Dendrogram
Dendrogram COLOPHON
olijfbomen beeldgedichten door Wim van Binsbergen
Dendrogram werd gesch reven te Charakopio (Messenië, Griekenland), Antwerpen en Haarlem in oktober / november 2011. De begeleidende foto ’s zijn genomen doo r de schrijver in olijfgaarden noordoostelijk van Charakopio, dicht bij de zee, eind oktober 2011.
© 2011 Wim van Binsbergen / Uitgeverij Shik anda
U IT G E V E R I J S H I K A N D A HAA RL E M
I NHOUD
I. DENDROGRAM ................................................................ 7 Dendrogram ................................................................. 9
II. TEXTUUR VAN HET ZIJNDE .................................... 11 Sheldrake .................................................................... 13 Kle ine zoölogie.......................................................... 15 Repelsteeltje ............................................................... 17 Metaal.......................................................................... 19 Stat ica .......................................................................... 21 Rei ................................................................................ 23 Segmentair.................................................................. 27 Ontologie .................................................................... 29 Wereldei...................................................................... 31
III. MYTHISCHE VOORTI JD........................................... 33 Voormenselijk ........................................................... 35 Eft eling........................................................................ 37 Weird sist ers............................................................... 39 Zondeval ..................................................................... 41 Trollenkind................................................................. 43 Troje ............................................................................ 45 Aphrodite.................................................................... 47 Laokoöon .................................................................... 49 Eurydice ...................................................................... 51 Ephese......................................................................... 53
IV. EI GENTIJDS ................................................................ 55 Kredietcrisis ............................................................... 57 Premier Rutte............................................................. 61 Carmiggelt.................................................................. 63 Circus .......................................................................... 65 Dagobert ..................................................................... 67 Liefdespaar................................................................. 69 Banvloek..................................................................... 71 Jeroen .......................................................................... 73
V. AUTOBIOGRAFI SCH ................................................... 75 Derwisj........................................................................ 77 Identiteit...................................................................... 81 Vrouw Holle : Een t ableau vivant........................... 83 Innerlijk....................................................................... 87 Ouderdom................................................................... 89 Ménage à trois ........................................................... 91
AANTEKENINGEN ............................................................ 95
I. DENDROGRAM
7
DENDROGRAM
In de late zon scharen schadu wen Slagorden gezichten toegelikt onder helmen van bevel De clusteranalyse toont slechts een vorkboom Rauw Ru ssellt zijn lordschap de abstractie Ni Hao 你好 gelaatloze Chinezen nemen ons over Dit is wat de st aat graag lacht in zijn vuistje Neerstand der horde Ordéga die zijn krant toevouwt Maar ik leg mijn wang aan Uw menigvuldige basten en st reel De onvergelijke lijke wispelturighed en Van Uw uniek getordeerde olijven leden Ik ben Uw kle in broertje, van Uw weerbarst ig meervoudig Lo t het volleerd orakel, ook het mijne Blijkt in Uw zwarte olijven gebotteld, Uw schorsen Zijn v an mijn verliefd nagelkrassen dooraderd Ik mag na veertig jaar e indelijk worden Die onder de olijfboom slaapt d e wereld droomt De hemelas uit zijn lichaam priemend Toegedekt met patrijzen vleugels waaronder Meidoornen blo esem verdroogd verwaait.
8
9
II. TEXTUUR VAN HET ZIJNDE
S HELDRAKE
In deze filigreinen basiliek Is het wacht en op een bisschop Kle in genoeg om met zijn mijtertje En stafje door het portaal binnen t e komen De lichtval in te schatten en met één sprong De trapeze die katholieke sp innen op halve hoogt e Gesponnen hebben in te slingeren en boven dit Valnet uit op te klimmen tot de nok (de st af Kun je in het kantwerk haken en maakt Comp le xe overgangen in ruimtetijd mo gelijk De mijt er is zoals b ekend een valhelm bij zonde In de nok nest elen engelen, sinds de pedofilieSchandalen thans v an beiderlei kunne) Dit is d e boom van een boer Die afst amde van kruisvaarders uit Frankrijk Een atavistisch schouwen sculptuurde (Scheldraak had toch gelijk met zijn vo rmende golven) Het gothisch kantwerk en andersdenkende duivels Aangevoerd op zijn puntst aart en b enig e rugschild Markeerden de toegangspoo rt met wit drek Geen bisschop die daar nog intrapt.
12
KLEINE ZOÖLOGIE
Knipogend Rondorig Doet het nijlpaard Een handstand op het schuim van marters en visBe kkige varkens, uitgeplozen Vu lling van gewatteerde enveloppen ontveinst Niett emin hun inhoud: de verstuurde Boeken nog slechts e-reader error alles weg Hooguit nog een gesteeld handje om Op de boekruggen t e krabben het bladgoud So rterend op alfab et Ljérmontov Mulisch Nabókov Een sokpop spreekt bu ik Als nijlpaardpoot maar daarbov en Trilt, evenwicht zoekend Als een gedrilde speer voor lancering d e Fronsend e slang die ‘slecht appeljaar’ denkt Jammer: bo rstjes heetten toen nog n iet mooi Verle idin g ho-maar, Adam heeft die appel Gewoon afgepikt Met één hand nog aan de rib bungelend Hangjongere die zich verdacht ophoudt bij de Oorsprong van alle lev en – poort Naar het rijk waar Achilleus dagloont boomgraf Voor woorden en b arden.
13
14
REP ELSTEELTJE
Driedubbeldeksbus: van boven De bo ze kabouter die de boerendochter slinks Bij het spinnen helpt onder haar rokken Zijn arm afwerend hoog van ‘Weet mijn naam niet ’ Daaronder een drieog ige boomwachter olijk Hoofdschuddend met plotseling vlucht ige stam en daaronder Weer de snedig kijkende slimmerd zijn geest Is mooier dan zijn ogen zijn faraop ruik Be loo ft Repelsteeltje’s gedogen Ondanks zijn g rote mond zal hij zichzelf niet Openscheuren zeg ik zijn naam niet Hij spint geen vlas maar woorden; horen Zien en zwijgen zijn de gruyèrekaasVormen van mijn bomenhart, uit hout Te vezeldich t te lucht te aarde te water Om t e branden.
15
16
M ETAAL
Het metalen schild met perceelnummer Is inmiddels opgesloten in een woekering van houten Littekens, daaronder is geklauwd en gegroefd Om dit geweld te kunnen verdragen, v erroest En onleesbaar snijdt in het leven Als taal en logica water druppelend In de bev ende theelichtvlam van ons in aanrakin g koesterend lichaam En zo een sponzig afdakje vo rmt Waaronder wij dit metaal vrolijk kunn en So ldaat maken Tot ijzer voor in ons bloed Tot bronzen p laqu ettes Van waar wij waren.
17
18
S TATICA
Schaatsende dinosaurussen Sp elen ijshockey onder de stralen Van een Jurassische zon ontwijkende Schijnbewegingen leid den u it eindelijk Tot een kosmische winter waarin d e stick Bros uit handen valt en d e bleke puck Zich als maan vestigt – koudbloediger Kon het niet Waarom is h et voor d e hand liggend Een gegeven statisch arrangement v an bomen Te vatten in een metafoor van beweging Maar bevriest onze tong, pen en toetsenbord Als wij de harteklop van beweg ing, st ralen, Het hele Newtonse spel, a ls een st arre Toestand ter aarde best ellen? Ik hou zo veel van je als je loopt en ademt Maar als je diep slapend naast mij ligt Schrik ik op en tel gejaagd Je zuchten en bid tot lang vergeten Goden dat je gaat snu rken Een flinke por kan helpen.
19
20
REI
Toen de boom kinderb edtijd voorlas (al die kleine scheuten waarvan je maar moet afwachten Of zij de volgende lente halen, al die olijven Die misschien ingepot in zout wat er het zeegat) Van Wi nni e the Pooh, besloop de berengeest Met zijn domme st arre blik van genaaide Teddybeer en zijn scheefgehouden hoofd van Voorspelbaar maar volstrekt gev einsd Sent imen t van meewarigheid De paralle l gelede uitg et rokken strengen van Hout zijn, de strenge gedachtelo ze orde van Plantzijn, besprong en beklauwd e en smoorde Met zijn natte honingb ek de boom tot berelijk Overdreven scheefhangend als acteur in een rei Van hovelingen (Oidipoes verkracht , zijn vader Paartje rijdend op de rug van de sfinx, en Ma Jo Kasten vol kleding doornemend voor als straks Die jo nge minnaar vo lgens godd elijk Plan zal verschijnen) Als acteu r huichelend ‘a-ie-a-ie-a’ roepend als h et te laat Waarschuwende t ijdmonster dat van Iran Tot de Borobudur Azië aanvraat
21
22
En als gestolde herinneringen van wie hij was Nestelen rond de boom zijn oog kleine sch elpjes Van slakken die als je ze stu kbijt Kruipen die daar die voorgelezen kind ertjes nog Als mad en u it .
23
24
S EGM ENTAIR
‘Divide so that you will not be ruled’ (Ernest Ge llner, Saints o f th e Atlas) Dit is het devies van Pelasgen (Filist ijnen Phrygiërs Friezen Be lgen) Schildwapens vrijheids vooruit Sp lijt ik om niet uiteen te vallen Weigerachtig uranium, zwart Gat acht er de elleboog Nog kan ik niet, wil ik niet denken In de Hegelse t riade van hinkstap Omhoog en vooruit (Teilhard zalvend onder de boord, Teilhard de Chagrin) In de eeuwige draaitol van recursie Is geen precessie precieser te voorspellen Veegt Vega Po laris de mantel u it Pruimt Altair a l t aaier zijn pruim Adelt Aquila adelaars fris uit het ei Voor niets de staat zijn vlag zwaait De bezem de piratenvlag vuistjes Roffelend op zijn g esp leten borstbeen Gespreide dijen spalkend vert akt Als voorhoofdsgewei waartussen h et kuis Kruis voor de Wilde Jacht.
25
26
ONTOLOGIE
Waar het wit zich kronkelt en opschuimt Sporen aangeeft die u itslijten tot een dwarsoog Terwijl een zuurkijken d aapje zich als mandarijn De tanden welft boven half verdroogde embryo’s En boven dit alles slechts één groen verkeersTeken in afgele ide machtscode gebaart van gloria (er zijn slurven boven de schaduwrand en rammelaars waarin het Zijn zichze lf opschudt en speekselrijke convolut en draait als nooit nooit uitgerookte joints) Is het zwart een trotse eenheid Van d ruipend asfalt een ijdel hart Waarop Ahriman veelsnarig count ry & De paralle lle sporen van Spellbound Negat ief priemen boven d e sneeuw En zwart e gaten afwezigheid vieren als Kerstmis misgeboorte van zachtgestoofd draadjesvlees Raad selacht ig hun grenslijn waarin vreugde Heuvels vermoedt vol bloemen De mannen nog vlot gekleed De vrouwen al blo ot Vanzelfsprekendheid veinzend.
27
28
WERELDEI
Rond een verdroogde muis haar hart kamer En de uitstulping daarvan tot tepelloze bo ezem Rond het bebaste waterhoofd van de wereld Dik hout waarvan de quantu mmechanica plancken zaagt Zett en zich de b eschermende me mbranen af als b et rof h et Het wereldei vanwaaruit de Heme lse Zonen Kwik Kwe k en Kwak hun panspermische Veroveringstocht gaan beginnen Membraan n a me mbraan , ze lfs verhout toch Nog de contouren volgend Van eerder direct er scheppen de peinzende vinger Van h et denken nat rekken d in het agaat Van d e gestold e t ijd van de gefronste Ademtocht Dit zijn n iet alleen mijn eigen p aden Australiërs vereren zulke houtstrikken als totems Leggen zich erin te slapen in een Dromen Dat het wereldei legt als een reuzenCasu aris in het riet in het oudst e mo eras.
29
30
III. M YTHISCHE VOORTIJD
V OORMENSELIJK
Als een gnoe van een boom droomt Worden de takken afgeplatte d iscusschijven van hoorn Die als gnoeldozers de kudd en afduwen Over de brede savann e droomt elke schoonheid archaïsch Van h et ruwbruine hout van Rhea’s billen En het als ijsbergen kn allende blauw van Oéranos Jouw lieve lijf v erp letterend onder zijn Decibellen Als een gnoe van bos droomt Wordt het van de aarde een mopsneus Be zaa id met eruptiegat en van oersnot Waarin de scheile possies avatars van toekomstige Vlinders en vog els een nauwelijks Gegund heenkomen zoeken Knoestig herkauwt Het ondergrondse vee de tijdvacht Rolt zich a ls een jachthond In bloed en stront van de ruimt e Mensen Horen hier hele maal niet.
34
35
EFTELING
Zijn p roo i bewakend achter spinneg aas Markeert een dubbel masker de gaten Door geweld in zijn identiteit geslagen Amandelvo rmige n eusgaten benoemen De vogelspin zijn prognate ademto cht Boven o lijk en beduusd maar in de kin Verborg en vals gestroopt – ogen Op steeltjes, een masker v an Eftelingb raafheid Lo ert ook hier weer de dubb ele doorkijk Hout is het niet, de werkelijkheid heet ‘Blad zijt ge en tot blad St remmen wij ijzerdraads inslag, zijt Gij Efteling’ Terwijl uit deze tweegelaagde valkuil Rech ts to ch ook weer een hulpgeest ontsnapt Hoi-hoi roepend met h aakse Bokshandschoen hopend Dat hij zich als Repelsteeltje van top tot teen Kan scheuren tot twee Eenbenigen Maak plaats voor de Efteling Die geen Heme ling Neveling is Maar een t weekoppig masker van Zegevree.
36
37
WEIRD SIS TERS
(Shakespeare, Macbeth) Drie zwarte zust ers dansen zich De bladeren van het lijf Macbeth reutelt al zijn doodskreet onder hun rokken Dansen en ruinen hun runen Dansen en runnen hun ruinen Duin en en ransen hun transen St ruinen hun struise kuin en Runnen hun kuise kruisen Van enkelrei kunne Ruinen zijn daarom hun En ig denkbare strijdros Als ik de haag van dit drievrouwschap De bo rstwering van hun armen en bolwerken Met woorden kan openhakken (hou vol, Doornroosje, Ik ko m) runnen de runen Terug in de boom waaraan Odinn ze leerde Keerde Ik terug in die boom.
38
39
ZONDEVAL
De hogere bogen echoën nog de slang Zijn g lissend slissen; daaronder Biedt de groen doorlichte holte van Adams Elleboog Eva vrijgele ide Of is het Eva ze lf, het losse hoofd Als wapen hoog richtend als Perseus Medusakop Verniet ig ender dan antimaterie Niet een appel maar Adam gegeten? Niett emin boven die meisjeskop de besno rde Kraalogige Ga lliër in nachttooi Is het een kind van de slang of is het Wat d e slang droomt in zijn dozen van vuurwerk? Of zijn kinderen altijd wat wij dromen In onze dozen van vuu rwerk Of in nog treffender omschrijvingen voor De Talmoedische zondeval van de rabbijnen?
40
41
TROLLENKIND
Trollenkind wilde zijn fietsje Ruilen voor schaduw tegen zonsopgang St aat daar nu al de hele d ag, zoals te verwachten Verst eend in het ochtendlicht , zijn fietsje Gekaapt als zonnewagen, onzeker Of de nacht tot ontstening zal leiden Wie zet er ook een trollenkind Laps Een hoornveemuts op met zigzagmotieven Koeien uit aarde p aard en uit hemel Nemen daar aanstoot aan bonken d e hele dag al Hun schedels sch erp tegen zijn stenen Zijn voorschoot al duister maar niets Duidt op het weer vloeibaar worden van het Beton in zijn aderen Vroeger, voor de zondvloed Hadden ook trollen daar bloed.
42
43
TROJE
Koeien zijn vanuit de aarde maar paard en Grazen de hemel de frie zen van Lascaux trappelend Galopperend Neoliticu mwaarts Raakt het paard uitgeloogd ontmanteld Een boktorrenspoor v an antipaard, waar Is het glanzende wijze oog het ademend spongat het Oor gespitst voor de Meesteres die door Poseidon onttroond werd als der Oerwateren Moeder? De hu id afgestroopt en ov er de sterren Te drogen gehangen resteert slechts Een bedradingscircuit voor paardloze adem Niett emin was het wel te verwachten: het hout en Paard dat de Poort der Hemeling en Werd ing eh aald tot hun ondergang – Dat is allang een oud verhaal Het was trouwens dit paard al In en kele eeuwen en vanu it Kazakhstan Veroverden bereden paard en strijdwagen de wereld Heel de wijd e steppe door tot Bretagne en Korea Tot dit paard werd kaa lgevreten door megabyt es Die het web van de lichtsnelheid spannen Wat v an ons Is met dit paard gestorven ?
44
45
APHRODITE
Toen zij was langsgekomen Bleef de herinnering aan haar lijf in de bomen hangen Als spin rag, haar knieën hoog toegevouwen Om het v erlangen van takken af te wenden Haar armen ook hoog t er bescherming maar Misschien ook wel in t riomf En als de losse oerlichaamsdelen van Empedocles Gingen borsten misschien die van haar op zoek naar Een houvast, en nog eens – de boom Zich rekkend om die rijkd om een romp te bieden Produ ceerde voort aan alleen nog offerolie Voor haar die dichtbij op het schuim Van Kythera was geboren En langskwam.
46
47
LAOKOÖON
De schaduw van d e ov ermoed kruipt van onderen op De schaduw van d e ov ermoed daalt van boven neer Dit zijn d e vleesvormen van familie het kind toont Over de schouder gehangen zijn bilnaad Uit knieholten dru ipt kraakbeen een dwerg Heft dansend zijn korte armpjes octopussen Smoren nog kleiner embryo’s in de kiem En monkelend op zijn overlangs gebarsten Gelaat stroon oefent een vooroud er als Lachspiegel voor George Clo oney Maar de Nespresso in zijn vaatbundels Le kt reeds tot lijkvocht Het komt op uit de aarde Het veinst de d ans van het licht in de zon Het wekt kwistig zaad sproeiend de toorn van Poseidon Die maa kt kort e mett en: Laokoöon .
48
49
EURYDI CE
Op stelt en van gestrande inktvissen De bijziende blik strak voor de voeten Het verziende blik onder de arm vol pieren Schrijden wij schrijden wij wat erwaarts Vooral als je even niet kijkt Alleen met mijn trillen d balancerende armen Gespreid leunend op de lucht losgelaten Uit d e daartoe met vooru it ziende Meegebracht e b innenbanden Voorkom ik dat ik neerstort : ‘Wie st aat Zie t oe dat hij niet valle’. De grond Onder mijn voet en reeds verkaveld Tot een speelbord, een rast er Een boomdiagram waar ik niet Mee wil samenvallen Jammer dat Achterberg het woord Dendrogram zelf nooit gebruikt heeft Meer nog dan Lots vrouw is dit het krijsend t erugv allen v an Eurydice Die nu spreekt met Izanami’s st em ‘Hij heeft omgekeken en mij gezien Hij zag de mad en uit mij kruipen Zo wens ik juist door hem Niet gezien t e worden’ Zelfs in het oog van de dood is het De wil die beslist . 50
51
EPHES E
Welkom in het Virgin the Mary House Waar Johannes slaapt op zijn zerk tot ik Die zelfde naam van mijn e igen zerk aflees Waar Celsus in de bloedhitt e wacht op de Vergrot ende trap van zijn boekerij: Ce lsius Wist pas vijftien eeuwen lat er wat h ij bedoeld had Welkom bij de met overdosis siliconenborst en Behangen Artemis, bijenkorvige Geloof maar niet s van al die maagden Er zijn ook runderen in h aar rokken en Wat God niet geeft geeft Perry Zij bleek een kn oeste boomnimf Uit h aar stam gestapt om jagers te jagen Zodat bijen de door haar acht ergelaten Holt e konden vullen met het flonkeren Van eerste vleugels in het eerst e zonlicht Voor het eerste honingvlo eien van zoethout En weer zijn wij terug bij het eerst e riet Op het eerst e eiland in het eerste Moeras v an de wereld.
52
53
IV. EIGENT IJDS
54
55
KREDIETCRISIS
Aan d e basis knielt op één kn ie als een hardloper In startblok de hoop om nog te ontsnappen Aan d eze dooraderde kluwen van neuzen Van g rijsaards die elkaar niet het licht in de ogen gunnend Het hebben opgeslagen in de tussenruimten die hun resten Niet beseffend hoezeer zijze lf t ot n est en Verst eend zijn onder witschijtende Reuzenvogels ond er meer Van h et genus Struiskaan (testo sterum l evi) Juist boven de startende balanceert parmantig zo’n vog el Op één poot, met één vleugel omhoog als tegenwicht De vos naast hem kijkt lief maar blijft Op ontsnapp ing zinnen, vert ikale verhoute Vaatbundels imiteren de zeilwortels van kaasbomen toch is dit De wereldboom de voorschoot v an de Breeduit de zware armen ten hemel heffende Smid die wij bet er kennen als Atlas Maar weer ontbreekt als aarde het hoo fd En we weten het al: dit is het Noord at lantisch Gebied onder Sjeik Obama de artiste intercontinental van oprechtheid met hoofd in de nek De blik st ar gericht op Gods autocue En met t ran en van zelfaan doening g eb aart hij Tot foltering zorgstelsel standrechtelijk terecht Wat is h et verru kkelijk om onaant astbaar Een beetje zwart te zijn en le kker t och als een blanke Te moorden st elen en landjepik
57
Dit is het zeer brede hart van Obama witbescheten Met doo rkijkjes waardoor God zijn eigen volk bespiedt Diens handen afwisselend weifelend aan de kraan Voor de zondvloed of aan de rode knop Voor het paddesto elvuur der vernietiging Maar tenslotte listig kie zend voor een Kred ietcrisis.
58
59
P REMIER RUTTE
Uit angst voor een zwaardhouw Draagt hij de snede reeds als een schede In zijn overigens kortarmige symmetriepruik Een oude Indiaanse god met muizentrap In het gezicht en vele kle ine pootjes Misschien om weg te rennen voor dat zwaard Alsnog, maar waarop (die pootjes) hij Voorlop ig keurig opzit St aartpunt eroverheen gedrapeerd Een juist schoongewassen poes Een hond die v rolijk de volgende Ba lworp van zijn geelgepruikt baasje afwacht Niet beseffend dat de struiken waarop hij zit Een brandstapel vormen Ah, leuk baasje bukt met een Aansteker in zijn handjes.
60
61
CARMIGGELT
Treurhond Huilplooi Simon Carmiggelt met stukjes die snel overeten (‘150 mg arsenicum veroorzaakt reeds na enige uren de dood’ zo kracht ig is het mannelijk levenselixer ἀρσεν ικός) gestolde houtt ranen druipen zelfs van de prognate hondeneus waaronder lammeren schuilen wacht end tot zij rat genoeg zijn om d e zuilen van mijn neus door t e knagen En met koning Alcoho ls narrenkroon Weer op het hoofd het gevorkte gewei Van d e Euraziatische hertegod In wie aarze lend een dendrogram baanbreekt: Als ik twee meer takken had Zou Don Qu ichote het tegen mij Kunnen opnemen als tegen een windmolen Ik moet wel denken d at mijn dro efenis Uit d it relatief gemis voortkomt K roegverhal en . Proost .
62
63
CIRCUS
Hooggeëerd publiek Onder mijn houten mant el stuitert de Witt e clown van wilde st ilte Een helmcasuaris laat de kop hangen Van zwaarte of speelt Sp echt aan de ogen van een verbaasde ezel Met het hoofd tussen de knieën Kun je best uit jeze lf geboren worden, snel dus Voor die houten mantel je weer zal omgeven Als wambuisverpakking enkele reis De geplooide blad en van het houtvel Krommen de ruimtetijd op bevel Van een loze belofte: geen koorddanser vandaag Die is hoog van zijn fietsje gevallen, De grond in – wij kregen zijn kop Niet meer losgewrikt.
64
65
DAGOBERT
Omdat de v rou w links haar borsten afwendt van Maar tegelijk haar heupen nog toegewend houdt naar De vele ogengaten van de man rechts Stort de werke lijkheid zich door diens ogen Schraapt het merg uit zijn romp bijt zijn pik af Karnt zijn ballen brengt hem Terug tot een grof tochtig ajour Dat polariserend Het daglicht selectief doorlaat Wat v alt er verder over mann en t e leren? Waarom anders Leunt die vrouw zo ver achterover? Ja zij heeft d at merg al verorberd droomt al Onder haar olijfgro en e baldakijn van een Kind dat Dagob ert heet, gekleed In gro f tochtig ajou r.
66
67
LIEFDESPAAR
Geliefden d ie vingen de zonnewind zingend Gebaren breed als de wereld wuiven Olie v erand erd in wijn In tweede leg heeft de man geen middel meer Gaten vallen in zijn rug en bil Waar heb je je hoofd? Zijn breed uitgeSp reide kelnerhand onder een d ienb lad draagt Een spiraalvormige offerzuil voor Īsjt ar Die zich evenzeer hoofdloos aanvlijdt Navel scheef naar de zon gekeerd Eén arm dik gespierd van het wuiven En ook zij het hoo fd in de wolken Uit h et duister van hun schaduw snoert zich Een kookpot af, een driepoot. Is het wu iven Bedoeld om de offergeur t e v erdelen? Bere ikt Die zo o oit die spiraal?
68
69
BANVLOEK
Gideo nsbende: niet eerst een beker in d e beek Maar drinken uit de eigen gekomde handen Uit zu lk hout g esn eden scheppen we victorie Kanaänieten Palestijnen martelend van hier tot Jericho Onbarmhart ig de cherm חארמbanvloek met goddelijke hand En dan zij weer Waar ik was was ruimte noch licht Ik wierp mijn beker van bomenvoeten weg Bleef, en steunend op ellebogen van takken Dronk ik reikhalzend van buurmans teugen Totdat mijn nu veel te lange stam Waar de olijven schaars zijn als Bulgaarse Lakenvelders De op olijfhout beluste blik van lepelsnijders zal t rekken Trekken zoals het water een drenkeling En het fluisterend licht een blind e.
70
71
JEROEN
Dit is het grote verdriet Nu de middelste zoon zich verh angen heeft Vo lgens eigen brief om een lief dat wel een beet je Van h em hie ld maar wat wil je, Er was ook een buurman met goede Vooruit zicht en in de zaak en niet al dat Artistieke – gek werd je er soms van En dan die zott e occasie-camionette Dus verschijnen zijn ouders, broer en zus Nu als holle bundels knekels waarlangs, Tevergeefs troost zoekend De schouderbladen van plannen voornemens hoop Tot dof langgerekt kreunend verdriet zijn samengevouwen Hun haren ligg en uitgeru kt aan hun voeten Zoals ook Kanaäniet en Afrikanen hun hoofd Scheren in het aangezicht van een dood En dat g roeit nooit meer aan Ik weet ook niet waarom die kneke lbundels van boven Op kangoeroes moet en lijken meewarig h et kopje Scheefhoudend kijken ze elkaar – zo’n buidel Draagt een stukje ziel dat herbo ren wil worden En verder cassettebandjes, foto’s, een schoolrapport Fröbelwerkje, zijn eerste eig en CD, zijn h art van Koraalrif dat zelfs de wereld te groot was Maar vooral onontkoombaar ontroostbaar Verdriet 72
73
Als je goed kijkt zit hij daar nog, kle in Ingekle md tussen zijn broer en zijn zuster rechts Wij wisten niet dat het niet genoeg was wat we hem gaven Hoe konden we weten dat het niet genoeg Was wat we hem gaven Hij h ad nog die middag gezegd dat hij alles Tot klaarheid zou brengen Waarom was h et vooruitzicht van ons Verplet terd verdriet voor hem n iet genoeg Om t e blijven?
74
V. A UTOBIOGRAFISCH
DERWISJ
Mewlēwi dérwisjen Draaien beter dan een dí edzjee met retrog rade Plaatbeweging voor eigentijds krassen Wij zijn de planet en wij zijn de heilige As van de hemel, Qoetb d ie van God Zelf bewogen de wereld beweegt Het zijn de broederarmen die draaien En draaiend achterraken bij h un draaien Omdat hun fakkels stotteren in d e ruimt et ijd In dit stotteren voorbij He ideggers Hītlergroet Ligt Einsteins geheim Maar de broeders v an Mewlewi Zijn n iet die van Sidi Mehèmmed Niets draait er aan diens v ijgeboom Patrijzen schuilen in zijn hagedoorn Als díed zjees in een lijn coke De fluit lokt als oerwat eren klokkend Rond de heuvel die de oerh euvel aanspoelt En van binnen bekleed t als changeant voering Lees maar de myst ieke schuiltijd in kleuren De derwisj v an Sidi Meh emmed strompelt blind Rolt blootbo rstig over cactusstekels Bolt rood ov er fluitpiek-egels Eet toe roodgloeiend v erhitte sikke ls Doet haasje over over de quasi-waardige Holland Festival kitsch van Mewlewi
76
77
Ooit werd ik zelf zo’n derwisj, de zwart e Schim van Mehemmed pulseerde in mijn ooghoek Maar terwijl a l het mes in het vuur verhit werd Als de kop v an de cArfawi tot emvogel Hopt e ik weg op mijn kangoero est aart In mijn buidel een boek met 40 jaar draagtijd Op mijn schoud ers de last van sangoma In mijn hersenschors ingekrast Als een hart met p ijl dit gedicht .
78
79
I DENTITEI T
Wie ik ben zakt af tot broekgordijn en Van b ast hoe lager je komt hoe meer het Bouwvakkersd ecolleté van het Zijnde De schijn van hout niet meer ophoudt In deze werkelijkheid woon ik niet maar Scheep mij in ieder gat steeds weer in naar Andromeda Sirius of Mars en zal daar nooit aankomen Verst rikt onderweg in de breiwerken van De ruimt et ijd Hier sta ik als een stapel bokalen te dure Regionale product en t e liegen over mijn oorsprong En met de damp die ik uitadem gezondheid te veinzen Terwijl zelfs libellen d ie moord enaars binnen een straal Van t ien meter mijn krachtveld niet overleven Maar ik leef en met deze grove zeef van Eigenheid tart ik je ik stamp je erdoorheen Tot bundel p aralle le staafjes als in een Tekenfilm Leg als Thomas je hand in mijn lendegat en En zeg mij na: ‘Culturen Best aan niet’ Nou ja, Alleen die van mij.
80
81
V ROUW HOLLE: EEN TABLEAU VIVANT
Op de voorgrond Vrouw Ho lle vandaag zo nder dienstmeid (Die lieve h eeft zich verslinkt in de goudstukken; Die slechte is haar padden nog uitbroeden tot draken Zij do et dat in d e holte van haar slijmhand En de put omlaag is v erstopt met maandverband) Vrouw Holle wuift nu ze lf haar plumeau x Van d iverse pluimage als daar zijn Rookvogels Wafelwaters Aardschottels (hun staart Vorkt kwistig bij elke graap) en de Laaiende Vuurv aag Hephaistos van Ptah de vergeetla Wuift haar p lumeaux taai als een staartst er, loenser nog Dan Meryl Streep en schitter dan weeuw Haar kussens kussens kussens zijn al opgeschud De vuurklap gebeefd, witte As-lagen schragen op Th era En op de achtergrond De stalboo m waarin Josef trots vroedman speelt op Maria Terwijl de tot Een Persoon (Vader, Zoon en Heilige Geest) Samengesmolten herders en wijzen in Minoïsche Adoratiehouding ˅|˅ (rechtop, armen gebogen Ellebogen omlaag kont n aar achteren) Hun beste beentje voorzetten
82
83
Voorzeggend wat ik als ondergeschoven Doornprins van de taal vrijgeku st Uit wet enschap haar glasstolpen oerwoud De koeien uit de aarde op wijde horens De poten trappelend ópzet naar de hemel Dromen druidend als fruitdru ïde’s Zegemond Astrologie als porno voor de geest Weesgegroet jes als mantra’s waarzeg Ik niet met wat er maar met ze lfgeschreven Geest van Zout op mijn comput er Geen padden u it mijn mond maar Vrouw Holle laat mij haar plumeau hanteren als wijwaterkwast En ik asp erge spetter spetter Een luipaardvel een st errenhemel de spikkelZaad jes van de St-Jansb roodboom, gárub ||garub 豹 prek wesh gi raf porcu Hols vitriool dat door wormg at en van Boeken stromend ze uitbrandt platbrandt Tot dorsvloer van voortalig En gelenzangzaad.
84
85
I NNERLIJK
Twee handen op een buik je ziet er maar Eén, maar daarvan heeft het krachtig aangrijpen Zijn eigenaar van top tot teen langsgespleten Ik dacht dat ik wist wie ik was Mijn wit binnenst e geëtaleerd als een hoer Pluk mij pluk mij a l groeit d aaru it de Schedeldraak zijn dich terlijke ch iwara Maar nu zie ik dat die hardbebaste hand Waarin het verhoute horloge van de dood Onlosmakelijk vergroeid is ondanks slechts Drie vingers en de sarcastische uitroep van ouderdo m (die hand die de wereld heeft gepaaid met gereedschap En heeft bebokst zonder handschoen Die jo u d ag elijks heeft gest reeld en de kinderen En die nu is toegebeten tot littekenweefsel en eelt) Veel meer mij is d an d at witte opengescheurde Kutcambium van poëzij.
86
87
OUDERDOM
Schilvert grijs zijn plooien krimpend Saturnus als schraalhans fossiele roos Troost n auwelijks de geperforeerde Schotel v an droogte Dit is niet d e zomer wanneer lentewater Zich schaterend in sapst elen voo rpret verbergt Voorbij de rond eg ang van het jaar is h ier De neergang waarvan geen terugkeer Vanuit de ruimte gezien liggen de landschollen Geplo oid in elkaars schoot er komt geen rivier meer Woest ijnvorming splijt het Be isteren kiemblad van het cambium de Kurken h artkamers van verschralin g En dan leek dit van heremieten Wijsh eid de pleisterplaats.
88
89
M ÉNAGE À TROIS
Hoezeer ook samen verworteld hoezeer ook Gesponnen in wederzijdse gebaren Be zweringen b astverblekende met Hoog opgeheven hand En bovendien nog waar Maar virtueel als een binnenstebuiten g ed raaid Heelal als n iets dan een duister gat in de acht ergrond Van bomen, en breedu it omvattend Als overdracht van kin derverdriet bij vermoeidh eid Als onvermijdelijke Echo van hun t weezijn Is daar de derde die zijn armen al spreidt voo r omhelsing Het lijkt een medeminnaar een geheime loyaliteit Bij het paren – tenslotte zijn er zov eel Mogelijke orificen, wie weet Waar onderwijl de oren van dromen Of hoe een succubus toegang zoekt door de navel Als de g eslachtsopeningen even bezet zijn Gelijk in een druipsteengrot groeien hier Fant asmen zowel omhoog als omlaag Maar on eind ig veel sneller slurpt de duur inwaarts tot de Tijdstilstand van het orgasme Kijk goed en je ziet geen stam
90
91
Ik weet wie het is: Niet meer d e depersonaliserende Schim van mijn moeder zoals die zich alt ijd Ingewrongen tussen mij en jouw geserveerde plekjes Je liefste blikken verstarrend tot zinloos staren Maar juist nu ik je eindelijk met je volle gewicht Durf voelen in mijn armen, en draag, zoals jij mij Is daar al de kuchend aandacht t rekkende Driftig op zijn horloge tikken de Been tje licht ende kruistrappende me b ij de haren meeslepende Dood.
92
93
AANTEKENINGEN
in Botsw ana , vanaf 1988, we rd ik opgeleid tot gediplomeerd waarzegger / geneze r / prieste r in de sangoma traditie van Zuidelijk A frika. Vgl.:
AANTEKENI NGEN
van Binsbergen, Wim M.J., 1991, ‘ Becoming a sangoma: Religious anthropological field-w ork in Francistown, Botswana’ , Journal of Religion in Africa, 21, 4: 309344;
A LGEMEEN D e beelden in deze bundel zijn overwegend ontleend aan projectie van voor mij actue le of vanzelfsprekende inhouden op de aanschouw ing van grillig gevormde olijfbomen in ZuidG riekenland. D aarbij is de belangrijkste mededeling er een betre ffende de ‘ Textuur van het Zijnde’ – een onderw erp dat, ondanks z ijn gruw elijke woordkeus (die echter norma al filosofisch taalgebruik weerspiegelt), niet tot de ene sectie van die naam bepe rkt blijft. Dit regardeert mijn inspanning, als dichter, A frikaans waarzegger, en inte rcultureel filosoof, om e en wereldbeeld te formuleren waarin plaats is voor de kennis van zow el het moderne N oordatlantisch gebied met zijn wetenschap en technologie, als van het oude A frika met zijn – na ar ik ontdekt heb, naast ande ren – waarheidsgetrouwe w aa rzegmethoden en effec tieve magie . O ppervlaktestructuren, spanningsvelden, plastieke torsies, onve rzoenlijke maar tijdelijk ontve insde tegenstellingen, als kenschetsing van de w erkelijkhe id, vormen het hoofdthe ma van deze bundel. Zij zijn geconcretise erd in een vijfta l secties: D endrogra m; Textuur van het Zijnde; Mythische voortijd; Eigentijds; en Autobiogra fisch. Ik stel mij op het standpunt dat een tekst grotendeels zelfstandig is en door e lke lezer op e igen wijze geïnterpre tee rd mag w orden ongeacht de oorspronke lijke bedoelingen van de schrijve r. O nderstaande aantekeningen zijn dus volstrekt overbodig. N iettemin zijn de voor mijzelf actuele en vanzelfsprekende inhouden voor de me este lezers onbekend en duiste r, zodat zij uitnodigen tot korte toelichtingen – wa arme e deze bundel, evenals mijn vorige, mijn eigen paden in leven en w erk documenteert, en de ve rbindingen daartussen la at zien. Vaak is de meest beknopte (hoew el literair vervreemdende) manie r daa rtoe een eenvoudige bibliografis che ve rmelding.
D ENDRO G RAM ‘ Dendrogram’: Clusteranalyse speelt in mijn wetenschappelijk werk een grote rol. In de multivariate statistiek is e en dendrogram of boomdiagram een grafische afbe elding van de door clusteranalyse achterhaalde , getrapte relaties tussen variabelen afgebeeld als een boom met zich steeds splitsende takken en twijgen. Le tterlijk betekent het woord ‘boomschrift’ en dat dekt de inhoud van deze bundel. ‘ Rauw Russellt’ : een specifieke vorm van c luster-analyse bedoeld voor gedichotomiseerde variabelen (w aar iedere variabele slechts twee verschillende w aarden kan aannemen, bijv. 0 en 1) is uitgew erkt door Rao & Russell. ‘ lordschap’ : Lord Be rtrand Russell (1872-1970), vernieuw er van de filosofie van de w iskunde , en late r vooral actief a ls maa tschappijkritisch en politiek filosoof, vredesactivist. ‘ Neerstand de r horde O rdéga die zijn krant’ : vgl.
van
Binsbergen, W im M.J. , 2003, Intercultural encounters: African and anthropological towards a philosophy of interculturality, Berlijn / Boston / Munster: LIT, hst. 5-8;
van Binsbergen, Wim M.J., 2003, ‘ Sangoma en filosoof: Eenheid in de praktijk, dilemma in de theorie’ , in: Bulhof, I.N ., Poorthuis , M. , & Bhagw andin, V., red., Mijn plaats is geen plaats: O ntmoetingen tussen wereldbeschouwingen, Ka mpen: Kle me nt-Pelckmans, pp. 219-231; van Binsbergen, W im M.J., ter pe rse [ 2011 ], ‘D oes A frican divination ‘‘work’’ , and if so, how it is this possible? D ivination as a puz zle in inte rcultural epistemology’ , Quest: An African Journal of Philosophy / Revue Africaine de Philosophie, 2011, 1-2. ‘ Die onde r de olijfboom slaapt (…) /Toegedekt met patrijzen vleuge ls w aaronder / Meidoornen bloese m verdroogd verw aait’: tijdens mijn eerste etnohistorisch en antropologisch veldwe rk (in N oordw est Tunesië, 1968 en 1970) bestudeerde ik de cultus verbonden aan het graf van de plaatselijke heilige Sidi Mehe mmed, die (in het lied ten behoeve van de aan hem gew ijde e xta tische dans van de fe kīrs / derw isjen) genoe md wordt: ‘die onder de vijgeboom slaapt’, ‘ die onde r de meidoorn (eigenlijk: hagedoorn) slaapt’, en op bijzonde re w ijze verbonden is me t de patrijzen die de aan hem toegew ijde onbewoonde heuvel bew onen. Ik heb hier veel over geschreven, wetenschappelijke a rtikelen, een tweedelige studie thans vrijw el gereed, en een roman: van Binsbe rgen, Wim M.J., 1988, Een buik openen: Rom an, Ha arlem: In de Knipschee r. O verigens wordt voor deze ‘ sacrale temenos’ in het A rabisch het woord horm gebruikt, dat gelijk staat aan het Hebreeuwse cherm , ‘ban’ , dat wij verderop in deze bundel tegenkome n. H et samenvallen van antropologisch onderzoeksobject met de onderzoeker, zoals hier opgeroepen, is binnen de w etenschap een doodzonde, en desondanks het grote streven van mijn eigen wetenschapsbeoe fening gedurende de laatste kwart eeuw. Terw ijl het gedicht dus begint met de schijn van ve rwisselbaa rheid van in slagorde opgestelde schijnbaar identieke soldaten te ve rvangen door het vieren van de uniciteit / identiteit van elke boom afz onderlijk, stuurt het in de laatste strofe zelfs aan op identiteitsverlies in het samenvallen van subject en object.
SH ELD RAKE
O rtega y G asset, J., 1962, D e opstand der horden, Den H aag: Leopold, N ed. vert. van La rebellión de las m asas, 2e druk, deze vertaling voor het eerst gepublicee rd in 1933;
‘ Sheldrake’ , Rupert Sheldrake (1942- ), pionie r van een ‘ nieuwe levensw etenschap’ gebaseerd op he t idee van morfogenetische ve lden; vgl.:
‘ y G asset’ is een zelfgegeven bijnaam vanwege O rtega’s rela tie met het krantenwezen. Mijn variant ‘O rdega’ is ingegeven door het eraan voora fgaande ‘[h]orde’.
Sheldrake, R., 1981, A ne w science of life: The hypothesis of form ative causation, Londen: Blond & Briggs/Los Angeles: Ta rche r.
‘ van Uw we erbarstig meervoudig / Lot het volleerd orake l’: tijdens antropologisch ve ldwe rk
‘ ruimtetijd’ : in de mode rne natuurkunde verschijnen ruimte en tijd als nauw samenhangende
96
97
dimensies die samen de w erkelijkhe id van he t heelal bepalen. ‘ pedofilie- / Schandalen’: rond 2010 w erd het N oorda tlantische gebied opgeschrikt doordat duizenden geva llen bekend w erden van se xueel misbruik van vooral mannelijke jongeren door Roomskatholieke geestelijken. Hoewel mijn middelbare school door paters gerund w e rd en ik ook als misdienaar actief was, heb ik persoonlijk geen enke le erva ring me t dit soort w ellustige machtspraktijken opgedaan. Ik verloor mijn Christelijk geloof op vijftienjarige leeftijd om heel andere redenen (zie onder, aantekeningen bij SEG MEN TA IR) en blijf de paters dankbaar voor de prachtige forme le opleiding die zij mij gegeven hebben, alsmede voor de best denkba re introductie tot religie, zonder we lke ik nauwe lijks specialist in A frikaanse religie had kunnen w orden.
K LEIN E ZO ÖLOG IE
of a common elemental transformational cycle underlying A sian, A frican and European cosmologies since Neolithic times’, Quest: An African Journal of Philosophy / Revue Africaine de Philosophie, 24, 1-2.
STA TICA ‘ kos mische w inte r’: w ereldramp door extreme afkoeling, bijv. veroorza akt doordat stofwolken de zon langdurig verduisteren. ‘ Het he le N ew tonse spel’: Isaac N ew ton (1643 – 1727), grondlegger van de moderne hemelme chanica.
REI
‘ e-reade r’. hedendaags digitaal leesappa raa t. ‘ sokpop’ , meestal thuis gemaakte pop bestaande uit een me t zacht materiaa l opgevulde sok, w aa rop eventueel een ge zichtje geborduurd is.
‘ Rei’ : in klassiek dra ma , plechtig commentaar op de handeling, uitgesproken door een collectief. W innie the Pooh’, vgl.:
‘ de Oorsprong van alle leven’, volgens een bekende Zen koan het vrouw elijk geslachtsdeel.
Milne, A.A ., 1926, W innie-the-Pooh, Londen: Methuen.
‘ waar A chilleus dagloont’: de G riekse he ld voor Troje, A chilleus , wordt tenslotte koning van de onderwe reld, ma ar als hij bezoek krijgt van zijn vroegere strijdmakke r O dysseus (H omerus, O dyssee XI) klaagt hij dat iemand bete r een arme dagloner kan zijn bij leven op a arde dan koning van de doden.
‘ …O idipoes ve rkracht, zijn vade r / Paartje rijdend op de rug van de sfinx, en Ma Jo / K asten. ..’ : een uite rst vrije w eergave van de G riekse mythe van O idipoes en zijn ouders Laios en Jokaste.
‘ boomgraf’: een van de oudere vormen van begrafenis, in West A frika bij uitstek voorbehouden aan barden
‘ tijdmonster dat van Iran / Tot de Borobudur’: de O udiraanse verpe rsoonlijking van de verslindende tijd, Zervan, keert in het Boeddhisme terug als een monsterlijke kop die vaak als ornament boven poorten te vinden is .
Meuli, K . , 1975, ‘D ie Baumbestattung und die U rsprunge der griechischen Göttin A rtemis’ , in: T. Gelzer, 1975, red., K. M euli Gesamm elte Schriften, II, BaselStuttga rt: Schwabe, p. 1083-1118.
SEG MEN TAIR ‘ segmentair’: in de antropologie term voor een vorm van sociaal-politieke organisatie zonder c entra al gezag maa r gebaseerd op comple me ntaire oppositie van volgens een boomdiagra m opgesplitste sociale eenheden; vgl.:
REPELSTEELTJE ‘ kabouter die de boerendochter slinks / Bij het spinnen he lpt onder haa r rokken’ : in het sprookje Repelsteeltje (G rimms Kinder- und Hausmärchen no. K HM55) wordt een jonge vrouw verplicht op het gebied van spinnen een onmogelijke prestatie te leve ren: goud te spinnen, waa rop ha ar vader zich tegenover de koning heeft laten voorstaan; de onaangename kabouter Repelsteeltje helpt ha ar op voorwaarde dat hij haa r toekomstig kindje mag kome n halen als beloning, tenz ij de vrouw z ijn naam kan noemen. A ls z ij daa rin boven ve rwachting slaagt, pakt het mannetje z ich bij één voet vast en scheurt zichzelf in tweeën, w aarmee hij een verschijningsvorm w ordt van het eenzijdige we zen dat wij verderop (aantekeningen bij EFTELING) zullen tegenkomen als Mw endanjangula. ‘ horen / Zien en zwijgen’: in een O ostaziatische populaire voorstelling, drie aapjes die deze deugden in praktijk brengen na ar aanbeveling van Confucius; een dienovereenkoms tig be eldje bevond zich in mijn ouderlijk huis. ‘ hout / Te vezeldicht te lucht te a arde te w ater’: evocatie van enige klassieke Griekse en Chinese ele menten. Vgl. van Binsbergen, W im M. J., ter perse [ 2010 ], ‘ Before the Pre -Socra tics: The evidence
98
Gellner, E.A ., 1969, Saints of the Atlas, Londen: W eidenfe ld & Nicholson; van Binsbergen, W im M.J., 1971, ‘Saints of the Atlas: Ernest Ge llner’, Cahiers des Arts et Traditions populaires, 4: 203-11. ‘ Pelasgen / (Filistijnen Phrygiërs Friezen Belgen)’ : al deze volksnamen zijn misschien varianten van dezelfde basisnaa m; vgl.: van Binsbergen, W im M. J., in press, Towards the Pelasgian hypothesis: An integrative perspective long-range ethnic, cultural, linguistic and genetic affinities encompassing Africa, Europe, and Asia, H aarle m: Papers in Intercultural Philosophy and Transcontinental Comparative Studies. ‘ Hegelse triade’: de dialectische triade these-antithese-synthese , waarvan ik betoogd heb dat z ij een fundamentale, dynamische vooruitgang in he t denken is vergeleken bij de binaire tegenste llingen, het recursieve denken en de ‘ reikw ijdte-semantiek’ waarvan tussen Laat Paleolithicum en Bronstijd sporen kunnen worden aangetroffen; vgl.:
99
van Binsbergen, W im M. J., & W oudhuizen, Fred C. , 2011, Ethnicity in M editerranean protohistory, British A rchaeological Reports (BA R) International Series 2256, O xford: A rchaeopress. ‘ Teilhard z alvend onder de boord, / Te ilhard / de Chagrin’ : Pierre Teilhard de Cha rdin (18811955) was een Franse Jesuit / paleontoloog, me t wiens werk ik (via de N ederlandse vertaling van zijn bekendste w erk Le phénomène hum ain / H et verschijnsel m ens) als 13-ja rige in a anraking kwam op zoek naar een w etenschappelijk onde rbouwd geschiedenisbeeld als antwoord op een adellijke le eftijdgenoot die in het jeugdblad Robbedoes claimde van Trojaanse helden en zo van goden af te sta mmen (ik zou later me rken dat dit ook in Britse a ristoc ratische kringen een w ijdverbreid geloof is). Ik schafte, van mijn speciaal voor dit doel verhoogde zakgeld, één voor één de belangrijkste w erken van Teilhard a an in het Frans, w e rd corresponderend lid van de Société des Amis de Teilhard de Chardin, leverde dez e organisatie e en uitvoerige in het Frans gesteld bibliogra fie van de receptie van Te ilhard in Nederland, en kre eg in erkentelijkheid daa rvoor tamelijk unieke , ongepublicee rde teksten toegestuurd van Te ilhard, zoals die voor diens dood in Franse dissidente katholieke kringen hadden gecirculeerd. Ik na m mij voor palaeontoloog te w orden, en maakte van het optimistische, scientistisch-mystieke denken van deze priester (steeds afgebeeld in toog met witte boord) de reddingboei wa arop ik mij krampachtig maa r vol vertrouwen drijvende hield vanuit een onpersoonlijk perspec tief van de zeer lange termijn, ondanks mijn van incest en gewe ld verscheurde huiselijke omstandigheden, en mijn even hopeloze als grenzeloze ve rliefdheid op e en meisje dat mijn tegenspeelster w as gew eest in onze bijrollen in het schooltone el. Toen de verliefdheid aanleiding gaf tot mijn eerste gedichten, zocht ik het advies van e en iets oude re schoolgenoot die op onze middelbare school als autoriteit op literair gebied gold: uiterst belezen zoon van een gepublicee rde dichter, romancier, tijdschriftredacteur en uitgeversadvocaat, en zelf reeds de trotse auteur van met enige in een officieel lite rair tijdschrift gepubliceerde gedichten. Zijn eigen wereldbe eld was dat van de vertwijfelde lite raire gene ratie van Nederland kort na de Tw eede W ereldoorlog: van het Reve, Hermans en W olke rs – godloochenende en absurdisme beleidende , door gevoelsverlamming ove rheerste lite raire echo’ s van Sartre, Camus, en N ietzsche. Ik liet hem mijn lie fdesdagboeken lezen a lsmede mijn teksten die op Teilhard steunden, vertelde he m over mijn gezinssituatie, en stond he m toe, in een kuis maa r he ftig gesprek van één avond mijn hele zo moeizaa m opgebouw de a fw eer te vernietigen, in ruil voor lite raire kennis, de voorgenomen identiteit van dichte r, en op een precaire combinatie van bewondering, afgunst en klasse-onzekerhe id berustende vriendschap (die hij trouwens een paar jaar later van de ene minuut op de ande re opzegde). Zo w erd (op een wijze die mij nog steeds verbijstert, en waarover ik al tientallen jaren een roman voornemens ben te schrijven – ik vermoed dat onuitgesproken en onvoltrokken homo-erotiek de sleutel is gew eest) op slag mijn godsgeloof en optimistisch w ereldbeeld vernietigd, en werd mij de absurde tegenstrijdigheden van mijn situatie onontkoombaar getoond – sein tot enige jaren van psychotische ve rtwijfeling (‘chagrin’) die ik a ls de meest verschrikkelijke van mijn leven beschouw . N aast (me t ge ruime vertraging) dichte r werd ik aanvankelijk antropoloog / historicus , politicoloog, en tenslotte intercultureel filosoof, compa ratief mytholoog en archaeoloog; vanaf eind jaren 1990 begon ik mij, nog steeds bewust van Teilha rds voorbeeld, steeds me er toe te leggen op prehistorische onderw erpen, die thans een belangrijk aspe ct vormen van mijn wetenschappelijke productie. ‘ recursie’ : een bepaa lde vorm van archaïsch denken waarin het object in eindeloz e he rhaling w ordt benade rd zonder dat het wordt ove rstegen; complementaire oppositie zoals in segmentaire soc iaa l-politieke organisatie (zie boven) is een vorm van recursie. Mijn w erk met W oudhuizen, en over de Voorsocratici, gaat op recursie uitvoerig in.
A quila ade laa rs fris uit het ei’ : de beide denkbeeldige uite inden van de aardas staan niet stil maar tollen enigszins rond, met ande re woorden beschrijven een cirkelvormige baan met een omloop van 26.000 jaar. D it heeft tot gevolg dat ook de schijnba re noordpool aan de nachthemel in de loop der eeuw en e en cirkelvormige baan lijkt te beschrijven, zodat steeds andere sterren de rol van poolster vervullen: Pola ris, Vega, D eneb, Kochab, Deneb (maar – met een dichterlijke vrijheid – niet Altair dat, in het sterrenbeeld A quila / A rend gelegen, tientallen graden van de pool verw ijderd is). ‘W ilde Jacht’ : op de sterrennacht geprojectee rde mythische stoet van spoken onder a anvoering van Odinn, St Maarten, Cernunnos , H olle /Holda, H ekate, etc.
O N TOLO GIE ‘ Ontologie’ : Zijnslee r ‘ van gloria’: uitroep toegeschreven aan ke rstengelen; vandaar me er algeme ne uitdrukking in oude liedteksten; voorts een me rk bleekwater uit het midden van de twintigste eeuw van onze jaartelling. ‘ Ahriman’: in het Oudiraanse wereldbeeld, de god van het kwa ad, tegenpool van Ahura Mazda. ‘ country &’: weste rn. ‘ Spellbound’ : film van Hitchcock waarin psychoanalyse gebruikt wordt om een droom over skisporen in de sneeuw te duiden. ‘ zw arte gaten’ : astronomisch begrip, duidend op sterren waa r de concentratie aan ma terie zo onvoorstelbaa r groot is dat de dienovereenkomstige zwaa rtekracht het lichtstralen niet toelaat te vertrekken. ‘ De mannen nog vlot gekleed / D e vrouw en al bloot / Vanzelfsprekendheid veinzend’ : beschrijving van het geruchtmakende schilderij D éjeuner sur l’herbe van Edouard Manet (1862-63, thans in Musée d’Orsay, Parijs).
W ERELD EI ‘W ereldei’ : over de hele wereld verbreide cos mogonische voorstelling volgens w elke de w ereld uit een ei is voorgekomen; kanunnik Lemaire’ s theorie van de O erknal, thans de overheersende kosmologische visie, is ook op te vatten a ls een versie van deze voorstelling. ‘ quantummechanica plancken zaagt’: quantumme chanica w erd in 1925 geformulee rd door W erne r Heisenberg (1901-1976) als revolutionaire benadering en oplossing van het deeltjegolf dualis me van het klassieke wereldbe eld van de natuurkunde; uitgangspunt w as het in 1900 door Max Planck (1858-1947) geformulee rde idee van het quantum, energiepakketjes van vaste, trapgewijs afgepaste grootte. ‘ He melse Zonen’: de D ioscuren Castor en Pollux, broers van H elena en Clytaemnestra; ook de Chinese ke izer werd ‘ Zoon des Hemels’ genoemd.
‘ pre cessie’ en ‘ Veegt Vega Pola ris de mantel uit / P ruimt A ltair al taaier zijn pruim / Adelt
‘ Kwik Kwek en K wak’ : de drie neefjes van de eend Donald D uck in het gelijkna mige stripw eekblad; vooral van Japanse stripfiguren is bekend dat zij een eeuwenoude mythologische achtergrond hebben – misschien gaat dit specifieke drie tal terug tot de zonen
100
101
van K ronos (Zeus, Poseidon en Hades) die de wereld onder elkaar verdeeld hebben (Homerus , Ilias, XV). In mijn recente werk laat ik zien dat triaden een radicale, diale ctische transformatie zijn van het a rchaïsche denken in binaire tegenstellingen; deze vernieuw ing trad op in de Bronstijd in een smalle gordel beschavingen van W est Europa tot China. ‘ panspermische’ : voor de verkla ring van het leven op aarde staan ons vele theorieën ter beschikking, onder andere de pansperm ische volgens w elke levenskie me n door het hele zonnestelsel of hee lal voorkomen en aldus het aardse leven hebben doen ontstaan, dat dus niet van lokale oorsprong zou zijn. Een tamelijk recente en invloedrijke versie van deze theorie is van de Zweedse Nobelprijswinnaa r Svante Arrhenius (1859–1927); ook de zeer vooraanstaande moderne astronoom Fred Hoyle toonde zich een aanhanger van deze theorie, vgl.: A rrhenius, Svante, 1908, W orlds in the m aking; the evolution of the universe , New York / Londen: H arpe r; Hoyle, Fred, 1983, The intelligent universe, Londen: Joseph. ‘ agaat’: metamorf gesteente dat vaak patronen van parallelle banden ve rtoont, ieder met een e igen kleurnuance. ‘ Australiërs vere ren zulke houtstrikken als totems’: vgl.: Stubbs, D ac re , 1978, Prehistoric art of Australia, South Melbourn: Sun Books, first published 1974. ‘ Dromen’: In de oorspronke lijke culturen van A ustralie verw ijst het begrip H et D rom en of D e D roomtijd (‘ The D reaming, D re amtime’ ) naa r e en mythische voortijd waarmee de mens in droom e n ritueel in contact komt en waarin tote mdie ren en voorouders direct aanwezig zijn. ‘ in het riet in he t oudste moe ras’: In vele delen van de O ude We reld (Oud Japan, Oud Egypte , en in de historische culturen van Zuidelijk Centraal en Zuidelijk A frika: Nkoya, Zoeloe) bestaat het (w aarschijnlijk in oorsprong Pe lasgisch) cosmogonisch geloof in een oerheuvel of oereiland, oprijzend uit de prima ire wateren van de Chaos / O ermoe ras , en met name bedekt met riet – de eerste goden en/of mensen zijn tussen dit rie t geboren.
‘ Het ondergrondse vee’ : e r is een door de hele O ude W ereld w ijdverbreid geloof dat de rijkdom (G rieks Ploutos , een andere naa m voor Hades ) van de onderw ereld voora l uit runderen bestaat.
EFTELING ‘ Efteling’: mythische plaats nabij Kaatsheuvel, Brabant, kennelijk genoemd naar een mythisch wezen van die naa m. ‘ Blad zijt ge en tot blad’ : verwijzing na ar het bijbelboek G enesis 3:19 – een standaardtekst bij Christelijke begrafenissen. ‘ Repelsteeltje’ : zie boven, aantekeningen bij het gedicht van die titel. ‘ Eenbenigen’: door de hele O ude We reld vinden w ij de voorstelling van het wezen dat slechts é én helft van zijn lichaam hee ft. In A frika is de ze voorstelling wijd ve rbreid, met name ook onder de Nkoya van Zambia, voor w ie ik het heb beschreven onder de pla atselijke naa m Mw endanjangula, ‘ Boomtoplope r’, ‘Gij die U in de H oogte verplaatst’ . Von Sicard ziet e r een oude w ee rs- / jacht- / vee- en me taalbew erkingsgod in; zelf a cht ik de voorstelling Pelasgisch en neem ik aan da t zij zich vanuit N eolithisch W est Azië over drie continenten heeft verbreid. Vgl.: von Sicard, H . , 1968-1969, ‘ Luwe und verw andte mythische G estalten’ , Anthropos, 63-64: 665-737. van Binsbergen, W im M.J., in press [2012] , ‘Matthew Schoffe le ers on Malawian suitor stories: A perspective from Comparative Mythology’, in: Malawian Journal, special issue in memory of Matthew Schoffelee rs, pre -publication copy at: http://shikanda.net/topic alities/W IM%20ON %20MALA WIA N %20SU ITO RS.pdf. ‘ Neveling’ : Nibelung, nevelbewoner, he me lbewone r.
W EIRD SISTERS VOO RMEN SELIJK
‘W eird sisters’: de drie heksen in Shakespe are, Macbeth.
‘ gnoe’ : alias Blue Wildebeest, Connochaetes taurinus, e en w ilde runderachtige uit de A frikaanse savanne .
‘ Ruinen’ : ge castree rde mannelijke paarden.
‘ afgepla tte discusschijven van hoorn’ : beschrijft gnoehoorns.
‘ runen / Terug in de boom w aara an / Odinn ze lee rde’: Cf. Oudere Edda, Hávamál, 31: 138 e .v.
‘ gnoeldoze rs’ , vgl. bulldoze rs. ‘ Rhea’, ‘ Oéranos’ : Rhea is de zuster en echtgenote van K ronos, beiden kinderen van O eranos en G aia / He mel en A arde , maar vaak ook wordt Rhea met Gaia geïdentificee rd. ‘ scheile possies’: naast steikelbaorsies de meest voorkomende vissoort in de A msterdamse gra chten van mijn jeugd; zij w erden door de buurtkinderen met levensgevaa r gevist met z elfge ma akte schepnetjes, bij voorkeur van tussen kolenschuiten of vanaf het be tonnen dak van een openbaa r urinoir (‘ pisbak’ ). ‘ avata rs’ : afgeleide verschijningsvorm, incarnatie, met name gebruikt voor de afge leide verschijningsvorm van H indoegoden, bijv. Matsya (vis) en Krisjna (koeherde r) als avatars van W isjnoe.
102
ZO NDEVAL ‘ meisjeskop’ , ‘Galliër’ : op de foto w as aanvankelijk een me isjesgezicht zichtbaar hoog in de boom; daarboven een besnorde krijger; bij de huidige bew erking is daarvan bijna niets me er terug te vinden. ‘ Talmoedische zondeval van de rabbijnen’ : volgens sommige Talmoedische autoriteiten bestond de bijbelse zondeva l uit niets ande rs dan de ontdekking van de s exualite it; in mijn vergelijkend onderzoek van zondvloedmythen ove r de gehele w e reld (zie onder) we rd hetzelfde verband geconstate erd.
103
Intercultural Philosophy and Transcontinental Compara tive Studies, pp. 143-225. TROLLENK IND ‘ Koeien uit aarde paarden uit hemel’ : koe ien w orden vaak geassocieerd me t de onderw ereld, paarden zijn in het Europese Laat Paleolithicum verrew eg de meest a fgebeelde dieren en kunnen geassociee rd w orden met de hemel en de oe rwateren; overigens is het ondersche id hie r te zwaar aangezet: ook Hades’ paarden komen uit de aa rde (bij de schaking van D emeter), en is de hemelkoe / -stier een thema in Oud Egypte en Mesopota mië. ‘ zondvloed’: analyse van zondvloedverhalen spe elt de laatste jaren in mijn verge lijkendmythologisch werk een aanzienlijke rol, vgl. van
Binsbergen, Wim M.J., met medewe rking van Mark Isa ak, 2008, ‘Transcontinental mythologica l patte rns in prehistory: A multiva riate contents analysis of flood myths worldwide challenges Oppenheime r’s claim tha t the core mythologies of the A ncient N ear East and the Bible origina te from early Holocene South East Asia’ , Cosm os: The Journal of the Traditional Cosmology Society, 23 (2007): 29-80;
van Binsbergen, W im M. J., 2010, ‘ The heroes in Flood myths w orldw ide; Seeking to capture prehistoric modes of thought by me ans of quantitative contents analysis’ , bijdrage, 4th A nnual Mee ting, International Associa tion for Comparative Mythology, Departme nt of Sanskrit and Asian Studies, Ha rvard Unive rsity, Cambridge (Ma), VS, 8-9 Octobe r 2010, beschikbaar op: http://shikanda.net/topic alities/binsbergen_flood_he roes.pdf.
‘ De huid afgestroopt en over de sterren’: een van de voorstellingen van de ste rrennacht is die van een luipaardhuid, met name (zoals in Oudegyptische imiut verplaatsbare heiligdom) indien deze aan een vertikale stok opgehangen wordt boven een schaa l me t offerbloed – een evocatie van bevruchting; vgl.: Stricker, B. H ., 1963-1989, De geboorte van Horus, I-V, Leiden: Brill voor Ex O riente Lux; Köhler, U ., 1975, D as Imiut: Untersuchungen zur D arstellung und Bedeutung eines mit Anubis verbundenen religiösen Symbols, W iesbaden: G öttinge r O rientforschungen, IV. Reihe: Ägypten, Bd. 4. ‘ het houten / Paa rd dat de Poort de r Hemelingen’: vgl. Homerus , Odyssee VIII, 493-520, en vele latere vermeldingen. Als Ilion / Ilium, kan Troje gelden als de ‘stad der heme lingen’ (c f. A kkadisch ilum – vanwaar Babylon, ‘ he melpoort’ –, West-Se mitisch el, Bantu ilu / gode: ‘ hemel’. ‘ In enkele eeuwen en vanuit Kazakhstan / Ve rove rden bereden paard en strijdw agen de w ereld / H eel de w ijde steppe door tot Bretagne en K orea’ : een eenvoudig historisch feit – de strijdwagen met gespaakte wielen is een Noord Centraal Aziatische uitvinding van ca . 2.000 vóór onze jaarte lling.
A PHROD ITE ‘ losse oerlichaamsdelen van Empedocles’: volgens deze Voorsocratische G riekse filosoof ontstonden er uit de vier ele menten die hij had benoemd (zij het w aa rschijnlijk lang niet als e erste) aanvanke lijk losse ledematen, die zich vervolgens tot licha me n aaneengaarden; vgl.:
TRO JE ‘ Koeien zijn vanuit de a arde maa r paa rden’: als boven, aantekening bij TROLLENK IND . ‘ Lascaux’: Laat Paleolithische vindplaats in Dordogne, Frankrijk, be roemd om z ijn prachtige die rschilde ringen. ‘ Neoliticumw aa rts’ : het Neolithicum, met als kenme rk voedselproductie gepaard met a fwezigheid van metaalbewe rking, volgde enige duizenden ja ren na het Laat Paleolithicum. ‘ de Meesteres die door / Poseidon onttroond werd als de r Oerw ateren Moeder’ : volgens een schema dat ik enige ma len beknopt gepresentee rd heb, onde r meer in de a antekeningen bij mijn dichtbundel Vloed (2007), bestond er in het Laat Paleolithicum e en w ijdve rbreide cosmogonisch mythe volgens welke de Moede r van de O erwateren het Land maagdelijk voortbracht als haar enige zoon, en vervolgens door hem werd bevrucht, w aaruit de rest van de w ereld voortkwa m. In de Bronstijd werden vervolgens door de hele oude were ld vrouwelijke scheppingsgodinnen, min of me er trans formaties van deze Moeder van de W ateren, afgelost door ma nnelijke goden, en zelf naar he t vrouwenve rtrek en na ar vrouwenwe rk ve rbannen. Vgl.: van Binsbergen, W im M.J., 2010, ‘The continuity of A frican and Eurasian mythologies: General theore tical models, and detailed comparative discussion of the case of N koya mythology from Za mbia , South Central A fric a’ , in: W im M.J. van Binsbergen & Eric Venbrux, red., New Perspectives on Myth: Proceedings of the Second Annual Conference of the International Association for Com parative Mythology , Ravenstein (the Netherlands ), 19-21 August, 2008, H aarle m: Papers in
104
Diels, H ., 1934-1937, Fragmente der Vorsokratiker, I-III, Berlijn: K ranz, 5e ed. van Binsbergen, W im M.J., 2010, ‘Before the Pre-Socratics: The evidence of a common elemental transformational cycle underlying Asian, A frican and European cosmologies since N eolithic times’ , Q uest: An African Journal of Philosophy / Revue Africaine de Philosophie, 24: 1-2. ‘ offerolie’ : vanwege z ijn ‘vette’ associatie me t vruchtbaarheid en w elvaart, is olie al duizenden jaren door de hele Oude W ereld een veel voorkome nde offergave ; van de aan de goden toegeschreven en in de olie af te lezen respons is ook al vanouds een w aarzegvorm afgeleid, de elaeomantiek. ‘ op het schuim / Van K ythera’: K ythera is een eiland ten zuidoosten van de P eloponnesus , G riekenland; Aphrodite wordt geacht ofw el hier ofw el bij Cyprus te zijn geboren uit het schuim van de zee, en volgens een mee r expliciete ve rsie , uit de afgehakte geslachtsdelen van O eranus (Hesiodus , Theogonia, 176 e.v.) – maa r e r zijn ook heel ande re versies van ha ar a fkomst.
LA OKO ÖO N ‘ Laokoöon’, ‘H et wekt kw istig zaad sproeiend de toorn van Poseidon’: Laokoöon was een Trojaanse priester van Poseidon, die het goddelijk verbod ove rtrad ofw el door zich übe rhaupt voor te planten, ofw el door echtelijke gemeenschap te hebben in het heiligdom; voor straf
105
vond hij sa men met zijn kinderen de dood. ‘ George Clooney / Maa r de N espresso’: Clooney (1961- ) w as een gevierde filmacteur tot hij in zijn nadagen vooral bekend w erd van re clame voor dure instantkoffie.
van deze bundel, bezochten wij heiligdommen van A rte mis in oostelijk A ttica , onder meer dat te Brauron, waa r zij a ls Berenmoer we rd ve reerd, en waar (Pelasgische? ) vorme n van meisjesonderricht en initiatie plaatsvonden zeer wel te vergelijken met die w elke ik bij de N koya heb bestudeerd.
EU RY DICE
‘ Virgin the Mary H ouse’ : de gebrekkig Engels sprekende Turkse gidsen probeerden met deze kre et toeristen naar het aan Maria toegeschreven huisje te lokken.
‘ Eurydice’, ‘ Achte rberg’, ‘ krijsend te rugvallen van Eurydice / D ie nu spreekt met Izanami’s stem’: Eurydice is de e chtgenote van O rpheus, wordt door de bijen- en landbouwgod A rista eus begeerd en gedood, O rpheus krijgt in dank voor zijn z ang van de heersers der onderw ereld toestemming haar terug te halen mits hij op w eg naar buiten niet achte rom z al kijken; hij doet dat toch en verliest zo zijn vrouw voor de tweede kee r, en voorgoed. In de Japanse mythologie (bijv. in het klassieke werk Kojiki uit het begin van de a chtste eeuw van onze jaartelling) wordt een de rgelijk ve rhaal verteld van het eerste godenpaa r Izanami e n Izanagi, en daar blijkt dat Izana mi in haa r dode, rottende toestand niet gezien w il worden door Izanagi die ha ar komt halen; zij w eigert mee te gaan. Eurydice is ook de titel van dichtbundels van Gerrit A chterberg, en van mijze lf. Vgl.: van Binsbergen, W im M. J., 2009b, ‘ Giving birth to Fire: Evidence for a widespread cosmology revolving on an elemental transformative cycle, in Japan, throughout the Old W orld, and in the New World’, paper presented at the Third Annual Meeting of the Inte rnational Associa tion for Comparative Mythology, Tokyo, Japan, 23-24 May 2009. ‘W ie staat / Zie toe dat hij niet valle’: vgl. het bijbelboek 1 Korintiërs 10:12. ‘ Tot een speelbord, een raster’ : op de foto vorme n de voren op de voorgrond een raster; speelborden en raste rs spelen een grote rol in mijn onderzoek naa r de transcontinentale geschiedenis en verbreiding van formele syste men, me t na me waarzegsystemen en bordspellen; vgl.: van Binsbergen, W im M.J., 1997, ‘Rethinking A frica’ s contribution to global cultural history: Lessons from a compa rative historical analysis of mankala boa rd-games and geoma ntic divination’ , in: van Binsbe rgen, Wim M.J., 1997, red., Black Athena: Ten Years After, H oofddorp: D utch Archaeological and H istorical Soc iety, special issue, Talanta: Proceedings of the Dutch Archaeological and Historical Society, vols 28-29, 1996-97, pp. 221-254; herdrukt als: Wim M.J. van Binsbergen, 2011, red., Black Athena Comes of Age, Berlijn / Boston / Munster: LIT, pp. 221-254. ‘ Lots vrouw’ : het verhaal van Lots vrouw, die bij de vlucht voor de ondergang van Sodom e n G omorra tegen het verbod in achterom keek en als straf in een zoutzuil we rd veranderd (in het bijbelboek Genesis 19:26), lijkt vanuit abstract, structuralistisch standpunt veel op dat van Eurydice en van Izanami.
‘W aar Johannes slaapt op zijn zerk tot ik / D iez elfde naa m van mijn eigen zerk aflees’ : in Ephese kan men het graf van Johannes bezoeken, en ik heb dat gedaan als drager van zijn naam – mijn derde doopnaam is Johannes, en toen ik bij het Roomskatholiek vormsel, een jaar of negen oud, zelf een vormnaa m mocht kiezen kwam ik – om mij onbekende redenen – ook op niets anders dan Johannes; gelukkig is er in ieder geval erkend onderscheid tussen Johannes de Doper en Johannes de Evangelist etc . dus kon ik mij met beiden geassociee rd w eten. Een pa ar jaar later bezocht ik ook te Echternach, Luxemburg, het gra f van mijn patroonheilige / naamgeve r Willibrordus, de missionaris van de Nederlanden. Rond 1990, bij mijn opleiding tot sangoma, we rd ik door mijn mentrix beschouw d als reïnc arnatie van ha ar gestorven broer (of neef) Johannes, en op haar initiatie f consequent bij die naam genoemd – op haar stadserf in de volkswijk Monarch, Franc istown, we rd mij, tot mijn niet geringe ontsteltenis, ook een gra f getoond (het enige op dat e rf) dat als het mijne werd beschouwd in die voorgaande inc arnatie. ‘W aar Celsus in de bloedhitte w acht op de / Ve rgrotende trap van zijn boekerij: Celsius’ : een van de meest uitvoerig gerestaureerde bouw werken van Ephese (door deskundige archeologen is de restauratie ze er kritisch ontvangen) is de bibliotheek van de Romeinse geleerde Celsus, die de ee r had onderw erp te zijn van een schotschrift van de kerkvader O rigines. In het Latijn is het achtervoegsel –ius e en van de ma nieren op een vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord te vormen, vandaar de verwijzing naar de Zweed A nders Celsius, de uitvinder van een thermometer (1742). ‘ de met overdosis siliconenborsten / Behangen Artemis, bijenkorvige’: op haar romp draagt het be roemde beeld van A rtemis te Ephese tientallen elementen die naar vorm aan een vrouwenborst doen denken ma ar die die ook – me de gezien de afw ezigheid van duidelijke tepels – natuurlijke bijenraten zouden kunnen voorstellen. In navolging van de Neolithische associatie tussen moede rgodin en bijen, w erden ook in de O udhe id de priesteressen van de moede rgodinnen uit he t O ostelijk Middellandsezeegebied ‘ bijen’ (m elissae ) genoe md, w at w aa rschijnlijk ook de (in princ ipe we er Pelasgische) achtergrond is van het bijencomplex rond de Saïtische godin Neith, in de W estelijke Delta van Egypte. In de Black Athena discussie , waa raan ik uitvoerig heb bijgedragen, speelt de re latie tussen Neith en de G riekse godin Athena een grote rol. ‘ ook runde ren in haar rokken’ : bij aanschouw en van haar beroemde be eld blijkt dit letterlijk het geval – op haar rok (maar ook langs haar hoofd) zijn vele kleine vignetten met runderafbeeldingen aangebracht.
EPH ESE
‘W at God niet geeft geeft Perry’ : een A mste rdamse uitdrukking uit mijn jeugd, waarin het huidige sportw arenhuis Perry vooral we rd opgevoe rd als leverancie r van (opgevulde) bh’ s, die minder bede elde dames van een fra aier voorkomen verzeke rden.
‘ Ephese’ : belangrijke archeologische vindplaats in het Westen van Turkije , w aar de ze er belangrijke tempel van A rtemis stond, en w aar volgens de ove rleve ring Maria de moeder van Jezus, en Johannes (de lee rling van Jezus, of de evangelist, of de schrijver van het bijbelboek O penbaringen – vaak gedacht als één en dez elfde persoon), hun leven eindigden; ik heb deze plaats me t mijn echtgenote bezocht in het voorjaar van 1995. In 2011, tijdens het schrijven
‘ Uit haar stam gestapt om jage rs te jagen’: als natuurgodin is Arte mis verwant aan de boomnimfen / dryaden bekend uit de Griekse en Indiase mythologie. Minstens één jager die A rtemis te na kwam (Actaeon) moest dit met de dood bekopen.
106
107
‘ het flonke ren / Van eerste vleugels in het eerste zonlicht / Voor het ee rste honingvloeien van
zoethout’ : de in het zonlicht flonkerende vleugels van bijen en vliegen werden in het Oude Mesopotamië geassocie erd me t de regenboog, die ook in he t Bijbelse zondvloedverhaal een cosmogonische rol speelt; vgl.: D ra ffkorn Kilmer, A ., 1987, ‘ The symbolism of the flies in the Mesopotamian flood myth and some furthe r implications’ , in: Rochberg-H alton, F., red., Language, literature and history: Philological and historical studies presented to Erica Reiner, New H aven (Conn.): A me rican Oriental Society, pp. 175-180.
P REMIER RU TTE ‘ Premier Rutte’ : Mark Rutte , geboren te Den Ha ag in 1967, werd in 2010 minister-president van Nede rland.
‘ het eerste rie t / Op het ee rste eiland in het eerste / Moeras van de w ereld’: zie boven, a antekening bij WERELDEI.
‘ geelgepruikt baasje’: het kabinet-Rutte regeerde bij de gratie van gedoogsteun van de Pa rtij voor de Vrijheid (PVV), wiens enig lid/leider Geert Wilders zich behalve door fascistische ideeën, vree mdelingenhaat en onbeschoft optreden in pa rle mentair verband, onderscheidde door een felgele pruik, in de hoop daaronde r zijn eigen allochthone identiteit verborgen te kunnen houden – in plaa ts van eigen en andermans allochthone status e envoudig te aanva arden als integraal en neutraal aspect van hedendaagse we reldw ijde verhoudingen.
K RED IETCRISIS
CA RMIGG ELT
‘ Kredietcrisis’ : vana f de zome r van 2007 bouwde zich in het Noordatlantisch gebied een financiële crisis op van grote omvang, w aa rvoor in het najaa r van 2008 dive rse overheden, met name ook de Nede rlandse, verregaande financiële interventies pleegden in het bankw ez en. A anvankelijk schijnbaa r bezworen, bereikte deze crisis in 2010-11 een nieuw hoogtepunt rond de Euro munteenheid en de positie van de rela tief zw akke economieën (G riekenland, Spanje, Italië, Ierland) in het zuiden van de Europese Unie.
‘ Carmiggelt’ : Simon Ca rmigge lt (1913-1987), journalist en populair schrijver van ultrakorte verhalen, met kenmerkende treurige hondenkop.
‘ Struiska an’ : voormalig Wereldbankpresident, de Fransman Dominique Strauss -Kahn, die in 2010 z ijn functie verspeelde door een sexueel schandaal.
‘ gevorkte gewei / Van de Euraziatische hertegod’: door de hele Euraziatische steppe geldt al duizenden jaren het he rt als een ve rschijningsvorm van het goddelijke.
‘ kaasbomen’ : in het Frans from agier (‘ kaasboom’) genoemd, is de kapokboom (Ceiba pentandra), over de gehele tropen verbreid, vooral bekend door z ijn grote, platte w ortelvlakken die zich tot me tershoog langs de stam kunnen voortz etten.
‘ Don Quichote’ : romanfiguur van Miguel de Ce rvantes Saavedra (1547-1616); vecht in één van de eerste hoofdstukken van de naa r hem genoemde roman me t windmolens, die hij voor bovenme nselijke vijanden houdt.
‘ Smid die w ij beter kennen als Atlas’ : A tlas is geen smid maa r draagt de wereld op zijn nek; e en smid van ve rgelijkbaa r formaat is in de Grieks-Romeinse w ereld Hephaestus / Vulcanus (maar deze is door vade r Zeus en/of moeder Hera de hemel uitgegooid, in pla ats van da t hij de w ereld draagt), en in de Finse / Oe ralische w ereld Ilmarinen uit de Kále vala.
‘ Kroegv erhalen’ : een bekende prozabundel van Ca rmiggelt.
‘ Sje ik O bama’: Barack Hussein Obama , geboren te H onolulu, Hawaii, VS, in 1961, 44e president van de Verenigde Staten van A merika, die zich er met zijn Islamitische voorna me n, A frikaanse achternaam, Indonesische kindertijd, en A merikaanse moeder op liet voorstaan tot drie continenten te behoren, en bij zijn aantreden gehe el ten onrechte een transcontinentale a llure suggereerde die boven het nationalistische belang van de VS beloofde uit te stijgen.
‘ Olie verande rd in wijn’ : op de Bruiloft te Kana veranderde Jezus water in wijn – vgl. het bijbelboek Johannes 2:1 e.v.
‘ autocue’ : een appa raat dat sprekers in he t openba ar voorziet (op voor het publiek onzichtba re w ijze) van een geprojectee rde leestekst in het verlengde van hun blik. ‘ Tot folte ring zorgstelsel standrechtelijk terecht’ : ook onder O bama bleef de VS (na ast Israël) e en van de tw ee landen te r wereld w aar foltering van overheidswege als wettig we rd beschouwd; tevens profileerde de VS zich onder Obama als het land dat internationaal zijn vijanden stelselmatig standrechtelijk e xecutee rt in plaats van ze voor het gerecht te brengen voor een eerlijk, openbaa r proces. ‘ de rode knop / Voor het paddestoelvuur’: een presidentieel prerogatief in de VS is toegang tot codes die opdracht kunnen geven tot een kernoorlog – gewoonlijk ‘de rode knop’ genoemd; grote nucleaire explosies gaan gepaard me t een karakteristieke paddestoelvormige stofwolk vol radioactieve stra ling.
108
‘ ἀρσενικός’ : betekent in het O ud-G rieks onder meer: ‘ manne lijk’ . ‘ koning Alcohol’ : in een briefw isseling tussen Carmiggelt en de N ederlandse schrijve r Gera rd van het Reve , ja ren 1960, wordt hun beide r alcoholisme met deze dynastieke term aangeduid.
LIEFDESPA AR
‘ In tw eede leg’: hedendaagse uitdrukking voor de situatie waar een man na zijn ee rste al dan niet formele huwelijk aan een nieuw e cyclus van voortplanten begonnen is; me estal we erspiegelt zijn gevorderde lee ftijd zich duidelijk in zijn lichamelijke ve rschijning. ‘ Īsjtar’: Astarte / Inana, Westaziatische godin van de liefde en de oorlog. ‘ offergeur’ : e en alge me en idee in de Mediterrane en Islamitische we reld is dat van een brandoffer de godheid slechts de opstijgende offergeur (G riekse: knisè, A rabisch: baraka) tot z ich neemt, te rwijl de mensen zich het vlees mogen toeëigenen voor eigen consumptie.
BAN VLO EK G ideonsbende: vgl. het bijbelboek Richteren 7:5. ‘ de cherm חארמbanvloek’ : he t bijbelboek Jozua vermeldt hoe bij de verovering van Kanaän door de uit de woestijn (en/of Egypte) aangekomen Israëlieten, de oorspronke lijke bew oners
109
door de banvloek ge troffen we rden dat w il z eggen, in de naa m van God tot de laatste ma n, vrouw en kind w erden uitgeroeid, me t a l hun vee , hun huizen verw oest, hun akkers platgebrand – een w are Endlösung; hedendaagse bijbelgeleerden zien het verhaal van de Exodus a ls grotendeels fictief, niettemin beva t ook de stele van de Moabitische koning Mesha (9e e euw voor onze jaa rtelling) aanw ijzingen voor dezelfde opvatting van oorlogsrecht – die trouwens aan de hedendaagse A merika anse opvatting herinne rt. ‘ lepelsnijde rs’ : als houtsnijde rs goed betaald worden voor voorw erpen in olijfhout vormen zij e en gevaar voor olijfbomen.
JEROEN ‘ zotte occasie-ca mionette’: ra re tw eedehands bestelw agen. ‘ zijn ee rste eigen CD ’: hij was voor alles muzikant.
D ERW ISJ ‘ Mewlewi’ : een Islamitische broede rschap uit Turkije , be roemd om hun rituele dans die onder mee r de beweging van de planeten rond de zon uitbeeldt. ‘ díedzjee met retrograde / Plaatbew eging voor eigentijds krassen’ : een hedendaagse methode van disc jockeys (spe cia listen die op bijeenkomsten mec hanische muziek doen klinken) bestaat erin oude rwetse grammofoonpla ten met de hand in hun normale afspelen te beïnvloeden zodat onvoorspe lbare glissando effe cten worden opgew ekt; ‘ retrograde’, ‘teruglopend’, is eigenlijk de term voor de situatie, bij nachtelijke heme lwaarneming, dat een planeet van nacht tot nacht lijkt terug te lopen ten opzichte van de algemene schijnba re hemelbew eging die door de dagelijkse rotatie van de aarde w ordt teweeggebracht. ‘ As van de hemel, Qoe tb’ : de standaard Isla mitische bena ming van de he melas, die in de Islamitische mystiek een grote plaats inneemt. ‘ Zelf bew ogen de wereld beweegt’: vgl. A ristoteles, Physica VIII, 4-6; Me taphysica XII, 1-6. ‘ Heideggers Hītlergroet’: Martin Heidegger (1889-1976), alge me en erkend als e en van de a llergrootste filosofen van de eerste helft van de 20e eeuw van onze jaarte lling, w as in de jaren 1932-1934 een openlijke , enthousiaste aanhange r van Hitle rs nationaal-socialisme; in deze pe riod w erd hij rector van de Universiteit van Freiburg. ‘ Einsteins geheim’: Albe rt Einstein (1879-1955), fysicus, grondlegger van de relativiteitstheorie, Jood en als zodanig potentieel slachtoffer van het nationaal-socialisme waa raan hij e chter door migratie naa r de Verenigde Staten w ist te ontkomen; ‘ stotteren in de ruimtetijd’ is e en dichterlijke omschrijving van het soort rela tiviteitseffecten dat in of nabij de lichtsnelhe id mac roscopische , me etbare afmetingen aanneemt – het geheim is e chte r niet zozeer de relativiteitstheorie (door Einstein in 1905 en 1915 immers uitvoerig gepublicee rd, dus niet langer geheim) ma ar het principe van de relativite it of van het relativisme, dat absolute, tot a an moord en doodslag volgehouden verschillen ongeloofw aardig en zelfs ondenkba ar ma akt. ‘ Sidi Mehèmmed / N iets draa it er aan diens vijgeboom / Patrijzen schuilen in zijn hagedoorn’ : z ie boven, aantekening bij het gedicht D ENDRO G RAM. ‘ Rond de heuvel die de oerheuvel aanspoelt’: zie boven, aantekening bij het gedicht W ERELD EI.
110
‘ Holland Festival kitsch van Mewlewi’ : jaren ge leden traden Mewlewi de rwisjen, buiten elke religieuze context tot kunstconsumptie teruggebracht, op op het Holland Festival te A msterdam. ‘ Ooit we rd ik zelf zo’ n derwisj, de zwa rte / Schim van Mehe mmed pulseerde in mijn ooghoek’ : tijdens veldw erk in 1968 en 1970 ontving ik uitvoerig praktisch onderricht in de e xtatische dans van de fekirs van Sidi Mehemme d, die formeel lid wa ren van de Isla mitische broederschap der Qadiriyya (volgelingen van Sidi cAbd a l-Qadir al-Jilani uit het middele euw se Baghdad); in 1970 raakte ik daarbij kortstondig in tranc e en zag e en zwa rte schim aa n de rand van mijn beeldvlak – juist als in mijn dromen tijdens het N oorda frikaanse veldwe rk; mijn toenmalige echtgenote echter liet mij (niet ten onrechte ) voortijdig te rughalen uit deze veranderde bew ustzijnstoestand. Het zou tot 1990 duren voor ik, deze keer als sangom a in opleiding, in Botsw ana , een volle extatische trance bereikte . c
‘ Arfaw i totemvogel’ : Sidi Mehemme d, en zijn afstammelingen onde r wie vele fekirs, c behoren tot de clan de r A rfawiyya , w ier totemdier de patrijs is en w ier geheime clanw achtwoord is ‘ de kop is ve rbrand in het vuur’. Hierbij hoort de volgende clanmythe: zeven zonen van sta mvader cA rfa trokken door het land, schoten een patrijs en lieten die door een van hen bereiden – hij at stiekem de kop op en toen zijn broers ernaar vroegen w ist hij niets te antwoorden dan he t clan-wachtwoord; dit we rd he t sein voor de broers om uit elka ar te gaan. ‘ In mijn buidel een boek me t 40 jaar draagtijd’ : oorspronkelijk zou ik midden ja ren 1970 promove ren tot doctor in de sociale w etenschappen op mijn studie van de Noordafrikaanse volks-Islam, maar toen pe rsoonlijke animositeiten dit ve rhinde rde en ik in 1979 op mijn Za mbia-onderzoek promoveerde , duurde het vee rtig jaar voordat het tw eedelige boek over N oord-A frika eindelijk, in het Engels geheel he rschreven, ter perse kon gaan, vgl.: van Binsbergen, W im M.J., in voorbereiding, Religion and soc ial organisation in north-western Tunisia, I: Kinship, spatiality, and segmentation, II: Cults of the land, and Islam .
ID EN TITEIT ‘ broekgordijnen’: een verouderde vorm van raamdecoratie, bestaande uit twe e gordijnen die a an de bovenkant het raa m ove rwegend bedekken, ma ar, in het midden gescheiden, aan de onderkant naar links en rechts w orden opgehouden door een horizontale of diagonale singe l. ‘ Bouw vakkersdecolleté’ : hedendaagse uitdrukking voor de situatie waarin, met na me bij de man, het bovenste deel van de billen inclusie f bilnaad ontbloot zichtbaa r w ordt boven de a fgezakte broekband. ‘ Andromeda, Sirius of Mars’: he me llicha me n met zee r verschillende a fstand tot de aarde: respectievelijk ca . 2,5 miljoen lichtjaa r, 8,7 lichtjaar, en enige lichtminuten (80 miljoen to 380 miljoen kilometer). ‘ Leg als Thomas je hand in mijn lendegaten’: vgl. het bijbelboek Johannes 20:25. ‘ Culturen / Bestaan niet’ : vgl.: van Binsbe rgen, Wim M.J., 1999, Culturen bestaan niet. H et onderzoek van interculturaliteit als een openbreken van vanze lfsprekenheden, oratie, Fa culteit Wijsbegee rte, Rotterdam: Erasmus Universiteit.
111
VROUW H OLLE: EEN TA BLEAU VIVAN T ‘ Vrouw H olle’: G rimms Kinder- und H ausmärchen no. K HM24, inhoud ongeveer zoals in de e erste regels van he t gedicht sa me ngevat. ‘ Rookvoge ls Wa felw aters Aardschottels (hun staart / Vorkt kwistig bij elke graap) en de Laaiende Vuurvaag’: nog wetenschappelijk te beschrijven vogelsoorten. ‘ Hephaistos van Ptah de vergeetla’ : sommige gelee rden beschouwen de naam van de O udgriekse vuur- en me taalgod Hephaestus a ls afgeleid van die van de O udegyptische scheppingsgod Ptah; ik onderschrijf de ze me ning niet en z ie in Ptah de etymologische betekenis ‘ openen’ als uitdrukking voor cos mogonie, en in Hephaestus de nie t-verw ante, proto-Be rber w oordstam hifau, ‘ vuur’ . Vgl.: Blažek, Vác lav, 2010, ‘ Hephaistos vs. Ptah’ , in: van Binsbe rgen, Wim M.J., & Venbrux, Eric, 2010, red., New perspectives on m yth: Proceedings of the Second Annual Conference of the International Association for Com parative Mythology, Haarlem: Papers in Intercultural Philosophy and Transcontinental Comparative Studies, pp. 243-252; van Binsbergen, W im M. J., in preparation, ‘Black Vulcan’? A long-range com parative mythological and linguistic analysis of the complex relations between the Greek god Hephaistos and the Egyptian god Pt ḥ – Exploring the Pelasgian realm and its African connections c. 3000 BCE - c. 400 CE. ‘ staartste r’: kome et, verschijnt in oudere afbeeldingen vaak met overdreven pluizige staart. ‘ Meryl Streep’: gevierd filmactrice, geboren te Summit (N ew Jersey, VS) in 1949. ‘ Thera’ , ‘Minoïsche’ : Thera is de oude naam voor het eiland Santorini noordoostelijk van K reta, in het midden van het tweede millennium voor onze jaartelling verw oest door een vulkaanuitbarsting; de daarbij optredende vloedgolf was w ellicht een belangrijke oorz aak van de ondergang van de Minoïsche, vóór-Indo-Europese, cultuur op K reta . ‘ ondergeschoven / Doornprins van de taal vrijgekust / U it we tenschap haa r glasstolpen oerwoud’ : ik besloot dichter te w orden op mijn vijftiende (zie hierboven, commentaar bij SEG MEN TAIR), ging twee jaar later antropologie studeren omdat ik meende dat e lk ander vak mij inhoudelijk en soc iaal teveel in beslag zou ne men ten koste van mijn dichterschap, maa r w erd gehee l onve rwachts zo meegesleept door de verplichtingen en fasc inaties van de w etenschap dat mijn beoogde literaire ca rrière maar langzaam op gang kwam, en in de jaren 1990 zelfs vrijwel stilstond. Ik ben dus maa r een ‘ondergeschoven D oornprins van de taal’ . In de w etenschap heb ik het gebrach tot vooraanstaand A frikanist, Comparatief Mytholoog en hoogleraar filosofie, auteur van honderden publicaties, en voorts, als uitvloeisel van mijn veldw erk, tot adoptief zoon van een A frikaanse koning / opperhoofd, e rkend en practicerend w aa rzegger / geneze r / priester, en in 2011 zelfs tot onderhoofd op eigen titel. Bij al deze tw ijfelachtige verworvenheden is mijn litera ire carrière verre ten achter gebleven. Sinds 2002 heb ik mij echter met een achttal dichtbundels hernomen, en de rol van he t doornenwoud openhakkende, reddende prins en de tot langdurige latentie te ruggebrachte D oornroosje verenigend, mij aldus ‘ vrijgekust / Uit wetenschap haar glasstolpen oerwoud’. Intussen verwijst ‘ glasstolpen’ eerder naa r Sneeuww itje dan naar Doornroosje. ‘ Dromen druidend als fruitdruïde’ s Zegemond’ : een cryptogram voor Sigmund Freud (18561939) en zijn (op dat van e en w aa rzeggende druïde gelijkend) duidingsve rmogen ten aanzien van dromen en symptomen.
112
‘ Astrologie als porno voor de geest’: toen ik, begin jaren 1990, eenmaal had ontdekt dat het overheersende w aarzegsystee m van Zuidelijk A frika zijn oorsprong vooral had in Isla mitische c w aa rzegkunst ( ilm al-ram l, ‘ Zandwetenschap’ ) uit Irak, uit het eind van het eerste millennium van onze jaartelling, moest ik mij intensief in astrologie ve rdiepen omdat de Za ndwetenschap in feite een sterk vereenvoudigde astrologie was, w aa rin een random generator (een stok die stuitert op het zand, of vier houten tabletten die uit de vrije hand gew orpen w orden) als bron van gegevens de stand van de planeten ve rvangen had. Ik leerde horoscopen trekken, schreef zelf e en uitvoerig astrologieprogramma , e n ontdekte (evenals onderz oekers als Jung, Eysenck, Feyerabend, en G auquelin, vóór mij) dat niet a lleen A frikaanse divinatie zoals afge leid van de Zandw etenschap, maar ook astrologie zelf, tot verbluffe nd waa rheidsgetrouwe uitkomsten kan leiden, ook al bood mijn degelijke wetenschappelijke achtergrond vooralsnog geen verkla ring voor deze ontdekking. Sindsdien beschouw ik astrologie als porno voor de geest: een regressie in een infantiele illusie van verlustigende en bevredigende samenhangen, die naa r het gewone leven nauwelijks te bemiddelen is . ‘W eesgegroe tjes als mantra’ s w aa rzeg’: zoals ik a ls driejarige van mijn moeder heb geleerd, heeft het bidden van het roomskatholieke standaardgebed voor de Maagd Maria een rustgevend en verhelde rend effec t in tijden van spanning, angst, en grote vreugde. ‘ Ik niet me t w ater ma ar met zelfgeschreven / Ge est van Zout op mijn computer’: vgl. de bijbelboeken M attheus 3:11, Markus 1:8 en Lucas 3:16, w aa rin sprake is van dopen, niet met w ater maar met de Heilige Ge est. ‘G eest van Zout’ is een oude rwetse term voor zoutzuur, H Cl – in mijn jeugd als zeer krachtig schoonmaakmiddel in gebruik, en het voornaamste w erkende bestanddeel van het maagzuur van zoogdie ren. N ada t ik in Botsw ana had leren w aa rzeggen met vier houten orakeltabletten, heb ik in de eerste helft van de jaren 1990 het complexe systeem nagebouwd in een computerprogra mma, en dat is sindsdien mijn voornaamste orakelinstrument bij de uitoefening van mijn sangomaschap. Vgl.: van Binsbergen, W im M.J., 1994, ‘ Divinatie me t vier tabletten: Medische technologie in Zuidelijk A frika’, in: Sjaak van de r G eest, Paul ten H ave , G erhard Nijhoff en Piet Verbe ek-H eida, red. , De macht der dingen: Medische technologie in cultureel perspectief, A msterdam: Spinhuis, pp. 61-110; van Binsbergen, Wim M.J., 2003, ‘ The translation of Southern A frican sangoma divination towa rds a global format, and the validity of the knowledge it produces’ , in: van Binsbergen, W im M. J. , Intercultural encounters: African and anthropological lessons towards a philosophy of interculturality, Berlijn/Munster, LIT, pp. 235-297. ‘ wijwaterkw ast / En ik asperge’: bij plechtige misvie ringen in het Roomskatholieke leven van mijn kindertijd liep de priester door de kerk, zwaaiend me t een wijw aterkwast die regelma tig w erd ingedoopt in het vat wijwater dat w erd meegedragen door een misdienaar – daarbij w e rd gezongen de Latijnse tekst Asperge me, ‘ besprenkel mij’ . ‘ Een luipaa rdvel een sterrenhemel de spikkel- / Zaadjes van de St-Jansbroodboom, gárub / ||garub prekwesh giraf porcu’: voor luipaa rdvel, vgl. hierboven, aantekeningen bij TRO JE. O mdat ik bij mijn la atste plechtige w ijding als sangoma (1991) een luipaardvel moest dragen ‘ als traditioneel uniform van mijn soort mensen’ , heb ik een w ereldwijde vergelijkende en historische studie ge maakt van luipaardvelsymboliek teneinde deze raadsela chtige uitspraak van de hogepriester van de Botswaanse Mwa li-cultus te kunnen thuisbrengen. Daarbij bleek tot mijn stomme verba zing dat de w oordstam prg or prd, in diverse trans formaties , ove r een groot deel van de wereld voorkomt als aanduiding van een
113
spikkelpatroon, zoals ve roorzaakt door regen of door sproeien, op de luipaardhuid en ande re gespikkelde viervoeters, vogels en vissen, of zoals aangetroffe n bij het openen van een vrucht van de St Jansbroodboom. D e geciteerde versregel geeft de naam van deze boom in het A rabisch (garub[a] ), de naam van het luipaa rd in Na ma (een Khoisan taa l uit Zuidelijk A frika; ||g is een bepaald klikfonee m), de naam van het luipaa rd in Oud-Chinees, de naa m van de (gevlekte / gespikkelde) giraffe in het N ederlands en vele ande re talen, en de naam van ‘ gespikkelde’ (vissen, namelijk forellen) in he t Etruskisch. Vgl.: Ka mmerzell F., 1994, Panther Löwe und Sprachentwicklung im Neolithikum , Göttingen, Lingua A egyptia Studia Monographic a 1. van Binsbe rgen, W im M.J., 2004, ‘ Long -range mythical continuities across A frica and A sia: Linguistic and iconographic evidence concerning leopard symbolis m’ , paper presented at the Round Table on Myth, D epartment of Sanskrit and Indian Studies, H arva rd University, Ca mbridge (Mass.), 8-10 May, 2004; at: http://w ww .shikanda.net/ancient_models/leopa rd_harvard/leopa rdww w.htm. van Binsbergen, Wim M. J. , & Woudhuizen, Fred C., 2011, Ethnicity in Mediterranean protohistory, British A rchaeological Reports (BA R) International Series 2256, O xford: A rchaeopress.
IN NERLIJK ‘ chiwara’: een bekend type Westafrikaanse hoofdmasker dat een gestileerde antelope met jong voorstelt. ‘ -cambium’ : onder de bast gelegen kiemlaag bij houtige planten.
O UDERD OM ‘ Saturnus a ls schraalhans’: Saturnus (de Latijnse naam van de god die w ij elders in deze a antekeningen zijn tegengekomen als Kronos ) wordt vanouds geassocieerd met ve rschraling, opdroging als van de huid van oude mensen, maar ook met creativiteit – en dan w ee r met de a rmoede die het kunstenaarsbestaan vaak me t zich me ebrengt (‘hier is schaalhans keukenmee ster’); vgl.: W ittkow er, R., & M. Wittkow er, 1969, Born under Saturn: The character and conduct of artists: A documented history from Antiquity to the French revolution, N ew York / Londen: N orton, 6e druk, eerste uitgave 1963. ‘ ca mbium’ : zie aantekening onder IN NERLIJK ‘ En dan leek dit van he remieten / W ijsheid de pleisterplaats’: vgl. van Binsbergen, Wim M.J. , 2009, Expressions of traditional wisdom from Africa and beyond: An exploration in intercultural epistem ology, Brussels: Royal A cademy of Ove rseas Sciences / A cademie Royale des Sciences d’ Outre-mer, Classes des Sciences morales et politiques, Mémoire in-8º, Nouvelle Série, Tome 53, fasc. 4.
114
115
116