DEEL III TUSSEN TWEE OORLOGEN van 1918 tot 1939
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
Hoofdstuk 1 ALGEMEENHEDEN Als na vier lange en verschrikkelijke jaren eindelijk de wapens zwijgen, herademt het land. Aan het hoofd van zijn troepen marcheert de Koning-Soldaat, Z.M. ALBERT I, door de bevrijde steden. De bevolking, die eindelijk verlost is van de verdrukking en de repressie, juicht hen geestdriftig toe. Op 22 november 1918 verklaart de Koning voor de verenigde Kamers van het Parlement: “ Mijne Heren, Ik breng U de groet van het Leger! Wij komen terug van de Ijzer, mijn soldaten en Ik, door onze bevrijde steden en contreien en thans sta Ik hier voor de vertegenwoordigers van dit land. Voor vier jaren hebt U mij het Leger toevertrouwd om het gevaar dat ons Vaderland bedreigde af te wenden. Ik kom U rekenschap geven van wat wij gedaan hebben….” Maar deze algemene euforie zal slechts korte tijd duren. Het land heeft andere problemen dan zijn soldaten toe te juichen. Het likt zijn wonden en wil weer aan het werk. Er is veel te doen: steden, fabrieken, verbindingswegen, spoorlijnen liggen in puin. Er is gebrek aan zowat alles!.. En ook het Leger heeft zijn problemen. Het telt in zijn rangen miliciens, waarvan sommigen reeds zes jaren onder de wapens zijn. Aanvankelijk doet de legerleiding beroep op vrijwilligers om hen af te lossen. Later zal men de militieklassen 1914 tot 1918 oproepen. Zij hebben immers, wegens de bezetting, hun verplichte legerdienst niet kunnen doen. Ook de rol van het Leger moet herzien worden in het kader van de gewijzigde internationale toestand. De uitrusting dient aangepast aan de nieuwe technieken en de opleiding van de soldaat moet getoetst worden aan nieuwe strategieën. Tenslotte krijgt het Leger – net zoals het land – te maken met het taalprobleem. De Vlaamse “ Frontbeweging “, die ontstond in de loopgraven van de IJZER, zet ook na 1918 zijn rechtmatige eisen verder. In 1923 zal de “ WET DEVEZE” een eerste stap zijn naar de regeling van het taalgebruik bij het Leger. De inlijving zal meer regionaal gebeuren en de eerste opleiding zal in de moedertaal van de rekruut gegeven worden. Niet minder dan drie “ GEMENGDE COMMISSIES” zullen zich over de verdedigingspolitiek van het land buigen in april 1920, in januari 1927 en in juni 1936.
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-2
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie De economische crisis in 1931 en de ermee gepaard gaande besparingen leiden tot het fatale uitstellen van de modernisering van het Leger. Vermits onze politici stoïcijns blijven vasthouden aan het neutraliteitsbeginsel, willen zij de tekenen niet onderkennen, die vanaf 1933 wijzen op een escalatie van de politieke toestand in Europa. Wanneer op 1 september 1939 Hitlers troepen POLEN binnenvallen, is het Belgisch Leger in volle reorganisatie. Het beschikt over goede, maar te zwakke tanks RENAULT 13. Haar artillerie is, behalve bij de Ruiterijdivisie, nog hippomobiel. De Infanterie trekt nog te voet of met de fiets op manoeuvres en haar vliegtuigen zijn traag en verouderd. Omdat in de meidagen van 1940 veel archiefmateriaal verloren is gegaan en wij, anderzijds, geen toegang kregen tot de archieven van het Leger, jonger dan vijftig jaar en die, bij wet, niet toegankelijk zijn voor het publiek. Dit heeft er toe geleid dat slechts weinig gegevens bekend zijn over 2A in de periode van 1918 tot 1939. Toch hebben wij, met de hulp van de stad LIER en de VERBROEDERING 2A/8A, een aantal gegevens kunnen verzamelen, die hierna zijn weergegeven. Maar het blijft summier en zeker onvolledig…. - NVDR
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-3
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-4
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
Hoofdstuk 2
2A WORDT GEKAZERNEERD IN LIER Op 11 november 1918 trekt 2A triomfantelijk GENT binnen en op 25 november 1918 wordt het Regiment geschouwd door ons Vorstenpaar op de “Grote Markt” in ANTWERPEN. Het Regiment neemt zijn intrek in deze stad, in de “Predikherenkazerne” Eén Groep van 2A, zal bij toerbeurt, deelnemen aan de bezetting van het RIJNLAND in DUITSLAND. De BELGISCHE BEZETTINGSZONE strekt zich uit vanaf de grens bij AACHEN tot even ten noorden van KÖLN. BELGIE zet voor deze bezetting TWEE infanteriedivisies in, samen ongeveer 13.000 man sterk. Het hoofdkwartier bevindt zich in AACHEN. In november 1929 worden de Belgische troepen teruggetrokken en verlaten zij het RIJNLAND. Bij Koninklijk Besluit Nr 6158a van 22 september 1919 wordt aan 2A een Standaard toegekend. Deze wordt op 29 maart 1921, door Z.M. de Koning, plechtig overhandigd aan het Regiment, tijdens een oefenperiode in het kamp van BEVERLO. Ten gevolge van een nieuwe organisatie op 14 december 1926 omvat 2A dan: -
TWEE groepen kanon 75mm TR met elk twee batterijen; EEN groep kanon 75mm GP met ook elk twee batterijen; EEN groep lichte houwitsers 105mm met twee batterijen.
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-5
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie Omdat er gebrek is aan oefenterreinen en wegens klachten van de omwonenden, verlaat 2A de kazerne in ANTWERPEN en neemt in 1927 zijn intrek in de “Artilleriekazerne” aan de “Vaartlaan” ( thans Baron Opsomerlaan – NVDR) in LIER. Deze kazerne is gebouwd tussen 1890 en 1898 en nog uitgebreid in 1913. Een aantal stallen en de manége zijn nog bijgebouwd in de periode 1920-1921. De kazerne krijgt de naam “ Dungelhoeffkazerne” als aandenken aan de eerste officier van 2A, die sneuvelde op het veld van eer in WEZEMAAL op 12 september 1914. Het Regiment neemt actief deel aan het leven in de garnizoenstad en laat geen gelegenheid voorbijgaan om zich te tonen aan de Lierse bevolking. Erg moeilijk is dat niet, want het militair oefenplein van KESSEL ligt aan de oostzijde van de stad en telkens horen de Lierenaars het hoefgetrappel en het ratelen van de affuiten als de batterijen door hun stad rijden. De Lierse bevolking wordt ook steeds uitgenodigd op de Regimentsfeesten. ( In de jaargangen van “ ONS LIER – Weekblad voor Lier – die wij konden inkijken, hebben wij meerdere bewijzen daarover gevonden – NVDR). Deze goede verstandhouding wordt ook nog eens onderstreept door Dhr DEVEZE, wanneer die, als Minister van Landsverdediging, een bezoek brengt aan het Regiment en aan de stad in april 1935. Op 1 mei 1939 krijgt 2A nog een vijfde Groep met twee batterijen kanon 75 mm GP ( Grande Puissance – NVDR) bij. Bij de mobilisatie in 1939 wordt 2A ontdubbeld en richt het 4A op, dat Artillerieregiment van de 9de INFANTERIEDIVISIE wordt. De beide Regimenten bestaan dan uit: -
TWEE groepen kanonnen 75mm TR met elk drie batterijen; EEN groep kanonnen 75 mm GP met drie batterijen; EEN groep houwitsers 105mm GP met drie batterijen.
De beide Regimenten mobiliseren ook nog hun VIJFDE groep, die onder de naam 21A en 22A, deel zal uitmaken van de divisie-artillerie van de tweede reserve.
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-6
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-7
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-8
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
DE VERBROEDERING VAN DE OUD-STRIJDERS Een belangrijke rol in deze periode van het interbellum spelen ook de verbroederingen van de oud-strijders. Zij willen niet enkel een kameraadschappelijke band onderhouden tussen de gewezen wapenbroeders, maar zij ijveren ook voor erkenning van hun bewezen diensten en manifesteren zich op politiek en socio-cultureel vlak. De “ VERBROEDERING 2A” wordt opgericht door Dhr Marcel HERMAN in 1922. Op 24 april 1932 wordt zij samengevoegd met deze van 8A. Dit artilerieregiment werd bij de reorganisatie op 16 december 1916 opgericht uit elementen van 2A ( zie deel 2 – hoofdstuk 9 – NVDR). Voorzitter van deze “ VERBROEDERING 2A-8A” wordt Majoor b.d. DE HEUSCH, een gewezen officier van 8A. De zetel van de Verbroedering bevindt zich in BRUSSEL. Jaarlijks worden meerdere samenkomsten en feesten georganiseerd. Op 11 december 1932 brengen de oud-strijders van 2A en 8A zelfs een hulde aan MANNEKEN-PIS.in BRUSSEL. Zij geven hem een artillerie-uniform en benoemen hem tot “ Artillerist 1ste Klas” “ omdat hij zijn stuk op ongeëvenaarde wijze gebruikt”. Op 4 februari 1933 neemt Z.M. de Koning, ALBERT I, zelfs deel aan een artistieke avond in de zaal “Patria” in BRUSSEL. De Verbroedering heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de oprichting van de monumenten van 2A in LIER en van 8A in MECHELEN. Zij is ook steeds talrijk vertegenwoordigd op de jaarlijkse herdenkingsplechtigheden in LIER en MECHELEN. Door de gebeurtenissen van 1939-1940 zal de activiteit van de “VERBROEDERING” praktisch stilvallen. Het bestuur, bestaande uit overwegend Franstalige officieren, valt uit mekaar. Na de oorlog wordt in ANTWERPEN heraangeknoopt met de tradities van de “ VERBROEDERING 2A-8A”. Een afvaardiging ervan woont elk jaar, onder leiding van haar voorzitter, de Regimentsfeesten bij. De heren SNIEDERS, BERNAERTS en ROGGEMAN doen dat, indeze functie, zelfs meerdere jaren na elkaar. De “ VERBROEDERING 2A-8A “ heeft ook een trofee geschonken, die jaarlijks wordt toegekend aan de batterij, die het beste resultaat heeft behaald op artillerietechnisch gebied. Bij de dood van haar laatste oud-strijder uit de periode 1914-1918 werd het vaandel van deze afdeling geschonken aan 2A. Het wordt bewaard in het museum van het Regiment. De “ VERBROEDERING” werd uitgebreid met oud-strijders van het 2de REGIMENT ZWARE ARTILLERIE (RAL) en heet nu “ VERBROEDERING 2A-8A en RAL”. Door de ouderdom wordt haar ledenaantal steeds kleiner….
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-9
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-10
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie
Hoofdstuk 3 INHULDIGING MONUMENT 2A IN LIER Op 18 maart 1935 wordt op de binnenkoer van de “DUNGELHOEFFKAZERNE” een monument ingehuldigd ter ere van de gesneuvelden van 2A.
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-11
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie Het feest begint met een herdenkingsdienst in de grote kerk van LIER, de “ Sint Gummaruskerk”, opgedragen door pastoor-deken CAERS. In het koor hebben kolonel BAESENS, Regimentscommandant en talrijke personaliteiten plaats genomen. In het midden staat een katafalk opgesteld, bedekt met de driekleur en omringd door een erewacht van vier onderofficieren, het geweer aan de voet. De vaandels van, verschillende VERBROEDERINGEN vormen ene erehaag en een gewapend detachement van 2A bewijst de eer. Tijdens de consecratie wordt het “ TE VELDE” geblazen en na de dienst weerklinkt de nationale hymne. Om 14u00 begint op de erekoer van de kazerne de eigenlijke plechtigheid. Op de tribune hebben ondermeer plaats genomen: - generaal CROUQUET, commandant van het IIde Legerkorps; - generaal VERSTRAETE, inspecteur-generaal van de Artillerie; - generaal GOFFIN, commandant van de 2de INFANTERIEDIVISIE; - generaal LEMERCIER, commandant Artillerie 2de Legerkorps; - generaal DOMS, commandant van de artillerie 2de ID; - generaal JANSSENS, provinciecommandant; - generaal PIREAU, commandant van de Artillerieschool. Verder zijn er ook nog de generaals MATHIAS, RENAUX en DENIS, oud-gedienden bij 2A. De Minister van Landsverdediging is vertegenwoordigd door Kolonel VANDER HOFSTAEDT. De heer CAUWENBERGHS, senator en burgemeester van LIER, is vergezeld van zijn voltallig schepencollege en meerdere raadsleden. Tenslotte zijn er ook nog de bevriende Korpscommandanten en de leden van de “ VERBROEDERING 2A-8A”, geleid door hun voorzitter, Dhr DE HEUSCH. De vier groepen van 2A zijn aangetreden, hun Standaard in het midden. Op zijn zijden stof kan men de citaties van het Regiment lezen: “ ANTWERPEN – REIGERSVLIET – IJZER” De oud-strijders van het Regiment hebben postgevat rond hun vlag. Na het “ OPEN DE BAN!” betreedt kolonel BAESENS het podium en spreekt in beide landstalen de aanwezigen toe. Hij herinnert aan de prestaties van het Regiment tijdens de Grote Oorlog en in het bijzonder aan het gevecht bij de Reigersvliet. Met sonore stem houdt hij het dodenappèl. Na elke naam antwoordt adjudant NOËL, de ontwerper van het monument, met luide stem “ Gesneuveld voor het Vaderland” Vervolgens spreekt de heer DE HEUSCH, voorzitter van de Verbroedering, in naam van de overlevenden van de Grote Oorlog. Hij brengt hulde aan de kameraden, die hun leven offerden in het gevecht. Langzaam, onder de tonen van de “ LAST POST” zakt het doek, dat tot nu toe het monument heeft afgedekt. Vier artilleristen, in het uniform van 1914, groeten met de sabel. De troepen presenteren het geweer, de vaandels neigen, terwijl de Koninklijke Harmonie van LIER, onder leiding van Dhr COURTIN, het volkslied speelt. ZEH CAERS zegent dan het monument, waarna er een bloemenhulde volgt op de tonen van “ Naar Wijd en Zijd”. Nadien volgt een receptie in de mess voor officieren. Om 16u00 begint een sport- en ruiterfeest, waarbij de toeschouwers onder de indruk komen van de bravoure van de
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-12
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie artilleristen van 2A. Het is het orgelpunt van een geslaagde feestdag, waaraan ook de Lierse bevolking talrijk heeft deelgenomen. ( Volgens “ La Nation Belge” van 19 maart 1935 en “ Ons Lier” 21ste Jaargang, Nr 12 van 24 maart 1935 – NVDR) Eén jaar later, op 18 maart 1936, wordt aan de overkant van de erekoer door de “ VERBROEDERING 4A” op haar beurt een monument onthuld voor de gesneuvelden van hun Regiment. Na een herdenkingsdienst in de hoofdkerk, volgt een bloemenhulde aan het monument van de stad en een defilé van de troepen door de straten van de stad. Om 15u00 volgt dan de officiële inhuldiging met een redevoering door de Regimentscommandant en de Voorzitter van de Verbroedering. Na het dodenappèl wordt het monument ontbloot en ingezegend. Een bloemenhulde en een defilé sluiten de plechtigheid af. (Volgens “ Ons Lier”, 22ste jaargang, Nr 9 van 1 maart 1936 – NVDR) Door de zorgen van LtKol GILS, commandant van de Koninklijke Kadettenschool in LIER, werd het bouwvallige monument van 2A in 1980 vervangen door een nieuwe constructie in gemetste steen. De gedenkplaten werden evenwel bewaard en in het nieuwe monument verwerkt. Na de sluiting van de kazerne in Lier werd besloten het monument te ontmantelen en de gedenkplaten over te brengen naar HELCHTEREN, waar zij nu pronken in het monument op de erekoer.
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-13
Geschiedenis van het 2de Regiment Veldartillerie In LIER herinnert nog enkel de grote gedenkplaat in de ingangspoort van de site “DUNGELHOEFF” aan de aanwezigheid van 2A in deze stad.
Uitgave 17 maart 2010 http://2de-artillerie.be
Pagina III-14