De gereformeerde 4 gezindte kraakt
Geloof in de hemel 8 scoort het hoogst Ingekapseld 10 kind op fresco van Ghirlandaio
29 d0e c e m1b e 0r
49
Waarom Reformatie 14 in de Langstraat later begon Ongedacht 21 reformatorisch geluid in Princeton
De Waarheids vriend Wekelijkse uitgave van de Gereformeerde Bond
kerknieuws Beroepen te:
Akker- en Murmerwoude, G. Timmer te Heteren; Vlaardingen, J. Snaterse te Hagestein, voorheen GZB-zendingspredikant te Kenia; Zuidwolde, A.B. Broekman te Ingen.
Aangenomen naar:
Dordrecht (wijk 7), A. de Lange te Oldebroek; Werkendam (wijk 2), L.W. den Boer te St.-Philipsland, die bedankte voor Rouveen.
Bedankt voor:
Genemuiden (wijk 2), J.P. Nap te Lunteren.
Ds. P. Kolijn 55 jaar predikant
In Aalst werd ds. P. Kolijn op 10 december 1955 als predikant bevestigd. Hij hoopt daarom morgen 55 jaar predikant te zijn. Ds. Kolijn diende daarna
Inhoud Wekelijkse uitgave van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk
Ds. F. Luitjes 40 jaar predikant
98e jaargang, nummer 49 9 december 2010
Ds. F. Luitjes uit Ermelo hoopt komende zondag, 12 december, veertig jaar predikant te zijn. In 1970 werd hij bevestigd te Kinderdijk, waarna hij de gemeenten van Kootwijk en Woudenberg diende. Sinds zijn emeritaat in 2004 verricht hij pastoraal werk in Garderen.
Ds. T. Poot 85 jaar
Ds. T. Poot uit Bodegraven hoopt op 12 december 85 jaar te worden. Ds. Poot diende de gemeenten van Haaften, Middelharnis, Groningen, NieuwLoosdrecht en Zoetermeer. Als predikant voor buitengewone werkzaamheden was hij enige jaren verbonden aan Kerk en Wereld in Driebergen.
Bondsnieuws HSV-presentatie
Ze hadden het vreselijk koud, want het was in de kerk ongeveer 2 graden, maar de 1200 aanwezigen hadden het niet willen missen: de presentatie van de volledige herziening van de Statenvertaling. We zien dankbaar terug op een gezegende samenkomst, waarin de Heere werd dankgezegd voor wat Hij schonk. Vandaag in De Waarheidsvriend een impressie (zie pag. 6 en 7). In januari zullen we in één nummer de diverse bijdragen in ons blad afdrukken.
HSV-themanummer herdrukt
In ongeveer 260 gemeenten is inmiddels het themanummer over de herziene Statenvertaling van De Waarheidsvriend uitgedeeld. Omdat er nog altijd vraag naar is vanuit de gemeenten, is besloten nog eens 4000 exemplaren te drukken. Wie dit nummer in de gemeente wil verspreiden, vragen we contact te zoeken met onze voorlichter, H. Geluk (
[email protected]). En daarna: op is op.
Ontmoetingsdag voor studenten theologie over seksualiteit Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven Johannes 14:6
2
De jaarlijkse ontmoeting van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond met hervormde studenten in de theologie – traditiegetrouw in de week voor Kerst – zal dit jaar DV op woensdag 22 december van 13.30 tot 18.00 uur plaatsvinden – vanaf 13 uur is er
de waarheidsvriend
De Waarheidsvriend
de gemeenten van Raamsdonk, Scherpenisse, Kootwijk en Krimpen aan den IJssel, de gemeente waarin hij na zijn emeritaat in 1995 bleef wonen.
ontvangst met koffie en thee. De bijeenkomst wordt gehouden in de Schakel in Nijkerk. Voor dit jaar hebben we ervoor gekozen om samen na te denken over de bijbels-gereformeerde visie op lichamelijkheid en seksualiteit. Na de opening zal theoloog en psychiater drs. P.J. Verhagen uit Harderwijk de eerste lezing verzorgen onder de titel De bijbelse waardering van lichamelijkheid, waarin hij het spreken van de Schrift over het lichaam en onze seksualiteit benoemt en nagaat of er in het Nieuwe Testament naast de positieve bejegening van het huwelijk en het seksuele leven sterker dan in het Oude Testament het geval is, gewaarschuwd wordt voor ontucht, en overspel, waardoor de lichamelijkheid van de mens negatiever in beeld komt. Vervolgens zal drs. B.E. van RossumSmelt, gz-psycholoog bij OptiMent, onderdeel van Eleos, in een tweede op de praktijk gerichte lezing ingaan op vragen als: Hoe leer je als werker in Gods Koninkrijk jongeren en ouderen te leven volgens de standaard van Gods goede geboden? Op welke plaatsen in het gemeentewerk kan het lichamelijke, het seksuele aandacht krijgen? Is de prediking hiertoe ook een geëigend instrument? Hoe kunnen we bereiken dat er binnen de kerk meer opvoedend en richtinggevend over seksualiteit gesproken wordt dan vooral waarschuwend? De titel van haar lezing is Reinheid in een verseksualiseerde samenleving. Hervormde studenten in de theologie
W. van den Born Hem volgen en aanbidden 3 P.J. Vergunst ‘Elkaar afschrijven, dat is zonde’ Gereformeerde gezindte kraakt 4 Marie Verheij Presentatie HSV in Grote Kerk Warmte in winters Dordt 6 J.C. Schuurman Oordeel in de prediking [1] Geen geliefd thema 8 D.M. van de Linde Christus’ komst en schilderkunst [2] Ingekapselde zoon 10 J. van Wijk Studentenprotesten 11 J. Hoek Band tussen kerk en school [2] ‘Ontzieling’ als bedreiging 12 J.C. Verschure 400 jaar Reformatie in de Langstraat Protestants in Brabant 14 P. Schot Van Elsschot tot Brijs; van Gijsen tot Kellendonk Literatuur bijbels getoetst 18 G. van den Brink Onderzoeker in Princeton [3] Chalcedon in de VS 21 Kerknieuws 2, 23 Bondsnieuws 2, 21 Boekaankondigingen 5 Globaal bekeken 19 Predikantencontio 20 Agenda 21 Boekbesprekingen 22, 23
van de verschillende theologische faculteiten (ook van de zaterdagopleiding) die zich met de Gereformeerde Bond verwant weten, worden hierbij uitgenodigd. Daarnaast willen we ook de hervormd-gereformeerde studenten aan de opleiding Godsdienst Pastoraal Werk van de Christelijke Hogeschool Ede uitnodigen. Van harte welkom!
9 december 2010
Meditatie: 1 Samuël 16: 4
Hem volgen en aanbidden En kwam in Bethlehem. ‘Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.’ Deze levenswijsheid is te vinden 1 Samuël 16.
D Ds. W. van den Born is hervormd predikant te Ermelo.
e profeet Samuël moet naar Bethlehem toe gaan. Dat is een opdracht van de HEERE God. Er zal iets gaan gebeuren in het huisgezin van Isaï. Samuël weet wat de bedoeling is. Hij heeft de opdracht een van de zonen tot koning te zalven. Samuël heeft er moeite mee. Ze hadden Saul toch als koning? Die had hij zelf ook gezalfd. Waarom was God niet genadig voor Saul? Is er echt geen vergeving mogelijk als je maar één keer ongehoorzaam bent geweest? Voor Samuël is dit ondoorgrondelijk. Hij kan er niet mee uit de voeten en hij ligt opstandig in z’n bed te mokken over het beleid van God. Dit beeld ontstaat in m’n gedachten als ik 1 Samuël 16:1 lees. De HEERE moet Zijn knecht behoorlijk aansporen om te doen wat er te doen is. Gelukkig: Samuël krijgt gehoorzaamheid en gaat op weg. Hemels onderwijs ‘Hij kwam in Bethlehem.’ Zo staat het er. Dat gaat niet helemaal vanzelf en vanzelfsprekend. Samuël doet de wil van God. Dat dit nu heil en zegen brengt is voor Samuël onduidelijk. Maar wat hij nu niet ziet, zal hij later zien. Heb je daar ook al eens mee te maken gehad? Dan zou je het zelf heel anders hebben gedaan. Dan denk je dat je het beter weet, beter dan God. Daar moet je vanaf worden gebracht. De HEERE geeft juist daar les in: hemels onderwijs. Je leert Hem volgen en aanbidden: ‘Heilig zijn, o God, Uw wegen, niemand spreek’ Uw hoog-
de waarheidsvriend
heid tegen!’ (Ps. 77: 8). Samuël vertelt in Bethlehem waar hij voor komt, maar hij kan nog niet alles zeggen. Hij heeft een kalf bij zich en zal een offer brengen voor de HEERE. Isaï en zijn zonen ontvangen een speciale uitnodiging om aan de offermaaltijd deel te nemen. Samuël ziet de jongens komen. Op het eerste gezicht ziet hij Eliab als toekomstige koning. Maar de HEERE maakt aan Zijn knecht bekend: ‘Die niet. Je kijkt alleen maar naar de buitenkant. Ik zie het hart.’ Misschien de tweede zoon? De derde? Ook niet. Nee, die ook niet. Zo gaan er zeven zonen voor het aangezicht van Samuël voorbij. ‘Zijn ze dit allemaal?’, vraagt hij. Hij snapt er niks meer van. Er komt een antwoord: ‘Eentje nog, de jongste, en die is buiten bij de schapen.’ David wordt geroepen.
Het is heel verrassend en heel persoonlijk als er een boodschap van de HEERE God door Woord en Geest naar je toekomt. ‘Ik heb u lief, u mag Me dienen met de liefde van uw hart. En het is mogelijk, omdat Ik Zelf dit zo graag wil.’ Wat een verrassing. Ik denk nog terug aan 1 Samuël 16:7: ‘Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.’ We kunnen ook vertalen: God kijkt met Zijn hart. Dan komt Zijn innerlijk naar buiten en kom je in aanraking met innerlijke bewegingen van barmhartigheid. Daar is Hij vol van. Wat kunnen we daar veel van leren.
God kijkt met de liefde van Zijn hart
Wonder van genade David. Een gezonde buitenkleur, heldere ogen. Een mooie kerel om te zien. Zo staat hij daar. Wat is er? David kijkt de kring rond. Samuël komt op hem af. Hij wordt gezalfd tot koning in het midden van zijn broers. Zo heeft God gekozen. Anders dan je had gedacht. Het was niet de gedachte van Samuël. En ik zou het zo evenmin hebben uitgedacht. Hoe God verkiest en uitverkiest, is een wonder van genade. Wonderlijk, de mogelijkheid van uitverkiezing. Toch nog, toch nog zalig worden. Wie had bij zichzelf al vastgesteld: ‘Voor mij is dat niet weggelegd?’
Oog voor het zwakke Kijken met liefde van je hart. Wie doet het? We worden zo gemakkelijk geïmponeerd door uiterlijk vertoon en schone schijn, een militaire parade of een dure auto. Indrukwekkend. Van een wedstrijd raken we opgewonden over topprestaties van de snelste en de beste. Maar vanuit de Bijbel leer je om ook oog te hebben voor het zwakke en het kleine. Jezus blijft er stil voor staan als Bartimeüs roept: ‘Jezus, Zoon van David, ontferm U over mij!’ Op een andere dag zet Hij een kind in het middelpunt. Zo werkt het bij de HEERE God. Zo werkt het bij de Heere Jezus. Wat is het leerzaam dat in de praktijk te brengen.
W. van den Born
9 december 2010
3
‘Elkaar afschrijven, dat is zonde’
Gereformeerde gezindte kraakt Delen van de gereformeerde gezindte schijnen elkaar nauwelijks meer te verdragen. Dat is schokkend, beschamend, verootmoedigend. Een andere weg dan persoonlijk en kerkelijk zelfonderzoek is er niet.
D
P.J. Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.
e herziene Statenvertaling lijkt de ‘boosdoener’, maar dat is niet reëel. De presentatie van deze revisie brengt slechts een dieperliggende verwijdering aan het licht. Over de HSV is ruim acht jaar in een open en broederlijke sfeer vergaderd. Ondanks de grote werkdruk voor alle betrokkenen wilde niemand in die jaren afscheid van dit project nemen. Het is een zegen dat geen van de bestuurders of werkers tijdens dit project vanwege de gemaakte keuzen afgehaakt is. Als we beseffen dat juist de duivel de eenheid rondom het Woord wil verstoren, ervaren we hierin de zegenende hand van God. Op deze wijze heeft ds. B.J. van Vreeswijk als HSV-voorzitter gesproken tijdens de presentatie van de eerste deeluitgave, nu zes jaar geleden. Hij constateerde dat de herziening samenbindend functioneert naar allen die de gereformeerde belijdenis lief is. Die brede accolade is gebleven, ook vanwege de transparante werkwijze van het HSV-bestuur en de zorgvuldige wijze waarop alle eerlijke en onderbouwde kritiek overwogen en verwerkt is. Behoud van de Statenvertaling De weken voorafgaande aan de presentatie zijn er diverse door de
4
de waarheidsvriend
Gereformeerde Bijbelstichting belegde bijeenkomsten geweest, waarin predikanten uit met name de Gereformeerde Gemeenten (in Nederland) gesproken hebben. Het motto van deze avonden was ‘Om het behoud van de Statenvertaling’. Tegen deze achtergrond is het goed om nog eens te benaderen dat het HSV-project niemand de Statenvertaling wil afnemen. Met dit werk zijn we gestart, omdat in vele gezinnen aan tafel een parafrase als Het Boek gelezen werd, omdat de kinderbijbel als vervanger van de Bijbel zelf op tafel kwam, omdat de vertaalprincipes achter de NBV ons zorg gaven en tal van theologische begrippen als genade, geloof, bekering vervangen of anders ingevuld werden. (Zie hiervoor de deskundige vergelijking tussen SV, HSV en NBV van de theologe M.M.C. van der Wind-Baauw op www.gereformeerdebond.nl.) Als ds. J. Roos namens de Gereformeerde Gemeenten in Nederland in het RD uitspreekt dat zijn kerkverband geen behoefte aan de HSV heeft, dan begrijpen en respecteren we dat. Het zou nieuws zijn als het anders was. Het was daarom overbodig hem de vraag voor te leggen, omdat dit kerkverband niet tot de doelgroep behoort en deze gemeenten andere keuzen maken om jongeren te bewaren, zoals ‘de uitleggevende Kanttekeningen’. Zegen in gezinnen Met de Gereformeerde Gemeenten ligt het anders. In vele gezinnen wordt de zegen van deze herziening ervaren, terwijl op persoonlijke titel diverse leden van deze gemeenten hebben meegewerkt. Nog altijd is het daarom jammer dat dit kerkverband bij de start van het project niet wilde ingaan op onze uitnodiging om (slechts) geïnformeerd te worden en om ons
te vertellen welke keuzen zij maken om jongeren en ouderen te bewaren bij de betrouwbaarheid van de Statenvertaling en bij de gereformeerde theologie die in de Kanttekeningen voorhanden is. Niettemin respecteren we ten volle de keuze voor de klassieke Statenvertaling, die de synode van de Gereformeerde Gemeenten dit najaar bevestigde. Dat is haar goed recht. De vraag is wel legitiem waarom het verzet zo massief geuit wordt en er hier en daar ook schokkende uitspraken gedaan worden. Het meest ver hierin ging ds. G.J.N. Moens, die ‘in alle voorzichtigheid’ sprak over ‘een van de aanslagen van de vorst der duisternis op jonge mensen.’ In De Saambinder schreef deze predikant dat ‘het toch niet zo mag wezen dat wanneer we eenvoudig vast willen houden aan de Statenvertaling, we er dan van beschuldigd worden voor verwarring te zorgen.’ Inderdaad zit de verwarring niet in het vasthouden aan de Statenvertaling, maar in diverse typeringen ten aanzien van de herziening. De oud gereformeerde ds. A. Kort sprak over ‘een list van de duivel’, terwijl inmiddels ook vanaf kansels van andere kerken het woord ‘duivels’ gebezigd is. Bedroeven we zo de Heilige Geest niet? Vele gemeenteleden zijn door deze typeringen in verwarring gebracht, verwarring die haar weerslag heeft op het geestelijke leven van mensen. Hoe kun je een poging om een betrouwbare vertaling in hedendaagse (dat is niet: populaire) taal over te zetten, zo duiden? Ik roep al deze voorgangers op om déze typering terug te nemen. Merkbare identiteit Een dieperliggende verwijdering lijkt zich aan te dienen, schreef ik. Dat stelt ons voor grote vragen,
9 december 2010
zelfs voor een raadsel. Hoe kan het dat in een seculariserende cultuur degenen die willen staan op de basis van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis, elkaar lijken kwijt te raken? Het lijkt te gebeuren terwijl als gevolg van politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, allerlei op christelijke basis werkende organisaties het moeilijk gaan krijgen: orthodox-christelijke scholen, christelijke hulpverlening enz. Van reformatorische of evangelische stichtingen wordt meer dan ooit kwaliteit en transparantie gevraagd om erkend te blijven worden. Daarbij hoort een goed omschreven en in de praktijk merkbare identiteit. In een recente RD-bijdrage over de aanwijsbare gevolgen van spanningen in de gereformeerde gezindte voor allerlei vormen van interkerkelijk werk citeerde ik ds. A. Vergunst, vijf keer preses van de synode van de Gereformeerde Gemeenten, die ooit schreef: ‘Wij die buiten de Ned. Herv. Kerk leven, zouden de strijd van hen die worstelen binnen de Hervormde Kerk om het goed recht van de Gereformeerde Belijdenis veel meer moeten meestrijden. Zij moeten zich gesterkt weten door zovelen die de Gereformeerde leer liefhebben.’ Dat meeleven mag omgekeerd ook van hervormden verwachten worden. Al heeft ieder een roeping in de ‘eigen’ kerk – het lichaam van Christus –, kunnen we ons zeer verblijden als we het werk van God ook elders gestalte zien krijgen, kunnen we meeleven en meelijden in de zorgen die elders zijn. Leer en houding Ik roep tot die houding op, omdat onze gereformeerde overtuiging niet alleen met de leer maar ook met een houding te maken heeft. Wie van de genade van Christus moet leven, is royaal naar een ander, ook naar een andere kerk. Zo wisten we ons betrokken bij de recente synodes van de Christelijke Gereformeerde Kerken, van de Gereformeerde Gemeenten en van andere kerken. Zo volgen we ook het beleid van de Hersteld Hervormde Kerk, al schrijnen de litte-
de waarheidsvriend
kens vanwege de recente scheuring dan het meest. Die houding willen we ook van de ander vragen. In bovengenoemde RD-bijdrage verwoordde ik teleurstelling over de opmerkingen van dr. W. van Vlastuin in dagblad Trouw na de unaniem aanvaarde nota ‘Spreken over God’ in onze synode, waarmee de kerk ds. K. Hendrikse impliciet en tegelijk helder antwoordde. Ds. Van Vlastuin zette die bespreking weg als ‘hakkelen over God’, terwijl hij in september jl. toch mede-ondertekenaar was van een Verklaring van het Hervormd Overleg, waarin uitgesproken is ‘dat gezocht wordt naar wegen om elkaar geestelijk en theologisch tot zegen te zijn’. Hebben we nog de luxe om zo over elkaar te spreken en beseffen we welke impact zulke uitingen in de gemeenten hebben? Elkaar afschrijven? De positie van de Gereformeerde Bond kan dan een unieke zijn, ze is vooral een kwetsbare. Allereerst zijn we geheel gericht op de kerk waartoe we behoren en in die werkelijkheid kan partijvorming ons bedreigen. In onze protestantse context is geen reden voor gereformeerde meerderwaardigheidsgevoelens, maar wordt van ons loyaliteit en solidariteit gevraagd, ten dienste van het functioneren van de gehele kerk als lichaam van Christus. Wat binnen die kerk geldt, geldt evenzeer voor andere kerken in Nederland: we mogen elkaar niet afschrijven. Ds. G. Boer, ooit voorzitter van de Gereformeerde Bond, zei in dit verband eens: ‘Laten wij dit mogen zeggen dat elkander afschrijven zonde is.’ Diepgaander dan met de woorden waarmee ds. Boer vervolgde, kan ik het niet formuleren: ‘Wij hebben elkanders wonden niet groter te maken, elkanders strijd niet te verzwaren, maar elkander te corrigeren, elkander op te dragen in het gebed en naar de arbeid van Elia aller getal – hoever ook afgedwaald – in het oog te houden.’ Zou dat mogelijk zijn voordat de kandelaar van het Evangelie in Nederland weggenomen wordt?
P.J. Vergunst
Boekaankondigingen Drs. J.C. den Ouden Gelovig kruisdragen. Uitg. Den Hertog, Houten; 128 blz.; € 15,90. De hersteld hervormde predikant van Opheusden gaat in op wat de puriteinen over lijden en kruisdragen schreven. Hij gaat onder andere na hoe de puriteinen de eigenschappen van God – Zijn soevereiniteit, wijsheid, macht, rechtvaardigheid en goedheid – in verband brengen met kruisdragen. Karen Kingsbury Een hoopvolle toekomst. Uitg. Voorhoeve, Kampen; 304 blz.; € 19,95. Niemand van de familie kent in deze roman het ware verhaal van Josh, die na een verkeersongeval werkloos thuis zit. Jos Douma Als uw woorden opengaan. Uitg. Kok, Kampen; 155 blz.; € 14,90. De vrijgemaakt-gereformeerde predikant uit Haarlem geeft een handreiking voor het mediterend lezen van de Bijbel en schenkt speciaal aandacht aan het gebed. Tim Lahaye en Jerry B. Jenkins Het verhaal van Lucas. Uitg. Barnabas, Heerenveen; 263 blz.; € 19,95. Bijbelse roman waarin de arts Lucas centraal staat, die hoort over de wonderbaarlijke genezingen van Jezus. Hans Reinders Geen leven zonder vriendschap. Uitg. Meinema, Zoetermeer; 167 blz.; € 16,90. De VU-hoogleraar ethiek stelt in dit boek de vraag wat het betekent om mens te zijn voor mensen die vanwege een ernstige handicap veelal niet zelf kunnen of willen. Hij voert een pleidooi voor het anders naar hen kijken. Dr. F. Ledegang Origenes. Uitg. Kok, Kampen; 205 blz.; € 17,50. De auteur, specialist inzake het werk van de kerkvader Origenes (185-254), brengt teksten van deze theoloog bijeen die bekend werd vanwege zijn allegorische bijbeluitleg, zijn pogen greep te krijgen op het Mysterie en zijn veroordeling als ketter in de zesde eeuw. Liesbeth van Binsbergen Kom niet dichterbij. Uitg. Columbus, Heerenveen; 95 blz.; € 8,50. Jeugdboek over Fieke, die zich afzijdig houdt omdat ze op haar vorige school gepest werd. H. Boele Een jaar met Kohlbrugge. Uitg. De Groot Goudriaan, Kampen; € 9,90. Cadeauboekje dat voor elke dag een gedachte van dr. H.F. Kohlbrugge aanreikt. Eline Rosenhart In liefde verbonden. Uitg. Voorhoeve, Kampen; 380 blz.; € 18,95. Debuutroman van een zestienjarige (!) gymnasiumleerling, die zich drie jaar in de Amerikaanse burgeroorlog verdiepte, om te kunnen schrijven over het leven van de dochter van een plantagehouder in 1860. PJV
9 december 2010
5
Presentatie HSV in Grote Kerk
Warmte in winters Dordt Winterse taferelen omlijsten de presentatie van de Herziene Statenvertaling (HSV) in de Grote Kerk van Dordrecht, zaterdag 4 december 2010. Een impressie van een historisch moment.
O
Marie Verheij is journalist.
p het parkeerterrein aan de rand van de stad scharen auto’s zich tot rijen aaneen. Mensen stappen in bussen die speciaal gecharterd zijn voor de presentatie van de HSV in de Grote Kerk. Het is kleumen en daarom blijven handschoenen hier en daar in de kerk aan, mutsen en hoeden zo nodig op, dassen en sjaals om. ‘De warmte zal van binnenuit komen’, belooft dagvoorzitter I.A. Kole de toegestroomde 1200 luisteraars. Vanachter het Van der Kamorgel laat Cor Ardesch klanken horen voor de begeleiding van Psalm 25:4 en 5. De voorzitter van de Stichting HSV, ds. H. Russcher uit Nijkerk, leest Handelingen 8:26-39 voor, het gedeelte over Filippus en de kamerheer. Hij besluit met de wens dat de HSV bij velen ‘op schoot’ zal komen te liggen, en voor hen een betrouwbare gids tot Christus zal zijn. ‘Opdat ze hun weg, als de kamerheer, met blijdschap reizen.’ Jongeren Na het optreden van het Driestarjongerenkoor krijgt de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, J. Franssen, de allereerste HSV uitgereikt. Hij kent de taal van de Statenvertaling van logeerpartijen bij een oom en tante op Goeree-Overflakkee, vertelt hij. Andere eerste exemplaren gaan onder anderen naar burgemeester A.A.M. Brok van Dordrecht, naar de voor-
6
de waarheidsvriend
zitter van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, ds. H.J. Lam, en naar diverse vertegenwoordigers van kerken in Nederland en België. Ds. Lam spreekt de hoop uit dat de HSV mag delen in de liefde die er eeuwen was voor de Statenvertaling. ,,Zoals je van je grootvader houdt, houd je toch ook van je kleinkind?’ Omdat de HSV er vooral is om jongeren bij de Bijbel te houden, is er aandacht voor hen. Zo krijgen Thirza van de Wetering (12) en Daan van Everdingen (13) een HSV aangeboden. ‘Mogelijk zien ze elkaar vandaag voor het eerst en kan het zijn dat een Bijbel een relatie vormt’, schertst Kole. Prof.dr. F.A. van Lieburg haalt in zijn referaat over bijbellezen de eeuwen door het boek Dorsvloer vol confetti aan, waarin de schrijfster Franca Treur afreist naar haar jeugd op het Zeeuwse platteland. Treur is afkomstig uit de gereformeerde gezindte en een typisch ‘dan wel waarschuwend voorbeeld’ van iemand bij wie het proces van vervreemding snel is gegaan, vindt de VU-hoogleraar. Zij staat symbool voor een generatie voor wie de Bijbel van de huistafel nu een naslagwerk in de boekenkast is geworden. Of dat anders was gelopen als Franca met de nieuwe Statenbijbel was opgegroeid, is een andere vraag. Maar zoals het zweren bij een zuivere uitgave geen garantie is voor het functioneren van de Statenvertaling, is er gelet op de snelle veranderingen in onze tijd eigenlijk weinig redding te verwachten van een verder investeren in de herziening van oude teksten, meent Van Lieburg. ‘Nu de tekstuele hertaling is afgerond, wacht weer een culturele vertaling van de inhoud. De restauratie van het monument is voltooid, mensen
van hier en nu zullen het gebouw weer in gebruik moeten nemen.’ Prof. dr. A de Reuver, emeritus hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit Utrecht, vertelt dat Calvijn de herziene Bijbelvertaling van Olevitanus in 1546 kritisch tegen het licht hield. ‘Ook in 1546 dus een herziene Bijbelvertaling, met het oog op de verstaanbaarheid.’ De Reuver stelt drie aspecten aan de orde waar het om gaat bij het verstaan van de Bijbel: verwondering, ootmoed en concentratie op Christus. Verwondering staat voorop. ‘De Bijbel is niet een voorwerp ter observatie en analyse, maar veeleer een onderwerp in die zin dat God ons daarin aanspreekt in de vorm van een liefdesverklaring.’ De Heilige Geest is grote uitlegger van de Schriften. ‘Het grove geschut dat dezer dagen tegen de HSV in stelling wordt gebracht, lijkt te suggereren dat wij dit grondgegeven zouden negeren. Het is een treurig misverstand. Wij beseffen terdege dat een toegankelijk taalkleed wel de táálkloof kan overbruggen, maar niet de kloof van zonde en verblinding. Dat staat aan God de Heilige Geest alléén.’ Verbindend In de consistorie die een kwartier lang tot perskamer is omgevormd, zegt ds. Russcher te hopen dat de HSV verbindend zal werken. Zijn recept lijkt te werken: na afloop van de plechtigheid is er in de ommegang van de kerk volop geroezemoes van mensen die elkaar begroeten, ervaringen uitwisselen, een warme consumptie nuttigen of een HSV aanschaffen. Buiten schept verse sneeuw verbroedering als de exodus uit de Grote Kerk zich huiswaarts begeeft.
Marie Verheij
9 december 2010
Speciale genodigden bij de presentatie van de HSV luisteren naar de toespraken.
Winters weer markeert de presentatie van de Herziene Statenvertaling in de Grote Kerk van Dordrecht.
Foto’s RD, Anton Dommerholt
Thirza en Daan ontvangen een HSV uit handen van ds. Russcher.
Overzicht van de bijeenkomst in de Grote Kerk van Dordrecht. Burgemeester Brok van Dordrecht geeft een reactie op de HSV. Rechts dagvoorzitter I.A. Kole.
de waarheidsvriend
9 december 2010
7
Oordeel in de prediking [1]
Geen geliefd thema
Ds. J.C. Schuurman is hervormd predikant te Harderwijk.
In het Apostolicum is een van de twaalf artikelen gewijd aan het oordeel. ‘Vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.’ Het zijn woorden die vertrouwd in de oren klinken.
D
e vraag is in hoeverre we rekening houden met het eindgericht. Dit heeft alles te maken met de vraag hoe het oordeel in de prediking functioneert. Er is immers een nauw verband tussen het geloofsleven in de gemeente en de inhoud van de verkondiging. Van een oude wijze collega hoorde ik ooit de uitspraak: ‘Wat niet wordt gepreekt, wordt ook niet beleefd.’ Iets overwinnen Meestal moeten we iets overwinnen om het laatste oordeel nadrukkelijk aan de orde te stellen. Als we niet uitkijken blijft het bij een terloopse opmerking die nauwelijks wordt gehoord. Hoe zou dat komen? Zijn we bang mensen voor het hoofd te stoten? Zelf ervaar ik deze spanning sterk in rouwdiensten. Je wilt het Evangelie graag op een uitnodigende manier brengen. Vaak zijn er mensen aanwezig die niet vertrouwd zijn met de bijbelse boodschap. Tegelijk wil je eerlijk zijn. Er staan eeuwige belangen op het spel. God laat Zijn woord nooit vrijblijvend verkondigen. Ook in de zondagse prediking ligt op dit punt een spanningsveld. Gemeenteleden krijgen steeds vaker te maken met familie en vrienden die afhaken, of met col-
8
de waarheidsvriend
lega’s die nergens aan doen. Hoeveel ouders zijn er niet van wie kinderen en kleinkinderen hebben gebroken met de kerk, en dikwijls ook met God en het geloof in Christus. Dan ligt het heel gevoelig als in de prediking de ernst van het (eeuwig) oordeel doorklinkt. Verschoven Godsbeeld Het is van belang te onderkennen dat er sprake is van een verschuiving in het Godsbeeld. Noties als Gods toorn en wraak worden afgezwakt. Met ‘een eeuwig wee’ moet je in onze samenleving niet aankomen, want dat roept gegarandeerd verzet op en vooral als mensen in het verleden nog wel met de Bijbel zijn opgegroeid. Dan ontstaan er al gauw associaties met een ‘hel en verdoemenis’-prediking. Dat maakt je als predikant voorzichtig. Maar ondertussen kan het beeld van God (ongemerkt) veranderen. Een God Die Zijn liefde bewijst en Die er voor je is, spreekt aan. Maar een God Die de zonde straft, stoot af. Teksten als Hebreeën 10:31 (‘Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God.’) en 12:29 (‘Want onze God is een verterend vuur.’) werken vervreemdend. Ook binnen de kerk worden ze als heftig ervaren. Dergelijke woorden worden niet gauw gekozen als tekst voor een preek.
verkondiging is dan geen dienst van de verzoening meer waarin de Heere worstelt om ons behoud. Volgens 2 Korinthe 5:20 is God zelfs aan het smeken: ‘Laat u verzoenen.’ Ik noem ook zondag 31 van de Heidelbergse Catechismus: de prediking is een sleutel waarmee het Koninkrijk van God wordt geopend en gesloten! Door de kracht van de Heilige Geest gebeurt er iets als Christus wordt verkondigd. De vergeving van zonden wordt geschonken en ontvangen. Althans, als er gelovig wordt geluisterd. Als geloof en bekering ontbreken, is de boodschap ‘dat de toorn van God en de eeuwige verdoemenis’ op ons ligt. Tenminste, zolang we ons niet bekeren. Er vallen dus enorme beslissingen in de prediking. Dat geeft aan de Woordbediening een grote ernst, maar niet minder een intense vreugde als je wordt vrijgesproken van je schuld. Omdat Christus in jouw plaats Gods oordeel over de zonde heeft ondergaan.
Geloof in hemel scoort het hoogst
Een realiteit Toch is het oordeel een realiteit waar we niet omheen kunnen. Als deze bijbelse notie verdwijnt, boet de prediking aan kracht in. De
God neemt ons serieus Wij worden graag serieus genomen. Thuis, op het werk en in de gemeente. Als er Één is Die ons serieus neemt, dan is het wel de Heere. Dagelijks ontvangen we de levensadem uit Zijn hand. We kunnen niet met ons leven doen wat we zelf willen. Als onze Schepper heeft God er recht op dat we Hem erkennen en dienen. Op die verantwoordelijkheid spreekt Hij ons aan.
9 december 2010
Het is de Heere niet om het even hoe we ons leven invullen. Hoe staan we tegenover Hem? Is er toewijding? Hoe gaan we om met onze naaste? Nemen we onze verantwoordelijkheden serieus? De geschiedenis van Israël laat zien hoe Gods toorn wordt opgeroepen door afgoderij, door ongeloof, onbekeerlijkheid en halfslachtigheid, door onrecht, door liefdeloosheid, door uitbuiting van de medemens. Wat kunnen de profeten furieus zijn als ze namens hun Zender de zonden van Israël ontmaskeren. Ieder mens Bovendien merken we al in het Oude Testament dat Gods oordeel niet alleen Israël raakt, maar ook de heidenen. We zien dat in de geschiedenis van Jona als Ninevé tot bekering wordt geroepen. Bij Jesaja en Ezechiël treffen we hoofdstukken lang profetieën en oordeelsaankondigingen aan het adres van andere volken aan. Ieder mens wordt door God serieus genomen. Denk aan koning Bélsazar die diep geschokt was door het schrift aan de wand. Zijn leven kon de toets van de Heere niet doorstaan omdat hij de God, in Wiens hand zijn adem was, niet had verheerlijkt (Dan. 5:23). Kort en bondig wordt dan onze levensroeping: God verheerlijken. Ook vanuit het Nieuwe Testament weten we dat ieder mens verantwoording tegenover de Heere heeft af te leggen. Te denken valt aan wat Paulus schrijft in 2 Korinthe 5:10: ‘Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus.’ Dat is onontkoombaar. In het slot van Openbaring 20 ziet Johannes hoe de doden (klein en groot) voor God staan om geoordeeld te worden. Wel krijgen we uit Lukas 12:47-48 de indruk dat er verschillende gradaties in het oordeel zijn. Het maakt verschil of we de weg wel of niet geweten hebben. Zo zegt Jezus ook dat het voor de een verdraaglijker zal zijn in de dag van het oordeel dan voor de ander (Matth.11:24).
de waarheidsvriend
Het eeuwig oordeel Soms wordt door middel van een enquête gepeild hoeveel mensen er (nog) geloven in het bestaan van de hemel en van de hel. Het geloof dat er een hemel is, scoort meestal het hoogst. Van een eeuwig oordeel willen velen niet weten. Dat komen we ook binnen de kerk tegen, zelfs onder theologen. Maar dan komen we wel in strijd met een groot aantal schriftgegevens. Vanuit de Catechismus kwam de eeuwige verdoemenis al even ter sprake. Je moet in de Bijbel heel wat schrappen, wil je de mogelijkheid van verloren gaan ontkennen. Het is vooral Christus Zelf Die in Zijn onderwijs dikwijls gewaarschuwd heeft voor de buitenste duisternis, waar wening zal zijn en tandengeknars (Matth.25:30), en voor het eeuwige vuur (Matth. 25:41). Zelfs als een kind van het Koninkrijk kun je in het verderf eindigen (Matth.8:12). Als het goed is, krijgt deze laatste ernst ook een plaats in de prediking. Het bloed geëist In dit verband denk ik aan de indringende woorden die Ezechiël bij zijn aanstelling als wachter te horen kreeg. Als hij zijn hoorders niet eerlijk zou behandelen, zou de Heere hun bloed van Zijn hand eisen, als ze onbekeerd zouden sterven. Diezelfde notie klinkt ook door in een afscheidspreek van Paulus in Handelingen 20:26: ik ben rein van het bloed van u allen. Voorgangers moeten eenmaal rekenschap geven van hun dienst (Hebr.13:17). Daarom is het een klemmende vraag voor allen die het Evangelie brengen of we trouw zijn. In de eerste plaats trouw aan God en aan Zijn Woord. Maar behalve dat ook trouw aan de hoorders. Uiteraard zal het oordeel niet altijd even sterk benoemd worden. Dat hangt mede van de tekstkeus af. De vraag is wel of de ernst van het gericht de verkondiging doortrekt. Daardoor wint de prediking aan diepgang, terwijl bovendien de bevrijdende kracht van het Evangelie des te sterker zal zijn.
J.C. Schuurman
De Waarheidsvriend officieel orgaan van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk Hoofdbestuur ds. H.J. Lam, Ridderkerk, 1e voorzitter; ds. M.A. Kuijt, Huizen, 2e voorzitter; ds. J. Harteman, Kampen, secretaris; A.H. Teeuwissen, Huizen, penningmeester; ds. J.A. van den Berg, IJsselmuiden; ds. C. Blenk, Lienden; dr. P.F. Bouter, Bodegraven; dr. M. van Campen, Zwartebroek; A.D. Drost, Werkendam; ds. C. van Duijn, Gouda; ds. C.H. Hogendoorn, Oud-Beijerland; mr. G. Holdijk, Uddel; ds. A.J. Mensink, Krimpen aan den IJssel; prof. dr. M.J. de Vries, Papendrecht.
Redactie drs. P.J. Vergunst (hoofdredacteur); drs. B.C.Ph. van der Waal-Goudriaan (eindredacteur); ds. C.H. Hogendoorn; mr. G. Holdijk; dr. W. Verboom
Algemeen secretariaat en redactie drs. P.J. Vergunst bureau: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660; Fax 055-5767707. Werkkamer thuis: tel. 055-5789132. E-mail:
[email protected] www.gereformeerdebond.nl
Voorlichter H. Geluk, tel. 0184-612632; E-mail:
[email protected]
Ledenadministratie Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660.
Advertenties Voor alle plaatsingen en informatie (uitgezonderd rouwadvertenties): G. Verweij , tel. 0187-471020. Advertenties worden aangenomen tot tien dagen voor verschijning; verzenden naar uitg. Eilanden Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Sommelsdijk onder vermelding van De Waarheidsvriend; e-mail:
[email protected]
Abonnementenadministratie Voor nieuwe abonnees, adreswijzigingen enz. liefst schriftelijk: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn. Prijs € 46,- per jaar. Losse nummers € 0,95 p. st. plus verzendkosten. Bezorgklachten: tel. 055-5766660. Voor een nieuwe jaargang kan slechts voor 1 december worden opgezegd.
Productie Opmaak ReproVinci BV, www.reprovinci.nl Druk Kon. BDU Grafisch Bedrijf BV
Gesproken editie Informatie en opgave: CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. 0341-565499.
Digitale jaargangen Informatie en opgave: Stichting Reformatica, p/a A. van der Vliet, bureaubeheerder, Graaf van Lyndenlaan 25, 3771 JB Barneveld t 0342-424368, e
[email protected] ISSN: 0167-3262.
Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond (THGB) ‘Johannes Calvijn’ Directeur: dr. J. Hoek, e-mail:
[email protected] Postbus 80, 6710 BB Ede, tel. school (CHE): 0318-696300, fax 0318-696396, www.thgb.tk
9 december 2010
9
Christus’ komst en schilderskunst [2]
Ingekapselde zoon
In de kapel van het hoofdkoor van de Santa Maria Novella in Florence is aan de rechterzijde, in zeven panelen, het leven van Johannes de Doper verbeeld, door de kunstenaar Domenico Ghirlandaio (1449-1494).
P
Volgende week deel 3: De Heilige Familie, door Rembrandt van Rijn.
recies in het midden is het fresco van de naamgeving aangebracht, waarop de in doeken gewikkelde Johannes de Doper wederom exact in het midden is geschilderd. Rondom Zacharias zien we een groep mensen. Twee van hen buigen zich voorover om te zien welke naam de met stomheid geslagen Zacharias schrijft. De twee vrouwen aan de rechterkant vormen een verbinding met het aangrenzende fresco waarop de geboorte van Johannes is weergegeven. Het is alsof Ghirlandaio wil zeggen dat geboorte en naamgeving vanzelfsprekend één beweging zijn en in elkaars verlengde liggen.
10
de waarheidsvriend
Ds. D.M. van de Linde is hervormd predikant te RotterdamHilligersberg.
Zacharias bevindt zich in een prachtig vertrek met achter hem een weids landschap. Zijn blik is gericht op zijn ingebakerde en, zo kwam het op mij over, ingekapselde zoon die door een jonge vrouw vlak voor hem wordt gehouden. Is het fragment van het Evangelie van Lucas zoals het hier wordt weergegeven, goed verstaan? Familieleden en bekenden van Zacharias en Elisabeth zijn op kraambezoek gekomen. Op de achtste dag, de dag van de besnijdenis, zijn ze er opnieuw. Dit is de dag waarop door de vader de naam van het kind wordt uitgeroepen. In de Bijbel mag je pas naam hebben wanneer je wordt ingeweven in de geschiedenis van God met mensen. Je naam is je bestemming. Vernoemen De familieleden en bekenden willen het kind naar zijn vader noemen. Dat is het gewone, het vertrouwde. Op die manier wordt onze geschiedenis voortgezet.
Zacharias schrijft de naam van zijn zoon op, een fresco van de Florentijnse schilder Ghirlandaio. Het is te zien in de Cappella Tornabuoni van de Santa Maria Novella in Florence.
Geboorte en naamgeving liggen in ons vertrouwde denkkader in één lijn. Elisabeth gaat tegen de gewoonte in. Dit kind is volgens haar niet ter wereld gekomen om de familiegeschiedenis voort te zetten en evenmin om ingekapseld te worden in de bekende kaders. Desgevraagd schrijft Zacharia op zijn schrijfplankje ‘Johannes is zijn naam.’ Op het moment waarop hij blijk geeft van geloof en gehoorzaamheid, krijgt de oude priester zijn stem terug. Door het woord van de Heere is ook hij tegendraads geworden. Het gaat er deze ouders om dat wat de Heere met dit kind voor ogen heeft, gestalte zal krijgen. Het is door Hem opgeëist in Zijn dienst te staan, al druist dat in tegen de stroom van de omgeving van deze ouders en van het gewone van hun dagen. Het zal ook
9 december 2010
wel eens ingaan tegen henzelf. Johannes’ leven zal één verwijzing naar Jezus Christus en Diens koninkrijk zijn. Geen blad zal hij voor de mond nemen als het gaat om de eer van God en het recht aan mensen, al kost het hem de kop. Op naam des Heeren gezet en niet in de macht van de Mammon, zal hij weten van beperking en soberheid. Ook zal hij ervan overtuigd zijn dat hij slechts één grond heeft om op te staan. Voortaan kan hij anderen wijzen op het Lam Gods dat de zonde der wereld opheft. Wanneer Johannes in diepe twijfel de gevaarlijkste vraag stelt ‘Bent u degene, die komen zou?’zal hij deze vraag niet koesteren, maar aan Jezus zelf voorleggen. Familie Tornabuoni Behalve op de fresco’s over Maria’s leven op de wand waartegenover het leven van Johannes de Doper is verbeeld, brengt Ghirlandaio hier de personen aan van de zeer welvarende Florentijnse familie Tornabuoni. Zij gaven hem daartoe de opdracht, betaalden hem voor de verheerlijking van hun huis en familie. Wellicht meenden ze hierdoor het eeuwige leven te hebben. Net als de bekenden en verwanten van Zacharias en Elisabeth kapselden zij het kind in. Zij gaven het de naam ‘Zacharias’. Ze wensten hun eigen geschiedenis voort te zetten. Ghirlandaio deed daaraan mee. Lucas verkondigt dat er in het leven van de familie en verwanten van Zacharias en Elisabeth een verandering heeft plaatsgehad. Ze kregen ontzag voor God en ze spraken erover wat er van dit kind zou worden, want de hand van de Heere was met hem. Doop Ze werden daarmee volkomen verwant met de ouders die ze eerst niet begrepen. Hopelijk is dat gebeurd met de familie Torbabuoni en verwisselden ze daarmee in hun hier en nu het tijdelijke voor het eeuwige, door Christus te kennen en met Hem te leven en hun doop te verstaan. Een doop die iets totaal anders is dan een bevestiging van onze geboorte. Dopen is diep. Dopen is op naam van de Heere gezet worden en als gevolg daarvan tegendraads leven. Niet ingekap seld.
D.M. van de Linde
de waarheidsvriend
column
Studentenprotesten Ineens kwam het gesprek thuis aan tafel op de studentenprotesten van de laatste tijd. De eerste golven studentenacties tegen de voorgenomen bezuinigingen van de regering in het hoger onderwijs zijn voorbij. De landelijke Studenten Vakbond (LSVb) heeft al laten weten dat er nog meer en grotere acties zullen volgen. In Engeland zijn de voorgenomen bezuinigingen uitgelopen op heftige confrontaties met de politie. Ook in Frankrijk en Italië liep het flink uit de hand. Het kabinet-Rutte wil studenten die langer dan normaal over hun studie doen een boete van 3000 euro opleggen. Maar ook hbo’s en universiteiten zouden per ‘te lang’ studerende een boete krijgen. Bovendien zouden studenten geen financiering meer ontvangen voor het volgen van een master na hun bachelor. Volgens velen zijn dit maatregelen die de plannen om van Nederland een ‘kenniseconomie’ te maken, enorm dwarsbomen.
Dr. J. van Wijk is als docent verbonden aan Driestar Hogeschool en Driestar College te Gouda. Deze bijdrage is de laatste van dr. J. van Wijk als columnist.
De vraag komt natuurlijk op of de protesten terecht zijn of volkomen misplaatst. Opvallend is de conclusie van een commissie in de Europese Unie die onlangs stelde dat de kosten voor het onderwijs in veel Europese landen de pan uitrijzen. Even opmerkelijk is de roep in de universitaire wereld dat investeringen hard nodig zijn om onder andere de concurrentie op de internationale kennismarkt niet in gevaar te brengen. Deze complexe situatie zal op de een of andere manier het hoofd geboden moeten worden. Engeland kiest voor drastische collegegeldverhogingen, Nederland heeft zijn eigen maatregelen klaar. Nu zijn er talloze studenten die zoveel mogelijk willen halen uit hun studententijd (zeker ook voor niet studiegebonden activiteiten) en deze zo ver oprekken als mogelijk. Het probleem is echter dat er studies zijn die vrijwel onmogelijk te doen zijn in de gestelde tijd. Dit vanwege (buitenland) stages, de omvang van het afstudeerwerk, of vanwege ziekte of beperking. Daarmee zou de regering in principe rekening moeten houden. En wat te denken van functies die studenten bekleden in verenigingen of studentenraden? Dat deze situaties nu onder dezelfde noemer worden gebracht, lijkt een onverstandige maatregel.
Hardst schreeuwende studenten moeten kijkje nemen buiten EU
Hoe dan ook, de hardst schreeuwende studenten – waarschijnlijk diegenen voor wie de maatregel goed is – zouden toch eens een kijkje moeten gaan nemen in landen buiten de EU, zoals Roemenië. Dáár een universitaire- of hbo-studie volgen vraagt om grote offers en enorme toewijding. Begrippen die te veel studenten in Nederland niet of nauwelijks kennen.
J. van Wijk
9 december 2010
11
Band tussen kerk en school [2]
‘Ontzieling’ als bedreiging Niet ‘ontzuiling’ maar ‘ontzieling’ vormt de grootste bedreiging voor het christelijk onderwijs, luidde een conclusie van Wim van de Donk, voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Wat is precies de ziel van het christelijk onderwijs?
Z Dr. J. Hoek uit Veenendaal is bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit vanwege de Gereformeerde Bond te Kampen.
oals er contact behoort te zijn tussen de school en de ouders vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kinderen, zo moet dat er ook zijn tussen kerkenraad en schoolleiding. Daarbij gaat het er niet in de eerste plaats om dat een kerkenraad een controlerende vinger aan de pols houdt inzake de rechtzinnigheid van het onderwijs. Het gaat er juist meer om dat men samen onderweg is in de bezinning op de ‘ziel’ van het onderwijs en hoe Christus gestalte krijgt in gemeente en school. Dr. W.H. Velema schrijft hierover dat ‘het gaat om de heerschappij van Jezus Christus in de praktijk van elke dag, zowel in de omgang tussen docenten en leerlingen als tussen docenten onderling en allen, die op welke plek en in welke functie dan ook, bij de school betrokken zijn.’ Geen koud rotsblok Het geheim van de christelijke school ligt in de werkelijke aanwezigheid van Jezus Christus zelf. ‘Niet de doctrinaire zekerheid van het koude rotsblok in de klas neerleggen, maar een mens zijn die zelf in de aanvechting zich vastgehouden weet en daarom overeind blijft. U weet hoezeer wij in het verleden vaak dat leerstellige en daarmee tegelijk dat koude zekere hebben neergelegd in het onderwijs, zon-
12
de waarheidsvriend
der dat men merkte dat het door onszelf was heengegaan. Dit laatste is dringend nodig’, stelt Velema. Het hart van de zaak ligt niet in formules, hoe orthodox die mogen zijn, en zelfs niet in belijdenis geschriften, hoe waardevol en eerbiedwaardig ook. Het moet gaan om ‘meer dan een formule’ (A. Noordegraaf ). Ik denk aan ‘de school met den Bijbel’ in mijn geboorteplaats. Boven de voordeur was, in steen, een afbeelding van de opengeslagen Bijbel aangebracht. De benaming en symboliek zijn veelzeggend en brengen ons dicht bij de kern van de zaak. Christus centraal We komen pas écht tot het hart als we ons realiseren dat het Woord vlees geworden is en niet alleen onder ons gewoond heeft, maar nog steeds bij ons is. Christus heeft beloofd al de dagen met ons te zijn tot de voleinding van de wereld. Laten we dan ook gelovig aanvaarden dat Christus zelf in de school is. Hier ligt de diepste verbondenheid tussen de kerkenraad, het christelijk gezin en de christelijke school. In de onderlinge contacten hoort Christus centraal te staan en zal het gesprek gaan over de vraag hoe wij de aanwezigheid van Christus ervaren in de gemeente, in de gezinnen en op school. Alleen vanuit dit vertrekpunt krijgt het gesprek tussen kerkenraad en schoolbestuur over de identiteit van de school de juiste focus. Dan is het christelijke niet een extraatje, zoals de slagroom op de koffie. Als het zo gelegen was, zou het christelijke iets bijkomstigs zijn. Bovenop het huis van het normale onderwijs in allerlei vakken die in het leerplan voorkomen, zou dan
een christelijke ‘dakkapel’ worden geplaatst door van tijd tot tijd te bidden en uit de Bijbel te lezen of te vertellen. Waarin onderscheidt het christelijke onderwijs zich dan nog wezenlijk van het openbare onderwijs, dat zogezegd levensbeschouwelijk neutraal is, maar waar ook voor de liefhebbers een uurtje per week bijbelonderwijs of religieuze oriëntatie wordt gegeven? Het christelijke geloof hoort als een gist het hele brood te door trekken. Het is niet een sausje over de pap, maar het zout in de pap. Natuurlijk is het belangrijk dat de Bijbel opengaat en dat er gebeden en gezongen wordt, dat er in schoolverband vieringen zijn om de heilsfeiten te herdenken of dat er aandacht is voor bid- en dankdagen. Toch mag dit alles niet losstaan van het lesrooster van elke dag en de normale gang van zaken in de school. Pastoraal klimaat Als het goed is heerst op de christelijke school net als in de christelijke gemeente een pastoraal klimaat. Pastoraal werk is werk voor elke gelovige in het ambt van alle gelovigen. Daarom mag binnen alle organen van de christelijke school een herderlijke omgang met elkaar worden verwacht. In het bijzonder geldt dit de omgang met de leerlingen en studenten. Dat betekent een oprechte en warme belangstelling en een persoonlijke aandacht voor elke leerling op de christelijke school. Vanuit de verbondenheid met Christus krijgen we op het juiste moment woorden om te spreken en tact om te zwijgen. Dan ontstaat er een open sfeer waarin kinderen in hun verdriet en vragen iets kan worden aangereikt uit het Woord van God
9 december 2010
wat houvast biedt en wat ze wellicht hun leven lang niet meer vergeten. Kwaliteit Het gaat in het christelijke onderwijs om de allesomvattende vorming en toerusting van de mens en niet om het bijbrengen van wat vaardigheden en feitenkennis. Ook is het niet zo dat de eindtermen van de christelijke school dezelfde zijn als die van het ‘neutraal’ onderwijs, aangevuld met wat bijbelkennis. Dat zou het weer slagroom zijn in plaats van zout en gist. Het christelijke onderwijs staat voor kwaliteit en wil zeker niet de hand lichten met de voorschriften van de overheid inzake het curriculum en de eindtermen. Tegelijkertijd gaat het om ‘meer dan het gewone’. In afhankelijkheid van de Heilige Geest werken we er op de christelijke school naar toe ‘leerlingen te mogen afleveren van wie het leven gekenmerkt wordt door geloof, hoop en liefde, zodat zij op een eigen wijze, naar de aard van hun eigen gaven, dienstbaar kunnen zijn aan God en de samenleving’ (Velema). Non scolae, sed vitae discimus: niet voor de school, maar voor het leven leren wij, namelijk het leven met en voor de Heere. Privacy Vanuit deze pastorale betrokkenheid kunnen kerkenraad en schoolleiding, ieder vanuit eigen opdracht, samenwerken. Het luistert echter nauw waar het de privacy van de leerlingen betreft. De eigen positie van het gezin behoort gerespecteerd te worden. Ouderlingen kunnen zich niet rechtstreeks tot de schoolleiding wenden om te spreken over een bepaald kind en de schoolleiding kan zich evenmin rechtstreeks tot de kerkenraad wenden om dat te doen. Altijd moet eerst met het betreffende gezin contact worden opgenomen en toestemming gevraagd. Het is wel van belang dat deze mogelijkheid wordt meegenomen in de gesprekken met de ouders of verzorgers. Zo kan een onderwijzer een leer-
de waarheidsvriend
ling of student adviseren pastoraal contact te zoeken met de dominee of ouderling. Een ouderling of predikant kan ouders waar nodig bijstaan in het overleg met de schoolleiding over bijzondere situaties van de leerling. Pastorale aandacht In onze tijd is er behoefte aan gerichte pastorale aandacht voor het onderwijzend personeel van de christelijke scholen. Deze mannen en vrouwen hebben een belangrijke taak in het koninkrijk Gods. In de pastorale gesprekken die vanuit de kerkenraad met hen ter bemoediging en stimulering worden gevoerd, staat de vraag centraal hoe zij voor de klas gestalte kunnen geven aan christelijk onderwijs vanuit hun persoonlijke verbondenheid met Christus.
We hebben gezien dat de aanwezigheid van Jezus zelf het meest wezenlijke is voor de christelijke school. Deze aanwezigheid wordt merkbaar via mensen, via de meester en de juf als identificatiefiguren voor de leerlingen. Zij hebben (zeker op de basisschool) groot gezag. Het is cruciaal dat de leerkrachten door hun woorden, maar vooral door hun hele gedrag in de omgang met de kinderen een levende verwijzing naar Christus zijn. De christelijke geloofsbeleving is meer een zaak van ‘zijn’ dan van ‘zeggen’. Het ‘zeggen’ komt er wel bij, maar het ‘zijn’ gaat eraan voor-
af en gaat dieper en houdt in dat ons leven gestempeld is door het Evangelie van Christus, zodat we als reflectoren het licht van Christus weerkaatsen naar de collega’s in de school, naar de ouders en in het bijzonder naar de kinderen. Kortom, het is de bedoeling dat Christus in het onderwijzend personeel leeft en dat Hij via hen herkenbaar is voor de kinderen. Ervaringsverhaal Een docent op de christelijke school is geroepen om discipel, leerling van Christus te zijn. Dan zal hij of zij in de navolging van Christus leven. De vraag is: hoe kan dit geconcreti seerd worden binnen de christelijke school? Dat is de zorg en verantwoordelijkheid van het schoolbestuur, van de directie, van
het personeel, van de ouders zelf, maar ook van de kerkenraad. Laten kerkenraden jongeren (en dus ook jongens) stimuleren om te kiezen voor een loopbaan in het onderwijs. Dat kan door deze beroepskeuze ter sprake te brengen tijdens de catechisatie. Of maak de kerkbode van tijd tot tijd ruimte voor ervaringsverhalen van jonge mensen die voor de klas staan. Maar vooral is van belang dat in de eredienst in de voorbede jongeren worden opgedragen in hun beroepskeuze. Op die manier worden expliciet de mogelijkheden van het onderwijs benoemd.
Maak in de kerkbode ruimte voor ervaringsverhalen van jonge mensen die voor de klas staan.
J. Hoek
9 december 2010
13
400 jaar Reformatie in de Langstraat
Protestants in Brabant
J.C. Verschure uit Dongen werkte in het onderwijs en is amateur-historicus.
De Langstraat lag tot 1815 in Holland, tegen de grens met Brabant. Die situatie was in de Tachtigjarige Oorlog bepalend voor het feit dat de Reformatie er veertig jaar na de rest van Holland zijn intrede deed.
e Langstraat is dat gevaarlijke, geïsoleerde grensgebied ten zuiden van de Biesbos en het Oude Maasje. Bij het begin van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) was de Reformatie in de Langstraat nog niet doorgedrongen. Uit visitatieverslagen van de Bossche bisschop Metzius (september 1571) blijkt dat er slechts sporadisch van ketterij verdachte personen woonden. De omstandigheden veranderden echter drastisch in 1572. Den Briel kwam in handen van de geuzen en het duurde niet lang of ook Geertruidenberg stond aan de kant van de Opstand, zoals de Tachtigjarige Oorlog in de hedendaagse geschiedschrijving ook wel wordt genoemd.
We schetsen hier de situatie via de gang van zaken in zes dorpen in de westelijke Langstraat: Raamsdonk, Waspik, ’s Gravenmoer, Capelle, Sprang en Besoijen. Na de verovering van Geertruidenberg kreeg in enkele dorpen de Reformatie al snel voet aan de grond. In ’s Gravenmoer deed men al in 1578 een beroep op de classis Dordrecht om een predikant aan te stellen. Vanuit Dordrecht deed men wel een poging, maar er waren geen predikanten die in dat gevaarlijke grensgebied wilden werken. Tussen 1580 en 1590 beleefde het grensgebied vervolgens een dieptepunt wat betreft het oorlogsgeweld. In tien jaar tijd waren de dorpen vijf keer totaal ontvolkt, telkens voor enkele maanden, omdat de bevolking op de vlucht sloeg naar het Land van Heusden en Altena. Bedreigingen, brandstichtingen, verkrachtingen en gijzelingen maakten het leven onmogelijk. Herhaaldelijk kwamen er toch verzoeken uit Capelle, Sprang, ’s Gravenmoer om een predikant te benoemen. De classis Dordrecht was echter niet bereid dominees naar het grensgebied te sturen omdat de dreiging van Spaanse zijde van dien aard was dat ze hun leven niet zeker waren.
Geweld Op 31 augustus 1573 veroverde Willem van Oranje de stad. Meteen werd het stadsbestuur vervangen door gereformeerden en hun religie werd als enige toegestaan in de stad. Het geweld tegenover katholieke geestelijken waarmee de verovering van Geertruidenberg gepaard ging, zorgde voor de nodige schrik in de Langstraat. Pastoors voelden zich niet meer veilig en zochten elders een veiliger heenkomen.
‘Pastoir ofte predicant’ Intussen was de streek bijna geheel verstoken van pastorale hulp. Predikanten werden niet benoemd en vanuit het bisdom Den Bosch bleven benoemingen ook achterwege. Het gevaar voor pastoors was in die periode even groot als voor de protestantse zielzorgers. In dat vacuüm aan geestelijke zorg deed zich een uniek verschijnsel voor dat blijk geeft van grote zorg en verantwoordelijkheid van de dorpsbesturen voor het geestelijke
D
14
de waarheidsvriend
welzijn van hun gemeenschappen. Ze namen zelf het voortouw. Ze benoemden een ‘pastoir ofte predicant’, maar die voldeed niet aan de eisen die het bisdom of de classis stelde, zeker niet wat de voorgeschreven opleiding betreft. Die benoemingen lokten zowel van de classis als van het bisdom vinnige protesten uit, maar dat weerhield de dorpsbesturen niet. De nieuwe zielzorgers voorzagen overduidelijk in de behoefte aan pastorale zorg. De eerste keer dat er sprake was van zo’n benoeming door het dorpsbestuur, betrof heer Jasper in Sprang begin jaren negentig van de
9 december 2010
zestiende eeuw. Daarna volgden Capelle (1592) en Raamsdonk (1597). Het lijkt er sterk op dat de benoemingsakte van Capelle in dat laatste geval als voorbeeld werd gebruikt. Wat de inhoud betreft gaan de benoemingen meer richting de nieuwe leer dan de katholieke. Er wordt steeds gesproken over zieken bijstaan, doden begraven, kinderen dopen, mensen trouwen en ‘het Woirdt Godts prediken’, maar niet over het opdragen van een mis. Opvallend aan al die benoemingen is ook de looptijd van het contract: het zijn steeds aanstellingen voor een jaar. De dorpsbesturen hielden daarmee een grote vinger in de pap wat betreft de richting en de werkzaamheden van de man die meestal als pastoor werd aangeduid. Daarmee beperkten zij sterk zijn speelruimte en keuzevrijheid. De stem van de dorpselite in het keu-
zeproces tussen oude en nieuwe leer was daarmee, in de westelijke Langstraat, van doorslaggevend belang. ‘Ontooveren’ De inhoud van de zielzorg had, zoals al gezegd, allesbehalve de instemming van de centrale kerkelijke organisaties. In Raamsdonk kreeg ‘pastoir ofte predicant’ Jan van Giessen er herhaaldelijk van langs van de classis. Hij zegende bijvoorbeeld een huwelijk in van een paar dat door de predikant van Geertruidenberg was afgewezen. Hij hield zich ook bezig met ‘de betooverde t’ontooveren’. Hij dreef dus duivels uit. Daarvoor werd de baljuw van Dordrecht naar Raamsdonk gestuurd om hem tot de orde te roepen. Maar de bevolking van Raamsdonk was zeer tevreden over zijn werk. Elk jaar werd hij opnieuw benoemd, tot 1609 toe.
Die benoemingen tussen 1590 en 1610 blijken van groot belang geweest te zijn voor het al of niet slagen van de Reformatie in de Langstraat. Met hun aansluiten bij de oude kerk, maar zeker ook het aanleunen tegen de nieuwe leer, hebben ze hun dorpen rijp gemaakt om zonder veel problemen de belangrijke stappen te zetten die in het voorjaar van 1610 in de dorpen gezet moesten worden. Vijandige grensstreek Bij het ingaan van het Twaalfjarig Bestand (1609) konden eindelijk officiële predikanten benoemd worden omdat de dreiging van geweld voorbij was. Een van de bepalingen in het Bestand regelde dat elk van de strijdende partijen het grondgebied dat ze op dat moment (1609) hadden, zouden houden. Voor Brabant betekende die bepaling dat het onder Spaanse invloed
>>
De grens tussen Holland en Brabant liep tot 1815 als een grillige lijn vanaf Klundert tot Engelen (bij ’s-Hertogenbosch). Wat hier ten noorden van de donker- en lichtgroene Brabantse delen ligt, was Holland.
de waarheidsvriend
9 december 2010
15
begrafenisverzorging
Den Hollander Begrafenissen in Vlaardingen, Rotterdam, Gouda, Den Haag, Westland en omstreken.
› Administratie & Boekhouding › Handig een bedrijf starten › Advisering › Projectadministratie › Interim
BOEKEN EN MUZIEK
VAN DER BOOM
› Training (o.m. MS Excel)
Voorstraat 41 3245 BG Sommelsdijk Tel. (0187) 48 26 14 Fax. (0187) 48 45 20
Alleen ga je sneller... samen kom je verder!
Tel (0184) 444 100 www.bedrijfsoptimalisatie.nu
Geen crematies. P.N. den Hollander T. den Hollander Mozartlaan 13 3131 ES Vlaardingen
Tel. 010 - 4600509
www.begrafenisverzorgingdenhollander.nl
Ichthus Bewindvoering & Schuldhulpverlening (IBS)
16
Opbaarmogelijkheden in een door u gewenst uitvaartcentrum of thuis met koeling.
STICHTING “HET LOUIS BRAILLEFONDS” Secretaris:
J. Spoelstra Obrechtlaan 6 9402 TH Assen Tel. 0592-342579
(Adres) penningmeester: L. W. Maters, Tramlaan 10 8331 GL Steenwijk Tel. 0521-519064 Postbank 809898
Advies / Begeleiding en opstellen van budgetplan.
“HET LOUIS BRAILLEFONDS” is gesticht door de N.C.B.
www.ichthusschuld hulpverlening.nl
Visueel gehandicapten moeten meestal van aangepaste leesvormen gebruikmaken, zoals grootletterdruk, audeo of braille. Dit fonds heeft ten doel lectuur (b.v. Bijbels, woordenboeken) tegen dezelfde prijs beschikbaar te stellen als deze voor zienden verkrijgbaar is.
Uw vertrouwen waard!
Kent u blinden of slechtzienden in uw omgeving? Vertel hun dan over de N.C.B.
de waarheidsvriend
9 december 2010
bleef en bij gevolg voor de toekomst katholiek. Voor de Hollandse Langstraat werd de gereformeerde godsdienst de bevoorrechte religie, maar dat hield niet in dat de Reformatie daar ook algemeen aanvaard werd. De veertig jaar vertraging bleken verstrekkende gevolgen te hebben. De classis formuleerde precies wat voor mensen naar dit grensgebied gestuurd moesten worden. Het moesten predikanten zijn met ervaring omdat het werk in die vijandige grensstreek zwaar was. Behalve dat streefde men ernaar predikanten te plaatsen die goed geschoold waren (liefst in Leiden) en die in Holland gewerkt hadden, zodat ze bij de classis voldoende bekend waren. In januari 1610 kwamen de kerken in protestantse handen, maar toen het op benoemen van dominees aankwam, bleek er een levensgroot verschil tussen de wenselijkheid en de haalbaarheid. Het hoogst haalbare voor de westelijke Langstraat bleek een aantal van drie predikanten: één voor ’s Gravenmoer, één voor een combinatie BesoijenSprang en één voor Raamsdonk, Waspik en Capelle samen. In vijf van de zes dorpen leverde dat een storm van kritiek op. Vooral in Capelle en Sprang, waar de Reformatie (evenals in ’s Gravenmoer) al behoorlijk wortel had geschoten, meende men recht te hebben op een eigen predikant. Dorpselite De bereidheid van ervaren predikanten om in het gevaarlijke grensgebied te gaan werken was minimaal. Van de 21 predikanten die tussen 1610 en 1648 in de dorpen werkzaam waren, kwamen er maar zes uit Holland. De anderen kwamen uit Duitse landen, Brabant en Vlaanderen. Met de ervaring viel het ook tegen. Van die 21 betrof het voor tien (maar mogelijk twaalf ) de eerste standplaats. De voorwaarden om de Reformatie voortvarend uit te bouwen, waren
de waarheidsvriend
daardoor lang niet vervuld. Met de dorpen waar de Reformatie zich tussen 1572 en 1609 al van een behoorlijk fundament had voorzien, bleken de gevolgen niet zo ernstig. In ’s Gravenmoer, Capelle en Sprang, waar de dorpselite zich flink inspande ten gunste van de nieuwe leer, bleek de gunstige situatie van 1610 voldoende basis om tot een stabiele kerkgemeenschap uit te groeien. Maar in plaatsen zoals Waspik, waar de dorpselite (in samenwerking met een katholieke heer) zich met hand en tand verzette tegen de nieuwe situatie, kreeg de Reformatie niet echt voet aan de grond. Daar kon de predikant dan ook weinig uitrichten in 1610 en werden de Waspikse protestanten zelfs genoodzaakt naar de kerk van Capelle uit te wijken. Het gevolg was dat de gemeente Waspik pas een jaar later geïnstitueerd werd dan in omliggende plaatsen. Wisselende successen Het zou, met veel hobbels en hindernissen, tot 1618 duren voordat elk van de zes dorpen een eigen predikant tot zijn beschikking had. Op dat moment leek het, behalve in Waspik, dat het met de opbouw van de nieuwe gemeenten helemaal in orde zou komen. In het aanvankelijk weinig enthousiaste Raamsdonk ging het redelijk goed. Het feit dat de classis er niet in slaagde om ervaren Hollandse predikanten te benoemen, bleek vervolgens negatieve gevolgen te hebben. In Raamsdonk liep het hopeloos fout toen in 1620 een eenentwintigjarige jongeman uit Weert in het ambt werd bevestigd. Zijn seksuele escapades en zijn weinig voorbeeldige gedrag leidden in 1625 tot zijn ontslag. De vervanging werd slecht gere-
geld. Het gevolg was dat de gelovigen maandenlang verstoken bleven van geestelijke zorg en weer massaal naar ‘een paap’ gingen. Een schijnbaar gunstige ontwikkeling tot 1620 werd daarmee totaal tenietgedaan. In Capelle deed zich in die jaren een vergelijkbare situatie voor. De (van oorsprong West-Vlaamse) predikant kreeg daar een buitenechtelijke relatie met de dochter van de schout. De beroering was groot, maar na het ontslag van de man bleef de gemeente wel een illusie armer, maar niet gebroken achter. Toen bleek hoe belangrijk het fundament was dat voor 1609 werd gelegd. In Capelle kon het tragische intermezzo met de predikant de stevige basis niet vernietigen. Terrein terugwinnen In het gebied waren vanaf het einde van het Twaalfjarig Bestand (1621) veel rondtrekkende priesters actief die, door de open grens zonder natuurlijke barrières, de kans hadden om voor de Rooms-Katholieke Kerk veel terrein terug te winnen. Door al die ontwikkelingen bleek de toestand in 1630 zo te zijn dat drie van de zes dorpen protestants en de drie andere overwegend katholiek waren. En dat zou tot de dag van vandaag zo blijven. Soortgelijke ontwikkelingen deden zich ook elders in het grensgebied voor. Veel dorpen tegen de zuidgrens van voornamelijk protestantse gewest Holland bleven (of werden weer) katholiek. Door de verschuiving van de grens in 1815 kwam het gebied bij het katholieke Brabant en liggen er nu in dat voormalige grensgebied een aantal protestantse enclaves aan de rand van het katholieke Brabantse land.
Soms ging men massaal weer naar ‘een paap’
J.C. Verschure
9 december 2010
17
Van Elsschot tot Brijs; van Gijsen tot Kellendonk
Literatuur bijbels getoetst Ooit riep ds. J. Maasland zijn ambtsbroeders op het zicht op de hedendaagse cultuur niet kwijt te raken. Als middel om dat te voorkomen beval hij het lezen van moderne literatuur aan.
V Drs. P. Schot uit Nieuw-Lekkerland is neerlandicus.
oor diegenen die, uit tijdnood of gebrek aan affiniteit met de materie, hier nooit aan toekomen, is er nu een boek verschenen dat in een leemte voorziet. Het is geschreven door de neerlandicus dr. Jaap de Gier. Laat ik vooropstellen dat dit boek in kerkelijke kring een breed lezerspubliek en de aandacht van iedere belangstellende verdient. De beoogde lezersgroep varieert van docenten tot leiders van clubs en kringen en van predikanten tot geïnteresseerde ouders. Het aantrekkelijke ervan is dat binnen een bestek van 150 pagina’s niet alleen de moderne cultuur en literatuur in beeld komen, maar vooral ook de plaats van God en de Bijbel daarin.
N.a.v. ‘Provocatie en inspiratie. De plaats van God en de Bijbel in de naoorlogse literatuur’, door dr. J. de Gier; Artiosreeks, uitg. Groen, Heerenveen; 148 blz.; € 12,50.
‘Kapotte motor’ De opbouw is als volgt: na een schets van het naoorlogs klimaat (secularisatie, existentiefilosofie, postmodernisme) en een toespitsing daarvan op de literatuur na 1945 volgt een hoofdstuk over de ‘creatieve nihilist’ W.F Hermans, voor wie ‘God’ helemaal niets zegt (sterke invloed van de filosoof Ludwig Wittgenstein). Dan volgen twee hoofdstukken over auteurs die de kerk verlaten hebben, onder wie drie ex-gereformeerden (Wolkers, ’t Hart en Biesheuvel) en twee ex-rooms-katholieken, plus de wat oudere agnost Marnix Gijsen en de jongere Cees Nooteboom (‘het geloof in God is weggelopen als
18
de waarheidsvriend
olie uit een kapotte motor’). Na deze duidelijke ‘provocatiehoofdstukken’ stelt De Gier twee auteurs aan de orde, die de Bijbel verwerken als cultuurboek: Mulisch met De ontdekking van de hemel en de oudere Willem Elsschot met Het dwaallicht. Voor beide auteurs geldt: zij gebruiken de Bijbel voor zover die past binnen hun eigen denkkaders, respectievelijk als pure mythologie (niet anders of hoger dan de Griekse) of als metafoor, die leidt tot een afwijzing van het christelijk geloof. Aan het wezen van de Schrift gaan zij volledig voorbij.
Het slothoofdstuk gaat uitvoerig in op de bijbelse inspiratie (zie de titel); na enkele inleidende paragrafen belicht de schrijver uitvoerig de christelijke poëzie en christelijk proza. Hij signaleert dat het met de poëzie heel wat beter gaat dan met het proza. Ook hier illustreert hij weer: bij de poëzie met gedichten van Gerrit Achterberg en Guillaume van der Graft en bij het proza met Achtendertig nachten van Janne IJmker en Zondagavond van Vonne van der Meer. Het boek wordt afgesloten met een literatuuropgave (per hoofdstuk) en een tiental discussievragen.
Siebelink Een belangrijke vraag binnen het thema van dit boek luidt natuurlijk over welk godsbeeld we eigenlijk praten. Onder de titel ‘Niet-bijbelse godsbeelden’ gaat De Gier in op het werk van Frans Kellendonk (voor wie het geloven is gereduceerd tot ‘een werkzaamheid van de scheppende verbeelding’), van Gerard Reve (met zijn ‘geprofaniseerde God’) en ook van Stefan Brijs (met name De engelenmaker). Wellicht ook door de onvoorstelbare verkoopsuccessen besteedt De Gier uitvoerig aandacht aan Knielen op een bed violen van Jan Siebelink. ‘Het eenzijdige godsbeeld’ uit de hoofdstuktitel verwijst zowel naar ‘de broeders-in-het-zwart’ als naar de hoofdpersoon Hans Sievez. De Gier licht er tien saillante punten uit, waaruit steeds de scheefgroei blijkt, en voorziet deze dan steeds van een kort bijbels commentaar in gereformeerde zin, een aanpak die hij in de rest van zijn boek nergens toepast. Je zou daarom de vraag kunnen stellen of zo’n expliciete correctie van een volledig gekarikaturaliseerd geloof echt nodig is.
Kwaliteit Waarin ligt nu de kwaliteit van dit voortreffelijke en bruikbare boek? In de eerste plaats in zijn gevarieerdheid, zowel in de algehele opbouw als in de uitwerking per paragraaf. Na twee bredere hoofdstukken (waarin de neerlandicus veel bekends zal tegenkomen), volgt een aantal hoofdstukken met ‘diepteboringen’ waarin het afzonderlijke werk centraal staat. Deze aanpak zorgt voor een aangename afwisseling voor de lezer. Er is geen sprake van eindeloze verhalen over stromingen en tendensen, maar van heldere lijnen en een compacte weergave. Wat hiermee samenhangt, is de stijl van De Gier. Hij presenteert een bepaalde roman in enkele pagina’s door een samenvatting van de inhoud en thematiek te geven en vervolgens de lijn naar zijn thema door te trekken. Hij doet dat in een vlotte en zeer leesbare stijl zodat de kenner en ‘nietkenner’ van het betreffende werk geboeid blijven lezen. Als je een boek niet kent, nodigt de gepresenteerde bespreking je uit er uitvoeriger kennis van te nemen, zo is mijn ervaring. En als een
9 december 2010
Nieuw genre De tweede opmerking is meer een suggestie. Sinds enkele decennia hebben we in de literatuur een nieuw genre, het zogenoemde niet-fictionele proza (van onder anderen Suzanna Jansen, Geert Mak en Annejet van der Zijl). Binnen het kader van De Gier denk ik dan aan Ararat van Frank Westerman, een indringend boek over de juistheid van het loslaten (beter: wegglijden van) de christelijke opvoeding. Misschien biedt dit een mogelijkheid voor een tweede druk? Die gun ik dit boek graag; mijn aantekeningen zijn niet meer dan krabbels in de marge bij deze eminente studie. Van harte aanbevolen.
In Protestants Nederland geeft L.F. Kosten een collage van (24) gedichtjes van Jacob Cats over ‘liefde en huwelijk’ uit diens Liefdes Kortsprake. ‘Cats is Nederland uit’, constateert hij. Dat betreurt hij ook. Een selectie. • Wie op een oud wijf is gezind Die toont dat hij het geld bemint.
• Jonge jaren willen paren Of iemand deur of venster sluit, die kwalijk is, die wil eruit.
Globaal bekeken
boek aanzet tot méér en verder lezen, mag het zeker geslaagd heten. Verder viel mij de brede belezenheid van De Gier op. Hij wandelt van Elsschot tot Brijs en van Gijsen tot Kellendonk en dat geeft dit boek ook zijn actuele waarde. Het als een rode draad aanwezige ijkpunt ‘de plaats van God en de Bijbel’ geven dit boek anno 2010 een unieke plaats. Zijn er kanttekeningen bij te maken? Ongetwijfeld; in alle bescheidenheid noem ik er twee. In de literatuurwetenschap mag Achterberg beslist geen christelijk dichter genoemd worden; al die christelijke beelden zijn slechts metaforen, bijvoorbeeld voor de dichter en het dichterschap (visie van onder anderen prof. Dorleijn). Natuurlijk weet De Gier dat ook, maar kennelijk durft hij toch een andere visie te verdedigen. Bij een eventuele bespreking in een seculier blad zou dit onmiddellijk tot een hevig debat leiden. Dezelfde discussie heeft zich ook afgespeeld rond de poëzie van Martinus Nijhoff. Op dit punt moeten we heel behoedzaam zijn (denk aan het totaal misplaatste gebruik in christelijk Nederland van een gedicht als ‘O, Man van smarten met den doornenkroon’ van de volstrekt areligieuze Willem Kloos, die dat schreef voor een vriend). Misschien kunnen we veel discussiestof vermijden door niet te spreken over ‘christelijke poëzie’, maar over poëzie van een christen (ook al een oud dispuut).
• Bouwt en trouwt met uws gelijk Arm met arm, en rijk met rijk. Net met kuis, en mors met vuil, Valk met valk en uil met uil.
• Het is des werelds loop, al slaat het somtijds mis De dochter wordt een wijf als nu de moeder is.
• Jonk met oud dient niet getrouwd.
• Het zij voor mannen ofte vrouwen Beter naar ’t oor als ’t oog te trouwen
• De vogelaar fluit wondermooi Totdat de vink is in de kooi.
• Zij die een zot trouwt om zijn kot Mist licht het kot en houdt de zot
• Met beter te hopen is de tijd verlopen.
*** In Christelijk Weekblad ‘rouwteksten van denkers en dichters’ die Aly Brug een jaar lang verzamelde. Hier volgen er vier: Wie weet of, wat men sterven noemt, niet eigenlijk het leven is, of het leven eigenlijk sterven is? Want de mensen die het licht nog zien moeten nog altijd lijden; maar allen die gestorven zijn, die lijden niet meer, zij zijn van alle pijn bevrijd. Langzaam zie ik hen gaan die ik nog bij me had, de bocht om van het pad. Wat gouddoorschenen stof, dan wordt het in de hof nog stiller dan voorheen. De liefsten. – Eén voor één.
Euripides
Ida Gerhardt
Dan zullen wij vrij zijn en zullen zien, zullen wij zien en liefhebben, zullen liefhebben en prijzen. Zie, zo zal het zijn aan het einde zonder einde. Want wat is ons einde anders dan in het rijk aan te komen dat zonder einde is? Augustinus Gij hebt, o God, dit broze bestaan gewild hebt boven ’t nameloze mij uitgetild Laat mij dan dankbaar leven de volle tijd, geborgen in de bevende zekerheid, dat ik niet uit dit smal en onvast bestand van mijn bestaan zal vallen dan in Uw hand. Ad den Besten
P. Schot
de waarheidsvriend
v.d.G.
9 december 2010
19
Ter inleiding op de contio Op de eerste woensdag en donderdag van het nieuwe jaar zal DV de jaarlijkse tweedaagse predikantenconferentie van de Gereformeerde Bond gehouden worden. Op deze pagina een toelichting. Traditie en puriteinen Na de opening door ds. H.J. Lam zullen we de predikanten herdenken die in het jaar 2010 overleden zijn. Het tweede deel van de woensdagmorgen is als altijd gereserveerd voor de causerie, die dit jaar verzorgd wordt door drs. A.A. van der Schans, docent geschiedenis aan hogeschool Driestar Educatief in Gouda en bestuurslid van de landelijke vereniging van geschiedenisleraren in Nederland. Van der Schans, tot voor kort hoofdredacteur van Transparant, het blad van de Vereniging voor christen-historici (VCH), hoopt te spreken over ‘Vruchtbaar omgaan met de traditie’. We denken daarbij aan de wijze waarop we als leidinggevenden in de gemeenten in verbondenheid met zowel de traditie van de kerk der eeuwen alsook met onze hervormd-gereformeerde geschiedenis, actuele thema’s dienen te behandelen. ’s Middags luisteren we naar dr. R.W. de Koeijer uit Putten, die hoopt te spreken over ‘De betekenis van de puriteinen voor de hedendaagse geloofsbeleving’. Onder meer komt dan aan de orde hoe de nadruk op de heiliging bij de puriteinen zich verhoudt tot de hedendaagse nadruk op de heiliging, die we onder andere bij de stichting Heart Cry zien. NGB en levenseinde In november 2011 herdenken we dat Guido de Bres 450 jaar geleden de Nederlandse Geloofsbelijdenis over de muur van het kasteel in Doornik wierp, waar in die tijd landvoogdes Margaretha van Parma verbleef. Dr. J. van Eck uit Ede zal daarom – kort nadat de synode van de Protestantse Kerk het rapport ‘Spreken over God’ aanvaardde – een referaat houden onder de titel ‘Belijden in een lege tijd. Spreken over God in de Nederlandse Geloofsbelijdenis’. Het laatste dagdeel spreekt de Utrechtse emeritus-hoogleraar dr. H.W. de Knijff uit Rheden over het thema euthanasie. Tegen de achtergrond van de medische, medisch-ethische en sociale ontwikkelingen met betrekking tot het levenseinde van mensen, met name ouderen in Nederland, denkt prof. De Knijff met ons na welke vragen en dilemma’s dit voor de kerk en voor het pastoraat betekent. Ook komt aan de orde welke gevolgen de economisering en vertechnisering van het leven heeft voor de manier waarop we naar ouderen kijken. Zo leven we toe naar twee dagen van wetenschappelijke bezinning op aangelegen thema’s, waarin we de onderlinge contacten versterken door samen beogen de gereformeerde theologie vruchtbaar te maken voor de kerk en de maatschappij. Alle predikanten – die dezer dagen persoonlijk uitgenodigd worden – zijn van harte welkom.
Predikantencontio 5-6 januari 2011
Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond nodigt alle hervormd-gereformeerde predikanten van harte uit de contio bij te wonen. Deze wordt traditiegetrouw gehouden in centrum Hydepark, Driebergsestraatweg 50 te Doorn. De contio duurt twee hele dagen, met uitzondering van de avonden.
WOENSDAG 5 JANUARI
9.30-10.00 uur: Ontvangst 10.00 uur: Opening van de contio door ds. H. J. Lam, voorzitter 10.45 uur: Koffiepauze 11.15 uur: Causerie door drs. A.A. van der Schans, Bodegraven over het thema ‘Vruchtbaar omgaan met de traditie’. 12.30 uur: Middagpauze met warme maaltijd 14.00 uur: Referaat door dr. R.W. de Koeijer, Putten over het thema ‘De betekenis van de puriteinen voor de heden daagse geloofsbeleving.’ 15.00 uur: Theepauze 15.45 uur: Bespreking van het referaat 17.30 uur: Afsluitende broodmaaltijd
20
de waarheidsvriend
DONDERDAG 6 JANUARI
9.30 uur: Dagopening 10.00 uur: Referaat door dr. J. van Eck, Ede over het thema ‘Belijden in een lege tijd. Spreken over God in de Nederlandse Geloofsbelijdenis.’ 11.00 uur: Koffiepauze 11.30 uur: Bespreking van het referaat 12.30 uur: Middagpauze met lunch 14.00 uur: Referaat door prof. dr. H.W. de Knijff, Rheden over het thema ‘Euthanasie. Cultuurhistorische, theologische en pastorale overwegingen bij het levenseinde.’ 15.00 uur: Pauze 15.45 uur: Bespreking van het referaat 17.30 uur: Sluiting van de contio, met aansluitend een broodmaaltijd
9 december 2010
Bondsnieuws Ontvangen giften en collecten
Met dankbaarheid verantwoorden we de volgende giften en collecten, die we over de periode 5 tot en met 29 november ontvingen. Collecten (algemeen werk) Evangelisatie Pniël, Wieringerwaard € 54,95. Leerstoelfonds Diac. Berkenwoude € 114,90; diac. Nieuwe Tonge € 2500,00. Van 1603 personen werd een bedrag van € 35910,38 ontvangen, zodat de totaalopbrengst € 38.525,28 bedroeg. Studiefonds Diac. Ichthus Noordwijk € 307,10. Steunfonds Diac. Rouveen € 1328,96; Zendingscomm. wijken 3/4 Sliedrecht € 750,00; diac. Zuilichem € 400,00. Totaal € 2478,96. We ontvingen totaal € 41.366,29. Hartelijk dank voor uw/jouw betrokkenheid bij het werk van de Gereformeerde Bond. Het banknummer luidt 138421 t.n.v. Gereformeerde Bond te Apeldoorn. Wilt u de bestemming van uw bijdrage en woonplaats duidelijke vermelden? A.H. Teeuwissen, penningmeester
Agenda Zangavond Hardinxveld
Op DV zaterdag 11 december wordt er een kerstzangavond gehouden in de Hervormde Kerk te Boven-Hardinxveld met medewerking van de zanggroep The Jaffo Gate Quartet. Orgel: Gerrit Sterrenburg. Meditatie: missionair predikant ds. C.L. de Rooij uit Rotterdam. Aanvang 19.30 uur; kerk open om 19.00 uur. Toegang gratis.
Kerstmuzieklezing Elburg
Kerkmusicus Maarten Seijbel houdt DV zaterdag 18 december een lezing over het thema ‘Tien eeuwen Kerstmuziek’. Plaats: Orgelmuseum aan de Rozemarijnsteeg 9 te Elburg. Deelnameprijs € 5,00 (incl. consumptie). Aanvang 14.30 uur. Graag opgave vooraf bij M. Seijbel, tel. 0525-681486 of e-mail
[email protected].
Kerstzangavond Amersfoort
Op DV zaterdag 18 december verzorgt het Christelijk Gemengd Koor Cantate Deo uit Amersfoort o.l.v. Peter Eilander een kerstzangavond in de Sint-Joriskerk, Hof 1, te Amersfoort. Medewerking wordt verleend door het Zaans Interkerkelijk Mannenkoor o.l.v. Jan Quintus Zwart. Orgel en vleugel: Henk van der Maten en Peter Eilander. Opening, sluiting en meditatie: ds. G.D. Kamphuis uit Amersfoort. Aanvang: 19.45 uur. Toegangskaarten, à € 5,00, aan de kerk verkrijgbaar of te bestellen via www.cantatedeo.nl. Kinderen t/m 12 jaar gratis.
de waarheidsvriend
Onderzoeker in Princeton [3]
Chalcedon in de VS Eens in de twee weken spreken we hier met de aanwezige collega’s een ochtend lang door over het werk van een van ons. Onlangs was een rooms-katholieke collega aan de beurt. Het feit dat hij tot de orde der jezuïeten behoorde, vervulde mij eerlijk gezegd op voorhand niet met al te veel enthousiasme. De jezuïeten –waren dat niet de ergsten? Die zaten immers achter de Inquisitie, en gingen zich later in Rome beklagen als sommige katholieke leiders in hun ogen te veel naar het protestantisme neigden. Ze jutten dan de paus op om er nog een tandje bij te doen in de handhaving van de zuivere rooms-katholieke leer. Of het aan de andere tijd of de andere plaats ligt, weet ik niet, maar mijn collega deed in niets aan zijn vroegere ordegenoten denken. Het bleek een zeer innemende en bescheiden man die hier in Amerika onder vakgenoten bovendien zeer in aanzien staat omdat hij tot de grootste kenners van de Vroege Kerk behoort.
zoals Nestorius, of dat ze tot één goddelijke natuur vermengd zijn, zoals anderen leerden, heeft het namelijk niet meer over de Christus die in het Evangelie naar ons toekomt, en plaatst zich daarmee buiten de christelijke gemeenschap. Die handelwijze leek onze collega niet onredelijk. In zijn kerk vindt men doorgaans ofwel dat Chalcedon onverkort onderschreven moet worden (eventueel ook zonder het te begrijpen), men kan er niets meer mee en zet zich er danig tegen af. Father Daley bepleitte echter een derde weg. Met gebruikmaking van begrippenmateriaal uit de omgeving van destijds probeerden onze vaderen het geheim van de Persoon van Christus niet te ontraadselen, maar wel te omschrijven. Opdat het wel over Hem zou blijven gaan en niet over een ander. Dat is voor ons vandaag ook van belang, want Christus is nog altijd Degene om wie alles in ons geloof draait.
Prof.dr. G. van den Brink is voor een jaar gastonderzoeker te Princeton (VS). Over een aantal weken schrijft hij weer.
Het project van father Daley ging over de vraag hoe christenen in de eerste eeuwen tegen Jezus Christus aankeken. Wie was Hij voor hen? Onze beeldvorming hierover is sterk bepaald door het concilie van Chalcedon in het jaar 451, zo maakte hij duidelijk. Daar werd men het eens over de formulering dat de goddelijke en de menselijke natuur van Christus ‘ongedeeld en ongescheiden’ maar ook ‘onvermengd en onveranderd’ zijn. Men fixeerde zich daarmee niet op één leer aangaande Christus waarmee ieder het eens moest zijn, maar men zette wel de krijtlijnen rond het speelveld van het christelijk geloof uit. Er mocht op verschillende manieren gesproken worden over hoe God en mens zich in Hem tot elkaar verhouden. Het hoefde in de kerk geen koekoek eenzang te zijn. Maar wel werden de grenzen gemarkeerd. Wie bijvoorbeeld meent dat de naturen in Christus gescheiden zijn,
Tegelijk moeten we ons echter niet op Chalcedon fixeren. In boeken over kerkgeschiedenis wordt dat vaak wel gedaan. Ze bezien dan heel de vroegkerkelijke christologie door de lens van Chalcedon. Maar zo ontgaat ons veel, want het vroegchristelijke denken over Gods Zoon was zoveel rijker. Wie goed toekijkt, ziet dat men Jezus bijvoorbeeld ook tekende in zijn verhouding tot Israël. En dat men wat Hij in Zijn verlossingswerk voor ons gedaan heeft eigenlijk veel belangrijker vond dan hoe het precies zit met Zijn naturen. Ik vertelde Daley dat zijn visie me aan de reformatoren deed denken, en vooral aan Melanchthon. Die heeft immers ooit gezegd: ‘Christus kennen, dat is Zijn weldaden kennen (dus weten wat Hij voor je gedaan heeft) en niet Zijn naturen beschouwen.’ Aan zijn glimlach te zien, vond hij dat wel een mooi compliment.
G. van den Brink
9 december 2010
21
Boekbespreking Miroslav Volf Een nieuw verleden – omgaan met herinneringen in een gebroken wereld. Uitg. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam; 200 blz.; € 19,50 ‘O, commandant G., slechte commandant G., gruwel van de dagen die ik maar niet kan vergeten en schrikbeeld van de nachten die ik mij nog zeer goed herinner! De vreemde God (…) die ik dien, wil je een geschenk geven – en Hij wil je het door mij geven! (…) Ja, als mijn geloof het bij het rechte eind heeft, zal jij ook een nieuw zelf in een nieuwe wereld krijgen – dat hoop ik tenminste, ook al kan ik er niet helemaal zeker van zijn. Maar toch, een misdaad is een misdaad, dus ik heb er bepaald geen zin in.’ Dit citaat van de Kroatisch-Amerikaanse theoloog Miroslav Volf laat ons in een notendop kennismaken met een aantal belangrijke karaktertrekken van zijn boek Een nieuw verleden (pag. 180). Zoals de ondertitel aangeeft, gaat dit boek over het omgaan met herinneringen in een gebroken wereld. Die herinneringen zijn voor Volf zelf onlosmakelijk verbonden met een zekere commandant G., een veiligheidsagent uit het Titoregime (1945-1980). In het boek functioneert commandant G. als een belangrijke gesprekspartner. Commandant G. heeft nogal een spoor getrokken in het leven van de jonge Miroslav door hem gedurende lange tijd zeer streng te verhoren. Volf gold name-
lijk als staatsgevaarlijk. Hij was de zoon van een lutherse dominee, getrouwd met een Amerikaanse en had bovendien een proefschrift over Marx geschreven dat je tussen de regels door zou kunnen uitleggen als kritisch ten aanzien van de communistische regering in Joegoslavië. Er was vanuit Belgrado dus reden genoeg Volf als verdacht te beschouwen. Deze verhoren zouden van Volf een verbitterd man gemaakt kunnen hebben die alle vertrouwen in rechtvaardigheid en menselijkheid verloren had. Dat is echter niet gebeurd, want Volf dient, naar eigen zeggen, ‘een vreemde God’ die hem gebiedt zijn vijanden lief te hebben. Dat is de tweede constante in het boek: het getuigenis van het Evangelie wijst Volf een weg in de omgang met zijn herinneringen. Daarmee kom ik bij een derde lijn. Want dat wat Volf zelf bedacht zou kunnen hebben als het gaat om de omgang met herinneringen aan het kwaad, dat hoort hij ook van andere stemmen die in de moderne westerse cultuur klinken. ‘Een misdaad is een misdaad’ is in onze cultuur een voortdurend terugkerend refrein. We zijn verplicht die misdaden te gedenken, bijvoorbeeld uit respect voor de slachtoffers. Dit soort waarnemingen (we herkennen ze allemaal, denk alleen al aan het verschijnsel ‘stille tocht’ dat de laatste jaren een enorme vlucht neemt) brengt Volf tot een diepgaande analyse van onze cultuur.
Geef kinderen als Yasini een nieuwe kans!
Hij ziet in de eindeloos herhaalde oproep tot gedenken een teken van leegte. We missen in onze cultuur ander kapitaal om op een goede manier met herinneringen aan het kwaad om te gaan, luidt zijn analyse. Er bestaat geen ‘goed’ (voor Volf het Evangelie van kruis en opstanding) meer om het ‘kwaad’ tegemoet te treden. Daar hebben we alleen nog maar de herinnering aan het kwaad voor en dat is volgens Volf absoluut niet voldoende. Bovendien is onze herinnering op zichzelf al problematisch, zegt Volf. Hoe betrouwbaar is die bijvoorbeeld en hoe betrouwbaar zijn wij zelf eigenlijk in onze omgang met de herinnering? De drie hierboven geschetste lijnen worden in het boek op een indringende wijze met elkaar in verband gebracht. Want omgaan met herinneringen in de lijn van het Evangelie is niet eenvoudig. Dat is een risky journey, zoals Volf ooit in een interview zei. Iets waar een mens ‘bepaald geen zin’ in kan hebben. Maar toch vraagt Christus het van ons en om die reden kunnen we er eenvoudig niet aan voorbij. Ook aan Volfs boek kun je niet eenvoudig voorbij. Het is grondig, pastoraal en persoonlijk. De veelheid van gesprekspartners vermoeit soms, net als de niet altijd even zorgvuldige vertaling. Maar er staat iets op het spel, dat voel je voortdurend, en dan kan een boek wel een stootje hebben. W.P. Vermeulen, Goudriaan/Ottoland
Al vanaf € 15,00 per maand sponsort u een weeskind. Mail of bel:
[email protected]
Yasini uit Malawi is wees én slechthorend. Zijn oma zorgt liefdevol voor hem, maar zij is erg arm. Gelukkig kunnen wij kinderen als Yasini helpen!
038 - 385 79 66
Sinds kort zit Yasini bij ons op school. Dankzij een gehoortoestel geniet hij volop van het (Bijbels) onderwijs. Na school bezoekt hij onze dagopvang, waar hij een warme maaltijd krijgt. Stéphanos wil meer (wees-)kinderen als Yasini helpen. Uw steun is hierbij onmisbaar.
Helpt u mee? De kinderen in Malawi rekenen op u! Banknr. 33 53 07 450 Stichting Stéphanos, Uddel Wij bevelen het werk van Stéphanos van harte aan! Ds. A.A. Brugge, Ds. D.J. Budding, Ds. L. Groenenberg, Ds. A. den Hartog, Ds. J.D. Heikamp, Ds. L.M. Jongejan, Ds. J. Joppe, Ds. M. Klaassen, Ds. A. Kort, Ds. L.W. van der Meij, Ds. J. van Rossem, Mr. C.G. van der Staaij, Ds. K. Visser, Ds. W. van Vlastuin, Ds. C. Vogelaar, Ds. H. Zweistra
Stichting Stéphanos, Postbus 1136 3860 BC Nijkerk, tel. 033 - 245 62 22
[email protected], www.stephanos.nl
Kerknieuws Boekencentrum werkt aan nieuwe geloofscursus voor gemeenteleden
Uitgeverij Boekencentrum werkt samen met een aantal theologen aan de ontwikkeling van een geloofscursus voor gemeenteleden. Met deze cursus willen de uitgever en de redactie een instrument bieden om de kennis van Bijbel en geloofsleer ‘op te frissen’ en de beleving van het geloof te verdiepen, zodat de waarde van het gereformeerde geloven echt gaat leven voor christenen van vandaag. In veel kerkelijke gemeentes worden ieder jaar cursussen over het christelijk geloof aangeboden. Het gaat meestal om missionaire cursussen, gericht op buiten- of randkerkelijken, terwijl veel deelnemers meelevende gemeenteleden zijn. Blijkbaar is er behoefte aan scholing en toerusting bij de gemeente. Tegelijk geven predikanten en kerkenraadsleden steeds vaker aan dat de kennis van het christelijke geloof afneemt en wel in het bijzonder de gereformeerde invulling daarvan. Deze twee gegevens waren voor uitgeverij Boekencentrum reden te starten met de ontwikkeling van een nieuwe, persoonlijke geloofscursus. De cursus bestaat uit twee cursusboeken en een handleiding met powerpointpresentaties. De cursusboeken bieden materiaal voor zeven bijeenkomsten. Daarmee krijgen gemeentes de mogelijkheid een korte of lange cursus of twee cursussen te geven. De persoonlijke doorleving van de geloofsleer krijgt een grote plaats in de cursusboeken en in het gesprek in de groep. Aan deze cursus werken mee Leantine Dekker,
ds. E.K. Foppen, ds. T. Jacobs, ds. E. van den Ham, ds. H. Veldhuizen en dr. W. Verboom. De uitgever verwacht dat de cursus vanaf september 2011 leverbaar is.
Prayer Night 2011: samen bidden biedt jongeren houvast
Op 15 januari 2011 komen jongeren door heel Nederland bij elkaar om een gebedsavond/ nacht te houden. Een dergelijke Prayer Night is een landelijk project waarbij iedere plaats haar eigen organisatieteam heeft. Jongeren mogen hun eigen creativiteit te gebruiken bij de invulling van de avond. De Evangelische Alliantie coördineert en faciliteert het project. Het thema ‘houvast’ staat centraal tijdens de Prayer Night. Daarmee sluit de Prayer Night aan bij het tienerprogramma van de Week van Gebed (16 t/m 22 januari). ‘Samen bidden helpt je om vast te houden aan God, Jongeren hebben houvast aan elkaar door elkaar uit te dagen om trouw en toegewijd te blijven, ook als het leven even niet eenvoudig is’, zegt Myrthe Jansen, projectleider van de Prayer Night over het thema. Jongeren die een Prayer Night willen organiseren, krijgen ondersteuning van Myrthe Jansen, stagiaire en projectleider bij de EA. Meer informatie: www.prayernight.nl.
Resolutie tegen godsdienstlastering
De internationale organisatie Open Doors heeft namens 230.000 christenen alle 192 landenvertegenwoordigers bij de Verenigde Naties opgeroepen te stemmen tegen de
resolutie tegen godsdienstlastering. Volgens de christelijke organisatie is deze resolutie een grote bedreiging voor christenen en andere religieuze minderheden in met name islamitische landen. De resolutie wordt dezer dagen in New York behandeld door een subcommissie van de Algemene Vergadering. Open Doors voert onder de noemer ‘Geloven in Vrijheid’ wereldwijd campagne tegen de resolutie. Inmiddels hebben 230.000 christenen uit 70 landen hun handtekening gezet onder de petitie. In Nederland en België zijn in drie weken tijd ruim 20.000 handtekeningen verzameld. In Pakistan is een wet van kracht die regelmatig wordt misbruikt om mensen voor jaren achter de tralies te krijgen. Vorige Asia Noreen week kreeg Asia Noreen (ook bekend als Asia Bibi) als eerste Pakistaanse vrouw de doodstraf opgelegd, omdat ze de islam beledigd zou hebben. Deze moeder van vijf kinderen zit al langer dan een jaar vast en is tijdens haar hele rechtszaak niet gehoord. Ook in Afghanistan hangt een christen de doodstraf boven het hoofd. Said Musa staat zondag terecht voor afvalligheid van de islam. Hij zit al sinds deze zomer gevangen en wordt mishandeld in de gevangenis. Mensen die de petitie willen ondersteunen, kunnen dat tot 1 december doen via www.geloveninvrijheid.nl.
Boekbespreking René van Loon Gaan voor God; de uitdaging van radicaal christen-zijn. Uitg. Boekencentrum, Zoetermeerr; 142 blz.; € 12,90. Op het eerste gezicht lijkt de titel van dit boek wat merkwaardig. Maar al gauw wordt duidelijk wat de schrijver, hervormd predikant in Capelle aan den IJssel, wil zeggen. ‘Gaan voor God’ is een veel grotere uitdaging en ook veel hoger streven dan gaan voor goud, bedoelt ds. Van Loon. De schrijver verlangt ernaar, zegt hij, om als christen niet te leven als een grijze muis die zich er half en half voor geneert om te geloven. Nee, hij wil een christen zijn met uitstraling naar anderen, zodat ook anderen Christus willen leren kennen. Wie werkelijk weet van het offer van Christus voor zijn zonden wil Christus volgen, uit diepe dankbaarheid voor wie God is en voor wat Hij gaf en geeft. God gaf Zijn Zoon en God de Zoon gaf Zichzelf, totaal. Daardoor leert de Heilige Geest een christen anders te denken dan wat de maatschappelijke trends
de waarheidsvriend
voorschrijven. Dit maakt de christen vaak een eenling. Dat denken doortrekt en doorstraalt het hele bestaan van de christen en geeft hem een diepe blijdschap. De schrijver werkt dat nader uit op vijf concrete levensterreinen: • geldbesteding (naarmate we meer geld hebben, is de verleiding groot om aan ons geld te hangen en het te besteden aan allerlei overbodige luxe); • tijdbesteding (Als Jezus in Zijn drukke bestaan tijd kon vrijmaken voor Zijn Vader moet dat voor ons ook mogelijk zijn en moeten we, als dat niet kan, misschien onze werkzaamheden eens kritisch onder de loep nemen);
• milieubeheer (treft Jezus bij Zijn terugkeer mensen aan die zorgvuldig zijn omgegaan met Gods schepping?); • seksualiteit (waarom denk je nog Gods zegen nodig te hebben als je na een tijdje samengewoond te hebben gaat trouwen? Je kon het blijkbaar ook al zonder God); • dood (niet voorbereid zijn op de dood is een van de grootste fouten in het leven). Het boek geeft een aantal verrassend goede voorbeelden en heeft bij elk hoofdstuk een paar trefzekere gespreksvragen, zoals ‘wordt jouw denken meer beïnvloed door de Bijbel of door de samenleving? Wat schat je in?’. En: ‘klopt het volgens jou dat christenen zich drukker maken over ‘geestelijke thema’s’ zoals aanbidding of Gods leiding in je leven dan over milieubeheer? Zo ja, hoe zou dat komen?’ Conclusie: een helder geschreven boek waarin veel valt te leren om over ons christen-zijn na te denken. Een boek dat ik iedere christen, ouderen en jongeren, kan aanbevelen. H. Veldhuizen, Wapenveld
9 december 2010
23
Steun de evangelieverkondiging door Messiasbelijdende Joden in Israël Postbus 22 3860 AA Nijkerk www.messiasbelijdendejoden.nl Voor informatie: Ds. A. Jonker Tel.: 0341 - 35 77 66 E-mail: ajonker@filternet nl Ds. A. D. Goijert Tel.: 033 - 29 82 760
Stort uw gift op rekening 37 78 53 496 (Rabobank) of 833 07 97 (Postbank)
Als u thuiszorg nodig heeft, komt dat midden in uw privé-leven. Zorg achter úw voordeur. Kiest u voor Identiteit en Kwaliteit? Dan bent u bij ons aan het juiste adres voor thuiszorg en kraamzorg. Bel voor meer informatie 0113-396396 of kijk op www.rstzorg.nl. (ook voor vacatures)
Wij verzorgen graag een lezing of diapresentatie op uw gemeenteavond of verenigingsavond
Met het oog op Advent en Kerst Gratis beschikbaar om in de adventstijd te verspreiden: de uitgave die in 2009 ook beschikbaar was: Bijbelgedeelten rond Jezus' geboorte in de herziene Statenvertaling. Alleen de portokosten worden in rekening gebracht. Minimale afname 25 ex. Besteladres: Secretariaat HSV, p/a Prins Bernhardstraat 36, 2825 BE Berkenwoude,
[email protected].
Postbus 154 • 3770 AD Barneveld Wij zijn landelijk werkend zowel voor verzekerden (ook PGB-houders) Tel. 0342-422324 • Fax 0342-422550 als niet-verzekerden ~ kraamzorg ~ huishoudelijke verzorging E-mail:
[email protected] • www.rstzorg.nl persoonlijke verzorging ~ (wijk)verpleging (24-uurszorg)