING VAN ESSENTIEEL BELANG Praktische toelichting
Bijna 100 jaar geleden zonk de Titanic, oorzaak was een ijsberg, gevolg zo’n 1500 doden. Het snelle zinken op volle zee werd vooral veroorzaakt door slechte compartimentering. Binnen 1 uur stroomde er zo’n 25 miljoen liter water het 269 meter lange schip in. Zo’n 20 jaar geleden zonk de Herald of Free Enterprice, vlak voor de kust van Zeebrugge, een beetje dichterbij huis. 193 doden waren er te betreuren. Dit “Roll-on Roll-off” scheepstype heeft een autodek over de volledige lengte en breedte van het schip waardoor verantwoorde compartimentering onmogelijk is.
Misschien hebben de beide scheepsrampen weinig met brand van doen, het doel van compartimentering verschilt echter niet zo veel. Wellicht een meer voor de hand liggend voorbeeld is de schipholbrand in oktober 2005 waarbij de brand zich snel kon uitbreiden door slechte compartimentering. Was de cel waar de brand ontstond afgesloten geweest, dan had alleen het snel dalende zuurstofgehalte de brand voldoende doen temperen en had de brand zich verder niet kunnen ontwikkelen.
Het criterium ‘thermische isolatie betrokken op de temperatuur’ De brandwerendheid met betrekking tot de thermische isolatie betrokken op de temperatuur wordt bepaald door het moment waarop de gemiddelde temperatuurstijging gemeten op het oppervlak van het proefstuk aan de niet verhitte zijde meer bedraagt dan 140 °C, of wanneer de temperatuurstijging gemeten op het oppervlak van het proefstuk op één van de temperatuurkoppels meer bedraagt dan 180 °C.
Brandveiligheidsaspecten bij opslaglocaties voor gevaarlijke stoffen Gezien de bijzondere gevaarsaspecten in situaties waar (brand)gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, zijn er aanvullende maatregelen vereist ten opzichte van de algemene voorschriften, bepaald in het Bouwbesluit 2003. De PGS15 stelt dat aan alle criteria van de NEN 6069 moet worden voldaan. Een heikel punt bij de bepaling van brandwerendheid is het criterium “thermische isolatie betrokken op warmtestraling”, dit in het bijzonder met betrekking tot de deuren. In Nederland, dit in tegenstelling tot andere Europese landen, wordt dit criterium gehanteerd bij het bepalen van brandwerendheid van deurconstructies.
Het criterium ‘thermische isolatie betrokken op warmtestraling’ De brandwerendheid op isolatie betrokken op de warmtestraling wordt bepaald door het moment waarop de maximale warmtestraling meer bedraagt dan 15 kW/m². De straling wordt in een vlak parallel aan de niet verhitte zijde van het proefstuk gemeten op een afstand gelijk aan de breedte van het proefstuk met een maximum van 1 meter. Filosofie bouwkundige brandveiligheidsvoorzieningen in PGS 15 “Citaat uit de richtlijn” In beginsel wordt een opslagvoorziening uitgevoerd als een brandcompartiment waarbij het noodzakelijk is dat de weer-
stand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) tussen een ruimte waarin gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en een andere ruimte (en andersom) ten minste 60 minuten bedraagt. Uitgangspunt hierbij is dat de brandweer vervolgens binnen deze 60 minuten de brand zodanig kan beheersen dat deze beperkt blijft tot het compartiment waar deze is ontstaan. Uitvoering weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een opslagvoorziening: De WBDBO moet volgens het Bouwbesluit 2003 worden bepaald overeenkomstig NEN 6068. Een brandcompartiment moet worden gezien als een kubus die “rondom” (wanden, gevels en afdekking) dezelfde WBDBO heeft. Het begrip weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) bevat twee aspecten: de weerstand tegen branddoorslag en de weerstand tegen brandoverslag. De weerstand tegen branddoorslag wordt praktisch gezien bereikt door brandwerende (scheidings)constructies. Voor de experimentele bepalingsmethode van de brandwerendheid van bouwdelen is NEN 6069 van toepassing. Indien brandwerende scheidingsconstructies worden toegepast dient de draagconstructie waaraan de scheidingsconstructie bevestigd is dezelfde brandwerendheid te hebben, of dient een voorziening te worden getroffen dat het bezwijken van een draagconstructie niet leidt tot het bezwijken van een scheidingsconstructie. De weerstand tegen brandoverslag wordt praktisch gezien bereikt door afstand tussen ruimten. “Einde citaat”
Om het verschil tussen het criterium thermische isolatie betrokken op de temperatuur en het criterium thermische isolatie betrokken op warmtestraling op een practische wijze uit te leggen biedt een roodgloeiende kookplaat een beeldend voorbeeld. Op een koude winterdag kan je er prima je handen warmen zolang je maar ongeveer een meter boven de plaat blijft. De warmtestraling is op die afstand geriefelijk te noemen. Je zal wel gek zijn wanneer je ‘t in je hoofd haalt om je handen op de plaat te leggen. Een druppeltje plantaardige olie zal op diezelfde plaat direct vlam vatten of de bekende vlamin-de-pan veroorzaken. Het vlampunt van plantaardige olie ligt ver boven de 200°C. Het vlampunt van alcohol is 12°C en het vlampunt van benzine is -18°C. Beide stoffen zijn bovendien vluchtig en verdampen op kamertemperatuur. Laten we “de Nederlandse” brandwerende deur nou eens vergelijken met de kookplaat en ons afvragen op welke wijze de maximaal toelaatbare oppervlakte temperatuur van het deurblad aan de niet verhitte zijde gegarandeerd kan worden wanneer er uitsluitend op het criterium thermische isolatie betrokken op warmtestraling wordt beoordeeld. Of kan men wellicht aantoonbaar maken dat de dampen van (zeer) licht-ontvlambare vloeistoffen keurig netjes op minimaal 1 mtr. afstand van de deur blijven?
Europese normen voor het bepalen van brandwerendheid Normen, richtlijnen of andere vormen van pseudoregelgeving worden regelmatig herzien. De wijzigingen zijn vaak beperkt, maar wanneer bestaande bedrijven toch altijd direct aan de nieuwste versie moeten voldoen kan dat grote (financiële) gevolgen hebben terwijl dit niet direct hoeft te leiden tot een beduidende verbetering van het veiligheidsniveau. Voor nieuw op te richten constructies, voorzieningen, e.d, maar ook het veranderen/ vernieuwen daarvan, is het uitgangspunt dat voldaan moet worden aan de meest recente versie van een norm en/of richtlijn. In bestaande situaties kan
worden uitgegaan van de norm en/of richtlijn zoals deze van kracht was op het moment van de installatie. Dit met uitzondering van de situaties waarbij een onaanvaardbaar laag veiligheidsniveau wordt behaald. In dat geval kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift (bij een AMvB-bedrijf) of vergunningvoorschrift (in de Wmvergunning) een hoger niveau verlangen, met als bovengrens de meest recente versie van de norm en/of richtlijn. Een en ander sluit aan bij wat al vele jaren gangbare praktijk is bij Wm-vergunningen en is grotendeels een uitwerking van het gelijkwaardigheidsbeginsel. Voor deze constructie (oudere normen kunnen op basis van het gelijkwaardigheidsbeginsel veelal als toereikend worden beoordeeld) is ook gekozen in het Gebruiksbesluit. Ondanks de officiële status van de nieuwe Europese normen, wordt er binnen de individuele lidstaten nog maar weinig mee gedaan. Nederland is nog steeds verknocht aan de NEN, Duitsland aan de DIN, België aan de NBN en natuurlijk Engeland aan de British Standard. De standaardtermijn voor het intrekken van de nationale normen is 6 maanden na het beschikbaar komen van de officiële versies van de Europese normen. In het geval van een zogenoemd “pakket” Europese normen geldt als start van deze termijn het moment waarop de laatste norm in het pakket beschikbaar komt. De nationale normen maken echter vaak deel uit van een samenhangend breder pakket normen of zijn zo verankerd in de regelgeving dat aanpassing van dat pakket of die regelgeving niet altijd binnen deze termijn mogelijk is. Dit geldt in het bijzonder voor de normen waarnaar direct of indirect is verwezen in de publiekrechtelijke regelgeving zoals bijvoorbeeld het Bouwbesluit. In het geval van de brandnormen komt daarbij dat ze ondersteunend zijn voor nagenoeg alle geharmoniseerde Europese productnormen voor bouwproducten die de basis zullen vormen voor CEmarkering.
geen
NIEUWS
GOEDE COMPARTIMENTERING VAN ESSENTIEEL BELANG
De brandwerendheid wordt uitgedrukt in minuten (15, 20, 30, 45, 60, 90, 120, 180 en 240 minuten) De individuele Europese lidstaten kunnen zelf de brandwerendheidsduur bepalen. De onduidelijkheid met betrekking tot de branwerendheidscriteria wordt weggenomen door de verplichte toevoeging in beproevingsrapportages van de brandwerendheidscriteriacode.
Het Nederlandse poldermodel Formeel heet het dat er tijdelijk is voorzien in een duaal stelsel. Dit houdt in dat er een langere periode zal zijn waarin de Nederlandse (nationale) brandnormen en de Europese, als NEN-EN door het Nederlandse Normalisatie Instituut aanvaarde normen naast elkaar zullen bestaan. Hiertoe is de NEN 6069 (uitgave juli 2005) aangepast.
Tot een nader vast te stellen moment kan voor de bouwregelgeving de brandwerendheid worden bepaald met zowel de bestaande Nederlandse beproevingsmethoden als met de Europese beproevingsmethoden.
Nederlandse norm NEN 6069: 2005 “Experimentele bepaling van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten en het classificeren daarvan” Citaat uit de norm Deze norm implementeert Europese normen voor beproeving en classificatie van de brandwerendheid van bouwdelen in Nederland. De norm regelt de aansluiting tussen het Bouwbesluit en de Europese normen voor die producten waarvoor het Bouwbesluit voor de bepaling van de brandwerendheid NEN 6069 direct of indirect (via NEN 6068) aanwijst. Hierbij is voorzien in een tijdelijk duaal stelsel. Tot een nader vast te stellen moment kan voor de bouwregelgeving de brandwerendheid worden bepaald met zowel de bestaande Nederlandse beproevingsmethoden als met de Europese beproevingsmethoden, inmiddels gepubliceerd in een reeks NENEN’s. In Europa heeft men dit traject afgesproken om zowel de nationale regelgevers als de industrie in staat te stellen zich in te stellen op gebruik van de Europese brandwerendheidsclassificatie en -beproevingsmethoden. Gebruik van de classificatie op basis van beproeving volgens de bestaande nationale beproevingsmethoden blijft mogelijk tot het moment dat voor het product in kwestie CE-markering verplicht is. Dit zal het geval zijn op het moment dat de coëxistentieperiode voor
de desbetreffende nationale productnormen is verstreken. Deze datum wordt gepubliceerd in het Mededelingenblad van de Europese Unie, het Official Journal (OJ). Producten die zijn geproduceerd na die datum mogen slechts op de markt worden gebracht indien zij zijn voorzien van CE-markering en zijn beproefd volgens de Europese normen. Het moment dat de nationale overheden verplicht zijn de classificatie volgens de Europese normen te accepteren is gekoppeld aan het beschikbaar komen van geharmoniseerde Europese productnormen. De desbetreffende datum wordt afzonderlijk in het OJ gepubliceerd. De vorige versie van NEN 6069 onderscheidt vijf hoofdcategorieën bouwdelen, te weten vloeren en daken, wanden en gevels, deur-, luik- en raamconstructies, liggers en kolommen. In de Europese beproevingsnormen zijn deze hoofdcategorieën uitgesplitst in een veel groter aantal typen bouwdelen. Voor elk bouwdeel is een eigen beproevingsmethode vastgelegd in afzonderlijke normen.
De vorige versie van NEN 6069 kent geen afzonderlijke beproeving van specifieke onderdelen zoals doorvoeringen en afdichtingen, trappen en balkons. In de hoofdtekst van onderhavige norm is de vertaalslag gemaakt van deze indeling. Een Europese classificatie of beproevingsmethode is nog niet voor alle Europees onderscheiden bouwdelen definitief beschikbaar. Deze herziening moet dan ook worden gezien als zowel een praktische vertaalslag als een momentopname. Einde citaat
Met de invoering van de nieuwe Euro-brandklassen komt er duidelijkheid door de classificatiemethode en zal na de harmonisatie overal dezelfde beproevingsmethode en de daaraan gekoppelde klassering van kracht worden. Dat is belangrijk voor alle betrokken marktpartijen. Van elk toegepast product is immers bekend wat het gedrag zal zijn bij brand.
- ijzersterke aanbieding -
90 MINUTEN BRANDWEREND COMPARTIMENT
> Afmeting (LxBxH) 6.200 x 2.550 x 2.550 mm > Met dubbele T90 deur, dagmaat (BxH) 1.915 x 1.950 mm
De branwerendheidscriteria uit de NEN-EN 13501-2 worden aangegeven middels een code: R = Bezwijken, stabiliteit E = Vlamdichtheid (geen opening > Ø 25mm, geen kier > Ø 6 mm, geen hete gassen) I = Isolatie (gemiddelde stijging < 140ºC, of < 180ºC op 1 meetpunt) W = Warmtestraling (< 15 kW/m², geldt alleen in Nederland voor deur-, luik- en raamconstructies) S = Rookdichtheid (smoke, geldt voor brandkleppen en ventilatiekanalen) M = Mechanische sterkte (geldt alleen in Duitsland, zware zak tegen constructie tijdens test) C = Zelfsluitend K = Brandwerende bescherming Voor de WBDBO cq. de brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie moeten de volgende criteria van de NEN 6069:2005 (c.q. de NEN-EN 13501-2) worden aangehouden (errata PGS15, d.d. 21-11-2008): Voor draagconstructies zowel onder, boven als ten behoeve van de opslag zelf: R = Bezwijken, stabiliteit Voor dragende wanden R = Bezwijken, stabiliteit E = Vlamdichtheid (geen opening > Ø 25mm, geen kier > Ø 6 mm, geen hete gassen) I = Isolatie (gemiddelde stijging < 140ºC, of < 180ºC op 1 meetpunt) Voor niet-dragende wanden E = Vlamdichtheid (geen opening > Ø 25mm, geen kier > Ø 6 mm, geen hete gassen) I = Isolatie (gemiddelde stijging < 140ºC, of < 180ºC op 1 meetpunt) Voor deuren E = Vlamdichtheid (geen opening > Ø 25mm, geen kier > Ø 6 mm, geen hete gassen) I = Isolatie (gemiddelde stijging < 140ºC, of < 180ºC op 1 meetpunt) Brandwerendheid van een inpandige opslagvoorziening: (Een in een bouwwerk gesitueerde opslagvoorziening) De WBDBO van een inpandige opslagvoorziening naar een andere ruimte en van een andere ruimte naar de opslagvoorziening moet ten minste 60 minuten bedragen. De wanden, het dak, de deuren en de draagconstructie van de opslagvoorziening moeten een brandwerendheid van ten minste 60 minuten bezitten. In de inpandige opslagvoorziening mag ten hoogste 2.500 kg gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen aanwezig zijn. In afwijking hierop mag in een inpandige opslagvoorziening ten hoogste 10.000 kg gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen aanwezig zijn indien in de opslagvoorziening een brandmeldinstallatie aanwezig is met doormelding naar de alarmcentrale van de overheids- of bedrijfsbrandweer, of een daaraan gelijkwaardige voorziening. De brandmeldinstallatie moet voldoen aan NEN 2535, uitgave 1996 en NEN 2535/A1 uitgave 2002. Uitpandige opslagvoorziening: (Niet in een bouwwerk gesitueerde opslagvoorziening, een uitpandige opslagvoorziening kan wel aan een of meerdere zijden grenzen aan een bouwwerk) De minimale eisen die aan de brandwerendheid van een uitpandige opslagvoorziening worden gesteld zijn afhankelijk van de afstand waarop de opslagvoorziening is gelegen ten opzichte van een bouwwerk, een brandbaar object of de inrichtingsgrens. Afstand tot bouwwerk, een brandbaar object of de inrichtingsgrens A: Afstand 0 tot 5 meter B: Afstand 5 tot 10 meter C: Afstand > 10 meter
BMC-CONTAINER type 600k Inclusief:
• Automatische deursluitvolgorde regeling • Electro-magnetische deurvastzet inrichting • Explosie-veilige mechanische afzuiging • Explosie-veilige verlichting • Schakelkast geplaatst aan de buitenwand • In hoogte verstelbare oprijplaat
ACTIEPRIJS!
€ 17.500,-
Franco geleverd en gelost in de Benelux (m.u.v. de waddeneilanden)
Minimaal vereiste WBDBO (brandwerendheid) 60 minuten 30 minuten geen
Brandwerende uitvoering is niet van toepassing indien uitsluitend: Gevaarlijke stoffen van klasse 8 worden opgeslagen, verpakkingsgroep II of III, en verpakkingsgroep I met de classificatiecode C1 t/m C10 tot een maximale opslagcapaciteit van 10 ton. Dit geldt zowel voor inpandige als uitpandige opslagvoorzieningen.
5
NIEUWS
6
NIEUWS
STATISCHE ELEKTRICITEIT “Een ongeluk zit in een klein hoekje” hoge overgangsweerstanden veroorzaken. In gezoneerde gebieden is het van groot belang dat het gewenste veiligheidsniveau wordt gegarandeerd. Deze zekerheid kan worden geboden door gebruik te maken van bewaakte aardingssystemen. Deze kabels werken met een elektronisch bewakingscircuit dat alleen gesloten wordt wanneer er een lage overgangsweerstand tot stand gebracht is. Is dit het geval dan wordt het signaal veilig afgegeven middels een LED en kunnen de werkzaamheden op een verantwoorde wijze worden uitgevoerd.
Tijdens vrijwel elk proces waarbij bewegingen plaatsvinden ontstaat bij het samenkomen en scheiden van materialen statische elektriciteit. Wanneer er onvoldoende contact is met de aarde is er sprake van een geïsoleerde geleider waarin zich de statische elektriciteit begint op te bouwen. Komt de geleider in de buurt van of in aanraking met een ander voorwerp met een lager potentiaal dan kan de opgehoopte energie vrijkomen in de vorm van een vonk. Die ervaring hebben we allemaal, de mens is immers een prima geleider waarin statische elektriciteit zich kan ophopen wanneer er geen geleidend contact is met de aarde. Op het moment dat dat contact gemaakt wordt, bijvoorbeeld door het aanraken van een deur of wanneer je iemand een hand geeft, krijg je “een opdonder” die in de regel niet als prettig zal worden ervaren maar verder geen consequenties heeft. Bij het werken met brandgevaarlijke stoffen kunnen statische vonken rampzalige gevolgen hebben. De ophopende statische elektriciteit is al snel voldoende om een brandbare of explosieve atmosfeer te ontsteken. ESD werkplek bescherming ESD staat voor Electro Static Discharge. DENIOS biedt met het ESD programma de mogelijkheid om de werkplek elektrostatisch te beschermen door alle materialen en personen op een gelijk elektrisch potentiaal te brengen met een weerstand tot de grond van 106 tot 109 Ω. Aardingskabels Bij het verwerken van (brand-)
gevaarlijke vloeistoffen dient men zich goed te realiseren dat hier bijzondere risico’s aan verbonden zijn. Deze risico’s moeten inzichtelijk worden gemaakt in een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE), uitvoerend personeel moet goed zijn opgeleid voor het veilig uitvoeren van de werkzaamheden en alle benodigde arbeidsmiddelen om de veiligheid te kunnen garanderen moeten beschikbaar worden gesteld. Ter voorkoming van een explosiegevaarlijke atmosfeer dienen vrijkomende dampen op de juiste wijze afgezogen te worden en ter voorkoming van een ontsteking door statische elektriciteit dienen alle materialen voldoende elektrostatisch geleidend te zijn. Vaste opstellingen middels vaste aardingsverbindingen, mobiele opstellingen middels aardingskabels met klemmen of schroefverbindingen. Aardkabels worden gebruikt om een voorwerp te koppelen aan een geaard voorwerp en het potentiaalverschil tussen beide voorwerpen te vereffenen. Het bevestigen van een aardingsklem is een “menselijke handeling” waarbij er een reële kans blijft bestaan dat de overgangsweerstand tussen de klem en het te aarden voorwerp onvoldoende laag is. Dit kan al worden veroorzaakt door een verflaag of door vervuiling. Ook het gebruik van verkeerde aardklemmen of een versleten veermechanisme kan
Wanneer elektrisch aangedreven apparaten worden toegepast kan men nog een stap verder gaan. Hierbij wordt de beoordeling niet aan de persoon overgelaten die de aar-
ding tot stand moet brengen maar kan het elektrisch aangedreven apparaat alleen worden aangeschakeld wanneer er sprake is van een lage overgangsweerstand door op de juiste manier te aarden. Deze systemen worden toegepast in EX-zones, bijvoorbeeld bij elektrisch pompen, mengsystemen maar ook bij het aansturen van afsluiters of het laden en lossen van tankwagens. Bepaal de eisen die aan aarding moeten worden gesteld aan de hand van uw risico-inventarisatie en -evaluatie. Pas bewaakte aardingssystemen toe op plaatsen waar extra veiligheid en controle nodig is. DENIOS biedt u een zeer compleet programma aardingssystemen en ESD bescherming. Bovendien adviseren wij u ook op dit gebied kosteloos en geheel vrijblijvend.
Aarden: Het koppelen van een geleidend voorwerp aan een vast aardpunt door middel van een mechanisch sterke en elektrisch geleidende kabel zodat het geleidende voorwerp geen potentiaal heeft.
Potentiaalvereffening: Het aaneenkoppelen van een aantal geleidende voorwerpen om het potentiaalverschil tussen deze voorwerpen te vereffenen. Op een bepaald punt zijn deze gekoppelde voorwerpen ook geaard waardoor alles op aardpotentiaal staat.
Polsband
Polsbandkabel Aardingspuntkabel
Tafelmat
Aardeverbindingsstekker
Heelgrounder
Aardingskabel Vloermat
Aardingspunt
Ziekenhuisgroep Twente kiest voor een GAP werkplek Met ziekenhuizen in Almelo en Hengelo heeft de Ziekenhuisgroep Twente een verzorgingsgebied van 300.000 inwoners. De ZGT die in 1998 is ontstaan uit een fusie tussen het Twenteborg Ziekenhuis en het Streekziekenhuis MiddenTwente werkt nauw samen met huisartsen, thuiszorgorganisaties en verpleeghuizen in de regio Twente en biedt met ruim 3.500 medewerkers hoogwaardige medisch-specialistische diagnostiek en behandelingen waarbij de zorgbehoefte van de patiënt altijd bepalend is. ZGT vernieuwt en verbetert haar totale zorgaanbod voortdurend door te investeren in de kwaliteit van de zorg en de medewerkers, immers zij zijn het die de zorg uitvoeren en de kwaliteit waarmaken. Op de operatieafdeling van de ZGT locatie Almelo verricht men werkzaamheden waarbij schadelijke dampen vrijkomen. Dat zijn o.a. werkzaamheden waarbij vloeistoffen worden toegevoegd aan weefsels afkomstig uit een behandeling. Om de me-
dewerkers te beschermen tegen de vrijkomende dampen maakten zij gebruik van een afzuigkap met plexiglas omkasting die was aangesloten op het centrale afzuigsysteem. De werkplek met omkasting was klein en voor de gebruiker was het niet makkelijk werken. Ook was het niet duidelijk of de afzuiging voldoende effectief was om de veiligheid op de werkplek te kunnen garanderen. Het ZGT onderkende het probleem en vroeg DENIOS een oplossing te bieden. De oplossing werd gevonden door de bestaande werkplek te vervangen door een GAP werkplek in de basic uitvoering die op de bestaande werktafel geplaatst kon worden. Omdat voor de 90 cm brede GAP slechts 300 m³/h afzuigcapaciteit benodigd is waren er bovendien geen luchttechnische aanpassingen nodig. Met een beperkte investering hebben de medewerkers nu een goed verlichte vrije werkruimte beschikbaar waar men aantoonbaar veilig de werkzaamheden kan uitvoeren.
NIEUWS
GEGARANDEERDE VEILIGHEID
Potentiaalvereffening: Het aaneenkoppelen van een aantal geleidende voorwerpen om het potentiaalverschil tussen deze voorwerpen te vereffenen. Op een bepaald punt zijn deze gekoppelde voorwerpen ook geaard waardoor alles op aardpotentiaal staat.
Tijdens vrijwel elk proces waarbij bewegingen plaatsvinden ontstaat bij het samenkomen en scheiden van materialen statische elektriciteit. Wanneer er onvoldoende contact is met de aarde is er sprake van een ge-
De GAP werkplekken worden geregeld vergeleken met een zuurkast zonder schuifraam. Wellicht begrijpelijk, zowel de GAP als de zuurkast zijn immers afgezogen werkplekken, echter toch onjuist, de werking van de systemen is gebaseerd op totaal verschillende uitgangspunten. De zuurkast is in feite een met een schuifraam afgesloten kast waarbij de mate van opening van het schuifraam bepalend is voor de luchtsnelheid in de
opening, die dient om de operator te beschermen. Wordt het schuifraam te ver geopend dan is de luchtsnelheid te beperkt om voldoende veiligheid voor de operator te bieden. De GAP is een open kast, althans de voorzijde is volledig open. De operator wordt beschermd door een geëjecteerd luchtgordijn in de werkplek dat vrijkomende gevaarlijke dampen, gassen of stofdeeltjes van de operator af verplaatst naar de achterwand waar de afzui-
ging plaats vind. Een zeer effectieve methode waarbij het veiligheidsniveau niet meer afhankelijk is van de mate waarop een schuifraam geopend is en men bovendien ook geen last meer heeft van een hinderlijk raam tussen de werkplek en de operator. De efficiëntie van de ejectortechniek wordt aangetoond door de luchttechnische test volgens EN 1475 deel 3. Tijdens deze test wordt over 9 meetpunten in de frontopening de vrijkomende emissie gemeten, terwijl er parallel aan de voorzijde van de GAP een beweegbare plaat met een snelheid van 1 meter per seconde heen en weer beweegt. Tijdens de test wordt er een testgas in de werkplek vrijgegeven bestaande uit 90% stikstof (N2) en 10% zwavelhexafluoride (SF6). In het testbericht wordt de geanalyseerde data vastgelegd. Het testbericht stelt dus niet vast of een product is goedgekeurd of afgekeurd maar geeft het behaalde resultaat aan. Verschillende testen met de GAP werkplekken hebben aangetoond dat geen hogere concentratie dan 320 ppm werd bereikt. Vergelijken wij dat met bijvoorbeeld de onderste explosiegrens van waterstof, ca.
7.000 ppm, dan kan vastgesteld worden dat er een 20x zo hoge veiligheid wordt geboden als noodzakelijk om de laagst bekende explosiegrens te bereiken. Een GAP is dus geen zuurkast, een GAP is een specifieke voorziening om veilig te werken met gevaarlijke stoffen. Een voorziening die bovendien door het ontbreken van een schuifraam meer bewegingsvrijheid biedt.
Veilig werken zonder belemmeringen, de beste manier om tot veilig werken te motiveren!
Ziekenhuisgroep Twente kiest voor een GAP werkplek Met ziekenhuizen in Almelo en Hengelo heeft de Ziekenhuisgroep Twente een verzorgingsgebied van 300.000 inwoners. De ZGT die in 1998 is ontstaan uit een fusie tussen het Twenteborg Ziekenhuis en het Streekziekenhuis MiddenTwente werkt nauw samen met huisartsen, thuiszorgorganisaties en verpleeghuizen in de regio Twente en biedt met ruim 3.500 medewerkers hoogwaardige medisch-specialistische diagnostiek en behandelingen waarbij de zorgbehoefte van de patiënt altijd bepalend is. ZGT vernieuwt en verbetert haar totale zorgaanbod voortdurend door te investeren in de kwaliteit van de zorg en de medewerkers, immers zij zijn het die de zorg uitvoeren en de kwaliteit waarmaken. Op de operatieafdeling van de ZGT locatie Almelo verricht men werkzaamheden waarbij schadelijke dampen vrijkomen. Dat zijn o.a. werkzaamheden waarbij vloeistoffen worden toegevoegd aan weefsels afkomstig uit een behandeling. Om de me-
Ultrasoonbaden geïntegreerd in het werkblad van een GAP
dewerkers te beschermen tegen de vrijkomende dampen maakten zij gebruik van een afzuigkap met plexiglas omkasting die was aangesloten op het centrale afzuigsysteem. De werkplek met omkasting was klein en voor de gebruiker was het niet makkelijk werken. Ook was het niet duidelijk of de afzuiging voldoende effectief was om de veiligheid op de werkplek te kunnen garanderen. Het ZGT onderkende het probleem en vroeg DENIOS een oplossing te bieden. De oplossing werd gevonden door de bestaande werkplek te vervangen door een GAP werkplek in de basic uitvoering die op de bestaande werktafel geplaatst kon worden. Omdat voor de 90 cm brede GAP slechts 300 m³/h afzuigcapaciteit benodigd is waren er bovendien geen luchttechnische aanpassingen nodig. Met een beperkte investering hebben de medewerkers nu een goed verlichte vrije werkruimte beschikbaar waar men aantoonbaar veilig de werkzaamheden kan uitvoeren.
In samenwerking met de firma Fiktech, leverancier van ultrasoonbaden ontwikkelde DENIOS een GAP werkplek waarin 2 ultrasoonbaden in het roestvast stalen werkblad zijn geïntegreerd. Voor de productieuitbreiding bij Comfoor in Doetinchem, specialist in gehoorbescherming, werd de werkplek geplaatst voor het grondig reinigen van oorstukjes door middel van hoogfrequentie trillingen (> 18 kHz). Deze trilling veroorzaakt de vorming van miljoenen luchtbelletjes. Deze werking zal het vuil dat zich op het voorwerp bevindt na verloop van tijd doen loslaten. Bij deze vorm van reinigen kunnen dampen vrijkomen waarbij de gevaarsaspecten afhankelijk zijn van de toegepaste reinigingsvloeistof en de vrijkomende verontreiniging. Ook zal de wijze van drogen bepalend zijn voor de keuze waarop de gebruiker beschermd moet worden. Door de baden in de GAP werkplek te plaatsen wordt een hoogwaardig beschermingsniveau geboden. Vrijkomende dampen worden op een effectieve wijze afgezogen en de gebruiker wordt optimaal beschermd.
7
NIEUWS
8
GAP “ON-THE-ROAD”
Ervaar de unieke werking van de GAP werkplek bij u op locatie. elgië.
als in B 0 fession orama. o r 1 p 0 m MA 2 boratoriu en op Lab art Expo.
Avakbeurs voorelaGAP werkplekink de Brussels K R O B A L orama is dé t DENIOS d rte welkom teer Lab n ha presen nt u va In 2010 12 maart be en Op 11
DENIOS bezoekt u met een zelfstandig werkende GAP werkplek zodat u de werking van het systeem zelf kunt ervaren in uw eigen werkomgeving. De theorie is mooi en wordt goed onderbouwd door verschillende testrapporten, de demonstratie laat de praktijk
zien. U kunt zelf oordelen of het systeem aan uw verwachtingen voldoet. De techniek wordt toegelicht en u krijgt een op uw situatie toegesneden advies van een vakspecialist. Er zijn bovendien geen kosten of verplichtingen aan verbonden.
NL: (0172) 50 64 66 BE: 03-312.00.87
Informatie & documentatie Naast de jaarlijkse uitgave van de Eco-Master waarin het complete leveringsprogramma van DENIOS is terug te vinden, zijn er diverse brochures beschikbaar waarin aan specifieke onderwerpen of producten extra aandacht wordt geschonken. Zoals u van ons gewend bent vindt u hierin veel informatie terug over regel- en wetgeving, praktijktoepassingen en technische aspecten. Via onze website kunt u de brochures aanvragen of online bekijken. Bovendien wordt u via de website actueel op de hoogte gehouden over ons vakgebied.
www.denios.nl Nederland: Christiaan Huijgensweg 4A NL-2408 AJ Alphen a/d Rijn Tel. (0172) 50 64 66 Fax (0172) 50 61 89 E-Mail:
[email protected] www.denios.nl
België: Zandstraat, 48 bus 1 B-2980 Zoersel Tel. 03 - 312.00.87 Fax 03 - 311.73 .51 E-Mail:
[email protected] www.denios.be
R I S I C O B E H E E R S I N G
|
V E I L I G
W E R K E N
M E T
G E VA A R L I J K E
S T O F F E N
Statische Elektriciteit
Aarden & potentiaalvereffening ESD werkplek bescherming 4 veiligheidsniveaus
STANDA ARD A ARDING ATEX GECERTIFICEERD BEWA AK T A ARDEN CONTROLEREND A ARDEN
Waarborg voor veiligheid