Verantwoordelijke uitgever: Johan Maertens, Jozef Guislainstraat 43a, 9000 Gent
België-Belgique P.B. 9099 Gent X BC10273 Afgiftekantoor 9099 GENT X P509261
Nummer 8/2006 // oktober / november / december
“ Het drukken van dit magazine wordt ons gratis aangeboden door drukkerij die Keure, dit uit sympathie voor de vele donateurs.”
driemaandelijks tijdschrift
8
Ond. nummer: 0406.633.304
De Sleutel magazine
���������������������������������� �������������������������������������
// Editoriaal //
In dit nummer
Johan Maertens,
3
algemeen directeur
Beste donateur, ���������������������������������� �������������������������������������
Een joint is minder onschuldig als velen denken
6
Jongeren van het RKJ bezoeken weekblad ‘Joepie’
7
Karen, Bram en Joël (allemaal 17) kicken af
9
Fit-o-meter geeft meerwaarde aan programma Crisisinterventiecentrum
11
Hoe drugpreventie aanpakken op lokaal niveau?
14
Renovatie in de kijker
Het einde van het jaar nadert nu wel heel snel. 2006 was andermaal een bewogen jaar binnen De Sleutel. Er werd verder gewerkt aan het versterken van ons netwerk en onze afdelingen hadden opnieuw een hoop projecten waaronder ze hun schouders mochten zetten. Ook onze visie hebben we in de loop van het jaar scherper gesteld. Dit deden we onder meer tijdens onze jaarlijkse tweedaagse beleidsvergadering waaraan alle afdelingen uit de drie sectoren (preventie, behandeling en werkgelegenheid) van De Sleutel participeerden. We gaan bij behandeling verder dan alleen ontwennen vanuit de aandacht die we geven aan de mens in zijn geheel en aan zijn/haar leefwereld. We geloven in de meerwaarde van een drugvrij leven en houden waar mogelijk dit perspectief open voor onze cliënten. Een aantal kernideeën uit onze nieuwe visietekst: DE SLEUTEL - MENSEN KANSEN GROEIEN We zijn deskundig in het voorkomen en behandelen van drugproblemen. We gaan verder dan het ontwennen van drugs. We hebben aandacht voor de totale mens en zijn/haar leefwereld. Geloof in de meerwaarde van een drugvrij leven is onze drijfveer. Intussen is de Vlaamse Gezondheidsconferentie over preventie voor middelengebruik van 23 en 30 november achter de rug. Tijdens deze conferentie, georganiseerd door Minister Inge Vervotte, werden preventiestrategieën om het drugs-, tabak en alcoholgebruik te verminderen, gewikt en gewogen. De Sleutel is verheugd dat eindelijk werk wordt gemaakt van een lange termijnvisie over preventie middelengebruik en werkte actief mee. Informatie en ons standpunt hierover is terug te vinden op onze website. Ook minister Demotte maakt – op federaal niveau – 3 miljoen euro vrij om meer werk te maken van drugpreventie. De inhaalbeweging waarvoor we steeds vragende partij en stuwende kracht zijn geweest, lijkt te zijn ingezet. Het zal een hele uitdaging zijn voor de preventiesector om al deze middelen aan te wenden om de bestaande samenwerkingsverbanden te verstevigen over de federale en gemeenschapsbevoegdheden heen, zoniet dreigt deze input van middelen eerder verscheurend te zullen werken. Vanuit De Sleutel zullen we een grote inspanning doen om het maximum aan projecten erkend te zien en dat liefst telkens gedragen in een samenwerkingsverband. Ik wens u veel leesgenot, onze medewerkers hebben ondanks hun drukke bezigheden opnieuw met veel plezier tijd en ruimte gezocht om u te informeren. Afsluiten doe ik met alle lezers van dit magazine een zalig kerstfeest en een zorgeloos eindejaarsfeest te wensen. Tegelijk wil ik ook iedereen bedanken die in 2006 De Sleutel gesteund heeft. Onze donateurs ontvangen trouwens automatisch een fiscaal attest van zodra ze op jaarbasis 30 euro gestort hebben. U heeft nog tijd tot 31 december om uw ontbrekend saldo eventueel bij te storten. Mede dankzij uw ondersteuning of bijdrage slagen wij erin verder te blijven werken aan ons innovatief project.
// Hulpverlening //
Een joint is minder onschuldig als velen denken
Nummer 8/2006
3
Bij cannabisgebruikende tieners krijgen de hersenen niet de kans om goed te volgroeien
Cannabis wordt relatief frequent gebruikt, zeker bij jongeren. Een hele grote groep van die jongeren gebruikt cannabis enkel op experimentele basis. Onderzoek bevestigt dat niet meer dan twee procent van diegenen die ooit cannabis gebruiken ook echt aan dat product verslaafd geraken. Is het echter een onschuldig product? In gesprek met dr Anne Van Duyse, medisch directeur bij De Sleutel, plaatsen we de cannabisproblematiek in een ruimer kader.
Paul De Neve
De aanleiding voor dit interview is een nieuwe studie die erop wijst dat er een duidelijk verband bestaat tussen cannabis en psychosen. ‘In de vakliteratuur is dit eigenlijk geen nieuw gegeven. Maar we stellen vast dat dit bij het ruime publiek nog niet is doorgedrongen. En het doorprikt het beeld dat cannabis onschadelijk is. In de media beschouwt men cannabis vaak als een absoluut onschadelijk product. Er zijn echter duidelijk een aantal risico’s verbonden aan het gebruik van cannabis’, zo stelt dr Anne Van Duyse. Cijfers van onze dienst Wetenschappelijk Onderzoek wijzen uit dat 32% van de 14 à 18 jarigen al geëxperimenteerd hebben met cannabis. 13 % van die leeftijdsgroep zegt cannabis gebruikt te hebben gedurende de laatste maand vóór deze grootschalige bevraging... DR. VAN DUYSE Cannabis wordt inderdaad relatief frequent gebruikt, zeker bij jongeren. Ze komen er heel gemakkelijk mee in contact. Ze experimenteren tijdens feestjes, op bezoek bij vrienden. De grootste groep ondervindt daar ook nooit ernstige problemen mee. Binnen die groep is er wel een segment dat naar frequenter gebruik overgaat. Een groep die dagelijks gaat gebruiken, een groep die ook problemen heeft met dat gebruik. Dat zijn de zogenaamd problematische gebruikers. Daarnaast hebben we ook een heel kleine groep echte cannabisverslaafden. We weten dat twee procent van diegenen die ooit cannabis gebruiken ook
echt aan dat product verslaafd zullen worden. Zij vertonen psychische en ook beperkte lichamelijke afhankelijkheid en hebben last van discrete ontwenningsverschijnselen. Sommige ouders zijn niet verontrust omdat ze cannabis van vroeger kennen als een onschuldig product. Is de teeltprocedure nu echter niet veel intensiever? DR. VAN DUYSE Cannabis is inderdaad een opmars aan het maken van een soft drug naar een toch wat hardere drug. Door die meer gesofisticeerde teeltprocedures is het THCbestanddeel (tetra-hydrocannabinol; het werkzaam deel binnen de wietplant) aanzienlijk verhoogd. Er is dus een duidelijke trend naar concentratieverhoging van THC in de planten, met gevolg dat ook de cannabis die op de markt komt, minder onschuldig is. Die trend merken we pas de laatste jaren. We verwachten dat we op termijn ook zullen zien dat die cannabis verslavender werkt. Wat doet cannabis met ons lichaam? DR. VAN DUYSE Er zijn vooreerst de zogenaamde gewenste effecten. Cannabis heeft een ontspannend, relaxerend effect. Ten tweede veroorzaakt het een soort euforiegevoel. Men voelt zich goed in zijn vel, in een goede stemming. Sommigen zeggen ook dat ze onder invloed van cannabis alles anders, scherper waarnemen. Er zijn ook ongewenste lichamelijke bijwerkingen. DR. VAN DUYSE Zeker. Zo gaat het hart sneller slaan, vaak krijgt men hartkloppingen. Het kan ook de ademhaling onderdrukken, velen merken daar echter niet veel van. In combinatie met andere producten kan dit echter een probleem zijn. Het werkt ook in op onze snelheid van reageren. Reflexen verminderen, we reageren minder adequaat op prikkels, wat soms aanleiding heeft tot verkeersongevallen.
Nummer 8/2006
// Hulpverlening //
4
Is cannabis een onschuldig product, zoals vaak wordt aangenomen? Klopt het dat er een verband kan bestaan tussen het gebruik van cannabis en schizofrenie? We worden in de media overstelpt door tegenstrijdige berichtgeving rond dit onderwerp. Feit is dat er op een heel genuanceerde manier over cannabis moet gecommuniceerd worden. Ook dat er nog veel te weinig gesensibiliseerd wordt. We doen daarom een dringende oproep voor het lanceren van een ruime informatiecampagne gericht naar ouders en jonge tieners.
Wat is de invloed op onze hersenen? DR. VAN DUYSE Die cannabinoïden gaan zich binden op de receptoren binnen onze hersenen, binnen het zenuwstelsel. Zo heeft het effect op de werking van ons geheugen. We onthouden minder goed, ons denken wordt bemoeilijkt. Bovendien komen onaangename gevoelens evengoed in versterkte mate naar voor. Bijvoorbeeld kunnen mensen plots veel angstiger worden onder invloed van cannabis, gaan ze zich meer down voelen. Dan zie je soms dat men – en dan komen we bij de acute ongewenste toxische effecten – paniekaanvallen krijgt of zelfmoordneigingen vertoont, zelfs bij eenmalig cannabisgebruik. In een roes kan men suïcidaal gedrag effectief uitvoeren. We weten dat er een stijgend gehalte aan THC in cannabis zit. Bestaat er een schadelijke of zelfs dodelijke dosis? DR. VAN DUYSE Er is nog niemand overleden is aan een te hoge concentratie aan THC op zich. Dierexperimenten hebben echter wel aangetoond dat er een dodelijke dosis bestaat. Ik vermoed dat er dus ook wel een dodelijke dosis bij mensen zal bestaan... Soms sterven er wel mensen door de gevolgen van het gebruik op indirecte wijze. Dan denk ik aan zelfmoord, een ongeval, longproblematiek op lange termijn. Zo komen we bij de chronische effecten, de nadelige gevolgen dus op lange termijn DR. VAN DUYSE Inderdaad. We weten dat het roken van 3 joints op één dag overeenkomt met het roken van één pakje gewone sigaretten. De schadelijke stoffen die in sigaretten zitten, komen in joints dus in veel hogere mate voor. Het teergehalte bijvoorbeeld is in een joint de helft hoger dan in een gewone sigaret. Op de longen heeft dit dus een zwaar effect. Er bestaat een hele groep van mensen die echte longproblemen ontwikkelen als gevolg van het roken van cannabis. Dan denk ik aan chronische longproblemen, chronische bronchitis. Maar men zal ook gevoeliger worden voor longontstekingen, de sterfte aan longkanker zal hoger zijn. In extreme gevallen kan cannabis aanleiding geven tot psychiatrische complicaties? DR. VAN DUYSE Cannabisgebruik resulteert inderdaad in meer psychiatrische ziektebeelden. Echt regelmatige gebruikers krijgen in de eerste plaats vaak te maken met een soort lethargiesyndroom. Ze verliezen m.a.w. interesse in dagda-
gelijkse zaken, ze worden apathisch, kennen een afgevlakt gevoelsleven. Ze gaan op een lager niveau van functioneren minder activiteiten ondernemen, ze ontwikkelen een depressiegevoel, ze geraken uitgeblust. En wat bij gebruik op jongere leeftijd? DR. VAN DUYSE Op jonge leeftijd heeft dit veel ernstiger gevolgen. Kinderen zijn nog in volle ontwikkeling. In volle opbouw naar een volwassen hersenstelsel, naar een volwassen lichaam, naar ontwikkeling van sociale vaardigheden. Cannabisgebruik kan die ontwikkeling afremmen, op bepaalde vlakken zelfs stilleggen. Cannabis heeft bovendien een neurotoxisch effect op de hersenen. Bij jongeren op de leeftijd tussen 14 en 18 jaar, bij wie de hersenen zich nog moeten vormen, zien we dat die hersenen niet goed volgroeien. We zien dat ze zich niet vormen zoals ze zich zouden moeten vormen. De hersenen zijn veel kwetsbaarder bij jongeren. Welke andere complicaties komen naar boven bij regelmatige cannabisgebruikers? DR. VAN DUYSE We merken dat ze vaker depressief zijn. En verder komen psychosen vaker voor. Dat is een toestand waarin je waanvoorstellingen krijgt. Denk aan hallucinaties of paranoia. Mogen we stellen dat cannabis schizofrenie veroorzaakt? DR. VAN DUYSE Ja, maar dit antwoord dient zeker genuanceerd te worden. Er zijn 3 verklaringsmodellen waarom cannabis meer geassocieerd wordt met schizofrenie. Het meest populair is de zelfmedicatietheorie. We hebben het dan over schizofrenen die cannabis gebruiken om hun klachten, lijden te verlichten. En we zien dat inderdaad ook in de praktijk. En tweede theorie zegt dat jongeren met aanleg voor schizofrenie door het gebruik die psychose ook effectief zullen ontwikkelen. Cannabis ‘triggert’ m.a.w. de psychose. Al heel wat onderzoek is hierrond gebeurt. Ook beperkt cannabisgebruik kan bij deze groep heel schadelijk zijn. Ze gaan namelijk op veel vroegere leeftijd een psychose ontwikkelen. Daar waar studies spreken dat de gemiddelde beginleeftijd voor schizofrenie 26 jaar is, verlaagt dit hierdoor naar gemiddeld 20 jaar. Die verlaging van de beginleeftijd heeft belangrijke consequenties omdat een psychose heel ingrijpend is op ontwikkeling van de hersenen. Het hele leerproces wordt daardoor doorkruist. Ze worden nog meer kwetsbaar omdat hun psychosen vaak ernstiger zijn. Ze
// Hulpverlening //
1 In extreme gevallen kan cannabis aanleiding geven tot psychiatrische complicaties 2 Een brede informatiecampagne rond cannabis moet ouders wapenen zodat ze beter in gesprek kunnen gaan met hun kinderen 2 gaan ook sneller hervallen in hun psychose door cannabisgebruik. Weet trouwens dat één joint voldoende kan zijn voor een psychose. We zien een evolutie naar chronische en zwaardere psychosen bij kwetsbare jongeren. Belangrijk is ook dat de beginleeftijd een risico inhoudt. Naarmate ze jonger zijn, hebben ze meer kans om psychotisch te worden, omdat die hersenen nog kwetsbaarder zijn. Een vijftienjarige gebruiker heeft – volgens onderzoeker Van Os – tot 10% kans om schizofrenie te ontwikkelen voor deze 26 jaar oud zijn. Bij oudere gebruikers is dat 3%. Ik wil hier daarom een pleidooi houden om cannabis op jonge leeftijd sterk af te raden. Er bestaat trouwens ook een duidelijk verband tussen de hoeveelheid en het risico. Dus hoe zwaarder en hoe frequenter het cannabisgebruik, hoe meer kans dat men psychisch ziek wordt. Hebben niet-kwetsbare jongeren ook meer kans om psychosen te ontwikkelen? DR. VAN DUYSE Daar zijn nu de eerste onderzoeken afgerond. De resultaten gaan in de richting van een licht verhoogd risico, ook bij deze groep. Zogenaamde cannabisgebruikende niet-kwetsbare jongeren hebben dus eveneens een licht verhoogde kans op het ontwikkelen van schizofrenie. Hoe wordt u in de praktijk met de gevolgen van cannabis geconfronteerd? DR. VAN DUYSE We zien dat cliënten vaker psychosen hebben door dit product te gebruiken. En in mijn praktijk zie ik dat de beginleeftijd wel vrij jong is. Van de problematische gebruikers die ik zie, merk ik dat een vrij grote groep al cannabis is beginnen gebruiken rond de leeftijd van 14 jaar. Het eerste middel dat ze gebruiken is meestal alcohol of cannabis. Via die cannabis komen ze terecht in een milieu waar ook gebruikt wordt en waar ze vlotter toegang hebben tot andere drugs. In die zin werkt het dus drempelverlagend. De depenalisering van cannabis heeft dat ook mee in de hand gewerkt. Men is het hierdoor toch als een iets normaler drug gaan bekijken. En is dat een boodschap die we mogen verkondigen? DR. VAN DUYSE Ik vind dat we heel genuanceerd over cannabis moeten praten. We moeten durven zeggen dat het gebruik bij een heleboel mensen best goed verloopt. Maar evengoed dat er een groep bestaat, die er zware problemen zal door krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat we vooral heel voorzichtig moet zijn bij jongeren. Er is een groot verschil
tussen het gebruik van cannabis bij kinderen of bij volwassenen. Dat is ook bij medicijnen zo. Sommige soorten antibiotica mogen toch ook niet aan kinderen worden gegeven, onder meer omdat deze ingrijpen op een kwetsbare ontwikkelingsfase (vb verkleurde tanden). Met cannabis moeten we durven zeggen dat het toxisch effect voor jongeren groter is. Het is dus duidelijk een risicodrugs voor jongeren. Ook al is er een relatief laag verslavend potentieel, cannabis heeft wel degelijk een nadelig effect op de ontwikkeling van kinderen. Ouders weten vaak niet hoe ze hierover moeten praten. DR. VAN DUYSE Dat klopt. Cannabis is relatief nieuw in onze maatschappij. Ondanks de vaststelling dat er op vrij grote schaal wordt geëxperimenteerd met cannabis. Wat is relevant en wat niet? Moeten ouders het toestaan of misschien in beperkte mate? Wanneer is iets alarmerend? Welke hulpverlening moeten ze in gang steken? Het resultaat is dat het gesprek vaak niet wordt gevoerd. Als er niet over gesproken wordt, kunnen die jongeren ook niet bijgestuurd worden. We zijn nog veel te weinig mondig... En dus zitten we met een probleem. Er is een grote nood aan goede informatie. Wat is cannabis, wat kan je ervan verwachten, wat is gevaarlijk en wat niet. Ouders weten ook niet vanaf wanneer het aangeboden wordt. Men denkt dat het circuleert vanaf de leeftijd van 15 of 16 jaar. Maar eigenlijk zie je het al vaak bij 13- en 14 jarigen. Vanuit De Sleutel pleiten we daarom voor een grootschalige maar genuanceerde sensibilisering rond cannabis. We moeten de mensen niet bang maken, maar ze moeten het product en ook de schadelijke effecten ervan kennen... En hoe voorkom je problemen in de eigen omgeving? DR. VAN DUYSE Praten met je kinderen is heel belangrijk, ook al weet je niet goed hoe of vind je de juiste woorden niet altijd. Belangrijk is ook dat je je als ouder goed probeert in te leven, je kinderen goed tracht te kennen. Bijvoorbeeld door op te volgen wie hun vrienden zijn, op een genuanceerde wijze over gebruik te praten. Wat vind je goed en wat niet. Op die manier weten ze wat je daarover vindt. En help hen hun sociale vaardigheden ontwikkelen. Durf ook neen zeggen. Geef zelf als ouder het voorbeeld,... En belangrijk is ook de verbondenheid met je kind. Kinderen moeten het gevoel hebben dat je om hen geeft en dat het altijd bij je terecht kan.
5 Nummer 8/2006
1
// Hulpverlening //
Nummer 8/2006
Jongeren van het RKJ bezoeken weekblad ‘Joepie’
6
Door de jongeren hun verhaal te laten doen, kunnen ze anderen aansporen om over bepaalde dingen na te denken.
Op een donderdag eind september mochten 3 jongeren van het Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma (RKJ) een bezoek brengen aan het jongerenmagazine ‘Joepie’. Hierbij enkele impressies van de bewoners die het programma voor minderjarigen volgen binnen De Sleutel. Ook afdelingshoofd Joris Cracco evalueert mee.
wat is de meerwaarde van zo’n bezoek? JORIS CRACCO (afdelingshoofd RKJ) We laten de jongeren hun verhaal doen aan anderen, zoals dit in een therapeutisch programma het geval is. En dit kunnen ze nu op een unieke en leuke manier doen. Zo kunnen ze anderen aansporen om over bepaalde dingen na te denken. Want als je anderen kunt overtuigen, geraak je zelf ook meer en meer overtuigd dat je goed bezig bent.
kennen jullie het blad joepie? BRAM
Ik lees het wel af en toe. Ik vind het een plezant boekske, vooral hun artikels over jongeren en relaties.
Na het interview (lees ‘Elke dag is een gevecht’ vanaf blz. 7)
Sven Van Oudenhove
KAREN
Ik lees graag de roddels over bekende mensen en de persoonlijke ervaringen van anderen.
en wat vonden jullie ervan? KAREN
Ik vond het interview en de vragen zeker ok. wat verwachtte je vooraf van het bezoek?
BRAM
JOËL
Al bij al stelde de journaliste heel logische vragen. Soms heb ik ook wel goed moeten nadenken.
Vooral vragen over onze jeugd en over hoe en waarom we begonnen zijn met drugs. KAREN
Ik wou vooral mijn verhaal doen en jongeren waarschuwen zodat zij niet moeten meemaken wat wij meemaken.
(*) Om reden van privacy hebben wij voor dit artikel fictieve namen gebruikt.
JOËL
Ik vond het goed. Het was leuk om eens mee te maken. Ik had wel wat meer verwacht. Tja, het was ... een beetje gewoon, denk ik. Ik had gewoon meer sensatie verwacht.
// Hulpverlening //
Karen, Bram en Joël (allemaal 17) kicken af ‘Elke dag is een gevecht’
Mijn moeder heeft de politie gebeld omdat ze vond dat het zo niet langer kon’, vertelt Bram. ‘Ze had weer eens een redelijk groot pakje heroïne in mijn kamer gevonden. Ik probeerde nog te liegen dat het van een vriend was, maar zij had een vermoeden dat ik dealde en belde de politie. Die hebben mij opgepakt. Ik was ontzettend boos op mijn moeder. Ik wilde geen hulp krijgen, ook al was ik zwaar verslaafd aan heroïne. Het enige waaraan ik dacht was dat mijn vrijheid werd afgenomen. Nu ben ik blij dat mijn moeder die moeilijke beslissing heeft genomen. Als zij niets had gedaan, zou ik nu nog steeds zwaar verslaafd zijn.’ ‘Ook ik wilde helemaal niet stoppen met het slikken van pillen en het roken van cannabis. In die roes voelde ik mij goed. Nuchter voelde ik me helemaal niet goed in mijn vel.’ KAREN ‘Het enige dat in mijn leven telde, was me amuseren. Daar hoorde wiet bij. Een leven zonder kon ik me niet voorstellen. Maar van de jeugdrechter moest het.’ JOËL
Hoe zijn jullie met drugs in contact gekomen? BRAM ‘Mijn kameraden rookten af en toe cannabis. Dat wilde ik ook wel eens proberen. Nadien nam ik bij het uitgaan al eens XTC of speed. Later kreeg ik wat heroïne aangeboden. Daar raakte ik écht aan verslaafd.’ JOËL ‘Op school werd er tijdens de pauze wiet gerookt. Natuurlijk deed ik mee. Ook toen er nadien met andere drugs werd geëxperimenteerd. Of dat kwaad kon of niet interesseerde me niet. Ik was jong en wilde een interessant leven leiden.’ KAREN ‘Mijn broer en zus gebruikten drugs. Van alles, maar alleen cannabis rookten zij thuis met hun vrienden. Op een avond mocht ik meeroken. Ik dacht dat het ongevaarlijk was. Ik wist écht niet dat je ook verslaafd kon raken aan wiet.’ Gebruikten jullie ook thuis? BRAM ‘Natuurlijk. Toen mijn moeder erop uit kwam, was ze
boos. Ze verbood me om nog drugs te nemen. Ik trok me daar niets van aan. Als je gebruikt, hou je alleen rekening met jezelf en met de drang naar een volgende roes.’ JOËL ‘Mijn moeder wist ook al snel dat ik verslaafd was. Ook zij probeerde er iets aan te doen en gaf me huisarrest, maar ik negeerde haar en ging gewoon naar buiten. Naar mijn drugsvrienden.’ KAREN ‘Mijn ouders hebben wiet op mijn kamer gevonden, maar zij hebben er niets over gezegd tot ze door de jeugdrechter werden gehoord.’ Hét beeld van een drugsgebruiker is een looser die niets doet. BRAM ‘Ik werkte op leercontract. Als ik heroïne had genomen lukte dat. Zonder kon ik het werk niet aan. Dan kon ik niet uit bed. Dan ging ik niet werken en ook niet naar school. Ik functioneerde alleen onder invloed.’ JOËL ‘Ik ging alleen naar school om mijn vrienden te zien en omdat je er makkelijk aan drugs kon geraken. Wat de leerkrachten vertelden, interesseerde mij niet.’ KAREN ‘Ik ging niet meer naar school. Mijn dagen waren gevuld met cannabis roken en rondhangen. Het enige dat me echt interesseerde, was geld vinden om drugs te kunnen kopen.’ BRAM ‘In het begin kon ik de drugs nog betalen met mijn zakgeld of met het geld dat ik bij mijn grootouders ging schooien. Maar al snel was dat niet genoeg. Dan kocht ik heroïne, hield wat voor eigen gebruik en verkocht de rest met winst door zodat ik mijn eigen drugs gratis had.’ JOËL ‘Als mijn vrienden niets meer hadden en mijn zakgeld op was, verkocht ik ook al eens XTC.’ Voelen jullie zich schuldig dat jullie anderen aan drugs hebben geholpen? BRAM ‘Helemaal niet. Ik ben niet op straat gaan leuren met de drugs en ik ben ook nooit op iemand afgestapt met de vraag of hij heroïne wilde proberen. De verslaafden kwamen naar mij. Ik heb hen gewoon verkocht wat ze vroegen... en er goed aan verdiend.’ Beseften jullie dat jullie verslaafd waren? BRAM ‘Ja. Ik schrok toen ik voor het eerst merkte dat ik lichamelijk afhankelijk was van heroïne. Onmiddellijk probeerde ik te stoppen. 4 dagen heb ik dat volgehouden. 4 helse dagen. Ik kon niet eens uit mijn bed komen, zo ziek was ik. Na 4 dagen heb ik mijn afkickpoging opgegeven. ’s Nachts
7 Nummer 8/2006
Karen, Bram en Joël hadden nooit gedacht dat die ene joint hen op het pad van een drugsverslaving zou zetten. Karen werd zwaar verslaafd aan cannabis, Joël aan cannabis en XTC en Bram aan heroïne. Hij dealde om zijn verslaving te kunnen betalen. Alle drie werden ze door de jeugdrechter gedwongen om een ontwenningskuur in de afdeling voor minderjarigen van de Sleutel’ te volgen. Hun moedige getuigenis (*).
Nummer 8/2006
// Hulpverlening //
8
ben ik volle bak beginnen rondbellen om gerief te vinden. Sindsdien leefde ik weer van roes naar roes. Ik rekende uit hoeveel heroïne ik kon kopen, om de hoeveel uur ik iets kon nemen,... Mijn leven draaide alleen rond drugs. Elke dag nam me voor om te stoppen, maar altijd had ik een excuus om toch iets te nemen.’ JOËL ‘Ik was lichamelijk niet afhankelijk. Ik moest geen drugs nemen om de pijn van het afkicken niet te voelen, maar ik had altijd zin om te gebruiken. Eén keer ben ik 2 dagen clean geweest, maar daar voelde ik me niet goed bij. Zo saai.’ KAREN ‘Een dag zonder wiet was ontzettend moeilijk. Twee dagen was onmogelijk. Dan moest ik iets hebben.’
Bron: Joepi, november 2006, met dank aan de auteur Hilde Engelen
Hoe reageerden jullie cleane vrienden op jullie verslaving? KAREN ‘Ik ontweek hen zo veel mogelijk omdat ik wist dat ze zouden zeggen dat ik ermee moest stoppen. En dat wilde ik niet.’ BRAM ‘Mijn cleane vrienden waren de enige die rechtuit durfden zeggen dat ik slecht bezig was. Ik wist dat zij gelijk hadden.’ Jullie werden door de jeugdrechter verplicht om af te kicken. Hoe verliep jullie eerste dag in de RKJ, de jongerenafdeling van De Sleutel? KAREN ‘Het was vreselijk. We werden écht volledig gecontroleerd op drugs. Ik vond het vreselijk dat ik me in aanwezigheid van iemand moest uitkleden.’ BRAM ‘De eerste dagen in crisisopvang heb ik vooral geslapen en ben ik ontzettend ziek geweest, ook al kreeg ik medicatie om het afkicken makkelijker te maken. Ik had immers tot op het laatste ogenblik gebruikt. Ook in de cel in het politiekantoor. Ik was wel gefouilleerd toen ze me oppakten, maar niet erg grondig.’ KAREN ‘Oh, die eerste dag viel wel mee. Elke dag staan er gesprekken op het programma, maar ook les en sport is belangrijk. We worden zo veel mogelijk bezig gehouden omdat we dan minder aan drugs denken.’ BRAM ‘Overdag lukt dat redelijk. Maar vlak voor ik in slaap val en net nadat ik mijn ogen ’s morgens open, denk ik nog altijd aan drugs. Eigenlijk ben ik geestelijk nog verslaafd. Ik vrees dan ook dat ik nog een tijd in begeleiding zal moeten blijven. Maar ik weet dat ik vooruitgang boek en dat de begeleiders tevreden zijn want overmorgen mag ik voor het eerst een dag op bezoek bij mijn ouders. Dat is als er intussen niets meer gebeurt.’
Wat zou er kunnen gebeuren? BRAM ‘Ik zou het op mijn heupen kunnen krijgen en het op een lopen zetten. Dat heb ik al eens gedaan. De drang naar drugs was te sterk. Samen met Joël ben ik ontsnapt. We hebben samen gebruikt, hebben buiten geslapen en zijn samen de volgende dag door de politie opgepakt. Twee dagen later, toen ik weer clean was, ben ik terug naar ‘De Sleutel’ gebracht. Achteraf was ik boos op mezelf dat ik zo dom was geweest. Maar afkicken is niet gemakkelijk, dat gebeurt met vallen en opstaan.’ KAREN ‘Ik heb me beter aan het programma gehouden en ben al verschillende keren op daguitstap naar mijn ouders geweest. Elke keer was de voorwaarde dat ik mijn drugskameraden niet zou zien. Dat was moeilijk. Ik heb zo lang met hen opgetrokken. Zij zijn de enige vrienden die ik heb. Andere zoeken, is niet gemakkelijk.’ Kan je een ex-verslaafde zijn? KAREN ‘Ik hoop het. Ik wil geen drugs meer nemen. Mijn broer en zus zijn nog altijd verslaafd. Ik zie bij hen dat een drugsverslaafde geen goed leven heeft. Toch ben ik bang om weer in de gewone wereld te stappen, in de wereld waar de drugs zo makkelijk te krijgen zijn. Ik hoop dat ik sterk genoeg zal zijn om niets meer te gebruiken. Ik ben van plan om de eerste dagen buiten volledig vol te plannen zodat ik me geen seconde verveel en niet in verleiding kom.’ JOËL ‘Ik kan niet beloven dat ik nooit meer een joint zal opsteken. Wel zal ik proberen om mezelf beter onder controle te houden en geen andere drugs te gebruiken. Mijn leven zal niet meer alleen om drugs draaien. Ik wil werk vinden, een studio huren, een hobby en een relatie hebben.’ BRAM ‘Ik ben bang om te hervallen. Elke dag is een gevecht. De drang om iets te gebruiken is er nog altijd. Ik ben niet meer lichamelijk afhankelijk, maar in mijn hoofd hunker ik wél nog naar de roes van drugs. Ik vrees dat die drang nooit zal verdwijnen. Ik kan dan ook niet beloven dat ik nooit meer iets zal gebruiken. Maar ik zal nooit meer zo ver gaan (1) . Ik wil nooit meer lichamelijk van iets afhankelijk zijn. Ik wil ook niet meer liegen en bedriegen. Ik wil mijn ouders geen pijn meer doen. Ik wil eindelijk eens een gewone zoon zijn die ze kunnen vertrouwen.’
Meer info op www.desleutel.be of contacteer RKJ op tel 09 377 25 26
(*) Om reden van privacy hebben wij voor dit artikel fictieve namen gebruikt. (1) opmerking van de begeleiding: het geloof dat je nog gecontroleerd kan gebruiken is een typische valkuil. Dat deze jongere hier nog in gelooft toont ook aan dat er voor hem nog heel wat werk aan de winkel is. Het toont eveneens aan hoe moeilijk het wel is om te stoppen als je eenmaal verslaafd bent.
// Hulpverlening //
Fit-o-meter geeft meerwaarde aan programma Crisisinterventiecentrum
Het CIC richt zich tot jongeren en volwassenen die illegale drugs in mogelijke combinatie met alcohol gebruiken en die zich in een acute crisissituatie bevinden waarbij residentiele hulp is aangewezen. Binnen het CIC wordt in hoofdzaak gewerkt via een gestructureerd groepsprogramma. Wij hebben drie verschillende leefgroepen. De groep stelt dagelijks (na overleg) zelf een dagplanning op. Deze omvat zowel groepsactiviteiten (ochtendgroep, sport, creatieve activiteiten, ...) als huishoudelijke taken. Eén bewoner wordt als verantwoordelijke aangesteld. Deze staat ondermeer in voor een vlotte communicatie tussen de groep en de begeleidende staf. Naast het groepsgebeuren wordt elke cliënt ook individueel opgevolgd door een begeleidend staflid. De cliënt kan op zijn persoonlijk begeleidend staflid terugvallen bij moeilijkheden of om persoonlijke zaken te bespreken. In dit programma kan men in een veilige omgeving en onder medische begeleiding fysiek ontwennen. Door deel te nemen aan de groepsactiviteiten, kan de cliënt een aanvang nemen in het werken aan motivatie en inzicht krijgen in de eigen verslavingsproblematiek. Samen met de cliënt kan gezocht worden naar een oriëntatie voor verdere behandeling.
Het is voor onze cliënten dikwijls moeilijk om zelf een zinvolle invulling te vinden van de vrije momenten binnen het programma. Met deze fit-o-meter bieden we hen een gezond alternatief. MATHIEU
Hoe is het idee voor de fit-o-meter ontstaan? We beschikken in het CIC over een mooi en vrij groot domein dat we beter wilden benutten. We kozen er echter bewust voor om de toestellen niet over het ganse terrein te verspreiden. De diverse oefeningen zijn dicht bij elkaar opgesteld zodat er ook een groepsdynamisch aspect ontstaat, men kan zich optrekken aan elkaar, elkaar positief uitdagen, samen tot het uiterste gaan,... NADINE
Een fit-o-meter is een openlucht conditieomloop, het is een uitgezet parcours met doorgaans houten oefentoestellen waarbij je op een ontspannen en afwisselende manier aan je conditie kan werken. Deze fit-o-meter wordt in eerste instantie binnen het groepsprogramma gebruikt. Het is naast fitness, volley- , basket- of voetbal een extra alternatief dat we kunnen aanbieden als invulling van de geplande sportactiviteiten. Dat sportieve is belangrijk binnen het programma van het CIC. We trachten tijdens hun relatief korte verblijf in ons centrum op een gezonde manier te werken aan het herstel en de opbouw van de conditie van onze cliënten. Op tijd gaan slapen, op tijd opstaan, de persoonlijke hygiëne terug opnemen, etc, zijn hierbij eveneens onontbeerlijk.
Biesiada Bjorn
MATHIEU
Onze cliënten kunnen er ook voor kiezen om tijdens hun individuele vrije tijd de verschillende oefeningen van de fit-o-meter te gaan doen om zo aan hun conditie te werken. Dit moedigen we in elk geval aan. NADINE
De oefeningen kunnen zowel in groep als individueel ingevuld worden en op die manier zorgen voor voldoende ontlading.
9 Nummer 8/2006
Het Crisisinterventiecentrum van De Sleutel te Wondelgem (CIC) opende dit najaar een gloednieuwe fit-o-meter. We hebben een gesprek over de meerwaarde van dit nieuwe sportaanbod met groepsbegeleider Mathieu D., één van de initiatiefnemers. Ook Nadine V., adjunct afdelingshoofd binnen het Crisisinterventiecentrum is er komen bijzitten.
Nummer 8/2006
// Hulpverlening //
10
Dankzij deze oefeningen die voor iedereen toegankelijk zijn, kunnen cliënten opnieuw voeling krijgen met hun eigen lichaam.
Dit fit-o-meter initiatief werd mogelijk gemaakt dankzij de ondersteuning van C&A, die De Sleutel structureel ondersteunt waardoor we ook kunnen investeren in innovatieve projecten die onze programma’s aantrekkelijker en effectiever kunnen maken.
Waarom exact een fit-o-meter?
Ik geloof ook sterk in de noodzaak van sport tijdens de periode van fysieke ontwenning. Sporten is gezond tijdens de ontwenningsperiode en een fit-o-meter biedt eenvoudige basisoefeningen die voor iederéén weggelegd zijn. Het aanbod van oefeningen kan zowel als groepsactiviteit of individueel ingevuld worden en op die manier zorgen voor voldoende ontlading. Zo kunnen onze cliënten binnen deze crisisopvang op een enigszins gestructureerde wijze stoom aflaten. Dit kadert trouwens ook binnen een ruimere visie die we hanteren bij het werken met mensen die fysiek aan het ontwennen zijn. We willen ons niet zozeer gaan focussen op het spreken maar eerder op het terug in contact komen met zichzelf en hun gevoelens, om van daaruit dan te komen tot het spreken.
MATHIEU
MATHIEU
We zijn al een tijdje op zoek naar bijkomende sportfaciliteiten voor onze cliënten. Onze eerste zorg is hierbij steeds de veiligheid. Op deze omloop kunnen we de cliënten individueel en zonder stafbegeleiding laten sporten, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld onze fitnessruimte waar enkel in groep en onder begeleiding kan getraind worden. NADINE
Een fit-o-meter is fysiek veilig. Bij fitness kan men de spieren forceren door té zware gewichten te heffen. Op een fit-o-meter is het risico hiertoe veel kleiner. Cliënten kunnen enkel hun eigen fysieke grenzen tegenkomen. Wie meer getraind is, kan de lat voor zichzelf wat hoger leggen, gewoon door de verschillende oefeningen meerdere malen na elkaar te doen. Dankzij deze oefeningen die voor iedereen toegankelijk zijn, kunnen cliënten opnieuw voeling krijgen met hun eigen lichaam. Een ander voordeel binnen onze crisissetting is dat het gebruik van een fit-o-meter geen speciale voorbereiding vraagt. Je kan het meteen aanvatten. NADINE
Door regelmatig te sporten kunnen onze cliënten tevens een aantal vaardigheden op een natuurlijke en gezonde manier ontwikkelen. Denk hierbij aan motorische vaardigheden zoals coördinatie, snelheid, uithouding en soepelheid. NADINE
Maar evengoed aan mentale vaardigheden zoals wil, doorzettingsvermogen, concentratie, ... MATHIEU
Op een fit-o-meter kunnen cliënten enkel hun eigen grenzen tegenkomen.
// Preventie //
Memorandum
Peer van der Kreeft
Een lokaal beleid wordt best uitgewerkt op drie pijlers: preventie (scholen en gemeenschap), hulpverlening (gespecialiseerd en geïntegreerd) en controle (justitie en politie). Binnen deze pijlers kan u focussen op: • vermindering van de vraag, bijvoorbeeld door jongeren andere wegen aan te wijzen dan druggebruik, door verslaafden op te vangen en te behandelen, door ex-verslaafden weer kansen op de arbeidsmarkt te bieden • vermindering van de beschikbaarheid, bijvoorbeeld door controlemaatregelen op illegale maar ook op legale drugs zoals medicatie, alcohol en sigaretten, in samenwerking met diverse medespelers in de samenleving • vermindering van de schade, bijvoorbeeld door onverwachte neveneffecten duidelijk te maken, door beschermende maatregelen van volksgezondheid of veiligheid.
Nadenken over preventie en opvoeding Wie preventiemaatregelen neemt op lokaal niveau kan daarvoor als handvatten het drug- of alcoholbeleid op federaal, Vlaams, provinciaal en lokaal niveau hanteren. Men kan natuurlijk ook beroep doen op diensten
en specialisten in de preventie. Maar het zal steeds nodig zijn om een eigen mening over drugs en druggebruik te vormen en te formuleren. De leraar in de klas kan onmogelijk over risico’s en effecten van drugs praten zonder dat er een leerling vraagt “en wat vindt u daar zelf van?”... Hetzelfde geldt voor de lokale mandatarissen. Het gebruik van alcohol, drugs en sigaretten is sterk gemoraliseerd in onze maatschappij. Dat is nodig, want zonder debat over drank, drugs, waarden en normen, zou er geen sociale controle zijn. Maar het leidt er ook toe dat alcoholisten en andere drugverslaafden sterk gemarginaliseerd zijn. In uw publieke boodschappen over verslaving probeert u die marginalisering tegen te gaan. De Sleutel lanceerde in 1988 de slogan “Drugs, praat erover!”. Daar gaat geen enkele goedkeuring van druggebruik mee gepaard. Het opent het gesprek erover, en dat effent de weg om de sociale controle onder de bevolking meer plaats te geven. In uw beleid is een rustige en open toonaard nodig, vergezeld van krachtdadige stappen. Het gesprek over drugs (inclusief tabak, alcohol en medicatie) gaat ook over regels. Dat maakt het gesprek moeilijk, want praten gebeurt zo open
Nummer 8/2006
Hoe drugpreventie aanpakken op lokaal niveau?
11
mogelijk en regels hebben maar zin als ze strikt zijn. Die dualiteit kunt u niet uit de weg gaan. Als ouders geen regels stellen en evenmin praten met hun kinderen over drugs, is dat vaak omdat ze die dualiteit uit de weg willen gaan. Als beleidsvoerder bent u voor veel ouders een rolmodel, waarin u tegelijk in staat bent om met jongeren over drugs in open debat te gaan, en strikte controlemaatregelen voor te stellen. Drugs zijn middelen met een psychoactieve werking: ze gaan via je bloed naar je hersenen en hebben een effect op je geest. Dat effect is bij illegale drugs vaak enorm sterk en vooral niet gecontroleerd. Maar behalve dat is er geen wezenlijk verschil tussen illegale drugs en legale drugs zoals tabak, alcohol en veel medicijnen. U kunt wel een specifieke campagne rond één categorie drugs doen om daar extra aandacht op te trekken: bijvoorbeeld cannabis, zware bieren of xtc. Maar in het drugbeleid maakt u best plaats voor alle categorieën. De geschiedenis leert ons dat beleidsmaatregelen die zich op één soort drug focussen de gebruiker alleen maar doet veranderen van middel.
Nummer 8/2006
// Preventie //
12
Informatie, verwijzing en wegwijzers Voorwaarde is dat op lokaal niveau mensen voldoende op de hoogte zijn van wat er aan preventie, hulpverlening en andere acties bestaat in hun stad of gemeente. Dat is niet alleen een goede dienstverlening aan de inwoners. Het is voor ook een voorwaarde voor de beleidsvoerder. Deze moet kunnen rekenen op een informed consent van de burgers: hun akkoord met uw beleid op basis van goede informatie er over.
Samen laten werken Voor een goede netwerking tussen diensten in uw regio zijn duidelijke samenwerkingsregels nodig. Er zullen organisaties bestaan die gespecialiseerd zijn in de aanpak van drugproblemen. Maar de algemene instellingen zoals scholen, sociale diensten, VDAB of OCMW komen ook met verslaving in aanraking. Investeringen zijn nodig om deze organisaties efficiënt te laten samenwerken. De bedoeling daarvan mag niet zijn om een vast werkmodel van verslavingszorg of -preventie te importeren naar andere sectoren. Het kan wel nodig zijn om een conceptueel kader te voorzien voor het brede werkveld om aan verslavingsproblemen te werken. Eventueel kan u stappen ondernemen om de specialisten hun specialisme te laten vertalen naar hun collega’s in de sectoren die met hetzelfde doelpubliek werken. Zo kunnen deze laatste strategieën van preventie, opvang of behandeling van drugproblematiek incorporeren in hun gestandaardiseerde werking.
Signposting is een vakterm geworden voor goede informatie over waar je naar toe kunt met drugproblemen. Richtingwijzers voor behandeling, vroeginterventie of soms zelfs preventie. De bewegwijzering voor fietspaden is de laatste jaren veranderd volgens het basisprincipe waarmee Ingenieur Bollens destijds de mijnwerkers in Limburg de weg wees van gang naar gang. In deze donkere gangen werden de kruispunten duidelijk gemerkt. Je kreeg een uitgestippelde route van knooppunt naar knooppunt, een route die gemakkelijk aan te passen was. Fietsroutes worden nu ook op die manier aangegeven, en het is een succesvolle verandering gebleken. Dit knooppunt-principe gaat ook op om trajecten duidelijk te maken aan de mensen die hulp of raad nodig hebben bij drugproblemen van henzelf of familieleden. Er zijn in een moderne aanpak van verslaving geen vastgelegde routes meer die iemand moet afleggen. In het persoonlijke traject dat iemand aflegt wordt op gezette tijdstippen samen beslist wat de volgende stap is. Case managers of trajectbegeleiders hebben dus een
goede en up to date kaart nodig om de hulpvragers van dienst te zijn. Het heeft echter maar zin om de weg te wijzen als de faciliteiten voor druginformatiepunten, ondersteuning, hulp en nazorg er ook zijn, dat spreekt voor zich.
Drugpreventie in het uitgaansleven Het fenomeen van pre-drinking bestaat al geruime tijd, en de jonge generatie ziet er een pragmatische oplossing in voor de duurder geworden dranken in cafés en dancings. Jongeren drinken voor ze uitgaan een tijdje buiten, bij de auto, bij iemand thuis of gewoon ergens op straat. Vaak gaat het om een halve fles sterke drank uit de supermarkt die gemixt met cola of een andere frisdrank op die paar uur verorberd wordt. De opgegeven reden is vooral omdat het goedkoper is, en voor een kleinere groep om leeftijdscontroles te ontlopen. Zulke informeel gegroeide gewoonten zijn een vorm van zelfregulering voor problemen waar jongeren mee geconfronteerd worden. Het heeft een veel sterkere impact op de leefstijl dan klassieke preventieprojecten of preventieprogramma’s. Voor deze doelgroepen is selectieve preventie noodzakelijk, waarbij een van de grootste uitdagingen is de doelgroep adequaat te kunnen bereiken. Daarvoor zijn gerichte media nodig, waarin niet alleen attractieve websites, maar ook sms-verkeer een belangrijke plaats heeft. Ook de inhoud van zulke preventie dient voortdurend te vernieuwen, want het voorbeeld van pre-drinking is vanuit het standpunt van de jongere juist een oplossing, en geen probleem.
Zo denken enkele jongeren binnen het Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma over gebruik.
Gedicht
FLIP ZONDER! Alcohol is terecht het grootste aandachtpunt voor preventie in het uitgaansleven, maar cannabisgebruik, xtc en vooral cocaïne nemen hier een steeds grotere plaats in, dus druggebruik dient breed opgevat.
Obstakels Ideologie Weerstand om te leren van ervaring Te weinig middelen Tijd, geld, informatie, supervisie Luiheid We doen het al Hoge personeels turnover Training en opleidingsinvesteringen zijn verloren Politiek negeren Weinig omvorming van input naar eigenlijke acties
Beslissingen nemen: een evenwicht bewaren tussen ... Bereik versus kwaliteit Zorg ervoor dat de interventies beschikbaar zijn voor wie het nodig heeft (bereik) ... maar niet ten koste van interventies die effectief blijken te zijn (kwaliteit) Persoon versus populatie Draag zorg voor het individu, houd rekening met zijn sterkte en kwetsbaarheid in het uitwerken van de interventie ... maar geef prioriteit aan de behoefte van de meerderheid van de mensen in nood Specialisten versus niet-specialisten Investeer in voortdurende training en opleiding voor mensen die in het verslavingsveld werken ... maar kom ook tegemoet aan de nood aan informatie en training van mensen die met verslaving geconfron-
teerd worden in hun eigen werkveld (gezondheid, opvoeding, criminaliteit, politie, sociale diensten
Citaten van enkele ‘wakkere burgers’ “Er is één ding dat ervoor zorgde dat onze zoon, nu 19, niet helemaal wegzakte in het moeras van blowen en pinten drinken: praten, praten en nog eens praten” “Ik hoor leraren en zo steeds dezelfde oude koek herkauwen over drugs en jointjes en opletten voor dit en dat ... Daar luister ik al lang niet meer naar. Maar er zijn wel van die coole websites met gimmicks en pop-ups, filmpjes en tunes die echt tof zijn. En die geven dan tenminste ook juiste informatie ...” “Wanneer ik sta les te geven over sociale vaardigheden denk ik soms al is er maar ééntje die er iets van opsteekt heb ik dat toch al bereikt ... Maar als ik het dan achteraf nuchter beschouw zou dat maar een mager resultaat zijn van mijn opleiding en al mijn voorbereidingen.” “Toen ik nog maar juist begon met drugs te nemen, gewoon jointjes dan, zei ik steeds tegen mezelf allee jongen, stop daarmee, je gaat ermee in de problemen komen. Moesten er toen mensen om mij heen geweest zijn die me daarin zouden steunen of die hetzelfde zouden zeggen, was het wel gelukt, denk ik, om uit de problemen te blijven” “Je hebt een heel dorp nodig om een kind op te voeden” Afrikaans gezegde
De tekst van dit memorandum werd midden oktober reeds overgemaakt aan de gemeentelijke en provinciale ambtenaren bevoegd voor drugpreventie en wordt ook aan de nieuwe schepenen en gedeputeerden bezorgd.
Leer flippen zonder te trippen want nu is het nog stikken Maar over enkele jaren zit ook jij te prikken en je wil niets meer pikken Zelfs in de seks zie jij het niet meer zitten Met gebruik verkloot je uw leven, je doet niets anders dan flippen en beven Je bent met je gezondheid roulette aan het spelen, en dan zeg je nog ’t is mijn leven, Erg leuk voor de mensen die wel om je geven, ik kan het allemaal best Begrijpen, De realiteit kan je keel dichtknijpen, maar ontsnappen dat zijn grappen, Waar de slappen in trappen, dus zou je best met drugs kappen, Want gebruik is misbruik van je lichaam en geest maar voor je het beseft, Beland je in een pot als kreeft, Het is een brainstorm in een glas water, Het lijkt nu nog zo leuk maar de ellende komt later, je leeft in een andere Wereld, Maar ergens ben je op dat moment helemaal nergens Gezellig met vrienden aan de coke of aan de speed, maar wie dat met je doet, Zijn je vrienden niet, Ze geven geen reet om jou, maar toon maar eens berouw, Want wie het wel doet laat je staan in de kou, Ik weet niet wat er de laatste jaren met je is gebeurd, je hebt harten verscheurd, Maar nooit getreurd of gezeurd, ook mijn gedachten kunnen ver afdwalen, Maar daarvoor hoef ik geen shit bij een dealer te halen, Voor het moment sta je gewoon stil, zeg me niet dat is wat je wil, Ik wil je niet zeggen wat er wel en niet mag, Maar dat is wat ik ervan dacht
// Tewerkstelling //
Nummer 8/2006
Renovatie
Ludo: ‘‘s Morgens kom ik met plezier naar het werk. Ik ben dubbel gemotiveerd.’
in de kijker
14
Momenteel verbouwt de Sociale Werkplaats van De Sleutel een buurthuis in Brugge. Het renovatieproject toont hoe ex-druggebruikers dankzij tewerkstelling opnieuw de draad leren opnemen. Via werk opnieuw aansluiting krijgen in de maatschappij. ‘Een van de doelgroep-werknemers wordt elke ochtend opgepikt aan de gevangenis. Als zijn termijn erop zit, vinden we zonder probleem werk bij een reguliere aannemer’, zo maakt werkplaatsleider Johan Louwyck zich sterk.
(49) ‘In onze werkplaats doen we allerhande renovatiewerken. We renoveren gebouwen voor diverse opdrachtgevers. Naast ruwbouwwerk staan we in voor sanitair, elektriciteit, schrijnwerkerij, etc. Tijdens hun periode hier mogen ze alle soorten werk aanpakken. Al snel zie je en voelen ze zelf ook, waar ze het meest aanleg voor hebben. Het is de kunst om het lichtpunt dat we bij elkeen zien op de juiste manier aan te wakkeren’. JOHAN LOUWYCK
Ludo wil als ervaringsdeskundige aan de slag (24) heeft al relatief vroeg zijn interesse voor de bouw ontdekt. Hij liep door diverse afdelingen in het beroepsonderwijs. ‘Ik volgde bouw, elektriciteit, zat in de houtbewerking, metaal. Ik zocht bewust variatie. Ik zou ook nog een specialisatiejaar volgen. Maar dan ben ik afgehaakt’. Thuis mocht Ludo meewerken als klusjesman op de camping. Hij verdiende al gauw een mooie cent. ‘Maar ik kon niet overweg met mijn stiefmoeder. Gaandeweg zakte mijn motivatie...’ Ludo was problematische gebruiker en vond zelf de motivatie om naar de hulpverlening te stappen. ‘Ik zat aan de hard
Paul De Neve
LUDO
Tewerkstelling, een concrete daginvulling en het inkomen zorgen bovendien voor een zekere stabiliteit en aanvaarding in de maatschappij zodat de dreiging tot herval beperkt kan worden. Naast de technische vaardigheden wordt in de werkplaats evenveel aandacht besteed aan de attitude van de werknemers. ‘De gasten die in onze werkplaats werken, hebben zelf gekozen voor de bouw. Ofwel hebben ze bij ons de oriëntatie module doorlopen ofwel worden ze doorgestuurd. Zo draait nu iemand mee die al tijdens zijn verblijf in Ruiselede gekozen had voor de bouw’, zo stelt Johan. ‘Vanuit onze ervaring weten we dat tewerkstelling en opleiding naast attitudetraining essentieel zijn voor een goede reïntegratie van ex-verslaafden. Het is namelijk zo dat er vaker herval is bij diegenen die geen of weinig toekomstperspectieven hebben. In het normaal economisch circuit kunnen deze ex-druggebruikers vaak niet terecht omwille van negatieve
drugs, maar ben daar nooit echt ver in gegaan. Daarbovenop was ik wel verslaafd aan ‘games’. Ik zat een ganse dag op mijn kamer aan mijn pc. Ik wist dat ik niet goed bezig was’. Uiteindelijk liet hij zich ambulant helpen in het Dagcentrum te Brugge. Twee maal per week kwam hij in therapie. ‘Nu ben ik sterk genoeg om opnieuw aan het werk te gaan. Ik denk niet dat ik ga hervallen. Via de trajectbegeleiding in het Dagcentrum en het OCMW ben ik nu aan de slag in de Sociale Werkplaats. We krijgen hier zeer veel kansen en ik heb hier al heel veel soorten werk mogen doen. Schrijnwerk, metselen, isolatiewerken,... Maar we leren ook heel veel op het vlak van attitude. Beleefdheid, op tijd komen, samenwerken, taken uitvoeren,...’
attitudes, een strafblad en een tekort aan scholing en opleiding. De sociale werkplaats komt tegemoet aan deze noden’, zo vult afdelingshoofd van de Sociale Werkplaats Guido Maertens, aan. ‘Binnen ons renovatieproject Brugge werken er momenteel 7 gasten. Meestal voelen ze zich door hun verleden onzeker, minderwaardig. We trachten ze daar bovenop te krijgen, hen vertrouwen te geven. Momenteel varieert de leeftijd hier op de vloer tussen de 19 en de 47 jaar. We werken met een beperkt aantal statuten. Ze hebben we Gesco-werknemers, maar ook zogenaamde artikel 60 werknemers. Zo werken we met momenteel met enkele gasten doorgestuurd door het OCMW van Bredene en Blankenberge’. Gesco staat voor “gesubsidieerde contractuelen”. Om in een dergelijk contract te kunnen stappen moet de betrokkene vijf jaar inactief geweest zijn en ingeschreven zijn bij de VDAB. JOHAN
Ludo draait als ‘artikel 60‘ intussen zo’n half jaar mee. Eenmaal hij een jaar in de werkplaats werkt, hoopt hij over te kunnen schakelen op het Gesco-statuut. ‘’s Morgens kom ik met plezier naar het werk. Ik ben dubbel gemotiveerd. Ik kan hier alle dagen bijleren. Ik hoop binnen de renovatie afdeling van de Sociale Werkplaats van De Sleutel te kunnen blijven werken. Op termijn hoop ik hier ook een stapje hoger te kunnen zetten en eventueel verantwoordelijkheid te kunnen opnemen. Als ervaringsdeskundige denk ik dat ik goed zal kunnen omgaan met de gasten’.
// Tewerkstelling // Danny: ‘Vroeger had ik geen interesse om te werken. Nu weet ik dat ik handenarbeid nodig heb. Ik wil ‘s avonds moe zijn.’
Sociale Werkplaats: meer dan renovatie ‘Binnen de VZW Sociale Werkplaats De Sleutel hebben we zes werkplaatsen en zorgen vijf modules voor de nodige ondersteuning. Zo hebben we een Industriële werkplaats en een Groenproject dat gesitueerd is in Gent. Verder hebben we Renovatieproject in Gent, Antwerpen, Mechelen en Brugge. We hebben aandacht voor het hele traject in nauwe samenwerking met onze partners. We bieden oriëntatie, werk met aangepaste begeleiding en opleiding aan met het oog op doorstroming naar reguliere werkgelegenheid. Dit doen we in volgende modules: screening en oriëntatie, arbeidszorg, arbeidsbegeleiding, trajectbegeleiding en sinds kort ook supported employment’.
GUIDO MAERTENS
> Danny rekent op werk in de ‘echte’ bouw DANNY
(26): ‘Ik ben op mijn 15de gestopt
gen. Ook op sportief vlak. Op het einde moesten we een halve marathon kunnen uitlopen. Na positieve afronding van dat
met school. Ik ging toen op leercontract bij een beenhouwer. Maar dat was mijn ding niet. Ik werd van thuis eigenlijk een
project kreeg ik de kans om in de wegenbouw te beginnen. Maar dat leek mij toch iets te zwaar. Daar heb ik gaandeweg
beetje in die richting geduwd. Uiteindelijk verzeilde ik als gevolg van mijn gebruik in de criminaliteit en geraakte ik veroordeeld’.
mijn echte interesses ontdekt en mijn weg naar de bouw gevonden. Vroeger had ik helemaal geen interesse om te werken. Nu weet ik dat ik handenarbeid nodig heb om mij goed te voelen. Ik wil ’s avonds moe zijn’. Binnen enkele maanden komt Danny in principe op vrije voeten te staan. Hij wil op termijn aan de slag in de reguliere bouw. Eerst hoopt hij nog een tijdje te kunnen verderwerken in de Sociale Werkplaats, maar dan onder een gescocontract. Dankzij de trajectbegeleiding bij De Sleutel wordt nu al uitgekeken naar mogelijke stageplaatsen bij reguliere aannemers. Vandaag werkt hij al perfect mee op een verbouwing die de Werkplaats uitvoert in opdracht van een bouwheer in de privé. ‘Met zijn capaciteiten moet dat lukken in de bouw’, zo motiveert de werkplaats-
Over die gepleegde feiten zelf hoor je Danny niet uitweiden. Maar hij heeft er al een heel traject opzitten. Danny wordt nu elke ochtend afgehaald aan het penitentiair centrum in Brugge. ‘Ik heb nog 6 maanden te gaan. Ik ben er één van de weinigen met een statuut van halve vrijheid’. Daarvoor verbleef hij 2 jaar in de open gevangenis in Ruiselede. De laatste maanden daar was hij één van de gedetineerden die het ’Believe’ project kon volgen om van zijn drugverslaving af te geraken. Elke deelnemer van dat project kiest gedurende 8 maanden voor een intensief programma, los van gebruik en agressie. Niet alleen de geest wordt er gezuiverd ook fysiek is het behoorlijk zwaar. ‘Ik heb heel veel geleerd tijdens dat project. Echt de grenzen leren verleg-
‘Momenteel zitten we met een sterke ploeg. De sfeer zit heel goed en ze zijn sterk gemotiveerd. Ze kunnen eindelijk iets meer verdienen. Een nieuwe wereld gaat voor hen open. De meest ervaren werknemer op de werkplaats is nu een 7-tal maanden aan het meedraaien. We zijn ook continu bezig
leider Danny. Dankzij het systeem van “supported employment”, heeft hij ook garanties dat hij kan terugkeren naar de werkplaats als het nog niet meteen lukt in de “echte” bouw.
met het bekijken van de doorstromingsmogelijkheden. Dit gebeurt in samenwerking met de trajectbegeleider. Stageplaatsen vinden bij reguliere aannemers is meestal geen probleem. Er zijn immers heel wat openstaande vacaturen in de bouw. We leggen de lat naar kwaliteit van het werk echt
wel hoog. We eisen de perfectie. Het enige wat we met opdrachtgevers niet kunnen en willen vastleggen is de afwerkingstermijn‘, aldus Johan die eerder in de reguliere bouw actief was als werkplaatsleider. ‘Ik heb serieus overwogen om als praktijkleraar aan de slag te gaan in het beroepsonderwijs. Ter voorbereiding haalde ik trouwens mijn Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid, de vroegere D-cursus. We leerden er over leerstoornissen en over attitude aanpak en ook over omgaan met drugproblematiek. Toen kreeg ik onverwacht een aanbod om in de sector als werkplaatsleider van start te gaan. Al gauw besefte ik dat deze gasten 10 keer gemotiveerder zijn dan deze in het beroepsonderwijs. Hier zijn de meesten al wat rijper, ze hebben vaak al heel diep gezeten en beseffen dat het nu of nooit is’. JOHAN
Wie zijn de opdrachtgevers van de renovatiewerkplaats? ‘Momenteel verbouwen we het Buurthuis De Wissel in Brugge. Dat gebouw is eigendom van een openbaar bestuur en kan verbouwd worden dankzij middelen van het Stedenfonds. JOHAN
Maar we werken evengoed op de particuliere markt. Onze huidige ploeg is naar technische vaardigheden en naar attitude toe in die mate gevorderd dat ze eigenlijk bijna in de reguliere bouw moeten meekunnen’.
// Adressen // Directie & centrale diensten Jozef Guislainstraat 43a 9000 Gent T 09 210 87 10 F 09 272 86 11 E
[email protected]
���������������������������������� �������������������������������������
www.desleutel.be
Bezorg ons uw mail adres Via dit De Sleutelmagazine wil De Sleutel u informeren over de werking van ons netwerk en regelmatig een stand van zaken brengen van onze diverse projecten. We willen hiermee ook aangeven hoe uw giften besteed worden. Het drukken van dit magazine wordt ons gratis aangeboden door drukkerij Die Keure, dit uit sympathie voor de vele donateurs. Per zending betalen we echter nog steeds € 0,18. Help ons ook hier te besparen door ons uw e-mailadres te bezorgen, zodat we u dit magazine voortaan digitaal kunnen toesturen. Met dank om uw gegevens te willen doorgeven (onze databank wordt beheerd overeenkomstig de privacywetgeving). U kan u later op elk moment weer probleemloos uitschrijven. Vul onderstaand formulier in en help ons onze kosten te drukken en daardoor nog beter uw gift te investeren in onze werking.
Ik wens het De Sleutelmagazine voortaan digitaal te ontvangen: Naam ____________________________________________________________________________ Voornaam ______________________________________________________________________ Adres (waar u dit magazine ontvangen heeft) ___________________________ ____________________________________________________________________________________
Straat _____________________________________________________ nr __________________ Postcode _______________________________________________________________________ Gemeente ______________________________________________________________________ E-mail ___________________________________________________________________________ •
•
Indien gewenst kan u ook inschrijven op onze andere e-zines (kruis aan indien gewenst) wenst ook het e-zine van de dienst preventie van De Sleutel te ontvangen wenst het algemene e-zine gericht naar de hulpverlening te ontvangen (dit kan u ook op onze website zelf via www.desleutel.be) Indien gewenst kan u zich ook expliciet laten schrappen uit ons mailingbestand voor het gedrukte De Sleutelmagazine (wordt automatisch door onze diensten uitgevoerd bij opgave e-mail adres) wenst het donateursmagazine op papier niet meer te ontvangen Overmaken naar De Sleutel Dienst Externe Relaties Jozef Guislainstraat 43a 9000 GENT fax 09 272 86 11
[email protected]
Dagcengtrum Antwerpen (DCA) Dambruggestraat 78 2060 Antwerpen T 03 233 99 14 F 03 225 10 24 E
[email protected] Dagcentrum Brugge (DCBG) Barrièrestraat 4 8200 Brugge T 050 40 77 70 F 050 40 77 79 E
[email protected] Dagcentrum Brussel (DCBL) Aanbeeldstraat 14 1210 Sint-Joost-ten-Node T 02 230 26 16 F 02 230 75 96 E
[email protected] Dagcentrum Mechelen (DCM) F. De Merodestraat 20 2800 Mechelen T 015 20 09 64 F 015 20 09 65 E
[email protected] Dagcentrum Gent (DCG) Meerhem 30 9000 Gent T 09 234 38 33 F 09 223 34 55 E
[email protected] Crisisinterventiecentrum (CIC) Botestraat 102 9032 Wondelgem T 09 231 54 45 F 09 231 67 15 E
[email protected] Therapeutische Gemeenschap Merelbeke (TGM) Hundelgemsesteenweg 1 9820 Merelbeke T 09 253 44 40 F 09 253 44 35 E
[email protected] Therapeutische Gemeenschap Gent (TGG) Jozef Guislainstraat 43a 9000 Gent T 09 342 88 01 F 09 342 87 95 E
[email protected] Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma Zuidmoerstraat 165 9900 Eeklo T 09 377 25 26 F 09 377 78 64 E
[email protected] Preventiedienst Jozef Guislainstraat 43a 9000 Gent T 09 231 57 48 F 09 272 86 11 E
[email protected] VZW Sociale Werkplaatsen De Sleutel (SW) Mahatma Gandhistraat 2a 9000 Gent T 09 232 58 08 F 09 232 58 18 E
[email protected]