De Staat van het Drinkwater in Nederland, 2012 RIVM Rapport 2014-0137 J.F.M. Versteegh | H.H.J. Dik
RIVM De zorg voor morgen begint vandaag
De staat van het drinkwater in Nederland, 2012
RIVM Rapport 2014-0137
RIVM Rapport 2014-0137
Colofon
© RIVM 2014 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave.
J.F.M. Versteegh H.H.J. Dik
Contact: Ans Versteegh Centrum Duurzaamheid, Milieu en Gezondheid
[email protected]
Dit onderzoek werd verricht in opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Milieu, in het kader van project Uitvoering Drinkwaterwetgeving.
Dit is een uitgave van: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven Nederland www.rivm.nl Pagina 2 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Publiekssamenvatting
De staat van het drinkwater in Nederland in 2012. Het drinkwater in Nederland was in 2012 van goede kwaliteit. Wel is blijvende aandacht nodig om de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater goed te houden. Dit blijkt uit deze rapportage van het RIVM, die in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is uitgevoerd. De resultaten van de meetprogramma’s van de drinkwaterbedrijven uit 2012 zijn de basis van het rapport. Net als in 2011 is bij 19 procent van de locaties waar drinkwater wordt geproduceerd, een drinkwaternorm overschreden. In geen geval vormde dat een bedreiging voor de volksgezondheid. De kwaliteitsafwijkingen waren meestal eenmalig. Het betrof parameters als troebeling, ijzer en mangaan die geen directe betekenis hebben voor de volksgezondheid. Op twee productielocaties zijn indicatorbacteriën aangetroffen die aangeven dat er mogelijk ziekmakende micro-organismen in het drinkwater zitten. In het distributienet zijn deze indicatoren op veertien plaatsen aangetoond. In alle gevallen was de aanwezigheid van deze bacteriën van korte duur en gaf deze geen aanleiding tot gezondheidsproblemen. Het is mogelijk dat het drinkwater tijdens werkzaamheden aan het distributienet met bacteriën besmet kan raken. In 73 gevallen is de bewoners van de nabijgelegen woningen geadviseerd het drinkwater voor gebruik te koken. In deze rapportage wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van oppervlaktewater bij innamepunten voor de drinkwaterproductie. Ook is informatie opgenomen over de inspanningen om geneesmiddelen in water te meten. Hieruit blijkt dat de drinkwaterbedrijven in 2012 gezamenlijk 22.000 meetgegevens over geneesmiddelen hebben gegenereerd. Aanbevolen wordt om de aandacht te blijven richten op de bescherming van de drinkwaterbronnen. Mogelijkheden hiertoe zijn de emissies van vervuilende stoffen terug te dringen, zoals gewasbeschermingsmiddelen, biociden, loodvervanger in benzine (MTBE) en (dier)geneesmiddelen. Ook is het van belang de afvalwaterstroom van rioolwaterzuivering die van invloed kunnen zijn op drinkwaterwinningen op specifieke stoffen zoals geneesmiddelen extra te behandelen.
Kernwoorden: drinkwater, kwaliteit, normoverschrijdingen, jaarrapport
Pagina 3 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Pagina 4 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Abstract
Drinking water was of a good quality in the Netherlands in 2012. To maintain the high quality of drinking water resources continued attention is key. That is the outcome of this report on the quality of drinking water compiled by the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) by order of the Ministry for Infrastructure and Environment. The report is based on the results of the measurement programmes carried out by water supply companies. As in 2011 non-compliance to the standard for good quality drinking water occurred at 19 percent of the treatment plants, none of which represented a threat to public health. A large number of the non-compliances were incidental, involving substances/parameters related to production processes, such as turbidity, iron and manganese. Indicators for pathogens were found at two drinking water treatment plants. In the networks these indicators were found fourteen times. All these cases were short time incidents without public health risks. Contamination can result from standard maintenance/construction activities on the distribution network. In 73 of such cases the inhabitants of nearby houses were advised to boil their drinking water before using it. This report also provides information on the quality of surface water at the intake points for drinking water production. Attention is payed on monitoring for pharmaceuticals. In 2012 water suppliers produced 22.000 results of analyses on pharmaceuticals. Recommended is to keep paying attention to the protection of drinking water resources. Possibilities for this are the reduction of pollutants like pesticides, biocides, anti-knocking agent in petrol (MTBE), and (animal) pharmaceuticals. Of equal importance is the intensified treatment of waste water from sewage treatment plants for specific compounds like pharmaceuticals. Especially for the ones which effects the sources for drinking water.
Key words: drinking water, quality, annual report, non-compliances
Pagina 5 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Pagina 6 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Inhoudsopgave
Samenvatting — 9 1 1.1 1.2
Inleiding — 11 Doel beleidsondersteunend rapport — 11 Wet- en regelgeving — 11
2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.4 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2
Toetsing van gegevens — 13 Grondstof — 13 Uitvoering van de meetprogramma’s — 15 Grondstof — 15 Reinwater en distributiewater — 15 Inkoopwater — 16 Aanvullende monitoring — 16 Normoverschrijdingen — 17 Reinwater — 19 Distributiewater — 27 Inkoopwater — 33 Ingrepen in het distributienet — 33 Meetinspanning geneesmiddelen — 35 Collectieve voorzieningen — 37 Conclusies — 38 Meetprogramma’s — 38 Kwaliteitseisen — 38 Afkortingen — 41 Literatuur — 43 Bijlage A Drinkwaterbedrijven Nederland in 2012 — 45 Bijlage B Overzicht vergunde en onttrokken hoeveelheden grondwater in 2012 — 47 Bijlage C Normen en overschrijdingen in drinkwater en ruwwater (oppervlaktewater) — 49 Bijlage D Totaal aantal waarnemingen en waarnemingen boven detectielimiet van geneesmiddelen — 57
Pagina 7 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Pagina 8 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Samenvatting
Voor u ligt het rapport ‘De staat van het drinkwater in Nederland, 2012’. Het rapport opgesteld in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) is gebaseerd op de resultaten van de meetprogramma’s uit 2012 van de drinkwaterbedrijven. Drinkwaterbedrijven voeren wettelijk verplichte meetprogramma’s uit met als doel de controle van de drinkwaterkwaliteit en de gebruikte grondstof. Zij rapporteren de meetgegevens jaarlijks op grond van de Drinkwaterwet. RIVM beheert deze gegevens in een database voor de overheid. De resultaten van deze basisrapportage worden gebruikt voor het monitoren van de effecten van beleidsinspanningen. In dit rapport worden de kwaliteitsafwijkingen in perspectief geplaatst. In dit rapport wordt tevens aandacht besteed aan normoverschrijdingen in oppervlaktewater bij innamepunten voor drinkwaterproductie. Er is eveneens aandacht besteed aan de meetinspanning voor geneesmiddelen, hieruit blijkt dat de drinkwaterbedrijven in 2012 gezamenlijk 22.000 meetgegevens hebben gegenereerd. Het blijkt dat de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater blijvende aandacht vereist. Aanbevolen wordt om de aandacht te blijven richten op de bescherming van de bronnen, bijvoorbeeld door het terugdringen van (diffuse) emissies, zoals gewasbeschermingsmiddelen, biociden, MTBE en (dier)geneesmiddelen, maar ook het saneren van emissies vanuit de rioolwaterzuivering. De kwaliteit van het drinkwater is goed. Geen van de normoverschrijdingen van de wettelijke parameters gaf aanleiding tot een bedreiging van de volksgezondheid. De kwaliteitsgegevens zijn getoetst aan de normen van het Drinkwaterbesluit. Het totale aantal analyseresultaten is ten opzichte van 2011 met 3,8% afgenomen. Het aantal pompstations (39 = 19%) waarvoor in 2012 een normoverschrijding is vastgesteld, is gelijk aan 2011. Dit aantal varieerde in de afgelopen periode (1992-2012) van circa 33 tot 90 pompstations. Overschrijdingen van de parameters Saturatie Index en Legionella zijn in deze telling niet meegenomen omdat ze niet in de EU-drinkwaterrichtlijn zijn opgenomen. De meeste normoverschrijdingen zijn eenmalig en betreffen bedrijfstechnische parameters uit het Drinkwaterbesluit (Dwb, Tabel IIIc) zoals troebeling, bacteriën van de coligroep, ijzer en Saturatie Index. Voor de chemische parameters (Dwb, Tabel II) is het aantal normoverschrijdingen beperkt tot twee parameters in het afgeleverde drinkwater (nikkel en een bestrijdingsmiddel). Voor beide parameters is de oorzaak de kwaliteit van de grondstof. Er zijn maatregelingen genomen in de winning (putschakeling; bestrijdingsmiddel) of aanpassingen in de zuivering (nikkel). In het distributiegebied zijn er normoverschrijdingen voor twee parameters (lood en nikkel) waarvoor de oorzaak ligt in de gebruikte materialen in de drinkwaterinstallatie van gebouwen. Bij vier innamepunten van oppervlaktewater voor de productie van drinkwater is de concentratie in dit oppervlaktewater van één of meer bestrijdingsmiddelen hoger dan de drinkwaternorm. De parameters E. coli en enterococcen (Dwb, Tabel I) zijn indicatoren voor de aanwezigheid van pathogene micro-organismen. In het distributienet zijn deze Pagina 9 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
parameters in totaal twaalf keer aangetoond, waarna maatregelen zijn genomen. Er zijn in het drinkwater ‘af pompstation’ en in het distributienet enkele kortdurende besmettingen geweest met de bedrijfstechnische parameters bacteriën van de coligroep en sporen van clostridia perfringens (Dwb, Tabel III). De betreffende bedrijven hebben de problemen opgelost. De drinkwaterbedrijven controleren het drinkwater op Legionella zowel op het punt waar dit het pompstation verlaat als voor de watermeter in het distributiegebied. Legionella is in het afgeleverde water eenmaal aangetoond. In de monsters genomen in het distributienet werden op veertien locaties legionellabacteriën boven de norm aangetoond. Het betreft meestal eenmalige overschrijdingen en relatief geringe aantallen. De parameter Aeromonas wordt in een aantal regio’s in distributiewater aangetroffen. Deze bedrijfstechnische parameter wordt gezien als een indicatie voor nagroei in het distributienet. De drinkwaterbedrijven hebben 96 meldingen gedaan van positieve resultaten van microbiologische monsters na een ingreep in het distributienet. In 73 gevallen is aan de bewoners van de nabijgelegen woningen een kookadvies gegeven.
Pagina 10 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
1
Inleiding
1.1
Doel beleidsondersteunend rapport De Drinkwaterwet (Dww, 2009) bepaalt onder meer dat de drinkwaterbedrijven zorg moeten dragen voor de levering van deugdelijk drinkwater in voldoende hoeveelheid en met een grote mate van leveringszekerheid zoals dat voor de volksgezondheid is vereist. In het Drinkwaterbesluit (Dwb, 2011) zijn de kwaliteitseisen voor drinkwater opgenomen. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is verantwoordelijk voor het (implementeren van) het beleid op het gebied van de drinkwatervoorziening. Doelstellingen van dit rapport zijn: het geven van een beeld van de kwaliteit van het drinkwater in relatie tot de volksgezondheid en het milieu; het geven van een beeld van de wijze waarop de monitoring van deze kwaliteit door de drinkwaterbedrijven plaatsvindt. De drinkwatervoorziening in Nederland wordt door tien drinkwaterbedrijven verzorgd. Bijlage A geeft een overzicht van de bedrijven in 2012. De drinkwaterbedrijven voeren meetprogramma’s uit gericht op de kwaliteitsbewaking en controle van de grondstof, het productieproces en het eindproduct. Voor de registratie en verwerking van deze gegevens is het REWABprogramma (registratie opgaven van drinkwaterbedrijven) ontwikkeld. De rapportages die met behulp van het REWAB-programma worden aangeleverd bestaan uit data over de monitoringsinspanning, de kwaliteit van de grondstof, het geproduceerde en geleverde drinkwater in het betreffende jaar. Deze gegevens zijn de basis van dit rapport dat is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en dient ter ondersteuning van het drinkwaterbeleid.
1.2
Wet- en regelgeving Het Drinkwaterbesluit Het Drinkwaterbesluit (Dwb, 2011) en de bijbehorende Drinkwaterregeling (Drinkwaterregeling, 2011) is, op de hiertoe relevante onderdelen, gebaseerd op de EG-richtlijn 98/83 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd drinkwater (EG, 1998). Voor de drinkwaterbedrijven, de eigenaren van collectieve leidingnetten en eigenaren van collectieve (zelfstandige) watervoorzieningen gelden de eisen van het Dwb. Legionellapreventie Legionellapreventie is geregeld in hoofdstuk 4 van het Drinkwaterbesluit en de bijbehorende Regeling legionellapreventie in drinkwater en warmtapwater (Regeling legionellapreventie, 2011). Deze regelgeving heeft betrekking op collectieve installaties in gebouwen (met een verblijfsaccommodatie) en op zwembaden. De eigenaren hiervan dienen onder meer tweemaal per jaar leidingwatermonsters te laten nemen om het aantal legionellabacteriën te toetsen aan de norm. De drinkwaterbedrijven dienen tweemaal per jaar het geleverde drinkwater te monitoren op legionellabacteriën. In het distributiegebied geldt hiervoor de auditfrequentie zoals beschreven in de Drinkwaterregeling. Kwaliteitseisen De kwaliteitseisen voor drinkwater zijn van kracht op het punt waar het water ter beschikking komt van de klant. In een gebouw of perceel zijn dit de Pagina 11 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
tappunten. Het drinkwaterbedrijf is verantwoordelijk voor het distributienetwerk tot aan de watermeter. De eigenaar van een gebouw of woning is verantwoordelijk voor het functioneren van de binneninstallatie. De kwaliteitseisen voor drinkwater zijn onderverdeeld in: microbiologische parameters (Tabel I); chemische parameters (Tabel II); indicatorparameters (Tabel III). In het Dwb (artikelen 22, 23 en 25) is beschreven hoe de eigenaar van een drinkwaterbedrijf dient te handelen als niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan. De vereiste prestatiekenmerken van de analysemethoden voor een aantal chemische parameters zijn in de Drinkwaterregeling (Drinkwaterregeling, 2011) vastgelegd. Voor de microbiologische parameters zijn eveneens meetmethoden voorgeschreven. Informatieverplichtingen De eigenaar van een drinkwaterbedrijf en/of een collectieve installatie heeft een informatieplicht (artikel 24 en 26 Dwb). Dit betreft publicatie van gegeven ontheffingen en het informeren en adviseren van de klant indien een normoverschrijding is opgetreden. Adviseren is van toepassing als de normoverschrijding in verband gebracht kan worden met de binneninstallatie (bijvoorbeeld voor de parameters lood, nikkel, koper en Legionella). De eigenaar dient tevens de aangesloten klanten periodiek te informeren over de drinkwaterkwaliteit. Hiertoe dienen de kwaliteitsgegevens, vier weken nadat ze voor de eigenaar beschikbaar zijn, voor een ieder toegankelijk te zijn. Bovendien dienen deze gegevens in een openbaar jaarverslag gepubliceerd te worden. Tevens dienen de kwaliteitsgegevens binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar ter beschikking van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) gesteld te worden. De Minister van IenM informeert de Tweede Kamer binnen twaalf maanden na afloop van het kalenderjaar. Tevens is er een rapportageplicht voor de lidstaten naar de Europese Commissie voor de kwaliteit van drinkwater van voorzieningen groter dan 1000 m3 per dag of een levering aan meer dan 5000 personen. Mogelijk wordt deze verplichting uitgebreid naar kleinere drinkwatervoorzieningen. Risicoanalyse microbiologische veiligheid In Tabel I (microbiologische parameters) van het Dwb zijn de pathogene protozoa, Campylobacter en (entero)virussen opgenomen. Hiertoe dient het drinkwaterbedrijf een risicoanalyse op te stellen waarin wordt aangetoond dat voldaan wordt aan het infectierisico van maximaal één infectie per 10.000 inwoners per jaar. In de Inspectierichtlijn ‘Analyse microbiologische veiligheid drinkwater’ (VROM, 2006a) wordt aangegeven op welke wijze de risicoanalyse uitgevoerd dient te worden. Regeling chemicaliën en materialen Voor alle chemicaliën en materialen die in contact komen met drinkwater wordt in artikel 19 en 20 van het Dwb voor de uitvoering verwezen naar de Ministeriële regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening (Regeling materialen en chemicaliën, 2011). In deze Regeling zijn de voorschriften uitgewerkt. De erkende kwaliteitsverklaring (huidig Attest Toxicologische Aspecten (ATA)-systeem), gebaseerd op toxicologische aspecten, is in de Regeling uitgebreid met microbiologische en organoleptische aspecten. Daartoe worden testen geïntroduceerd om de organoleptische eigenschappen en microbiologische activiteit te beoordelen. Het systeem beperkt zich niet alleen tot kunststoffen maar is uitgebreid met metalen en cementhoudende materialen. Pagina 12 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
2
Toetsing van gegevens
In dit hoofdstuk wordt de controle van de drinkwaterkwaliteit beschreven. Deze controle wordt uitgevoerd en gerapporteerd door de drinkwaterbedrijven en is vastgelegd in de Drinkwaterregeling (Drinkwaterregeling, 2011). De relevante gegevens over de drinkwatervoorziening worden in paragraaf 2.1 beschreven. De uitvoering van de meetprogramma’s en de normoverschrijdingen voor de verschillende onderdelen van het drinkwaterproductieproces (ruw, rein, distributie en inkoop) worden beschreven in de navolgende paragrafen. Er wordt een beschrijving gegeven van de meetinspanning voor geneesmiddelen. Er wordt kort stilgestaan bij de collectieve drinkwatervoorzieningen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de conclusies. 2.1
Grondstof De grondstof waaruit drinkwater wordt bereid is (oever)grondwater of oppervlaktewater; (duin)infiltratiewater wordt als oppervlaktewater beschouwd. In Tabel 2.1 wordt een verdeling gegeven van het aantal pompstations/winningen per soort grondstof. In 2012 zijn 205 pompstations ofwel productielocaties in gebruik. Op twee hiervan wordt zowel oppervlaktewater als grondwater gewonnen waardoor het aantal winningen in Tabel 2.1 op 207 komt. In 2012 zijn de pompstations Haren (Waterbedrijf Groningen) en Elburg (Vitens) niet meer in bedrijf. Op beide productielocaties werd gebruik gemaakt van een (kwetsbare) freatische winning. Er is minstens één pompstation na de sluiting in juli, voor een groot deel van 2012 buiten bedrijf geweest. In Figuur 2.1 worden de transportleidingen voor ruwwater, de locaties van innamepunten van oppervlaktewater, kunstmatige infiltratie, spaarbekkens en daarmee verbonden pompstations aangegeven. Een inzicht in ligging en omvang van de voorzieningsgebieden per bedrijf geeft Figuur 2.2. Tabel 2.1 Verdeling van de pompstations naar grondstofsoort Grondstof
Aantal pompstations/winningen
Freatisch grondwater
106
Semi-spanningswater
78
Oevergrondwater
8
Geïnfiltreerd oppervlaktewater
8
Oppervlaktewater direct of via spaarbekken
7
De drinkwaterbedrijven in Nederland produceren de laatste jaren circa 1200 miljoen m3 drinkwater per jaar. Figuur 2.3 geeft een overzicht van de hoeveelheid geproduceerd drinkwater voor de openbare drinkwatervoorziening. Uit de figuur blijkt dat de productie de laatste jaren nagenoeg constant blijft. Ten opzichte van 2011 is de productie van leidingwater in 2012 (1185 miljoen m3) ongeveer gelijk gebleven (Vewin, 2013). De Vewin laat driejaarlijks onderzoek uitvoeren naar het huishoudelijk waterverbruik. Het huishoudelijk waterverbruik in 2010 (meest recente data) was 120,1 liter per inwoner per dag. (TNS NIPO, 2011).
Pagina 13 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Figuur 2.1 Hoofdinfrastructuur drinkwatervoorziening
Figuur 2.2 Voorzieningsgebieden drinkwaterbedrijven in 2012
Drinkwaterproductie
Mm³/jaar
1400 1200 1000 800 600 400 200 0 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 2015 Jaar Figuur 2.3 Kwantiteitsgegevens van de openbare drinkwatervoorziening. Bron data: Vewin Een overzicht van de vergunde en onttrokken hoeveelheden grondstof is opgenomen in Bijlage B. De totaal vergunde hoeveelheid voor de onttrekking van grondwater, inclusief de winning van het geïnfiltreerde oppervlaktewater, was in 2012, 1183 miljoen m3. Dit getal is gebaseerd op de gegevens van de Pagina 14 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
drinkwaterbedrijven. Uit dezelfde gegevens blijkt dat het totaal onttrokken hoeveelheid grondwater en geïnfiltreerd oppervlaktewater 925 miljoen m3 bedroeg. In 2012 is dus minder grond- en infiltratiewater gewonnen dan vergund was. De Vewin-data in Figuur 2.3 zijn inclusief het direct ingenomen oppervlaktewater. Incidenteel kunnen regionaal, of gedurende een kortere periode, wel overschrijdingen van de vergunde hoeveelheden voorkomen. Het aandeel van de bron oppervlaktewater is 40% en het aandeel (oever)grondwater is 60%. 2.2
Uitvoering van de meetprogramma’s In de Drinkwaterregeling zijn voor de parameters minimale meetfrequenties voorgeschreven voor de grondstof (ruwwater), afgeleverd drinkwater (reinwater) en drinkwater in het distributienet of ‘af tap’. Er zijn twee type meetfrequenties, te weten de bewakingsfrequentie en de auditfrequentie. Bewaking heeft tot doel regelmatig informatie te verstrekken over de organoleptische en microbiologische kwaliteit van het drinkwater alsmede informatie te genereren over de behandeling van het water (met name de desinfectie). De auditfrequentie is bedoeld voor het controleren van de kwaliteitsnormen voor drinkwater. In de Drinkwaterregeling zijn tabellen opgenomen waarin is aangegeven op welke monsterplaatsen en volgens welk type frequentie (bewaking of audit) de parameters gemeten dienen te worden. De meetfrequenties zijn gekoppeld aan de dagelijkse drinkwaterproductie binnen een leveringsgebied. De ILT heeft in samenwerking met de bedrijfstak en het RIVM het ‘Basisdocument Harmonisatie-afspraken Meetfrequenties Waterleidingbesluit’ opgesteld (Vewin, 2001). De systematiek in dit document kan worden gebruikt om het meetprogramma op te stellen. Aanvullende afspraken zijn vastgelegd in de Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit (VROM, 2005b). De ILT kan een reductie van de meetfrequentie toestaan, maar kan eveneens een verhoging van de meetfrequentie eisen als daartoe aanleiding is. Op basis van het voorgaande stelt het drinkwaterbedrijf het meetprogramma op. Het programma wordt door de ILT goedgekeurd. In de Drinkwaterregeling is geregeld dat de eigenaren van collectieve watervoorzieningen en zelfstandige collectieve watervoorzieningen (eigen winningen) een meetprogramma dienen op te stellen. De ILT ziet toe op de kwaliteit van het drinkwater dat bij zelfstandige collectieve watervoorzieningen (zogenoemde eigen winningen) wordt gewonnen.
2.2.1
Grondstof Op een aantal meetpunten van het meetprogramma voor de grondstof is een afwijkend aantal metingen gedaan. Meestal betreft het parameters als individuele bestrijdingsmiddelen en organische microverontreinigingen die minder vaak dan de wettelijke frequentie voorschrijft worden gemeten. De parameters worden in voorkomende gevallen minstens éénmaal per jaar gemeten. In de grondstof oppervlaktewater worden stoffen vaker gemeten, vooral omdat de emissies naar het oppervlaktewater minder goed zijn te voorspellen.
2.2.2
Reinwater en distributiewater De bedrijven stellen de meetprogramma’s op voor het water na de zuivering (reinwater) en voor het drinkwater in het distributienet (af tap). In REWAB is een rekenmodule opgenomen waarmee de verdeling van het aantal metingen per parameter over ‘af pompstation’ en het distributiegebied aan het tappunt Pagina 15 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
wordt berekend. De indeling van de distributiegebieden wordt op verschillende manieren gedaan. Sommige bedrijven delen het gebied in sectoren in, andere baseren de indeling op de aanwezige pompstations. Enkele bedrijven maken gebruik van vaste monsterpunten in het distributiegebied aangevuld met wisselende ‘ad random’ geselecteerde tappunten, andere gebruiken alleen vaste tappunten. In het landelijk gebied worden soms aanvullende meetprogramma’s uitgevoerd voor technische werken als kelders, opjagers en torens. 2.2.3
Inkoopwater Bedrijven verkopen onderling drinkwater ‘en gros’. Dit water wordt op een bepaald punt in het distributienet ‘overgedragen’. Het water wordt bij de verkoper op het pompstation en bij de inkoper in het distributienet gecontroleerd volgens de daarvoor geldende meetprogramma’s. Meestal wordt op de inkooppunten volstaan met het meten van een beperkt aantal parameters zoals bacteriologische parameters en parameters die tijdens het transport kunnen worden beïnvloed (temperatuur, pH, geleidingsvermogen, zuurstof, troebeling, hardheid). Het ingekochte drinkwater uit Duitsland en België wordt gecontroleerd volgens een compleet meetprogramma zoals voor reinwater.
2.2.4
Aanvullende monitoring De drinkwaterbedrijven hebben een verplichting aangaande het meten van de parameter Legionella in het afgeleverde drinkwater. In 2012 hebben de bedrijven bij 175 pompstations in het uitgaande drinkwater (reinwater) 636 analyses voor de parameter Legionella uitgevoerd. In 186 distributiegebieden zijn in totaal 1019 analyses uitgevoerd. Drie bedrijven hebben geen legionellagegevens van de pompstations aangeleverd. Analyseresultaten van Cryptosporidium, Giardia, (entero)virussen en bacteriofagen worden meestal niet via de jaarlijkse REWAB-rapportage aangeleverd. De gegevens worden aangeleverd in het kader van de ‘risicoanalyse microbiologische veiligheid’. In het Dwb zijn signaleringsparameters (Tabel IIIc) opgenomen waaronder de stoffen MTBE en ETBE. In deze tabel is de parameter ‘overige antropogene stoffen’ opgenomen. Hieronder vallen stoffen die van nature niet in grond- of oppervlaktewater thuis horen. Van de drinkwaterbedrijven wordt verwacht dat ze op basis van screeningsonderzoek en een risicoanalyse een keuze maken welke stoffen in dit kader gemeten worden. Een voorbeeld hiervan zijn de geneesmiddelen. In paragraaf 2.4 wordt aandacht besteed aan de meetinspanning voor geneesmiddelen. MTBE is een stof die goed in water oplosbaar is. Deze stof wordt als additief (loodvervanger) aan benzine toegevoegd en is regelmatig als verontreiniging in de bronnen voor drinkwater aanwezig. MTBE is geanalyseerd in ruwwater van 176 winningen, in reinwater van 184 pompstations en in 169 distributiegebieden, in totaal betreffen dit 2630 waarnemingen. Bij geen enkel innamepunt (Nieuwegein, Lekkanaal en Amsterdam Rijnkanaal) was de maximum concentratie in ruwwater hoger dan de signaleringswaarde van 1 µg/l (Swartjes, 2004). Ook bij geen enkele grondwaterwinning was dit het geval. RIWA geeft in haar jaarrapport aan dat incidenteel bij de dagelijkse screening bijvoorbeeld in Lobith een waarde groter dan 1 µg/l voorkomt (RIWA, 2013). RIWA geeft eveneens aan dat de maatregelen, die de betrokken partijen de afgelopen jaren hebben genomen, effect hebben gehad. Inmiddels wordt een soortgelijke stof, ETBE, gemeten bij 77 winningen, 86 pompstations en 70 distributiegebieden: in totaal zijn 1197 metingen gerapporteerd. Bij slechts twee innamepunten is ETBE aangetoond. Pagina 16 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Evaluatie meetprogramma’s In Tabel 2.2 is het aantal gerapporteerde meetresultaten per onderdeel ruw, rein en distributie (af tap) weergegeven. Hieruit blijkt dat het aantal meetresultaten in 2012 met 3,8% is afgenomen ten opzichte van het aantal in 2011. Tabel 2.2 Vergelijking van het aantal meetresultaten in de periode 2006-2012 zoals aangegeven door de drinkwaterbedrijven
2.3
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Af pompstation
318.483
317.538
325.461
326.605
334.396
337.731
334.117
Distributie
350.610
372.529
357.558
370.702
345.115
345.386
348.994
Ruw water
208.457
212.050
204.900
211.063
229.026
225.830
191.060
Totaal
877.550
902.117
887.919
908.370
908.537
908.947
874.171
Normoverschrijdingen In deze paragraaf worden de normoverschrijdingen beschreven en zo mogelijk verklaard voor de onderdelen ruw-, rein-, distributie- en inkoopwater. Een controle op de aangeleverde gegevens leverde enkele normoverschrijdingen op welke zijn toegevoegd aan de betreffende tabellen. De meetgegevens zijn getoetst aan de normen uit het Dwb (Dwb, 2011). Ruwwater De EG-richtlijn ‘Drinkwater bestemd voor menselijke consumptie’ heeft uitsluitend betrekking op de kwaliteit van drinkwater. Voor het ingenomen oppervlaktewater zijn de kwaliteitseisen uit de Drinkwaterregeling, 2011 bijlage 5, van kracht. In deze tabel zijn geen normen voor grondwater opgenomen. De Kaderrichtlijn Water kent normen voor grondwaterlichamen voor nitraat en gewasbeschermingsmiddelen; deze zijn gelijk aan de drinkwaternormen. De drinkwaterbedrijven dienen normoverschrijdingen in ruw oppervlaktewater te rapporteren aan de ILT. Indien wordt verwacht dat de normoverschrijding langer dan dertig dagen zal duren, vraagt het drinkwaterbedrijf een ontheffing bij de minister aan. In afwachting daarvan kan het drinkwaterbedrijf oppervlaktewater blijven innemen (artikel 16 Drinkwaterregeling). In dit rapport is in Bijlage C, tabel 5 een overzicht opgenomen van de gerapporteerde normoverschrijdingen (uitgezonderd de bestrijdingsmiddelen). Naast algemene parameters als bacteriën van de coligroep worden vooral organische microverontreinigingen gerapporteerd welke onder de categorie signaleringsparameters behoren. De meest opvallende zijn ethyleendiaminetetra-azijnzuur (EDTA) en metformine (geneesmiddel). Een deel van organische microverontreinigingen betreft bestrijdingsmiddelen welke boven de drinkwaternorm van 0,1 µg/l worden aangetoond. Een overzicht hiervan is weergegeven in Bijlage C, tabel 2. In deze tabel zijn in tegenstelling tot voorgaande jaren (Versteegh en Dik, 2012) alle innamepunten opgenomen. Bij acht innamepunten zijn één of meer bestrijdingsmiddelen aangetoond. Het aantal aangetoonde middelen in 2012 is 21. Dit aantal is niet langer te vergelijken met voorgaande jaren omdat er meer meetpunten zijn opgenomen in de tabel. De metaboliet AMPA (van glyfosaat) is zesmaal en de stof trichloorazijnzuur driemaal aangetoond. Er zijn dertien verschillende stoffen aangetoond. AMPA is op twee locaties in een concentratie hoger dan 1 µg/l aangetoond (jaargemiddelden op deze locaties zijn 0,82 en 0,68 µg/l). Bij het innamepunt Afgedamde Maas bij Brakel zijn stoffen aangetoond die niet in de Pagina 17 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Maas bij de Biesbosch (Keizersveer) zijn aangetoond. In de Afgedamde Maas wordt ook oppervlaktewater uit een polder uitgeslagen. De stof dimethomorf is in relatief hoge concentraties gemeten. Na uitgebreid onderzoek bleek dit afkomstig van een illegale lozing. De metaboliet 2,6-dichloorbenzamide (BAM) wordt op twaalf (grondwater)winningen (ruw en/of reinwater) en één innamepunt van oppervlaktewater, met aansluitend oeverinfiltratie, aangetroffen in concentraties hoger dan 0,1 µg/l. De metaboliet AMPA wordt bij zes innamepunten van oppervlaktewater aangetroffen in concentraties hoger dan 0,1 µg/l (Bijlage C tabel 2). Bij drie innamepunten was de maximumconcentratie hoger dan 1 µg/l. Bij één grondwaterwinning (mogelijk onder invloed van oppervlaktewater) is in reinwater AMPA aangetoond in een concentratie hoger dan 0,1 µg/l. Natriumdikegulac is bij twaalf winningen aangetoond. Dikegulac is een stof met meerdere functies waaronder die van bestrijdingsmiddel, het komt ook vrij als nevenproduct bij de vitamine C-productie. Het natriumzout van dikegulac is goed in water oplosbaar en wordt vooral geanalyseerd en aangetroffen bij oevergrondwaterwinningen. Dit is een gevolg van het voorkomen van de stof in de Rijn in het begin van de jaren negentig. De stof wordt beschouwd als humaan-toxicologisch niet relevant evenals de metabolieten AMPA en BAM. Dit betekent dat voor deze metabolieten de voorzorgsnorm van 0,1 µg/l niet geldt, maar dat een concentratie tot 1 µg/l wordt toegestaan. De betreffende stoffen leveren in drinkwater tot een relatief hoge concentratie geen risico voor de volksgezondheid op. Nitraat is een stof die een probleem vormt voor de bron grondwater maar niet voor oppervlaktewater (Wuijts et al., 2013). Nitraat in grondwater is een gevolg van de uitspoeling van mest uit landbouwgronden. In Figuur 2.4 een overzicht gegeven van de nitraatconcentratie in ruwwater bij de zuiveringsstations. Met name in Zuid-Limburg wordt het ruwwater van meerdere winningen op één locatie gezuiverd. De figuur laat zien dat er geen concentraties boven de norm (50 mg/l) zijn aangetroffen. Wel zijn er vijf grondwaterlocaties waar de gemiddelde concentratie nitraat tussen 25 en 50 mg/l ligt. Deze kunnen worden beschouwd als potentiële risicolocaties. Dit beeld komt overeen met de tussenevaluatie van de gebiedsdossiers (Wuijts et al., 2013) waarin naar de concentraties in individuele onttrekkingsputten is gekeken. Figuur 2.4 is gebaseerd op het jaargemiddelde van het gezamenlijke ruwwater. Deze gegevensanalyse geeft aan dat het zinvol is om meetgegevens van individuele winputten en zelfs waarnemingsputten in de analyse voor toekomstige aandachtstoffen te betrekken.
Pagina 18 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Figuur 2.4 Jaargemiddelde voor nitraat in ruwwater
2.3.1
Reinwater De bedrijven hebben voor het onderdeel reinwater (af pompstation) normoverschrijdingen voor een aantal parameters gerapporteerd. In Bijlage C, tabel 3 zijn de normoverschrijdingen weergegeven. In deze paragraaf worden de oorzaken van de normoverschrijdingen en eventueel genomen acties samengevat. De parameters zijn gegroepeerd volgens de tabellen uit het Dwb (zie hoofdstuk 1). De tabellen I en II betreffen parameters die een directe relatie hebben met de volksgezondheid. Tabel III bevat de zogenoemde indicatorparameters die zijn opgenomen op bedrijfstechnische of organoleptische gronden. TABEL I: microbiologische parameters In Tabel 2.3 zijn de overschrijdingen voor de microbiologische parameters weergegeven. In 2012 is voor de parameter E. coli op twee pompstations een overschrijding gerapporteerd. Bij één hiervan was het herhalingsmonster negatief, bij het andere pompstation is vervolgonderzoek uitgevoerd onder andere in grootvolumemonsters. Er is echter geen oorzaak gevonden. In beide gevallen is geen kookadvies uitgegaan (Tabel 2.3). Voor de parameter enterococcen is geen normoverschrijding gerapporteerd. Bij één pompstation is in één monster een te hoog aantal legionellabacteriën aangetoond. In vervolgmonsters werd de bacterie niet aangetoond; er is geen oorzaak gevonden. Voor de pathogene micro-organismen dient het drinkwaterbedrijf een kwantitatieve risicoanalyse op te stellen en deze voor te leggen aan de ILT. Het theoretisch infectierisico wordt berekend met behulp van meetgegevens voor deze pathogenen, in ruwwater (het laatste open water), en de gegevens over de verwijderingscapaciteit bij de verschillende zuiveringsprocessen. De grenswaarde voor het infectierisico is het optreden van één infectie per Pagina 19 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
10.000 personen per jaar veroorzaakt door micro-organismen in drinkwater. De werkwijze voor het vaststellen van het infectierisico is vastgelegd in een Inspectierichtlijn (VROM, 2006a). In 2006 zijn de drinkwaterbedrijven gestart met de uitvoering hiervan voor oppervlaktewaterwinningen en kwetsbare grondwaterwinningen. Dit is een voortschrijdend proces waarvan de resultaten leiden tot verbetering van kwetsbare punten in het productieproces van drinkwater van bron tot kraan. Het RIVM beoordeelt, in opdracht van de ILT, de opgestelde dossiers en koppelt de resultaten terug met de ILT en de drinkwaterbedrijven. Inmiddels zijn de dossiers van de betreffende winningen beoordeeld (Schijven en De Roda Husman, 2009). Dit proces wordt voortgezet met de beoordeling van de geüpdatete dossiers waarin de uitgevoerde verbeterpunten en de recente meetresultaten zijn opgenomen. In 2012 zijn nog eens zeven van de geüpdatete dossiers beoordeeld. De acties die hieruit volgen brengt ILT onder de aandacht van de drinkwaterbedrijven. De meeste dossiers betreffen oppervlaktewaterwinningen, dossiers van grondwaterwinningen zijn beperkt beschikbaar. In de EG-drinkwaterrichtlijn (EG, 1998) is niet gekozen voor deze benadering. De lidstaten dienen minimaal te voldoen aan de normen in de Europese Drinkwaterrichtlijn. Tevens geldt de eis dat het drinkwater geen microorganismen of stoffen bevat in concentraties die een gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren. In Nederland is de kwantitatieve analyse van het infectierisico de methode om deze eis voor micro-organismen in te vullen. Tabel 2.3 Oorzaken en maatregelen met betrekking tot normoverschrijdingen in het drinkwater ‘af pompstation’ voor Tabel I van het Dwb Parameter
Aantal pompstations
Oorzaak (N)*
Maatregel (N)* Herhaling in orde
Tabel I Escherichia coli
2
Eenmalig
Legionella
1
Eenmalig
Uitgebreid onderzoek Herhaling in orde, oorzaak onbekend *
N = aantal pompstations (zie ook Bijlage C, tabel 3).
TABEL II: chemische parameters De normen van de parameters in deze tabel zijn gebaseerd op een gezondheidskundige grondslag. De normoverschrijdingen voor deze parameters zijn samengevat in Tabel 2.4. Uit de tabel blijkt dat voor twee parameters overschrijdingen zijn gerapporteerd. Voor één pompstation is er een overschrijding van de norm voor nikkel gerapporteerd. Op dit pompstation wordt ook ingekocht water uit Duitsland verwerkt. Dit inkoopwater bevat ook te hoge nikkelconcentraties. Op dit pompstation is aanvullende zuivering voor de verwijdering van nikkel aanwezig. Zesmaal was de concentratie in het afgeleverde drinkwater hoger dan de norm (20 µg/l). Er wordt wekelijks gemonitord in plaats van de gebruikelijke viermaal per jaar in verband met de kwaliteitsbewaking. Een verhoogde concentratie van bestrijdingsmiddelen (hoger dan 0,1 µg/l) komt incidenteel voor in het drinkwater van een grondwaterpompstation. Het betreft bentazon, als oorzaak is een winputschakeling genoemd. De metaboliet BAM wordt op vijf locaties in drinkwater aangetoond in concentraties hoger dan 0,1 µg/l maar lager dan 1 µg/l. Voor AMPA betreft dit eveneens vijf locaties. Pagina 20 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Formeel zijn dit geen normoverschrijdingen omdat deze metabolieten niet humaan- toxicologisch relevant zijn. In Tabel 2.4 zijn deze waarnemingen dan ook niet vermeld. Tabel 2.4 Oorzaken en maatregelen met betrekking tot normoverschrijdingen in het drinkwater ‘af pompstation’ voor Tabel II van het Dwb Parameter
Aantal pompstations
Oorzaak (N)*
Maatregel (N)*
Grondstof / Inkoop
Optimalisatie zuivering
Putschakeling ook in
Aanpassen
2011 (eenmalig)
putschakeling
Tabel II Nikkel
1
Pesticiden Bentazon *
1
N = aantal pompstations (zie ook Bijlage C, tabel 3).
TABEL III: indicatorparameters Tabel III van het Dwb bevat de indicatorparameters. De normen voor deze parameters hebben geen directe gezondheidskundige achtergrond, maar zijn bedoeld voor de controle van het productieproces van bron tot tap. Als voor deze parameters de norm overschreden wordt, dient het bedrijf onderzoek uit te voeren naar de oorzaak hiervan. De ILT kan bepalen of er maatregelen getroffen dienen te worden om verdere normoverschrijding te voorkomen. In de afweging speelt een eventuele (indirecte) relatie met de volksgezondheid een belangrijke rol. De normoverschrijdingen voor de parameters uit Tabel III zijn samengevat in Tabel 2.5 aangevuld met oorzaken en maatregelen. Normoverschrijdingen zijn in 2012 voor zestien van de 32 parameters weergegeven. De normoverschrijdingen betreffen vooral parameters waarvan de norm incidenteel wordt overschreden. Er zijn enkele structurele overschrijdingen voor Saturatie Index (SI), en mangaan. De parameter bacteriën van de coligroep is een indicatorparameter met een bedrijfstechnische achtergrond. Een positief analyseresultaat wordt als overschrijding aangemerkt als de uitslag van het eerste herhalingsmonster eveneens positief is. (Dit in tegenstelling tot de indicatorparameters uit Tabel I, E. coli en enterococcen (VROM, 2005a).) Uit Tabel 2.5 blijkt dat de norm voor de parameter bacteriën van de coligroep in 2012 viermaal is overschreden, in drie van de vier gevallen is een oorzaak bekend en is het probleem adequaat opgepakt. Uit de gegevens van de drinkwaterbedrijven blijkt dat in reinwater 84 monsters van het totaal aantal metingen voor deze parameter positief waren (0,48%). De herhalingsmonsters waren uitgezonderd op de eerder genoemde vier locaties negatief. In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn er geen normoverschrijdingen van ammonium. Op één pompstation is de norm voor Aeromonas overschreden vanwege een verstoring van de zuivering.
Pagina 21 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Tabel 2.5 Oorzaken en maatregelen met betrekking tot normoverschrijdingen in het drinkwater ‘af pompstation’ voor Tabel III van het Dwb Parameter
Aantal pomp-
Tabel III
stations
Oorzaak (N)*
Maatregel (N)*
Bedrijfstechnische parameters Aeromonas
1
Eenmalig
Bedrijfstechnisch
Clostridium perfrin-
2
Eenmalig
Bedrijfstechnisch
Leiding reinwater-kelder
Bedrijfstechnische
Ruwwaterleiding
aanpassingen en
gens, incl. sporen Bacteriën van de
4
coligroep
schoonmaken (2) Spoelwaterleiding
Tijdelijk UV-desinfectie
Geen
2e herhaling in orde
Saturatie Index
6
Grondstof (structureel)
Samenhang met kalkoplossend vermogen. Oplossingen worden verkend
Waterstofcarbonaat
3
Grondstof
Geen
Hardheid
1
Afregelen ontharding op
Bedrijfstechnisch
Sporen van sulfiet-
1
Eenmalig
Bedrijfstechnisch
2
Structureel
Sluiten pompsta-
ondergrens reducerende clostridia Zuurgraad
tion op termijn Eenmalig geringe afwijking
Geen Geen
Organoleptische parameters Geur
4
Eenmalig
Kleur
1
Eenmalig
Geen
Mangaan
4
Structureel (1)
Sluiten pompstation op termijn (1)
Bedrijfstechnisch meestal
Geen
eenmalig Smaak Troebelingsgraad
Eenmalig
Geen
11
3
Bedrijfstechnisch meestal
Geen
3
Bedrijfstechnisch meestal
eenmalig, filterstoring IJzer
Geen
eenmalig, filterstoring Signaleringsparameters Chlooretheen
1
Eenmalig, mogelijk oude
Geen
verontreiniging EDTA
5
Grondstof (via
Geen
oppervlaktewater) 1,4-dioxaan
3
Grondstof
ILT: ontheffing tot 3 µg/l
Niet-wettelijke parameter Koperoplossend
8
Agressiviteit grondstof (8)
vermogen *
N = aantal pompstations (zie ook Bijlage C, tabel 3).
Pagina 22 van 59
Mogelijk op termijn conditionering
RIVM Rapport 2014-0137
De parameter Saturatie Index (SI) is een maat voor de agressiviteit van het water ten opzichte van het leidingmateriaal. Nederland heeft deze parameter in de wetgeving opgenomen om een relatie tussen de drinkwaterkwaliteit en de aantasting van het leidingmateriaal te kunnen leggen. De samenstelling van het grondwater is meestal de oorzaak van een normoverschrijding. Een afwijking van de SI (lager dan –0,2) heeft een relatie met het kalkoplossend vermogen van het water. Cementeuze materialen, meestal grote transportleidingen, kunnen hierdoor worden aangetast. In samenhang met parameters als de zuurgraad, hardheid en het koperoplossend vermogen kan per productielocatie worden onderzocht in hoeverre conditionering van het water zinvol is. De norm voor de parameter SI wordt vanaf 2012 getoetst aan het jaargemiddelde conform het Dwb. Op zes pompstations is de norm onderschreden (Bijlage C, tabel 3). Voor zover bekend zijn er nog geen maatregelen genomen. De gemiddelde waarde voor het koperoplossend vermogen is bij een aantal pompstations (acht) vooral in het oosten en zuiden van het land hoger dan 2 mg/l. Dit is geen wettelijke normoverschrijding, maar het geeft een indicatie dat hogere kopergehaltes in het drinkwater aan de tap kunnen voorkomen. In paragraaf 2.3.2 is informatie over het kopergehalte van het drinkwater aan het tappunt opgenomen. Het totale aantal locaties met overschrijdingen voor de stoffen mangaan en ijzer is zeven, dit is tweemaal zo laag als in 2011, maar gelijk aan het aantal in 2010. De overschrijdingen zijn meestal incidenteel en te wijten aan een storing in het filtratieproces. Mangaan is op één pompstation een structureel probleem; dit pompstation zal op termijn worden gesloten. In het gebied van het voormalige drinkwaterbedrijf Delta (nu Evides) zijn elk jaar overschrijdingen voor geur en smaak. Het herhalingsmonster is meestal goed en een oorzaak wordt niet gevonden. De metingen worden tot en met 2012 op het laboratorium uitgevoerd en vanaf 2013 door de monsternemer. Dit is al langer de praktijk bij andere bedrijven waar veel minder vaak afwijkingen worden aangetoond. Een beeld van de maximale meetwaarden van hardheid, ammonium, ijzer, mangaan en de Saturatie Index is weergegeven in de Figuren 2.5 tot en met 2.10. In deze figuren zijn de pompstations met één of meerdere normoverschrijdingen zichtbaar als een grotere stip (behalve voor hardheid). Voor de parameter (totale) hardheid geldt dat deze (concentratie calcium plus magnesium) niet lager dan 1 mmol mag zijn indien het water onthard of geconditioneerd wordt. Getoetst wordt aan het 90-percentiel van de norm. Op één pompstation waar onthard wordt is de 90-percentiel onderschreden. De verandering in het toetsen van de norm zorgt ervoor dat het aantal normafwijkingen is gereduceerd. In Figuur 2.5 wordt de gemiddelde hardheid voor alle pompstations weergegeven; de normafwijkingen zijn hier niet zichtbaar. In 2012 zijn er vier pompstations met een gemiddelde hardheid hoger dan 2,5 mmol. In 2011 waren dit er nog zes. De waarde van 2,5 mmol wordt vaak aangehouden als grens waarboven onthard wordt. Er zijn 19 pompstations met een hardheid lager dan 1 mmol. Op de meeste van deze locaties is het water van nature zacht. In Figuur 2.9 en 2.10 is de SI weergegeven, zowel volgens de huidige norm (jaargemiddelde) als de norm tot en met 2011 (minimum). Het verschil in aantallen is groot, dit betekent dat op zes locaties de SI structureel laag is. Het verdient aandacht om op deze locaties na te gaan of er maatregelen nodig zijn. Hierbij spelen meerdere eigenschappen van het drinkwater een rol.
Pagina 23 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Figuur 2.5 Jaargemiddelde voor de hardheid van reinwater
Figuur 2.7 Hoogste meetwaarde van ijzer in reinwater
Pagina 24 van 59
Figuur 2.6 Hoogste meetwaarde van ammonium in reinwater
Figuur 2.8 Hoogste meetwaarde van mangaan in reinwater
RIVM Rapport 2014-0137
Figuur 2.9 Laagste meetwaarde van de Saturatie Index in reinwater
Figuur 2.10 Gemiddelde meetwaarde van de Saturatie Index in reinwater
Voor drie stoffen die vallen onder de noemer van signaleringsparameters zijn overschrijdingen gerapporteerd. De ILT heeft voor de stof 1,4-dioxaan een ontheffing verleend aan het betreffende bedrijf, de concentraties blijven onder deze waarde. De stof EDTA komt onder andere in was- en reinigingsmiddelen voor en wordt vooral in rivierwater aangetoond. De stof wordt tijdens de zuivering onvoldoende verwijderd. De stof chloraat (signaleringsparameter niet in de tabel) is in 2012 op negentien grondwaterpompstations aangetoond in reinwater en op negentien (vaak dezelfde) pompstations ook in het ruwe water. Deze stof (desinfectiebijproduct en in het verleden ook een herbicide) is mogelijk afkomstig van bodemverontreinigingen. Het drinkwaterbedrijf voert voor zover bekend nog onderzoek uit. De hoogst aangetroffen concentratie in grondwater is een factor zeven lager dan de gezondheidskundige norm (700 µg/l) van de WHO (WHO, 2011). De hoogst aangetroffen concentratie in drinkwater geproduceerd uit grondwater is een factor 16 lager dan de WHOnorm. Als chloraat als verontreiniging onder de signaleringsparameter valt en dus niet als bestrijdingsmiddel wordt gezien dan zijn er geen normoverschrijdingen. Het risico voor de volksgezondheid is gering, echter conform het voorzorgsprincipe hoort chloraat niet in het drinkwater thuis. Daarnaast wordt chloraat ook aangetroffen in drinkwater dat tijdens de zuivering is behandeld met chloordioxide, de concentraties zijn dan meestal hoger. De hoogste concentratie in drinkwater behandeld met chloordioxide is een factor zeven lager dan de WHO-norm. Steeds vaker wordt onderzoek met nieuwe screeningsmethoden uitgevoerd in monsters uit winputten in het kader van kwaliteitsbewaking. Dit kan en zal steeds nieuwe stoffen opleveren (Wuijts et al., 2013).
Pagina 25 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Vergelijking met voorgaande jaren In Tabel 2.6 is een overzicht gegeven van het aantal normoverschrijdingen in relatie tot het totaal aantal metingen per parameter. Het percentage overschrijdingen per parameter varieert van 0,00 voor de parameter bestrijdingsmiddelen (totaal) tot 0,99 voor nikkel. Het relatief hoge percentage voor nikkel wordt veroorzaakt door de hiervoor beschreven overschrijdingen op één pompstation. Het percentage normoverschrijdingen voor de parameter bestrijdingsmiddelen is gelijk aan dat in 2011. Ondanks het grote aantal metingen voor bestrijdingsmiddelen is er slechts één geringe normoverschrijding geconstateerd. Tabel 2.6 Een overzicht van de normoverschrijdingen per parameter ten opzichte van het totaal aantal metingen voor drinkwater ‘af pompstation’ Parameter
Totaal aantal
Aantal
Overschrijdingen
metingen
overschrijdingen
(%)
Tabel I Escherichia coli
13.806
2
0,01
636
1
0,16
Legionella Tabel II Bestrijdingsmiddelen
74.146
1
0,00
Nikkel
605
6
0,99
Bentazon
672
1
0,15 0,04
Tabel III Aeromonas
2822
1
17.576
4
0,02
797
1
0,13
2311
2
0,09
Geur
1806
7
0,39
Hardheid
5565
1
0,02
IJzer
5235
3
0,06
Kleurintensiteit
1573
1
0,06
Mangaan
4319
41
0,95
Saturatie Index
5713
6
0,11
Smaak
1766
4
0,23
739
2
0,27
10.511
19
0,18
5783
37
0,64
10.758
10
0,09
Bacteriën van de coligroep Chlooretheen Clostridium perfringens (incl. sporen)
Sporen van sulfietreducerende clostridia Troebelingsgraad Waterstofcarbonaat Zuurgraad
Tabel 2.7 Overzicht van het aantal pompstations waar een (incidentele) normoverschrijding heeft plaatsgevonden (Versteegh et al 1995-2012) 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
56
2004
2000
58
2003
1999
73
2002
1998
63
2001
1997
72
*
1996
Jaar Pomp-
64
68
56
67
43
53
54
50
33
33
39
39
stations *
Het jaar waarin het WLB is aangepast. De vergelijking met voorgaande jaren is niet eenduidig.
Pagina 26 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Uit Tabel 2.7 blijkt dat er 39 pompstations zijn met één of meer normoverschrijdingen. Dit aantal is gelijk aan dat in 2011. De parameters Legionella spp. en de Saturatie Index zijn niet meegenomen bij het vaststellen van het aantal pompstations met normoverschrijdingen omdat deze parameters niet in de EG-richtlijn voorkomen. In Tabel 2.8 is per parameter aangegeven bij hoeveel pompstations een overschrijding regelmatig voorkomt in de periode 2008-2012. Onder regelmatig wordt verstaan dat jaarlijks in de afgelopen drie, vier of vijf jaren een normoverschrijding is gemeten. Uit deze tabel blijkt dat de over- en onderschrijdingen voor de parameters mangaan, zuurgraad, waterstofcarbonaat, hardheid en Saturatie Index (SI) structureel zijn (overschrijding in minstens vijf jaren). Het beeld over meerdere jaren komt overeen met het beeld in de rapportage over 2011; opgemerkt wordt dat overschrijdingen in vijf opeenvolgende jaren hardnekkige problemen zijn zoals mangaan en zuurgraad op één locatie. Voor de SI en waterstofcarbonaat geldt dat de oorzaak ligt in de natuurlijke samenstelling van het grondwater. Tabel 2.8 Overzicht van de aantallen pompstations per parameter waar gedurende de periode 2008-2012 in drie of meer jaren een normoverschrijding heeft plaatsgevonden in drinkwater ‘af pompstation’. Een pompstation met een normoverschrijding gedurende vijf jaar komt uitsluitend voor in de kolom 5 jaren Parameter
4 jaren
5 jaren
Geur
0
3
0
IJzer
1
0
0
Kleurintensiteit
1
0
0
Mangaan
0
0
1
1
0
0
16
19
4
Nikkel Saturatie Index
2.3.2
3 jaren
Smaak
0
1
0
Hardheid
1
2
0
Troebelingsgraad
3
1
0
Waterstofcarbonaat
1
1
1
Zuurgraad
0
0
1
Distributiewater In Bijlage C, tabel 4 zijn de normoverschrijdingen weergegeven voor het drinkwater in het distributienet (kortweg distributie). In deze paragraaf worden de oorzaken van de normoverschrijdingen en eventueel genomen acties samengevat. De parameters zijn gegroepeerd volgens de tabellen uit het Dwb. De drinkwaterbedrijven zijn niet verantwoordelijk voor normoverschrijdingen die door de binneninstallatie worden veroorzaakt. Zij hebben wel de plicht de eigenaar te informeren en zonodig te adviseren. TABEL I: microbiologische parameters In Tabel 2.9 zijn de normoverschrijdingen voor de microbiologische parameters uit Tabel I en voor Legionella weergegeven. Voor deze parameters telt elk positief monster als een normoverschrijding (VROM, 2005a). In 2012 is acht keer een normoverschrijding voor E. coli en viermaal voor de parameter enterococcen gerapporteerd. Bij een positieve uitslag voor deze parameters wordt er direct een herhalingsmonster genomen. De uitslagen van deze Pagina 27 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
herhalingsmonsters waren in de meeste gevallen negatief. Voor zover bekend is in vier gevallen een kookadvies gegeven. In Tabel 2.9 zijn oorzaken voor zover bekend en maatregelen weergegeven die de bedrijven hebben genomen, weergegeven. Er zijn geen grootschalige incidenten geweest. Afwijkende meetresultaten bij incidenten, bijvoorbeeld na reparaties, worden niet via het reguliere meetprogramma aangeleverd. Alle bedrijven op één na hebben in het distributienet metingen uitgevoerd voor de parameter Legionella met als doel het afgeleverde water te controleren zonder de invloed van de binneninstallatie. De bacterie is op veertien monsterpunten aangetoond boven de norm (100 kve/l); dit aantal is lager dan in 2011 (24 locaties boven de norm). Het betreft meestal individuele adressen en relatief geringe aantallen. Meestal was het herhalingsmonster, ook van de aangrenzende woningen in orde. Slechts eenmaal werd een aantal boven 1000 kve/l aangetroffen, in dit geval in een herhalingsmonster. Uit de informatie van de drinkwaterbedrijven blijkt dat de bewoners worden geïnformeerd als ook het tweede monster positief is. Vaak wordt het dossier overgedragen aan de afdeling inspectie van het drinkwaterbedrijf. Indien bij de meetgegevens het type Legionella is vermeld dan was het een Legionella non-pneumophila. In de literatuur zijn zelden ziektegevallen, veroorzaakt door dit type, beschreven (Versteegh et al., 2007). Hoewel een monster genomen moet worden van het drinkwater vóór de watermeter wordt een monster vaak in een gebouw of woning genomen. Het is mogelijk dat de legionellabacteriën afkomstig zijn uit de binneninstallatie. Tabel 2.9 Oorzaken en maatregelen met betrekking tot normoverschrijdingen in het drinkwater in het distributiegebied voor Tabel I van het Dwb. Parameter
Aantal distributie-
Tabel I
gebieden
Escherichia
8
coli
Enterococcen
4
Oorzaak (N)*
Maatregel (N)*
Monstername niet
Herstellen aansluitleiding
representatief, ook
Kookadvies, nieuwe
eigen winning (1)
leiding (1)
Aansluitleiding één
Kookadvies, spuien (1)
klant (1)
Herhalingsmonsters in
Binneninstallatie (1)
orde (4); 3e en 4e
Onbekend (5)
herhaling in orde
Ook E. coli (2)
Kookadvies, spuien (2)
Besmetting
Herhaling in orde
pompstation (1) Eenmalig 1 adres Legionella spp
14
Binneninstallatie,
Informeren bewoners,
onbekend
Herhalingsmonsters in orde
*
N= aantal voorzieningsgebieden (zie ook Bijlage C, tabel 4).
TABEL II: chemische parameters Er zijn normoverschrijdingen voor twee chemische parameters weergegeven in Tabel 2.10. Het betreft de parameters nikkel en lood welke respectievelijk éénen tweemaal zijn overschreden. Eén hoge meetwaarde is de oorzaak dat het (getoetste) jaargemiddelde wordt overschreden. De norm voor lood (25 µg/l) in de Europese Drinkwaterrichtlijn geldt tot en met 2013. In Nederland wordt sinds 2006 een norm van 10 µg/l gehanteerd. Deze normwaarden gelden aan de tap. Voor de parameters lood, koper en nikkel wordt de norm getoetst via een steekproefmethode die representatief is voor de gemiddelde hoeveelheid die de Pagina 28 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
consument binnenkrijgt conform de Random Day Time (RDT)-methode (VROM, 2005b). In de praktijk neemt de monsternemer bij binnenkomst van het gebouw een monster uit de binneninstallatie (aan de tap) zonder doorstroming. Het aantal uren dat het water vóór monstername in de installaties heeft stilgestaan is in principe willekeurig over de dag verspreid. De norm voor de metalen lood, koper en nikkel wordt per distributiegebied getoetst aan het jaargemiddelde. Uit de gegevens blijkt dat in een aantal gevallen de maximum meetwaarden in zo’n distributiegebied hoger zijn dan de normen voor deze metalen. De maximum meetwaarde voor koper is in vijf monsters (0,28%) hoger dan 2 mg/l. Voor lood is in zes van het aantal monsters het maximum hoger dan 10 µg/l (0,33%), voor nikkel (20 µg/l) betreft dit dertien monsters (0,72%). Het aantal metingen voor lood met een maximumwaarde hoger dan de norm, is ten opzichte van 2011 verder gedaald. Voor nikkel daarentegen is het percentage toegenomen. Opgemerkt wordt dat bij de keuze van de meetpunten in het distributiegebied geen rekening wordt gehouden met het aanwezige leidingmateriaal. Ofwel hoe minder loden binnenleidingen er zijn hoe kleiner de kans is dat er daaruit een monster wordt genomen. Tabel 2.10 Oorzaken en maatregelen met betrekking tot normoverschrijdingen in het drinkwater in het distributiegebied voor Tabel II van het Dwb Parameter
Aantal distributie-
Tabel II
gebieden
Lood
2
Oorzaak (N)*
Maatregel (N)*
Binneninstallatie met één
Informeren klant
hoge waarde Nikkel
1
Binneninstallatie met één
Informeren klant
hoge waarde *
N= aantal voorzieningsgebieden (zie ook Bijlage C, tabel 4).
De drinkwaterbedrijven hebben vrijwel alle loden dienstleidingen rond de eeuwwisseling vervangen of incidenteel van een coating voorzien. De drinkwaterkwaliteit op het leveringspunt voldoet aan de voor deze metalen gestelde eisen. De drinkwaterbedrijven informeren de eigenaren van de binneninstallaties en/of de bewoners als er verhoogde concentraties metalen, met name lood, worden aangetroffen. Bij de renovatie van woningen worden loden leidingen normaliter verwijderd. Er is een evaluatie van de RDT-bemonstering zoals in het protocol beschreven staat uitgevoerd. (Slaats et al., 2008). Hieruit blijkt dat het begrip Random Day Time in de praktijk niet echt een meting willekeurig over de dag weergeeft. Op een aantal pompstations staat dan een opstelling (koperen buizenproef) waarin stilstaand water in de koperen leiding van een binneninstallatie wordt nagebootst en zo het koperoplossend vermogen wordt bepaald. De resultaten van deze proeven geven een indicatie of het drinkwater van een pompstation metaaloplossende eigenschappen heeft. Voor de koperen buizenproef zijn bij acht pompstations (Bijlage C, tabel 3a) gemiddelde waarden hoger dan 2 mg/l gerapporteerd. De RDT bemonsteringsmethode vervangt steeds vaker de koperen buizenproef. Uit de informatie van de afgelopen jaren is bekend op welke pompstations het koperoplossend vermogen relatief hoog is. TABEL III: indicatorparameters De normoverschrijdingen voor de indicatorparameters uit Tabel III zijn samengevat in Tabel 2.11.
Pagina 29 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Tabel 2.11 Oorzaken en maatregelen met betrekking tot normoverschrijdingen in het drinkwater in het distributiegebied voor Tabel III van het Dwb Parameter
Aantal
Tabel III
distributie-
Oorzaak (N)*
Maatregel (N)*
Nagroei (incidenteel (18)
Spuien en andere
gebieden Bedrijfstechnische parameters Aeromonas
24
bedrijfstechnische Nagroei (structureel (6)
acties Project bedrijfstak onderzoek
Bacteriën van de
15
coligroep
Pompstation (4)
Zie pompstation (4)
Ook E. coli (3)
Zie Tabel 2.9 (3)
Binneninstallatie (2)
Bedrijfstechnisch (3)
Werkzaamheden (1) 2e herhaling in orde (5)
Geen (5)
Saturatie Index
2
Grondstof (structureel)
Zie pompstation
Clostridium perfringens
2
Incidenteel
Geen
Temperatuur
2
Incidenteel
Herhaling goed
Waterstofcarbonaat
2
Grondstof
Geen
Zuurgraad
1
Regelmatig
Sluiten pompstation
inclusief sporen
op termijn Organoleptische parameters Geur
3
Terugkerend
Herhaling goed Geen
Mangaan
4
Incidenteel
Smaak
3
Terugkerend
Herhaling goed
Troebelingsgraad
4
Incidenteel
Geen
IJzer
5
Incidenteel
Bedrijfstechnisch, periodiek onderhoud
*
N= aantal voorzieningsgebieden (zie ook Bijlage C, tabel 4).
In vijftien gebieden is de norm voor de parameter bacteriën van de coligroep overschreden. Dit betekent dat ook het herhalingsmonster positief is geweest. Op vier locaties was de oorzaak van de overschrijding terug te voeren op de productielocatie of werd ook E. coli aangetoond. Uit de gegevens van de drinkwaterbedrijven blijkt dat voor de parameter bacteriën van de coligroep 131 monsters van het totaal aantal metingen positief waren (0,27%). De herhalingsmonsters waren negatief uitgezonderd de hiervoor genoemden. In twee gebieden is clostridium perfringens (inclusief sporen) eenmalig aangetoond. In 24 distributiegebieden is de norm voor de microbiologische parameter Aeromonas (1000 kve/100 ml) overschreden. Dit aantal is ten opzichte van vorig jaar gelijk gebleven. In de meeste gebieden betreft het incidenteel te hoge aantallen. In de regio Noord-Holland is Aeromonas een hardnekkig probleem; er wordt vaak extra gespuid en er wordt ook vaker als kwaliteitscontrole gemeten dan in andere regio’s. Ook in andere regio’s als Noordwest-Overijssel, ZuidwestFriesland en rond Rotterdam doet dit probleem zich voor. De drinkwaterbedrijven informeren de ILT regelmatig. Aeromonas is een parameter die gezien wordt als een indicator voor nagroei. Deze in het algemeen onschuldige bacterie kan zich in het leidingnet vermeerderen. Een duidelijke oorzaak is vaak moeilijk te achterhalen, maar het probleem komt elk jaar weer terug.
Pagina 30 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
De overige overschrijdingen betreffen vaak bedrijfstechnische parameters als ijzer (vijf distributiegebieden) en troebelingsgraad (vier distributiegebieden). Er zijn in tegenstelling tot 2011 weer wel overschrijdingen voor mangaan gemeld. Het aantal gebieden met een overschrijding voor ijzer en/of mangaan is, ten opzichte van 2011, toegenomen van vier naar negen. Het betreft meestal incidentele overschrijdingen. Deze parameters hebben geen direct effect op de gezondheid maar kunnen wel zorgen voor klachten zoals ‘bruin water’ bij de consument. Er zijn geen landelijke gegevens beschikbaar over klachten van de consument. Een normoverschrijding voor geur en ook voor smaak is voor drie gebieden gerapporteerd, de herhalingsmonsters waren weer normaal en een oorzaak werd niet gevonden. Ook in voorgaande jaren zijn deze normoverschrijdingen in dezelfde regio gerapporteerd. Zie ook paragraaf 2.3.1. In het algemeen geldt als er aanleiding toe is, en bijvoorbeeld ook bij klachten van de klant wordt de kwantitatieve methode toegepast. In 2012 is de norm voor de temperatuur (25oC) in twee gebieden in drinkwater geproduceerd uit oppervlaktewater overschreden. De norm voor de Saturatie Index is in slechts twee gebieden overschreden. Er wordt in tegenstelling tot voorgaande jaren aan het jaargemiddelde getoetst. Het aantal parameters uit Tabel III (indicatorparameters) met een normoverschrijding is twaalf (Tabel 2.11). Het aantal overschrijdingen voor de bedrijfstechnische parameters vertoont door de jaren heen een grillig beeld. Tabel 2.12 Overzicht van het % normoverschrijdingen van het distributiegebied Parameter
Totaal aantal
Aantal
Overschrijdingen
metingen
overschrijdingen
(%)
Tabel I Enterococcen
931
4
0,43
35.615
11
0,03
1019
28
2,75
Nikkel
1812
1
0,06
Lood
1805
2
0,11
Escherichia coli Legionella Tabel II
Tabel III Aeromonas
6557
164
2,50
Bacteriën van de coligroep
48.952
15
0,03
Geur
10.384
5
0,05
IJzer
5284
5
0,09
Kleurintensiteit
8894
2
0,02
Mangaan
2880
5
0,17
Saturatie Index
2828
2
0,07
10.383
5
0,05
3568
2
0,06
Temperatuur
34.520
3
0,01
Troebelingsgraad
13.312
5
0,04
2838
18
0,64
11.070
3
0,03
Smaak Clostridium perfringens (incl. sporen)
Waterstofcarbonaat Zuurgraad
Pagina 31 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
In Tabel 2.12 is een overzicht gegeven van het aantal normoverschrijdingen in relatie tot het totaal aantal metingen per parameter. De parameter Legionella scoort het hoogst (2,75%) gevolgd door Aeromonas (2,50%). In het begin van deze paragraaf zijn deze parameters besproken. Deze parameters zijn niet in de EG-richtlijn opgenomen. De overige parameters scoren ruim lager dan 1%. Tabel 2.13 Overzicht van de aantallen meetpunten per parameter waar gedurende de periode 2008-2012 in drie of meer jaren een normoverschrijding heeft plaatsgevonden in drinkwater in het distributienet Parameter
3 jaren
4 jaren
5 jaren
Aeromonas
0
4
4
Legionella
4
4
4
Nikkel
1
0
0
Bacteriën van de coligroep
4
1
0
Saturatie Index
3
5
2
Geur
0
0
1
IJzer
3
0
1
Troebelingsgraad
1
1
1
Kleurintensiteit
1
1
0
Escherichia coli
2
2
2
Waterstofcarbonaat
0
2
1
Smaak
0
0
1
Clostridium perfringens (incl. sporen)
1
0
0
Hardheid
1
0
0
In Tabel 2.13 is per parameter weergegeven in hoeveel distributiegebieden een overschrijding regelmatig voorkomt in de periode 2008-2012. Uit deze tabel blijkt dat de parameters Legionella en Aeromonas het hoogst scoren. In vier gebieden komen deze parameters in vijf opeenvolgende jaren voor. In een distributiegebied zijn meerdere soms wisselende monsternamepunten. Tabel 2.13 geeft geen informatie over individuele meetpunten. Ook de grootte van een distributiegebied, en daardoor het aantal metingen, kan sterk verschillen omdat het gekoppeld is aan het bijbehorende pompstation. Dit betekent dat wanneer een normoverschrijding in een distributiegebied meerdere jaren achter elkaar voorkomt, het steeds een ander meetpunt binnen het gebied is. Tabel 2.14 Oorzaken en maatregelen met betrekking tot normoverschrijdingen (Dwb) in het drinkwater op in- en verkooppunten Parameter
Aantal inkooppunten
Aeromonas
6
Oorzaak (N)*
Maatregel (N)*
Nagroei
Bedrijfstechnisch
Aluminium
1
Duits water
Clostridium perfringens
1
Incidenteel
Geen
Enterococcen
1
Incidenteel
Geen
IJzer
3
Incidenteel (2)
Geen
Duits water (1) Mangaan
1
Incidenteel
Geen
Duits water Nikkel
1
Duits water
Geen
Troebelingsgraad
2
(Duits water)
Geen
* N = aantal in- en verkooppunten Pagina 32 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
2.3.3
Inkoopwater Tabel 2.14 geeft een overzicht van de normoverschrijdingen voor de in- en verkooppunten. De overschrijdingen betreffen meestal bedrijfstechnische parameters, de parameter nikkel heeft één overschrijding. Het ingekochte water is op vijf punten afkomstig uit het buitenland (Duitsland).
2.3.4
Ingrepen in het distributienet Drinkwaterbedrijven voeren regelmatig werkzaamheden aan het distributienet uit zoals het vervangen van leidingen en reparaties in verband met leidingbreuken en lekkages. Na afloop worden controlemonsters genomen om de microbiologische veiligheid van het drinkwater te waarborgen. Sinds 2005 melden de drinkwaterbedrijven de positieve resultaten van de microbiologische analyses, bij een ingreep waarbij de levering van drinkwater wordt gecontinueerd, aan de ILT. Het betreft dus niet de monsters die genomen worden tijdens de aanleg van nieuwe leidingen. In 2012 hebben alle tien de drinkwaterbedrijven van positieve microbiologische meetresultaten gemeld. In Tabel 2.15 zijn de resultaten weergegeven. In totaal zijn er 96 van dergelijke meldingen geregistreerd. In 73 gevallen is een kookadvies gegeven. De kookadviezen worden bijna altijd op kleine schaal gegeven; van enkele woningen tot een paar straten. Het aantal meldingen is gelijk aan dat van 2011. Opvallend vaak (45% van het aantal meldingen) worden alleen enterococcen aangetoond. In de Hygiënecode Drinkwater (Meerkerk et al., 2010) van de drinkwatersector wordt beschreven hoe de microbiologische veiligheid van drinkwater tijdens opslag, en transport en distributie kan worden gewaarborgd. In het rapport wordt ook beschreven hoe er in het veld gewerkt dient te worden bij aanleg en reparatie van leidingen. Grijs gietijzeren leidingen In 2010 heeft KWR Watercycle Research Institute (KWR) samen met de drinkwaterbedrijven en in overleg met de ILT en het RIVM een landelijk onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) na werkzaamheden aan grijs gietijzeren en stalen leidingen in het distributienet. Dit type leiding is met bitumen of koolteer bekleed; al enkele decennia wordt dit type leiding niet meer gelegd. Geur- en smaakklachten van bewoners na werkzaamheden waren de aanleiding voor het onderzoek. Bij nader onderzoek werden verhoogde concentraties PAK aangetroffen. De belangrijkste conclusie uit het rapport (Blokker et al., 2010) is de volgende: ‘De bitumen en koolteer coatings waarmee grijs gietijzeren en stalen leidingen uit de periode tussen 1900 en 1990 inwendig bekleed zijn, kunnen PAK aan drinkwater afgeven. De omstandigheden waarbij dit gebeurt, kunnen optreden na verstoringen, maar zijn kortdurend van aard. Hierdoor kan de PAK-norm uit het Drinkwaterbesluit overschreden worden. De bijdrage aan de totale blootstelling van mensen aan PAK is echter laag. Het verwaarloosbaar risiconiveau voor de volksgezondheid (1 persoon met kanker op de miljoen mensen bij levenslange blootstelling) wordt onder de genoemde omstandigheden niet overschreden.’ KWR en RIVM hebben op verzoek van de ILT een ‘protocol monstername grijs gietijzeren leidingen’ opgesteld. Na werkzaamheden en bij geur- en smaakklachten bij dit type leidingen hebben de drinkwaterbedrijven in 2012 PAKanalyses uitgevoerd. De verzamelde gegevens zijn verwerkt in een korte notitie welke aan de drinkwaterbedrijven en de ILT is gezonden. De conclusie is dat er bij 2,6% van de ingrepen, waarbij PAK-analyses zijn uitgevoerd (totaal 821), een kortdurende (analyse na zeven dagen uitgevoerd) overschrijding van de drinkwaternorm voor PAK is geweest. In geen enkel geval zijn er na dertig dagen nog PAK aangetoond. Pagina 33 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Dit betekent dat er geen aanwijzingen zijn dat de blootstelling van de consument aan PAK zodanig is dat er een gezondheidsrisico optreedt. Het RIVM heeft hierop voorgesteld de uitvoering van het protocol te beëindigen. Tabel 2.15 Meldingen van microbiologische analyses na ingrepen in het distributienet met behoud van verbruik van drinkwater Drink-
Parameter
waterbedrijf WBGr
Aantal
Actie
incidenten Bacteriën van de coligroep
1
Geen
Escherichia coli/Bacteriën van
1
Openbaar tappunt is
de coligroep
afgesloten, tot vrijgave
WMD
Enterococcen
5
Kookadvies
Bacteriën van de coligroep/
1
Geen
7
Geen
Enterococcen Bacteriën van de coligroep Brabant Water
Escherichia coli
1
Kookadvies
Escherichia coli/Bacteriën van
1
Kookadvies
7
Kookadvies (6)
de coligroep/Enterococcen Escherichia coli/Bacteriën van de coligroep Bacteriën van de coligroep
Geen (1) 4
Kookadvies (1) Geen (3)
Bacteriën van de
1
Kookadvies
Enterococcen
7
Kookadvies
Enterococcen
7
Kookadvies
Bacteriën van de coligroep
5
Geen
Escherichia coli/Bacteriën van
1
Kookadvies
coligroep/Enterococcen Dunea
de coligroep/Enterococcen Waternet
Enterococcen
1
Geen
Bacteriën van de coligroep
1
Geen
Evides
Enterococcen
2
Kookadvies
Oasen
Bacteriën van de coligroep
1
Geen
Escherichia coli/Bacteriën van
1
Kookadvies
Enterococcen
1
Kookadvies
Bacteriën van de coligroep
1
Kookadvies
1
Kookadvies
de coligroep/Enterococcen PWN
Escherichia coli/Enterococcen Vitens
Enterococcen
18
Kookadvies (17) geen (1)
Escherichia coli
5
Kookadvies
Escherichia coli/Bacteriën van
4
Kookadvies
Escherichia coli/Enterococcen
2
Kookadvies
Escherichia coli/Bacteriën van
3
Kookadvies
2
Kookadvies
de coligroep
de coligroep/Enterococcen Enterococcen/Bacteriën van de coligroep WML
Enterococcen
3
Kookadvies
Escherichia coli/Bacteriën van
1
Kookadvies
de coligroep/Enterococcen Pagina 34 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
2.4
Meetinspanning geneesmiddelen In de afgelopen jaren is er blijvende aandacht voor geneesmiddelen in de bronnen voor drinkwater (Wuijts, 2011). De watersector heeft de informatie welke in deze periode is verzameld vastgelegd in een overzichtsrapport (Derksen en Ter laak, 2013). In deze paragraaf wordt de meetinspanning naar geneesmiddelen van de drinkwaterbedrijven in 2012 weergegeven. Hiervoor wordt uitgegaan van de gegevens die in 2012 met behulp van REWAB zijn aangeleverd.
Figuur 2.11 Locaties geneesmiddelen metingen in 2012 Uit Figuur 2.11 blijkt dat niet voor alle locaties gegevens beschikbaar zijn. Of er worden geen analyses uitgevoerd of de gegevens waren niet aanwezig in REWAB.
Pagina 35 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Figuur 2.13 Metingen geneesmiddelen verdeeld over typen water In Figuur 2.13 is het aantal waarnemingen weergegeven verdeeld over de typen water. Het betreft in totaal circa 22.000 metingen, waarvan 70% in grondwater, 19% in oppervlaktewater en 11% in oevergrondwater. Voor reinwater is het aandeel grondwater het grootst. De oorzaak hiervan is dat het aantal locaties voor grondwater veel hoger is dan het aantal innamepunten van oppervlaktewater. De drinkwaterbedrijven genereren voor zover bekend ook de gegevens voor de innamepunten die de RIWA in haar jaarrapporten publiceert. In Figuur 2.14 zijn de aantallen analyseresultaten boven de detectiegrens weergegeven. Voor 21% van het totaal aantal metingen is de concentratie hoger dan de detectiegrens. Het aandeel is het grootst bij oppervlaktewater (ruw en rein samen 53%). Voor alleen ruwwater is het aandeel oppervlaktewater nog groter maar voor reinwater is het aandeel grondwater het grootst. Een mogelijke verklaring van de verdeling voor reinwater kan het effect van de zuivering zijn. Voor de zuivering van oppervlaktewater worden er technieken gebruikt die microverontreinigingen in het algemeen (deels) kunnen verwijderen. Voor grondwater is dit meestal niet zo. De detectiegrens voor de meeste stoffen ligt tussen 10 en 50 ng/l, voor een enkele stof is deze 100 ng/l. Voor één stof (metformine) is viermaal een concentratie in ruwwater boven de signaleringswaarde van 1 µg/l aangetroffen. In Figuur 2.15 is de verdeling van het totaal aantal metingen van geneesmiddelen naar stofgroep weergegeven. Hieruit blijkt dat de bijdrage uit de groep antibiotica het grootst is, gevolgd door de groepen pijnstillers, cholesterolverlagers en röntgencontrastmiddelen. In Bijlage D is de detailinformatie voor deze figuur weergegeven. Conclusie meetinspanning geneesmiddelen Dit is een eerste analyse op hoofdlijnen van de beschikbare gegevens over geneesmiddelen van de drinkwaterbedrijven. Het verdient aanbeveling om intensievere analyse te doen met een meer volledige dataset. Een Pagina 36 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
risicobeoordeling van gecombineerde effecten bij lage concentraties kan worden uitgevoerd (Van der Aa et al., 2012).
Figuur 2.14 Metingen geneesmiddelen boven de detectiegrens
Figuur 2.15 Metingen geneesmiddelen per groep
2.5
Collectieve voorzieningen Ook collectieve (zelfstandige) watervoorzieningen en grote collectieve leidingnetten dienen aan het Dwb te voldoen. Grote collectieve leidingnetten zijn leidingnetten aangesloten op het net van een drinkwaterbedrijf waar sprake is van distributie van leidingwater (geen behandeling) en waarmee gemiddeld meer dan 100 kubieke meter leidingwater (geen proceswater) per dag beschikbaar wordt gesteld. Hierbij wordt gedacht aan omvangrijke bedrijven of (lucht)havens. De meetprogramma’s zijn opgenomen in de Drinkwaterregeling. De drinkwaterbedrijven voeren de controle van collectieve leidingwaterinstallaties uit in opdracht van de ILT. RIVM heeft de voortgang en Pagina 37 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
de bevindingen van deze controles vanaf 2005 gerapporteerd (Dik, 2011). Ongeveer 17% van de bestaande en 50% van de nieuwe installaties vertoont in 2012 een verhoogd risico op verontreinigingen bij de eerste controle (conceptrapport voor ILT). Evenals in voorgaande jaren heeft de ILT inspecties uitgevoerd bij de zelfstandige collectieve voorzieningen ofwel ‘eigen winningen’. Dit kunnen zijn campings, recreatieterreinen en bedrijven. 2.6
Conclusies
2.6.1
Meetprogramma’s De meetprogramma’s zijn uitgevoerd op basis van de Drinkwaterregeling en geven voldoende inzicht in de (drink)waterkwaliteit. Het aantal meetresultaten is in 2012 ongeveer 875.000. Veel aandacht wordt besteed aan de bewaking van de kwaliteit van het ruwe water. Er worden screeningsprogramma’s uitgevoerd bij de winmiddelen; vaak worden extra parameters, zoals organische microverontreinigingen gemeten. In dit rapport is aandacht besteed aan de meetinspanning voor de categorie geneesmiddelen voor zover beschikbaar zijn in REWAB. Hieruit blijkt dat er in totaal ruim 22.000 meetgegevens voor geneesmiddelen gegenereerd zijn.
2.6.2
Kwaliteitseisen Grondstof De toetsing van de kwaliteit van de bron aan de Drinkwaterregeling (Bijlage 5) kan alleen voor oppervlaktewater plaatsvinden; voor grondwater zijn er voor de bereiding van drinkwater geen normen. De normoverschrijdingen voor oppervlaktewater betreffen bedrijfstechnische parameters, signaleringsparameters en bestrijdingsmiddelen. De drinkwaternorm wordt op alle innamepunten voor 21 (metabolieten van) bestrijdingsmiddelen regelmatig overschreden. Er zijn dertien verschillende stoffen aangetoond. De metaboliet AMPA (van glyfosaat) en de stof trichloorazijnzuur worden het vaakst aangetoond. De stof dimethomorf is bij één van de innamepunten in relatief hoge concentraties gemeten. Na uitgebreid onderzoek bleek dit afkomstig te zijn van een illegale lozing. De drinkwaterbedrijven hebben normoverschrijdingen bij innamepunten gerapporteerd op basis van tabel 5 van de Drinkwaterregeling. Naast algemene parameters als bacteriën van de coligroep en mangaan worden vooral organische microverontreinigingen gerapporteerd welke tot de categorie signaleringsparameters behoren. De meest opvallende zijn ethyleendiaminetetra-azijnzuur (EDTA) en metformine (geneesmiddel). Pathogene micro-organismen in de drinkwaterbron oppervlaktewater zijn een belangrijk aandachtspunt. In het Dwb is de kwantitatieve risicoanalyse opgenomen voor bacteriën, virussen en protozoa. De drinkwaterbedrijven voeren voor oppervlaktewaterwinningen en kwetsbare grondwaterwinningen een eerste risicoanalyse uitgevoerd (Schijven en De Roda Husman, 2009). Voor dertien productielocaties, met voornamelijk oppervlaktewater als bron, zijn de aangepaste dossiers beoordeeld. Voor het garanderen van veilig drinkwater zullen de zuiveringsprocessen zodanig moeten functioneren dat voldoende organismen verwijderd worden. Naast het onderzoek dat de drinkwaterbedrijven uitvoeren voor de reguliere meetprogramma’s worden meer gerichte onderzoeken uitgevoerd. Een voorbeeld is onderzoek naar het vóórkomen van drugs en kalmeringsmiddelen in water (Van der Aa et al., 2011). Hieruit blijkt dat deze stoffen die onder de Pagina 38 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Opiumwet vallen in lage concentraties voorkomen in de bronnen voor drinkwater (Rijn en Maas). Uit dit onderzoek maar ook uit andere informatie (RIWA, 2013) blijkt dat de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater blijvende aandacht vereist. Uit onderzoek gericht op de microbiologie blijkt dat er in de grote rivieren ook andere pathogene virussen (bijvoorbeeld Hepatitius-E) en bacteriën (emerging pathogenen) voorkomen. Kennis over de aanwezigheid van emerging pathogenen in oppervlaktewater is van belang om volksgezondheidsrisico’s van blootstelling aan deze pathogenen in water te kunnen schatten (Blaak et al., 2010). Aanbevolen wordt om de aandacht te blijven richten op bescherming van de bron, bijvoorbeeld door het terugdringen van (diffuse) emissies, zoals bestrijdingsmiddelen, drugs en kalmeringsmiddelen, (dier)geneesmiddelen en MTBE, en het saneren van emissies vanuit de rioolwaterzuivering. Drinkwater De volksgezondheid is in relatie tot de drinkwaterkwaliteit niet in gevaar geweest. Deze conclusie is gebaseerd op de resultaten van de meetprogramma’s en de meldingen naar aanleiding van de microbiologische analyses na ingrepen in het leidingnet. Het aantal pompstations waar één of meer normoverschrijdingen voorkomen is in 2012 gelijk aan het vorige jaar, namelijk 39. De normoverschrijdingen in drinkwater hebben meestal een incidenteel karakter. Wanneer er bacteriële besmettingen zijn vastgesteld worden maatregelen genomen en wordt de oorzaak zo spoedig mogelijk weggenomen. In 2012 zijn er tien overschrijdingen van de parameter E. coli gerapporteerd, vier van de parameter enterococcen en negentien overschrijdingen van de bedrijfstechnische parameter bacteriën van de coligroep. Hiervoor is voor zover bekend viermaal een kookadvies gegeven. Kookadviezen naar aanleiding van een microbiologische besmetting na een reparatie in het distributienet zijn minstens 73 maal gegeven. Daarnaast worden kookadviezen bij reparaties ook preventief gegeven. In veertien distributiegebieden is de norm voor Legionella in het drinkwater overschreden. De aantallen waren in de meeste gevallen relatief laag (1000 kve/l of lager) op één uitzonderingen na. In principe wordt het drinkwater uit het openbare distributienet bemonsterd, maar het is niet uit te sluiten dat het monsterpunt invloed op de meting heeft bijvoorbeeld als er biofilm vrijkomt. In 2012 is er éénmaal een normoverschrijding voor een bestrijdingsmiddel (bentazon) in drinkwater aangetoond. Van de bedrijfstechnische parameters komt Aeromonas in het distributiegebied het vaakst voor. Voor de overige parameters is het aantal normoverschrijdingen zowel voor het aantal pompstations als het aantal distributiegebieden beperkt tot minder dan tien. Opgemerkt wordt dat de parameter Saturatie Index vanaf 2012 aan het jaargemiddelde wordt getoetst waardoor het aantal normoverschrijdingen tot minder dan tien is gereduceerd.
Pagina 39 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Pagina 40 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Afkortingen
AMPA
Aminomethylfosfonzuur
ATA
Attest Toxicologische Aspecten
BAM
2,6-dichloorbenzamide
Dww
Drinkwaterwet
Dwb
Drinkwaterbesluit
EDTA
Ethyleendiaminetetra-azijnzuur
ETBE
Ethyl Tert-ButylEther
EU
Europese Unie
kve
kolonievormende eenheden
ILT
Inspectie Leefomgeving en Transport
IMG
Centrum voor Inspectie, Milieu en Gezondheidsadvisering (RIVM)
IenM
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
KWR
KWR Watercycle Research Institute
MTBE
Methyl Tert-ButylEther
REWAB
Registratie opgaven van drinkwaterbedrijven
RIVM
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
DTPA
Di-ethyleentriaminepenta-azijnzuur
Vewin
Vereniging van Waterbedrijven In Nederland
Voor afkortingen van de namen van drinkwaterbedrijven: zie Bijlage A.
Pagina 41 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Pagina 42 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Literatuur
Aa, N.G.F.M. van der, et al. (2012). Risicobeoordeling gecombineerde effecten van individuele stoffen in drinkwater. RIVM rapport nr. 703719086. Aa, N.G.F.M. van der, et al. (2011). Drugs of abuse and tranquilizers in Dutch surface waters, drinking water and wastewater. RIVM rapport nr. 703719064. Blaak, H., et al. (2010). Emerging pathogenen in oppervlaktewater. RIVM rapport nr. 703719049. Blokker, E.J.M., B.M. van de Ven, M. Tankerville en C.M. de Jongh (2010). Invloed coating grijs gietijzeren leidingen op drinkwaterkwaliteit. KWR rapport BTO 2010.044. Derksen, J.G.M. en T.L. ter Laak (2013). Humane geneesmiddelen in de drinkwaterketen. STOWA 2013-06; KWR 2013-006; ISBN 978.90.5773.605.6. Dik, H.H.J. (2011). De controle van collectieve leidingwaterinstallaties in 2010. RIVM rapport nr. 703719080. Drinkwaterwet (2009). Staatsblad 2009, 390. Drinkwaterbesluit (2011). Staatsblad 2011, 293. Drinkwaterregeling (2011). Staatscourant 2011, 10842. EG (1998). Richtlijn betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (98/83/EG). Meerkerk, M.A. en J. Kroesbergen (2010). Hygiënecode Drinkwater. KWR rapport 2001.175, 2e editie. Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening (2011). Staatscourant 2011, 11911. Regeling legionellapreventie (2011). Staatscourant 2011, 10828. RIWA (2013). Jaarrapport 2012. www.riwa.org. Schijven, J. en A.M. de Roda Husman (2009). Analyse microbiologische veiligheid drinkwater. RIVM rapport 703719038/2009; www.rivm.nl Slaats, P.G.G., E.J.M. Blokker en J.F.M. Versteegh (2008). Lood, koper, nikkel en chroom in drinkwater gemeten aan de tap: een eerste inventarisatie. H2O, nr, 3 p. 37-40. Swartjes, F.A., A.J. Baars, R.H.L.J. Fleuren en P.F. Otte (2004). Risicogrenzen voor MTBE in bodem, sediment, grondwater, oppervlaktewater, drinkwater en voor drinkwaterbereiding, RIVM rapport 71701039/2004; www.rivm.nl TNS NIPO (2011). Watergebruik thuis 2010. www.vewin.nl Versteegh, J.F.M. en H.H.J. Dik (2010). De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2009. VI-2010-21. RIVM rapport 703719 065; www.rivm.nl Versteegh, J.F.M. en H.H.J. Dik (2011). De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2010. VI-2011-119. RIVM rapport 703719 081; www.rivm.nl Versteegh, J.F.M. en H.H.J. Dik (2012). De kwaliteit van het drinkwater in Nederland, in 2011. RIVM rapport 703719 090; www.rivm.nl Versteegh, J.F.M., P.S. Brandsema, N.G.F.M. van der Aa en H.H.J. Dik (2007). Evaluatie legionellapreventie Waterleidingwet. RIVM rapport nr. 703719020. Vewin (2001). Basisdocument Harmonisatie-afspraken Meetfrequenties Waterleidingbesluit 2001. Vewin Rijswijk. Pagina 43 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Vewin (2013). Kerngegevens Drinkwater 2012. Vewin Rijswijk. www.vewin.nl VROM (2005b). Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit. VROM-Inspectie nr. 5074 VROM (2006a). Inspectierichtlijn Analyse microbiologische veiligheid drinkwater. VROM-Inspectie nr. 5318. Wuijts, S., C.H. Büscher, M.C. Zijp, W. Verweij, C.T.A. Moermond, A.M. de Roda Husman, B.H. Tangena en A. Hooijboer (2011). Toekomstverkenning Drinkwatervoorziening in Nederland. RIVM rapport 609716001/2011. www.rivm.nl Wuijts, S., E. Buis, W. Verweij, H.H.J. Dik en D.A. Houweling (2013). Tussenevaluatie gebiedsdossiers drinkwaterwinningen. RIVM rapport 609716006/2013. www.rivm.nl WHO (2011). Guidelines for Drinking-water Quality, Fourth edition. WHO Geneva.
Pagina 44 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Bijlage A Drinkwaterbedrijven Nederland in 2012
Provincie
Naam
Groningen
Waterbedrijf Groningen (WGron)
Friesland
Vitens Fryslân1)
Drenthe
Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD)
Overijssel
Vitens Overijssel1)
Gelderland
Vitens Gelderland1)
Flevoland
Vitens Flevoland1)
Utrecht
Vitens Midden-Nederland1)
Noord-Holland
PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) Waternet
Zuid-
Evides Drinkwater
Holland/Zeeland Oasen Dunea Noord-Brabant
Brabant Water
Limburg
Waterleiding Maatschappij Limburg (WML)
1) Onderdeel van NV Vitens
Bron: Vewin Kerngegevens drinkwater 2013
Pagina 45 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Pagina 46 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Bijlage B Overzicht vergunde en onttrokken hoeveelheden grondwater in 2012
002
Wgron
5
g
47,5
37,8
Vitens Fryslân
9
g
66,6
47,2 32,6
1)
004
SW
G Mm3
Naam
003
WIN
V Mm3
Vewin
WMD
12
g
45,9
009
1)
Vitens Overijssel
21
g
86,4
70,9
015
1)
Vitens Gelderland
11
g
33,8
21,5
017
1)
Vitens Gelderland
16
g
75,3
52,8
018
1)
Vitens Gelderland
2
g
14,4
12,6
020
1)
Vitens Gelderland
7
g
27,1
20,8
022
1)
Vitens Gelderland
2
g
17,1
11,9
029
1)
Vitens Midden Ned.
24
g
94,6
80,0
030
1)
Vitens Flevoland
3
g
28,0
20,3
032
PWN
4
g/o
56,0
50,7
034
Waternet
1
g/o
70,0
62,0
051
Oasen
8
g
62,5
41,9
062
Dunea
3
g/o
75,0
69,0
6
g/o
077
Evides
33,1
24,5
086
Brabant Water
32
g
236,6
181,3
WML
30
g
107,5
81,5
1
g
094 202
1)
Vitens Gelderland
Totaal
6,0
5,4
1183
925
1) Onderdeel van N.V. Vitens
WIN = aantal winningen SW = soort water (g = grondwater, g/o = onttrokken geïnfiltreerd oppervlaktewater aangevuld met grondwater). V = vergund G = gewonnen/geleverd, (hoeveelheden in miljoenen m3/j). De bedrijven hebben de gegevens met behulp van het REWAB-programma aangeleverd. De gegevens zijn in dit rapport per bedrijf samengevoegd. Het is niet bekend of de via REWAB aangeleverde kwantiteitsgegevens binnen het bedrijf volledig zijn geborgd.
Pagina 47 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Pagina 48 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Bijlage C Normen en overschrijdingen in drinkwater en ruwwater (oppervlaktewater)
Tabel 1. Normen uit het Drinkwaterbesluit (Dwb, 2011) Parameter
Norm
Eenheid
Tabel Wlb
Aeromonas
kve/100 ml
IIIa
Aluminium
1000 200
µg/l
IIIb
Ammonium
0,20
mg/l NH4
IIIa
Antimoon Arseen
5
µg/l
II
10
µg/l
II
kve/100 ml
IIIa
Bacteriën van de coligroep Benzo(a)pyreen Bromaat Broomdichloormethaan
0 0,01
µg/l
II
1**
µg/l
II
15
Chloride
150
Chroom
50
µg/l
II
mg/l (jaargem.)
IIIa
µg/l
II
0
kve/100 ml
IIIa
Escherichia coli
0
kve/100 ml
I
Gehalogeneerde monocyclische
1
µg/l
IIIc
mmol (indien
IIIa
Clostridium perfringens inclusief sporen
koolwaterstoffen Hardheid
>1
wordt onthard; 90-percentiel) IJzer Kleurintensiteit
200
µg/l
IIIb
20
Pt/Co-schaal
IIIb
2
mg/l (16 uur
<100
kve/1000 ml
Koperoplossend vermogen*
stilstand) Legionella spp*** Lood
10
µg/l
II
Mangaan
50
µg/l
IIIb IIIb
Natrium
150
mg/l
Nikkel
20
µg/l
II
Nitraat
50
mg/l NO3
II
Nitriet
0,1
mg/l NO2
II
Polycyclysiche koolwaterstoffen
0,1
µg/l
II
(PAK, som) Pesticiden Saturatie Index Temperatuur
0,1 >-0,2
µg/l
II
pH (jaargem.)
IIIa
0
C
IIIa
25 (90 percentiel)
µg/l
II
50 (maximum)
µg/l
II
Troebelingsgraad
1 (af pompstation)
FTE
IIIb
Troebelingsgraad
4 (af tap)
FTE
IIIb
> 60
mg/l
IIIa
pH
IIIa
mg/l O2
IIIa
Trihalomethanen
Waterstofcarbonaat Zuurgraad Zuurstof
25
7,0
2
* Dit is geen wettelijke norm ** Desinfectie: 5 µg/l als 90 percentielwaarde met een maximum van 10 µg/l *** Legionella is niet formeel in een tabel ingedeeld; de status komt overeen met Tabel I. Pagina 49 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Tabel 2. Concentraties (µg/l) bestrijdingsmiddelen (en metabolieten)1) in oppervlaktewater bij de innamepunten voor drinkwater Bedrijf
Inname-
Parameter
punt PWN
Andijk
Aminomethylfosfonzuur
Aantal
Min.
Gem.
Max.
metingen
conc.
conc.
conc.
0,16
0,30
0,10
0,12
0,14
0,39
0,70
0,1
0,15
0,82
0,1
0,34
0,70
13
<
0,1
Trichloorazijnzuur
13
<
0,1
13
(ampa) Waternet
Evides
Amsterdam
Aminomethylfosfonzuur
Rijnkanaal2)
(ampa) Trichloorazijnzuur
13
Nieuwegein
Aminomethylfosfonzuur
26
(Lekkanaal)
(ampa) Glyfosaat
26
<
0,05
<
0,05
0,11
Trichloorazijnzuur
12
<
0,1
<
0,1
0,32
13
<
0,05
0,09
0,23
26
<
0,01
0,82
1,6
Diethyltoluamide
27
<
0,04
<
0,05
0,19
Glyfosaat
26
<
0,01
0,07
0,19
Terbutylazine
27
<
0,02
<
0,05
0,12
2-nitrofenol
13
<
0,02
0,03
0,11
Aminomethylfosfonzuur
13
0,17
0,47
0,74
21
0,23
0,68
1,3
Bethune-
N,N-dimethylamino-
polder
sulfanilide (DMSA)
Brabantse
Aminomethylfosfonzuur
Biesbosch
(ampa)
Haringvliet,
<
<
Ouddorp (ampa) Dunea
WML
Afgedamde
Aminomethylfosfonzuur
Maas
(ampa)
Maas, inlaat
Dimethomorf
13
<
0,05
0,44
4,8
Etridiazool
13
<
0,02
0,04
0,17
Fenamidon
13
<
0,01
0,03
0,23 0,11
Mecoprop
13
<
0,02
0,04
Tolclofos-methyl
13
<
0,05
0,05
0,12
8
<
0,05
0,06
0,11
2,6-dichloorbenzamide
<
Heel 1) Bestrijdingsmiddelen waarvan de maximum concentratie groter is dan 0,1 µg/l zijn in deze tabel opgenomen. De norm voor individuele bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater bestemd voor drinkwater is 0,1 µg/l. 2) In 2012 is de bron Amsterdam Rijnkanaal niet ingezet voor de productielocatie Weesperkarspel.
Pagina 50 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Tabel 3. Normoverschrijdingen in drinkwater af pompstation. Zie voor de normen Tabel 2 Bedrijf/pomp-
Parameter
station
Aantal
Min.
Gem.
Max.
metingen
conc.
conc.
conc.
Aanta l over.
WBGr Onnen
Troebelingsgraad IJzer
108
< 0,1
0,15
2
1
42
< 20
40
330
1
Vitens Fryslân Vlieland
Saturatie Index
51
-0,52
-0,26
0,01
1
Oldeholtpade
Bacteriën van de
58
<1
<1
7
1
coligroep Terwisscha
Troebelingsgraad
53
< 0,1
0,25
2,2
1
Terschelling
Bacteriën van de
57
<1
1
68
1
Mangaan
23
<5
17
88
1
Aeromonas
14
<1
90
1300
1
Manderveen
Nikkel
52
6,27
14,9
28,1
6
Nijverdal
Saturatie Index
52
- 0,75
- 0,42
- 0,24
1
Sint Jansklooster
Legionella
5
< 100
250
1300
1
58
<1
<1
15
1
53
< 0,1
0,39
1,9
5
coligroep WMD Kruidhaars Vitens Overijssel Hasselo
Vitens Gelderland Ellecom
Bacteriën van de coligroep
Montferland (van
Troebelingsgraad
Heek) De Muntberg
Waterstofcarbonaat
52
53
67
110
1
Harderwijk II
Mangaan
26
<5
7
68
1 1
Troebelingsgraad
105
< 0,1
0,3
1,1
Speuld
Troebelingsgraad
52
< 0,1
0,2
1,5
1
Putten
Clostridium perfringens
10
<1
<1
1
1
58
<1
<1
16
1
incl. sporen Bacteriën van de coligroep Heumensoord
Troebelingsgraad
52
0,26
0,65
1,2
1
Wageningseberg
Saturatie Index
13
- 0,29
- 0,22
- 0,12
1
Troebelingsgraad
46
0,24
0,95
8,4
4
Beerschoten
Chlooretheen
16
< 0,1
< 0,1
0,15
1
Leersum
Zuurgraad
51
8,05
8,51
9,75
Waterstofcarbonaat
51
30
58
66
26
Vitens MN Bilthoven
Doorn
1
Waterstofcarbonaat
52
51
75
86
10
Mangaan
52
6
62
215
37
Troebelingsgraad
53
< 0,1
1
42
1
Saturatie Index
52
- 1,86
- 0,45
1,3
1
Zuurgraad
53
6,62
7,77
9,47
9
Saturatie Index
13
- 0,38
- 0,22
- 0,02
1
Vitens Flevoland Fledite
Pagina 51 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Bedrijf/pomp-
Parameter
station
Aantal
Min.
Gem.
Max.
metingen
conc.
conc.
conc.
Aanta l over.
Harderbroek
Saturatie Index
13
- 0,36
- 0,28
- 0,22
1
Mangaan
14
<5
19
83
2
Troebelingsgraad
53
0,31
0,61
1,6
1
PWN Andijk
Escherichia coli
Bergen
Clostridium perfringens
2
2
2
1
104
1
<1
<1
1
1
14
<2
<2
2,2
1
incl. sporen Waternet Leiduin
Ethyleendiaminetetraazijnzuur (EDTA)
OASEN Lekkerkerk
1,4-dioxaan
4
<1
<1
1,4
2
Nieuw Lekkerland -
1,4-dioxaan
3
<1
<1
1,1
2
1,4-dioxaan
4
<1
<1
1,1
1
Ethyleendiaminetetra-
4
4,6
5,9
6,4
4
4
6,6
8,3
11,8
4
4
5
6,3
8,9
4
<1
<1
1
2
De Put Rodenhuis Dunea Schevingen
azijnzuur (EDTA) Monster
Ethyleendiaminetetraazijnzuur (EDTA)
Katwijk
Ethyleendiaminetetraazijnzuur (EDTA)
Evides Berenplaat
Sporen van sulfiet-
105
reducerende clostridia Braakman Haamstede Huijbergen Ouddorp
Geur, kwalitatief
105
1
1
6
2
Smaak, kwalitatief
105
1
1
6
2
Geur, kwalitatief
52
1
1
6
2
Smaak, kwalitatief
52
1
1
6
1
Geur, kwalitatief
13
1
1
6
2
Smaak, kwalitatief
13
1
1
6
1
Geur, kwalitatief
52
1
1
6
1
Brabant Water Budel
Bentazon
13
< 0,05
< 0,06
0,14
1
Helmond
Escherichia coli
51
<1
<1
2
1
Dorst
IJzer
52
< 10
< 14
420
1
Marcharen
Ethyleendiaminetetra-
Kleurintensiteit
4
10
25
1
13
4
<5
<5
6
7
52
20
30
280
1
azijnzuur (EDTA) Vlijmen
IJzer
WML OPB De Beitel
Hardheid
52
0,91
1,07
1,59
1
Ospel
Troebelingsgraad
52
< 0,06
< 0,1
1,1
1
Plasmolen
Troebelingsgraad
53
0,12
0,29
1,6
2
Pagina 52 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Tabel 3a. Pompstations met een gemiddelde waarde > 2 mg/l voor de nietwettelijke parameter koperoplossend vermogen Bedrijf Vitens Gelderland
Brabant Water
WML
Pompstation Waardenburg
Aantal
Min.
Gem.
Max.
metingen
conc.
conc.
conc.
6
1,44
2,08
2,61
Arnhem Immerloo
12
2,05
2,31
2,52
Hengelo ‘t Klooster
12
2,02
2,32
3,60
Vorden
12
2,21
2,56
3,22
Lieshout
4
2,40
2,63
2,90
Lith
3
2,60
2,60
2,60
Boxmeer
4
1,80
2,25
2,60
Heel
9
2,20
2,44
2,80
Tabel 4. Normoverschrijdingen in drinkwater in het distributiegebied. Zie voor de normen Tabel 2 Bedrijf/gebied
Parameter
Aantal
Min.
Gem.
Max.
metingen
conc.
conc.
conc.
Aantal over.
WGroningen De Punt/Haren
Aeromonas
8
<1
520
2800
Levering aan WMD
Aeromonas
2
460
700
1100
1
Nietap
Bacteriën van de coligroep
499
<1
<1
6
1
Escherichia coli
484
<1
<1
2
3
31
<1
<1
1
1
Enterococcen
2
Vitens Fryslân Noordbergum
Aeromonas Troebelingsgraad Legionella
<1
190
1200
1
109
27
< 0,1
0,17
5,1
1
10
< 100
< 100
200
1
Mangaan
29
<5
<5
118
1
IJzer
29
< 10
61
1620
1
<1
<1
7
1
Oldeholtpade
Bacteriën van de coligroep
215
Terwisscha
Aeromonas
27
<1
225
1400
1
Terschelling
Aeromonas
8
350
750
1700
1
Spannenburg
Aeromonas
760
<1
300
3000
55
Legionella
16
< 100
< 100
700
3
Legionella
11
< 100
< 100
400
3
WMD Zuid-Oost Vitens Overijssel Archemerberg
Aeromonas
31
<1
425
3000
6
Deventer -
Aeromonas
64
<1
225
1300
1
< 0,5
25,5
139
1
Ceintuurbaan Goor
Lood
8
Havelterberg
Aeromonas
30
<1
200
1500
4
Sint Jansklooster
Aeromonas
172
<1
225
3000
5
Hasselo
Aeromonas
29
<1
70
1800
1
Rodenmors
Nikkel
7
<1
148
824
1
Lood
8
< 0,5
23,4
111
1
Vitens Gelderland Zutphen
Pagina 53 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Bedrijf/gebied
Parameter
Aantal
Min.
Gem.
Max.
metingen
conc.
conc.
conc.
Aantal over.
Culemborg
Legionella
6
< 100
350
1600
2
Twello
Legionella
5
< 100
< 100
300
2
Putten/Uddel
Legionella
7
< 100
< 100
100
2
Fikkersdries/Bemm
Legionella
Bacteriën van de coligroep
128
<1
<1
4
1
11
< 100
200
1000
4
el/Bijsterhuizen Velddriel
27
<1
65
1400
1
Bacteriën van de coligroep
Aeromonas
141
<1
<1
9
1
Escherichia coli
141
2
<1
<1
5
Zoelen
Legionella
8
< 100
< 100
500
2
Druten
Legionella
5
< 100
225
900
2
Pinkenberg Wageningen
Enterococcen
19
<1
<1
1
1
Bacteriën van de coligroep
92
<1
<1
5
1
Saturatie Index
26
-0,30
-0,21
0,16
1
27
< 10
< 10
204
1
<1
<1
55
1
Edesebos
IJzer
Ellecom
Bacteriën van de coligroep
212
Vitens MN Woudenberg
Bacteriën van de coligroep
109
<1
1
37
1
Escherichia coli
109
<1
<1
15
1
Enterococcen
13
<1
3
13
1
Veenendaal
Enterococcen
10
Cothen
Legionella
Doorn
Tull en ‘t Waal
<1
4
36
1
6
< 100
< 100
100
1
Saturatie Index
27
-1,70
-0,52
0,15
1
Mangaan
28
<5
23
134
2
Waterstofcarbonaat
27
54
76
84
3
Zuurgraad
27
6,74
7,69
8,39
3
IJzer
24
< 10
47
265
1
Bunnik
Legionella
< 100
180
1000
3
Lopik
Aeromonas
22
9
<1
200
1100
1
Leersum
Waterstofcarbonaat
21
52
71
310
Soestduinen
Mangaan
35
<5
<5
53
1
298
<1
<1
70
1
10
Vitens Flevoland Oostelijk Flevoland Zeewolde
Bacteriën van de coligroep Mangaan
28
<5
9
226
1
IJzer
28
< 10
30
343
1
301
0
324
5200
6
1
53
310
1
PWN Andijk
Aeromonas Bacteriën van de coligroep
Bergen
27
Troebelingsgraad
499
< 0,03
0,06
6,6
1
Aeromonas
256
0
112
5000
3
Clostridium perfrin-gens
190
0
0
1
1
(incl. sporen) Mensink
Aeromonas
279
0
97
1400
2
Het Gooi
Aeromonas
142
0
84
1000
1
Hoofddorp
Pagina 54 van 59
Legionella
1
200
200
200
1
Legionella
1
640
640
640
1
RIVM Rapport 2014-0137
Bedrijf/gebied
Parameter
Aantal
Min.
Gem.
Max.
metingen
conc.
conc.
conc.
Aantal over.
Waternet Amsterdam
Clostridium perfrin-gens
751
0
0
1
1
2996
2,7
13,4
25,3
1
27
<1
1600
3000
9
322
<1
<1
74
1
(incl. sporen) Temperatuur OASEN Zwijndrecht
Aeromonas
Slagader
Bacteriën van de coligroep
Dunea DZH-Noord DZH-Zuid
Bacteriën van de coligroep
4
1
2
3
1
Legionella
1
400
400
400
1
323
0
38
1200
1 24
Aeromonas
Evides Berenplaat
Kralingen
Goeree-
322
0
27
9000
Bacteriën van de coligroep
Aeromonas
2624
0
<1
33
1
Escherichia coli
3005
0
<1
6
1
Troebelingsgraad
825
< 0,1
0,16
7,5
2
Aeromonas
147
0
6
4500
3 1
Escherichia coli
1616
<1
<1
9
Temperatuur
1428
2,9
13,8
25,9
2
64
0
220
3700
8
Geur
325
1
1
3
1
IJzer
160
< 10
< 10
220
1
Smaak
325
1
1
3
1
Aeromonas
Overflakkee Midden-Zeeland
Oost Zeeuws-
Troebelingsgraad
29
< 0,1
0,26
4,6
1
Aeromonas
12
0
6
1400
1
Vlaanderen SchouwenDuiveland Tholen/Halsteren
Aeromonas
104
0
56
6700
5
Geur
104
1
1
6
2
Smaak
104
1
1
6
1
Geur
170
1
1
6
2
Smaak
170
1
1
6
3
Eindhoven
Escherichia coli
649
0
0
1
1
Loosbroek
Bacteriën van de coligroep
230
0
0
8
1
Macharen
Escherichia coli
98
0
1
59
1
West ZeeuwsVlaanderen Brabant Water
Bacteriën van de coligroep Tilburg/Genderen
98
0
1
74
1
Escherichia coli
104
0
0
1
1
Bacteriën van de coligroep
123
0
0
48
1
WML Pey/Echt
Pagina 55 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Tabel 5. Overschrijdingen in oppervlaktewater als bron voor drinkwater (Drinkwaterregeling tabel 5) Bedrijf/
Parameter
Eenheid
innamepunt
Aantal
Min.
metingen conc.
Gem. Max.
Aant.
conc. conc.
Over schr.
PWN Andijk IJsselmeer 2,3-dichloorfenol
µg/l
13
< 0,02
0,51
7
1
Enterococcen
kve/100 ml
11
0
140
1500
1
Ethyleendiaminetetra-azijnzuur (EDTA) µg/l
13
2,6
4,5
8
13
Gesuspendeerde stoffen
mg/l
13
Mangaan
µg/l
13
< 10
5
37,6
113
3
117
620
1
Ammonium
mg/l
13
Bacteriën van de coligroep
kve/100 ml
13
1,8
2,1
2.6
13
200
2092 11000
3
13
3,9
9.3
18
13
Waternet Amsterdam Rijnkanaal te Nieuwersluis
Ethyleendiaminetetra-azijnzuur (EDTA) µg/l Kleurintensiteit
Pt-Co schaal 13
21
41
64
3
Metformine
ng/L
13
88
644
2000
2
Totaal fosfaat
mg/l P
20
0.06
0.14
0.3
1
Zuurstof
mg/l
13
1.8
5.2
7.5
5
1,4-dioxaan
µg/l
12
0.69
0.85
1.1
1
Bacteriën van de Coligroep
kve/100 ml
13
84
709
3800
1
Escherichia coli
kve/100 ml
13
0
459
3800
1
Ethyleendiaminetetra-azijnzuur (EDTA) µg/l
13
2.7
4.6
6.8
13
Metformine
ng/L
13
< 70
646
3200
2
µg/l
13
<3
3.4
13.4
3
Ethyleendiaminetetra-azijnzuur (EDTA) µg/l
13
5
11.9
21.5
13
Metformine
ng/L
13
95
588
1300
2
nitrilo triethaanzuur(NTA)
µg/l
13
<3
8.1
86.2
2
urotropine
µg/l
1
1.2
1.2
1.2
1
1,2,4-trimethylbenzeen
µg/l
1
2.3
2.3
2.3
1
1,2-dimethylbenzeen
µg/l
1
2
2
2
1
1,3- en 1,4-dimethylbenzeen (som)
µg/l
1
4.7
4.7
4.7
1
ethylbenzeen
µg/l
1
1.3
1.3
1.3
1
ethyleendiaminetetra-azijnzuur(EDTA)
µg/l
7
10
12
15
1
zuurgraad
pH
261
8.15
8.7
9.14
2
Nieuwegein Lekkanaal (Ruw water inlaat)
Dunea Afgedamde Maas - Inlaat Brakel Di-ethyleentriaminepenta-azijnzuur (DTPA)
Evides Petrusplaat, afgeleverd bekkenwater
Pagina 56 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Bijlage D Totaal aantal waarnemingen en waarnemingen boven detectielimiet van geneesmiddelen
Röntgencontrastmiddelen
143
117
645 1672
Totaal
Pijnstillende en koortsverlagende middelen
Overige farmaceutische middelen
Hormoon
Cytostatica
Cholesterol verlagende middelen
Bronchospasmolitica
Bètablokkers
Antidepressiva en verdovende middelen
Waterbedrijven
Antibiotica
Aantal waarnemingen van geneesmiddelen per stofgroep
Ruwwater Dunea
103
Evides
622
OASEN Waternet Vitens
22
65 90
288
9
63
325
68
200
104
26
32
192
32
96
27
54
18
9
317
80
270
90
63
639
200
440
280
1910
4416
138
966
828
276
276
1380
966
9798
167
34
105
167
42
105
231
189
1040
WML
214
51
135
216
54
135
297
195
1297
6135
322
1624
1878
528
799
2919
2080
17.001
Dunea
167
34
105
167
42
105
231
189
1040
Waternet
206
44
130
206
52
130
286
162
1216
Vitens
473
138
338 18
PWN Totaal
414
65
243
Reinwater
928
29
203
174
58
58
290
203
2059
PWN
64
12
40
64
16
40
88
72
396
WML
63
16
40
64
16
40
88
72
399
1428
135
518
675
184
373
983
698
5110
56
170
Totaal
87
87
29
29
Totaal ruw- en reinwater Dunea
270
Evides
622
OASEN
288
Waternet Vitens
9
271
68
90
32
192
32
96
63
27
54
18
9
523
132
501
1002
334
531
112
330
5344
167
1169
170
167
18
374
306
1685
338
270
1672
90
63
639
330
726
442
3126
334
1670
1169
11.857
PWN
231
46
145
231
58
145
319
261
1436
WML
277
67
175
280
70
175
385
267
1696
7563
457
2142
2553
712
1172
3902
2778
22.111
Totaal
560
272
Pagina 57 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
Cytostatica
Hormoon
Overige farmaceutische middelen
Pijnstillende en koortsverlagende middelen
Röntgencontrastmiddelen
Totaal
Cholesterol verlagende middelen
Bronchospasmolitica
Bètablokkers
Antidepressiva en verdovende middelen
Waterbedrijven
Antibiotica
Aantal waarnemingen van geneesmiddelen verdeeld over type winning
314
219
310
1740
1251
11461 2149
Ruwwater Grondwater
4938
147
1067
433
1042
Oevergrondwater
598
63
219
36
288
78
12
159
417
279
Oppervlaktewater
599
112
338
4
548
136
12
330
762
550
3391
6135
322
1624
473
1878
528
243
799
2919
2080
17.001
1213
94
396
84
486
136
28
256
720
556
3969
80
13
37
3
54
14
1
32
76
61
371
Totaal Reinwater Grondwater Oevergrondwater Oppervlaktewater Totaal
135
28
85
135
34
85
187
81
770
1428
135
518
87
675
184
29
373
983
698
5110
Totaal ruw- en reinwater Grondwater
6151
241
1463
517
1528
450
247
566
2460
1807
15430
Oevergrondwater
678
76
256
39
342
92
13
191
493
340
2520
Oppervlaktewater
734
140
423
4
683
170
12
415
949
631
4161
7563
457
2142
560
2553
712
272
1172
3902
2778
22.111
Totaal
Pagina 58 van 59
RIVM Rapport 2014-0137
93
230
108
779
Oppervlaktewater
320
103
316
184
132
276
484
367
2182
Totaal
490
136
498
303
159
369
897
641
3521
23
53
55
180
126
776
Bètablokkers
Antibiotica
Totaal
Röntgencontrastmiddelen
27
Overige farmaceutische middelen
166
59
Hormonen
183
121
Cytostatica
61
25
Cholesterol verlagende middelen
8
116
Bronchospasmolitica
54
Oevergrondwater
Waterbedrijven
Antidepressiva en verdovende middelen
Pijnstillende en koortsverlagende middelen
Aantal waarnemingen van geneesmiddelen boven de detectielimiet
Ruwwater Grondwater
28
28
60
560
Reinwater Grondwater
148
45
146
Oevergrondwater
8
4
6
6
40
Oppervlaktewater
60
13
60
26
30
17
60
21
287
216
58
222
49
83
76
246
153
1103
53
207
83
53
55
363
292
1336
Totaal
16
Totaal ruw- en reinwater Grondwater
202
28
Oevergrondwater
124
25
137
69
27
97
236
114
819
Oppervlaktewater
380
116
376
210
162
293
544
388
2469
Totaal
706
194
720
352
242
445
1143
794
4624
28
Pagina 59 van 59
De Staat van het Drinkwater in Nederland, 2012 RIVM Rapport 2014-0137 J.F.M. Versteegh | H.H.J. Dik
RIVM De zorg voor morgen begint vandaag